Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2....

54
Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis (vgl. Gn 1,27) tege- moet, en wordt zijn reisgezel. In dit sacra- ment maakt de Heer zich namelijk tot voedsel voor de mens die hongert naar waarheid en vrijheid. Omdat alleen de waarheid ons werkelijk vrij kan maken (vgl. Joh 8,32), maakt Christus zich voor ons tot voedsel van de waarheid. Met een scherpzinnige kennis van de menselijke werkelijkheid, heeft Sint Augustinus ver- duidelijkt dat de mens vrijwillig, en niet onder dwang, in beweging raakt als hij betrokken is op iets dat hem aantrekt en dat verlangen in hem opwekt. Als de hei- lige bisschop zich dan afvraagt wat de mens uiteindelijk ten diepste zou kunnen bewegen, roept hij uit: “Wat begeert de ziel dan heviger dan de waarheid?” 2 In- derdaad draagt iedere mens in zich het onverzadigbare verlangen naar de ultie- me en definitieve waarheid. Daarom wendt Jezus, de Heer, “de weg, de waarheid en het leven” (Joh 14,6), zich tot het smach- tende hart van de mens, die zich een dor- 1. Vgl. Thomas van Aquino, Summa Theolo- giae III, q. 73, a. 3. 2. Augustinus, In Iohannis Evange- lium Tractatus, 26.5, in: PL 35, 1609. 107 2007 3 Benedictus XVI Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis aan de bisschoppen, aan de priesters en diakens, aan de godgewijde personen en aan alle christengelovigen over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk Inleiding 1. Sacrament van de liefde: 1 De heilige Eucharistie is het geschenk van de zelfgave van Jezus Christus, waardoor Hij ons Gods oneindige liefde voor iedere mens openbaart. In dit wonderbare sacrament toont zich de “grotere” liefde die ertoe aanzet “het eigen leven te geven voor zijn vrienden” (vgl. Joh 15,13). Ja, Jezus heeft de Zijnen “tot het uiterste toe” liefgehad (Joh 13,1). Deze woorden van de evangelist vormen de inleiding op Jezus’ gebaar van oneindige nederigheid: voordat Hij voor ons aan het kruis stierf, waste Hij, omgord met een linnen doek, de voeten van zijn leerlingen. Op dezelfde wijze blijft Jezus ons in het sacrament van de Eucharistie “tot het uiterste toe” liefhebben, tot aan de gave van zijn Lichaam en zijn Bloed. Wat moeten de gebaren en de woorden van de Heer tijdens dat Avondmaal de apostelen hebben verwonderd! Wat moet het mysterie van de Eucharistie ook een verwondering opwekken in ons hart!

Transcript of Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2....

Page 1: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

Het voedsel van de waarheid

2. In het sacrament van het altaar komtde Heer de mens, geschapen naar Godsbeeld en gelijkenis (vgl. Gn 1,27) tege-moet, en wordt zijn reisgezel. In dit sacra-ment maakt de Heer zich namelijk totvoedsel voor de mens die hongert naarwaarheid en vrijheid. Omdat alleen dewaarheid ons werkelijk vrij kan maken(vgl. Joh 8,32), maakt Christus zich voorons tot voedsel van de waarheid. Met eenscherpzinnige kennis van de menselijkewerkelijkheid, heeft Sint Augustinus ver-

duidelijkt dat de mens vrijwillig, en nietonder dwang, in beweging raakt als hijbetrokken is op iets dat hem aantrekt endat verlangen in hem opwekt. Als de hei-lige bisschop zich dan afvraagt wat demens uiteindelijk ten diepste zou kunnenbewegen, roept hij uit: “Wat begeert deziel dan heviger dan de waarheid?”2 In-derdaad draagt iedere mens in zich hetonverzadigbare verlangen naar de ultie-me en definitieve waarheid. Daarom wendtJezus, de Heer, “de weg, de waarheid enhet leven” (Joh 14,6), zich tot het smach-tende hart van de mens, die zich een dor-

1. Vgl. Thomasvan Aquino,Summa Theolo-giae III, q. 73, a. 3.

2. Augustinus, InIohannis Evange-lium Tractatus,26.5, in: PL 35,1609.

107 • 2007 3

Benedictus XVI

Postsynodale apostolische Exhortatie

Sacramentum caritatisaan de bisschoppen, aan de priesters en diakens, aan de godgewijde personenen aan alle christengelovigen over de Eucharistie, bron en hoogtepunt vanhet leven en de zending van de Kerk

Inleiding

1. Sacrament van de liefde:1 De heilige Eucharistie is het geschenk van de zelfgave van Jezus

Christus, waardoor Hij ons Gods oneindige liefde voor iedere mens openbaart. In dit wonderbare

sacrament toont zich de “grotere” liefde die ertoe aanzet “het eigen leven te geven voor zijn

vrienden” (vgl. Joh 15,13). Ja, Jezus heeft de Zijnen “tot het uiterste toe” liefgehad (Joh 13,1). Deze

woorden van de evangelist vormen de inleiding op Jezus’ gebaar van oneindige nederigheid: voordat

Hij voor ons aan het kruis stierf, waste Hij, omgord met een linnen doek, de voeten van zijn

leerlingen. Op dezelfde wijze blijft Jezus ons in het sacrament van de Eucharistie “tot het uiterste

toe” liefhebben, tot aan de gave van zijn Lichaam en zijn Bloed. Wat moeten de gebaren en de

woorden van de Heer tijdens dat Avondmaal de apostelen hebben verwonderd! Wat moet het

mysterie van de Eucharistie ook een verwondering opwekken in ons hart!

Page 2: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

stende pelgrim voelt, tot het hart dat ver-langt naar de bron des levens, tot het hartdat worstelt om de Waarheid. Jezus Chris-tus is inderdaad de Persoon gewordenwaarheid, die de wereld tot zich trekt.“Jezus is de poolster van de menselijkevrijheid; zonder Hem verliest de vrijheidhaar oriëntatie want zonder de kennisvan de waarheid ontaardt de vrijheid; zijisoleert zich en wordt tot onvruchtbarewillekeur.”3 In het sacrament van de Eu-charistie toont Jezus ons in het bijzonderde waarheid van de liefde, die het wezenvan God zelf is. Deze op het evangeliegebaseerde waarheid betreft iedere mensen de gehele mens. De Kerk, die in deEucharistie haar onontbeerlijk middel-punt vindt, zet zich daarom onophoude-lijk in om aan allen te verkondigen datGod liefde is, of men dat nu wil horen ofniet (vgl. 2Tim 4,2).4 Juist omdat Christusvoor ons het voedsel van de waarheid isgeworden, wendt de Kerk zich tot demens en nodigt hem uit het geschenk vanGod vrijmoedig aan te nemen.

De ontwikkeling van de Eucharistische ritus

3. Als wij terugblikken op de tweedui-zend jaar oude geschiedenis van de Kerkvan God, die geleid wordt door het wijzehandelen van de heilige Geest, bewonde-ren wij vol dankbaarheid de in de loopvan de tijd geordende ontwikkeling vande rituele vormen waarin wij de voltrek-king van ons heil gedenken. Van de veel-soortige vormen van de eerste eeuw, dienog oplichten in de riten van de oudeKerken van het Oosten, tot aan de ver-breiding van de Romeinse ritus, van deduidelijke aanwijzingen van het Concilievan Trente, en het missaal van de heiligePius V, tot aan de door het Tweede Vati-caans Concilie in gang gezette liturgie-

hervorming: in ieder tijdperk van degeschiedenis van de Kerk schittert deEucharistieviering als bron en hoogtepuntvan haar leven en haar zending, in heelhaar liturgische verscheidenheid en rijk-dom. De Elfde Gewone Algemene Verga-dering van de Bisschoppensynode, dievan 2 tot 23 oktober 2005 in het Vaticaanplaatsvond heeft, wat betreft deze ge-schiedenis, grote dankbaarheid jegensGod uitgesproken en erkend dat de lei-ding van de heilige Geest hier werkzaamis geweest. In het bijzonder hebben desynodevaders de zegenrijke invloed ophet leven van de Kerk vastgesteld en be-vestigd van de sinds het Tweede Vati-caans Concilie verwezenlijkte liturgieher-vorming.5 De Bisschoppensynode was inde gelegenheid te evalueren hoe deze ver-nieuwing na het Concilie was ontvangen.Er was bijzonder veel waardering. Beves-tigd werd dat de moeilijkheden, en ookenkele gemelde misbruiken, de waarde ende effectiviteit van de liturgiehervorming,die rijkdommen bevat die nog onvol-doende zijn ontdekt, niet kunnen verdui-steren. Concreet gaat het erom dat dedoor het Concilie beoogde veranderingenbegrepen moeten worden in de contextvan de eenheid, die de historische ont-wikkeling van de ritus zelf kenmerkt,zonder dat er onnatuurlijke breuken op-treden.6

De Bisschoppensynode en het Jaar van de Eucharistie

4. Overigens is het noodzakelijk de ver-houding te benadrukken tussen de laatsteBisschoppensynode over de Eucharistieen datgene wat de laatste jaren in hetleven van de Kerk is gebeurd. Om tebeginnen moeten wij in de geest terugke-ren naar het Grote Jubileum van het jaar2000, waarmee mijn dierbare voorganger,

3. BenedictusXVI, Toespraaktot de deelnemersaan de plenairevergadering vande Congregatievoor de Geloofs-leer (10 februari2006), in: AAS 98(2006), 255.

4. Vgl. Benedic-tus XVI, Toe-spraak tot dedeelnemers aan dederde vergaderingvan de elfdegewone raad vanhet algemeensecretariaat vande Bisschoppen-synode (1 juni2006), in: L’Osser-vatore Romano(dt.), 36/26, 9.

5. Vgl. Propositio2.

6. Ik wijs hier opde noodzaak vaneen hermeneutiekvan continuïteit,ook wat betreft dejuiste interpretatievan de liturgischeontwikkeling nahet tweede Vati-caans Concilie.Vgl. BenedictusXVI, Toespraaktot de RomeinseCurie (22 decem-ber 2005), in: AAS

98 (2006), 44-45.

2007 • 1084

Page 3: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

de dienaar Gods Johannes Paulus II, deKerk het derde millennium heeft binnengeleid. Het jubileumjaar droeg onmisken-baar een sterk eucharistisch stempel.Daarnaast mag men niet vergeten dat hetdoor Johannes Paulus II met zeer vooruit-ziende blik voor de hele Kerk gewildeJaar van de Eucharistie aan de Bisschop-pensynode vooraf ging en deze in zekerezin heeft voorbereid. Deze periode, diemet het Internationale Eucharistisch Con-gres te Guadalajara in oktober 2004 isbegonnen, werd aan het einde van deElfde Synodale Bijeenkomst afgeslotenmet de heiligverklaring van vijf zaligen,die zich bijzonder hadden onderscheidendoor hun eucharistische vroomheid: Bis-schop Józef Bilczewski, de priesters Gae-tano Catanoso, Zygmunt Gorazdowski enAlberto Hurtado Cruchaga, en de kapu-cijn Felice da Nicosia. Op grond van dedoor Johannes Paulus II in de apostoli-sche Brief Mane nobiscum Domine7 neer-gelegde leer en dankzij de waardevollevoorstellen van de Congregatie voor deGoddelijke Eredienst en de Regeling vande Sacramenten8 hebben de bisdommenen verscheidene kerkelijke organisatiestalrijke initiatieven genomen om bij degelovigen het eucharistisch geloof tedoen herleven en groeien, om de zorgvul-digheid bij de viering te vergroten en deEucharistische Aanbidding te bevorderen,om aan te sporen tot een actieve solidari-teit, die zich vanuit de Eucharistie uits-trekt naar de behoeftigen. Ten slotte moetook de laatste encycliek Ecclesia de Eu-charistia9 van mijn vereerde voorgangergenoemd worden, waarin hij ons een ze-ker en leerstellig houvast heeft nagelatenover de leer van de Eucharistie en eenlaatste getuigenis van de centrale rol diedit goddelijk sacrament in zijn leven heeftgespeeld.

Het doel van deze brief

5. Deze postsynodale brief heeft als stre-ven het uitwerken van de veelsoortigerijkdom van de beschouwingen en voor-stellen die voortgekomen zijn uit de laat-ste Gewone Algemene Vergadering vande Bisschoppensynode – van de Linea-menta over het Instrumentum laboris, deRelationes ante et post disceptationem, debijdragen van de synodevaders, de audi-tores en de gedelegeerden van de zuster-kerken – om enige fundamentele richtlij-nen te formuleren, met als doel eennieuwe eucharistische impuls en nieuweeucharistische ijver in de Kerk op te wek-ken. In het bewustzijn van de veelomvat-tende leerstellige en disciplinaire erfenis,die zich in de loop der eeuwen met be-trekking tot dit sacrament heeft opgesta-peld,10 wil ik in dit document de wens vande synodevaders11 tot de mijne maken enbovenal het christelijk volk oproepen toteen inhoudelijke verdieping van de relatietussen eucharistisch mysterie, liturgischehandeling en de uit de Eucharistie voort-vloeiende nieuwe geestelijke dienst als hetsacrament van de naastenliefde. Vanuitdit gezichtspunt wil ik deze brief in ver-band brengen met mijn eerste encycliekDeus caritas est, waarin ik bij herhalingover het sacrament van de Eucharistieheb gesproken, om de relatie van dit sa-crament met de christelijke liefde tot Goden de naaste te verduidelijken: “De mens-geworden God trekt ons allen tot zich. Zokunnen we begrijpen hoe agape ook eenaanduiding voor de Eucharistie wordt;daar komt Gods agape lichamelijk tot onsom zijn werk in ons en door ons voort tezetten.”12

7. Vgl. AAS 97(2005), 337-352(Nederlandse uit-gave in Kerkelijkedocumentatie (KD)32/10 (17 decem-ber 2004), 303-315).

8. Vgl. Het Jaarvan de Eucharistie– aanbevelingenen voorstellen (15oktober 2004), in:L’OsservatoreRomano (dt.),34/47, 9-12 en48, 9-12.

9. Vgl. AAS 95(2003), 433-475(Nederlandse uit-gave in KD 31/4 (6juni 2003), 99-128). Daarnaastwil ik herinnerenaan de Instructievan de Congrega-tie voor de God-delijke Erediensten de Regelingvan de Sacramen-ten, RedemptionisSacramentum (25maart 2004), dieop nadrukkelijkewens van Johan-nes Paulus II totstand is gekomen,in: AAS 96 (2004),549-601 (Neder-landse uitgave inKD 32/3-4 (20augustus 2004),75-123).

10. Om slechts debelangrijkstegeschriften tenoemen: Oecu-menisch Concilievan Trente, Doc-trina et canonesde ss. Missae sac-rificio, in: DS

1738-1759; LeoXIII, EncycliekMirae caritatis(28 mei 1902), in:

vervolg noten opblz. 6

109 • 2007 5

Page 4: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

DEEL I

Eucharistie, een mysterie waarin men gelooft

“Dit is het werk dat God van u vraagt: tegeloven in Degene, die Hij gezondenheeft” (Joh 6,29)

Het eucharistische geloof van de Kerk

6. “Verkondigen wij het mysterie van hetgeloof!” Met deze oproep direct na deconsecratiewoorden verkondigt de pries-ter het mysterie dat wordt gevierd engeeft hij uiting aan zijn verwonderingover de waarachtige verandering vanbrood en wijn in het Lichaam en Bloedvan Christus – een werkelijkheid die allemenselijke begrip te boven gaat. Inder-daad, de Eucharistie is het “mysterie vanhet geloof” bij uitstek, “de samenvattingvan ons geloof”.13 Het geloof van de Kerkis wezenlijk een eucharistisch geloof enwordt op bijzondere wijze gevoed door demaaltijd van de Eucharistie. Geloof ensacramenten zijn twee elkaar aanvullendeaspecten van het kerkelijk leven. Hetgeloof, opgewekt door de verkondigingvan Gods Woord, voedt zich en groeit inde genadevolle ontmoeting met de Verre-zen Heer, die tot stand komt in de sacra-menten: “Het geloof komt tot uitdrukkingin de ritus en de ritus versterkt en beves-tigt het geloof.”14 Daarom staat het sacra-ment van het altaar altijd in het middel-punt van het kerkelijk leven: “Dankzij deEucharistie wordt de Kerk steeds opnieuwgeboren!”15 Hoe levendiger het geloof inde Eucharistie van het godsvolk is, des teintenser is hun deelname aan het kerke-lijk leven door een overtuigde ondersteu-ning van de zending die Christus aan Zijnleerlingen heeft opgedragen. Daarvangetuigt de geschiedenis van de Kerk zelf.

Iedere grote hervorming is op de een ofandere wijze verbonden met de heront-dekking van het geloof in de eucharisti-sche aanwezigheid van de Heer temiddenvan zijn volk.

De Allerheiligste Drie-eenheid en de Eucharistie

Het brood uit de hemel

7. De belangrijkste inhoud van het eu-charistische geloof is het mysterie vanGod zelf, die trinitaire liefde is. In hetgesprek van Jezus met Nikodemus vindenwe hieromtrent een verhelderende uit-spraak: “Zozeer immers heeft God dewereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeborenZoon heeft gegeven, opdat alwie in Hemgelooft niet verloren zal gaan, maar eeu-wig leven zal hebben. God heeft zijnZoon niet naar de wereld gezonden om dewereld te oordelen, maar opdat de werelddoor Hem zou worden gered” (Joh 3,16-17). Deze woorden tonen ons de diepstebron van Gods gave. Jezus schenkt in deEucharistie niet ‘iets’, maar zichzelf; Hijgeeft zijn Lichaam als offer en vergietzijn Bloed. Op deze wijze geeft Hij zich-zelf met zijn hele bestaan en openbaartHij de oorspronkelijke bron van deze lief-de. Hij is de eeuwige Zoon, die door deVader voor ons werd overgeleverd. In hetevangelie horen we nogmaals de woordenvan Jezus met betrekking hiertoe. Na despijziging van de menigte door de won-derbare vermenigvuldiging van brood envis, zegt Hij tot zijn gesprekspartners, dieHem tot in de synagoge van Kafarnaümgevolgd zijn: “Het echte brood uit dehemel wordt u door mijn Vader gegeven;want het brood van God daalt uit dehemel neer en geeft leven aan de wereld”(Joh 6,32-33). En Hij gaat zo ver dat Hijzichzelf, zijn vlees en bloed, met dat

ASS (1903), 115-136; Pius XII,encycliek Media-tor Dei (20november 1947),in: AAS 39 (1947),521-595; PaulusVI, EncycliekMysterium fidei (3september 1965),in: AAS 57 (1965),753-774; Johan-nes Paulus II,Encycliek Ecclesiade Eucharistia (17april 2003), in:AAS 95 (2003),433-475 / KD 31/4(6 juni 2003), 99-128; Congregatievoor de Goddelij-ke Eredienst en deRegeling van deSacramenten,Instructie Eucha-risticum mysteri-um (25 mei 1967),in: AAS 59 (1967),539-573; Instruc-tie Liturgiamauthenticam (28maart 2001), in:AAS 93 (2001),685-726 (Neder-landse uitgave inKD 30/7 (13 sep-tember 2002),291-325).

11. Vgl. Proposi-tio 1.

12. BenedictusXVI, EncycliekDeus caritas est(25 december2005), 14, in: KD

34/1 (17 februari2006), 12.

13. Katechismusvan de KatholiekeKerk, 1327.

14. Propositio 16.

15. BenedictusXVI, Homilie bijgelegenheid vande plechtige inbe-zitneming van de

vervolg noten opblz. 7

2007 • 1106

Page 5: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

brood vereenzelvigt: “Ik ben het levendebrood dat uit de hemel is neergedaald. Alsiemand van dit brood eet, zal hij leven ineeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven, ismijn vlees, ten bate van het leven derwereld” (Joh 6,51). Op deze wijze open-baart Jezus zich als het brood des levens,dat de eeuwige Vader aan de mensenschenkt.

Onverdiende gave van de Allerheiligste Drie-eenheid

8. In de Eucharistie openbaart zich hetliefdesplan dat de hele heilsgeschiedenisbepaalt (vgl. Ef 1,10; 3,8-11). Daarin ver-enigt de Deus Trinitas, die in zichzelf lief-de is (vgl. 1Joh 4,7-8), zich volledig metons menselijk lot. In het brood en in dewijn, de gedaanten waaronder Christuszich in het Paasmaal aan ons schenkt(vgl. Lc 22,14-20; 1Kor 11,23-26), komthet gehele goddelijk leven, in de vormvan het sacrament, naar ons toe en deeltzich aan ons mee. God is de volmaakteliefdesgemeenschap tussen de Vader, deZoon en de heilige Geest. Reeds bij deschepping krijgt de mens de roeping inzekere mate deel te hebben aan de levens-adem van God (vgl. Gn 2,7). Maar het isin de gestorven en verrezen Christus ende uitstorting van de heilige Geest, diemateloos geschonken wordt (vgl. Joh3,34), dat wij deelachtig worden aan Godsdiepste innerlijkheid.16 Jezus Christus, die“door de eeuwige Geest zichzelf aan Godheeft geofferd als een smetteloos offer”(Heb 9,14) deelt ons dus in de eucharisti-sche gave het eigen goddelijke leven mee.Het gaat hier om een volstrekt onvoor-waardelijke gave, die alleen het gevolg isvan Gods beloften, die mateloos vervuldworden. In trouwe gehoorzaamheid aan-vaardt, viert en aanbidt de Kerk dezegave. Het “mysterie van het geloof” is een

mysterie van de trinitaire liefde, en wijworden door genade geroepen daaraandeel te hebben. Ook wij moeten met SintAugustinus uitroepen: “Als je de liefdeziet, zie je de Triniteit.”17

Eucharistie: Jezus, het ware Offerlam

Het nieuwe en altijddurende Verbond in het bloed van het Lam

9. De zending waarvoor Jezus tot ons isgekomen, bereikt haar vervulling in hetPaasmysterie. Voor Hij “de geest geeft”,zegt Hij, omhoog geheven aan het kruisvanwaar Hij allen tot zich trekt (vgl. Joh12,32): “Het is volbracht” (Joh 19,30). Inhet mysterie van zijn gehoorzaamheid totde dood, tot de dood aan het kruis (vgl.Fil 2,8) werd het nieuwe en altijddurendeverbond tot stand gebracht. In zijngekruisigde lichaam zijn de vrijheid vanGod en de vrijheid van de mens in eenonverbrekelijk, eeuwigdurend verbonddefinitief samengekomen. Ook de zondevan de mens is door de Zoon van Godeens en voor altijd uitgeboet (vgl. Heb7,27; 1Joh 2,2; 4,10). “Zijn dood op hetKruis”, zo heb ik elders reeds benadrukt,“is het hoogtepunt van de manier waaropGod zich tegen zichzelf keert, waarbij Hijzichzelf wegschenkt om de mens weer opte richten en hem te redden – liefde in demeest radicale vorm”.18 In het Paasmyste-rie is onze bevrijding van het kwaad envan de dood werkelijk realiteit geworden.Bij de instelling van het Altaarsacramenthad Jezus zelf gesproken van het “nieu-we, altijddurende Verbond”, dat geslotenis in het door Hem vergoten bloed (vgl.Mt 26,28; Mc 14,24; Lc 22,20). Dit ultie-me doel van zijn zending was reeds aanhet begin van zijn openbare leven zeerduidelijk. Als namelijk Johannes de Do-per aan de oever van de Jordaan Jezus op

Cathedra van debisschop vanRome (7 mei2005), in: AAS 97(2005), 752.

16. Vgl. Proposi-tio 4.

17. De Trinitate,VIII, 8, 12, in: CCL

50, 287.

18. Deus caritasest, 12, in: a.w.,11.

111 • 2007 7

Page 6: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

zich toe ziet komen, roept hij uit: “‘Zie,het Lam Gods dat de zonde van de wereldwegneemt” (Joh 1,29). Het is veelzeggenddat juist deze woorden in iedere vieringvan de Mis terugkeren als de priester uit-nodigt tot het ontvangen van de commu-nie: “Zalig zij die genodigd zijn aan demaaltijd des Heren. Zie het Lam Gods datwegneemt de zonden der wereld.” Jezus ishet ware Paaslam, dat zichzelf vrijwilligvoor ons ten offer heeft gebracht en zohet nieuwe en altijddurende verbondheeft verwezenlijkt. De Eucharistie heeftdeze radicale nieuwheid in zich, die onsbij iedere viering van de Mis opnieuwwordt aangeboden.19

De instelling van de Eucharistie

10. Zo worden wij gebracht tot nadenkenover de instelling van de Eucharistie tij-dens het Laatste Avondmaal. Dat gebeur-de in het kader van een rituele maaltijdals gedachtenisviering van de fundamen-tele gebeurtenis in de geschiedenis vanhet volk van Israël: de bevrijding van deslavernij uit Egypte. Deze rituele maaltijd,die verbonden was met het offeren vanlammeren (vgl. Ex 12,1-28.43-51) waseen herinnering aan het verleden, maartegelijk ook een profetisch gedenken, datwil zeggen de verkondiging van een toe-komstige bevrijding. Het volk had name-lijk ervaren dat die bevrijding geen de-finitieve bevrijding was geweest, wanthun geschiedenis stond nog te zeer in hetteken van slavernij en zonde. Zo leidde degedachtenis van de oude bevrijding tot debede om en de verwachting van een diep-gaander heil, dat fundamenteel, alomvat-tend en definitief zou zijn. In deze con-text voegt Jezus de nieuwheid van zijngave toe. In de lofprijzing, de Berakah,dankt Hij de Vader niet alleen voor degrote gebeurtenissen van het verleden,

maar ook voor zijn eigen ‘verheerlijking’.Als Hij het sacrament van de Eucharistieinstelt, anticipeert Jezus op het kruisofferen de overwinning van de Verrijzenis ensluit beide bij het sacrament in. Tegelijkopenbaart Hij zich als het ware Offerlam,dat vanaf het begin van de wereld wasvoorzien in het plan van de Vader, zoalsDe eerste brief van Petrus benadrukt (vgl.1,18-20). Als Jezus zijn gave in dit ver-band plaatst, verkondigt Hij de heilbren-gende betekenis van zijn dood en Verrij-zenis, van dit mysterie dat leidt tot devernieuwing van de geschiedenis en degehele kosmos. De instelling van de Eu-charistie laat inderdaad zien hoe de opzich gewelddadige en zinloze dood vanJezus is geworden tot de meest verhevendaad van liefde en tot de definitieve be-vrijding van de mensheid van het kwaad.

Figura transit in veritatem

11. Zo voegt Jezus zijn ingrijpende no-vum in het hart van de oude joodse offer-maaltijd in. Die maaltijd hoeft voor onschristenen niet herhaald te worden. Te-recht zeggen de Kerkvaders: “figura tran-sit in veritatem“ – de voorafbeeldingheeft plaats gemaakt voor de waarheid.De oude ritus is tot vervulling gekomenen is door de gave van de liefde van GodsZoon voor altijd overtroffen. Het voedselvan de waarheid, de voor ons geofferdeChristus, dat figuris terminum.20 Met deopdracht: “Doe dit tot mijn gedachtenis”roept Hij ons op te beantwoorden aan zijngave en deze sacramenteel tegenwoordigte stellen. Met deze woorden geeft deHeer als het ware uiting aan de verwach-ting dat zijn Kerk, die uit zijn offer voort-gekomen is, deze gave aanneemt en on-der de leiding van de heilige Geest deliturgische vorm van het sacrament ont-wikkelt. De gedachtenisviering van zijn

19. Vgl. Proposi-tio 3.

20. Romeins Bre-vier, hymne bij delezingendienst ophet Hoogfeest vanhet heilig Sacra-ment van hetlichaam en bloedvan Christus.

2007 • 1128

Page 7: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

volmaakte gave bestaat immers nietslechts uit de herhaling van het LaatsteAvondmaal, doch uit de Eucharistie zelf,dat wil zeggen uit de radicale nieuwheidvan de christelijke eredienst. Zo heeftJezus ons de gave nagelaten binnen tetreden in zijn ‘uur’: “De Eucharistie haaltons binnen in Jezus’ zelfgave. We ont-vangen niet alleen maar statisch demensgeworden Logos, maar we wordenbinnengehaald in de dynamiek van zijnzelfgave.”21 Hij “trekt ons in zichzelf”.22 Desubstantiële verandering van brood enwijn in zijn Lichaam en zijn Bloed intro-duceert in de schepping het principe vaneen radicale verandering, als een soort‘kernsplitsing’ – om een ons welbekendbeeld te gebruiken – die zich voordoet inhet binnenste van het zijn, een verande-ring die ertoe bestemd is een omvor-mingsproces in de werkelijkheid in gangte zetten, met als ultieme doel de verheer-lijking van de hele wereld tot de toestandwaarin God alles in allen zal zijn (vgl.1Kor 15,28).

De heilige Geest en de Eucharistie

Jezus en de heilige Geest

12. Met zijn woord en met brood en wijnheeft de Heer zelf ons de essentiële ele-menten van de nieuwe eredienst geschon-ken. De Kerk, zijn bruid, is geroepen deeucharistische maaltijd iedere dag te vie-ren om Hem te gedenken. Zo voegt zij hetverlossende offer van haar Bruidegom inde geschiedenis van de mensen in en stelthet in alle culturen sacramenteel tegen-woordig. Dit grote geheim wordt gevierdin de liturgische vormen die de Kerk,geleid door de heilige Geest, in tijd enruimte ontwikkelt.23 In dit verband is hetnodig dat wij ons bewust worden van debeslissende rol die de heilige Geest speelt

bij de ontwikkeling van de liturgischevorm en bij het uitdiepen van de godde-lijke mysteries. De Parakleet, de eerstegave aan de gelovigen,24 die reeds bij deschepping aan het werk was (vgl. Gn 1,2),is volledig aanwezig in het gehele levenvan het mensgeworden Woord: JezusChristus werd immers door toedoen vande heilige Geest door de Maagd Mariaontvangen (vgl. Mt 1,18; Lc 1,35); aan hetbegin van zijn openbare leven ziet HijHem aan de oever van de Jordaan in degedaante van een duif op zich neerdalen(vgl. Mt 3,16 en parallelteksten); in die-zelfde Geest handelt, spreekt en jubelt Hij(vgl. Lc 10,21); en in Hem kan Hij zichzelfals offer opdragen (vgl. Heb 9,14). In dedoor Johannes opgetekende zogenoemde‘afscheidsrede’ legt Jezus duidelijk ver-band tussen het offer van zijn leven inhet Paasmysterie en de gave van de Geestaan de Zijnen (vgl. Joh 16,7). Als Verreze-ne, die de tekenen van zijn lijden in zijnlichaam draagt, kan Hij met zijn adem deGeest schenken (vgl. Joh 20,22) en zo deZijnen deelachtig maken aan zijn eigenzending (vgl. Joh 20,21). De Geest zal deleerlingen alles leren en hen alles in her-innering brengen wat Christus tot henheeft gezegd (vgl. Joh 14,26), want alsGeest der waarheid (vgl. Joh 15,26) komthet Hem toe de leerlingen tot de vollewaarheid te brengen (vgl. Joh 16,13). Inde Handelingen van de Apostelen wordtverteld dat de Geest met Pinksteren neer-daalt op de apostelen die samen metMaria in gebed bijeen zijn (vgl. 2,1-4) enhen aanvuurt hun opdracht te gaan ver-vullen om aan alle volkeren te BlijdeBoodschap te verkondigen. Het is dus inde kracht van de Geest dat Christus zelf inzijn Kerk aanwezig en werkzaam blijft,vanuit het middelpunt van haar leven, deEucharistie.

21. Deus caritasest, 13, in: a.w.,11-12.

22. Vgl. Benedic-tus XVI, Homilieop het Marienfeld(21 augustus2005), in: KD

33/5-6 (9 septem-ber 2005), 153-156.

23. Vgl. Proposi-tio 3.

24. Vgl. RomeinsMissaal, VierdeEucharistischGebed.

113 • 2007 9

Page 8: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

De heilige Geest en de viering van de Eucharistie

13. Tegen deze achtergrond wordt debeslissende rol van de heilige Geest in deEucharistieviering en in het bijzonder metbetrekking tot de transsubstantiatie be-grijpelijk. Een dergelijk bewustzijn is bijde Kerkvaders duidelijk aantoonbaar. Deheilige Cyrillus van Jeruzalem herinnerter in zijn Catechesen aan dat wij “debarmhartige God aanroepen om zijn hei-lige Geest te zenden over de offergavendie voor ons liggen, opdat Hij het broodmoge veranderen in het Lichaam vanChristus en de wijn in het Bloed vanChristus. Wat door de heilige Geest isaangeraakt, is geheiligd en volledig ver-anderd.”25 Ook de heilige Johannes Chry-sostomus wijst erop dat de priester de hei-lige Geest aanroept als hij het offerviert:26 zoals Elia, de dienaar van God, zoroept hij de heilige Geest aan – zo zegtJohannes Chrysostomus – opdat “als degenade op het offer neerdaalt, de zielenvan allen erdoor ontbranden”.27 Van hetgrootste belang voor het geestelijk levenvan de gelovigen is een goede kennis vande rijkdom van de anaphora: behalve dedoor Christus bij het Laatste Avondmaalgesproken woorden omvat deze de epicle-se als gebed tot de Vader, dat Hij de gavevan de heilige Geest mag zenden opdatbrood en wijn mogen worden tot Lichaamen Bloed van Jezus Christus en “de helegemeenschap steeds meer Lichaam vanChristus mag worden”.28 De Geest, diedoor de celebrant afgeroepen wordt overde op het altaar geplaatste gaven vanbrood en wijn, is dezelfde die de gelovi-gen tot “één lichaam” verenigt en hen toteen geestelijk offer maakt dat de Vaderwelgevallig is.29

Eucharistie en Kerk

Eucharistie – oorzaak van de Kerk

14. Door het sacrament van de Eucharis-tie neemt Jezus de gelovigen mee in zijn‘uur’; op die manier toont Hij ons de banddie Hij tussen zichzelf en ons, tussen zijnPersoon en de Kerk heeft gewild. Inder-daad heeft Christus zelf in het kruisofferde Kerk voortgebracht als zijn bruid enzijn lichaam. De Kerkvaders hebben uit-voerig nagedacht over de verhouding tus-sen de oorsprong van Eva uit de zijde vande slapende Adam (vgl. Gn 2,21-23) endie van de nieuwe Eva, de Kerk, uit degeopende zijde van Christus, die verzon-ken was in de slaap van de dood: uit dedoorboorde zijde – vertelt Johannes –kwam bloed en water (vgl. Joh 19,34),een symbool van de sacramenten.30 Eencontemplatieve blik op “Hem … die zijhebben doorstoken” (Joh 19,37) brengtons tot nadenken over het oorzakelijkeverband tussen het offer van Christus, deEucharistie en de Kerk. Inderdaad: “DeKerk leeft van de Eucharistie.”31 Daar inde Eucharistie het verlossende offer vanChristus tegenwoordig komt, moet menvoor alles erkennen dat er “een oorzake-lijke invloed van de Eucharistie … op hetontstaan zelf van de Kerk is”.32 De Eucha-ristie is Christus, die zich aan ons schenkten ons zo voortdurend als zijn Lichaamopbouwt. In de indrukwekkende wissel-werking tussen de Eucharistie, die de Kerkopbouwt, en de Kerk zelf, die de Eucharis-tie verwezenlijkt,33 staat de Eucharistieaan het begin: de Kerk kan het mysterievan de in de Eucharistie aanwezige Chris-tus juist daarom vieren en aanbidden,omdat Christus zich eerst in het kruisofferaan haar geschonken heeft. De mogelijk-heid van de Kerk om de Eucharistie te‘verwezenlijken’ vindt haar oorsprong

25. CatecheseXXIII, 7, in: PG

33, 1114 e.v..

26. Vgl. Over hetpriesterschap, VI,4, in: PG 48, 681.

27. A.w., III, 4, in:PG 48, 642.

28. Propositio 22.

29. Vgl. Proposi-tio 42: “Dezeeucharistischeontmoeting wordtverwezenlijkt inde heilige Geest,die ons omvormten heiligt. Hijwekt in de leer-ling de vastbera-den wil aan deanderen moedigte verkondigenwat hij gehoorden ervaren heeft,om ook hen tebrengen totdezelfde ontmoe-ting met Christus.Op die manieropent zich eengrenzeloze zen-ding voor de leer-ling die door deKerk is uitgezon-den.”

30. Vgl. TweedeVaticaans Conci-lie, dogmatischeConstitutie overde Kerk Lumengentium, 3; vgl.bijvoorbeeldJohannes Chryso-stomus, Catechese3, 13-19, in: SC

50, 174-177.

31. Ecclesia deEucharistia, 1, in:a.w., 99.

32. A.w., 21, in:a.w., 109.

33. Vgl. JohannesPaulus II, Ency-

vervolg noten opblz. 11

2007 • 11410

Page 9: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

geheel en al in Christus’ zelfgave aanhaar. Ook hier ontdekken wij een overtui-gend aspect van de formulering vanJohannes: “Hij heeft ons het eerst liefge-had” (vgl. 1Joh 4,19). Zo erkennen wijook in iedere viering op de eerste plaatsde gave van Christus. De oorzakelijkeinvloed van de Eucharistie op het ont-staan van de Kerk maakt ten slotte duide-lijk dat niet alleen chronologisch maarook ontologisch zijn liefde, waarmee Hijons “het eerst heeft liefgehad”, er eerderwas. Hij is in eeuwigheid degene die onshet eerst liefheeft.

Eucharistie en kerkelijke communio

15. De Eucharistie is dus fundamenteelvoor het zijn en handelen van de Kerk.Daarom werd in de christelijke oudheidhet Lichaam dat geboren werd uit deMaagd Maria, het eucharistische Lichaamen het kerkelijke Lichaam van Christusmet één en hetzelfde begrip aangeduid:Corpus Christi.34 Dit in de overleveringveelvuldig voorkomende gegeven doetons beter beseffen dat Christus en zijnKerk niet te scheiden zijn. Onze HeerJezus heeft zich als offer voor ons over-geleverd en door zijn gave effectief gewe-zen op het mysterie van de Kerk. Het istyperend dat het Tweede EucharistischGebed in de epiclese na de Consecratie debede om de eenheid van de Kerk als volgtformuleert: “Zo delen wij in het Lichaamen Bloed van Christus en wij smeken Udat wij door de heilige Geest worden ver-gaderd tot één enige kudde.” Deze formu-lering maakt duidelijk dat de res van heteucharistisch sacrament de eenheid vande gelovigen in de kerkelijke gemeen-schap is. Zo toont zich de Eucharistie aande basis van de Kerk als mysterie van decommunio.35

Op de relatie tussen Eucharistie en com-munio heeft de Dienaar Gods JohannesPaulus II al gewezen in zijn Encycliek Ec-clesia de Eucharistia. Hij noemde de ge-dachtenisviering van Christus “de hoog-ste sacramentele manifestatie van decommunio in de Kerk”.36 De eenheid vande Kerk toont zich concreet in de christe-lijke gemeenschappen en hernieuwt zichin de eucharistische handeling, die ze ver-enigt en in particuliere Kerken onder-scheidt, “in quibus et ex quibus una etunica Ecclesia catholica exsistit”.37 Juistde realiteit van de ene Eucharistie, die inieder bisdom rond de eigen bisschopwordt gevierd, doet ons begrijpen dat departiculiere Kerken zelf in en ex Ecclesiabestaan. “De eenheid en ondeelbaarheidvan het eucharistische Lichaam van deHeer verwijst naar de eenheid van zijnmystieke lichaam, dat de ene en ondeel-bare Kerk is. Uit het centrum van deEucharistie ontstaat de noodzakelijkeopenheid van iedere vierende gemeen-schap en van iedere particuliere Kerk.Door zich over te geven aan de uitnodi-ging van de Heer, wordt een eenheid totstand gebracht met zijn ene en onverdeel-de Lichaam.”38 Daarom bevindt bij deEucharistieviering iedere gelovige zich inzijn kerk, dat wil zeggen in de Kerk vanChristus. Uit dit eucharistisch perspectief,indien goed begrepen, volgt de kerkelijkecommunio als een van nature katholiekewerkelijkheid.39 Het benadrukken vandeze eucharistische basis van de kerkelij-ke gemeenschap kan ook een effectievebijdrage vormen voor oecumenische dia-loog met de kerken en kerkelijke gemeen-schappen die geen volledige gemeen-schap met de Stoel van Petrus hebben. DeEucharistie schept namelijk objectief eensterke band van eenheid tussen de katho-lieke Kerken en de orthodoxe Kerken, diehet onvervalste en volledige wezen van

cliek Redemptorhominis (4 maart1979), 20, in:Archief van deKerken 34/8 (13april 1979), 397-400; Brief aan depriesters op WitteDonderdag Domi-nicae Cenae (24februari 1980), 4,in: AAS 72 (1980),119-121.

34. Vgl. Proposi-tio 5.

35. Vgl. Thomasvan Aquino,Summa Theolo-giae, III, q. 80, a.4.

36. Ecclesia deEucharistia, 38,in: a.w., 116.

37. Lumen genti-um, 23.

38. Congregatievoor de Geloofs-leer, Brief aan debisschoppen vande katholieke Kerkover enkeleaspecten van deKerk als commu-nio Communionisnotio (28 mei1992), 11, in: KD

20/8 (oktober1992), 387.

39. Propositio 5:“Het begrip‘katholiek’ brengtde universaliteittot uitdrukking,die voortkomt uitde eenheid,bevorderd enopgebouwd doorde Eucharistie diein iedere kerkwordt gevierd. Zohebben de parti-culiere Kerken inde Wereldkerk deopgave hun een-heid evenals hun

vervolg noten opblz. 12

115 • 2007 11

Page 10: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

de Eucharistie hebben bewaard. Tegelijkkan de nadruk op het kerkelijke karaktervan de Eucharistie een gunstig elementworden in de dialoog met de gemeen-schappen uit de Reformatie.40

Eucharistie en Sacramenten

De sacramentaliteit van de Kerk

16. Het Tweede Vaticaans Concilie heeftin herinnering geroepen dat “de overigesacramenten, evenals alle kerkelijke be-dieningen en apostolaatswerken, samen-hangen met de heilige Eucharistie endaarop gericht staan. Want in de heiligeEucharistie ligt heel het geestelijk goedvan de Kerk vervat, namelijk Christuszelf, ons Paaslam en het levend brood dathet door zijn Vlees in de heilige Geest totleven gebrachte en tot leven wekkendeleven schenkt aan de mensen. Dezen wor-den aldus uitgenodigd en ertoe gebrachtom zichzelf, hun arbeid en al het gescha-pene samen met Hem op te dragen.”41

Deze innige band van de Eucharistie metalle andere sacramenten en met het chris-telijk leven wordt ten diepste begrepen alsmen het mysterie van de Kerk zelf alssacrament beschouwt.42 Het Concilie heeftin dit verband bevestigd: “In Christus isde Kerk als het ware het sacrament, datwil zeggen het teken en het instrument,van de innige vereniging met God en vande eenheid van heel het menselijk ge-slacht.”43 Als het “door de eenheid van deVader, de Zoon en de heilige Geest ver-enigde volk”44 – zoals de heilige Cypria-nus zegt – is zij het sacrament van detrinitaire communio.

Het feit dat de Kerk het “universele sacra-ment van het heil”45 is, toont hoe de sa-cramentele ‘economie’ uiteindelijk be-paalt op welke wijze Christus, de enige

Redder, door de Geest ons leven bereikt,tot in alle bijzondere omstandighedentoe. De Kerk ontvangt en drukt zich tege-lijk uit in de zeven sacramenten, waar-door de genade van God concreet inwerktop het leven van de gelovigen, zodat hethele, door Christus verloste leven eengodgevallige eredienst wordt. Vanuit ditperspectief wil ik graag de aandacht ves-tigen op enkele door de synodevadersnaar voren gebrachte elementen, die onszouden kunnen helpen de verhoudingvan alle sacramenten tot het eucharistischmysterie te begrijpen.

I. Eucharistie en christelijke initiatie

Eucharistie, volheid van de christelijke initiatie

17. Als de Eucharistie werkelijk bron enhoogtepunt van het leven en de zendingvan de Kerk is, volgt daar op de eersteplaats uit dat de weg van de christelijkeinitiatie erop gericht is toegang te ver-schaffen tot dit sacrament. Wij moetenons, zoals de synodevaders zeiden, in ditverband afvragen of in onze christelijkegemeenten de nauwe band tussen Doop-sel, Vormsel en Eucharistie voldoendewordt erkend.46 Men mag namelijk nooitvergeten dat wij met het oog op de Eu-charistie gedoopt en gevormd zijn. Datbrengt de verplichting met zich mee in depastorale praktijk begrip te bevorderenvoor de eenheid van het proces van chris-telijke initiatie. Het sacrament van hetDoopsel, waardoor wij aan Christus ge-lijkvormig worden,47 opgenomen in deKerk en kinderen van God, is de toe-gangsdeur tot alle sacramenten. Daardoorworden wij in het ene Lichaam van Chris-tus (vgl. 1Kor 12,13), in het priesterlijkvolk, ingelijfd. Toch is het de deelname

verscheidenheidzichtbaar temaken. Door dezeband van broe-derliefde schijntde trinitairegemeenschapheen. De conciliesen de synodenbrengen in degeschiedenis ditbroederlijkeaspect van deKerk tot uitdruk-king.”

40. Vgl. t.a.p.

41. Tweede Vati-caans Concilie,Decreet over hetambt en het levenvan de priestersPresbyterorumordinis, 5.

42. Vgl. Proposi-tio 14.

43. Lumen genti-um, 1.

44. De Orat.Dom., 23, in: PL 4,553.

45. Lumen genti-um, 48; vgl. ooka.w., 9.

46. Vgl. Proposi-tio 13.

47. Vgl. Lumengentium, 7.

2007 • 11612

Page 11: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

aan het eucharistisch Offer dat in ons totvoltooiing brengt wat ons in het Doopselis geschonken. Ook de gaven van deGeest worden geschonken voor de op-bouw van het Lichaam van Christus (vgl.1Kor 12) en tot groter evangelisch getui-genis in de wereld.48 Daarom brengt deallerheiligste Eucharistie de christelijkeinitiatie tot vervulling en vormt het mid-delpunt en het doel van het totale sacra-mentele leven.49

De volgorde van de initiatiesacramenten

18. In dit verband is het nodig aandachtte besteden aan het thema van de volgor-de van de initiatiesacramenten. Op ditpunt bestaan er in de Kerk verschillendetradities. Deze verscheidenheid treedt aande dag in de kerkelijke gebruiken van hetOosten50 en zelfs in de westerse praktijkwat betreft de initiatie van volwassenen51

in vergelijking met die van kinderen.52

Zulke verschillen hebben echter geendogmatische betekenis, doch zijn pasto-raal van aard. Concreet moet duidelijkworden welke praktijk de gelovige hetbest kan helpen de Eucharistie in het mid-delpunt te stellen, als de werkelijkheidwaarop de gehele initiatie is gericht. DeBisschoppenconferenties zouden in nau-we samenwerking met de verantwoorde-lijke dicasteriën van de Romeinse Curiede doeltreffendheid van de huidige bena-deringen van de initiatie moeten onder-zoeken, opdat de gelovige door de vor-ming in onze parochies geholpen wordt,in een steeds voortschrijdend rijpingspro-ces, te geraken tot een authentieke eucha-ristische levensinstelling, om zo in staatte zijn op een in onze tijd passende wijzeverantwoording af te leggen aan iedereendie rekenschap vraagt van de hoop die inons leeft (vgl. 1Pe 3,15).

Initiatie, kerkelijke gemeenschap en gezin

19. Men moet steeds indachtig zijn dat degehele christelijke initiatie een weg vanbekering is, die zich met de hulp van Goden steeds in relatie met de kerkelijke ge-meenschap moet voltrekken. Dit geldt alsvolwassenen om opname in de Kerk vra-gen, zoals dat gebeurt in missiegebiedenmaar ook in vele geseculariseerde streken,en als ouders om de sacramenten voorhun kinderen vragen. In dit verband wilik vooral wijzen op de verhouding tussende christelijke initiatie en het gezin. In depastoraal moet men het christelijk gezinaltijd betrekken bij de weg van de initia-tie. Het ontvangen van het Doopsel, hetVormsel en de eerste heilige Communiezijn beslissende momenten, niet alleenvoor degene die het sacrament ontvangt,maar ook voor het hele gezin, dat bij detaak van de opvoeding door de kerkelijkegemeenschap op alle verschillende ni-veaus moet worden ondersteund.53 Hierzou ik het belang van de eerste Commu-nie willen benadrukken. Veel gelovigenblijft deze dag terecht bij als het eerstemoment waarop zij, hoe aarzelend ook,de betekenis van de persoonlijke ontmoe-ting met Jezus hebben bespeurd. De ziel-zorg in de parochie moet van deze zobelangrijke gelegenheid op passendewijze gebruik maken.

II. Eucharistie en het sacrament van boete en verzoening

De diepe relatie tussen de twee

20. Terecht hebben de synodevaders ver-klaard dat de liefde tot de Eucharistieleidt tot een groeiende waardering voorhet sacrament van boete en verzoening.54

Op grond van de relatie tussen deze sa-cramenten kan een authentieke catechese

48. Vgl. a.w., 11;Tweede VaticaansConcilie, Decreetover de missieac-tiviteit van deKerk Ad gentesdivinitus, 9, 13.

49. Vgl. Domini-cae Cenae, 7, in:a.w., 124-127;Presbyterorumordinis, 5.

50. Vgl. Wetboekvan Canones vande Oosterse Ker-ken, can. 710.

51. Vgl. De chris-telijke initiatievan volwassenen,Inleiding, 34-36.

52. Vgl. De kin-derdoop, Inlei-ding, 18-19.

53. Vgl. Proposi-tio 15.

54. Vgl. Proposi-tio 7; Ecclesia deEucharistia, 36,in: a.w., 115-116.

117 • 2007 13

Page 12: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

over de betekenis van de Eucharistie nietlosgekoppeld worden van de opwekkingde weg van de boete te gaan (vgl. 1Kor11,27-29). Zeker, we kunnen vaststellendat de gelovigen in onze tijd zijn onder-gedompeld in een cultuur die erop gerichtis het zondebesef te doen verdwijnen,55

een cultuur die een oppervlakkige hou-ding bevordert, die de noodzaak in staatvan genade te verkeren om de Communiewaardig te kunnen ontvangen doet ver-geten.56 Het verlies van het zondebewust-zijn brengt ook altijd een zekere opper-vlakkigheid in het ervaren van Godsliefde met zich mee. Het kan voor degelovigen van groot nut zijn zich de ele-menten voor de geest te halen die tijdensde ritus van de heilige Mis het besef vande eigen zonde en tegelijkertijd de barm-hartigheid van God ondubbelzinnig totuitdrukking brengen.57 Daarnaast herin-nert de relatie tussen Eucharistie en ver-zoening ons eraan dat de zonde nooit eenuitsluitend individuele aangelegenheid is.De zonde brengt ook altijd een verwon-ding in de kerkelijke gemeenschap metzich mee, waarin wij door het Doopselingelijfd zijn. Daarom is de verzoening,zoals de Kerkvaders zeiden, laboriosusquidam baptismus,58 waarmee ze onder-streepten dat het resultaat van de wegvan de bekering ook het herstel van devolledige kerkelijke gemeenschap is, dietot uitdrukking komt in het opnieuw ont-vangen van de Eucharistie.59

Enkele pastorale aanwijzingen

21. De synode heeft eraan herinnerd dathet de pastorale opdracht van de bisschopis in zijn bisdom vastberaden werk temaken van catechese die leidt tot beke-ring op grond van de Eucharistie, en on-der de gelovigen de veelvuldige biecht tebevorderen. Alle priesters moeten zich

grootmoedig, met toewijding en kundewijden aan het sacrament van boete enverzoening.60 In dit verband moet er ookop gelet worden dat de biechtstoelen inonze kerken goed zichtbaar zijn en debetekenis van dit sacrament tot uitdruk-king brengen. Ik vraag de herders zorg-vuldig toe te zien op de bediening van hetsacrament van boete en verzoening en depraktijk van de algemene absolutie uit-sluitend te beperken tot de gevallen waar-in die uitdrukkelijk is toegestaan,61 daaralleen de persoonlijke biecht de regle-mentaire vorm is.62 Gegeven de noodzaakde sacramentele vergeving opnieuw teontdekken, moet er in ieder bisdom altijdeen penitentiaris zijn.63 Ten slotte kan eenevenwichtige en verdiepte praktijk vanhet voor zichzelf of voor overledenenverdienen van een aflaat een waardevolhulpmiddel zijn voor een hernieuwd besefvan de relatie tussen Eucharistie en ver-zoening. Met een aflaat verkrijgt men“van God kwijtschelding van tijdelijkestraf voor zonden die – wat de schuld be-treft – al vergeven zijn”.64 Het gebruik ma-ken van aflaten helpt ons te begrijpen datwij, als wij alleen op onze eigen krachtenwaren aangewezen, nooit in staat zoudenzijn het begane kwaad weer goed te ma-ken en dat de zonden van ieder afzonder-lijk de hele gemeenschap schade toebren-gen. Omdat de praktijk van de aflaten,behalve de leer van de oneindige verdien-sten van Christus, ook de verdiensten vande gemeenschap van de heiligen insluit,verduidelijkt die ons bovendien “hoenauw wij in Christus met elkaar verenigdzijn en hoe zeer het bovennatuurlijkeleven van ieder individu van nut kan zijnvoor de ander”.65 Daar de voorwaardenom een aflaat te verkrijgen onder meerinhouden dat men het boetesacrament ende Communie ontvangt, kan deze praktijkde gelovigen effectief ondersteunen op de

55. Vgl. JohannesPaulus II, postsy-nodale apostoli-sche ExhortatieReconciliatio etpaenitentia (2december 1984),18, in: Archiefvan de Kerken40/3 (maart1985), 187-190.

56. Vgl. Katechis-mus van deKatholieke Kerk,1385.

57. Denken wijhierbij aan deConfiteor of aande woorden vande priester en degemeenschapvoor het ontvan-gen van de Com-munie: “Heer, ikben niet waardigdat Gij tot mijkomt, maarspreek en ik zalgezond worden.”Het is niet onbe-langrijk dat deliturgie ook voorde priester enkelezeer mooie, onsdoor de traditieovergeleverdegebeden voor-schrijft, die herin-neren aan denoodzaak van devergeving, zoalsbijvoorbeeld hetgebed dat hij opzachte toon uit-spreekt voor hijde gelovigen uit-nodigt voor deCommunie: “Ver-los mij door uwheilig Lichaam enBloed van elkkwaad, van alleongerechtigheid.Geef dat ik nooitde weg van uwgeboden verlaat,nooit wordgescheiden vanuw liefde.”

vervolg noten opblz. 15

2007 • 11814

Page 13: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

weg van de bekering en bij de ontdekkingvan de centrale positie van de Eucharistiein het christelijk leven.

III. Eucharistie en ziekenzalving

22. Jezus heeft zijn leerlingen niet alleenuitgezonden om de zieken te genezen(vgl. Mt 10,8; Lc 9,2; 10,9), maar Hij stel-de voor hen ook een specifiek sacramentin: de ziekenzalving.66 De brief van Jako-bus getuigt ervan dat deze sacramentelehandeling reeds in de jongste christenge-meenschappen aanwezig was (vgl. 5,14-16). Als de Eucharistie aantoont hoe hetlijden en de dood van Christus in liefdeworden veranderd, dan verenigt de zie-kenzalving de lijdende mens met de zelf-gave van Christus tot heil van allen, zo-dat ook hij, in het mysterie van de ge-meenschap van de heiligen, deel kan heb-ben aan de verlossing van de wereld. Deband tussen deze twee sacramenten wordtvooral duidelijk als de ziekte verergert:“Aan hen die dit leven gaan verlaten,geeft de Kerk naast de ziekenzalving ookde Eucharistie als viaticum.”67 Op dethuisreis naar de Vader wordt de Commu-nie met het Lichaam en Bloed van Chris-tus tot het zaad van het eeuwig leven ende kracht tot opstanding: “Wie mijn vleeseet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwigleven en Ik zal hem doen opstaan op delaatste dag” (Joh 6,54). Daar het viaticumde zieke een glimp geeft van de volheidvan het Paasmysterie, moet de toedieningervan gegarandeerd worden.68 De toewij-ding en pastorale zorg betoond aan dezieken, brengen zeker geestelijk profijtvoor de hele gemeenschap met zich mee.Zoals bekend hebben wij alles wat wijvoor de geringsten hebben gedaan, voorJezus zelf gedaan (vgl. Mt 25,40).

IV. Eucharistie en priesterwijding

In persona Christi capitis

23. De innerlijke band tussen Eucharistieen priesterwijding komt duidelijk naarvoren uit Jezus’ eigen woorden in de zaalvan het Laatste Avondmaal: “Doet dit toteen gedachtenis aan Mij” (Lc 22,19). Je-zus heeft op de avond voor zijn dood deEucharistie ingesteld en tegelijk het pries-terschap van het Nieuwe Verbond geves-tigd. Hij is priester, offerlam en altaar:middelaar tussen God de Vader en hetvolk (vgl. Heb 5,5-10), zoenoffer (vgl.1Joh 2,2; 4,10), dat zichzelf ten offerbrengt op het altaar van het kruis. Nie-mand kan zeggen: “Dit is mijn Lichaam”en “Dit is de kelk van het Nieuwe Ver-bond, mijn Bloed …”, behalve in de Naamen in de Persoon van Christus, de enigehogepriester van het nieuwe en altijddu-rende Verbond (vgl. Heb 8-9). De Bis-schoppensynode heeft reeds in anderevergaderingen het thema van het ambte-lijk priesterschap behandeld, zowel metbetrekking tot de identiteit van het dienst-ambt69 als met betrekking tot de vormingvan de kandidaten.70 Bij deze gelegenheid,in het licht van de discussie die heeftplaatsgevonden in de laatste synodever-gadering, voel ik mij geroepen enkele be-langrijke punten in herinnering te bren-gen wat betreft de verhouding tussen hetsacrament van de Eucharistie en de pries-terwijding. Op de eerste plaats is hetnoodzakelijk te bevestigen dat de bandtussen de priesterwijding en de Eucharis-tie het duidelijkst zichtbaar wordt in deviering van de Mis, waarbij de bisschopof de priester in de Persoon van Christusals hoofd presideert.

Volgens de leer van de Kerk is de priester-wijding de absoluut noodzakelijke voor-

58. Vgl. JohannesDamascenus, Eennauwkeurige uit-eenzetting van hetorthodoxe geloof,IV, 9, in: PG 94,1124C; Gregoriusvan Nazianze,Redevoering 39,17, in: PG 36,356A; Oecu-menisch Concilievan Trente, Doc-trina de sacra-mento paeniten-tiae, cap. 2, in: DS

1672.

59. Vgl. Lumengentium, 11;Reconciliatio etpaenitentia, 30,in: a.w., 207-208.

60. Vgl. Proposi-tio 7.

61. Vgl. JohannesPaulus II, Motuproprio Misericor-dia Dei (7 april2002), in: KD 30/5(5 juli 2002), 187-192.

62. Samen met desynodevaders wilik eraan herinne-ren dat de niet-sacramentele boe-tevieringen, die inhet rituaal voorhet Sacramentvan Verzoeningworden vermeld,nuttig kunnenzijn om in dechristelijkegemeenschap degeest van beke-ring te bevorderenen zo de hartenvoor te bereidenop de viering vanhet sacrament:vgl. Propositio 7.

63. Vgl. Wetboekvan CanoniekRecht, can. 508.

vervolg noten opblz. 16

119 • 2007 15

Page 14: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

waarde voor de geldige viering van deEucharistie.71 Want “in het kerkelijk dienst-werk van de gewijde bedienaar is Christuszelf bij zijn Kerk, als hoofd van zijnLichaam, herder van zijn kudde, hoge-priester van het verlossend offer”.72 Na-tuurlijk “handelt de priester tevens innaam van heel de Kerk, wanneer hij Godhet gebed van de Kerk aanbiedt en vooralwanneer hij het Eucharistisch offer op-draagt”.73 Daarom moeten priesters zichervan bewust zijn dat zij in hun dienst-werk nooit zichzelf of hun persoonlijkemening in het middelpunt mogen plaat-sen, doch alleen Jezus Christus. Iederepoging zichzelf tot de centrale figuur vande liturgische handeling te maken is integenspraak met het wezen van het pries-terschap. De priester is in eerste instantiedienaar en moet zich voortdurend in-spannen een teken te zijn dat als gewilligwerktuig in de handen van Christus naarHem verwijst. Dat komt in het bijzondertot uitdrukking in de deemoed waarmeehij in trouwe navolging van de ritus lei-ding geeft aan de liturgische handeling,deze geheel volgt met hart en geest enalles vermijdt wat de indruk zou kunnenwekken van een misplaatste geldings-drang. Daarom beveel ik de clerus aanzich steeds meer bewust te maken van hetfeit dat de eigen Eucharistische dienst eendeemoedige dienst voor Christus en voorzijn Kerk is. Het priesterschap is – zoalsde heilige Augustinus zegt – amoris offi-cium,74 het is de dienst van de goede Her-der, die zijn leven geeft voor zijn schapen(vgl. Joh 10,14-15).

Eucharistie en priesterlijk celibaat

24. De synodevaders hebben benadruktdat het ambtelijk priesterschap door dewijding een volkomen gelijkvormigheidmet Christus vereist. Met alle eerbied voor

de afwijkende praktijk en traditie van deoosterse Kerken is het toch noodzakelijkopnieuw de diepe zin te bevestigen vanhet priesterlijk celibaat, dat terecht wordtbeschouwd als een rijkdom van niet teschatten waarde; dat wordt in de oosterseKerk gestaafd door het feit dat de bis-schoppen alleen gekozen worden uit decelibatair levende priesters en het doorvele priesters vrijwillig gekozen celibaatin hoog aanzien staat. In deze keuze vande priester komen namelijk op geheeleigen wijze tot uitdrukking zijn overgave,die hem gelijkvormig maakt aan Christus,en zijn zelfopoffering uitsluitend omwillevan het Rijk Gods.75 Het feit dat Christus,de eeuwige hogepriester, zelf zijn zendingtot aan het kruisoffer heeft volbracht instaat van maagdelijkheid, biedt de zekerehouvast om de betekenis van de traditievan de Latijnse Kerk in deze kwestie tebeseffen. Daarom is het niet genoeg hetpriesterlijk celibaat te begrijpen vanuiteen puur functioneel gezichtspunt. Hetcelibaat is in werkelijkheid een bijzonderemanier om Christus zelf in zijn levensstijlna te volgen. Zo’n keuze heeft bovenalhet karakter van een bruiloft; het is eenvereenzelviging met het hart van Christusals Bruidegom, die zijn leven geeft voorde bruid. In lijn met de grote kerkelijketraditie, met het Tweede Vaticaans Conci-lie76 en met mijn voorgangers in het Pe-trusambt77 bevestig ik opnieuw de schoon-heid en de betekenis van een in celibaatbeleefd priesterleven als veelzeggendteken van de totale en exclusieve overga-ve aan Christus, aan de Kerk en aan hetRijk Gods en ik bekrachtig derhalve hetverplichte karakter ervan voor de Latijnsetraditie. Het in rijpheid, vreugde en over-gave beleefde priesterlijke celibaat is eenzeer grote zegen voor de Kerk en voor desamenleving zelf.

64. Paulus VI,apostolische Con-stitutie Indulgen-tiarum doctrina (1januari 1967),Normae, 1, in: AAS

59 (1967), 21.

65. A.w., 9, in:a.w., 18-19.

66. Vgl. Katechis-mus van deKatholieke Kerk,1499-1531.

67. A.w., 1524.

68. Vgl. Proposi-tio 44.

69. Vgl. Bisschop-pensynode, Twee-de plenaire verga-dering, Documentover het ambtelijkpriesterschapUltimis tempori-bus (30 november1971), in: AAS 63(1971), 898-942.

70. Vgl. JohannesPaulus II, postsy-nodale apostoli-sche ExhortatiePastores dabovobis (25 maart1992), 42-69, in:KD 20/5 (juni1992), 259-286.

71. Vgl. Lumengentium, 10; Con-gregatie voor deGeloofsleer, Briefaan de bisschop-pen van de katho-lieke Kerk overenkele vragen metbetrekking tot debedienaar van deEucharistie Sacer-dotium ministe-riale (6 augustus1983), in: AAS 75(1983), 1001-1009.

vervolg noten opblz. 17

2007 • 12016

Page 15: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

Priestertekort en roepingenpastoraal

25. Gegeven de band tussen wijding enEucharistie is de synode nader ingegaanop de verlegenheid waarin sommige bis-dommen geraken als het erom gaat eenoplossing te vinden voor het priesterte-kort. Dat is niet alleen het geval in som-mige missiegebieden maar ook in veellanden met een lange christelijke traditie.Voor een oplossing van het probleem iseen rechtmatige verdeling van de cleruszeker van groot nut. Er moet gewerktworden aan een grondige bewustmakingop dit punt. De bisschoppen moeten deinstituten van godgewijd leven en denieuwe kerkelijke bewegingen, rekeninghoudend met ieders eigen charisma, be-trekken bij de pastorale behoefte en alleleden van de clerus aansporen tot eengrotere bereidheid de Kerk te dienen waarhet nodig is, ook als dat offers vraagt.78

Ook werd er in de synode gesproken overpastorale maatregelen die genomen moe-ten worden om vooral bij jongeren deinnerlijke openheid ten opzichte vanpriesterroeping te bevorderen. Deze situ-atie kan niet alleen door middel van enkelpragmatische kunstgrepen worden opge-lost. Vermeden moet worden dat bis-schoppen onder druk van heel begrijpelij-ke, reële zorgen wat betreft het pries-tergebrek, onvoldoende nagaan of ersprake is van een echte roeping en kandi-daten die niet beschikken over de nood-zakelijke eigenschappen voor het pries-terlijk dienstwerk toelaten tot de pries-teropleiding en de wijding.79 Een slechtopgeleide clerus, zonder de noodzakelijketoetsing toegelaten tot de wijding, kannauwelijks het getuigenis geven dat inanderen de wens kan wekken edelmoedigin te gaan op de roepstem van Christus.Het roepingenpastoraat moet werkelijk degehele christengemeenschap in alle secto-

ren bij zijn werk betrekken.80 Onderdeelvan dit alomvattende pastorale werk isnatuurlijk ook het ontvankelijk makenvan de gezinnen, die dikwijls onverschil-lig, zoniet zelfs afwijzend, tegenover eenpriesterroeping staan. Zij moeten zichedelmoedig openstellen voor het ge-schenk van het leven en de kinderen op-voeden tot beschikbaarheid wat betreft dewil van God. Kort gezegd: vóór alles is demoed nodig jongeren vertrouwd te makenmet de radicaliteit van de navolging vanChristus, door hen de aantrekkingskrachtdaarvan te tonen.

Dankbaarheid en hoop

26. Ten slotte is het nodig met meergeloof en hoop te vertrouwen op Godsinitiatief. Ook als er in sommige gebiedensprake is van priestertekort, mag mennooit het vaste vertrouwen verliezen datChristus steeds weer mannen zal inspire-ren om alles achter te laten en zich volle-dig te wijden aan het vieren van de heili-ge mysteries, de prediking van hetevangelie en de pastorale dienst. Bij dezegelegenheid wil ik de dankbaarheid vande hele Kerk uitspreken jegens alle bis-schoppen en priesters die hun zendingmet trouwe overgave en volledig engage-ment vervullen. Natuurlijk geldt de dankvan de Kerk ook de diakens “aan wie dehanden worden opgelegd niet voor hetpriesterschap, maar voor het dienstbe-toon”.81 Op aanbeveling van de synode-vergadering richt ik een speciaal woordvan dank tot de Fidei-donum priesters,die in dienst van de zending van de Kerkdeskundig en met edelmoedige overgavede gemeenschap opbouwen, door hetWoord van God te verkondigen en hetbrood des levens te breken, zonder hunkrachten te sparen.82 Men moet God dan-ken voor de vele priesters die hebben

72. Katechismusvan de KatholiekeKerk, 1548.

73. Vgl. a.w.,1552.

74. Vgl. In Iohan-nis EvangeliumTractatus 123,5,in: PL 35, 1967.

75. Vgl. Proposi-tio 11.

76. Vgl. Presbyte-rorum Ordinis, 16.

77. Vgl. JohannesXXIII, EncycliekSacerdotii nostriprimordia (1augustus 1959),in: AAS 51 (1959),545-579; PaulusVI, EncycliekSacerdotalis coeli-batus (24 juni1967), in: AAS 59(1967), 657-697;Johannes PaulusII, postsynodaleapostolischeExhortatie Pasto-res dabo vobis (25maart 1992), 29,in: KD 20/5 (juni1992), 243-245;Benedictus XVI,Toespraak tot deRomeinse Curie(22 december2006), in: L’Osser-vatore Romano(dt.), 37/1 (2007),6-8.

78. Vgl. Proposi-tio 11.

79. Vgl. TweedeVaticaans Conci-lie, Decreet overde priesteroplei-ding Optatamtotius, 6; Wetboekvan CanoniekRecht, can. 241,§1 en can. 1029;Wetboek vanCanones van de

vervolg noten opblz. 18

121 • 2007 17

Page 16: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

moeten lijden, tot aan het offer van huneigen leven toe, om Christus te dienen. Inhen openbaart zich daadwerkelijk wat hetbetekent geheel en al priester te zijn. Hetgaat om aangrijpende getuigenissen dieveel jonge mensen zouden kunnen inspi-reren eveneens Christus na te volgen, hunleven voor anderen te geven en juist zohet ware leven te vinden.

V. Eucharistie en huwelijk

De Eucharistie, een bruidssacrament

27. De Eucharistie, het sacrament van deliefde, heeft een bijzondere relatie met deliefde tussen man en vrouw, die in hethuwelijk verenigd zijn. Het is juist in on-ze tijd noodzakelijk het verstaan van dezeband te verdiepen.83 Paus Johannes Pau-lus II heeft meermaals gesproken over hetbruidskarakter van de Eucharistie en despeciale relatie van de Eucharistie met hetsacrament van het huwelijk: “De Eucha-ristie is het sacrament van onze verlos-sing. Het is het sacrament van de Brui-degom, van de Bruid.”84 Overigens “draagtheel het christelijk leven het merktekenvan de huwelijksliefde tussen Christus ende Kerk. Reeds het Doopsel, intrede in hetVolk van God, is een bruidsmysterie: hetis als het ware het waterbad voor hethuwelijk dat aan het bruiloftsmaal, deEucharistie, voorafgaat.”85 De Eucharistieversterkt op onuitputtelijke wijze de on-ontbindbare eenheid en liefde van iederchristelijk huwelijk. Door de kracht vanhet sacrament is de huwelijksband inner-lijk verbonden met de Eucharistische een-heid tussen de Bruidegom Christus en zijnbruid, de Kerk (vgl. Ef 5,31-32). De we-derzijdse instemming die bruidegom enbruid in Christus uitspreken en waarophun levens- en liefdesgemeenschap ge-grondvest is, heeft eveneens een eucha-

ristische dimensie. In de theologie van St.Paulus is de echtelijke liefde inderdaadeen sacramenteel teken van de liefde vanChristus voor zijn Kerk – een liefde diehaar hoogtepunt bereikt aan het kruis, deuitdrukking van zijn ‘bruiloft’ met demensheid en tegelijkertijd oorsprong enmiddelpunt van de Eucharistie. Daarom isde Kerk allen die hun gezin hebben ge-grondvest op het sacrament van het hu-welijk op bijzondere wijze geestelijknabij.86 Het gezin – de huiskerk87 – is eenzeer belangrijk domein van het kerkelijkleven, in het bijzonder vanwege de beslis-sende rol met betrekking tot de christelij-ke opvoeding van de kinderen.88 In ditverband heeft de synode ook aanbevolende unieke opgave van de vrouw in hetgezin en in de samenleving te erkennen –een opgave die verdedigd, bewaard enbevorderd moet worden.89 Het leven vanechtgenote en moeder is een absoluutnoodzakelijke realiteit, die nooit afgewe-zen mag worden.

Eucharistie en de uniciteit van het huwelijk

28. Juist in het licht van deze innerlijkeverbondenheid tussen het huwelijk, hetgezin en de Eucharistie kunnen we enkelepastorale problemen bezien. De trouwe,onontbindbare en exclusieve band dieChristus en de Kerk met elkaar verbindten die sacramenteel wordt uitgedrukt inde Eucharistie, beantwoordt aan het oor-spronkelijke antropologisch gegeven datde man zich definitief moet binden aanéén vrouw en omgekeerd (vgl. Gn 2,24;Mt 19,5). Met dit gegeven voor ogen heeftde synode zich beziggehouden met hetthema van de pastorale praktijk jegensmensen die stammen uit culturen waarpolygamie wordt gepraktiseerd en aanwie dan het evangelie wordt verkondigd.

Oosterse Kerken,can. 342, §1 encan. 758; Pastoresdabo vobis, 11, 34,50, in: a.w., 226-227, 249-250,268-269; Congre-gatie voor de Cle-rus, Directoriumvoor het ambt enhet leven van depriesters DivesEcclesiae (31januari 1994), 58,in: KD 23/specialeuitgave (maart1995), 26-27;Congregatie voorde KatholiekeVorming, Instruc-tie met betrekkingtot de criteria voorhet onderkennenvan roepingenaangaande perso-nen met homosek-suele neigingenmet het oog ophun toelating totde priesteroplei-ding en tot de hei-lige wijding (4november 2005),in: KD 34/2 (7april 2006), 63-68.

80. Vgl. Proposi-tio 12; Pastoresdabo vobis, 41, in:a.w., 257-258.

81. Lumen genti-um, 29.

82. Vgl. Proposi-tio 38.

83. Vgl. JohannesPaulus II, postsy-nodale apostoli-sche ExhortatieFamiliaris consor-tio (22 november1981), 57, in:Archief van deKerken 37/1 (12januari 1982), 42.

84. JohannesPaulus II, apos-

vervolg noten opblz. 19

2007 • 12218

Page 17: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

Zulke mensen moeten, als zij zich open-stellen voor het christelijk geloof, gehol-pen worden hun menselijke voornemenin de radicale nieuwheid van Christus teintegreren. Tijdens het catechumenaatkomt Christus hen in hun bijzondere situ-atie tegemoet en roept hen, met het oogop volkomen kerkelijke gemeenschap,langs de weg van het noodzakelijkeafstand doen tot de volle waarheid van deliefde. De Kerk begeleidt hen met liefde-volle en milde doch tegelijkertijd vastbe-raden zielzorg,90 bovenal door hen erop tewijzen in welk licht de christelijke myste-ries de menselijke natuur en de menselij-ke gevoelens laat stralen.

Eucharistie en onontbindbaarheid van het huwelijk

29. Als de Eucharistie de uitdrukking isvan de onherroepelijkheid van Gods lief-de in Christus voor zijn Kerk, wordtbegrijpelijk waarom deze met betrekkingtot het sacrament van het huwelijk deonontbindbaarheid insluit waar iedereliefde onverbiddelijk naar hunkert.91

Daarom is het meer dan gerechtvaardigddat de synode pastorale aandacht heeftgewijd aan de smartelijke situatie waarinniet weinig gelovigen zich bevinden, diena een sacramenteel huwelijk zijn ge-scheiden en een nieuwe verbintenis zijnaangegaan. Het gaat hier om een neteligen gecompliceerd pastoraal probleem, eenware plaag van de huidige samenleving,die in toenemende mate ook overslaatnaar katholieke kringen. De herders zijnuit liefde tot de waarheid verplicht zorg-vuldig onderscheid te maken tussen deverschillende situaties, om de betrokkengelovigen op passende wijze geestelijk tehelpen.92 De Bisschoppensynode heeft deop de heilige Schrift (vgl. Mc 10,2-12)gebaseerde praktijk van de Kerk om ge-

scheiden mensen die hertrouwd zijn niettoe te laten tot de sacramenten bevestigd,omdat hun levensstaat objectief in tegen-spraak is met de liefdevolle eenheid tus-sen Christus en zijn Kerk, die in deEucharistie betekend en verwezenlijktwordt. Mensen die gescheiden en her-trouwd zijn blijven echter ondanks hunsituatie tot de Kerk behoren, die hen nietloslaat en speciale aandacht voor henheeft, met de wens dat zij zo veel moge-lijk een christelijk leven leiden, door deel-name aan de heilige Mis, echter zonder deCommunie te ontvangen, vertrouwvollegesprekken met een priester of een gees-telijk leidsman, met toewijding beoefendenaastenliefde, werken van boetvaardig-heid en inzet voor de opvoeding van dekinderen.

Waar gerechtvaardigde twijfel bestaataangaande de geldigheid van het sacra-menteel gesloten huwelijk, moet hetnoodzakelijke ondernomen worden om dezaak te onderzoeken. Bovendien is hetnodig, met volledige inachtneming vanhet canoniek recht,93 de beschikbaarheidvan kerkelijke rechtbanken in het be-treffende gebied, hun pastorale karakteralsook de correcte en snelle afhandelingvan zaken te garanderen.94 Voor een vlot-te werkwijze van de kerkelijke rechtban-ken heeft ieder bisdom behoefte aan eenvoldoende aantal personen met de pas-sende opleiding. Ik roep in herinneringdat het “een nadrukkelijke plicht is deinstitutionele activiteit van de Kerk in derechtbanken steeds dichter bij de gelovi-gen te brengen”.95 Absoluut moet echterworden vermeden dat de pastorale zorgten onrechte wordt gezien als tegenge-steld aan het recht. Er moet veel eerderuitgegaan worden van de premisse dathet fundamentele raakpunt tussen rechten pastoraal de liefde tot de waarheid is:

tolische BriefMulieris dignita-tem (15 augustus1988), 26, in: KD

16/8 (oktober1988), 431.

85. Katechismusvan de KatholiekeKerk, 1617.

86. Vgl. Proposi-tio 8.

87. Vgl. Lumengentium, 11.

88. Vgl. Proposi-tio 8.

89. Vgl. Mulierisdignitatem, in:a.w., 389-443;Congregatie voorde Geloofsleer,Brief aan de bis-schoppen van dekatholieke Kerkover de samen-werking van manen vrouw in deKerk en in dewereld (31 mei2004), in: KD 32/5(15 oktober 2004),131-143.

90. Vgl. Proposi-tio 9.

91. Vgl. Katechis-mus van deKatholieke Kerk,1640.

92. Vgl. Familia-ris consortio, 84,in: a.w., 64-65;Congregatie voorde Geloofsleer,Brief aan de bis-schoppen van deR.-K. Kerk overhet ontvangenvan de communiedoor hertrouwdgescheiden gelo-vigen AnnusInternationalisFamiliae (14 sep-tember 1994), in:

vervolg noten opblz. 20

123 • 2007 19

Page 18: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

de waarheid is namelijk nooit abstract,doch zij “voegt zich in de menselijke enchristelijke weg van iedere gelovige in”.96

Waar uiteindelijk het huwelijk niet nietigwordt verklaard en er objectieve omstan-digheden zijn waardoor er geen eindegemaakt kan worden aan het samenleven,moedigt de Kerk de betrokken gelovigenaan hun verhouding in overeenstemmingmet Gods gebod te beleven als vrienden,als broer en zus. Dan kunnen zij – metinachtneming van de gevestigde kerkelij-ke praktijk – weer deelnemen aan deeucharistische maaltijd. Wil een dergelij-ke weg mogelijk en vruchtbaar zijn, danmoet die door de hulp van zielzorgers endoor passende kerkelijke initiatieven on-dersteund worden, waarbij in ieder gevalvermeden moet worden dat deze verbin-tenissen worden gezegend, opdat de gelo-vigen niet in verwarring raken wat betreftde waarde van het huwelijk.97

Gegeven de complexiteit van de culturelecontext waarmee de Kerk in veel landenwordt geconfronteerd, heeft de synodebovendien aanbevolen bij de voorberei-ding van bruidsparen en bij het vooraf-gaande onderzoek naar hun opvattingenover de voor de geldigheid van het huwe-lijkssacrament essentiële verplichtingen,de grootst mogelijke pastorale zorgvuldig-heid in acht te nemen. Door een serieuzeopheldering op dit punt kan worden voor-komen dat impulsieve beslissingen ofoppervlakkige redenen jonge mensen er-toe brengen verantwoordelijkheden opzich te nemen waaraan ze later niet kun-nen voldoen.98 Het goede dat de Kerk en dehele samenleving verwachten van hethuwelijk en van het daarop gegrondvestegezin is zo groot dat de pastorale inspan-ning hier wel tot het uiterste moet gaan.Huwelijk en gezin zijn instellingen diebevorderd en tegen ieder misverstand aan-

gaande hun fundamentele waarde verde-digd moeten worden, want iedere schadedie eraan wordt toegebracht betekent letselvoor de hele menselijke samenleving.

Eucharistie en eschatologie

Eucharistie: gave voor de mens onderweg

30. Als het waar is dat de sacramenten eenrealiteit zijn die toebehoort aan de Kerk,die in de tijd pelgrimeert99 en die de volle-dige openbaring van de overwinning vande verrezen Christus tegemoet gaat, dan ishet ook waar dat ze ons – en in het bijzon-der de eucharistische liturgie – een voor-smaak verleent van de eschatologischevervulling waarnaar iedere mens en degehele schepping onderweg is (vgl. Rom8,19 e.v.) De mens is geschapen voor hetwaarachtige en eeuwige geluk dat alleende liefde van God kan schenken. Maaronze gewonde vrijheid zou de verkeerdeweg opgaan als het niet mogelijk zou zijnnu reeds iets van de toekomstige vervul-ling te ervaren. Overigens moet iederemens, om in de goede richting te kunnengaan, op het einddoel worden gericht. Dateinddoel is werkelijk Christus de Heer zelf,de overwinnaar op zonde en dood, dievoor ons op bijzondere wijze aanwezigkomt in de Eucharistieviering. Zo hebbenwij, ofschoon nog “vreemdelingen en bal-lingen” (1Pe 2,11) in deze wereld, in hetgeloof reeds deel aan de volheid van hetverrezen leven. De eucharistische maaltijdkomt, door het openbaren van zijn sterkeschatologische dimensie, onze vrijheid,die nog onderweg is, te hulp.

De eschatologische maaltijd

31. Als wij over dit geheim nadenken,kunnen we zeggen dat Jezus met zijnkomst tegemoet gekomen is aan de ver-

KD 22/9-10(december 1994),439-442.

93. Vgl. Pauselij-ke Raad voor deInterpretatie vanWetsteksten,Instructie die doorde diocesane eninterdiocesanerechtbanken bijhet nietig verkla-ren van huwelij-ken in acht moetworden genomenDignitatis connu-bii (25 januari2005), Vaticaan-stad 2005.

94. Vgl. Proposi-tio 40.

95. BenedictusXVI, Toespraaktot de leden vande Romeinse Rotabij de plechtigeopening van hetzittingsjaar (28januari 2006), in:AAS 98 (2006),138.

96. Vgl. Proposi-tio 40.

97. Vgl. t.a.p.

98. Vgl. t.a.p.

99. Vgl. Lumengentium, 48.

2007 • 12420

Page 19: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

wachting die in het volk van Israël, in degehele mensheid en eigenlijk zelfs in deschepping aanwezig is. Met zijn zelfgaveheeft Hij objectief het eschatologischetijdperk ingeluid. Christus is gekomen omde verstrooide kinderen van God samente brengen (vgl. Joh 11,52) en heeft dui-delijk gemaakt dat het zijn bedoeling wasde gemeenschap van het Verbond te ver-zamelen om de beloften van God aan devaderen te vervullen (vgl. Jr 23,3; 31,10;Lc 1,55.70). In de roeping van de Twaalf –een verwijzing naar de twaalf stammenvan Israël – en in de opgave zijn gedach-tenis te vieren, hun bij het Laatste Avond-maal voor zijn verlossend lijden toever-trouwd, heeft Jezus getoond dat Hij deopdracht om in de geschiedenis teken enwerktuig te zijn van de in Hem begonneneschatologische verzameling, aan de ge-hele door Hem gestichte gemeenschapwilde overdragen. Daarom verwezenlijktzich, op sacramentele wijze, in iedereEucharistieviering de eschatologische sa-menkomst van het Godsvolk. De eucha-ristische maaltijd is voor ons werkelijkeen vooruitlopende deelname aan het de-finitieve feestmaal, dat door de profetenis aangekondigd (vgl. Js 25,6-9) en in hetNieuwe Testament beschreven wordt alshet “bruiloftsmaal van het Lam” (vgl. Apk19,7-9), te vieren in de vreugde van degemeenschap der heiligen.100

Het gebed voor de overledenen

32. De Eucharistieviering, waarin wij dedood des Heren verkondigen en, tot Hijwederkeert, belijden dat Hij verrezen is, iseen onderpand van de toekomstige heer-lijkheid, waarin ook ons lichaam verheer-lijkt zal zijn. Het vieren van de gedachte-nis van ons heil versterkt in ons de hoopop de verrijzenis van het lichaam en opde mogelijkheid degenen die ons zijn

voorgegaan, getekend met het geloof,weer van aangezicht tot aangezicht teontmoeten. In deze context wil ik, samenmet de synodevaders, alle gelovigen her-inneren aan het belang van gebed en inhet bijzonder het opdragen van het Mis-offer voor de doden, opdat zij gelouterdtot de gelukzalige aanschouwing van Godkunnen komen.101 Als wij de eschatologi-sche dimensie herontdekken die inherentis aan de gevierde en aanbeden Eucharis-tie, worden wij op onze weg gesteund engetroost in de hoop op de heerlijkheid(vgl. Rom 5,2; Tit 2,13).

De Eucharistie en de Maagd Maria

33. Uit de verhouding tussen de Eucharis-tie en de afzonderlijke sacramenten en uitde eschatologische betekenis van de mys-teries komt het profiel van het christelijkbestaan in zijn geheel naar voren – eenbestaan dat geroepen is te allen tijdedienst aan God te zijn, een offer van zelf-gave dat God welgevallig is. En ook alzijn wij allen nog onderweg naar de vol-ledige vervulling van onze hoop, datbetekent niet dat wij niet nu al dankbaarkunnen erkennen dat alles wat God onsgeschonken heeft in de Maagd Maria, deMoeder van God en onze Moeder, al vol-komen verwerkelijkt is: haar opneming inde hemel met lichaam en ziel is voor onseen teken van vaste hoop, want het toontons op onze pelgrimstocht door de tijdhet eschatologische doel, waarvan hetsacrament van de Eucharistie ons al eenvoorsmaak geeft.

In de heilige Maagd zien wij ook de gehelevervulling van de sacramentele wijzewaarop God het schepsel ‘mens’ bereikt enbij zijn heilswerk betrekt. Van de aankon-diging des Heren tot aan het Pinksterge-beuren verschijnt Maria van Nazaret als de

100. Vgl. Proposi-tio 3.

101. Ik wil hierherinneren aan dewoorden vol hoopen troost, die wevinden in hetTweede Eucharis-tisch Gebed:“Gedenk ook onzebroeders en zus-ters die reeds ont-slapen zijn in dehoop der verrijze-nis, ja, allegestorvenen dra-gen wij op aanUw zorg. Neemhen aan en laathen verschijnenin het licht vanUw gelaat.”

125 • 2007 21

Page 20: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

persoon wier vrijheid zich geheel en alaanpast aan de wil van God. Haar onbe-vlekte ontvangenis openbaart zich juist inde onvoorwaardelijke beschikbaarheidvoor het goddelijk Woord. Op ieder mo-ment wordt haar leven gevormd door eengehoorzaam geloven met betrekking tothet handelen van God. Als de luisterendeMaagd leeft ze in volkomen harmonie metde goddelijke wil; de woorden die van Godtot haar komen bewaart zij in haar hart, endoor ze als een mozaïek samen te voegen,leert zij ze dieper verstaan (vgl. Lc 2,19.51).Maria is de grote gelovige, die zich ver-trouwvol in Gods handen plaatst en zichovergeeft aan zijn wil.102 Dit mysterie ver-diept zich tot volledige betrokkenheid bijJezus’ verlossingswerk. Zoals het TweedeVaticaans Concilie verklaard heeft, is “ookde heilige Maagd op de pelgrimstocht vanhet geloof voortgegaan en de verenigingmet haar Zoon heeft zij standvastig volge-houden tot onder het kruis. Daar stond zijniet zonder Gods beschikking (vgl. Joh19,25), daar heeft zij smartelijk met haarEniggeborene meegeleden en zich methaar moederhart bij zijn offer aangesloten,liefdevol toestemmend in de slachting vanhet offerlam dat uit haar was geboren. Tenslotte werd zij door dezelfde Christus Je-zus, stervend op het kruis, als moeder aande leerling gegeven met deze woorden:Vrouw, ziedaar uw zoon.”103 Van de bood-schap van de engel tot aan het kruis isMaria degene die het Woord opneemt – hetWoord dat in haar het vlees aanneemt enten slotte verstomt in het zwijgen van dedood. Uiteindelijk is zij het die het levenlo-ze, geofferde lichaam in haar armen neemtvan Hem die de Zijnen werkelijk “tot hetuiterste toe” (Joh 13,1) heeft liefgehad.

Daarom keren wij ons iedere keer als wijin de Eucharistieviering het Lichaam enhet Bloed van Christus ontvangen ook tot

haar, die met volle instemming het offervan Christus voor de hele Kerk heeft aan-genomen. Terecht hebben de synodeva-ders bevestigd dat “Maria de deelnamevan de Kerk aan het offer van de Verlos-ser opent”.104 Zij is de onbevlekte die degave van God onvoorwaardelijk aan-neemt en op deze wijze deel krijgt aan hetverlossingswerk. Maria van Nazaret, icoonvan de wordende Kerk, is het voorbeeldhoe ieder van ons het geschenk, dat Jezuszelf in de Eucharistie is, moet ontvangen.

DEEL II

Eucharistie, een mysterie dat men viert

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wat Mo-zes u gaf was niet het brood uit de hemel;het echte brood uit de hemel wordt u doormijn Vader gegeven” (Joh 6,32)

Lex orandi en lex credendi

34. De Bisschoppensynode heeft veel na-gedacht over de innerlijke verhoudingtussen het eucharistisch geloof en de li-turgische viering. Zij heeft daarbij de ver-binding van de lex orandi en de lex cre-dendi op de voorgrond geplaatst en deprioriteit van de handeling benadrukt.Men moet de Eucharistie beleven alsauthentiek gevierd geloofsmysterie, in hetduidelijke bewustzijn dat “de intellectusfidei een onvervalste band heeft met deliturgische handeling van de Kerk”.105 Opdit gebied kan de theologische reflectienooit de sacramentele orde, die doorChristus zelf is ingesteld, buiten beschou-wing laten. Anderzijds kan de liturgischhandeling nooit algemeen beschouwdworden, onafhankelijk van het geloofs-

102. Vgl. Benedic-tus XVI, Homilie(8 december2005), in: AAS 98(2006), 15-16.

103. Lumen genti-um, 58.

104. Propositio 4.

105. Relatio postdisceptationem, 4,in: L’OsservatoreRomano (dt.),35/45, 12.

2007 • 12622

Page 21: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

mysterie. De bron van ons geloof en vande eucharistische liturgie is immers éénen dezelfde gebeurtenis: Christus’ zelfga-ve in het Paasmysterie.

Schoonheid en liturgie

35. De relatie tussen het mysterie datgeloofd wordt en het mysterie dat gevierdwordt, wordt op bijzondere wijze duide-lijk in de theologische en liturgischewaarde van de schoonheid. De liturgieheeft namelijk, zoals trouwens ook dechristelijke openbaring, een innerlijkeband met de schoonheid: zij is veritatissplendor. In de liturgie licht het Paasmys-terie op, waardoor Christus zelf ons naarzich toetrekt en ons tot gemeenschaproept. In Jezus aanschouwen wij – zoalsde heilige Bonaventura placht te zeggen –de schoonheid en de glans van het be-gin.106 Dit kenmerk waarop wij ons beroe-pen is niet alleen maar estheticisme, docheen manier waarop de waarheid van Godsliefde in Christus ons bereikt, ons fasci-neert, ons begeestert en zo bewerkt datwij buiten onszelf treden en getrokkenworden tot onze ware roeping, tot de lief-de.107 Reeds in de schepping laat God zichvermoeden in de schoonheid en de har-monie van de kosmos (vgl. W 13,5; Rom1,19-20). In het Oude Testament vindenwe grootse tekenen van de glorie vanGods macht, die zich met zijn heerlijkheidopenbaart door de wonderen die Hij bijhet uitverkoren volk laat gebeuren (vgl.Ex 14; 16,10; 24,12-18; Nu 14,20-23). Inhet Nieuwe Testament vindt deze openba-ring van de schoonheid haar definitievevervulling in Gods zelfopenbaring inJezus Christus:108 Hij is de volledige open-baring van de goddelijke heerlijkheid. Inde verheerlijking van de Zoon licht deheerlijkheid van de Vader op en deelt zichmee (vgl. Joh 1,14; 8,54; 12,28; 17,1).

Deze schoonheid is echter niet alleen maareen harmonie van vormen; de mens “aanwie niemand gelijk is in edele gestalte” (Ps45,3) is op mysterieuze wijze ook degenevan wie wordt gezegd: “zijn uiterlijk nochzijn schoonheid waren het bekijkenwaard; hij was geen verschijning die onzebewondering wekt” (Js 53,2). Jezus Chris-tus toont ons hoe de waarheid van de lief-de ook het duistere mysterie van de doodin het stralende licht van de verrijzeniskan omvormen. Hier overstijgt de glansvan Gods heerlijkheid alle binnenwereld-lijke schoonheid. De ware schoonheid isGods liefde, die ons definitief geopen-baard is in het Paasmysterie.

De schoonheid van de liturgie maakt on-derdeel uit van dit mysterie; zij is dehoogste uitdrukking van Gods heerlijk-heid en in zekere zin een doorbreken vande hemel op aarde. De gedachtenisvieringvan het offer van verzoening draagt detrekken van Jezus’ schoonheid in zich, diePetrus, Jakobus en Johannes aanschouwdhebben, toen de Meester op weg naar Je-ruzalem voor hun ogen verheerlijkt werd(vgl. Mc 9,2). Schoonheid is dan ook geendecoratief element van de liturgischehandeling, maar veel eerder een constitu-tief element, daar schoonheid een eigen-schap van God zelf en van zijn openba-ring is. Dat alles moet ons doen beseffenhoe zorgvuldig erop gelet dient te wordendat de liturgische handeling het wezenervan doet schitteren.

De Eucharistieviering, een werk van ‘Christus totus’

Christus totus in capite et in corpore

36. Het eigenlijke onderwerp van de in-nerlijke schoonheid van de liturgie is deverrezen en in de heilige Geest verheer-

106. Vgl. Serm.1,7; 11,10; 22,7;29,76, in: Sermo-nes dominicalesad fidem codicumnunc denuo editi(Grottaferrata1977), 135, 209e.v., 292 e.v., 337;Benedictus XVI,Boodschap aan dekerkelijkegemeenschappenen aan de nieuwebewegingen (22mei 2006), in: AAS

98 (2006), 463.

107. Vgl. TweedeVaticaans Conci-lie, pastorale Con-stitutie over deKerk in de wereldvan deze tijdGaudium et spes,22.

108. Vgl. TweedeVaticaans Conci-lie, dogmatischeConstitutie overde goddelijkeopenbaring Deiverbum, 2, 4.

127 • 2007 23

Page 22: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

lijkte Christus, die de Kerk in zijn hande-len insluit.109 In dit verband kunnen wijonder de indruk geraken als wij ons dewoorden in herinnering roepen van deheilige Augustinus, waarin hij op doel-treffende wijze de dynamiek van het ge-loof beschrijft, die eigen is aan de Eucha-ristie. De grote heilige van Hippo bena-drukt juist met betrekking tot het eucha-ristisch mysterie hoe Christus zelf ons inzich opneemt: “Het brood dat u op hetaltaar ziet is, geheiligd door het Woordvan God, het Lichaam van Christus. Dekelk, of liever gezegd wat de kelk bevat,is, geheiligd door het Woord van God, hetBloed van Christus. Met deze tekenenwilde Christus, de Heer, ons zijn Lichaamtoevertrouwen, evenals zijn Bloed dat Hijvoor ons tot vergeving van de zondenvergoten heeft. Als u beide op de juistewijze ontvangen hebt, bent u zelf wat uontvangen hebt.”110 Daarom “zijn wij nietalleen christenen geworden, maar wij zijnChristus zelf geworden”.111 Van hieruitkunnen wij het mysterievolle handelenvan God bezien, dat leidt tot diepe een-heid tussen ons en Jezus, de Heer: “Menmoet namelijk niet geloven dat Christusin het hoofd is, zonder ook in het lichaamte zijn: Hij is geheel en al in het hoofd enin het lichaam.”112

Eucharistie en de verrezen Christus

37. Daar de eucharistische liturgie wezen-lijk actio Dei is, die ons door de heiligeGeest in Jezus binnen trekt, kunnen wijniet eigenmachtig beschikken over defundamentele structuur ervan en mag dieniet onder druk worden gezet door wattoevallig op zeker moment in de mode is.Ook hier geldt de onherroepelijke uit-spraak van de heilige Paulus: “Niemandkan een ander fundament leggen dan water reeds ligt, namelijk Jezus Christus”

(1Kor 3,11). En het is opnieuw de Apostelvan de heidenen die ons met betrekkingtot de Eucharistie verzekert dat hij onsgeen door hemzelf ontwikkelde leer over-levert, maar wat hijzelf ontvangen heeft(vgl. 1Kor 11,23). De viering van de Eu-charistie sluit namelijk de levende overle-vering in. De Kerk viert het eucharistischoffer in gehoorzaamheid aan de opdrachtvan Christus, op grond van de ontmoe-ting met de verrezen Heer en de uitstor-ting van de heilige Geest. Op grond hier-van komt de christelijke gemeenschapvanaf het begin op de dag des Herensamen voor de fractio panis. De dagwaarop Christus uit de dood is opgestaan,de zondag, is ook de eerste dag van deweek, de dag die volgens de overleveringvan het Oude Testament het begin van deschepping zag. De dag van de scheppingis nu de dag van de ‘nieuwe schepping’geworden, de dag van onze bevrijding,waarop wij de gestorven en verrezenChristus gedenken.113

Ars celebrandi

38. Tijdens de synode is meermalen na-drukkelijk gewezen op de noodzaak iede-re mogelijke scheiding tussen de ars cele-brandi, dat wil zeggen de kunst van hetcorrect celebreren, en de volledige, actie-ve en vruchtbare deelname van alle gelo-vigen te overbruggen. In feite is de bestemanier om de deelname van het godsvolkaan de sacrale ritus te bevorderen, hetcorrect vieren van de ritus zelf. De arscelebrandi is de beste voorwaarde voor deactuosa participatio.114 De ars celebrandivolgt uit de trouwe en volledige nalevingvan de liturgische normen, want het isjuist deze wijze van vieren die sinds twee-duizend jaar het geloofsleven van allegelovigen garandeert, de gelovigen diegeroepen zijn de viering als volk van

109. Vgl. Proposi-tio 33.

110. Sermo 227,1,in: PL 38, 1099.

111. Augustinus,In Iohannis Evan-gelium Tractatus,21,8, in: PL 35,1568.

112. A.w., 28,1,in: PL 35, 1622.

113. Vgl. Proposi-tio 30. Ook deheilige Mis die deKerk gedurendede week viert, enwaartoe zij degelovigen uitno-digt, vindt haaroorspronkelijkevorm in de dagdes Heren, de dagvan Christus’ ver-rijzenis: Proposi-tio 43.

114. Vgl. Proposi-tio 2.

2007 • 12824

Page 23: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

God, als koninklijk priesterschap, als hei-lige natie te beleven (vgl. 1Pe 2,4-5.9).115

De bisschop, liturg bij uitstek

39. Ook al neemt het gehele volk van Goddeel aan de eucharistische liturgie, tochhebben zij die het sacrament van de wij-ding hebben ontvangen met betrekking totde juiste ars celebrandi een absolute ver-antwoordelijkheid in dezen. Bisschoppen,priesters en diakens moeten, ieder naar hunwijdingsgraad, de viering van de liturgieals hun eerste taak beschouwen.116 Dat geldtop de eerste plaats voor de diocesane bis-schop. Hij is “de eerste bedienaar van Godsmysteries in de particuliere Kerk die hem istoevertrouwd, hij is immers de leider, be-vorderaar en behoeder van geheel het litur-gische leven”.117 Dat alles is beslissend voorhet leven van de particuliere Kerk, nietalleen omdat de gemeenschap met de bis-schop de voorwaarde is voor de geldigheidvan iedere viering in zijn gebied, maar ookomdat hij de celebrant bij uitstek in zijnKerk is.118 Het is zijn plicht de harmonischeeenheid van de vieringen in zijn bisdom tebewaren. Daarom is het “zijn taak erop teletten dat de priesters, diakens en lekenge-lovigen de werkelijke betekenis van deriten steeds dieper verstaan en zo komentot een actieve en vruchtbare viering vande Eucharistie”.119 In het bijzonder roep ikertoe op al het nodige te doen om bij dedoor de bisschop gevierde plechtigheden inde kathedrale kerk, de ars celebrandi volle-dig in acht te nemen, zodat deze als voor-beeld voor alle kerken in het bisdom be-schouwd kunnen worden.120

Eerbied voor de liturgische boeken en de rijkdom van de tekenen

40. Uit de benadrukking van het belangvan de ars celebrandi volgt tevens duide-

lijk de betekenis van de liturgische voor-schriften.121 De ars celebrandi moet hetgevoel voor het heilige bevorderen en zichbedienen van uiterlijke vormen die ditgevoel cultiveren, bijvoorbeeld de harmo-nie van de ritus, de liturgische gewaden,de inrichting en het priesterkoor. Daarwaar de priesters en degenen die voor deliturgische pastoraal verantwoordelijk zijnzich ervoor inzetten de goedgekeurde li-turgische boeken en de overeenkomstigevoorschriften bekend te maken en de groterijkdom van het Algemeen Statuut van hetRomeins Missaal en De ordening voor delezingen van de Mis onderstrepen, komtdat de Eucharistieviering ten goede. Waar-schijnlijk wordt ervan uitgegaan dat menin de kerkelijke gemeenschappen deze ge-schriften kent en waardeert, maar dat isdikwijls ten onrechte. In feite zijn het tek-sten die schatten bevatten, waardoor hetgeloof en de weg van het godsvolk in detweeduizend jaar van zijn geschiedenisbewaard en tot uitdrukking gebracht wor-den. Even belangrijk voor een juiste arscelebrandi is aandacht voor alle uitdruk-kingsvormen waarin de liturgie voorziet:woord en gezang, gebaren en zwijgen,lichaamshouding, de liturgische kleurenvan de paramenten. De liturgie bezit vannature een heel register van communica-tievormen, dat het mogelijk maakt de helemens bij de liturgie te betrekken. De een-voud van de gebaren en de soberheid vande aangegeven volgorde van de tekenen,ieder op hun eigen moment, brengen meertot stand en maken mensen meer betrok-ken dan gekunstelde, misplaatste toevoe-gingen. Eerbied voor en gehoorzaamheidaan de eigen structuur van de ritus gevenuitdrukking aan de erkenning dat de Eu-charistie een geschenk is en openbarentegelijk de wil van de priester in deemoeden dankbaarheid de onbeschrijfelijke gavete aanvaarden.

115. Vgl. Proposi-tio 25.

116. Vgl. Proposi-tio 19. Propositio25 zegt nog juis-ter: “Een authen-tieke liturgischehandeling brengtde heiligheid vanhet eucharistischmysterie tot uit-drukking. Ditmoet duidelijkworden in dewoorden en han-delingen van decelebrerendepriester, als hij bijGod de Vader tenbeste spreektzowel samen metde gelovigen alsook voor hen.”

117. AlgemeenStatuut van hetRomeins Missaal,22; vgl. TweedeVaticaans Conci-lie, Constitutieover de heiligeliturgie Sacro-sanctum Concili-um, 41; Redemp-tionis Sacra-mentum, 19-25,in: a.w., 79-80.

118. Vgl. TweedeVaticaans Conci-lie, Decreet overhet herderlijkambt van de bis-schoppen in deKerk ChristusDominus, 14;SacrosanctumConcilium, 41.

119. AlgemeenStatuut van hetRomeins Missaal,22.

120. Vgl. t.a.p.

121. Vgl. Proposi-tio 25.

129 • 2007 25

Page 24: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

Kunst in dienst van de viering

41. De nauwe band tussen schoonheid enliturgie moet ons ertoe aanzetten zorg-vuldig aandacht te besteden aan allekunstwerken die in dienst staan van deviering.122 Een belangrijke component vande sacrale kunst is natuurlijk de architec-tuur van de kerk123 waarin de eenheid vande bijzondere elementen van het priester-koor – altaar, kruisbeeld, tabernakel, am-bo en zetel – benadrukt moet worden. Inverband hiermee moet men er rekeningmee houden dat het doel van de sacralearchitectuur erin bestaat de Kerk, die degeloofsmysteries – en in het bijzonder deEucharistie – viert, de meest geschikteruimte te bieden voor het passende ver-loop van de liturgische handeling.124 Hetwezen van een christelijk godshuis wordtnamelijk bepaald door de liturgische han-deling zelf, het samenkomen van de gelo-vigen (ecclesia), die de levende stenenvan de tempel zijn (vgl. 1Pe 2,5).

Hetzelfde principe geldt voor alle sacralekunst, in het bijzonder voor schilderkunsten beeldhouwkunst, waarbij de religieuzeiconografie zich moet richten naar desacramentele mystagogie. Een goede ken-nis van de vormen die de sacrale kunst inde loop der eeuwen heeft voortgebracht,kan van groot nut zijn voor hen die ver-antwoordelijk zijn voor het verstrekkenvan opdrachten aan architecten en kun-stenaars wat betreft kunstwerken die ver-bonden zijn met de liturgische handeling.Daarom is het essentieel dat kunstge-schiedenis een belangrijk vak is bij deopleiding van seminaristen en priesters,met bijzondere aandacht voor kerkgebou-wen in het licht van de liturgische voor-schriften. Het is, kortom, noodzakelijk datbij alles wat met de Eucharistie te makenheeft sprake is van goede smaak en ge-

voel voor schoonheid. Eerbied en zorgverdienen ook de paramenten, het kerke-lijk meubilair en het heilig vaatwerk,zodat deze, organisch met elkaar verbon-den en op elkaar afgestemd, de verwon-dering ten opzichte van het mysterie vanGod levend houden, de eenheid van hetgeloof verduidelijken en de devotie ver-sterken.125

Het liturgisch gezang

42. Het liturgisch gezang neemt in de arscelebrandi een belangrijke plaats in.126

Terecht benadrukt de heilige Augustinus inéén van zijn beroemde preken: “De nieuwemens weet wat het nieuwe lied is. Zingenis een uiting van vreugde en – als wij ergoed over nadenken – een uiting van lief-de.”127 Het Godsvolk dat samengekomen isom te vieren zingt Gods lof. De Kerk heeftin haar tweeduizendjarige geschiedenismuziek en zang voortgebracht – en doetdat nog steeds – die een erfenis van geloofen liefde vormen, die nooit verloren maggaan. In de liturgie kunnen wij werkelijkniet zeggen dat alle gezangen even goedzijn. Hier moet de oppervlakkige improvi-satie of het invoeren van muzikale genresdie geen rekening houden met de betekenisvan de liturgie vermeden worden. Als ele-ment van de liturgie moet het gezang zichinvoegen in de bijzondere vorm van deviering.128 Daarom moet alles – de tekst, demelodie en de uitvoering – overeenstem-men met de betekenis van het gevierdemysterie, met de onderdelen van de ritusen met de liturgische tijden.129 Ten slotte –hoewel ik de verschillende richtingen enzeer prijzenswaardige tradities eerbiedig –is het mijn wens dat, overeenkomstig hetverzoek van de synodevaders, recht wordtgedaan aan de Gregoriaanse zang,130 daardeze in wezen de zang van de Romeinseliturgie is.131

122. Vgl. Sacro-sanctum Concili-um, 112-130.

123. Vgl. Proposi-tio 27.

124. Vgl. t.a.p.

125. Wat dezeaspecten betreft,moet men zich inalle opzichtenhouden aan deaanwijzingen vanhet Algemeen Sta-tuut van hetRomeins Missaal,319-351.

126. Vgl., Alge-meen Statuut vanhet Romeins Mis-saal 39-41; Sacro-sanctum Concili-um, 112-118.

127. Sermo 34,1,in: PL 38, 210.

128. Vgl. Proposi-tio 25: “Zoals allekunstuitingenmoet ook hetgezang ten diep-ste met de liturgiein harmoniegebracht wordenen effectief wor-den gebruikt, datwil zeggen hetgeloof, het gebed,de verwonderingen de liefde voorde in de Eucharis-tie aanwezigeJezus tot uitdruk-king brengen.”

129. Vgl. Proposi-tio 29.

130. Vgl. Proposi-tio 36.

131. Vgl. Sacro-sanctum Concili-um, 116; Alge-meen Statuut vanhet Romeins Mis-saal, 41.

2007 • 13026

Page 25: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

De structuur van de Eucharistieviering

43. Na de belangrijkste elementen van dears celebrandi te hebben genoemd, wil iknadrukkelijk de aandacht vestigen op en-kele aspecten van de structuur van de Eu-charistieviering, waar wij in onze tijd bij-zonder opmerkzaam op moeten zijn. Hetdoel hiervan is trouw te blijven aan deonderliggende doelstelling van de doorhet Tweede Vaticaans Concilie op ganggebrachte liturgische vernieuwing in con-tinuïteit met de gehele kerkelijke overle-vering.

De innerlijke eenheid van de liturgische handeling

44. Allereerst is het noodzakelijk na tedenken over de innerlijke eenheid van deritus van de heilige Mis. Zowel in de cate-chese als ook in de wijze van vieren moetworden vermeden dat de indruk wordtgewekt van twee naast elkaar bestaandedelen. De woorddienst en de eucharisti-sche liturgie zijn – naast de openingsritenen de slotriten – “zó nauw met elkaar ver-bonden dat ze één daad van eredienst uit-maken”.132 Er is inderdaad een nauweband tussen het Woord van God en deEucharistie. Bij het horen van het Woordvan God ontstaat het geloof of wordt hetversterkt (vgl. Rom 10,17); in de Eucha-ristie schenkt het mensgeworden Woordzich aan ons als geestelijke spijs.133 Zo“ontvangt de Kerk het brood des levensvan de twee tafels van het Woord vanGod en van het Lichaam van Christus enbiedt het de gelovigen aan”.134 Daarommoet men steeds voor ogen houden dathet Woord van God, gelezen en verkon-digd in de liturgie, naar de Eucharistie alszijn wezenlijk doel voert.

De Woorddienst

45. In eenheid met de synode vraag ik datde Woorddienst altijd op passende wijzewordt voorbereid en beleefd. Daarom be-veel ik dringend aan er grote zorg voor tedragen dat in de liturgie het Woord vanGod wordt verkondigd door goed voorbe-reide lectoren. Laten wij nooit vergetendat “wanneer in de Kerk de heilige Schriftgelezen wordt, God zelf tot zijn volkspreekt en Christus, die aanwezig is inzijn Woord, het evangelie verkondigt”.135

Als de omstandigheden zich ervoor lenen,kan men denken aan enkele inleidendewoorden om de gelovigen te helpen ditweer te beseffen. Om het Woord van Godgoed te begrijpen, moet men het aanho-ren en opnemen in de geest van de Kerken in het bewustzijn van de eenheid vanhet Woord met het sacrament van deEucharistie. Het Woord dat wij verkondi-gen en aanhoren is immers het mensge-worden Woord (vgl. Joh 1,14); het is on-losmakelijk verbonden met de Persoonvan Christus en met de sacramentele wij-ze waarop Hij onder ons tegenwoordigblijft. Christus spreekt niet in het verle-den, maar in ons heden, net zoals Hijaanwezig is in de liturgische handeling.In deze sacramentele visie op de christe-lijke openbaring136 stellen de kennis en destudie van het Woord van God ons in degelegenheid de Eucharistie beter te waar-deren, te vieren en te ervaren. Ook hierblijkt weer de volle waarheid van de stel-ling dat “wie de Schrift niet kent, Christusniet kent”.137

Hiertoe is het noodzakelijk dat de gelovi-ge door pastorale initiatieven, woord-diensten en geestelijke lezing (lectio divi-na) geholpen wordt de rijkdom te waar-deren van de heilige Schrift, die in hetlectionarium voorhanden is. Daarenbo-

132. AlgemeenStatuut van hetRomeins Missaal,28; Eucharisticummysterium, 3, in:a.w., 540-543.

133. Vgl. Proposi-tio 18.

134. T.a.p.

135. AlgemeenStatuut van hetRomeins Missaal,29.

136. Vgl. Johan-nes Paulus II,Encycliek Fides etratio (14 septem-ber 1998), 13, in:KD 27/5-6 (18 juni1999), 234-235.

137. Hieronymus,Comm. in Is.,Prol., in: PL 24,17; vgl. Dei ver-bum, 25.

131 • 2007 27

Page 26: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

ven mag men niet vergeten de door detraditie bevestigde gebedsvormen te be-vorderen: het getijdengebed – bovenal delauden, de vespers en de completen –evenals de vigilievieringen. Het psalmge-bed, de Schriftlezingen en de teksten uitde grote traditie die worden aangereikt inde lezingendienst van het brevier kunnenleiden tot een verdiepte ervaring van hetChristusgebeuren en de heilseconomie,die dan weer het begrip en de innerlijkedeelname aan de Eucharistieviering kanverrijken.138

De homilie

46. Gegeven het belang van het Woordvan God, is het noodzakelijk de kwaliteitvan de homilie te verbeteren. Deze is im-mers “een deel van de liturgische hande-ling”139 en is bedoeld om het begrip en dedoeltreffendheid van het Woord van Godin het leven van de gelovigen te bevorde-ren. Daarom moeten priesters “de preekzorgvuldig voorbereiden, waarbij ze moe-ten kunnen steunen op een adequate ken-nis van de heilige Schrift”.140 Oppervlakki-ge, algemene dan wel abstracte prekendienen vermeden te worden. Ik vraag depredikanten in het bijzonder ervoor tezorgen dat de homilie het verkondigdeWoord van God zo nauw mogelijk in ver-band brengt met de sacramentele vie-ring141 en met het leven van de gemeen-schap, zodat het Woord van God wer-kelijk het “steunpunt en de levenskracht”van de Kerk is.142 Daarom moet men hetcatechetische en bemoedigende doel vande homilie in het oog houden. Het lijktpassend de gelovigen in de loop van hetliturgisch jaar – uitgaande van het drieja-rig lectionarium – weloverwogen thema-tische homilieën te bieden, waarbij degrote thema’s van het christelijk geloofworden behandeld, en waarbij terugge-

grepen wordt op datgene wat door hetleerambt gezagvol wordt aangeboden inde ‘vier zuilen’ van de Katechismus van deKatholieke Kerk en het later verschenenCompendium: de geloofsbelijdenis, de sa-cramenten van het geloof, het geloofsle-ven en het gebed van de gelovige.143

Het aanbieden van de gaven

47. De synodevaders hebben ook de aan-dacht gevestigd op het aanbieden van degaven. Het gaat hier niet eenvoudigwegom een soort ‘intermezzo’ tussen de woord-dienst en de eucharistische liturgie. Datzou onder meer geen recht doen aan deene, uit twee delen samengestelde ritus.In deze nederige en eenvoudige hande-ling komt werkelijk een zeer diepe beteke-nis tot uitdrukking: In het brood en dewijn die wij naar het altaar brengen,wordt de gehele schepping door Christus,de Verlosser, aangenomen om omge-vormd en aan de Vader aangeboden teworden.144 Zo beschouwd brengen wij alleleed en alle verdriet van de wereld naarhet altaar, in de zekerheid dat alles kost-baar is in de ogen van God. Voor de au-thentieke beleving ervan hoeft deze han-deling niet benadrukt te worden doormisplaatste toevoegingen. Wij worden er-door in staat gesteld de oorspronkelijkedeelname die God van de mens verlangtom het goddelijk werk in hem tot voltooi-ing te brengen, naar waarde te schattenen zo aan de menselijke arbeid de uitein-delijke zin te geven: door de Eucharistie-viering met het verlossend offer vanChristus verenigd worden.

Het eucharistisch Hooggebed

48. Het eucharistisch Hooggebed is het“centrum en hoogtepunt van heel de vie-ring”.145 Het belang ervan moet in over-

138. Vgl. Proposi-tio 31.

139. AlgemeenStatuut van hetRomeins Missaal,29; vgl. Sacro-sanctum Concili-um, 7, 33, 52.

140. Propositio19.

141. Vgl. Sacro-sanctum Concili-um, 52.

142. Vgl. Dei ver-bum, 21.

143. Daarom heeftde synode opge-roepen tot hetontwikkelen vanpastorale hulp-middelen, opbasis van hetdriejarig lectiona-rium, die ertoezouden kunnenbijdragen de ver-kondiging opbasis van delezingen te ver-binden met degeloofsleer: vgl.Propositio 19.

144. Vgl. Proposi-tio 20.

145. AlgemeenStatuut van hetRomeins Missaal,78.

2007 • 13228

Page 27: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

eenstemming hiermee benadrukt worden.De verschillende eucharistische Hoogge-beden in het Missaal zijn ons doorgege-ven door de levende overlevering van deKerk; ze munten uit door een onuitputte-lijke theologische en geestelijke rijkdom.De gelovigen moeten leren ze naar waar-de te schatten. Daarbij kan het AlgemeenStatuut van het Altaarmissaal ons vandienst zijn, met de opsomming van debasiselementen van ieder eucharistischGebed: dankzegging, acclamatie, epiclese,instellingsverhaal, consecratie, anamnese,aanbieding, intercessies en slotdoxolo-gie.146 De eucharistische spiritualiteit ende theologische reflectie worden in hetbijzonder verduidelijkt als men de diepeeenheid in de anaphora beschouwt tussende aanroeping van de heilige Geest en hetinstellingsverhaal,147 waarbij “het offerwordt voltrokken, dat Christus zelf tijdenshet Laatste Avondmaal heeft ingesteld”.148

Inderdaad “smeekt de Kerk door middelvan bijzondere aanroepingen de kracht afvan de heilige Geest, opdat de gaven diedoor de mensen zijn aangeboden wordengeconsacreerd, ofwel tot het Lichaam enBloed van Christus worden en opdat deonbevlekte offergave die bij de Commu-nie genuttigd zal worden, heilzaam zalzijn voor degenen die er deel aan zullenhebben”.149

De vredeswens

49. De Eucharistie is van nature een sa-crament van vrede. Deze dimensie vanhet eucharistisch mysterie wordt in deliturgische viering op bijzondere wijzeuitgedrukt door de vredeswens. Het gaathier zonder twijfel om een teken vangrote waarde (vgl. Joh 14,27). In onzetijd, die zo schrikbarend veel conflictenkent, krijgt dit gebaar, ook gezien vanuithet algemeen gevoel, een bijzondere bete-

kenis, in zoverre de Kerk het steeds meerals haar opdracht gaat beschouwen vande Heer de gave van de vrede en de een-heid voor zichzelf en voor de gehele men-senfamilie af te smeken. De vrede is zekereen niet te onderdrukken verlangen inieders hart. De Kerk maakt zich tot woord-voerster van deze bede om vrede en ver-zoening, die opstijgt uit het innerlijk vaniedere mens van goede wil, en richt diebede tot Hem die “onze vrede” is (Ef 2,14)en die ook volken en individuen metelkaar kan verzoenen, waar menselijkepogingen mislukken. Op grond van ditalles is het begrijpelijk dat de vredesritusin de liturgieviering dikwijls heel intenswordt ervaren. Toch benadrukte de Bis-schoppensynode in dit verband dat hetzinvol is dit gebaar, dat overdreven vor-men kan aannemen en uitgerekend vlakvoor de Communie verwarring kan ver-oorzaken, binnen de perken te houden.Het is goed eraan te herinneren dat degrote waarde van het gebaar geenszinsvermindert door de soberheid die noodza-kelijk is om een sfeer te bewaren die bijde viering past. Men kan de vredesgroetbijvoorbeeld beperken tot de mensen inde onmiddellijke omgeving.150

Uitreiken en ontvangen van de Eucharistie

50. Nog een moment van de viering datter sprake gebracht moet worden is datvan het uitreiken en ontvangen van deheilige Communie. Ik verzoek allen, inhet bijzonder de gewijde ambtsdragers endegenen die – passend voorbereid – ingeval van werkelijke noodzaak gevol-machtigd zijn tot de dienst van het uitrei-ken van de Communie, al het mogelijke tedoen opdat de handeling in alle eenvoudbeantwoordt aan de betekenis ervan: depersoonlijke ontmoeting met de Heer Je-

146. Vgl. a.w., 78-79.

147. Vgl. Proposi-tio 22.

148. AlgemeenStatuut van hetRomeins Missaal,79d.

149. A.w., 79c.

150. Met in acht-neming van deoude en eerbied-waardige gebrui-ken en de door desynodevaders uit-gesproken wen-sen, heb ik debevoegde dicaste-riën opdrachtgegeven de moge-lijkheid te onder-zoeken de vredes-wens teverplaatsen naareen ander tijdstip,bijvoorbeeld voorde offerande. Zo’nkeuze zou ookzeker een beteke-nisvolle verwij-zing kunnen zijnnaar de verma-ning van de Heerdat verzoeningnoodzakelijk aanieder offer voorafmoet gaan (vgl.Mt 5,23 e.v.); vgl.Propositio 23.

133 • 2007 29

Page 28: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

zus in het sacrament. Wat de voorschrif-ten aangaande de correcte praktijk be-treft, verwijs ik naar de recent uitgegevendocumenten.151 Alle christelijke gemeen-schappen moeten zich trouw aan de gel-dende voorschriften houden en daarin eenuiting van het geloof en de liefde zien, diewij allen ten opzichte van het verhevensacrament moeten hebben. Bovendienmoet de kostbare tijd van de dankzeggingniet verwaarloosd worden. Behalve hetzingen van een gepast gezang kan het ookheel nuttig zijn gezamenlijk enige tijd stil-te in acht te nemen.152

In dit verband wil ik wijzen op een pasto-raal probleem waarop men heden ten dagevaak stuit. Ik bedoel het feit dat bij be-paalde gelegenheden zoals bijvoorbeeldeen Eucharistieviering bij een huwelijk,een uitvaart of iets dergelijks, behalve depraktiserende gelovigen ook anderen bijde viering aanwezig zijn die mogelijk aljarenlang de Communie niet hebben ont-vangen of die zich wellicht in levensom-standigheden bevinden waardoor ze desacramenten niet kunnen ontvangen. Bijandere gelegenheden zijn leden van an-dere christelijke denominaties of zelfs vanandere godsdiensten aanwezig. Soortgelij-ke omstandigheden doen zich ook voor inkerken die – in het bijzonder in toeristi-sche steden – het doel van grote stromenbezoekers zijn. Het is duidelijk dat er danmogelijkheden gevonden moeten wordenom iedereen kort en doeltreffend de bete-kenis van de sacramentele Communie ende voorwaarden om deze te kunnen ont-vangen in herinnering te roepen. In situ-aties waar de noodzakelijke verduidelij-king met betrekking tot de betekenis vande Eucharistie niet gegarandeerd kan wor-den, moet overwogen worden in hoeverrehet beter is in plaats van een Eucharistie-viering een woorddienst te houden.153

De wegzending: “Ite missa est”

51. Ten slotte wil ik ingaan op wat de sy-nodevaders over de wegzending aan heteinde van de Eucharistieviering hebbengezegd. Na de zegen zendt de diaken ofde priester het volk weg met de woorden:“Ite missa est.” In deze woorden herken-nen wij de relatie tussen de gevierde Misen de christelijke zending in de wereld. Inde oudheid betekende ‘missa’ gewoon‘ontslag’. In het christelijk gebruik heefthet woord echter een steeds diepere bete-kenis gekregen, waarbij ‘missa’ steedsmeer als ‘missio’ werd begrepen en zo‘ontslag’ tot ‘uitzending’ werd. Deze groetbrengt in weinig woorden de missionaireaard van de Kerk tot uitdrukking. Daaromis het goed het volk te helpen deze consti-tutieve dimensie van het kerkelijk levente verdiepen, zodat men zich door de li-turgie in beweging laat brengen. Met hetoog hierop kan het nuttig zijn voor hetgebed over het volk en de slotzegen te be-schikken over passende, goedgekeurdeteksten die dit verband duidelijk tot uit-drukking brengen.154

Actuosa participatio

Authentieke deelname

52. Het Tweede Vaticaans Concilie heeftterecht met bijzondere nadruk gesprokenover de actieve, volledige en vruchtbaredeelname van het gehele Godsvolk aan deEucharistieviering.155 De vernieuwing diein deze jaren is gerealiseerd, heeft zekeraanzienlijke voortgang bevorderd in dedoor de Concilievaders gewenste richting.Toch mogen wij niet blind zijn voor hetfeit dat zich daarbij af en toe gebrek aaninzicht heeft voorgedaan wat betreft dewerkelijke betekenis van deze deelname.Daarom moet duidelijk worden gemaakt

151. Vgl. Redemp-tionis Sacramen-tum, 80-96, in:a.w., 91-94.

152. Vgl. Proposi-tio 34.

153. Vgl. Proposi-tio 35.

154. Vgl. Proposi-tio 24.

155. Vgl. Sacro-sanctum Concili-um, 14-20; 30e.v.; 48 e.v.;RedemptionisSacramentum, 36-42, in: a.w., 83-85.

2007 • 13430

Page 29: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

dat met dit begrip niet een eenvoudigeuitwendige activiteit tijdens de vieringwordt bedoeld. In feite moet de door hetConcilie gewenste actieve deelname ineen veel wezenlijker zin worden begre-pen, uitgaand van een dieper besef vanhet mysterie dat gevierd wordt, en derelatie daarvan met het dagelijks leven.De aanbeveling van de Constitutie Sacro-sanctum Concilium van het Tweede Vati-caans Concilie, die de gelovigen oproeptde Eucharistie niet bij te wonen “als bui-tenstaanders of zwijgende toeschouwers”maar “bewust, met godsvrucht en actiefaan de heilige handeling deel te nemen”156

heeft nog niets van zijn actualiteit verlo-ren. Het Concilie voegde daar nog deoverwegingen aan toe: de gelovigen moe-ten “in het woord van God worden onder-wezen” en “aan de tafel van het lichaamdes Heren worden gesterkt. [Zij moeten]dank brengen aan God, zichzelf lerenofferen door de aanbieding van het onbe-vlekte Slachtoffer – niet alleen door dehanden van de priester maar ook samenmet hem – en van dag tot dag door Chris-tus, de Middelaar, vollediger wordengebracht tot de eenheid met God en onderelkaar.”157

Deelname en priesterlijke dienst

53. De schoonheid en de harmonie van deliturgische handeling komen betekenisvoltot uitdrukking in de ordening waariniedereen geroepen is actief deel te nemen.Dat impliceert de erkenning van de ver-schillende hiërarchische rollen in de vie-ring. Het is nuttig eraan te herinneren datactieve deelname op zich niet noodzake-lijk samenvalt met het uitoefenen van eenbijzondere dienst. De zaak van de actievedeelname van de gelovigen is zeker nietgediend met verwarring die ontstaat tengevolge van het onvermogen in de kerke-

lijke gemeenschap de verschillende takente onderscheiden die aan ieder toeko-men.158 In het bijzonder is het noodzake-lijk dat er duidelijkheid is wat betreft despecifieke taken van de priester. Zoals detraditie van de Kerk bevestigt, is hij oponvervangbare wijze degene die geduren-de de gehele Eucharistieviering de leidingheeft, van de openingsgroet tot de slotze-gen. Krachtens de heilige wijding die hijontvangen heeft, vertegenwoordigt hijJezus Christus, het Hoofd van de Kerk, enop de hem eigen wijze ook de Kerk zelf.159

“Iedere wettige Eucharistieviering wordtdoor de bisschop geleid, ofwel door hempersoonlijk, ofwel door zijn helpers, depriesters.”160 Hij wordt bijgestaan door eendiaken, aan wie tijdens de viering enigespecifieke taken toekomen: het gereedma-ken van het altaar, het assisteren van depriester, de verkondiging van het evange-lie, eventueel af en toe de homilie, hetvoorgaan van de gemeenschap in de voor-beden, het uitreiken van de Communie.161

Naast deze aan de wijding gebonden ta-ken, zijn er ook liturgische diensten diezinvol door religieuzen en goed voorbe-reide leken uitgeoefend kunnen worden.162

Eucharistieviering en inculturatie

54. Sinds de fundamentele uitspraken vanhet Tweede Vaticaans Concilie is de bete-kenis van de actieve deelname van de ge-lovigen aan het eucharistisch offer her-haaldelijk benadrukt. Om deze participa-tie te bevorderen, kan men ruimte schep-pen voor enige aanpassingen, die ge-schikt zijn voor bepaalde gelegenhedenen culturen.163 Het feit dat zich hierbijmisbruiken hebben voorgedaan doet ver-der niets af aan dit principe, dat gehand-haafd moet worden in overeenstemmingmet de werkelijke behoeften van de Kerk,die één en hetzelfde mysterie van Christus

156. Sacrosanc-tum Concilium,48.

157. T.a.p.

158. Vgl. Congre-gatie voor de Cle-rus, PauselijkeRaad voor deLeken, e.a.,Instructie overenige vragenbetreffende demedewerking vanlekengelovigenaan het dienst-werk van depriesters Ecclesiaede mysterio (15augustus 1997),in: KD 25/8 (28november 1997),267-282.

159. Vgl. Proposi-tio 33.

160. AlgemeenStatuut van hetRomeins Missaal,92.

161. Vgl. a.w., 94.

162. Vgl. TweedeVaticaans Conci-lie, Decreet overhet lekenaposto-laat Apostolicamactuositatem, 24;Algemeen Statuutvan het RomeinsMissaal, 95-111;RedemptionisSacramentum, 43-47, in: a.w., 85-86; Propositio 33:“Deze ambtenmoeten volgenseen speciaal man-daat en in over-eenstemming metde werkelijkebehoeften van devierende gemeen-schap wordeningevoerd. Depersonen die wor-den belast metdeze liturgische

vervolg noten opblz. 32

135 • 2007 31

Page 30: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

beleeft en viert in verschillende culturelesituaties. Jezus, de Heer, heeft zich name-lijk, doordat Hij volledig als mens uit eenvrouw geboren werd (vgl. Gal 4,4), juistin het mysterie van de Menswording ge-plaatst in een directe relatie niet alleenmet de verwachtingen die leefden in hetOude Testament, maar ook met de ver-wachtingen die door alle volken wordengekoesterd. Daarmee heeft Hij aange-toond dat God ons wil bereiken in onzeeigen leefwereld. Daarom is voor eeneffectieve deelname van de gelovigen aande heilige mysteries de voortzetting vanhet proces van inculturatie in het kadervan de Eucharistieviering van belang.Daarbij moet rekening worden gehoudenmet de aanpassingsmogelijkheden die hetAlgemeen Statuut van het Romeins Mis-saal biedt.164 Deze moeten geïnterpreteerdworden in het licht van de criteria van deVierde Instructie van de Congregatie voorde Goddelijke Eredienst en de Regelingvan de Sacramenten Varietates legitimae,van 25 januari 1995165 en de richtlijnendie paus Johannes Paulus II heeft gegevenin de postsynodale Exhortaties Ecclesia inAfrica, Ecclesia in America, Ecclesia inAsia, Ecclesia in Oceania en Ecclesia inEuropa.166 Ik beveel de Bisschoppenconfe-renties aan hierbij een zorgvuldige afwe-ging te maken tussen reeds uitgevaardig-de criteria en richtlijnen en nieuwe aan-passingen,167 altijd in overeenstemmingmet de Apostolische Stoel.

Persoonlijke voorwaarden voor ‘actuosa participatio’

55. Bij de bespreking van het thema van deactuosa participatio van de gelovigen aande heilige liturgie hebben de synodevadersook de nadruk gelegd op de persoonlijkegeestesgesteldheid waarin iemand zichmoet bevinden voor een vruchtbare deel-

name.168 Een element is daarbij zeker degeest van voortdurende bekering, die hetleven van alle gelovigen moet kenmer-ken. Men kan voor zichzelf geen actievedeelname aan de eucharistische liturgieverwachten, als men er slechts oppervlak-kig bij is, zonder eerst het eigen levenonderzocht te hebben. Een dergelijke in-nerlijke bereidheid wordt bijvoorbeeld be-vorderd door inkeer en zwijgen, tenmin-ste enkele ogenblikken voor het beginvan de liturgie, door vasten en, indiennodig, door een sacramentele biecht. Eenmet God verzoend hart maakt ware deel-name mogelijk. In het bijzonder moetmen de gelovigen eraan herinneren dateen actuosa participatio niet te verwe-zenlijken is als men niet tegelijkertijdprobeert actief deel te nemen aan het ge-hele kerkelijke leven, daaronder begrepende missionaire inzet om de liefde vanChristus de samenleving in te dragen.

De volledige deelname aan de Eucharistievindt ongetwijfeld plaats als men ook zelfde Communie ontvangt.169 Niettemin moeter voor gezorgd worden dat deze juisteuitspraak bij de gelovigen niet tot eenzeker automatisme leidt, alsof men alleenomdat men zich tijdens de liturgievieringin de kerk bevindt het recht of misschienzelfs wel de plicht heeft tot de eucharisti-sche maaltijd te naderen. Ook als het nietmogelijk is de sacramentele Communie teontvangen blijft de deelname aan de hei-lige Mis noodzakelijk, geldig, betekenis-vol en vruchtbaar. Onder deze omstan-digheden is het goed het verlangen naarde volledige vereniging met Christus tekoesteren, bijvoorbeeld door de praktijkvan de geestelijke Communie, waaraanJohannes Paulus II herinnert170 en diewordt aanbevolen door heilige leermees-ters van het geestelijk leven.171

lekendienst moe-ten zorgvuldigworden uitgeko-zen, goed voorbe-reid en begeleid,met voortdurendebijscholing. Hunbenoeming moettijdelijk zijn. Zijmoeten in degemeenschapbekend zijn eneen dankbareerkenning ont-vangen.”

163. Vgl. Sacro-sanctum Concili-um, 37-42.

164. Vgl. 386-399.

165. In: KD 23/1(februari 1995),30-46.

166. Vgl. Johan-nes Paulus II,postsynodaleapostolischeExhortatie Eccle-sia in Africa (14september 1995),55-71, in: KD 24/1(9 februari 1996),21-29; postsyno-dale apostolischeExhortatie Eccle-sia in America (22januari 1999), 16,40, 64, 70-72, in:KD 28/7-8 (15december 2000),373, 387-388,402-403, 407-409; postsynodaleapostolischeExhortatie Eccle-sia in Asia (6november 1999),21 e.v., in: KD

28/9-10 (29december 2000),442-445; postsy-nodale apostoli-sche ExhortatieEcclesia in Oce-ania (22 novem-ber 2001), 16, in:KD 30/6 (16

vervolg noten opblz. 33

2007 • 13632

Page 31: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

Deelname door christenen die niet katholiek zijn

56. Bij het thema van de deelname moe-ten we onvermijdelijk spreken over dechristenen die behoren tot Kerken of ker-kelijke gemeenschappen, die niet in vollegemeenschap met de katholieke Kerkstaan. In dit verband moet gezegd wordendat de intrinsieke band tussen de Eucha-ristie en de eenheid van de Kerk, onsenerzijds vurig doet verlangen naar dedag waarop wij met alle christengelovi-gen gezamenlijk Eucharistie zullen kun-nen vieren en zo de volheid van de doorChristus voor zijn leerlingen gewilde een-heid (vgl. Joh 17,21) tot uitdrukking kun-nen brengen. Anderzijds verbiedt ons deeerbied die wij het sacrament van hetLichaam en Bloed van Christus verschul-digd zijn dat slechts tot ‘middel’ te redu-ceren, dat zonder onderscheid gebruiktkan worden om die eenheid te bereiken.172

De Eucharistie drukt immers niet alleenonze persoonlijke gemeenschap met JezusChristus uit, doch sluit ook de volle com-munio met de Kerk in. Dat is de redenwaarom wij met droefheid maar niet zon-der hoop de niet-katholieke christenenvragen onze overtuiging, die gebaseerd isop de Bijbel en op de Traditie, te begrij-pen en te respecteren. Wij zijn van me-ning dat de eucharistische Communie ende kerkelijke communio zo innig bij el-kaar horen, dat het voor niet-katholiekechristenen over het algemeen onmogelijkis het sacrament van de Communie teontvangen zonder te delen in de commu-nio. Nog zinlozer zou een regelrechteconcelebratie zijn met ambtsdragers vanandere Kerken of kerkelijke gemeenschap-pen, die niet in volle gemeenschap met dekatholieke Kerk staan. Desondanks blijftvan kracht dat waar het eeuwig heil inhet geding is de mogelijkheid bestaat in-

dividuele niet-katholieke christenen toete laten tot de Eucharistie, het boetesacra-ment en de ziekenzalving. Dat vereistechter wel dat het om bepaalde, buitenge-wone omstandigheden gaat, die aan nauw-keurig bepaalde voorwaarden voldoen.173

Deze worden in de Katechismus van deKatholieke Kerk174 en het Compendium175

duidelijk aangegeven. Iedereen heeft deplicht zich daar trouw aan te houden.

Deelname middels de massamedia

57. Gegeven de enorme ontwikkeling vande massamedia gedurende de laatste de-cennia heeft het woord ‘deelname’ eenwijdere betekenis gekregen dan in hetverleden het geval was. Wij erkennenallen met tevredenheid dat deze commu-nicatiemiddelen ook wat betreft de Eu-charistieviering nieuwe mogelijkhedenopenen.176 Dat vereist van de pastoralemedewerkers in deze sector een specialevoorbereiding en een sterk verantwoorde-lijkheidsgevoel. De op de televisie uitge-zonden heilige Mis krijgt namelijk onver-mijdelijk een zekere voorbeeldfunctie.Daarom moet er niet alleen zorgvuldig opgelet worden dat de viering op waardigeen goedvoorbereide plaatsen worden ge-houden, maar ook dat de liturgische nor-men in acht worden genomen.

Wat ten slotte de waarde van de door demassamedia mogelijk gemaakte deelnameaan de heilige Mis betreft, moet degenedie naar zulke uitzendingen luistert ofkijkt weten dat hij hiermee onder normaleomstandigheden zijn zondagsplicht nietvervult. Beelden geven weliswaar de wer-kelijkheid weer maar reproduceren dezeniet echt.177 Terwijl het zeer lofwaardig isdat oude en zieke mensen door de radio-en televisie-uitzendingen deel kunnennemen aan de zondagsmis, geldt dat niet

augustus 2002),234-236; postsy-nodale apostoli-sche ExhortatieEcclesia in Euro-pa (28 juni 2003),58-60, in: KD

31/5-6 (14november 2003),164-165.

167. Vgl. Proposi-tio 26.

168. Vgl. Proposi-tio 35; Sacrosanc-tum Concilium,11.

169. Vgl. Kate-chismus van deKatholieke Kerk,1388; Sacrosanc-tum Concilium,55.

170. Vgl. Ecclesiade Eucharistia,34, in: a.w., 114-115.

171. Onder meerbijvoorbeeld Tho-mas van Aquino,Summa Theolo-giae, III, q. 80, a.1,2; Theresia vanJesus, Weg van deVolmaaktheid,Hoofdstuk 35. Deleer is door hetConcilie vanTrente definitiefbevestigd: 13dezitting, hoofdstukVIII.

172. Vgl. Johan-nes Paulus II,Encycliek Utunum sint (25 mei1995), 8, in: KD

23/6-7 (oktober1995), 296.

173. Vgl. Proposi-tio 41; TweedeVaticaans Conci-lie, Decreet overde katholiekedeelneming aan

vervolg noten opblz. 34

137 • 2007 33

Page 32: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

op dezelfde manier voor hen die zichzelfdoor dergelijke uitzendingen willen dis-penseren van het gaan naar de Kerk, omaan de Eucharistieviering in de bijeen-komst van de levende Kerk deel te nemen.

‘Actuosa participatio’ van de zieken

58. Wat betreft de situatie van hen die opgrond van ziekte of ouderdom niet instaat zijn naar de plaatsen te gaan waarde eredienst wordt gevierd, wil ik degehele kerkelijke gemeenschap wijzen opde pastorale noodzaak voor de zieken, ofze nu thuis zijn of in het ziekenhuis, gees-telijke bijstand te waarborgen. Over dezesituatie werd in de Bisschoppensynodeherhaaldelijk gesproken. Er moet voorgezorgd worden dat deze broeders en zus-ters van ons veelvuldig de heilige Com-munie kunnen ontvangen. Als zij op dezewijze hun relatie met de gekruisigde enverrezen Christus kunnen versterken,kunnen zij gewaar worden dat hun leven,door het aanbieden van hun eigen lijdenin vereniging met het offer van onzeHeer, geheel en al in het leven en de zen-ding van de Kerk ingelijfd is. Bijzondereaandacht moet worden besteed aan degehandicapten. Als hun conditie het toe-staat moet de christelijke gemeenschaphet hun mogelijk maken naar de plaatsvan de eredienst te komen. Met het ooghierop moet ervoor worden gezorgd dateventuele obstakels uit de weg wordengeruimd, die gehandicapten de toegangbemoeilijken. Ten slotte moet, voor zovermogelijk, de Communie gewaarborgdworden ook voor gedoopte en gevormdegeestelijk gehandicapten: zij ontvangende Eucharistie ook in het geloof van defamilie of de gemeenschap die hen bege-leidt.178

De aandacht voor de gevangenen

59. De geestelijke traditie van de Kerkheeft, op grond van een ondubbelzinnigwoord van Christus (vgl. Mt 25,36), hetbezoeken van gevangenen aangewezenals één van de lichamelijke werken vanbarmhartigheid. Degenen die zich in dezesituatie bevinden hebben het bijzondernodig door de Heer zelf in het sacramentvan de Eucharistie bezocht te worden. Tij-dens zo’n bijzondere en pijnlijke periodein het leven kan het ervaren van de nabij-heid van de kerkelijke gemeenschap enhet ontvangen van de heilige Communie,zeker bijdragen tot de kwaliteit van degeloofsweg van de betrokkene en volledi-ge sociale rehabilitatie bevorderen. Inovereenstemming met de in de synodegeuite wensen, vraag ik de bisdommen,binnen de grenzen van de mogelijkheden,zorg te dragen voor een adequate inzetvan krachten voor wat betreft de pastora-le activiteiten gericht op de geestelijkezorg voor gevangenen.179

De migranten en de deelname aan de Eucharistie

60. Toen de synode het probleem aanroer-de van mensen die om verschillende rede-nen gedwongen zijn hun land te verlaten,werd bijzondere dank uitgesproken jegenshen die werkzaam zijn in de pastoralezorg voor migranten. In dit verband moetbijzondere aandacht worden geschonkenaan emigranten die tot de katholieke Ker-ken van het Oosten behoren en die nietalleen gescheiden zijn van huis en haardmaar ook het bijkomende probleem heb-ben dat zij niet deel kunnen nemen aande eucharistische liturgie van de eigenritus waartoe ze behoren. Daarom moet,waar mogelijk, voor geestelijke verzor-ging door een priester van de eigen ritus

de oecumenischebeweging Unitatisredintegratio, 8,15; Ut unum sint,46, in: a.w., 312;Ecclesia deEucharistia, 45-46, in: a.w., 119-120; Wetboek vanCanoniek Recht,can. 844 §3-4;Wetboek vanCanones van deOosterse Kerken,can. 671 § 3-4;Pauselijke Raadvoor de Bevorde-ring van de Een-heid der Christe-nen, OecumenischDirectorium (25maart 1993), 125,129-131, in: KD

21/7 (oktober1993), 327, 328.

174. Vgl. nr.1398-1401.

175. Vgl. nr. 293.

176. Vgl. Pauselij-ke Raad voor deSociale Commu-nicatiemiddelen,Pastorale Instruc-tie Aetatis novaeover sociale com-municatie bij detwintigste ver-jaardag van Com-munio et progres-sio (22 februari1992), in: KD 20/4(mei 1992), 163-180.

177. Vgl. Proposi-tio 29.

178. Vgl. Proposi-tio 44.

179. Vgl. Proposi-tio 48.

2007 • 13834

Page 33: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

worden gezorgd. In ieder geval vraag ikde bisschoppen deze broeders en zustersin de liefde van Christus op te nemen. Deontmoeting tussen gelovigen van ver-schillende riten kan ook een gelegenheidtot wederzijdse verrijking worden. In hetbijzonder denk ik aan het nut dat – op deeerste plaats voor de clerus – uit de ken-nis van verschillende tradities kan voort-vloeien.180

De grote concelebraties

61. De synodevergadering heeft grondigoverwogen wat de waarde is van deelna-me aan grote concelebraties, die plaatsvinden bij bijzondere gelegenheden enwaarbij, behalve een groot aantal gelovi-gen, ook veel concelebrerende priestersaanwezig zijn.181 Enerzijds is de betekenisvan deze momenten zeer herkenbaar, inhet bijzonder als de bisschop de vieringleidt, omringd door zijn presbyterium ende diakens. Anderzijds kunnen bij zulkegelegenheden problemen optreden watbetreft de waarneembare uitdrukking vande eenheid van het presbyterium, in hetbijzonder bij het Eucharistisch Gebed enbij het uitreiken van de heilige Commu-nie. Er moet worden vermeden dat dezegrote concelebraties verwarring veroorza-ken. Dat kan door op gepaste wijze voorcoördinatie te zorgen en de plaats van deeredienst zo in te richten dat priesters engelovigen tot volle, werkelijke deelnamein staat worden gesteld. In ieder gevalmoet men voor ogen houden dat het gaatom uitzonderlijke concelebraties, die be-perkt moeten blijven tot buitengewonesituaties.

De Latijnse taal

62. Deze uitspraken mogen echter geenafbreuk doen aan de waarde van deze

grote liturgievieringen. Ik denk hierbij inhet bijzonder aan de vieringen die plaatsvinden tijdens internationale bijeenkom-sten, die tegenwoordig steeds vaker wor-den gehouden. Daar moet zo goed moge-lijk gebruik van gemaakt worden. Om deeenheid en de universaliteit van de Kerkbeter tot uitdrukking te brengen, zou ikwillen aanbevelen wat de Bisschoppensy-node in overeenstemming met het Twee-de Vaticaans Concilie182 heeft voorgesteld:het is goed als zulke vieringen, uitgezon-derd de lezing, de homilie en de voorbe-den van de gelovigen, in het Latijn wor-den gehouden. Ook moeten de bekendstegebeden183 uit de traditie van de Kerk inhet Latijn worden uitgesproken en even-tueel een aantal Gregoriaanse gezangenworden uitgevoerd. Heel in het algemeenis het mijn wens dat toekomstige priestersvanaf hun seminarietijd erop voorbereidworden de heilige Mis in het Latijn tebegrijpen en te vieren, Latijnse teksten tegebruiken en Gregoriaanse zang uit tevoeren. Men moet ook de mogelijkheidopen houden dat de gelovigen wordt ge-leerd de meest algemene gebeden in hetLatijn te bidden en bepaalde delen van deliturgie Gregoriaans te zingen.184

Eucharistie vieren in kleine groepen

63. Een geheel andere situatie doet zichvoor als men bij sommige pastorale gele-genheden, juist omwille van een bewuste-re, actievere en meer vruchtbare deelna-me, kiest voor vieringen in kleine groe-pen. Ondanks de erkenning van de vor-mende waarde van zo’n keuze, moet welgezegd worden dat deze vieringen afge-stemd moeten worden op het gehele pas-torale aanbod van het bisdom. Deze expe-rimenten zouden namelijk hun pedago-gisch karakter verliezen indien ze alstegenstelling of parallel van de vieringen

180. Een dergelij-ke kennis kan ookdoor doelmatigeinitiatieven tij-dens de priester-opleiding verwor-ven worden: vgl.Propositio 45.

181. Vgl. Proposi-tio 37.

182. Vgl. Sacro-sanctum Concili-um, 36 en 54.

183. Vgl. Proposi-tio 36.

184. Vgl. t.a.p.

139 • 2007 35

Page 34: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

van de particuliere Kerk werden ervaren.In dit verband heeft de synode de nadrukgelegd op enkele criteria waaraan menzich moet houden: de kleine groepenmoeten ertoe dienen de parochiegemeen-schap te verenigen, niet te versplinteren,en dat moet blijken uit de concrete prak-tijk. Deze groepen moeten de vruchtbaredeelname van de hele bijeenkomst bevor-deren en daarbij zoveel mogelijk de een-heid van de individuele families in hetliturgisch leven bewaren.185

De met innerlijke deelname beleefde liturgieviering

Mystagogische catechese

64. De grote liturgische traditie van deKerk leert ons dat het voor een vruchtbaredeelname nodig is persoonlijk te beant-woorden aan het gevierde mysterie, doorhet eigen leven in eenheid met het offervan Christus te geven voor het heil vande gehele wereld. Op grond hiervan heeftde Bisschoppensynode de aanbevelinggedaan ervoor zorg te dragen dat bij degelovigen een diepe overeenstemmingbestaat tussen de innerlijke gesteldheid ende gebaren en woorden. Als die overeen-stemming er niet is, lopen onze vieringengevaar dat ze, hoe levendig ze ook mogenzijn, afglijden naar ritualisme. Daarommoet er worden gezorgd voor een educa-tief programma dat de gelovigen in staatzal stellen persoonlijk te beleven wat erwordt gevierd. Wat zouden met het oogop de essentiële betekenis van deze per-soonlijke en bewuste participatio de pas-sende didactische middelen zijn? De sy-nodevaders hebben wat dit betreft een-stemmig de weg van de mystagogischecatechese aanbevolen, die de gelovigenhelpt steeds beter binnen te dringen in degevierde mysteries.186 Vooral vanwege de

band tussen de ars celebrandi en de ac-tuosa participatio moet op de eersteplaats worden bevestigd dat “de bestecatechese over de Eucharistie de goedgevierde Eucharistie zelf is”.187 De liturgieis namelijk van zichzelf pedagogisch ef-fectief als het erom gaat de gelovigenbinnen te voeren in de kennis van hetgevierde mysterie. Ook al werd in de oud-ste tradities van de Kerk de systematischegeloofskennis zeker niet verwaarloosd,toch lag de nadruk op de ervaring, waar-bij de levende en overtuigende ontmoe-ting met Christus, bemiddeld door au-thentieke getuigen, doorslaggevend was.Daarom is degene die anderen binnen-voert in de mysteries op de eerste plaatsde getuige. Deze ontmoeting wordt na-tuurlijk verdiept in de catechese en vindthaar bron en hoogtepunt in de Eucharis-tieviering. Deze fundamentele structuurvan de christelijke ervaring is vereist vooreen mystagogisch proces, waarin drie ele-menten altijd aanwezig moeten zijn:

a) Het gaat bovenal om de interpretatievan de riten in het licht van de heilsge-beurtenissen, in overeenstemming met delevende overlevering van de Kerk. In deoneindige rijkdom van de Eucharistievie-ring wordt voortdurend verwezen naar deheilsgeschiedenis. In de gekruisigde enverrezen Christus kunnen wij inderdaadhet alles samenbrengende middelpuntvan de gehele werkelijkheid vieren (vgl.Ef 1,10). Vanaf het begin heeft de christe-lijke gemeenschap de gebeurtenissen uithet leven van Jezus – en in het bijzonderhet Paasmysterie – verstaan in relatie totde gehele weg van het Oude Testament.

b) Bovendien moet een mystagogischecatechese ervoor zorgen dat mensen wor-den binnengevoerd in de betekenis van detekenen die in de riten vervat zijn. Deze

185. Vgl. Proposi-tio 32.

186. Vgl. Proposi-tio 14.

187. Propositio19.

2007 • 14036

Page 35: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

opgave is bijzonder dringend in een sterktechnologische tijd als de onze, waarinhet gevaar bestaat dat men het waarne-mingsvermogen voor tekenen en symbo-len verliest. De mystagogische catechesemoet niet zozeer informatie bieden alswel de gevoeligheid van de gelovigenweer opwekken en stimuleren voor detaal van tekenen en gebaren die samenmet het Woord de ritus vormen.

c) Ten slotte moet de mystagogische cate-chese er zorg voor dragen de betekenisvan de riten in verhouding tot het christe-lijk leven in alle dimensies aan te tonen:in werk en verplichting, in denken envoelen, in bezigheid en rust. Onderdeelvan het mystagogisch proces is het ver-duidelijken van de band tussen de in deritus gevierde mysteries en de missionaireverantwoordelijkheid van de gelovigen.In die zin is het tot volle wasdom geko-men resultaat van de mystagogie het be-sef dat het eigen leven door het vierenvan de heilige geheimen steeds herscha-pen wordt. Bovendien is het doel van allechristelijke opvoeding de gelovige als‘nieuwe mens’ op te bouwen tot volwas-sen geloof, dat hem in staat stelt in zijnomgeving te getuigen van de christelijkehoop die hem bezielt.

Om in onze kerkelijke gemeenschappeneen dergelijk vormingsprogramma tekunnen realiseren is er behoefte aandaartoe opgeleide personen. Uiteraardmoet het hele Godsvolk zich betrokkenvoelen bij deze voortschrijdende vor-ming. Iedere christelijke gemeenschap isgeroepen een plaats te zijn van pedagogi-sche inleiding in de mysteries die ingeloof worden gevierd. Met betrekkinghiertoe hebben de synodevaders de doel-treffendheid onderstreept van een groterebetrokkenheid van de gemeenschappen

van godgewijd leven en van de nieuwebewegingen, die door hun eigen charismade christelijke vorming nieuw elan kun-nen geven.188 Ook in onze tijd is de heiligeGeest zeker niet spaarzaam met zijn ga-ven om de apostolische zending te onder-steunen van de Kerk, die de taak heeft hetgeloof te verbreiden en op te bouwen totrijpheid.189

De eerbied voor de Eucharistie

65. Een overtuigend bewijs van de uit-werking die de eucharistische catecheseop de gelovigen uitoefent is zeker het toe-nemende vermogen het mysterie te erva-ren van de onder ons tegenwoordige God.Dat kan uitgedrukt worden door op bij-zondere manieren eerbied te bewijzenjegens de Eucharistie, eerbied waarin hetmystagogisch proces de gelovigen moetbinnenleiden.190 Ik denk heel in het alge-meen aan de betekenis van de gebaren ende houding, zoals het knielen bij de be-langrijkste momenten van het Eucharis-tisch Gebed. Temidden van de legitiemeverscheidenheid van tekenen die in decontext van de verschillende culturenworden gebruikt, moet iedereen het le-vendige besef hebben, en daaraan ookuitdrukking geven, dat hij zich in iedereviering voor de oneindige majesteit vanGod bevindt, die deemoedig tot ons komtin de sacramentele tekenen.

Aanbidding en eucharistische vroomheid

De innerlijke band tussen liturgievieringen aanbidding

66. Eén van de meest intense momentenvan de synode was toen we, gezamenlijkmet vele gelovigen, in de basiliek van St.Pieter bijeen kwamen voor de eucharisti-

188. Vgl. Proposi-tio 14.

189. Vgl. Benedic-tus XVI, Homiliegedurende de eer-ste vespers vanPinksteren (3 juni2006), in: AAS 98(2006), 509.

190. Vgl. Proposi-tio 34.

141 • 2007 37

Page 36: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

sche aanbidding. Met dit teken wilde deBisschoppenvergadering sterker dan al-leen met woorden de aandacht richten opde betekenis van de innerlijke band tus-sen de Eucharistieviering en de aanbid-ding. In dit belangrijke aspect van hetgeloof van de Kerk ligt één van de beslis-sende elementen van de door het TweedeVaticaans Concilie in gang gezette litur-gische vernieuwing. Tijdens de eerstestappen van deze hervorming was de in-nerlijke band tussen de heilige Mis en deaanbidding van het Allerheiligst Sacra-ment dikwijls onvoldoende in beeld. Eenwijdverbreide tegenwerping toentertijdwas bijvoorbeeld de opmerking dat heteucharistisch brood ons niet was gegevenom ernaar te kijken maar om het te eten.In het licht van de gebedservaring van deKerk is deze tegenstelling echter geheelongegrond. De heilige Augustinus heeftal gezegd “Nemo autem illam carnemmanducat, nisi prius adoravit; … pecce-mus non adorando” – Niemand eet ditvlees zonder het eerst te aanbidden … wijzouden zondigen als wij het niet eerstzouden aanbidden”.191 In de Eucharistiekomt de Zoon van God ons tegemoet enwil zich met ons verenigen. De eucharisti-sche aanbidding is niets anders dan eennatuurlijk uitvloeisel van de Eucharistie-viering, die zelf de grootste daad vanaanbidding van de Kerk is.192 Het ontvan-gen van de Eucharistie is Hem aanbiddendie wij ontvangen. Zo en alleen zo wor-den wij één met Hem en krijgen wij inzekere zin een voorsmaak van de schoon-heid van de hemelse liturgie. De aanbid-ding buiten de heilige Mis verlengt enintensiveert wat in de liturgieviering zelfgebeurt: “Alleen in aanbidding kan eendiep en waarachtig ontvangen rijpen. Enjuist in deze allerpersoonlijkste ontmoe-ting met de Heer rijpt dan ook de socialezending die vervat is in de Eucharistie en

die niet alleen de grens tussen de Heer enons wil openscheuren, maar bovenal ookde grenzen die ons van elkaar scheiden.”193

De praktijk van de eucharistische aanbidding

67. Samen met de synodevergaderingbeveel ik daarom de herders van de Kerken het Godsvolk van harte de eucharisti-sche aanbidding aan, alleen of in ge-meenschap.194 In dit verband zal een goe-de catechese van groot nut zijn, waarbijaan de gelovigen de betekenis van dezevorm van eredienst wordt uitgelegd, dieons in staat stelt de liturgische vieringdiepgaander en vruchtbaarder te beleven.Voor zover mogelijk moeten dan vooralin dichtbevolkte gebieden kerken of ora-toria voor de eeuwigdurende aanbiddingworden bestemd en ingericht. Daarnaastbeveel ik aan de kinderen bij het cateche-tisch onderricht, en in het bijzonder bij devoorbereiding op de eerste Communie,vertrouwd te maken met de betekenis ende schoonheid van het tijd doorbrengenbij Jezus en hen te helpen een gevoel vanverwondering te ontwikkelen over Zijnaanwezigheid in de Eucharistie.

Hier wil ik mijn bewondering en steun totuitdrukking brengen voor alle institutenvan godgewijd leven waarvan de ledeneen aanzienlijk deel van hun tijd aan deeucharistische aanbidding wijden. Opdeze manier geven zij aan allen het voor-beeld van mensen die zich laten vormendoor de werkelijke tegenwoordigheid vande Heer. Ook wil ik de verenigingen vanchristengelovigen evenals de broeder-schappen bemoedigen, die deze devotieals bijzondere verplichting op zich geno-men hebben. Ze worden zo als zuurdesemvan beschouwing voor de hele Kerk en totverwijzing naar Christus als middelpunt

191. Enarrationesin Psalmos 98,9,in: CCL XXXIX,1385; vgl. Toe-spraak tot deRomeinse Curie(22 december2005), in: t.a.p..

192. Vgl. Proposi-tio 6.

193. Toespraak totde RomeinseCurie (22 decem-ber 2005), in:t.a.p..

194. Vgl. Proposi-tio 6; Congregatievoor de Goddelij-ke Eredienst en deRegeling van deSacramenten,Directorium overVolksvroomheiden Liturgie (17december 2001),164-165, in:Liturgische docu-mentatie (Bijlagebij het Directori-um voor deNederlandse Kerk-provincie) II(Zeist, 15 augus-tus 2003), 111-112; Eucharisti-cum mysterium,in: a.w., 539-573.

2007 • 14238

Page 37: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

voor het leven van individuen en van ge-meenschappen.

Vormen van eucharistische vroomheid

68. De persoonlijke relatie van de indivi-duele mens met Jezus, die in de Eucharistieaanwezig is, verwijst altijd naar het geheelvan de kerkelijke gemeenschap, omdat de-ze in de mens het bewustzijn voedt dat hijbehoort tot het Lichaam van Christus.Daarom nodig ik niet alleen individuelegelovigen uit persoonlijk tijd te vinden omin gebed voor het sacrament van het altaarte vertoeven, maar beschouw ik het alsmijn plicht ook parochies en andere kerke-lijke groeperingen te verzoeken momentenvan gemeenschappelijke aanbidding in testellen. Natuurlijk behouden alle reeds be-staande vormen van eucharistische vroom-heid hun waarde. Ik denk bijvoorbeeld aaneucharistische processies, op de eersteplaats de traditionele processie met Sacra-mentsdag, aan de vrome praktijk van hetVeertigurengebed, aan de plaatselijke, na-tionale en internationale eucharistischecongressen en andere vergelijkbare initia-tieven. Op passende wijze geactualiseerden aangepast aan de verschillende om-standigheden, verdienen deze vormen vanvroomheid het ook nu nog bevorderd teworden.195

De plaats van het tabernakel in de kerk

69. Gegeven de betekenis van de eucharis-tische aanbidding en de eerbied jegens hetsacrament van het offer van Christus heeftde Bisschoppensynode zich ook gebogenover de vraag wat de meest geschikteplaats is voor het tabernakel in onze ker-ken.196 De juiste plaats helpt namelijk dewaarachtige tegenwoordigheid van Chris-tus in het Allerheiligst Sacrament te erken-nen. Voor iedereen die de kerk binnenkomt,

moet de plaats waar het Allerheiligst Sa-crament bewaard wordt duidelijk zichtbaarzijn, niet op de laatste plaats door de gods-lamp. Hierbij moet rekening worden ge-houden met de architectuur van het sa-crale gebouw: in kerken die geen sacra-mentskapel hebben en waar het hoogaltaarmet het tabernakel nog bestaat, is het prak-tisch van deze structuur gebruik te makenvoor het bewaren en aanbidden van de Eu-charistie, waarbij vermeden moet wordendat de zetel van de celebrant ervoor wordtgeplaatst. In nieuwe kerken is het goed desacramentskapel in de nabijheid van hetpriesterkoor te plannen; waar dat niet mo-gelijk is, verdient het de voorkeur het ta-bernakel in het priesterkoor te plaatsen, opeen verhoging in de apsis of op een anderpunt waar het goed te zien is. Zulke zorg-vuldige maatregelen dragen ertoe bij dataan het tabernakel, dat ook altijd vanuit ar-tistiek oogpunt een goede vormgeving ver-eist, de noodzakelijke waardigheid wordtverleend. Natuurlijk moet rekening wordengehouden met alles wat het Algemeen Sta-tuut van het Romeins Missaal over ditthema zegt.197 Het laatste oordeel in dezekomt in ieder geval aan de bisschop toe.

DEEL III

Eucharistie, een mysterie waaruit men leeft

“Zoals Ik door de Vader die leeft, gezon-den ben en leef door de Vader, zo zal ookhij die Mij eet, leven door Mij” (Joh 6,57)

Geestelijke eredienst – logiké latreía (Rom 12,1)

70. Jezus, de Heer, die zich voor ons totvoedsel van de waarheid en de liefde ge-

195. Vgl. Relatiopost disceptatio-nem, 11, in: a.w.,13.

196. Vgl. Proposi-tio 28.

197. Vgl. nr. 314.

143 • 2007 39

Page 38: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

maakt heeft, verzekert ons, als Hij spreektover de gave van zijn leven: “Als iemandvan dit brood eet, zal hij leven in eeuwig-heid” (Joh 6,51). Maar dit ‘eeuwig leven’begint in ons al in deze tijd, door de ver-andering die de eucharistische gave inons tot stand brengt: “Hij die Mij eet, zalleven door Mij” (Joh 6,57). Deze woordenvan Jezus doen ons begrijpen hoe het‘geloofde’ en ‘gevierde’ mysterie een dy-namiek in zich heeft waardoor het in onstot bron van nieuw leven wordt en onschristelijk leven vormt. Als wij ons ver-enigen met het Lichaam en het Bloed vanJezus Christus, worden wij namelijk opeen steeds meer volwassen en bewustewijze deelachtig aan het goddelijk leven.Hier geldt ook wat de heilige Augustinusin zijn Belijdenissen zegt over de eeuwigeLogos, het voedsel van de ziel. De heiligekerkvader benadrukt het paradoxale ka-rakter van dit voedsel, als hij een stemmeent te horen die tot hem zegt: “Ik bende spijs van de groten: groei en gij zultMij eten. En gij zult Mij niet doen veran-deren in u, gelijk het voedsel van uwvlees, maar gij zult in Mij veranderen.”198

Inderdaad, het eucharistische voedselwordt niet in ons veranderd, maar wijzijn het die daardoor op mysterieuzewijze worden veranderd. Christus voedtons, doordat Hij zich met ons verenigt,ons “in zich binnen voert”.199

De Eucharistieviering verschijnt hier inalle kracht als bron en hoogtepunt vanhet kerkelijk leven, daar zij tegelijkertijdde uitdrukking is van zowel de oorsprongals ook de voltooiing van de nieuwe endefinitieve eredienst, de logiké latreía.200

De desbetreffende woorden van de heiligePaulus aan de Romeinen vatten heel com-pact samen hoe de Eucharistie ons heleleven verandert in een geestelijke ere-dienst, die God welgevallig is: “En nu,

broeders, smeek ik u bij Gods erbarming:wijdt uzelf [letterlijk: uw lichaam] aanHem toe als een levende, heilige offerga-ve, die Hij kan aanvaarden. Dat is degeestelijke eredienst die u past” (Rom12,1). In deze oproep verschijnt het beeldvan de nieuwe eredienst als volledigezelfgave van de eigen persoon in ge-meenschap met de hele Kerk. De nadrukvan de Apostel op de gave van ons li-chaam onderstreept de menselijke con-creetheid van een eredienst die alles be-halve onlichamelijk is. Het is opnieuw deheilige van Hippo die ons er in dit ver-band aan herinnert dat dit “het offer vande christenen is: zij zijn met velen éénlichaam. Dat viert de Kerk ook steedsweer in het aan de gelovigen welbekendesacrament van het altaar: daar wordt haargetoond dat zijzelf wordt geofferd in watzij offert.”201 En ook de katholieke leerbevestigt dat de Eucharistie als offer vanChristus eveneens het offer van de Kerk isen dus ook van de gelovigen.202 Deze na-druk op het offer (in het Latijn sacrifici-um, wat zoveel betekent als ‘heilig ge-maakt’) brengt de gehele existentiëlediepte tot uitdrukking, die is vervat in deomvorming van onze menselijke natuur,die Christus heeft aangenomen (vgl. Fil3,12).

De alomvattende werking van de eucharistische eredienst

71. De nieuwe christelijke eredienst om-vat ieder aspect van het bestaan en vormthet om: “Of gij dus eet of drinkt, of watgij ook doet, doet alles ter ere Gods”(1Kor 10,31). De christen is geroepen bijalles wat hij in zijn leven doet de ware eeraan God te brengen. Dat is het uitgangs-punt van waaruit het fundamenteel eu-charistisch wezen van het christelijk le-ven vorm krijgt. Als de Eucharistie be-

198. VII, 10, 16,in: PL 32, 742.

199. Homilie ophet Marienfeld,in: a.w., 156; vgl.Homilie tijdens devigilieviering vanPinksteren (3 juni2006), in: AAS 98(2006), 505.

200. Vgl. Relatiopost disceptatio-nem, 6, 47, in:a.w., 12, 16; Pro-positio 43.

201. De civitateDei, X, 6, in: PL

41, 284.

202. Vgl. Kate-chismus van deKatholieke Kerk,1368.

2007 • 14440

Page 39: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

trokken wordt op de concrete, alledaagsemenselijke werkelijkheid, maakt zij dagaan dag de voortschrijdende omvormingmogelijk van de mens, die uit genadegeroepen is, tot evenbeeld van de Zoonvan God (vgl. Rom 8,29 e.v.) Er is nietswerkelijk menselijks – gedachten en ge-voelens, woorden en daden – dat in hetsacrament van de Eucharistie niet hetjuiste antwoord vindt om ten volle ge-leefd te worden. Hier komt de gehele an-tropologische waarde aan het licht van denieuwheid die Christus door de Eucharis-tie heeft gebracht: de eredienst kan in hetmenselijk leven niet beperkt worden toteen bijzonder privé-moment, doch wil opnatuurlijke wijze tot ieder aspect van dewerkelijkheid van het individu doordrin-gen. De eredienst die God welgevallig is,wordt zo tot een nieuw beleven van alleomstandigheden van het bestaan, waarbijieder aspect een innerlijke verdieping er-vaart, omdat het beleefd wordt in debetrekking met Christus en de overgaveaan God. De verheerlijking van God is delevende mens (vgl. 1Kor 10,31). En hetleven van de mens is de aanschouwingvan God.203

Iuxta dominicam viventes – levend volgens de zondag

72. Deze radicale nieuwheid die de Eu-charistie in het leven van de mens brengtis vanaf het begin duidelijk aanweziggeweest in het christelijk bewustzijn. Degelovigen hebben direct de diepe invloedervaren die de Eucharistieviering op hunlevenswijze uitoefende. De heilige Ignati-us van Antiochië gaf uiting aan dezewaarheid toen hij de christenen mensennoemde die “tot de nieuwe hoop gekomenzijn”, en hij beschreef hen als “levendvolgens de zondag” (iuxta dominicam vi-ventes).204 Deze formulering van de grote

martelaar uit Antiochië doet de relatietussen de eucharistische werkelijkheid enhet alledaagse christelijke bestaan duide-lijk uitkomen. De karakteristieke gewoon-te van de christenen om op de eerste dagna de sabbat samen te komen om de ver-rijzenis van Christus te vieren is – vol-gens het verslag van Justinus de Marte-laar205 – ook het gegeven dat de levens-wijze bepaalt, die door de ontmoeting metChristus vernieuwd is. De formuleringvan de heilige Ignatius – “levend volgensde zondag” – onderstreept ook de voor-beeldfunctie die deze heilige dag vooriedere andere dag van de week heeft. Hijonderscheidt zich namelijk niet slechts opgrond van alleen maar de onderbrekingvan de gebruikelijke bezigheden, als eensoort parenthese in het gewone dagelijkseritme. De christenen hebben deze dagaltijd ervaren als de eerste dag van deweek, omdat dan de door Christus ge-brachte radicale nieuwheid wordt her-dacht. Daarom is de zondag de dag waar-op de christen opnieuw die eucharistischevorm van leven krijgt, waarnaar hij ge-roepen is voortdurend te leven. “Levendvolgens de zondag” betekent leven in hetbesef van de door Christus gebrachte be-vrijding en het eigen bestaan ontwikkelentot zelfgave aan God, opdat zijn overwin-ning door een van binnenuit hernieuwdehouding aan alle mensen geheel wordtgeopenbaard.

De zondagsplicht vervullen

73. In het besef van dit nieuwe levens-principe dat de Eucharistie aan de christe-nen schenkt hebben de synodevaders dezondagsplicht als bron van authentiekevrijheid voor alle gelovigen bevestigd,opdat ze iedere andere dag kunnen bele-ven in overeenstemming met wat ze opde ‘dag des Heren’ hebben gevierd. Het

203. Vgl. Irena-eus, Tegen de ket-terijen IV, 20, 7,in: PG 7, 1037.

204. Brief aan deMagnesiërs 9,1,in: PG 5, 670.

205. Vgl. 1steApologie 67, 1-6;66, in: PG 6, 430e.v., 427, 430.

145 • 2007 41

Page 40: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

geloofsleven is namelijk in gevaar alsmen niet meer de wens ervaart deel tenemen aan de Eucharistieviering, waarinde overwinning van Pasen herdachtwordt. Samen met alle broeders en zus-ters, met wie we één Lichaam vormen inChristus, deelnemen aan de zondagseliturgische bijeenkomst wordt dringendgevraagd door het christelijk geweten, dater tegelijk ook door gevormd wordt. Hetgevoel verliezen voor de zondag als dedag des Heren, die geheiligd moet wor-den, is een symptoom van het verlorengaan van de eigenlijke zin van de christe-lijke vrijheid, de vrijheid van de kinderenGods.206 Wat dit betreft blijven de opmer-kingen waardevol die mijn vereerde voor-ganger Johannes Paulus II in de apostoli-sche brief Dies Domini207 heeft gemaakt inverband met de verschillende dimensiesvan de zondag voor de christen: deze dagis Dies Domini wat betreft het schep-pingswerk; het is de Dies Christi omdathet de dag van de nieuwe schepping ende gave van de heilige Geest is, die deverrezen Heer ons schenkt; het is de DiesEcclesiae als de dag waarop de christelij-ke gemeenschap samenkomt voor de vie-ring; het is de Dies hominis als dag vande vreugde, van de rust en van de broe-derliefde.

Zo’n dag openbaart zich daarom als de‘feestdag bij uitstek’, als iedere gelovigein de omgeving waar hij woont tot ver-kondiger en hoeder van de betekenis vande tijd kan worden. Uit die dag komtnamelijk de christelijke betekenis van hetleven voort en een nieuwe manier om detijd, de relaties, het werk, het leven en dedood te ervaren. Daarom is het goed alsvan kerkelijke zijde rond de Eucharistie-viering bijeenkomsten van de christelijkegemeenschap worden georganiseerd: ge-zellige bijeenkomsten, initiatieven voor

de opvoeding van kinderen, jongeren envolwassenen in het geloof, bedevaarten,werken van naastenliefde en verschillendegebedsmomenten. En hoe waar het ookmag zijn dat de zaterdagavond vanaf deeerste vespers al bij de zondag hoort en hetdaarom is toegestaan dan reeds de zon-dagsplicht te vervullen, het is op grondvan deze zo belangrijke waarde toch nodigin herinnering te roepen dat het de zondagzelf is die het verdient geheiligd te worden,opdat deze dag ten slotte geen dag wordtdie “leeg is van God”.208

De betekenis van rust en werk

74. Ten slotte is het in onze tijd bijzonderurgent eraan te herinneren dat de dag desHeren ook een dag van rust van het werkis. Wij hopen van harte dat dit ook doorde burgerlijke samenleving erkend zalworden, zodat het mogelijk is vrij te zijnvan beroepsmatige bezigheid zonder daarnegatieve gevolgen van te ondervinden.De christenen hebben inderdaad – nietzonder verband te leggen met de beteke-nis van de sabbat in de joodse traditie –in de dag des Heren ook de dag van rustvan de dagelijkse beslommeringen ge-zien. Dit heeft een zeer bijzondere zin,want het betekent een relativering van hetwerk, gericht op de mens: het werk is ervoor de mens en niet de mens voor hetwerk. De bescherming die de mens zelfhierdoor wordt geboden is gemakkelijk tebevroeden: op deze wijze wordt hij vaneen mogelijke vorm van slavernij bevrijd.Zoals ik al benadrukt heb, “heeft het werkeen primaire betekenis voor de verwerke-lijking van de mens en voor de ontwikke-ling van de samenleving en moet daarommet volledig respect voor de menselijkewaardigheid en in dienst van het alge-meen welzijn worden georganiseerd enuitgevoerd. Tegelijk is het absoluut essen-

206. Vgl. Proposi-tio 30.

207. Vgl. KD 26/9-10 (18 december1998), 443-476.

208. Propositio30.

2007 • 14642

Page 41: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

tieel dat de mens zich niet door het werklaat knechten, dat hij het niet tot afgodmaakt, door zich in te beelden dat hijdaarin de laatste en definitieve zin vanhet leven zal vinden.”209 Het is de aan Godgewijde dag die de mens het begrip bij-brengt voor de zin van zijn leven en ookvoor zijn beroepsmatige activiteiten.210

Zondagse bijeenkomsten in de afwezigheid van een priester

75. Als men de betekenis van de zondags-viering voor het leven van een christenopnieuw ontdekt, stelt men zich onwille-keurig de vraag hoe het dan zit met diegemeenschappen waar de priester ont-breekt en waar het daarom niet mogelijkis de heilige Mis te vieren op de dag desHeren. Daaraan moet worden toegevoegddat wij ons voor onderling zeer verschil-lende situaties geplaatst zien. De synodeheeft de gelovigen op de eerste plaatsaanbevolen naar een kerk in het bisdomte gaan waar de aanwezigheid van eenpriester gewaarborgd is, ook als dat eenzeker offer vraagt.211 Daar waar echter degrote afstanden de deelname aan de zon-dagse Eucharistieviering praktisch onmo-gelijk maken is het belangrijk dat dechristelijke gemeenschappen toch bij el-kaar komen om de Heer te loven en deaan Hem gewijde dag te gedenken. Datmoet echter wel samengaan met een ade-quate uitleg van het verschil tussen deheilige Mis en de zondagse bijeenkomstin het uitzien naar een priester. De ziel-zorg van de Kerk moet in dat laatste gevaltot uitdrukking komen door het feit datzij erover waakt dat de woorddienst geor-ganiseerd wordt onder leiding van eendiaken of een verantwoordelijke van deparochie, aan wie deze dienst door hetbevoegde gezag officieel is opgedragen,en dat de viering plaatsvindt volgens een

speciaal, door de Bisschoppenconferentieopgesteld en hiervoor door hen goedge-keurd ritueel.212 Ik breng in herinneringdat het voorbehouden is aan de diocesanebisschoppen toestemming te geven voorhet uitreiken van de Communie bij derge-lijke vieringen, waarbij ze de beslissingsteeds weer zorgvuldig moeten afwegen.Daarbij moet er vooral ook op gelet wor-den dat dergelijke bijeenkomsten geenverwarring stichten wat betreft de centra-le rol van de priester en de sacramentenin het leven van de Kerk. Het belang vande rol van de leken, aan wie voor hunedelmoedige inzet voor de kerkelijkegemeenschappen terecht dank toekomt,mag nooit de onvervangbare dienst vande priesters voor het leven van de Kerkverhullen.213 Daarom moet men er zorg-vuldig voor waken dat de bijeenkomstenin afwezigheid van een priester niet lei-den tot kerkbeelden die niet in overeen-stemming zijn met de waarheid van hetevangelie en de overlevering van de Kerk.Ze zouden veel meer moeten worden ge-zien als uitgelezen gelegenheden om Godte bidden dat Hij ons heilige priesters magzenden, priesters naar zijn hart. Indruk-wekkend is in dit verband wat paus Johan-nes Paulus II in zijn Brief aan de priestersop Witte Donderdag 1979 schreef. Hij her-innerde aan die plaatsen waar de mensen,die ten gevolge van een dictatoriaal regi-me hun priester hadden verloren en bijelkaar kwamen in een kerk of een bede-vaartsoord, op het altaar de stola legden,die ze hadden bewaard, en de gebedenvan de eucharistische liturgie uitspraken.“Op het moment waarop de Transsub-stantiatie plaats zou moeten vinden” na-men zij zwijgen in acht, om ervan te ge-tuigen hoe “vurig zij ernaar verlangdende woorden te horen die alleen de mondvan een priester werkzaam kan uitspre-ken.”214 Juist daarom vraag ik, met het

209. Homilie (19maart 2006), in:AAS 98 (2006),324.

210. Geheelterecht merkt hierhet Compendiumvan de SocialeLeer van de Kerk,258, op: “Voor demens, gebondenaan de noodzaakvan de arbeid,opent de rust hetuitzicht op eenvolmaaktere vrij-heid, de eeuwigesabbat (vgl. Heb4,9-10). Die ruststelt de mens instaat zich Godswerken, van deschepping tot aande verlossing,voor de geest tehalen en ze meete beleven, zich-zelf te erkennenals Gods werk(vgl. Heb 2,10) envoor het eigenleven en bestaandank te brengenaan de Schepper.”

211. Vgl. Proposi-tio 10.

212. Vgl. t.a.p.

213. Vgl. Benedic-tus XVI, Toe-spraak tot de bis-schoppen van deBisschoppencon-ferentie vanCanada/Quebec bijgelegenheid vanhun Ad Limina-bezoek (11 mei2006), in: L’Osser-vatore Romano(dt.), 36/25, 10.

214. Nr. 10, in:AAS 71 (1979),414-415.

147 • 2007 43

Page 42: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

oog op het onvergelijkbare goede datvoortkomt uit de viering van het eucha-ristisch offer, alle priesters om een actieveen concrete bereidheid de gemeenschap-pen die aan hun zielzorg zijn toever-trouwd zo vaak mogelijk te bezoeken, op-dat deze niet te lang van het sacramentvan de liefde verstoken blijven.

Een eucharistische vorm van christelijkleven, het lidmaatschap van de Kerk

76. De betekenis van de zondag als DiesEcclesiae herinnert ons aan de innerlijkeband tussen Jezus’ overwinning op hetkwaad en de dood en onze verbondenheidmet zijn Lichaam, de Kerk. Iedere christenontdekt namelijk op de dag des Heren ookde gemeenschappelijke dimensie van heteigen verloste leven. Deelnemen aan deliturgische handeling en het Lichaam enBloed van Christus ontvangen, betekenttegelijk het verinnerlijken en verdiepenvan de verbondenheid met Hem die voorons gestorven is (vgl. 1Kor 6,19 e.v.;7,23). Werkelijk – wie Christus eet, leeftdoor Hem. In relatie met het eucharistischmysterie begrijpt men de diepe zin van decommunio sanctorum (de gemeenschapvan de heiligen). Kerkelijke gemeenschapheeft altijd en onlosmakelijk een verticaleen een horizontale dimensie: gemeen-schap met God en gemeenschap met debroeders en zusters. Die beide dimensiesontmoeten elkaar op mysterievolle wijzein de eucharistische gave. “Waar de ge-meenschap met God teniet wordt gedaan,die gemeenschap met de Vader, de Zoonen de heilige Geest is, daar wordt ook dewortel en de bron van de onderlinge ge-meenschap teniet gedaan. En waar de on-derlinge gemeenschap niet wordt beleefd,is ook de gemeenschap met de Drie-eneGod niet levend en waar.”215 Daar wij dusgeroepen zijn ledematen van Christus te

zijn en dus ledematen die bij elkaar horen(vgl. 1Kor 12,27), vormen wij een werke-lijkheid die ontologisch gefundeerd is inde doop en gevoed wordt door de Eucha-ristie – een werkelijkheid die merkbaar totuitdrukking moet komen in onze gemeen-schappen.

De eucharistische vorm van christelijk le-ven kent als vanzelf een kerkelijke en eengemeenschappelijke dimensie. Omdat debisdommen en de parochies dragendestructuren van de Kerk in een bepaaldgebied zijn, kan iedere gelovige concreetervaren dat hij tot het Lichaam van Chris-tus behoort. Verenigingen, kerkelijke be-wegingen en nieuwe gemeenschappen –met de levendigheid van hun charisma’sdie de heilige Geest voor onze tijd heeftgeschonken – evenals de instituten voorgodgewijd leven, hebben de opgave huneigen specifieke bijdrage te leveren om bijde gelovigen het bewustzijn te bevorde-ren dat wij aan de Heer toebehoren (vgl.Rom 14,8). Het verschijnsel ‘secularisatie’,dat niet toevallig sterk individualistischetrekken vertoont, heeft vooral schadelijkeinvloed op personen die zich afzonderen,omdat ze nauwelijks het gevoel hebbenergens bij te horen. Vanaf het begin sluithet christendom het samen leven als van-zelfsprekend in, een netwerk van relaties,voortdurend gestimuleerd door het horenvan het Woord en door het vieren van deEucharistie, en bezield door de heiligeGeest.

Spiritualiteit en eucharistische cultuur

77. Het is opvallend dat de synodevadershebben bevestigd dat “de gelovige chris-tenen een dieper begrip moeten hebbenvan de verhouding tussen de Eucharistieen het dagelijks leven. De eucharistischespiritualiteit is niet alleen maar deelname

215. BenedictusXVI, Algemeneaudiëntie van 29maart 2006, in:L’OsservatoreRomano (dt.),36/14, 2.

2007 • 14844

Page 43: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

aan de Eucharistie en verering van hetAllerheiligst Sacrament, doch omvat hetgehele leven.”216 Deze opmerking is van-daag de dag voor ons allemaal van bijzon-dere betekenis. Toegegeven moet wordendat één van de ernstigste gevolgen van dezojuist genoemde secularisatie erin bestaatdat het christelijk geloof naar de rand vanhet bestaan is verbannen, als zou het on-nodig zijn waar het de concrete ontwikke-ling van het leven van de mens betreft. Hetmislukken van deze manier van leven,‘alsof God niet bestaat’, is voor iedereen nuwel duidelijk. Nu is het nodig opnieuw teontdekken dat Jezus Christus niet alleenmaar een privé overtuiging is of een ab-stracte leer, maar werkelijk een Persoon,wiens binnentreden in de geschiedenis instaat is het leven van alle mensen te ver-anderen. Daarom moet de Eucharistie alsbron en hoogtepunt van het leven en dezending van de Kerk vertaald worden naarspiritualiteit, naar leven “volgens deGeest” (Rom 8,4 e.v.; vgl. Gal 5,16.25). Hetis tekenend dat de heilige Paulus als hij inde Brief aan de Romeinen oproept tot denieuwe geestelijke eredienst, tegelijk her-innert aan de noodzaak de eigen levens-wijze en manier van denken te verande-ren: “Stemt uw gedrag niet af op dezewereld. Wordt andere mensen, met eennieuwe visie. Dan zijt ge in staat om uit temaken wat God van u wil, en wat goed is,wat zéér goed is en volmaakt” (Rom 12,2).Zo onderstreept de Apostel van de heide-nen de band tussen de ware geestelijkeeredienst en de noodzaak het leven op eennieuwe manier te beschouwen en te leiden.Een waarachtig deel van de eucharistischevorm van christelijk leven is de vernieu-wing van het denken, om “niet langer on-mondig [te] zijn, heen en weer geslingerden meegesleurd door elke windvlaag …elke leer … uitgedacht om tot dwaling teverleiden” (Ef 4,14).

Eucharistie en de evangelisatie van de cultuur

78. Uit het bovenstaande volgt dat heteucharistisch mysterie ons in dialoogbrengt met de verschillende culturen,maar deze ook in zekere zin uitdaagt.217

Het interculturele karakter van deze nieu-we eredienst, deze logiké latreía, dienterkend te worden. De aanwezigheid vanJezus Christus en de uitstorting van deheilige Geest zijn gebeurtenissen dievoortdurend de confrontatie met iedereculturele werkelijkheid kunnen door-staan, om deze naar de aard van hetevangelie te doordesemen. Dat brengt alsconsequentie de verplichting met zichmee de evangelisatie van de culturen metovertuiging te bevorderen, in het bewust-zijn dat Christus zelf de waarheid vaniedere mens en van de gehele geschiede-nis van de mensheid is. De Eucharistiewordt tot maatstaf voor alles wat dechristen in de verschillende culturele uit-drukkingsvormen aantreft. In dit belang-rijke proces is de oproep van de heiligePaulus in de eerste brief aan de Tessaloni-cenzen van groot belang: “Keurt alles, be-houdt het goede” (5,21).

Eucharistie en gelovige leken

79. In Christus, het hoofd van de Kerk, diezijn Lichaam is, zijn alle christenen “eenuitverkoren geslacht, een koninklijkepriesterschap, een heilige natie, Godseigen volk, bestemd om zijn roemruchtedaden te verkondigen” (vgl. 1Pe 2,9). DeEucharistie als mysterie dat men moet‘leven’ biedt zich aan ieder van ons aan inde staat waarin wij ons bevinden enmaakt onze existentiële situatie tot deplaats waar wij dagelijks de christelijkenieuwheid van leven moeten waarmaken.Als het eucharistisch offer datgene in ons

216. Propositio39.

217. Vgl. Relatiopost disceptatio-nem, 30, in: a.w.,15.

149 • 2007 45

Page 44: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

voedt en doet groeien, wat ons reeds ge-geven is in de doop, waardoor wij allentot heiligheid zijn geroepen,218 dan moetdat juist aan de dag treden en duidelijkworden in de situaties en omstandighe-den van het leven van iedere individuelechristen. Wij worden van dag tot dag toteen godgevallige eredienst als we ons le-ven als roeping verstaan. Vanuit de litur-gische samenkomst is het het sacramentvan de Eucharistie zelf dat er ons in de al-ledaagse werkelijkheid toe verplicht allester ere van God te doen.

En daar de wereld “de akker” (Mt 13,38)is, waarin God zijn kinderen als goedzaad plant, zijn de christelijke leken,krachtens Doopsel en Vormsel en gesterktdoor de Eucharistie, geroepen de doorChristus gebrachte radicale nieuwheidjuist in de gewone levensomstandighedenwaar te maken.219 Zij moeten de wenskoesteren dat de Eucharistie steeds dieperin hun dagelijks leven mag doordringenen hen ertoe brengen herkenbare getui-gen te worden op hun werk en in degehele samenleving.220 In het bijzonderwil ik de gezinnen aanmoedigen uit ditsacrament inspiratie en kracht te putten.De liefde tussen man en vrouw, het aan-vaarden van nieuw leven en de opgavekinderen op te voeden, blijken bevoor-rechte terreinen te zijn om aan te tonendat de Eucharistie in staat is het leven teveranderen en het zinvol te maken.221 Deherders mogen nooit nalaten de gelovigeleken te steunen, te onderrichten en tebemoedigen in het volledig ontplooienvan hun roeping tot heiligheid in dezewereld, die God zozeer heeft liefgehad datHij zijn Zoon heeft gegeven, opdat dewereld door Hem zou worden gered (vgl.Joh 3,16).

Eucharistie en priesterlijke spiritualiteit

80. De eucharistische vorm van christelijkleven openbaart zich ongetwijfeld op bij-zondere wijze in het priesterschap. Depriesterlijke spiritualiteit is vanuit haarinnerlijk wezen eucharistisch. Het zaadvan zo’n spiritualiteit is reeds te vinden inde woorden die de bisschop spreekt tij-dens de wijdingsliturgie: “Ontvang deoffergaven van het heilig volk om ze aanGod op te dragen. Wees u bewust van watu doet, leef in overeenstemming met uwbediening en maak uw leven gelijkvormigaan het kruismysterie van de Heer.”222 Omzijn leven op steeds volmaaktere wijzeeucharistisch te doen zijn, moet de pries-ter reeds tijdens zijn opleiding maar ookin de jaren erna ruime aandacht bestedenaan het geestelijk leven.223 Hij is geroepenvoortdurend en op authentieke wijze Godte zoeken, ook al moet hij tegelijk de men-sen in hun zorgen nabij zijn. Een inten-sief geestelijk leven zal hem in staat stel-len dieper door te dringen in de gemeen-schap met de Heer en hem helpen zich inbezit te laten nemen door de liefde vanGod, zodat hij in alle omstandigheden,ook als die moeilijk en donker zijn, Zijngetuige kan zijn. Hiertoe beveel ik, samenmet de synodevaders, de priesters aan“dagelijks de Mis te vieren, ook als ergeen deelname van gelovigen is”.224 Dezeaanbeveling is in overeenstemming metde objectief oneindige waarde van iedereEucharistieviering en wordt ook ingege-ven door de unieke, geestelijke werkingvan de Eucharistie. Als namelijk de heili-ge Mis met aandacht en geloof beleefdwordt, is zij vormend in de diepste zinvan het woord, omdat ze de gelijkvormig-heid met Christus bevordert en de priestersterkt in zijn roeping.

218. Vgl. Lumengentium, 39-42.

219. Vgl. Johan-nes Paulus II,postsynodaleapostolischeExhortatie Chris-tifideles laici (30december 1988),14, 16, in: KD 17/2(februari 1989),179-181; 183-184.

220. Vgl. Proposi-tio 39.

221. Vgl. t.a.p.

222. Het RomeinsPontificaal, ver-nieuwd op grondvan het decreetvan het TweedeVaticaans Concilieen uitgegeven opgezag van pausPaulus VI en her-zien onder dezorg van pausJohannes PaulusII, De wijding vanbisschop, priestersen diakens (Natio-nale Raad voorLiturgie, 2005).

223. Vgl. Pastoresdabo vobis, 19-33;70-81, in: a.w.,234-248; 287-300.

224. Propositio38.

2007 • 15046

Page 45: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

Eucharistie en godgewijd leven

81. Met betrekking tot de relatie tussen deEucharistie en de verschillende kerkelijkeroepingen tekent zich in het bijzonder af“het profetische getuigenis van de man-nen en vrouwen van het godgewijde le-ven, die in de viering van de Eucharistieen in de aanbidding de kracht vinden totradicale navolging van de gehoorzame,arme en zuivere Christus”.225 Ofschoon zeheel verdienstelijk zijn op het gebied vanmenselijke vorming en zorg voor de ar-men, in het onderwijs en de gezondheids-zorg, weten de mannen en vrouwen vanhet godgewijde leven dat de eerste plichtvan hun leven is “de beschouwing van degoddelijke werkelijkheden en de voortdu-rende vereniging met God”.226 De wezen-lijke bijdrage die de Kerk van het godge-wijde leven verwacht is veel meer eenkwestie van zijn dan van doen. In dit ver-band wil ik herinneren aan de betekenisvan het getuigenis van de maagdelijk-heid, juist met betrekking tot het mysterievan de Eucharistie. Naast de verbindingmet het priesterlijk celibaat openbaart heteucharistisch mysterie namelijk een in-nerlijke band met de godgewijde maagde-lijkheid, voor zover die uitdrukking is vande exclusieve overgave van de Kerk aanChristus, die zij met radicale en vruchtba-re trouw als haar Bruidegom aanvaardt.227

In de Eucharistie ontvangt de godgewijdemaagdelijkheid inspiratie en voedsel voorde volledige overgave aan Christus. Bo-vendien wordt ze door de Eucharistie be-moedigd en aangespoord om ook in onzetijd een teken te zijn van de onverdiendeen vruchtbare liefde die God voor demensheid koestert. Uiteindelijk wordt hetgodgewijde leven, door het specifiekegetuigenis ervan, objectief een verwijzingnaar en een voorafbeelding van de “brui-loft van het Lam” (Apk 19,7-9), dat het

doel van de gehele heilsgeschiedenis is.Hier is sprake van een daadwerkelijkeverwijzing naar de eschatologische hori-zon die iedere mens nodig heeft om rich-ting te geven aan de eigen levenskeuzen.

Eucharistie en morele verandering

82. Met de ontdekking van de schoonheidvan de eucharistische vorm van het chris-telijk leven, komen wij ook tot nadenkenover de morele krachten die hierdoor ge-activeerd worden ter ondersteuning vande authentieke vrijheid die eigen is aan dekinderen Gods. Daarbij wil ik terugkomenop een discussie tijdens de synode over deband tussen de eucharistische manier vanleven en de morele verandering. Paus Jo-hannes Paulus II heeft gezegd: “Zijn mo-reel leven heeft de waarde van een ‘gees-telijke eredienst’ (Rom 12,1; vgl. Fil 3,3),geput uit en gevoed door die onuitputte-lijke bron van heiligheid en verheerlijkingvan God die de sacramenten, in het bij-zonder de Eucharistie, zijn: immers, doordeel te nemen aan het kruisoffer heeft dechristen gemeenschap met de zichzelfofferende liefde van Christus en wordt hijin staat gesteld en verplicht dezelfde lief-de in geheel zijn levenshouding en ge-drag te beleven.”228 Samengevat: “‘Ere-dienst’ zelf, eucharistische gemeenschap,omvat de werkelijkheid van zowel be-mind worden als ook anderen op hunbeurt liefhebben. Eucharistie die zich nietvertaalt in concrete beoefening van deliefde is ten diepste onvolledig.”229

Deze herinnering aan de morele betekenisvan de geestelijke eredienst dient nietmoralistisch geïnterpreteerd te worden.Het is vóór alles de vreugdevolle ontdek-king van de dynamiek van de liefde in hethart van degene die de gave van de Heeraanneemt, zich helemaal aan Hem over-

225. Propositio39. Vgl. JohannesPaulus II, postsy-nodale apostoli-sche ExhortatieVita consecrata(25 maart 1996),95, in: KD 24/4-5(19 juli 1996),237-238.

226. Wetboek vanCanoniek Recht,can. 663, § 1.

227. Vgl. Vitaconsecrata, 34, in:a.w., 198.

228. JohannesPaulus II, Ency-cliek Veritatissplendor (6augustus 1993),107, in: KD 21/9-10 (december1993), 453.

229. Deus caritasest, 14, in: a.w.,12.

151 • 2007 47

Page 46: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

geeft en de ware vrijheid vindt. De moreleverandering die de door Christus ingestel-de nieuwe eredienst insluit, is een inner-lijk streven en een innig verlangen van demens om met zijn hele wezen de liefdevan de Heer te beantwoorden, ook al weetde mens hoe zwak hij is. Dit weerspiegeltzich heel goed in het evangelieverhaalvan Zacheüs (vgl. Lc 19,1-10). Nadat hijJezus gastvrij in zijn huis heeft ontvan-gen, is de tollenaar volledig veranderd:hij besluit de helft van zijn vermogen aande armen te geven en aan iedereen die hijiets heeft afgeperst het viervoudige terugte geven. Het morele streven dat volgt uitde aanvaarding van Jezus in ons levenkomt voort uit dankbaarheid, dat we deonverdiende nabijheid van de Heer mo-gen ervaren.

Eucharistische consequentie

83. Belangrijk is het datgene te benadruk-ken wat de synodevaders de eucharisti-sche consequentie hebben genoemd enwaartoe ons leven objectief geroepen is.De aan God welgevallige eredienst is na-melijk nooit alleen maar een privé-aan-gelegenheid, zonder gevolgen voor onzemaatschappelijke betrekkingen, dochvraagt het openlijke getuigenis voor heteigen geloof. Dat geldt uiteraard voor allegedoopten, maar is in het bijzonder deverantwoordelijkheid van hen die wegenshun maatschappelijke of politieke positiebeslissingen moeten nemen met betrek-king tot fundamentele waarden, zoals deeerbied voor en de bescherming van hetmenselijk leven, van de conceptie tot aande natuurlijke dood, het op het huwelijktussen man en vrouw gebaseerde gezin,de vrijheid zelf de eigen kinderen op tevoeden en de bevordering van het alge-meen welzijn in alle vormen.230 Dezewaarden zijn onvervreemdbaar. Daarom

moeten katholieke politici en wetgevers,in het bewustzijn van hun grote maat-schappelijke verantwoordelijkheid, zichdoor hun goed gevormde geweten bijzon-der geroepen voelen wetten voor te stel-len en te ondersteunen die worden gedra-gen door de waarden die in de menselijkenatuur gegrift zijn.231 Daarin ligt trouwenseen objectieve band met de Eucharistie(vgl. 1Kor 11,27-29). Het is de plicht vande bisschoppen steeds weer de aandachtte vestigen op deze waarden. Dat behoorttot hun verantwoordelijkheid tegenoverde hun toevertrouwde kudde.232

Eucharistie, een mysterie dat verkondigd moet worden

Eucharistie en missie

84. In de homilie tijdens de Eucharistie-viering waarmee ik mijn ambt als opvol-ger van de apostel Petrus plechtig hebaanvaard, heb ik gezegd: “Er is nietsmooiers dan door het evangelie, doorChristus, gevonden te worden. Er is nietsmooiers dan Hem te kennen en anderende vriendschap met Hem te schenken.”233

Deze uitspraak krijgt een nog grotereintensiteit als men aan het eucharistischmysterie denkt. Wij kunnen de liefde diewij in het sacrament vieren inderdaadniet voor onszelf houden. Vanuit haarwezen wil zij aan allen doorgegeven wor-den. Wat de wereld nodig heeft, is de lief-de van God – Christus ontmoeten en inHem geloven. Daarom is de Eucharistieniet alleen bron en hoogtepunt van hetleven van de Kerk, maar tegelijk ook haarzending: “Een authentieke, eucharistischeKerk is een missionaire Kerk.”234 Ook wijmoeten met overtuiging tot onze broedersen zusters kunnen zeggen: “Wat wij ge-zien en gehoord hebben, dat verkondigenwij ook aan u, opdat gij gemeenschap

230. Vgl. Johan-nes Paulus II,Encycliek Evange-lium vitae (25maart 1995), in:KD 23/5 (augustus1995), 213-289;Benedictus XVI,Toespraak tot dePauselijke Acade-mie voor hetLeven (27 februari2006), in: AAS 98(2006), 264-265.

231. Vgl. Congre-gatie voor deGeloofsleer, Leer-stellige nota aan-gaande vraagstuk-ken met betrek-king tot de activi-teiten en hetgedrag van katho-lieken op hetgebied van depolitiek (24november 2002),in: KD 31/2-3 (4april 2003), 67-75.

232. Vgl. Proposi-tio 46.

233. In: KD 33/4 (3juni 2005), 124.

234. Propositio42.

2007 • 15248

Page 47: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

moogt hebben met ons” (1Joh 1,3). Er iswerkelijk niets mooiers dan Christus teontmoeten en Hem aan allen bekend temaken! Overigens loopt de instelling vande Eucharistie vooruit op datgene wat hethart van Jezus’ missie vormt: Hij is gezon-den door de Vader om de wereld te verlos-sen (vgl. Joh 3,16-17; Rom 8,32). Bij hetLaatste Avondmaal vertrouwt Jezus aanzijn leerlingen het sacrament toe dat hetoffer van zijn zelfgave tegenwoordig stelt,het offer dat Hij in gehoorzaamheid aande Vader voor het heil van ons allenbrengt. Wij kunnen niet naderen tot deeucharistische maaltijd zonder ons binnente laten trekken in de beweging van demissie die, uitgaand van het hart van Godzelf, erop gericht is alle mensen te berei-ken. Daarom is het missionaire streveneen fundamenteel onderdeel van de eu-charistische vorm van christelijk leven.

Eucharistie en getuigenis

85. De eerste en fundamentele opdrachtdie voor ons voortvloeit uit de heilige ge-heimen die wij vieren, is getuigenis afleg-gen door ons leven. De verwonderingover de gave die God ons in Christus ge-schonken heeft, geeft aan ons leven eennieuwe dynamiek, door ons ertoe te ver-plichten getuigen van zijn liefde te zijn.Wij worden getuigen als door ons hande-len heen, door onze woorden en onzemanier van doen, een Ander oplicht enzich geeft. Men kan zeggen dat het getui-genis het middel is waardoor de waarheidvan Gods liefde de mens in de geschiede-nis bereikt en hem uitnodigt deze radicalenieuwheid in vrijheid te aanvaarden. Inhet getuigenis neemt God om zo te zeg-gen het risico dat inherent is aan de vrij-heid van de mens. Jezus is zelf de getrou-we en waarachtige getuige (vgl. Apk 1,5;3,14); Hij is gekomen om getuigenis af te

leggen van de waarheid (vgl. Joh 18,37).In dit verband wil ik graag een beeld naarvoren brengen dat de eerste christenendierbaar was, maar ook indruk maakt opons, christenen van vandaag: het getui-genis tot aan de zelfgave, tot aan hetmartelaarschap, is in de Kerk altijd be-schouwd als het hoogtepunt van de nieu-we geestelijke eredienst: “Wijdt uzelf aanHem toe als een offergave” (vgl. Rom12,1). Denken wij bijvoorbeeld aan hetverslag over het martelaarschap van deheilige Polycarpus van Smyrna, een leer-ling van de heilige Johannes: de hele dra-matische gebeurtenis wordt beschrevenals een liturgie, ja, als een tot Eucharistieworden van de martelaar zelf.235 We kun-nen ook denken aan het eucharistischebewustzijn dat de heilige Ignatius vanAntiochië met betrekking tot zijn martel-dood tot uitdrukking brengt: hij be-schouwt zich als “graan van God” en wilin zijn martelaarschap “zuiver brood vanChristus” worden.236 De christen die zijnleven geeft in het martelaarschap, gaatbinnen in de volle gemeenschap met hetPascha van Jezus Christus en wordt zelfsamen met Hem tot Eucharistie. Ook van-daag ontbreekt het de Kerk niet aan mar-telaren, in wie Gods liefde zich op demeest verheven wijze openbaart. Ook alshet martelaarschap van ons niet wordtverlangd, weten we toch dat voor de aanGod welgevallige eredienst de bereidheidertoe ten diepste vereist is237 en dat dezebereidheid verwezenlijkt wordt in hetvreugdevolle en overtuigde getuigenisvoor de wereld, door een consequentchristelijk leven overal waar de Heer onsopdraagt Hem te verkondigen.

Christus Jezus, de enige Redder

86. Het benadrukken van de innerlijkeband tussen Eucharistie en missie laat ons

235. Vgl. Briefaan de Kerk vanSmyrna over hetmartelaarschapvan de heiligePolycarpus, XV, 1,in: PG 5, 1039,1042.

236. Ignatius vanAntiochië, Aan deRomeinen, IV,1,in: PG 5, 690.

237. Vgl. Lumengentium, 42.

153 • 2007 49

Page 48: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

ook de ultieme inhoud van onze verkon-diging ontdekken. Hoe levendiger de lief-de tot de Eucharistie in het hart van dechristenen is, des te duidelijker wordt hunde opdracht tot de missie: Christus aananderen brengen. Niet alleen een idee ofeen door Hem geïnspireerde ethiek, maarde gave van zijn Persoon zelf. Wie aan demedemens de waarheid van de liefde nietoverbrengt, heeft nog niet genoeg gege-ven. Zo herinnert ons de Eucharistie alssacrament van ons heil beslist aan deuniciteit van Christus en aan de door Hemgebrachte redding met de prijs van zijnbloed. Daarom volgt uit het geloofde engevierde eucharistisch mysterie de op-dracht voortdurend alle mensen te vor-men voor missionaire inzet, met als kernde verkondiging dat Jezus de enige Red-der is.238 Dat voorkomt dat het belangrijkewerk van de ontwikkelingshulp, dat inieder authentiek evangelisatieproces ligtbesloten, wordt gereduceerd tot niet meerdan een sociologische aangelegenheid.

Godsdienstvrijheid

87. In dit verband wil ik graag aan deorde stellen wat de synodevaders tijdensde vergadering hebben gezegd aangaandede grote moeilijkheden wat betreft de op-dracht van die christelijke gemeenschap-pen die een minderheid vormen of aanwie zelfs de vrijheid van godsdienst ge-heel wordt ontzegd.239 Wij moeten de Heerwerkelijk danken voor alle bisschoppen,priesters, religieuzen en leken, die zichopofferen voor de verkondiging van hetevangelie en hun geloof uitdragen, waar-bij ze hun leven op het spel zetten. In nietweinig delen van de wereld is alleen alnaar de kerk gaan een heldhaftig getuige-nis, dat het leven van een mens blootsteltaan uitsluiting en geweld. Ook hier wil ikde solidariteit van de gehele Kerk bevesti-

gen met hen die lijden onder gebrek aanvrijheid om de eredienst te vieren. Het isbekend dat daar waar geen godsdienst-vrijheid is, uiteindelijk de belangrijkstevrijheid ontbreekt, want in het geloofbrengt de mens de innerlijke beslissingwat betreft de waarachtige zin van zijnleven tot uitdrukking. Bidden wij daaromdat er in alle landen meer godsdienstvrij-heid mag komen, zodat de christenen,evenals de leden van andere godsdien-sten, hun overtuiging zowel persoonlijkals in gemeenschap vrij mogen beleven.

Eucharistie, een mysterie dat aan dewereld aangeboden moet worden

Eucharistie, brood gebroken voor het leven van de wereld

88. “Het brood dat Ik zal geven, is mijnvlees, ten bate van het leven der wereld”(Joh 6,51). Met deze woorden openbaartde Heer de ware zin van de gave van zijnleven voor alle mensen. Ze tonen ons ookhet diepe medelijden dat Hij met iedereenheeft. De evangeliën berichten vele malenover de gevoelens van Jezus jegens demensen, in het bijzonder jegens de lijden-den en de zondaars (vgl. Mt 20,34; Mc6,34; Lc 19,41). Door een diep menselijkgevoel brengt Hij Gods heilsplan vooriedere mens tot uitdrukking, opdat dezetot het ware leven mag komen. IedereEucharistieviering stelt Jezus’ gave vanzijn leven aan het kruis sacramenteeltegenwoordig – een gave voor ons envoor de gehele wereld. Tegelijk maaktJezus ons in de Eucharistie tot getuigevan Gods medelijden met iedere broederen zuster. Zo ontstaat in het vieren vanhet eucharistisch mysterie de dienst vande naastenliefde, die erin bestaat “dat ikook de medemens die ik vooralsnog hele-maal niet mag of zelfs niet ken, vanuit

238. Vgl. Proposi-tio 42; vgl. ook deCongregatie voorde Geloofsleer,Verklaring overhet uniek karakteren de heilbren-gende universali-teit van JezusChristus en deKerk DominusIesus (6 augustus2000), 13-15, in:KD 28/5 (17november 2000),307-309.

239. Vgl. Proposi-tio 42.

2007 • 15450

Page 49: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

God liefheb. Dat is alleen maar mogelijkvanuit de innerlijke ontmoeting met God,die tot een gemeenschappelijk willen isgeworden en zelfs reikt tot in het gevoel.Dan leer ik die ander niet meer alleen metmijn ogen en gevoelens te bekijken, maarvanuit het perspectief van Jezus Chris-tus.”240 Op deze manier erken ik in de men-sen die ik nader kom mijn broeders enzusters, voor wie de Heer zijn leven heeftgegeven, omdat Hij hen “tot het uiterstetoe” (Joh13,1) liefheeft. Daarom moetende christengelovigen, als ze Eucharistievieren, zich er steeds meer bewust vanworden dat het offer van Christus voorallen is en de Eucharistie hen er daaromtoe aanzet zelf ‘gebroken brood’ voor an-deren te worden en zich dus in te zettenvoor een rechtvaardiger en broederlijkerwereld. Als wij aan de vermenigvuldigingvan de broden en de vissen denken, moe-ten wij erkennen dat Jezus ook vandaagzijn leerlingen nog steeds oproept zichpersoonlijk in te zetten: “Geeft gij hunmaar te eten!” (Mt 14,16). De roeping vanieder van ons is werkelijk om samen metJezus gebroken brood voor het leven vande wereld te worden.

De sociale implicaties van het eucharistisch mysterie

89. De vereniging met Christus, die zichin het sacrament voltrekt, stelt ons ook instaat tot vernieuwing van onze socialebetrekkingen: “Deze ‘mystiek’ van het sa-crament is sociaal van aard … Verenigingmet Christus is [namelijk] ook verenigingmet al diegenen aan wie Hij zichzelfschenkt. Ik kan Christus niet voor mezelfalleen hebben; ik kan Hem alleen toebe-horen in gemeenschap met allen die deZijnen zijn geworden of zullen wor-den.”241 In dit verband is het noodzakelijkde betrekking tussen het eucharistisch

mysterie en het sociale engagement dui-delijk te maken. De Eucharistie is hetsacrament van de gemeenschap tussenbroeders en zusters, die bereid zijn zich inChristus te verzoenen – in Hem die uitjoden en heidenen één enkel volk heeftgemaakt, door de scheidsmuur van de vij-andschap neer te halen, die hen vanelkaar scheidde (vgl. Ef 2,14). Alleen ditvoortdurend streven naar verzoeningmaakt dat wij waardig het Lichaam enBloed van Christus kunnen ontvangen(vgl. Mt 5,23-24).242 Door de gedachtenis-viering van zijn offer versterkt Hij de ge-meenschap tussen de broeders en zustersen spoort in het bijzondere diegenen diemet elkaar in conflict zijn aan om hunverzoening te bespoedigen, door zichopen te stellen voor dialoog en inzet voorgerechtigheid. Het staat vast dat het her-stel van de gerechtigheid, de verzoeningen de vergeving voorwaarden zijn voorhet tot stand brengen van een waarachti-ge vrede.243 Vanuit dit bewustzijn ontstaatde wil om ook onrechtvaardige structurente veranderen, om het respect voor dewaardigheid van de mens, die geschapenis naar het beeld van God, te waarborgen.In het concrete vormgeven aan deze ver-antwoordelijkheid, wordt de Eucharistiein het leven wat zij in de viering betekent.Het is, zoals ik reeds elders betoogd heb,niet de eigen taak van de Kerk de politie-ke strijd tot zich te trekken, om de meestrechtvaardige samenleving die mogelijkis tot stand te brengen; desondanks kanen mag zij in de strijd om gerechtigheidniet afzijdig blijven. “In de strijd van derede moet [de Kerk] zich mengen langs deweg van de argumentatie, en ze moet degeestelijke krachten opwekken zonderwelke de gerechtigheid, die altijd ookoffers vraagt, geen ingang kan vinden enevenmin kan gedijen.”244

240. Deus caritasest, 18, in: a.w.,14.

241. A.w., 14, in:a.w., 12.

242. Niet zonderinnerlijke beroe-ring hebben wijtijdens de synode-vergadering zeerbelangrijke getui-genissen gehoordover de doel-treffendheid vanhet sacrament bijhet vrede stichten.Met betrekkinghiertoe zegt Pro-positio 49:“Dankzij de vie-ring van deEucharistie kon-den volken diemet elkaar in con-flict waren zichverzamelen rondhet woord vanGod, zijn profeti-sche verkondigingvan verzoeningdoor onverdiendevergeving horenen de genade vande bekering ont-vangen, die hetgemeenschappe-lijk deel hebbenaan hetzelfdeBrood en dezelfdeBeker mogelijkmaakt.”

243. Vgl. Proposi-tio 48.

244. Deus caritasest, 28, in: a.w.,21.

155 • 2007 51

Page 50: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

Met het oog op de sociale verantwoorde-lijkheid van alle christenen hebben desynodevaders eraan herinnerd dat hetoffer van Christus een mysterie van debevrijding is, dat steeds weer een appèl opons doet en ons uitdaagt. Daarom richt ikeen oproep aan alle gelovigen werkelijkvredestichters en initiatiefnemers van ge-rechtigheid te zijn: “Wie namelijk aan deEucharistie deelneemt moet zich ervoorinzetten de vrede te herstellen in onzewereld, die getekend is door zoveel ge-weld, door oorlog en – in het bijzondertegenwoordig – door terrorisme, econo-mische corruptie en seksuele uitbui-ting.”245 Dat zijn allemaal problemen dieop hun beurt weer tot vernederende situ-aties leiden, die uiterst zorgwekkend zijn.Wij weten dat er geen gemakkelijke op-lossingen voor deze situaties zijn. Juistkrachtens het mysterie dat wij vierenmoeten die omstandigheden aan de kaakgesteld worden die in tegenspraak zijnmet de waardigheid van de mens, voorwie Christus zijn bloed heeft vergoten enzo de bijzondere waarde van ieder indivi-du bevestigd heeft.

Het voedsel van de waarheid en de beklagenswaardigheid van de mens

90. Tegenover bepaalde processen vanglobalisering, die dikwijls over de helewereld het onderscheid tussen de rijke ende arme landen in hoge mate doen toene-men, mogen wij niet werkloos blijven.Wij moeten diegenen aanklagen, die derijkdommen van de aarde verkwisten endaardoor ongelijkheden veroorzaken dieten hemel schreiend zijn (vgl. Jak 5,4).Het is bijvoorbeeld onmogelijk te zwijgenbij het zien van de “schokkende beeldenvan de grote vluchtelingenkampen of in-dividuele vluchtelingen, die – in verschil-lende delen van de wereld – voorlopig

opgenomen worden om aan een ergernoodlot te ontsnappen, maar wie het tochaan alles ontbreekt. Zijn die mensen somsniet onze broeders en zusters? Zijn hunkinderen niet ter wereld gekomen metdezelfde gerechtigde hoop op geluk?”246

Jezus, de Heer, het Brood van eeuwig le-ven, spoort ons aan en maakt ons op-merkzaam op de ellendige situatie waarinzich nog een groot deel van de mensheidbevindt – situaties waarvoor de mensheiddikwijls een duidelijke en verontrustendeverantwoordelijkheid draagt. Inderdaadkan men “op grond van beschikbare sta-tistische gegevens vaststellen dat minderdan de helft van de enorme sommen geld,die wereldwijd worden uitgegeven voorbewapening, meer dan voldoende zoudenzijn om het onmetelijke leger van armenduurzaam uit hun ellende te verlossen.Dit is een oproep aan het menselijk gewe-ten. Aan de volken die – meer als gevolgvan situaties die van internationale poli-tieke, economische en culturele betrek-kingen afhangen, dan als gevolg van on-controleerbare omstandigheden – onderde armoedegrens leven, kan en moet onsgemeenschappelijk engagement in waar-heid nieuwe hoop geven.”247

Het voedsel van de waarheid spoort onsaan de mensonwaardige situaties aan dekaak te stellen, waarin mensen stervendoor gebrek aan voedsel, gebrek dat ver-oorzaakt wordt door ongerechtigheid enuitbuiting, en het geeft ons nieuwe krachten moed zonder ophouden te bouwen aande beschaving van de liefde. Vanaf hetbegin waren de christenen erop uit hungoederen met elkaar te delen (vgl. Hnd4,32) en de armen te helpen (vgl. Rom15,26). De collecte die tijdens de liturgi-sche bijeenkomst wordt ingezameld is eenlevende herinnering daaraan, maar ookeen zeer actuele noodzaak. De kerkelijke

245. Propositio48.

246. BenedictusXVI, Toespraaktot het bij de Hei-lige Stoel geaccre-diteerde CorpsDiplomatique (9januari 2006), in:AAS 98 (2006),127.

247. T.a.p.

2007 • 15652

Page 51: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

liefdadigheidsinstellingen, in het bijzon-der de Caritas, vervullen op verschillendeniveaus de waardevolle dienst mensen innood, bovenal de armsten, te helpen. Alszij zich laten inspireren door de Eucharis-tie, het sacrament van de liefde, wordenzij tot concrete uitdrukking van dit sacra-ment en verdienen daarom alle lof enaanmoediging voor hun solidaire inzet inde wereld.

De sociale leer van de Kerk

91. Het mysterie van de Eucharistie steltons in staat en spoort ons aan tot eenmoedige inzet in de structuren van dezewereld, om die nieuwheid van betrekkin-gen te realiseren die haar onuitputtelijkebron in de gave van God heeft. Het gebeddat wij in iedere heilige Mis herhalen:“Geef ons heden ons dagelijks brood”verplicht ons ertoe, in samenwerking metinternationale nationale en particuliereinstellingen, al het mogelijke te doen,opdat in de wereld aan het schandaal vande honger en de ondervoeding waarondervele miljoenen mensen lijden, vooral inde ontwikkelingslanden, een einde komtof tenminste afneemt. Bovenal is de in deschool van de Eucharistie gevormde chris-telijke leek ertoe geroepen zijn politiekeen sociale verantwoordelijkheid te ne-men. Om deze verantwoordelijkheid op dejuiste wijze te kunnen uitoefenen, moethij door een concrete vorming tot liefdeen gerechtigheid daarop worden voorbe-reid. Daartoe is het noodzakelijk, zoals desynode beklemtoonde, dat in de bisdom-men en de christelijke gemeenschappende sociale leer van de Kerk bekend wordtgemaakt en bevorderd.248 In dit waarde-volle erfgoed, dat voortkomt uit de oudstekerkelijke overlevering, vinden wij ele-menten van grote wijsheid, die de hou-ding van de christenen moeten leiden wat

betreft de brandende sociale vragen. Dezeleer, gerijpt in de loop van de geschiede-nis van de Kerk, wordt gekenmerkt doorrealisme en evenwichtigheid en draagt erzo toe bij misleidende compromissen oflege utopieën te vermijden.

Heiliging van de wereld en bescherming van de schepping

92. Om een diepe eucharistische spiritu-aliteit te ontwikkelen, die in staat is ookhet sociale netwerk aanzienlijk te beïn-vloeden, is het uiteraard noodzakelijk datde christenen, die door de Eucharistiedank brengen, zich ervan bewust zijn datze dat in naam van de gehele scheppingdoen, dat ze zo de heiliging van de wereldnastreven en zich daar intensief voor in-zetten.249 De Eucharistie zelf werpt eenhelder licht op de menselijke geschiedenisen op de gehele kosmos. In dit sacramen-tele perspectief leren wij dag na dag datiedere kerkelijke gebeurtenis het karaktervan een teken heeft, waardoor God zichbekend maakt en ons uitdaagt. Zo kan deeucharistische wijze van leven, op de ma-nier waarop wij de geschiedenis en dewereld begrijpen, werkelijk tot een echtementaliteitsverandering leiden. De litur-gie zelf leert ons dit alles als de priesterbij de offerande van brood en wijn –“vrucht van de aarde”, “vrucht van dewijnstok” en “werk van onze handen” –een lof- en smeekgebed tot God richt. Metdeze woorden neemt de ritus alle mense-lijke activiteit en bekommernis mee in hetoffer dat God wordt aangeboden enspoort ons bovendien aan de aarde tebeschouwen als Gods schepping, die voorons voortbrengt wat wij nodig hebben omte leven. Ze is geen neutrale werkelijk-heid, louter en alleen materie voor wille-keurig gebruik zoals de mens wil. Veeleerder heeft ze haar plaats in het goede

248. Vgl. Proposi-tio 48. Hiertoeblijkt het Com-pendium van deSociale Leer vande Kerk bijzondernuttig.

249. Vgl. Proposi-tio 43.

157 • 2007 53

Page 52: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

plan van God, die ons allen roept zonenen dochters te zijn in de ene Zoon vanGod, Jezus Christus (vgl. Ef. 1,4-12). Bijde gerechtvaardigde zorgen vanwege deecologische toestand waarin de scheppingzich in vele delen van de wereld bevindt,kan men troost putten uit de perspectie-ven die de christelijke hoop biedt, die onsertoe verplicht verantwoordelijk te wer-ken voor het behoud van de schepping.250

In de relatie tussen de Eucharistie en dekosmos ontdekken wij namelijk de een-heid van Gods plan en worden wij ge-bracht tot begrip van de nauwe band tus-sen de schepping en de ‘nieuwe schep-ping’, die is begonnen met de opstandingvan Christus, de nieuwe Adam. Daar heb-ben wij dankzij de doop reeds deel aan(vgl. Kol 2,12 e.v.) en zo opent zich voorons christelijk leven, gevoed door deEucharistie, het uitzicht op de nieuwewereld, de nieuwe hemel en de nieuweaarde, waar het nieuwe Jeruzalem vanGod uit de hemel neerdaalt, “gereed alseen bruid die zich voor haar man heeftgetooid” (Apk 21,2).

Het nut van een eucharistisch compendium

93. Aan het einde van deze overwegin-gen, waarin ik heb willen ingaan op deperspectieven die de synode heeft aange-reikt, wil ik ook het verzoek van de syno-devaders oppakken om het christelijkvolk te helpen het eucharistisch mysteriesteeds beter in geloof te begrijpen, het tevieren en te leven. Er zal door de bevoeg-de dicasteriën een compendium wordenuitgegeven, waarin teksten uit de Kate-chismus van de Katholieke Kerk, gebeden,verduidelijkingen van de EucharistischeHooggebeden uit het Missaal en nog an-dere relevante zaken worden samenge-bracht, dat voor een goed begrip van zo-

wel de viering als de aanbidding van hetsacrament van het altaar nuttig kan blij-ken.251 Ik hoop dat dit hulpmiddel ertoe kanbijdragen dat de gedachtenis aan het Pa-scha van de Heer iedere dag meer tot bronen hoogtepunt wordt van het leven en dezending van de Kerk. Dat zal iedere gelovi-ge aansporen van zijn leven een waarach-tige geestelijke eredienst te maken.

Slot

94. Dierbare broeders en zusters, de Eu-charistie vormt de oorsprong van iederevorm van heiligheid en ieder van ons isgeroepen tot volheid van leven in de hei-lige Geest. Hoeveel heiligen hebben hunleven geloofwaardig gemaakt dankzij huneucharistische vroomheid! Van de heiligeIgnatius van Antiochië tot de heiligeAugustinus, van de heilige woestijnvaderAntonius tot de heilige Benedictus, vande heilige Franciscus van Assisi tot deheilige Thomas van Aquino, van de heili-ge Clara van Assisi tot de heilige Cathari-na van Siena, van de heilige PasqualeBaylon tot de heilige Pier Giugliano Ey-mard, van de heilige Alfonsus M. de’ Li-guori tot de zalige Charles de Foucauld,van de heilige Johannes Maria Vianneytot de heilige Theresia van Lisieux, van deheilige Pio van Pietrelcina tot de zaligeTeresa van Calcutta, van de zalige Pier-giorgio Frassati tot de zalige Ivan Mertz –om slechts enkele van de vele namen tenoemen – is het centrum van de heilig-heid altijd het sacrament van de Eucha-ristie geweest.

Daarom is het noodzakelijk dat dit aller-heiligste mysterie in de Kerk werkelijk ge-loofd, aandachtig gevierd en intens be-leefd wordt. De gave van zichzelf, die Je-

250. Vgl. Proposi-tio 47.

251. Vgl. Proposi-tio 17.

2007 • 15854

Page 53: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

zus ons in het sacrament van de gedach-tenis aan zijn Lijden schenkt, bevestigtons dat het slagen van ons leven ligt inhet deelhebben aan het trinitaire leven,dat ons in Hem definitief en daadwerke-lijk aangeboden wordt. De viering en deaanbidding van de Eucharistie maken hetons mogelijk Gods liefde nabij te komenen er in te volharden tot aan de vereni-ging met de geliefde Heer. De gave vanons leven, de communio met de gehelegemeenschap van gelovigen en de solida-riteit met iedere mens, het zijn absoluutnoodzakelijke aspecten van de “logikélatreía”, van de heilige en aan God welge-vallige geestelijke eredienst (vgl. Rom12,1), waarin onze hele concrete mense-lijke werkelijkheid omgevormd wordt totverheerlijking van God. Daarom nodig ikalle herders uit grote aandacht te beste-den aan de bevordering van een authen-tieke, eucharistische christelijke spiritu-aliteit. De priesters, de diakens en allendie een taak in de viering van de Eucha-ristie uitoefenen zouden uit dit, met zorgen voortdurende innerlijke voorbereidingverrichte, dienstwerk zelf kracht en be-moediging moeten putten voor hun per-soonlijke en gemeenschappelijke weg totheiliging. Alle leken, en in het bijzonderde gezinnen, roep ik op in het sacramentvan de liefde van Christus voortdurend deenergie te vinden om het eigen leven omte vormen tot een authentiek teken vande aanwezigheid van de verrezen Heer.Alle godgewijde mensen vraag ik doorhun eucharistisch leven de glans en deschoonheid te tonen van het volledig toe-behoren aan de Heer.

95. Aan het begin van de vierde eeuwwerd de christelijke eredienst nog door dekeizerlijke autoriteiten verboden. Enigechristenen uit Noord-Afrika, die zich ver-plicht voelden tot de viering van de Dag

des Heren, trotseerden het verbod. Zewerden terechtgesteld terwijl ze verklaar-den dat het hun onmogelijk was zonderde Eucharistie, het voedsel van de Heer, televen: Sine dominico non possumus.252

Mogen deze martelaren van Abitene sa-men met vele heiligen en zaligen die deEucharistie tot het middelpunt van hunleven hebben gemaakt, onze voorsprekerszijn en ons leren trouw te zijn aan onzeontmoeting met de verrezen Heer. Ook wijkunnen niet leven zonder deel te nemenaan het sacrament van ons heil, en ver-langen ernaar iuxta dominicam viventeste zijn, dat wil zeggen naar het leven tevertalen wat wij op de Dag des Herenontvangen. Deze dag is inderdaad de dagvan onze definitieve bevrijding. Is hetdan soms verwonderlijk dat wij wensendat het leven van iedere dag ook strooktmet de nieuwheid die Christus met hetmysterie van de Eucharistie gebrachtheeft?

96. Moge Maria, de Onbevlekte Maagd,Ark van het nieuwe en altijddurende ver-bond ons begeleiden op deze weg, de ko-mende Heer tegemoet. In haar vinden wehet wezen van de Kerk op de meest vol-komen wijze verwerkelijkt. De Kerk ziet inhaar de “eucharistische vrouw”– zoals deDienaar Gods, Johannes Paulus II, haargenoemd heeft253 – de meest geslaagde af-beelding van zichzelf en beschouwt haarals onvervangbaar voorbeeld van eucha-ristisch leven. Daarom bevestigt de pries-ter, als hij voorbereidingen treft om hetLichaam des Heren – “verum Corpus na-tum de Maria Virgine” – op het altaar teontvangen, in naam van de liturgischebijeenkomst: “Wij eren allereerst de ge-dachtenis van de roemrijke Maria, altijdMaagd, Moeder van onze God en Heer Je-zus Christus.”254 Haar heilige naam wordtook in de canones van de oosterse chris-

252. Vgl. Martyri-um Saturnini,Dativi et aliorumplurimorum, 7, 9,10, in: PL 8, 707,709-710.

253. Vgl. Ecclesiade Eucharistia,53, in: a.w., 124.

254. EersteEucharistischeHooggebed(Romeinse Canon).

159 • 2007 55

Page 54: Postsynodale apostolische Exhortatie Sacramentum caritatis€¦ · Het voedsel van de waarheid 2. In het sacrament van het altaar komt de Heer de mens, geschapen naar Gods beeld en

telijke tradities aangeroepen en vereerd.De gelovigen van hun kant “vertrouwenaan Maria, de Moeder van de Kerk, hunleven en hun werk toe. Als zij ernaar stre-ven dezelfde gezindheid te hebben alsMaria, helpen zij de gehele gemeenschapte leven als levende, de Vader welgevalli-ge offergave”.255 Zij is de tota pulchra, degeheel schone, want in haar schittert deglans van Gods heerlijkheid. De schoon-heid van de hemelse liturgie, die ook inonze bijeenkomsten moet oplichten, wordtin haar getrouw weerspiegeld. Van haarmoeten wij leren zelf eucharistische enkerkelijke mensen te worden, opdat ookwij, naar het woord van de heilige apostelPaulus, “heilig en vlekkeloos” voor deHeer kunnen verschijnen, zoals Hij onsvanaf het begin heeft gewild (vgl. Kol1,22; Ef 1,4).256

97. Moge de heilige Geest, op voorspraakvan de heilige Maagd Maria, in ons het-zelfde vuur ontsteken dat de Emmaüs-gangers voelden (vgl. Lc 24,13-35), en inons leven de eucharistische verwonderingvernieuwen over de glans en de schoon-heid die oplichten in de liturgische ritus,die een werkzaam teken is van de onein-dige schoonheid van het heilige mysterievan God. Deze leerlingen stonden op enkeerden met spoed terug naar Jeruzalem

om de vreugde met hun broeders en zus-ters te delen. De ware vreugde bestaat ernamelijk in te erkennen dat de Heer bijons blijft, als onze trouwe reisgenoot. DeEucharistie laat ons ontdekken dat de ge-storven en verrezen Christus in het mys-terie van de Kerk, zijn Lichaam, onze tijd-genoot blijkt te zijn. Van dit mysterie vande liefde zijn wij getuigen geworden.Wensen wij elkaar toe dat wij vol vanvreugde en verwondering de ontmoetingmet de heilige Eucharistie tegemoet mo-gen gaan, om de waarheid te ervaren ente verkondigen, waarmee Jezus afscheidheeft genomen van zijn leerlingen: “Ikben met u alle dagen tot aan de volein-ding der wereld” (Mt 28,20).

Gegeven te Rome, bij Sint Pieter, op 22februari, het feest van Sint Petrus’ Stoel,in het jaar 2007, het tweede van mijnpontificaat.

Benedictus XVI

© Copyright 2007 – Libreria Editrice Vati-cana / R.-K. Kerkgenootschap in Neder-land

Vertaling: dr. N. Stienstra, met medewer-king van drs. N.M. Schnell, pr.

255. Propositio50.

256. Vgl. Homilie(8 december2005), in: a.w.,15.

2007 • 16056