Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst...

40
POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2013 DEEL I JAARVERSLAG Politieacademie Bezoekadres: Arnhemseweg 348 7334 AC Apeldoorn Postadres: Postbus 834 7301 BB Apeldoorn T 055 - 539 20 00 F 055 - 539 26 25 E [email protected] W www.politieacademie.nl 14 april 2014

Transcript of Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst...

Page 1: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

POLITIEACADEMIE

JAARSTUKKEN 2013

DEEL I

JAARVERSLAG Politieacademie Bezoekadres: Arnhemseweg 348 7334 AC Apeldoorn Postadres: Postbus 834 7301 BB Apeldoorn T 055 - 539 20 00 F 055 - 539 26 25 E [email protected] W www.politieacademie.nl

14 april 2014

Page 2: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

2

Inhoud

Voorwoord voorzitter College van Bestuur ........................................................................................ 4 

Inleiding .................................................................................................................................................. 5 

HOOFDSTUK 1 Werving & Selectie ..................................................................................................... 6 

1.1 Werving ......................................................................................................................................... 6 

1.2 Selectie .......................................................................................................................................... 7 

HOOFDSTUK 2 Onderwijs .................................................................................................................... 8 

2.1 Uitvoering van het onderwijs ......................................................................................................... 8 

2.2 Verbeterinitiatieven ..................................................................................................................... 12 

2.3 Examinering en EVC’s ................................................................................................................ 13 

2.4 Kwaliteitszorg onderwijs ............................................................................................................. 14 

2.5 Internationalisering ...................................................................................................................... 16 

HOOFDSTUK 3 Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling ........................................................................ 17 

3.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 17 

3.2 Onderzoek ................................................................................................................................... 17 

3.3 Kennis ......................................................................................................................................... 18 

3.4 Ontwikkeling ................................................................................................................................ 19 

HOOFDSTUK 4 Bestuur en toezicht .................................................................................................. 20 

4.1 Samenstelling College van Bestuur in 2013 .............................................................................. 20 

4.2 Samenstelling en werkwijze Raad van Toezicht in 2013 ........................................................... 20 

4.3 Toezicht in 2013 .......................................................................................................................... 22 

HOOFDSTUK 5 Beheer en Bedrijfsvoering ....................................................................................... 25 

5.1 Financial & Operational Audit...................................................................................................... 25 

5.2 Planning & Control ...................................................................................................................... 25 

5.3 Bedrijfsvoeringissues .................................................................................................................. 25 

5.4 Informatievoorziening (ICM) ........................................................................................................ 26 

5.5 Huisvesting en middelen ............................................................................................................. 27 

HOOFDSTUK 6 Personeel & Organisatie .......................................................................................... 28 

6.1 Personele bezetting .................................................................................................................... 28 

6.2 Mobiliteit ...................................................................................................................................... 28 

6.3 Landelijke functiehuis Nederlandse politie (LFNP) ..................................................................... 28 

6.4 Inrichten P-beheer en P-processen ............................................................................................ 29 

6.5 Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie ....................................................................................... 29 

6.6 Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim ................................................................................. 29 

6.7 Sociale zekerheid ........................................................................................................................ 30 

Page 3: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

3

6.8 Professionalisering ...................................................................................................................... 31 

6.9 Welzijn ......................................................................................................................................... 31 

6.10 Diversiteit................................................................................................................................... 32 

6.11 Medezeggenschap .................................................................................................................... 32 

6.12 Integriteit & Veiligheid ............................................................................................................... 33 

HOOFDSTUK 7 Financiën ................................................................................................................... 34 

7.1 Hoofdlijnen van de jaarrekening ................................................................................................. 34 

7.2 Treasury ...................................................................................................................................... 36 

7.3 Ontwikkelingen en financiële risico’s .......................................................................................... 38 

 

 

Page 4: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

4

Voorwoord voorzitter College van Bestuur

Hierbij bied ik u met genoegen het jaarverslag Politieacademie 2013 aan. Ik neem u in vogelvlucht mee langs de mijlpalen en resultaten van het afgelopen jaar. Als startend voorzitter College van Bestuur heb ik mij vanaf het voorjaar sterk gemaakt voor een slagvaardiger Politieacademie, die optimaal in verbinding komt met de nationale politie. De Politieacademie behoudt daarbij haar professionele autonomie als onderwijs- en kennisinstituut om haar kerntaken betrouwbaar uit te kunnen voeren. Er was continu aandacht voor rust in de organisatie, aangezien deze uit een periode kwam waarin bestuur en ondernemingsraad haaks op elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie die vertrouwen wekt bij de nationale politie en de politiek. Dit willen we bereiken door er een instituut van te maken waar medewerkers en studenten op plezierige wijze met innovatief onderwijs aan de slag kunnen. Daar is allereerst een gedegen bedrijfsvoering voor nodig. Uit het rapport “De staat van het politie-onderwijs“ (eind 2012) bleek dat er een groot aantal verschuivingen plaatsvond in de lesblokken en dat er teveel lesuitval was op de locatie Rotterdam. In navolging van dit rapport van de Inspectie van V&J, startte de Politieacademie een verbetertraject, gericht op de ondersteunende werkzaamheden en de onderwijsprocessen. Inmiddels is er nagenoeg geen sprake meer van lesuitval en ver-schuivingen, voornamelijk doordat roosters eerder worden opgeleverd en er een strakkere sturing is. De instroom binnen de initiële scholen in 2013 was conform de begroting: bijna 1000 nieuwe studenten, inclusief de recherchekundigen, vrijwillige politie en zijinstroom. Daarnaast waren er ruim 500 doorstromers, bestaand personeel dat een niveau hoger opgeleid wordt. Voor het postinitieel onderwijs geldt een ander beeld: ongeveer 10% van de ingekochte loopbaanplaatsen werd wederom niet benut door de nationale politie en ook in het contractonderwijs werd 6% onbenut gelaten. Die terugloop werd vooral zichtbaar bij de School voor Politieleiderschap en de School voor Handhaving. Financieel gezien werd in het jaar 2013 duidelijk zichtbaar hoe groot de aanpassing van de bekostiging door het ministerie is. De algemene bijdrage daalde met € 13,4 miljoen (-10,5%) ten opzichte van 2012. De komende vijf jaren zal dit verder dalen met € 27,3 miljoen. De daling in de bekostiging werd deels gecompenseerd door hogere contractomzet, voor een groot deel in het kader van het omvangrijke programma Versterking Professionele Weerbaarheid. Gerelateerd hieraan waren de personeelslasten hoger dan vorig jaar. De materiele lasten zijn aanzienlijk gedaald ten opzichte van 2012. Dit zit hem in minder werving- en selectieactiviteiten, in huisvesting en in bezuiniging op voertuigen. Al met al is het resultaat over 2013 bijna sluitend, met een klein tekort van € -0,4 miljoen. Met de komst van Frederike Everts – plaatsvervangend voorzitter - in het najaar, heeft dit College van Bestuur de beweging gemaakt naar een ‘tweehoofdige directie’: passend binnen een sturingsmodel met minder lagen en korte lijnen. Door zowel iemand uit de politie als uit het onderwijs vertegenwoordigd te hebben in de besturing, streven we er letterlijk naar het ‘politieonderwijs’ op één te kunnen zetten. We verlieten de denkrichting vanuit de scholen, en gaan toe naar een omgekeerde beweging die ‘vanuit het geheel’ denkt: het instituut in Nederland waar de politie zijn kennis, vaardigheden en vorming vandaan haalt. In de zomer werd het model geaccordeerd door de minister, waarbij de Politieacademie geen eigen “mensen en middelen” heeft, maar die “om niet” ter beschikking gesteld krijgt door de nationale politie. Het jaar eindigde met het aanbieden van het ontwerpplan aan de minister; de contouren van de nieuwe Politieacademie zijn hierin geduid. Dat wordt een academie die beduidend slanker zal zijn dan nu, alleen al omdat de bedrijfsvoering overgaat naar het Politiedienstencentrum van de nationale politie. Daarmee zal het ook een organisatie zijn die – zoals bedoeld – slagvaardiger kan acteren richting haar belangrijkste belanghebbende: de politie. Deze resultaten zijn mogelijk gemaakt door de energieke inzet van velen binnen en buiten de Politieacademie. Leon Kuijs Voorzitter College van Bestuur

Page 5: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

5

Inleiding

De Politieacademie is binnen de politie het natuurlijk zwaartepunt op het gebied van onderwijs en kennis & onderzoek: zij is binnen het politiebestel verantwoordelijk voor politie specifiek onderwijs en onderzoek. Door middel van onderwijs en kennis & onderzoek bevordert de Politieacademie de professionaliteit en het lerend vermogen van de politie. Op basis van de behoeften uit de politiepraktijk worden onderwijs en kennis ontwikkeld en aangeboden op een manier die zich bewijst in de politiepraktijk: in situaties waarin door politiemensen moet worden gehandeld. De impact van de Politieacademie manifesteert zich ultimo in de frontlijn. Daar wordt gewerkt aan de maatschappelijke opdracht van de politie: op een legitieme wijze bijdragen aan veiligheid in de samenleving. De medewerkers van de Politieacademie richten zich op de ontwikkeling van het politievak: de vakmatige en persoonlijke groei van politiemensen en de (door)ontwikkeling van de werkwijzen of methoden waarvan zij gebruik maken bij het sturen en uitvoeren van het politiewerk. Dit doen zij in samenwerking met anderen binnen het politiebestel. Met betrekking tot de ontwikkeling van politiemensen heeft de Politieacademie daarnaast een kwalificerende taak: zij toetst of politiemensen voldoen aan de eisen die aan het uitoefenen van bepaalde werkzaamheden worden gesteld. Die kwalificering is een waarborg voor de rechtsstaat. De Politieacademie verricht haar taken in de nabije toekomst vanuit een nieuwe positie en inrichting. Er is hierbij sprake van een systeembreuk met het verleden. Die systeembreuk komt vooral tot uiting in de volgende punten:

1. Er is één Politiewet waar de Politieacademie een onderdeel van is. 2. Er is één korps met gestandaardiseerde werkprocessen en één korpschef die de behoefte stelt. 3. Er is één werkgever waar ook de medewerkers van de Politieacademie werken. 4. Er is één plek waar het politie specifieke onderwijs plaatsvindt. 5. Er is één strategische agenda waarmee richting wordt gegeven aan het onderzoek binnen de

politie. Het ontwerpplan dat in december 2013 werd geaccordeerd, kan worden beschouwd als het voorstel van de Politieacademie en de nationale politie aan de minister voor het ontwerp van de Politieacademie. In het ontwerpplan zijn de relevante onderdelen uit de conceptversie van de wetswijziging opgenomen, omdat de wetswijziging de basis vormt voor de positionering van de Politieacademie binnen de politie. In die zin heeft het ministerie van VenJ ook input geleverd voor het ontwerpplan. Dit ontwerpplan is het fundament voor het inrichtingsplan van de Politieacademie. Op basis van de uitgangspunten die in het ontwerpplan zijn beschreven, wordt de inrichting van de Politieacademie gedefinieerd in 2014. Dit wil zeggen dat de toekomstige situatie in (meer) detail wordt beschreven. Het inrichtingsplan van de Politieacademie correspondeert hierin met amenderingen op het inrichtingsplan van de nationale politie die het gevolg zijn van de herpositionering van de Politieacademie. De nationale politie stelt hiervoor een wijzigingsplan op. In het realisatieplan van de Politieacademie wordt vervolgens beschreven hoe de herpositionering en herinrichting vanuit het perspectief van de Politieacademie worden gerealiseerd. Het realisatieplan gaat verder waar het programmaplan stopt; het beschrijft het realisatiepad vanaf 2014. Het zal duidelijk zijn dat de Politieacademie de komende tijd voor de nodige uitdagingen staat. In de volgende hoofdstukken wordt achtereenvolgens een toelichting gegeven op de bereikte resultaten op de kerntaken Werving & Selectie (hoofdstuk 1), Onderwijs (hoofdstuk 2), Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling (hoofdstuk 3). Vervolgens wordt een toelichting gegeven op bestuur en toezicht (hoofdstuk 4), beheer & bedrijfsvoering (hoofdstuk 5), personeel & organisatie (hoofdstuk 6) en de financiën (hoofdstuk 7).

Page 6: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

6

HOOFDSTUK 1 Werving & Selectie

Als gevolg van de opdracht in 2011 van de Minister van Veiligheid & Justitie heeft de Politieacademie in samenwerking met de kwartiermakers organisatie het plan Optimalisatie werving en selectie initiële instroom gerealiseerd. Per dag 1 nationale politie, 1 januari 2013, is de nieuwe werkende organisatie en een nieuw geoptimaliseerd proces werven en selecteren initiële instroom nationale politie ingevoerd. Initiële instroom politie betreft de instroomniveaus voor een politieopleiding mbo niveau 2 tot en met universitaire master. Het nieuwe proces ondersteunt niet enkel de initiële instroom, maar ook de instroom van vrijwilligers van politie en recherchekundigen. De ondersteunende applicatie KVS (Kandidaat Volg Systeem) is 24 juni 2013 opgeleverd. Het cluster Onderzoek heeft voor het proces de diverse selectieratio's in de verschillende stappen van het W&S-proces zichtbaar gemaakt. Deze cijfers zijn aangevuld met de selectieratio's voor diversiteitsgroepen. Het nieuwe proces heeft ruimte gegeven voor een hernieuwde kijk op de psychologische rapportages, nu deze rapportages niet langer naar de eenheden gaan om te worden beoordeeld; het besluit wel/niet geschikt, ligt nu binnen directie Werving & Selectie. In 2013 is hiertoe een projectgroep gestart. Deze projectgroep had graag de uitkomsten van het WODC onderzoek naar Selecties bij de politie als input meegenomen, maar het WODC levert het eindrapport pas begin 2014 op. In 2013 is nadrukkelijk afstemming en ook koppeling gezocht met de kwartiermaker organisatie nationale politie. Dit gezien het besluit is genomen dat directie Werving en Selectie in zijn geheel van de Politieacademie overgaat naar het Politiedienstencentrum, afdeling In-, Door-, en Uitstroom (IDU). Per oktober 2013 is de praktische aansturing officieel overgenomen door de projectleider IDU.

1.1 Werving

De Politieacademie ondersteunt de personeelsvoorziening van de politie door de uitvoering van de landelijke werving van potentiële politiemedewerkers. Hiervoor ontwikkelt en lanceert de Politieacademie de landelijke arbeidsmarktcampagne van en voor de politie. De in 2011 ontwikkelde campagne “Screen jezelf” is ook in 2013 succesvol voortgezet. Ook in 2013 zijn de online sociale netwerken van de politie actief ingezet om nieuw talent te werven. De werving vindt meer en meer plaats via de digitaal weg en social media. Het onderzoekscluster heeft in 2013 de arbeidsmarkt voor de politie in kaart gebracht toegespitst op het instroompotentieel voor niveau 51. Deze rapportage ‘Hoogopgeleiden bij de politie’ is een verkenning naar de kansen van de politie om hoogopgeleiden te werven voor een drietal terreinen, te weten de basispolitiezorg, de opsporing en de bedrijfsvoering. Binnen de politieorganisatie ontstaat langzaamaan een groeiende behoefte aan meer hoogopgeleiden. Cruciale vraag is of de behoefte van de politie aan hoogopgeleiden aansluit op het aanbod of dat er ‘mismatches’ gaan ontstaan. Hoewel de arbeidsmarkt momenteel als ruim wordt aangeduid, maakt het onderzoek duidelijk dat de werving van hoogopgeleiden bemoeilijkt kan worden door onder andere regionale verschillen in aanbod en verschillen in de werkgelegenheid per sector. Met name het algemeen verwachte tekort aan ICT-specialisten vormt een bedreiging. Naar verwachting zal vooral het werven van hoogopgeleide (ICT-) specialisten voor de opsporing en de bedrijfsvoering een uitdaging worden. De wervingskansen voor de algemene hoogopgeleide functies zullen naar verwachting daarentegen redelijk gunstig zijn. Als landelijke organisatie ondersteunt de Politieacademie de eenheden bij de werving van personeel en bij de vervulling van hun personeelsbehoefte. In 2013 is een toename geweest van het plaatsen van niet-initiële vacatures (in totaal 131 burgervacatures en 771 doorstroomvacatures geplaatst alsmede vacatures voor de kwartiermakers organisatie) op www.kombijdepolitie.nl. De Minister van Veiligheid & Justitie heeft in 2012 een oproep gedaan om in de komende jaren het aantal vrijwilligers (vrijwillige politie en volontairs) toe te laten nemen tot bijna 5.000 in 2015. Deze oproep is door de nationale politie overgenomen medio 2013, waardoor de campagne “Goed dat je er bent. Word politievrijwilliger” opnieuw is uitgevoerd. De late opdrachtverstrekking heeft mogelijk

1 Hogeropgeleiden bij de politie: een verkenning naar de wervingskansen, 2013.

Page 7: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

7

gevolgen voor het totaal te behalen aantal vrijwilligers. Bovendien is er geen budget voor de out-of-pocket kosten beschikbaar. Naar aanleiding van de openstelling van vacatures vrijwilliger van politie zijn er 3.747 sollicitaties geweest via de site kombijdepolitie.nl, waarvan 3.335 unieke sollicitaties. Op het gebied van werving is de volgende ontwikkeling te zien: Wervingsresultaten 2008 2009 2010 2011 2012 2013Aantal unieke website bezoekers www.kombijdepolitie.nl

712.469 774.407 1.282.673 1.854.210 1.228.4542 N.v.t. Zie

voetnoot 3

Aantal sollicitaties initieel 16.864 21.635 23.076 27.524 14.622 03

Aantal toegewezen initiële sollicitanten (vanaf 2009)

12.724 14.229 18.073 10.061 0

Gediplomeerden van de opleiding Handhaving & Toezicht Politie (conform convenant Vesporo4) zijn geplaatst indien zij voldeden aan de selectie-eisen.

1.2 Selectie

De Politieacademie verzorgt de wettelijke selectie van aankomende aspiranten en vrijwilligers-in opleiding voor een baan bij de politie. De selectie geeft een uitkomst over de geschiktheid van de kandidaat voor de uitoefening van het politievak, op basis van landelijke normering (vastgelegd in Regeling aanstellingseisen politie). Het korps besluit tot het al dan niet aanstellen van de kandidaat, waarna de nieuw aangestelde politiefunctionaris vervolgens als student start met een van de politieopleidingen aan de Politieacademie. De instroomopdracht van de nationale politie is gerealiseerd: door de eenheden zijn in 2013 uiteindelijk 882 kandidaten aangesteld, waaronder 46 aspiranten op hbo/masterniveau en 179 recherchekundigen. Per instroommoment week 17/2013 is het aantal van 350 recherchekundigen behaald, conform overeengekomen met de eenheden en het Ministerie V&J. Het uiteindelijke aantal kandidaten dat een reguliere selectie heeft doorlopen (deel A, gevolgd door deel B) bedroeg in 2013 1.346 kandidaten. Er zijn 1.213 selecties mbo-opleidingenniveau 2 t/m 4 en 133 selecties voor het opleidingsniveau bachelor en master uitgevoerd. # Reguliere intredeselecties

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Deel A 5.104 4.998 5.387 5.015 10.394 7.294 803 Deel B 4.425 4.198 4.140 2.929 6.262 4.968 543

De Politieacademie voerde ook nog bijzondere selecties uit voor 2.038 kandidaten (waarvan 1.183 meerdaagse selecties). Dit betreffen speciale trajecten voor politie (onder meer arrestantenverzorgers, Meldkamer, forensisch coördinator, AOE en persoonsbeveiligers) en partners in de veiligheidsketen (FIOD, douane, brandweer, gemeenten, veiligheidsregio’s). Eind 2012 is, vanwege de geprognosticeerde aanstelling van 800-1.000 nieuwe politiefunctionarissen in 2013, begonnen met de afbouw van de bezetting van de afdeling Selectie. Met de opnieuw lage instroomprognose (800) voor 2014 is deze afbouw in 2013 voortgezet. Niet alleen de inzet van uitzendkrachten wordt gestopt, maar ook alle tijdelijke contracten worden niet meer verlengd. Dit heeft eind 2012 geleid tot een reductie van 7 fte bezetting, en eind 2013 tot een totale reductie van 22,61 fte.

2 De meting is t/m medio september 2012. Door de cookiewetgeving vindt er vanaf 15 september 2012 geen meting meer plaats. Nu de cookiewetgeving is gewijzigd zal de meting in 2014 weer worden gestart. 3 In 2013 is er geen enkele vacature opengesteld. De instroomopdracht is behaald door de diverse sollicitanten in portefeuille en de HTV-P gediplomeerden te matchen aan de beschikbare vacatures. 4 Versterking samenhang politieonderwijs en regulier onderwijs.

Page 8: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

8

HOOFDSTUK 2 Onderwijs

2.1 Uitvoering van het onderwijs

De Politieacademie biedt initieel en post initieel politieonderwijs aan. Initieel is bestemd voor beginnende beroepsbeoefenaren, post initieel onderwijs sluit hierop aan en betreft onderwijs op het gebied van de specialistische politietaken als ook op het gebied van politieleiderschap. Het onderwijs is gebaseerd op een aantal uitgangspunten (Politieonderwijs 2002):

complementair (duale opleidingen worden uitgevoerd samen met de korpsen); competentiegericht: gestructureerd onderwijs gericht op de ontwikkeling van de competenties

aansluitend op de praktijk; context gebonden: het geleerde staat ten dienste van het politievak.

In 2013 is er vooral aandacht geweest voor het vergroten van het vakmanschap. Nieuw onderwijs heeft een sterkere praktijkverbinding, zowel qua inhoud als qua uitvoering. Nieuwe onderwijsvormen werden geïntroduceerd: goedkoper, korter, op afstand, in de praktijk. Dit vraagt een nauwe samenwerking en verbinding met de nationale politie. In 2013 werden de eerste contouren zichtbaar hoe gezamenlijk vorm gegeven kan worden aan de vraagarticulatie van de nationale politie. Welke samenwerking daarvoor nodig is en hoe verantwoordelijkheden en koppelvlakken in de keten van benodigde werkzaamheden eruit komen te zien. Initieel onderwijs Sinds geruime tijd wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van de nieuwe basisopleiding (niveau 3 en 4). Het nieuwe curriculum is dit jaar doorgelicht op de waarden, missie, visie en cultuurkenmerken van de nationale politie. Een belangrijk component van dit nieuwe onderwijsprogramma is de lijn “begeleiding van het leerproces en ontwikkeling“ van de student. Het ingevoerde Bindend Studie Advies na het eerste jaar van inschrijving aan de opleiding versterkt de begeleiding en beoordeling van de student. Het nieuwe onderwijs kent tussenevaluaties. Zo zijn er studentevaluaties, docentevaluaties en korpsevaluaties gehouden. De algemene tendens is dat het nieuwe onderwijs (PO 2.0) als positief wordt ervaren. Aandachtspunten uit deze evaluaties worden direct opgepakt en bijgesteld. De piekinstroom van 2012 en de effecten daarvan op de begeleiding van studenten binnen de Politieacademie en het Korps heeft geleid tot meer aandacht voor het belang van gelijkmatige instroom. Vooralsnog zijn de effecten van de piekinstroom de invloed op kwaliteit, organisatie en financiën; een belastende invloed op de resultaten. Vanwege het veranderende speelveld binnen de politie, de tijdelijke overcapaciteit binnen de politie en de noodzaak om te bezuinigingen bleef het aantal inschrijvingen in 2013 voor opleidingen in 2014 achter bij voorgaande jaren. Instroom initieel 2009 2010 2011 2012 2013

Assistent Politiemedewerker 162 244 188 121 46

Politiemedewerker 856 592 778 193 168

Allround Politiemedewerker 791 545 737 338 354

Basis Politiemedewerker5 - - - 1.263 614

Politiekundige Bachelor 247 199 206 173 72

Politiekundige Master 18 0 0 0 4

Vrijwillige Politie 140 61 100 243 254Totaal 2.214 1.641 2.009 2.331 1.513

Waarvan nieuwe instroom 2.175 1.331 1.649 1.794 981Waarvan doorstromers 39 310 360 537 532

5 De opleiding basis politiemedewerker is gestart in 2012 in het kader van de politieopleiding 2.0. Na 2 jaar en 4 maanden stromen de eerste studenten door.

Page 9: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

9

In onderstaand overzicht is een beeld gegeven van de gediplomeerde uitstroom in '13, alsmede de uitval (zonder diploma) van studenten tijdens hun opleiding. In de laatste kolom is het aantal ingeschreven studenten weergegeven op het jaareinde.

Uitval

Gediplomeerde uitstroom

In opleiding

eind

2011 2012 2013 2011 2012 2013 2013

Assistent Politiemedewerker 18 13 17 167 215 219 110

Politiemedewerker 97 93 37 964 615 408 482

Allround Politiemedewerker 88 105 30 883 759 874 558

Basis Politiemedewerker - - 120 - - - 2.190

Politiekundige bachelor / master 1 10 0 71 76 57 698

Politiekundige Master 1 6 0 52 3 0 0

Totaal 205 227 204 2.137 1.668 1.588 4.038

Post initieel onderwijs De verschillende post initiële scholen verzorgen onderwijs op gebied van de specialistische politietaken, inclusief politieleiderschap. Studenten kunnen zowel leergangen als ‘losse’ kernopgaven volgen.

Uitvoerend per school 2013

Aantal geplaatst Aantal geannuleerdLoopbaan-

budgetContract en

VOVLoopbaan-

budget Contract

en VOVSchool voor Gevaar- & Crisisbeheersing 896 23.189 98 1138School voor Handhaving 398 8.502 63 624School voor Politie Leiderschap 446 4.335 29 187School voor Recherche 2.003 4.599 380 481Totaal 3.743 40.625 570 2.430

Totaal Postinitieel 2013 Inschrijvingen Ingevuld Annuleringen In %Taakonderwijs 3.743 3.173 570 15,2%Contractonderwijs en VOV 40.625 30.402 2.430 5,9%Totaal 44.368 33.575 3.000 10,6%

Aantal studenten per domein 2009 2010 2011 2012 2013

School voor Gevaar- & Crisisbeheersing 4.822 5.733 6.997 10.266 24.085

School voor Handhaving 5.821 5.468 9.452 11.811 8.900

School voor Politie Leiderschap 4.958 2.994 5.399 4.881 4.781

School voor Recherche 5.593 5.674 5.688 6.839 6.602

Totaal 21.194 19.869 27.536 33.797 44.368

Kwalificatiestructuur en LFNP Doel is het uitbouwen van de samenhang in het stelsel van kwalificaties en opleidingen, zodat het opleidingsaanbod beter aansluit bij politiemensen, of zij nu aan de start staan van hun loopbaan of een volgende stap nemen, binnen dan wel buiten de politie. Het herschrijven van de kwalificatiedossiers gebeurt onder verantwoordelijkheid en regie van de POR, waarbij een medewerker van de Politieacademie gedetacheerd is bij de POR om schrijfwerk te verrichten. Voor de meest omvangrijke (dus nog niet alle) kwalificaties is dit afgerond. De kwalificatiedossiers zijn in het najaar van 2013 in de POR-vergadering besproken. De nieuwe methodiek, namelijk het kwalificerende politieonderwijs vastleggen in twaalf kwalificatiedossiers, die vervolgens als gebruikelijk

Page 10: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

10

door de minister worden vastgesteld, is positief ontvangen. Wel met de aanvulling dat de inhoud van de dossiers nog aanvulling behoeft, van met name de kwalificaties van geringe omvang. Programma Operationeel Leiderschap (School voor Politieleiderschap) De doelstelling van de SPL in 2013 was en is de verbinding met de nationale politie waar het gaat om het opleiden van leidinggevenden van de nationale politie in te vullen, en daarmee een bijdrage te leveren aan de transitie naar een nationaal bestel. Deze doelstelling heeft de SPL gerealiseerd door een bijdrage te leveren aan het traject Operationeel Leiderschap van de nationale politie:

‐ Inhoud geven aan het gewenste leidersconcept, het operationeel leiderschap, middels verkennend onderzoek en ontwikkelpleinen.

‐ Identificatie parels in het bestaande onderwijs en lessons learned. ‐ Formulering van ontwerpeisen voor het leiderschapsonderwijs dat ondersteunend is aan de

voorgenomen cultuuromslag binnen de nationale politie. ‐ Eerste oriëntatie op nieuwe leiderschap opleidingen is afgerond en heeft geleid tot een aantal

besluiten door Politieacademie en NP: Opleiden en examineren vindt plaats in de praktijk ‘tenzij’; Nieuwe leiderschapsprogramma’s op drie niveaus; teamchef A, B en C en additionele

programma’s; Impuls Esprit: Leerweg gericht op geplaatste leidinggevenden NP om hen te equiperen in

het waarde gedreven verbinden van mensen en resultaten en hen te betrekken bij verdere ontwikkeling van het leiderschap en het nieuwe leiderschapsonderwijs;

In afstemming met andere onderdelen van de Politieacademie, vorm en inhoud geven aan de bestuurlijke en organisatorische structuur van het nieuwe leiderschapsonderwijs. En om het ontwerp (of herontwerp) van de daartoe benodigde (werk)processen, en implementatie daarvan.

Programma Cybercrime / Digitalisering Politiewerk (School voor Recherche) Doel is het intensiveren van de opsporing en de vervolging van cybercrime in Nederland door het stimuleren van onderzoek en onderwijs. In 2013 is gestart met het vormgeven van de speerpunten ‘internationale aspecten & relaties’ en ‘school maken digitale bewustwording’. Vanuit Europol-verband zijn twee trainingen ontwikkeld (internet forensics en solid state devices) en opgenomen in het opleidingsaanbod na de afsluiting van het programma ISEC in Berlijn. Vanuit CEPOL-verband is geparticipeerd in een conferentie in Finland, om daarmee in internationaal verband aangesloten te zijn (en te blijven). In deze conferentie zijn de internationale onderwijsontwikkelingen getoetst en is een voorzet gegeven voor toekomstige noodzakelijke ontwikkelingen. Met een onderwijsaanbod van 23 producten zijn in 2013 in relatie tot Cybercrime 713 studenten opgeleid. Programma Forensisch Onderwijs (School voor Recherche) In de eindrapportage PVO zijn aanbevelingen gedaan met betrekking tot het versterken en verbeteren van de forensische opsporing, gebaseerd op de hoofdonderwerpen 1) vak inhoud, 2) de organisatie en 3) de informatiehuishouding. In deze rapportage is sprake van een meer nadrukkelijke positionering van de FO binnen het opsporingsonderzoek met daarnaast specifieke aandacht voor vakinhoudelijke versterking. In opdracht van de RKC is het Landelijke Programma Forensische Opsporing destijds gestart. In samenwerking met het land (onder andere expertise centrum Forensische Opsporing en de eenheden) is onderwijs ontwikkeld, bijvoorbeeld Forensisch Coördinator en Forensic Skills. Per 31-12-2013 zijn met de twee nieuwe onderwijsproducten 25 studenten in opleiding, dan wel opgeleid. Programma Afpakken (School voor Recherche) Het Ministerie van V&J heeft het thema Afpakken geprioriteerd met als doel criminelen stevig aan te kunnen pakken door het uit misdaad verkregen vermogen “af te pakken”. De Politieacademie draagt hieraan bij door een zestal opleidingen in te zetten die voor alle doelgroepen het kennisniveau verhogen en in de praktijk bijdragen aan het vergroten van de kansen tot “afpakken” (opleidingen

Page 11: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

11

Financieel Rechercheren BPZ, Financieel Rechercheren voor Leidinggevenden, Witwassen, Faillissementsfraude, Undergroundbanking en MFR). Vanuit de SVR hebben we de deelname aan het ketenpartners overleg geïntensiveerd. Ook de participatie binnen het landelijk overleg van projectleiders (per eenheid) en de samenwerking met de verschillende projectleiders heeft in 2013 meer vorm gekregen. Met een totaalaanbod van 18 onderwijsproducten geënt op dit thema zijn in totaal 627 studenten opgeleid. Programma SUMMit (School voor Recherche) Met dit project wordt vanuit de School voor Recherche een bijdrage geleverd om met deze informatievoorziening de opsporingsprocessen binnen de NP beter te faciliteren en het eenduidig werken en vastleggen te bevorderen, evenals de mogelijkheden tot delen en uitwisselen van informatie. Het project levert hiermee een directe bijdrage aan de veranderdoelen binnen het opsporingsveld van de nationale politie. Het resultaat was een bijdrage aan landelijke programma’s conform opdrachtverstrekking. Er is benodigde bemensing georganiseerd, onderwijs ontwikkeld, gevalideerd en uitvoering gestart, alle ‘superkerninstructeurs’ binnen de NP zijn opgeleid. Ook feedback op de uitvoering, en samenwerking met de landelijke eenheid is gerealiseerd. In 2013 zijn met een viertal nieuwe onderwijsproducten in totaal 323 studenten opgeleid en loopt het programma op schema. Programma Weerbaarheid (School voor Gevaar- en Crisisbeheersing) De doelstelling van het programma is om in 2013 en 2014 30.000 politiefunctionarissen op te leiden via de training Mentale Kracht. De uitvoering van de training MK ligt op schema. Medio december 2013 zijn ruim 10.000 politiemensen opgeleid, deels opgeleid en/of ingepland. De planning voor 2013 is hiermee gehaald. Het opkomstpercentage bij de trainingen MK is hoog, het opkomstpercentage bij de trainingen voor leidinggevenden blijft wat achter. Hierop wordt actief gestuurd. In 2013 is een kwaliteitsmonitor ontwikkeld. Inhoudelijk is het thema weerbaarheid ingebracht in het curriculum van het initiële onderwijs (MBO en HBO). Naar aanleiding van enkele incidenten is de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor weerbaarheid (in samenhang met IBT), belegd bij het hoofd van de school voor GCB. ME en CBRNe Onderwijs (School voor Gevaar- en Crisisbeheersing) Doel is het opleiden van politiefunctionarissen en herscholing: 48 ME pelotons op gebied van flex ME en de tweedaagse CBRNe opleiding van docenten en alle ME’ers in Nederland. In 2013 zijn de nieuwe Flex-ME opleidingen in uitvoering genomen. De benodigde nieuwe flexvoertuigen waren (landelijk) nog niet beschikbaar en er waren nog problemen met de beschermende (CBRNe)-kleding (pakken, gasmaskers en helmen). Gedurende 2013 is de nieuwe opleiding inhoudelijk geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Ook is er een begin gemaakt met de actualisatie van opleidingen die aan de basisopleiding gerelateerd zijn. APP - voormalig project NPNP (School voor Gevaar- en Crisisbeheersing) De doelstelling was in 2013 (met vervolg in 2014) in totaal 400 IBT-docenten en vuurwapendocenten opleiden. Bijzondere Eenheden omscholen voor het nieuwe dienstpistool. Dit gebeurde binnen het project APP, Aanbesteding Politie Pistool, voorheen NPNP. De opleiding en omscholing van de IBT docenten binnen het landelijke project nieuw politie pistool is in 2013 afgerond. Totaal zijn ruim 500 IBT docenten van het Korps, de Douane en de Politieacademie omgeschoold en gecertificeerd. OBT In 2013 was het doel - in samenspraak met de nationale politie – te komen tot een visie omtrent de meest geschikte manier waarop een politiefunctionaris zijn of haar basisvaardigheden zo goed mogelijk in stand houdt (OBT). Het primaat hiervoor ligt bij de nationale politie. In 2013 moet duidelijk zijn welke rol de Politieacademie hierin inneemt. Dit resulteerde in een structurele aansluiting vanuit de Politieacademie bij de ontwikkeling IBT Nieuwe Stijl, welke formeel valt onder de verantwoordelijkheid van de NP-HRM.

Page 12: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

12

PortoGewoon (School voor Gevaar- en Crisisbeheersing) In 2013 werden de landelijke ontwikkelingen op het gebied van de meldkamer en communicatie (PortoGewoon) nauwgezet gevolgd. Vanuit het project is de opdracht verstrekt om alle centralisten in Nederland op te leiden voor Portogewoon / RABS (Radio Alarmering Bedien Systeem). Binnen de Politieacademie is voor medewerkers een scholingstraject ontwikkeld voor een goed gebruik van de portofoon. Een van de nieuwe diensten binnen de nationale politie is de Dienst Regionaal Operationeel Centrum (DROC) waarbij het politiedeel van de meldkamer is ondergebracht. De DROC/meldkamer is een cruciale schakel in de aansturing van het operationele politieproces in het veld. De visie op het functioneren van de meldkamer is een product dat is opgeleverd door het project ‘De meldkamer van de toekomst’. Deze nieuwe visie heeft tot gevolg dat medewerkers van de meldkamer intensief geschoold moeten gaan worden. In 2013 is in samenwerking met de NP/HRM een pilot opgestart om zicht te krijgen op de leer-/ontwikkelvraag vanuit de DROC. Hieruit is de opdracht tot stand gekomen voor het ontwikkelen van 2 nieuwe opleidingen: de OvD-OC en uitgifte Centralist. Pilot optische geluidssignalen (School voor Handhaving) De Politieacademie heeft per 1-4-2013 voor een periode van maximaal 2 jaar vrijstelling gekregen om in de rijopleidingen te oefenen in het gebruik van optische en geluidssignalen (O&G) op de openbare weg. Overleg met en tussen het Ministerie van Veiligheid & Justitie en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu geeft ons de mogelijkheid met deze vrijstelling gedurende een pilotperiode ervaringen op te doen. Naast de Politieacademie hebben ook de Koninklijke Marechaussee, de Academie voor Ambulancezorg en het Brandweer OpleidingsCentrum Amsterdam-Schiphol (BOCAS) vrijstelling gekregen zodat nagenoeg alle kleuren hulpverlening in de pilot zijn betrokken en meedoen met de effectmeting. In de pilot worden a) twee groepen studenten met elkaar vergeleken, b) twee tijdvakken met elkaar vergeleken, c) het aantal ritten waarin we gebruik maken van O&G vastgelegd en d) de ervaringen van docenten gevraagd. Op basis van de uitkomsten wordt een rapportage opgemaakt voor het ministerie op basis waarvan wordt besloten of de tijdelijk verleende vrijstelling zal worden verlengd en of andere opleidingsorganisaties van de vrijstelling gebruik mogen gaan maken. De begeleiding van de pilot gebeurt door het Instituut Fysiek Veiligheid in Arnhem; het instituut verzorgt de verwerking van gegevens, de analyse en de rapportage. De verleende vrijstelling biedt mogelijkheden om studenten nog beter voor de rij-taak toe te rusten en veilig gebruik daarvan in het onderwijs aan de orde te stellen.

2.2 Verbeterinitiatieven

Inrichtingskader Politieonderwijs Doelstelling van dit inrichtingskader is het opstellen en herzien van het inrichtingskader voor het politieonderwijs. Het doel van het inrichtingskader voor het politieonderwijs is het bieden van richtlijnen voor de inrichting van het onderwijs en daarmee voor de ontwikkeling en uitvoering van opleidingen en examens. Werkend leren Doelstelling van het werkend leren:

1. Invoeren onderwijsovereenkomst en leerwerkovereenkomst 2. Inrichting en borging werkend leren korps en Politieacademie 3. Informatie uitwisseling voor optimale begeleiding op de werkplek

Het resultaat op het gebied van werkend leren is de structurele samenwerking die met OBT – HRO tot stand is gekomen. De onderwijsovereenkomst is ondertekend, en de leerwerkovereenkomst is binnen de scholen voor de opleidingen en leergangen ingevoerd. Er is een aangepast referentiekader werkend leren opgeleverd en vastgesteld door de directie van de Politieacademie. Dit referentiekader is de basis voor de samenwerking in het kader van werkend leren voor korps en Politieacademie. In nauwe samenwerking met HRM (OBT en HRO) zijn drie project- en werkgroepen actief (Hoger opgeleiden, MBO initieel politieonderwijs, MBO(+) post initieel politieonderwijs) onder aansturing van de portefeuillehouder werkend leren.

Page 13: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

13

Het Digitaal Student Volgsysteem (versie SVS 2.0) ondersteunt het initieel onderwijs volledig. De kubus Rendement Onderwijs ontwikkeld door SBV (Team Onderwijsinformatie) en testfase ingegaan. Professionaliteit Doel was te komen tot een beschrijving van wat onder professionaliteit van een onderwijsgevende wordt verstaan, als een eerste stap in de invulling van professionaliteit. Om de kwaliteit van de diensten van de Politieacademie en daarmee de kwaliteit van de politie te kunnen waarborgen. Dit resulteerde in een startnotitie. Hierin wordt beschreven wat professionaliteit binnen onderwijs inhoudt – inclusief vitale uitwisseling binnen de NP - en hoe dit beïnvloed en gegarandeerd kan worden. De notitie wordt gedragen door de verandermanager en is ingebracht in het transitieproces. Nadat duidelijk is hoe de relatie NP-PA en de processen rondom wetgeving vorm krijgen, zal opnieuw gekeken worden naar de wijze waarop het thema ‘professionaliteit’ verder zijn beslag krijgt. Kernwaarden politie Doel was het afstemmen van het opleidingsaanbod op de kernwaarden van de politie. De kernwaarden zijn inmiddels ingevlochten in de diverse opleidingen. Voor medewerkers van de Politieacademie zullen de kernwaarden politie verbonden worden aan professionaliseringstrajecten. ICTO ICT(O) in het politieonderwijs is het gebruik van moderne (sociale) media en apparatuur ter ondersteuning van het totale onderwijs-, leer- en examenproces in het kader van levenslang leren van de politie. Doelstelling is dat een groot deel van het aanbod van ICTO leermiddelen, leeromgevingen en tools eenvoudiger toegankelijker worden voor studenten, docenten en medewerkers binnen de eenheden. De single sign on functionaliteit is afgestemd op de komende ontwikkelingen binnen de nationale politie. Resultaat van het project in 2013, is dat er concrete stappen zijn gemaakt met het thema ICT en onderwijs binnen de Politieacademie. De verschillende projectenportfolio’s op het gebied van ICT zijn samengebracht waardoor er door één centrale stuurgroep ICTO efficiënter gestuurd kan worden op resources en prioriteiten. Er zijn een aantal nieuwe leermiddelen ontwikkeld waarvan de nieuwe versie van de Profchecks, de Backbone omgeving en de verschillende apps het meest in het oog springen.

2.3 Examinering en EVC’s

De examinering van het initiële en het post initiële onderwijs wordt sinds 2011 uitgevoerd door de initiële en post initiële scholen, waarbij de afdeling Examinering binnen de Politieacademie een monitorende en kwaliteitsbewakende rol heeft en toeziet op onafhankelijke toetsing. Daarbij heeft men toegewerkt naar een efficiëntere, beter planbare en goedkopere onderwijsuitvoering. Hieronder volgt een overzicht van het aantal examens dat in 2013 is afgenomen. Aantal examens per jaar

2009 2010 2011 2012 2013

Initieel 30.034 25.059 23.833 Postinitieel 11.587 8.722 6.929 Totaal aantal examens 56.775 50.715 41.621 33.781 30.762

Dat het politieonderwijs competentiegericht is, houdt ook in dat rekening wordt gehouden met de competenties die de student eerder verworven heeft, door opleiding, werkervaring of op een andere manier. Een erkenning van verworven competenties (EVC) Ieidt tot vrijstellingen van examen onderdelen of proeven van bekwaamheid, tot vermindering van de studiebelasting en veelal tot verkorting van de totale studieduur. Aantal EVC-procedures

2009 2010 2011 2012 2013

Initieel 252 274 274 70 73 Postinitieel 1.160 1.204 872 160 101 Totaal 1.412 1.478 1.146 230 174

Page 14: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

14

Commissie van Beroep De Commissie van Beroep behandelt zowel de beroepsschriften op de examenresultaten, als de bezwaarschriften op de studieadviezen. Beroepsschriften examenresultaten 2013

Niet ontvankelijk

Gegrond vernietiging

Gegrond Herkansing

Ongegrond

Initieel 4 27 40 57 Postinitieel 4 9 25 34 HOvJ - 2 1 1 Totaal 8 38 66 92

Op basis van jaarlijkse interne onderzoeken naar studie voortgang en studie uitval van studenten is in 2012 besloten om het bindend studieadvies, BSA, in te voeren. Dit heeft zijn beslag gekregen in het Onderwijs Examen Reglement (OER) en geeffectueerd in 2013. Tezamen met een betere begeleiding van studenten wordt getracht om onvermijdelijke studie uitval zoveel mogelijk terug te dringen naar het 1e jaar. Beroepsschriften bindend studieadvies 2013

Gegrond Ongegrond

Initieel 3 3 Postinitieel 5 6 Totaal 8 9

2.4 Kwaliteitszorg onderwijs

Er zijn gespreksrondes gedaan door de directeur Onderwijs in de school-MT’s, waarbij centraal stond: hoe wordt kwaliteitsverbetering van het onderwijs vanaf de werkvloer vormgegeven? Op welke manier vinden gesprekken van docenten met studenten, van docenten onderling, van docenten met management etc. plaats, en hoe worden verbeteringen uit deze gesprekken geborgd? Maar ook: welke systematiek hanteert de school om het onderwijs en de organisatie erachter periodiek te evalueren? Doel hiervan is om uit de incidenten te komen en niet verrast te worden door externe evaluaties. Ondertussen werd in de scholen en via de werkgroep kwaliteit doorgewerkt aan enerzijds verbeteringen in de scholen en anderzijds aan een betere boven schoolse informatie-ontsluiting, bijvoorbeeld aangaande studierendementen en in-, door- en uitstroomgegevens. Deze informatie helpt de scholen in een gerichte aanpak van kwaliteit. Het zichtbaar maken wat er dan gebeurt om niet tegen verrassingen aan te lopen, is een aandachtspunt voor de komende periode. Kwaliteitszorg De Politieacademie meet de kwaliteit van en tevredenheid over het onderwijs middels een aantal onderzoeksinstrumenten. De opzet, doelgroep en frequentie van deze onderzoeken verschilt al naar gelang de opzet van het onderwijs. Door de (sub)afdeling onderzoek is naast het gestandaardiseerde onderzoek naar studentsatisfactie, een onderzoek onder trajectbegeleiders opgestart. Daarnaast zijn de reguliere bij het mbo- en hbo-onderwijs toegepaste onderzoekmethoden ingezet. Voor 2013 betrof het de standaard hbo-meting, de mbo-meting is in 2013 gestart en loopt door in 2014. In beide gevallen aansluitend op de landelijke kalender van het mbo en hbo. Er is gestart met de aanpak van een meer individueel en kwalitatief ingestelde onderzoeksmethodiek voor satisfactiebepaling van medewerkers en leidinggevenden op verzoek van het College van Bestuur. Ook is deelgenomen aan de werkgroep MTO en meegewerkt aan de studentenraad die eind 2012 is opgestart. Tot slot is op verzoek een aantal vragenlijsten geprogrammeerd.

Page 15: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

15

Initieel onderwijs Onderstaande tabel laat het gemiddelde rapportcijfer voor de opleiding zien van studenten binnen de School voor Politiekunde die het oude curriculum volgen.

Studenttevredenheids-

meter 2011 Studentenmonitor

2013 Assistent politiemedewerker 7,1 7,3 Politiemedewerker 6,7 6,8 Allround politiemedewerker 6,1 6,2

Onderstaande tabel laat het gemiddelde rapportcijfer zien van studenten van de opleiding tot basis/allround politiemedewerker voor het onderwijs rond de gevolgde kerntaken.

Kerntaakevaluatie 2012 2013 2013

Oktober Januari April Intake 6,5 6,2 6,4 Handhaven 1 6,6 6,3 6,6

Onderstaande tabel laat zien in hoeverre studenten van de opleiding tot Politiekundige bachelor hun opleiding zouden aanraden, gemeten op een vijfpuntsschaal waarbij 1 het meest negatieve antwoord is en 5 het meest positieve antwoord.

Studenttevredenheids-

meter 2011 Nationale Studenten

Enquête 2013 Politiekundige bachelor 3,3 3,9

Onderstaande tabel laat het gemiddelde rapportcijfer zien van studenten van de opleiding tot Politiekundige bachelor voor de oriëntatiefase en gevolgde kerntaken in de functionerings- en integratiefase.

Fase- / kerntaakevaluatie 2012 2013 2013 2013 Juli April Augustus November

Oriëntatiefase 6,5 * 6,5 Noodhulp 5,7 6,4 Opsporing 4,7 4,7 Handhaving 6,3 Veiligheidskunde 5,7 7,0

* Omdat de respons te laag was worden hiervan geen resultaten gepresenteerd. Onderstaande tabel laat het gemiddelde rapportcijfer voor de opleiding in zijn totaliteit zien van afgestudeerden die 1 tot 2 jaar klaar zijn met de opleiding tot Politiekundige bachelor. Onderzoek onder afgestudeerden

2011 2013

Politiekundige bachelor 6,4 6,5

Page 16: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

16

Postinitieel onderwijs De tevredenheid van studenten over de gevolgde kernopgaven in het postinitieel onderwijs wordt doorlopend gemeten. In de volgende tabel zijn per school de gemiddelde score6 te zien op de geëvalueerde aspecten en een gemiddeld rapportcijfer. Deze cijfers zijn een gemiddelde van alle kernopgaven die in 2013 per school geëvalueerd zijn. De cijfers zijn afgezet tegen die van 2012.

2012 2013

Gem. score

Rapportcijfer

Gem. score

Rapport cijfer

School voor Gevaar- en Crisisbeheersing 4,2 8,0 4,2 7,9 School voor Politieleiderschap 4,2 7,6 4,1 7,6 School voor Recherche 3,9 7,3 3,9 7,3 School voor Handhaving 4,1 8,0 4,2 8,1

2.5 Internationalisering

De Stafafdeling Internationale Relaties en Internationalisering (SIRI) fungeert voor de Politieacademie als Single Point of Contact ten aanzien van internationale betrekkingen en internationalisering voor de nationale politie, internationale politiediensten en de Ministeries. Resultaten 2013

NAO-IPS: Start uitvoering van eerste zes Strategische Landen Programma’s (SLP’s). CEPOL: 1. Deelname van 58 Nederlandse cursisten aan CEPOL trainingen, 60 Nederlandse deelnemers

aan Webinars; 2. Organisatie van twee activiteiten: Train the trainer en Itinerant Groups; 3. Coördinatie ondersteuning Nederland van 6 CEPOL activiteiten. Masterclass 2013, Thema International Cooperation: Networking and Intelligent Tracing: 24

buitenlandse deelnemers en 5 Nederlandse politie-liaisons. Verzorging introductie tot het Nederlandse Politieonderwijs voor een internationale groep:

Police Education below Sea Level voor 16 deelnemers. Organisatie van 10 bezoeken van buitenlandse delegaties. Opstart samenwerking met nationale politie: Doorontwikkeling van het bestuurlijke plan van

aanpak ‘Politieacademie en Internationalisering’. Ondersteuning onderdelen Politieacademie bij activiteiten op gebied van internationalisering.

6 Gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) t/m 5 (helemaal mee eens).

Page 17: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

17

HOOFDSTUK 3 Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling

3.1 Inleiding

Doorwerking van kennis is nog steeds de bepalende succesfactor voor het functioneren van OK&O. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat OK&O voor succesvolle doorwerking in hoge mate afhankelijk is van anderen. Tegen die achtergrond is ook in 2013 geïnvesteerd in het leggen en onderhouden van verbindingen met de gebruikers van kennis in het onderwijs en de politiepraktijk. Speerpunt voor 2013 was het borgen van de structurele financiering voor de kennis- en onderzoeksfunctie. Daarbij is de aandacht vooral uitgegaan naar de financiering van die taken waarvoor geen structurele afspraken beschikbaar zijn. Dat geldt onder andere voor het politievakblad Blauw en de Landelijke Deskundigheidsmakelaar (LDM). Op basis van de nu beschikbare informatie is eind 2013 de conclusie getrokken dat een duurzame kostendekkende exploitatie van Blauw binnen de context van de Politieacademie niet haalbaar is. Binnen de context van de nationale politie worden die mogelijkheden wel gezien en op grond van deze conclusie zal in 2014 de overgang van Blauw worden voorbereid. De financiering van LDM voor 2013 is in de decembercirculaire van 2012 bevestigd. Hoewel over het principe van vervolgfinanciering geen discussie bestaat is het in 2013 niet gelukt het besluit formeel vast te leggen. Wel is in het overleg besloten LDM de komende periode onder de vlag van de Politieacademie te houden. Ook in 2013 was het totaal van de beschikbare middelen niet toereikend voor de dekking van de exploitatiekosten van OK&O. Waar mogelijk is gestuurd op het verminderen van de personele bezetting. Gevolg hiervan is dat de personeelsbezetting van OK&O eind 2013 is afgenomen met ruim 5% ten opzichte van 2012 tot afgerond 100 fte. De reductie is gerealiseerd via natuurlijk verloop en door tijdelijke contracten niet te verlengen. Op het vlak van woordvoering en communicatie omtrent onderzoeksresultaten zijn in 2013 de eerste ervaringen opgedaan hoe dit in de praktijk kan gaan werken. Communicatie draagt bij aan het uitvoeren van de kennis- en onderzoeksfunctie, het communiceren van de resultaten en het positioneren van de Politieacademie als kennis- en onderzoeksinstituut voor de politie. Hierbij worden verschillende middelen ingezet. Voorbeelden hiervan zijn: onderzoek publicaties (boekjes, in eigen beheer en via uitgeverij Boom), bijdragen aan tijdschriften zoals het Tijdschrift voor de Politie, medewerking aan media, seminars (9 in 2013, over het algemeen druk bezocht en positief gewaardeerd), congressen, website, intranet, social media, landelijk intranet politie, 24/7 (personeelsblad NP). Tot slot is er in mei en in december een uitgave geweest van Kennism@g, het digitale kennismagazine met interviews met gebruikers (studenten, docenten, politieagenten) van kennis- en onderzoek. De decembereditie verscheen in een nieuwe, verbeterde versie. Voornaamste verbetering is dat Kennism@g geschikt is gemaakt om op elk medium (telefoon, laptop, pc) goed te bekijken. Het aantal abonnees was in december 2013 ruim 30% hoger.

3.2 Onderzoek

De onderzoeksfunctie is binnen de afdeling Onderzoek gegroepeerd rond de lectoraten. Einde 2013 functioneerden in totaal 12 lectoraten, één minder dan in 2012; het lectoraat Ethiek & Gezag is beëindigd. Aan de lectoraten zijn naast een vaste kern van lector, programmamanager en ondersteuning, onderzoekers en een kenniskring verbonden. De lectoraten kennen een standaard looptijd van vier jaar; aan het einde van de periode volgt een evaluatie. Begin 2013 heeft de Politieacademie de procedure vastgesteld waarlangs de evaluaties verlopen. Met de formele vaststelling van de procedure is de laatste stap gezet in het kwaliteitsstelsel Onderzoek waarover in 2011 in het kader van de INK-audit aanbevelingen zijn gedaan. De procedure die naar voorbeeld van het HBO-onderwijs is ingericht is in 2013 toegepast op de evaluatie van de lectoraten Openbare Orde en Gevaarbeheersing, Intelligence en Financieel Economische Criminaliteit. De ervaringen die met de gehouden evaluaties zijn opgedaan geven vooralsnog geen aanleiding tot principiële aanpassingen in de procedure.

Page 18: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

18

Een belangrijke ontwikkeling rond onderzoek is de opdracht om voor 2014 een nieuwe strategische onderzoeksagenda op te leveren. Niet alleen wordt gevraagd een inhoudelijk nieuwe agenda te presenteren maar ook om het proces van de totstandkoming opnieuw in te richten. In dat proces moeten zowel de nationale politie, het politieonderwijs als de wetenschap een belangrijke rol krijgen. De laatste maanden van 2013 zijn gebruikt om in overleg met de partners het proces in te richten en de planning te maken. Het afgelopen jaar heeft de afdeling Onderzoek bijgedragen aan de doorwerking van kennis door middel van publicaties, verzorgen van inleidingen op congressen en seminars, het verzorgen van onderwijs en participatie in de doorontwikkeling van onderwijscurricula. Er werden 10 seminars georganiseerd door de lectoraten, over actuele thema’s. Eén van deze actuele thema’s was de publicatie in maart 2013 van het evaluatie onderzoek naar de rellen in Haren van september 2012. De Politieacademie heeft aan het onderzoek een bijdrage geleverd onder andere via de inzet van de lectoren Openbare Orde en Gevaarbeheersing en de lector Ethiek en Gezag. De publicatie is benut om een seminar voor de medewerkers van de Politieacademie te organiseren. De internationale dimensie van het onderzoek komt tot stand via specifieke projecten, de werkzaamheden binnen het European Police research Institutes Colleboration (EPIC) en de invulling van de rol richting Research en Science binnen CEPOL-verband. Een interessant samenwerkingsproject dat in internationaal verband is uitgevoerd, is het Godiac project. Het doel van dit project, opgeleverd in juli 2013, was het identificeren en verspreiden van good practices met betrekking tot dialoog en communicatie als strategische principes in het beheersen en voorkomen van ordeverstoringen bij politieke manifestaties. In het kader van EPIC is in 2013 het handboek “Policing the global neighbourhood” gepubliceerd en binnen CEPOL verband zijn bijdragen geleverd aan het Research and Science Bulletin en de in september 2013 gehouden Research and Science conferentie. De lectoraten hebben in 2013 onder andere onderwijs verzorgd in de bachelor opleiding, in de Master op Public Order Management, (gast)colleges bij de school voor Politieleiderschap, de school voor Recherche en de school voor Hogere Politiekunde. Daarnaast zijn studenten begeleid van diverse leergangen en is geparticipeerd in de examinering. Enkele van de in 2013 afgeronde en gepubliceerde onderzoeken zijn: • Preventie van illegale olielozingen op de Noordzee; • Zicht op ondermijning binnen milieucriminaliteit; • Deelrapport 1 en 2 van de Commissie ‘project X’ Haren: Er is geen feest; • Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland; • Heterdaadkracht organiseren; • De leerzame geschiedenis van de landelijke invoering van FoBo; • Jeugdgroepen en geweld. Van signalering naar aanpak; • Gebiedsgebonden politie als basis of sluitstuk; • Burgerparticipatie bij opsporingsonderzoek Venne. Ervaringen van politie eenheid Zeeland-

West-Brabant & de mening van burgers; • Evaluatieproces LDM. Ontwikkeling van een evaluatie-instrument voor de Landelijke

Deskundigheidsmakelaar;

3.3 Kennis

Het jaar 2013 heeft voor wat betreft Politie Kennis Net vooral in het teken gestaan van de definitie van de samenwerking met het programma Integraal Mediabeleid en Digitale Media (IMDM) van de nationale politie. De voorlopige formatie van het in opbouw zijnde landelijk intranet zou in potentie een overlap kunnen opleveren met de kennisfunctie van de Politieacademie. Met het programma IMDM is geconstateerd dat het van belang is gezamenlijk vast te stellen hoe het beheer van kennis voor de toekomst het meest efficiënt kan worden georganiseerd. Het betreffende onderzoek is in november 2013 opgeleverd. In de uitbouw van de mediatheek naar een landelijke mediatheekfunctie is in 2013 (een groot deel) van de gerenommeerde collectie van de bibliotheek van de voormalige politieregio Amsterdam-

Page 19: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

19

Amstelland overgenomen. Daarmee is de collectie van de Politieacademie verrijkt met een aantal unieke politie gerelateerde publicaties. Deze politieliteratuur wordt online beschikbaar gesteld via de catalogus van de Mediatheek op Internet die beschikbaar is voor de gehele nationale politie. Voor het initiële onderwijs heeft de Mediatheek een Politie Informatie Training 3 (PIT3) ontwikkeld. Het betreft een e-learning module die de student zelfstandig kan doorlopen. De student leert hoe je op een goede manier informatie afkomstig uit bronnen zoals tijdschriftartikelen, interviews of van internet kunt verwerken in bijvoorbeeld een verslag om daarmee plagiaat te voorkomen. Sinds een aantal jaren is de bijdrage die de Landelijke Deskundigheidsmakelaar (LDM) levert aan de opsporing, in de vorm van de bemiddeling van deskundigen, redelijk constant. Gegeven de stabiele afname van de LDM is dit een bevestiging van de toegevoegde waarde voor de opsporing. Hieronder LDM bemiddelingen van de afgelopen vier jaren: Productie LDM 2010 2011 2012 2013

Bemiddelingen 384 362 360 364 Eén van de kennisproducten die de Politieacademie beschikbaar heeft gemaakt, zijn de zogenaamde externe bronnen. Het gaat om digitale uitgaven van uitgeverijen zoals Stapel & de Koning die centraal voor de politie worden ingekocht en vervolgens via Politie Kennis Net worden gedistribueerd. Als gevolg van de vorming van de nationale politie is besloten om de inkoopfunctie samen met de behoeftestelling over te dragen aan het Politie Diensten Centrum.

3.4 Ontwikkeling

Naast onderzoek en kennis vormt de ontwikkelfunctie het derde aspect van de taakopdracht van de directie OK&O. Met de ontwikkelfunctie ondersteunt de Politieacademie de politie bij nieuw beleid en innovatieve ontwikkelingen. In personele zin is er met de benoeming van een strategisch ontwikkelaar tot lector in het najaar van 2013 geen vaste bezetting meer van de afdeling. Voor de toekomst wil OK&O de ontwikkelfunctie inhoud geven door innovators uit onder andere de eenheden functioneel een onderdak en ondersteuning te bieden om de eigen innovatie tot wasdom te brengen. Met het programma Blauw vakmanschap wordt als eerste concreet invulling gegeven aan deze nieuw vorm. Verder is in het kader van de ontwikkelfunctie in 2013 enkele keren het instrument van snelle kennismobilisatie ingezet. Dit is onder andere gebeurd in het kader van de expertmeeting lokale veiligheid in Hilversum en de verstoringen van de openbare orde in Heerlen. Ook naar aanleiding van het verschijnen van het rapport van de commissie Project X Haren is een bijeenkomst georganiseerd.

Page 20: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

20

HOOFDSTUK 4 Bestuur en toezicht

4.1 Samenstelling College van Bestuur in 2013

De Minister van Veiligheid & Justitie is eigenaar en opdrachtgever van de Politieacademie. In zijn opdracht is het College van Bestuur belast met het bestuur en beheer van de Politieacademie. Er is sprake van collegiaal bestuur. Het College van Bestuur komt als bestuursorgaan wekelijks bijeen en neemt daarbij de aan de orde zijnde besluiten. Het College van Bestuur stuurt de leiding van de diverse organisatie-eenheden van de Politieacademie aan; de leiding rapporteert aan het College van Bestuur. Op 1 januari 2013 bestond het College van Bestuur (CvB) uit: - de heer A.P.P.M. van Baal, voorzitter - mevrouw drs. A. Vellinga EMPM, plaatsvervangend voorzitter - de heer prof. dr. P.W.E.M. Tops, lid. Op 31 december 2013 bestond het CvB bestond uit: - de heer L.Th.C. Kuijs, voorzitter - mevrouw F.E. Everts MPA, plaatsvervangend voorzitter Deze ingrijpende wijziging in de samenstelling van het CvB is het gevolg van de volgende ontwikkelingen en besluiten. Zoals zij in november 2012 had aangekondigd, is mevrouw Vellinga op 1 februari 2013 overgestapt naar een andere functie, buiten de Politieacademie. Eind 2012 gaf de Ondernemingsraad (OR) aan geen vertrouwen te hebben in het CvB, onder meer vanwege de veranderaanpak die het CvB hanteerde. De vertrouwensbreuk was voor de Raad van Toezicht, na gesprekken met de OR, begin januari aanleiding om extern advies te vragen. De opdracht van de RvT aan de heer Vogelzang, onder andere oud Hoofdcommissaris van Politie, was om advies uit te brengen over de door het CvB gehanteerde veranderstrategie (“Politieacademie 2014”) en om een duidelijke koers aan te dragen. De heer Vogelzang bracht in maart zijn advies uit aan de RvT. Eén van de adviezen was het aanstellen van een nieuw, tweehoofdig CvB. De RvT nam dit advies over en legde adviesrapport aan de Minister voor, die het op zijn beurt begin april aan de Tweede Kamer aanbood. De onrust die rond en binnen de Politieacademie was ontstaan was sinds januari onderwerp van gesprek in de Kamer. In zijn beleidsreactie gaf de Minister aan op korte termijn een nieuw tweehoofdig College van Bestuur aan te stellen: een voorzitter afkomstig uit de Politietop en een plaatsvervangend voorzitter, met ruime bestuurlijke ervaring in het onderwijs, conform het advies van Vogelzang. Dit was een van de maatregelen om de rust rondom de Politieacademie terug te brengen en een nieuwe start maken. Per 1 mei 2014 is bij Koninklijk Besluit (KB) de heer L. Kuijs benoemd als nieuwe voorzitter van het CvB, tot dat moment lid van de landelijke Korpsleiding. De heer Van Baal maakte vanaf 1 mei 2013 als voorzitter plaats voor de heer Kuijs. Op 1 september eindigde het dienstverband van de heer van Baal. Na een wervings- en selectieprocedure waarbij ook de ABD betrokken was, is per 15 november 2013 mevrouw Everts bij KB benoemd tot plaatsvervangend voorzitter CvB en portefeuillehouder Onderwijs. Per dezelfde datum eindigde bij KB het CvB-lidmaatschap van de heer Tops. Nevenfuncties 2013 Per 31 december 2013 vervulden de leden van het College van Bestuur in het verlengde van hun functie geen bezoldigde nevenfuncties. Mevrouw Everts vervulde onbezoldigd de nevenfunctie ambassadeur Young Africa, beroepsonderwijs voor kansarme jongeren in Mozambique en Zimbabwe (2011 – heden).

4.2 Samenstelling en werkwijze Raad van Toezicht in 2013

De Politieacademie kent een (wettelijk vastgelegde) functiescheiding bestuur (uitgeoefend door het College van Bestuur) en toezicht (uitgeoefend door de Raad van Toezicht). De Raad van Toezicht (RvT) is belast met het bewaken van de doelstelling en de strategie van de Politieacademie en het toezicht op de taakuitoefening door het College van Bestuur, zowel op de bedrijfsvoering als op de

Page 21: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

21

kwaliteit van de primaire taken van de Politieacademie. De Raad van Toezicht geeft het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd advies. Voor bepaalde zwaarwegende besluiten heeft het College van Bestuur de voorafgaande instemming van de Raad van Toezicht nodig, bijvoorbeeld voor de vaststelling van begroting en jaarstukken en voor besluiten tot het aan- of verkopen van onroerende zaken. De Raad wijst de accountant aan. De leden van de RvT ontvangen een vergoeding op basis van de Ministeriële vergoedingsregeling (d.d. 20 maart 2006). Samenstelling De Raad van Toezicht was per 1 januari 2014 als volgt samengesteld: Naam Einde zittingstermijn de heer R.J.G. Bandell (voorzitter) ** 1 september 2015 (1e termijn) mevrouw drs. L.V. Jonkers-Kuiper (plv vz.) **/*** 1 mei 2014 (2e termijn) de heer prof. dr. H.G. van de Bunt *** 15 november 2015 (2e termijn) de heer D. van de Meeberg* 15 november 2015 (2e termijn) Start zittingstermijn De heer G.M. van Wijk * 1 januari 2014 De heer P.D. IJzerman *** 1 januari 2014

* tevens lid auditcommittee ** tevens lid remuneratiecommissie *** tevens lid opleidingscommissie Op 1 februari 2013 verstreek de tweede en laatste zittingstermijn van mevrouw Horstink-von Meyenfeldt als lid van de RvT. Het aantal leden per 1 januari 2014 (zes) voldoet aan het minimum aantal leden volgens de Wet (vijf). De Minister had aangegeven te hechten aan de vervulling van de vacatures in de RvT per 2014, met het oog op de aanstaande inbedding van de Politieacademie in de Nationale Politie. De Minister ziet, tot de wetswijziging van kracht wordt, een rol weggelegd voor de RvT bij het toezien op een deugdelijke overgang naar de nieuwe situatie, waarin de Politieacademie is ingebed in de Nationale Politie. Werkwijze De vertrouwensbreuk tussen OR en CvB leidde in de eerste maanden van 2013 tot een andere, veel intensievere rol van de RvT en tot een hogere frequentie van RvT-vergaderingen, onder meer over de opdrachtverlening aan de heer Vogelzang en over diens eindadvies. Intensiever dan de toezichthoudende rol normaal gesproken met zich meebrengt, was ook het overleg van de RvT met de diverse geledingen binnen de organisatie: met de beide CvB-leden, met de directeuren en met OR. Als regelt stelt de RvT minimaal één keer per jaar de OR in de gelegenheid om overleg te plegen over de algemene gang van zaken en ook is er normaliter één keer jaar een ontmoeting met de directeuren. Vooral in de eerste maanden van 2013 waren de contacten en overleggen van de RvT met de OR en de directeuren veelvuldig, om de onrust binnen de organisatie in goede banen te leiden en om erop toe te zien dat de continuïteit en stabiliteit van binnen de organisatie niet in gevaar komt. Daarnaast was het overleg tussen RvT en departement (Directeur Generaal Politie dan wel de Minister) in de eerste helft van 2013 intensiever dan normaal gesproken. Het departement betrok de RvT bij de voorbereiding van de besluiten van de Minister over de toekomstige positionering van de PA binnen het Politiebestel. Doorgaans was daarbij ook de - op 1 januari 2013 aangetreden - landelijke Korpsleiding aanwezig, in de persoon van de plv Korpschef. Eerder had de Minister besloten tot een 2-fasen aanpak: eerst de Nationale Politie vormen en vervolgens besluiten hoe de Politieacademie gepositioneerd wordt binnen dat nieuwe Politiebestel. Die aangekondigde besluiten over de positionering van de PA nam de Minister medio 2013 De RvT kwam in 2013 in totaal 10 keer bijeen en heeft in 2013 enkele keren buiten aanwezigheid van het CvB overlegd. De RvT werkt met de volgende drie commissies uit zijn midden, die besluiten van de Raad voorbereiden: - het auditcommittee (t.a.v. financiën en bedrijfsvoering); - de remuneratiecommissie (t.a.v. het RvT-werkgeverschap over de CvB-leden); - de opleidingscommissie (t.a.v. het Politieonderwijs).

Page 22: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

22

Elke commissie bestaat in principe uit twee leden. Bij de vergaderingen van het auditcommittee en de opleidingscommissie is de CvB-portefeuillehouder aanwezig. Het auditcommittee spreekt minimaal twee keer per jaar met de accountant: één keer (in maart) over de controle van de jaarrekening en één keer (in november) over de managementletter van de accountant naar aanleiding van de interim controle. Het auditcommittee kwam in 2013 drie keer bijeen. De remuneratiecommissie houdt de jaargesprekken met de drie CvB-leden, waarin ze de uitvoering van de managementafspraken volgt, en van jaar tot jaar nieuwe afspraken maakt. De opleidingscommissie is in 2011 ingesteld om als Raad de ontwikkelingen in het onderwijs scherper te kunnen volgen.

4.3 Toezicht in 2013

Algemeen Het toezicht in 2013 stond enerzijds in het teken van de interne vertrouwenscrisis OR – CvB , en de onrust waarmee die gepaard ging, en anderzijds in het teken van de besluiten over de toekomstige externe positionering van de Politieacademie, nu de Nationale Politie per 1 januari 2013 een feit was. De RvT heeft bij de aanbieding van het rapport Vogelzang aan de Minister geconstateerd dat het gebrek aan vertrouwen van de OR zich eind 2012 plots snel heeft verspreid binnen de organisatie. Ten tijde van het jaarlijkse gesprek met de OR in maart 2012, buiten aanwezigheid van het CvB, gaf de OR dit nog niet aan. Wel bespeurde de RvT bij de OR - en daarmee bij de medewerkers van de Politieacademie - groeiende onzekerheid over de financiële meerjarige perspectieven voor de Academie en over de toekomstige positionering binnen het Nationale Politiebestel, als gevolg van de opschorting van nadere besluiten van het departement over de Politieacademie in relatie tot de Nationale Politie. Eind 2012 waren er volgens de RvT meerdere oorzaken van een groeiend gevoel van stuurloosheid binnen de organisatie: het moeizame verloop van “Politieacademie 2014”, het plotselinge vertrek van de plv. voorzitter, en de tijdelijke constructies waarmee meerdere directeursfuncties zijn ingevuld, waardoor ook de stabiliteit in deze laag van de organisatie verminderde. De RvT (h)erkent dat de organisatie een hardnekkig probleem heeft met het vertalen van missie, visie en strategie, naar concrete doelstellingen en uitvoering, en vervolgens met het consequent sturen daarop. Om niet alleen de rust binnen, maar ook rondom de PA te herstellen, pleitte de RvT er bij de Minister voor, om voorlopig geen nadere externe onderzoeken uit te laten voeren. Dit ook in het besef dat de PA adviezen uit eerdere rapporten niet voldoende heeft opgevolgd, en eigen plannen niet altijd consequent uitvoert. Uit het INK-visitatierapport was in september 2012 naar voren gekomen dat de organisatie van het (initieel) onderwijs aanhoudend problemen oplevert en dat daar weinig verbetering in zit. Onder andere de locatie Rotterdam was op dat punt aanhoudende zorgelijk, getuige meerdere Inspectierapporten. Verbetering van de organisatie van het onderwijs maakte daarom onderdeel uit van het PA-verbeterplan n.a.v. het Inspectierapport “De Staat van het politieonderwijs” dat tot eind 2013 loopt en waarvan begin 2014 de balans opgemaakt wordt. Om zijn besluiten over de positionering van de PA voor te bereiden, vroeg de Minister begin 2013 de heer Wallage om advies, op basis van de uitgangspunten van onafhankelijk maatschappelijk erkend politieonderwijs en een onafhankelijke kennis- en onderzoeksfunctie. Ook dit advies kwam in maart uit. Al in een veel eerder stadium had de RvT aangegeven dat de bedrijfsvoeringstaken en het bijbehorende personeel van de Politieacademie in ieder geval over moeten gaan naar de Nationale Politie, omdat de efficiency van het totale beheer binnen de Politie daar het meest mee is gediend en omdat die taken los staan van de primaire PA-taken. Uiteindelijk heeft de Minister (in samenspraak met NP en PA) in het voorjaar, mede op basis van de door hem en de RvT gevraagde adviezen, bepaald hoe de Politieacademie wordt ingebed in de Nationale Politie en hoe het samenspel NP - PA eruit komt te zien. Dat deed de Minister in diverse brieven aan de Kamer (d.d. 8 april, 19 april en 5 juni 2013), die op 26 april en 12 juni over de inhoud van de brieven sprak. Daarnaast vond op 23 mei een hoorzitting plaats over de PA en haar positionering. De Minister gaf in zijn brief aan de Kamer van 5 juni 2013 uiteindelijk de voorkeur aan een model waarbij de NP het volledige beheer uitvoert voor de PA, en aan de PA mensen en

Page 23: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

23

middelen ter beschikking stelt voor de uitvoering van haar taken. De PA heeft in dit model louter de verantwoordelijkheid en bevoegdheden voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Deze besluiten vormen de basis voor de wetswijziging waarbij de PA wordt ingebed in het nieuwe Politiebestel. Verder vormen de besluiten de basis voor een ontwerp- en een inrichtingsplan voor de PA – voor de aanvulling op de het bestaande inrichtingsplan NP wat betreft de bedrijfsvoeringstaken. De wetswijziging is op de valreep van 2013 in consultatie gegaan bij onder meer de PA . Het inrichtingsplan zal pas in de loop van 2014 verschijnen. Eind november kwam het PA-ontwerpplan uit, met daarin de contouren van de PA in de nieuwe situatie. Dit plan is door het CvB besproken met de RvT. Intussen is in de tweede helft van 2013 de interne besturing al flink vereenvoudigd. De CvB-portefeuillehouder Onderwijs stuurt direct de schoolhoofden aan. Hierdoor is er feitelijk een laag in de organisatie komen te vervallen : er is geen directeur Onderwijs (als tussenlaag tussen scholen en CvB) meer. Onderzoek, Kennis en Ontwikkeling heeft in 2013 een waarnemend directeur. De functie van directeur B&C en COD is gecombineerd, en komt door de overgang van bedrijfsvoeringstaken naar de NP in het teken te staan van de transitie naar het PDC. Werving en Selectie wordt sinds januari 2013 functioneel aangestuurd door de NP, conform het eerdere besluit van de Minister. Dé grote verandering voor de Politieacademie en het Politieonderwijs is dat er sinds januari 2013 één korps(leiding) is die de onderwijsbehoefte, in kwalitatieve en kwantitatieve zin, eenduidig stelt. Dat biedt grote kansen voor de verdere ontwikkeling van het Politieonderwijs. Specifiek; beheer en bedrijfsvoering Jaarrekening en jaarverslag 2012 In aanwezigheid van de accountant zijn de jaarrekening en het jaarverslag 2012 uitvoerig besproken in het auditcommittee. De accountant heeft een goedkeurende verklaring gegeven. Het opstellen van de jaarrekening 2012 (door de Politieacademie) is soepel verlopen, aldus de accountant; de accountant heeft geen correcties hoeven vaststellen. Ook met betrekking tot de controleactiviteiten is een aantal belangrijke financieel-administratieve verbeteringen. De managementletter van de accountant (interim controle jaarrekening 2013) laat zien dat op het gebied van AO/IC de PA de laatste jaren elk jaar weer stappen vooruit maakt. Begroting 2013 De Raad van Toezicht heeft ‘onder protest’ ingestemd met de begroting: de begroting diende op nul uit te komen, zonder extra budget vanuit het ministerie van V&J. Het jaar 2013 is nagenoeg ‘neutraal’ afgesloten met een resultaat van € -0,4 miljoen. De begroting hield rekening met een bijdrage vanuit het korps voor de inzet van 35 gedetacheerden (€ 2,0 mln.) ten behoeve van opvang van de piekinstroom en de examinering van oud onderwijs. Dit jaar is duidelijk geworden dat de PA die bijdrage niet krijgt. Enkele maatregelen die binnen de Politieacademie genomen zijn, en ook van belang zijn voor de exploitatie(begroting) 2014: - het stopzetten van inhuur van derden op ondersteunende functies; - verhoogde uitwisseling van personele capaciteit tussen PA-onderdelen / scholen. De RvT heeft waardering voor het CvB van de Politieacademie dat het, ondanks de drastisch naar beneden bijgestelde opleidingsbudgetten, in staat is geweest het kostenniveau ook drastisch te verlagen. Begroting 2014 De begroting 2014 (en 2015) staat in het teken van dalende inkomsten, zowel de inkomsten uit de Rijksbijdrage als de inkomsten uit het NP-opleidingsbudget. De PA-begroting 2014 bevat de nodige maatregelen tot reductie van personele en materiële lasten, maar de daling in inkomsten is zo groot dat de maatregelen niet voldoende zijn om verminderde inkomsten op te vangen. Herinrichting van de PA / reorganisatie is nodig is voor een structureel gezonde bedrijfsvoering. De PA zal een ontwerp- en vervolgens een inrichtingsplan opstellen, waarin het aantal FTE’s verder wordt teruggebracht.. Niet alleen de sterke vermindering van de inkomsten, maar ook de a.s. inpassing van de PA in de NP en de noodzaak om de PA-prestaties te verhogen, maken reorganisatie noodzakelijk. De reorganisatie zal gebruikt worden om de PA-organisatie transparanter en platter te maken. Deze transitie /

Page 24: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

24

reorganisatie gaat gepaard met frictiekosten. De PA heeft een bijzondere bijdrage ontvangen voor deze frictiekosten In 2014 hebben NP en PA ieder nog hun eigen financiële huishouding en begroting. NP en PA zetten over en weer volop personeel in: de PA heeft in 2013 voor € 2 miljoen aan medewerkers “om niet” uitgeleend aan de NP, en betaalt voor de kortlopende inzet van gastdocenten en -examinatoren en de langlopende inzet van gedetacheerden in het initieel onderwijs. De PA-begroting bevat de aanname om in 2014 de betreffende categorieën personeel over en weer om niet in te zetten (geen rekeningen meer) en om de vergaderfaciliteiten (m.n. Warnsveld) “om niet” aan de NP ter beschikking te stellen. Deze aanname moet nog bevestigd worden door de Korpsleiding, en doorvertaald in de NP-begroting 2014. De vraag is of de Korpsleiding daartoe bereid is. Een andere aanname in de begroting heeft betrekking op de frictiekosten die ontstaan door de invoering van nieuw leiderschapsonderwijs. De Politieacademie ontwikkelt op dit moment samen met de NP nieuw leiderschapsonderwijs. 2014 wordt daarin een overgangsjaar: het oude leiderschapsonderwijs wordt niet meer aangeboden, maar het nieuwe leiderschapsonderwijs is nog niet klaar. Er treden daarom frictiekosten op. De korpsleiding heeft aangegeven tegemoet te willen komen in deze kosten, mits goed onderbouwd. De frictiekosten bedragen rond de € 2,1 miljoen. De Korpsleiding zal zijn besluit hierover nog nemen; in de begroting wordt ervan uitgegaan dat frictiekosten zullen worden vergoed door het korps. De RvT heeft geconstateerd dat er, alles overziende, nogal wat risico’s in deze begroting zitten. In het overgangsjaar, 2014, zijn oude afspraken en werkwijzen vervallen en zijn nieuwe nog in ontwikkeling. De combinatie hiervan leidt tot frictiekosten, die op geen enkele manier binnen de begroting kunnen worden opgevangen. De RvT houdt er rekening mee dat bij tegenvallende compensatie van de frictiekosten een beroep moet worden gedaan op het eigen vermogen van de PA. De vraag is of de normering (door VenJ) van het eigen vermogen tot het moment van overgang dezelfde blijft, dan wel of het eigen vermogen al aangewend kan / moet worden om de overgang te ondersteunen. Met deze overwegingen heeft de RvT zijn instemming gegeven aan de PA-begroting 2014, op basis van de huidige aannames. NOAS In de RvT is medio 2013 uitvoerig aan de orde geweest hoe de PA en Cap Gemini, de leverancier van de applicaties voor de onderwijsadministratie, komen tot een vaststellingsovereenkomst (dat wil zeggen tot beëindiging met wederzijds goedvinden). In een aantal extra vergaderingen van het auditcommittee is zowel de vaststellingsovereenkomst besproken als, in een later stadium, het beheer en het onderhoud van de NOAS-applicaties door de PA zelf of door andere partijen. Ook zijn de lange termijn perspectieven voor de onderwijsadministratie bepaald.  

Page 25: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

25

HOOFDSTUK 5 Beheer en Bedrijfsvoering In dit hoofdstuk staan de aspecten op het gebied van beheer en bedrijfsvoering centraal die in 2013 een directe bijdrage hebben geleverd aan de realisatie van de doelstellingen van de Politieacademie. De rode draad hierin is dat de Politieacademie erop gericht is om de informatiehuishouding zodanig op orde te hebben, dat de Politieacademie in staat is om haar kerntaken uit te voeren. Een adequate informatiepositie is noodzakelijk om te kunnen sturen en bijsturen. Daarom moeten bij afnemende budgetten en gelijkblijvende of soms een groeiende vraag de benodigde randvoorwaarden met voldoende kwaliteit gerealiseerd worden om de gemaakte afspraken optimaal na te komen en te monitoren. Elders in dit jaarverslag komt het personeelsbeleid (hoofdstuk 7) en het financiële beleid in enge zin (hoofdstuk 8) aan bod.

5.1 Financial & Operational Audit

De twee registeraccountants die werkzaam zijn bij de (sub)afdeling (financial) audit zijn in 2013 grotendeels ingezet in projecten bij de nationale politie. De reguliere geplande audits zijn uitgevoerd. De extern accountant heeft in haar managementletter hierover vermeld dat “de basis en insteek van deze controles adequaat is opgezet en in 2013 is de kwaliteit van de uitgevoerde verbijzonderde interne controle verder verbeterd.”. Tevens zijn enkele incidentele audits uitgevoerd, zoals het beoordelen van een capaciteitsmodel bij een school en een audit op het voorraadbeheer. Operational audit heeft een analyse uitgevoerd over de wijze waarop de Politieacademie omgaat met wapens en munitie. Er is ingezet is op de daadwerkelijke verbetering van het proces door als afdeling zelf te participeren in de procesverbeteringen en de controle daarop. Het team heeft ook ondersteuning geboden aan het proces van veranderen op het gebied van forensische opsporing. Daarnaast is er ondersteuning geboden aan het verbeteren van het klachtenproces en de opzet van het vernieuwde programma voor leidinggevenden. Er is gestart met de analyse van de problemen die er zijn met de zogenaamde “kleine kwaliteit” zoals lesuitval.

5.2 Planning & Control

In 2013 is gewerkt aan het verder in control zijn van de organisatie enerzijds en het voorbereiden van de transitie en overgang naar de nationale politie anderzijds. Het in control zijn heeft er mede toe geleid dat het financiële resultaat vrijwel sluitend en daarmee aanzienlijk beter dan de begroting is. Een van de maatregelen is het centraliseren van het aannemen van personeel. Voor eigen personeel betekent dit een (selectieve) vacaturestop met beoordeling van vacatures door het managementteam (MT) Politieacademie. Voor personeel van derden is een selectieve inhuurstop ingesteld. Tevens is het mandaat voor het vaststellen van de tarieven voor inhuur van derden centraal gelegd en gestandaardiseerd. Tijdens het begrotingsproces voor 2014 is een tussenstap voorbereid in de overgang naar de nationale politie. Voor het begrotingsjaar 2014 worden de budgetten voor huisvesting, ict en vervoer gecentraliseerd. Deze budgetten zullen op termijn overgaan naar de PDC’s. Hiermee wordt zichtbaar een einde gemaakt aan het integraal management van de organisatieonderdelen. Tevens geeft dit de mogelijkheid voor het vereenvoudigen van de (administratieve) processen.

5.3 Bedrijfsvoeringissues

In september 2012 heeft in het kader van het evaluatiestelsel kwaliteitszorg bij de nationale politie de visitatie van de Politieacademie plaatsgevonden. De commissie heeft toen geoordeeld dat aangaande de onderwijsorganisatie op het terrein van inrichten en verrichten winst viel te boeken. Dit geldt vooral op het gebied van de veel voorkomende klachten, en het organiseren van het onderwijs. Ook het herhalingsonderzoek van de inspectie Veiligheid & Justitie, dat in het najaar van 2012 heeft plaatsgevonden specifiek voor de Locatie Rotterdam, oordeelde dat er onvoldoende verbeteringen waren gerealiseerd in de organisatie van het Onderwijs en dat de “kleine kwaliteit' een belangrijke component is gebleken in de waardering van het onderwijs door 'de klant'. De ambitie in 2013 was om te komen tot een kwaliteitsverbetering en een vereenvoudiging van de bureaucratische ervaren onderwijsondersteunende processen.

Page 26: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

26

In 2013 zijn een achttal kritische processen geoptimaliseerd, die bepalend zijn voor de waardering van de “kleine kwaliteit”. Het doel van deze optimalisatie is gericht op het vergroten van de effectiviteit van de bedrijfsvoering in relatie tot de tevredenheid (kleine kwaliteit) van onze studenten. Het betreffen de volgende resultaatgebieden: Het digitaliseren van werkstukken en papers, het verbeteren van klachtenregistratie en het versnellen van de afhandeling, het verminderen van lesuitval, het verminderen van het aantal verschillende beoordelingsformulieren en het digitaliseren van de workflow, het zorgdragen voor een tijdige inhuur van examinatoren en gastdocenten, het tijdig uitnodigen van docenten en studenten en het automatiseren van de workflow, het reduceren van achterstanden in de verwerking van resultaten, geen achterstanden in het vervaardigen van waarde documenten en het vervaardigen van verantwoordings- en stuurinformatie aangaande de operatie. Voor alle benoemde kritische logistieke processen geldt eenzelfde aanpak. Deze aanpak richt zich op de volgende vier stromen:

1. Procesoptimalisatie en procesvereenvoudiging met behulp van de lean methodiek. Het resultaat is dat beide werelden procesmatig op elkaar aan sluiten, optimaal zijn ingericht en verantwoordelijkheden op de juiste plek zijn belegd;

2. Systeemoptimalisatie met behulp van een NOAS. Slechts een deel is geïmplementeerd in 2013;

3. Versterking van de informatievoorziening rondom de kritische logistieke processen. Een belangrijke set aan rapportages is beschreven, gebouwd en beschikbaar;

4. Digitalisering; veel werkzaamheden binnen de logistieke processen vonden nog op een traditionele wijze plaats. Door digitalisering in te zetten als middel zijn doorlooptijden sterk verkort.

5.4 Informatievoorziening (ICM)

Binnen het organisatie onderdeel Informatie- & Changemanagement (ICM) worden drie verschillende afdelingen onderscheiden: Informatievoorziening en Operatie (I&O), Projecten & Architectuur (P&A) en Webmanagement.

De afdeling Informatievoorziening en Operatie (I&O) is voor de gebruikersorganisatie de gezichtsbepalende afdeling van ICM. Binnen deze afdeling vinden werkzaamheden plaats op gebied van functioneel-, applicatie- en technisch beheer en de ICT helpdesk.

De afdeling Projecten & Architectuur (P&A) ondersteunt bij het kiezen en bewaken van projecten (portfolio management), het uitvoeren ervan en het zorgen voor een samenhangende structuur tussen processen, organisatie en ondersteunende systemen.

De afdeling Webmanagement ontwikkelt en beheert virtuele diensten en webbased applicaties op het gebied van onderwijs en kennis die door de Politieacademie intern en voor de gehele politie worden aangeboden.

Behaalde resultaten zijn: het succesvol implementeren van de nieuwe Windows en Office versie, het in eigen beheer verder implementeren van het Onderwijs Administratie Systeem en de voorbereiding op de transitie van de Informatie Voorziening van de Politieacademie, naar de nationale politie. Ook is gewerkt aan summ-IT ter beschikking stellen voor het politieonderwijs (recherche), de webbased applicatie zoals de backbone app, Implementatie van Profcheck 2e editie, het kandidaat volg systeem 2.0 (KVS), vernieuwing Blackboard (Software en Ondersteuning) en natuurlijk de bijdrage van ICM aan de transitie van de Politieacademie (door informatie te leveren en het bieden van proces- en organisatieadvies). Na afronding van de contractuele consequenties rondom NOAS, heeft ICM samen met de directie onderwijs een plan opgesteld met tot doel de oorspronkelijke doelstellingen van het project in eigen beheer te realiseren; dit is afgerond. De marktproducten zijn door O&I in beheer genomen en Webmanagement heeft de maatwerkcomponenten. Na het in beheer nemen van NOAS wordt het systeem voortaan aangeduid als Onderwijs Administratie Systeem (OAS). Projectmatig is er verder gewerkt aan het implementeren van de standaard componenten van OAS, zoals OSIRIS en Sylabus+. Ondanks de tegenvallers aan het begin van 2013 heeft dit uiteindelijk geleid tot een situatie waarbij er nu een implementatie van OAS heeft plaats gevonden waar de Politieacademie de komende jaren verder op kan bouwen. De afdeling heeft in 2013 ook meerdere ‘apps’ ontwikkeld die een directe bijdrage leveren aan het werk van de politie. Een voorbeeld hiervan is de in 2013 verschenen: ‘Buitenlandse Rijbewijs App’,

Page 27: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

27

een web-gebaseerde applicatie waar aan de hand van heldere vragen duidelijk wordt welk buitenlandsrijbewijs de bestuurder moet bezitten plus dat echtheidskenmerken van dat rijbewijs worden getoond. Op het gebied van informatiebeveiliging (IB) is in 2013 goede vooruitgang geboekt. Bij ICT projecten is aandacht voor een informatiebeveiligingsparagraaf in onder andere de startarchitectuur en het toepassen van IB in de uitvoering van de ICT werkzaamheden. Wanneer delen we wel informatie en wanneer is het nodig om de toegang tot informatie te blokkeren; dat is geborgd. Op het gebied van de transitie ondersteunt ICM/P&A de organisatie met procesontwerp, informatieanalyse en organisatieadvisering.

5.5 Huisvesting en middelen

De afdeling FHM (Facilitair, huisvesting en middelen) heeft als hoofddoelstelling het leveren van de facilitaire ondersteuning voor het uitvoeren van de hoofdprocessen van de Politieacademie. De overeenkomst met de NP en de afstoot van de diverse panden in den Haag heeft geleid tot de vermindering van de facilitaire begroting van 1.1 miljoen euro voor 2014. Dit project is medio 2013 opgeleverd en de verhuizing heeft veel positieve feedback opgeleverd van zowel studenten als collega’s binnen de organisatie. De strategie heeft zich verschoven van reactief naar meer proactief door succesvolle business cases uit te werken. De benchmark geeft aan dat kaasschaaf methodieken geen effectief antwoord zijn op de financiële uitdagingen van de Politieacademie. Principiële wijzigingen binnen de organisatie en middelen zijn hiervoor noodzakelijk. Binnen alle lagen van de facilitaire organisatie is gevraagd om ideeën aan te dragen voor effectieve besparingen. Deze strategie is niet gebaseerd op saneren maar op innoveren. Om kosten efficiënt te verminderen door innovatie is het noodzakelijk om heldere business cases te formuleren. De zoektocht naar besparingspotentieel heeft geleid tot een uitgebreide presentatie met een diversiteit aan mogelijke business cases (inclusief return on Investment). In 2014 zijn de financieel haalbare projecten vertaald in de begroting en worden na uitwerking individueel aan het college voorgesteld. Aangezien 85% van de facilitaire begroting aan het gebruik van m2 zijn gekoppeld, vormen de vastgoedstrategie en de besparingsmogelijkheden (zoals Den Haag) een belangrijk onderdeel hiervan. De eerste business case is reeds geaccordeerd door het college van bestuur; de bestaande kogelvangers van kunstrubber worden vervangen door zandkogelvangers. De out of pocketkosten zullen hierdoor dalen van 510.000 euro per jaar naar circa 250.000 euro per jaar. Investeringen Een van de investeringen in 2013 was de renovatie van het hotel in Ossendrecht. In een korte bouwtijd is 2/3 van de 300 hotelkamers opnieuw ingericht en zijn klimaatproblemen opgelost. Daarnaast is gedurende 2013 aan een zeer modern shootinghouse gewerkt. Dit shootinghouse is een innovatieve life simulatie omgeving waarin met scherpe munitie geoefend en getraind kan worden, een waardevolle innovatie voor de Politieacademie en de nationale politie. Congres- en evenementenbureau Het congres- en evenementenbureau heeft in 2013 een kleine 100 bijeenkomsten georganiseerd voor, door en met collega's binnen de Politieacademie en de nationale politie. Ruim 24.000 bezoekers bezochten een divers aanbod aan themadagen, professionaliseringsdagen, seminars en representatiemomenten. Met een grotendeels externe geldstroom vanuit projecten is het jaar positief afgesloten. Voor de (nabije) toekomst zijn we in gesprek met collega’s van de Politieacademie, de directies HRM, communicatie en operatiën en met collega’s van het PDC voor onze positionering en werkwijze binnen de nationale politie.

Page 28: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

28

HOOFDSTUK 6 Personeel & Organisatie

6.1 Personele bezetting

De sterkte aan het eind van het boekjaar is 1.546,3 fte (tijdelijk en vaste dienst). De instroom is 18,5 fte, de uitstroom is 62,9 fte. Samenstelling personeel 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Aantal medewerkers 1.901 1.827 1.709 1.667 1.676 1.618

Aantal fte (sterkte) 1.798 1.729 1.620 1.583 1.598 1.546

% Mannen 55,9% 56,2% 57,0% 52,3% 60,9% 57,3%

% Vrouwen 44,1% 43,9% 43,0% 42,7% 39,1% 42,7%

% Arbeidsgehandicapten 1,6% 1,5% 1,9% 1,8% 1,1% 1,4%

Bron: Polbis

6.2 Mobiliteit

De organisatie rond het thema is aangepast: het mobiliteitsprogramma en het employability center zijn samengevoegd en opgegaan in het Mobiliteitsbureau. Er is een plan gepresenteerd waarin staat hoe medewerkers, zowel verplicht als vrijwillig, zoveel mogelijk begeleid kunnen worden naar ander werk in de periode tot en vanaf de reorganisatie. De naderende personele reorganisatie benadrukt de noodzaak hiervan. Er wordt hierbij intensief samengewerkt met de mobiliteitsprogramma's van de nationale politie zoals "werk in zicht". Herplaatsingskandidaten In de periode tot en met 31 december 2013 zijn er nog drie herplaatsingskandidaten uit de reorganisatie 2009, die niet geplaatst konden worden op een reguliere functie. Sinds de start van het employability center hebben in totaal 200 medewerkers de weg naar het employability center gevonden. Van 158 medewerkers is de begeleiding in 2013 beëindigd. Hiervan hebben 44 medewerkers een andere functie in- of extern tijdelijk of vast gevonden en zijn op dit moment 42 medewerkers in begeleiding. Loopbaanbegeleiding en -advies De loopbaanadviseurs van de Politieacademie hebben periodiek overleg waarin vooral praktische zaken worden besproken. Er zijn ruim 50 kandidaten begeleid. Er werd intensief samengewerkt met de Eenheid Oost van de nationale politie. Zo worden loopbaanbegeleiding en een aantal trainingen in onderling overleg verzorgd. Deze samenwerking verloopt met gesloten beurzen.

6.3 Landelijke functiehuis Nederlandse politie (LFNP)

Eind december zijn de overgangsbesluiten aan onze medewerkers verzonden. Daarmee werd een woelig LFNP-jaar afgesloten. Het begon in het voorjaar toen de datum werd bepaald dat na vaststelling van de Transponeringstabel, het voorgenomen besluit Overgang LFNP op 14 mei 2013 aan de medewerkers kon worden verzonden. Onze organisatie heeft tijdig en volledig alle voorgenomen besluiten opgemaakt, gecontroleerd en verzonden. Op basis van deze voorgenomen zijn 293 bedenkingen (18%) tegen het voorgenomen besluit ingediend: Collegae die hun bedenking uitten tegen het niet aanwezig zijn van de executieve status in het LFNP-huis in de ondersteuning, managementassistentes die aangeven dat een inhoudelijke matching hen naar een andere functie zou hebben omgezet en collegae die vinden dat het gekoppelde LFNP-werkterrein niet aansluit bij hun feitelijke werkplek. Voor deze laatste categorie is medio 2013 - door het aanpassen en uitbreiden van de transponeringstabel LFNP - een oplossing gevonden. Uiteindelijk is een derde van het aantal bedenkingen gehonoreerd. Er is landelijk gekozen om niet een nieuw voorgenomen besluit op te maken bij een gewijzigde situatie. Daarom kreeg iedereen op 16 december 2013 zijn definitieve besluit toegezonden.

Page 29: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

29

6.4 Inrichten P-beheer en P-processen

Binnen de afdeling P&O is het team HRM servicedesk & administratie verantwoordelijk voor de afhandeling van vragen die gesteld worden door het management en medewerkers op het volledige P&O-terrein. Daarnaast zijn zij verantwoordelijk voor alle administratieve en beheersmatige processen, valide personeelsdata en de daaruit voorvloeiende ken- en stuurgetallen. Naast het blijven optimaliseren van de huidige processen sluit de P&O administratie zoveel mogelijk aan bij de processen van de nationale politie. Mede hierdoor zijn een aantal P&O-processen en werkwijzen veranderd. Het landelijke project ‘digitalisering van personeelsdossiers’ is gestart in het 3e kwartaal van 2013. Gedurende het afgelopen jaar is er gemiddeld continu 150 fte in- en uitgedetacheerd geweest; deze groep medewerkers heeft qua administratieve afhandeling een beslag gelegd op de capaciteit van de p-administratie. In samenwerking met de afdeling ICM is er gestart met het digitaliseren van de procesflow van een aantal formulieren (denk hierbij aan RPU-aanvragen, Ouderschaps- en Zwangerschapsverlof aanvragen). Inmiddels is één formulier (afwijkende afspraken verlof) geïmplementeerd. Ook met het updaten van bestaande rapportages naar een nieuwe rapport-omgeving en de afhandeling van nieuwe rapportverzoeken is in 2013 een vooruitgang te zien.

6.5 Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie

Op basis van het werkaanbod en de vraag naar juridische ondersteuning zijn in 2013 de volgende pijlers te onderscheiden waar het team arbeidsvoorwaarden een bijdrage aan heeft geleverd:

oppakken en afhandelen van bezwaren die bij het College van Bestuur binnenkomen (inclusief vertegenwoordiging voor de Bezwaar Advies Commissie);

uitvoering geven aan landelijke arbeidsvoorwaardenprojecten; vertalen van landelijke regelgeving / beleid naar uitvoeringsprakrijk van de Politieacademie; professionalisering personeelsadviseurs op nieuwste ontwikkelingen ziektewet,

ambtenarenrecht, actuele jurisprudentie. In 2013 zijn er 14 formele bezwaarschriften ingediend door medewerkers, tegenover ruim 2250 schriftelijke besluiten zijn opgemaakt waarvoor de bezwaarclausule gold (0,62%). Van de 14 bezwaren zijn er 4 voor de Bezwaar Advies Commissie gekomen; 1 is niet ontvankelijk verklaard en de overigen zijn in samenspraak met bezwaarde en de organisatie afgehandeld. De Bezwaar Advies Commissie heeft 3 maal een bezwaar ongegrond verklaard (welk advies is opgevolgd door de Collegevoorzitter). Het advies inzake het vierde bezwaar is nog niet bekend. Met het verdwijnen van de zogenoemde Utrecht-aanstellingsconstructie heeft iedere executieve medewerker begin 2013 een nieuw aanstellingsbesluit gekregen. Veranderingen in de ziektewetgeving (derde jaar eigen-risicodragerschap) en de eerste contouren van een nieuw schuldhulpverleningsbeleid zijn doorvertaald en geïmplementeerd binnen de Politieacademie.

6.6 Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim

Arbeidsomstandigheden In 2013 is de aanpak voor veilig en gezond werken binnen de Politieacademie nader geborgd. De werkomgeving van medewerkers, studenten en cursisten is verbeterd; zij kunnen op een veilig en verantwoorde wijze onderwijs volgen. Alle leden van de Arbo commissies hebben een training gevolgd op het gebied van de Arbo wetgeving en de vertaling daarvan naar de arbeidsomstandigheden binnen de Politieacademie. De op iedere locatie aangestelde preventie-assistenten zijn getraind en gecertificeerd als ergo-coach voor de kantooromgeving. Verder heeft er een workshop voor mensen uit het onderwijs plaatsgevonden met als thema ‘veilig en gezond werken in het onderwijs’. Op de locaties Eindhoven, Drachten, Lelystad, Ossendrecht en Warnsveld zijn in het kader van de arbobeleidscyclus nieuwe risico-inventarisaties en -evaluaties (RI&E’s) uitgevoerd. Hierbij is specifieke aandacht gegeven aan welzijn in het kader van psychosociale arbeidsrisico’s.

Page 30: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

30

Verzuim Het verzuim binnen de Politieacademie is in 2013 stabiel gebleven. Meer dan voorheen worden er vroegtijdig interventies ingezet om de medewerker sneller te laten terugkeren in werk. Betrokkenheid van de leidinggevende en het stimuleren van de arbeidsongeschikte medewerker is belangrijk, maar net zo belangrijk is dat de medewerker betrokkenheid houdt bij het werk zodat reintegratie soepel verloopt. Van een ieder mag op dit punt maximale inspanning worden verwacht. Het verzuimpercentage over 2013 is 0,04% lager afgesloten op 4,97%.

6.7 Sociale zekerheid

Werkloosheidswet (WW) en Bovenwettelijke Werkloosheidsuitkering Politie (BWUP) De nieuwe koers die de afdeling P&O in 2012 heeft ingeslagen op het gebied van de Werkloosheidswet, is in 2013 doorgezet. Bij zowel het aanstellen van nieuwe werknemers als bij uitstroom wordt, vanwege het eigen-risicodragerschap, op een weloverwogen wijze gekeken naar de verplichtingen van de Politieacademie ten aanzien van de Werkloosheidswet. Desondanks is er in het afgelopen jaar sprake van een hogere instroom in de Werkloosheidswet. De belangrijkste oorzaak is het stringente beleid met betrekking tot het verlengen van tijdelijke dienstverbanden. Voornamelijk binnen de onderdelen Werving & Selectie (W&S) en Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling (OK&O) heeft men afscheid genomen van medewerkers. Deze ontwikkeling brengt met zich mee dat het aantal medewerkers dat gebruik maakt van de Werkloosheidswet groter wordt. Stappen zijn ondernomen (o.a. het begeleiden, het bieden van faciliteiten) om de kansen van de werknemer op de arbeidsmarkt te vergroten met als uiteindelijk doel de kortste weg naar arbeid. Helaas moeten wij concluderen dat de slechte arbeidsmarkt niet bevorderlijk is voor een snelle uitstroom uit de WW. Hieronder worden de belangrijkste cijfers weergegeven. WW-uitkering BWUP-uitkering

Aantal uitkeringsgerechtigden 37 21

Instroom 2013 19 11

Uitstroom 2013 18 1

2011 € 394.034 € 156.451

2012 € 252.232 € 186.892

2013 € 347.065 € 246.691

Page 31: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

31

6.8 Professionalisering

Landelijk virtueel budget Het netto beschikbaar budget voor 2013 was €4.284.328,-. Hiervan is €3.492.120,- gebruikt voor de aanvragen van kernopgaven. De Politieacademie heeft voor haar eigen medewerkers voor €565.222,- ingetekend aan opleidingen (een kleine €40.000,- van dit bedrag zal ten laste komen van het loopbaanbudget van 2014, omdat er sprake is van opleidingen die doorlopen in 2014). Jaargesprekken Het aantal jaargesprekken dat in 2013 is gevoerd met medewerkers laat een lichte stijging zien ten opzichte van 2012. Het aantal medewerkers (vast, tijdelijk, gedetacheerd) met wie in de 2013 een jaargesprek is gevoerd, bedraagt 1.115. Het totaal aantal medewerkers op peildatum 31-12-2013 met een vaste, tijdelijke of gedetacheerde arbeidsrelatie is 1.725; het percentage jaargesprekken komt hiermee op 64,6%. De jaarlijkse monitor van de jaargesprekken met leidinggevenden (monitor 2012) is uitgevoerd. Evenals een concern brede analyse van de jaargesprekken. Management Development

In 2013 is de MD-schouw uitgevoerd binnen de directie W&S; Voor twee landelijke talentprogramma’s heeft de Politieacademie de uitnodiging ontvangen

om kandidaten voor te dragen. Voor het kandidatenprogramma nationale politie heeft dit één kandidaat opgeleverd. Eén plek bleef daarmee onbemand. De voordacht voor het leertraject Internationaal MD heeft geen voordracht opgeleverd;

In 2013 heeft het MD-beraad niet vergaderd. Professional Development

Binnen het LECD is een leerpraktijk ingericht om ervaring op te doen met de schouw(systematiek). Hierbij zijn een aantal verbeterslagen doorgevoerd n.a.v. de ervaringen met de MD-schouw;

Binnen enkele scholen en afdelingen (o.a. Verkeer & Milieu) is er een personeelsschouw uitgevoerd;

Tien P-adviseurs van de Politieacademie hebben het certificaat van het traject ‘Bedrijfskundig HRM’ behaald.

Eind december 2013 telde de Politieacademie, naast CvB-leden, 96 leidinggevenden met een ‘vast publiekrechtelijke’ arbeidsrelatie, 3 leidinggevenden met een arbeidsrelatie ‘gedetacheerd vanuit korps’, 1 leidinggevende met de arbeidsrelatie ‘gedetacheerd vanuit (semi)overheid’ en 2 leidinggevenden met een arbeidsrelatie ‘extern’. Hieronder een overzicht naar functiegroep en geslacht: Functies Aantal

functionarissen % %

Man Vrouw Directeur ABC 10 80,0% 20,0% Hoofd AB 25 58,3% 41,7% Manager ABCDE 67 71,8% 28,2% Totaal 102 69,2% 30,8%

Peildatum: 31-12-2013

6.9 Welzijn

Vertrouwenspersonen De Politieacademie beschikt over een netwerk vertrouwenspersonen, verdeeld over de verschillende locaties. Vertrouwenspersonen vervullen hun rol als neventaak. Voor de coördinatie en functionele aansturing, is een Centrale Vertrouwenspersoon aangesteld. Omgangsvormen en sociale veiligheid omvat intimidatie, discriminatie, pesten en seksuele intimidatie. Vertrouwenspersonen richten zich zowel op de preventieve als op de curatieve kant. De curatieve opvang betreft opvang, begeleiding en advisering van melders. De preventieve kant bestaat uit het signaleren en adviseren van leidinggevenden, het geven van voorlichtingen en beïnvloeding van werkomgeving.

Page 32: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

32

In 2013 zijn vertrouwenspersonen 164 keer geconsulteerd door medewerkers of studenten. De consultaties zijn op te splitsen in 52 meldingen betreffende ongewenste omgangsvormen die hadden plaatsgevonden binnen de Politieacademie en 112 consulten. Dit zijn door studenten gemelde ongewenste omgangsvormen die hebben plaatsgevonden in het korps, of consulten die geen betrekking hadden op ongewenste omgangsvormen. Consulten die geen omgangsvormen betreffen, worden in eerste instantie vaak besproken met een vertrouwenspersoon vanwege de vertrouwelijkheid. Bij 56 consulten heeft dat geleid tot een doorverwijzing (Arts, AIV, P&O, jurist, enz.). In 2013 is er één melding gedaan die heeft geleid tot het indienen van een klacht; deze was 31 december 2013 nog in behandeling. Geestelijke verzorging De geestelijke verzorger heeft begeleiding en zorg geboden aan medewerkers en studenten die gericht is op levensbeschouwelijke aspecten. Zoals identiteitsproblematiek, existentiële crisis of spirituele vraagstukken en ‘life-events’ (scheiding, suïcide of ernstige levensvragen) alsmede ziekte en sterfgevallen. De geestelijk verzorger heeft geparticipeerd in verschillende gremia zoals de denktank diversiteit, SVPO (Strategisch Verzuim Preventie Overleg), employability, de expertgroep ’veteranen bij de politie’ , de ‘Tuin van Bezinning’ en in de lessen mentale weerbaarheidstraining van de Politieacademie.

6.10 Diversiteit

Expertteam Diversiteit Het op de kaart zetten van diversiteit en er continu aandacht voor vragen binnen de Politieacademie is één van de belangrijkste doelen van deze expertgroep. Daaronder ligt het doel om een omgeving te creëren waarin een ieder zich erkend en gewaardeerd voelt. Roze in Blauw Politieacademie RIB Politieacademie is aangesloten bij het Landelijke LHBT (Lesbisch homo biseksueel transgender) netwerk. Het afgelopen jaar is gekeken hoe er meer aansluiting gemaakt kan worden met de studenten en hoe we hen bewuster kunnen maken van hun rol in onze samenleving. Er is een overzicht van de contactpersonen Roze in Blauw voor medewerkers en studenten geplaatst op Intranet en Blackboard. Bijeenkomsten waarbij RIB Politieacademie een bijdrage aan heeft geleverd waren o.a.: congres transgender, dodenherdenking, Gay Pride, Dutch Government Pride Platform, Hatecrimes in het onderwijs, gastlessen in het onderwijs en de werkconferentie “Seksuele Diversiteit”.

6.11 Medezeggenschap

OR en OC’s, COR en CGOP De Ondernemingsraad (15 OR-leden) overlegt met het CvB over Politieacademie brede zaken en de onderdeelcommissies (zes OC’s in totaal) met de (vervangend) directeur van het onderdeel over zaken die dat onderdeel betreffen. De landelijke Centrale Ondernemingsraad in oprichting (COR i.o.) doet dit op het niveau van de NP medezeggenschap met de landelijke bestuurder en behandelt de landelijke (re)organisatie zaken. Soms geef de COR i.o. dan aan de OR-en een preadvies of wordt onze OR om advies gevraagd. In het Centraal Landelijke Overleg Politie (CGOP) stemmen V&J en de politievakbonden af over met name rechtspositionele zaken. De COR spreekt over beleid en organisatie, de politievakbonden over rechtspositie. Tussen de COR en het CGOP wordt afgestemd op welke tafel welk onderwerp wordt behandeld. In 2013 zijn alle 26 OR-en van de regio’s vervangen door 11 OR-en van de Eenheden. Overleg en verslaglegging Elke maand is er voor de medezeggenschap een eigen vergadering (OR- of OC vergadering) en twee weken later een overlegvergadering met CvB en (vervangend) directeuren. Op deze manier kunnen de punten eerst in een eigen overleg goed besproken worden voordat in de overlegvergadering een punt afgerond wordt.

Page 33: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

33

Van alle vergaderingen, zowel de eigen vergadering als de overlegvergadering, worden verslagen gemaakt. De OR publiceert zo spoedig mogelijk na de Overlegvergadering de zogenaamde highlights op intranet. Enkele OC’s publiceren een eigen bulletin. In de agenda komen naast de vaste onderwerpen als mededelingen, verslagbespreking en de rondvraag komen altijd aan de orde: de (re)organisatie, de nationale politie, financiële-, personeels- en onderwijs zaken, PDC, huisvesting en veiligheid. Onderwerpen die veel aandacht krijgen zijn financiën (bezuinigingen), onderwijszaken, personeelszaken en Arbo zaken. Enige onderwerpen uit 2013 • Het rapport Vogelzang, dat de aanzet is geweest tot grote veranderingen en een

herpositionering van de Politieacademie in het politiebestel; • Rechtspositie medewerkers en wens om één keer te reorganiseren of in ieder geval zo nauw

mogelijk aan te sluiten bij de NP; • De vervanging van het CvB; • Politieonderwijs 2.0; • De toekomst van de Politieacademie; Ontwerpplan; • De nieuwe Politiewet waarin de Politieacademie is opgenomen; • Visiepamflet van de OR met een eigen koers, welke is vertaald in het Ontwerpplan; • Dossiers zoals NOAS, jaargesprekken, arbo (commissies), meeruren; • De verkiezingen voor een nieuwe medezeggenschap eind 2013; • Extra aandacht voor de medewerkers van de Politieacademie die op termijn overgaan naar

het PDC (COD en B&C), naar NP de HRM (W&S) en i.v.m. de opheffing van LECD vanaf 2015.

De OR ziet met vertrouwen de toekomst van de Politieacademie tegemoet.

6.12 Integriteit & Veiligheid

In 2013 heeft de Afdeling Integriteit & Veiligheid (AIV) haar beleid- en adviestaak op het gebied van Integriteit & Veiligheid verder uitgebouwd. Vanuit het veiligheidsaspect werd een belangrijke rol gespeeld bij de implementatie van:

de regeling en protocollen Wapens en Munitie; de organisatie en uitvoering van Taak Risico Analyses in het onderwijs;

het verder (door)ontwikkelen van informatiebeveiligingsbeleid; het inrichten en beschrijven van het proces Uitvoering Penetratietesten op via Internet te

ontsluiten Politieacademie applicaties, plus uitvoering enkele testen. Vanuit de integriteitoptiek hebben de projecten DIO (Diversiteit, Integriteit en Omgangsvormen) voor de eigen organisatie en Integriteit en omgangvormen voor initiële studenten een belangrijke rol gespeeld. In 2013 zijn 270 meldingen behandeld met daaruit voortvloeiende vervolgmeldingen, 11 interne onderzoeken, 1063 Betrouwbaarheids- en Geschiktheidsonderzoeken en zijn 8 A-onderzoeken voorbereid en gecoördineerd. Daarnaast werd ook geïnvesteerd in de samenwerking met de Bureaus VIK (Veiligheid, Integriteit en Klachten) van de nationale politie. Enkele interne (disciplinaire) onderzoeken hebben tot strafoplegging geleid. Eén medewerker werd door het Bevoegde Gezag (voorwaardelijk) ontslagen; een andere kreeg een schriftelijke berisping opgelegd. Meerdere medewerkers werden in de "lijn" gecorrigeerd. Er werd op landelijk niveau een bijdrage geleverd aan de te ontwikkelen protocollen, regelingen en processen op het betreffende vakgebieden de totstandkoming van de Beroepscode nationale politie. Nu bekend is dat de Politieacademie – op termijn een zelfstandige eenheid van de nationale politie – haar eigen bureau VIK zal blijven behouden – zal die samenwerking en het verder ontwikkelen en nader concretiseren van het VIK takenpakket voor het aankomend jaar, verder uitgebouwd worden.

Page 34: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

34

HOOFDSTUK 7 Financiën

7.1 Hoofdlijnen van de jaarrekening

EXPLOITATIEREKENING 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013Algemene bijdrage 109.717 124.707 132.465 131.473 133.009 127.915 114.547Bijzondere bijdrage 18.227 15.134 13.302 16.093 16.440 16.152 21.700Contractbaten 65.787 78.389 85.912 61.138 60.446 61.594 67.965Totaal baten 193.731 218.230 231.679 208.704 209.895 205.661 204.212 Eigen personeel 100.271 118.114 118.273 114.734 111.154 111.636 110.624Personeel derden 33.691 37.842 37.681 28.697 31.871 30.738 33.500Totaal personeelslasten 133.962 155.956 155.954 143.431 143.025 142.374 144.124 Materiele lasten 63.375 77.945 68.873 65.247 64.282 66.694 60.506Totaal lasten 197.337 233.901 224.827 208.678 207.307 209.068 204.630 Bedrijfsresultaat -3.606 -15.671 6.852 26 2.588 -3.407 -418 Buitengewone baten 0 1.560 0 0 0 0 0Buitengewone lasten 0 11.522 -11.522 0 0 0 0Exploitatieresultaat -3.606 -25.633 18.374 26 2.588 -3.407 -418

Eigen personeel per 31/12 in fte 1.748 1.798 1.729 1.620 1.583 1.598 1.546

BALANS 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Vaste activa 94.889 136.761 178.340 194.133 193.263 190.004 208.455Vlottende activa 59.740 37.165 34.031 13.791 12.308 14.304 18.272Totaal activa 154.629 173.926 212.371 207.924 205.571 204.308 226.727 Eigen vermogen 99.859 74.226 92.600 62.626 36.919 33.512 28.692Voorzieningen 11.072 19.584 6.063 5.674 4.246 4.617 31.832Langlopende schulden 2.484 32.126 61.739 81.323 111.873 115.629 109.481

Kortlopende schulden en overlopende passiva 41.214 47.990 51.969 58.301 52.533 50.550 56.722Totaal passiva 154.629 173.926 212.371 207.924 205.571 204.308 226.727 Ratios Solvabiliteitsratio 65% 43% 44% 30% 18% 16% 13%Liquiditeitsratio 145% 77% 65% 24% 23% 28% 32%Weerstandsvermogen (algemene reserve)

Norm (€) 25.120 30.319 35.949 41.017 40.888 38.736 35.451Dekkingsgraad 398% 47% 85% 75% 87% 85% 80%

KASSTROOM 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Kasstroom operationeel *) -7.351 936 22.748 2.875 -18.044 6.376 19.831Kasstroom investeringen -20.714 -52.070 -52.494 -26.574 -11.844 -10.768 -7.752Kasstroom financieringen 2.126 29.642 29.614 19.584 30.551 3.756 -6.148Totale kasstroom -25.939 -21.492 -132 -4.115 663 -636 5.931*) incl. afroming eigen vermogen 30.000 in 2010 en 30.000 in 2011.

Page 35: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

35

In het jaar 2013 wordt duidelijk zichtbaar hoe groot de aanpassing van de bekostiging door het ministerie is. De algemene bijdrage daalt met € 13,4 miljoen (-10,5%) ten opzichte van 2012. Deze daling is het gevolg van aanpassingen naar aanleiding van de evaluatie van de bekostiging en de business case Onderwijs, Kennis en Onderzoek. De MBO- en HBO-tarieven zijn geactualiseerd, het uitvalpercentage in de berekening is verhoogd en de examenbijdrage van 10% is vervallen. Daarnaast is de duur van de initiële opleidingen verkort. Ook op het loopbaanbudget (postinitieel onderwijs) is een grote korting toegepast. De algemene bijdrage zal de komende jaren verder dalen als gevolg van deze maatregelen. In 2018 zal de bijdrage nog € 87,2 miljoen bedragen, wat een verdere daling van € 27,3 miljoen in de komende vijf jaar betekent. In 2013 is een bijzondere bijdrage van € 5,8 miljoen ontvangen om het effect van de snelle daling van de bekostiging te temperen (overgangsregeling bekostiging). Ook in 2014 zal nog een bijdrage van € 1,9 miljoen ontvangen worden. De contractbaten zijn gestegen ten opzichte van 2012 door meer contractonderwijs, met name voor het programma Versterking Professionele Weerbaarheid, zij-instromers recherchekunde en extra trainingen en opleidingen ter voorbereiding van de Nuclear Security Summit (NSS) begin 2014. Het personeelsbestand daalde met 52 fte gedurende het jaar. Gemiddeld was de bezetting 37,5 fte lager (-2,3%) dan vorig jaar. De loonkosten (salaris + sociale lasten) per fte waren hoger dan vorig jaar, vooral door hogere pensioenpremies. De overige personeelslasten zijn lager dan in 2012 onder andere door hogere vergoedingen uit werknemersverzekeringen en lagere lasten voor professionalisering. De lasten voor personeel van derden zijn hoger dan vorig jaar, vooral door een stijging van de inhuur in verband met het programma Versterking Professionele Weerbaarheid. Voor veel andere activiteiten daalde de inhuur van derden in 2012. De materiele lasten zijn aanzienlijk gedaald ten opzichte van 2012. De kosten voor de landelijke werving en selectie voor de politie zijn veel lager, door het lage activiteitenniveau. De huisvestingslasten zijn lager dan vorig jaar, vooral door het afstoten van de drie dependance locaties die in 2012 waren gehuurd in verband met de instroompiek in het initiële onderwijs. Ook de lasten voor vervoer zijn gedaald. Zowel het aantal onderwijsvoertuigen als het aantal persoonsgebonden voertuigen is verder teruggedrongen. Daarnaast zijn er voertuigen, die al volledig afgeschreven waren, langer in gebruik gebleven. De lasten voor ICT zijn gestegen, door hogere afschrijvingen en een bijzondere waardevermindering van NOAS. Daarnaast hebben aanpassingen aan het Kandidaat volgsysteem (KVS) voor werving & selectie gezorgd voor hogere kosten. De beheerslasten zijn lager dan vorig jaar, met name door een veel lagere dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren en een grote reductie van de kosten van externe bureaus. De rentelasten zijn gedaald doordat het gemiddelde saldo van de opgenomen leningen lager is dan vorig jaar als gevolg van aflossingen. Het exploitatieresultaat over 2013 is bijna sluitend, met een klein tekort van € -0,4 miljoen. De daling in de bekostiging werd deels gecompenseerd door (tijdelijk) hogere contractomzet, terwijl de lasten een daling lieten zien ten opzichte van vorig jaar. Onderstaande watervalgrafiek geeft het verloop weer van het jaarresultaat 2012 naar de begroting 2013 en vervolgens van de begroting naar het jaarresultaat 2013.

Page 36: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

36

7.2 Treasury

De treasuryfunctie is onder te verdelen in drie deelfuncties: Kasbeheer; Financiering; Risicobeheer.

Algemene ontwikkelingen In 2013 zijn er geen ontwikkelingen geweest die invloed hebben gehad op de treasuryfunctie. De wet- en regelgeving en de richtlijnen en limieten zijn ongewijzigd. Ontwikkelingen die van toepassing zijn op de nationale politie zijn nauwlettend gevolgd. Kasbeheer Tijdelijke overtollige financiële middelen zijn in 2013, conform de voorschriften van het Geïntegreerd Middelen Beheer (GMB) en het ‘Schatkistbankieren’, in rekening-courant of deposito aangehouden bij het ministerie van Financiën. Hieronder wordt de liquiditeitsontwikkeling over 2013 weergegeven.

Financiering Ten einde de renteresultaten te optimaliseren heeft het financieringsbeleid van de Politieacademie zich in 2013 gericht op een maximaal toelaatbare financiering van investeringen in vaste activa met de intern beschikbare financieringsmiddelen. In 2013 zijn géén nieuwe (aanvullende) leningen afgesloten en/of opgenomen en zijn tijdelijke liquiditeitstekorten opgevangen binnen de beschikbare ruimte van het rekening-courant krediet bij het ministerie van Financiën.

Page 37: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

37

Hieronder wordt de staat van opgenomen en op te nemen leningen weergegeven. 2013

Datum DatumDatum Datum Datum Aantal Aantal eerste laatste Per- Her- Con-

Leningnr. Ingang Storting Afloop maanden Type termijnen termijn termijn centage ziening ventie

BUKO 17-07-07 01-07-07 01-09-13 75 Annuïteit 75 01-07-07 01-09-13 7,8672 n.v.t.MVF 1019 26-07-07 02-06-08 01-06-38 360 Bullet 1 01-06-38 01-06-38 4,5500 n.v.t. act/actMVF 1020 26-07-07 02-01-09 02-01-29 240 Bullet 1 02-01-29 02-01-29 4,5700 n.v.t. act/actMVF 1021 26-07-07 02-03-09 01-03-24 180 Lineair 20 03-06-19 01-03-24 4,5100 n.v.t. act/actMVF 1022 26-07-07 02-03-09 01-03-19 120 Lineair 20 02-06-14 01-03-19 4,4300 n.v.t. act/actMVF 1317 16-12-08 19-12-08 21-12-37 348 Bullet 1 21-12-37 21-12-37 3,7100 n.v.t. act/actMVF 1580 18-01-10 23-12-09 23-12-19 120 Bullet 1 23-12-19 23-12-19 3,4600 n.v.t. act/actMVF 1649 15-07-10 28-06-10 30-06-25 180 Lineair 20 28-09-20 30-06-25 3,0800 n.v.t. act/actMVF 1817 14-06-11 17-06-11 19-06-17 72 Lineair 22 17-03-12 19-06-17 2,3800 n.v.t. act/actMVF 1852 20-09-11 28-09-11 30-09-19 96 Lineair 31 28-03-12 30-09-19 1,4800 n.v.t. act/actMVF 1873 12-12-11 20-12-11 21-12-15 60 Lineair 20 20-03-12 21-12-15 1,1600 n.v.t. act/actMVF 2057 12-09-12 25-09-12 25-09-17 60 Bullet 1 25-09-17 25-09-17 0,8500 n.v.t. act/act

2013 Hoofdsom Hoofdsom Storting Aflossinginitiëel gestort

Nog te Nog tePro-resto Pro-resto Looptijd Looptijd Looptijd betalen Rekening Betaald betalen

per in in per KT LT LT per in in perLeningnr. 31-12-2012 2013 2013 31-12-2013 [ ≤ 1 jr ] [ > 1 jr ] [ > 5 jr ] 31-12-2012 2013 2013 31-12-2013 BUKO 2.653 388 0 388 0 0 0 0 0 12 12 0MVF 1019 15.000 15.000 0 0 15.000 0 15.000 15.000 400 683 686 396MVF 1020 10.000 10.000 0 0 10.000 0 10.000 10.000 456 457 457 456MVF 1021 10.000 10.000 0 0 10.000 0 10.000 10.000 377 451 453 374MVF 1022 5.000 5.000 0 0 5.000 750 4.250 250 185 222 223 184MVF 1317 15.000 15.000 0 0 15.000 0 15.000 15.000 20 557 557 20MVF 1580 5.000 5.000 0 0 5.000 0 5.000 5.000 4 173 173 4MVF 1649 20.000 20.000 0 0 20.000 0 20.000 20.000 316 616 616 316MVF 1817 15.000 12.273 0 2.727 9.545 2.727 6.818 0 170 265 299 135MVF 1852 8.000 6.968 0 1.032 5.935 1.032 4.903 774 28 97 102 23MVF 1873 8.000 6.000 0 2.000 4.000 2.000 2.000 0 2 60 61 2MVF 2057 10.000 10.000 0 0 10.000 0 10.000 0 23 85 85 23

123.653 115.629 0 6.148 109.481 6.510 102.971 76.024 1.980 3.677 3.724 1.933

n.v.t. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

123.653 115.629 0 6.148 109.481 6.510 102.971 76.024 1.980 3.677 3.724 1.933

Looptijd Aflossing Rente

Betaling

per mnd. Voorafper 12 mnd. achterafper 12 mnd. achteraf

Rente

per 12 mnd. achterafper 12 mnd. achterafper 12 mnd. achterafper 12 mnd. achterafper 12 mnd. achterafper 12 mnd. achteraf

gestort

Totaal opgenomen

Totaal op te nemen

Totaal

per 12 mnd. achterafper 12 mnd. achterafper 12 mnd. achteraf

Hoofdsom

Risicobeheer Het beleid van de Politieacademie was in 2013 gericht op het inperken van renterisico’s op langlopende financiering. In 2013 is de Politieacademie ruimschoots binnen de gestelde renterisiconorm gebleven. Hieronder wordt het renterisicoprofiel van de Politieacademie per 31 december 2013 weergegeven.

Begroting JR JROverzicht renterisicoprofiel 2013 2013 2012Kortlopend (<1 jaar)

1 Afgegeven garantiestelling V&J voor RC krediet 18.500 18.500 18.5002 Rekening courant limiet : (zoals vastgesteld door V&J) 18.500 18.500 18.5003 Rekening courant limiet op balansdatum : 83% 15.355 15.355 15.3554 Stand liquide middelen of rekening courant krediet 204 5.993 -745

Saldo kredietruimte (3+4) 15.559 21.348 14.610

Langlopend (> 1 jaar)Afgegeven of af te geven garantiestellingen V&J voor leningen - aflopend 60.000 60.000 60.000Afgegeven of af te geven garantiestellingen V&J voor leningen - doorlopend 115.000 115.000 115.000

5 Afgegeven of af te geven garantiestellingen V&J voor leningen - totaal 175.000 175.000 175.0006 Leenplafond (zoals vastgesteld door V&J) 177.216 173.574 177.5557 Opgenomen en op te nemen leningen 130.981 109.481 115.629

Saldo leenruimte (6-7) 46.235 64.093 61.926

8 Renterisiconorm : 20% van het begrotingstotaal (totaal lasten) 40.182 40.926 42.0659 Aflossingen en renteherzieningen leningen 6.148 6.148 6.244

Renterisico ruimte leningen (8-9) 34.034 34.778 35.820

Page 38: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

38

7.3 Ontwikkelingen en financiële risico’s

Het gaat in deze paragraaf om risico’s en mogelijke ontwikkelingen, die financiële gevolgen kunnen hebben voor 2014 en de jaren daarna. Niet elke ontwikkeling levert een risico op; zeker de vorming van de nationale politie biedt voor de Politieacademie tegelijkertijd veel kansen: tot nu toe was de Politieacademie een landelijke organisatie, zonder dat er een landelijk korps was. Nu dat landelijke korps er is, ontstaan er kansen om sterker te sturen op een gelijkmatige instroom en op een duidelijke behoeftestelling. Ook kan de Politieacademie met één korps makkelijker afspraken maken over specifieke trainingen of opleidingen. Daarnaast is de verwachting dat werkwijzen en procedures nu kunnen worden vereenvoudigd (zoals de verdeling van opleidingsplaatsen). Omschrijving Risico/ontwikkeling

Gevolg(en) Kans en omvang schade

Mogelijke maatregelen

Afbouw personeel: Voor de jaren ’14 en ’15 wordt een afbouw van personeel voorzien, met een daling van personele kosten in ’15 tot gevolg. Uitvoering is risicovol. Ook al staat de aanleiding hiervan los van de reorganisatie, toch kan uitvoering hiervan door de reorganisatie in de knel komen.

Financiële tekorten Hoog tot midden Begrote besparing in 2015 ten opzichte van 2013: € 9 miljoen

Personele behoefte ’16 en verder: Rekening is gehouden met het uitgangspunt van vrij verkeer van personeel tussen NP en PA vanaf 1 januari 2016, als gevolg van de reorganisatie. Dit vrije verkeer is onontbeerlijk om tot een goede personele bezetting van de PA te komen.

Financiële tekorten Midden

Risico’s in intekening en contractonderwijs: Door de instandhouding in ’14 van de samenspelregels heeft de NP de mogelijkheid om onderwijs te annuleren.

Lagere contractbaten Hoog Het risico wordt geschat op maximaal € 5 miljoen; dit risico is reëel.

Bijdrage in frictiekosten leiderschapsonderwijs: Het korps heeft toegezegd te willen bijdragen in de frictiekosten die optreden door het afbouwen van het oude leiderschapsonderwijs en het (nog) niet aanbieden van het nieuwe. De PA heeft de kosten tot een minimum beperkt. Het restant wordt geacht bijgedragen te worden door het korps. Realisatie hiervan is onzeker.

Financieel tekort Hoog Risico is € 2,1 miljoen (niet-toekennen kan niet meer leiden tot een verdere kostendaling).

Page 39: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

39

Omschrijving Risico/ontwikkeling

Gevolg(en) Kans en omvang schade

Mogelijke maatregelen

Om niet inleen en uitleen: In de begroting is uitgegaan van het uitgangspunt “om niet” uitleen en “om niet” inleen tussen de PA en de politie. Dit uitgangspunt is door de politie niet overgenomen.

Financieel tekort Hoog Het risico is € 5 miljoen.

Sterke afname bekostiging initieel onderwijs (sterktebudget) het sterktebudget neemt in 5 jaar tijd af met € 28 miljoen (van € 78 in 2012 tot € 50 miljoen in 2017).

Het risico bestaat dat de organisatie (lasten) niet in hetzelfde tempo aangepast kan worden als de baten dalen. Ingrijpende(r) keuzes in de uitvoering van initieel onderwijs zijn dan noodzakelijk. Mogelijk treedt kwaliteitsverlies op.

Hoog risico Het exploitatietekort van de Politie-academie zal oplopen.

De meeste kosten zijn gemoeid met huisvesting en personeel. Om die reden zetten maatregelen op deze gebieden het meeste zoden aan de dijk.

De minister heeft besloten tot één reorganisatie PA op het moment van de inwerkingtreding van de herziene Politiewet. In de tussentijd moet de PA wel binnen de afnemende financiële kaders functioneren. Personeel en huisvesting zijn de grootste posten binnen de PA-begroting. Om op korte termijn binnen de afnemende financiële kaders te opereren moet de PA bezien hoe zij de beide posten reduceert, op het gebied van personeel zonder dat op korte termijn een reorganisatie kan plaatsvinden. De minister heeft daarbij ook baangarantie afgegeven voor zowel het personeel van de NP als de PA.

Doordat er op korte termijn geen reorganisatie mag plaatsvinden en er baangarantie geldt is afbouw van personeel op korte termijn niet mogelijk. Kostenreductie op de post personeel is dus lastig. Nog geen duidelijkheid over de wijze waarop het personeelsbestand en de huisvestings-portefeuille afgebouwd kunnen worden en hoe hoog de kosten hiervan zijn.

Hoog risico Omvang mogelijk miljoenen euro’s.

Overleg met ministerie over problemen. V&J heeft aangegeven in enige mate frictiekosten te willen vergoeden. In gang zetten strategische personeelsplanning zodat bekend is aan welk personeel behoefte is, ook op langere termijn. Bevorderen interne en externe mobiliteit. Herziening strategische huisvestingsplan en herstructurering huisvestings-portefeuille in samenwerking met het ministerie en de nationale politie.

Page 40: Politieacademie Jaarverslag 2013 definitief · 2016. 12. 16. · elkaar stonden over de toekomst van de Politieacademie. De activiteiten van dit jaar waren gericht op een Politieacademie

40

Omschrijving Risico/ontwikkeling

Gevolg(en) Kans en omvang schade

Mogelijke maatregelen

Afstemming strategische huisvestingsplanen PA - NP - V&J De betaalbaarheid van de huidige huisvesting wordt de komende jaren een probleem door de dalende inkomsten. Huisvestingsplannen van de PA zullen worden bezien in samenhang met die van de NP en het Rijk. De vastgoedmarkt is intussen slecht, waardoor gebouwen slecht te verkopen zijn of met een groot verlies.

Te hoge huisvestingslasten in verhouding tot de inkomsten. PA kan op korte termijn in feite alleen huurcontracten niet verlengen.

Hoog risico Tekorten als gevolg van te hoge huisvestingslasten. Het besparingspotentieel is meer dan € 3 miljoen structureel. (Boek-)verliezen bij het verkopen van gebouwen.

Afstoten locatie Rotterdam per 2017 of zoveel eerder als mogelijk. Herzien strategisch huisvestingsplan. Afstemming huisvestingsplannen PA en NP. Bekijken mogelijkheden tot gezamenlijke huisvesting van PA met overige partners in veiligheidsketen

Geen stabiele instroom aspiranten De laatste 10 jaar heeft de PA te maken gehad met een sterk wisselende instroom van aspiranten. In 2012 deed zich dit opnieuw voor (piekinstroom 2011), met gevolgen voor de bedrijfsvoering die doorlopen tot eind 2014.

Extra kosten voor de uitbreiding van opleidingscapaciteit (personeel en huisvesting), zoals in 2012. Vervolgens moet die capaciteit vaak even snel weer worden afgebouwd.

Hoog risico Extra kosten (meer/ minder personeel, huisvestings-/facilitaire kosten). Schade € 2 tot 4 miljoen per jaar.

Met de NP en V&J snel komen tot meerjarige afspraken over een stabiele instroom in de komende jaren.