PLATTEGROND VAN EEN SCHRIJFVERBLIJF · 2018. 10. 1. · In de werkkamer boven hangen foto’s van...

2
L8 letteren DE STANDAARD VRIJDAG 10 AUGUSTUS 2018 In de werkkamer boven hangen foto’s van de woonkamer vroeger. Op een ervan schenkt Holst Lucebert een borrel in. Op een andere ligt hij languit op de bank te slapen of te dagdromen. Het huis was veel voller. Overal lagen boeken, tapijten. Bij het grote raam stond een vaas met katjes. Holst schreef dat zijn huis aanvoelde als een tweede huid. Ik geloof het zo, wanneer ik naar de oude foto’s kijk. 4. Werkkamer Een nis, groter is de kamer op de eerste verdieping niet. Ze is ingericht als mini- museum over Holst. Ik verplaats de tafel zo- dat ik zicht heb op de bomen in plaats van op de foto’s. Ook andere stoorzenders berg ik op. In deze cel zal ik een maand werken. Ik sluit vriendschap met de duif die, aange- slagen door de toenemende hitte, van het dak naar een boom vliegt. Vroeger kon je de duinen bij Bergen aan Zee zien vanuit het raam, zo lees ik in Mijn tweede huid. De ge- schiedenis van A. Roland Holst en zijn huis van Jan van der Vegt. Nu zijn er daken, bo- men in de verte. In Dagelijkse rituelen van Mason Currey vertelt Martin Amis dat hij ’s ochtends schrijft van elf tot een. De meeste kunste- naars zijn volgens hem tevreden met twee uur van geconcentreerd werken. Ik maak er drie van, soms vier, heel uitzonderlijk vijf. De rest van de dag is voor activiteiten die op een of andere manier verband houden met het schrijfproces: research, freewriten, brieven schrijven, wandelen, mediteren, films kijken, fietsen en lezen. En het WK kijken natuurlijk, al heeft dat met schrijven niets te maken. 5. Tuin Op een van de ochtenden komt de tuinman langs. Hij besproeit het groen en gaat ver- volgens roken op het bankje bij de keuken. Nooit eerder heeft hij zo’n droogte meege- maakt. Of ik om de dag de planten water wil geven? Begin juli al ligt het gras erbij alsof duizenden festivalgangers eroverheen hebben gebanjerd. De bloemen laten mis- moedig hun kop hangen. Ik schrik van het verhaal dat Van der Vegt optekende over de tuin. Holst liet hem ver- wilderen, hij hield van zijn ‘jungle op zak- formaat’. Toen het riet naar binnen begon te groeien, pakte een tuinman de wildernis grondig aan. De dichter zou zich nadien nooit meer thuis voelen in het huis. Op ter- mijn zou hij het zelfs verlaten. Op een avond komt Joke Hermsen op be- zoek. Zij verbleef vaak in de residentie en wil het huis graag nog eens bekijken. We zitten in de tuin, met zicht op het erker- raam voorin. ‘Wat is het hier toch prachtig’, roept Joke uit. We kijken naar de merel op de schoorsteen. De avond valt, onze fles wijn is bijna leeg. ‘Heb je de geest al gezien?’ vraagt Joke. ‘De geest?’ ‘Ja, de geest van Roland Holst.’ 6. Slaapkamer Ik vertel het verhaal van de geest aan mijn man die op bezoek is. We slapen slecht, ho- 1. Aankomst Kijk hoe het huis zich schuilhoudt in het groen. Open het hekje en luister: het klinkt als een dinosauriër op ruste. Loop het pad op, langs de rozen, naar de achterkant van het huis. Sla de hoek om. Ga zitten op het bankje bij de keukendeur. Luister naar de vogels, naar het ruisen van de wind. Steek de sleutel in het slot en ga naar binnen. 2. Keuken Een vriend die het huis ooit bezocht, waar- schuwde me: ‘De keuken is niets bijzonder, hoor, gewoon van Ikea. Neem een gezellig lampje mee. Er is tl-licht.’ Het lampje ben ik vergeten, wanneer ik begin juli het voorma- lige huis van dichter Adriaan Roland Holst binnenga. Ik mag er een maand lang schrij- ven. Mijn man helpt me met sjouwen. Ik heb mijn yogamat bij, mijn eigen hoofdkus- sen, schrijfspullen, kleren. En stapels boe- ken: meditaties van Marcus Aurelius, klas- siekers van Edith Wharton, Mary Karr, Siri Hustvedt. Een handvol young adult-boeken. Ik ben blijkbaar heel wat van plan. Op een foto die boven hangt, staat de dich- ter in de keuken. Hij roert in een pannetje, draagt een kostuum, kijkt ernstig. Hij dien- de het te stellen met een gaspitje. Geen Ikea-luxe voor Holst. Wel had de man een kaasrasp en een aardappelstamper. Kreeg hij daar ideeën voor zijn poëzie? Mijn schrijfdagen beginnen in elk geval in de keuken, met roeren in een pan met ha- vermout. Daar komt het hoofd op gang, worden de eerste draden van de dag ge- sponnen. 3. Woonkamer Vlak voor mijn vertrek dronk ik koffie met Patricia Jozef. Ze vroeg zich af hoe het zou zijn om te werken in een huis waar zoveel anderen hebben geschreven. ‘Mijn gedach- ten zouden al snel naar al die achtergelaten sporen in zo’n schrijvershuis gaan, denk ik,’ zei ze. Ik moet aan haar opmerking denken wanneer ik voor de kast in de woonkamer sta met daarin de boeken van schrijvers die hier eerder verbleven. Ik trek er af en toe een van de plank, lees een gedicht van Hester Knibbe, een bladzijde uit een band met verzameld proza van Anneke Brassinga. In het gastenboek schreef een van mijn voorgangers dat de gedachte aan al die an- dere schrijvers hem telkens overviel tijdens het douchen. Lang duurt mijn onwennigheid niet. Na drie dagen klinkt het geluid van mijn voet- stappen niet langer vreemd. Toch heb ik meer blauwe plekken dan anders, loop ik tegen tafels en kasten aan. PLATTEGROND VAN EEN SCHRIJFVERBLIJF Kathy Mathys verbleef een maand lang in het huis van dichter Adriaan Roland Holst (1888-1976) in Bergen in Noord-Holland om er te werken aan een roman. Dit is een verslag van haar avonturen. Het huis van dichter A. Roland Holst in Bergen aan de Noordzee: het Sint- Martens-Latem van Noord-Holland. © Nederlands Letterenfonds

Transcript of PLATTEGROND VAN EEN SCHRIJFVERBLIJF · 2018. 10. 1. · In de werkkamer boven hangen foto’s van...

Page 1: PLATTEGROND VAN EEN SCHRIJFVERBLIJF · 2018. 10. 1. · In de werkkamer boven hangen foto’s van de woonkamer vroeger. Op een ervan schenkt Holst Lucebert een borrel in. Op een andere

L8 letteren DE STANDAARDVRIJDAG 10 AUGUSTUS 2018

In de werkkamer boven hangen foto’s van de woonkamer vroeger. Op een ervan schenkt Holst Lucebert een borrel in. Op een andere ligt hij languit op de bank te slapen of te dagdromen. Het huis was veel voller. Overal lagen boeken, tapijten. Bij het grote raam stond een vaas met katjes. Holst schreef dat zijn huis aanvoelde als een tweede huid. Ik geloof het zo, wanneer ik naar de oude foto’s kijk.

4. WerkkamerEen nis, groter is de kamer op de eerste verdieping niet. Ze is ingericht als mini­museum over Holst. Ik verplaats de tafel zo­dat ik zicht heb op de bomen in plaats van op de foto’s. Ook andere stoorzenders berg ik op. In deze cel zal ik een maand werken. Ik sluit vriendschap met de duif die, aange­slagen door de toenemende hitte, van het dak naar een boom vliegt. Vroeger kon je de duinen bij Bergen aan Zee zien vanuit het raam, zo lees ik in Mijn tweede huid. De ge­schiedenis van A. Roland Holst en zijn huis van Jan van der Vegt. Nu zijn er daken, bo­men in de verte.In Dagelijkse rituelen van Mason Currey vertelt Martin Amis dat hij ’s ochtends schrijft van elf tot een. De meeste kunste­naars zijn volgens hem tevreden met twee uur van geconcentreerd werken. Ik maak er drie van, soms vier, heel uitzonderlijk vijf. De rest van de dag is voor activiteiten die op een of andere manier verband houden met het schrijfproces: research, freewriten, brieven schrijven, wandelen, mediteren, films kijken, fietsen en lezen. En het WK kijken natuurlijk, al heeft dat met schrijven niets te maken.

5. TuinOp een van de ochtenden komt de tuinman langs. Hij besproeit het groen en gaat ver­volgens roken op het bankje bij de keuken. Nooit eerder heeft hij zo’n droogte meege­maakt. Of ik om de dag de planten water wil geven? Begin juli al ligt het gras erbij alsof duizenden festivalgangers eroverheen hebben gebanjerd. De bloemen laten mis­moedig hun kop hangen.Ik schrik van het verhaal dat Van der Vegt optekende over de tuin. Holst liet hem ver­wilderen, hij hield van zijn ‘jungle op zak­formaat’. Toen het riet naar binnen begon te groeien, pakte een tuinman de wildernis grondig aan. De dichter zou zich nadien nooit meer thuis voelen in het huis. Op ter­mijn zou hij het zelfs verlaten.Op een avond komt Joke Hermsen op be­zoek. Zij verbleef vaak in de residentie en wil het huis graag nog eens bekijken. We zitten in de tuin, met zicht op het erker­raam voorin. ‘Wat is het hier toch prachtig’, roept Joke uit. We kijken naar de merel op de schoorsteen. De avond valt, onze fles wijn is bijna leeg.‘Heb je de geest al gezien?’ vraagt Joke.‘De geest?’‘Ja, de geest van Roland Holst.’

6. SlaapkamerIk vertel het verhaal van de geest aan mijn man die op bezoek is. We slapen slecht, ho­

1. AankomstKijk hoe het huis zich schuilhoudt in het groen. Open het hekje en luister: het klinkt als een dinosauriër op ruste. Loop het pad op, langs de rozen, naar de achterkant van het huis. Sla de hoek om. Ga zitten op het bankje bij de keukendeur. Luister naar de vogels, naar het ruisen van de wind. Steek de sleutel in het slot en ga naar binnen.

2. KeukenEen vriend die het huis ooit bezocht, waar­schuwde me: ‘De keuken is niets bijzonder, hoor, gewoon van Ikea. Neem een gezellig lampje mee. Er is tl­licht.’ Het lampje ben ik vergeten, wanneer ik begin juli het voorma­lige huis van dichter Adriaan Roland Holst binnenga. Ik mag er een maand lang schrij­ven. Mijn man helpt me met sjouwen. Ik heb mijn yogamat bij, mijn eigen hoofdkus­sen, schrijfspullen, kleren. En stapels boe­ken: meditaties van Marcus Aurelius, klas­siekers van Edith Wharton, Mary Karr, Siri Hustvedt. Een handvol young adult­boeken. Ik ben blijkbaar heel wat van plan.Op een foto die boven hangt, staat de dich­ter in de keuken. Hij roert in een pannetje, draagt een kostuum, kijkt ernstig. Hij dien­de het te stellen met een gaspitje. Geen Ikea­luxe voor Holst. Wel had de man een kaasrasp en een aardappelstamper. Kreeg hij daar ideeën voor zijn poëzie?Mijn schrijfdagen beginnen in elk geval in de keuken, met roeren in een pan met ha­vermout. Daar komt het hoofd op gang, worden de eerste draden van de dag ge­sponnen.

3. WoonkamerVlak voor mijn vertrek dronk ik koffie met Patricia Jozef. Ze vroeg zich af hoe het zou zijn om te werken in een huis waar zoveel anderen hebben geschreven. ‘Mijn gedach­ten zouden al snel naar al die achtergelaten sporen in zo’n schrijvershuis gaan, denk ik,’ zei ze. Ik moet aan haar opmerking denken wanneer ik voor de kast in de woonkamer sta met daarin de boeken van schrijvers die hier eerder verbleven. Ik trek er af en toe een van de plank, lees een gedicht van Hester Knibbe, een bladzijde uit een band met verzameld proza van Anneke Brassinga. In het gastenboek schreef een van mijn voorgangers dat de gedachte aan al die an­dere schrijvers hem telkens overviel tijdens het douchen.Lang duurt mijn onwennigheid niet. Na drie dagen klinkt het geluid van mijn voet­stappen niet langer vreemd. Toch heb ik meer blauwe plekken dan anders, loop ik tegen tafels en kasten aan.

PLATTEGROND VAN EEN SCHRIJFVERBLIJF

Kathy Mathys verbleef een maand lang in het huis vandichter Adriaan Roland Holst (1888­1976) in Bergen in Noord­Holland om er te werken aan een roman. Dit is een verslag van haar avonturen.

Het huis van dichter A. Roland Holst in Bergen aan de Noordzee: het Sint­Martens­Latem van Noord­Holland.  ©  Nederlands  Letterenfonds

Page 2: PLATTEGROND VAN EEN SCHRIJFVERBLIJF · 2018. 10. 1. · In de werkkamer boven hangen foto’s van de woonkamer vroeger. Op een ervan schenkt Holst Lucebert een borrel in. Op een andere

DE STANDAARDVRIJDAG 10 AUGUSTUS 2018  L9  

A. Roland Holst rust op de divan  in zijn huis  in Bergen  in 1949.  ©  Sem  Presser/MAI

In deze cel zal ik een maand werken. Ik sluit vriendschap met de duif die, aangeslagen door de toenemende hitte, van het dak naar een boom vliegt

ren geluiden die we eerder niet opmerkten. De volgende dag lees ik in het gastenboek het verslag van de schrijfster die de eerste nacht niet boven durfde te slapen vanwege de geruchten over de geest. Verder schrijft iemand dat ze de geest het huis heeft uitge­werkt. Onze slaap wordt nu enkel nog ver­stoord door het geluid van krekels. Het lijkt wel alsof we aan de Middellandse Zee zit­ten.

7. DorpSjoerd Kuyper publiceerde in 2004 een boek met brieven, De weg naar Bergen. Ze zijn onder meer gericht aan Ted van Lieshout en gaan over de periode dat de schrijver ver­huist naar Bergen. Iedereen lijkt hier te wil­len wonen, klinkt het.Bergen is het Sint­Martens­Latem van Noord­Holland. Het dorp heeft altijd kun­stenaars en schrijvers aangetrokken. In de praktijk is het een villadorp. Voor de mees­te schrijvers past zo’n prachthuis met rieten kap niet binnen het budget. Ik wandel da­gelijks door de stille straten van het dorp, gluur naar binnen, verzin levens voor de be­woners.Bij de school staat een vrouw van wie de ar­men onder de tatoeages zitten. Het WK voetbal is nog bezig en ik wil haar vragen of ze deel uitmaakt van het basiselftal. Ik hou me in. Het is een rare grap, een slechte 

grap. Ik heb te weinig mensen gesproken de voorbije dagen.In het bos ritselen de verdroogde bladeren onder mijn voeten, het lijkt wel herfst. De algen in de beek hebben de kleur van erw­tensoep. In de tweede helft van mijn ver­blijf ontdek ik de bioscoop in het bos. Ik ga kijken naar Double indemnity van Billy Wilder. Op de terugweg wijk ik uit voor een kikker. De maansverduistering is begonnen.

8. VertrekEind juli staat de teller op bijna 15.000 woorden. Het liefst wil ik nog langer blij­ven. Ik zal het Bergense licht missen, de mooie boekhandel, de stilte, de zeewind. De vreemde boeken ook die overal in het huis staan: Koken voor kritische katten, Green shades. An anthology of plants, gardens and gardeners. Aan het werk van Holst kwam ik nauwelijks toe. Ook Marcus Aurelius en Edith Wharton bleven ongele­zen. Het zij zo. Dag duif, ik hoop dat er gauw meer regen valt. En mocht je er toch nog zijn: dag geest, het ga je goed.

Het  Bert  Schierbeekfonds  (een  aan  het Nederlands  Letterenfonds  gelieerde  stichting)verhuurt  het  A.  Roland  Holsthuis  in  Bergen  alswerkplek  aan  dichters,  schrijvers  en  literair vertalers  tegen  een  gereduceerd  tarief: www.bertschierbeekfonds.nl

HaarlemIJmuiden

Den Helder

Alkmaar

Amsterdam

5 km

NOORD-HOLLAND

Purmerend

Bergen

Nederland