Pioneering Innovatie Magazine 2015 2015 st...projectmanagement ondersteunt. De uitkomsten van het...
Transcript of Pioneering Innovatie Magazine 2015 2015 st...projectmanagement ondersteunt. De uitkomsten van het...
Stichting Pioneering StPioneering
InnovatieMagazine 2015Pioneering
Pioneering: hét netwerk van koplopers voor vernieuwing in de bouwAGENDEREN | ONTMOETEN | MATCHEN | INNOVEREN
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
3
PIONEERING: INNOVATIE VOOR EN DOOR DEELNEMERS
Voorwoord
Innovatie is geen doel op zich maar een middel. Het versterkt de concurrentiekracht, wat voor een
bedrijf of een regio als Twente van groot belang is. De wereld om ons heen is aan het veranderden
en er zijn veel maatschappelijke opgaves waaraan gewerkt moet worden. De bouw speelt
hierbij een belangrijke rol. Het netwerk van Pioneering is daarom erg waardevol: koplopers, die
gezamenlijk aan de slag zijn met innovatie!
Op basis van uitvindingen ontstaan technologische innovaties die leiden tot productinnovaties,
en worden op hun beurt weer gevolgd door marktinnovaties. De reden van versnelling voor
innovatie in de bouw ligt steeds vaker in het feit dat cross-overs met andere industrieën worden
gezocht. Pioneering zoekt in haar projecten daarom ook steeds meer de samenwerking met de IT
sector, de maakindustrie, de energiesector en de creatieve industrie.
De bouwbranche is in transitie en door te focussen op productaanbod met garanties op prestaties,
ketensamenwerking met partners, industrialisatie en het leveren van toegevoegde waarde voor de
eindklant zal het business model van menig bedrijf veranderen. Dit vraagt een hoop energie, op
alle gebieden en van alle werknemers. Pioneering stimuleert en ondersteunt de sector hierbij door
te verbinden en kennis te delen.
In dit Innovatiemagazine willen we u, aan de hand van ervaringen van onze deelnemers, mee
nemen in de activiteiten van het jaar 2015. En uiteraard blikken hierbij velen ook naar de
toekomst. En dat is positief: Door innovatie krijgt de bouw meer glans! We danken iedereen die
een bijdrage heeft geleverd: in de projecten, in de kennisdeling en natuurlijk ook voor het tot
stand komen van dit prachtige magazine.
Pioneering is er door én voor haar deelnemers. Wij innoveren graag met onze koplopers verder,
en creëren hiermee een mooiere en betere leefomgeving!
Jan Bron
Voorzitter Pioneering
IndexVOORWOORD 3
INDEX 4 - 5
BINNENSTEDELIJKE ONDERGRONDSE INFRAPROJECTEN 6 - 7 Léon Olde Scholtenhuis, universitair docent @Universiteit Twente
DE BOUW WORDT ONDERDEEL VAN DE OPLOSSING 8Jan Willem van der Groep, entrepreneur, innovator en inspirator
ONTWIKKELEN DOE JE SAMEN 9Berri de Jonge, innovatiemanager @Plegt-Vos Bouwgroep
HET IS EEN UNIEK LEERTRAJECT, WANT WE WETEN NOG NIET WAAR WE OP UITKOMEN 10 - 11Willem Ossewaarde, manager vastgoed @Woningstichting Hellendoorn
INNOVATIE EN DUURZAAMHEID ZIJN ONLOSMAKELIJK VERBONDEN 12Linda van Asselt, coördinator Duurzaamheid @Regio Twente
MET SAMENWERKEN BEREIKEN WE MEER 13 Eelco Erenberg, Wethouder @ gemeente Enschede
VERDUURZAMEN MAATSCHAPPELIJK VASTGOED OP 14 - 15 BASIS VAN TOTAL COST OF OWNERSHIP Daniël Prins, projectleider Inrichting Vastgoed @gemeente Almelo
MINOR ONDERZOEK IDF VLOER 16 - 17Gerben Nijhuis en Brian Legro, studenten HBO Bouwkunde @Saxion
LANDSCHAPLODGE: HET RESULTAAT VAN EEN SUCCESVOLLE SAMENWERKING 18 - 19Willy Pigge, directeur @De Groot Vroomshoop
VERNIEUWD EN INNOVATIEF MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS ROC VAN TWENTE 20 - 21Eddy Gruppen, directeur MBO College voor Bouw, Infra & Interieur en Kirsten Anchelon, projectleider “Bouwen aan de Toekomst” @ROC van Twente
OVERZICHT RESULTATEN 22 - 23
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
5GEBRUIK VAN EEN GROENDAK LOST VEEL PROBLEMEN OP 24 - 25Arno Weppel, directeur @Ecopan
LEERERVARING ROND INNOVATIEPAD 26 - 27Koen Schagen, student Bouwtechnische Bedrijfskunde @Saxion
RESULTAATGERICHT SAMENWERKEN MET DOMIJN 28Eric Kouters, directeur @Exterio Vastgoedpartners Coöperatief U.A
RESULTAATGERICHT SAMENWERKEN MET EXTERIO 29 - 30Dennis Strikker, teamleider vastgoedbeheer @Domijn
LEERGANG RESULTAATGERICHT SAMENWERKEN IN ONDERHOUD 31Jeroen Hoffmans, projectleider @SW
MET HET 1-DAGSRENOVATIECONCEPT STREVEN NAAR FOOTPRINT VERMINDERING! 32 - 33Dick Vredegoor, projectcoördinator en Jasper Fransen, projectleider @Janssen de Jong
PIONEERING AGENDEERT, VERBINDT, FACILITEERT EN JAAGT INNOVATIE AAN! 34 - 35Rutger Vrielink, directeur @Pioneering
VERNIEUWDE AANPAK OOST-BOSWINKEL ZORGT VOOR TEVREDEN BEWONERS 36 - 37Nico-Tom Pen, @projectontwikkelaar bij De Woonplaats
BOUWWERELD VERDIENT EEN INNOVATIE REGISSEUR 38 - 39Marieke Mentink, adj. directeur klant en markt @DuraVermeer DE INNOVATIES VAN DE VIRTUELE BOUWPLAATS ASFALTWEGENBOUW 40 - 41Alexandr Vasenev, SMART technologies and a VR road construction site @Universiteit Twente
BEDRIJVENPLATFORM PIONEERING HELPT BIJ INNOVATIE IN RENOVATIE 42 - 43Berto Boeve, vestigingsleider @Loohuis Energie & Installatie Advies
WAT DE ANDEREN ZEGGEN 44 - 45
PIONEERS 46 - 47
BINNENSTEDELIJKE ONDERGRONDSE INFRAPROJECTEN
Léon Olde Scholtenhuis, universitair docent Universiteit Twente
“Ik heb 4D Bouwprocesvisualisaties
geïntegreerd met 3D ontwerpmodellen van
bestaande en nieuwe infrastructuur met (deel)
planningen van verschillende disciplines”,
vertelt Léon. “Door 3D-objecten te koppelen
aan een taak uit een planning, ontstaat
een virtuele omgeving waarin een gepland
nutsproject virtueel kan worden doorlopen.”
In de afgelopen vier jaar is er in opdracht van Pioneering onderzoek gedaan naar de stroomlijning
van binnenstedelijke rioleringsprojecten. In oktober 2015 heeft INN2GWW’er Léon Olde Scholtenhuis
zijn promotieonderzoek afgerond. In de periode van vier jaar is door Léon gekeken naar de tools en
technologieën die de afstemming en coördinatie van binnenstedelijke rioleringsprojecten ondersteunen.
Na het analyseren van projecten zoals Kuipersdijk, Twekkelerzoom en Mooienhof Enschede, heeft hij
een aantal technologieën in kaart gebracht (o.a. 3D GPS graafmachines, cyclorama) die zinvol zijn om
planning en uitvoering te ondersteunen. Eén van deze technologieën was de 4D-bouwprocesvisualisatie.
Om tot geschikte 4D modellen te komen,
heeft hij in 2015 gewerkt aan een aantal zaken
waaronder:
• Een methode waarmee
systeemontwikkelaars kunnen
inventariseren welke belangrijke
concepten en objecten de basis
moeten vormen voor een systeem dat
civieltechnische gebruikers ondersteunt.
• Een werkwijze waarmee 4D modellen
gebruikt kunnen worden ter coördinatie
van netbeheerders en aannemers
van binnenstedelijke riolering- en
nutsprojecten
• De werkwijze gedemonstreerd en
uitgelegd tijdens een 4D-trainingssessie
voor gemeenten
• Bij een aantal projecten – o.a. Anninksweg
(Hengelo), Sportlaan (Hof van Twente),
Toekomststraat & Koningsplein
(Enschede) - geëvalueerd of en hoe 4D
projectmanagement ondersteunt.
De uitkomsten van het onderzoek laten
zien dat 4D modellen tot een meer expliciet
en tijdig planningsproces leidt. Door
gebruik te maken van de tool, kunnen
ontwerpknelpunten en procesverstoringen
in een vroegtijdiger stadium worden
opgespoord en kan het effect van vertraging
en verstoring direct worden gevisualiseerd. In
het proefschrift dat op 22 oktober 2015 door
Léon verdedigd is, worden deze zaken in detail
toegelicht. Het proefschrift is op verzoek
verkrijgbaar en tevens te downloaden via
http://doc.utwente.nl/97461/
Tijdens de afronding van de studie naar 4D
bouwprocesvisualisatie zijn er in 2015 een
aantal zaken opgestart die in het komende jaar
relevant zijn. Als eerste presenteerde Léon zijn
onderzoeksresultaten tijdens een werkbezoek
aan de Universiteit van Birmingham en gaf
hij ook lezingen op diverse symposia en
congressen in binnen- en buitenland. De
presentaties vergrootten de zichtbaarheid
van het UT-Pioneering onderzoekswerk
naar binnenstedelijk (ondiep) ondergronds
bouwen wat op haar beurt tot een spin-off van
nieuwe onderzoeksprojecten en plaatsen voor
afstudeerders leidde.
Verder hebben in 2015 een aantal derdejaars
civiele techniek studenten middels een
BSc-opdracht hun bachelor-studie afgerond.
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
7
Thema’s van de opdrachten waren bijvoorbeeld
de inventarisatie van knelpunten bij het
plannen van multi-stakeholder nutsprojecten,
de ambitie en haalbaarheid om EMVI-
aanbestedingscriteria te gebruiken bij
infrastructuurprojecten met meerdere
opdrachtgevers en nevenaannemers en werd
er ingezoomd op graafschade, kaartgegevens
en de grondroerder van de toekomst.
“In het najaar van 2015 is er een start gemaakt
met een nieuwe onderwijsminor: “Smart
Ways to get Smart Cities Smarter.” In deze
minor werden derdejaars UT-studenten
geïntroduceerd in het domein van smart
cities. Tijdens het vak introduceerde men
het smart city concept en werd uitgelegd
wat de gevolgen zijn voor de grond-, weg-
en waterbouw. Naar aanleiding daarvan
hebben de studenten in samenwerking met
bedrijven een ontwerpopdracht uitgevoerd.
Hierin hebben ze bijvoorbeeld een verbeterde
raketboor ontworpen, bestudeerd hoe
bestaand 2D kaartmateriaal van de ondergrond
omgezet kan worden naar 3D en hoe we in
de toekomst kaartmateriaal beter kunnen
uitwisselen tussen overheden, netbeheerders
en aannemer”, verteld Léon.
Eind januari is Léon begonnen als Chef
werkplaats van de stuurgroep INN2GWW.
Hij zal daarin samen met Jan-Paul Boutkan
(voorzitter) en stuurgroepleden blijvend
aandacht besteden aan binnenstedelijke
ondergrondse infraprojecten. Kabels en
leidingen blijft hierin een centraal thema. Er
blijft namelijk nog genoeg te doen op gebied
van 3D ontwerpen, 4D visualiseren, kabels- en
leidingdetectie en ordening en beheer van de
ondergrond.
DE BOUW WORDT ONDERDEEL VAN DE OPLOSSING
Jan Willem van der Groep, entrepreneur, innovator en inspirator
We kunnen dus eigenlijk niks anders doen dan
radicaal besparen. “Uit experimenten die we
de afgelopen vijf jaar hebben uitgevoerd, werd
duidelijk dat er een gelijktijdige beweging
nodig is om dat voor elkaar te krijgen” zegt Jan
Willem van der Groep, programmaregisseur
van Energiesprong. Beweging aan de kant
van aanbieders, vragers en partijen die
gunstige condities creëren zoals wet- en
regelgeving van overheden. Dat gegeven
heeft de Energiesprong gekoppeld aan een
ambitieniveau waardoor alle betrokken
partijen gedwongen werden systeemgrenzen
te overschrijden: NulOpDeMeter met
gelijkblijvende woonlasten en een sluitende
businesscase voor de woningcorporatie.
De beweging heet nu Stroomversnelling en
wordt versterkt door regionale initiatieven.
Energiesprong is ooit begonnen met de missie om de condities te creëren waarmee grote stappen zijn te
zetten bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving. In 2008 was al duidelijk dat we het met kleine
besparingsstappen, zonnepanelen en windmolens niet zouden redden in Nederland. Neem bijvoorbeeld
eens in gedachten dat de energievraag van de gebouwde omgeving vraagt om zo’n 150 windmolens
per Nederlandse gemeente. Niet erg realistisch. Een alternatieve duurzame energiebron ontbreekt
tenminste voor de middellange termijn van 10 tot 15 jaar, de periode erna is ongewis. Eén ding weten
we zeker, de gebouwde omgeving is een langzaam transformerende massa. Met het behalen van een
energie neutrale doelstelling in 2050 moet je nu beginnen.
Een beweging waaraan ook Pioneering en
de Twentse corporaties hun steentje willen
bijdragen.
Beweging door nieuwe technologieën.
Dat een innovatieprogramma dat doet is op
zichzelf niet zo gek. Want NulOpDeMeter
draagt niet alleen bij aan de noodzakelijke
duurzaamheidsdoelstellingen. De beweging
heeft ook een ware innovatiegolf binnen
de bouwsector op gang gebracht. Bouwers
raken overtuigd dat bouwen veel slimmer
kan. Dat ze in staat zijn om samen met de
toeleverende industrie betere spullen te
maken voor lagere prijzen met een garantie
dat de beloofde prestaties gehaald worden.
De bouw staat sowieso voor een ongekende
transitie. Nieuwe technologieën maken het
mogelijk om een radicale beweging te maken
naar geïndustrialiseerde bouwprocessen.
Let wel, dat gaat aanmerkelijk verder dan
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
9
ONTWIKKELEN DOE JE SAMEN
Berri de Jonge, innovatiemanager Plegt-Vos Bouwgroep Oldenzaal
“Onze missie en de manier waarop wij
opereren sluit naadloos aan bij de doelen
van de Stroomversnelling. Plegt-Vos geeft al
jaren vorm aan woon,- werk- en leefplezier
door oplossingen te bieden die duurzaam zijn
omdat ze invulling geven aan zowel huidige
als toekomstige behoeftes”, verteld Berri de
Jonge, innovatiemanager bij Plegt-Vos. “In de
jaren ‘60-’70 bouwde Plegt-Vos veel woningen.
Deze zijn nu toe aan een upgrade. Vanuit
ons verantwoordelijkheidsgevoel waren
wij hier al over aan het nadenken. Toen de
Stroomversnelling begin 2014 startte, paste
het dus goed bij waar we al mee bezig waren
en we sloten dan ook direct aan.”
Alle seinen op groen
Om van Nul-op-de-Meter een succes
te maken, moeten veel van de huidige
belemmeringen worden weggenomen. Dit
is iets wat Plegt-Vos, of welke andere partij
ook, niet alleen kan doen. Daar hebben ze alle
relevante stakeholders voor nodig. Denk aan
corporaties, banken, overheid en aanbieders.
Dit is waar de kracht van initiatieven zoals
De Stroomversnelling en Pioneering ligt. Veel
Plegt-Vos is één van de partijen die al vanaf het eerste begin bij De Stroomversnelling betrokken is.
Inmiddels zijn we voortvarend aan de slag met onze propositie voor Nul-op-de-Meter renovaties.
Binnenkort starten we zelfs al met de eerste (particuliere) Nul-op-de-Meter renovatie. Dat is een mooie
eerste stap, maar voor verdere opschaling is meer samenwerking en lef nodig.
prefab bouwdelen produceren in overdekte
bouwplaatsen. “Het resultaat is niet alleen
betere en goedkopere spullen maar ook
nieuwe mogelijkheden om invulling te geven
aan de wensen en keuzes van de bewoner of
gebruiker van een gebouw!” zegt Jan Willem.
Pioneering heeft in haar regio de handschoen
opgepakt om deze ontwikkeling te versnellen.
Door het voeren van veel gesprekken is
hiermee draagvlak gecreëerd bij de Twentse
corporaties die nu meehelpen om de bouwers
deze slag te kunnen laten maken. Ze hebben
er immers alle belang bij dat de bouwsector
voor hun klanten waardevolle woonproducten
leveren. “Als dat oplossingen zijn die ook
nog eens bijdragen aan het reduceren van
het energiegebruik, dan kunnen we heel snel
grote stappen zetten. We zijn er nog niet.
Ook al hebben de corporaties een sluitende
businesscase, de renovatieoplossingen
kunnen nog zeker een factor twee goedkoper.
Als we die slag slaan, kunnen we ook met
gelijkblijvende woonlasten de particuliere
woningeigenaren bedienen”, aldus Jan Willem.
De energierekening kan worden ingeruild
voor een vernieuwde, comfortabele en
energiezuinige woning. De bouwer maakt in
dit model geen onderdeel meer uit van het
probleem maar is onderdeel van de oplossing
geworden. De bouwer wordt eindelijk
de maatschappelijk relevante speler die
woonplezier levert in plaats van gedoe.
van de huidige barrières worden geslecht
onder impulsen vanuit deze initiatieven. Het
invoeren van de EPV is hiervan een goed
voorbeeld. Steeds meer seinen komen op
groen te staan.
Het vliegwiel in gang zetten
Als de belangrijkste barrières weg zijn, dan
kan er echt werk gemaakt worden van de
opschaling. “Opschaling is belangrijk omdat
juist bij grotere aantallen het vliegwiel van
Nul-op-de-Meter gaat werken”, zegt Berri.
“Dan kan er geïnvesteerd worden in innovatie
en industrialisatie. De (kost)prijs kan hierdoor
verder omlaag en de oplossingen worden er
ook steeds beter door. Ze gaan steeds beter
aansluiten bij de behoeftes en wensen van de
klant, simpelweg omdat je samen al doende de
leercurve doorloopt.”
Samen doen
Om nu echt samen stappen te kunnen
maken, is het volgens Berri nodig om met
alle stakeholders zo snel mogelijk van de
praat-stand in de doe-stand te komen. “We
moeten concreet aan de slag. Daar is lef en
initiatief voor nodig. Op de particuliere markt
gaan we binnenkort aan de slag met de eerste
NOM-renovatie. Hier gaan we als Plegt-Vos
veel van leren. Dat is natuurlijk erg mooi voor
ons, maar stel je eens voor hoeveel we met
alle stakeholders samen zouden leren als we
500 corporatiewoningen in Twente naar nul-
op-de-meter brengen? Het zou een enorme
versnelling betekenen voor alle betrokkenen.
Daarom ondersteunen wij de ambitie vanuit
Pioneering en alle betrokken corporaties in de
regio om zo snel mogelijk aan de slag te gaan
met de eerste woningen.”
Op de vraag hoe lang het gaat duren voordat
er échte stappen worden gemaakt, antwoordt
Berri: “Hoe sneller we een goede en betaalbare
NOM oplossing hebben voor bewoners, hoe
beter. Want dat is waar we het uiteindelijk voor
doen: woonplezier leveren door het bieden
van een comfortabele, gezonde en betaalbare
woonomgeving.“
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
11
“HET IS EEN UNIEK LEERTRAJECT, WANT WE WETEN NOG NIET WAAR WE OP UITKOMEN”
Willem Ossewaarde, manager vastgoed Woningstichting Hellendoorn
Door het uitdagen van marktpartijen in de
regio, wil Pioneering samen met de corporaties
een grootschalige beweging naar nul-op-de-
meter (NoM) renovaties creëren. Hiervoor
zijn in het najaar van 2015 gesprekken gevoerd
met alle directeur-bestuurders van de Twentse
woningcorporaties. Deze hebben geresulteerd
in de toezegging dat gezamenlijk 500
bestaande woningen in worden gebracht om
te transformeren naar een NoM woningen.
Platform voor kennisontwikkeling en
innovatie
De corporaties zijn verenigd in WoON
Twente, een platform op het brede domein
van wonen. Binnen het netwerk van
zeventien deelnemers zijn vijftien corporaties
aangehaakt bij het project. Specifiek
voor NoM Twente heeft Pioneering een
kerngroep geformeerd die driewekelijks bij
elkaar komt. Willem Ossewaarde, manager
vastgoed van Woningstichting Hellendoorn
maakt deel uit van deze kerngroep waarin
vertegenwoordigers van corporaties zitting
hebben. “Op dit moment schrijven we een
programma om meer structuur te geven aan
het project NoM. We schrijven plannen voor
de komende vier jaren en plaatsen een stip op
de horizon: een energieneutrale leefomgeving
Maar liefst zestien corporaties in Twente hebben met Pioneering het initiatief omarmd om samen
te werken aan een grootschalig nul-op-de-meter project in de regio. De ervaring en expertise uit de
landelijke Stroomversnelling worden hierbij ingezet om samen met de corporaties sneller tot resultaten
te komen.
in het jaar 2030. Om dat laatste mogelijk te
maken, moet er door de markt nog een flinke
slag gemaakt worden. Dit vraagt een andere
kijk op het productieproces.”
Sluitende businesscase
Woningstichting Hellendoorn doet
vooruitlopend ook al zelf gericht
onderzoek naar NoM bij de renovatie van
seniorenwoningen. “Hiervoor hebben we
twee partijen uitgenodigd die bereid zijn
samen met ons te leren van een project dat
nog niet op waarde te schatten is”, vertelt
Willem enthousiast. “Ter Steege Vastgoed
Bouw uit Rijssen en Schutte Bouw uit Zwolle
hebben van ons de opdracht gekregen om
ieder twee energiescenario’s uit te werken
met als resultaat een sluitende businesscase
op financiële, energetische en technische
gronden. Als alles volgens plan verloopt,
krijgen straks twaalf seniorenwoningen het
label NoM.”
Vier energiescenario’s
Samenwerking is cruciaal in dit leertraject.
Willem: “De door ons gekozen bouwbedrijven
hebben al enige ervaring met NoM. Ze zijn
bereid samen een leertraject aan te gaan
en elkaar mee te laten kijken in de keuken.
Onderling zijn er afspraken gemaakt en is
er afstemming geweest om uiteindelijk te
komen tot vier energiescenario’s. Het is een
uniek leertraject, want we weten nog niet
waar we op uitkomen. Dat kan ook een niet
sluitende businesscase zijn. Gelukkig is op
19 januari de Kamer akkoord gegaan met de
energieprestatievergoeding (EPV). Anders
hadden we bij voorbaat kunnen concluderen
dat het project financieel onhaalbaar is.”
Gedrag onafhankelijke maatregelen
Om een NoM woning te krijgen, moet je aan
een flink aantal criteria voldoen. Willem: “Op
dit moment is er een keurmerk in de maak.
Daardoor wordt het gemakkelijker om te
controleren of een NoM woning voldoet aan
de eisen om in aanmerking te komen voor
de EPV.” Woningstichting Hellendoorn kiest
ervoor zoveel mogelijk gedrag onafhankelijke
maatregelen te nemen. “Het comfort van de
woning moet beter worden. Daarnaast zorg
je voor de nodige verfraaiing van de woning.
Je waardeert de gevels op en er komt een
andere dakoverstek. Je krijgt daarmee een
mooier huis. Tot slot moeten bewoners erop
vooruitgaan in de woonlasten, al is het maar
een tientje”, benadrukt Willem.
INNOVATIE EN DUURZAAMHEID ZIJN ONLOSMAKELIJK VERBONDEN
Linda van Asselt, coördinator Duurzaamheid Regio Twente
De onderwerpen komen allemaal op een
logische manier samen in het verduurzamen
van de bestaande bouw. “Wij hebben in het
najaar samen met stichting Pioneering een
geweldige conferentie georganiseerd. Het was
dan ook niet toevallig dat we samen voor de
titel “Twente: Energie in de Bestaande Bouw!”
hebben gekozen”, vertelt Linda. “Tijdens
deze conferentie hadden we allerlei thema’s
geselecteerd waarop we, met de bijbehorende
netwerken, gezamenlijk kennis wilden delen.”
Tijdens de conferentie werd een nieuw
initiatief vanuit de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) gepresenteerd: Duurzaam
Thuis Twente. Deze stichting is een
initiatief van de Twentse gemeenten om de
verduurzaming van particuliere woningen in
Twente te stimuleren. Linda:” De stichting
heeft als doel huiseigenaren in Twente te
helpen om een optimaal antwoord te vinden
op soms best lastige woonvragen. Deze
woonvragen hoeven niet alleen betrekking
te hebben op bepaalde duurzame aankopen,
maar kunnen ook te maken hebben met
wooncomfort, kostenbesparing of onderhoud.”
Om voor de woningeigenaren te komen
tot een oplossing van begin tot eind, werkt
Duurzaam Thuis Twente samen met diverse
partners waaronder de provincie Overijssel,
Uneto-VNI, Bouwend Nederland, Vereniging
Nederlandse Gemeenten en natuurlijk
stichting Pioneering.
Niet alleen de woningeigenaren moeten
in beweging komen, maar juist ook de
bedrijven. Voor het netwerk van Pioneering,
dat inmiddels bestaat uit meer dan 130,
veelal Twentse bedrijven in de bouwsector,
ligt er de opgave om met innovatieve
concepten te komen, zodat voor een steeds
meer marktconforme prijs, duurzame
maatregelen aan een woning kunnen worden
uitgevoerd. “Hoe beter de match wordt tussen
woningeigenaar en marktpartij, hoe meer
woningen er worden verduurzaamd en hoe
meer werk er is. Stichting Pioneering helpt
de Twentse gemeenten om de passende
Vanuit de 14 Twentse gemeenten, wordt er een groot belang gehecht aan innovatie én aan
duurzaamheid! Voor Linda van Asselt, coördinator Duurzaamheid van Regio Twente, is het zo, dat
beiden niet losgekoppeld kunnen worden, want wat is het voor een vernieuwing als je nog gebruik
maakt van bijvoorbeeld fossiele brandstoffen? Daarnaast is werkgelegenheid een grote opgave voor
Twente. Deze regio heeft een iets hoger gemiddeld werkloosheidscijfer dan het landelijk gemiddelde. We
hebben van oudsher een grote bouwsector en dus ook veel mensen die werkzaam zijn in deze sector, van
architect tot stratenmaker.
marktpartijen bij Duurzaam Thuis Twente aan
te laten sluiten. Daar zijn wij als Regio Twente
blij mee,” zegt Linda.
“Afsluitend wil ik benadrukken dat wij in Twente
elkaar nodig hebben om de gebouwde omgeving
mooier en zinvoller te maken! En dit helpt
niet alleen voor onze toekomst, de volgende
generatie etc, maar creëert ook meer ruimte voor
innovatie en zorgt uiteindelijke voor meer werk!
Als we dit goed doen samen, kunnen we hier een
uitblinker zijn voor heel Nederland! “
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
13
MET SAMENWERKEN BEREIKEN WE MEER
Eelco Eerenberg, wethouder gemeente Enschede
“Ik vind het inspirerend om te zien hoeveel
vernieuwing er mogelijk is en welke kansen
er liggen om zowel duurzamer te worden
als meer economische groei te bereiken. De
komende jaren ligt er een enorme opgave om
de gebouwde omgeving duurzamer te maken.
Door energiezuinige woningen te bouwen,
duurzaam te slopen en herwinbare materialen
te gebruiken en ook door bestaande gebouwen
slim te verduurzamen, ”zegt Eelco. “Dat
vraagt een open en samenwerkende stijl,
samen innoveren en ontwikkelen en de van
oudsher sterke bouwsector doorontwikkelen
tot de kopgroep op het gebied van duurzaam
Samenwerken in Twente doen we graag. De conferentie “Energie in de bestaande bouw” was hier
een mooi voorbeeld van. De veertien Twentse gemeenten en Pioneering organiseerden met steun
van Provincie Overijssel een prachtig evenement met als thema “Twente: Energie in de bestaande
bouw”. Ondernemers en vernieuwers, de kennisinstellingen, opdrachtgevers en gemeenten maakten
deel uit van een programma waarbij kennis werd gedeeld en een enthousiast publiek kon genieten
van het thema Duurzaamheid. Eelco Eerenberg, wethouder van gemeente Enschede was één van de
initiatiefnemers vanuit de samenwerkende gemeenten.
bouwen. Pioneering is in dit veld een niet
meer weg te denken partner. Door het
bundelen van de vraag van corporaties naar
Nul op de Meterwoningen zoals in het project
NoM Twente, door het organiseren van
werkplaatsen voor innovatie en samenwerking
en het verspreiden en delen van kennis.”
Pioneering City
Ook vanuit de rol als gemeente wil gemeente
Enschede die open innovatie en ontwikkeling
faciliteren. Door “pioneering city” te zijn,
een stad waar volop ruimte wordt gegeven
aan innovaties en vernieuwing. Eelco: “Als
ondernemers in Enschede iets willen testen,
dan is men van harte welkom. Daarom
besteden we in onze inkooptrajecten extra
aandacht aan de mogelijkheden om te
sturen op kansen voor lokale ondernemers,
op innovatie en duurzaamheid. We maken
samen met de corporaties van De Bothoven
een energieneutrale wijk door innovaties toe
te passen èn door met bewoners samen te
werken en met ingang van dit jaar hebben we
als gemeente onze leges vergroend. Inwoners
en bedrijven hoeven geen leges te betalen
als ze heel duurzaam bouwen. Met de andere
gemeenten in Twente en de Provincie werken
we samen bij het verduurzamen van de
woningvoorraad en in projecten als “Duurzaam
Thuis Twente”. Er is genoeg energie, kennis en
innovatiekracht in de regio. Laten we nu samen
nog meer duurzame resultaten realiseren.”
VERDUURZAMEN MAATSCHAPPELIJK VASTGOED OP BASIS VAN TOTAL COST OF OWNERSHIP
Daniël Prins, projectleider Inrichting Vastgoed bij gemeente Almelo
“Na uitnodiging in de krant hebben
wij een tweetal sessies georganiseerd
waarbij wij de dialoog aangegaan zijn met
geïnteresseerde, hoofdzakelijk regionale,
bedrijven uit de bouwkolom”, vertelt Daniël.
“Het vernieuwende bleek, volgens de
aanwezigen, te zitten in de wijze waarop de
opdrachtomschrijving tot stand is gekomen.
Deze is opgesteld met kennis vanuit de markt,
waardoor het geen traditionele uitvraag werd.
Dit heeft erin geresulteerd dat vier consortia
hebben ingeschreven op deze onderliggende
opdracht.”
Door het verduurzamen van bestaand
maatschappelijk vastgoed te combineren
In veel gemeenten wordt momenteel gerenoveerd. Niet alleen woningen, maar ook scholen,
sportlocaties en buurthuizen. Vanuit de ambitie van gemeente Almelo, om de vaste kern van het
maatschappelijk vastgoed te verduurzamen, zijn de vaste ketenpartners in de bouw benaderd om te
kijken of zij op basis van een bewezen oplossing deze ambitie konden invullen. Dit bleek echter niet
het geval te zijn. Dit heeft Daniël Prins, projectleider Inrichting Vastgoed bij gemeente Almelo, doen
besluiten om voor deze opgave een marktconsultatie te organiseren.
met het uitvoeren van onderhoud is er de
mogelijkheid om op een kostenbesparende
wijze het gewenste doel te bereiken. Daniël:
“Door een consortium één of meerdere panden
te laten beheren, stimuleert gemeente Almelo
de samenwerking tussen gebouwbeheerders,
onderhoudsbedrijven, installateurs en
aannemers. In eerste instantie doen wij dit met
een beperkt aantal panden, maar de ambitie
is om in de komende jaren deze werkwijze toe
te gaan passen op meerdere maatschappelijke
panden. Uitgangspunten zijn een structurele
verduurzaming, minimaal de klimaat- en
energiedoelstellingen van de Europese Unie,
en daarnaast minimaal twintig procent
besparing op de gebouwonderhoudskosten.
Het gaat dus om de Total Cost of Ownership,
waarbij rekening wordt gehouden met zowel
de investering als de exploitatiekosten.”
Pioneering stimuleert deze werkwijze en
begeleidt vanuit de werkplaats Duurzaamheid
dit proces. Als gevolg van deze aanpak wordt
er erg veel kennis gedeeld, welke gebruikt kan
worden in andere vergelijkbare trajecten, ook
in de andere Twentse gemeenten. De bruikbare
concepten die ontstaan, kunnen worden
toegepast op andere panden.
“In het najaar van 2015 zijn wij gestart met
de uitvraag en in de eerste helft van 2016
wordt door tenminste twee consortia met
de werkzaamheden gestart. Samen met
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
15
Daniël Prins, projectleider Inrichting Vastgoed bij gemeente Almelo
bouwkundige projectleiders van team
Vastgoed van gemeente Almelo wordt een plan
van aanpak op één van de ervaringspanden
uitgewerkt. Vervolgens worden deze conform
plan van aanpak uitgevoerd vanaf tweede helft
2016. Na realisatie van aanpassing en borging
van gebruik zijn de volgende groep panden aan
de beurt. Belangrijk is dus het beproeven van
de samen met de markt gedefinieerde aanpak”,
zegt Daniël.
In het hele traject is transparantie in
allerlei facetten erg belangrijk. Dit gold
in het voortraject, waarin de beoogde
opdrachtnemers de voorstellen ook richting de
collega bouwbedrijven moesten presenteren,
maar ook de transparantie tussen de
verschillende projecten en opdrachtnemer
en opdrachtgever is een vereiste. Vanuit
Pioneering is Gerard Salemink betrokken
in het kader van de verduurzaming van
maatschappelijk vastgoed en Glenn Stern
ondersteunt het gehele proces. Daarnaast
heeft Saxion student Anne te Luke een
afstudeeronderzoek over dit project gedaan.
MINOR ONDERZOEK IDF VLOER
Gerben Nijhuis en Brian Legro, studenten HBO Bouwkunde Saxion
Twee onderzoeken
Het eerste deel van dit onderzoek was gericht
op het feit, dat wanneer een vloer is afgewerkt
met een cementdekvloer, deze gesloopt moet
worden voordat er wijzigingen kunnen worden
aangebracht. Dit heeft als gevolg dat de
onderliggende systemen, zoals leidingen, in de
vloer beschadigen. Tevens zijn cementvloeren
verantwoordelijk voor de uitstoot van een
grote hoeveelheid CO2. Door een zandsoort of
zandsamenstelling toe te passen, ben je veel
flexibeler. Het zand kan gemakkelijk verplaatst
of verwijderd worden en het geeft geen schade
aan de geïntegreerde systemen.
Het tweede deel van dit onderzoek is gericht
op de haalbaarheid van het integreren van
twee verschillende vloertypen. Als deze
vloeren in hun originele uitvoering worden
gestapeld, is het vloerpakket relatief hoog.
Dit heeft als gevolg dat de totale kosten
van een gebouw ook hoger worden. Door
de twee vloeren te integreren, kan de
verdiepingshoogte worden gereduceerd en
daarmee de kosten verlaagd.
“Wij zijn het eerste deel van dit onderzoek
In opdracht van Stichting Pioneering, De Groot Vroomshoop en ClimaLevel Nederland is door
Saxionstudenten onderzoek uitgevoerd naar een IDF (industrieel, demontabel/duurzaam, flexibel) vloer.
Tijdens het onderzoek, uitgevoerd door Gerben Nijhuis en Brian Legro tijdens hun Minor Industrieel
Bouwen en Productontwerpen in het 3e jaar van de opleiding bouwkunde, is gekeken naar de
mogelijkheden om zand te gebruiken als vervangend materiaal voor een cementdekvloer. Daarnaast
is de combinatie met de integratiemogelijkheden van een ribbenvloer van De Groot Vroomshoop
en het VVVK systeem van ClimaLevel onderzocht. Voor de bouwwereld biedt deze combinatie een
vernieuwd vloersysteem, die in tegenstelling tot de traditionele vloer geheel demontabel is en zonder
cementdekvloer kan worden uitgevoerd.
gestart door in overleg zandsoorten uit te
zoeken,” vertelt Brian. “De zandsoorten
zijn geselecteerd op de verschillende
korrelgroottes en vorm van de zandsoort.
De volgende vier zandsoorten zijn gebruikt
tijdens het onderzoek: zilverzand, metselzand,
ophoogzand en brekerzand. We hebben een
geluidsproef gedaan, beschikbaar gesteld
door Saxion. Bij de geluidsproef wordt gebruik
gemaakt van 2 boxen met in de onderste
een speaker en in de bovenste een geluids
meter. Tussen de 2 boxen kan het materiaal
worden geplaatst dat getest moet worden.
Ophoogzand gaf het slechtste resultaat,
waarna we verder zijn gegaan met de andere
zandsoorten.”
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
17
Gerben Nijhuis en Brian Legro, studenten HBO Bouwkunde Saxion
Het tweede deel van de zandproeven is
gedaan met behulp van een testopstelling,
welke door ClimaLevel beschikbaar is gesteld.
Deze testopstelling bestaat uit een bak van
3 bij 2 meter waar een holle bodemplaat
in zit met vloerverwarmingsbuizen.
Onder deze holle bodemplaat kan lucht
stromen, welke opgewarmd wordt door de
vloerverwarmingsbuizen. De opgewarmde
lucht wordt via een rooster de ruimte
ingeblazen. De testopstelling is voorzien van 4
temperatuur meters, voor de in- en uitgaande
temperaturen van de lucht en het water.
Resultaten
Gerben: “Nadat alle gegevens bekend waren,
konden de energiestromen in beeld worden
gebracht. Hiermee werd inzichtelijk gemaakt
hoeveel energie het water afgaf via straling
aan de vloer en via convectie aan de lucht.
De resultaten gaven aan dat de energie
voornamelijk via de vloer wordt afgegeven.”
Tijdens de testen bleek dat het opwarmen
van het systeem lang duurt, waardoor het
op korte termijn niet mogelijk is om de
temperatuur te veranderen. Daarnaast is
duidelijk geworden dat zand als isolator werkt,
waardoor het slecht werkt als warmtedoorvoer
op korte termijn. Hieruit kan de conclusie
worden getrokken dat zand niet geschikt is
als vervanger van cementdekvloer wanneer er
vloerverwarming wordt toegepast.
Naast het onderzoek of zand geschikt is als
vervanger van de cementdekvloer, was er een
opdracht om het VVVK systeem te integreren
in de Ribbenvloer. Tussen de balken werden
modules geplaatst met het gehele VVVK
systeem. Deze modules werden gevuld met
zand. Dit reduceert theoretisch de totale
hoogte tot ongeveer 100 mm.
“Dit onderzoek heeft ons geleerd om op een
bepaalde manier te denken, zoals wij dit nog
niet eerder hadden gedaan. Dit geldt niet
alleen voor het onderwerpen en het testen van
het product, maar ook voor het samenwerken
met 3 verschillende partijen, die allemaal weer
verschillende meningen over bepaalde zaken
hebben. Dit was voor ons een eyeopener waar
we veel van geleerd hebben. Wij kunnen met
trots terug kijken op dit onderzoek,” zeggen
Gerben en Brian.
LANDSCHAPLODGE: HET RESULTAAT VAN EEN SUCCESVOLLE SAMENWERKING
Willy Pigge, directeur De Groot Vroomshoop
De doelstelling van Pioneering past naadloos
in onze visie. Dat is ook de reden dat
wij deelnemer zijn van dit platform voor
vernieuwing, zegt Willy. “Pioneering heeft als
doelstelling de bouwinnovatie te bevorderen
en samen met andere Pioneeringdeelnemers
kijken wij naar mogelijkheden voor product- en
procesverbetering.”
Maatschappelijk verantwoord
De Groot Vroomshoop vindt maatschappelijk
verantwoord ondernemen erg belangrijk.
Dat begint natuurlijk al met de grondstof:
er wordt bewust met hout gebouwd, een
De Groot Vroomshoop Groep is al jarenlang een deelnemer van Pioneering. Dit vitale onderdeel
van VolkerWessels bouwt bewust met hout. Duurzame en energiezuinige huisvestingsconcepten
op basis van houtskeletbouw en gelijmde houtconstructies en spanten voor o.a. zwembaden,
sporthallen, winkelcentra, maneges, kerken en bedrijfsgebouwen horen tot de producten. Daarnaast
zijn zij toeleverancier van prefab houten bergingen en prefab dak- en gevelelementen en partner
in energiezuinige woonprojecten. Willy Pigge, directeur bij De Groot Vroomshoop, wil continu een
vooraanstaand innovatief bedrijf zijn en een bijdrage leveren aan duurzame en energiezuinige
huisvestingsconcepten.
CO2-bufferende grondstof, afkomstig uit
duurzaam beheerde bossen (FSC en PEFC).
Verder worden alle producten onder optimale
omstandigheden geprefabriceerd met
minimaal afval dat goed gescheiden wordt,
met minimale faalkosten en op een veilige
en Arbo-verantwoorde wijze. Daarnaast
ontwikkelen de werkmaatschappijen
duurzame bouwconcepten. “ Toen Pioneering
deelnemers zocht om deze LandschapLodge
verder te willen ontwikkelen, waren wij ook
direct enthousiast. Het duurzame concept
paste binnen onze visie en wij zagen de
mogelijkheden en de potentie hiervan. Daarom
zijn wij samen met een aantal andere partijen
binnen Pioneering hiermee aan de slag gegaan.
Na een prijsvraag voor de architect zijn we
gestart met de uitwerking hiervan”, vertelt
Willy.
Ontwikkel- en bouwproces
De uitdaging bij de ontwikkeling van de
LandschapLodge was om een compact
gebouw te ontwikkelen waarin alle installaties
geïntegreerd zouden kunnen worden en
passend binnen het richtinggevende budget.
“Het was iedere keer weer een discussie
tussen de installateur (Loohuis), architect
(SchipperDouwesArchitectuur) en ons om
binnen de randvoorwaarden een mooi gebouw
te realiseren. Duurzaamheid en autarkie
(zonder aansluitingen op nutsvoorzieningen)
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
19
zijn daarbij altijd uitgangspunt geweest.”
Na de zomer 2015 is gestart met de
productie van de LandschapLodge. Binnen de
geconditioneerde omgeving van de fabriek
in Vroomshoop konden onderdelen op maat
gemaakt worden en in elkaar geplaats worden.
Tijdens de productie liepen ze tegen een aantal
details aan die voor volgende Lodges opgelost
en aangepast moeten worden.
“Voor de luiken die rondom de
LandschapLodge geplaatst worden en die
opklapbaar zijn, is eerst een proefmodel
gemaakt. Uit het proefmodel bleek dat de
verbindingen aangepast moesten worden
zodat de constructie stabieler zou worden.
Daarna werden de vlonders in productie
genomen en konden de kolommen geplaatst
worden”, aldus Willy.
Eind 2015 is de bouw van de eerste
LandschapLodge afgerond. Inmiddels staat
deze prachtige autarkische Lodge op een
prominente locatie voor de fabriek van De
Groot Vroomshoop. De grote uitdaging is nu
om de LandschapLodge goed in de markt te
zetten.
Duurzame bouwconcepten
We zijn trots op het resultaat. Het is gelukt
om een LandschapLodge te ontwikkelen en te
bouwen die compleet autarkisch en duurzaam
is. En door het slimme ontwerp en productie
kunnen de vier losse delen afzonderlijk
getransporteerd worden naar de gewenste
locatie. Na de prefab voorbereiding in de
fabriek van De Groot Vroomshoop, kan de
klant daardoor binnen enkele dagen over een
goed functionerende lodge beschikken.
Het komend jaar gaan wij verder met de
ontwikkeling van duurzame bouwconcepten.
Wij zien hierin een groeiende vraag van
klanten waarbij klanten binnen een vast
concept kunnen variëren met indeling.
VERNIEUWD EN INNOVATIEF MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS ROC VAN TWENTE
Eddy Gruppen, directeur MBO College voor Bouw, Infra & Interieur en Kirsten Anchelon, projectleider “Bouwen aan de Toekomst”, ROC van Twente
Stichting Pioneering is al vanaf een vroeg
stadium betrokken bij het project ‘Bouwen aan
de Toekomst’. ‘Stichting Pioneering verbindt’,
zegt Kirstin Anchelon. ‘En dat is wat wij willen
versterken: de verbinding tussen onderwijs
en het bedrijfsleven. Voor ons is Stichting
Pioneering een logische partner. We zijn dan
ook al jaren onderdeel van het netwerk van
Stichting Pioneering. Zo hebben we toegang tot
de laatste ontwikkelingen binnen de bouw- en
infrabranche, en kunnen we contacten leggen
in het bedrijfsleven. Maar ook omdat de vele
innovatietrajecten die worden opgestart, voor
ons interessant zijn. Verschillende medewerkers
‘ROC van Twente is voortdurend in overleg met organisaties die te maken hebben met beroepsonderwijs
in de gebouwde omgeving’, zegt Projectleider van Bouwen aan de Toekomst, Kirstin Anchelon.
‘Vooral vanuit het bedrijfsleven kregen we signalen dat de door ons opgeleide vakkrachten steeds
verder van de werkelijke praktijk af staan. Ze worden opgeleid met achterhaalde technieken en
gereedschappen. De moderne vakman heeft andere vaardigheden en up-to-date kennis nodig.’
van Stichting Pioneering werken mee in onze
werkgroepen om een vernieuwingsslag te
maken.’
Initiatiefnemer van het project is Eddy Gruppen,
directeur van het MBO College voor Bouw,
Infra & Interieur bij ROC van Twente. ‘Daarnaast
hebben we de laatste jaren, mede door de
financiële neergang, de bouwbranche zien
veranderen’, vertelt Eddy. ‘Een grote hoeveelheid
mensen is ontslagen. Veel van deze vakkrachten
gingen als ZZP’ er op dezelfde markt aan de slag
en beconcurreerden soms de oud werkgever.
Wij zagen als onderwijsinstelling een daling in
onze instroom: kleinere klassen, verschuiving
van vakgebieden. Kortom: leerlingen kiezen
voor een vakgebied waarin ze denken meer
toekomstperspectief te hebben. Daarnaast zien
we ook meer doorstroom: studenten kiezen
ervoor om door te leren. De niveau 2 student
vervolgt zijn studieloopbaan met een niveau 3
traject en zelfs een niveau 4 traject. De niveau
4 student kiest vaker voor een vervolg op hbo-
niveau.
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
21
Eddy Gruppen, directeur MBO College voor Bouw, Infra & Interieur en Kirsten Anchelon, projectleider “Bouwen aan de Toekomst”, ROC van Twente
Naast deze verandering, is er een innovatieslag
en technologische verandering gaande. Meer
automatisering, meer digitalisering en soms ook
robotisering binnen de bouw. Ontwikkelingen
waar we als onderwijsinstelling op in moeten
springen.
Nieuwe inhoud en examens samenstellen
is een tijdrovend proces. Tevens moeten de
examenproducten geaccrediteerd worden’,
vervolgt projectleider Kirstin Anchelon.
‘Doorgaans duurt het hele proces zo’n twee
jaar. Te lang, zodoende dat we een andere
werkwijze zijn gaan zoeken. We denken die
te hebben gevonden door te gaan werken
met keuzemodules. Zo kunnen we sneller
ontwikkelingen toepassen en maken we
onderwijs interessanter voor studenten. De
modules kunnen ook toegepast worden voor
huidige vakkrachten, waardoor kennis in het
bedrijfsleven op peil blijft.’
De nieuwe modules, die ontwikkeld zijn in
samenspraak met het bedrijfsleven, worden
ook toegepast in de praktijk, binnen de
zogenoemde experimenteerlabs’, noemt
Eddy Gruppen. ‘Binnen Bouwen aan de
Toekomst is budget voor het realiseren
van zo’n twintig experimenteerlabs. Deze
opleidingswerkplaatsen kunnen zowel bij ROC
van Twente als bij de deelnemende bedrijven
op locatie worden gerealiseerd. Studenten en
werknemers van bedrijven kunnen gebruik
maken van deze leeromgeving. Natuurlijk
stimuleren we zo veel mogelijk studenten om
aan de slag te gaan met deze modules bij de
bedrijven die zijn aangehaakt bij Bouwen aan de
Toekomst.’
Bouwen aan de Toekomst
Het project ‘Bouwen aan de Toekomst’ bestaat
uit vier programmalijnen. Binnen de eerste
programmalijn ontwikkelt ROC van Twente
binnen vier jaar circa twintig keuzemodules voor
opleidingen van niveau 2, 3 en 4.
Deze modules worden gekoppeld aan
experimenteerlabs, zowel bij ROC van
Twente als op locatie het bedrijfsleven. Het
toepassen van theorie in de praktijk staat hier
centraal. Studenten en eigen medewerkers van
participerende bedrijven krijgen hier scholing
in specialistisch technieken. Denk aan virtueel
spuiten, BIM, luchtdicht bouwen, LEAN en
andere technieken die sterk in ontwikkeling zijn.
De derde lijn is het ontwikkelen van een digitaal
portal, waar vraag en aanbod van kennis en
vaardigheden samenkomen. Werkgevers
kunnen opdrachten en vacatures voor studenten
plaatsen. Studenten kunnen het eigen
portfolio delen met werkgevers. Het aanbod
aan trainingen voor werkenden komt hier
beschikbaar.
Sociale innovatie is de vierde pijler in het project.
Bouwbedrijven zijn op zoek naar medewerkers
met andere competenties dan alleen technische.
Denk hierbij aan financiële zelfredzaamheid,
commerciële vaardigheden en ondernemerschap
in de bouwbranche. Voor werknemers
belangrijke punten als ze als ondernemer of als
zelfstandig ondernemer aan de slag willen.
De stuur- en werkgroepen worden bemand
door diverse deskundigen vanuit ons netwerk:
professionals vanuit het regionale bedrijfsleven,
samenwerkingspartners als Saxion Hogeschool,
Regio Twente en opleidingsbedrijven en
Stichting Pioneering.
Vertaling naar het onderwijs
Een kleine greep aan voorbeelden die vanuit
de praktijk in het onderwijs aan de orde
komen zijn: de toepassing van sensoren in de
wegenbouw, virtueel spuiten in de opleiding
industrieel lak verwerken, Revit, BIM voor de
middenkaderfunctionaris, praktijktrainingen
luchtdichtbouwen en waterdichte aansluitingen,
blowerdoor opstellingen, CNC toepassingen
voor de hout & meubel en restauratie
opleidingen en LEAN management.
RESULTATEN 2015Innovatietrajecten 20
Totaal aantal deelnemers kennissessies 1350
Unieke MKB-ers bij bijeenkomsten 442
Aantal nieuwe deelnemers 10
Publicaties 38
Kennisdeling, bijeenkomsten en evenementen 52
Stage- en afstudeerplaatsen 17
Opleidingstrajecten 2
Aantal nieuwe deelnemers
Kennisdeling, bijeenkomsten en
evenementen
totaal aantal deelnemers
Unieke MKB-ers bij bijeenkomsten
Publicaties
442
10
38
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
23
Stage- en afstudeerplaatsen
Opleidingstrajecten
Kennisdeling, bijeenkomsten en
evenementen
totaal aantal deelnemers
Innovatietrajecten
17
2
52
1350
38
20
Arno Weppel, directeur Ecopan
Geen extra constructies
“De afmetingen en gewicht van de Ecopan zijn
zo ontworpen dat het een dak met sneldek
betonpannen probleemloos kan vervangen.
Hiermee kunnen we bestaande pannendaken
met een helling tot 50 graden, vergroenen,”
verteld Arno. “Het mooie is dat een vierkante
meter Ecopan 47 kilo weegt per vierkante
meter: net zo veel als een vierkante meter
betonnen dakpan. Er hoeft dus geen extra
ondersteunende constructies voor worden
gemaakt.”
De markt voor groene daken en gevels groeit wereldwijd. Opdrachtgevers in de bouw en overheden zien
steeds meer de baten van groene daken en gevels. De Ecopan is een goed voorbeeld van een product
dat in deze ontwikkeling past. Arno Weppel ontwikkelde een groene dakpan die opgebouwd is uit een
substraatlaag met een sedumvegetatie. Elf huurwoningen van woningcorporatie Domijn in Enschede
hebben vanaf eind 2013 een groendak van zogeheten Ecopannen. Hiermee is onderzoek gedaan
naar de effecten die een groendak kunnen hebben op de isolatiewaarde. Daarnaast is er door een
onderzoeksgroep gekeken naar de verschillende aspecten van de Ecodakpan in relatie tot waterretentie.
Uit internationaal onderzoek blijkt dat
groendaken tijdens warme dagen de
hoeveelheid warmte dat via het dak het
gebouw binnentreedt verlaagd. Doordat
minder warmte het gebouw binnen komt, is er
ook minder energie nodig voor de koeling van
het gebouw. Naast de warmtewerende werking
in een warme periode, hebben groendaken ook
een geringe warmtevasthoudende werking
tijdens koude periodes. Bij metingen aan
groendaken in Madrid bleek de koelbehoefte
6% te dalen en de warmtebehoefte 0,1 %.
De internationale onderzoeken zijn altijd
uitgevoerd bij platte groendaken. Pioneering
heeft daarom vanaf februari 2014 een jaar
lang metingen uitgevoerd bij woningen
met hellende daken die voorzien zijn van de
Ecopan. De metingen zijn verricht bij zowel
een woning gedekt met Ecopan als bij een
woning met dezelfde oriëntatie en helling,
maar voorzien van de bestaande betonpan.
De einduitslag van dit onderzoek geeft een
constantere temperatuur verloop weer. De
gemeten pieken in de zomer en winter zijn
meer afgevlakt in de woning met Ecopan ten
opzichte van de referentiewoning.
Daarnaast bereikt de woning met Ecopan haar
maximale temperatuur ca 4 uur later dan de
referentiewoning. De buitentemperatuur is
dan echter al weer aan het dalen, waardoor
GEBRUIK VAN EEN GROENDAK LOST VEEL PROBLEMEN OP
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
25
de woning met Ecopan met de koelere
buitentemperatuur gekoeld kan worden.
Waterretentie
Naast het thermisch onderzoek heeft
Pioneering samen met Ecopan, STOWA,
Gemeente Enschede en Waterschap
Vechtstromen de mogelijkheden van
Ecopan verkent voor het leefbaar houden
van de binnenstad. In de binnenstad van
o.a. Enschede is er veel hoogteverschil
en daarnaast is het grootste deel van de
binnenstad voorzien van verharding als
bodemmateriaal. Hierdoor stroomt er bij regen
veel water naar de lage delen in de stad. Door
de snelheid en waterhoeveelheid schiet het
riool bij hevige regenneerslag tekort. Hierdoor
komt water op de straat te staan. Dit leidt tot
overlast en vaak ook tot schade.
De Ecopan zou een goede waterbuffer kunnen
zijn bij hevige regenneerslag. Het sedum op de
Ecopan neemt het water op en het teveel aan
water komt pas na enkele uren geleidelijk weer
vrij. De verwachting is dat de Ecopan daarmee
voor een belangrijke waterbuffer zou kunnen
zorgen.
In dit kader is er een onderzoekopdracht
voor het meten van waterretentie van
hellende groendak opgezet. Inmiddels zijn
de voorbereidingen voor het meten van
waterretentie in volle gang. “Uitgangspunt
voor het onderzoek is dat de meting plaats
vindt bij een woning gedekt met Ecopan
en een woning gedekt met de bestaande
betonpan”, zegt Arno. “Daarbij zijn de huizen
zo geselecteerd dat de daken in dezelfde
richting georiënteerd zijn. We laten de
neerslag via een, op het plattedak opgestelde
regenmeter annex weerstation, meten.”
De waterafvoer van het dak zal met een
afvoermeting in de regenpijp een jaar lang
worden bemeten. De uitkomsten van dit
onderzoek zullen eind 2016 op de website van
Pioneering beschikbaar gesteld worden.
LEERERVARING ROND INNOVATIEPAD
Koen Schage, student Bouwtechnische Bedrijfskunde Saxion
Koen Schage, student Bouwtechnische Bedrijfskunde aan Saxion Hogeschool Enschede, heeft de afgelopen maanden
onderzoek gedaan naar relevante typen opdrachtgeverschap voor de gemeente Enschede. Hij heeft daarbij gekeken hoe
deze beoordeeld kunnen worden per project om onderbouwd voor de best passende vorm van opdrachtgeverschap te
kunnen kiezen. Binnen dit onderzoek stond de casus Innovatiepad centraal als zijnde vernieuwend opdrachtgeverschap
bij de gemeente Enschede. “Dit afstudeeronderzoek heb ik als erg leerzaam ervaren. Ik ben in contact gekomen met
inspirerende mensen en bedrijven met verschillende achtergronden. Ik heb van zowel het onderzoeken als van de
omgeving waarin ik mij bevond veel geleerd. Voor mij was het fijn dat er een korte lijn was met de begeleiders en de
mogelijkheid hier continu mee te kunnen sparren over de inhoud, voortgang en feedback,” vertelt Koen enthousiast.
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
27
Koen Schage, student Bouwtechnische Bedrijfskunde Saxion
Door continu in gesprek te zijn met zowel de
begeleider van Saxion als de begeleiders vanuit
Pioneering en de gemeente Enschede heeft hij
een breed gedragen onderzoek kunnen doen.
Dit maakte wel dat hij soms in spagaat kwam.
Met name over wat de verschillende partijen
belangrijk vonden en wat er wel en niet in het
verslag moest komen. Dit heeft hij opgelost
door in gesprek te blijven en daar waar
mogelijk compromissen te vinden.
“Ik denk dat het werkveld zeker wat heeft aan
deze bevindingen om inzicht te geven in het
huidige (Innovatiepad) proces en handvaten
te geven aan het gebruiken van welk type
opdrachtgeverschap per project. Hierbij moet
wel gezegd worden dat het handvaten zijn
en geen absolute oplossing is. Ik wil graag
meegeven aan de beroepspraktijk om de
opgestelde vragen te doorlopen wanneer ze
een nieuw project starten om een afweging
te maken of het niet beter functioneel (en
misschien wel vernieuwend) aanbesteed kan
worden in plaats van traditioneel,” zegt Koen
als we vragen wat hij belangrijk vond in het
onderzoek. Wat hem ook opvalt is dat de markt
erg positief is over de huidige ontwikkelingen
in de vorm van een transparant proces vanuit
een overheid organisatie.
Er is een brede interesse naar het onderzoek
van Koen. Het onderzoek is uitgevoerd
voor zowel inkoop als projectmanagement,
met interesse vanuit innovatiebevordering
(Pioneering). De bedrijfskundige aspecten die
in dit onderzoek zijn uitgediept en vervolgens
aan elkaar gekoppeld en verbonden zijn,
zijn onder andere procesmanagement,
procesanalyse, bedrijfskundig onderzoek
opzetten, uitvoeren en analyseren, innoveren
van proces en organisatieveranderingen.
In het Innovatiepad proces staan
transparantie en samenwerken centraal.
“De grootste onderscheidende factor van
het Innovatiepad proces is in mijn ogen het
gezamenlijk ontwikkelproces”, zegt Koen.
De opdrachtgever heeft hier om een aantal
redenen voor gekozen:
• Opdrachtgever heeft zelf niet alle kennis
in huis om de opdracht optimaal in te
vullen
• Onbekend hoe de beste oplossing er uit
ziet
• Creativiteit en expertise van de markt
willen benutten.
• Veranderende rol van de overheid
(regierol)
• Bezig met zoektocht naar innovatieve
oplossingen
In het gezamenlijk ontwikkelproces werken
partijen samen om het eindresultaat tot een
hoger niveau te tillen.
Koen is in februari afgestudeerd en is op zoek
naar een uitdagende baan. Bij Pioneering
blijft hij actief met het opzetten van een
netwerkgroep LEAN, waarin projectmanagers
kennis en ervaring over LEAN uitwisselen.
RESULTAATGERICHT SAMENWERKEN MET DOMIJN
Eric Kouters, Directeur Exterio Vastgoedpartners Coöperatief U.A.
“Ja en nee”, antwoordt Eric Kouters die als
kwartiermaker betrokken was en inmiddels als
directeur a.i. leidinggeeft aan de coöperatie.
“Vanaf de eerste bijeenkomst was er de
bereidheid om open en transparant te zijn.
Steeds was er de behoefte om elkaar scherp
te houden, uit te dagen en te komen tot
onconventionele oplossingen.” De vernieuwing
Resultaatgericht samenwerken in Onderhoud deden de vijf onderhoudsbedrijven van Exterio
Vastgoedpartners al langer. Hemink Groep, Gebroeders Van der Geest, Lenferink, Van Heek en SW
werken al jaren voor Domijn vanuit de gedachte van resultaatgericht vastgoedonderhoud (RGVO):
kwaliteit in continuïteit. Domijn daagde hun uit om samen een beter resultaat neer te zetten dan elk
apart. Vijf regionale onderhoudsbedrijven die elkaar regelmatig in de markt tegenkomen, die voor
minder vooruitstrevende opdrachtgevers traditioneel met elkaar omgaan, die elkaar wel kennen, maar
ook niet heel goed. En dan moeten ze plotseling bij elkaar in de keuken kijken. Gaat dat vanzelf?
zit dus niet zo zeer in het resultaatgericht
samenwerken maar vooral in de samenwerking
van vijf bedrijven. Onderlinge verschillen
verschuiven naar de achtergrond en de nadruk
wordt gelegd op de overeenkomsten tussen de
bedrijven. “Als je bereid bent om de verschillen
even denkbeeldig aan de kant te zetten, dan
zijn er veel meer overeenkomsten dan dat ze
gewend zijn om te zien en ontstaat er vanzelf
respect en vertrouwen. Iedere partner komt in
zijn kracht en levert de capaciteit en expertise
om samen verder te komen”, aldus Eric.
“Van elkaar willen we leren en samen zijn we
slimmer, waren veelgehoorde opmerkingen.
Medewerkers vinden het dus ook leuker op
deze manier, want je wordt uitgedaagd om je
kennis en expertise optimaal in te zetten. En
het werk blijft ook de komende 25 jaar jouw
verantwoordelijkheid, dus je motivatie is
groter. De samenwerking en openheid tussen
de partners is ongelofelijk mooi om te zien,
zeker als je je beseft waar ze vandaan komen.
De ketensamenwerking levert ook op dat we
andere initiatieven nemen: een Living Lab
waarin we in de praktijk toetsen of innovaties
op het gebied van techniek of duurzaamheid
werken zoals ze in het laboratorium zijn
bedacht.”
De vijf leden van Exterio hebben allemaal aan
de wieg gestaan van de Pioneering Werkplaats
RGVO. De inspanningen binnen Pioneering
hebben geholpen om deze ontwikkeling door
te kunnen maken. Van het begin af aan was
er openheid en transparantie en de wil om
door samenwerking tussen opdrachtgevers
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
29
RESULTAATGERICHT SAMENWERKEN MET EXTERIO
Dennis Strikker, teamleider vastgoedbeheer Domijn
“Ik zat in een overleg met één van onze
vastgoedonderhoudspartners. We spraken
over hoe we het onderhoud nog efficiënter
konden maken. We waren op dat moment
al twee jaar bezig met resultaatgericht
vastgoedonderhoud (RGVO) en hadden vijf
partners die dit uitvoerden. We wisten dat we
goed bezig waren, maar we voelden dat het
slimmer kon, meer efficiëntie, uniformiteit en
eenvoud. We kregen immers van alle vijf de
partners hun plannen, adviezen, begrotingen
en alles wat nodig is om een goed RGVO-plan
te vormen”, zegt Dennis.
Alle plannen waren op onderdelen net iets
anders, alle partners gebruikte een andere lay-
out in hun communicatie. En een puntje was
dat de plannen heel uitvoerig waren opgesteld.
RGVO heeft in de afgelopen 15 jaar steeds
meer vorm gekregen. Opdrachtgevers zaten
vol op de inhoud, maar als corporatie wilden
wij meer eenvoud hebben in het proces en
een betere samenwerking tussen de partners.
“Het werd tijd voor meer eigen initiatief, meer
verantwoordelijkheid bij de partners en een
regisseurfunctie voor ons, de opdrachtgever”,
vertelt Dennis.
Dennis stelde voor om te kijken of een
samenwerking die al liep op binnenonderhoud
ook haalbaar was voor het vastgoedonderhoud
en tussen de bestaande partners. In een
brainstormsessie met alle partners en Domijn
bleek dat partijen onwennig bij elkaar zaten
en moeite hadden om geheel open te zijn
Domijn denkt bij vernieuwend opdrachtgeverschap al snel aan thema’s als vertrouwen, ontzorging,
ketensamenwerking en innovatie. En deze zaken kunnen tevens gebruikt worden om te komen tot
kostenbesparing. Dennis Strikker, teamleider vastgoedbeheer, licht toe waarom er bij woningcorporatie
Domijn vanaf 2014 stappen zijn gemaakt om het vastgoedonderhoud anders uit te laten voeren.
en -nemers tot vernieuwing te komen.
Exterio Vastgoedpartners is niet het enige
voorbeeld van een implementatie van het
resultaatgericht samenwerken. We zien
gelukkig steeds meer opdrachtgevers die de
voordelen ervan in zien en opdrachtnemers die
de wensen kunnen waarmaken.
Het vertrouwen van een woningcorporatie als
Domijn geeft ongekende mogelijkheden. Het
geeft ook grote verantwoordelijkheden, omdat
je je steeds bewust bent dat het iedere dag een
stapje beter, slimmer en aantrekkelijker moet.
De ruil van ontzorgen van Domijn en langdurig
resultaatgericht samenwerken voor Exterio
Vastgoedpartners levert alleen maar winnaars
op.
Ook Jeroen Hoffmans, projectleider van
SW heeft dit najaar de leergang met goed
gevolg afgerond. “Voordat ik mij opgaf voor
de leergang heb ik al diverse RGS cursussen
en trainingen gevolgd, maar wil mij hier ook
steeds in blijven doorontwikkelen. Ik ben per
1 januari 2015 bij SW in dienst gekomen en wij
zijn al langer lid van Pioneering. Zodoende
was ik op de hoogte van de leergang. Toen
er in “mijn regio” een leergang RGSiO zich
aandiende, was ik ook gelijk enthousiast
en heb me gelijk ingeschreven.” Eén van de
redenen was ook om met “regiogenoten” in
contact te komen en zo van gedachten te
wisselen op actuele thema’s in de Achterhoek.
Dit was voor hem heel belangrijk, want RGSiO
valt en staat met het hebben van vertrouwen
en de uitwisseling van kennis. SW is een grote
landelijke specialist in vastgoedverbetering
en dan in de breedste zin van het woord. Van
meet af aan zijn zij in het bezit van het VGO
keur en zeer ervaren met de RGS systematiek.
Het mooiste aspect vindt Jeroen de diversiteit
van de samenwerking. Sommige werken
voeren ze uit met co-makers en andere werken
geheel zelfstandig.
naar elkaar. Ze waren immers gewend
om concurrent te zijn. Met de afspraak
om elkaar in dezelfde samenstelling drie
weken later opnieuw te treffen, gingen ze
uit elkaar.
Dennis: “Als ik eerlijk ben, had ik mijn
bedenkingen of het ging lukken. Ook
gezien het eerste overleg. Nou, mijn
bedenkingen waren helemaal fout! De
partijen hadden zich in die drie weken
versterkt met Eric, nu ook directeur van
Exterio. Onder zijn leiding hadden ze al
hele grote stappen gemaakt. Dit ging zo
een aantal maanden door waarbij wij als
opdrachtgever kritisch mochten zijn op de
genomen stappen”.
In april van 2015 werd een overeenkomst
getekend: Exterio Vastgoedpartners
Coöperatief UA was een feit. Het
enige wat Domijn doet, is meekijken
in de adviezen en steekproefsgewijs
controleren of de RGVO-complexen
voldoen aan het gevraagde resultaat. “Wij
hebben daarin één aanspreekpunt, één
factuurstroom, één verantwoordelijke,
dus veel eenvoud!
En Exterio heeft een werkgarantie en
de vrijheid om zelf te adviseren en
uit te voeren. Daardoor hebben wij
weer meer tijd en geld om te kunnen
investeren in ons bezit, dus voor onze
huurders. Hier doen we het immers
voor! Hierdoor hebben we een win-win
situatie gecreëerd, continuïteit versus
kostenreductie en kwaliteit”, zegt Dennis.
De ervaringen die Domijn opdeed met
Exterio Vastgoedpartners zijn tijdens
een kennissessie van Pioneering in
april 2015 gedeeld met het netwerk.
Dennis: “Hiermee hopen we dat ook
andere opdrachtgevers enthousiast
zijn geworden voor deze vorm van
samenwerking en hiermee het
vernieuwend opdrachtgeverschap wordt
aangemoedigd!”
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
31
LEERGANG RESULTAATGERICHT SAMENWERKEN IN ONDERHOUD
Jeroen Hoffmans, projectleider van SW
In het najaar van 2015 is de eerste leergang Resultaatgericht Samenwerken in Onderhoud van start
gegaan in Doetinchem. De leergang RGSiO is een update van de inmiddels succesvolle Leergang RGVO
waaraan de afgelopen vier edities vele bedrijven hebben deelgenomen en enthousiast zijn over de kennis
die deze praktische leergang oplevert.
Vanuit de markt is er toch al langer een
duidelijk roep om eigenaren van objecten
te ontzorgen. En hoe prettig is het voor een
eigenaar om budget zekerheid te hebben,
er zijn bij een goed uitgewerkt plan geen
verrassingen.
Voor de uitvoerende partijen is het ook prettig,
want je weet gewoon heel duidelijk waar je
aan toe bent en je hebt continuïteit voor het
werk. Tevens kunnen alle betrokkenen hun
kennis en ervaringen vergroten en daarvoor
de voorspellingen van de levensduur steeds
beter inschatten en zodoende daar effectief op
inspelen voor nu en in de toekomst.
Jeroen vindt het altijd weer heel interessant
om met nieuwe partners samen te werken
en te zien hoe zij dingen aanpakken. “Heel
opvallend vond ik dat wij als techneuten ook
gelijk oplossingsgericht willen kijken, maar
dat is in de eerste opname helemaal niet de
bedoeling. Je moet eerst alleen naar de staat
van het werk kijken en later naar mogelijke
oplossingen. Tevens heeft ieder op zijn of haar
eigen vakgebied de gewoonte om daar dan
ook specifiek naar te kijken. En dan is het de
kunst om goed met elkaar te overleggen en
te kijken wat met elkaar te maken heeft en
wat eventueel de oorzaak van een betreffend
probleem is. Daarbij was de begeleiding van
de cursusleider Glenn Stern met zijn ruime
ervaring echt top”, zegt Jeroen.
De rode draad voor de case was het
samenwerken, ieder vanuit zijn eigen
specialisme. Wat daarbij opmerkelijk goed
ging, was dat iedere partner openstond voor
argumenten en goed naar elkaar luisterde. De
deelnemers waren allemaal leergierig en zeer
behulpzaam.
Pioneering is een bekende voor SW, in de
regio Twente zijn ze actief in de werkplaats
Duurzaamheid. De samenwerking is bij SW als
erg prettig ervaren en daarom stond ook het
bedrijf gelijk achter de keuze van Jeroen om de
leergang te gaan volgen.
Kennis vergroten door kennisdeling, ervaring
opdoen door ervaring te delen. Dit helpt
Jeroen om makkelijker te schakelen bij de
diversiteit van projecten die zij uitvoeren.
Door de leergang is hij goed in staat het best
passende scenario op te stellen. En dat komt
buiten SW ook de opdrachtgever ten goede!
We stelden de vraag wat er nog meer aan
verdieping aangeboden zou kunnen worden.
“Dat vindt ik momenteel een lastige vraag.
Om de eenvoudige reden, dat ik niet weet wat
de toekomst gaat brengen. Momenteel zijn wij
weer met een aantal RGSiO werken bezig in
voorbereiding en daarbij ga ik mijn opgedane
ervaring toepassen en vergroten. Een heel
belangrijk punt is en blijft kennis- en ervaring
delen, zeker gezien het feit dat er een gebrek
aan technische kennis in de bouw voor de
toekomst zal ontstaan.
Daar moeten wij zeker gezamenlijk aan
werken. Denk hierbij ook eens aan RGSiO
scholing in het onderwijs, want daar moet een
goede basis gelegd worden.”
Het is fantastisch om te horen dat men de
toegevoegde waarde van deze leergang zo
hoog wordt gewaardeerd. Ook in de komende
jaren zal Pioneering de trends blijven volgen
om op deze wijze een steentje bij te dragen
aan Resultaatgericht Samenwerken in
Onderhoud.
MET HET 1-DAGSRENOVATIECONCEPT STREVEN NAAR FOOTPRINT VERMINDERING!
Renoveren in 1 dag
Dick Vredegoor is projectcoördinator bij
Janssen de Jong Hengelo en betrokken
bij het concept. ‘In één dag renoveren
is mooi meegenomen, maar wat vooral
onderscheidend en vernieuwend is, is onze
aanpak. De manier waarop de woning wordt
verwarmd en geventileerd. Dit zit namelijk
in de systeemopbouw van de wand ofwel de
schil. Veel con-collega’s plaatsen de wand
Hoe kan een bouwer helpen onze footprint te verminderen? De CO2-uitstoot verlagen? Hoe gaan we
voor groen, groener, groenst?! Vragen waarmee Janssen de Jong zich als innovatieve bouwonderneming
bezig houdt en oplossingen voor bedenkt! Deze delen ze vervolgens weer graag in de sessies van
Pioneering, waarvan ze sinds 2014 deel uit maken. Vanuit deze passie voor innovatie en verduurzaming
is ook het concept ‘Renoveren in 1 dag’ ontstaan. Een bestaande, verouderde systeemwoning wordt in 1
dag omgetoverd naar een energieneutrale en/of nul op de meter woning.
tegen de bestaande muren. Wij daarentegen
vervangen de bestaande wanden door het
plaatsen van een geheel nieuwe schil, waarin
de installatie is geïntegreerd. Daarbij nemen
we ook het dak en de vloer mee. Dit brengt als
voordeel met zich mee, dat we het (mogelijk
aanwezige) asbest kunnen verwijderen uit de
woning. Door het toepassen van de nieuwe
schil en de PV-panelen wordt er minder gas
en elektra verbruikt. Daarnaast verlengen we
de levensduur van de woningen met 40 jaar.
Een mooi duurzaam concept dus om onze
footprint te verminderen. En er een bijdrage
mee kunnen leveren om de schade te beperken
die we op de wereld achter laten.’
Ketensamenwerking
‘Wat ook sterk is in dit concept is de
ketensamenwerking. Dit komt vooral tijdens
de renovatiedag tot uiting. Diverse partijen
werken met een strakke lean planning en ze
weten precies wat ze elke 10 minuten moeten
doen. De partijen zijn allemaal ondersteunend
aan elkaar. Het is een gezamenlijk feestje,’
zegt Dick. Deze aspecten zien we steeds
belangrijker worden in de bouwbranche. De
Pioneering werkplaats Innovatieve processen
deelt dan ook actief kennis op deze thema’s.
Dick Vredegoor, projectcoördinator en Jasper Fransen, projectleider bij Janssen de Jong
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
33
Corporatie en bewoners
De corporaties staan voor de uitdaging om
voor 2020 hun woningen te verduurzamen en
te upgraden naar een minimaal B-energielabel.
Met Pioneering stimuleren we dit nog
verder en richten ons op Nul op de meter.
Het renovatieconcept van Janssen de Jong
is hierin één van de passende oplossingen.
Het mooie hierbij is dat er voor de bewoners
geen vervangende woning geregeld hoeft
te worden; zij kunnen gewoon in de woning
blijven. Daarnaast is het voor de bewoners ook
een leuke bijkomstigheid, dat de woning een
geheel nieuwe en modernere uitstraling kan
krijgen. Tel daar een lagere energierekening
plus een verhoogd wooncomfort bij op en de
cirkel is rond.
Kennis delen en verkrijgen
Jasper Fransen is als projectleider betrokken bij
de werkplaats Innovatieve processen en maakt
deel uit van de werkgroep BIM: ‘Pioneering
is een mooie samenwerkingsclub. Bedrijven
uit diverse branches komen hier samen om
te sparren, issues te bespreken en er samen
sterker uit te komen.
De kennissessies die plaatsvinden over BIM
zijn interessant. Het uitwisselen van kennis
op dit thema levert inzicht op en maakt het
mogelijk om nieuwe werkwijzen te toetsen.
Het kunnen klankborden bij elkaar wanneer
je met bepaalde vragen zit, is zeker een
toegevoegde waarde van Pioneering. Door je
zelf open te stellen voor kennisdeling, ontvang
je ook kennis terug. De werkgroep BIM is hier
een mooi voorbeeld van.’
Dick Vredegoor, projectcoördinator en Jasper Fransen, projectleider bij Janssen de Jong
PIONEERING AGENDEERT, VERBINDT, FACILITEERT EN JAAGT INNOVATIE AAN!
Rutger Vrielink, directeur Pioneering
Gedurende 2015 heeft het bestuur van
Pioneering, onder leiding van de directeur,
de koers voor innovatie en co-creatie in de
bouwbranche verder uitgezet. “Pioneering
blijft onafhankelijk en centraal staat het
inspireren van deelnemers, het agenderen van
innovatiethema’s, het creëren van condities
voor innovatie alsmede het realiseren van
concrete innovaties met deelnemers. Business
Development, cross overs met andere sectoren
en het opschalen van innovaties zijn hierbij
belangrijke ingrediënten,” aldus Rutger
Vrielink.
Pioneering zoekt, nog meer als voorheen,
nadrukkelijk aansluiting bij maatschappelijke
opgaven en regionale speerpunten van
Provincie Overijssel, regio’s, gemeenten,
waterschappen en woningcorporaties.
Innovatie uitdagen in uitvragen en
2015 was een wervelende tijd voor Pioneering met focus op de doorontwikkeling van de organisatie
en het innovatieprogramma. Rutger Vrielink, directeur van Pioneering, heeft na zijn aantreden in het
najaar van 2014 een nieuwe lijn ingezet, waarin aandacht voor het creëren van inspiratie en innovatie,
met én voor de deelnemers van Pioneering, een belangrijke plek inneemt. Een goed jaar waarin de basis
is gelegd voor een succesvolle toekomst!
daadwerkelijk innovatieve projecten uitvoeren
is prioriteit nummer één. Een sterk en
innovatief Oost Nederland!
“Naast initiëring vanuit opdrachtgevers,
kunnen deelnemers ook zelf
innovatievraagstukken of -projecten
aandragen,” vertelt Rutger. “We werken ook
het komende jaar weer nauw samen met
‘launching customers’ en richten met hun
‘field labs’ in. Hieraan wordt een tijdelijk
expertisecentrum gekoppeld ter ontwikkeling
en deling van kennis, dat niet op zijn minst
als showcase (etalagefunctie) fungeert om
de markt in beweging te krijgen. Daarom zijn
we continu actief in gesprek en op zoek naar
opdrachtgevers die bereid zijn projecten in te
brengen en werken we samen met Kennispark
Twente, maar ook kennisinstellingen en
-punten in en buiten Overijssel om cross-overs
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
35
Rutger Vrielink, directeur Pioneering
met andere innovatiecentra, regio’s en sectoren
te leggen.” Onder ieder project wordt met en
door de deelnemers een innovatietraject met
een sluitende business case opgesteld.
Het goede behouden in een nieuw jasje
“Naast alle doorgevoerde veranderingen
hebben we wel gewaakt om de succesfactoren
niet los te laten. Pioneering blijft daarom met
haar deelnemers werken in werkplaatsen.
Binnen twee van de vier werkplaatsen is
inmiddels een nieuwe chef werkplaats actief.
Binnen de werkplaatsen blijft de focus liggen
op inspireren, ontmoeten, het matchen van
ideeën en organisaties alsook kennisdelen. Dit
gebeurt altijd door én met de verschillende
deelnemers uit de bouwbranche, overheid en
kennisinstellingen. Hier wordt de basis gelegd
voor nieuwe innovatieprojecten en vloeit de
opgedane kennis uit projecten terug.“
Er blijkt branche breed nog steeds veel behoefte
aan de functie, de diensten en de expertise
van een onafhankelijk innovatieplatform als
Pioneering te zijn. Het aantal deelnemers groeit
momenteel hard, de bijeenkomsten zijn het
afgelopen jaar door meer dan 1200 bezoekers
bezocht, er zijn innovaties opgeleverd in
zowel product als proces en zijn er nieuwe
innovatieprogramma’s opgestart. “Tijdens
inspiratiesessies in 2015 zijn thema’s als
‘sensoren in het wegdek en verdienmodel’,
‘kabels & leidingen’, ‘grootschalig huurwoningen
verduurzamen naar Nul op de Meter’, ‘De
Twentse OEM’, ‘High Tech & Bouw’, ‘circulair
bouwen’, ‘De bouw innovatie etalage’ en
‘BIM, SE, Lean... Pioneering doet het wel’
gedefinieerd. Hier gaan we de komende jaren
volop mee aan de slag. En daarnaast lopen er
natuurlijk ook een aantal projecten door in het
komende jaar”.
Successen samen verder brengen
“Kortom: mooie resultaten zijn geboekt en
hiermee breed commitment gezaaid. Pioneering
blijft ook in de komende periode, samen met
haar deelnemers, werken aan het oplossen van
dominante maatschappelijke vraagstukken. De
uitdagingen zijn groot! We pakken samen de
handschoen op om met innovatie de gebouwde
omgeving mooier, beter en duurzamer te
maken,” sluit Rutger af. “Pioneering gaat op
volle kracht vooruit, met onze deelnemers en
partners, in en om de regio! En iedereen die aan
onze opgave een actieve bijdrage wil leveren,
nodigen wij van harte uit om aan te sluiten!“
VERNIEUWDE AANPAK OOST-BOSWINKEL ZORGT VOOR TEVREDEN BEWONERS
Nico-Tom Pen, projectontwikkelaar bij De Woonplaats
Bijzonder project
“Eigenlijk was dit project op meerdere
fronten bijzonder,” vertelt Nico-Tom.
“Op sociaal front hebben we samen met
terugkerende en toekomstige bewoners
en partners een ontwerpcharette gedaan.
In die bijeenkomst konden zij meepraten
over het stedenbouwkundig plan. Na deze
ontwerpcharette konden bewoners zelf kiezen
op welke plek in de wijk ze wilden bouwen
en kon er voorkeur worden gegeven aan een
woonconcept die werd aangeboden door de
verschillende aannemers.”
Ook op energetisch vlak was dit project
bijzonder. De Woonplaats heeft een
uitvraag gedaan met hoge ambities. Voor
de grondgebonden woningen heeft dit er in
geresulteerd dat veel woningen nul-op-de-
meter zijn.
Het afgelopen jaar heeft woningcorporatie De Woonplaats samen met Pioneering gewerkt aan de
ontwikkeling van de nieuwe wijk Oost-Boswinkel. De huidige 329 woningen van De Woonplaats in Oost-
Boswinkel maken plaats voor 207 nieuw te bouwen woningen. Nico-Tom Pen, projectontwikkelaar bij De
Woonplaats, vertelde ons waarom zij ervoor hebben gekozen om samen met (toekomstige) bewoners en
partners in de wijk te ontwerpen.
En tot slot was de wijze van aanbesteden
vernieuwend. “We hebben van te voren
het budget meegegeven waarbinnen de
aannemers het product moesten aanbieden.
Het was hier de wens om het eisenpakket
functioneel te omschrijven en niet te
uitgebreid te laten zijn. Achteraf gezien kan
gesteld worden dat dit deels is gelukt maar
dat hier nog veel werk aan de winkel is naar de
toekomst toe.”
Vernieuwende aanpak
Door het proces anders in te richten is
er een plan ontstaan dat door iedereen
wordt gedragen en dat binnen acceptabele
randvoorwaarden is voor bewoners,
opdrachtgevers en opdrachtnemers. Zo is
het bestemmingsplan zonder zienswijzen
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
37
Nico-Tom Pen, projectontwikkelaar bij De Woonplaats
vastgesteld.
“Ik denk dat dat komt doordat we alle
stakeholders betrokken hebben bij de
planvorming en het ontwerp van het
stedenbouwkundig plan. Vanuit De
Woonplaats hebben we weinig weerstand
ervaren, ondanks het feit dat ieder zijn
eigen belangen heeft en het voor sommigen
een ingrijpende verandering is. Bewoners,
opdrachtgever en opdrachtnemers, ze voelen
zich allemaal gehoord. Iedereen heeft in
kunnen brengen wat voor hem/haar belangrijk
is,” zegt Nico-Tom.
Een ander resultaat is dat de aannemende
marktpartijen die een huurwoning bouwden
verplicht zijn om, voor eigen risico, ook een
kavel af te nemen waar een koopwoning op
kan worden gebouwd. Oost-Boswinkel blijkt
inmiddels een populaire wijk onder kopers
zoekende op de Enschedese woningmarkt.
De aangeboden koopwoningen zijn inmiddels
allemaal verkocht, dan wel onder optie.
Onder begeleiding van de werkplaats
Innovatieve processen heeft een student
Vastgoed en Makelaardij van Saxion de rollen
van de verschillende betrokken partijen in een
klassieke aanbesteding vergeleken met de
aanbesteding zoals bij Oost-Boswinkel heeft
plaatsgevonden. De resultaten en leerpunten
uit het afstudeeronderzoek kunnen door De
Woonplaats gebruikt worden in volgende
trajecten. Deze resultaten zijn tijdens een
kennissessie ook gedeeld met de markt.
DE BOUWWERELD VERDIENT EEN INNOVATIE REGISSEUR
Marieke Mentink, adj. directeur klant en markt, DuraVermeer
In het fijner en beter maken van ons leven
speelt ook de bouwwereld een belangrijke
rol. De gebouwde omgeving is immers
van grote invloed op het functioneren
van de maatschappij. Enerzijds door de
werkgelegenheid die het met zich mee brengt.
En anderzijds doordat de gebouwde omgeving
in belangrijke mate bepaalt hoe fijn we kunnen
leven, wonen, werken en recreëren.
“In Twente neemt Pioneering de taak op zich
om dit bewustzijn aan te jagen. Door het
creëren van ‘markt’ en door in te zetten op
innovatie in product, proces, technologie
Er is weinig dat mensen zo inspireert als vooruitgang. De drang naar vooruitgang is al aanwezig vanaf
het moment dat we geboren zijn. Voortdurend zijn we op zoek naar manieren, middelen en oplossingen
(innovaties) die ons helpen om de wereld waarin we leven nog beter en fijner te maken.
stimuleren zij vernieuwend ondernemerschap
in de bouw”, vertelt Marieke Mentink, adjunct
directeur klant en markt bij Dura Vermeer
Hengelo. “Het mooiste hierbij vind ik dat zowel
bij Dura Vermeer als bij Pioneering innovatie
niet als doel wordt verheven, maar als een
middel om maatschappelijke vraagstukken
vorm te geven.”
Dat dit niet alleen bij mooie woorden blijft,
maar ook in de praktijk wordt vormgegeven,
hebben we als Pioneering bewezen met de
innovatiesessie die we in mei 2015 hebben
georganiseerd. Tijdens deze innovatie sessie
zijn opdrachtgevers, opdrachtnemers en
beleidsbepalers samen gebracht om na te
denken over de innovatieagenda voor 2016.
“Wat ik erg goed vond is dat we pro-actief
zijn gaan kijken waar innovatiekansen liggen
om de maatschappelijke relevantie van de
Twentse bouwbranche te vergroten”, zegt
Marieke. Ondanks dat dit klinkt als een erg
voor de hand liggende aanpak vraagt het
van alle deelnemers toch om een flink stuk
omdenken. Het loslaten van bestaande
veronderstellingen”.
Marieke is ook van mening dat we al sinds
jaar en dag worden opgevoed in een systeem
waar we reageren op ontstane gebeurtenissen.
Het verbeteren van bestaande systemen
gaat ons makkelijker af dan het bedenken
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
39
van totaal nieuwe systemen. Meer dan we
misschien zelf door hebben, worden we ons
hele leven getraind (en beloond) om kennis te
ontwikkelen binnen bestaande structuren.
“Het ontwerpen van nieuwe systemen vraagt
wat mij betreft om een duidelijke innovatie
regisseur. Een rol die met name in de
bouwbranche nog te beperkt wordt opgepakt.
Iets wat eigenlijk best bijzonder is, omdat
bouwers constant bezig zijn met het samen
brengen van deeloplossingen tot een integraal
eindproduct. Het probleem zit volgens mij in
het los durven laten van het systeem waarin
we gewend zijn te werken (te regisseren). Los
van vele verbeteringen en efficiencyslagen
bouwen we nog steeds op dezelfde principes
als jaren geleden.”
De grote vraag is dan ook hoe we dit
regisseurschap moeten vormgeven? Hoe we
er voor kunnen zorgen dat we alle slimme,
innovatieve deelproducten zo samen brengen
dat ze van toegevoegde waarde zijn voor
onze maatschappij? Zonder dat we hierbij
te snel terugvallen op veronderstellingen en
oplossingen die meer bepaald zijn door onze
eigen organisatie dan door de behoefte vanuit
de markt. Allemaal vragen waar ook bij Dura
Vermeer veel over nagedacht wordt.
De rol van innovatieregisseur vraagt volgens
Marieke om drie belangrijke focuspunten:
1. Kennis van de (latente) klant behoefte en
op basis hiervan het formuleren van het
gewenste systeem
2. Het samenbrengen van (deel)prestaties
3. Weten welke producten er ‘te koop’ zijn
en het uitdagen van fabrikanten
Kennis van de (latente) klantbehoefte vormt
het vertrekpunt voor echte systeeminnovatie.
Op basis van deze latente behoefte kan een
systeemschets worden gemaakt. Wanneer
dit eenmaal staat kan er aan de slag worden
gegaan met punt twee en drie.
“In een oplossingsgerichte sector zoals de
bouw verwacht ik dat stap twee en drie dichter
bij de natuur van de bouwbranche ligt en
hiermee natuurlijker te creëren is”, vervolgt
Marieke. “Met name oplossingen op het gebied
van integraal samenwerken en digitalisering
(BIM & Supply Chain Management) zullen
ons hier de komende jaren flink bij gaan
ondersteunen. Om relevant te blijven voor
je klanten vormen deze ontwikkelingen een
randvoorwaarde voor de organisatie van de
toekomst.”
Tijdens de innovatie sessie hebben alle
deelnemers met elkaar stil gestaan bij het
formuleren van de innovatie agenda voor
2016. De focus lag hierbij met name op
het inzichtelijk maken van de behoefte en
het vastleggen van randvoorwaarden voor
systemen die hier invulling aangeven. Hiermee
is een mooie basis gelegd om niet reactief
maar proactief aan de slag te gaan met het
doorvoeren van systeeminnovaties in de
Twentse bouwbranche!
DE INNOVATIES VAN DE VIRTUELE BOUWPLAATS ASFALTWEGENBOUW
Alexandr Vasenev, SMART technologies and a VR road construction site
“Tijdens het onderzoek, dat aan de Universiteit
Twente is uitgevoerd, hebben we gekeken
naar manieren waarop de walsinformatie
op een goede en tijdige manier aan de
machinist en bouwplaatsmedewerkers kunnen
overbrengen. Specifiek gezien hebben we
in dit project gekeken naar hoe informatie
over walstrajecten en externe factoren
verzameld moest worden, verwerkt kon
worden en weergegeven kon worden op een
overzichtelijke manier”, vertelt Alexandr.
De kennis en vaardigheden van de
walsmachinist alsook zijn samenwerking
met andere bouwplaatsmedewerkers
zijn essentieel voor het laten slagen van
asfalteringswerkzaamheden. Bouwspecialisten
zouden daarom: (1) goed geïnformeerd moeten
zijn over de initiële temperatuursverdeling
van de asfaltlaag (een contextfactor) en (2)
de mogelijkheid moeten hebben om hun
Geasfalteerde wegen zijn onmisbaar voor de huidige moderne samenleving. Het vervangen en
onderhouden van wegen is een aanzienlijke taak gezien de schaal en omvang ervan. Het is bekend
dat asfalt beter kan worden aangelegd als walsmachinisten contextfactoren van het walsproces mee
kunnen nemen tijdens hun werkzaamheden. Dit houdt onder andere in dat ze goed geïnformeerd
moeten zijn over gedrag van bijv. materiaal tijdens het walsproces, maar ook moeten weten hoe
ze eventueel bij moeten sturen zodra het proces niet verloopt zoals gewenst. Op vrijdag 27 maart
verdedigde Alexandr Vasenev zijn proefschrift over het project “virtuele bouwplaats asfaltwegenbouw”
dat hij in opdracht van Pioneering uit heeft gevoerd.
kennis te vergroten door te reflecteren op
een uitgevoerd walsproces en (3) na moeten
kunnen denken over alternatieve scenario’s
voor een walsproces.
Om aan deze uitdagingen te kunnen werken
heeft het onderzoek gebruik gemaakt van
gegevens die op de bouwplaats worden
verzameld middels sensoren. Deze sensordata
zijn verwerkt en gevisualiseerd. “We hebben
hiervoor methodes ontwikkeld waarmee
temperatuur- en GPS-data verkregen, verwerkt
en gerepresenteerd kunnen worden. We
werken hiermee samen met de aannemers
uit het ASPHARi-netwerk (“Asfalt Sector
Professionalisering, Research & Innovatie”).
Zij hebben ons geïnformeerd over belangrijke
specifieke informatie van het walsproces.
Verder is er gebruik gemaakt van kennis uit
het veld van Bouwinformatica en hiermee zijn
oplossingen ontwikkeld.”
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
41
Alexandr Vasenev, SMART technologies and a VR road construction site
Binnen ons onderzoeksproject zijn er
aanbevelingen opgesteld over:
(1) welke informatie nodig is om het
asfaltwalsproces te visualiseren/traceren
dat wordt uitgevoerd door verschillende
machines en bouwplaatspersoneel;
(2) hoe bouwspecialisten geïnformeerd
kunnen worden over de initiële
temperatuurverdeling van de aangelegde
asfaltlaag;
(3) hoe vastgelegde trajecten van
bouwmaterieel kunnen worden verfijnd, en
(4) hoe na voltooiing van een project het
afgelegde traject van bouwmaterieel en
asfalttemperatuurverdeling gepresenteerd
kan worden.
Er zijn verschillende technieken en middelen
gebruikt om de data te verzamelen die nodig
zijn om het walsproces goed in kaart te
brengen. Zo zijn bijvoorbeeld positionerings-
en temperatuursensoren nodig. Op de
bouwplaats zijn daarom verschillende
communicatiekanalen en dataprocessing-units
opgezet. Op deze manier kon data worden
verzameld, verwerkt en aan personeel worden
weergegeven.
“Naast het near-real time (bijna real time)
verzamelen en visualiseren van data, hebben
we verschillende visualisatie-omgevingen
ontwikkeld waarin gedocumenteerde
walsprocessen konden worden bekeken.
Tevens kon hier ‘gespeeld’ worden met het
ontwikkelen van alternatieve scenario’s
voor het walsproces. Het doel van deze
visualisatieomgeving was dat experts zelf hun
werkpraktijk konden bespreken en een best-
practice konden ontwikkelen. Onze omgeving
was dus niet alleen om een walsproces te
beoordelen, te reviewen of te stimuleren.
Het combineert deze twee namelijk om zo
bewegingen van materieel op de bouwplaats
te kunnen bestuderen in hun daadwerkelijke
context. We hebben daarom op een iteratieve
wijze het PvE ontwikkeld. Testen geven
aan dat werkelijke en gedemonstreerde
trajecten vergelijkbaar zijn. Daarom lijken
echte walspraktijken goed te relateren aan
alternatieven. Gegeven deze resultaten zien
we grote mogeljkheden om deze omgeving
te gebruiken voor onderwijs en training van
professionele walsmachinisten.”
Tijdens het onderzoek zijn verschillende
wetenschappelijke artikelen gepubliceerd.
Resultaten zijn ook gepresenteerd tijdens
congressen en symposia. Het proefschrift
waarin het wetenschappelijke werk van
Alexandr is opgenomen is gratis verkrijgbaar
via de Pioneering website, de bibliotheek van
Universiteit Twente of via http://doc.utwente.
nl/95330/
BEDRIJVENPLATFORM PIONEERING HELPT BIJ INNOVATIE IN RENOVATIE
Berto Boeve, vestigingsleider Loohuis Energie & Installatie Advies
“Wij willen onze woning graag energiezuinig
maken, welke mogelijkheden zijn hiervoor?
Deze vraag krijgen wij steeds vaker te horen.
Wij merken dat duurzaam en energieneutraal
renoveren steeds meer aandacht krijgen.
De komende jaren zal een grote groep
particuliere woningeigenaren hun woning
gaan verduurzamen,”zegt Berto. “Door
deel te nemen in het Bedrijvenplatform
Energieneutraal Renoveren kijken we samen
met andere bedrijven, die aantoonbare
ervaring hebben op het gebied van
duurzame renovatie, naar oplossingen voor
deze groeiende markt. Voor mijzelf zit de
meerwaarde van het platform vooral in
kennisdeling en spontane samenwerking die
ontstaat wanneer verschillende bedrijven
met hetzelfde vraagstuk bezig zijn. Daarnaast
biedt Pioneering op deze wijze een verbinding
tussen de aanbodzijde (bedrijven) en de
vraagzijde (particulieren).”
Loohuis Energie & Installatie Advies is onderdeel van de Loohuis Installatiegroep en houdt zich o.a. bezig
met duurzaam renoveren. Vooral inzicht in de beweegredenen van de particuliere woningeigenaren
heeft Berto Boeve, vestigingsleider bij Loohuis Energie & Installatie Advies, doen besluiten deel te nemen
aan het Bedrijvenplatform Energieneutraal Renoveren.
Tijdens de verschillende bijeenkomsten blijkt
telkens weer dat het goed luisteren naar de
vraag van de klant cruciaal is. Daarom heeft
Pioneering twee excursies georganiseerd
waarin we op ‘huisbezoek’ zijn gegaan bij
particuliere woningbezitters.
Voor Loohuis, als technisch dienstverlener,
is het uitermate leerzaam om deze feedback
rechtstreeks vanaf de particulier te ontvangen.
Hierdoor zijn ze in staat om ook in de
toekomst technische oplossingen duidelijk en
helder aan te bieden zodat deze aansluiten bij
de vraag uit de markt.
De praktijk
Coraline Vester, deelneemster proeftuin
Energie Neutraal Renoveren, heeft haar
woning in 2015 energieneutraal gerenoveerd.
“De voorbereiding van zo’n project is erg
belangrijk. Ik begon met een torenhoog
ambitie niveau. Dat werd echter zo duur dat
we er een nieuw huis voor konden bouwen,
bovendien dreigde alle leuke 50-er jaren
details verloren te gaan. Papier is geduldig, en
ik ben gaan overwegen wat echt belangrijk, en
verstandig was.”
Coraline heeft er voor gekozen de
karakteristieke onderdelen zoals de dakdetails,
het voorgevelraam en de textuur van de
baksteen gevel te handhaven waardoor
de woning de charmante uitstraling heeft
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
43
behouden. Het doel was om het comfort te
verhogen en energierekening te verlagen.
“Vooral de verwarming van de keukenopbouw
is opmerkelijk. Deze uitbouw is op passief-huis
niveau gebracht met een Rc van 8. Hierdoor
is de warmteafgifte van de koelkast de enige
‘verwarming’ in het vertrek”, vertelt Berto.
Bovendien is de woning voorzien van ‘passieve
koeling’, door middel van thermische trek zal
er ’s nachts een koele luchtstroom vanuit de
keuken naar het dakraam plaatsvinden. Deze
luchtstroom koelt de woning.
‘Wij zijn blij met het resultaat. Het huis is nu,
februari 2016, een stuk comfortabeler en sinds
de start van de verbouwing is een gasreductie
van 50% gerealiseerd. Daarnaast leveren de PV
panelen de helft van het reguliere verbruik. Dit
alles met behoud van de 50-jaren look,” zegt
Coraline enthousiast. “Wilt u ook van uw huis
een comfortabel huis maken? Ik help u graag
met de voorbereiding!” Meer informatie over
verduurzamen kan de particulier vinden op
haar website, www.coralinevester.nl.
Berto: “Daarnaast zou het goed zijn om
bijvoorbeeld ook een Bedrijvenplatform
Verduurzamen Maatschappelijk Vastgoed of
Duurzame Herontwikkeling Vastgoed op te
zetten. Dit zijn onderwerpen waar diverse
marktpartijen op dit moment mee bezig zijn.
Het oprichten van een platform geeft de
mogelijkheid om kennis te delen en partijen te
verbinden, de basis van Pioneering!”
Tweets
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
45
Pioneers
A D V O C A T E N - N O T A R I S S E N
KLEISSENEN PARTNERS
Pion
eerin
g In
ovat
iem
agaz
ine
- pag
ina
47
OOK DEELNEMER WORDEN? Heeft u ook interesse om samen te werken met deze deelnemers in projecten, workshops of andere bijeenkomsten? Kijk voor meer informatie op www.pioneering.nl/deelname
Roosdom Tijhuis Sallandse Wegenbouw
PMS
CMYK
ZWART/WIT
100 % ZWARTPMS 3005
100 % ZWART100/37/0/0
100% ZWART
GRIJSWAARDEN 100% ZWART
ONZE SAMENWERKINGSPARTNERS ZIJN:
COLOFONPioneering Inovatiemagazine 2015
Eindredactie: Carmen Oude Wesselink
Opmaak en druk: Verhaag drukkerij
Pioneering wordt mede mogelijk gemaakt door
WIJ DANKEN ALLE PIONEERS VOOR HUN BIJDRAGE AAN HET INNOVATIE
JAARMAGAZINE
2015!