Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van...

44
PIJN HOORT ERBIJ, TOCH?! IMPLEMENTATIEPLAN DOOR NIKKI VAN DER MEER EN LISA KROON 5 JUNI 2014

Transcript of Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van...

Page 1: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

PIJN HOORT ERBIJ, TOCH?! IMPLEMENTATIEPLAN

DOOR NIKKI VAN DER MEER EN LISA KROON

5 JUNI 2014

Page 2: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

2

COLOFON

Opdrachtnemers Nikki van der Meer 500631386

Lisa Kroon 500603425 Groep: LV13-4AGZ2

Opdrachtgever Ingeborg Goes

Hoofdverpleegkundige H5-Zuid; Gynaecologie [email protected]

Instelling

Academisch Medisch Centrum (AMC) Meibergdreef 9

1105 AZ Amsterdam

Projectbegeleidster Alice Scheffer

[email protected]

1e examinator Paul Doedens

[email protected]

2e examinator Sanne Nissink

[email protected]

Periode Februari 2014 – Juni 2014 Inleverdatum: 5 juni 2014

Divers

Naam studieonderdeel: Project Zorgverbetering, implementatieplan Studiedeelnummer/studiegidsnummer: VPKPZBv_13

Aantal woorden: 5947

Page 3: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

3

VOORWOORD

Beste Lezer,

Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

gynaecologie (H5-Zuid) in het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam. Beiden zijn wij

vierdejaars studenten Verpleegkunde van de Hogeschool van Amsterdam.

In dit implementatieplan wordt het, al gemaakte, verbeterplan als leidraad gebruikt. Het project heeft als

onderwerp het postoperatieve pijnbeleid bij ouderen.

Dit implementatieplan is geschreven voor de verpleegkundigen van de afdeling H5-Zuid. Het is echter

een onderwerp dat een multidisciplinaire benadering nodig heeft, dus voor artsen en

pijnverpleegkundigen zal het ook bruikbaar zijn. Het implementatieplan omvat een brede doelgroep,

hierdoor is het voor andere chirurgische afdelingen ook geschikt.

Onze dank gaat uit naar de opdrachtgever die ons altijd hulp geboden heeft waar nodig en voorzien heeft

in praktische zaken. Hiernaast willen we onze projectbegeleidster bedanken die ons gesteund heeft in het

proces naar dit eindproduct toe. En natuurlijk alle verpleegkundigen en artsen die de tijd hebben

genomen om hun ervaringen en meningen met ons te delen.

We wensen u veel leesplezier.

Amsterdam, 5 juni 2014.

Page 4: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

4

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding ............................................................................................................................................... 6

1.1 Project ........................................................................................................................................... 6

1.2 Doelstelling implementatieplan ....................................................................................................... 6

1.3 Stappenplan .................................................................................................................................. 6

2. Voorstel van verandering; verbeterplan ................................................................................................ 8

2.1 Verbeterplan .................................................................................................................................. 8

2.2 Aanbevelingen ............................................................................................................................... 9

2.3 Argumentatie ............................................................................................................................... 11

3. Analyse van de huidige situatie .......................................................................................................... 12

3.1 Huidige werkwijze ........................................................................................................................ 12

3.2 Structuur en doelgroepen ............................................................................................................. 12

3.3 Afdelingscultuur ........................................................................................................................... 13

3.4 Veranderingspotentieel ................................................................................................................ 13

4. Implementatie: theorieën en strategieën............................................................................................. 17

4.1 Theorieën en strategieën voor implementatie ............................................................................... 17

4.2 Implementatie .............................................................................................................................. 20

4.2.1 De betrokken partijen ................................................................................................................ 20

4.2.2 De randvoorwaarden ................................................................................................................. 21

4.2.3 Draagvlak ................................................................................................................................. 22

4.2.4 Beïnvloedende factoren voor de implementatie ......................................................................... 23

5. Uitvoering van de implementatie ........................................................................................................ 24

5.1 Fasen van implementatie ............................................................................................................. 24

5.2 Al uitgevoerde activiteiten door de projectgroep ........................................................................... 25

5.3 Activiteitenschema ....................................................................................................................... 26

Page 5: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

5

6. Integratie ........................................................................................................................................... 30

7. Evaluatie ........................................................................................................................................... 32

7.1 Korte termijndoelen ...................................................................................................................... 32

7.2 Lange termijndoelen .................................................................................................................... 32

7.3 Indicator/norm .............................................................................................................................. 33

8. Conclusie .......................................................................................................................................... 34

9. Literatuurlijst ...................................................................................................................................... 35

10. Bijlage ............................................................................................................................................. 36

Page 6: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

6

1. INLEIDING

In deze inleiding zal de projectgroep eerst ingaan op het project als geheel. Vervolgens worden de

doelstellingen van dit implementatieplan beschreven. Als laatste wordt het stappenplan van Grol en

Wensing toegelicht. Dit implementatieplan is aan de hand van dit stappenplan geschreven.

1.1 PROJECT

De projectgroep heeft op de afdeling H5-Zuid gynaecologie de afstudeeropdracht (project) verkregen. Het

doel van het project is om te achterhalen welke belemmerende factoren er zijn bij het postoperatieve

pijnbeleid bij ouderen en welke interventies het pijnbeleid kunnen optimaliseren.

In het verbeterplan is dit onderzocht in zowel praktijkonderzoek als literatuuronderzoek. Aan de hand van

deze informatie zijn de aanbevelingen opgesteld. In het implementatieplan wordt beschreven en

onderbouwd, vanuit de literatuur, hoe de aanbevelingen het best kunnen worden geïmplementeerd op de

afdeling.

1.2 DOELSTELLING IMPLEMENTATIEPLAN

Het doel van dit implementatieplan is het realiseren van een zorgverbetering ten aanzien van het

postoperatieve pijnbeleid bij ouderen. Dit implementatieplan zal de afdeling helpen om de aanbevelingen,

vanuit het verbeterplan, te implementeren op de afdeling. In dit plan staan duidelijke en concrete acties

die gedaan dienen te worden om dit te realiseren. Het implementatieplan is geschreven voor alle

verpleegkundigen van de afdeling H5-Zuid.

1.3 STAPPENPLAN

Om de implementatie op een succesvolle manier te laten verlopen, is het van belang een goede

voorbereiding, planning en systematische aanpak te hebben. Aan de hand van het zevenstappenplan van

Grol en Wensing is het implementatieplan geschreven zie Tabel 1(1).

Stap Stappenplan

Stap 1 Voorstel voor verandering

Stap 2 Beschrijving feitelijke zorg

Stap 3 Probleemanalyse, doelgroep en setting

Page 7: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

7

Stap 4 Ontwikkeling en selectie van strategieën

Stap 5 Ontwikkeling en uitvoering van implementatieplan

Stap 6 Integratie in routines

Stap 7 Evaluatie en bijstelling van implementatieplan

Tabel 1: Stappenplan volgens Grol en Wensing (1)

Stap 1 is uitgevoerd door middel van het verbeterplan. De rest van de stappen worden in dit

implementatieplan verder uitgewerkt. Op deze manier zal de projectgroep ervoor zorgen dat de afdeling

een helder en valide stuk krijgt waarmee zij een zorgverbetering kan toepassen op de afdeling.

Page 8: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

8

2. VOORSTEL VAN VERANDERING; VERBETERPLAN STAP 1

Stap 1 van het zevenstappenplan van Grol en Wensing is het voorstel van verandering. Het voorstel van

verandering is door de projectgroep al uitgewerkt in het verbeterplan. In dit hoofdstuk wordt er een

samenvatting gegeven van het verbeterplan en de aanbevelingen.

2.1 VERBETERPLAN

Om de achtergrond van de aanbevelingen te begrijpen, staat hieronder een korte samenvatting van het

verbeterplan.

De aanleiding tot dit onderzoek is dat het postoperatieve pijnbeleid bij de oudere patiënten niet als

optimaal ervaren wordt door verpleegkundigen van de afdeling gynaecologie.

De vraagstelling die geformuleerd is naar aanleiding van dit probleem is:

Welke belemmerende factoren zijn aanwezig bij het postoperatieve pijnbeleid bij ouderen vanaf 65 jaar

op de afdeling gynaecologie in het AMC en welke verpleegkundige interventies kunnen dit optimaliseren?

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn deelvragen opgesteld. Om deze te kunnen

beantwoorden is er zowel praktijkonderzoek als literatuuronderzoek gedaan. Het praktijkonderzoek is

gedaan aan de hand van interviews en stellingen om zo de mening van de verpleegkundigen en de

pijnverpleegkundige, geriatrieverpleegkundige en de arts te achterhalen.

De belemmerende factoren vanuit het praktijk- en literatuuronderzoek:

Literatuur:

Ouderen zien pijn als onderdeel van het ouder worden (2).

Ouderen hebben meer kans op een delier bij ofwel te veel pijn ofwel te veel pijnmedicatie. Het

evenwicht hiertussen vinden, blijkt lastig (3,4).

Het communiceren met ouderen blijkt lastig. Zij hebben bijvoorbeeld angst voor bijwerkingen en

zullen daarom minder snel pijn aangeven (5).

Praktijk:

Verpleegkundigen vinden de NRS ongeschikt voor ouderen.

Onduidelijk is of ouderen sneller tevreden zijn met hun pijnbehandeling of dat zij daadwerkelijk

een betere pijnbehandeling krijgen.

Ouderen associëren morfine met de laatste levensfase.

Page 9: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

9

Ouderen hebben vaak te maken met een medische voorgeschiedenis waarmee rekening

gehouden moet worden en er moet beter op de nierfunctie gelet worden.

De verpleegkundigen bezitten onvoldoende kennis over pijn bij ouderen en moeten geschoold

worden over dit onderwerp.

Algemene belemmering:

In de literatuur is geen informatie te vinden over welk meetinstrument specifiek bij ouderen het

meest efficiënt is.

Na aanleiding van het onderzoek zijn er aanbevelingen opgesteld. Deze aanbevelingen zijn hieronder

onderverdeeld in 3 delen. Deze 3 delen zijn:

1. Het vergroten van de kennis van verpleegkundigen.

2. Het vergroten van het inzicht van de ouderen.

3. Er dient aanvullend onderzoek gedaan te worden.

2.2 AANBEVELINGEN

Level of evidence

Alle aanbevelingen zijn gegradeerd volgens de mate van bewijslast van het CBO zie Tabel 2.

Classificatie E is toegevoegd, omdat sommige aanbevelingen zijn geformuleerd uit meningen van de

projectgroep.

Classificatie Toelichting

A1 Systematische reviews en meta-analyses.

A2 Gerandomiseerd dubbelblind vergelijkend onderzoek van goede kwaliteit en voldoende

omvang.

B Gerandomiseerde klinische trials van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of ander

vergelijkend onderzoek (niet-gerandomiseerd, vergelijkend cohortonderzoek, patiënt-

controle-onderzoek).

C Niet-vergelijkend onderzoek.

D Mening van deskundigen.

E Mening van de projectgroep.

Tabel 2: Mate van bewijslast van het CBO

Page 10: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

10

Hieronder zijn de aanbevelingen opgenomen in Tabel 3. De aanbevelingen die vet gedrukt zijn, gelden

specifiek voor ouderen. Deze aanbevelingen zijn het meest van belang gedurende de implementatie,

omdat zij de doelgroep zijn van dit project. De andere aanbevelingen zijn algemeen bruikbaar, wel zijn

ook deze juist bij ouderen belangrijk.

Classificatie Aanbeveling

1. Het vergroten van de kennis van verpleegkundigen

A1 Naast de lichamelijke pijn moet er ook gekeken worden naar andere factoren die de pijn

kunnen beïnvloeden, zoals psychische, sociale of spirituele factoren.

A1 Maak gebruik van een vaste pijnschaal/-score.

A2 + D Geeft duidelijke uitleg aan de patiënt over de NRS.

C + D Maak gebruik van andere disciplines (geestelijke verzorging) indien nodig.

D Stel de aanvullende vraag: Is de pijnstilling voldoende?

D Maak samen met de patiënt een plan in plaats van over de patiënt heen.

D Geef ouderen verbale aandacht.

E Krijg duidelijk wat er wordt verstaan onder het pijnbeleid zodat hier eenduidig naar kan worden

gehandeld.

E Geef uitleg over het protocol en het gebruik van eventueel andere scores.

2. Het vergroten van het inzicht van de ouderen

A2 + D Geeft duidelijke uitleg aan de patiënt over de NRS. (Belang van het scoren, wat wordt er met

de score gedaan, hoe te scoren). Dit kan worden verwerkt in evt. een patiëntenfolder.

D Ouderen moeten geïnformeerd worden over het gebruik en de doeleinden van morfine.

3. Er dient aanvullend onderzoek gedaan te worden

Welke specifieke kennis is nog afwezig op de afdeling?

Hoe reageren oudere patiënten op medicatie en waar liggen nog verdere aandachtspunten?

Is er na het invoeren van de bovenstaande interventies ook daadwerkelijk een verbetering in

het pijnbeleid bij ouderen opgetreden? En eventueel hier verder onderzoek naar doen.

Tabel 3: Aanbevelingen

Page 11: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

11

2.3 ARGUMENTATIE

De projectgroep adviseert om te starten met het implementeren van de eerste twee aanbevelingen. De

eerste aanbeveling zal moeten worden uitgevoerd door middel van klinische lessen, het verspreiden van

informatie om hiermee de kennis van de verpleegkundigen te vergroten. Als de verpleegkundigen

voldoende kennis hebben, kan de tweede aanbeveling geïmplementeerd worden. De eerste twee

aanbevelingen zijn volgens de projectgroep noodzakelijk om te implementeren. De derde aanbeveling

zou indien mogelijk uitgevoerd kunnen worden wanneer de hoofdverpleegkundige dit noodzakelijk vindt.

Page 12: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

12

3. ANALYSE VAN DE HUIDIGE SITUATIE STAP 2 EN STAP 3

In dit hoofdstuk wordt de huidige situatie ten aanzien van het postoperatieve pijnbeleid bij ouderen

geanalyseerd. Hiernaast wordt de afdeling geanalyseerd met betrekking tot de afdelingscultuur en het

veranderingspotentieel.

3.1 HUIDIGE WERKWIJZE

De arts krijgt van de pijnverpleegkundige of de anesthesist een pijnbeleid, dit wordt vaak overgenomen

en gebruikt. Wanneer er aanpassingen nodig zijn in het pijnbeleid zal de arts het pijnteam om advies

vragen of het naar eigen inzicht aanpassen. De arts schrijft de medicatie voor en de verpleegkundige is

verantwoordelijk voor het toedienen van de medicatie. Op de afdeling is er een standaard pijnbeleid, de

vraag is of dit pijnbeleid ook geschikt is voor de oudere patiënten. Aangezien ouderen een doelgroep zijn

die een specifieke zorgbehoefte heeft.

De huidige werkwijze van het postoperatieve pijnbeleid is dus niet gericht op de ouderen. Om dit

pijnbeleid te optimaliseren voor ouderen, heeft de projectgroep in het verbeterplan aanbevelingen gedaan

voor de afdeling.

3.2 STRUCTUUR EN DOELGROEPEN

De betrokken disciplines zijn afkomstig vanuit verschillende niveaus binnen het ziekenhuis. De

verpleegkundigen vormen het microniveau. De andere betrokken disciplines van de afdeling vormen het

mesoniveau (de arts, geriatrieverpleegkundige en pijnverpleegkundige). Tot het macroniveau behoort het

gehele AMC als organisatie.

De doelgroepen van dit implementatieplan zijn als eerste de verpleegkundigen en hierna de patiënten; zij

zijn degenen die uiteindelijk direct verbeterde zorg zullen ontvangen. De verpleegkundigen gaan echter

deze zorg geven. Dus voor hen is dit implementatieplan bedoeld. Op mesoniveau kunnen ook de andere

disciplines hun voordeel uit dit plan halen. Sommige aanbevelingen zouden ook voor andere disciplines

een goede toevoeging zijn op de te geven zorg. Het macroniveau, het AMC, zal zich moeten houden aan

de landelijke wetgeving geldend in Nederland. Vanuit de rijksoverheid is een van de aandachtsgebieden

veilige zorg. Om deze veilige zorg te realiseren, zijn er veiligheidsnormen en een veiligheidsprogramma

opgesteld. Door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) wordt er toezicht gehouden op de veiligheid

Page 13: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

13

van de zorginstellingen. Het AMC wordt geaccrediteerd door het Joint Commission International (JCI) en

heeft dit als kwaliteitssysteem om zo onder andere te werken aan veilige zorg (6).

3.3 AFDELINGSCULTUUR

Op de afdeling werken zowel mannelijke als vrouwelijke verpleegkundigen. Dit zorgt ervoor dat er een

goede balans is in het team. Op de afdeling heerst vaak een goede sfeer. Een sfeer waarin men ervoor

open staat om nieuwe dingen te proberen. Een sfeer waarin studenten en collega’s de ruimte hebben om

te vragen en te leren. Ook is het een afdeling waar een gedeelte van de verpleegkundigen altijd streeft

naar verbetering van de zorg. Dit zullen de verpleegkundigen zijn die de rest van de verpleegkundigen

overtuigen van de benodigde verandering.

3.4 VERANDERINGSPOTENTIEEL

Tijdens het verbeterplan zijn er stellingen voorgelegd aan de verpleegkundigen. Eén van deze stellingen

had betrekking op de implementatie. Dit was de volgende stelling: ‘Wanneer er nieuwe interventies

komen ten aanzien van het postoperatieve pijnbeleid bij ouderen sta ik ervoor open om deze toe te

passen op de afdeling.’. Op deze stelling werd 6 keer gereageerd met ‘eens’ en geen enkele keer met

‘oneens’. Op deze stelling kwam één reactie: “Mits gevalideerd of duidelijk om te valideren.” Dit betekent

dat de verpleegkundigen wel bereid zijn om nieuwe interventies toe te passen op de afdeling. Deze

moeten dan echter wel gevalideerd zijn.

Ten aanzien van de veranderbereidheid van de afdeling is er de afgelopen jaren veel veranderd. Sinds

2011 is er een nieuwe hoofdverpleegkundige (de opdrachtgever). In de tijd van de vorige

hoofdverpleegkundige hebben er weinig veranderingen plaatsgevonden. Sinds de nieuwe

hoofdverpleegkundige er is, is er veel veranderd. Er zijn veel projecten en pilots opgepakt. Zo was H5-

Zuid een van de eerste afdelingen die met Norma (het elektronisch patiëntendossier) werkte. De afdeling

zat in de pilotgroep en heeft meegewerkt aan de ontwikkeling hiervan. Ook is het lopen van de visite in

die tijd veranderd. Hoewel de verpleegkundigen wel moesten wennen aan alle veranderingen die er

plaats hebben gevonden, waren zij wel bereid om dingen te veranderen (I. Goes, persoonlijke

mededeling, 26 mei 2014).

Verpleegkundigen op de afdeling H5-Zuid worden ook nu nog vaak geconfronteerd met veranderingen.

Zo is er laatst op de afdeling gestart met de LEAN-bijeenkomsten. Dit betekent dat alle werkzame

Page 14: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

14

disciplines op de afdeling om 9.00 uur bij elkaar komen. Voor de verpleegkundigen is dit veel gevraagd

aangezien dat een tijdstip is dat er meestal veel ADL-zorg geleverd moet worden. Tijdens deze

bijeenkomsten wordt er veel gewerkt met verbeterideeën en acties die daarop volgen. De

verpleegkundigen op de afdeling worden dus al dagelijks geconfronteerd met het steken van energie in

verandering. Doordat de verpleegkundigen positief tegenover deze bijeenkomsten staan, verwacht de

projectgroep dat zij ook positief zullen staan tegenover nieuwe interventies ten aanzien van het

postoperatieve pijnbeleid.

INNOVATIETHEORIE VAN ROGERS (7)

Volgens de innovatietheorie van Rogers kan onderscheid gemaakt worden tussen 5 groepen als het gaat

om het proces van acceptatie van een nieuw idee. Dit zijn de volgende groepen:

Innovatoren. Dit is een kleine groep verpleegkundigen die visie en verbeeldingskracht bezitten.

Deze verpleegkundigen steken veel energie en tijd in het zoeken en uitproberen van nieuwe

ideeën.

Pioniers/vroege gebruikers. Deze verpleegkundigen zijn op zoek naar nieuwe ideeën en spullen

om daar hun voordeel uit te halen. Bovendien hebben deze verpleegkundigen een essentiële rol

in de verspreiding van de innovatie.

Voorlopers/vroege meerderheid. Deze verpleegkundigen zijn praktisch ingesteld en staan open

voor nieuwe dingen, maar dit moet wel voordeel bieden.

Achterlopers/late meerderheid. Dit zijn de verpleegkundigen die moeilijk te overtuigen zijn van de

benodigde verandering. Deze verpleegkundigen zijn behoudend ingesteld.

Achterblijvers. Dit zijn de verpleegkundigen die zich blijven verzetten tegen nieuwe ideeën en

spullen, omdat ze daarin te veel risico zien. (7)

De projectgroep heeft eerst alle verpleegkundigen van de afdeling gerangschikt in groepen. Deze

rangschikking heeft de projectgroep voorgelegd aan de hoofdverpleegkundige (de opdrachtgever). Er

heeft een enkele wijziging plaatsgevonden en zo is het een nauwkeurige schatting geworden. Door het

nauwkeurig analyseren van de afdeling, kan er een goede inschatting gemaakt worden van hoe de

implementatie zal verlopen. De projectgroep kan hierbij inspelen op de grotere en kleinere groepen en

hierdoor zal de implementatie soepeler verlopen.

Page 15: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

15

In Figuur 1 zijn twee cirkeldiagrammen opgenomen. Het rechter diagram laat zien hoe de werknemers

volgens de innovatietheorie van Rogers verdeeld zouden moeten zijn. Het linker diagram laat zien hoe

deze groepen op de afdeling verdeeld zijn. Door deze diagrammen naast elkaar te zetten, is op een

visuele manier duidelijk het verschil te zien tussen de innovatietheorie van Rogers en de praktijk (7).

Figuur 1: Innovatietheorie van Rogers

ANALYSE VAN DE AFDELING

Zoals te zien is in het bovenstaande figuur is de groep innovatoren groter op de afdeling dan vanuit de

literatuur. Dat is te verklaren doordat de afdeling ‘maar’ bestaat uit 25 personen. Dus als er één innovator

is op de afdeling is dat al 2x zoveel dan vanuit de literatuur beschreven wordt.

De groepen pioniers en voorlopers (72%) zijn op de afdeling duidelijk groter dan vanuit de theorie (48%)

beschreven wordt. Voor de implementatie van dit project is dit een gunstig teken. Dit betekent dus dat

bijna driekwart van de afdeling bereid is om de veranderingen te implementeren (7). Tevens beschrijft

Rogers in zijn innovatietheorie dat pioniers een belangrijke rol spelen bij het verspreiden van de

innovatie. Pioniers praten namelijk graag over de nieuwe ideeën (7). De voorlopers zullen dan over de

streep gaan als zij voordeel zien in de verandering. Er zal maar een relatief kleine groep achterlopers zijn

op de afdeling (14%). Deze groep behoort, zoals de literatuur hem beschrijft, eigenlijk net zo groot te zijn

als de groep voorlopers (34%). Tevens heeft de afdeling ook een kleine groep achterblijvers. Deze groep

is 9% op de afdeling tegenover 16% vanuit de theorie van Rogers. Er zullen dus relatief weinig

verpleegkundigen weerstand bieden ten aanzien van de innovatie, ook dit is gunstig voor de

Page 16: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

16

implementatie. De projectgroep en de sleutelfiguren zullen zich tijdens de implementatie moeten

focussen op de grote groep pioniers en voorlopers. Als deze allemaal over de streep zijn, is al meer dan

75% van de afdeling bereid de innovatie uit te voeren. Als de kleine groep achterlopers en achterblijvers

hier dan over hoort, en hier de voordelen van inziet, bestaat de kans dat zelfs de achterblijvers de

innovatie gaan uitvoeren (7).

Page 17: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

17

4. IMPLEMENTATIE: THEORIEËN EN STRATEGIEËN STAP 4

In dit hoofdstuk zullen eerst de verschillende theorieën en strategieën van Grol en Wensing worden

beschreven die de projectgroep zal gebruiken voor het implementeren.

4.1 THEORIEËN EN STRATEGIEËN VOOR IMPLEMENTATIE

Er zijn vele theorieën en strategieën voor het implementeren van een zorgverbetering. De projectgroep

heeft ervoor gekozen enkel de strategieën die van toepassing zijn op dit project kort te beschrijven en te

onderbouwen waarom deze strategie op dit project van toepassing is.

DISSEMINATIE

Om nieuwe inzichten of werkwijzen te kunnen gaan toepassen in de bestaande routines is het van belang

dat de doelgroep op de hoogte is van het bestaan. Er moet interesse worden gewekt en de

verpleegkundigen moeten bereid zijn om deze kennis tot zich te nemen. Door middel van disseminatie

worden de aanbevelingen geïntegreerd op de afdeling. Bij het verspreiden van de aanbevelingen kan er

gebruik worden gemaakt van massamediale en persoonlijke communicatiekanalen. Een combinatie van

de beide benaderingen werkt volgens de literatuur het best om de doelgroep te bereiken zie Tabel 4 (1).

MASSAMEDIAAL PERSOONLIJK

Wetenschappelijke tijdschriften. Nascholingscursussen, congressen.

Vaktijdschriften. Lokale bijeenkomsten en netwerkbijeenkomsten.

Mailen van teksten, boeken en folders. Intercollegiaal contact.

Gecomputeriseerde databases. Inschakelen sleutelfiguren en opinieleiders.

Verspreiding van audiovisuele materialen. Individuele benadering door getrainde consulenten.

Communicatie via internet; e-mail en moderne sociale

media.

Telefonisch advies.

Tabel 4: Communicatiekanalen

Page 18: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

18

Er wordt in dit project gebruikgemaakt van disseminatie om de kennis van het bestaan bij de doelgroep te

vergroten en zo de aanbevelingen kenbaar te maken bij de doelgroep (1). Om de kennis over dit

implementatieplan en de aanbevelingen te vergroten, heeft de projectgroep een e-mail gestuurd, een

poster gemaakt en sleutelfiguren aangesteld. Op de poster zullen de belangrijkste bevindingen van het

onderzoek staan. Op deze poster zal ook verwezen worden naar het verbeterplan, zodat men niet alleen

de conclusies ziet, maar ook kan nalezen waar deze vandaan komen. In de e-mail zullen de belangrijkste

bevindingen staan van het onderzoek, ook zal de poster toegevoegd worden aan deze mail. De poster en

de mail zijn voorbeelden van massamediale communicatie. Tevens heeft de projectgroep sleutelfiguren

ingeschakeld die affiniteit hebben met de doelgroep ouderen. Zij zullen ervoor gaan zorgen dat, als de

projectgroep weg is, de afdeling actief bezig blijft met het onderwerp. Dit is een vorm van persoonlijke

communicatie. Door in de implementatie van zowel massamediale communicatie als persoonlijke

communicatie gebruik te maken, hoopt de projectgroep dat de doelgroep zo volledig mogelijk bereikt

wordt.

EDUCATIEVE STRATEGIEËN

Bij educatieve strategieën wordt er gebruikgemaakt van scholing van zorgverleners om ervoor te zorgen

dat de zorgverbetering, ofwel de aanbevelingen geïmplementeerd worden. In de gezondheidszorg is

scholing altijd al de meest gebruikte methode geweest om verbetering te stimuleren. Er kan op

verschillende manieren invulling worden gegeven aan de educatieve strategieën. Bijvoorbeeld door

middel van educatief materiaal, groot-, of kleinschalige scholingsbijeenkomsten, praktijkbezoeken, e-

learning en gebruik van opinieleiders. De effecten van sommige educatieve strategieën zijn echter

onvoldoende wetenschappelijk onderzocht. Praktijkonderzoeken lijken een positief effect te hebben. Voor

de scholingsbijeenkomsten zijn de effecten wisselend en beperkt. Voor de e-learning zijn de effecten nog

onduidelijk (1).

Voor dit project wordt er gebruikgemaakt van educatieve strategieën, omdat de zorgverleners op de

hoogte moeten zijn van de gevonden informatie en de aanbevelingen. Deze educatieve strategie wordt in

de praktijk uitgevoerd door middel van een klinische les die zal worden gegeven op de afdeling. Deze

klinische les zal worden voorbereid door de projectgroep en aan de sleutelfiguren worden overgedragen

en zal onder andere gaan over het praktijkonderzoek dat op de afdeling heeft plaatsgevonden. Deze

informatie kan worden gebruikt in een les waarin ook andere aandachtsgebieden bij ouderen (delier en

valscore) aan bod kunnen komen. Zo worden de verpleegkundigen van de afdeling geschoold over pijn

bij ouderen. Dit is een vorm van persoonlijke communicatie.

Page 19: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

19

FEEDBACK EN REMINDERS

Om nieuwe inzichten te implementeren of te veranderen zijn de volgende strategieën van belang:

Het geven van feedback.

Het geven van informatie of een signaal (reminder).

Het geven van feedback en reminders wordt al jarenlang toegepast als strategie om de gezondheidszorg

te veranderen.

De feedback en reminders worden op verschillende manieren in de praktijk toegepast.

Feedback: Bij feedback wordt informatie teruggekoppeld naar een individuele zorgverlener of het

team/de instelling. De feedback wordt in de regel gegeven na afloop van de zorgverlening en is

dus een retrospectieve benadering.

Reminders: Een reminder is bedoeld om een zorgverlener te herinneren aan het uitvoeren of juist

vermijden van een bepaalde klinische actie of ondersteuning te bieden bij het nemen van de

juiste beslissing (1).

Voor dit project wordt gebruikgemaakt van de feedback en reminders. Dit gebeurt door middel van het

sturen van een mail met hierin de uitkomsten van het onderzoek. Ook wordt er op de afdeling een poster

opgehangen waardoor de verpleegkundigen een reminder krijgen.

Door middel van het geven van feedback en reminders wordt gewerkt aan een verbetering van de nu al

aanwezige zorg. Tevens zullen de sleutelfiguren ervoor zorgen dat er eens in de maand een artikel ligt uit

bijvoorbeeld het tijdschrift Nursing dat ouderen en pijn als onderwerp heeft. Hierdoor zullen de

verpleegkundigen weer herinnerd worden aan dit onderzoek en de aanbevelingen die gedaan zijn.

Page 20: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

20

PLAN DO CHECK ACT (PDCA)-CYCLUS

Implementatie verloopt altijd volgens de PDCA-

cyclus. Hierbij gaat het erom dat een activiteit eerst

gepland dient te worden, vervolgens gedaan moet

worden, hierna geëvalueerd moet worden en

vervolgens aangepast moet worden (indien nodig).

In Figuur 2 is de cyclus schematisch te zien. Ook de

projectgroep heeft het activiteitenschema gemaakt

aan de hand van deze PDCA-cyclus. Op deze

manier wordt er continu gestreefd naar verbetering

van de implementatie. Tevens wordt dit gedaan

door middel van evaluatie aan de hand van de

opgestelde indicator (zie hoofdstuk 7.3).

4.2 IMPLEMENTATIE

Om de aanbevelingen procesmatig en planmatig in te voeren is het nodig om van de volgende punten op

de hoogte te zijn:

1. De betrokken partijen

2. De randvoorwaarden die aanwezig dienen te zijn voor de implementatie

3. Het draagvlak voor de zorginnovaties op de afdeling

4. Beïnvloedende factoren voor de implementatie

4.2.1 DE BETROKKEN PARTIJEN

De verpleegkundigen en de oudere postoperatieve patiënten van de afdeling H5-Zuid. De

verpleegkundigen zijn degenen die op de afdeling het meest in aanraking komen met de oudere

patiënten en hun pijnervaring. Het is de taak van de verpleegkundigen om ervoor te waken dat patiënten

niet onnodig pijn lijden. De verpleegkundigen hebben hierbij een grote invloed op het postoperatieve

pijnbeleid. Zij en de oudere patiënt zijn degenen die het meeste baat zullen hebben bij de implementatie

van de aanbevelingen.

Figuur 2. PDCA-cyclus

Page 21: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

21

De artsen en de pijnverpleegkundigen. Zij zijn buiten de verpleegkundigen, het meest betrokken bij de

zorg voor de oudere patiënt. De pijnverpleegkundige is verantwoordelijk voor het pijnbeleid, zolang de

patiënt ofwel een epiduraal heeft ofwel continue pijnmedicatie krijgt via het infuus (morfine, et cetera).

Hierna neemt de arts het pijnbeleid over van de pijnverpleegkundige en verschuift ook de

verantwoordelijkheid naar de arts.

Andere chirurgische afdelingen met postoperatieve oudere patiënten en professionals die in aanraking

komen met de oudere patiënt. Omdat dit project een brede doelgroep betreft, is dit verbeterplan ook voor

hen goed bruikbaar.

Onderzoekers of afstudeer duo’s, naar aanleiding van dit project zijn er een aantal nieuwe onderwerpen

naar boven gekomen waar nog aanvullend onderzoek naar kan worden gedaan.

Naast de doelgroepen die hier verpleegkundig en medisch bij betrokken zijn, is er ook de JCI. Dit is het

kwaliteitssysteem dat het AMC hanteert. Op de site van de AMC staat dat een van de verbeterpunten van

het JCI pijn is. Dit is een verbeterpunt, om de volgende reden: “Tijdens het JCI-accreditatiebezoek is

geconstateerd dat pijn wel geregistreerd wordt, maar dat de genomen vervolgacties, bij hoge scores, en

evaluatie daarvan niet genoteerd worden in het verpleegkundig dossier. Verder vindt JCI alleen een

pijnscore, zonder dat daarbij melding gemaakt wordt van de locatie, relatie, frequentie en soort,

onvoldoende.” (5). Doordat pijn bij ouderen een onderwerp is waar de JCI veel aandacht aan besteedt,

blijkt dat dit implementatieplan ook bijdraagt aan de accreditatie van het AMC, oftewel de heraccreditatie

van het AMC. Hiernaast is het onderwerp van dit project niet gebonden aan deze afdeling. Het is te

gebruiken bij alle postoperatieve oudere patiënten. Hierdoor zou het zelfs AMC-breed geïmplementeerd

kunnen worden (5).

4.2.2 DE RANDVOORWAARDEN

Voordat de implementatie daadwerkelijk plaats kan gaan vinden, moet er voldaan zijn aan de

randvoorwaarden die de projectgroep heeft samengesteld. Deze randvoorwaarden dienen aanwezig te

zijn alvorens de implementatie succesvol kan worden gestart. Voor de integratie zijn er andere

voorwaarden opgesteld die te vinden zijn in hoofdstuk 8.

Page 22: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

22

De volgende randvoorwaarden zijn opgesteld:

De betrokken partijen dienen op de hoogte te zijn van het gemaakte verbeterplan, door de

projectgroep en de hieruit voortgevloeide aanbevelingen.

De betrokken partijen dienen gemotiveerd te zijn om de kwaliteit van de te leveren zorg te

optimaliseren.

De betrokken partijen dienen draagvlak te hebben voor de aanbevelingen.

De betrokken partijen moeten, indien nodig, de mogelijkheid hebben om feedback te geven op de

aanbevelingen.

De betrokken partijen moeten het nut inzien van het implementeren van de aanbevelingen.

4.2.3 DRAAGVLAK

In de randvoorwaarden wordt benoemd dat de betrokken partijen draagvlak dienen te hebben voor de

aanbevelingen. Zij moeten achter de aanbevelingen staan en deze aanbevelingen accepteren. Dat is het

begin van de implementatie. De betrokken partijen, de primaire en secundaire doelgroep, moeten achter

de verandering staan.

Hieronder worden de primaire en secundaire doelgroep beschreven.

PRIMAIRE DOELGROEP

De verpleegkundigen van de afdeling H5-Zuid zijn de primaire doelgroep. Zij hebben een redelijk

draagvlak voor de aanbevelingen. Tijdens het praktijkonderzoek is de projectgroep er door middel van

stellingen achter gekomen dat de verpleegkundigen open staan voor nieuwe interventies. Deze moeten

echter wel wetenschappelijk onderbouwd zijn. Hiernaast is de conclusie van het verbeterplan dat de

verpleegkundigen wel degelijk vinden dat er verbetering nodig is in het pijnbeleid aangezien zij de NRS

ongeschikt vinden voor ouderen. Hiernaast zijn de meeste aanbevelingen gericht op het vergroten van de

kennis van verpleegkundigen. De projectgroep neemt aan dat nadat de kennis bij de verpleegkundigen is

vergroot, er een groter draagvlak zal ontstaan voor het uitvoeren van de verdere aanbevelingen. Het is

wel van belang voor de verpleegkundigen dat de aanbevelingen voldoende inzichtelijk wetenschappelijk

onderbouwd zijn.

Page 23: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

23

SECUNDAIRE DOELGROEP

Tot de secundaire doelgroep behoren de artsen en de pijnverpleegkundigen. Onder de artsen is er een

groot draagvlak voor de aanbevelingen, omdat zij er baat bij hebben als verpleegkundigen meer kennis

hebben van pijn bij ouderen en het protocol dat gebruikt dient te worden. Toch hebben naast de

verpleegkundigen ook de artsen meer kennis nodig van het protocol. Ook zij hebben waarschijnlijk

onvoldoende kennis van het protocol dat gebruikt dient te worden. Met name over welke pijnscore

gebruikt dient te worden en in welke volgorde deze gebruikt moeten worden. De pijnverpleegkundige

heeft redelijk draagvlak voor de aanbevelingen. Het is in haar voordeel als verpleegkundigen meer kennis

hebben van pijn bij ouderen en het protocol dat gebruikt dient te worden.

4.2.4 BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VOOR DE IMPLEMENTATIE

Via de Strengths-Weaknesses-Opportunities-Threats (SWOT)-analyse worden de sterke, en zwakke

punten, de kansen en de bedreiging voor het implementeren van het verbetervoorstel duidelijk.

Sterke punten

De verpleegkundigen hebben op sommige punten aangegeven dat er verandering nodig is.

De aanbevelingen zijn valide en gebaseerd op zowel literatuur- als praktijkonderzoek.

De verpleegkundigen lijken een positieve kijk te hebben op zorgverbeteringen.

De verpleegkundigen hebben ervaring met verandering.

De verpleegkundigen zijn actief betrokken geweest bij het project.

Zwakke punten

De verpleegkundigen zien zelf matig in dat er verbetering nodig is ten aanzien van het

postoperatieve pijnbeleid.

De verpleegkundigen hebben onvoldoende kennis.

De verpleegkundigen zien niet in dat ouderen een specifieke behandeling nodig hebben.

Kansen

De verpleegkundigen zijn gewend aan vernieuwingen in de zorg, zoals de LEAN-

bijeenkomsten.

De hoofdverpleegkundige staat open voor de implementatie.

Bedreigingen

Tijdgebrek.

Werkdruk.

Onvoldoende kwaliteit van de klinische les.

Tabel 5: SWOT-analyse

Page 24: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

24

5. UITVOERING VAN DE IMPLEMENTATIE STAP 5

In dit hoofdstuk worden de vijf fasen van implementatie doorlopen en de activiteiten die hieraan

gekoppeld zijn. In het tijdspad wordt zichtbaar wanneer de activiteiten moeten worden uitgevoerd.

5.1 FASEN VAN IMPLEMENTATIE

De vijf fasen van implementatie worden hieronder benoemd en toegelicht. Per fase wordt de

implementatiestrategie benoemd en de activiteiten die daaraan gekoppeld zijn (8). In Bijlage 1 zijn de

fasen uitgewerkt te vinden.

FASE 1. Oriëntatie:

Te gebruiken strategie: Disseminatie

Activiteiten:

Achterhalen van de aanwezige kennis van de afdeling.

Het aanstellen van sleutelfiguren.

Het informeren van de opdrachtgever en de sleutelfiguren over de implementatie.

Het is duidelijk voor de afdeling dat opdrachtgever en sleutelfiguren aanspreekpunt zijn.

Overdrachtsgesprek.

FASE 2. Inzicht:

Te gebruiken strategie: Educatieve strategie, Feedback en reminder strategie.

Activiteiten:

Het maken van een poster met hierop de belangrijkste resultaten uit het onderzoek.

Het geven van klinische lessen.

Het evalueren van de klinische lessen.

FASE 3. Acceptatie:

Te gebruiken strategie: Disseminatie, Feedback en reminder strategie.

Activiteiten:

Navragen of het doel van de zorgverbetering duidelijk is.

Evalueren of aanbod klinische lessen voldoende is.

Implementatieplan indien nodig aanpassen.

Page 25: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

25

FASE 4. Verandering:

Te gebruiken strategie: Feedback en reminder strategie, educatieve strategie.

Activiteiten:

Informatiemateriaal maken voor patiënten.

De aanbevelingen worden geëvalueerd op de afdeling.

Een reminder plaatsen in de koffiekamer.

FASE 5. Behoud:

Te gebruiken strategie: Feedback en reminder strategie.

Activiteiten:

Bespreken en beoordelen feedback.

Proces evaluatie.

Terugkoppeling naar de afdeling.

5.2 AL UITGEVOERDE ACTIVITEITEN DOOR DE PROJECTGROEP

De projectgroep heeft ervoor gezorgd dat er een volledig verbeterplan op de afdeling ligt met betrekking

tot het verbeteren van het postoperatieve pijnbeleid. De projectgroep heeft hierin aanbevelingen

opgenomen.

De concrete activiteiten die de projectgroep al heeft uitgevoerd zijn de volgende:

Poster

Mail

Format voor klinische les

De projectgroep heeft een poster gemaakt met hierop de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek. Dit

is een creatieve manier om de verpleegkundigen op de hoogte te stellen van wat vernieuwende feiten als

het gaat om het postoperatieve pijnbeleid bij ouderen. Deze poster zal opgehangen worden in de

overdrachtsruimte in de periode dat ook de klinische les zal worden gegeven. Hiernaast zal de poster via

massamediale communicatie, via mail, verspreid worden naar de verpleegkundigen. In deze mail zullen

ook de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek gegeven worden. De projectgroep heeft voor de

afdeling een klinische les (persoonlijke communicatie) voorbereid, deze is overhandigd. De projectgroep

heeft ervoor gekozen om niet zelf een klinische les te gaan geven, maar om het materiaal hiervoor aan te

leveren aan de afdeling. De sleutelfiguren kunnen er dan voor kiezen om, in een periode waarin de JCI

Page 26: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

26

hier veel aandacht aan besteed, hierop in te haken en de klinische les te geven. Tevens kunnen de

sleutelfiguren ervoor kiezen meerdere onderwerpen die extra aandacht vereisen bij ouderen te

behandelen tijdens de klinische les. Voor de afdeling zal het ook duidelijker zijn als een van de

sleutelfiguren de klinische les zal geven. Hierdoor zijn zij meteen op de hoogte van hun taak binnen de

implementatie.

5.3 ACTIVITEITENSCHEMA

Het onderstaande activiteitenschema is opgedeeld in de vijf fasen van implementatie. De activiteiten die

hierboven zijn beschreven zijn in het activiteitenschema opgenomen. Er is onderscheid gemaakt in het

doel van de activiteit en wie de activiteit moet uitvoeren. Door middel van de afvink-kolom is dit een

praktisch hulpmiddel om de implementatie te bevorderen.

Page 27: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

27

Wanneer Activiteit Wie Doel Vink

Fase 1. Oriëntatie

31 maart – 11

april, 2014

Door middel van interviews en stellingen op de afdeling achterhalen

welke kennis aanwezig is.

Projectgroep

Inventariseren waarover er nog kennis

ontbreekt.

V

19 mei – 25 mei,

2014.

Het aanstellen van sleutelfiguren.

De sleutelfiguren zullen gedurende het gehele proces samen met de

opdrachtgever toezien en bewaken dat alle aanbevolen activiteiten

ook daadwerkelijk worden uitgevoerd.

Projectgroep +

Opdrachtgever

Zorg dragen voor het doorvoeren van de

aanbevelingen.

V

19 mei – 25 mei,

2014.

Het informeren van de opdrachtgever en de sleutelfiguren over de

implementatie door middel van een e-mail.

Projectgroep De betrokken disciplines op de hoogte

stellen.

V

26 mei – 1 juni,

2014.

Het maken van een format voor de klinische les en poster. Projectgroep Vergroten van de kennis van de

verpleegkundigen.

V

26 mei – 1 juni,

2014.

Overdrachtsgesprek. Projectgroep +

Opdrachtgever +

Projectbegeleider

De betrokken disciplines instrueren. V

26 mei – 1 juni,

2014.

Eventueel na gesprek aanpassen van implementatieplan om het

voor de opdrachtgever en sleutelfiguren zo bruikbaar mogelijk te

maken.

Projectgroep +

Sleutelfiguren

Optimaliseren implementatieplan. V

Vanaf 26 mei. De sleutelfiguren en opdrachtgever zijn aanspreekbaar bij

problemen, op- of aanmerkingen. Het is duidelijk voor de afdeling

dat zij het aanspreekpunt zijn.

Sleutelfiguren +

Opdrachtgever

Duidelijkheid creëren.

Page 28: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

28

Fase 2. Inzicht

2 juni – 8 juni,

2014.

Het verspreiden van een poster met hierop de belangrijkste

resultaten uit het onderzoek, naar de afdeling, via de mail.

Projectgroep Afdeling informeren over de

onderzoeksresultaten.

9 juni – 15 juni,

2014

Het uitvoeren de nulmeting aan de hand van de indicator. Sleutelfiguren Meetbaar maken van de resultaten.

16 juni -27 juli,

2014.

Het geven van klinische lessen aan de verpleegkundigen op de

afdeling. Door het geven van uitleg over ouderen en pijn zal een

deel van het kennistekort worden weggenomen. Deze klinische les

kan niet alleen gevolgd worden door de verpleegkundigen, maar is

ook voor de artsen van belang. In de klinische lessen moeten de

volgende onderwerpen naar voren komen:

Pijnbeleid/protocol.

Pijnbehandeling bij ouderen.

Sleutelfiguren Kennis van de verpleegkundigen vergroten.

4 augustus – 10

augustus, 2014.

Het evalueren van de klinisch les zodat eventuele aanpassingen

kunnen worden meegenomen in het verdere proces.

Sleutelfiguren Optimaliseren proces rondom implementatie.

Fase 3. Acceptatie

4 augustus – 10

augustus, 2014.

Op de afdeling navragen of het doel van de zorgverbetering duidelijk

is en of de verpleegkundigen het hiermee eens zijn.

Sleutelfiguren Nagaan of iedereen achter de

zorgverbetering staat.

11 augustus – 17

augustus, 2014.

Evalueren of de kennis nu wel voldoende is en eventueel extra

klinische lessen inplannen.

Sleutelfiguren Het beter passend maken van de

zorgverbetering.

18 augustus – 24

augustus, 2014.

Implementatieplan wanneer nodig aanpassen. Sleutelfiguren Optimaliseren proces rondom implementatie.

Page 29: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

29

Fase 4. Verandering

22 september –

19 oktober, 2014.

Informatiemateriaal maken voor patiënten met de volgende

onderwerpen:

Medicatie en Belang scoren van pijn met NRS

Sleutelfiguren Inzicht vergroten van de oudere patiënten.

13 oktober – 19

oktober, 2014.

De aanbevelingen worden geëvalueerd op de afdeling en zo nodig

aangepast.

Opdrachtgever Optimaliseren proces rondom implementatie.

Vanaf 13 oktober,

2014.

In de koffiekamer wordt één keer per maand een artikel geplaatst

van bijvoorbeeld nursing.nl over de zorg bij ouderen.

Sleutelfiguren Het plaatsen van een reminder.

Fase 5. Behoud

10 november – 16

november, 2014.

Proces evaluatie, hierin zal worden geëvalueerd over het verloop tot

nu toe. Verbeteringen en aanpassingen worden benoemd en

genoteerd.

Beloning bij goede resultaten.

Opdrachtgever

+ Sleutelfiguren +

Opdrachtgever

Goed gedrag bevorderen en belonen. Dit

werkt bij verdere implementaties beter.

17 november – 23

november, 2014.

Aanpassingen, verbeteringen en de resultaten zullen worden

teruggekoppeld naar de afdeling door middel van bijvoorbeeld een

moment in de LEAN bijeenkomst.

Opdrachtgever

+ Sleutelfiguren

Terugkoppeling van de geboekte resultaten

naar verpleegkundigen.

24 november – 30

november, 2014

De indicator wordt geëvalueerd op de afdeling. Opdrachtgever

+ Sleutelfiguren

Meting of de implementatie succesvol is

verlopen.

Tabel 6: Activiteitenschema

Page 30: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

6. INTEGRATIE STAP 6

Om ervoor te zorgen dat de aanbevelingen ook daadwerkelijk worden toegepast op de afdeling, en deze

werkwijze ook wordt behouden, is het van belang om de aanbevelingen goed te integreren.

VOORWAARDEN VOOR INTEGRATIE:

Tijd: Om de aanbevelingen toe te kunnen passen is het van belang dat er tijd is om bijvoorbeeld

klinische lessen te geven. Maar ook om te evalueren en aanbevelingen te kunnen integreren.

Personele bezetting: Het is van belang dat de gehele personele bezetting op de hoogte is van de

aanbevelingen. Er zal voldoende personeel op de afdeling aanwezig moeten zijn. Ook de

mogelijkheid om andere disciplines te kunnen raadplegen, heeft invloed op de integratie.

Werkdruk: De werkdruk op de afdeling dient niet te hoog te zijn. De verpleegkundigen moeten tijd

hebben om na te denken over de aanbevelingen en deze toe te kunnen passen op de afdeling.

Samenwerking in het multidisciplinaire team: Andere disciplines moeten geraadpleegd kunnen

worden en open staan om vragen te beantwoorden indien nodig.

Autonomie: De vrijheid om zelf te werken en verantwoordelijk te zijn voor de eigen werkwijze en

activiteiten is van groot belang. De verpleegkundigen moeten zich realiseren dat zij zelf

verantwoordelijk zijn voor verbeteringen in de zorg (1).

Naast de randvoorwaarden voor integratie zijn er ook randvoorwaarden voor de implementatie deze zijn

in hoofdstuk 6 benoemd.

Om het implementatieproces verder te begeleiden en te coördineren zijn er sleutelfiguren aangesteld. De

sleutelfiguren zullen samenwerken met de opdrachtgever en zorg dragen voor het vervolg van de

implementatie als de projectgroep niet meer aanwezig is.

De sleutelfiguren zijn 2 verpleegkundigen werkzaam op de afdeling H5-Zuid. Zij zijn beiden recent

aangesteld als verpleegkundigen die als aandachtsgebied ouderen hebben. De sleutelfiguren zijn een

mannelijke en een vrouwelijke verpleegkundige. De mannelijke verpleegkundige is senior-

verpleegkundige, heeft al veel ervaring in de patiëntenzorg en is tevens werkzaam in het palliatieve team.

De vrouwelijke verpleegkundige heeft minder werkervaring, maar heeft als voordeel dat zij nog redelijk

recent uit het onderwijs komt, dus zij zal hier haar voordeel uit kunnen halen. Zij zal over meer ervaring

en kennis beschikken met betrekking tot de implementatie. Van de sleutelfiguren behoort er een in de

Page 31: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

31

groep pioniers en de ander in de groep voorlopers. Dit is ook een van de redenen waarom de

projectgroep deze verpleegkundigen als sleutelfiguren heeft gekozen. Deze verpleegkundigen zijn allebei

dus vooruitstrevend als het gaat om het verbeteren van de zorg. Zij zullen zich dan ook willen inzetten

voor de implementatie om de zorg rondom de ouderen te verbeteren.

Hiernaast is er gekozen voor deze sleutelfiguren, omdat zij bezig zijn met het verbeteren van de zorg

voor ouderen op de afdeling. Zij proberen verschillende aspecten in kaart te brengen die extra aandacht

behoeven rondom de zorg voor ouderen. Dit project omtrent pijn bij ouderen past dus goed binnen hun

aandachtsgebied. Zij zijn op de afdeling al bekend als het aanspreekpunt betreffende de zorg voor

ouderen. Dit zal de implementatie vergemakkelijken.

Page 32: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

32

7. EVALUATIE STAP 7

In dit hoofdstuk zal de laatste stap van het proces worden doorlopen. Bij deze stap zal de projectgroep

niet aanwezig zijn. De afdeling zal deze stap zelf moeten nemen, de projectgroep hoopt met de gedane

voorbereiding de afdeling hiermee voldoende geholpen te hebben.

7.1 KORTE TERMIJNDOELEN

De projectgroep heeft een aantal doelen opgesteld die binnen 2 maanden behaald moeten zijn op de

afdeling. Dit zijn kleine, compacte doelen die volgens de projectgroep van belang zijn om vervolgens

verder te gaan met de lange termijndoelen.

DE KORTE TERMIJNENDOELEN:

Na 2 maanden zien de verpleegkundigen van de afdeling H5-Zuid in dat de zorgverbetering van

belang is.

Na 2 maanden weten de verpleegkundigen, van de afdeling H5-Zuid, dat zij de NRS gebruiken,

als meetinstrument, en niet de VAS en hebben zij kennis over dit meetinstrument.

Na 2 maanden zijn alle verpleegkundigen, van de afdeling H5-Zuid, op de hoogte van het

protocol dat gevoerd wordt binnen het AMC.

7.2 LANGE TERMIJNDOELEN

De projectgroep heeft ook een aantal doelen opgesteld die naar alle waarschijnlijk wat meer tijd kosten

om te implementeren. Dit zijn doelen die binnen 5 maanden behaald moeten worden. Deze doelen

hebben te maken met het daadwerkelijk handelen van de verpleegkundigen en het vergroten van de

kennis van de verpleegkundigen.

LANGE TERMIJNDOELEN:

De verpleegkundigen van de afdeling H5-Zuid hebben na 5 maanden kennis over de

pijnbehandeling bij ouderen en krijgen hier 2 keer per jaar nascholing over.

De verpleegkundigen van de afdeling H5-Zuid geven voorlichting aan patiënten over het gebruik

van de NRS tijdens de anamnese en bij gebruik van de score.

De verpleegkundigen van de afdeling H5-Zuid weten welke specifieke aandachtspunten bij

ouderen van belang zijn en kunnen deze benoemen.

De oudere patiënt heeft meer inzicht en kennis omtrent pijn, medicatie en scoren van de pijn.

Page 33: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

33

7.3 INDICATOR/NORM

Norm:

Het postoperatieve pijnbeleid bij ouderen is optimaal.

Indicator:

Het aantal oudere patiënten dat een NRS geeft van 4 of lager.

________________________________________________________________________ x 100% =

Het aantal ouderen patiënten op de afdeling dat een NRS geeft.

De indicator zal er uiteindelijk voor moeten zorgen dat er een meetbare positieve ontwikkeling heeft

plaatsgevonden in het postoperatieve pijnbeleid bij ouderen. Door middel van een nulmeting kan de

beginsituatie in kaart gebracht worden. Door de indicator na 6 maanden weer uit te voeren kan er

gekeken worden of het postoperatieve pijnbeleid verbeterd is na de interventies die zijn uitgevoerd. De

indicator (als percentage) zou in de LEAN-bijeenkomsten terug kunnen komen. De verpleegkundigen

krijgen dan inzicht over de verbetering die plaats vindt of nog onvoldoende plaats vindt. Door dit

meerdere malen per jaar te herhalen, zal er continu verbetering plaatsvinden.

De afdeling moet streven naar een percentage van 100. De projectgroep is echter tevreden als de

afdeling een percentage van 95 behaalt. De projectgroep is dan al tevreden, omdat het gaat om

postoperatieve patiënten. Dat bij 1 op de 20 patiënten de pijn niet in de eerste dagen onder controle komt

is dus realistisch. Het terug laten komen van de indicator in de LEAN-bijeenkomsten is een vorm van

feedback en reminders (1).

Page 34: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

34

8. CONCLUSIE

In dit hoofdstuk zal de projectgroep een conclusie geven met betrekking tot dit implementatieplan.

De projectgroep is ervan overtuigd dat, als de sleutelfiguren en de opdrachtgever volgens dit

implementatieplan zullen werken, de norm zal worden behaald. Door middel van het implementatieplan is

er de mogelijkheid om alle aanbevelingen uit het verbeterplan te integreren op de afdeling H5-Zuid. Als er

wordt afgeweken van het activiteitenschema dat gemaakt is, is de kans groot dat de implementatie niet

succesvol zal worden afgerond.

De conclusie van dit implementatieplan is dat implementeren niet eenvoudig is. Het succes van de

implementatie hangt af van het aanwezig zijn van de randvoorwaarden en het afdelingspotentieel. Als

deze factoren niet of onvoldoende aanwezig zijn kan het verbeterplan er geweldig uitzien, de

implementatie zal toch falen. Implementatie heeft te maken met het veranderen van gedrag van

verpleegkundigen, zij zijn niet in te programmeren als robots, de implementatie is dus ook sterk

afhankelijk van een stuk motivatie van de verpleegkundigen.

Page 35: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

35

9. LITERATUURLIJST

1. Grol R, Wensing M. Implementatie Effectieve verbetering van de patiëntenzorg. 4e

druk. Amsterdam; Reed Business; 2011.

2. Campen C. Kwetsbare ouderen. Sociaal en cultureel planbureau: Den Haag; februari 2011.URL:

file:///W:/Profile/My%20Documents/Downloads/http___www.scp.nl_8080_gvisapi_dsplug%20(4).p

df (geraadpleegd op 25 mei 2014)

3. Academisch Medisch Centrum. CQI rapportage ziekenhuisopname. Pijnbeleid uitgespitst naar

leeftijd. 2013.

4. Academisch Medisch Centrum. Organisatie. URL:

https://www.amc.nl/web/Het-AMC/Organisatie/Academisch-Medisch-Centrum.htm (geraadpleegd

op 15 april 2014.)

5. Academisch Medisch Centrum. ‘Beweging in Verpleging’ Visiedocument voor een

toekomstbestendig verpleegkundig profiel in het AMC. URL:

file:///W:/Profile/My%20Documents/Downloads/Het_verpleegkundig_profiel_voor_de_toekomst_ve

rsie_100302.pdf (geraadpleegd op 7 april 2014)

6. Rijksoverheid. Kwaliteit van zorg. URL: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kwaliteit-van-de-

zorg/veiligheid-in-de-zorg (geraadpleegd 25 mei 2014)

7. Hekkert M, Ossebaar M. De Innovatiemotor, het versnellen van baanbrekende innovaties. Assen,

van Gorcum, 2010.

8. ZonMw. Implementatietool. 2014. URL: http://www.zonmw.nl/nl/themas/thema-

detail/implementatie/themas (geraadpleegd op 1 mei 2014)

Page 36: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

36

10. BIJLAGE

BIJLAGE 1

De fasen van het implementeren uitgelegd volgens Grol en Wensing (1).

Fasen van implementeren

Implementatie is een proces waarin een aantal fasen moet worden doorlopen. Grol et al

geeft vijf fases van verandering aan. Deze fases zijn gericht op een volledige en succesvolle

implementatie. De verschillende fases worden hieronder uitgelegd.

Fase 1: Oriëntatie

De eerste fase richt zich op verandering binnen het team en bewustmaking van de

innovatie. De betrokkenen moeten op de hoogte worden gesteld dat er veranderingen

gaan plaatsvinden. Daarbij moet betrokkenheid en interesse gecreëerd worden.

Fase 2: Inzicht

In de tweede fase krijgen de betrokkenen informatie over wat de vernieuwing inhoudt.

Deze fase is gericht op het vergroten van begrip en kennis. De betrokkenen moeten

meerwaarde zien die de veranderingen met zich meebrengen ten opzichte van de

oude werkwijze. Zij moeten weten wat de vernieuwing inhoudt en wat er verwacht

wordt van het nieuwe handelen.

Fase 3: Acceptatie

In de acceptatiefase ligt de nadruk op motivatie ten aanzien van verandering. De

betrokkenen moeten in staat zijn om te veranderen en inzien dat de verandering

zinvol is. De verandering moet haalbaar zijn. In deze fase wordt er ook besloten of de

verandering voortgezet moet worden.

Fase 4: Verandering

In de vierde fase wordt de verandering doorgevoerd in de praktijk. De betrokkenen

gaan ervaring opdoen en gaan experimenteren met de verandering. Door met

vernieuwing aan de slag te gaan, merken zij dat deze werkbaar, haalbaar en nuttig is.

Fase 5: Behoud van verandering

In de vijfde en laatste fase gaat het erom, dat er voor gezorgd wordt dat de

vernieuwing een dagelijkse routine en een vast onderdeel wordt van de

zorgverlening.

Page 37: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

BIJLAGE 2; DE POSTER

Zie volgende pagina.

Page 38: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

38

Page 39: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

39

BIJLAGE 3; KLINISCHE LES

Klinische Les ‘Pijn bij ouderen’

Page 40: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

40

PIJN BIJ OUDEREN.

Deze informatie over pijn bij ouderen zou een onderdeel kunnen zijn van een klinische les over

meerdere aandachtspunten bij ouderen. Het zou ook een klinische les op zich kunnen zijn.

Doel

Het doel van deze klinische les is het vergroten van de kennis van de verpleegkundigen over de

pijnbehandeling bij ouderen en uiteindelijk het verbeteren van het pijnbeleid bij de oudere patiënt.

Motivatie

Uit het onderzoek door twee studenten van de HvA blijkt dat de kennis van de verpleegkundigen over

het pijnbeleid bij ouderen nog vergroot kan worden met name over de volgende onderwerpen.

Belangrijkste onderwerpen die besproken dienen te worden:

Pijnbeleid van het AMC.

Pijnbehandeling bij ouderen.

Op de afdeling is er een analyse gedaan. Deze analyse staat beschreven in het implementatieplan.

Op de afdeling behoort bijna 75% van de verpleegkundigen tot de groep pioniers of voorlopers. Dit

betekent dat veel verpleegkundigen open staan voor nieuwe innovaties. Een groot deel van de

verpleegkundigen zullen dus gemotiveerd zijn om de klinische lessen bij te wonen.

Tijd

Deze klinische les (of onderdeel van een klinische les) zal ongeveer 20-30 minuten in beslag nemen.

De presentatie:

Deze presentatie zou gegeven kunnen worden in de vorm van een PowerPoint of iets wat moderner

is, zoals een prezi. Zie prezi.com.

De presentatie moet gegeven worden door iemand die verstand heeft van dit onderwerp. Hiernaast

moet hij/zij enthousiast en motiverend overkomen naar de verpleegkundigen. Ook is het wenselijk als

iemand over goede communicatieve vaardigheden beschikt.

Verdere informatie

Degene die de klinische les gaat geven kan meer informatie over dit onderwerp vinden in het

verbeter,- of implementatieplan. Hierin zijn ook alle bronnen vernoemt en kan gemakkelijk terug

gevonden worden waar de informatie vandaan komt.

Page 41: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

41

INFORMATIE VOOR DE KLINISCHE LES

PIJNBELEID VAN HET AMC

Pijnbestrijding in het AMC

De richtlijn die door het AMC is opgesteld voor het bestrijden van pijn is voldoende, hier hoeft niets

aan toegevoegd te worden. Wel is het opvallend dat de verpleegkundigen niet werken volgens het

protocol. Ze weten niet met welke pijnscore ze meten. Ze vragen niet de aanvullende vraag en de

REPOS score wordt niet gebruikt en is onbekend bij de meeste verpleegkundigen.

Deze richtlijn wordt AMC breed gebruikt en geeft aan dat de volgende meetinstrumenten gebruikt

moeten worden ten aanzien van het meten van pijn:

● 1e keuze: NRS (Numeric Rating Scale + toelichting)

Verplichte aanvullende vraag: Wordt u gehinderd door pijn bij hoesten, bewegen,

doorademen?

● 2de keuze: VAS (Visual Analogue Scale + toelichting)

Verplichte aanvullende vraag: Wordt u gehinderd door pijn bij hoesten, bewegen,

doorademen?

● 3de keuze: Observationele pijnmeting:

o Volwassenen: REPOS (Rotterdam Elderly Pain Score)

o Kinderen:

● reguliere kinderafdeling: FLACC (Faces, Legs, Activity, Cry,

Consolability) COMFORT

● Kinder IC & neonatologie: FLACC, Comfort.

o Intensive Care: CCPOT (Critical care pain observation Tool)

Het is van belang om deze richtlijn aan te houden. Dus als de NRS niet werkzaam blijkt, moet er

overgegaan worden op de VAS. Als deze ook niet blijkt te werken, moet men denken aan een

observationele pijnschaal, zoals de REPOS.

Doel:

De verpleegkundigen zijn op de hoogte van dit protocol en weten welke meetinstrumenten zij kunnen

gebruiken als de NRS niet werkzaam blijkt te zijn.

Page 42: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

42

PIJNBEHANDELING BIJ OUDEREN

HET METEN VAN DE PIJN

Zoals te zien is in de richtlijn pijnbestrijding van het AMC dienen de verpleegkundigen de pijn te

scoren met het meetinstrument de NRS. Verpleegkundigen vinden de NRS vaak moeilijk bij ouderen.

Ze snappen hem niet, of ze begrijpen hem niet. Ze denken dat 10 juist een goede score is. Ze willen

meer vertellen over hun pijn dan alleen een cijfer. Toch is uitleg en voorlichting het beste middel om

onduidelijkheden over de NRS uit de weg te gaan. Als patiënten goede uitleg krijgen, misschien wel

herhaaldelijk, zullen zij de NRS vaker en sneller begrijpen.

Als een patiënt, om wat voor reden dan ook, echt geen score kunnen geven via de mondelinge

schaal. Dan moet de VAS geprobeerd worden. Deze visuele schaal zou meer duidelijkheid kunnen

geven, omdat door middel van blije/verdrietige gezichtjes aangegeven kan worden hoe erg de pijn is.

Stel dat een patiënt een cognitieve beperking heeft, of niet meer aanspreekbaar is dan moet men

overgaan op een observationele schaal (REPOS). Deze schaal is niet gebaseerd op de ervaringen

van de patiënt, maar op de observatie van de verpleegkundige.

Bij ouderen is het geven van voorlichting over de NRS erg belangrijk. Door goede uitleg te geven

zullen de ouderen de NRS beter begrijpen en kunnen ze een cijfer geven voor de pijn. Hiernaast is het

juist ook bij ouderen belangrijk om een controlevraag te stellen als: Is de pijn dragelijk? of Krijgt u

voldoende pijnmedicatie?.

Aanbevelingen die expliciet benoemd moeten worden in de klinische les met de benodigde uitleg.

Maak gebruik van een vaste pijnschaal/score.

De afdeling gebruikt in principe altijd al een vaste pijnschaal, namelijk de NRS. Indien de NRS niet

werkt gebruik dan de VAS, blijf deze score dan wel consequent gebruiken.

Geeft duidelijke uitleg aan de patiënt over de NRS.

o Doel van de NRS?

o Wat gebeurt er met de score?

o Vanaf welke score wordt er actie ondernomen?

Stel de aanvullende vraag: Is de pijnstilling voldoende?

Page 43: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

43

DE PIJNBEHANDELING

Ouderen krijgen soms een andere behandeling dan volwassenen. In het AMC krijgen ouderen vanaf

de 70 jaar bijvoorbeeld sowieso geen opiaat via een epiduraal. Ze krijgen pas orale opiaten, als de

epiduraal gestopt is. Dit is omdat ouderen opiaten moeilijker uitscheiden dan volwassenen. Verder

moeten artsen/pijnverpleegkundigen bij ouderen vaker rekening houden met de medicatie die zij

vanuit huis al slikken. Hiernaast hebben ouderen vaker een grotere medische voorgeschiedenis dan

volwassenen, er moet bijv. rekening gehouden worden met een slechte nier,- of leverfunctie.

Ook is het evenwicht bij ouderen sneller uit balans dan bij volwassenen. Zo geldt voor ouderen dat zij

minder medicatie nodig hebben. Start Low, Go Slow. Het evenwicht vinden is erg lastig. Ouderen

kunnen een delier krijgen door pijn, maar ook door de pijnmedicatie. Zo geldt dat ouderen meer kans

op een delier hebben, zeker als zij een postoperatieve patiënt zijn met medicatie in gebruik.

Aanbevelingen die expliciet benoemd moeten worden in de klinische les met de benodigde uitleg.

Ouderen moeten geïnformeerd worden over het gebruik en de doeleinden van morfine.

WAAROM OUDEREN ANDERS OMGAAN MET PIJN

Waarom ouderen anders met pijn omgaan dan volwassenen heeft te maken met een aantal factoren.

Zo is het zo dat ouderen in een andere tijd zijn opgevoed. Veel kinderen in één gezin was meer regel

dan uitzondering. Niet zeuren, maar doorgaan.

Hiernaast hebben ouderen veelal meer pijnervaringen dan volwassenen. Zij kunnen de pijn dus

misschien beter relativeren dan volwassenen, om deze reden zouden ouderen hun pijn dus minder

snel aangeven dan volwassenen.

Ook kunnen ouderen hun pijn anders uiten dan volwassenen. Zij zeuren vaak niet, maar vertrekken

hun gezicht, of raken incontinent.

Hiernaast zou er nog een onderscheidt gemaakt kunnen worden tussen ouderen en kwetsbare

ouderen. Volgens de projectgroep vallen alle mensen van 65 jaar en ouder na een operatie onder de

groep kwetsbare ouderen vallen. De ene oudere zal kwetsbaarder zijn dan de ander, maar kwetsbaar

zijn ze allemaal.

Aanbevelingen die expliciet benoemd moeten worden in de klinische les met de benodigde uitleg.

Maak gebruik van andere disciplines(geestelijke verzorging) indien nodig.

Maak samen met de patiënt een plan in plaats van over de patiënt heen.

Page 44: Pijn hoort erbij, tóch? - PORTFOLIO Nikki van der meer · 3 VOORWOORD Beste Lezer, Wij, Nikki van der Meer en Lisa Kroon, presenteren u graag een implementatieplan voor de afdeling

44

DE AANBEVELINGEN

Classificatie Aanbevelingen

1. Het vergroten van de kennis van verpleegkundigen

A1 Naast de lichamelijke pijn moet er ook gekeken worden naar andere factoren die de pijn kunnen beïnvloeden, zoals psychische, sociale of spirituele factoren.

A1 Maak gebruik van een vaste pijnschaal/score.

A2+D Geeft duidelijke uitleg aan de patiënt over de NRS.

C + D Maak gebruik van andere disciplines(geestelijke verzorging) indien nodig.

D Geef de aanvullende vraag: Is de pijnstilling voldoende?

D Maak samen met de patiënt een plan in plaats van over de patiënt heen.

D Geef ouderen verbale aandacht.

E Krijg duidelijk wat er wordt verstaan onder het pijnbeleid. Zodat hier eenduidig op kan worden gehandeld.

E Geef uitleg over het protocol en het gebruik van eventueel andere scores.

2. Het vergroten van het inzicht van de ouderen

A2+D Geeft duidelijke uitleg aan de patiënt over de NRS.

D Ouderen moeten geïnformeerd worden over het gebruik en de doeleinden van morfine.

3. Er dient aanvullend onderzoek gedaan te worden

Welke specifieke kennis is nog afwezig op de afdeling?

Hoe reageren oudere patiënten op medicatie en waar liggen nog verdere aandachtspunten?

Is er na het invoeren van de bovenstaande interventies ook daadwerkelijk een verbetering in het pijnbeleid bij ouderen opgetreden? En eventueel hier verder onderzoek naar doen.