#Phoenix 1/7

Phoenix by

#Phoenix 2/7

Een sweater is een absolute must have in elke garderobe. Een basismodel dat vlot te combineren is en zowel puur kan gedragen worden als gepimpt met een print van punchneedleof snijplotter. Je vindt meer uitleg van deze technieken op

w w w.fibremood.com.

Phoenix by

2 - 14 jaar

#Phoenix 3/7

LL: lichaamslengteBorstomtrek (BO): meet horizontaal op het breedste punt van de buste.

• Naaigaren

• Ribboordstof: 30 cm

• Stof: zie tabel

Vergelijk de opgegeven lengtes met de opgemeten of gewenste lengtes. Verleng of verkort de sweater en/of de mouwen door de patroondelen door te knippen ter hoogte van de aangeduide dubbele lijnen en de patroondelen x-aantal cm uit elkaar te schuiven of over elkaar te leggen. Zorg dat de MV-, MR-lijn en zijnaden telkens mooi doorlopen.

afmetingen

* De mouwlengte is de maat inclusief de schouderlengte.

* 140 cm breed

maat (jaar)

stof * (cm)

2-5

50

8-10

100

12-14

115

benodigdheden

maat (jaar)

lengte (cm)

mouw* (cm)

1/2 BO (cm)

2

33,5

27,25

31,75

3

35,5

31

32,75

4

37,5

34,75

33,75

5

38,5

38,5

34,75

6

39,25

42,25

36

8

43,25

46,5

38

10

47,25

51,25

40

12

51,25

56

42

14

55,25

61,25

44

6

85

• Een sweater maak je uit… goed geraden: sweaterstof!

• Een French terry kan ook, al zal die iets minder ‘fluffy’ ogen.Voor de hals-, pols- en zoomboorden heb je een stof nodig die elastisch en toch vormvast is. Ribboordstof of boordstof is de beste optie.

• Als je 100% katoen gebruikt dan was je de stof eerst. Want katoen krimpt!

• Een tricot met textuur, zoals de stof met camouflageprint diewij gebruikten, of een dikkere tricot zijn eveneens geschikt om deze sweater te maken.

stofadvies

matentabel

maat (jaar)

LL (cm)

BO (cm)

2

92

52

3

98

54

4

104

56

5

110

58

6

116

60

8

128

64

10

140

68

12

152

72

14

164

76

LET

OP

Pas het stofverbruik aan volgens de aanpassingen die je doet aan het patroon!

BO BO

#Phoenix 4/7

patroondelen & naadwaarden (in cm)

voorpand: 1x rugpand: 1x mouw: 2x halsboord: 1x (in ribboordstof)zoomboord: 2x (in ribboordstof)polsboord: 2x (in ribboordstof)

12345

6

Teken rond de papieren patroondelen 1 cm naadwaarde tenzij anders vermeld op de teke-ning. De zijde van de patroondelen 1 en 2 die aan de stofvouw ( ) liggen krijgen geen naadwaarde.

Duid belangrijke punten op de omtrek van het patroon aan:

• door een knipje te geven waar een verticaal streepje ( ) of een dubbel verticaal streepje ( ) staat

• een hoekje uit de stof te knippen waar een V-knipje ( ) staat

• knip van delen 1 en 2 die aan de stofvouw liggen een klein hoekje weg om het midden van deze delen aan te duiden.

2

1

3

5

4 6

stofplan

STOFVOUWSTOFVOUW

2

1

3

12

3

De stof ligt dubbel gevouwen met de goede kanten naar buiten.

ZELFKANT

maat 2 - 5

STOFVOUW

maat 6 - 14

#Phoenix 5/7

In de werkbeschrijving wordt uitgelegd hoe je de sweater maakt als je geen overlockmachine hebt. Je selecteert een overlocksteek op je naaimachine om de rafelranden af te werken. De sweater kan ook genaaid worden met enkel een overlockmachine met 4 draden,

namelijk 2 grijperdraden en 2 naalddraden. Je werkt de rafelranden af en stikt tegelijk de naden aan elkaar. De naden blijven elastisch. De delen worden telkens aan elkaar

gestikt met de goede kanten van de stof op elkaar, tenzij anders vermeld.

werkbeschrijving

Legende met gebruiktesymbolen en afkortingen

54

6

5

6

DOORGEKNIPTE RAND RONDBREI

ribboordstofmaat 2 - 14DOORGEKNIPTE RAND RONDBREI

stofplan (vervolg)

goede kant

averechtse kant

middenvoor

middenrug

MV

MR

boordstof

#Phoenix 6/7

bSpeld de rafelranden van de halsboord aan de hals-lijn. Het naadje van de halsboord komt overeen met het V-knipje van MR, het knipje van de halsboord dat MV aanduidt komt overeen met het V-knipje van het voorpand dat MV aanduidt, de andere knipjes corres-ponderen met de schoudernaden. Het is normaal dat de halsboord kleiner is dan de halslijn. Je stretcht de halsboord aan de halslijn. Stik vast en werk de rafel-randen samen af met een overlocksteek.

3

Speld de bovenkant van de mouw (3), de mouwkop, aan de armuitsnijding met de juiste knipjes op elkaar. Het enkele knipje correspondeert met het knipje in het voorpand, het dubbele met de dubbele knipjes in het rugpand, het knipje helemaal bovenaan de mouw komt overeen met de schouder. Stik en werk de rafelranden samen af met een overlocksteek.

2

1

2

1

32 1

2

1

32 1

4

2

a Stik de uiteinden van de halsboord (4) op elkaar. Strijk de naadwaarde open. Strijk de halsboord dubbel in de hoogte met de goede kant van de stof naar buiten.

Speld en stik de schoudernaden van het voor- (1) en rugpand (2). Werk de rafelranden samen af met een overlocksteek.

2

1

2

1

1

#Phoenix 7/7

5

a Stik de zijnaden van de zoomboord (5) op elkaar en strijk de naadjes telkens open. Strijk de zoomboord dubbel in de hoogte met de goede kant naar buiten. Speld de rafelranden aan de zoom met de merktekens op elkaar. De zijnaden van de zoomboord komen over-een met de zijnaden van de sweater. De andere knip-jes corresponderen met MV en MR. Het is normaal dat de zoomboord kleiner is dan de zoom. Je stretcht de zoomboord aan de zoom. Stik vast en werk de rafel-randen samen af met een overlocksteek.

5

5

1

5

1

6

6

3

4

Vouw de mouw dubbel en voor- en rugpand met de goede kant op elkaar en speld de zij- en onderarmnaden met de goede kanten op elkaar. Stik vast en werk de rafel-randen af met een zigzagsteek of overlock. Strijk de naadwaarde in de richting van het voorpand.

b Stik op dezelfde wijze de polsboorden (6) aan de mouwzoom.