Personeels Ring 2

16
1 awbr Het aantal meldingen over pesten op scholen is in 2007 met 11 procent gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat meldde Pestweb, een hulplijn voor kinderen, ouders en leerkrachten die met pesten te maken hebben, onlangs in het maandblad van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS). De meeste meldingen komen van leerlingen uit het basisonderwijs en het vmbo. De top ligt bij kinderen van 12 jaar. Uit onderzoeksgegevens blijkt dat zes procent van de leerlingen van groep 8 frequent het slachtoffer is van ‘cyberpesten’ – pesten via internet. In 2007 werden 25 docenten ontslagen, omdat zij te ver gingen in hun digitale contact met leerlingen. Hoewel niet in alle gevallen ernstig, komen er veel leraren in de problemen door te flirterige smsjes, e-mails of chats. Digitale contacten Amsterdam West Binnen de Ring Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Live (MSN) en Hyves. Kinderen mogen op basisscholen normaliter geen gebruik maken van chatprogramma’s, maar ze doen dat thuis wel. In de lijst met contacten staan natuurlijk ook je klas- genootjes. Met chatprogramma’s kun je niet alleen commu- niceren maar ook pesten. En dat gebeurt: cyberpesten. Windows Live geeft zelf al aan dat je voorzichtig moet zijn met berichten van onbekenden: je kunt bepalen wie je wel of niet toelaat in je mailbox en je kunt iemand er op elk moment uitgooien als het te bont wordt. Je moet dus weten hoe je met chatten omgaat. Bij kinderen speelt ook nog mee dat je contact- lijst als ‘status-symbool’ gezien wordt: hoe meer vrienden en vriendinnen je op je lijst hebt staan, hoe belangrijker je bent. Het gaat dan vaak om ‘vrienden van vrienden’, dus zeg maar ‘onbekenden’. Drie berichten, recent van internet geplukt. Cyberpesten en Hyvescontacten; je zult daar als leerkracht tegenwoordig wat over moeten vinden. Of tegen doen, want hoe reageer je als een kind in je klas door een via internet gepest of bedreigd wordt? Maak je hoe dan ook gebruik van chatprogramma’s binnen je onderwijs? En als je zelf een internetgebruiker bent, tot hoever ga je dan als leerkracht in het digitaal blootgeven van je privéleven? Cyberpesten Chatten is net als e-mailen een handige en snelle vorm van communicatie, maar ook basisscholen hebben intussen te maken gekregen met de keerzijde van digitale netwerken als Windows BINNEN DE RING personeelsnieuwsbrief AWBR nr. 2 Binnen de Ring is de nieuwsbrief voor het personeel van Amsterdam West Binnen de Ring, stichting voor openbaar primair onderwijs. Het blad verschijnt vier maal per jaar. Jaargang 1 , nummer 2 - mei 2008 Eindredactie: Hiske Swart Redactie: Kees van Veen Redactieadres: postbus 589601, 1040 LC Amsterdam e-mail: [email protected] Opmaak: CO3 Druk: Stadsdrukkerij Amsterdam

Transcript of Personeels Ring 2

Page 1: Personeels Ring 2

1

awbr

Het aantal meldingen over pesten op scholen is in 2007 met 11 procent gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat meldde Pestweb, een hulpl i jn voor k inderen, ouders en leerkrachten die met pesten te maken hebben, onlangs in het maandblad van de Algemene Vereniging School le iders (AVS). De meeste meldingen komen van leer l ingen uit het basisonderwi js en het vmbo. De top l igt bi j k inderen van 12 jaar.

Uit onderzoeksgegevens bl i jkt dat zes procent van de leer l ingen van groep 8 frequent het s lachtoffer is van ‘cyberpesten’ – pesten v ia internet.

In 2007 werden 25 docenten onts lagen, omdat z i j te ver gingen in hun digitale contact met leer l ingen. Hoewel niet in al le geval len ernst ig, komen er veel leraren in de problemen door te f l i r ter ige smsjes, e-mai ls of chats.

D ig i tale contacten

Amsterdam West Binnen de Ring

St icht ing voor Openbaar Pr imair Onderwi js

Live (MSN) en Hyves. Kinderen mogen op basisscholen normaliter geen gebruik maken van chatprogramma’s, maar ze doen dat thuis wel. In de lijst met contacten staan natuurlijk ook je klas­genootjes. Met chatprogramma’s kun je niet alleen commu­niceren maar ook pesten. En dat gebeurt: cyberpesten. Windows Live geeft zelf al aan dat je voorzichtig moet zijn met berichten van onbekenden: je kunt bepalen wie je wel of niet toelaat in je mailbox en je kunt iemand er op elk moment uitgooien als het te bont wordt. Je moet dus weten hoe je met chatten omgaat. Bij kinderen speelt ook nog mee dat je contact­lijst als ‘status­symbool’ gezien wordt: hoe meer vrienden en vriendinnen je op je lijst hebt staan, hoe belangrijker je bent. Het gaat dan vaak om ‘vrienden van vrienden’, dus zeg maar ‘onbekenden’.

Drie berichten, recent van internet geplukt. Cyberpesten en Hyvescontacten; je zult daar als leerkracht tegenwoordig wat over moeten vinden. Of tegen doen, want hoe reageer je als een kind in je klas door een via internet gepest of bedreigd wordt? Maak je hoe dan ook gebruik van chatprogramma’s binnen je onderwijs? En als je zelf een internetgebruiker bent, tot hoever ga je dan als leerkracht in het digitaal blootgeven van je privéleven?

Cyberpesten

Chatten is net als e­mailen een handige en snelle vorm van communicatie, maar ook basisscholen hebben intussen te maken gekregen met de keerzijde van digitale netwerken als Windows

BINNENDE RING

personeelsnieuwsbrief AWBR nr. 2

Binnen de Ring is de nieuwsbrief voor het personeel van

Amsterdam West Binnen de Ring, stichting voor openbaar

primair onderwijs. Het blad verschijnt vier maal per jaar.

Jaargang 1 , nummer 2 ­ mei 2008

Eindredactie: Hiske Swart Redactie: Kees van Veen

Redactieadres: postbus 589601, 1040 LC Amsterdam

e­mail: [email protected]

Opmaak: CO3 Druk: Stadsdrukkerij Amsterdam

Page 2: Personeels Ring 2

2

ProtocolMoet je hier als school op inspelen en is de school misschien wel (mede)verantwoordelijk)? Leerkrachten, scholen en school­besturen kunnen er niet meer omheen. Ouders onderkennen het gevaar vaak nog niet, omdat ze zelf niet bekend zijn met dit computergebruik. Moet je het gebruik van chatprogramma’s aanwakkeren door het op school in te zetten? Kun je het gebruik van chatprogramma’s tegengaan? Eenduidige antwoorden zijn er nog niet. In elk geval zou je kinderen kunnen vertellen hoe je met chatten om kunt gaan. Interesse voor wat de kinderen doen op internet kan ertoe leiden dat ze zich veilig genoeg voelen om hulp te vragen als het toch mis dreigt te gaan. Op het stafbureau van AWBR wordt op dit moment een protocol samengesteld. Het zal ingaan op pesten, seksuele intimidatie en discriminatie en zal ook richtlijnen bevatten voor moderne communicatiemiddelen zoals Hyves en MSN.

Opgetekend tijdens een presentatie van op een Amsterdamse basisschool

Windows Live wordt gestart, de ICT’er logt in en direkt komt er een aanvraag van een onbekende chatster: ‘Carlein wil met je praten. ‘Dit is best wel spannend’, fluistert een leerkracht. De ICT’er ‘accepteert’ Carlein en vraagt hoe oud ze is. Carlein antwoordt: ‘Ik ben 12, maar zie er uit als 13.’ De ICT’er is wel benieuwd hoe ze er uit ziet en vraagt of ze een cameraatje heeft en stuurt haar een ‘emoticon’ in de vorm van een hartje toe. De teksten worden nog uitdagender en de spanning bij de teamleden loopt op. Als er uiteindelijk life­videobeelden binnenkomen, blijkt Carlein een collega ICT’er op een andere school te zijn…

Ik weet je ip-adres, dus ik weet ook waar je woont

Bedreigingen als deze zijn moeilijk door een kind te af te wenden, weten we inmiddels. Het is onzin, maar dat moet je dan maar weten en daar ook nog eens naar durven te handelen door die bedreiger te blokkeren. Kinderen moeten dat leren. Ook dat je geen adresgegevens of telefoonnummers doorgeeft. Het gevaar is dat dat snel en gemakkelijk in zo’n chat sluipt: ‘Als je mij even je telefoonnummer geeft, dan kunnen we wat afspreken.’ Of: ‘Als je je wachtwoord geeft, dan zal ik dat wel even installeren.’ En dan is er het gevaar van video. Je kunt de ander overhalen om dingen voor de camera te doen, waar je later mee gepest of onder druk gezet kunt worden. Die video­opnamen kun je bewaren en later gebruiken.

Cyberpesters zijn vaak heel creatief, de digitale pestvariaties zijn talloos en de pakkans is relatief klein. Myriam Limper van Pestweb (www.pestweb.nl) geeft een paar voorbeelden:• Op ikhaat­sites houden klasgenoten een logboek over

iemand bij: ’Chantal had weer een walgelijke broek aan vandaag.’

• Via internet worden erotische producten besteld en bij het slachtoffer afgeleverd.

• Alle meisjes uit de klas hebben toegang tot de Sanne­is­een­trut­Live­groep, behalve Sanne.

• Een Marokkaans meisje doet op school altijd haar hoofddoekje af en ze maakt zich een beetje op. Een jongen maakt hiervan foto’s en chanteert haar: „Als je me geen geld geeft, dan stuur ik ze naar je ouders.”

• Slachtoffers worden bestookt met een stroom van hatelijke sms’jes.

Op een van de basisscholen in Amsterdam speelt op dit moment zelfs een zaak waarbij een ouder zich op MSN voordoet als haar dochter. Haar dochter wil geen contact met haar en op deze manier probeert moeder informatie over haar dochter los te krijgen van vriendjes en vriendinnetjes. Moeder gebruikt ook dreigende taal naar de kinderen. Ook zo’n vorm van misbruik van MSN is natuurlijk behoorlijk bedreigend voor de kinderen.

Digitale contacten tussen leerkracht en kinderen

In de afgelopen maanden is in de media veel aandacht geweest voor de verhouding tussen leerkracht en leerlingen in digitale netwerken. De onderwijsbonden geven daarover een duidelijk advies: houd deze contacten goed gescheiden. Advocaat Frans Lathouwers van de Aob stelt dat het digitale flirten vaak begint met een onschuldige e­mail of sms. “Maar regelmatig gaat het van kwaad tot erger.” Volgens de bond zijn de meeste problemen te voorkomen als scholen met leerkrachten, leerlingen, ouders en medewerkers het gesprek aangaan over digitale omgangsvormen. Ook zouden hiervoor regels moeten worden opgesteld. De verantwoordelijk voor regelgeving op dit gebied ligt bij de schoolbesturen.

Page 3: Personeels Ring 2

3

De Binnenkr ing

Liesbeth begon op 1 maart 1968. Toen als kleuterjuf, daarna als hoofdleidster, gevolgd door adjunct, daarna toch weer liever als leerkracht en nu, omdat ze gedeeltelijk is afgekeurd, twee dagen als onderwijsassistent. “Geen probleem,” verzekert ze, “want ik werk graag met kinderen en op deze manier heb ik ook nog tijd over om leuke dingen in mijn vrije tijd te doen.”

Ben je zo iemand die al heel jong wist dat je het onderwijs in wilde?“Ik speelde wel graag juf, maar doen veel kinderen dat niet? Ik speelde schooltje en ik weet nog goed dat ik de Donald Duck verscheurde om aan blaadjes te komen zodat mijn poppen en beren hun sommen konden maken.”

Marloes had zich niet voorgenomen om het onderwijs in te gaan. Pas in het laatste jaar van de HAVO kwam ze op het idee omdat een open dag van de PABO in Rotterdam aantrekkelijk uitpakte. “Ik deed in 2001 mijn LIO hier op de Zeeheldenbuurt en ben daarna gebleven.”

En nu al adjunct?“Er werd me gevraagd of een adjunctenopleiding niets voor mij was. Maar ik sta nog wel twee dagen voor de klas hoor.”

Hebben jullie een voorbeeld gehad?Marloes: “Ik had zelf een geweldige kleuterjuf. De aandacht die ze voor kinderen had… Ze had iets van ‘vrij met grenzen’. Dat heb ik nu zelf ook wel een beetje.”

Liesbeth: “Ik had voorbeelden zoals ik persé niet wilde worden. Kinderen die ‘en publique’ voor schut werden gezet. Een vriendje kon niet zo goed leren en dan zetten ze hem voor de klas en werd er gezegd: Kijk eens hoe dom die is. Dat wilde ik dus niet. De Zeeheldenbuurt staat in een volksbuurt en er waren toen veel mensen die het niet breed hadden en vaak met veel kinderen op een halve woning zaten. Kinderen maakten veel mee en elk kind had zo zijn eigen manier om daarmee om te gaan. Het bevestigde mijn idee dat er geen standaardoplossingen zijn. Alle kinderen zijn anders.” Marloes: “Je raakt verslingerd aan zo’n buurt als hier. Het interessante is dat er zoveel verschillende mensen dicht bij elkaar wonen. En die komen dus bij elkaar in onze school. Je hebt –zeg maar­ de ‘bakfietsclub’, en kinderen die in het opvanghuis of kindertehuis wonen.”

René van Lier begon in 2004 als leerkracht in Amsterdam. Hij kwam van het platteland in Limburg dus was er sprake van een cultuurschok. “Ik heb op een Katholiek dorpsschooltje gezeten en kreeg nog les van een pastoor. Elke dag begon met een ‘Wees Gegroetje’ en de blaadjes die de pastoor kopieerde en uitdeelde stonken allemaal naar sigaar. Na de PABO in Roermond zat ik opeens in Bos en Lommer in een kamertje met uitzicht op de snelweg. Ik had vier huisgenoten: de een was stoned, de tweede homofiel, de derde Japanner en de vierde Duitser. Het was alle­maal een beetje wennen. Maar het is een slimme zet geweest,

>

Lang/KortRegelmatig zul len we een gesprek arrangeren met medewerkers van AWBR en daarvan vers lag doen in onze perso neelskrant. We beginnen met lang en kort : L iesbeth Boerr igter, d ie op 1 maart 40 jaar verbonden is aan de Brede school Zeeheldenbuurt en Marloes Hammling en René van L ier, beiden pas enkele jaren in het onderwi js .

“Ik verscheurde de Donald Duck om aan blaadjes te komen zodat mijn poppen en beren hun sommen konden maken.”

Page 4: Personeels Ring 2

4

Hoe is het bij jou gegaan Liesbeth, toen je hier begon?“Misschien ook wel een cultuurschok, net als van René. Ik kwam uit een doorsnee gezin en hoorde hier opeens de verhalen van moeders in het kindertehuis. Er waren moeders die huilden – en dan ben jij wel opeens de juf. Ik kon daar eerst niet zoveel mee en huilde wel eens een potje mee. Ik vond de kinderen hier ook heel moeilijk. Maar ik kreeg veel hulp van de toenmalige hoofdleidster, die heeft me er echt doorgesleurd. Zo’n HVO (Hulp voor Onbehuisden) naast school is toch wel heel bepalend.René: “Dat is mij ook zo goed bijgebleven. Dat je begint aan stages en dan in één klap meester bent. Wat ben je, 16, 17 of 18 en in een klap word je anders gezien. Ik vond het best eng en spannend. Als je merkt dat de kinderen dan luisteren naar je, groei je er vanzelf langzaam in.” Liesbeth: “Ik heb het ook moeilijk gehad met slecht­nieuws­gesprekken. Daar zag ik altijd weer tegenop.”

René en Marloes, waar moeten jullie nog aan schaven?“Ik vind het nog eng om voor een grote groep mijn verhaal te vertellen,” zegt René. “Maar over twee jaar ben ik daar overheen.”“Ik vind dat ook nog wel lastig,” zegt Marloes. “We zitten nu opeens met zo’n grote groep directeuren bij elkaar, zoveel mensen ken ik daar nog niet van. Maar ik weet zeker dat ik nog wel verder ga. Ik word zeker wel directeur van een basisschool.”

Zou je in je eigen klas willen zitten?René: “Ja, ik wel. Ik ben een leuke leerkracht die op alle niveaus kinderen verder kan helpen.”

Marloes: “Dat durf ik ook wel te zeggen, hoor. Ik denk dat ik kinderen die zich een beetje anders gedragen toch goed aan het werk kan krijgen.”Liesbeth: “Vrijheid met grenzen is voor mij een goed uitgangs­punt geworden. Ik geloof dat je zo het beste uit kinderen haalt. En zo kun je het ook met plezier blijven doen. Mensen van mijn leeftijd verklaren me soms voor gek dat ik nog op school sta.”

Hoe zien jullie je toekomst bij AWBR?“Heel positief!” antwoordt Liesbeth stellig. “Het stadsdeel had niet zoveel op met onderwijs en we merken nu dat het al heel anders is. De expertise wordt gebundeld, er zijn hoge kwaliteits­eisen. Prima.René: “Er wordt nu echt een visie en structuur neergezet.”“Marloes: “Ik heb voor eerst formatiegesprekken achter de rug met deze nieuwe club en dat gaat gelijk op een heel ander niveau. Alles wordt goed onder de loep genomen. Ik ben daar heel tevreden over.”

Wat willen jullie voor cadeau bij je veertigjarig jubileum?“Tjee, dat duurt nog wel even, maar een groot feest is altijd leuk, antwoordt René.Marloes: “Ik wil wel een leuke bonus om op vakantie te gaan, dat is nooit weg.”Liesbeth: “Wisten jullie dat de oorkonde is afgeschaft? Vroeger kreeg je zo’n gecalligrafeerd diploma. Maar wel een feest. Op 4 juni.”

>

“Ik vind het nog eng om voor een grote groep mijn verhaal te vertellen, maar over twee jaar ben ik daar overheen.”

dat kan ik nu achteraf wel zeggen. Of het een voordeel is geweest om uit een dorp te komen? Ik weet in elk geval te vertellen over land­ en tuinbouw. Ik heb prei gepoot en in kassen gewerkt. Daar kan ik in de toekomst dus in nood nog op terugvallen.”

Ga je de veertig jaar dan niet halen?“In elk geval wil ik directeur worden.”Liesbeth: “Ik snap dat niet hoor, ik vond er niets aan om adjunct te zijn. Je krijgt allemaal van zulke stomme klussen te doen.”René: “Het lijkt mij nou juist fantastisch om het niveau van je onderwijs te verhogen, of de sfeer op een school te verbeteren. Liesbeth: “Maar daar hoef je toch geen directeur voor te zijn?”René: “Als je dat wel bent dan kun je toch een voorbeeldfunctie neerzetten en je kunt de structuur van een school bepalen.”Liesbeth: “En dan met die profielen en ontwikkelingsplannen, het is allemaal wel duidelijker geworden. Tegenwoordig kun je er zelfs uitgegooid worden.”Marloes: “Het gaat uiteindelijk toch om de kinderen. Ik vind dat je ondergrens erg hoog moet liggen en dat geldt dus ook voor de leerkrachten. Anders doe je kinderen te kort. Ik merk best dat oudere collega’s zich veel meer zorgen voor hun functionerings gesprekken. Voor mij is het in het begin ook wel vreemd geweest hoor; je komt observeren bij mensen die ouder zijn dan je eigen ouders.”René: “Maar je doet je werk goed hoor.”Liesbeth: “We hebben je zien groeien van een schuchter meisje tot iemand die zijn mannetje kan staan.”Marloes: “Je moet ook wel. De maatschappij is hard tegen­woordig. Je moet je kansen grijpen anders rennen ze je voorbij.”

Wat vind je van je eigen opleiding?René: “Ik schaam me echt voor wat een PABO­opleiding tegenwoordig aflevert. Ze moeten daar echt wat aan doen. Zowel de opleiding als het salaris moet beter.”Marloes: “Misschien is het in Rotterdam iets minder erg, maar ik ben het wel helemaal met je eens. Je krijgt tegenwoordig zoveel herkansingen voor studiepunten – ik vind dat onbegrijpelijk. Als je niet kunt rekenen dan kun je gewoon niet voor de klas.”

Page 5: Personeels Ring 2

5

De scholen van AWBR staan in v ier stadsdelen. Voordat AWBR ontstond waren er v ier Gemeenschappel i jke Medezeggenschapsraden. Deze v ier z i jn nu samengegaan. Arnold Klomp is adviseur bi j de Algemene Onderwi js Bond en ass isteert daar bi j .

De medezeggenschap in de betrokken stadsdelen was al flink vormgegeven,” vertelt Arnold. “Alleen de manier van samen­werken tussen GMR en bestuur was verschillend. De verhouding tot het bestuur was bij de ene club wat positiever dan bij de ander. Je ziet dat in de GMR van de AWBR nu terug. Niets bijzonders aan; zo werkt dat meestal. Maar, we willen wel naar een situatie van vertrouwen in elkaar. Dat bouwen we nu op. We kunnen al terug kijken op een fatsoenlijk verlopen verzelfstandiging, dat is een goede start. We maken kleine stapjes en bespreken wie we willen zijn en hoe we dat vorm willen geven. ”

Een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad heeft inspraak bij het vormen van beleid en vertegenwoordigt de belangen van de scholen: ouders, leerlingen en personeel. Het is de taak van een GMR de verschillende gezichtspunten die er leven bij deze groepen naar voren te brengen. En ze moet ook inspelen op wat zich aan beleidsmaatregelen ‘van bovenaf’ aandient.

“Probleem daarbij is vaak de ambtelijke taal geweest,” bevestigt Arnold. “Daar werd vroeger minder naar gekeken. Daar hebben we wel van geleerd en nu worden de stukken voorbereid: een ouder en een leerkracht en vaak een directielid ‘vertalen’ de stukken naar begrijpelijk Nederlands. De informatie moet kort en helder beschreven worden – eigenlijk zoals je dat tegen­woordig ziet in een weblog.”

“We willen voorkomen dat GMR­leden alleen een controlerende taak hebben. De GMR van AWBR is een volwaardige gespreks­partner van de algemene directie. De leden van de nieuwe GMR hebben dan ook scholingen gepland met onderwerpen als organisatiestructuur en financiën. De GMR houdt zich bezig met bovenschools beleid, met zaken die alle of een groot deel van de scholen aangaan. De GMR wordt dan wel voor een groot deel ‘gevoed’ van bovenaf, maar input vanuit de scholen is natuurlijk minstens zo belangrijk, zo niet cruciaal!“

De rol van de ouders“Een groep ouders van verschillende scholen bij elkaar kan een enorme bron van inspiratie en informatie zijn. Veel ouders beschikken door hun ervaring, opleiding en/of beroep over heel andere kennis en vaardigheden dan ‘de meeste onderwijs­mensen’. Vaak levert dit een heel verfrissende, totaal andere kijk op de zaken op, maar ook specialistische expertise (bijv. op financieel gebied).”

De GMR van AWBR

“Uiteindelijk zouden we naar een kleinere club toe willen,” besluit Arnold. “Er zijn voorbeelden in Nederland van zulke grote besturen dat met een afvaardiging van twee mensen per school de vergadering zo’n tachtig mensen besloeg. Dat werkt natuurlijk niet. Ook bij de AWBR zou je kunnen denken aan een GMR van niet meer dan 12 tot 16 mensen. Dat lukt als twee scholen bijvoorbeeld met een personeelslid afgevaardigd worden. De ervaringen elders zijn heel positief. Een kleinere en slagvaardige GMR kun je al eerder betrekken bij het opstellen van beleid.”

Nog zo’n twee of drie bijeenkomsten en dan loopt de bemoeienis van Arnold met de GMR af. Er is een ambtelijk secretaris aan­gesteld en die is nu de spil van de GMR. Alle vergaderingen worden gehouden op het stafbureau en beginnen wisselend om 18.30 en 19.30 uur. De eerstvolgende vergadering is op 22 mei. De verslagen van de GMR­vergaderingen worden binnenkort ook op de website geplaatst: www.awbr.nl

Iedereen die mee wil denken met AWBR, is van harte uitge­nodigd om de vergaderingen bij de wonen of lid te worden van de GMR. Voor meer informatie kunt u altijd contact opnemen met ambtelijk secretaris Betsy Wahlen: [email protected] of 020­772 45 69

“We willen wel naar een situatie van vertrouwen in elkaar. Dat bouwen we nu op.”

Page 6: Personeels Ring 2

6

dat ze die tijd zinvol en plezierig kunnen besteden. Op veel scholen van AWBR worden naschoolse activiteiten georganiseerd. Zowel het aanbod als de deelname groeit explosief.

SportplanAmsterdam geeft vorm aan Jong Amsterdam. Eén van de onder­werpen die inmiddels zijn uitgewerkt is een Sportplan. Een Kunsten plan volgt. Sport zal een onlosmakelijk onderdeel worden van de dag­arrangementen in het basisonderwijs. Niet alleen tijdens schooltijd, maar ook erna. Alle kinderen maken zo kennis met het plezier van sporten. Er komen extra investeringen op basis­scholen in aandachtswijken. Hier worden maar liefst 100 schoolsportverenigingen opgericht. Amsterdam koppelt dit sportaanbod aan overgewichtprogramma’s. Dit betekent extra aandacht voor gezonde voeding en oudervoorlichting.

Sport maakt onderdeel uit van de wijkgerichte aanpak van het dagarrangement. Dit betekent dat het naschoolse sportaanbod op en rondom de school (in de wijk) wordt aangeboden. De uitvoering van het sportplan wordt ondersteund door de stadsdelen en de centrale stad. De stadsdelen organiseren en coördineren de kennismakingslessen (de eerste trede bij talentontwikkeling).

De toekomstHet beleidsplan Jong Amsterdam beschrijft de periode tot 2010, maar zal ongetwijfeld tot lang daarna doorgaan. Paul van Putten, één de deelnemers aan de Stuurgroep Brede Talentontwikkeling: “De ideeën zijn neergezet en de uitwerking daarvan is niet meer tegen te houden. De gemeente en de besturen hebben niet voor niets de handen ineen geslagen om de jeugd en dus de toekomst van Amsterdam weer op de kaart te zetten.”

In de nota Jong Amsterdam heeft de Gemeente Amsterdam haar jeugdbeleid vastgelegd van 2006 tot 2010. Het begrip ‘Brede talentontwikkel ing’ komt uit deze nota. De ambit ie is om al le 200.000 Amsterdamse kinderen en jongeren tot en met 23 jaar de mogel i jk heid te bieden hun talenten te ont wikkelen. Het betekent dat k inderen kunnen ontdekken waarin ze goed z i jn en dit talent verder kunnen ontwikkelen. En dat moet zo min mogel i jk afhankel i jk z i jn van etnic i te i t , mi l ieu, school of buurt .

Om brede talentontwikkeling mogelijk te maken zijn er verschillende aandachtspunten: ­ Er moet een sluitende samenwerking komen tussen zorg

en onderwijs;­ Alle kinderen moeten verzekerd zijn van een veilige,

pedagogisch verantwoorde en stimulerende omgeving;­ Er moeten afspraken gemaakt worden om de overgang van

voortgezet onderwijs naar arbeidsmarkt te versoepelen;­ Er wordt van alle instellingen die met en voor de jeugd

werken een grote professionaliteit verwacht.

De plannen zijn besproken met de stadsdelen, scholen, organi­saties en verenigingen op het gebied van welzijn, sport, kunst en cultuur, natuur, wetenschap en techniek. De school besturen ondertekenden een convenant waarin ze de doelstellin gen van Jong Amsterdam onderstreepten en waarin ze beloofden die vorm te geven. Om een breed aanbod te realiseren, is er een indeling gemaakt in zes talentgroepen: Sport, lijf en gezondheid ­ Kunst en cultuur ­ Techniek en ICT ­ Wetenschap en Natuur ­ Communicatie en Taalvaardigheid ­ Sociale vaardigheden. Elke talentgroep kent vier niveaus: de trap loopt op van kennismaken, ontwikkelen, naar bekwamen en uiteindelijk naar het leveren van top­prestaties. Het is de bedoeling dat in 2010 alle kinderen in elk geval de eerste en tweede trap van alle talentgroepen hebben kunnen verkennen.

DagarrangementenSinds augustus 2007 zijn de basisscholen verantwoordelijk voor de organisatie van dagarrangementen. 95% Van de scholen heeft de uitvoering van de voor­ en naschoolse opvang uitbesteed, meestal aan kinderopvang en welzijnsorganisaties, soms in samenwerking met sportclubs. Dagarrangementen en Jong Amsterdam sluiten goed op elkaar aan. Er is de afgelopen tijd door de scholen en organisaties voor welzijn en kinderopvang hard gewerkt om dagarrangementen samen te stellen die het niet alleen mogelijk maken om kinderen tussen 7.30 en 18.30 uur op te vangen, maar er ook voor zorgen

Bredetalentontwikkel ing

Page 7: Personeels Ring 2

7

S i lhouet

Een column van René Peeters, d i recteur AWBR

Van Coen tot Corant i jnEen dezer dagen ontving ik een uitnodiging van een van mijn vroegere basisscholen: de JP Coenschool uit de Indische buurt. Want: er kwam weer zo’n bijzondere “verhalenavond” voor ouders. Wat heb ik drie jaar geleden genoten tijdens die avond, woorden schieten te kort. Ouders van verschillende nationa­liteiten leerden onder leiding van de verhalenman (Karel Barac) verhalen te bedenken en te vertellen uit hun eigen jeugd. Een simpel gegeven, maar het resultaat was mooier en ontroerender dan menig show in Carré of de Stadsschouwburg. Een orkestje bestaande uit de conciërge, enkele onderwijsassistentes en leerkrachten, een enorme schakering aan uitheems voedsel, mensen in de zaal die niet meer bijkwamen van het lachen en soms een traan wegpinkten en supernerveuze vertellers die nog nooit op het toneel hadden gestaan. Bijgestaan door een vaderlijke Verhalenman die wekenlang mensen getraind en ondersteund had. Ik denk dat ik op de uitnodiging in ga. Ik wil meer verhalen over de man die in Marokko op blote voeten voetbalde met een bal bestaande uit elastieken en die uitein­delijk zijn droom verwezenlijkte doordat hij kwam te werken in de Arena om het veld op orde te houden. En de man die als jongen met zijn vijf broertjes op Schiphol aankwam, voor de netheid allemaal kaal geschoren…. want dat maakte indruk in het nieuwe land. Dit project maakt deel uit van een veelheid aan initiatieven van ouders en teamleden om van de school een gemengde school te maken. En ondanks tegenwind en roeien met één riem is het de school gelukt. Ook op onze scholen hebben we enthousiaste teams en groepen ouders die zich niet neerleggen bij witte en zwarte scholen. Zij willen scholen die een afspiegeling zijn van de buurt. Het is een proces van lange adem en soms denk je: “het lukt nooit” en “wie helpt ons”?

Het lijkt soms vechten tegen de bierkaai. Neem basisschool De Corantijn. Stadsdeel de Baarsjes ondersteunt het traject van de gemengde school van ganser harte, maar toch ….in de hele buurt zijn bankjes vervangen, behalve de bankjes onder de mooie kastanjebomen op het Corantijnplein. Het geld was op of ze waren nog niet afgeschreven. De ouders willen een tuin omspitten om die later zelf te kunnen onderhouden, maar het huren van een kraan kost 2000 euro. De ouders hebben samen met de school een mooie kinderkunstroute door de buurt ont­wikkeld. Kinderkunst in etalages en bij mensen thuis. Kinderen en kunst verbinden mensen en culturen. Alles ondersteund door prachtig zelf ontworpen en gedrukt foldermateriaal. Ouders en team van de school zijn hun gewicht in goud waard. Ook op andere scholen zoals de Multatulischool en de Westerparkschool zijn oudergroepen actief (geweest) en zie je hoe succesvol hun inspanningen na verloop van tijd zijn. Als stafbureau proberen we waar mogelijk deze initiatieven te ondersteunen. In beperkte mate met financiën, maar vooral door in overleggen met stads­delen en andere partners aandacht te vragen voor deze initia­tieven. Een gemengde school is een rijke school. Kinderen leren er van en met elkaar. Een hele goede leerschool voor later. We leven in een rijk geschakeerd land. We hebben elkaar veel te geven en veel te leren. Het is een kenmerk van openbaar onder­wijs: iedereen is welkom. Wij geven geen les aan autochtonen of allochtonen.. …. wij geven les aan kinderen! En goed!

De achterliggende gedachte bij de titel is dat het in columns gaat over beelden die vanuit de werkelijkheid waarheid kunnen worden, maar nog niet tot in detail ingevuld zijn.

Verhuiz ing stafbureau:

Het stafbureau van AWBR verhuist begin juni 2008 naar de Baars jes-weg 224. De inr icht ingsplannen z i jn gereed en de verbouwing zal binnen kort starten. In de volgende personeelskrant zul len we u er meer van laten z ien en over vertel len.

Page 8: Personeels Ring 2

8

Op zich is het interv iewen van Nel Keunen niet ingewikkeld. Je lu istert en schr i j f t . B innen v i j f minuten heeft ze uit z ich zelf a l le vragen beantwoord die je kon bedenken en daarna hoopt ze ook nog ‘dat je genoeg papier hebt om al les op te schr i jven’ .

Het kamertje van Nel Keunen in de Multatulischool heeft nog een bel en een lampje. “Let op,” roept Nel, “als ik nou hier op druk, dan staat er ‘wachten’. En zo staat er binnenkomen, toch? Nel Keunen draagt aan het eind van het schooljaar de sleutels van de Multatuli over aan een nieuwe directeur. “Mijn man stopt ook met zijn werk en nu kunnen we lekker reizen. En ik doe veel aan sport, ik tennis en ik golf, dus ik vermaak me wel. Maar ik zal het team wel missen. Iedereen leeft hier altijd enorm met elkaar mee. En we lachen veel met elkaar. Toen ik bijvoorbeeld mijn praktijkexamen voor golf moest doen, verwachtten ze dat ik dat niet zou halen en stond de conciërge me op te wachten met een plastic stick en een oefenballetje. Maar ik heb ze terug gepakt. Toen we een personeelsuitje organiseerden heb ik ze getrakteerd op een golfclinic in Spaarnwoude. Stonden ze allemaal op een rijtje met hun neuzen dezelfde kant op. ‘Laten we dat bij beleidskeuzes nou ook doen’, riep ik toen.”

Nel Keunen. Directeur van de Multatulischool in de Sara Burgerhartstraat. Ze kent de buurt door en door, want zelf is ze als kind naar de Hoofdwegschool gegaan. Vanwege de woningnood had ze later een ‘halve woning’ in de Kinkerstraat en daarna verhuisde ze naar de Bilderdijkstraat. Ze was een druk

Nel draagt de s leutels over

“Ik vond het toch wel moei l i jk om de advertent ie te z ien staan voor een nieuwe directeur. Ik had iets van: Jeet je, dat is wel mí jn school .“

kind, vertelt ze. Ik weet nog dat Juffrouw Koster me op de dag dat ik een broertje kreeg maar naar huis stuurde omdat ik alleen maar daarover kon praten. Tussen de middag stond ze op de stoep met een bloemetje voor mijn moeder. ‘Maar neem haar nou maar weer mee, zei mijn moeder.”

“Ik wilde altijd naar de toneelschool toe. Maar ik was te jong toen ik me aanmeldde en toen verwezen ze me naar de Kweek­school, want daar deden ze ook aan declamatie, spraakles en eloquentia. ‘Welsprekendheid’ was dat: dan moet je tien minuten praten over een willekeurig onderwerp. Dat kan ik wel, ja…”

Page 9: Personeels Ring 2

9

Mies. Ik begon in de hoogste klas en ik weet dat omdat we met dat bruine papier de leesboekjes moesten kaften voor de eerste klassertjes.”

Het was een andere t i jd “Als ik er aan terugdenk dan is de verandering die nog het meeste indruk op me maakte dat je een broek kon gaan dragen. Dat deed je als vrouw niet voor de klas. Je had toen sportdagen voor klas 4, 5 en 6, en ik weet nog goed dat als zo’n dag niet doorging vanwege het weer, buiten de vlag gehesen werd, zodat de kinderen wisten dat ze naar school moesten komen. En wij moesten ons dan snel verkleden.

Op de school was wel een ‘waarnemend hoofd’ en ik werd de ‘derde man’. Dat was leuk, want ik kreeg telefoon in de klas. En toen de de kleuter­ en de lagere scholen samen gevoegd waren in de basisschool ben ik directeur geworden, samen met Erna Petri. We hadden toen al overleg met directeuren van de andere scholen in de buurt en daar noemden ze ons Knabbel e n Babbel. Ik tetter nogal veel, ja. Toen Erna er mee stopte in 1994 ben ik directeur in mijn eentje geworden.”

De buurt veranderde“Zoals op de meeste plekken in Amsterdam veranderde de samenstelling van de buurt totaal. Het eerste Turkse meisje op school heette Nezla. Al snel daarna was er geen Nederlands kind meer op school. Opvallend genoeg was het het moeilijkste toen we een verdeling van ongeveer 2/3 om 1/3 hadden. Juist zo’n overgangsperiode is lastig, want dan moet je veel oplossingen zoeken en heb je eigenlijk enorm veel extra scholing nodig.

Na de Kweek begon Nel als leerkracht op de Heymansschool in Osdorp. Daarna werd ze ‘taakverlichtster­van­het­hoofd’ op twee scholen, waaronder de Multatuli, die toen nog Prinses Beatrix­school heette: “Ja, het salaris is niet veel veranderd, maar de titels wel. In 1976 ben ik hier als leerkracht gaan werken. Het team had als stil motto dat ze niets wilden veranderen wat goed was, dus het leren lezen ging er werkelijk nog met Aap, Noot,

Page 10: Personeels Ring 2

10

Toen de school helemaal gekleurd was, liep alles weer op rolletjes. Het verandert nu opnieuw, er zijn nu veel meer hoog opgeleide autochtone en allochtone ouders. We hebben al die jaren echt gevochten om dingen te veranderen op school. Voordat iedereen douchte na gymles of voordat iedereen meeging op schoolreis moest er heel wat afgepraat worden. Maar al moesten we drie of vier jaar vechten, we wilden dat voor elkaar krijgen. En dat doen we nog steeds.”

Welk kind herinner je je nog?“Geen kind, een hele klas! Daar zat Ellen Slager in, haar moeder woont hier nog aan de overkant. En Brigitte en Marco. Marco is nu beveiligingsbeambte. Je differentieerde toen nog niet zoals nu en hij kon alleen werken als hij niet afgeleid werd. En dus zat hij vooraan met zijn hoofd naar de muur te werken. En dan toch moest je continue aanmoedigen: Marco, werk door! Ja Juf! Heeft die klas me voor mijn verjaardag een cassettebandje gegeven met een hele reeks: Marco, werk door! Prachtig. En in diezelfde klas zat Patrick, een behoorlijk lastige jongen. Maar daar kon hij niks aan doen. Toen ie van school afging kreeg ik een beeldje van hem. Een klein jongetje. En daar stond onder: ‘Voor een lieve juf, van het lastigste jongetje van de klas.’…”

Het onderwi js van nuJe zit nu ruim veertig jaar in het onderwijs. Vind je het zwaarder geworden?“Veel directeuren zeggen van wel, maar ik heb een goed midden­kader. Miriam is nu adjunct en we hebben de zaken goed verdeeld. Ik ben zelf niet iemand die beleidsstukken uitschrijft. Dat doen anderen in ons team en dat werkt uitstekend. Ik ben weer sterk in de personeelszaken, organisatie en de financiën. Ik ben wel een regelnicht geloof ik. “

Hoe staat het nu met het onderwijs op de Multatuli?“Goed. Ik vind wel dat we moeten uitkijken dat we niet al te veel

met randvoorwaarden bezig zijn, dan komt je lesgeven in gedrang. Maar je zult mij niet horen klagen over toetsen en testen, daar is iedereen nu wel aan gewend. Wat ik jammer vind, is dat we te weinig zingen en geen vakdocenten meer hebben voor gymnastiek en handenarbeid.”

Zelf lerenWaarvan heb je zelf veel geleerd?“Van de cursus “verandermanagement”. Je leerde daar zulke praktische zaken en dat kon je dan tegelijk in je eigen teamvergaderingen uitproberen. Als je wat wil veranderen in het onderwijs, dan moet je mensen vóór zijn. Je moet het goed voorbereiden. Marion Haanen kan dat zo goed. Dan heeft ze al op een flap de reacties geschreven die ze verwacht te horen. Daar staat dan met vette letters: ‘Wij hebben het druk.’ ‘Wij willen geen taakverzwaring.’ ‘We zitten vol.’ Dat klopt! roept ze dan. En dus –en dan slaat ze het volgende blad open waarop staat: ‘Moeten we beginnen aan…’ Ik vind dat wel knap. En geestig ook.”

En wat ga je zeker niet meer leren?“Ik ben intussen wel gewend aan computers, maar nu kreeg ik laatst voor de schoolfinanciën zo’n ding dat leek op een afstands­bediening. Nu blijkt dat het alleen een wachtwoord oplevert dat je dan weer op de computer moet intoetsen. Je kent die reclame wel, hè? Van die man die de muis in de hoek van zijn beeld­scherm drukt. Daar moest ik toen wel even aan denken. Het lukt mij prima om overal mee te werken, maar alles kost nu meer tijd en ik zie er niet altijd de voordelen van in.”

Boodschap voor de achterblijvers?“Dat je moet lachen met elkaar. Als je er plezier in houdt blijf je gezond. Ik heb het altijd leuk gevonden. Als je met een chagrijnig gezicht de school binnen komt, dan kun je niet voor de klas staan.”

Page 11: Personeels Ring 2

11

De eerste Zandvoort Circuitrun was een wervelend succes. Een unieke locatie. Het team van AWBR scheurde als één van de eersten door de Tarzan bocht. Een verslag van één van de lopers, Coco van der Hoeven, medewerkster op het stafbureau.

In een grote tent op het Circuit van Zandvoort vinden we elkaar. Duizenden mensen lopen hier vandaag. Op deze plek racen normaal de auto’s met gierende banden door de bochten maar deze zondag in maart gaan wij hier,met een team van 10 mensen van AWBR, hardlopen. We starten en finishen hier. Het loop parcours gaat na het circuit door de duinen en over het strand en zal 12 kilometer zijn.

De elektronische chip die onze tijden gaat meten maken we aan onze schoen vast door de schoenveters en we spelden het start nummer op ons shirt. Een opvallend paars shirt hebben we ontvangen. En we lopen rond met vragen: Gaat het nog regenen? Doen we een jack aan? Of een pet op tegen de zon? Hebben we genoeg getraind? Gaan we snel van start of bouwen we het rustig op? Blijven we bij elkaar open of toch in eigen tempo lopen?

De spanning stijgt zo vlak voor de start. Staat er nog iemand in de file met zijn auto? Is iedereen fit? Nog wat spieren rekken en een beetje warm springen. Water drinken. Op de foto met elkaar maar hebben we nu iedereen?

En dan op weg naar het startvak. Bij de tribunes zijn de ‘pitstop’ vakken. Normaal worden hier banden verwisseld en tanks bijgevuld. We wringen ons tussen de mensen en staan dicht op elkaar. We staan niet ver van de snelle wedstrijdlopers. Na veel aanmoedigende teksten, muziek door de luidsprekers en publiek dat ons van boven af toejuicht (zie foto) klinkt het startschot. De meute zet zich langzaam in beweging. Waar onze schoenen over de matten met elektronische meetapparatuur gaan, klinkt een continu hoog piepend geluid. De verbazing erna: het asfalt loopt niet horizontaal! Het is links veel hoger dan rechts. Dat is als raceauto heel handig wil je de bocht niet uitvliegen, maar wij lopers hebben een ander tempo en gaan dus van de ene binnen bocht naar de andere. Van het circuit af steken we de boulevard over en gaan door het mulle zand op het strand. De zee ruist mooi, de wind gaat harder tegen ons in blazen. De weergoden zijn ons minder goed gezind en geven een regen bui. Dan nog een duinhelling op. Ploegend door het mulle zand is dit wel het zwaarste stuk. Het keerpunt is in zicht, de terug weg gaat licht glooiend omlaag. Dat scheelt veel. Wind in de rug. Een joelende menigte bij de finish. Enthousiaste blije gezichten in de tent. Iedereen heeft de 12 kilometer uit gelopen en nog snel ook. Een belevenis om niet snel te vergeten. Dit jaar werden we 50ste en volgend jaar schuiven we vast en zeker weer een aantal plaatsen omhoog in het klassement.

De Zandvoort Circuitrun

Page 12: Personeels Ring 2

TeamHet team bestaat uit 27 mensen. Als je de stagiaires meetelt, kom je echter op meer dan het dubbele. Elke groep heeft verplicht een ROC­stagiair, die assisteert in de groep. De school heeft ook veel studenten van de Pabo binnenshuis, uiteraard mensen die de tweejarige daltonspecialisatie van de opleiding doen. De leer­krachten van lagere school ‘De Potgieter’, die in 1985 is opgegaan in basisschool De Waterkant, zijn over het algemeen wat ouder. Daarnaast is er een jonge groep van voornamelijk stagiaires die ‘zijn blijven hangen’.

Creat iefEr zijn daltonvergaderingen, die over onderwijsinhoudelijke onderwerpen gaan, maar ook daltondagen, vier keer per jaar. Veel ouders zijn kritisch en creatief. Tijdens deze dagen krijgen alle kinderen workshops onder leiding van ouders en leer­krachten. Op het lijstje van dit jaar staan verrassende onder­werpen: origami, ‘a minute of fame’, het maken (en drukken) van je eigen T­shirt en het maken van de schoolkalender.

School In Beeld

De Waterkant

De Waterkant huist in een modern, l icht gebouw op een pracht ige plek: aan het water in het Bi lderdi jkpark. Het is de enige daltonschool binnen de scholen van AWBR. Gecert i f iceerd in 2003, dus in apr i l 2008 staat een nieuwe ‘v is i tat ie-commiss ie’ voor de deur. Die onderzoekt dan bi jvoorbeeld of de afspraken nog nagekomen worden. En of de door-gaande l i jn van de school nog z ichtbaar is . Dalton heeft n iet op elke school het zelfde gezicht, maar het werken met taken is algemeen. De kinderen hebben daarvoor takent i jd, waarin de ‘u i tge-stelde aandacht’ een grote rol speelt . De kinderen hebben een houten blokje op tafel waarmee ze aangeven of ze gestoord mogen worden of een vraag aan de leerkracht hebben. De leerkracht loopt z i jn bokjesrondes door de klas en besteed in die t i jd ook extra aandacht aan kinderen die hulp nodig hebben. Dalton is weten op welk niveau een kind z i t en voor elk k ind het ju iste taakwerk opgeven.

12

Page 13: Personeels Ring 2

SamenwerkenHet team heeft net een cursus ‘Coöperatief leren’ gevolgd – de leerkrachten willen de kinderen heel bewust aanleren hoe je samen werkt. En het is tegelijk een goed moment om stil te staan bij de vraag of je op dat gebied binnen het team ook nog wat kunt verbeteren. De school doet ook aan ‘maatjeswerk’: elk kind krijgt wekelijks de opdracht om iets met een ander kind samen te doen. Voor kleuters kan dat samenspelen zijn, voor de leerlingen van groep zes samen een begrijpend leesles te maken of voor achtste groepers een internetopdracht. Kinderen zijn snel zelf­standig op deze school. Bezoekers merken dat kinderen durven contact te zoeken of aanbieden iets uit te leggen. Op de gang hangen zelfgemaakte verkiezingsaffiches voor de leerlingenraad.

RapportDe Waterkant gebruikt een groeirapport. De kinderen hebben een eigen witte multoband waarin telkens aanvullingen komen. Het is een bolletjesrapport van twee A4­tjes, aangevuld met uitleg wat er gedaan is en waarop gelet wordt. Een vak met opmerkingen completeert het rapport dat twee keer per jaar wordt uitgereikt tijdens de oudergesprekken.

OranjeDe school is in lichte kleuren geschilderd, vooral blauw en wit. De laatste creatieve explosie? Twee jaar geleden kreeg de nieuwe personeelskamer een oranje wand. Daar is nog wel wat over te doen geweest. Het team heeft iets met oranje, want op dit moment is er een discussie of de oranje kleur van het stoplicht dat ingezet wordt tijdens werkperiodes in de klas wel of geen betekenis heeft. Voorlopig blijft het bij groen en rood: je mag de leerkracht wat vragen of ‘nu even niet’

Teambui ldingElk jaar is er een teamdag. Twee jaar geleden de Rembrandt­speurtocht, vorig jaar heeft het team geroeid en Capoeira gedaan. Heeft dat nog iets met onderwijs van doen? Nee, het is echt bedoeld als teambuilding.

13

Page 14: Personeels Ring 2

14

Inzet voor de onder handel ingen

waren hogere leraren salar issen die

het vak weer aantrekkel i jk moeten

maken

Overeenstemming bonden en minister Plasterk

Op woensdag 16 apr i l is er overeen-stemming bereikt over de nieuwe onderwi js-CAO. Inzet voor de onder-handel ingen waren hogere leraren-salar issen die het vak weer aantrekkel i jk moeten maken en die korte metten maken met het lerarentekort. Een pakket verbeteringen, het ‘Actieplan Leerkracht’, komt bovenop de normale CAO-verho-gingen, zoals die z i jn afgesproken in de CAO pr imair onderwi js 2007-2009.

De wi jz ig ingen in de CAOIn de nieuwe CAO, die loopt tot 1 augustus 2009, zijn de volgende veranderingen opgenomen: • Het onderwijspersoneel (onderwijzend en ondersteunend)

krijgt op de dag van de leraar in 2008 een bedrag van 200 euro. Deeltijders krijgen een bedrag in verhouding tot hun aanstelling.

• Er gaat veel extra geld naar het scholingsfonds waaruit opleidingen van leraren (en de vervanging) worden betaald. Het gaat om 25 miljoen euro in 2009 tot 85 miljoen in 2012.

• Op 1 augustus 2008 worden de salarissen verhoogd met 2,3%. In december 2008 volgt een verbetering van de eindejaars­uitkering met 1% naar 6,3%.

De BAPO­regeling, waar Plasterk aanvankelijk op wilde bezuinigen, blijft bestaan.

Het Act ieplan LeerkrachtNaast de wijzigingen in de CAO krijgt het onderwijs een extra financiële impuls door het Actieplan Leerkracht. Voor het basisonderwijs zijn de belangrijkste onderdelen:• De salarislijn wordt ingekort van 18 naar 15 stappen.• Wie in het basisonderwijs geen voordeel heeft van de

inkorting van de salarislijn in schaal LA, krijgt een toelage van € 850 per jaar.

• In de periode 2010 tot 2014 verbetert het carrièreperspectief voor leraren basisonderwijs. 40% Van de leraren kan door­stromen van LA naar LB, wat een verbetering inhoudt van het maximaal te bereiken salaris van € 316. Nog eens 2% kan naar LC, wat een plus op het maximum betekent van € 583.

Om in aanmerking te komen voor een LB­functie in het basisonderwijs moet een leraar tenminste voor de helft van de tijd of meer voor de groep staan en wordt de functie­beschrijving aangepast. Daarbij zal het opleidingsniveau en de verantwoordelijkheid een rol spelen. Deze leerkrachten hebben bijvoorbeeld extra cursussen gevolgd en dragen extra verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsverbetering van het onderwijs op de school.

• Er worden al in 2008 minimaal 1550 extra banen gecreërd om leraren en schoolleiders te ondersteunen.

Page 15: Personeels Ring 2

Samen Beter Lezen een oefenmethode voor op school en thuis

Handreiking voor leerkrachten bij het geven van extra hulp aan leerlingen met leesachterstanden of leesproblemen in groep 4 tot en met groep 8 van de basisschool.Samen Beter Lezen is een eenvoudige oefenmethode waarbij diverse personen de rol van begeleider (tutor) kunnen vervullen. In dit boek wordt de oefenmethode beschreven en komen de verschillende soorten tutorbegeleiding op school en thuis aan de orde. Uitgangspunt is dat de school verantwoordelijk blijft voor de zorg aan leerlingen met leesproblemen en speelt daarom een cruciale rol bij de organisatie, training en coördinatie van Samen Beter Lezen. Met Samen Beter Lezen wordt er gewerkt aan de verbetering van de technische leesvaardigheid in samenhang met het begrijpend lezen en de leesattitude van de leerlingen.

Hetty Klaassen en Aleid Stienstra­SondijUitgeverij: CPS, 1999Prijs: € 21,90ISBN: 90­6508­434­7 978­90­6508­434­7

Boek zoekt lezer

Stap voor stap different ieren bi j het leren lezen in groep 3

Deze publicatie is geschreven voor leerkrachten van groep 3 die overwegend klassikaal leesonderwijs geven, maar zoeken naar manieren om beter aan te sluiten bij verschillen tussen leerlingen. Aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden die de leerkracht heeft om in de groep in te spelen op verschillen tussen leerlingen en extra instructie­ en oefentijd te realiseren. Kernbegrippen hierbij zijn pedagogische ondersteuning, een gestructureerd, samenhangende didactische aanpak en een efficiënte klassenorganisatie.

Susanne Huijbregts en Mariëtte FörrerUitgeverij: CPS, 1999Prijs: € 10,00ISBN: 90­6508­436­3 978­90­6508­436­1

15

Het laatste k ind in het bosHoe we onze kinderen weer in contact brengen met de natuur

Richard Louv, succesvol Amerikaans journalist en futurist, schreef een indrukwekkende bestseller: Last Child in the Woods : Saving Our Children from Nature­Deficit Disorder. Het boek is inmiddels vertaald in het Nederlands en verschijnt in september onder de titel: Het laatste kind in het bos : hoe we onze kinderen weer in contact brengen met de natuur, Uitgeverij Jan van Arkel. Het weer en beter verbinden van natuur en kinderen staat in dit werk centraal. Louv stelt dat natuur onmisbaar is voor een gezond lijf en een gezonde geestelijke ontwikkeling. Zijn betoog is stevig onderbouwd met onderzoek, inspireert en nodigt uit.

Richard Louv Uitgeverij: Jan van ArkelPrijs: € 19,95ISBN10: 9062244688

Page 16: Personeels Ring 2

16

Personeels Zaken

FietsplanDe fiscus maakt het mogelijk op een fiscaal aantrekkelijke manier een fiets te kopen. Hierbij worden de aanschafkosten van de fiets verrekend met het brutosalaris, waardoor de fiets u netto minder kost. Er is wel een aantal voorwaarden verbonden aan deze regeling.

Om gebruik te kunnen maken van de regeling mag er in de afge­lopen twee kalenderjaren niet al gebruik gemaakt zijn van deze regeling. De fiets mag in totaal niet meer kosten van € 749,­­. Jaarlijks mag voor € 82,­­ aan accessoires worden aangeschaft en verrekend. Ook moet de werkgever een fietsplan hebben vastgesteld. Dit fietsplan dient door de belastingdienst te zijn goedgekeurd.

AWBR is op 1 augustus 2007 van start gegaan als ‘nieuwe’ werkgever. Alle vier de rechtsvoorgangers hadden een fietsplan. Niettemin moet AWBR opnieuw een fietsplan opstellen en ter goedkeuring voorleggen aan de belastingdienst. Het stafbureau is hiermee bezig, maar dit neemt nog enige tijd in beslag. Vooruitlopend op de verwachte goedkeuring door de belasting­dienst is besloten dat personeelsleden de aanschafkosten van een nieuwe fiets alvast mogen verrekenen met hun salaris. Dit kan via de gebruikelijke procedure, waarvan uw directie op de hoogte is. Zodra het bestuur het fietsplan, na instemming van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, heeft vastgesteld, wordt u daarover geïnformeerd.

Buitengewoon Ver lofAfgelopen najaar hebben de werknemerscentrales en de werk ­ge vers organisatie overeenstemming bereikt over wijzigingen in bepalingen van buitengewoon verlof. Het blijkt dat niet alle medewerkers van deze wijziging op de hoogte zijn.

Wat is er gewijzigdIn artikel 8.7 van de CAO­PO 2006­2008 zijn de diverse redenen voor buitengewoon verlof opgenomen. De bepalingen over het buitengewoon verlof in verband met ondertrouw dan wel aan­gifte van het voornemen om een geregistreerd partnerschap aan te gaan en het buitengewoon verlof in verband met ambts­ dan wel huwelijksjubilea zijn hierin geschrapt. Voorts is het recht op buitengewoon verlof komen te vervallen indien een familielid in de 3e of 4e graad komt te overlijden. Hieronder volgt de gewijzigde tekst van artikel 8.7 van de CAO­PO 2006­2008.

Mobi l i te i tEnige weken terug heeft u van ons een flyer over vrijwillige mobiliteit ontvangen. Het openbaar onderwijs in Amsterdam – en in het bijzonder AWBR – heeft de vrijwillige mobiliteit hoog in het vaandel staan. Graag brengen wij de mogelijkheid u hiervoor aan te melden nogmaals onder de aandacht. Voor meer infor­matie kunt u terecht bij uw directie. Ook kunt u de website van het mobiliteitsbureau bezoeken. Hier worden vacatures door de schoolbesturen gemeld en kunnen kandidaten zich inschrijven. Het adres daarvan is www.bureaumobi.nl.

Kort

Kort 1 : Nieuw circustalent op het winterkoninkje

Nikie Steffers, oudercontactpersoon Het Winterkoninkje

Stichting de Bakkerij voert in Slotervaart projecten uit om de ouderbetrokkenheid op scholen te vergroten. Onlangs stonden daar nu eens geen moeders, maar vaders in de aandacht. Simon van Arkel organiseerde een ‘Vader­kind­circus’, onder leiding van Simon van Arkel. Het is een cursus voor kinderen van groep 5 en hun vaders, met het doel de band tussen vaders en kinderen op een speelse wijze te vergroten. Op zoek naar vaders met uiteenlopende achtergrond werd ook Het Winterkoninkje bena­derd. De kinderen kregen een uitnodiging en een Chinees bordje met stokje mee om thuis al wat te oefenen en de vaders enthousiast te maken. Twee maanden lang is er elke dinsdag­avond in de gymzaal van de Johan Huizingaschool hard geoefend op allerlei circustrucjes. Eenwielers, de ringen, acrobatiek, balanceren op bollen, touwlopen en jongleren, kortom alles wat er bij het echte circus hoort zit er bij. Onder begeleiding van Circus Elleboog werkten de kinderen en hun vaders naar een eindvoorstelling toe.

Op 18 maart was het zover. Zenuwachtige kinderen, zenuwachtige vaders. Fantasische acts met eenwielers, de ringen, acrobatiek, balanceren op bollen, touwlopen en jongleren, kortom alles wat er bij het echte circus hoort. Sommige kinderen zijn besmet met het circusvirus en hebben hun eigen eenwieler aangeschaft. Ze gaan door bij Circus Elleboog, die maar al te blij zijn met deze nieuwe circustalentjes van het Winterkoninkje. Als u ergens een vader op een eenwieler ziet rijden, dan weet u nu hoe dat komt.

Kort 2:

André Martens, directeur Annie M.G. Schmidtschool

De Annie M.G. Schmidtschool is onlangs tafeltenniskampioen van Amsterdam geworden. In het schoolteam zaten Ismail van Ingen, Joost Schuurman, Damian Forster en Djahlor Andrews. Zij hebben met een trots gevoel de cup mee naar school genomen. De school werkt samen met de tafeltennisvereniging aan de Schoolstraat in Oud­West.