Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we...

33
Alternatieve Cursussengids Periode 3 UTRECHT, november 2017 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Transcript of Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we...

Page 1: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

Alternatieve Cursussengids

Periode 3

UTRECHT, november 2017

Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Page 2: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

1

Voordat je begint met lezen… De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere gids, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie

Page 3: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

2

Voorwoord Lieve Biologen, het inschrijven voor periode 3 moet alweer gebeuren, terwijl de 1e periode nog niet eens geëindigd is. We snappen dat dit erg vervelend is, maar er zal toch gekozen moeten worden. Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen van andere Biologen over de cursussen van periode 3. Het is natuurlijk maar één student die een mening geeft, maar het kan je wel op weg helpen en een beter beeld over de opbouw van cursussen geven. Er staan ook stukjes in over cursussen buiten de faculteit Biologie. Mocht je dus een keer iets anders willen, kijk hier vooral even naar! Ook deze periode zijn er weer een aantal nieuwe cursussen, en een aantal die zijn komen te vervallen. Van de nieuwe cursussen hebben we dus helaas geen stukje, maar wel de basisinformatie van Osiris. We hopen dan ook erg dat jullie bereid zijn om jullie ervaringen te delen met jullie mede-biologen! Vergeet ook niet de padvinder (http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie) te bekijken, voor als je een cursussen in een specifieke richting wilt of moet doen. Deze vakken kun je heel handig inplannen met de Vakkenvuller (https://cpio.science.uu.nl/index.php/VakkenVuller). Ook kun je tegenwoordig je rooster vinden via MyTimetable, soms zelfs al van de volgende periode. We hopen dat ondanks de vroege inschrijfperiode deze hulpmiddelen jullie zullen helpen bij het maken van de juiste keuze. Let op: Studiepunt stuurt vanaf heden geen herinneringsmails meer vlak voor het einde van de cursus inschrijfperiode. Jullie moeten hier zelf op letten. De eerstejaars studenten worden voor de cursussen in periode 2 door studiepunt ingeschreven maar moeten het voor periode 3 en 4 wel zelf doen! Heel veel succes met kiezen! Liefs, Alexandra en Astrid

Page 4: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

3

Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing. Volg je deze periode cursussen bij Biologie? Of volg je een cursus bij een andere studie waar meer biologen over zouden moeten horen? En wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar [email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Alexandra de Reus Fleur Colen Astrid Odé Marcia Oldenburger Elena Wentzel Tamara Schoonderbeek Ella Schunselaar Yorgos Bos Evelien van der Schaar

Page 5: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

4

Inhoud - Niveau 1 – 11

Mariene Wetenschappen 1 (B-B1MAWE13) 11

Biotechnologie en maatschappij (B-B1BIOT09) 11

- Niveau 2 – 12

Wetenschaps- en techniekcommunicatie, Bètabreed (BETA-B2WTC) 13

Oriëntatie op de onderwijspraktijk (B-B3OCEP05) 14

Bèta in bedrijf en beleid (B-B2VSR) 14

- Niveau 3 – 15

Eukaryote microbiologie (B-B3EUKA09) 15

Toxicologie (B-B3TOX10) 15

Wetenschapper in advies (B-B3WEAD09) 16

Moleculaire en cellulaire biologie Experimenteel (B-B3MCBE) 17

Moleculaire en cellulaire biologie Theoretisch (B-B3MCBT) 18

Moleculaire en cellulaire neurobiologie Experimenteel (B-B3MCNE) 19

Moleculaire en cellulaire neurobiologie Theoretisch (B-B3MCNT) 20

- Niveau 2 – 21

Evolutie 2 (B-B2EVO09) 21

- Niveau 3 - 21

Planten, adaptatie en afweer (B-B3PLAA05) 21

Ontwikkelingsbiologie en genetica (B-B3OBG05) 22

Bio-ethiek (B-B3BETH05) 23

Emulating nature (B-B3EMNA16) 24

Aquatische ecologie (B-B3AQEC05) 24

- Niveau 3 - 25

Scriptiecursus (B-B3AFST05) 25

Onderzoeksproject (B-B3ONPR09) 26

Moleculaire pathologie(BMW32607) 27

Vergelijkende Ethologie - Diergeneeskunde (DB3B23-EW) 28

Evolutie en ecologie (GEO2-1215) 29

Page 6: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

5

GIS/Cartografie (GEO2-3031) 30

Loopbaanzaken 31

Page 7: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

6

Blokjesrooster

Page 8: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

7

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 bepaalt, staat: art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 45 studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen. De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://students.uu.nl/beta/biologie/praktische-zaken/regelingen-en-procedures > OER

Page 9: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

8

De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken?

- Tentamenbank op internet - Tentamenbundel voor eerstejaars - Alternatieve studiegidsen - Alternatieve mastergids - Stagebank - Studie-informatie, o.a. informatieavonden

De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar het kopje commissies. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen naar [email protected] of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij!

Zin om te helpen met het maken van deze gids?

Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn?

Kom de OcUBV versterken!

Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan

NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar [email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen profijt van!

Page 10: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

9

Studieadviespaden De Bachelor Biologie kent momenteel 13 studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen in een bepaalde richting en bevat cursussen van zowel niveau 1, 2 als 3 met toenemende complexiteit en specialisatie. Vaak is het zo dat bepaalde cursussen binnen een studieadviespad een ingangseis vormen voor een cursus met een hoger niveau uit hetzelfde studieadviespad. Het is verstandig om deze ingangseisen regelmatig te checken want ze kunnen worden aangepast (Padvinder). De verschillende cursussen binnen een studieadviespad worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd zodat er geen onnodige overlap is tussen cursussen. Bovendien wordt de verwerving van voldoende academische vaardigheden bij de verschillende (combinaties van) studieadviespaden gegarandeerd. Uiteraard kun je meerdere studieadviespaden combineren, maar afhankelijk van het aantal cursussen dat je bij biologie volgt, de grootte van de studieadviespaden en de gekozen combinatie is het niet altijd mogelijk om alle cursussen uit de gekozen studieadviespaden te volgen. Het volgen van studieadviespaden is niet verplicht maar is wel aan te raden omdat het je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s. Maar let op, het volgen van een studieadviespad is geen garantie om toegelaten te worden tot een bepaalde master. Zorg dus dat je ruim van tevoren uitzoekt wat de toelatingseisen zijn voor de masters waar jij in geïnteresseerd bent. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen uit periode 3. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids. Schuingedrukt zijn cursussen die aanbevolen zijn maar geen kerncursussen zijn. Studieadviespad Afkorting Bijbehorende cursussen

Niveau 2 Niveau 3

Celbiologie CB Mol. en Cel. Biologie (exp. & theo) Ontwikkelingsbiologie en genetica

Biogeinspireerde Technologie

BIT Innovatie met Biomimicry Emulating Nature

Ecologie en natuurbeheer EN Aquatische Ecologie Bioethiek Planten Adaptatie & Afweer

Educatie, communicatie en management

ECM Oriëntatie onderwijs-praktijk Wetenschaps- en techniek communicatie

Bio-ethiek

Evolutiebiologie EV Evolutie 2

Gedragsbiologie GB Evolutie 2 Cognitie & Gedrag

Bio-ethiek Aquatische Ecologie

Mariene Wetenschappen MW

Microbiologie MB Mol. en Cel. Biologie (exp. & theo) Planten, Adaptatie & Afweer

Neurobiologie NB Mol. en Cel. Neurobiologie (exp.

of theo.), Moleculaire en neurocellulaire biologie (theoretisch of praktijk), Ontwikkelingsbiologie en genetica

Page 11: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

10

Ontwikkelingsbiologie OB Bio-ethiek Mol. en Cel. Neurobiologie (exp. of theo.) Ontwikkelingsbiologie en genetica

Plantenbiologie PB Planten, Adaptatie & Afweer Bio-ethiek

Theoretische biologie TB Planten, Adaptatie & Afweer Ontwikkelingsbiologie en genetica

Toxicologie TX Toxicologie Bio-ethiek

Voor extra informatie over wanneer je welk vak moet kiezen: kijk eens in de Padvinder. Deze beschrijft de kerncursussen, de aanbevolen cursussen en cursussen buiten de studie Biologie per studiepad. Daarnaast laat deze zien welke cursussen bepaalde cursussen als voorkennis eisen. De padvinder kun je vinden op http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie en/of via google zoeksysteem.

Page 12: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

11

Periode 3 - timeslot A + D - - Niveau 1 –

Mariene Wetenschappen 1 (B-B1MAWE13)

Mariene Wetenschappen 1 is het eerste vak in het studiepad Mariene Wetenschappen, wat in totaal uit 3 vakken bestaat. De hoofddocent is Bas van der Schootbrugge. De colleges van Bas kunnen lichtelijk chaotisch zijn, maar hij vertelt met veel enthousiasme, waardoor het wel de moeite waard is om erbij te zijn. De cursus bestaat uit drie delen: physical oceanography, chemical oceanography en biological oceanography. Het vak is erg breed en bevat dus niet alleen maar biologie, maar ook aardrijkskunde en scheikunde. Het is van belang dat je dit in je achterhoofd houdt als je dit vak kiest, want het gaat dus bijna niet over zee-organismen. De werkvormen die worden gebruikt zijn hoorcolleges, werkcolleges en enkele practica. Vaak staat in het rooster veel tijd ingepland voor werkcolleges, maar daar ben je altijd veel minder lang mee bezig. Het is wel handig om aanwezig te zijn bij werkcolleges, omdat hier tentamenstof wordt besproken. De hoorcolleges van Appie worden niet opgenomen, dus ook hier is het van belang om aanwezig te zijn. Het leuke aan Mariene Wetenschappen vond ik de vele gastcolleges die gegeven werden. Zo kwam er onder andere een wetenschapper langs die onderzoek had gedaan naar de bodemkwaliteit in Spitsbergen. Verder zijn er nog werknemers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, Burger’s Zoo en professor Jelle Reumer. Hierdoor wordt ook een beeld gecreëerd van het banenperspectief bij dit studiepad. Ook worden er normale colleges gegeven door Francesca Sangiorgi en Appie Sluys. Appie geeft het moeilijkste, wat scheikundiger deel van de cursus, wat hij met veel enthousiasme doet. Door zijn mate van geordendheid en duidelijke manier van college geven is dit deel van de cursus goed te doen. De toetsing is opgebouwd uit 2 tentamens en een posteropdracht. De tentamens zijn niet lastig en bestaan voor een groot gedeelte uit feitenkennis. Met een beetje inspanning is het niet moeilijk om een goed cijfer te halen. De posteropdracht is heel leuk om te doen. Samen met je groepje kies je een onderwerp uit bij een overkoepelend onderwerp wat meestal erg breed is. Je kan dus niet alleen creatief zijn bij het bedenken van je onderwerp, maar ook bij de opmaak van je poster. De poster moet je uiteindelijk presenteren voor Bas en de studentassistenten en je moet als student ook de andere posters beoordelen. De beste posters winnen een juryprijs en een publieksprijs, wat erg leuk is. Over het algemeen is Mariene Wetenschappen 1 dus een zeer breed, afwisselend vak. Het is zeker niet lastig en een goede keuze als je niet alleen wat wil leren over biologische onderwerpen.

Biotechnologie en maatschappij (B-B1BIOT09)

Ik vond biotechnologie en maatschappij een heel leuk en leerzame cursus. Je leert in deze cursus de

basis van biotechnologie en je leert toepassingen van onderzoekstechnieken. Onderwerpen die o.a.

aan bod komen zijn sequencing, pcr en het maken van recombinante organismen. De cursus bestaat

uit een deel leren en aan het einde een (literatuur)onderzoek.

Page 13: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

12

Er waren afgelopen jaar maandag gastcolleges, die om 10 uur begonnen (#winnen). Deze waren

werden niet opgenomen en waren wel tentamenstof. Het was zeker de moeite waard om hier

naartoe te gaan. Ik vond de colleges heel interessant en vond het leuk om te zien wat de

toepassingen in real life zijn voor technieken die je in de cursus leert. Verder werkt er gewerkt met

kennisclips op scalable learning. Deze vond ik heel fijn, omdat de stof zo in kleine stukjes opgebroken

wordt die je gemakkelijk tussendoor kan kijken. Hierdoor kan je heel flexibel leren. Verder zijn er

werkcolleges (verplicht!), in de werkcolleges krijg je vragen over de stof uit de kennisclips. Het niveau

van het werkcollege komt redelijk overeen met het niveau van het tentamen. Er zijn twee

tentamens, het eerste tentamen gaat over de stof van de eerste paar weken, dit zijn vooral

technieken en is relatief makkelijk en wordt digitaal afgenomen. Dit cijfer telt ook maar voor 20%

mee (afgelopen jaar). Dit is vooral zodat iedereen de basis vrij snel kent. Het tweede tentamen is

moeilijker en hier moet je de opgedane kennis toepassen. Het is echter prima te doen als je de stof

bijhoud.

Docenten voor deze cursus zijn Margot Koster en Marjolijn Haagsman, Ik vond hun uitleg altijd heel

duidelijk.

Het onderzoek in de laatste weken van de cursus vond ik erg interessant en leerzaam, je kan kiezen

uit verschillende onderwerpen die worden aangedragen door bedrijven en organisaties. Zo hadden

wij als onderwerp het inzetten van genetisch gemodificeerde virussen bij het bestrijden van

(darm)kanker. Je schrijft hier een verslag over in groepjes van vier.

Ik kan iedereen zeker aanbevelen deze cursus te volgen!

- Niveau 2 –

Cognitie en gedrag (B-B2CEG16)

Cognitie en gedrag is een kerncursus voor het studiepad Gedragsbiologie. De cursuscoördinator is

Anne-Marijke Schel. De hoorcolleges worden door haar, Marie-José Duchateau en Liesbeth Stercks

gegeven.

In de eerste 7 weken wordt het theoriedeel behandeld via hoor- en werkcolleges. Er is geen lesboek

voor deze cursus. Er wordt één tentamen over deze stof gehouden. Naast de behandelde stof in de

hoor-en werkcolleges, worden er ook wetenschappelijke artikelen besproken. Stof uit deze

wetenschappelijke artikelen worden ook op het tentamen getoetst.

Daarnaast lees je gedurende een cursus het boek: ‘Hoe dieren denken’ van Virginia Morell. Het boek

leest vrij makkelijk weg en geeft een leuk beeld over de verschillende onderzoeken die plaatsvinden

in de tak gedragsbiologie. Over dit boek volgt een boek discussie, waarbij je minstens twee

vragen/discussiepunten moet hebben per hoofdstuk.

In de laatste 3 weken wordt een ‘proposal experimental design’ geschreven. De ‘proposal

experimental design’ wordt geschreven in het Engels over een methode voor onderzoek aan een

bepaalde cognitieve vaardigheid aan de hand van literatuur die opgezocht moet worden en je vult

deze met eigen creativiteit aan. Het onderwerp wordt aangedragen door de docenten die het ook

zullen begeleiden. Dit onderdeel wordt afgesloten met een power point presentatie in het Engels.

Ik heb deze cursus ervaren als een leuke, actieve cursus. Je wordt gestimuleerd om zelf na te denken

over de stof en om je eigen experiment op te zetten. De stof voor het tentamen, zeker met de

Page 14: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

13

wetenschappelijke artikelen erbij, is vrij veel. Ik raad dan ook aan om hier op tijd mee te beginnen en

ook de wetenschappelijke artikelen op tijd te lezen.

Wetenschaps- en techniekcommunicatie, Bètabreed (BETA-B2WTC)

Docent: Liesbeth Bakker en verschillende gastdocenten Kwaliteit docenten: Docenten zijn verstaanbaar en gestructureerd. Liesbeth geeft in eerste instantie het vak, maar er zijn ook verschillende gastdocenten. WTC gaat in principe over het overbrengen van wetenschappelijke informatie aan de maatschappij. Dit kan via verschillende manieren, zoals een krant of documentaire. Een wetenschapscommunicator kan ook als direct medium gebruikt worden, ze kunnen bijvoorbeeld een bijeenkomst regelen waar wetenschappers en de maatschappij kunnen praten. Wetenschapscommunicatoren kunnen dus bijvoorbeeld journalisten zijn, maar ook een docent is een wetenschapscommunicator. Het is geen biologie vak en daarom voelde het voor mij ook heel anders. Dit vak wordt anders gegeven dan je gewend bent, soms is dit wel fijn, maar de inhoud kan soms je eigen gedachtegang tegenspreken. Aan het begin van de cursus ga je een onderwerp kiezen in een bepaalde richting van een vakgebied binnen WTC, hieraan zit een opdracht gekoppeld dat weer een bepaalde gastdocent betreft. Niet iedereen doet dus dezelfde opdracht en daardoor is het vak ook niet heel eenzijdig. Ik vond wel dat er wel verschil was in het niveau van de opdrachten, waardoor sommige mensen iets makkelijks moesten doen wat ik jammer en niet uitdagend vond. Andere opdrachten waren weer moeilijker en moesten mensen weer meer tijd in steken. Naast de opdrachten met de gastdocenten zijn er ook algemene opdrachten. Zo ga je bijvoorbeeld met de hele klas een debat voeren en iedereen moet individueel een ontwikkelingsdossier maken. Hierin vertel je wat WTC is en wat jij binnen de WTC doet aan de hand van de dingen die je in de lessen leert. Naast deze opdrachten is er ook een grote eindopdracht, hier ga je een onderwerp kiezen, bijvoorbeeld zorgrobots voor ouderen. Je gaat dan bedenken met een groepje wat je met het onderwerp wilt, je doel kan bijvoorbeeld zijn om ouderen meer op de hoogte te brengen van zorgrobots. Aan de hand van de methodes die je geleerd hebt ga je een passend plan maken en dit presenteer je aan je klas, hierna maak je er met je groepje ook een verslag over. Bij WTC krijg je hoorcolleges waarin de hoofdstukken, die je van te voren hebt moeten lezen, worden besproken. Soms doet Liesbeth dit, maar ook de gastdocenten doen dit, zij praten dan over het hoofdstuk dat gaat over hun tak binnen de WTC. Het boek zelf leek naar mijn idee, soms de rode draad te missen. Het kwam wel eens voor dat één zin bijna een hele pagina in beslag nam. Ik vond het dan niet heel prettig lezen. Het is niet een heel moeilijk vak, maar wel anders als dat je gewend bent. Je krijgt genoeg tijd om opdrachten te doen en de docent heeft alles ook goed ingedeeld, als je dit bijhoudt kom je niet in tijdnood. Als je alles in één keer zou willen inhalen, gaat het wel lastig worden. In het tentamen worden voordelen in de praktijk gebruikt en moet jij met de WTC kennis die je hebt opgebouwd bepaalde vragen beantwoorden. Ik vond het vak af en toe lastig, omdat het mijn beeld van wetenschappers en de communicatie tegensprak. Soms hadden ze allemaal methodes die je moest volgen voor opdrachten, dat ik niet per se nodig vond, omdat veel denken naar mijn mening vanzelfsprekend waren. Hierdoor kon je soms lang bezig zijn, omdat je elke keer duidelijk die stappen van de methode moest doen.

Page 15: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

14

Oriëntatie op de onderwijspraktijk (B-B3OCEP05)

De cursus Oriëntatie op de onderwijspraktijk, oftewel OOP, wordt gegeven door Ad Mooldijk en Henri Matimba. Zoals de naam al zegt is dit vak gericht op het oriënteren op een mogelijke master/minor in het biologie onderwijs. Er zijn twee delen in de cursus, de stage op een middelbare school en de colleges. De colleges worden op woensdagmiddag en vrijdagochtend gegeven, waardoor het aan jezelf is om de stage in te plannen. Dit kan in de ochtend zijn op de dagen van de colleges, of op een andere dag wat afhankelijk is van het vak naast OOP. Een nadeel van deze combinatie is dat het op dagen met zowel stage als college een erg lange dag is die veel van de concentratie vereist; na een dag stagelopen in de klas zijn meerdere uren college pittig. Wel worden de observaties die gedaan zijn in de klas meteen besproken, wat fijn is omdat het dan nog vers in het geheugen zit. In de laatste week is er een tentamen over de colleges. De colleges zijn niet heel verdiepend, er worden vooral veel verschillende aspecten van het doceren behandeld waardoor je een inkijkje krijgt in wat een docent doet in de klas en hoe complex dit eigenlijk is. Henri en Ad geven ook didactisch verantwoorde opdrachten waarbij je in groepjes aan posters over de observaties werkt of een presentatie geeft over de stageschool (het tempo ligt hierdoor niet heel hoog in de cursus). Verwacht geen traditionele colleges waarbij je achterover zit en de stof aanhoort, hier moet je ter verwerking van de stof aan de slag en presenteren, tekenen, observeren en discussiëren. De stage is wel echt het hoogtepunt van het vak, zeker als je een leuke stageschool hebt getroffen. In de cursusomschrijving wordt gesteld dat er een stage voor je wordt gezocht, maar wanneer er te veel aanmeldingen zijn, kan je gevraagd worden mee te zoeken naar een stage. Dit was voor ons pas korte tijd voor de start duidelijk, waardoor niet iedereen de tweede week met zijn/haar stage kon beginnen. Als je eenmaal stage loopt ga je achterin de klas de leerlingen observeren en noteren wat ze zoal doen. Iedere week ligt de focus weer op een ander onderwerp, wat het wel interessant houdt. In de laatste paar weken van de cursus mag er ook les gegeven worden, mits je dit nog wel aandurft. Ad en Henri willen vooral niemand afschrikken voor het docent-zijn, hierdoor komen ze soms voorzichtig over. In de praktijk staan de meesten vanaf het begin al voor de klas om te helpen of om gewoon lessen over te nemen als de docent er niet is. Zelf vond ik de lessen die ik had voorbereid en aan de brugklas mocht geven het leukste van de cursus, je kan echt je eigen invulling geven. Al met al, als je twijfelt of het onderwijs iets voor je is en je in de huid van een docent wilt kruipen is OOP een leuk vak om te volgen, maar ook als je een keer iets totaal anders wilt doen of gewoon wat zelfverzekerder voor een groep wilt staan.

Bèta in bedrijf en beleid (B-B2VSR)

De cursus bèta in B&B is een cursus die vooral ingaat op hoe een student met een bèta studie (zoals biologie) terecht kan in een bedrijf en wat hij/zij hier kan doen. Tijdens de cursus werd hierbij vooral gefocust op biomimicry en was het multidisciplinair. Aan het einde van de cursus presenteren de studenten een product of idee die gebaseerd is op de natuur. Ook was het de bedoeling dat er een Wikipedia pagina gemaakt werd over de vorm van biomimicry en de dieren die “gemimict” worden. Op woensdagen werden er af en toe presentaties gegeven door gastsprekers en op vrijdag konden we werken aan de Wikipedia pagina. De cursus gaf veel vrije tijd en was niet erg zwaar.

De docent heeft zelf niet veel colleges gegeven, omdat er veelal zelfstandig werd gewerkt. Het jammere was dat het weinig gastsprekers kwamen opdagen zodat we eigenlijk alleen op vrijdag les hadden. Deze les was ook maar een half dagdeel (9-13.00 of 13.00-17.00) dus er waren vrij weinig contacturen. In de contacturen kon je vragen stellen aan Codrin en werd er verder zelfstandig gewerkt aan de wikipedia pagina, waarbij er een aantal deadlines waren door de cursus heen.

Page 16: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

15

Naast de wiki was er ook nog een verslag over een beleid met een product uit je vakgebied en een toets. Over de toets was zeer weinig verteld, eigenlijk alleen dat je ervoor uit een boek moest leren. Het boek vond ik echter niet aansluiten bij de rest van de cursus en de toets ook niet. De presentatie aan het einde telde niet mee voor een cijfer en dat vond ik ook jammer, aangezien er best veel werk in was gestoken door iedereen.

Over het algemeen was het groepswerk leuk en interessant, omdat het multidisciplinair was en er

leuke onderwerpen waren. De cursus voelde wel vrij rommelig aan, maar dit kan komen doordat hij

pas voor de 2e keer gegeven werd.

- Niveau 3 –

Eukaryote microbiologie (B-B3EUKA09)

Eukaryote microbiologie is een supertof vak, van begin tot eind blijf je geboeid. Het is uiteraard een

zeer microbieel vak, maar heeft ook wat overlap bijvoorbeeld met plantenziektekunde. Ik vond het

leuk om dat eens van de ‘schimmel-kant’ te bekijken, dus ik vind het vak juist een goede aanvulling

op microbiële interacties of planten, adaptatie en afweer. Het is veel gericht op schimmels, maar in

de laatste hoorcolleges worden ook andere eukaryote micro-organismen behandeld.

In de eerste zes weken van het vak wordt de theorie behandeld in hoorcolleges van Han Wösten.

Hoorcolleges beginnen met vragen die je uit de syllabus hebt gemaakt, soms met vragen over

artikelen en vervolgens wordt een stuk van de nieuwe theorie uitgelegd waarover je voor de

volgende keer vragen maakt. Han vertelt met passie en geeft leuke anekdotes over de vakgroep en

dingen die hij met (soms per ongeluk zeer giftige) schimmels heeft meegemaakt. Aan de hand van de

hoorcolleges, de tekst en vragen in de syllabus is het tentamen dat na de zes weken volgt goed te

doen.

Na dit tentamen start je in een groepje aan een tal van experimenten in het lab begeleid door Luis

Lugones, een intensiever deel van de cursus. Het is vrij in te delen wanneer je welke experimenten

doet en dit houd je onder begeleiding bij in een labjournaal. Op de website van de cursus staan

filmpjes waarin Luis methoden uitlegt, houdt Luis een logboek bij en kun je in een google docs

bestand zelf suggesties doen om een protocol te verbeteren. Het is een leuk onderdeel van de cursus

door de vrijheid en verscheidenheid aan experimenten, ook voor mensen die niet microbieel

georiënteerd zijn. Je krijgt een eigen stam van een schimmel en aan het einde wordt geëvalueerd

met alle groepen die dezelfde begeleider hadden. Dan bespreek je bijvoorbeeld welke stam het

langst de emmer water vasthield tot hij knapte of welke stam de mooiste paddenstoelen

produceerde!

Toxicologie (B-B3TOX10)

Toxicologie is een niveau 3 cursus waarin een breed scala aan onderwerpen gerelateerd aan de toxicologie wordt behandeld. De cursus wordt gecoördineerd door Marianne Bol-Schoenmakers, zij geeft tevens ook een deel van de colleges. Tijdens de cursus krijg je de basis van de toxicologie en de effecten van stoffen op zowel moleculair als ecologisch niveau, waardoor de cursus voor studenten uit alle richtingen binnen de biologie interessant is. Deze verscheidenheid aan onderwerpen werkt erg motiverend, door de variatie en doordat ieder college gezien kan worden als een nieuwe uitdaging. Het feit dat de toxicologie in veel disciplines terugkomt, wordt ook hier aandacht aan

Page 17: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

16

besteed tijdens de cursus. De breedte van de toxicologie heeft ook als gevolg dat je in aanraking komt met veel verschillende docenten, welke expert zijn van een bepaald onderwerp. Er zit wel degelijk verschil tussen de leskwaliteit van de experts, maar over het algemeen is deze kwaliteit voldoende.

De cursus Toxicologie omvat zowel hoor- als werkcolleges. Tijdens de hoorcolleges kwam de basis van enkele toxicologische principes en praktische toepassingen aan de orde. Vervolgens werd deze stof verder uitgewerkt tijdens de werkcolleges. De werkcolleges zijn als erg nuttig ervaren, omdat hierdoor de stof duidelijker werd en je hierin meer inzicht kreeg.

Een belangrijk aspect waarmee deze cursus zich onderscheidt is het schrijven van een research proposal. Het doel van deze opdracht is om je meer inzicht te geven in het proces van een onderzoek: wat wil je onderzoeken, waarom wil je dat doen, hoe wil je het onderzoek uitvoeren en wat zijn de stappen die je moet nemen om dit allemaal mogelijk te maken. Dit research proposal schrijf je in een groepje van 3-4 personen onder begeleiding van een expert van het door jullie gekozen onderwerp. Dit project wordt beoordeeld op basis van twee presentaties en een geschreven eindproduct, welke samen 40% van het eindcijfer van de cursus vormen.

De cursus wordt afgesloten met één eindtentamen, wat 60% uitmaakt van het eindcijfer van de cursus. Deze eindtoets omvat alle collegestof die behandeld is gedurende de cursus. Ondanks de grote hoeveelheid aan stof is het tentamen goed te doen. Als je naar de colleges bent geweest en als je alles begrijpt dan is het tentamen vrij makkelijk om te maken. De focus ligt dan ook niet op de kleine details, het gaat erom dat je de basisprincipes kent en de globale processen begrijpt. In principe zijn de colleges voldoende om de stof goed te begrijpen, het boek is dus niet perse nodig.

Over het algemeen vond ik het een erg leerzame cursus met een prima studielast. Belangrijk is wel dat je het schrijven van het research proposal goed inplant. Als je namelijk al vroeg begint aan dat project, dan heb je de laatste 2 weken van de cursus veel tijd om te leren voor het eindtentamen. Het brede aanbod aan onderwerpen zorgde voor afwisseling en maakte de cursus interessant. Zeker aan te raden dus!

Wetenschapper in advies (B-B3WEAD09)

Afgelopen jaar heb ik Wetenschapper in Advies gevolgd (wat ik vanaf nu af ga korten tot WiA), en ik durf wel te zeggen dat dit het leukste en meest praktische vak is wat ik tot nu toe in mijn bachelor gedaan heb. Bij WiA krijg je namelijk een casus met een echte opdrachtgever waar een adviesrapport voorgeschreven wordt met een groepje medestudenten. Het vak kan daardoor zo druk worden als je zelf wilt, ik had het als tweedejaars naast Evolutie 2 gevolgd en dat was best pittig. Ik zou aanbevelen om het vak te doen naast een vak met weinig contacturen of zelfs als enige vak binnen de periode, wat twee van mijn groepsleden deden en veel aan ons adviesrapport konden werken. In het begin van de cursus word je gelijk ingedeeld in een groepje op basis van een persoonlijkheidstest. Een erg interessante aanpak die voor mijn gevoel goed werkt omdat de leden binnen mijn groepje goed gemixt voelde. Je had bijvoorbeeld de creatieve, leidende en werkende rollen. De coördinator van de cursus, Jasper van Winden, werkt ook hard aan onderwijsinnovatie en gedurende de cursus merken wat er anders is aan WiA. Je stelt bij de start van de cursus een Persoonlijk Ontwikkelingsplan op (POP), dit gebeurt vaker bij HBO cursussen en eigenlijk nooit bij het WO. Ik vond dat onderdeel leuk en het heeft mij oprecht geholpen doordat ik nu minder uit ga en brak ben tijdens de cursus, wat mijn persoonlijke doel was. Veel medestudenten vonden de POP overbodig en hebben er niet hard aan gewerkt. Als je er echt open voor staat is het een gave manier om naast de cursus aan jezelf te werken, waar Jasper ook veel tijd in stopt. Jasper bouwt ook graag

Page 18: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

17

een casual relatie op mijn zijn studenten, wat naar mijn mening goed werkt. Later in de cursus krijg je terwijl je werkt aan je adviesrapport workshops over schrijven, omgaan met je opdrachtgever en interviewen. Sommige vond ik nuttiger dan andere maar ze hebben me wel geholpen met het maken van mijn adviesrapport. Onthoud dat je dit rapport dus schrijft voor een echte opdrachtgever, wat je een grote drive geeft om hard te werken aan je adviesrapport. Ik was erg trots op het eindresultaat van mijn groepje. Vooral ook omdat de opdrachtgever er echt iets aan had. Het onderzoek dat je doet voor je adviesrapport gaat literatuuronderzoek zijn wat je daarna moet kunnen vertalen naar je opdrachtgever. Binnen het vak leer je dus ook presenteren en omgaan met deadlines, waar je nog harder aan werkt als je dit als POP had. Ik zou iedereen aanbevelen om dit vak te doen omdat het je een andere kijk geeft op mogelijke banen buiten onderzoek binnen de biologie. Je voelt echt hoe het is om een Wetenschapper in Advies te zijn. Jasper is ook een erg goede docent die constant zijn best doet om zijn cursus op een hoog niveau te houden.

Moleculaire en cellulaire biologie Experimenteel (B-B3MCBE)

De cursus Moleculaire en Cellulaire Biologie Experimenteel is een cursus waar de nadruk ligt op het

uitvoeren van onderzoek en wat daar allemaal bij komt kijken. De eerste weken van de cursus zijn er

een paar opdrachten en hoorcolleges en de laatste weken zijn er practica. Het vak heeft geen

tentamen en dat maakt het boek voor de cursus ook niet nodig. In plaats van een tentamen zijn er

veel groepsopdrachten, zoals verslagen, praktisch werk en een presentatie.

Aan het begin van de cursus zijn colleges. Deze worden gegeven door verschillende docenten die

vertellen over hun vakgebied. Dit zijn voornamelijk professoren of hoogleraren, die echt vertellen

over het nieuwste onderzoek waaraan gewerkt wordt in hun vakgroep. Dat maakt het extra

interessant om naar de colleges te gaan, die sowieso verplicht zijn. De meeste colleges zijn in het

Nederlands, maar een aantal gastdocenten geven hun college in het Engels, omdat ze zelf uit het

buitenland komen. Dit doet gelukkig niet onder voor de duidelijkheid en verstaanbaarheid van het

college.

Naast de colleges over onderzoeken zijn er ook een tweetal colleges over meer maatschappelijke

dingen. Het ene college gaat over integriteit in het lab: wat moet je doen als er fraude wordt

gepleegd? Hoe voorkom je dat? En hoe werkt de onderzoekswereld eigenlijk? Dat soort vragen zijn

zeer nuttig om over na te denken en het zeer interactieve college is hier erg leuk voor. Het andere

college gaat over publiceren: wanneer en hoe ga je publiceren en wat komt daar allemaal bij kijken.

Ook dit geeft een leuk kijkje in de keuken van de onderzoekswereld.

In de eerste paar weken zijn er een tweetal opdrachten. De eerste is een peer-review van een

gepubliceerd artikel waarin je in een groep van vier (die voor de rest van de cursus je werkgroep is)

het artikel samenvat en uitlegt wat er beter gedaan had kunnen of moeten worden. Hiermee denk je

actief na over een artikel en of het goed genoeg is; erg nuttig voor je eigen artikelen later. De tweede

opdracht is een computeropdracht waarin je uitwerkt hoe je DNA kloneert. Hier schrijf je ook een

verslag over. Beide opdrachten moeten in vrij korte tijd worden gemaakt, dus het is wel doorwerken.

Gelukkig kan je de taken in de groep goed verdelen, zodat de deadline eigenlijk geen probleem is.

Na dit eerste deel komt het praktische deel. Je wordt als groep ingedeeld bij een PhD’er in een lab

van Biologie en aan de hand van een recent artikel schrijf je een onderzoeksvoorstel. Dit is vrij lastig

omdat de begeleider meestal je echt zelf hard wil laten nadenken over mogelijkheden voordat ze

vertellen wat het idee is van het voorstel. Dit voorstel ga je namelijk ook echt zelf uitvoeren in de vier

Page 19: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

18

weken erna. Dat is natuurlijk heel leerzaam en interessant, maar ook flink doorwerken. Je staat vier

weken lang om de dag van 9 tot 5 (en soms langer) in het lab en daarnaast ben je bezig met

analyseren van je resultaten. Uiteindelijk schrijf je over deze vier weken, volledig zelfstandig, een

artikel. Omdat je overdag in het lab staat, gebeurt dit dus vooral in de avonden, weekenden en in de

laatste week: echt doorwerken dus. Dat is zwaar, maar ook leuk: omdat je (eindelijk) een ‘echt’

artikel mag schrijven – inclusief methoden, referenties, abstract en figuren – is het niet vervelend om

te doen. Uiteindelijk geef je met de groep ook nog een presentatie over het onderzoek wat je deed in

deze vier weken.

Kortom, de cursus heeft veel opdrachten en daardoor ben je voortdurend bezig met de cursus. Dat is

natuurlijk ook leuk, maar het maakt de cursus ook wel tot een echte derdejaarscursus die veel van je

vraagt. Uiteindelijk heb je wel enorm veel geleerd, vooral praktisch, en dat maakt deze cursus wel de

beste voorbereiding die je kan krijgen voor alle moleculaire masterprogramma’s die er zijn.

Moleculaire en cellulaire biologie Theoretisch (B-B3MCBT)

De cursus Moleculaire en Cellulaire Biologie Theoretische heeft een andere opzet dan de meeste

cursussen; wel hoorcolleges, maar geen tentamens. In plaats daarvan ligt de nadruk op verschillende

opdrachten die in een driepersoonsgroepen gemaakt worden. Qua opzet is het gecombineerd met

M&C experimenteel en Moleculaire en Cellulaire Neurobiologie Theoretisch en Experimenteel; vier

vakken in één. Het verschil tussen deze vakken bestaat in het begin uit een drie hoorcolleges speciaal

voor de neurobiologie-kant. Tijdens de eerste vijf weken moeten alle groepen een fusie-eiwit

construct ontwerpen (10% van het eindcijfer), een referee report schrijven (10%) en een artikel van

de onderzoeksgroep waarbij ze ingedeeld zijn lezen en bespreken met de docent (20%).

De colleges in het eerste deel worden gegeven door veel verschillende onderzoekers, met

uiteenlopende onderwerpen; van image processing tot dynamica van microtubuli en synaps

morfologie. Doordat het tempo vrij hoog ligt, je in het begin nog niet weet wat er precies wat er in

het tweede deel van de cursus van belang gaat zijn en er geen tentamens zijn, kan het soms lastig zijn

alles even aandachtig te volgen. Elk hoorcollege gaat er wel een presentielijst rond, en afwezigen

moeten een samenvatting van de opname inleveren. Uiteindelijk is het meeste wel goed om te

weten voordat je in de literatuur van jouw specifieke onderwerp gaat duiken.

In week zes komt dan het echte onderscheid, als iedere groep van Experimenteel gaat meelopen in

een vakgroep, terwijl de groepen van Theoretisch zich focussen op het schrijven van een

onderzoeksvoorstel onder de begeleiding van een van de volgende docenten: Anna Akhmanova,

Sabrina Santos Oliveira of Lukas Kapitein voor M&C Biologie, en voor M&C Neurobiologie Maarten

Kole of Lukas Kapitein.

In de tweede helft ben je bij M&C Theoretisch vooral bezig met heel veel artikelen lezen. Afhankelijk

van je begeleider kan het onderwerp waarop je het onderzoeksvoorstel richt heel breed, of al aardig

gericht zijn. Meestal spreken de groepen eens per week af met de begeleider, om voortgang te

bespreken. Hoe die gesprekken verlopen is ook heel verschillend per begeleider; waar Akhmanova al

snel alle experimentele details wilt weten, blijft Kapitein juist meestal vrij breed. Hoewel ze best

veeleisend kunnen lijken tijdens het schrijven van het onderzoeksvoorstel, zijn ze zeker niet

onrealistisch bij de eindbeoordeling. 30% Van het eindcijfer hangt af van het geschreven

Page 20: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

19

onderzoeksvoorstel, en 30% van de verdediging ervan. Deze verdediging bestaat uit een 20 minuten

presentatie van het voorstel in het Engels (al scheen Nederlands te mogen), met daarna 20 minuten

kritische vragen van de groep begeleiders. In de dagen hierna is er nog een evaluatiegesprek over de

beoordeling van het voorstel.

Uiteindelijk is het een goede ervaring om vijf weken lang vrijwel los van begeleiding (in de zin van

sturing) te werken aan een onderzoeksvoorstel. De gesprekken met de begeleider zijn vaak vooral

momenten om te sparren over ideeën en richtingen, waarbij ze je constant pushen om verder te

kijken en te denken. Dit kan het idee geven dat je nooit genoeg gedaan hebt, maar is bedoeld om het

uiteindelijke niveau alsmaar omhoog te krijgen, wat het naar mijn idee ook bereikt. Daarnaast zijn er

uitvoerige rubrics, waardoor je altijd weet hoe er beoordeeld gaat worden.

Mocht je de onderzoeksrichting op willen, dan is dit een hele goede voorbereiding voor elke

cellulaire of neurobiologische master!

Moleculaire en cellulaire neurobiologie Experimenteel (B-B3MCNE)

De cursus moleculaire en cellulaire neurobiologie experimenteel is denk ik het belangrijkste vak om te volgen als je erover denkt om een researchmaster te gaan volgen in een biomedische richting! Het hoofdonderdeel van deze cursus is namelijk dat je met je groep, en onder begeleiding van een PhD student, zelf een wetenschappelijk onderzoek gaat opzetten en uitvoeren. Hier zal ik verderop meer over vertellen. De cursus is namelijk opgedeeld in twee delen. De eerste vier weken bestaat uit het volgen van (gast)colleges die verplicht zijn, en het maken van opdrachten met je groep. Deze weken bereiden je eigenlijk voor op de rest van het vak waarin je dus zelf onderzoek gaat doen, en volg je met alle vier de richtingen moleculaire en cellulaire neuro/cel biologie theoretisch/experimenteel. Enkele colleges zijn alleen voor de studenten die de neurobiologie-kant hebben gekozen. In de colleges worden belangrijke onderwerpen besproken die je kennis over moleculaire en cellulaire (neuro)biologie opfrist en wat uitbreidt, en waarbij ook enkele docenten hun onderzoek en hun aanpak daarin bespreken. De opdrachten die je in deze eerste vier weken maakt, doe je met het groepje studenten die in een van de eerste lessen dezelfde onderzoeksrichting hebben gekozen. De opdrachten bestaan uit het maken van DNA constructen, het beoordelen van een artikel (referee rapport) dat in ons geval nog ‘classified’ was, en het schrijven van een onderzoeksplan voor je eigen onderzoek. Ik vond vooral het referee rapport en aan de slag met de eigen onderzoeksplan heel leuk en interessant. Maar daarna is het dan tijd voor het echte werk. Vier weken lang ga je 2,5 dag in de week, onder begeleiding van een PhD student, je eigen onderzoek uitvoeren. Nu zijn er vakken waarbij je weleens experimenten moest uitvoeren, maar dit is heel anders. Na 2,5 jaar theorie kun je nu echt ervaren hoe het is om op een lab te werken. Elke groep zag ik interessante technieken leren die nodig waren om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Zo hebben wij geleerd met een COS-7 cellijn en neuronen te werken, ze te transfecteren, fixeren, kleuren, en analyseren onder een microscoop. Allemaal technieken die me nu tijdens het onderzoek naast mijn scriptie al een leuke voorsprong geven. Aan het eind van het onderzoek schrijf je zelfstandig een wetenschappelijk artikel over je bevindingen. Ook dit was enorm leerzaam om te doen. Het juist interpreteren en weergeven van je data is nog niet zo makkelijk. In de allerlaatste week ga je dan je onderzoek presenteren. Er is voor dit vak geen tentamen en je hebt geen boeken nodig, maar je cijfer bestaat uit je beoordelingen voor het verslag klonerings strategie, referee rapport, research proposal, research article, labwork, en de eindpresentatie. Ik vind deze cursus absoluut de leukste en meest waardevolle cursus die ik heb gevolgd, juist omdat je eindelijk zelf het lab in gaat en onderzoek doet. Daarnaast denk ik dat de cursus perfect is om te zien of onderzoek voor jou weggelegd is, en helpt al flink als voorbereiding voor een eventuele bachelor-onderzoeksstage en researchmaster. Het vak kost wel

Page 21: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

20

flink wat tijd, dat moet je niet onderschatten, maar ik vond dat het meer dan waard!

Moleculaire en cellulaire neurobiologie Theoretisch (B-B3MCNT)

Moleculaire en cellulaire neurobiologie theoretisch of NB-THEO in het kort, is een niveau 3 cursus die

draait om het schrijven van een neurobiologisch onderzoeksvoorstel. Aan het begin van de cursus

volg je een aantal colleges samen met de mensen die de experimentele en/of celbiologische

tegenhangers van de cursus hebben gekozen. Deze colleges zijn alleen bedoeld om je op niveau te

krijgen voor het schrijven van het onderzoeksvoorstel, aangezien er geen tentamen is. Het cijfer

wordt bij NB-THEO volledig bepaald door groepsopdrachten. Daarom is het dus zaak een groep te

vinden waar je fijn mee samen kan werken. Tijdens de eerste weken waarin je ook de colleges volgt,

doe je een tweetal kleine opdrachten. Je leest en bekritiseert een wetenschappelijk artikel en je

maakt en construct in serial kloner en legt in een verslag uit hoe je dat voor elkaar hebt gekregen.

Het bekritiseren van een artikel vond ik erg leuk, met name omdat je de kritiek met één van de

auteurs daarna doorneemt. Dat biedt inzicht in hoe publicaties tot stand komen en de subtiliteiten

van het schrijven van een goed artikel.

Na deze eerste weken ben je op niveau voor het schrijven van je onderzoeksvoorstel. In de

daaropvolgende weken ben je alleen daar nog maar mee bezig. Aan de hand van een eerste artikel

van je begeleider kies je een vraagstelling en ga je proberen een reeks experimenten op te zetten om

de vraag te beantwoorden. Het toffe hier aan is dat je dit doet met veel hulp van je begeleider die

precies in dat vakgebied veel expertise heeft. Na een aantal versies en heel veel feedback hoop je

een goed voorstel te hebben. Dan komt het spannendste stuk: het verdedigen ervan. Je presenteert

je voorstel voor een zaal studenten, docenten en experts. Na afloop volgt een 20 minuten lange

verdediging waarbij je de vragen van de zaal beantwoordt om te laten zien dat je er echt goed over

na hebt gedacht.

NB-THEO is anders dan de meeste cursussen in de zin dat je er geen lesboek voor hebt en niet voor

een tentamen hoeft te stampen. Maar dat maakt de cursus er niet zomaar makkelijker op. Vooral bij

het schrijven van het onderzoeksvoorstel is heel veel tijd in de cursus gaan zitten. Het mooie aan de

cursus daarentegen, is dat als je je best doet, je veel kan leren over het vakgebied waar je als het

goed is in verder gaat. De begeleiders zijn daarbij ook erg belangrijk. Als je gemotiveerd bent en

vaker feedback vraagt, krijg je ook een beter voorstel en wordt het verdedigen ook makkelijker.

Uiteindelijk is deze cursus erg aan te raden. Het helpt potentieel neurobiologen om een beter beeld

te vormen bij neurobiologisch onderzoek. Hoewel je de experimenten niet zelf uitvoert, leer je vanuit

artikelen heel veel over je onderwerp. Je gaat echt de diepte in en krijgt van je begeleider te horen

hoe de wetenschappelijke wereld in elkaar steekt.

Page 22: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

21

Periode 3 - timeslot B + C - - Niveau 2 –

Evolutie 2 (B-B2EVO09)

Evolutie 2 is een van de kern cursussen voor het studiepad Evolutiebiologie. Ook is het een handig

vak voor andere studiepaden, omdat evolutie zowat de basis is van de biologie. In deze cursus ga je

nog dieper in op de classificatie en leer je belangrijke evolutionaire theorieën die je ook in andere

vakgebieden zult tegenkomen.

Dit vak wordt door Edwin Pos gecoördineerd. De colleges worden door hem of door Alexandre

Jousset gegeven, dit verschilt per week. de colleges worden geen ‘hoorcolleges’ genoemd, maar

interactieve colleges, omdat de stof op een interactieve manier wordt behandeld. Hierdoor wordt

van je gevraagd om per college 1 of 2 hoofdstukken uit het boek al van te voren door te nemen.

Edwin of Alexandre vraagt dan tijdens het interactieve college een aantal vragen die de studenten in

de zaal moeten beantwoorden. Het doel hiervan is dat je overhoord wordt en de stof beter gaat

begrijpen.

Daarnaast zijn er een paar gastsprekers van onder andere het WNF die komen praten over de

problemen van het beschermen van diersoorten. Hierdoor kan je zien hoe evolutie wordt toegepast

in de praktijk.

Het vak heeft één tentamen. Er wordt veel stof behandeld, dus er wordt aangeraden om het vanaf

het begin al goed bij te houden. De interactieve colleges proberen je hierbij te helpen.

Daarnaast krijg je ook twee grote projecten: de fyla-expositie en de galerij van bedreigde

diersoorten. Voor de fyla-expositie moet je 10 organismen verzamelen die elk tot een ander fylum

behoren. Begin vroeg genoeg met het verzamelen van deze fyla want als je te laat begint kan je ze

niet op tijd verzamelen. Je kan de fyla bijvoorbeeld in de supermarkt, op het strand, in het bos of

ergens in de tuin vinden.

Het andere project is de galerij van bedreigde diersoorten, hierbij kies je een organisme die jij en je

partner belangrijk vinden om actief te beschermen en tegelijkertijd ook kunnen verdedigen waarom

en hoe dit moet gebeuren. Hiervoor schrijf je een voorstel op zogenaamd geld te vragen om dit dier

te kunnen beschermen. Dit voorstel wordt zowel schriftelijk gedaan, als in een filmpje. In het filmpje

laten jij en je partner zien wat jullie organisme is en waarom deze beschermt moet worden.

Daarnaast schrijf je een tegenvoorstel bij het voorstel van een ander groepje. Dit is ook zowel

schriftelijk als via een filmpje. Hierbij leer je kritisch nadenken en redeneren.

De cursus Evolutie 2 is een leuk vak waar je, welk studiepad je ook wilt volgen, veel aan hebt. Het

niveau van deze cursus is niet erg zwaar, maar het is vooral taak om het goed bij te houden.

- Niveau 3 -

Planten, adaptatie en afweer (B-B3PLAA05)

Planten adaptatie en afweer is een niveau 3 kernvak in het studiepad: Plantenbiologie. Dus erg geschikt als je planten en moleculaire biologie leuk vindt. Er zijn geen verplichte ingangseisen, maar plantenfysiologie en microbiële interacties sluiten wel erg goed aan bij het vak. De cursuscoördinator

Page 23: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

22

is Ronald Pierik. Naast de vertrouwde hoorcolleges heb je ook genoeg practica en presentaties. Alle docenten zitten in de plantenwereld en spreken dus met erg veel enthousiasme, wat super leuk is omdat je er zelf ook erg enthousiast van wordt.

De cursus is opgebouwd uit twee delen. In het eerste deel krijg je veel informatie over biotische en abiotische stress en wat aanvullende practica en presentaties. Natuurlijk wordt alle opgedane kennis getoetst met een tentamen. Waarna je in het tweede deel zelf aan een onderzoek begint bij een Phd student in een van de verschillende werkgroepen zoals: Plantenfysiologie, Plant-Microbe interacties etc. Doordat je redelijk veel in het lab staat en zelf een eigen onderzoek uitvoert voor 5 weken lang, krijg je naast meer ervaring ook een kijkje in de Phd wereld. Tussendoor krijg je ook wat colleges over het werk van de Phd studenten. In de eindtoets wordt wel meer verdieping gevraagd dan de eerste toets, maar je weet dan natuurlijk ook meer :) .

Planten adaptatie en afweer is een leuk en divers vak met veel practica en niet alleen maar droge stof. De docenten zijn gepassioneerd waardoor jij zelf ook veel meer zin hebt om het te volgen. Al met al is het een super leuk en interessant vak voor de plantenbioloog.

Ontwikkelingsbiologie en genetica (B-B3OBG05)

De cursus Ontwikkelingsbiologie en genetica focust zich op de differentiatie van cellen in organismen en de ontwikkeling van organismen zelf. Aangezien deze cursus een vervolg is op de niveau 2 cursus Ontwikkelingsbiologie, is de voorkennis die je tijdens Ontwikkelingsbiologie hebt opgedaan erg handig en komt dan ook zeker van pas. De cursus bestaat uit het volgen van hoorcolleges en practica. Er wordt geen gebruik gemaakt van een boek, dus alle theorie die op de twee deeltentamens getoetst wordt zal tijdens de hoorcolleges en practica behandeld worden. Om studenten meer in aanraking te brengen met het doen en verwerken van onderzoek, worden tijdens de hoorcolleges veel resultaten van experimentele onderzoeken gebruikt om mechanismen uit te leggen. Er wordt dan ook diep ingegaan op de stof. De tentamens bestaan uit open en meerkeuze vragen. Daarnaast worden ook door studenten zelf wetenschappelijke artikelen ontleed en gepresenteerd aan de groep. De artikelen sluiten aan bij de onderwerpen die zijn behandeld tijdens de hoorcolleges. Dit wordt gedaan in zelf gevormde groepjes van 3 à 4 personen. Deze artikelen zijn tevens ook onderdeel van de leerstof van beide deeltentamens. De voertaal van de cursus is Engels. Dit betekent dat de hoorcolleges en de artikelpresentaties in het Engels worden gegeven. De practica zijn gewoon in het Nederlands. Dit klinkt misschien hoog gegrepen, maar het went snel en heeft geen invloed op het begrijpen van de stof. Het voordeel van Engelstalig onderwijs is dat je gewend raakt met de wetenschappelijke voertaal. Het presenteren in het Engels is een positieve ervaring en een geschikte manier om je taalvaardigheid te oefenen. Het kan juist makkelijker zijn om in het Engels te presenteren, aangezien de wetenschappelijke termen uit zowel de hoorcolleges als de wetenschappelijke artikelen ook in het Engels zijn. De cursus is in totaal verdeeld in twee delen. Tijdens het eerste deel staat het modelorganisme C. elegans central. Dit is een microscopisch kleine worm en wordt veel gebruikt binnen de ontwikkelingsbiologie. Tijdens de practica zal je veel bezig zijn met kruisen en analyseren van wildtype en mutante wormen, waarmee je tegelijkertijd moleculaire technieken leert en toepast. Je werkt in vaste tweetallen. De practica kosten veel tijd, maar zijn wel ontzettend leuk om te doen (mede dankzij de enthousiaste practicumassistenten). Je leert er ontzettend veel van en ziet dan ook eens hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Weer eens iets anders dan leren van plaatjes uit boeken. Bij de practica maak je gebruik van een reader. Hierin staan per practicum een aantal vragen die je aan het eind moet inleveren, wat zal meetellen voor een practicum cijfer. Het is dus belangrijk om deze vragen goed bij te houden. In het tweede deel van de cursus ligt de focus op Drosophila melanogaster (fruitvlieg) en Danio rerio

Page 24: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

23

(zebravis). Er wordt minder diep ingegaan op de stof vergeleken met het eerste deel van de cursus. Drosophila melanogaster komt niet naar voren in de practica, dus zal vooral de nadruk liggen op de ontwikkeling van Danio rerio. Ontwikkelingsbiologie en genetica wordt dus anders ingevuld dan de andere cursussen. Hierbij ligt de focus op het lezen van onderzoek en het zelf uitvoeren van experimenten, wat over het algemeen werd ervaren als een leuke afwisseling. Je bent er veel tijd aan kwijt, maar leert er ook ontzettend veel van naast de reguliere stof. Kortom, een leuke en interessante cursus!

Bio-ethiek (B-B3BETH05)

In deze cursus krijg je een goede basis makkelijk toepasbare ethiek. In de eerste weken worden een aantal belangrijke ethische stromingen uitgelegd (utilisme, deontologie, deugd-, zorg- en natuurethiek). Over alle stromingen wordt een college gegeven en een paar dagen later is er een werkcollege om het gedachtegoed van deze stroming toe te passen in enkele casussen. Op deze manier krijg je ruim voldoende kennis van de besproken theorieën en ben je in staat deze toe te passen. Niet alle ethische stromingen worden toegelicht, zo is er geen of nihil aandacht voor theïsme, liberalisme, egoïsme en universeel subjectivisme. Er wordt dus geen volledig plaatje geschetst van het ethisch spectrum. Ook wordt er weinig aandacht besteed aan hoe verschillende ethische stromingen zich ten opzichte van elkaar verhouden en hoe er beargumenteerd wordt welke stroming het beste is. Naast de contacturen is er een goed toegankelijk geschreven boek dat de belangrijkste stromingen en bio-ethische dilemma's behandelt. In aanvulling op het boek wordt je ook geacht een flink aantal artikelen te lezen. Deze zijn vaak erg lastig en abstract waardoor dit relatief veel tijd kost. Hiervoor is de oplossing bedacht dat je de helft van de artikelen zelf leest en de andere helft door een partner gelezen wordt. Van de gelezen stukken schrijf je vervolgens een samenvatting. De samenvattingen van jezelf en je partner bundel je tot een syllabus die je ook bij je tentamen mag gebruiken. Het vak wordt gedoceerd door Frans Stafleu. Hij geeft vrijwel alle colleges en werkcolleges en doet dit op een betrokken manier. Hij verbaasd af en toe met een verrassend volume gevolgd door een juist erg rustige manier van spreken. Dit leidt soms tot vrij hilarische taferelen, maar helpt ook je aandacht erbij te houden. In de week voor het tentamen zijn ook nog 3 gastcolleges van ethici gespecialiseerd op specifieke bio-ethische problemen. Het tentamen was een goede representatie van de gegeven stof. Er werd niet gevraagd naar het opdreunen van feitjes over ethici of stromingen, maar ging echt over de inhoud van de stromingen en het toepassen hiervan. Bij het tentamen mocht je gebruik maken van de samenvattingen die je tijdens de periode samen met je partner geschreven had. In de laatste 3 weken van de cursus, nadat je het theoretische deel afgesloten hebt, moet je samen met je partner een bio-ethisch probleem uitdiepen en hier een presentatie overgeven. Deze presentatie kan beschouwend vanuit alle standpunten zijn, maar ook een soort opinie waarin juist een pleidooi gehouden wordt voor 1 standpunt. Doordat alle onderwerpen anders moeten zijn krijg je als toeschouwer ook nog een goed overzicht van verschillende bio-ethische dilemma's die spelen bij o.a. het houden van dieren en genetica. Over het geheel genomen geeft de cursus bio-ethiek een goede basis om verder mee te kunnen werken als je geïnteresseerd bent in ethiek. Er is genoeg verdieping in de onderwerpen die behandeld worden en de werkvormen zijn goed ingericht waardoor je de stof aan het einde goed beheerst. De docent is toegankelijk en kan helder uitleggen en staat open voor vragen en discussie.

Page 25: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

24

Emulating nature (B-B3EMNA16)

Ik was erg geïnteresseerd in deze nieuwe stroming binnen de biologie en ik wilde het studiepad ‘Bio Inspired Technology’ graag volgen, waar dit vak ook bij hoort. Het vak wordt gegeven door Jaco Appelman, en alles binnen de cursus wordt door hem gedaan. Je krijgt een opdrachtgever aan het begin van de cursus, waarvoor je een ontwerp moet maken. Deze opdrachtgever is tevens ook een echt bedrijf, dus wat en hoe je ervan gaat leren kan Jaco nooit van tevoren weten. Dit is een voordeel en ook een beetje een nadeel, omdat je hierdoor heel zelfstandig te werk moet gaan, maar je ook niet helemaal weet wat er van je verwacht wordt. Verder kwamen we één keer in de week samen voor een college/bespreking. Verder wordt je helemaal losgelaten om iets te gaan ontwerpen. De colleges lieten wel een beetje te wensen over op het gebied van begeleiding bij het ontwerpen. Wij hebben als biologen natuurlijk nog nooit zoiets gedaan, wat het niet zo makkelijk maakte. Ook waren de bronnen die we moesten gebruiken, zoals asknature.org, naar mijn smaak niet super wetenschappelijk. Het voordeel van het vak is wel dat je wordt gedwongen om op een andere manier te gaan nadenken. Je bent als bioloog gewend op een bepaalde manier te denken, maar bij dit vak moet je veel zakelijker en praktischer gaan denken. Aan het eind van de cursus hadden we iets moois in elkaar gezet, waarvan ik denk dat er ook daadwerkelijk nog wat mee gedaan kan worden. Dat is een ontzettend leuke prestatie! Ik vind het erg jammer dat er niet meer tijd is gestopt in het begeleiden bij het ontwerpen, of het werken met programma’s die hier handig bij zijn. Hier had ik heel veel aan gehad. Er is nog wat werk nodig om deze cursus echt goed te krijgen, maar als je geïnteresseerd bent in het studiepad zou ik het zeker aanraden!

Aquatische ecologie (B-B3AQEC05)

Als jij wil weten hoe je lab experimenten uitvoert die te maken hebben met zoetwaterecosystemen,

dan is dit het vak voor jou. Aquatische ecologie is een vak dat geen tentamen heeft en waarbij je

alleen maar bezig bent met vele kleine experimenten. Je doorloopt hierbij de hele onderzoekscyclus:

je begint bij wat papers lezen of een college krijgen, gaat daarna onderzoeksvragen en hypotheses

opstellen, voert daarna het onderzoek uit en maakt tenslotte, op basis van jouw resultaten, een

korte presentatie voor de rest van de groep. Je hebt één keer veldwerk waarbij je twee dagen lang in

het park bij een vijver moet zitten en moet tellen hoe vaak de eenden in de vijver worden gevoerd.

Dit is op zichzelf best leuk om te doen, hoewel bij ons de temperatuur rond het vriespunt lag

waardoor een dag wel erg lang ging duren. Doordat dit vak geen tentamen heeft en zich alleen maar

focust op onderzoek doen, is het een vak dat totaal anders is dan de andere vakken die bij biologie

gegeven worden. Het hele vak wordt dan ook niet in Utrecht gegeven, maar in Wageningen. Hierdoor

zijn de dagen die je draait wel erg lang (vroeg opstaan en laat thuis). Al met al is het een leuk vak

waarbij je een kijkje neemt in de onderzoekswereld en waarbij je leert hoe het is om een

wetenschapper te zijn.

Page 26: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

25

Periode 3 - timeslot A + D of B + C - - Niveau 3 -

Scriptiecursus (B-B3AFST05)

Het is zover, bijna het einde van je bachelor, sommige zien er tegenop, sommige hebben er extreem

veel zin in, maar wat zijn nu eigenlijk je mogelijkheden? Nou, dat zijn er veel en als eerste tip geef ik

dan ook: Leef je uit! Je scriptie kan je zo leuk maken als je zelf wilt. Het belangrijkste is vooral, begin

op tijd met regelen van dingen zoals stage, begeleiders en onderwerp.

Ten eerste is het belangrijk dat je een scriptieonderzoek vindt. Waar je dat gaat doen maakt de

universiteit niet uit. Je kunt denken aan het buitenland, een bedrijf of gewoon de universiteit.

Bedenk een richting die je op wilt aan ga op zoek. Er zijn veel buitenlandse projecten waar je op kan

solliciteren, bedenk alleen wel dat er vaak inleg van eigen geld bij komt kijken. Wil je iets minder ver,

maar wel buiten de uni? Kijk eens bij interessant bedrijf of onderzoeksinstituten. Er zijn er in

Nederland meer dan je denkt. Vaak hebben ze plekken voor stagiaires en sommige bedrijven betalen

zelfs voor je stagetijd. Wil je toch liever op de universiteit zelf, ga dan is naar een hoofd van een

onderzoeksgroep die jou interessant lijkt. Waarschijnlijk heeft hij wel een leuke stage voor je.

Voordeel aan stage op de Universiteit is dat zij dat beter de tijd van een onderzoek kunnen

inschatten. Maakt de tijd je niet uit, dan raad ik aan verder te kijken dan je neus lang is. Kun je echt

geen stageplek vinden, kun je altijd met Ton Peeters of Martijn van Zanten gaan praten.

Naast een stage, begeleider en onderwerp is het ook belangrijk dat je je nog even inschrijft op Osiris.

Let op dat je je wel voor het goede inschrijft er is namelijk ook nog een andere cursus waar je alleen

literatuurstudie doet. In de eerste 3 weken van de cursus zal je 3 lessen krijgen van Martijn of Ton

over een scriptieplan, schrijfplan en refereren. Redelijke nuttige lessen die verplicht zijn.

Een scriptie schrijven is voor iedereen een andere opgave. Ik heb zelf mijn dieptepunten gehad, maar

tegelijkertijd veel plezier gehad en veel geleerd. Je zult vanzelf je eigen weg vinden en vergeet vooral

geen hulp te vragen aan je begeleider! Succes ermee!

Met hieronder nog een link waar alles te vinden is over de scriptie bij biologie! http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie/scriptiecursus

Page 27: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

26

Periode 3 - Fulltime - - Niveau 3 –

Onderzoeksproject (B-B3ONPR09)

Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je wel degelijk. Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken. Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn. Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt. Met hieronder nog een link waar alles te vinden is over de scriptie bij biologie! http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie/scriptiecursus

Page 28: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

27

Vakken buiten Biologie Naast al deze leuke vakken bij Biologie is het ook mogelijk om je profileringsruimte te vullen met vakken die door andere studies worden aangeboden. De mogelijkheden zijn oneindig en de deuren van de universiteit staan wagenwijd voor je open! Maar dit maakt het uiteraard ook lastig om juist dat ene leuke vak te vinden dat zo perfect aansluit op de rest van je Bachelor. Om het voor jullie iets makkelijker te maken komen er voortaan in elke studiegids een aantal vakken buiten Biologie te staan. De stukjes worden geschreven door biologen uit Utrecht en de vakken sluiten goed aan op je huidige studie. Dit is natuurlijk geen compleet overzicht van de grote diversiteit aan cursussen die je zou kunnen volgen, en als een cursus niet in deze gids staat kan het evengoed een leuke cursus zijn. Maar hopelijk brengt het jullie op ideeën! En vraag gerust aan je studiegenoten welke vakken zij hebben gevolgd, want wie weet hebben ze nog een goede aanrader! Check voor je een cursus wilt gaan doen wel altijd goed de reguliere studiegids van de desbetreffende studie voor toelatingseisen en om na te gaan of de cursus dit jaar weer op dezelfde wijze gegeven wordt en wanneer de inschrijvingen zijn.

Moleculaire pathologie(BMW32607)

De cursus Moleculaire Pathologie is een derdejaars cursus bij BMW. In deze cursus gaat het niet zo

zeer om het leren van bepaalde ziektebeelden en symptomen maar ligt de focus op veranderingen in

het DNA en hoe deze leiden tot een bepaald ziektebeeld. Ook gaat het om het onderzoeken welke

behandeling bij een patiënt zal aanslaan, waarbij het vooral gaat om kanker. Erg leuk om de

vertaalslag te maken van de theorie naar de praktijk!

De cursus heeft drie verschillende werkvormen. Het bestaat uit hoorcolleges, seminars

(werkcolleges) en practica. De hoorcolleges waren elke week alleen op maandag van 13:15-16:00.

Dat was wel pittig want drie uur lang geconcentreerd luisteren valt niet mee ;) De cursus wordt, als

er internationale studenten aanwezig zijn, in het Engels gegeven. Helaas werden de hoorcolleges niet

opgenomen wat het extra belangrijk maakt om goed op te letten. Gelukkig komen de slides wel op

blackboard en kan je bij vragen de docenten mailen die snel antwoorden. Soms ging het over theorie

maar er werd voornamelijk gesproken over de toepassing ervan in de praktijk, over onderzoeken die

gedaan zijn en over moleculaire technieken, waarvan je er een paar ook zelf gaat uitvoeren tijdens de

practica. Om de week was er practicum waarbij je in tweetallen werkt. Er was goede begeleiding bij

en de practica waren leuk om te doen. Je gaat onder andere DNA isoleren, sequencen en op zoek

naar mutaties. Uiteindelijk worden er in totaal vier wetenschappelijke artikelen geschreven over je

bevindingen. Dit schrijven is in het begin lastig, maar in de cursushandleiding staat precies hoe zo’n

verslag er uit moet komen te zien en het mag weer in tweetallen, zodat je samen kunt struggelen ;).

Je leer hier enorm veel van en je krijgt feedback. Tijdens de practica houdt je individueel een

labjournaal bij waar je later op beoordeeld wordt. Verder krijg je tijdens de practica een aantal

demonstraties waarbij je wordt rondgeleid op de moleculaire pathologie afdeling van het UMC, zo

krijg je een goed beeld van hoe het in de praktijk gaat. De seminars (werkcolleges) waren ook om de

week. Hierbij werd je telkens ingedeeld in een andere groep en moest je van te voren iets

voorbereiden, bijvoorbeeld het uitleggen van een wetenschappelijk artikel, wat tijdens de seminar

(in het Engels) gepresenteerd moest worden.

Page 29: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

28

Voor de cursus is een Nederlands boek beschikbaar, die ik aanraad om te gebruiken omdat de

hoorcolleges niet altijd geheel te volgen zijn en ze niet opgenomen worden. Aan het eind van de tien

weken is er een tentamen op de laptop. Dit ging voornamelijk over de stof van de hoorcolleges en

practica en was redelijk te doen. Al met al raad ik deze cursus aan als je geïnteresseerd bent in

kanker, het ontstaan van ziektes, het opsporen van veranderingen in het DNA en het bepalen welke

behandeling het beste aanslaat bij de patiënt!

Vergelijkende Ethologie - Diergeneeskunde (DB3B23-EW)

De verschillende docenten die betrokken zijn bij dit vak zijn: dr. Lesscher(coördinator), dr. Goerlich-

Jansson, prof. dr. Vanderschuren, dr. Schilder, dr. Arndt en dr. Vinke. Over het algemeen zijn alle

docenten gewoon goed. Verstaanbaar en duidelijk met een goede begeleiding van slides. Alleen dr.

Goerlich-Jansson is van oorsprong Duits dus haar accent zou het ietsje lastiger kunnen maken maar

ze praat vloeiend Engels en kan ook Nederlands als het moet.

Het eerste deel van de cursus gaat over de ethologie. Dus de studie van het gedrag van dieren. Dit

deel is het meest overlappend met biologie en is, zeker als je gedragsbiologie en/of gedragsecologie

hebt gehad, wat mager en kort door de bocht. Het is wel iets meer gericht op het welzijn van dieren

en hoe je daar dus ethologie bij kan gebruiken. Het gaat dus ook veel over domesticatie en

gedragsproblemen bij dieren. Het tweede gedeelte dat door Matthijs Schilder wordt gegeven gaat

over angst bij dieren. Dit is een onderwerp die je bij biologie nauwelijks tegenkomt maar het is wel

heel erg interessant. Het derde gedeelte gaat over diergedrag en maatschappij, dat is heel erg gericht

op de bredere inzetbaarheid van dieren in de maatschappij. Waar je het in dit gedeelte over gaat

hebben is de relatie tussen mens en dier, wat komt kijken bij disfunctioneel of ongewenst gedrag en

je leert over dierenhandel en de Animal Welfare Index (richtlijnen voor welzijnsbeoordeling bij

dieren).

Het onderwijs wordt in eerste instantie veel gegeven door hoorcolleges, maar deze zijn door de

kleine groep (rond de 30 studenten) wel echt interactief. Ook worden er werkcolleges gegeven

waarbij je meer in opdracht vorm bezig gaat met de stof. Die zijn ook zeer leuk en interessant. Bij elk

gedeelte is er ook een werkcollege opdracht die meetelt voor je cijfer. Voor het eerste gedeelte moet

je met een groep een klein experiment uitvoeren op honden of katten wat te maken heeft met

verwarringseffect of toonhoogte van communicatie naar honden toe. Dit moet je dan presenteren

aan de hand van een poster. Voor het tweede gedeelte moet je met een groep een aantal

verdiepende vragen uitwerken rondom het thema angst. Voor het derde gedeelte moet je een essay

schrijven over het gebruik van de Animal Welfare Indices en wat de voor- en nadelen zijn van het

hanteren daarvan. Ook ga je aan het eind nog een keer naar Stichting AAP waar je een verhaal krijgt

over de stichting en wat hun rol is in het hele circuit van dierenhandel. De excursie naar stichting AAP

vond ik wel tegenvallen. Veel van Stichting AAP is niet toegankelijk dus we hebben weinig apen

gezien en je gaat ze ook niet echt observeren.

Er is geen boek nodig voor dit vak. Er is wel een syllabus en er worden veel artikelen gegeven die ook

tentamenstof zijn. Dit is veel en het wordt gevraagd, maar het is alleen belangrijk dat je de principes

weet die achter de artikelen liggen en wat het artikel heeft aangedragen qua conclusies. Dus je hoeft

niet alles in detail te weten. Het vak is maar 5 weken lang. Hierin is het aantal contacturen best wel

Page 30: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

29

goed. Je moet alleen wel opletten met de werkcollege opdrachten, omdat dat allemaal zelfstudie is

en elkaar best snel kunnen opvolgen. Dus je moet wel goed alles in de gaten houden en goed

plannen. Verder is het qua stof niet een heel zwaar vak.

Het tentamen is goed te doen. Je moet gewoon goed opletten bij de colleges en de artikelen een

keer hebben doorgelezen en een beetje snappen. Ik vond het een boeiend vak. Ik heb er best veel

geleerd en het leukste vond ik dat je met allemaal diergeneeskundigen zit. Die zijn toch wat anders,

denken wat anders en het is best leuk om een keer een kijkje te nemen in die keuken. Zeker als je

geïnteresseerd bent in welzijn bij dieren is dit echt een leuk vak.

Evolutie en ecologie (GEO2-1215)

Het vak dat ik gevolgd heb vorig jaar is ‘Ecologie en Evolutie: het fossiele verleden’. Het is eigenlijk een vak bij geowetenschappen, maar het wordt door veel biologen gevolgd omdat het goed aansluit op onze vakken. Het vak wordt gegeven door Jelle Reumer en Wilma Wessels. Hierbij gaf Jelle Reumer de hoorcolleges, en had Wilma Wessels de verantwoordelijkheid over de practica en het opstellen van de tentamens. De hoorcolleges vond ik leuk. De presentaties waren informatief en mooi gestructureerd, en Jelle kon goed vertellen. Wel was zijn bewoording soms een beetje overdreven, en kon hij nogal van de hak op de tak springen. Ook heeft hij soms de neiging om iets te lang bij een dia te blijven hangen. Maar dat woog naar mijn mening niet op tegen de manier waarop hij de stof toch grappig kon overbrengen en de inhoud die toch wel heel interessant was. De practica waren ook interessant. We bestudeerden fossielen in het thema van die week en tekenden overzichten, of stelden hypotheses op over het milieu waar het dier in geleefd had kunnen hebben. Je kreeg cijfers voor de opdrachten die je naderhand moest inleveren en als goed meedeed, haalde je zo een 7. Wilma was enthousiast bij het vertellen over de fossielen. Het nadeel was wel dat we met zoveel mensen waren dat het lang duurde voordat je een vraag kon stellen. Tijdens de cursus werd dus de basis van de paleoecologie besproken. Per week was er een thema, met bijbehorende colleges en een practicum. Er werd besproken hoe er naar een fossiel gekeken wordt, hoe de ecologie door de eras heen veranderden en hoe basisgroepen evolueerden door de tijd heen. Je leert op basis van fossielen ook nog milieus voorspellen. Het eerste deel van de cursus ging over invertebraten, het tweede deel over vertebraten. Bij de cursus werd het boek Introduction to Paleobiology and the Fossil Record van Harper gebruikt. Het was een fijn boek waar ik zelf nu nog graag uit lees. Het is gestructureerd en goed te lezen. Het is wel veel stof, dus zorg echt dat je de hoofdstukken bijhoud per week. Dan moet het te doen zijn. Dit vak is prima te doen. Het is niet het moeilijkste vak dat ik ooit heb gevolgd. Hetgene waar je hierbij moet letten, is dat de stof niet moeilijk is maar wel veel. Het is niet slim om hierbij achter te lopen, dat wordt inhalen. Als je oplet bij de colleges en niet bang bent om soms iets te vragen bij de practica heb je al snel de rode lijn door. Dan is het alleen nog de details doornemen en you’re ready to go! Begin minimaal zo’n twee weken van tevoren met leren. Als je geleerd hebt, is het tentamen echt prima te doen. Het was wel zo dat de opbouw van het tentamen niet helemaal overeenkwam met de focus van de colleges, doordat de twee docenten niet geweldig hadden gecommuniceerd. Het is bij dit vak belangrijk om zowel de hoorcolleges als het boek mee te nemen. Al met al, heb ik zelf genoten van dit vak. Je leert geologische verbanden trekken met biologische data. De stof is interessant en als je het bijhoudt, is dit geen vak waar je heel erg voor hoeft te stressen. Het is veel, maar niet per sé moeilijk. De communicatie is alleen soms

Page 31: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

30

wel een beetje rommelig. Daar mag wel aan gewerkt worden. Verder een leuk vak!

GIS/Cartografie (GEO2-3031)

De GIS-cursus is een hele leerzame cursus waar je ook in de toekomst enorm veel aan zal hebben. Tijdens deze cursus leer je data in beeld brengen met behulp van een geografisch informatie systeem. Dit houdt in dat je kaarten maakt waaraan je gegevens toe kunt voegen, denk hierbij aan de hoogte van een landschap, de populatiedichtheid of soortenrijkheid. Op deze manier kun je een overzichtelijke representatie maken van een bepaald gebied en de kenmerken van dat gebied. Tijdens de cursus loop je een e-module door die je om leert gaan met het programma QGIS. Het wekelijkse hoorcollege bestaat uit uitleg over de theoretische achtergrond van GIS en uit zelfstandig de e-module doorwerken. Afhankelijk van hoe hard je doorwerkt tijdens het college zal je thuis nog het een en ander af moeten maken.Het praktische deel van de cursus bestaat uit een praktijk dag waarop je zelf informatie gaat verzamelen over een bepaald gebied, en een zelfstandige opdracht waarbij je een afstand af moet leggen en met behulp van een GPS-tracker hier informatie over verzamelt. Bij dit laatste deel mag je zelf beslissen op wat voor manier je deze afstand af gaat leggen. Je kunt een stuk gaan fietsen, de tracker aan de halsband van je kat hangen of een andere originele manier bedenken om je informatie te verzamelen. De informatie die je verzamelt hebt bij deze twee opdrachten ga je vervolgens zelfstandig verwerken tot een kaart in QGIS. Het inleveren van dit project is een vereiste om deel te mogen nemen aan het tentamen. Het tentamen gaat zowel over de theorie die tijdens de colleges belicht wordt als over het werken in QGIS. Als je alle modules doorloopt en oplet tijdens de colleges beschik je eigenlijk al over alle kennis die je nodig hebt om het tentamen te kunnen halen. Al met al is dit een hele interessante cursus om te volgen, en bij veel masters of onderzoeksstages is het een pré als je met QGIS om kunt gaan. Het is dus zeker een aanrader!

Page 32: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

31

Biologie in het Werkveld Loopbaanzaken

Loopbaanzaken is een Biologie in het Werkveld-cursus bedoeld voor iedereen die nog niet zeker weet wat toekomst in petto heeft. Of dit nu een studiepad, scriptiestage of voor je eerste baan is, je kunt het altijd gebruiken. Je leert er kritisch naar jezelf kijken en na te denken over de toekomst. Het doel is om jou klaar te stomen om jouw droom te verwezenlijken! Of erachter te komen wat dat is. De cursus wordt gegeven in samenwerking met Career Services. Zij hebben een aantal korte workshops samengesteld en houden van een persoonlijke aanpak. De cursus bestaat uit 4 of 5 bijeenkomsten en 1 persoonlijk gesprek die verplicht is om de studiepunten te ontvangen. Deze bijeenkomsten zijn in een kleine informele setting waardoor het erg persoonlijk is, maar je bepaalt zelf wat je wilt delen. Klassikaal worden onderwerpen als netwerken, LinkedIn, je loopbaan en toekomstbeeld en je CV besproken. Dit is prettig, aangezien je directe en goede feedback krijgt van zowel Frans als de groep. Vooraf bereid je je voor op deze bijeenkomsten door opdrachten te maken. Deze zijn niet per se verplicht, maar zijn vooral bedoelt om meer inzicht te krijgen in jezelf. Verder is geen literatuur of studieboek nodig en uiteraard ook geen tentamen. Je sluit de cursus af door een uitgebreid persoonlijk gesprek met Frans. Een bijeenkomst duurt ongeveer 2 uur en is ‘s avonds. Kortom, deze cursus is zeker een aanrader voor iedereen die zijn carrière nog niet uitgestippeld heeft.

Page 33: Periode 3 - Utrechtse Biologen Vereniging...Om jullie keuzestress te helpen verlichten bieden we jullie de Alternatieve Studiegids aan. Deze gids bevat stukjes met de meningen en ervaringen

32

Dankwoord Namens de Onderwijscommissie, aan iedereen die heeft bijgedragen aan deze gids: