Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

download Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

of 20

Transcript of Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    1/20

    Pensioen nieuwe stijlvoor de toekomstigearbeidsmarkt

    white paper ADP Nederland BV

    September 2010 - Mr. Theo Gommer MPLA

    de wereldwerkt met

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    2/20

    Mr. Theo Gommer MPLA (1966) is partner bij de Akkermans & Partners Groep te Tilburg, n van de grootste

    ona hankelijke pensioendienstverleners in Nederland. Tevens is hij daar directeur van het Wetenschappelijk Bureau.

    Hij richt zich met name op de pensioenwereld van de toekomst.

    Hij studeerde rechten aan de Universiteit van Groningen, volgde in 2002 een Master-opleiding en is momenteel

    promovendus aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

    Daarnaast is hij partner bij Gommer & Partners Pensioen Advocaten en mede-initiatie nemer van de Visitatie Commissie

    Pensioen ondsen B.V. Hij is voorzitter van de Nederlandse Orde van PensioenDeskundigen, hoo dredacteur van

    PensioenAlert en Onderneming + Pensioen. Tot slot is hij actie als inleider/docent en publiceert hij regelmatig over

    het vakgebied.

    Over ADP

    1,4 miljoen (oud-)werknemers in Nederland krijgen iedere maand hun loonstrook o pensioenspeci icatie van

    ADP Nederland BV. ADP Nederland is al meer dan vij tig jaar salaris-, excasso- en HR-dienstverlener voor bedrijven,

    overheden, non-pro itorganisaties en zorginstellingen. Anno 2010 is het bedrij met een omzet van 94 miljoen euro n

    van de grootste spelers in zijn sector met vestigingen in Rotterdam, Capelle aan den IJssel en Amsterdam.

    Circa 650 medewerkers maken zich sterk voor het verlenen van ADP Outservice: het e ectie en e icint ondersteunen

    o zel s uit handen nemen van processen voor de klant, de overtre ende trap van outsourcing en service. Wereldwijd is

    ADP met een omzet van negen miljard US$ marktleider in gentegreerde oplossingen voor salarisverwerking, personeels-

    en excasso-administratie en HR-vraagstukken. ADP beschikt over de (SAS70) type 2-mededeling, onontbeerlijk voorbedrijven die willen voldoen aan de Sarbanes-Oxley-wetgeving. ADP hee t daarnaast een Triple A-rating.

    Meer in ormatie staat op www.adp.nl.

    Over de auteur

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    3/20

    Management Summary 4

    1. Inleiding 5

    2. Algemene pensioenontwikkelingen: 2005-2010 6

    Individualisering & flexibilisering van de arbeidsvoorwaarde pensioen 7

    Demografische en cijfermatige (pensioen)ontwikkelingen 2010-2030 8

    3. Toekomstscenarios pensioen 9

    4. Inrichting pensioen 11

    5. Rol werkgever 13

    6. Gevolgen HRM-beleid 14

    Van commodity naar positief ervaren arbeidsvoorwaarde

    7. Gevolgen werknemer 16

    Begrippen 17

    Literatuur 18

    Inhoudsopgave

    3 |

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    4/20

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    5/20

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    6/20

    Met ingang van 2005 zijn VUT- en prepensioenregelingena gescha t. Hierdoor werd het voor werknemers lastig om

    eerder dan de lee tijd van 65 jaar te stoppen met werken.

    Als gevolg hiervan is de gemiddelde uittredingslee tijd

    tussen 2005 en 2010 al omhoog gegaan van circa 60 naar

    62 jaar. Dit komt vooral omdat er nog een royaal

    overgangsregime was voor werknemers vr 1950

    geboren. Als dat na 2015 de initie is uitgewerkt, zal incombinatie met de verplichte verhoging van de AOW- en

    aanvullende pensioenlee tijd naar 66 jaar (zoals het zich

    althans laat aanzien), de uittredingslee tijd normaliter

    snel verder oplopen. Hetgeen uiteraard ook beoogd is.

    Tegelijkertijd is in 2005 de Levensloopregeling gentro-

    duceerd. De bedoeling van de Levensloopregeling is om

    tijdens de arbeidzame periode regelmatig verlo tenemen, varirend van studie- o zorgverlo tot een

    gewone sabbatical. Dit moet een positie e ect hebben

    op de werknemer om langer te kunnen blijven deel-

    nemen aan het arbeidsproces. Ook bij de zogenaamde

    knelpunten in de levensloop van de mens, zoals zorg voor

    kinderen en ouders moet de werknemer de mogelijkheid

    hebben om verlo te nemen teneinde (gezonder) langer

    door te kunnen werken1

    .

    De pensioenpremies die tot 2005 voor VUT enprepensioenregelingen werden betaald zijn gebruikt om

    meer pensioen op te bouwen. Ze zijn als het ware

    versleept naar extra pensioen vana 65 jaar. Daardoor

    zijn de kosten voor werkgever, ondanks het vervallen

    van deze regelingen, niet gedaald. Het budget daarvoor

    is veel gebruikt voor verbetering van het ouderdoms-

    pensioen op 65 jaar. Als gevolg van de vergrijzing en de

    plicht tot kostendekkende premies vana 2007 op basisvan het (nieuwe) Financile Toetsingskader als uitvloeisel

    van de Pensioenwet, zijn de pensioenkosten juist

    opgelopen tot de genoemde 15% van de loonsom 2.

    Vana 2008 is ook serieus gesproken over de verhoging

    van de AOW en aanvullend, de pensioenlee tijd. Dit hee t

    geresulteerd in een Pensioen Akkoord dt de pensioen-

    lee tijd omhoog gaat. Vana 2020 gaat de pensioenlee tijdnaar 66 jaar, vana 2025 waarschijnlijk naar 67 jaar en deze

    volgt daarna de stijgende levensverwachting. De vraag is

    eitelijk nu alleen nog o dit pas vana 2020 gebeurt o dat

    al eerder de weg naar de verhoging wordt ingezet.

    2. Algemene pensioen-ontwikkelingen: 2005-2010

    | 6

    1 Formeel was levensloop juist niet bedoeld voor prepensioen, integendeel. Middels VPL waren VUT en prepensioen juist afgeschaft.Dt levensloop voor de ouderen werd gezien en ingezet kon en nog steeds kan worden als een soort prepensioen is wat anders.

    2 Dit correspondeert met de vaak genoemde 20% pensioenpremie; dit is dan 20% van de pensioengrondslag.Voor pensioengrondslag, zie de begrippenlijst.

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    7/20

    7 |

    Vana 1995 zijn er al veel mogelijkheden om individueelen lexibel met pensioen om te gaan. Eerder o later met

    pensioen hee t alleen consequenties voor een lager o

    hoger pensioen. Ook is het voorstel dat de AOW later

    kan ingaan, waarbij dan een bonus wordt ontvangen bij

    langer doorwerken. Uiterlijk op 70 jaar moeten AOW en

    pensioen ingaan. Met de verhoging van de pensioenlee -

    tijd naar 67 jaar, zal dit normaliter naar 72 jaar worden

    verhoogd.

    Pensioen wordt nog steeds als arbeidsvoorwaarde ge-

    zien en dus het speelveld van de sociale partners. De

    overheid dient alleen de randvoorwaarden te scheppen.

    Ook de AFM benadrukt dat pensioen een zeer belang-

    rijke arbeidsvoorwaarde is, waarvoor werkgever en

    werknemer gezamenlijk verantwoordelijk zijn.

    AOW is een volksverzekering die op zich niet is gerela- teerd aan het aantal arbeidzame jaren. Echter, steeds

    vaker wordt hiermee toch een link gelegd: zware beroe-

    pen, recht op AOW na een x-aantal werkzame jaren etc.

    Vooralsnog is er geen tendens waarneembaar waarbij

    de hoogte van de AOW aan het aantal arbeidzame jaren

    wordt gekoppeld, hetgeen onder andere in Belgi en het

    Verenigd Koninkrijk wel het geval is.

    Tot slot is in ruim 2/3 van alle pensioenregelingen in

    Nederland uitsluitend nog een partnerpensioen op ri-

    sicobasis verzekerd. Dat betekent dat na ontslag het

    partnerpensioen dat zou worden uitgekeerd bij overlijden

    vr de pensioendatum komt te vervallen. De werknemer

    hee t zowel na ontslag als op pensioendatum wel de

    mogelijkheid om een deel van zijn ouderdomspensioen

    om te zetten in een partnerpensioen. Hierdoor wordt zijnouderdomspensioen uiteraard lager.

    Individualisering & exibilisering van de arbeidsvoorwaarde pensioen

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    8/20

    | 8

    Vana 2012 verlaten de babyboomers echt de arbeids-markt. Dat betekent dat er in 2020 ruim 3,3 miljoen

    pensioengerechtigden zijn 3. Als gevolg daarvan is te

    voorzien dat er krapte ontstaat op de arbeidsmarkt. De

    mogelijkheden om meer input op de arbeidsmarkt te

    krijgen van bijvoorbeeld minder arbeidsgeschikten, niet-

    werkenden, parttimers en immigranten zijn klein en al

    behoorlijk uitgenut 4. Ook in de zorg zal veel extra arbeid

    benodigd zijn. De vraag is wie in de arbeidsbehoe te gaatvoorzien?

    Het aantal tweeverdieners is de a gelopen decennia ors

    toegenomen, evenals het aantal ZZP-ers (Zel standigen

    Zonder Personeel). Het aantal chte ZZP-ers bedraagt nu

    al 600.000. Zij vallen niet onder een verplichte pensioen-

    regeling en dus een beetje tussen wal en schip. Voor

    bepaalde beroepen bestaat overigens ook voor ZZP-erswel een verplichte beroepspensioenregeling, zoals bij-

    voorbeeld voor medisch specialisten en ysiotherapeuten.

    De a gelopen jaren zijn bijna alle eindloonregelingen

    omgezet naar middelloonregelingen. Bij middelloon-

    regelingen is de indexatie van zowel opgebouwde rechten

    voor actieven als gepensioneerden van groot belang.Een pensioen onds mag pas indexeren als de dekkings-

    graad boven de 105% ligt. De gemiddelde dekkingsgraad

    (de verhouding vermogen/pensioenverplichting) van

    pensioen ondsen lag voor de crisis van 2008 op circa

    125%, na de crisis op rond de 100%. Niet indexeren bete-

    kent voor een 65-jarige na 15 jaar, dus op zn 80-ste, een

    circa 40% lagere pensioenuitkering, uitgaande van een

    in latiecorrectie van 3%.

    Het aantal werkenden neemt minder snel toe dan het

    aantal gepensioneerden. Als gevolg daarvan kan er min-

    der snel het premie-instrument worden gehanteerd, zowel

    als het gaat om AOW als pensioen. Nu zijn er namelijk

    nog 4 werkenden op 1 gepensioneerde. In 2040 zal dat

    2 op 1 zijn. Ter vergelijk, in 1957 toen de AOW werd

    gentroduceerd was die verhouding 8 op 1. Naarmateer meer gepensioneerden en minder werkenden zijn,

    is het e ect en de mogelijkheid om de premie ( ors) te

    verhogen lastiger. Enerzijds omdat er maar weinig

    betalenden zijn en anderzijds omdat deze groep zich zal

    verzetten tegen een te hoge toename van de pensioen-

    premie.

    3 CBS Kerncijfers van de bevolkingsprognose, 2008-2050

    4 Hoewel de arbeidsparticipatie in bijvoorbeeld Zweden nog hoger is, zal het veel energie, tijd en geld kosten om de arbeidsparticipatie op een vergelijkbaar level te krijgen.

    Demografsche en cij ermatige (pensioen-) ontwikkelingen 2010-2030

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    9/20

    9 |

    De conclusie kan zijn dat er een aantal keuzes gemaaktmoet worden om de pensioenen toekomstbestendig te

    houden. Dit geldt zowel voor de betaalbaarheid van de

    AOW als die van de aanvullende pensioenen 5. Er is een

    aantal scenarios en ontwikkelingen mogelijk, zoals

    mede ook door de Commissie Goudswaard geschetst.

    1. We gaan door op de huidige voet. Dat betekent 50%

    meer pensioenpremie. Dit is niet realistisch, mede ge-zien de opstelling van werkgevers. Ook in het Pensioen

    Akkoord is a gesproken dat de pensioenpremies niet

    verder mogen stijgen.

    2. We temperen onze nominale ambities. Het huidige am-

    bitieniveau is 70% van het (gemiddelde) salaris vana

    65 jaar. Dit moet dan verlaagd worden naar 50% vana

    67 jaar. Zel s dan zal de pensioenpremie echter noggaan oplopen.

    3. We temperen onze ambities voor wat betre t de in la- tiecorrectie. Deze is minder zeker n nog meer a han-

    kelijk van het rendement op het pensioengeld.

    4. We accepteren in absolute zin minder zekerheid, ook

    als de dekkingsgraad langere tijd onder de huidige a -

    gesproken 105% zit. De consequentie is dan wel dat

    ook gepensioneerden moeten accepteren dat hun pen-

    sioen tijdelijk verlaagd wordt. Dat wordt a stempelengenoemd. Als het weer beter gaat kan er uiteraard

    weer opgestempeld worden.

    5. Het accepteren van minder zekerheid in algemene zin

    (een lager pensioen, dat minder zeker is n waarvan

    minder zeker is o het welvaartsvast wordt gehouden),

    tendeert naar het meer neerleggen van risicos bij de

    werknemer. Het langlevenrisico, het renterisico en hetbeleggingsrisico en daardoor ook het in latierisico.

    5 De betaalbaarheid van de AOW valt buiten het kader van dit white paper. En van de voorstellen om de AOW betaalbaar te houden is de besproken verhoging van de AOW-leeftijd. Een andere is om de AOW verder te fiscaliseren. Dat betekent dat ook 65-plussers AOW-premie betalen. Door dit te koppelen aan de hoogte van het (pensioen)inkomen hoeft dit niet ten laste te gaan van de gepensioneerden met lagere inkomens. Dit is overigens vooral een politieke keus.

    3. Toekomstscenarios pensioen

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    10/20

    | 10

    6. Het ontwikkelt zich nog verder van een de ined bene it

    (een meer o minder gegarandeerde uitkomst) naareen de ined contribution-systeem, waarbij uitsluitend

    de input bepalend is 6. Middels de ault-keuzes, dat

    betekent dat standaard gekozen wordt voor een be-

    paalde invulling van de pensioenregeling, kan dat dan

    goed gereguleerd worden. Pas als de werknemer actie

    andere keuzes maakt, worden deze doorgevoerd. Ook

    kan bijvoorbeeld voor wat betre t de beleggingskeus de

    vrijheid van de werknemer worden beperkt. In dehuidige Pensioenwet is dit al het geval. Middels de Li e

    Cycle-systematiek wordt automatisch naarmate de

    pensioendatum dichterbij komt minder risicovol belegd.

    Naast de hiervoor aangegeven noodzakelijke scenarios

    geldt het volgende. Er is een verdergaande individualise-ring en lexibilisering van de maatschappij in algemene

    zin. Daarnaast geldt dat voor de arbeidsmarkt in meer

    speci ieke zin. Als dit ook nog eens in samenhang wordt

    gebracht met de onwil van werkgever om n nog meer

    pensioenpremie te betalen n te veel verantwoordelijk

    te zijn voor de zekerheid van pensioen, dan ontstaat een

    (nieuw) bepaald beeld voor de inrichting van het pensi-

    oen. In het volgende hoo dstuk lichten we dit nader toe.Overigens zijn er vooral bij ondernemingspensioen ond-

    sen al veel zogenaamde CDC-regelingen, collectieve

    de ined contribution. De pensioenpremie wordt weliswaar

    berekend also het een uitkeringsovereenkomst is, vaak

    gebaseerd op middelloon, maar de werkgever betaalt

    nooit meer dan a gesproken. Als de levensverwachting

    dus toeneemt, o het (netto) rendement tegenvalt, zal een

    lager pensioen het gevolg zijn.

    6 Zowel bij een uitvoeringsovereenkomst als bij een premieovereenkomst wordt het pensioengeld, dus ook bij het ABP, het PGGM, Shell,Philips etc., belegd, ook in risicovolle aandelen. Nu immers op basis van historie gesteld kan worden dt aandelenbeleggingen op lange termijn het hoogste rendement opleveren is dit ook logisch. Als de beleggingen bij uitkeringsovereenkomsten tegenvallen, zal de premie omhoog moeten, de indexatie minder worden en uiteindelijk indien nodig de uitkering verlaagd.

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    11/20

    11 |

    Feitelijk is van de in het vorige hoo dstuk besproken sce-

    narios de ontwikkeling onder punt 6 doorslaggevend. Incombinatie met de ontwikkelingen en keuzes die gemaakt

    moeten worden op grond van de overige 5 genoemde pun-

    ten ontstaat het volgende beeld.

    Werkgevers willen de pensioenkosten beperken en

    kunnen budgetteren. Dit resulteert in meer DC-achtige

    regelingen. Niet langer de outcome (het meer o minder

    gegarandeerde pensioen) wordt toegezegd, maar alleende input.

    Om te voorkomen dat teveel keuzes bij niet deskundige

    werknemers komen te liggen, kan gekozen worden voor

    de ault-keuzes. Bijvoorbeeld, iedere werknemer die een

    partner hee t, doet mee met een partnerpensioen. Voor

    wat betre t beleggingen wordt het Li e Cycle-systeem

    gevolgd. Dit betekent dat naarmate de lee tijd vordert erminder risicovol wordt belegd.

    Het pensioengeld wordt wel collectie belegd, nu immers

    gebleken is dat hierdoor een hoger, minder risicovol

    rendement gehaald kan worden, tegen minder kosten.

    Er zijn veel mogelijkheden voor individualisering

    en exibilisering zoals: eerder/later met pensioen;

    vrijwillig bijsparen;

    afwijken van default-keuzes, onder andere voor wat

    betreft beleggingskeuzes;

    deeltijdpensioen;

    uitruil ouderdoms- en nabestaandenpensioen;

    variatie qua uitkeringen hoog/laag: in de eerste jaren

    van pensioen hoge(re) en daarna een lage(re) uitkering

    (binnen een bandbreedte van 100 : 75).

    Dit zijn eitelijk allemaal al bestaande wettelijke mogelijk-

    heden, maar de werkgever moet deze (deels) toestaan inde pensioenovereenkomst/reglement, bijvoorbeeld deel-

    tijdpensioen. Daarnaast moet bij deeltijdpensioen wel in-

    vulling worden gegeven aan de resterende arbeidsduur.

    Ook de aciliteiten om gebruik te maken van de levens-

    loopregeling zullen moeten worden uitgebreid, niet voor

    wat betre t het sparen dat is immers een wettelijk recht

    voor de werknemer maar wel voor het kunnen aanwen-den voor (studie-, zorg-, sabattical etc.) verlo . Tot nu toe

    is het zo dat de werkgever akkoord moet gaan met het

    aanwenden van het levensloopgeld. Beter zou het zijn

    dat er een so t recht komt m gebruik te maken van de

    levensloop aciliteit. Alleen als een werkgever objectieve,

    zwaarwegende bezwaren hee t zou hij het moeten kun-

    nen tegenhouden. Dit is vergelijkbaar met het recht op

    parttime werken.

    Er zullen, zowel vanuit pensioen als vanuit levensloop,

    nieuwe mogelijkheden ontwikkeld kunnen/moeten

    worden, zoals partile a koop. Met een deel van het

    pensioengeld, ook in de opbouw ase, kan een vorm

    van verlo , vooral ook studie- en zorgverlo , worden

    gefnancierd. Ook op de pensioeningangsdatum kan een

    (nmalige, gedeeltelijke) lumpsum worden gekregen.Wellicht moet dit zover gaan dat pensioen en levensloop

    gentegreerde regelingen worden. Vanuit een input-

    systeem is het daarbij niet moeilijk om bij te houden welk

    vermogen uit welke bron komt.

    4. Inrichting pensioen

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    12/20

    | 12

    Een belangrijke slotvraag hierbij is hoever de solidariteit

    tussen actieven onderling (jongeren/ouderen) en tus-sen actieven en gepensioneerden in stand moet blijven.

    Met name als gevolg van de systematiek van doorsnee-

    premies betaalt iedere werknemer (jong/oud, veel/weinig

    verdienend, ull-/parttime werkend) hetzel de percentage

    van zijn/haar salaris. Dat betekent automatisch dat jonge-

    ren teveel betalen gezien de eigen opbouw, en de oude-

    ren te weinig. Als de levensverwachting stijgt wordt het

    pensioen van gepensioneerden niet verlaagd, maar

    betalen de actieven (indirect) hiervoor de premie. Er is

    dus zowel sprake van generationele (jongere/ouderewerknemers, alleenstaanden/gehuwden etc.) als inter-

    generationele solidariteit (solidariteit tussen werknemers

    en gepensioneerden). Naarmate er meer DC-achtige

    regelingen komen, wordt deze discussie voorkomen.

    Iedereen spaart dan eitelijk voor zichzel .

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    13/20

    In het ADP white paper Innovatie HR voor de toekomstige

    arbeidsmarkt uit 2009 is vastgesteld dat er op lange termijnkrapte op de arbeidsmarkt ontstaat. Daarnaast zullen er

    meer oudere werknemers participeren. Als gevolg van

    meer tweeverdieners en meer ZZP-ers, zullen deze werk-

    nemers van de toekomst, meer balans tussen werk en

    priv willen hebben en kunnen a dwingen. Zij zullen in alle

    opzichten, ook met pensioen, hun arbeid meer individueel

    en exibel willen invullen.

    In het Pensioen Akkoord over de verhoging van de

    pensioenlee tijd wordt aangegeven dat de sociale partners

    voorstander zijn van individuele exibiliteit. Werkgevers

    zullen daarbij keuzes moeten maken. Zowel voor wat

    betre t de invulling van de arbeid als voor de invulling van

    de pensioenregeling.

    Daarnaast zal er meer aandacht moeten zijn voor de ou-dere werknemer, die met het pensioen in zicht gebruik wil

    maken van verloven, zich (deels) wil om- en/o bijscholen

    en vervolgens met deeltijdpensioen wil. Ook de gepensio-

    neerde werknemer zal (deels) willen doorwerken. Naast

    de vraag hoe de arbeid dan wordt ingevuld, komt ook de

    aanvullende vraag o en zo ja, hoe er dan nog pensioen

    wordt opgebouwd. Werkgevers zullen dus meer dan in het

    verleden aandacht moeten hebben voor lee tijdbewustpersoneelsbeleid. Rekening houden met de mogelijk-

    heden n wensen die een oudere werknemer hee t is

    van groot belang.

    Omdat de onwetendheid van de gemiddelde werknemer

    groot is zal onder andere de werkgever de werknemermoeten ondersteunen om berhaupt keuzes te kunnen

    maken 7. Uiteraard kan, moet en zal dit ook primair o aan-

    vullend door brancheorganisaties en (commercile) advies-

    bureaus ingevuld worden.

    Het mag hierbij uiteraard duidelijk zijn dat moderne werk-

    gevers keuzes in overleg maken met hun werknemers. Los

    van de invulling van de arbeid rondom verlo en pensioen isde rol van de werkgever eitelijk ook niet meer dan (mede)

    fnancier. De rol van een ondernemingsraad/personeels-

    vertegenwoordiging en vakbonden is evident. Juist zij

    kunnen de belangen van de werknemers en hun wensen

    goed behartigen.

    5. Rol werkgever

    13 |

    7 Zie bijvoorbeeld het Rapport van de AFM inzake Kwaliteit Advies Tweedepijler Pensioen, maart 2010, pagina 21 en De Europese Commissie in haar groenboek over financile diensten voor consumenten in de interne markt, 30 april 2007 COM (2007 226)

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    14/20

    | 14

    Op basis van gemaakte keuzes zullen mogelijkheden ge-

    communiceerd moeten worden. Los van de technisch

    juiste communicatie, UPOs (Uni orme Pensioen Overzich-

    ten), startbrieven/pensioenreglementen etc., en de juiste

    keus van taalniveaus, zal veel aandacht aan de kunde-

    component moeten worden besteed.

    Hoe kan de werknemer zodanig worden ondersteund

    dat hij/zij in staat is om de voor hen juiste keuzes te ma-

    ken? Immers, de verwachting nu is dat het pensioen

    gewoon goed is geregeld. In de toekomst zal de werk-

    nemer zel moeten sturen zodat het pensioen geregeld

    is zoals hij/zij wil!

    Dt pensioenondersteuning op dat niveau mogelijk ishee t de praktijk uitgewezen 8. Wel betekent dit een

    grote tijds- en dus fnancile inspanning. Uit onderzoek

    blijkt dat werknemers bij voorkeur in een 1-op-1 gesprek

    hun pensioensituatie bespreken.

    De rol van HR binnen een bedrij zal zich dus moeten ont-

    wikkelen van administratie (aanmelden, mutaties doorge-

    ven etc.) en hooguit reactie , naar proactie en adviserend.Zowel richting nieuwe werknemers als richting zittende

    werknemers. Dit zal dan niet nmalig, bijvoorbeeld bij

    binnenkomst, o bij contractverlening o aanpassing van de

    pensioenregeling moeten gebeuren, maar op continu basis.

    Hiervoor moet de HR-a deling/ unctionaris gequipeerd

    zijn, voor wat betre t kennis, maar ook qua rekentools. In

    hoeverre een bonus bijvoorbeeld netto wordt uitgekeerd,

    in de levensloopregeling wordt gestopt o gebruikt voor ex-

    tra pensioen is een combinatie van advies(mogelijkheden),

    rekenen en keuzes maken.

    Dat een HR-a deling de ondersteuning mede op basis van

    events doet is logisch. Indiensttreding, unctiewijziging,

    huwelijk (en scheiding), kinderen, parttime (o weer

    ulltime) gaan werken, zijn d events om hernieuwd

    naar de individuele pensioensituatie te kijken.

    Dit vergt uiteraard ook veel meer eigen verantwoordelijk-

    heid van werknemers. Er is geen reden om te veronder-stellen dat werknemers dat wel willen als het de arbeid sec

    betre t (zowel qua werkzaamheden zel als qua beloning).

    En dat werknemers dat wel willen voor de nieuwe laptop,

    het mobieltje en de Auto van de zaak, maar niet voor het

    pensioen.

    6. Gevolgen HRM-beleidvan commodity naar positie ervaren arbeidsvoorwaarde

    8 Zie Pensioen EHBO, een initiatief van de Universiteit van Tilburg en o.a. Akkermans & Partners.Zie voor een verslag Pensioen EHBO werkt!, PensioenMagazine april 2010, pg 34 e.v.

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    15/20

    15 |

    Wellicht kan gesteld worden dat de reguliere (admini-

    stratieve) HR-activiteiten omtrent pensioen inmiddels een

    commodity zijn geworden. Het hbben van een pensioen-

    regeling is neutraal (o wel, het niet hebben is negatie ),

    maar het gaat juist om het omvormen van een neutrale

    commodity naar een positie ervaren arbeidsvoorwaarde.

    Dat betekent dat de HR-a deling actie betrokken moet

    zijn bij alles omtrent pensioen. Daartoe zal ze voldoende

    gequipeerd moeten zijn, zowel qua kennis als qua tools.

    Naast inbedding bij bijvoorbeeld de introductie van

    nieuwe werknemers (in mondelinge en schri telijke toe-

    lichting), ook als eerstelijns helpdesk, middels continue

    aandacht voor pensioenontwikkelingen in interne nieuws-

    brieven, via intraweb etc.

    Vaak blijkt nu nog dat de HR-medewerker net zo weinig

    van pensioen weet, zowel inhoudelijk sec maar ook niet als

    onderdeel van het HR-beleid, als de overige werknemers.

    Als dit wordt gedaan, dn pas is de kans reel dat pensioen

    van een voor alle betrokkenen last een positie gewaar-

    deerde arbeidsvoorwaarde en dus lust wordt. Hierdoorkan een werkgever zich per ect onderscheiden en daar-

    mee een aantrekkelijke werkgever zijn. In tijden van een

    krappe arbeidsmarkt is dat een prima HR-middel.

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    16/20

    | 16

    7. Gevolgen werknemer

    De gevolgen voor de werknemer zijn groot. Hij krijgt in toe-

    nemende mate het stuur van zijn pensioen in eigen handen.Daar waar hij gn keuzes maakt, wordt er voor hem geko-

    zen. Die keuzes zijn op zich goed, immers volgens de stan-

    daard. Maar juist gezien de toenemende individualisering

    zal de uitkomst daarvan niet passen bij zijn eigen wensen

    en behoe ten.

    Om te kunnen sturen is een aantal zaken belangrijk.

    Allereerst zal de werknemer zich zel verantwoordelijk

    moeten voelen. Om dat te kunnen, moet hij meer kennis van

    pensioenzaken hebben. Eigen initiatie is hiervoor nodig,

    maar vooral ook de ondersteuning van de werkgever. Voor-

    lichtingsbijeenkomsten, in ormatie en snelle eerstelijns

    hulp zijn van groot belang.

    De huidige generatie werknemers is dit niet gewend: in deverzorgingsstaat zoals die de a gelopen decennia is ont-

    staan, werd er immers voor hen gezorgd en was het goed

    geregeld.

    De Europese Commissie hee t dit prachtig omschreven als

    het moeten empoweren van de werknemer9

    . Hij zal meerfnancile kennis moeten krijgen om het belang in te zien

    van het gebruikmaken van keuzemogelijkheden alsmede

    van het krijgen van voldoende zel vertrouwen dat hij dat

    kan. Ook het gebruik van ICT-oplossingen kan hierbij onder-

    steunend zijn.

    Werknemers die hiertoe niet bereid zijn, volgen de stan-

    daardoplossing. Pas op pensioendatum wordt mani est odit de meest juiste oplossing is geweest. Maar, dan is het

    te laat om er nog iets aan te kunnen veranderen. Het zal

    ongetwij eld nog enige jaren duren voordat we zover zijn

    dat werknemers kunnen en willen sturen. Zeker tot die tijd

    zal de betrokkenheid van de werkgever en de HR-a deling

    groot moeten zijn.

    9 Zie noot 8

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    17/20

    AOW: volksverzekering op basis van het omslagstelsel. Dat

    betekent dat alle AOW-uitkeringen gefnancierd worden dooralle werkenden. Er is geen spaarpot zoals bij pensioen.

    Pensioen: arbeidsvoorwaarde, werkgever - werknemer,

    diensttijd gerelateerd, kapitaalgedekt. Dat betekent dat iedere

    werknemer spaart voor zijn pensioen. Er is een daadwerke-

    lijke spaarpot aanwezig om de pensioenuitkeringen te doen.

    Pensioenovereenkomst: ormele juridische toezegging vanpensioen van werkgever aan werknemer.

    Uitvoeringsovereenkomst: overeenkomst tussen werkge-

    ver en uitvoerder (pensioen onds o verzekeraar).

    Pensioenreglement: uitwerking van de pensioenovereen-

    komst in voor de werknemer begrijpelijke taal.

    Startbrie : introductiebrie voor nieuwe werknemer inzake

    de pensioenregeling.

    Uitkeringsovereenkomst (defned beneft): hierbij wordt

    een pensioen in toegezegd, b.v. 10.000 vana 65 jaar, al

    dan niet gecorrigeerd voor in atie.

    Premieovereenkomst (beschikbare premieregeling o ookdefned contribution): hierbij zegt de werkgever een x-pre-

    mie toe in . A hankelijk van het uiteindelijke rendement

    met die premie gemaakt, de marktrente op de ingangs-

    datum en de levensverwachting zal de hoogte van het uit-

    eindelijke pensioen vastgesteld worden. Uiteraard kan dit

    op basis van meer o minder voorzichtige uitgangspunten

    doorgerekend worden.

    Eindloonregeling: het pensioen is gebaseerd op het laatst-

    verdiende salaris vr pensioendatum.

    Middelloon: het pensioen is gebaseerd op het gemiddelde

    salaris gedurende de hele arbeidsperiode.

    Pensioengrondslag: dat is het (pensioengevend) salaris

    minus AOW- ranchise ( 12.673,-- in 2010). Omdat ieder-

    een AOW krijgt, wordt over de eerste 12.673,-- geen

    pensoen opgebouwd. De AOW-uitkering voor een 65-jarige

    is precies 70% van dit bedrag.

    Dekkingsgraad: verhouding vermogen ten opzichte vanpensioenverplichting, moet minimaal 105% zijn.

    UPO:Uni orm Pensioen Overzicht. Vana 2007 krijgt iedere

    werknemer ieder jaar een UPO. Alle UPOs zijn hetzel de,

    zodat de herkenbaarheid en dus het begrip groter wordt.

    Partnerpensioen: het pensioen dat de partner (weduwe,

    weduwnaar o partner) krijgt als de werknemer (de gerech- tigde tot het ouderdomspensioen) komt te overlijden.

    Pensioen Akkoord: op 4 juni 2010 hebben de sociale part-

    ners het Pensioen Akkoord gesloten. Hierbij is a gesproken

    dat de AOW- en pensioenlee tijd in 2020 naar 66 jaar gaat.

    In 2015 wordt beoordeeld o gezien de toegenomen levens-

    verwachting, de AOW- en pensioenlee tijd vana 2025 naar

    67 jaar gaat.

    Commissie Goudswaard: deze commissie hee t gekeken

    naar de toekomstbestendigheid van ons pensioenstelsel

    voorzover het de werkgever-werknemerpensioenen be-

    tre t.

    Autoriteit Financile Markten: de AFM houdt toezicht op

    het eerlijk en transparant unctioneren van fnanciledienstverleners en de kapitaalmarkten, zie www.afm.nl .

    17 |

    Begrippen

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    18/20

    | 18

    Commissie Toekomstbestendigheid Aanvullende Pensioenregelingen: Een sterke tweede pijler

    (Commissie Goudswaard), 27 ebruari 2010.

    Commissie Beleggingsbeleid en Risicobeheer (Commissie Frijns), 19 januari 2010.

    CBS, Kerncij ers van de bevolkingsprognose, 2008-2050, 9 oktober 2009.

    Naar een toekomst die werkt, Commissie Arbeids-participatie (Commissie Bakker), 16 juni 2008.

    AFM: Kwaliteit Advies Tweedepijler Pensioen, maart 2010 en Gee Nederlanders pensioeninzicht, januari 2010.

    ADP white paper; Innovatief HR voor de toekomstige arbeidsmarkt, dr. G. Evers, oktober 2009.

    VNO-NCW: Naar een modern en betaalbaar pensioen, ebruari 2008.

    Bikker en de Dreu (2006) J.A. Bikker en J. de Dreu, Pension und e fciency: the impact o scale, governance and plan

    design, DNB Working Paper nr. 109, augustus 2006, De Nederlandsche Bank, Amsterdam.

    Uitvoeringskosten van pensioenregelingen, PricewaterhouseCoopers, 23 april 2009.

    Stichting van de Arbeid, Pensioen Akkoord, 4 juni 2010.

    European Commission, Green Paper: towards adequate, sustainable and sa e European pension systems, Brussel COM

    (201) 365/3.

    Relevante artikelen Pensioenwet: 1 (defnities), 7 (in o bij aanvang), 9 ( usies), 14 (verbod lee tijdsdiscriminatie),16 (partnerpensioen), 17/18 (evenredige aanspraken bij ontslag/salarisverlaging), 21 (startbrie ), 38 (UPO), 52 (zorg-

    plicht), 60/61 (uitruil OP/NP), 63 (variatie hoog/laag), 71/75 (waardeoverdracht), 80 (shoppen).

    Relevante artikelen Wet Loonbelasting: artikel 18 (algemeen), 18 a (ouderdomspensioen), 18 b (partnerpensioen),

    18 d ( exibiliseringsmogelijkheden), 19 g (levensloop). Artikel 10 a (diensttijd) en 10 b (pensioengevend salaris)

    Uitvoeringsbesluit Wet Loonbelasting.

    Literatuur

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    19/20

    Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die

    nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s) en ADP geen aansprakelijk-

    heid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen.

    Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen mag niets uit

    deze uitgave worden verveelvuldigd, gekopieerd en/of openbaar

    gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de

    auteur(s) en ADP.

    ISBN 978-94-906-6202-8

  • 8/8/2019 Pensioen Nieuwe Stijl Voor de Toekomstige Arbeidsmarkt

    20/20

    0 5 4 2

    de wereld werkt met

    ADP Nederland BV

    K.P. van der Mandelelaan 9 - 35

    3062 MB Rotterdam

    Postbus 40653006 AB Rotterdam

    Vestiging Capelle a/d IJssel

    Lylantse Baan 1

    2908 LG Capelle a/d IJssel

    Postbus 2000

    2900 BA Capelle a/d IJssel

    Vestiging Amsterdam

    Johan Huizingalaan 400

    1066 JS Amsterdam

    Tel: (010) 459 86 44

    Fax: (010) 442 09 06

    E-mail: [email protected]

    Website: www.adp.nl