Pedagogisch coach implementatie plan, Azar Aslami januari 2019 coach eerst… · Pedagogisch coach...

Pedagogisch coach implementatie plan, Azar Aslami januari 2019.

De Kinderruimte: Molenstraat 157 – 3764 TE Soest - Tel. 06 20156999 Pagina 1 van 11

Inleiding Vanaf 1 januari 2019 moeten kinderopvangorganisaties gaan werken met een pedagogisch beleidsmedewerker/coach die pedagogisch medewerkers gaat begeleiden. Deze afspraak staat in het IKK-akkoord. Voor in de nieuwe cao Kinderopvang zijn functiebeschrijvingen voor pedagogisch coach en pedagogisch beleidsmedewerker ontwikkeld. Kinderopvangorganisaties kunnen kiezen voor twee aparte functies, of één functie waarin een medewerker beide rollen vervult. De Kinderruimte kiest ervoor om een medewerker in te zetten voor beide rollen: de pedagogisch beleidsmedewerker/coach. Sinds april 2018 werk ik als pedagogische medewerker op de Kinderruimte. Ik heb gewerkt op alle groepen, hierdoor heb ik een beeld gevormd van de organisatie en kennis gemaakt met alle kinderen tijdens mijn werkzaamheden Als pedagogische coach kijk ik ernaar uit om samen met de pedagogische medewerkers vraagstukken op te lossen.



Inhoudsopgave

Inleiding ............................................................................................................................................................................ 1

1. Functie kenmerken Pedagogisch beleidsmedewerker/ Coach ....................................................................... 3 1.1 Doelstelling ..................................................................................................................................................................... 3 1.2 Organisatorische positie ............................................................................................................................................. 3 1.3 Taken en werkzaamheden ........................................................................................................................................ 3 1.4 Kerncompetenties ........................................................................................................................................................ 4 1.5 Pedagogische coaching doelen voor de Kinderruimte ................................................................................... 5

2. Het coaching gesprek ............................................................................................................................................... 6 2.1 Doel .................................................................................................................................................................................. 6 2.2 Hoe wordt het coaching formulier ingezet: .......................................................................................................... 6

3. Beeldcoaching ............................................................................................................................................................ 6 3.1 Wat is beeldcoaching: ................................................................................................................................................ 6 3.2 Doelstelling: .................................................................................................................................................................... 6 3.3 Beeldcoaching individueel: ...................................................................................................................................... 7 3.4 Beeldcoaching om het gedrag van kinderen beter te leren begrijpen: ..................................................... 7 3.5 Beeldcoaching om de teamsamenwerking te bevorderen: .......................................................................... 8

4. Zorgdossier ................................................................................................................................................................... 9 4.1 Wanneer stel je een zorgdossier op? ...................................................................................................................... 9 4.2 Ouders en het zorgdossier ......................................................................................................................................... 9 4.3 Wie is verantwoordelijk voor het zorgdossier ...................................................................................................... 10



1. Functie kenmerken Pedagogisch beleidsmedewerker/ Coach

Als Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach instrueer, coach en adviseer je de Pedagogisch Medewerkers op het gebied van pedagogisch handelen. Daarnaast kenmerkt de functie zich door het ontwikkelen, vertalen en implementeren van het pedagogisch beleid binnen de organisatie.

1.1 Doelstelling Als Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach ben je primair belast en gefocust op het ontwikkelen van de pedagogische visie en de continue ontwikkeling en verbetering van de pedagogische kwaliteit op de werkvloer en de vertaling hiervan in het pedagogisch beleid. 1.2 Organisatorische positie De Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach valt hiërarchisch onder de Algemeen Directeur en wordt functioneel aangestuurd door de manager. De Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach geeft functionele aanwijzingen aan een of enkele medewerkers. 1.3 Taken en werkzaamheden De voornaamste taken en werkzaamheden zijn: Pedagogisch beleid

• Vertaalt pedagogisch beleid naar concrete activiteiten/werkplannen en levert een bijdrage aan de implementatie hiervan binnen de organisatie.

• Bewaakt het kwaliteitsniveau van het beleid binnen de organisatie. Evalueert activiteiten die in het kader van het pedagogisch beleid worden uitgevoerd en doet verbetervoorstellen.

• Signaleert ontwikkelingen, knelpunten en verbetermogelijkheden binnen de organisatie ten aanzien van het pedagogische beleid en doet op basis hiervan voorstellen voor de beleidsvorming aan de leidinggevende.

Advies & begeleiding • Instrueert, coacht, adviseert gevraagd en ongevraagd Pedagogisch Medewerkers bij het

uitvoeren van het pedagogisch beleid (in complexe situaties). • Past Video Interactie Beeld coaching toe in de observatie van Pedagogisch Medewerkers. • Werkt in de uitvoering mee ten behoeve van coaching en intervisie van Pedagogisch

Medewerkers. • Ondersteunt de managers bij pedagogische vraagstukken. • Ondersteunt nieuwe medewerkers om te handelen volgens het pedagogisch beleidsplan. • Adviseert vanuit pedagogische visie op het gebied van inrichting en aanschaf materialen. • Analyseert diverse observaties binnen het huidige kind volgsysteem en doet voorstellen tot

verbeteringen. • Bewaakt binnen het kader en de mogelijkheden het welzijn van kinderen. • Levert een bijdrage binnen de diverse teamoverleggen. • Adviseert ouders bij ontwikkeling en opvoeding. • Sluit aan bij het externe zorgteam binnen de gemeente bij een complexe hulpvraag van een

kind. •

Functie- en competentie profiel Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach:

• Informatie overdragen • Draagt kennis en informatie over het pedagogisch beleid over ten behoeve van

deskundigheidsbevordering, zowel in- als extern (scholen, ouders, etc.). • Geeft voorlichting, informatie en advies aan in- en externe belanghebbenden. • Biedt begeleiding en ondersteuning bij vragen en/of onzekerheden omtrent gedragingen van

kinderen, waarover zorgen geuit worden.

Functie- en competentie profiel Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach Organisatiecompetenties:

Betrokkenheid Het vermogen om te handelen conform de doelstellingen, visie en waarden van de organisatie. Niveau 4: Zet zich ten volle in voor en doet, indien nodig, persoonlijke toegevingen om de organisatiedoelstellingen te ondersteunen. Verdedigt de organisatie ten aanzien van kritiek. Steunt en verdedigt beslissingen die



de organisatie ten goede komen, zelfs indien die controversieel of onpopulair zijn. Heeft in een team een positieve invloed op de betrokkenheid van anderen.

Integriteit De mate waarin iemand consequent en oprecht uiting geeft aan persoonlijke en professionele principes en waarden en er gepast naar handelt op persoonlijk en professioneel vlak. Niveau 4: Komt uit voor persoonlijke normen en waarden; geeft hiervan uiting naar het team toe. Is eerlijk en consequent in visie en gedrag en komt beloftes na. Neemt verantwoordelijkheid voor eigen beslissingen. Roept vertrouwen op binnen het eigen team.

Effectieve communicatie Het vermogen om ideeën en meningen zowel in mondeling als schriftelijk in begrijpelijke taal aan anderen duidelijk te maken zodat de boodschap door de doelgroep begrepen wordt. Niveau 2: Brengt eenvoudige boodschappen zowel mondeling als in de vorm van een brief of mail duidelijke en eenduidige wijze overbrengen. Werkt binnen de bestaande structuren en kan daarin efficiënt communiceren (bv-standaardbrieven, verslagen, ...) en hanteert daarbij een correct woord- en zinsgebruik.

Samenwerken Het vermogen om actief samen te werken met collega’s uit andere groepen om op optimale manier gezamenlijke resultaten te bereiken. Niveau 4: Moedigt anderen actief aan; vraagt gericht naar meningen, ideeën die kunnen bijdragen tot de realisatie van het resultaat. Neemt initiatieven om anderen vooruit te helpen in functie van het gezamenlijk resultaat.

1.4 Kerncompetenties Plannen en organiseren Het vermogen om op een effectieve wijze doelen en prioriteiten te bepalen en benodigde acties, tijd en middelen aan te wijzen en te beheren om de doelen te bereiken. Niveau 3: Legt relaties tussen verschillende werkzaamheden en stemt eigen werkzaamheden hierop af. Plant uren in, verdeelt taken en activiteiten, coördineert verschillende werkzaamheden tussen meerdere mensen, en houdt overzicht. Brengt de juiste mensen bij elkaar en houdt daarbij rekening met specifieke wensen bij planning en inzetbaarheid.

Functie- en competentie profiel Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach

Projectbeheer Het vermogen om in het kader van een project te komen tot een goed begrip van het project, een efficiënte planning, middelenbeheer en voortgangscontrole. Niveau 2: Volgt regelmatig de voortgang van eigen projecten op. Merkt afwijkingen op t.a.v. planning, budget e.d. Rapporteert deze naar eigen hiërarchie of andere betrokkenen. Stuurt bij op vraag van derden.

Innovatie Het vermogen om met relevante nieuwe oplossingen en inzichten te komen. Het bedenken van nieuwe en betere werkwijzen ter vervanging van bestaande. Niveau 2: Maakt praktische en relevante suggesties om werkprocessen in de eigen functie of het eigen vakgebied te verbeteren

Overtuigingskracht Het vermogen om anderen op basis van expertise en persoonlijke stijl te overtuigen of te beïnvloeden. Het hebben van een persoonlijk overwicht op anderen. Niveau 3: Komt op basis van inhoudelijke argumenten en persoonlijke stijl geloofwaardig over bij kleinere groepen. Past argumenten en stijl aan de doelgroep aan. Oefent invloed uit en buigt beperkte weerstand om.



Motiveren/Coachen Anderen (voor een lange termijn) kunnen motiveren en aanzetten tot nadenken over en verbeteren van eigen gedrag op basis van een visie en/of waarden en hierbij optreden als gesprekspartner. Niveau 3: Neemt duidelijke initiatieven in de groep om anderen te betrekken en te motiveren. Houdt vol wanneer hij weerstand in een groep ervaart. Kan mensen mee krijgen in een klein team. Zet de ander aan tot het stellen van vragen over valkuilen, motieven, drijfveren en idealen. Zet eigen oordeel opzij en bouwt verder op zelfvertrouwen van de ander. Geeft aandacht aan individuele bijdragen; zorgt dat deze zichtbaar blijven, voorkomt ‘meeliften’. Ondersteunt en stimuleert de ander zonder zelf op de voorgrond te treden. Straalt vertrouwen, rust en veiligheid uit.

Bevoegdheid De Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach heeft de bevoegdheid om binnen het eigen takenpakket het werk uit te voeren naar eigen inzicht met inachtneming van gestelde procedures en werkwijzen. De specifieke bevoegdheden worden in overleg met de Directie vastgelegd. Kwaliteiten en opleidingseisen

• HBO werken denkniveau (opleiding conform kwalificatie-eis cao-kinderopvang) • Pedagogische kennis gericht op het adviseren en coachen in kinderopvangsituaties • Op de hoogte zijn van de ontwikkelingen op het pedagogisch terrein, zowel wetenschappelijk als

maatschappelijk • Goede sociale vaardigheden voor het overtuigen en inspireren • Trainingsvaardigheden/ -ervaring • Stressbestendig

1.5 Pedagogische coaching doelen voor de Kinderruimte De onderstaande doelen zijn in samenspraak met de manager opgesteld:

• Verschillende gesprekstechnieken kennen en beheersen • Luisteren, samenvatten en doorvragen; oplossingsgerichte methode, counselingsmethode • Big Five en leerstijlen (herkennen en erkennen) • Feedback geven en ontvangen en omgaan met weerstand • Vertrouwensband met collega's opbouwen en onderhouden • Coachen binnen een hiërarchische relatie • Opstellen van individuele en groepsgerichte coaching planning • Signaleren van knelpunten/hiaten in werkzaamheden, kennis en vaardigheden van pedagogisch

medewerkers

Pedagogische coaching doelen vanuit de pedagogische medewerkers. • Meer geduld opbrengen tijdens het werken met kinderen. • Activiteiten die gericht zijn op kinderen met een “rugzakje”. • Activiteiten die gericht zijn op het stimuleren van de cognitie en motorriek. • Gesprekstechnieken leren waardoor je zekerder bent tijdens een gesprek met ouders.

Pedagogische beleid doelen in de kinderopvang:

• Uitgangpunten voor pedagogisch beleid • Pedagogisch klimaat • Ontwikkelingsgericht werken • Omgaan met verschillen tussen kinderen • Pedagogisch kader en diversiteit • Kind volgsysteem • Ouderbetrokkenheid • Kwaliteit en veiligheid in de kinderopvang • Opstellen van een pedagogisch beleidsplan

Het volgen van een aantal cursussen waaronder:

• Pedagogische methode van Gordon • Babycursus • Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.



2. Het coaching gesprek 2.1 Doel Het coaching formulier (zie bijlage 1) wordt ingezet om de communicatie en afspraken tussen pedagogisch medewerkers en de pedagogisch coach rondom een ontwikkelings- of gedragsproblemen bij kinderen vast te leggen. 2.2 Hoe wordt het coaching formulier ingezet Het coaching gesprek formulier wordt ingevuld naar aanleiding van een hulpvraag over het gedrag of de ontwikkeling van een kind. De pedagogisch medewerkers kunnen het coaching formulier vinden in OneDrive

De pedagogisch medewerkers van de groep handelen volgens het pedagogisch beleid. Mocht de hulpvraag specifiek zijn of aan blijven houden, lichten de medewerkers, de pedagogisch coach in. Voordat het coachingsgespreksformulier naar de pedagogisch coach verstuurd wordt, zijn alle pedagogisch medewerkers van de groep op de hoogte van de desbetreffende hulpvraag. Tevens dienen alle pedagogisch medewerkers ervan op de hoogte te zijn dat de hulpvraag wordt neergelegd bij de pedagogisch coach en wie dat op zich gaan nemen. Om de pedagogisch coach op de hoogte te stellen van de hulpvraag vullen zij het bovenste deel van het coachingsgespreksformulier in en wordt deze digitaal aan haar verzonden.

De pedagogisch coach neemt na ontvangst van het formulier, contact op met de pedagogisch medewerkers waarna gezamenlijk gekeken wordt welk traject ingegaan wordt. Dit kan zijn het uitvoeren van een observatie op de groep, het toesturen van informatie of een coachingsgesprek. De pedagogisch coach vult het onderste deel van het gespreksformulier in en stuurt dit terug naar de pedagogisch medewerker.

De medewerkers handelen volgens de gemaakte afspraken. Het coachingsgespreksformulier wordt opgeborgen in de kindmap zodra alle pedagogisch medewerkers van de groep het formulier hebben gezien. Het formulier kan tussentijds aangepast worden naar aanleiding van een nieuwe ontwikkeling of na een evaluatiemoment. Het formulier blijft in de kindmap totdat zowel de pedagogisch coach en de pedagogisch medewerkers gezamenlijk besloten hebben dat het traject rondom de hulpvraag is afgesloten.

3. Beeldcoaching Beeld coaching is een verbeterde variant van de methode v.i.b. (Video Interactie Begeleiding). Beeld coaching is een methode om zicht te krijgen op de communicatie in de alledaagse omgang tussen mensen. De methode is gericht op het versterken van competenties en talenten. Daar waar v.i.b. met name gericht is op de interactiemomenten tussen pedagogisch medewerker en kind, is beeldcoaching breder inzetbaar. 3.1 Wat is beeldcoaching: Beeldcoaching is een methode om zicht te krijgen op de wijze waarop interactie momenten tussen mensen plaats vindt. De methode is gericht op het versterken van competenties, interactievaardigheden en talenten.

• Beeldcoaching bij zorgvraag: Om het gedrag van een kind beter te leren begrijpen • Beeldcoaching individueel: Om de interactie tussen kind(eren) en pedagogisch medewerker te

bevorderen. • Beeldcoaching team: Om de teamsamenwerking te bevorderen.

3.2 Doelstelling: Het uitbouwen van de interactievaardigheden van een pedagogisch medeweker in brede zin, en het bevorderen van het pedagogisch klimaat van de organisatie. Welke interactievaardigheden kennen we:

- Sensitieve responsiviteit (Het oppikken van signalen van kinderen en hier gepast op in spelen.) - Respect voor autonomie (Het respecteren van de eigenheid en het tempo van het kind.) - Structureren en grenzen stellen (Het schetsen van duidelijke kaders waardoor het voor kinderen

duidelijk is wat er van hen verwacht wordt.)



- Praten en uitleggen (praten met kinderen en niet tegen kinderen, uitleg geven, zeggen wat je doet en doen wat je zegt)

- Ontwikkelingsstimulering (De wijze waarom de algehele ontwikkeling van het kind wordt gestimuleerd door de pedagogisch medeweker.)

- Begeleiden van interacties tussen kinderen (De wijze waarom aandacht wordt besteed aan de positieve interacties tussen kinderen onderling en de wijze waarop kinderen worden samengebracht.)

3.3 Beeldcoaching individueel Binnen de organisatie komen alle pedagogisch medewerkers minimaal eens per twee jaar aan bod binnen het traject van de individuele beeldcoaching. De pedagogisch coach kijkt samen met de managers van de KDV en de BSO, welke pedagogisch medewerker het traject gaat doorlopen. Hierbij wordt gekeken naar het persoonlijk functioneren of eventuele hulpvragen vanuit de pedagogisch medewerker zelf. De pedagogisch medeweker wordt per mail ingelicht door de pedagogisch coach voor deelname aan het traject. De pedagogisch coach maakt in samenspraak met de pedagogisch Medewerker een zestal afspraken. Deze afspraken bestaan uit drie opnamemomenten en drie analyse momenten.

Kinderen laten veel momenten zien waarop zij initiatieven nemen, laten zien waar zij staan in hun ontwikkeling en wat zij nodig hebben om zich verder te kunnen ontwikkelen. De initiatieven die zij nemen kunnen zowel verbaal als non-verbaal tot uiting komen. Hoe pedagogisch medewerkers de initiatieven ontvangen en hierop inspelen wordt d.m.v. beeldopnames vastgelegd. De individuele beeldcoaching bestaat uit drie opnamemomenten. Tussen elk opname moment zitten zes weken zodat de pedagogisch medewerker aan de slag kan met het uitbouwen van de interactievaardigheden.

De Pedagogisch Coach zoekt de pedagogisch medewerker op de desbetreffende groep op. Gedurende 30 minuten tot een uur wordt de pedagogisch medewerker gevolgd en worden interactiemomenten op beeld vastgelegd. Interactiemomenten vinden de gehele dag in diverse situaties plaats. Het is hiervoor dan ook niet nodig dat de pedagogisch medeweker de opnames voorbereidt.

Het analyse moment van de individuele beeldbegeleiding De evaluatie van de individuele beeldcoaching neemt een half uur in beslag en vindt buiten de groepsruimte plaats zodat de privacy van de pedagogisch medewerker gewaarborgd blijft en in alle rust de beelden teruggekeken kunnen worden. De analyse vindt zoveel mogelijk plaats onder werktijd, of aansluitend aan de aanvang van de werkdag. Tijdens de evaluatie wordt de opname d.m.v. microbeelden bekeken. Dit houdt in dat het beeld na korte fragmenten stilgezet wordt en zal worden bekeken. Op deze wijze wordt het beeld als het ware uitvergroot. Het eerste moment van de analyse van het beeld gaat over de initiatieven die het kind ons laat zien, zowel verbaal als non-verbaal. Hierbij wordt het gehele beeld gebruikt en worden alle kinderen die op beeld staan besproken. Daarna zal gekeken worden of de pedagogisch medewerker de signalen van het kind oppikt en hoe zij hierop in speelt. Centraal hierbij staan de interactievaardigheden en de basisvaardigheden van de methode beeldcoaching. Aan het einde van de evaluatie wordt teruggeblikt op de bekeken beelden en worden de talenten en ontwikkelpunten geformuleerd. In de weken daaropvolgend kunnen de interactievaardigheden worden uitgebouwd en de ontwikkelpunten worden geoefend.

Basisvaardigheden beeldcoaching: - Initiatieven waarnemen (Een initiatief is iets wat een kind uit zichzelf doet of zegt.) - Initiatieven volgen (Het kind laten zien door mimiek, houding of stemgeluid in hem geïnteresseerd

te zijn.) - Ontvangstbevestiging (Het laten merken dat je het kind hoort en ziet maar dit ook benoemt naar

het kind.) - Beurtverdeling (Elk kind aan bod laten komen en te betrekken in wat er gebeurt of wordt

gezegd.) - Leidinggeven en nemen (Het in goede banen leiden van dagelijkse bezigheden, gesprekken en

activiteiten. Het aangeven van grenzen en het meedenken met het kind in oplossingen.)

3.4 Beeldcoaching om het gedrag van kinderen beter te leren begrijpen: Beeldcoaching in deze vorm kan ingezet worden indien de pedagogisch medewerker meer zicht wil hebben op het gedrag van het kind. De insteek van de beeldcoaching is het gedrag van het kind beter te leren begrijpen en een hulpvraag te formuleren, zodat ingespeeld kan worden op hetgeen het kind nodig heeft. Tevens worden door de beelden de competenties en interactievaardigheden van de



pedagogisch medewerker inzichtelijk gemaakt. Tijdens de beeldanalyses worden punten geformuleerd om de begeleiding van het kind door de pedagogisch medewerker te optimaliseren. Het aantal opnames en analyse momenten zal afhankelijk zijn van de hulpvraag. Voorafgaand aan de beeldopnames neemt de pedagogisch coach contact op met de groep wat het beste moment is om een opname te maken. Dit kan zijn tijdens vrij spel of bijvoorbeeld tijdens gestructureerde activiteiten. De beeldanalyse zal plaats vinden buiten de groep om de privacy van het kind te waarborgen. De pedagogisch coach maakt met de pedagogisch medewerker(s) een afspraak hiervoor. De interactievaardigheden en de basisvaardigheden van beeldcoaching spelen hierbij ook een grote rol. De bejegening van een kind is belangrijk binnen de begeleiding van een kind en zijn gedrag. De hulpvraag en de begeleidingsaspecten worden vastgelegd in het zorgdossier van het kind, te vinden op ouderportaal (Bitcare). 3.5 Beeldcoaching om de teamsamenwerking te bevorderen Deze vorm van coaching is erop gericht om d.m.v. beelden zicht te krijgen op de samenwerking, communicatie en de pedagogisch kwaliteit binnen een team. Knelpunten in de samenwerking kunnen van invloed zijn op het kind en de groep. Knelpunten kunnen in diverse facetten van het samenwerken naar voren komen denk hierbij aan de rolverdeling binnen een team, het opbouwen van een samenwerkingsverband, de bejegening van de kinderen, taakgericht werken versus kindgericht werken enz. Het aantal opnames dat gemaakt zal worden is afhankelijk van de groepssamenstelling op diverse dagen en het inzichtelijk krijgen van de eventuele knelpunten. De analyse van de gemaakte beelden zal bij voorkeur binnen 1 moment van een uur plaats vinden. Na de analyse zal gekeken worden of meerdere beeldopnames wenselijk zijn en op welke wijze deze geanalyseerd gaan worden. Tijdens de analyse zal gekeken worden hoe de samenwerking binnen het team verloopt en wordt gekeken naar het pedagogisch handelen.

De verwerking van de opnames De pedagogisch coach bekijkt de opnames en zoekt relevante fragmenten uit om samen met de pedagogisch medewerker(s) te analyseren. Bewustwording van eigen handelen, het analyseren van het gedrag van het kind of het handelen van het team staat hierin centraal. De bijzonderheden vanuit de beeldanalyse worden door de pedagogisch coach verwerkt. Tijdens het werkoverleg met de diverse locatiemanagers worden de resultaten besproken. Wederzijdse verwachtingen De pedagogisch medewerker leest de werkinstructie beeldcoaching aandachtig door zodat wederzijdse verwachtingen met betrekking tot het traject duidelijk zijn. In de uitnodiging wordt een bijlage van de werkinstructie verzonden. Beeldcoaching vindt plaats in het kader van deskundigheidsbevordering. Hierdoor wordt deelname van de pedagogisch medewerker dan ook gezien als een verplicht onderdeel dat hoort bij de werkzaamheden van de pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerker gaat hiermee een commitment aan met de pedagogisch coach.

Verwacht wordt dat de pedagogisch medeweker de gemaakte afspraken na komt. Mochten er omstandigheden zijn waardoor de afspraak in het geding kan komen wordt dit tijdig via de mail, aan de pedagogisch coach kenbaar gemaakt. Samen wordt dan gekeken naar de reden van afmelding en waar nodig naar een passende oplossing gezocht. De pedagogisch coach zal de afspraken ruim op tijd inplannen en versturen via de digitale agenda. Hierdoor is er ruimte voor de pedagogisch medewerker om tijdig op de afspraak te reageren door te accepteren of te annuleren zodat de pedagogisch coach weet dat de afspraak is aangekomen. Gaat het over een afspraak betreft de beeldbegeleiding van het team graag gezamenlijk één antwoord verzenden.

Het verkregen beeldmateriaal zal alleen met toestemming van de pedagogisch medewerker gebruikt worden voor andere doeleinden zoals bijvoorbeeld trainingen. Dit gaat altijd in gezamenlijk overleg met de pedagogisch medewerker. Het beeldmateriaal blijft in bezit van de pedagogisch coach en zal alleen worden gedeeld met de leidinggevenden en locatiemanagers.



4. Zorgdossier Een zorgdossier wordt aangemaakt indien de pedagogische medewerkers vragen hebben of zorgen maken betreft de ontwikkeling of gedrag rondom een kind. Voorbeelden hiervan kunnen zijn dat de motorische ontwikkeling moeizaam op gang komt of stagneert of een kind dat het lastig vindt om contact te maken met anderen. Het zorgdossier geeft inzicht in de wijze waarop het kind begeleiden, afspraken die worden gemaakt en welke invloed de begeleiding heeft op de hulpvraag. 4.1 Wanneer stel je een zorgdossier op? Wanneer je opvallend in het gedrag of ontwikkeling van het kind signaleert, bespreek je dit met je naaste collega’s. Je bespreekt de signalen en kijkt hoe je aan kan sluiten bij de hulpvraag van het kind. Ligt de hulpvraag op meerdere gebieden, merkt je dat de wijze waarop je het kind begeleid geen vooruitgang boekt of heb je echt een zorg, bespreek je dit met de pedagogisch coach. De pedagogisch coach onderzoekt of het aanmaken van een zorgdossier wenselijk is. De pedagogisch medewerkers bespreken de zorgkinderen in het groepsoverleg zodat ook anderen op de hoogte zijn. De pedagogisch coach en de manager bespreken de zorgkinderen tijdens een overleg. Een zorgdossier opstellen

1. Groepslogboek 2. Interne melding 3. Data aanmaak zorgdossier 4. Naam van kind, Z-D voornaam en achternaam van het kind, bijvoorbeeld Z-D Jan janssen 5. Naam Mentor 6. Zorgvraag

Vul altijd de datum en je eigen naam in zodra je informatie toevoegt aan het zorgdossier hierdoor weet je altijd wanneer er voor het laatst informatie is toegevoegd aan het zorgdossier en door wie.

Zodra je informatie toevoegt aan het zorgdossier, zorg je er altijd voor dat er in het groepslogboek een melding wordt gemaakt; toegevoegd, de datum + naam kind. Je mailt ook de pedagogisch coach dat je informatie toegevoegd hebt. Hierbij hoef je niet de inhoud van de melding te vermelden tenzij het gaat om informatie die direct overgedragen dient te worden. Ook de Pedagogisch Coach zal nieuwe informatie toevoegen aan het zorgdossier en hiervan een melding maken in het groepslogboek. Dit wordt ook gemaild naar de betreffende groep van het kind, zodat iedereen te allen tijde op de hoogte is.

Mocht er een melding van ouders gedaan worden betreft het kind wat van belang is voor het zorgdossier, moeten de pedagogisch medewerkers hier altijd een melding van maken via de mail bij de Pedagogisch Coach.

Voor het aanmaken van een zorgdossier binnen zowel de Kinderopvang en de BSO geldt, dat er een melding gemaakt wordt bij de belangrijke kind notities van het kind, dat er een zorgdossier is.

4.2 Ouders en het zorgdossier Indien de pedagogische medewerkers opvallend gedrag signaleren binnen de ontwikkeling of gedrag van een kind gaan zij hier direct over in gesprek met ouders. Door ouders mee te nemen in de zorg die je hebt, draag je de zorg samen, kun je ouders adviseren en komen eventuele te nemen stappen nooit onverwachts.

Ouders hebben het recht om het zorgdossier in te kunnen zien. Dit betekent dat het zorgdossier feitelijke informatie bevat en dat oordelen zo veel mogelijk buiten beschouwing worden gelaten. Je schrijft bijvoorbeeld dat ouders het gedrag thuis niet herkennen en dat zij hierin op dit moment nog geen stappen willen ondernemen. Schrijf je op basis van een oordeel bijvoorbeeld, ouders ontkennen de zorgvraag en willen hier verder niets mee, kan dit voor een ouder verwijtend over komen. Indien een ouder het zorgdossier in wil zien geef je aan dat je hier zo spoedig mogelijk op terug komt. De mentor van het kind benaderd de pedagogisch coach en samen zal gekeken worden naar de opbouw van het zorgdossier. Hierna nodig je ouders uit voor een gesprek en bespreek je het zorgdossier. Op deze wijze is er voor ouders de mogelijkheid te reageren op onduidelijkheden en vragen te stellen.

Het zorgdossier mag nooit met derden worden gedeeld zonder toestemming van de desbetreffende ouder. Je hebt als pedagogisch medewerker een geheimhoudingsplicht.



4.3 Wie is verantwoordelijk voor het zorgdossier Het zorgdossier wordt aangemaakt door de mentor van het desbetreffende kind. De mentor is verantwoordelijk voor de maandelijkse controle van de zorgdossiers van zijn of haar kinderen. Indien er tussentijds informatie toegevoegd dient te worden aan het zorgdossier, bijvoorbeeld wanneer een ouder aan geeft dat het kind gestart is met fysiotherapie, mag dit gedaan worden door een vaste pedagogisch medeweker van de groep. Deze dient kenbaar te maken in het groepslogboek dat er informatie aan het zorgdossier is toegevoegd en daarnaast communiceer je dit via de mail aan de pedagogisch coach. Toevoegingen in het zorgdossier mogen niet worden gedaan door stagiaires of invalkrachten. Wel dienen zij op de hoogte te zijn van de inhoud van het zorgdossier indien van toepassing binnen de dagelijkse begeleiding van het kind. Wat gebeurt en met het zorgdossier indien een kind gaat doorschuiven naar een andere groep: Indien een kind door gaat schuiven naar een ander groep vindt er een warme overdracht plaats. De mentor van het kind van de huidige groep neemt hierin het initiatief. Tijdens de overdracht wordt informatie uitgewisseld over de zorgvraag en de wijze waarop wij het kind begeleiden. Een zorgdossier bevat privacygevoelige informatie. Ga dan ook zorgvuldig om met de te nemen stappen, je kunt hier ook hulp bij vragen van een collega of de pedagogisch coach. Wat gebeurt er met het zorgdossier indien een kind de opvang beëindigd: Indien de opvang van een kind wordt beëindigd wordt ook het zorgdossier beëindigd. Bovenaan in het zorgdossier schrijf je de datum van beëindiging, en met hoofdletter “ZORGDOSSIER BEEINDIGD”. Wat gebeurt en met het zorgdossier indien het kind naar de basisschool gaat: Een kind waarbij wij een bepaalde zorg hebben wordt altijd, middels en warme overdracht, overgedragen aan school. Hierbij dragen wij het zorgdossier niet mee over. Het zorgdossier wordt beëindigd zoals hierboven beschreven. Wat gebeurt er met het zorgdossier indien de zorgvraag niet meer aanwezig is: Wanneer de zorgvraag dusdanig is afgenomen dat er geen zorgen meer zijn rondom het kind, rond je het zorgdossier af. Dit doe je altijd in samenspraak met de pedagogisch coach. Bovenaan het zorgdossier wordt de melding gemaakt “zorgdossier beëindigd”. Gezien de aard van de zorgvraag kan het wenselijk zijn het zorgdossier nog enige tijd openblijft. Zorgdossier up-to-date houden Het bijhouden van het zorgdossier is van groot belang, zodat je een duidelijk beeld behoud van de ontwikkeling van het kind en de te nemen stappen en afspraken. Door deze zorgvuldigheid blijft het dossier te allen tijde up-to-date. Zorg er daarom Voor, dat je als mentor eens per maand een moment plant waarop je de zorgdossiers doorneemt. Vul deze aan met informatie zoals de ontwikkeling die het kind heeft door gemaakt, wat gaat er goed en wat gaat er minder goed. Zijn er stappen genomen of belangrijke afspraken gemaakt. Bijlage1 Coachingsgesprek formulier



In te vullen door de pedagogisch medewerker: Datum: Groep: Naam kind: Geboortedatum kind: Dagen aanwezig: Telefoonnummer ouders: Hulpvraag: Hoe lang bestaat de hulpvraag al: Wat hebben jullie het kind tot nu toe begeleid, geef concreet de stappen weer: Is er contact met ouders geweest over de hulpvraag, wat is er besproken: In te vullen door de pedagogisch coach: Advies, acties voor Pedagogisch medewerkers: Datum evaluatie:

Pedagogisch coach implementatie plan, Azar Aslami januari 2019 coach eerst… · Pedagogisch coach...

Documents

Transcript of Pedagogisch coach implementatie plan, Azar Aslami januari 2019 coach eerst… · Pedagogisch coach...