Parkeergarage Javaplein lijkt net Rubik’s Cube · In de zomer vindt Coen het geweldig om bij de...

2
Deze krant is gemaakt door leerlingen, leraren en ouders van de JP Coenschool. Het is een gratis krant voor en door buurt- bewoners en wordt door de leerlingen verspreid. JP Coenschool Bankastraat 18 1094 ED Amsterdam telefoon 020 665 02 52 & Balistraat 79 1094 JE Amsterdam telefoon 020 465 52 63 www.jpcoenschool.nl Mede mogelijk gemaakt door ‘Ruimte voor Contact’ van het ministerie van VROM. Ontwerp en opmaak: Werkplaats Amsterdam Vishandelaar C. Tol heeft eigenlijk geen tijd om vragen te beantwoor- den, zo druk is hij met het afhande- len van bestellingen. ,,Restaurants, cateringbedrijven, ze blijven maar vis bestellen’’, zegt de eigenaar van de Volendammer vishandel in de Ja- vastraat. “Rond de feestdagen is het erg druk”, zegt Tol: ,, Maar de rest van het jaar is het iets rustiger dan voorheen.’’ De economische teruggang heeft Nederland in de greep. Is ook in de Javastraat merkbaar dat consumen- ten in Nederland minder te beste- den hebben dan pakweg twee jaar geleden? Bij slijterij Hamers kopen de klan- ten wat minder drank, vertelt O. Kerkman: ,,En als ze wijn kopen dan is vaak een wat goedkopere soort.’’ A. Gogun heeft nu drie jaar een ta- bakswinkel: ,,Ik verkoop veel min- der sigaretten dan in het begin. Al- leen de loten lopen goed, vooral rond Oud en Nieuw.’’ Toch heeft niet elke winkelier pro- blemen. Tapijthandel Mammoet zou zwaar moeten lijden onder de malai- se in de branche voor woninginrich- ting, die afgelopen jaar met 15 tot 20 procent is teruggelopen. ,,Mijn win- kel zit juist 3,5 procent in de plus”, vertelt J. Polman: ,,Hoe dat kan? Geen idee.’’ Het beeld van Mammoet laat zien dat de economische werkelijk- heid van de Javastraat ingewikkeld is. Zo geven winkeliers voor de om- zetdaling vaak andere verklaringen dan de economische tegenwind. Ta- bakswinkel Gogun heeft bijvoor- beeld vooral last van het rookverbod en van oneerlijke concurrentie, zegt de eigenaar: ,,De wasserettes in de straat verkopen sigaretten, de inter- netwinkels ook. Allemaal illegaal.’’ Slijter Kerkman ziet vooral een teruggang sinds anderhalf jaar ge- leden de herinrichting van de Ja- vastraat werd voltooid. ,,Ik hoor het van meer winkeliers. Dat komt mis- schien door de toegenomen parkeer- problemen.’’ Hij is van mening dat het winkelaanbod sindsdien eenzij- diger is geworden: ,,Wel erg veel Ma- rokkaanse groentezaken en belwin- kels, dat houdt de Hollandse klanten weg.’’ Daar gelooft Polman niet in, inte- gendeel: ,,Oost is al dertig jaar mul- ticultureel. De witte mensen vin- den het heel normaal om een brood te kopen bij een Turkse bakker.’’ Hij vergelijkt de buurt met Oud-West, waar de spanningen tussen de bevol- kingsgroepen veel groter zijn. ,,Daar kopen mensen alleen in winkels van hun eigen groep. De Jan van Galen- straat staat er daardoor veel slechter voor dan de Javastraat.’’ De herinrichting van de Javast- raat maakt deel uit van een groot- scheepse renovatie van de Indische Buurt. ,Die heeft gezorgd voor veel nieuwe bewoners, die vaak meer koopkracht hebben’’, zegt P. Sijters, voormalig deelraadslid in Zeeburg (PvdA) en tot voor kort eigenaar van een verfwinkel in de Javastraat. ,,Daardoor is de recessie hier nauwe- lijks voelbaar’’ Kerkman geeft toe: ,,Er zijn nu meer tweeverdieners en die hebben meer geld voor luxe din- gen.’’ Karel Berkhout De Javastraat en de crisis Minder klanten, maar met meer geld Chapeau! “Hé, dat woord ken ik! Dat is het- zelfde in onze taal!”, zegt een leer- ling van groep 8 van de J.P. Coen- school. En met ‘onze taal’ bedoelt hij de taal die zijn ouders, afkomstig uit Marokko, dagelijks spreken. Het is vrijdagmiddag half vier. Het einde van de lesweek? Niet voor de leerlingen die op dat moment begin- nen aan hun wekelijkse les Frans in de Bankastraat. “Juf, ik kan ook maîtresse tegen u zeggen, hè?”, zegt een meisje tegen me, wanneer ze binnenkomt. Cha- peau”, zeg ik tegen haar, want het is toch echt knap dat je zelf Franse woorden meebrengt van thuis! De leerlingen hebben sinds eind ok- tober Franse les en zijn heel erg en- thousiast. En dat, terwijl ze er al een hele schoolweek op hebben zitten! Als eerste leerden ze zichzelf voor te stellen in het Frans, en te zeggen waar ze wonen. Ook hebben de leer- lingen de Franse uitspraak uitge- breid geoefend. Dat deden we door middel van een spel, waarbij je zo- genaamd iets bij de bakker koopt of iets te drinken bestelt op een terras. Dit is nog maar het begin. Binnen- kort zullen onze enthousiaste leer- lingen in deze krant vertellen over hun vorderingen in het Frans. Ellen Wagenaar In de zomer vindt Coen het geweldig om bij de fonteintjes op het Javaplein te spelen. Daar vlakbij, in die driehoek tussen de Javastraat en de tramhal- te, zijn ze al een hele tijd aan het bou- wen. Vroeger stond er een driehoekig blok woningen. Daarna kwam er een hele diepe put. “Tjonge”, dacht Coen, “dat gebouw wordt onder de grond bijna net zo groot als daarboven”. Coen’s vader zegt dat er in die put een hele speciale parkeergara- ge komt. Niet zo een met een helling waar je vanaf rijdt, maar een soort schuifpuzzel. Hij werkt zo: je rijdt eerst de auto in een lifthokje, daar- na stap je uit en verlaat de lift. Zodra je een speciale code hebt ingedrukt, verdwijnt de auto en wordt hij opge- borgen in een heel groot rek. Als je je auto weer terug wilt, toets je weer een code in en dan komt de auto binnen twee minuten weer te voor- schijn! Van binnen is deze parkeergara- ge net een Rubik’s Cube. De compu- ter weet precies waar elke auto is en schuift steeds op de slimst mogelijke manier met de auto’s zodat de juiste boven komt. Als het goed is tenmin- ste. Volgens Coens vader gaat dit na- melijk ook nog wel eens mis. In ‘s-Hertogenbosch heeft zo’n ga- rage enkele jaren geleden bijvoor- beeld voor een hoop kapotte auto’s gezorgd. Bovendien kwam daar niet altijd de juiste auto te voorschijn… Op een plaatje bij de bouwplaats kun je zien hoe het straks wordt. Daar- op lijkt het nieuwe gebouw, met de chique naam ‘Borneohof’ een beetje ‘oud’. Waarschijnlijk laten de archi- tecten Peter Geusebroek en Svetla Stefanova dat gebouw er expres een beetje oud uit zien, omdat het dan minder opvalt. De gebouwen in de omgeving zijn immers echt oud, on- geveer honderd jaar. Coen’s oom Rem, die architect is, vindt het maar niks. Een gebouw van deze tijd moet er wat hem betreft ook uitzien als een gebouw van deze tijd. Zoals die nieuwe woningen aan het Borneoplein en in de Celebesstraat bijvoorbeeld. Coen vindt die zelf ei- genlijk ook wel mooi. Ze zien er in- derdaad heel anders uit dan de oude gebouwen van de buurt, maar pas- sen er toch weer goed in. Coen kijkt uit naar het moment dat het Borneohof op het Javaplein ook klaar is. Daar komen niet alleen wo- ningen in, maar ook een spiksplinter- nieuwe bibliotheek! Dat vindt Coen reuze handig. En hij hoopt stiekem nog eens in een auto te kunnen blij- ven zitten als die de garage in gaat, want die wil hij wel eens van binnen zien … Berend van der Lans de Coen-is-in-de-buurtkrant januari 2010 nummer 3 1 Parkeergarage Javaplein lijkt net Rubik’s Cube Wind & Wevers op zoek naar de lekkerste croissant Ongeveer een jaar geleden verdween de C1000 uit de Celebesstraat en daarmee de winkel met de lekkerste (en goedkoopste) croissant van de In- dische buurt. Wind & Wevers, de kri- tische dames van de Coenkrant, gin- gen op zoek naar de opvolger. Het is negen uur in de ochtend. In de Javastraat zijn veel Turkse en Marokkaanse kruideniers buiten hun groenten en fruit uit aan het stallen. Wij zijn op zoek naar de lekkerste croissant van de buurt en kopen er voor onze test in totaal acht in zeven verschillende winkels. We gaan voor- namelijk naar Turkse en Marokkaan- se bakkers in de Javastraat, maar ook naar Dé bakker van Oost in de Suma- trastraat en naar Albert Heijn aan de Celebesstraat (op precies dezelfde plek als waar vroeger de C1000 zat). Thuis staren acht totaal verschil- lende croissants ons aan. De één is goudbruin en bol, de ander donker- bruin en vierkantig. Plotseling vra- gen wij ons af welk geluid ze zullen maken als we er met een vinger in prikken. Een goede croissant is na- melijk gemaakt van flinterdunne laagjes bladerdeeg, door de Fran- sen la pâte feuilletée genoemd. Als je daar met een vinger in prikt, voel je al die laagjes barsten en hoor je een lichte ‘krak’. Die van Banketbakkerij Yakhlaf (prijs: 60 cent) zegt heel leuk ‘krak’, maar is zó vet, dat hij na de prik- test plat op tafel blijft liggen. De luxe Black Label-croissant (prijs: 1 euro) van Dé bakker van Oost, valt onmid- dellijk door de mand: hij veert zwij- gend terug als een gewoon broodje! De ‘gewone’ croissant (prijs: 80 cent) van dezelfde bakker blijkt een veel betere structuur te hebben. Winnaar van de priktest is echter de croissant van Albert Heijn (60 cent), die er trouwens ook al het aantrekkelijkst uitziet. Dan gaan we proeven. Op die van Bakkerij Kardas (vermaard om zijn pizza’s!) na, smaken alle croissants uit de Javastraat helaas naar kaas en uien. Ze blijken er zelfs naar te rui- ken. De croissants van Dé bakker van Oost zijn lekker, vooral de goedkope- re is goed van smaak en van struc- tuur. Maar de croissant van Albert Heijn is wat ons betreft de opvolger van die van de C1000: hij heeft pre- cies de goede structuur, is supervers en romig van smaak zonder dat hij te vet is. Julie Wevers&Kim Wind

Transcript of Parkeergarage Javaplein lijkt net Rubik’s Cube · In de zomer vindt Coen het geweldig om bij de...

Page 1: Parkeergarage Javaplein lijkt net Rubik’s Cube · In de zomer vindt Coen het geweldig om bij de fonteintjes op het Javaplein te spelen. Daar vlakbij, in die driehoek tussen de Javastraat

Deze krant is gemaakt door leerlingen, leraren en ouders van de JP Coenschool.

Het is een gratis krant voor en door buurt­bewoners en wordt door de leerlingen verspreid.

JP CoenschoolBankastraat 181094 ED Amsterdamtelefoon 020 665 02 52&Balistraat 791094 JE Amsterdamtelefoon 020 465 52 63www.jpcoenschool.nl

Mede mogelijk gemaakt door ‘Ruimte voor Contact’ van het ministerie van VROM.

Ontwerp en opmaak:Werkplaats Amsterdam

Vishandelaar C. Tol heeft eigenlijk geen tijd om vragen te beantwoor-den, zo druk is hij met het afhande-len van bestellingen. ,,Restaurants, cateringbedrijven, ze blijven maar vis bestellen’’, zegt de eigenaar van de Volendammer vishandel in de Ja-vastraat. “Rond de feestdagen is het erg druk”, zegt Tol: ,, Maar de rest van het jaar is het iets rustiger dan voorheen.’’ De economische teruggang heeft Nederland in de greep. Is ook in de Javastraat merkbaar dat consumen-ten in Nederland minder te beste-den hebben dan pakweg twee jaar geleden? Bij slijterij Hamers kopen de klan-ten wat minder drank, vertelt O. Kerkman: ,,En als ze wijn kopen dan is vaak een wat goedkopere soort.’’ A. Gogun heeft nu drie jaar een ta-bakswinkel: ,,Ik verkoop veel min-der sigaretten dan in het begin. Al-leen de loten lopen goed, vooral rond Oud en Nieuw.’’ Toch heeft niet elke winkelier pro-blemen. Tapijthandel Mammoet zou zwaar moeten lijden onder de malai-se in de branche voor woninginrich-ting, die afgelopen jaar met 15 tot 20 procent is teruggelopen. ,,Mijn win-kel zit juist 3,5 procent in de plus”, vertelt J. Polman: ,,Hoe dat kan? Geen idee.’’ Het beeld van Mammoet laat zien dat de economische werkelijk-heid van de Javastraat ingewikkeld is. Zo geven winkeliers voor de om-zetdaling vaak andere verklaringen dan de economische tegenwind. Ta-bakswinkel Gogun heeft bijvoor-beeld vooral last van het rookverbod

en van oneerlijke concurrentie, zegt de eigenaar: ,,De wasserettes in de straat verkopen sigaretten, de inter-netwinkels ook. Allemaal illegaal.’’ Slijter Kerkman ziet vooral een teruggang sinds anderhalf jaar ge-leden de herinrichting van de Ja-vastraat werd voltooid. ,,Ik hoor het van meer winkeliers. Dat komt mis-schien door de toegenomen parkeer-problemen.’’ Hij is van mening dat het winkelaanbod sindsdien eenzij-diger is geworden: ,,Wel erg veel Ma-rokkaanse groentezaken en belwin-kels, dat houdt de Hollandse klanten weg.’’ Daar gelooft Polman niet in, inte-gendeel: ,,Oost is al dertig jaar mul-ticultureel. De witte mensen vin-den het heel normaal om een brood te kopen bij een Turkse bakker.’’ Hij vergelijkt de buurt met Oud-West, waar de spanningen tussen de bevol-kingsgroepen veel groter zijn. ,,Daar kopen mensen alleen in winkels van hun eigen groep. De Jan van Galen-straat staat er daardoor veel slechter voor dan de Javastraat.’’ De herinrichting van de Javast-raat maakt deel uit van een groot-scheepse renovatie van de Indische Buurt. ,Die heeft gezorgd voor veel nieuwe bewoners, die vaak meer koopkracht hebben’’, zegt P. Sijters, voormalig deelraadslid in Zeeburg (PvdA) en tot voor kort eigenaar van een verfwinkel in de Javastraat. ,,Daardoor is de recessie hier nauwe-lijks voelbaar’’ Kerkman geeft toe: ,,Er zijn nu meer tweeverdieners en die hebben meer geld voor luxe din-gen.’’Karel Berkhout

De Javastraat en de crisisMinder klanten, maar met meer geld

Chapeau!“Hé, dat woord ken ik! Dat is het-zelfde in onze taal!”, zegt een leer-ling van groep 8 van de J.P. Coen-school. En met ‘onze taal’ bedoelt hij de taal die zijn ouders, afkomstig uit Marokko, dagelijks spreken. Het is vrijdagmiddag half vier. Het einde van de lesweek? Niet voor de leerlingen die op dat moment begin-nen aan hun wekelijkse les Frans in de Bankastraat. “Juf, ik kan ook maîtresse tegen u zeggen, hè?”, zegt een meisje tegen me, wanneer ze binnenkomt. “Cha-peau”, zeg ik tegen haar, want het is toch echt knap dat je zelf Franse woorden meebrengt van thuis!

De leerlingen hebben sinds eind ok-tober Franse les en zijn heel erg en-thousiast. En dat, terwijl ze er al een hele schoolweek op hebben zitten! Als eerste leerden ze zichzelf voor te stellen in het Frans, en te zeggen waar ze wonen. Ook hebben de leer-lingen de Franse uitspraak uitge-breid geoefend. Dat deden we door middel van een spel, waarbij je zo-genaamd iets bij de bakker koopt of iets te drinken bestelt op een terras.Dit is nog maar het begin. Binnen-kort zullen onze enthousiaste leer-lingen in deze krant vertellen over hun vorderingen in het Frans.Ellen Wagenaar

In de zomer vindt Coen het geweldig om bij de fonteintjes op het Javaplein te spelen. Daar vlakbij, in die driehoek tussen de Javastraat en de tramhal-te, zijn ze al een hele tijd aan het bou-wen. Vroeger stond er een driehoekig blok woningen. Daarna kwam er een hele diepe put. “Tjonge”, dacht Coen, “dat gebouw wordt onder de grond bijna net zo groot als daarboven”. Coen’s vader zegt dat er in die put een hele speciale parkeergara-ge komt. Niet zo een met een helling waar je vanaf rijdt, maar een soort schuifpuzzel. Hij werkt zo: je rijdt eerst de auto in een lifthokje, daar-na stap je uit en verlaat de lift. Zodra je een speciale code hebt ingedrukt, verdwijnt de auto en wordt hij opge-borgen in een heel groot rek. Als je je auto weer terug wilt, toets je weer een code in en dan komt de auto binnen twee minuten weer te voor-schijn! Van binnen is deze parkeergara-ge net een Rubik’s Cube. De compu-ter weet precies waar elke auto is en schuift steeds op de slimst mogelijke manier met de auto’s zodat de juiste boven komt. Als het goed is tenmin-ste. Volgens Coens vader gaat dit na-melijk ook nog wel eens mis. In ‘s-Hertogenbosch heeft zo’n ga-rage enkele jaren geleden bijvoor-beeld voor een hoop kapotte auto’s

gezorgd. Bovendien kwam daar niet altijd de juiste auto te voorschijn…

Op een plaatje bij de bouwplaats kun je zien hoe het straks wordt. Daar-op lijkt het nieuwe gebouw, met de chique naam ‘Borneohof’ een beetje ‘oud’. Waarschijnlijk laten de archi-tecten Peter Geusebroek en Svetla Stefanova dat gebouw er expres een beetje oud uit zien, omdat het dan minder opvalt. De gebouwen in de omgeving zijn immers echt oud, on-geveer honderd jaar. Coen’s oom Rem, die architect is, vindt het maar niks. Een gebouw van deze tijd moet er wat hem betreft ook uitzien als een gebouw van deze tijd.

Zoals die nieuwe woningen aan het Borneoplein en in de Celebesstraat bijvoorbeeld. Coen vindt die zelf ei-genlijk ook wel mooi. Ze zien er in-derdaad heel anders uit dan de oude gebouwen van de buurt, maar pas-sen er toch weer goed in. Coen kijkt uit naar het moment dat het Borneohof op het Javaplein ook klaar is. Daar komen niet alleen wo-ningen in, maar ook een spiksplinter-nieuwe bibliotheek! Dat vindt Coen reuze handig. En hij hoopt stiekem nog eens in een auto te kunnen blij-ven zitten als die de garage in gaat, want die wil hij wel eens van binnen zien …

Berend van der Lans

de Coen-is-in-de-buurtkrant januari 2010 nummer 3

1

Parkeergarage Javaplein lijkt net Rubik’s Cube

Wind & Wevers op zoek naar de lekkerste croissant

Ongeveer een jaar geleden verdween de C1000 uit de Celebesstraat en daarmee de winkel met de lekkerste (en goedkoopste) croissant van de In-dische buurt. Wind & Wevers, de kri-tische dames van de Coenkrant, gin-gen op zoek naar de opvolger. Het is negen uur in de ochtend. In de Javastraat zijn veel Turkse en Marokkaanse kruideniers buiten hun groenten en fruit uit aan het stallen. Wij zijn op zoek naar de lekkerste croissant van de buurt en kopen er voor onze test in totaal acht in zeven verschillende winkels. We gaan voor-namelijk naar Turkse en Marokkaan-se bakkers in de Javastraat, maar ook naar Dé bakker van Oost in de Suma-trastraat en naar Albert Heijn aan de Celebesstraat (op precies dezelfde plek als waar vroeger de C1000 zat).

Thuis staren acht totaal verschil-lende croissants ons aan. De één is goudbruin en bol, de ander donker-bruin en vierkantig. Plotseling vra-gen wij ons af welk geluid ze zullen maken als we er met een vinger in prikken. Een goede croissant is na-melijk gemaakt van flinterdunne laagjes bladerdeeg, door de Fran-sen la pâte feuilletée genoemd. Als je daar met een vinger in prikt, voel je al die laagjes barsten en hoor je een lichte ‘krak’. Die van Banketbakkerij Yakhlaf (prijs: 60 cent) zegt heel leuk ‘krak’, maar is zó vet, dat hij na de prik-test plat op tafel blijft liggen. De luxe Black Label-croissant (prijs: 1 euro) van Dé bakker van Oost, valt onmid-dellijk door de mand: hij veert zwij-gend terug als een gewoon broodje!

De ‘gewone’ croissant (prijs: 80 cent) van dezelfde bakker blijkt een veel betere structuur te hebben. Winnaar van de priktest is echter de croissant van Albert Heijn (60 cent), die er trouwens ook al het aantrekkelijkst uitziet. Dan gaan we proeven. Op die van Bakkerij Kardas (vermaard om zijn pizza’s!) na, smaken alle croissants uit de Javastraat helaas naar kaas en uien. Ze blijken er zelfs naar te rui-ken. De croissants van Dé bakker van Oost zijn lekker, vooral de goedkope-re is goed van smaak en van struc-tuur. Maar de croissant van Albert Heijn is wat ons betreft de opvolger van die van de C1000: hij heeft pre-cies de goede structuur, is supervers en romig van smaak zonder dat hij te vet is. Julie Wevers&Kim Wind

Page 2: Parkeergarage Javaplein lijkt net Rubik’s Cube · In de zomer vindt Coen het geweldig om bij de fonteintjes op het Javaplein te spelen. Daar vlakbij, in die driehoek tussen de Javastraat

Werkplaats Amsterdam

Turks

Werkplaats Amsterdam

Turks

Ook een school heeft buren. Wie zijn zij? De Coenkrant sprak met twee be-woners uit de Bankastraat die in elk geval één ding gemeen hebben: uit-zicht op het schoolplein.

Zwaaien naar

mama tijdens de

pauze

Bankastraat 13 c. Chevelle Biniga (30), volgt de opleiding ziekenver-zorgende aan het ROC. Moeder van Quendra (8). “ Ik woon bijna vijf jaar in de Bankastraat, daarvoor woon-de ik in Oud-West, bij de Overtoom. Toen ik een woning kon krijgen in de Indische buurt dacht ik ‘Jippie!’ Het is hier zo gezellig. De mensen zijn warm en sociaal, heel anders dan in Oud-West waar niemand zich met een ander bemoeit. Ik kende de buurt al goed want ik kwam altijd helemaal hier naar toe voor de Afri-kaanse kapper in de Javastraat. Toen mijn dochter Quendra 4 jaar werd ging ze naar de J.P. Coenschool in de Bankastraat. Omdat ze in Ka-meroen is geboren, sprak ze meer Frans dan Nederlands en op school ging het niet zo goed. Iemand in de buurt zei tegen me: ‘De J.P. Coen-school heeft ook een slechte reputa-tie hoor.’ Daardoor ging ik heel erg twijfelen. Na het eerste jaar heb ik voor een andere school gekozen, de

achtste Montessorischool aan de Borneokade. Daar

was het systeem echter zo anders dat mijn dochter helemaal in de war raakte. De andere kinderen spraken allemaal heel goed Nederlands en waren heel bijdehand. Quendra raak-te haar zelfvertrouwen kwijt. Wat ook opviel was dat haar woordenschat in het Nederlands zich helemaal niet uitbreidde. In die tijd raakte mijn ex-man in gesprek met een buurtgenoot bij Albert Heijn. Die zei: ‘Ik heb mijn kind ook op de J.P. Coenschool ge-had en dat is altijd heel goed gegaan. Hij is nu bezig met de universiteit.’ Ik dacht meteen: dit verhaal klopt, mijn dochter hoeft helemaal niet ver weg naar de Montessori-school. Gelukkig mocht Quendra terugkomen op de J.P. Coenschool. Nu gaat het super-goed met haar. De kinderen krijgen hier meer aandacht en begeleiding en dat is voor mijn dochter veel be-ter. Wat ik ook prettig vind is dat de kinderen op vrijdag opdrachten mee naar huis krijgen. Hierdoor weet je heel goed met welke stof je kind be-zig is. Hoewel wij in de Bankastraat wo-nen, heb ik toch gevraagd of Quendra in de Balistraat naar school mocht. Nu is het duidelijker voor haar: hier woon ik en daar ga ik naar school. Vanuit onze woning hebben wij uit-zicht op het schoolplein en toen ze nog in de Bankastraat op school zat probeerde ze de hele pauze naar me te zwaaien.”

“Ik ben de

enige Turk

zonder schotel­

antenne.”

Bankastraat 7a. Ismayil Aydin (30) werkt in Turks café Bizimmekan in de Javastraat. Vader van Filiz (11), Ke-nan (8) en Hakan (5). “Ik woon hier nu vierenhalf jaar. Hiervoor woonde

ik in de Stadionpleinbuurt, waar ik ook ben opgegroeid. Eerlijk gezegd was ik liever daar gebleven want het is daar veel rustiger. Hier zie je toch veel meer Turkse en Marokkaanse gezinnen met veel kinderen. Daar-door is het voor onze kinderen moei-lijker om zich goed te ontwikkelen, om de Nederlandse taal goed te leren bijvoorbeeld. Als mijn dochter thuis-komt met een nieuwe vriendin, is het altijd een Turks meisje. Mijn zoontjes hebben Turkse vriendjes. Ze praten onder elkaar vooral Turks. Maar als ik niet in Zuid kan wo-nen, dan woon ik het liefst hier. Wij

hebben een mooie gerenoveerde woning, lekker dicht bij school. Af en toe hoor ik wel eens wat lawaai, maar ik vind: als je in de buurt van een school gaat wonen moet je daar niet over zeiken. Ik ken deze buurt al vanaf mijn vijftiende. Vanaf die leef-tijd ging ik vaak naar een Turks kof-fiehuis in de Madurastraat en met de vrienden die ik daar toen heb ge-maakt ga ik nu nog steeds om. Ik werk in het café van een vriend van me, daar houd ik de boel een beetje in de gaten. Beetje kaart spe-len, beetje ouwehoeren. Dat ik daar

werk beschouw ik als een noodsitu-atie. Ik heb net een rampzalige peri-ode achter de rug. Ik had in Utrecht een Jamin gekocht waarmee ik zwaar verlies heb geleden. Nu gaat het nog maar om één ding: mijn schulden af-betalen. Daarna zien we wel weer verder. Het liefst begin ik weer een zaak. De Javastraat waar ik werk vind ik niet echt een geslaagde win-kelstraat. Allemaal dezelfde groente-boeren, bakkers en belhuizen. Liever zou ik er wat meer normale winkels zien, een gewone kledingzaak bij-voorbeeld. Toen wij een school zochten voor onze kinderen vroegen we aan vrien-den uit de buurt welke de beste is.

‘Ze zijn allemaal hetzelfde’, zei-den ze. Ik moet eerlijk zeggen dat de J.P. Coenschool beter bevalt dan ik had verwacht. Het onder-wijs is er goed. Maar ik vind het

dus wel jammer dat mijn kinderen geen Nederlandse vrienden hebben. Met Nederlandse vrienden krijgen ze later minder problemen als ze naar de middelbare school gaan of gaan werken. Nee, ik kan niet uitleggen wat voor soort problemen. Mijn ge-voel zegt: hoe gemengder, hoe beter. Volgens mij ben ik de enige Turk in de Indische buurt die geen schotel-antenne heeft. Ik heb een hekel aan al die Turkse soaps. Er zijn er zeker wel dertig en mijn familieleden zap-pen van de ene serie naar de ande-re. Maar ik moet er niet aan denken dat mijn kinderen alleen nog maar naar de Turkse televisie kijken, dat is slecht voor hun taalontwikkeling.” Julie Wevers

De volgende keer: buren van het schoolplein in de Balistraat!

Iedere ouder wil het beste voor zijn of haar kind. Goed onderwijs hoort daarbij. De juiste schoolkeuze is be-palend voor het succes van de school-loopbaan, evenals de inzet en de aan-leg van het kind natuurlijk. Maar er is nóg iets dat hierbij een rol speelt, namelijk de betrokkenheid van de ouders bij de school van hun kind. Dit betekent onder andere: aanwe-zig zijn bij het rapportgesprek, het bijwonen van de openbare lessen in de klas en de informatiebijeenkom-sten, lid worden van de Ouderraad of de Medezeggenschapsraad (MR), aanwezig zijn bij het project Ouders ontmoeten ouders, meehelpen aan de Coenkrant, helpen bij feesten, uit-stapjes enzovoorts. De J.P. Coenschool vindt betrok-kenheid van ouders heel erg belang-rijk en probeert dit ook te stimule-

ren. Blijkbaar gaat het goed want onlangs ontving de school de twee-de prijs voor ouderbetrokkenheid in Nederland van Forum, het insti-tuut voor multiculturele ontwikke-ling. Hier zijn wij erg trots op. Gefeli-citeerd allemaal! Ik wil iedereen die heeft meegewerkt aan het onderzoek van Forum bedanken: Gülcan Arslan en Jolle Demmers van de ouderraad en Berrie Burhenne en Gerda Blen-kers van het team. Wilt u meer weten over deze prijs of over de ouderbetrokkenheid op de J.P. Coenschool, neem dan con-tact op met: Mustapha Khaddari, adjunct-directeur van de J.P. Coenschool, telefoonnummer: 020-4655263 of per email: [email protected]

Na de huizen was de straat zelf aan beurt. De afgelopen maanden kregen de Bankastraat en de Balistraat nieu-we bestrating. Stratenmaker Tommy en mevrouw Flotman (83) over de Balistraat vroeger en nu. Op de rijweg liggen klinkers, de stenen op de stoep zijn een formaat kleiner. “Geen goedkope keuze”, zegt Tommy, een van de stratenma-kers die de afgelopen maanden aan het werk was in de Balistraat. Niet alleen zijn de stenen duur, het leggen is ook nog eens veel meer werk en dus veel prijziger. Als stratenmaker vindt hij dit soort stenen mooier en ook leuker om te leggen dan tegels. Esham (7) die staat te kijken hoe hij bakstenen afsnijdt en intikt, vraagt hoe ze zor-gen dat de stenen precies goed lig-gen. “Er zijn tekeningen van ge-maakt,” legt Tommy uit. “Die maken we na, net een puzzel eigenlijk.”“De straat is mooi geworden”, vindt Tommy. “Alleen jammer dat ze dat lelijke hek voor de school terug heb-ben gezet. Als je zoveel geld in een straat steekt, kan er toch wel iets nieuws af.” De Balistraat was geen vervelende plek om te werken.“ Toen ik aan de andere kant van het spoor werkte, werd alles onder je handen vandaan gejat. Hier niet. Dit is wel een gezellige straat.”

Voor mevrouw Flotman (83) was de afgelopen tijd niet makkelijk. “Ik ben niet veel buiten geweest.” Omdat ze alleen in een scootmobiel de straat op kan, moest ze als ze haar huis in of uit wilde, wachten tot er iemand kwam om haar over de drempel te duwen. De nieuwe bakstenen geven de straat iets ouderwets, maar bakste-nen hebben hier volgens mevrouw Flotman nooit gelegen. “We kwa-men hier in 1935. Toen lagen er ge-woon tegels op de stoep en asfalt op de middelstraat. Die tegels zijn wel af en toe vervangen, maar verder is er aan de straat zelf weinig veran-derd. “ Fietsenrekken stonden er nog niet voor de oorlog. “De meeste mensen konden zich toen geen fiets veroor-loven. En wie er wel een had, zette die in de stalling.” De Amsterdam-mertjes verschenen pas toen er au-to’s kwamen. In haar tijd was de middelstraat voor de kinderen. Daar speelden ze bijvoorbeeld puttenkrij-gertje. “ Wie op een putdeksel stond kon niet getikt worden. Als je ertus-sen rende wel.” Nu de straat klaar is moeten de kinderen wachten tot de volgende straatspeeldag voor ze weer eens op de rijweg kunnen spelen.Elizabeth Venicz

32

Spelen in de buurtMet echte voetbalschoenen op het schoolpleinAls mijn neef bij mij logeert, gaan we voetballen op het schoolplein in de Balistraat. Je moet daar voetballen met echte voetbalschoenen, anders is het te glad. Net als op een echt voetbalveld. Als er al een paar kinderen spelen, dan mogen we altijd meedoen. Dan spelen we een wedstrijdje. Als er geen kinderen zijn, spelen we één tegen één. Het schoolplein is fijn groot. Daardoor gaat de bal niet zo vaak uit. De doeltjes zijn stevig en kleiner dan echte doelen. De bal kan er niet zo makkelijk in. Dat is makkelijk keepen. Alleen de glijbaan vind ik niet leuk, want hij is niet glad en ook niet lang.Mijn neef komt vaak logeren. We voetballen vaak op het schoolplein.Esham (7) uit groep 4

UIT DE SERIE

De buren van Coen

Prijs voor ouderbetrokkenheid J.P. Coenschool

Stenen, hekken en puttenkrijgertje

Oproep!

In 2011 bestaat de JP Coenschool

alweer 100 jaar!

Wie zat ooit zelf in de school­

banken (of kent iemand), heeft

leuke foto’s of anekdotes. Laat

het ons weten! Kom langs of mail

naar: [email protected]

Esham met zijn neef op het opgeknapte JP Coenschoolplein aan de Balistraat.

Met de makkelijk te keepen doeltjes en de cijfers die het voetbaldeel

van het plein tegenwoordig sieren.

DEEL

Oproep!