Parasja KEDOSHIM= heiligen

12
Parasja KEDOSHIM= heiligen Leviticus 19-20 Ezechiël 20:2-20

description

Parasja KEDOSHIM= heiligen. Leviticus 19-20 Ezechiël 20:2-20. LEVITICUS 19 : 6   Op de dag van uw offer en op de volgende dag mag het gegeten worden, maar wat tot de derde dag overblijft, moet met vuur verbrand worden. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Parasja KEDOSHIM= heiligen

Page 1: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

Parasja KEDOSHIM= heiligen

Leviticus 19-20Ezechiël 20:2-20

Page 2: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

LEVITICUS 19

1 De HEERE sprak tot Mozes:

2 Spreek tot heel de gemeenschap van de Israëlieten, en zeg tegen hen: Heilig moet u zijn, want Ik, de HEERE, uw God, ben heilig.

3 Ieder moet ontzag hebben voor zijn moeder en zijn vader en Mijn sabbatten in acht nemen. Ik ben de HEERE, uw God.

4 U mag u niet tot de afgoden wenden en voor uzelf geen gegoten goden maken. Ik ben de HEERE, uw God.

5 Wanneer u nu een dankoffer aan de HEERE brengt, moet u dat zo brengen dat u voor Hem welgevallig bent.

Page 3: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

LEVITICUS 19 :

6 Op de dag van uw offer en op de volgende dag mag het gegeten worden, maar wat tot de derde dag overblijft, moet met vuur verbrand worden.

7 Maar als het toch op de derde dag gegeten wordt, is het onrein vlees. Het zal u niet ten goede komen.

8 Wie het namelijk eet, moet zijn ongerechtigheid dragen, omdat hij het heilige van de HEERE ontheiligd heeft. Daarom moet die persoon van zijn volksgenoten worden afgesneden.

9 Wanneer u nu de oogst van uw land binnenhaalt, mag u de rand van uw akker niet helemaal afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, mag u niet oprapen.

Page 4: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

LEVITICUS 19

10 U mag ook uw wijngaard niet nalopen en de afgevallen druiven van uw wijngaard niet oprapen. U moet ze voor de arme en voor de vreemdeling achterlaten. Ik ben de HEERE, uw God.

11 U mag niet stelen, u mag niet liegen of iemand zijn naaste bedriegen.

12 U mag geen valse eed afleggen in Mijn Naam, en zo de Naam van uw God ontheiligen. Ik ben de HEERE.

Page 5: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

God is:

• TROUW: wetten en regels mbt huwelijk, tot belofte

• EERLIJK wetten en regels inzage gedrag naar de medemens ( niet liegen, geen valse beschuldigingen etc)

• UNIEK/ENIG wetten en regel inzake het verbod op afgoderij: alleen God dient aanbeden te worden

Page 6: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

• RECHTVAARDIG wetten en regels m.b.t. rechtspraak

• LIEFDE wetten en gedragsregels m.b.t. zwakken, weduwen ,wezen, vreemdelingen

• ZUIVER/PUUR wetten en regels m.b.t. reinheid/onreinheid

• Etc

Page 7: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

LEVITICUS 20

1 De HEERE sprak tot Mozes:

2 U moet vervolgens tegen de Israëlieten zeggen: Iedereen uit de Israëlieten en uit de vreemdelingen die in Israël verblijven, die iemand uit zijn nageslacht aan de Molech overgegeven heeft, moet zeker gedood worden: de bevolking van het land moet hem met stenen stenigen.

3 En Ikzelf zal Mijn aangezicht tegen die man keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien. Hij heeft immers iemand uit zijn nageslacht aan de Molech overgegeven, waardoor Mijn heiligdom verontreinigd en Mijn heilige Naam ontheiligd is.

Page 8: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

LEVITICUS 20:

10 Een man die met de vrouw van iemand anders overspel pleegt, die met de vrouw van zijn naaste overspel pleegt, moet zeker gedood worden, de overspeler en de overspeelster.

23 U mag niet wandelen overeenkomstig de verordeningen van het volk dat Ik vóór u uit ga verdrijven. Omdat zij al die dingen hebben gedaan, heb Ik een afkeer van hen.

24 Tegen u heb Ik gezegd: Ú zult hun land in bezit nemen en Ík zal het u geven om het in bezit te nemen, een land dat overvloeit van melk en honing. Ik ben de HEERE, uw God, Die u vanuit de volken afgezonderd heeft.

Page 9: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

EZECHIËL 20

7 Daarop zei Ik tegen hen: Laat ieder de afschuwelijke afgoden waar hij tegen opkijkt, wegwerpen. U mag uzelf niet verontreinigen met de stinkgoden van Egypte. Ik ben de HEERE, uw God.

8 Maar zij zijn Mij ongehoorzaam geweest en wilden niet naar Mij luisteren. Men wierp de afschuwelijke afgoden waar men tegen opkeek, niet weg en verliet de stinkgoden van Egypte niet. Toen zei Ik dat Ik Mijn grimmigheid over hen zou uitstorten om Mijn toorn tegen hen ten uitvoer te brengen in het midden van het land Egypte.

9 Ik handelde ter wille van Mijn Naam, zodat Die niet ontheiligd werd voor de ogen van de heidenvolken in het midden waarvan zij verbleven, waaraan Ik Mij voor hun ogen bekendgemaakt had door hen uit het land Egypte te leiden.

Page 10: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

AMOS 9

10 Door het zwaard zullen sterven alle zondaars van Mijn volk, die zeggen: Het kwaad zal niet naderen en ons niet tegemoet treden. 11 Op die dag zal Ik oprichten de vervallen hut van David. Zijn scheuren zal Ik dichtmaken, en wat aan hem is afgebroken, zal Ik oprichten, Ik zal hem opbouwen als in de dagen van oude tijden af;

12 zodat zij de rest van Edom in bezit zullen nemen, en alle heidenvolken waarover Mijn Naam is uitgeroepen, spreekt de HEERE, Die dit doet.

Page 11: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

LEVITICUS 11: 45

• …weest heilig, want Ik ben heilig….

Page 12: Parasja  KEDOSHIM= heiligen

Amen

• Zingen: Kadosh ( opwekking 496)