Paragraaf 7 over Criminaliteit : gevolgen, oorzaken en bestrijding
Paragraaf 6.2
description
Transcript of Paragraaf 6.2
Paragraaf 6.2
Vorige les: Nederlanders en de wereldeconomie
Deze les: - SE toets 26 april- Toets bespreken- Hoe toetsvragen beantwoorden?- De Gouden Eeuw
Hw vrijdag 12 april: maken § 6.1: 1, 4, 5, 7, 9, 12
TOETSVRAGEN BEANTWOORDEN
Voorbeeldvraag: Leg uit dat de WIC niet blij was met het beëindigen van de Tachtigjarige Oorlog.
1. Bekijk de vraag: wat moet je doen?2. Begin je antwoord met de vraag.
De WIC was niet blij met het beëindigen van de Tachtigjarige Oorlog, omdat:
3. Schrijf in hele zinnen, doe alsof je het aan iemand uitlegt.4. Lang verhaal? Eindig met ‘dus’ in de laatste zin.
De WIC was niet blij met het beëindigen van de Tachtigjarige Oorlog, omdat de WIC een handelsmaatschappij was die aan kaapvaart deed. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog was de Republiek in oorlog met Spanje, en kon de WIC Spaanse schepen kapen. Als de oorlog voorbij zou zijn, zou de WIC dus een hoop geld mislopen.
Binnenlands beleid
Gewestelijk bestuur 1 Afgevaardigde per stad Stadhouder
Stedelijk bestuur
Paragraaf 6.2
Politiek
1588 Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Buitenlands beleid
Diplomatie Betalen leger en vloot Oorlogsverklaringen Besturen ‘Generaliteitslanden’ 1 stem per gewest
Staten-Generaal Staten
Vroedschappen
Paragraaf 6.2
Leden van Staten en vroedschappen
Stadhouder• Opperbevelhebber leger en vloot• Friesland + Groningen• Benoemen leden vroedschappen
Raadspensionaris• Meeste invloed Staten Generaal
Regenten
Paragraaf 6.2
Economie
15e eeuw: handel met het Oostzeegebied
1585 Val van Antwerpen• Mensen vluchten met kennis en geld• Republiek sluit de Schelde af
Gevolg: Amsterdam nieuwe stapelmarkt Noord-Europa
Begin Gouden Eeuw
Paragraaf 6.2
Gouden Eeuw (1585-1672)
• Veel werkgelegenheid• Culturele bloei• Wetenschappelijke bloei• Religieuze tolerantie: gewetensvrijheid
Paragraaf 6.2
Lesvragen
1. (2) Leg uit dat de stadhouder meer macht en inspraak had in de Republiek dan dat hem officieel in 1588 werd gegeven.
2. (2) Stelling: “De Republiek heeft haar rijkdom en welvaart aan de VOC te danken.” Gebruik bron 1 om een argument tegen deze
stelling te formuleren.
3. (2) Leg uit dat de gewetensvrijheid bijdroeg aan de wetenschappelijke bloei van de Republiek in de Gouden Eeuw.