Pamflet december 2010

44
Wilders-stemmers zijn niet dom p. 8 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia Sociologie Werkt p. 16 Moet de Moslimvrouw gered worden? p. 20

description

Verenigingsperiodiek der Sociologievereniging Usocia Utrecht

Transcript of Pamflet december 2010

Wilders-stemmers zijn niet domp. 8

Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Sociologie Werkt

p. 16

Moet de Moslimvrouw gered worden?p. 20

3Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Inhoud p.4 Redactioneel woord p.6 Pamflet houdt je op de hoogte p.8 Polimiek p.10 Het 16e bestuur van Usocia... p.14 De Socioloog op Straat p.16 Wist je dat? p.18 Het Tegengeluid: Wilders-stemmers zijn niet dom p.23 Maak je CV oké p.25 De Poll p.26 Sociologie Werkt p.30 Moet de Moslimvrouw gered worden? p.32 Rondgang over de 14e

p.35 Onderwijs Commissie Sociologie p.36 Rechtsdraaiend melkzuur, oorzaak en gevolg p.38 Een kijkje in het politieke hart van Nederland

4 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Pamflet heeft speciaal voor jullie een metamorfose ondergaan. De pamfletcommissie raakte leden kwijt maar kreeg er vooral veel enthousiaste leden voor terug. Daarnaast werden rubrieken geschrapt, toegevoegd en heeft de Pamfletcommissie in het eerste blok van dit jaar waarschijnlijk al meer vergaderd dan in het hele voorgaande jaar. Kortom, Pamflet is goed van start gegaan!

Om jullie een zo mooi mogelijk blad voor te schoten is jullie feedback onmisbaar. Daarom hierbij een oproep: heb jij iets toe te voegen aan pamflet, op- of aanmerkingen, schroom dan niet om ons te mailen ([email protected]) of om ons aan te spreken op bijvoorbeeld een Usocia borrel. Ook ben je altijd welkom om je eigen stukken in te sturen, te reageren op stukken en kun je lid worden van het schrijverspanel (zie verderop in dit blad).

Deze Pamflet gaat over polarisatie, een thema dat maar al te actueel lijkt. Hoe vaak worden we wel niet gewezen op tegenstellingen tussen autochtonen en allochtonen door media en politici? Een politieke leus op een ansichtkaart nuanceert deze tegenstellingen geestig: ‘Hoe leven buitenlanders? Net als Nederlanders: verschillend!’. Maar niet alleen de tegenstelling autochtoon-

allochtoon is actueel. Bij het bekritiseren van de kabinetsplannen wordt vaak gesproken over een tweedeling tussen arm en rijk. Behalve dat polarisatie veel in debatten wordt benut om maatschappelijke problemen te verduidelijken, is polarisatie ook een interessant sociologisch probleem. Zij raakt namelijk de hoofdvragen van de sociologie. Allereerst natuurlijk het cohesievraagstuk: sluiten mensen elkaar uit of in? Is er geen geweld tussen verschillende groepen en is er wel solidariteit en begrip voor mekaar? Paradoxaal is het gegeven dat tevéél cohesie soms juist ook aan polarisatie kan bijdragen. De binding tussen leden van een groep is dan zo sterk, dat de groep zich af gaat scheiden van andere groepen. Dit kan sektarische vormen aannemen, intolerantie bevorderen en een gevoel van tegenstellingen opwerpen. Systematisch voorkomende intolerantie jegens bepaalde groepen kan er weer voor zorgen dat leden van die groepen minder kansen krijgen. Hiermee zijn we bij het ongelijkheidsvraagstuk beland. Behalve over kansen, kan polarisatie ook over inkomens en vermogens gaan: denk weer aan de tweedeling tussen arm en rijk.

Oftewel, hier ligt voor ons sociologen een uitdaging om tegenstellingen te blijven analyseren, mogelijk te nuanceren, of juist te onderschrijven.

Beste lezer,

Voor het eerst dit jaar ligt ie voor je: een spiksplinternieuwe Pamflet!

Wij wensen jullie veel leesplezier met de komende Pamflet.

De Redactie,

Karlijn Roex, Daan Roozeboom, Tycho Wassenaar, Jarl Mooyaart, Mark Veenbrink, Matthijs van der Kooij, Timo Linting, Daan Blom en Eduard Schmidt

5Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Geachte sociologen, hier volgt een mededeling in ons aller belang.

Het Utrechtse Verenigde Studentencomité wil jullie graag wijzen op het volgende.

Zoals jullie misschien al gehoord hebben, heeft het huidige kabinet een aantal plannen voor het hoger onderwijs in Nederland die op zijn zachtst gezegd niet zo positief zijn.

Wat houden deze plannen in?• Langerstuderen?€3000,-boetevoorstudentén€3000,-boetevoorhogeschoolof universiteit. • Alleennogstudiefinancieringindebachelor.• Master=lenen.• VerliesOV-kaartbijlangerstuderen.• Dezeregelsgaanvolgendjaarinengeldenookvoorstudentendiealstuderen!

Wat zijn de gevolgen van dit beleid?• Drempelomtegaanstuderenwordthoger.• Erisweinigtotgeenruimtemeeromjenaastjestudieteontplooien(bestuursfunctie, vrijwilligerswerk, redactiewerk voor Pamflet, reizen). • Toenamevandecollectievestudieschuld.• Eenmogelijkeafnamevandeonderwijskwaliteit(onderwijsinstellingenkrijgente maken met perverse prikkels, mensen moeten zo snel mogelijk slagen anders krijgt de opleiding een boete).

Wat kun je als student doen?• Tekendepetitieopwww.minimaalnominaal.nl• Komnaardelandelijkedemonstratie! In Den Haag: Vrijdag 21 januari, tijd en precieze locatie worden later bekend gemaakt.• Informeerjemedestudentenendocenten,hoemeermensenopdehoogtezijn,hoe beter!

Waar kun je meer informatie vinden?• Facebook?WordtlidvanUtrechtseVerenigdeStudentencomité!• www.minimaalnominaal.nl• www.kenniscrisis.nl/utrecht/utrecht.html• www.usocia.nl

6 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Pamflet houdt je op de hoogte

In deze nieuwe rubriek brengt het Pamflet jullie belangrijk nieu-ws van de veertiende verdieping en de opleiding sociologie. Denk jij belangrijk nieuws te hebben wat in aanmerking komt voor plaatsing in het Pamflet? Neem dan contact op met de redactie.

Werner Raub is in oktober benoemd als vice-decaan voor de faculteit Sociale Wetenschappen. Op dit moment is hij hoogleraar theoretische sociologie. Werner Raub zit daarnaast in het bestuur van het Interuniversity Centre for Social Science Theory and Methodology (ICS), hetonderzoekscentrum van de Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit en de Rijksuniversiteit Groningen. In februari zal hij beginnen met zijn functie en geleidelijk zijn onderwijstaken afbouwen. Werner Raub zal verantwoordelijk worden voor de zogenaamde graduate school (de masteropleidingen van de faculteit Sociale Wetenschappen).

Hoogleraar Frank van Tubergen wordt op 17 maart 2011 geïnstalleerd als lid van de Jonge Academie. De Jonge Academie is onderdeel van het Koninklijke Neder-landse Academie voor de Wetenschappen (KNAW).VanTubergen, afgestudeerd inzowel de sociologie als filosofie, wordtgezien als innovatief sociaal wetenschapper. Hij verricht interdisciplinair onderzoek (waarbij veldonderzoek wordt gecom-bineerd met laboratoriumexperimenten, populatiestudies en administratieve data)

naar sociale verschijnselen in Europese landen en de Verenigde Staten. Hij is één van de elf geselecteerde wetenschappers die, volgens de KNAW, zijn geselecteerd

7Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

op basis van “wetenschappelijke excellen-tie, interdisciplinaire aanpak en een brede belangstelling voor wetenschapsbeoefen-ingenwetenschapscommunicatie”.FrankVanTubergenheeftdaarnaastnogeenan-dere indrukwekkende prestatie geleverd. De jaarlijkse prijs van de European Acad-emy of Sociology voor het beste sociolo-gische artikel gaat dit jaar namelijk naar de Utrechtse professor. Co-auteur Stijn RuiterenVanTubergenzullendeprijsinoktober 2011 in Parijs in ontvangst ne-men. Het artikel getiteld “Religious At-tendance in Cross-National Perspective: A Multilevel Analysis of 60 Countries” werd gepubliceerd in het prestigieuze vaktijd-schrift de American Journal of Sociology.

Oud-bestuurslid van Usocia Wing Fong Lai werkt sinds het begin van dit academisch jaar als medewerker bij het secretariaat van sociologie. Wing Fongvoelt zich inmiddels als een vis in het water achter het bureau op de 14e verdieping. “Het is interessant om de infrastructuur rondom je eigen opleiding te ontdekken,” aldusWing.De heer Lai verricht vooralondersteunende werkzaamheden, “Ik

spring bij waar nodig”. Op de vraag wat deze bijbaan hem financieel opbrengt,antwoordt Wing diplomatiek: “Daar doe ik geen uitspraken over”, grapt hij.

Op vrijdag 21 januari 2011 vindt een grote demonstratie plaats tegen de bezuinigingen op het Hoger Onderwijs. Deze demonstratie is georganiseerd door deLandelijkeStudentenVakbond(LSVb),het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) endeLandelijkeKamervanVerenigingen(LKvV).21januariisnietzomaargekozen,het is de verjaardag van Staatssecretaris Halbe Zijlstra (die trouwens zelf sociologie studeerde). Op het malieveld in Den Haag worden op 21 januari van het nieuwe jaar duizenden studenten verwacht.

De opleiding sociologie aan de Universiteit Utrecht is wederom als beste uit de test gekomen tijdens de jaarlijkse Elsevier ranglijst voor het Hoger Onderwijs. De opleiding sociologie staat al jarenlang consistent op een hoge plaats in de ranglijsten. Utrecht werd dit jaar gekozen als beste op het gebied van kwaliteit van de masteropleidingen, kwaliteit van de faculteit en kwaliteit van de publicaties. Elsevier baseert haar ranglijst op enquêtes afgenomen bij hoogleraren en professoren in het betreffende vakgebied. De 2010 editie van de ranglijst is de derde op rij waar Utrecht als nummer 1 wordt verkozen. Bovendien loopt Utrecht dit jaar verder uit ten opzichte van sociologie opleidingen in andere steden.

8 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Een immigratiestop in Nederland is absoluut niet noodzakelijk.

Allereerst lijkt het mij noodzakelijk een onder-scheid te maken tussen asielzoekers en immi-granten. Onder asielzoekers versta ik de groep vluchtelingen uit bijvoorbeeld oorlogsgebieden. Onder immigranten de arbeids,- en huwelijks-migranten. Ik zal het in dit korte betoog enkel hebben over de tweede groep. Een stop op de asielzoekers is wettechnisch onmogelijk en inhu-maan.

Een immigratiestop klinkt zeer populistisch en onhaalbaar in de oren. Wij hebben last van werkloosheid en overlast van (Marokkaanse) hangjongeren en dus zorgen we er maar voor dat die het land niet meer in komen. Probleem opgelost. Maar hoe zou Nederland alle immi-gratie aan banden moeten leggen? Geen arbeid-smigratie meer, internationale bedrijven gewoon weigeren? Arbeidsmigratie is voor Nederland als kennis,- en handelsland een onmisbaar goed. De Nederlandse economie draait voor een groot gedeelte op grote internationale bedrijven. Zo-als bijvoorbeeld Nike in Hilversum. Hier werken bijna alleen maar arbeidsmigranten uit verschil-lende landen. Zij zorgen voor een behoorlijke impuls voor de regionale economie, en zetten Hilversum als bedrijvenstad op de kaart.

Maar eigenlijk is dit nog niet eens het grootste argument. Immigranten zijn nodig om de ver-zorgingsstaat zoals we die nu kennen in stand te houden. Met een steeds verder vergrijzende bev-olking, en een steeds lagere fertiliteitgraad van de Nederlandse vrouw, staat ons huidige stelsel be-hoorlijk onder druk. De kosten voor ouderenzo-rg en de pensioenen zijn niet meer op te brengen vanuit de belastingen van de werkzame bevolking. Dit probleem wordt alleen maar groter wanneer de zogenaamde ‘baby boom’ generatie straks met pensioen gaat. Immigranten in Nederland heb-ben een aanzienlijk hogere fertiliteitgraad dan de autochtone Nederlander. Met andere woorden: ze krijgen meer kinderen. Deze kinderen zor-gen ervoor dat er nog enigszins evenwicht wordt

bereikt in de verhouding beroepsbevolking – pensionado’s. De arbeidsmigranten betalen voor de oude dag van onze ouders.

Daarnaast is er een groot aantal immigranten, bijvoorbeeld uit Polen, die als seizoensarbeiders werk doen wat Nederlanders niet willen doen. Zij houden door bijvoorbeeld het plukken van bloembollen, de agrarische sector draaiende. Zonder deze krachten zijn de bollenkwekers of veel duurder uit, of ze hebben geen krachten om hun bedrijf voort te zetten. Deze mensen zijn dus nodig.

Natuurlijk zijn er ook problemen die vasthangen aan de arbeidsmigratie. De vele Polen die zwart hele huizen verbouwen, en zo ervoor zorgen dat het MKB in Nederland steeds minder werk heeft zijn zeer onwenselijk. Daarnaast zorgt de huweli-jksmigratie voor een zeer grote instroom van importbruiden. Er mag ook best gekeken wor-den naar hoe het huidige stelsel verbeterd kan worden. Maar een complete stop is een onnodig polariserende, populistische maatregel.

Daan Roozeboom

POLIMIEK

9Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Het sluiten van de grenzen verruimt de grenzen van de Nederlandse samenleving

Een golf van verontwaardiging ging door links Nederland toen PVV-leider Geert Wilders in april van dit jaar een uitspraak deed over de econ-omische kosten van immigratie. Hoe haalt deze man het in zijn hoofd het immigratievraagstuk te reduceren tot zoiets simplistisch als geldelijke ‘schade’? Er zitten toch zeker ook andere, posi-tieve kanten aan immigratie? In het betoog hi-ernaast wordt gepoogd enkele van deze kanten uittelichtenenalssignificantaantemerken.Ikzal hier de angel uit deze argumenten trekken en betogen waarom een immigratiestop een belan-grijke positieve impuls kan geven aan de Neder-landse samenleving.

Ongetwijfeld zijn er immigranten die een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse economie. Veel vaker echter zijn deze mensen laag opgeleid en kunnen ze moe-ilijk aan een betaalde baan komen. Door de lage participatiegraad van immigranten zijn de kosten van deze groep voor Nederland veel hoger dan de baten. Het door Wilders aangehaalde onder-zoek van NYFER (een instituut voor weten-schappelijk economisch onderzoek) wijst uit dat de veronderstelde kosten van immigranten voor de publieke sector in 2008 7,2 miljard bedroegen. Daarnaast zijn de immigranten die wel nuttig be-taald werk verrichten zeker niet onvervangbaar. Sterker nog, in deze tijden van gedwongen mass-aontslagen houden zij welwillende autochtone arbeidskrachten op de bank.

Op het oog lijkt het punt van vergrijzing in-derdaad een argument te bieden om immigratie toe te staan. Het probleem is echter dat alleen immigranten die geïntegreerd zijn op de ar-beidsmarkt in staat zijn om bij te dragen aan de oudedagvoorziening van de grijsaards in ons land. Hier komt bij dat ook de allochtone bevolking in Nederland niet immuun is voor vergrijzing. Vol-gens een prognose van het CBS zal tussen nu en 2050 het aantal niet-westerse 65-plussers stijgen van 70 duizend naar ongeveer 520 duizend. In

procenten komt dit neer op een stijging van 2,7 procent naar 18 procent.

Voor veel werkgevers is het prettig om te bes-chikken over, tegenwoordig steeds vaker Oost-Europese, arbeidsmigranten. Zij kosten de werk-gever weinig loon en stellen weinig eisen omdat ze allang blij zijn dat ze in Nederland meer geld verdienen dan in hun thuisland. Deze arbeiders leven echter vaak onder slechte omstandigheden. Indemeestextremegevallenwordenzij24/7inde gaten gehouden door inspectieteams die erop toezien dat zij zich voorbeeldig gedragen. In an-dere gevallen komen zij in de informele sector terecht, waardoor ondoorzichtige situaties ont-staan. Het argument dat immigranten nuttig kun-nen zijn voor laaggeschoold werk gaat sowieso steeds minder op. In de huidige postindustriële samenleving is juist behoefte aan hooggeschool-de mensen die Nederland als kennis- en infor-matiemaatschappij op de kaart kunnen zetten.

Ik zal hier niet uitgebreid ingaan op de populist-ische, voor de hand liggende argumentatie dat er een stop op immigratie moet komen omdat al-lochtonen meer criminaliteit zouden plegen dan autochtonen. Dit probleem zou met maatregelen, of deze nou gericht zijn op integratie of repressie, beperkt kunnen worden. De kwestie waar het hier om gaat is echter dat immigranten een nega-tieve invloed hebben op de overheidsbegroting en daarnaast geen aanmerkelijke constructieve bijdrage leveren aan de Nederlandse samenleving in het algemeen. In deze tijd van economische recessie is het noodzakelijk dat Nederland niet langer de eindeloze stroom van immigranten bli-jft slikken, maar juist de broekriem aanhaalt door de grenzen te sluiten voor immigranten. Zo kan ons land eindelijk eens uitbuiken na een periode van immigratie-obesitas, en zullen we merken dat het sluiten van de grenzen juist een verruim-ing van de grenzen van de Nederlandse samen-leving oplevert, met name door de economische mogelijkheden te vergroten.

Matthijs van der Kooij

POLIMIEK

10 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Tycho - Voorzitter

Ikhouvanuitgaan,films,mijnvriendenenreizen.Ikbendus ook een mens. ‘Vertel eens iets wat niemand weet’, was de opdracht. Erg interessant. Inmiddels weet ik dat onze secretaris een creatief monster is waar menig taalvirtuoos jaloers op zou zijn en dat de penningmeester over bijzonder verbolgen talenten beschikt. Wat heb of doe ik nou eigenlijk wat weinig mensen weten? Niet zo heel veel. Maar ik heb nog wel een aangename anekdote.

Laatikdaaromeerstevenuitweidenovereenbijzonderini-tiatief waar ik sinds een aantal jaren energie in steek. Elk jaar komt er een groep van ongeveer negentig internationale scholieren naar Arnhem en omstreken om daar gezamenlijk te herdenken, discussiëren en van elkaar leren. Deze Air-borne International Youth Conference is ontstaan om bij de jeugd bewustwording te creëren rondom te Slag van Arn-hem. Er is vaak veel pers aanwezig en de conferentie wordt gefinancierddoorgemeentesenprovincie.

Elke scholier staat tijdens een van de herdenkingen voor een graf van een (vaak erg jong) gesneuvelde soldaat. De scholieren worden verzocht zich allemaal tegelijk om te draaien en de leeftijd van diegene die onder hen ligt, goed in zich op te nemen. Bijzonder is het daarom, dat een conferentie of twee geleden, een Poolse jongeman dacht dat het graf waarbij hij stond wel wat meer inhoud kon gebruiken. In plaats van de bloem met de steel wijzend naar de grafs-teen plechtig op het gras neer te leggen, begon de ijverige jongen met beide handen krachtig en grote snelheid in de losse grond te graven. Die bloem moest toch zeker in de grond geplant worden?

Het 16e bestuur van Usocia...

...stelt zich voor zoals zij dit jaar vol energie en passie begonnen zijn.

Mischien ken je ze al.Straks ken je ze beter!

11Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Tessa - Secretaris

*Ik hou van hard…Gekookt ei. Dat glibberige slijmerige gedoe vind ik hele-maal niks. Eigenlijk houd ik niet zo van eieren. Ik eet het alleen met Pasen en dan niet eens beschilderd. Wel hebben we van die leuke kuikentjes die je over een ei kan plaatsen. En een servetring. Ik heb van een kikker. Heeft niks met Pasen te maken, weet ik ook wel. Maar blijkbaar vond ik glibberige slijmerige kikkers vroeger wel leuk.

**M´n vader roept da’k altijd al een rare snijboon was…Het bonenspel. Geweldig! Willempje mijn vriendin wordt gek van mij, want altijd wil ik het bonenspel spelen. De kaarten zijn ook zo grappig. Kidneybonen, sperziebonen, witte bonen, snijbonen noem maar op. Ik heb zo mijn favo-rieten. Meestal ga ik voor de lieve, domme bonen. Wellicht omdatikmemetdezebonengoedkanidentificeren?

***Vroeger heel vaak voor het slapen gaan…Zette ik een muziekje op. Ik kon gewoon niet slapen zonder muziek. Het hoefde niet speciaal instrumentaal te zijn. Ik luisterde bijvoorbeeld naar verhaaltjes van Jip en Janneke of Pim en Pom. Dat waren toch wel mijn favorieten. Hoewel sprookjes het ook wel goed deden. Niet de gangbare sprookjes maar over een kleermaker en kabouters. Soms mis ik die cassettebandjes wel eens. Waarom heb ik ze ooit weggedaan?! Nu luister ik naar slaapmuziek voor kinderen uit alle werelddelen.

****En ik, en ik, en ik…

BenTessa.

Michel - Penningmeester

Om niet met het standaard voorstel verhaal te komen, schrijf ik dit stuk boordevol exclusieve informatie voor het Pamflet. Want eigenlijk kennen de meesten mij wel. Michel, die jongen met dat biertje in zijn hand, een piercing door zijn lip en verrassend eng als Michelle, zoals de meesten bij het afgelopen feest gemerkt hebben.

Heeft die jongen dan toch nog ergens talent voor? Nou, laat ik het sterker vertellen; in mijn rijke carrière als student heb

* 15 nr.4** 14 nr.5*** 13 nr.7**** 2 nr. 9

12 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

ik al veel vakken gehad. Als ik ze haalde was het meestal echter niet erg glorieus, maar er was één uitzondering! Namelijk het vak drama dat ik op de lerarenopleiding kreeg. Ik ontpopte me als een ware dramaqueen en wist mijn publiek uitstekend te vermaken met vele leuke acts. Natuurlijk altijd leuk om jezelf op te hemelen en erg makkelijk, maar het werd door mijn medestudenten enorm gewaardeerd en kreeg twee odes aan het eind van de cursus. Een pluim op mijn werk! Zo blijkt er toch ineens een creatieve kant aan de penningmeester te zijn. Naast drama en creatief boekhouden doe ik ook vaak een creatieve poging met muziek. Een gitaar, bas, keyboard en uiteraard een blokfluit worden te voorschijn gehaald om herrie te fabriceren. Zo schrijf ik nummers om mijn diepste gevoelens in notenschrift te uiten.

Michel een creatieve gevoelige jongen, het moet niet gekker worden toch?! Nou ja, laat ik dat eigenlijk nog wel even doen. Het was namelijk niet de eerste keer dat ik een jurk, pruik en make-up op had. Maar dat lieve kindertjes, komt een volgende keer.

Marileen - Commissaris Onderwijs

Het feit dat mensen dingen niet over jou weten heeft mees-tal een goede reden. Dat zijn namelijk dingen die je niet zo één-twee-driemetmensenwiltdelen.Tochzalikeenaantaldingen die mij typeren koppelen aan dingen die bijna nie-mand weet.

Wanneer ik iets in mijn hoofd heb, dan krijg je dat er niet meer uit en ga ik het ook doen. Dit bleek al toen ik erg klein was en het enorm goede idee in mij op kwam om een eendje dat vast zat in het riet eruit te halen. Eindstand: ik lag in de sloot maar het eendje was weer vrij.

Één van de dingen die nooit van mijn zijde wijkt is mijn telefoon. Dit is echter geen geheim zoals velen al weten.

Mijn telefoon staat zogezegd dichterbij me dan mijn eigen schaduw. Alleen weet niemand dat het zo erg is dat ik in de winter van vorig jaar onderuit ben gegaan in een grote hoop sneeuw doordat ik aan het sms-en was en niet oplette.

In de eindmusical in groep 8 speelde ik samen met de leukste jongen van de klas de hoof-drol. Er was echter één probleem: de interesse voor hem was ver te zoeken en om het maar even in de “ik-ben-12-en-vind-alles-stom” context te zeggen: ik had er totaal geen zin in. Ik snapte écht niet waarom alle meisjes in de klas jaloers waren en konden mij er ook niet van overtuigen dat hij enorm leuk was. Een mening, ook al is die afwijkend van de rest, mijn eigenwijsheid, de “ik-vind-dit-dus-het-is-zo” en de “ik-heb-toch-altijd-gelijk” zijn nog altijd aanwezig.

13Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Daan - Commissaris Extern en Beeldvorming

Wat vertellen over jezelf in 200 tot 250 woorden voor het pamflet was de opdracht, iets schrijven over jezelf waarvan anderen weinig weet hebben; een wist-je-dat-je maar dan wat groter, waardoor jullie mij beter gaan leren kennen, mij beter kunnen doorgronden op psychologisch vlak, echter ben ik gewoon een open boek van een meter vijfentachtig lang en is het best moeilijk om zomaar wat over mij zelf te onthullen met zon kleine gelegenheid om mijzelf te verduidelijken, toch ik kan wat vertellen over mijn lange, soms onduidelijke zinnen zonder einde of punt waarmee ik anderen makkelijk in de war breng of ik kan misschien wat vertellen over het feit dat ik met enige regelmaat hardop denk en wat verder natuurlijk nog opvalt zijn mijn pogin-gen om eloquent te zijn die bij vlagen hopeloos falen door gebrek aan ervaring, daar zit nog wel een sterke toekomst in met ruimte voor vele verbeteringen om stukken als deze te vermijden in het openbaar en in het vervolg een bondig en duidelijk stuk met sterke zinnen en gepaste punctuatie.

14 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

De‘Buurtbrök’ligtinhartjeBlauwdorp/Mariaberg, een wijk met 4 740 inwoners en niet ver van Maastricht centrum. Verderop staat het gerechtsgebouw van de stad. Studenten en ‘Mestreechtenere’ wonen er dwars door elkaar. In 2008 hadden 118 mensen een bijstandsuitkering, per 1 000 inwoners. In binnenstadswijk Wyck is dat ter vergelijking maar 23. Afgelopen verkiezingen stemde een deel van de buurtbewoners in de 2 stembureaus van Blauwdorp (38,17%) en Mariaberg (31,19) op de PVV.

De Buurtbrök oogt gezellig en ontspannen, ik word dan ook meteen door veel buurtbewoners begroet. Ik spreek met Ed Kemmerling, die door de bewoners droogweg ‘de baas’ wordt genoemd. Hij is welzijnswerker vanuit Trajekt (maatschappelijkwerk) en leidervan dit project. Als er iets nieuws opgezet

moet worden, dan doet hij dat, maar ook bestaande projecten neemt hij over. Het is dan de bedoeling dat er beleid gevoerd wordt, wat Ed in samenwerking met de buurtbewoners en vrijwilligers doet. Hij heeftaleerdergewerktvoorTVMaastricht,waarhijvrijwilligersTVmaakte.

“De Buurtbrök is bedoeld ter sociale activering van mensen. Sociale activering houdt in dat langdurig werklozen geholpen worden om weer mee te kunnen doen. Hier zitten vooral de allerzwaksten: mensen die door allerlei omstandigheden geen werk hebben en ook nauwelijks meer aansluiting hebben op de arbeidsmarkt. Deze mensen zitten vaak thuis opgesloten, zijn eenoudergezinnen en zitten in de bijstand én schuldsanering. Het mooie van dit project is dat de allerzwaksten weer mee gaan tellen”, aldus Ed. “De wijk ging snel achteruit. Kleine winkels

De socioloog op straat

Socioloog ben je altijd, ook in je vrije tijd. Je loopt over straat en snuift gretig wat op van de samenleving. Je onderzoeksveld speelt zich hier live voor je ogen af. Heerlijk om even uit het theoretische wereldje te stappen om je middenin het direct waarneembare te begeven. Je proeft van de alledaagse straat tableaus, ook al zijn ze soms zo klein, er kan zo maar een macroverhaal achter zitten. Juist dat fascineert ons sociologen. Deze editie van het Pamflet gaat over polarisatie, waarbij we vaak denken aan etnische tegenstellingen, maar ook aan de groeiende kloof tussen arm en rijk. Karlijn daalde af naar Zuid-Limburg, wat de laatste tijd vooral bekend staat vanwege de relatief grote PVV-aanhang, maar desalniettemin nog steeds een Bourgondisch oord is. Daar bezocht ze een Maastrichts buurtcentrum.

Door: Karlijn Roex

15Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

werden verdreven door de grote, bekende ketens. De rol van de school en kerk werd steeds kleiner. Hierdoor vond er weinig openbare ontmoeting meer plaats”. Met dit project heeft Ed eigenlijk twee zaken gecombineerd: zorgen voor meer openbare ontmoeting en het activeren van de allerzwaksten.

Naast ontmoetingsgelegenheid levert de Buurtbrök ook diensten en goederen (in het winkeltje) die veelal goedkoper zijn, zoals klusjeswerk bij mensen thuis. “Soms zijn er mensen met ‘probleemtuinen’: tuinen die lang niet zijn onderhouden en waarvoor bewoners een waarschuwing krijgen van de woningcoörporatie. Dan is er paniek, want een tuinman is duur. Als mensen niet in staat zijn dit werk zelf op te knappen, kunnen vrijwilligers van de Buurtbrök dat doen. Dit is gratis of voor een kleine vergoeding. Belangrijker is de sociale tegenprestatie: mensen komen dan koffie drinken in de Buurtbrök” vertelt Ed.

“Wat ik bied is beschermd vrijwilligers-werk: het zorgen dat mensen plezier heb-ben in wat ze doen. Dat is ook belangrijk gezien de vrijblijvendheid. Als er iemand binnenkomt voor vrijwilligerswerk, kijk ik eerst naar de ambities van mensen. Wat willen ze doen? Ik wil het vrijwilligers zo makkelijk mogelijk maken en geef ze veel waardering”. Naast ambities kijkt Ed naar wat iemand kan: klussen of koken bi-jvoorbeeld.

“Soms is het wel nog een drempel om binnen te komen bij mensen. Daarom is het belangrijk hen in de taal van ‘het volk’ te blijven benaderen, en niet als geprofessionaliseerde welzijnswerker meteen met een formulier en voorwaarden aan te komen. Ik bel gewoon bij de mensen aan”. Ed heeft hiervoor adressen

gekregen van langdurig werklozen. “Alles is vrijblijvend. Als mensen willen blijven, dan blijven ze. Als ze willen vertrekken, dan kan dat ook.”

Ik vraag Ed naar zijn mening over de relatief grote PVV-aanhang in de wijk. Hij kent de gevoelens, maar oordeelt niet. “Er werkt bijvoorbeeld een Marokkaanse hier. Sommige vrijwilligers hadden daar moeite mee. Ik accepteer dat. Ik wil niet de linkse welzijnswerker uithangen. Het is juist belangrijk dat iedereen mee kan doen, PVV’er of niet. Ik begin blanco met

mensen te werken en pas me aan. Als je ze direct afstoot, kun je nooit wat veranderen. Dat kan alleen door contact te houden. In het samenwerken met vrijwilligers verdwijnt al veel van de intolerantie jegens allochtonen.” Hij vertelt over het dubbele beeld van buitenlanders dat sommigen dan krijgen. Mensen gaan hun allochtone ‘collega’s’ aardig vinden, hoewel allochtonen in het algemeen wel vaak ‘slecht’ blijven in hun ogen. Maar hiermee is al heel wat bereikt. “Eigenlijk fungeer ik zo als bindmiddel. Ontmoeting is belangrijk voor verandering.”

Graciëla, een vrijwilligster van Domini-caanse afkomst, merkt gelukkig niets van enige intolerantie. Over toenemende in-tolerantie in de samenleving maakt zij zich ook niet druk. Ze woont al 10 jaar in Nederland met haar gezin en is erg tevre-den. Wel vindt ze het moeilijk dat zoveel mensen op de PVV hebben gestemd.

“Eigenlijk fungeer ik zo als bindmiddel. Ontmoeting is belangrijk voor verandering.”

16 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Wist je dat?

… Usocia een voorloper had genaamd, U.S.S.V. opgericht rond 1950.… en het 16de bestuur ei-genlijk het 60e bestuur is?… het tegenbestuur van dit jaar met de uitvinding van de HenkFlappentapkwam?… er ondanks de instelling van een Commissaris Vis nog steeds geen goudvis op de Usociakamer staat?… dat de twee kamers zijn verbouwd?… en er nu een vergaderrui-mte en een werkruimte is?… waar je koffie, thee en koekjes kan halen?… Michel V. 3 keer per dag stokbrood eet?… en dat al 4 jaar lang?… en dat Daan B. hier jaloers op is?… Michel V. een heel over-tuigende Dragqueen neerzet.… misschien wel iets te over-tuigend?… Wieke W. voor iedere samenvatting die ze maakt stiekem wel een biertje zou willen?… Wieke W. zich afvraagt waar de kust blijft bij Ivori-anen?… Wieke W. de kust kwijt is bij de Ivoorkust?… en Annelie D. deze heeft gevonden bij Kameroen.… waarna er kameroen-kusters ontstonden?…JobvandenB.,TesselM.en Wouter Q. allemaal een zeer lucratief bijbaantje op de

14e hebben geregeld? … de inschrijving van de tweede studiereis naar het bijzondereLitouwensnelopen is? … er ook nog een gering aantal plekken beschikbaar is voor de eerste studiereis? … je eigenlijk niet goed wijs bent als je niet met een van de studiereizen mee gaat? … omdat er een commissie al maanden voor je bezig is geweest met het organiseren van een gruwelijk week? … en omdat studiereizen zeer zwaar gesubsidieerd worden? … en er in die weken toch geen onderwijs wordt ge-geven? … Usocia binnenkort offi-cieel briefpapier krijgt? … je voor een tientje of twee een stijlvolle Usocia-trui kunt bestellen? … er al een aantal kortston-dige liefdesverhoudingen tussen de nieuwe en de oude garde hebben plaatsgevon-den? … dit uiteindelijk toch niet tot iets blijvends heeft geleid? …TessavanderL.sindsdestart van haar bestuursjaars haar gemiddelde zag dalen met een half punt? …TessavanderL.sowiesowel eens op haar drankge-bruik mag letten? … voor Michel V. dit al te laat is? … Daan B., Marileen van H.,enTychoW.ditsoortaansporingen niet nodig heb-ben?

… het Pamflet iedereen oproept Wist-Je-Datjes aan de redactie te melden? … zodat er over meerdere personen geschreven kan worden? … er in de redactie one-nigheid heerst over de toege-voegde waarde van de Wist-Je-Datjes? … deze zich nu tot hen zul-len richt? … Jarl M. en Mark M. echte Pamflet mastodonten zijn? … Mark M. erg verheugd is dat Daan B. dit jaar het ontwerp op zijn rekening neemt? … Matthijs van der K. een aardig bord pasta salade op kan? … Eduard S. dit beschouwd als een makkelijk en tevens lekker gerecht? … Eduard S. hier erg trots op is? … Karlijn R. politiek en-gagement tot een ongekend niveau tilt? …TimoL.zulkeinteres-sante columns maakt dat deze maanden voorbereiding vragen? … het bestuur de inzet van de leden van het Pamflet ten zeerste waardeert? … het bestuur in dat kader de organisatoren van het eerstejaarsweekend ook dankbaar is? … en de overige commissies natuurlijk ook?…TitoS.alseersteheeftgeslapen op de Usocia-bank-en?

17Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Op donderdag 10 februari wordt de jaarlijkse carrièredag van de Universiteit Utrecht gehouden en op woensdag 16 februari vindt de masteravond plaats. Rondom deze evenementen wordt dit jaar voor het eerst de ‘UU Career Start 2011’ georganiseerd. Samen met faculteiten, studieverenigingen, Centrum Studiekeuze en U-fonds worden allerlei activiteiten georganiseerd rondom arbeidsmarkt- en loopbaanoriëntatie.

Aanleiding hiervoor is de doelstelling van de UU om een ondernemende universiteit te zijn waarin de studenten goede mogelijkheden krijgen om zich te oriënteren op de arbeidsmarkt en de loopbaan die hierbij hoort. De faculteit Sociale Wetenschappen organiseert tussen 10 en 16 februari verschillende activiteiten voor haar studenten. In deze arbeidsmarktoriëntatieweek organiseert Usocia een dag speciaal voor sociologi-estudenten.

Vrijdag 11 februari 2011 vind je het antwoord op de vierde grote vraag in de soci-ologie. Namelijk: wat kan je er later nou mee? Op dit moment is het bestuur druk bezig deze dag te organiseren. We kunnen alvast verklappen dat er ’s ochtends pre-sentaties van bedrijven uit diverse sectoren zullen zijn en dat er ’s middags ronde-tafelgesprekken met alumni plaatsvinden. Afsluitend is er een borrel om met alle betrokkenen op een informele manier te netwerken. De indeling is nog onder voor-behoud. Misschien leg jij op deze dag het eerste contact voor je droombaan?

Dit alles wordt je kosteloos aangeboden door Usocia in nauwe samenwerking met de FaculteitSocialeWetenschappenendevakgroepSociologie.Houd dus alvast vrijdag 11 februari 2011 vrij in je agenda. En onthoud: deze dag is de arbeidsmarktoriëntatie voor sociologen!

Het antwoord op het vierde grote probleem in de sociologie: wat kan je er later nou mee?

18 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Het Tegengeluid: Wilders-stemmers zijn niet dom

In dit artikel beargumenteer ik dat het voor bepaalde mensen in onze samenleving niet dom is om op de PVV te stemmen. Met dit stuk beoog ik niet het gedachtegoed van Geert Wilders te verdedigen, maar hoop ik wel een einde te maken aan het populaire idee dat Wilders-stemmers simpelweg domme mensen zijn.

Door: Jarl Mooyaart

Een lichte verbijstering ging door ons heen na de verkiezingsuitslag. Hoe konden toch zoveel mensen stemmen op een populistische anti-islamitische

partij?ToenbekendwerddatdemeestePVV-stemmersuitLimburgkwamenwerdmeteengegraptdatLimburgvanNederlandafgescheidenzoumoetenworden.

Ik moet eerlijk toegeven dat ook ik me aan deze stoere praat schuldig heb gemaakt.

19Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Geert Wilders heeft het niet voor niets over ‘de elite’ in de Haagse politiek en de ‘linkse kerk’. Het gemak waarmee de hoogopgeleiden een hele groep Nederlanders eenvoudig aan de kant zet, door PVV-stemmers te veroordelen, geeft aan dat er een elite is die neerkijkt op het gepeupel. Om maar een van de prominenten van de ‘linkse kerk’ Maarten van Rossum te citeren over PVV-stemmers: “Ze zijn niet goed bij hun hoofd als ze erop stemmen als ze weten waar de partij voor staat.” Van Rossum heeft verder in vele shows en radio uitzendingen mensen proberen over te halen niet op de PVV te stemmen, door mankementen in het programma van de PVV aan te wijzen. Aan de manier waarop hij het debat voert, valt op te maken dat hij er totaal geen besef van heeft wat er werkelijk speelt onder mensen die op Wilders stemmen. Eigenlijk lijkt het inlevingsvermogen van de salonsocialisten tegenover de laagste klassen totaal verdwenen. Vroeger gingen ze in een fabriek werken om te beleven hoe het voelt om arbeider te zijn. Nu scanderen velen van hen Anti-Wilders leuzen zonder na te denken over de vraag waarom ze nou overgaan tot die wanhoopsdaad, het stemmen op de PVV. Maar voordat ik uitleg waarom de socialistische partijen uit het oog hebben verloren wat er onder hun kiezers leeft, zal ik eerst antwoord geven op de waarom vraag.

Omdat sommige mensen nu eenmaal dom zijn, is geen goede verklaring voor waarom mensen op de PVV stemmen. Als sociologen weten we dat zelfs achter de meest merkwaardige acties een rationele gedachte zit. Er wordt vaak geroepen dat mensen, die op een partij als die van Geert Wilders stemmen, stemmen uit protest tegen de huidige politieke orde, maar waarom stemmen de mensen dan niet op

andere extreme partijen als de SP of op Trots of Nederland of wellicht zelfs opde Partij van de Dieren? Dit komt omdat Geert Wilders een onderscheid maakt tussen mensen, waarbij de oer-Hollandse Nederlander geëerd wordt en de moslims de zondebokken zijn.

Mensen ontlenen volgens Henri Tajfelhun identiteit voor een belangrijk deel aan de sociale groep waar zij toe behoren. Onder de zogenaamde Sociale Identiteits Theorie (SIT) vallen twee processen,namelijk sociale categorisatie en sociale vergelijking. De eerste gaat over het creëren van het stereotyperen van de eigen groep en die van de andere groepen om verschillen te kunnen aanduiden tussen de in- en de outgroup. Sociale vergelijking gaat over de manier en op welke wijze leden van de ingroup zich vergelijken met de betreffende outgroup. Aangezien mensen veel waarde hechten aan groepsidentiteit en er zelfvertrouwen uit putten zoeken ze naar bewijzen die er op duiden dat hun groep beter is dan andere groepen. Op die manier ontstaat er competitie tussen sociale groepen en is er een strijd om het zijn van de dominante groep,ofweldeleidendecultuur(Theoriete vinden in: Cultural diversity: its social psychology van Xenia Chryssochoou).

In Nederland is de dominante groep die van de autochtone Nederlanders en vormen burgers met andere etnische achtergrond minderheidsgroeperingen. Deze zijn echter steeds meer een bedreiging gaan vormen voor leden van de dominante groep (de Hollanders) in zowel symbolische als wel realistische zin. Ten eerste zijn etnische groepen als die

“Ze zijn niet goed bij hun hoofd als ze erop stemmen als ze weten waar de partij voor staat.”

20 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

vanTurkenenMarokkaneninaantalsterktoegenomen. Hoewel zij nog steeds in een minderheid verkeren is de groei van deze groepen toch opzienbarend geweest en dit zorgt voor het doem idee, bij de dominante groep, dat zij binnenkort niet meer de meerderheid zullen vormen. Als minderheid is het moeilijk, zoals duidelijk bleek bij het apartheidsregime in Zuid-Afrika, om zich als dominante groep te handhaven. Ten tweede vormen deTurken en deMarokkanen,maar vooraleigenlijk nog de Polen een economische bedreiging voor de dominante groep. Zij zorgen ervoor of geven tenminste het gevoel dat banen worden afgepakt van de autochtone Nederlanders en dat tevens de Nederlander opdraait voor de allochtonen die in de bijstand zitten. Ten derde

vormen ze een symbolische bedreiging. Het Nederlandse landschap verandert met het oprijzen van de moskeeën en de mensen die hoofddoeken dragen. Het vormt een uitdaging van het beeld dat mensen van Nederland hebben. Mensen houden er niet van om hun wereldbeeld te moeten wijzigen, vanwege cognitieve inpassingsproblemen. Het is Geert Wilders die leden van de dominante groep de

kans geeft om zich als groep af te zetten tegen de minderheidsgroepen. Wilders brengt ten eerste de sociale categorisatie aan.Hijreïficeert(verhardt)deverschillentussen ‘Nederlanders’ en ‘moslims’ en versterkt daarmee ook de stereotypen van beide groepen, waarbij tevens ‘moslims’ bewust dan wel onbewust worden afgezet als minderwaardige burgers (sociale categorisatie). Verder zorgt hij ook voor een, voor de dominante groep, gunstige vergelijking tussen ‘Nederlanders’ en ‘moslims’ door te claimen dat de islam geen godsdienst is terwijl het christendom en het Jodendom dit wel zijn. Maar meer nog door te wijzen op de relatieve criminaliteitscijfers van Marokkanen en Turken ten opzichte van de autochtoneNederlanders. Het is de PVV die de strijd aangaat met de andere groepen, met als doel de dominante groep autochtone Nederlanders beter uit de bus te laten komentenopzichtevanandereetnische/sociale groepen in Nederland. Stemmen op de PVV is in sociologische zin dus volstrekt rationeel aangezien het leidt tot hogere zekerheid en zelfvertrouwen van het individu als gevolg van een gunstige sociale vergelijking. Een stem op Geert Wilders levert dus echt wat op. Mensen die op Wilders stemmen, weten dat hij de verschillen bij elke toespraak die hij maakt zal vergroten en hun positie als sociale groep ten opzichte van de andere groepen zal versterken. Als je D66 stemt moet je nog maar afwachten of de hervormingen in onderwijs zullen worden doorgevoerd of dat ze in een koehandel worden afgewenteld.

Waarom stemmen academici dan niet op de PVV? Dit komt ten eerste omdat hoogopgeleiden vaak liberaler zijn dan laagopgeleiden en zich meer hebben losgemaakt van traditionele normen. Hoogopgeleiden staan daarom meer open

21Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

voor zaken als cultuur en de islam vormt daarom geen symbolische bedreiging. Belangrijker is echter dat er voor ons hoogopgeleiden geen realistisch gevaar is. Als hoogopgeleide zal je namelijk altijd, tot welke cultuur je ook behoort, bij de top behoren. Een hoogopgeleide Marokkaan ofTurkheefthetookgoedinNederlanden wordt bijvoorbeeld niet geweerd in de politiek. Dit omdat er een behoefte is aan professionals en deze mensen een schaars goed bezitten dat in elke maatschappij gewild is. Als hoogopgeleiden hebben we die zekerheid dat we altijd gewild zijn in tegenstelling tot mensen van de arbeiders klasse. Zij hebben als ze hun dominante groepsstatus moeten inleveren, niets meer over. Hun lot is dan behoren tot de grote meute en geleid worden door de elite. In status kunnen laagopgeleiden dus eigenlijk alleen maar dalen.

Het is als hospiteren. Als hospitant wil je koste wat het kost de aangeboden kamer hebben. Stel je bent van het mannelijke geslacht en de huisbewoners laten per ongeluk los dat ze liever een man willen als huisgenoot in aanwezigheid van vrouwelijke hospitanten. Jij, als man bent dan blij, want je denkt nu de vrouwelijke hospitanten als concurrenten van je te hebben afgeschud. Aan het einde van de avond wordt alleen duidelijk dat het toch een vrouw is die wordt uitgekozen. Je

vraagt aan de huisbewoners waarom ze toch een vrouw hebben uitgekozen en ze antwoorden: we hadden eigenlijk van te voren moeten zeggen dat we naar een man op zoek waren en nu er vrouwen aanwezig waren vonden we dat die ook een eerlijke kans verdienden. Als mannelijke

afgewezen hospitant zal je niet denken: gelukkig maar dat iedereen een gelijke kans had. Nee, je voelt je eerder genaaid en denkt: ik was een betere kandidaat, want ik was man en dat wilden ze. Realiseer je dan dat de hoogopgeleiden eigenlijk de huisbewoners zijn en de laagopgeleiden de hospitanten.

Een laagopgeleide autochtoon die sollici-teert naar een baan wil niet dat een alloch-toon evenveel kans heeft op die baan, laat staan dat deze door positieve discriminatie wordt voortgetrokken. Als hoogopgeleide ben je geschikt voor veel banen, maar als laagopgeleide is de keus veel minder groot en ben je dus veel meer afhankelijk van een relatieve voorsprong.

Als hoogopgeleiden kunnen we ons niet voorstellen hoe het is met die onzekerheid te leven. Voor ons is overleven wel heel makkelijk, maar voor die arbeider is dat niet het geval. Die wordt als een stuk vuil zomaar op straat gezet als het bedrijf moet bezuinigen.

Het gaat niet alleen om banen, maar het gaat ook om bijvoorbeeld de leefsituatie. De salonsocialist hoeft niet tussen een stelletje op hol geslagen Marokkaanse jongeren te leven. De ‘linkse kerk’ roept allerlei bezwerende woorden, maar er worden geen structurele oplossingen geboden.

Wilders komt met concrete harde maatregelen om de problematiek aan te pakken. Dan roepen hoogopgeleiden terecht

dat harder straffen niet per se helpt, maar Wilders geeft tenminste wel aan dat hij de problematiek in het hier en nu wil aanpakken en houdt de mensen niet aan het lijntje door te zeggen dat het in de toekomst allemaal wel goed zal komen. Wilders geeft gehoor aan de problemen

Als hoogopgeleiden kunnen we ons niet voorstellen hoe het is met die onzekerheid te leven.

22 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

waarmee de laagopgeleiden dagelijks te kampen hebben en geeft daarmee de erkenning waar de laagopgeleiden lang op hebben zitten wachten.

Als sociologen weten we dat mensen geneigd zijn om te kiezen voor het snelle resultaat en niet voor eventuele hogere baten op de lange termijn. Wilders beloofd het snelle resultaat en dus is het in sociologische zin rationeel om als laagopgeleide autochtone Nederlander op de PVV te stemmen. Ze verbeteren hun kansen ten koste van die van anderen, maar geef ze eens ongelijk. Het is voor de autochtone Nederlander slim om de strijd aan te gaan als er door de ‘elite’ geen zekerheid wordt gegeven.

De socialistische partijen PvdA en SP denken nog steeds in de termen van de koude oorlog, de arbeiders die strijden tegen de kapitalisten. Tegenwoordiggaat de strijd echter niet meer om de productiemiddelen, het gaat om de strijd om identiteit. Mensen willen erkend worden, te horen krijgen dat ze er mogen zijn en de zekerheid krijgen dat ze een goed bestaan zullen leiden. Geert Wilders geeft die zekerheid aan de laagopgeleide autochtone kiezer, waar de SP en de PvdA falen.

Dus leef eens een keer mee met de PVV-stemmer in de plaats van dat je hem afzeikt en denk eerst even heel goed na voordat je mensen die stemmen op Wilders dom noemt.

Het schrijverspanel

Dit jaar start Pamflet een nieuw initiatief: het schrijverspanel. Het schrijverspanel is een groep mensen die het leuk vindt om af en toe iets te schrijven, maar die geen tijd hebben voor commissievergaderingen. Wanneer de Pamfletcommissie een thema heeft bedacht voor de komende pamflet, wordt het schrijverspanel als eerste gemaild met dit thema. Ieder lid van het schrijverspanel kan op dat moment bepalen of hij dan een stuk wil schrijven of niet. Ook als je een stuk in gedachten hebt wat niet geheel inlijnismethetthemamagjeditvoorstellenaandepamfletcommissie.Ledenuithetschrijverspanel zijn dus eigenlijk de freelancers van Pamflet.

Welke voordelen biedt het schrijverspanel:

- Je hoeft niet deel te nemen aan commissievergaderingen.- Je schrijft je stukken wanneer het jou uitkomt en kiest per thema of je het leuk vindt om iets bij te dragen. - Je schrijft alleen over thema’s die jij interessant of belangrijk vindt.

Van leden uit het schrijverspanel wordt geen minimum aantal stukken verwacht. Je schrijft zoveel stukken als je wil, wanneer jou het uitkomt. Wil jij toegevoegd worden aan het schrijverspanel en daarmee af en toe iets bijdragen aan Pamflet, mail dan naar [email protected]

23Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Topsport en studeren lijkt op het eerstegezicht geen gelukkige combinatie. Hoe kan je immers een leven vol feesten, onregelmatige tijden, overmatig drankgebruik en ongezond eten combineren met het vele trainen en de prestatiedruk?Toch lijkt het sommige telukken. Allereerst zijn er voor topsporters speciale regelingen, waardoor zij twee drukke levens kunnen combineren; af en toe mogen zij net iets meer werkgroepen missen, op andere tijden tentamens doen en soms is er zelfs een beurs beschikbaar, zodat studenten niet nog naast hun studie hoeven te werken. Maar dan de grote vraag, waarom zou topsport goed voor je cv zijn? Er zijn vele voorbeelden te noemen waarom dat zo is. Allereerst discipline; topsporters moeten meestal goed eten, goed slapen en hebben een ijzeren discipline nodig om telkens weer te trainen. Voor een werkgever zal

het een aantrekkelijke gedachte zijn als je over discipline en doorzettingsvermogen beschikt.Teamsporters hebben nog eenander voordeel, zij kunnen laten zien dat ze goed kunnen samenwerken en dat ze goed in teams functioneren.Topsportersmoeten verder vaak stressbestendig zijn en op het juiste moment kunnen presteren. Een werkgever kan er bij een topsporter dus vanuit gaan dat deze om kan gaan met deadlines en in de drukte niet ten onder gaat.

Zijn er ook nog nadelen aan topsport als onderdeel van cv building? Waarschijnlijk kost het je veel tijd om de top te bereiken en om daarnaast ook nog in je studie te presteren. Bovendien is topsporter niet iets wat je kan kiezen voor je cv. Het is dus niet voor iedereen weggelegd. Maar doe je aan topsport, dan is dat zeker een pré voor je cv!

Maak je CV oké!

Voor veel studenten lijkt het nog ver weg, werken. Toch is het juist tijdens je studie belangrijk om te bedenken hoe jij ervoor kan zorgen dat je eruit springt tijdens een sollicitatie. Hoe zorg je ervoor dat je een onweerstaanbaar CV hebt? Goede cijfers? Buitenland ervaring? Een bestuursjaar? Er zijn veel mogelijkheden om je te ontplooien én jezelf interessant te maken voor organisaties.

In deze editie: Topsport.

Door: Eduard Schmidt

24 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Interview met Martijn Krupers

Martijn Krupers is eerste-jaarsstudent sociologieen daarnaast derdejaars bij studentenroeivereniging ORCA in Utrecht. Dit jaar wil hij opnieuw gaan wed-strijdroeien, met de lichte twee zonder stuurtje. Dat betekent dat hij acht tot tien keer per week traint, goed moet eten, regelmatig leeft en veel discipline moet hebben.Topsportdus.Eenbiertje mag nu nog wel maar na januari is ook dat voorbij, dan draait alles om ritme en regelmaat.

Denk je dat topsport een toevoeging voor je CV is?

Martijn: Jazeker! Bij sollici-taties heb je waarschijnlijk eenstreepjevoor.Topsportbetekent dat je veel disci-pline moet hebben en dat wordt meestal wel gewaar-deerd door werkgevers. Daarnaast betekent het dat je bereid bent om hard te werken voor je doelen. Van oud- wedstrijdroeiers hoor ik wel vaker dat topsport de doorslag kan geven bij twee vergelijkbare cv’s in een sollicitatieprocedure.

Welke vaardigheden en eigenschappen die in de sport belangrijk zijn, kun je later goed gebrui-ken?

Martijn: Door topsport leer je goed met tegenslagen om te gaan. Eigenlijk ben je met roeien het hele jaar uit vorm, op één maand na. Dan moet je pieken en wedstrijdenwinnen.Laatsthad ik een test waarbij ik niet het gewenste resultaat

haalde. Je moet je daar snel overheen zetten en door kunnen gaan. Daarnaast is roeien een teamsport. Ik roei nu in een twee zonder (een boot zonder stuurtje) en daarbij moet ik als stuur blind kunnen vertrouwen op de ander. Als hij zegt

“bakboord” dan moet ik dat ook doen. Werkgevers zijn vaak op zoek naar teamspelers en mensen die goed kunnen samen-werken.Totslotzorgttop-sport ook voor discipline. Mede doordat ik in het roeien altijd het hoogste wil bereiken, wil ik dat ook met mijn studie. Als ik mijn zinnen heb gezet op een acht dan neem ik met een 7,5 geen genoegen.

Hoe belangrijk is je studie naast je sport?

Martijn: Studie is een moo-ie afleiding van sport. Echt goede roeiers die trainen voor de Olympische Spel-en nemen vaak een jaar

“Mijn ambitie is natuurlijk om op de Olympische spelen goud te winnen.”

25Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

vrijaf van hun studie om te trainen. Eén roeier van ORCA die dat deed, ging juist minder presteren toen hij niet meer studeerde. Toenstondallesinhettek-en van roeien en had hij eigenlijk geen andere aflei-ding meer. Daarnaast kun je van roeien niet leven. Je kunt wel alles op alles zetten om een toproeier te worden, maar rijk word je er niet van. Daarom is het belangrijk dat je na je sportcarrière iets achter de hand hebt.

Wat zijn je ambities?

Martijn: Mijn ambitie is natuurlijk om Olympisch

goud te winnen. De eerste Olympische Spelen waar ik aan mee zou kunnen doen zijn de spelen van 2016 in Rio de Janeiro, Brazilië. Dat is echter nog ver weg dus wil ik eerst meedoen aan EK’s en WK’s

Daarnaast zou ik later de politiek in willen gaan. Ik ben laatst met USOCIA naar Den Haag geweest en dat maakte veel in-druk, het is toch de plek waar alles gebeurd. Ik zou welTweede Kamerlid vanGroenLinkswillenworden,maar dat zou geleidelijk moeten gaan dus eerst maar eens lokaal beginnen. Sociologie is waarschijnlijk

een mooie studie om dat te doen, kijk alleen al naar het aantal sociologen in het kabinet! Dat zijn er behoo-rlijk veel.

Vind je het moeilijk om de verleidingen van het studentenleven te weer-staan?

Ik vind van niet, want top-sport geeft zo’n adrenaline kick. Bovendien krijg je er heel veel voor terug!

De Poll

In de afgelopen poll werden de leden van Uso-cia gevraagd op welke on-derdelen er bezuinigd zou kunnen worden als zij zouden mogen kiezen. Er kon door de leden op 6 verschillende beleidster-reinen bezuinigd worden. Uit de poll wordt direct duidelijk dat alle sociologen in spé vooral zouden korten op de Wajong door strengere eisen te stellen voor de toekenning hiervan. Opvallend is verder het feit dat iedereen vooral zichzelf probeert te ontzien. Slechts 13% van de stemmerskooservooromdestudiefinancieringomtezettenineenlening.Derestvan de beleidsterreinen zou met Usocia leden als ministers moeten vechten om niet gekort te worden. Zowel ontwikkelingshulp, defensie, de cultuursector als het immi-gratiebeleid zouden moeten strijden om te ontkomen aan bezuinigingen; ze liggen erg dicht bij elkaar.

26 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Sociologie

“Als organisatieadviseur help ik om een bepaalde situatie in een bedrijf of organisatie te verbeteren of een probleem op te lossen. Tot nu toe deed ik vaakopdrachten in het onderwijs. Nu doe ik een opdracht bij een internationaal bedrijf in de schoonmaak en beveiliging. Dat vind ik uitdagend, want een schoonmaker is een heel ander type mens dan een leerkracht.” Bas Rijnbende praat met enthousiasme over zijn werk, waarin het gedrag van mensen een belangrijke rol speelt. “Op dit moment begeleid ik de invoering van een nieuw systeem waarmee ze in dat bedrijf de schoonmakers inroosteren en invallers oproepen. Ze maken daarbij gebruik van sms-jes.Technisch zat het allemaal goedin elkaar, maar uiteindelijk moet je de mensen zover krijgen dat ze er echt iets mee gaan doen. Dat voor elkaar krijgen vind ik leuk.”

Interessante ontdekkingen

“Je zou zeggen dat je als organisatieadviseur vaak met Raden van Bestuur praat. Niets is minder waar. Je staat juist met je voeten in de modder, je bent bezig in het hart van de organisatie. Maar daar doe je dan ook de interessante ontdekkingen. Zo vind ik het boeiend om te zien dat leidinggevenden in de schoonmaaksector - vaak flink opgeklommen - met een ruime blik openstaan voor zo’n nieuw systeem, maar behoorlijk moeten worden aangespoord omermeetegaanwerken.Leerkrachtendaarentegen staan in eerste instantie kritisch tegenover vernieuwingen, hebben overal vragen bij, maar werken prima mee als het eenmaal zover is. Zulke ontdekkingen doe ik en daar leer ik van.”

27Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Werkt

Interactie tussen mensen

Bas heeft interesse voor de interactie tussen mensen en voor wat mensen beweegt. “Dat was de reden waarom ik sociologie ging studeren. Ik merk dat ik een andere benadering heb dan collega’s die bedrijfskunde hebben gedaan. Zij kijken bedrijfseconomisch, ik gedragsmatig. Ik heb in mijn studie geleerd om van een afstand naar vraagstukken te kijken en door analytisch te redeneren tot een antwoord te komen. Niet te theoretisch hoor, ik ben praktisch ingesteld, wil graag resultaat bereiken. ” Hoewel hij een praktisch mens is, houdt hij van filosofie.“Ik beneen nieuwsgierig type en geïnteresseerd in maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke vraagstukken. Ik had in mijn studie wel wat meer willen leren over de oudfilosofische benadering vande sociologie, zoals van bijvoorbeeld Max Weber. Hij is een van de denkers geweest die het fundament van de hedendaagse sociologie hebben gelegd. Ik vind het interessant om na te denken en gesprekken te voeren over hoe de werkelijkheid in elkaar zit, zonder zweverig te worden. De filosofie kan helpen om vragen opdit gebied te verduidelijken en om een nieuwe dimensie te geven aan discussies. Helaas is de filosofie inmijn studie nietveel aan de orde gekomen.”

Kangoeroe

Bas’ werkdagen zijn afwisselend. Hij zit veel bij zijn opdrachtgevers en rijdt daarvoor heel wat kilometers. Hij heeft voortgangsbesprekingen en vergaderingen, moet presentaties geven maar ook rapportages schrijven. “Je zou me kunnen beschrijven als een kangoeroe die steeds van het een naar het ander springt.” En daarbij voelt hij zich als een vis in het water. “Ik zit nog aan het begin hoor. Over tien jaar hoop ik al heel veel ervaring te hebben opgedaan met adviseren en nieuwe klanten werven. Ik hoop dat ik later ergens een leidinggevende positie krijg waarin ik samen met anderen iets voor elkaar kan krijgen.”

Inzoomen

Waar hij in zijn werk geregeld een situatie van een afstand moet bekijken, ‘zoomt’ hij in zijn vrije tijd juist ‘in‘ als hij bezig is met zijn hobby fotograferen. “Ik fotografeer graag details van een klein onderwerp, met mijn macro-lens. Mijn meest recente macro-foto?Tja, datwas er een van eenkikkeroog.”Tochknapvooreenkangoeroe.

28 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

“Ik vind het een uitdaging om van ideeën tot een concreet plan te komen. Er zijn zoveel ideeën, maar je kunt pas wat bereiken als je een goed plan hebt.” Hanneke Schreuders is een bevlogen, praktische vrouw. Ideeën heeft ze zeker en bovendien heeft ze bewezen die te kunnenuitvoeren.Toenzenogstudeerde,kwam ze via haar studentenroeivereniging in contact met een woningcorporatie die in een aandachtswijk de betrokkenheid wilde vergroten van de studenten/bewoners. Hanneke had belangstelling voor dit onderwerp. Samen met andere studenten en wat instanties zette ze een project op in een basisschool. “We gingen met de leerlingen roeien en in de klas vroegen we hoe zij de wijk leuker wilden maken. Dat heeft geleid tot een zelf ontworpen speeltoestel dat nu in de wijk staat. Kinderen en ouders hartstikke trots!”

Dichtbij de mensen

“Onderzoekers beweren soms dat kleine sociale projecten niet belangrijk zijn voor de sociale cohesie in de wijk, maar ik vind van wel. Ik weet zeker dat de acht studenten die aan dat project hebben meegedaan nu meer betrokken zijn en een ander beeld hebben van die school en de wijkbewoners. Zo’n ervaring draag je je hele leven met je mee.” Het bleef niet bij dat ene project. Stichting Move werd opgericht en inmiddels zijn er twee studenten in dienst. Doel is om in het hele land wijken leuker te maken, kinderen te laten sporten en mensen met elkaar in contact te brengen. De projecten worden enthousiast ontvangen en groeien in omvang en kwaliteit. “Stichting Move werkt in de wijk, met de voeten in de modder. Dichtbij de mensen.” Als

29Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

programmadirecteur spant Hanneke zich in om de inhoud naar een hoger niveau te tillen. Met de dagelijkse gang van zaken hoeft zij zich steeds minder te bemoeien.

Adviezen en experimenten

Bij SEV heeft ze haar ‘echte’ baan. “Na mijn bachelor Sociologie ben ik overgestapt naar Sociale Geografie omde master Stadsgeografie te doen. Ikben geïnteresseerd in de invloed van de gebouwde omgeving van een stad op sociale vraagstukken.” Als programmamedewerker werkt ze in deze kleine organisatie nauw samen met haar senior collega. SEV is door het Ministerie van VROM opgericht om vernieuwing te stimuleren in de maatschappelijke vraagstukken van het wonen. ‘Hoe kun je huurders op een andere manier laten meepraten, bijvoorbeeld. Ook experimenteren we met het anders

inrichten en beheren van straten, wijken, pleinen en parken om ervoor te zorgen dat mensen elkaar ontmoeten en zich veilig voelen. Voor een experiment gaan we met een expertteam naar een gemeente of wijk met een bepaald probleem. In dat team zit een architect, socioloog, geograaf, verkeersdeskundige en een criminoloog, die allemaal vanuit een andere invalshoek naar het probleem kijken. Zij kunnen vaststellen wat het probleem precies is en met vernieuwende oplossingen

komen. Op zo’n dag kijken we ter plekke, ontmoeten we bewoners en professionals en discussiëren met elkaar. Mijn werk is om het contact met de woningcorporaties en gemeenten te onderhouden, het experiment te begeleiden en de inhoudelijke en praktische plannen te maken. Erg leuk.”

Op het puntje van je stoel

Hanneke is blij dat ze de bachelor Sociologie heeft. “Daardoor heb ik geleerd om niet alles zo maar aan te nemen en voorzichtig te zijn met conclusies over oorzaak en gevolg. Je leert hypotheses te stellen en deze te verwerpen of aan te nemen; je af te vragen wat de normen en waarden van groepen zijn. Deze vaardigheden gebruik ik bij alle vraagstukken. We discussieerden veel, op het puntje van onze stoel, niet zozeer over politiek actuele zaken maar

over meer algemene sociale vraagstukken, zoals sociale mobiliteit, sociale cohesie en ongelijkheid. Door mijn

bachelor Sociologie had ik het gevoel dat ik theoretisch sterker onderlegd was dan mijnmedestudentenbijGeografie.”

Toekomst

“In de komende jaren wil ik me specialiseren in de koppeling van de bebouwde omgeving aan sociale vraagstukken. En later word ik denk ik leidinggevende bij een woningcorporatie ofgemeente.Lokaal,dichtbijdepraktijk.”

‘Je kunt pas wat bereiken als je een goed plan hebt’

‘Sociologie Werkt’ is een uitgave van de Universiteit Utrecht, waarin acht oud-

studenten hun verhaal vertellen, over waar zij terecht zijn gekomen en vooral hoe het hen bevalt.

30 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Dinsdagavond, man bijt hond. Er wordt aangeschoven bij vier

moslimvrouwen aan het eten. Al grappend gaat het over dat de verhouding tussen de mannen

en vrouwen nog steeds niet helemaal eerlijk is. Volgens deze vrouwen is dat niet iets wat zo bepaald is door de Islam, maar komt het door de geschiedenis

waarin de man cultureel bepaald het gezinshoofd is. Het voorbeeld

dat de vrouwen geven is het rookgedrag van Islamitische

mannen. Volgens de Koran mag een goed Islamiet niks in het

lichaam toelaten wat het lichaam kan schaden. Daarom roken de moslimvrouwen over het

algemeen niet, maar veel mannen doen dat wel.

Ongelijkheid tussen man en vrouw, soms ook de onderdrukking van de vrouw genoemd, is een hot item in het integra-tiedebat wat momenteel in Nederland ge-voerd wordt. Het ligt voor de hand om nu een stuk te gaan schrijven over Geert Wilders die de Moslimvrouw ‘gebruikt’. Deze vrouw moet soms tegen wil en dank gered worden door de blonde verlosser. Ik heb het idee dat wij sociologen inmiddels een beetje Wilders moe zijn en wel aan een uitdaging toe zijn. Vandaar dat ik het wil gaan hebben over de rol van femin-isten in dit proces.

Het standpunt van de (westerse) feminis-tische beweging laat zich als volgt samen vatten: Vrouwen en mannen horen ge-lijk te zijn, als in onze eigen westerse sa-menleving. Moslimvrouwen hebben geen kansen en dat is slecht. Natuurlijk, ietwat scherper gesteld dan de werkelijkheid. In eerste instantie lijkt dit standpunt te prijzen. Is het immers niet zo dat voor de zwakke groepen in de samenleving opgekomenmoetworden.Tochbenikinde overtuiging dat er een paar fundamentele denkfouten worden gemaakt door de feministische beweging.

Moet de Moslimvrouw gered worden?

Door: Daan Roozeboom

31Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Allereerst de grootste open deur: ‘de mos-limvrouw’ bestaat niet. De argumentatie voor deze open deur is opgebouwd uit twee facetten:

1.We kunnen niet uitgaan van ‘ de vrouw’

2.We kunnen niet uitgaan van ‘ de moslim’

Omdat beide begrippen verschillen per land, per tijd en per omstandigheid zal ik het de rest van mijn artikel hebben over ‘moslimvrouwen in Nederland’.

Door het creëren van de stereotypen ‘vrouw’ en ‘moslim’ ( en moslimvrouw) schrijven we bepaalde eigenschappen toe aan een hele groep die er misschien helemaal niet zijn. Bijvoorbeeld het beeld dat deze vrouwen allemaal onderdrukt worden door de man of dat de man in elk geval de baas is over zijn vrouw. Nou is er met het creëren van deze stereotypen op zichzelf niet veel mis. Elk mens heeft bepaalde stereotypen en het helpt ons het denken overzichtelijk te maken.

In het discours rond de moslimvrouw in Nederland gaat het echter mis in de acties die aan deze stereotypen gekoppeld worden. Vanuit een westerse gedachte wordt beredeneerd dat ‘ons’ man-vrouw systeem het beste is en dat de onderdrukking van moslimvrouwen in Nederland dus zo snel mogelijk moet worden voorkomen. Met andere woorden: moslimsvrouwen in Nederland moeten gered gaan worden.

Een complete groep krijgt een label opgeplakt en wordt in een slachtofferrol gezet. De moslimman (of de Koran) is het grote kwaad en moet bestreden worden. Er wordt een wig gedreven tussen de moslimcultuur aan de ene kant en onze ‘westerse’ cultuur aan de andere kant. Polarisatie in optima vorma.

Hierbij wordt vaak niet stilgestaan bij het eigen standpunt van de feministen. Zij gaan uit van onze maatschappij, waarin het heel normaal is dat mannen en vrouwen gelijke mogelijkheden hebben en krijgen. De vraag is of dit ook past binnen de culturen die we hier onder de loep hebben. Hebben vrouwen in deze culturen wel dezelfde wens als de vrouwen in onze westerse cultuur (geheel gelijk zijn aan mannen?). In diverse artikelen valt zelfs te lezen dat dit per land verschild. Zo zijn vrouwen inTurkije veelmeer bezigmet een gelijke status dan bijvoorbeeld in Iran. Kortom: moeten we onze westerse gelijkheid eigenlijk wel opleggen aan de moslimvrouwen en moslimmannen, ook hier in Nederland? Is dit ook niet een vorm van onderdrukking, alleen dan van cultuur? Is het eigenlijk geen onnodige vorm van polarisering?

Natuurlijk predik ik hier geen cultuurrelativisme. Het is niet zo dat je alles maar toe moet schrijven aan cultuurverschillen en er daarna mee akkoord moet gaan. Wat ik wel mis in het discours is kritisch feminisme. Van jezelf bewust zijn waar je vandaan komt en dit in ogenschouw nemen wanneer je de situatie probeert te beoordelen. Wanneer een Sisca Desselhuys het nog steeds heeft over het redden van onze Moslim zusters, gaat mij dat door merg en been.

Het weten wat je achtergrond is en vanuit daar kritisch problemen in ogenschouw nemen, is eigenlijk iets wat niet alleen van toepassingisophetfeminisme.TijdensdeINBOX excursie van Usocia afgelopen maand werden we daar nog maar eens op gewezen. Je observeert situaties altijd gekleurd en altijd met een aantal vooringenomenheden. De uitdaging, ook voor Sociologen, is je hier bewust van te blijven.

32 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Rondgang over de 14e

In de rubriek “Rondgang over de 14e” worden verschillende docentonderzoekers op hun kamer op de 14e etage overvallen met de vraag waar ze op dit moment mee bezig zijn. Deze keer horen we Wim Jansen, Wike Been en Petra van den Bekerom uit over hun bezigheden.

Door: Matthijs van der Kooij, Karlijn Roex & Eduard Schmidt

Op het moment dat we binnenkomen is Wim Jansen bezig om een artikel van Zoltán Lippényitelezen.Hetiseengecorrigeerdeversie van een artikel dat ingestuurd is naar het blad ‘Election Studies’. Het artikel gaat over de ontwikkeling van stemgedrag in Hongarije. De vraag in het artikel is hoe het stemgedrag na de val van de muur zich heeft ontwikkeld. Daarbij wordt de ‘Economic voting theory’ gebruikt. Het artikel is een uitvloeisel van de masterscriptie van Zoltán Lippényi uit2008/2009vandemaster‘SociologyandSocial Research’. Wim Jansen en Ineke Maas zijn de co-auteurs.

Daarnaast laat Wim Jansen ons een fragment horen van een radio-interview met Willem Jan Verhoeven, een oud PhD-

student die werd begeleid door Wim Jansen. Het interview draait om een onderzoek naar het effect van de aanwezigheid van een advocaat bij het eerste verhoor van een verdachte. De aanwezigheid van een advocaat kan ervoor zorgen dat er minder druk wordt gezet op de verdachte, waardoor de kans op een valse bekentenis mogelijk minder wordt. Wim Jansen geeft aan dat er eigenlijk een gecontroleerd experiment moet worden uitgevoerd, maar dat is natuurlijk niet mogelijk.

Dr. Wim Jansen uit kamer 14.15:

33Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Wike Been is op dit moment bezig met haar promotieonderzoek waar ze in september mee is begonnen. Het onderzoek draait om werk-privé beleid bij bedrijven vanuit het managersperspectief. Nu is ze vooral bezig met het schrijven van haar eerste artikel. Dit is op basis van secundaire data, oftewel data die door anderen verzameld zijn. Daarna gaat ze haar eigen data verzamelen. Daarnaast gaat ze binnenkort twee bachelorscripties begeleiden. Wike Been komt, zoals ze zelf aangeeft, van ‘buiten’. Ze heeft gestudeerd in Groningen en daarna gewerkt bij het Trimbos instituut. Het leuke aanpromoveren vindt ze de verdieping en het feit dat je expert wordt op een onderwerp. Ondanks het feit dat ze solo aan haar promotieonderzoek werkt, heeft

ze wel veel contact met haar begeleiders en de mensen van haar jaargroep van ICS, het ‘Interuniversity Centre for Social ScienceTheory and Methodology’. HetICS is een toonaangevend Nederlands onderzoekscentrum op het gebied van de sociale wetenschappen en is verbonden aan de universiteiten van Groningen, Nijmegen en Utrecht. Wike Been vindt het onderwerp van haar onderzoek erg interessant en ze zou er na haar promotie graag mee verder willen werken.

Wike Been, MSc uit kamer 14.30:

34 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Petra van den Bekerom is sinds september 2009 werkzaam bij de vakgroep sociologie. Na de middel-bare school studeerde ze HBO Communicatie in Eindhoven. In het derde jaar besefte ze dat deze studie haar te weinig uit-daging bood. Na de studie te hebben afgerond koos ze voor de pre-master so-ciologie in Utrecht. Ze liep stage bij de Onderwijsin-spectie en raakte via haar begeleider prof. Dr. René Torenvlied betrokken bijeen onderzoeksproject over

het management van basis-scholen. Sinds september 2010 is zij als aio (assistent

in opleiding) werkzaam bij dit onderzoeksproject.

Petra van den Bekerom, aio uit kamer 1406a:

Waar gaat uw onderzoek over?

“Mijn onderzoek gaat over de invloed van managementtaken van schoolleiders in het primair onderwijs op prestaties van scho-len. Er wordt onderscheid gemaakt tussen interne en externe managementtaken. In-terne taken zijn overleg en vergaderingen, beleid, goed contact met de werkvloer en het aansturen van teams. Onder externe taken valt het contact met externe organi-saties, zoals overheidsdiensten of leveran-ciers.”

Wie zijn de opdrachtgevers?

“De universiteit, maar er wordt ook sa-mengewerkt met de Inspectie van het Onderwijs en de PO-raad (Primair Onderwijs).”

Met welke methoden wordt het onder-zoek uitgevoerd?

“Begin 2010 is een internetenquête af-genomen onder schoolleiders. Er werd gevraagd naar verschillende ervaringen, zoals contacten met externe organisaties, bureaucratie, calamiteiten en werkbele-ving. Alle basisscholen in Nederland (uit-gezonderd speciaal onderwijs) kregen een schriftelijke uitnodiging en werden, waar mogelijk, ook per mail benaderd. De re-spons was 20 procent, ofwel ongeveer 1400 scholen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van data die de Onderwijsinspec-tie ter beschikking stelt zoals schoolken-merken (cito-scores, salarisschalen, aan-tal werknemers, aantal leerlingen en hun herkomst). Nu is het tijd om de gegevens te analyseren.”

35Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Wie doen het onderzoek?

“Prof.Dr.RenéTorenvliedenDr.AgnesAkkerman zijn de hoofdonderzoekers. Sa-men met hen voer ik het onderzoek uit.”

Wat is uw band met dit onderwerp?

“Ik vond de onderwijssector altijd al in-teressant, daarom heb ik ook stage gelopen bij de Onderwijsinspectie.”

Wat is de maatschappelijke relevantie van het onderzoek?

“Totnutoe isvooralonderzochtwatdeinvloed van leraren is op de prestaties van leerlingen. Over de invloed van de manager en zijn kenmerken is nog weinig bekend, terwijl zijn rol steeds belangrijker wordt en hij verantwoordelijk wordt gesteld voor de leerprestaties. Verder hoop ik natuurlijk dat de resultaten van het onderzoek opge-pakt worden in de praktijk.”

Heb jij klachten, opmerkingen of vragen over Sociologie? Dan zit je hier goed!Graag zouden wij ons even voorstellen.Wij zijnThomas Bruil (derdejaars), DaanRoozeboom (derdejaars) en Jan de Groot (vierdejaars) en wij vormen komend jaar de studentengeleding van de opleidingscommissie Sociologie.

Wat is de opleidingscommissie precies? De opleidingscommissie is een groep van studenten, docenten en medewerkers die er samen naar streven om zo goed mogelijk onderwijs aan te bieden. Dit gebeurt door panelgesprekken en vakevaluaties, maar ook door te kijken of de faciliteiten (computers e.d.) in orde zijn.

Voor wie is de opleidingscommissie?Wij als studentengeleding zijn er speciaal voor studenten. Heb je een klacht of een opmerking dan kun je als student bij ons terecht. Dit kan voor de meest uiteenlopende zaken zijn; saaie werkgroepen, teveel lawaai tijdens colleges of te moeilijke literatuur. Maar, ook voor vragen kun je altijd bij ons terecht!

Hoe kun je ons bereiken?Wanneer je een klacht, vraag of opmerking hebt kun je ons op verschillende manieren bereiken. Je kunt ons mailen: [email protected]. Maar je kunt ook langs deSGS-kamer(E050inhetLangeveldgebouw).Schroomvooralooknietalsjeéénvan ons ziet lopen in de gang om ons aan te spreken.

Veel succes met studeren!

Thomas,DaanenJan

36 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Rechtsdraaiend melkzuur, oorzaak en gevolg.

Polarisatie is slechts een reflectie van licht in het glazen huis van onze democratie. Hoewel deze omschrijving misschien technisch niet volledig is, kwam dit idee het eerst bij mij op toen het thema van het nieuwe pamflet bekend werd. Het woord polarisatie wordt veel gebruikt voor de verharding van tegenstellingen in het politieke debat, maar ik heb dit woord leren kennen als een natuurkundig begrip. Ondanks dat rechts- en linksdraaiend melkzuur misschien mooie termen zijn voor de partijen aan beide zijden van het politieke spectrum is binnen het waarneembare deel van het elektromagnetische spectrum de oorzaak- en gevolgvraag tenminste helder. In deze column geef ik eerst een korte uitleg over het natuurkundige begrip polarisatie, waarna ik tracht de natuurkundige uitleg te koppelen aan de politieke inhoud van het woord. Vanwege mijn vooropleiding ‘fotonica’, die zich enkel richtte op het zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum, beperk ik mijn uitleg hiertoe.

Door: Mark Veenbrink

Polarisatie is het beïnvloeden van de stralingsrichting, ofwel de richting van de ‘lichtgolven’.

De polaroid bril, die specifieke reflectiestegengaat in tegenstelling tot de gewone zonnebril, maakt gebruik van deze techniek. In het geval van een dergelijkpolaroidfilterishetnietzozeer‘beïnvloeden’ als wel uitsluiten van een specifiekerichting.Maarpolarisatievindtook zonder filter in de natuur plaats.Iedereen heeft wel eens gepolariseerd licht gezien. Niet te verwarren met poollicht overigens. Als je overdag in de trein, via het raam naar buiten kijkend, plots denkt aangekeken te worden door de persoon die 2 banken verderop in tegengestelde

richting zit. Dan kijk je naar gepolariseerd licht. Mocht deze zin niet beeldend genoeg voor je zijn: de glimmende koppen die je op de golvende zee voorbij ziet komen, bestaan ook uit gepolariseerd licht. Beiden ‘reflecties’ werken in de basis als de reflectie van een spiegel, maar waar bij een spiegel alle ingaande stralen onder dezelfde hoek weer worden teruggezonden, wordt bij polarisatie slechts eenheel specifiekdeelgereflecteerd. Het raam in de trein en de zee zijn immers transparant en dus eigenlijk lichtdoorlatend. Echter, bij een specifieke combinatie van golflengte,invalshoek en eigenschappen van het materiaal (brekingsindex), treedt deze reflectie op. Misschien is het effect het beste uit te leggen met een slingerende auto op een snelweg, maar stel de vangrail

37Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

voor als een lichtdoorlatend oppervlak en de stilstaande auto als doorgelaten licht. Als deze auto na een slingerbeweging vol met zijn neus op de vangrail afstuurt, zal hij daar snel tot stilstand komen. Het kan echter ook dat hij de vangrail in een kleinere hoek nadert, na met zijn zijkant de vangrail te hebben geraakt, en weer

terug de snelweg op schuift. Dit laatste is wat er gebeurt met het licht op de ruiten. De auto, welk heen en weer slingerde over de snelweg, maakte een verticale beweging. De vangrail geldt als de polarisatiefilterenwanneerdeinvalshoekjuist is, zal hij weer op de snelweg komen. Alle andere invalshoeken zijn uitgesloten (geabsorbeerd door de vangrail). Deze auto is nu verticaal gepolariseerd. Dit is wat je waarneemt als spiegeling overdag in de trein. In het geval dat de auto niet verticaal, maar zich op en neer stuiterend over de snelweg voortbewoog, zou de auto horizontaal gepolariseerd zijn. Dit is wat we waarnemen als we de zon via het water zien reflecteren.

Nu zijn er naast horizontale en verticale polarisatie ook nog circulaire en elliptische polarisatie. Na voorgaande uitleg heb je daar misschien wel een beeld van, want wat die auto dan wel moet uithalen op de snelweg is lastig te visualiseren. Wel is dit

deels de uitleg achter het rechtsdraaiende melkzuur. Het is niet zo dat de bacteriën daar links of rechtsom aan het draaien zijn. Neen, dit melkzuur heeft een linksdraaiend of rechtsdraaiend polariserend effect op licht!

Polarisatie is dus duidelijk een samenspel tussen invalshoek en oppervlak. Dan nu de vraag; waarom die polarisatie in het politieke debat? Is de invalshoek veranderd? Is het oppervlak niet hetzelfde? Wie het weet mag het zeggen.

Lange tijd hebben we inNederland relatief stabiele politieke verhoudingen gehad. De echt grote verschuivingen vonden

vooral in het afgelopen decennium plaats. Maar, met overwegend dezelfde politieke partijen. Zijn die mensen dan zo veranderd? Het zou kunnen, maar gezien de wispelturigheid in het stemgedrag is het de kiezer die de politieke verschuivingen mogelijk maakt. Er vanuit gaande dat de politieke partijen redelijk bij hun idealen zijn gebleven, zijn het de kiezers die hard van ideaal wisselen, of geheel zonder ideaal shoppen ‘op wat zij nu belangrijk vinden’. Daar speelt een politicus natuurlijk graag op in. Anderzijds, wat als de politieke partijen hun idealen eigenlijk hebben verloren en politici op zoek moeten gaan naar wat er aan de kiezer verkocht moet worden?

Dus het is de kiezer of de politicus die conform mijn omschrijving van de auto over de weg van politieke idealen heen stuitert. Polariserend, maar shoppend? Of met labiel ideaal? Gelukkig blijft bij melkzuur de richting gelijk.

38 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Een kijkje in het politieke hart van Nederland

Op maandag 15 november trokken de eerstejaarsstudenten sociologie door Den Haag, van de Ridderzaal tot de Tweede Kamer. Met de eerste tentamens net achter de rug werd het tijd om uit de boeken tevoorschijn te komen en naar het politieke zenuwcentrum zelf te gaan.

Een verslag over een excursie waar menig ouderejaars jaloers op is.

Door: Karlijn Roex

Hoewel het volgen van een live Kamerdebat er helaas niet in zat, was het zeker een avontuur. Zo waren we getuige van een subtiel protest tegen de kunstbezuinigingen op het Plein en zagen we direct al enkele bekende politici en entourage langslopen. Eerst huppelde daar Rutger van Castricum met zijn beruchte roze microfoontje. Een vriendelijk ‘RUTGERRR!’vaneenvandestudentenwerd door de heer Van Castricum nonchalant beantwoord met een vluchtige handbeweging onze richting uit. Zou hij op zoek geweest zijn naar interessante verledens van PVV’ers? Vlak erna kwam Alexander Pechtold het Kamergebouw uitgelopen, omringd door camera’s. Bij het Eerste Kamergebouw zagen we Ab Klink, overigens ook socioloog.

Om de belangrijkste ontdekking van de dag maar meteen weg te geven: de

Ridderzaal en de plenaire zaal van de TweedeKamerzienereenstukkleineruitin het echt dan op televisie. De Ridderzaal heeft trouwens vele doelen gediend: als rechtbank, als (een neutrale) vergaderzaal voor de verschillende gewesten en als feestzaal van de koninklijke familie. Veel steden hebben er een wandvlag hangen en artikel 1 van de oude grondwet (1848) staat in schrift op de muur. Van buitenaf zijn de ‘wandelgangen’ in het Kamergebouw zichtbaar. Doorzichtig, maar ook weer niet. De burger kan alleen toekijken, maar niet controleren wat zich in die gangen afspeelt. Joris Luyendijk heeft onlangseen boek geschreven over wat werkelijk al is gebeurd in de wandelgangen voordat zaken in de Tweede Kamer wordenbesloten. Het boek heet: ‘Je hebt het niet van mij, maar...’.

Na een rondje om het gebouw heen

39Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

is het tijd naar binnen te gaan. Na de aanslagen op 11 september en de moord op Van Gogh is de vestigingsplaats van de volksvertegenwoordiging zeer streng beveiligd. De eerste en derde verdieping zijn vrij toegankelijk, de tweede verdieping niet. We vervolgen onze weg naar drie hoog en komen in de plenaire zaal, waar deTweede Kamerdebatten wordengehouden. Op het bezoekmoment was er dus geen debat, maar gelukkig was er wel ruimte om alle prangende vragen te stellen aan de ‘gids’.

We sluiten af met een debat met twee voorzitters en een bestuurslid van politieke jon-gerenorganisaties (JOVD, Jonge Democraten en DWARS). Kwesties die ter sprake ko-men zijn de vrijheid van me-ningsuiting, privacy versus veiligheid en uiteraard onder-wijs. De drie jongerenpartijen staan op de meeste punten op één lijn, alleen op het gebied van privacy verschillenen de jongerenpartijen wel degeli-jk. De JOVD is bereid meer overheidshandelingen te rech-tvaardigen onder het mom van meer veiligheid. DWARS en de JD stellen daar kritische kanttekeningen bij, zowel moreel-ideologische als pragmatische.

Vanuit de zaal is er volle respons. De vertegenwoordigers gaan leuk met elkaar om, maken af en toe een lolletje en lijken elkaar al te kennen van eerdere debatten. Ikzelf kan uit ervaring meegeven dat ‘het wereldje’ klein en gezellig is. De kersverse JD-voorzitter, Maarten Koning, laat het D66-geluid van ‘zelfontplooiing’ en ‘ruimte voor ontwikkeling’ enkele keren doorklinken. Hij zet zijn woorden efficiënt in, maar af en toe had hij nog

iets meer kunnen toehappen. JOVD-voorzitter Martijn Jonk verontschuldigt zich bijna voor zijn moederpartij VVD, door enkele keren te benadrukken niet op één lijn te staan met haar plannen. Martijn is een krachtig debater, komt sterk op de voorgrond en heeft het soort uitstraling dat een politicus nodig heeft. Net als Rutte kan hij ingewikkelde zaken goed uitdrukken in pakkende zinnen: “De overheid moet bang zijn voor de

burger, in plaats van andersom”. Als hij na afloop een sociologisch presentje van tutor Anne Roeters in ontvangst neemt, zegt hij grappend: “Een sociologisch boek? Als het maar geen marxistisch boek is!”. DWARS’er (Marten Zoetbrood) is criminologiestudent en maakt daar gebruik van tijdens het debat over privacy. Hij is minder mondig dan Martijn en is vooral wetenschappelijk-nuancerend in zijn stijl. GroenLinks is de partij die het meestgekant is tegen meer privacyschending en dat schijnt ook door in Martens punt. Doet privacy er nog toe voor mensen, aangezien iedereen zelf van alles over

40 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

zichzelf op internet pleurt? Marten geeft een scherp antwoord op deze vraag door onderscheid te maken tussen het vrijwillig en onvrijwillig weggeven van informatie.

Een vraag die gesteld wordt tijdens het debat, is hoe ver de vrijheid van meningsuiting kan gaan. Alledrie de jongerenpartijen zijn van mening dat de vrijheid van meningsuiting stopt wanneer anderen in gevaar komen door bepaalde uitlatingen. Wanneer is er dan sprake van gevaar? Kan men etnisch geweld direct teruglinken naar uitlatingen die we kennen van Wilders? Hiermee wordt Wilders verantwoordelijk gehouden voor andermans escalerend gedrag. Wilders heeft niet de intentie gehad anderen tot etnisch geweld aan te zetten, althans daar ga ik vanuit. Wellicht is er dan geen sprake van een onzuiver doen, maar van onzuiver nalaten: Wilders had etnisch geweld kunnen voorzien als consequentie van zijn uitlatingen.

Tochblijftdevraagofditetnischgeweldcausaal niet te ver verwijderd is van Wilders’ uitlatingen. Zonder twijfel bestond etnisch geweld al voordat Wilders zo bekend werd. Wel kan het zijn dat Wilders een toename van etnisch geweld extra aanwakkert met zijn uitlatingen. Kan Wilders verantwoordelijk gehouden worden voor andermans gedragingen? Ieder mens is toch verantwoordelijk voor zijn eigen gedragingen, dus hoe kan er zoiets als ‘aanzetten tot haat’ bestaan? Dit is de visie van de Klassieke School in de criminologie: alle gedrag hangt af van eigen keuze en vrije wil. Meer sociologisch is om te kijken naar groepsverbanden waarin mensen verkeren en het effect van groepsprocessen en fenomenen als de media op gedrag. Wilders is een invloedrijk persoon in de media. De PVV is van 9 naar circa 30 zetels gegroeid in zeer korte

tijd. Angst voor moslims mocht misschien dan al bestaan, maar Wilders heeft dit van een randidee tot een alledaags thema laten groeien. We zien in Denemarken hoe grove taal over allochtonen eerst schokkend was en daarna ‘normaal’ werd. Wanneer een persoon zo invloedrijk is op de meningsuiting van anderen, en in zijn relaas een hele bevolkingsgroep buiten de maatschappij plaatst, is dat dan aanzetten tot haat? Of stopt dit bij angst zaaien en is vanaf daar ieder lekker zelf verantwoordelijk?

Anderen waarschuwen voor ‘dat beroep op haatzaaien’ wordt gebruikt om politieke tegenstanders de mond te snoeren, zodra die electoraal opeens opklimmen. Is het wel zo democratisch als we een partijleider gaan verbieden zijn standpunt te verkondigen, terwijl hij wel veel aanhang heeft? Of is het juist gezien de democratie belangrijk dit te doen: ter verdediging van minderheden in onze samenleving? De discussie rond de vrijheid van meningsuiting is een dilemma. Vandaar dat er in de plenaire zaalvandeTweedeKameroeverloosovergedebatteerd wordt...

41Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

42 Pamflet Nummer 13 - Voor en Door Sociologen - Usocia

Het Landelijk Overlegorgaan Sociologie Presenteert:

Landelijke Sociologiedag 2011Met als thema: Internet

Vrijdag 11 maart 2011Academiegebouw te Utrecht

Fijne Feestdagen en een Inspirerend 2011!