PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3...

98

Transcript of PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3...

Page 1: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding
Page 2: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding
Page 3: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

PAKKETSAMENSTELLING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 3

Pakketsamenstelling De serie Biologie voor jou bestaat uit: Vmbo-bk Vmbo-bk, deel 1a + 1b voor klas 1 beroepsgerichte en kadergerichte leerweg Vmbo-bk, deel 2a + 2b voor klas 2 beroepsgerichte en kadergerichte leerweg Vmbo-bk, deel 3a + 3b voor klas 3 beroepsgerichte en kadergerichte leerweg Vmbo-bk, deel 4a + 4b voor klas 4 beroepsgerichte en kadergerichte leerweg Vmbo-kgt en vmbo-gt Vmbo-kgt, deel 1a + 1b voor klas 1 kadergerichte, gemengde en theoretische leerweg Vmbo-kgt, deel 2a + 2b voor klas 2 kadergerichte, gemengde en theoretische leerweg Vmbo-gt, deel 3a + 3b voor klas 3 gemengde en theoretische leerweg Vmbo-gt, deel 4a + 4b voor klas 4 gemengde en theoretische leerweg Vmbo-t/havo/vwo Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo en vwo Vmbo-t/havo/vwo, deel 2a + 2b voor klas 2 theoretische leerweg, havo en vwo Havo/vwo Havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 havo en vwo Havo/vwo, deel 2a + 2b voor klas 2/3 havo en vwo Havo 2e fase Havo, deel 4 voor klas 4 havo Havo, deel 5 voor klas 5 havo Vwo 2e fase Vwo, deel 4 voor klas 4 vwo Vwo, deel 5 voor klas 5 vwo Vwo, deel 6 voor klas 6 vwo

Voor de richting bk zijn er leerwerkboeken. Voor de andere richtingen zijn er handboeken, en werkboeken (onderbouw en vmbo-bovenbouw) of opdrachtenboeken (tweede fase). Daarnaast hebben alle richtingen: − antwoordenboeken; − een internetsite www.biologievoorjou.nl die via ePack het volgende aanbiedt (kan verschillen per leerjaar):

• computerlessen; • samenvattingen; • opdrachten; • docentenhandleidingen; • materiaallijsten; • eindtoetsen; • presentatorlessen; • studiehulp; • diagnostische toetsen/test jezelf.

Page 4: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

VOORWOORD

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 4

ALGEMEEN GEDEELTE

Voorwoord De nieuwe Biologie voor jou De zesde druk van Biologie voor jou is afgestemd op recente ontwikkelingen in het onderwijs. We hebben in de zesde druk van Biologie voor jou voor het derde leerjaar de volgende veranderingen doorgevoerd: − Onderdelen die niet of nauwelijks gebruikt

blijken te worden, zijn geschrapt. − Om aan de eindtermen van het

examenprogramma te kunnen voldoen, zijn er aanpassingen doorgevoerd.

− De versie vmbo-bk heeft een leerwerkboek gekregen. De leerlingen hoeven dus niet steeds te switchen van handboek naar werkboek en andersom. Voor de leerlingen is dit duidelijker. Ze kunnen zich daardoor beter concentreren op de leerstof.

− De delen kgt zijn gewijzigd naar gt. De leerstof in deze delen is iets moeilijker. Leerlingen worden meer aangezet tot nadenken.

− Waar mogelijk hanteren we de concept-contextbenadering van het biologieonderwijs. We gaan daarbij uit van de bestaande onderwijsdoelen voor alle vakken en de eindtermen voor biologie.

− De leerstof is geactualiseerd. − In beide versies wordt meer aandacht besteed

aan competenties en vaardigheden. − De extra basisstof wordt in de zesde druk

aangeboden volgens een dakpanstructuur: de extra basisstof in versie vmbo-bk wordt basisstof in de versie vmbo-gt.

− De opdrachten zijn in beide versies speelser en visueel aantrekkelijker gemaakt.

− Leerlingen zijn tegenwoordig gemakkelijker visueel dan tekstueel te prikkelen. Daarom is het aantal afbeeldingen in beide versies toegenomen. Een aantal bestaande afbeeldingen is vernieuwd.

− Biologie voor jou heeft nu ook een ePack: online-lesmateriaal. Er is een ePack voor docenten en voor leerlingen. De keuze in werkvormen en opdrachten is door ePack uitgebreid.

Met de presentatietool Presentator kunt u hand-, werk- en antwoordenboeken digitaal presenteren, met behulp van een beamer of digitaal schoolbord, en de computerlessen gebruiken voor uw eigen klassikale les. Door deze aanpassingen wordt het voor u en voor uw leerlingen nog aantrekkelijker om Biologie voor jou te gebruiken. Met de opzet van Biologie voor jou kunt u zich nog meer richten op de individuele leerling. Uw leerlingen kunnen zich nog beter voorbereiden op hun kansen in het voortgezet onderwijs. Wij hopen dat u en uw leerlingen enthousiast zullen zijn over de zesde druk van Biologie voor jou! De auteurs

Page 5: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

INHOUD

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 5

ALGEMEEN GEDEELTE

Voorwoord 3 1 Algemeen gedeelte 6 1.1 Hoe kunt u werken met Biologie voor jou? 6 1.2 Werken met de verschillende boeken 7 1.3 Werken met de ePack-site 10 1.4 Visie op het biologieonderwijs 13 1.5 Didactische uitgangspunten van de

methode 17 1.6 Adressen en links 18 1.7 Lijst van naslagwerken 20 1.8 Bijlagen: 1.8.1 Toelichting op de algemene onderwijs-

doelen voor de bovenbouw van het vmbo 21

1.8.2 Het examenprogramma biologie vmbo 22 2 Handleiding bij deel 3 vmbo-bk 36 2.1 Inleiding 36 2.2 Benodigdheden 36 2.3 Handleiding bij thema 1 Organen en cellen 37 2.4 Handleiding bij thema 2 Ordening 39 2.5 Handleiding bij thema 3 Voortplanting en

ontwikkeling 42 2.6 Handleiding bij thema 4 Regeling 45 2.7 Handleiding bij thema 5 Zintuiglijke waarneming 48 2.8 Handleiding bij thema 6 Stevigheid en beweging 50 2.9 Jaarschema bij deel 3 vmbo-bk 52 2.10 Eindtermen biologie en deel 3 vmbo-bk 53 2.11 Inhoud ePack deel 3 vmbo-bk 54 3 Handleiding bij deel 3 vmbo-gt 58 3.1 Inleiding 58 3.2 Benodigdheden 58 3.3 Handleiding bij thema 1 Organen en cellen 59 3.4 Handleiding bij thema 2 Ordening 62 3.5 Handleiding bij thema 3 Voortplanting en

ontwikkeling 66 3.6 Handleiding bij thema 4 Erfelijkheid 70 3.7 Handleiding bij thema 5 Evolutie 73 3.8 Handleiding bij thema 6 Regeling 75 3.9 Handleiding bij thema 7 Zintuiglijke

waarneming 78 3.10 Handleiding bij thema 8 Stevigheid en

beweging 80 3.11 Handleiding bij thema 9 Gedrag 83 3.12 Jaarschema bij deel 3 vmbo-gt 86 3.13 Eindtermen biologie en deel 3 vmbo-gt 87 3.14 Inhoud ePack deel 3 vmbo-gt 88

4 Handleiding bij katern 3/4 vmbo-k 92 4.1 Inleiding 92 4.2 Handleiding bij het katern Erfelijkheid en evolutie voor 3/4 vmbo-k 92 4.3 Inhoud epack deel 3/4 vmbo-k 95

Colofon 96

Page 6: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 6

ALGEMEEN GEDEELTE

1.1 HOE KUNT U WERKEN MET BIOLOGIE

VOOR JOU? Dit is de handleiding bij Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding van uw lessen biologie in vmbo 3. Het onderwijs dat wij daarbij voor ogen hebben, houdt rekening met verschillen tussen leerlingen. Daarnaast is Biologie voor jou een methode die leerlingen de kans geeft om zelfstandig te werken. U hoeft uw aandacht daarom niet meer te richten op de klas als geheel. De methode stelt u in staat uw onderwijs meer op de individuele leerling te richten. In de volgende paragrafen van het algemeen gedeelte van deze handleiding gaan we hier uitgebreid op in. Misschien is het werken met deze zesde druk van Biologie voor jou anders dan u gewend bent. In het begin zult u mogelijk iets meer tijd moeten besteden aan het voorbereiden van lessen. In de loop van de tijd zult u echter routine krijgen in het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van uw lessen. We hopen u met deze handleiding daarbij hulp te kunnen bieden.

Bij deze handleiding voor leerjaar 3 horen de volgende materialen: Voor vmbo-bk: − de leerwerkboeken 3a en 3b; − de antwoordenboeken 3a en 3b; − het katern ‘Erfelijkheid en evolutie’ voor 3/4

vmbo-k; − de internetsite www.biologievoorjou.nl. Voor vmbo-gt: − de handboeken 3a en 3b; − de werkboeken 3a en 3b; − de antwoordenboeken 3a en 3b; − de internetsite www.biologievoorjou.nl. Wanneer u deze materialen doorkijkt, kunt u zien hoe de verschillende materialen bij de methode op elkaar afgestemd zijn en op welke wijze zelfstandig leren wordt gestimuleerd. Als u snel wilt weten hoe de methode in elkaar zit, kunt u het beste het voorwoord in de handboeken lezen. Aan de hand hiervan kunt u de diverse materialen en verwijzingen bekijken en uitproberen. Vergeet niet de internetsite www.biologievoorjou.nl te bekijken (hiervoor moet u een ePack-licentie aanschaffen; zie ook 1.3 Werken met de ePack-site).

1 Algemeen gedeelte

Page 7: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 7

ALGEMEEN GEDEELTE

1.2 WERKEN MET DE VERSCHILLENDE BOEKEN Bij Biologie voor jou gebruikt de leerling verschillende boeken: Voor vmbo-bk: − het leerwerkboek; − het antwoordenboek. Voor vmbo-gt: − het handboek; − het werkboek; − het antwoordenboek. In het handboek voor vmbo-gt treffen leerlingen alle teksten en afbeeldingen aan die ze tijdens het bestuderen van de basisstof nodig hebben. In de werkboeken vinden ze opdrachten, afbeeldingen en teksten die bedoeld zijn om de leerstof te verwerken. Het leerwerkboek voor vmbo-bk bevat naast alle teksten en afbeeldingen ook de opdrachten. De antwoordenboeken bevatten de antwoorden op de opdrachten. De leerlingen kunnen hiermee hun antwoorden zelfstandig controleren. De leerstof in de handboeken voor vmbo-gt is verdeeld in thema’s. Deze zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen: − een thema-inleiding; − een aantal basisstoffen; − een aantal extra basisstoffen; − een samenvatting; − een diagnostische toets; − een aantal verrijkingsstoffen. Deze indeling geldt voor elke uitgave van Biologie voor jou. Voor de doelgroep vmbo-bk zijn er echter specifieke aanpassingen. In plaats van een thematische samenvatting en diagnostische toetsen bijvoorbeeld kent de uitgave voor vmbo-bk samenvattingen en toetsen per basisstof (Om te onthouden en Test jezelf). Dit past beter bij de beoogde doelgroep. We komen hier later op terug en lichten dan de specifieke kenmerken verder toe.

Thema-inleiding De thema-inleidingen in de handboeken bij Biologie voor jou functioneren als advanced organiser. Een korte inleidende tekst beschrijft de inhoudelijke aspecten die in het thema aan de orde zullen komen. Daarnaast geven de inleidende pagina’s de structuur te zien waarlangs de diverse onderdelen in het thema besproken zullen worden. De leerling krijgt zo inzicht in de omvang van het thema, de leerstofverdeling in basisstoffen en extra basisstoffen, de onderdelen waarbij ePack gebruikt kan worden, de pagina’s waarop de onderdelen per thema te vinden zijn en de diverse verrijkingsstoffen of extra stoffen bij het thema. Na elke thema-inleiding wordt de leerling verwezen naar een planningsformulier op ePack. De planningsformulieren zijn niet afgedrukt in het werkboek. In het leerwerkboek voor vmbo-bk wordt niet verwezen naar een planningsformulier. Basisstof De basisstoffen bestaan uit teksten met afbeeldingen en verwijzingen naar opdrachten in het werkboek. De afbeeldingen ondersteunen in de meeste gevallen de teksten. In de teksten worden, waar mogelijk en relevant, relaties gelegd met voorgaande thema’s. De verwijzingen naar de opdrachten onderbreken de lopende teksten, zodat er tekstblokken ontstaan met een bescheiden omvang. De omvang van deze tekstuele eenheden verschillen per uitgave. De meeste opdrachten zijn door leerlingen zelfstandig te verwerken. De vragen kunnen worden beantwoord met behulp van de informatie uit de tekst en/of de afbeeldingen. De practicumopdrachten zijn in het algemeen ook zelfstandig uit te voeren. Bij de practicumopdrachten is steeds dezelfde opbouw gevolgd. In de delen vmbo-gt eindigt elke basisstof met een

opdracht. In de delen vmbo-bk wordt elke basisstof afgesloten met één of meer kader-opdrachten en de onderdelen Om te onthouden en Test jezelf. Kader-opdrachten zijn bedoeld voor leerlingen die de kaderberoepsgerichte leerweg volgen. U kunt er als docent naar eigen beoordelingsvermogen voor kiezen om leerlingen deze opdrachten te laten maken. Kader-opdrachten zijn wat moeilijker. Ze bevatten vaak meer rekenwerk, meer grafieken en meer toepassingsvragen.

Page 8: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 8

ALGEMEEN GEDEELTE

Extra basisstof De delen vmbo-gt hebben na de basisstof extra basisstof. De extra basisstoffen per thema bevatten de onderwerpen die wat moeilijker zijn dan de reguliere basisstoffen. Ze behandelen leerstof die de leerlingen van de betreffende doelgroep naar een hoger niveau brengen. Qua structuur zijn de extra basisstoffen op dezelfde wijze opgezet als de reguliere basisstoffen. Ze bevatten ook verwijzingen naar opdrachten in het werkboek en de opdrachten zijn na te kijken met behulp van het antwoordenboek. Samenvatting en diagnostische toets: vmbo-gt De basisstof en de extra basisstof worden in de delen vmbo-gt afgesloten met een samenvatting. In de delen vmbo-gt is de leerstof geclusterd in doelstellingen. In de doelstelling staat beschreven welke kennis van de leerlingen wordt verwacht, bijvoorbeeld: Je moet kunnen omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren en wat een populatie is.

Onder deze doelstelling staat vervolgens puntsgewijs beschreven om welke specifieke kenmerken het gaat, inclusief voorbeelden. Aan het einde van een samenvatting staat altijd vermeld welke competenties en/of vaardigheden leerlingen zich eigen hebben gemaakt na het doorwerken van een thema. In principe zouden de leerlingen in staat moeten zijn om na bestudering van de doelstellingen en de samenvatting de diagnostische toets en de beoordelingstoets te maken. Eventueel kunnen zij bij de bestudering van de samenvatting terugkijken naar de basisstof. Bijvoorbeeld om te controleren of ze de delen van een afbeelding kunnen benoemen. De diagnostische toetsen zijn ook te vinden op ePack. Ze heten daar adviestoets. De diagnostische toets is bedoeld als leermiddel, niet als toetsmiddel. De toets in het boek geeft leerlingen tijdens het leerproces feedback. Dit vraagt een actieve opstelling van de leerling. De leerling maakt de diagnostische toets, controleert vervolgens de antwoorden met behulp van het antwoordenboek en bekijkt daarna welke onderdelen hij beheerst en welke onderdelen hij grondiger moet bestuderen. De adviestoets op ePack is dezelfde toets als in het leerlingenboek. Hier wordt echter de controlefunctie van de leerling overgenomen en wordt geen feedback gegeven. De adviestoets geeft wel een suggestie voor de daarna te volgen leerroute. Meer hierover leest u in 1.3 Werken met de ePack-site. Om te onthouden en Test jezelf in vmbo-bk De samenvattingen en diagnostische toetsen in het leerwerkboek vmbo-bk kennen een ander karakter dan in de vmbo-gt-editie. In de vmbo-bk-editie wordt elke basisstof afgesloten met een onderdeel Om te onthouden. Dit onderdeel is een samenvatting van de belangrijkste leerstof in de

Het didactische model van de opbouw van een thema in schema.

Page 9: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 9

ALGEMEEN GEDEELTE

basisstof. Hierna volgt een controletoets met de naam Test jezelf. In principe zou de leerling in staat moeten zijn om Test jezelf te maken na bestudering van Om te onthouden. Het onderdeel Test jezelf geeft leerlingen de gelegenheid zelf te controleren of ze de belangrijkste leerinhouden beheersen, zonder dat dit gevolgen heeft in de vorm van een cijfer. Test jezelf is bedoeld als leermiddel, niet als toetsmiddel. Test jezelf in het boek geeft leerlingen tijdens het leerproces feedback. Dit vraagt een actieve opstelling van de leerling. De leerling maakt Test jezelf, controleert vervolgens de antwoorden met het antwoordenboek en bekijkt daarna in welke mate hij de basisstof beheerst. Op basis daarvan kan hij nagaan welke onderdelen van Om te onthouden hij grondiger moet bestuderen. De adviestoets op ePack is hetzelfde als de Test jezelf in het leerlingenboek. Hier wordt echter de controlefunctie van de leerling overgenomen en wordt geen feedback gegeven. De adviestoets geeft wel een suggestie voor de daarna te volgen leerroute. Meer hierover leest u in 1.3 Werken met de ePack-site. In de delen vmbo-bk worden de vaardigheden en/of competenties die leerlingen zich eigen hebben gemaakt, vermeld na de basisstof. De vaardigheden die leerlingen hebben kunnen oefenen door het maken van de kader-opdrachten worden apart genoemd. De verrijkingsstof (vmbo-gt) en extra stof (vmbo-bk) De verrijkingsstof in de delen vmbo-gt en extra stof in de delen vmbo-bk is bedoeld om leerlingen opdrachten te laten kiezen waarvoor ze belangstelling hebben. In principe moeten alle leerlingen in staat worden gesteld verrijkingsstof of extra stof te verwerken.

Wel kan er verschil bestaan in de hoeveelheid verrijkingsstof of extra stof die leerlingen verwerken en in de tijd die leerlingen in de klas hieraan besteden. De verrijkingsstof of extra stof bestaat meestal uit twee of drie verschillende onderwerpen. Bij elk thema komt het onderwerp Leren en werken terug. De inhoud hiervan is steeds afgestemd op het thema. Op ePack is per thema nog meer verrijkingsstof en extra stof te vinden, in de plusroute. Verwijzingen In de delen vmbo-gt staan verwijzingen die het leerproces van de leerling begeleiden. Ze verwijzen de leerling van het handboek naar het werkboek en van het werkboek naar het handboek. Ze kunnen ook verwijzen naar ePack. Aan het einde van de basisstof, de extra basisstof, de diagnostische toets en de verrijkingsstof wordt steeds verwezen naar het antwoordenboek.

Het didactische model van de opbouw van een thema in de vmbo-bk-editie.

Page 10: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 10

ALGEMEEN GEDEELTE

1.3 WERKEN MET DE EPACK-SITE Het digitale lesmateriaal wordt bij Biologie voor jou voor de bovenbouw 6e druk aangeboden in het ePack. Het ePack bij Biologie voor jou biedt vanaf schooljaar 2010-2011 extra onlinetoepassingen die u en uw leerlingen in staat stellen om anders te leren en gemakkelijk eigen leerroutes te kiezen. Dit werkt motiverend en geeft daardoor betere leerresultaten. Het ePack voor de bovenbouw is anders dan van de onderbouw. Als docent hebt u uitgebreide mogelijkheden om met behulp van ICT uw leerlingen op strikt individuele basis te sturen. Een belangrijke functionaliteit van het ePack voor de bovenbouw is dat u als docent van iedere leerling afzonderlijk de werkhouding en resultaten op afstand kunt volgen. Op relatief eenvoudige wijze kunt u zien hoe lang iedere leerling bezig is geweest met bijvoorbeeld de computerlessen, hoe vaak hij heeft ‘gespiekt’ (de computer toont hierbij de goede antwoorden bij het doorlopen van de computerlessen) en wat de score is van die leerling op bijvoorbeeld de adviestoets. Daarnaast kunt u de resultaten van iedere afzonderlijke leerling vergelijken met het gemiddelde van de klas en met die van andere klassen waarin u dezelfde stof behandeld heeft. De leerling start op ePack met de standaardroute van een thema. Hierin staan verwijzingen naar de basisstoffen in het handboek/leerwerkboek, maar ook naar computerlessen en een pdf-les die een basisstof vervangt. De standaardroute wordt afgesloten met een adviestoets. Op basis van de resultaten uit de adviestoets wordt een individuele leerroute voor de leerling samengesteld met herhalingsstof, extra stof of plusstof. Hierdoor kunt u ePack ook inzetten voor extra training of juist voor meer uitdaging. Het ePack kan bepaalde onderdelen uit het handboek vervangen. U kunt ePack eventueel ook inzetten voor extra training naast de onderdelen uit het handboek, het werkboek of het leerwerkboek van Biologie voor jou.

Om toegang te krijgen tot ePack hebben u en uw leerlingen een ePack-voucher nodig. Met deze voucher krijgt u via internet toegang tot alle online-onderdelen van Biologie voor jou. Via www.biologievoorjou.nl is ePack thuis en op school altijd bereikbaar. Bij de 6e druk van Biologie voor jou leerjaar 3 zijn de volgende ePack-vouchers beschikbaar: − docentenvoucher 3-4 Basis: geeft toegang

tot de delen 3a, 3b, 4a en 4b van beide stromen en het docentendeel;

− docentenvoucher 3-4 Extra: geeft toegang tot de delen 3a, 3b, 4a en 4b van beide stromen en het docentendeel incl. Presentator;

− leerlingenvoucher 3 vmbo-bk: geeft toegang tot de delen 3a en 3b van beide stromen;

− leerlingenvoucher 3 vmbo-gt: geeft toegang tot de delen 3a en 3b van beide stromen.

De eerste thema's van 3a zullen online zijn bij de start van het schooljaar 2010-2011 (streefdatum 1 augustus). De overige thema's van de delen 3a en de thema's van de delen 3b zullen online zijn in de loop van schooljaar 2010-2011; delen 4 vanaf schooljaar 2011-2012. Voordat u toegang hebt tot het docenten-ePack, dient u zich eenmalig te registreren. U krijgt dan een gebruikersnaam en een wachtwoord. Daarnaast moet u eenmalig de activeringscode invoeren die u in de ePack-voucher aantreft. Deze unieke activeringscode is geheim en wordt eenmalig verstrekt. Ook Uitgeverij Malmberg kan u deze code niet opnieuw verschaffen. Bewaar de code daarom goed en noteer uw gebruikersnaam en wachtwoord. Wanneer het niet lukt om in te loggen of wanneer u andere technische problemen tegenkomt, kunt u www.epack.malmberg.nl raadplegen. Ook kunt u uw ICT-technische vraag of opmerking per e-mail aan de Klantenservice kenbaar maken. Voor niet-technische vragen kunt u contact opnemen met onze afdeling Klantenservice, telefoon (073) 628 7628 of per e-mail (zie het helpdeskformulier via www.malmberg.nl).

Page 11: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 11

ALGEMEEN GEDEELTE

ePack-vouchers zijn verkrijgbaar via de schoolboekhandel en via de webshop op www.malmberg.nl. Meer informatie over ePack vindt u via www.biologievoorjou.nl. ePack bevat de volgende onderdelen (zie ook 2.11 Inhoud ePack deel 3 vmbo-bk en 3.14 Inhoud ePack deel 3 vmbo-gt): Handleiding en materiaallijsten (alleen docenten-ePack) De docentenhandleiding staat op het docentendeel van de ePack-site en is beschikbaar als pdf-bestand. U kunt in de docentenhandleiding een totaaloverzicht vinden van de benodigde materialen voor alle practica in het derde leerjaar. De bederfelijke materialen worden daarin niet vermeld. Per thema wordt een overzicht gegeven van alle practicummaterialen die nodig zijn voor dat thema, inclusief de bederfelijke materialen. De totaallijsten zijn ook als pdf-bestanden in te zien en te downloaden op de ePack-site. Planning De planner biedt aan iedere leerling de mogelijkheid om het thema te plannen. Leerlingen kunnen aangeven welke onderdelen ((extra) basisstoffen, diagnostische toets, eindtoets, enzovoort) zij gaan doen. Bij sommige (extra) basisstoffen kunnen zij kiezen uit de boekversie of de computerles op de ePack-site. Per onderdeel kunnen de geplande lesuren en een begindatum worden aangegeven en kunnen opmerkingen worden toegevoegd. Computerlessen Bij elk thema is in de standaardroute een aantal computerlessen beschikbaar. Deze computerlessen bestaan uit animaties en filmpjes met uitleg en enkele interactieve oefeningen. Anders dan in de onderbouw behandelen deze computerlessen niet de stof van een gehele basisstof. De computerlessen behandelen lastige onderwerpen zodat die op deze manier toegankelijker worden voor de leerling. De computerlessen zijn voorzien van een scorepagina die bijhoudt hoe de leerling de oefeningen heeft gemaakt. Per thema is er steeds één computerles die wel een complete basisstof uit het handboek of leerwerkboek vervangt. Dat wil zeggen dat alle leerdoelen van de betreffende basisstof in de computerles aan de orde komen. Het aantal opdrachten bij deze computerles is doorgaans wel

kleiner dan in het werkboek of leerwerkboek; de opdrachten bij de computerles kunnen eventueel als aanvullende oefenstof worden gebruikt. Vervangende lessen Naast de computerles die een basisstof vervangt, is er in elk thema nog een mogelijkheid een basisstof op een alternatieve manier aan uw leerlingen aan te bieden. Daarvoor is in de standaardroute van ePack per thema één vervangende pdf-les opgenomen. De stof wordt hierin op een andere, activerende manier behandeld en geoefend. Samenvatting/Om te onthouden De samenvatting is als pdf op de ePack-site te vinden en is identiek aan de samenvatting in het handboek vmbo-gt. Dit geldt ook voor het onderdeel Om te onthouden uit het leerwerkboek van vmbo-bk. Diagnostische toetsen/Test jezelf (Adviestoetsen) De diagnostische toetsen worden op twee manieren aangeboden: − in het handboek/leerwerkboek; − als interactieve adviestoets op ePack. De adviestoets op ePack sluit de standaardroute van elke leerling af. De vragen over de extra basisstof zijn er niet in opgenomen, omdat de extra basisstof op dit punt in de leerroute nog niet aan de orde is geweest. De adviestoets geeft geen inhoudelijke feedback en wordt meteen nagekeken. Op basis van de score krijgt de leerling vervolgens een suggestie voor de hierna te volgen leerroute: herhaling (een herhaling van de computerlessen bij moeilijke onderwerpen en een extra computerles), extra (extra basisstof of extra stof uit het boek) of plus (extra verrijkingsstoffen uit het boek en op pdf-formaat). Het ePack levert zo een belangrijke bijdrage aan onderwijs op maat. Verrijkingsstoffen Bij de delen vmbo-gt zijn bij elk thema in het handboek twee tot drie verrijkingsstofopdrachten opgenomen. De ePack-site biedt per thema twee extra verrijkingsstoffen. De verrijkingsstoffen worden aangeboden als pdf-bestanden en maken deel uit van de plusroute. Voor vmbo-bk bestaan er in de plusroute ook twee stoffen als aanvulling op de extra stoffen in het leerwerkboek. Ook deze opdrachten zijn als pdf-bestanden in de plusroute te vinden.

Page 12: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 12

ALGEMEEN GEDEELTE

Naslag Naslag biedt waardevolle en betrouwbare naslaginformatie, die verrijkt is met audio, video en animaties. De informatie is afgestemd op het niveau en de behoeften van uw leerlingen. Er is een ruime keuze uit diverse bronnen, zoals: − een encyclopedie: betrouwbare bronnen

afgestemd op het niveau van de leerling; − een practicumbibliotheek: filmpjes van

practicumopdrachten en demonstratieproeven; − thema’s: dossiers aan de hand van de thema’s

die dat leerjaar aan de orde komen. Onder Naslag zijn nog enkele algemene onderdelen te vinden, zoals tips bij het leren voor het examen biologie, tips voor het examen zelf, vaardigheden voor biologie en de exameneisen per thema. Studiehulp Studiehulp bevat drie onderdelen: − Werkwijzer, waarin aan de hand van een

stappenplan, checklist en voorbeelden wordt getoond hoe leerlingen een bepaalde werkvorm kunnen gebruiken (bijvoorbeeld een boekverslag, mondelinge presentatie en een PowerPoint-presentatie);

− Rekenhulp, voor hulp en oefeningen bij allerhande rekenvaardigheden;

− Taalhulp, die uitleg biedt bij allerlei taalvragen. Examentrainer Voor elk thema is er een onderdeel Examentrainer (aan het einde van de vervolgroutes, voorafgaand aan de eindtoets). Deze bestaat uit 1 à 2 examen-vragen (inclusief antwoorden) uit examens van voorgaande jaren. Het betreft alleen vragen die over dit thema gaan; bij voorkeur zijn eerdere thema’s erin verwerkt. De examenvragen zijn aangevuld met tips en 'instinkers'. Verder is aangegeven waar in Biologie voor jou de gevraagde stof terug te vinden is. Eindtoetsen (alleen docenten-ePack) De eindtoetsen staan alleen op het docentendeel van de ePack-site. Ze zijn in de volgende formaten beschikbaar: − als Word-bestand (toetsen, scorebladen en

antwoordbladen); − als pdf-bestand (toetsen, scorebladen en

antwoordbladen); − als WinToets-bestand (interactieve toetsen); − als interactieve toetsen.

De Word-toetsen zijn zo opgemaakt dat ze door u betrekkelijk makkelijk kunnen worden aangepast. U kunt vragen wijzigen, verwijderen of toevoegen. Houdt u daarbij wel rekening met eventuele wijzigingen in de nummering van de vragen en afbeeldingen en wijzigingen op de antwoord- en scorebladen. De pdf-toetsen zijn eenvoudig printbaar, zonder kans op verloop als gevolg van printerinstellingen. Voor de WinToets-bestanden dient u te beschikken over het programma WinToets 3.1 of een hogere versie. Informatie over WinToets vindt u op de website van De Rode Planeet: www.drp.nl/wintoets. Met het ePack hebt u de beschikking over een toetsprogramma. Met dit programma kunt u digitale eindtoetsen afnemen. Een duidelijk pluspunt is dat de gemaakte eindtoets meteen door de computer wordt nagekeken. Dit kan u veel correctiewerk uit handen nemen. Ook kunt u eenvoudig zelf digitale toetsen aanpassen en nieuwe toetsen maken. Niet alleen meerkeuzevragen, maar ook open vragen en matchingvragen behoren tot de mogelijkheden. Presentator (alleen docenten-ePack) De Presentator op ePack bevat unieke, interactieve software voor het digitale schoolbord. Het complete handboek, werkboek of leerwerkboek en antwoordenboek vormt de basis en van hieruit kunt u direct uw eigen links naar sites toevoegen en laten zien. Bijvoorbeeld naar Google Earth of naar filmpjes op Youtube over een specifiek onderwerp. Bovendien kunt u heel makkelijk eigen teksten, foto’s, afbeeldingen of filmpjes toevoegen. In het handboek en leerwerkboek kunt u diverse afbeeldingen vergroot weergeven door ze aan te klikken. Ook zijn in elk thema enkele animaties of interactieve illustraties opgenomen. De Presentator kunt u op verschillende manieren inzetten: 1. Bij instructie/als lesstarter. U adstrueert uw uitleg met beeld, audio,

animatie en dergelijke en gebruikt hierbij specifieke Presentatorfunctionaliteiten, zoals aantekeningen maken op de getoonde content, vergroten en afdekken.

2. Bij gezamenlijke (of groepsgewijze) verwerking van opdrachten.

U bespreekt (een selectie van) opdrachten die leerlingen hebben gemaakt en geeft leerlingen daarbij eventueel een rol. U kunt een leerling

Page 13: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 13

ALGEMEEN GEDEELTE

bijvoorbeeld voor de klas een oefening laten maken.

3. Bij het evalueren of afsluiten van een les. U kunt snel teruggrijpen op eerder gedane

uitleg. 1.4 VISIE OP HET BIOLOGIEONDERWIJS In dit hoofdstuk beschrijven we enkele uitgangspunten die hebben geleid tot de biologische inhoud van de leerstof van de zesde druk van Biologie voor jou, voor deel 3. Inhoud van de leerstof Voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden de volgende zes algemene onderwijsdoelen: 1 Werken aan vakoverstijgende thema's De leerling leert, in het kader van een brede en

evenwichtige oriëntatie op mens en samenleving, enig zicht te krijgen op relaties met de persoonlijke en maatschappelijke omgeving.

2 Leren uitvoeren De leerling leert in zo veel mogelijk herkenbare

situaties, mede met gebruikmaking van ICT, een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen.

3 Leren leren De leerling leert, mede met gebruikmaking van

ICT, zo veel mogelijk eigen kennis en vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer- en werkproces kunnen verbeteren.

4 Leren communiceren De leerling leert, mede via een proces van

interactief leren, een aantal sociale en communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen.

5 Leren reflecteren op het leer- en werkproces De leerling leert, door te reflecteren op het

eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op, en sturing te geven aan het eigen leer- en werkproces.

6 Leren reflecteren op de toekomst De leerling leert, door te reflecteren op het

eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en interesses.

In de bijlagen is te lezen hoe expliciet aandacht kan worden besteed aan deze algemene onderwijsdoelen of waar het bij de invulling van deze onderwijsdoelen om gaat.

Daarnaast heeft het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen op 1 augustus 2007 goedkeuring gegeven aan de examenprogramma’s voor biologie voor alle vmbo-afdelingen. De examenprogramma’s gelden tot nader order. De examenstof voor de centrale examens staat beschreven in een syllabus die door het CEVO jaarlijks wordt gepubliceerd (zie bijlagen). De leerstofinhoud van Biologie voor jou deel 3a en 3b in deze zesde druk is afgeleid van de zes algemene onderwijsdoelen en van de exameneenheden in de examenprogramma’s vmbo voor biologie. Bij de ontwikkeling van deze nieuwe druk van Biologie voor jou hadden we echter ook nadrukkelijk de volgende uitgangspunten voor ogen: − meer aandacht voor het leren leren; − meer leerlingen (alle doelgroepen) meer leren; − meer aandacht voor het leren onderzoeken; − de leerlingen beter voorbereiden op hun

toekomst; − de leerlingen beter voorbereiden op hun kansen

in het voortgezet onderwijs; − meer aandacht voor competenties en

vaardigheden; − aandacht voor de concept-contextbenadering

(uitgaande van de bestaande kerndoelen). Bij het doorlezen van deze handleiding en bij het werken met de methode zult u merken dat Biologie voor jou hier goed bij aansluit. Voorbereiden op de toekomst Om de leerlingen beter voor te bereiden op hun eigen toekomst hebben we ervoor gekozen om een aantal algemene onderwijsdoelen consequent te integreren in Biologie voor jou. In elk thema is bijvoorbeeld een onderdeel Leren en werken opgenomen, waarin de leerling kennismaakt met een beroepsbeoefenaar die in zijn of haar beroep veel te maken heeft met het behandelde aspect uit de biologie (organen en cellen, ordening, enzovoort). De leerling krijgt specifieke vragen voorgelegd over het beroep en over de capaciteiten die ervoor nodig zijn. Via het onderdeel Leren en werken laten we de leerlingen kennismaken met een brede range aan beroepen waarbij kennis van de biologie een rol speelt. Op die manier proberen we de leerling inzicht te verschaffen in het nut en de relevantie van kennis van de biologie voor zijn of haar eigen toekomst. Ook hebben we het gebruik van de computer en van moderne meetinstrumenten een plek gegeven in het biologieonderwijs. Enerzijds willen we

Page 14: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 14

ALGEMEEN GEDEELTE

daarmee de computervaardigheden bij de leerling vergroten, anderzijds bieden we de leerling hiermee een stimulerende leefomgeving, die hem of haar in de gelegenheid stelt om de leerstof op verschillende manieren en in een individueel tempo te verwerken. Het gebruik van de moderne meetinstrumenten is in het huidige biologieonderwijs onmisbaar. Beter voorbereiden op kansen in het voortgezet onderwijs De zesde druk voor het derde leerjaar van Biologie voor jou bestaat uit twee versies: vmbo-bk en vmbo-gt. Met deze twee versies sluit Biologie voor jou aan bij de meest voorkomende klassensituaties in het derde leerjaar. De leerlingen kunnen hierdoor werken op het niveau dat bij hen past. In alle delen van Biologie voor jou zijn de teksten afgestemd op de doelgroepen waarvoor de uitgaven zijn bedoeld. Het taalgebruik in de versie vmbo-bk is in de zesde druk wat eenvoudiger geworden. De leerstof in versie vmbo-gt is verdeeld in basisstof en extra basisstof. In de versie vmbo-bk wordt de basisstof afgesloten met één of meer kader-opdrachten. De extra basisstof en de kader-opdrachten zijn met name bedoeld voor leerlingen die meer uitdaging willen. De leerlingen krijgen zo de mogelijkheid om hun eigen kansen in het voortgezet onderwijs te vergroten. Meer leerlingen meer leren, en leren leren Door te voorzien in twee versies bereiken we meer leerlingen op hun eigen niveau, zodat we meer leerlingen beter voorbereiden op hun kansen in het voortgezet onderwijs. Maar leerlingen voorbereiden op hun kansen in het onderwijs betekent ook dat we ze moeten helpen om die kansen te benutten. In Biologie voor jou doen we dit op verschillende manieren. We besteden bijvoorbeeld structureel aandacht aan de begrippen, de processen en de vaardigheden waar het in de biologie om draait. De relevante begrippen en processen worden gedefinieerd en beschreven, zodat de leerlingen een vocabulaire ontwikkelen om de (biologische) wereld om hen heen te beschrijven. Maar daar blijft het niet bij. We leren de leerlingen ook waaraan een goede begripsdefinitie moet voldoen, en we helpen hen om zelf zulke definities te formuleren door specifiek op de kenmerken en de eigenschappen van (bijvoorbeeld) een object te letten. Onder het kopje Begripsleren vindt u dit principe geconcretiseerd aan de hand van een voorbeeld.

Voor de processen in de biologie geldt iets soortgelijks. Met processen bedoelen we alle biologische verschijnselen die zich voltrekken over een zekere tijdsperiode. Het vocabulaire dat de leerlingen ontwikkelen bij het begripsleren hebben ze nodig voor de beschrijving van het verloop van de processen. In de boeken bij Biologie voor jou zijn de processen geïllustreerd met afbeeldingen waarin het stapsgewijze verloop is gevisualiseerd. Veel processen worden ondersteund door animaties op ePack. Net als bij de begrippen leren we de leerlingen ook waar processen aan voldoen en op welke manier deze kunnen worden beschreven. Onder het kopje Procesleren vindt u dit principe geconcretiseerd aan de hand van een voorbeeld.

Een schematisch overzicht van de menstruatiecyclus zoals afgebeeld in het handboek.

Page 15: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 15

ALGEMEEN GEDEELTE

We gaven al eerder aan dat het aanleren van vaardigheden binnen Biologie voor jou structurele aandacht krijgt. In Biologie voor jou beperken we ons niet alleen tot de vaardigheden die behoren tot de biologische vaardigheden zoals tekenen, preparaten maken en microscopiseren. We besteden ook veel aandacht aan het aanleren van algemene vaardigheden. Hierbij valt te denken aan vaardigheden die liggen op het gebied van de oriëntatie op mens en maatschappij, informatie halen uit bronnen, omgang met materialen en apparaten, eigen standpunten bepalen, natuurwetenschappelijke vraagstukken planmatig onderzoeken, planningen maken, eigen werk presenteren, enzovoort. De wens om meer leerlingen meer te leren, en te leren leren is in de zesde druk van Biologie voor jou ook vertaald in het ePack. Alle eerdergenoemde aspecten (begripsleren, procesleren en vaardigheidsleren) komen hier terug. Het ePack geeft computerlessen met definities en afbeeldingen, procesbeschrijvingen met animaties van het verloop van het proces en stapsgewijze beschrijvingen van de vaardigheden. Al deze zaken worden multimediaal aangeboden. Bovendien kan elke leerling zo kiezen welk onderdeel uit de methode het beste bij zijn eigen leerstijl past: de theoretische benadering van het handboek of de praktische benadering van ePack.

Scherm uit de computerles bij thema 3, basisstof 4 voor vmbo-gt. Leren onderzoeken Recente ontwikkelingen in het biologieonderwijs laten zien dat er een steeds groter belang wordt gehecht aan leren onderzoeken. De nieuwe druk van Biologie voor jou loopt vooruit op deze trend door de leerlingen tal van algemene en biologische vaardigheden aan te leren en door hun de

hulpmiddelen te bieden om deze vaardigheden blijvend te oefenen. Voor meer informatie hierover: zie Vaardigheidsleren. Ten behoeve van Biologie voor jou is een leerlijn Onderzoeken ontwikkeld die door de leerjaren heen loopt. In de materialen voor de onderbouw is al begonnen met het aanleren van basisvaardigheden ten behoeve van natuurwetenschappelijk onderzoek. In de bovenbouw leren de leerlingen allerlei moderne hulpmiddelen gebruiken voor dit onderzoek.

Begripsleren Mensen gebruiken begrippen om hun ervaringen met elkaar te kunnen delen. Een begrip wordt aangeduid met een woord, bijvoorbeeld het begrip ‘appel’. Een begrip heeft kenmerken. Kenmerken zijn waar te nemen met de zintuigen. In het geval van het begrip ‘appel’ zijn de kenmerken: rond, steeltje, kroon. Wanneer we weten dat een object een ‘appel’ is en we kennen het begrip, dan kennen we ook een aantal eigenschappen. Een ‘appel’ heeft de volgende eigenschappen: hij heeft een klokhuis, hij heeft sappig vruchtvlees, hij is eetbaar. Deze eigenschappen zijn niet waarneembaar. We kunnen ze wel waarneembaar maken door onderzoek te doen. Snijd bijvoorbeeld eens een appel doormidden, dan zie je het klokhuis.

Page 16: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 16

ALGEMEEN GEDEELTE

Bijt in de appel en je voelt het sap stromen. Eet de appel op en stel vast dat hij eetbaar is. Op die manier kunnen we een appel definiëren in termen van kenmerken en eigenschappen. Maar voor een volledige definitie is dat nog niet genoeg. Bij elk begrip horen voorbeelden van objecten die wel tot het begrip behoren en van objecten die niet tot het begrip behoren. Voorbeelden van objecten die tot het begrip ‘appel’ behoren, zijn: Granny Smith, Goudrenet. Objecten die niet tot het begrip ‘appel’ behoren, zijn: peer, pruim. Deze voorbeelden noemen we non-voorbeelden. Voor een correcte begripsdefinitie is het nodig om de non-voorbeelden te benoemen omdat een appel gemakkelijk te verwarren is met een peer of een pruim, zelfs ondanks de verschillen in de kenmerken en de eigenschappen. Bij een volledige begripsdefinitie hoort nog meer. Begrippen staan immers meestal niet op zichzelf. Je kunt ze in verband brengen met verwante begrippen. In geval van een appel zijn dat begrippen als: zaad, vrucht, boom. Het zaad in de appel is een pit. De appel is een vrucht van een boom. Op deze manier ontstaat een web van verwante begrippen. Het web aan begrippen in de biologie is de opstap naar de processen, bijvoorbeeld: het proces van de levenscyclus van een plant en het proces van het ontkiemen van zaad. Want we weten dat uit een appel een nieuwe appelboom kan ontstaan. Het web van verwante begrippen stelt ons dus in staat om het verloop van de processen te beschrijven.

Bij begripsleren in Biologie voor jou leren we de leerlingen de volgende doelstellingen aan: − de kenmerken van een begrip kunnen

vaststellen; − de eigenschappen van een begrip kunnen

onderzoeken; − voorbeelden kunnen noemen; − voorbeelden van non-voorbeelden kunnen

onderscheiden; − een relatie met verwante begrippen kunnen

beschrijven; − een begrip correct kunnen omschrijven. Procesleren In de natuur voltrekken zich allerlei processen. In Biologie voor jou bedoelen we met processen een reeks op elkaar volgende stadia en overgangen. Een stadium is een toestand van een organisme of een verschijnsel op een bepaald moment. Elk stadium heeft zijn specifieke kenmerken die kunnen worden waargenomen. De verschillende stadia in een proces staan in relatie tot elkaar; ze volgen elkaar op. Elk proces heeft een begin en een eind. De veranderingen tussen twee stadia van een proces noemen we overgangen. Overgangen kunnen worden herkend aan de hand van veranderingen in een of meer van de kenmerken van de verschillende stadia. Een voorbeeld van een proces is de metamorfose bij kikkers. Wanneer een kikkervisje uit het ei is gekropen, heeft het de volgende kenmerken: het heeft een flinke zwemstaart, en het heeft vanaf dag 4 uitwendige kieuwen. Deze kenmerken zijn

Page 17: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 17

ALGEMEEN GEDEELTE

duidelijk waarneembaar. Daarom laat het stadium waarin dit kikkervisje zich bevindt zich omschrijven aan de hand van deze kenmerken. In het volgende stadium heeft het kikkervisje nog steeds een flinke zwemstaart, maar de externe kieuwen zijn verdwenen. In plaats hiervan heeft het kikkervisje inwendige kieuwen gekregen, doordat er kieuwdeksels over de kieuwen heen zijn gegroeid (na ongeveer drie weken). Ook dit stadium laat zich goed omschrijven aan de hand van de kenmerken. Andere voorbeelden van processen die in Biologie voor jou aan bod komen, zijn: vruchtontwikkeling, groei, ontwikkeling, ademhaling, voortplanting, uitscheiding, pupilreflex enzovoort. In Biologie voor jou stellen we het begripsleren in dienst van het procesleren. Bij het leren van processen moet de leerling op basis van ervaring, en op basis van goed geleerde begrippen, de stadia in het proces en de overgangen daartussen kunnen waarnemen en vervolgens kunnen beschrijven. Bij procesleren in Biologie voor jou leren we de leerlingen de volgende doelstellingen aan: − het kunnen omschrijven van het eerste stadium

van een proces (start); − het kunnen bepalen en benoemen van het

aantal verschillende stadia in een proces; − het kunnen beschrijven van elk stadium in

termen van kenmerken; − het kunnen beschrijven van de overgangen

tussen de verschillende stadia in termen van veranderende kenmerken en eigenschappen;

− het kunnen omschrijven van het laatste stadium van een proces.

Vaardigheidsleren Om biologische verschijnselen en processen te bestuderen is het nodig om bepaalde vaardigheden te beheersen, bijvoorbeeld microscopiseren, preparaten maken en tekeningen maken. De vaardigheden in Biologie voor jou staan in dienst van het natuurwetenschappelijk onderzoek van biologische verschijnselen en het presenteren van de resultaten ervan. Dit betekent natuurlijk niet dat we ons uitsluitend richten op de biologische vaardigheden. We besteden ook aandacht aan vaardigheden die betrekking hebben op het leren uitvoeren, leren leren, leren communiceren en het leren reflecteren. Deze algemene vaardigheden staan dan wel in dienst van het onderzoeken en presenteren. Voorbeelden van algemene vaardigheden die in Biologie voor jou worden aangeleerd, zijn: grafieken lezen en maken, tabellen lezen en maken, verslagen maken, werkstukken maken en

informatie halen uit brochures en artikelen. Voorbeelden van biologische vaardigheden die we in Biologie voor jou aanbieden, zijn: tekeningen maken, werken met een loep, microscopiseren, proeven doen, preparaten maken en ordenen met behulp van determinatietabellen. In Biologie voor jou omschrijven we een vaardigheid als een verloop van een aantal handelingen die elkaar in een bepaalde volgorde opvolgen en die samen leiden tot een eindresultaat. Een vaardigheid begint altijd met een voorbereidingsfase waarin bijvoorbeeld de benodigdheden worden verzameld. De voorbereidingsfase wordt gevolgd door de uitvoeringsfase waarin de handelingen elkaar stapsgewijs opvolgen. Hierna volgt een fase van nazorg, waarin het eindresultaat wordt afgewerkt. Bij een vaardigheid Tekeningen maken, wordt de tekening bijvoorbeeld ingekleurd en ingeleverd, of de tekening wordt opgenomen in een werkstuk. De zin van het vaardigheidsleren zit hem in het nut van het eindresultaat. Zo kan de leerling na het stapsgewijs doorlopen van de vaardigheid Preparaten maken ook daadwerkelijk zelfstandig goede en bruikbare preparaten maken. Het nut van de vaardigheid wordt bewezen zodra de leerling de betreffende vaardigheid foutloos en op steeds complexere verschijnselen kan toepassen. We bieden de vaardigheden in Biologie voor jou als aparte eenheden aan. Zodra de leerling echter de vaardigheid beheerst, verliest die vaardigheid zijn solitaire karakter en staat deze voortaan in dienst van het hogere doel Onderzoeken en presenteren. 1.5 DIDACTISCHE UITGANGSPUNTEN VAN

DE METHODE In Biologie voor jou is de leerstof thematisch gerangschikt. Met thematisch bedoelen we niet de traditionele benadering, waarin verschijnselen als transport werden behandeld voor alle organismen. Een thema van Biologie voor jou is te omschrijven als een logisch samenhangend, afgerond stuk leerstof dat de verschijnselen uit de biologie behandelt aan de hand van een groep organismen. Een thema als Voeding en vertering heeft bijvoorbeeld betrekking op de mens, en niet – zoals in de traditionele benadering wel het geval was – ook op planten en andere organismen. Net als in de vorige druk van Biologie voor jou is ook in deze zesde druk de leerstof opgedeeld in thema’s. Deze indeling heeft allerlei voordelen. Voor de leerlingen zijn bijvoorbeeld niet al te grote stofeenheden beter te overzien. Bovendien heeft het praktische voordelen bij het maken van toetsen

Page 18: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 18

ALGEMEEN GEDEELTE

doordat de leerstof is opgedeeld in delen van min of meer gelijke omvang. Bij deze druk hebben we ervoor gekozen om de vrij traditionele indeling van de vorige druk te handhaven. Ook in de zesde druk is de leerstof ingedeeld in thema’s met een herkenbare naam als Organen en cellen, Ordening, Voortplanting en ontwikkeling, enzovoort. Een logische samenhang Zowel binnen een thema als bij de volgorde tussen de thema’s is een logische samenhang noodzakelijk. Zo komt bijvoorbeeld het thema Erfelijkheid na het thema Voortplanting en ontwikkeling. Een logische samenhang binnen een thema vergemakkelijkt het bestuderen voor de leerlingen. Maatschappelijke relevantie en zingeving In het biologieonderwijs van de afgelopen jaren is het accent waarneembaar verschoven: van losstaande weetjes naar meer inzicht in samenhang naar persoonlijke, maatschappelijk relevante toepassingen. De kennis moet worden ingebed in contexten die herkenbaar zijn voor de leerlingen en waarin zij zich kunnen inleven. Vooral 'gezondheid' wordt in veel thema’s (bijvoorbeeld bij Voortplanting en ontwikkeling en Erfelijkheid) gebruikt als contextgebied voor kennis. De maatschappelijke relevantie en zingeving is ook terug te vinden in de verrijkingsstof Leren en werken bij elk thema. Hierin maken de leerlingen kennis met beroepsbeoefenaren die vertellen over de relatie tussen hun beroepen en het vak biologie. 1.6 ADRESSEN EN LINKS In de volgende lijst vindt u adressen van firma’s of organisaties die u audiovisuele hulpmiddelen en leermiddelen kunnen leveren. Ook vindt u hier adressen van onderwijsondersteunende instanties en enkele informatieve links. 1.6.1 Adressen voor videoprogramma’s

en dvd’s − Stichting Teleac, Postbus 1070,

1200 BB Hilversum. T (035) 6293456, F (035) 6293123, I www.teleacnot.nl/sites/biobits

− Voedingscentrum, Postbus 85700, 2508 CK Den Haag. T (070) 3068888, F (070) 3504254, I www.voedingscentrum.nl

− Mediaal, Postbus 84, 8390 AB Noordwolde. T (0561) 433460 (alleen tijdens kantooruren), F (0561) 432533, I www.mediaal.nl

1.6.2 Adressen voor practicumhulpmiddelen, microscopen, chemicaliën en dergelijke − Breukhoven B.V., Postbus 835,

2900 AV Capelle aan de IJssel. T (010) 4584222, F (010) 4508251, I www.breukhoven.nl

− Dépex B.V., Afd. Onderwijs, Postbus 541, 3990 GH Houten. T (030) 2219900, F (030) 2204895, I www.depex.com

− Eurofysica B.V. (leverancier voor Euromex), Postbus 3435, 5203 DK Den Bosch. T (073) 6232622, F (073) 6219721, I www.eurofysica.nl

− Technolyt (Swift microscopen), Industrieweg 35, 1521 NE Wormerveer. T (075) 6474547, F (075) 6213663, I www.technolyt.nl

− Visuel Teach TTE Transparancies To Educate, Gorterplaats 16, 6531 HZ Nijmegen. T (024) 3553777, F (024) 3553180, I www.visualteach.info

1.6.3 Adressen voor computerprogramma’s en online digitaal lesmateriaal − Malmberg B.V., Postbus 233,

5201 AE Den Bosch. T (073) 6288766, F (073) 6288777, I www.malmberg.nl

1.6.4 Adressen voor naslagwerken

voor leerlingen − ThiemeMeulenhoff, Postbus 7,

7200 AA Zutphen. T (0575) 594911, I www.thiememeulenhoff.nl

− Stichting Krant in de Klas, Postbus 12040, 1100 AA Amsterdam-ZO. T (020) 4309140, F (020) 4309199, I www.kiknet.nl

− Stichting Weten (Publiekscommunicatie Wetenschap en Techniek), Postbus 171, 3500 AD Utrecht. T (030) 2727300, F (030) 2727343, I www.weten.nl

− Noordhoff Uitgevers, Postbus 58, 9700 MB Groningen of Postbus 342, 3990 GC Houten. T (050) 5226922 of (030) 6383333, I www.noordhoffuitgevers.nl

− Zorn Uitgeverij B.V., Postbus 4001, 2301 RA Leiden. T (071) 5149141, F (071) 5120278, I www.kenmerk-reeks.nl

− Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), Postbus 8616, 3503 RP Utrecht. T (030) 2369244, F (030) 2332877, I www.nibi.nl

− Rutgers Nisso Groep, Kenniscentrum seksualiteit, Postbus 9022, 3506 GA Utrecht. T (030) 2313431, F (030) 2319387, I www.rng.nl

Page 19: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 19

ALGEMEEN GEDEELTE

1.6.5 Adressen van onderwijsondersteunende instanties − Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie

(IVN), Postbus 20123, 1000 HC Amsterdam. T (020) 6228115, F (020) 6266091, I www.ivn.nl

− Stichting voor Leerplanontwikkeling (SLO), Postbus 2041, 7500 CA Enschede. T (053) 4840840, F (053) 4307692, I www.slo.nl

− Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito), Postbus 1034, 6801 MG Arnhem. T (026) 3521111, F (026) 3521135, I www.cito.nl

− Landelijk Informatiepunt Biologie/Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS), Postbus 85475, 3508 AL Utrecht. T (030) 2856600, F (030) 2856888, I www.aps.nl

− Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), Catharijnesingel 54, 3511 GC Utrecht. T (030) 2369244, I www.nibi.nl

− Stichting Veldstudiecentra, Zuidersweg 10, 9441 TZ Orvelte. T (0593) 582550, I www.veldwerknederland.nl

− Stichting Veldwerk Nederland, Het Woldhuis 11, 7325 WN Apeldoorn. T (055) 3684010, I www.veldwerknederland.nl

− Trimbos-instituut, Postbus 725, 3500 AS Utrecht. T (030) 2971100, F (030) 2971111, I www.trimbos.nl

Ten slotte wijzen we u op het Adresboek voor biologen. Hierin vindt u een groot aantal adressen (zowel landelijk als provinciaal) die u misschien eens nodig kunt hebben. Dit adresboek is te verkrijgen bij het Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), Postbus 8616, 3503 RP Utrecht. T (030) 2369244, F (030) 2332877, I www.nibi.nl 1.6.6 Links www.biologievoorjou.nl Internetsite bij de methode Biologie voor jou. www.betasteunpunt.rug.nl Leerlingensite voor hulp bij praktische opdrachten, profielwerkstuk en experimenteel onderzoek (EXO), onder andere voor het vak biologie. www.dokterdokter.nl Internetportaal voor mensen die op zoek zijn naar informatie over (veelvoorkomende) ziekten en klachten. De informatie is naar verschillende doelgroepen ingedeeld.

www.leren.nl/rubriek/wetenschap/biologie Leren op internet: voor informatie over allerlei onderwerpen, praktische adviezen om effectiever te leren en een gratis maandelijkse nieuwsbrief. www.kennisnet.nl/vo/ Informatieve site over ICT in het onderwijs. Biedt scholen en onderwijsinstellingen onafhankelijke diensten aan bij het effectief inzetten van ICT. www.knnv.nl De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) is een vereniging voor veldbiologie die actief is in en met de natuur: natuurbeleving, natuurstudie en natuurbescherming. www.schooltv.nl Informatieve site van TeleacNOT. Onder het pictogram ‘Eigenwijzer’ kunt u informatie vinden over de uitzendingen van biobits die in onderwerpen direct aansluiten bij het vak biologie in de bovenbouw van het voorgezet onderwijs. Door het pictogram ‘Beeldbank’ aan te klikken, zijn er filmpjes te zien over verschillende onderwerpen en thema’s binnen het vakgebied biologie. www.nibi.nl Beroepsvereniging voor biologen. www.overdieren.nl Website van uitgeverij Welzo Media Productions. Deze uitgeverij is gespecialiseerd in het verstrekken van informatie over en het verzorgen van huisdieren. www.voedingscentrum.nl Bij het Voedingscentrum krijgt de consument wetenschappelijk verantwoorde, eerlijke informatie over gezonde voeding en voedselveiligheid. Daarnaast bevordert het Voedingscentrum gezond eetgedrag met projecten en campagnes, met als doel concrete gezondheidswinst. www.ivn.nl Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie. www.slo.nl Website van de Stichting Leerplanontwikkeling. www.cito.nl Website van de Citogroep. De Citogroep is gespecialiseerd in het meten van (leer)prestaties. Het Cito ontwikkelt toetsen, examens en examensystemen voor het beoordelen van leerlingen en cursisten én voor het beoordelen van

Page 20: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 20

ALGEMEEN GEDEELTE

onderwijsleerprocessen en onderwijssystemen. Daarnaast ondersteunt de Citogroep organisaties en onderwijsgevenden met advies, training en cursussen op het gebied van toetsing en evaluatie. www.examenblad.nl De officiële website voor de examens in het voortgezet onderwijs. www.docentenplein.nl Een startpagina voor het onderwijs met talloze links naar allerlei relevante informatie. www.nvon.nl Website voor natuurwetenschappen, met allerlei lesideeën en proeven. www.kennislink.nl Kennislink is een populair-wetenschappelijke website voor het Nederlandse taalgebied. Op de website en via andere activiteiten wordt wetenschappelijke informatie op een heldere manier uitgelegd. Kennislink brengt niet alleen recent nieuws uit de wetenschap, maar gaat ook dieper op onderwerpen in via vakoverstijgende dossiers. www.ti.com Leverancier van meetinstrumenten, sensoren en rekenapparatuur. www.fourier-sys.com Leverancier van draagbare datalogging-systemen ten behoeve van het science-onderwijs. www.data-harvest.co.uk Leverancier van datalogging-systemen ten behoeve van het science-onderwijs. www.ehbo.nl Internetsite van het Oranje Kruis met informatie over Eerste Hulp. www.soaaids.nl Internetsite met informatie over soa’s. www.betanova.nl Deze site geeft u alle informatie over de vernieuwing van de exacte vakken in de Tweede Fase. Sinds 2003 wordt er gewerkt aan deze vernieuwing. U kunt via deze site de ontwikkelingen volgen voor het vak biologie zodat de doorlopende leerlijnen gewaarborgd blijven.

1.7 LIJST VAN NASLAGWERKEN Hieronder volgt een lijst van naslagwerken voor uzelf. Bij de handleidingen per thema staan naslagwerken opgesomd die speciaal voor leerlingen zijn bedoeld. 1.7.1 Onderwijskundige naslagwerken − MesoConsult heeft diverse onderwijskundige

uitgaven gepubliceerd. Oude Bosschebaan 15, 5074 RC Biezenmortel. T (013) 4560311, F (013) 4563276, I www.mesoconsult.nl

− Piet Hoogeveen, Het didactische werkvormenboek, Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum B.V.

− Hans Lonnee, De probleemwijzer / Editie voor het voortgezet onderwijs, Uitgeverij De Toorts B.V.

− H. O. den Dulk, Handelingsplanning in het voortgezet onderwijs, Uitgeverij ThiemeMeulenhoff B.V.

− Sebo Ebbens, Samenwerkend leren, Noordhoff Uitgevers B.V., Groningen.

− Jos van der Wal, Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding, Uitgeverij Coutinho.

− Titus Geerligs, Lesgeven en zelfstandig leren, Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum B.V.

− Riet Fiddelaers-Jaspers, Communicatie in de klas, Uitgeverij EPN.

− Hans Schellekens, Resultaatgericht doceren, Noordhoff Uitgevers B.V., Groningen.

1.7.2 Biologisch-didactische naslagwerken − B. Lagerwerf, F. Korthagen, Een leraar van

klasse, Uitgeverij BuDH-Nelissen. 1.7.3 Biologische naslagwerken − L. Gregoire, Anatomie en fysiologie van de

mens, ThiemeMeulenhoff B.V., Zutphen. − Campbell, Reece, Biology, International Edition,

Pearson Education (US)/Benjamin Cummings. − Winkler Prins Medisch Handboek, Het Spectrum

B.V. 1.7.4 Verenigingen en tijdschriften Vereniging voor Natuur- en milieueducatie (IVN), Postbus 20123, 1000 HC Amsterdam T (020) 6228115, F (020) 6266091, I www.ivn.nl Doelstelling: het bevorderen van het natuur- en milieubesef door het organiseren en stimuleren van educatieve activiteiten in de ruimste zin. Plichten van het lidmaatschap: daadwerkelijke deelneming aan het vrijwilligerswerk van plaatselijke afdelingen en landelijke werkgroepen. Tijdschriften: Mens en natuur en Vakblad Podium (verschijnen elk kwartaal).

Page 21: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 21

ALGEMEEN GEDEELTE

Landelijke Vereniging tot Behoud van de Waddenzee (Waddenvereniging), Postbus 90, 8860 AB Harlingen T (0517) 493693, F (0517) 493601, I www.waddenvereniging.nl Doelstelling: de vereniging streeft naar een zo groot mogelijk behoud van de natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het Waddengebied. Magazine: Wadden (verschijnt maandelijks). Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), Postbus 19245, 3501 DE Utrecht T (030) 2369244, I www.nibi.nl Doelstelling: de biologie bevorderen en de maatschappelijke belangen van biologen en biologieleraren behartigen. Tijdschriften: Bionieuws (20 keer per jaar) en Niche/Bulletin voor het onderwijs in de biologie (tweemaandelijks), tijdschrift voor het biologieonderwijs, de natuur- en milieueducatie en het gezondheidsonderwijs. Abonnementenadministratie: T (030) 2369244. Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON), sectie biologie, secretariaat T (0522) 243347, I www.nvon.nl Tijdschrift: NVOX (verschijnt 10 keer per jaar), I www.nvox.nl Stichting Natuur en Milieu (SNM), Hamburgerstraat 28a (hoek Korte Nieuwstraat), 3512 NS Utrecht T (030) 2331328, F (030) 2331311, I www.snm.nl Doelstelling: het voeren van actie op alle mogelijke manieren tegen milieuaantastingen, het adviseren van anderen die actie voeren, het aandragen van alternatieve oplossingen en het informeren over milieuvraagstukken en actieve milieuzorg. In deze particuliere landelijke actieorganisatie werken elf provinciale milieufederaties en een aantal andere landelijke milieuorganisaties samen. Nieuwsbrief: Natuur en Milieu Vereniging MilieuDefensie (VMD), Postbus 19199, 1000 GD Amsterdam. T (020) 6262620, I www.milieudefensie.nl Doelstelling: de bescherming en verbetering van het fysieke milieu, het blootleggen van de gevolgen van onze productie en consumptie voor het milieu en het aandragen van maatschappelijke oplossingen. Rechten van het lidmaatschap: mogelijkheid van beleidsbeïnvloeding. Tijdschrift: Milieudefensie (maandblad). Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten in Nederland (Natuurmonumenten), Noordereinde 60,

1243 JJ ’s-Graveland. T (035) 6559933, F (035) 6563174, I www.natuurmonumenten.nl Doelstelling: het behoud en beheer van in natuurwetenschappelijk en landschappelijk opzicht belangrijke terreinen in Nederland. Rechten van het lidmaatschap: een lid kan via een van de twaalf districten van Natuurmonumenten meedenken en meepraten over de praktijk van de natuurbescherming in ons land en heeft toegang tot een aantal terreinen die voor niet-leden gesloten zijn. Tijdschrift: Natuurbehoud (kwartaalblad). 1.8 BIJLAGEN 1.8.1 Toelichting op de algemene onderwijsdoelen voor de bovenbouw van het vmbo In de algemene onderwijsdoelen is gedefinieerd wat alle leerlingen moeten leren. De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn: 1 Werken aan vakoverstijgende thema's De leerling leert, in het kader van een brede en evenwichtige oriëntatie op mens en samenleving, enig zicht te krijgen op relaties met de persoonlijke en maatschappelijke omgeving. Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan: 1.1 het kennen van en omgaan met eigen en

andermans normen en waarden; 1.2 het onderkennen van en omgaan met de

verschillen tussen de seksen; 1.3 de relatie tussen de mens en de natuur en

het concept van duurzame ontwikkeling; 1.4 het functioneren als democratisch burger in

een multiculturele samenleving, ook in internationaal verband;

1.5 het op een voor henzelf en anderen veilige manier functioneren in de beroepspraktijk en in eigen omgeving;

1.6 de maatschappelijke betekenis van technologische ontwikkeling, waaronder met name moderne informatie- en communicatietechnologie;

1.7 de maatschappelijke betekenis van betaalde en onbetaalde arbeid;

1.8 de verworvenheden en mogelijkheden van kunst en cultuur, waaronder ook de media.

2 Leren uitvoeren De leerling leert in zo veel mogelijk herkenbare situaties, mede met gebruikmaking van ICT, een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen. Het gaat daarbij om:

Page 22: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 22

ALGEMEEN GEDEELTE

2.1 Nederlandse en Engelse teksten lezen en beluisteren;

2.2 schriftelijke en mondelinge teksten produceren in correct Nederlands;

2.3 informatie in verschillende gegevensbestanden opzoeken, selecteren, verzamelen en ordenen;

2.4 de rekenvaardigheden hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten en schatten toepassen;

2.5 voldoen aan eisen van milieu, hygiëne, gezondheid en ergonomie;

2.6 doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur;

2.7 computervaardigheden. 3 Leren leren De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, zo veel mogelijk eigen kennis en vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer- en werkproces kunnen verbeteren. Het gaat daarbij om: 3.1 informatie beoordelen op betrouwbaarheid,

representativiteit en bruikbaarheid, informatie verwerken en benutten;

3.2 strategieën gebruiken voor het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden zoals memoriseren, aantekeningen maken, schematiseren, verbanden leggen met aanwezige kennis;

3.3 strategieën gebruiken voor het begrijpen van mondelinge en schriftelijke informatie;

3.4 op een doordachte wijze keuzeproblemen oplossen;

3.5 een eenvoudig bedrijfsmatig, natuurwetenschappelijk of maatschappelijk vraagstuk planmatig onderzoeken;

3.6 persoonlijke ervaringen en opdrachten van anderen verwerken in woord, klank, beeld en beweging;

3.7 op basis van argumenten tot een eigen standpunt komen.

4 Leren communiceren De leerling leert, mede via een proces van interactief leren, een aantal sociale en communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen. Het gaat daarbij om: 4.1 elementaire sociale conventies in acht

nemen; 4.2 overleggen en samenwerken in

teamverband; 4.3 passende gesprekstechnieken hanteren; 4.4 verschillen in meningen en opvattingen

benoemen en hanteren;

4.5 culturele en seksegebonden verschillen tussen mensen benoemen en hanteren;

4.6 omgaan met formele en informele afspraken, regels en procedures;

4.7 zichzelf en eigen werk presenteren. 5 Leren reflecteren op het leer- en werkproces De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op en sturing te geven aan het eigen leer- en werkproces. Het gaat daarbij om: 5.1 een leer- en/of werkplanning maken; 5.2 het leer- en/of werkproces bewaken; 5.3 een eenvoudige product- en procesevaluatie

maken en hieruit conclusies trekken. 6 Leren reflecteren op de toekomst De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en interesses. Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan: 6.1 het inventariseren van de eigen

mogelijkheden en interesses; 6.2 het onderzoeken van de mogelijkheden voor

verdere studie; 6.3 het zicht krijgen op beroepen, de

beroepspraktijk en actuele ontwikkelingen daarbinnen;

6.4 de rol en het belang van op school geleerde kennis, inzicht en vaardigheden voor het maatschappelijk leven, dagelijks leven, vrije tijd, vrijwilligerswerk;

6.5 de kenmerken van de arbeidsmarkt op dit moment en in de nabije toekomst;

6.6 de organisatie van branches en bedrijven; 6.7 het beoordelen van de eigen mogelijkheden

en interesses in het licht van vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren;

6.8 het kunnen maken van een verantwoorde keuze voor een vervolgopleiding.

1.8.2 Het examenprogramma biologie vmbo Het gewijzigde, geglobaliseerde, eindexamenprogramma voor biologie wordt beschreven in drie documenten: 1 Er is een in de wet verankerd

eindexamenprogramma beschreven in globale eindtermen. In het examenprogramma staan de exameneenheden waarover het centraal examen (CE) zich uitstrekt: het CE-deel van het examenprogramma. Het examenprogramma is op 1 augustus 2007 in werking getreden en geldt tot nader order.

Page 23: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 23

ALGEMEEN GEDEELTE

2 Voor het centraal examen is een syllabus opgesteld waarin de centraal-exameneindtermen in detail worden beschreven. De inhoud is vrijwel gelijk aan de inhoud van het 'oude' programma.

De CEVO geeft via Examenblad.nl in een digitale syllabus een toelichting op het CE-deel van het examenprogramma. De syllabus verschijnt in principe jaarlijks. Naast een beschrijving van de exameneisen voor een centraal examen, kan de syllabus verdere informatie over het centraal examen bevatten over een of meer van de volgende onderwerpen: − toegestane hulpmiddelen; − specificaties van examenstof; − voorbeeldopgaven; − bijzondere vormen van examinering

(computerexamens); − toelichting op de vraagstelling; − begrippenlijsten; − bekend veronderstelde voorkennis uit de

onderbouw; − bekend veronderstelde onderdelen van

exameneenheden die verplicht zijn op het schoolexamen.

De functie van de syllabus is een leraar in staat te stellen zich een goed beeld te vormen van wat in het centraal examen wel en niet gevraagd kan worden. Het is dus niet een volledig gesloten en afgebakende beschrijving van alles wat op een examen zou kunnen voorkomen. Van de exameneenheden die niet hoeven te worden bestudeerd voor het centraal examen kunnen altijd toepassingsvragen voorkomen in het examen.

De syllabus vermeldt in een overzicht of eindtermen in het schoolexamen moeten worden behandeld.

3 Voor het schoolexamen (SE) is door de SLO een handreiking uitgewerkt waarin mogelijkheden worden beschreven die de school heeft voor de invulling.

De exameneenheden en eindtermen voor het CE biologie vmbo BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. De kandidaat kan: 1 zich bewust worden van de eigen achtergrond,

interesses, motivatie, sterke en zwakke punten door terug te kijken op eigen ervaringen en deze schriftelijk, mondeling en/of beeldend weer te geven;

2 de eigen mogelijkheden en interesses in biologie verwoorden in het licht van vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren;

3 de rol en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in discussie over maatschappelijke vraagstukken;

4 de rol en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in verschillende arbeidsgebieden en werksoorten;

5 de eigen interesse en affiniteit verwoorden met bepaalde arbeidsgebieden, werksoorten, functies en opleidingen;

6 onderzoeksvaardigheden, keuzevaardigheden, reflectievaardigheden en sociaal-communicatieve vaardigheden inzetten ten behoeve van het eigen keuzeproces;

7 eigen waarden en normen verwoorden ten aanzien van betaalde en onbetaalde arbeid en zorgtaken;

8 de betekenis verwoorden van een mogelijke arbeidsrol voor zichzelf en anderen.

BIO/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat beheerst een aantal basisvaardigheden. De kandidaat kan: 1 zelfstandig leren en werken:

− een aanpak kiezen voor het uitvoeren van een opdracht;

− een planning maken; − het eigen werk organiseren en op

methodische wijze uitvoeren; − de voortgang van het eigen werk bewaken; − een eenvoudige product- en procesevaluatie

maken; 2 werken met informatie- en communicatietechnologie:

− teksten maken en bewerken; − gegevens opslaan; − berekeningen uitvoeren; − zoeksystemen gebruiken; − communiceren via e-mail;

3 verantwoord omgaan met apparatuur en instrumenten:

− gereedschapapparatuur en instrumenten goed gebruiken;

− gereed maken/aansluiten; − bedienen; − opruimen; − veiligheid in acht nemen; − belasting van het milieu in acht nemen; − ergonomie in acht nemen;

4 de Nederlandse taal functioneel gebruiken: − teksten begrijpend lezen en beluisteren; − eenvoudige schriftelijke teksten produceren

in correct Nederlands;

Page 24: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 24

ALGEMEEN GEDEELTE

− in gesprekken passende verbale en non-verbale middelen kiezen;

− zich in uiteenlopende taalsituaties gepast presenteren;

5 elementaire rekenvaardigheden toepassen: − standaardberekeningen correct en efficiënt

uitvoeren; − de zakrekenmachine doelmatig gebruiken;

6 vaardig omgaan met verbale en cijfermatige informatie: − bronnen gebruiken:

• vraaggesprekken; • boeken en ander schriftelijk materiaal; • audiovisuele bronnen; • geautomatiseerde gegevensbestanden;

− informatie op waarde schatten, kiezen en ordenen;

− informatie bewerken; − samenvatten; − tabel opstellen; − grafiek tekenen;

7 in het leer- en werkproces adequaat omgaan met zichzelf en anderen: − sociale conventies in acht nemen; − overleggen en onderhandelen met anderen; − taken verdelen; − zich aan afspraken houden; − rekening houden met anderen; − kritiek geven en incasseren; − een eigen standpunt innemen en

verdedigen; − samen met anderen werk uitvoeren en

presenteren. BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie De kandidaat beheerst een aantal strategische vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen. De kandidaat kan: 1 biologisch bronnenmateriaal begrijpend lezen en

hierbij feiten en meningen onderscheiden in: − foldermateriaal; − studieboeken; − naslagwerken; − cd-rom/internet; − bijsluiters; − kranten/tijdschriften;

2 informatie uit biologisch bronnenmateriaal verwerven, selecteren, verwerken en bewerken: − tabellenboek, gegevensbank,

gebruiksaanwijzing; − tekeningen, schema's, diagrammen,

tabellen, beeldmateriaal (film, dvd, dia, animatie);

3 eigen gedachten mondeling en schriftelijk formuleren over biologische onderwerpen: − vaktaal functioneel gebruiken; − relaties leggen tussen vakinhoudelijke

begrippen en contexten waarin deze begrippen functioneel zijn;

4 basisrekenvaardigheden binnen biologie toepassen: − schatten en afronden; − efficiënt rekenen; − rekenregels gebruiken; − decimale getallen; − verhoudingstabellen; − eenvoudige breuken en percentages;

5 rekenen met grootheden en eenheden: − eenheid bij gemeten of berekende grootheid

aangeven; 6 veilig, zinvol en doelmatig gebruikmaken van

stoffen, materialen, organismen, (meet)instrumenten, apparaten en software zonder schade te berokkenen aan organismen en milieu;

7 biologische begripskennis opbouwen, uitgaande van aanwezige denkbeelden: − onjuiste denkbeelden bijstellen of

vervangen; − verbanden leggen tussen begrippen; − leren door te doen; − leren door te ontdekken; − multi-causale verbanden herkennen; − verschillende organisatieniveaus:

• cel; • weefsel; • orgaan; • orgaanstelsel; • organisme; • ecosysteem;

− een eenvoudige product- en procesevaluatie maken en hieruit conclusies trekken;

8 specifieke hulpmiddelen gebruiken zoals loep, microscoop, indicatoren (jodium, kalkwater) en determineertabel;

9 eenvoudige opdrachten en eenvoudig onderzoek waarin de actieve en praktische zelfwerkzaamheid op de voorgrond staat, voorbereiden, uitvoeren en de resultaten vastleggen en evalueren: − bij een biologisch schoolpracticum en/of

veldpracticum; − een biologische probleemstelling herkennen

en specificeren; − een biologisch probleem herleiden tot een

onderzoeksvraag; − verwachtingen formuleren; − relevante waarnemingen verrichten en

gegevens verzamelen;

Page 25: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 25

ALGEMEEN GEDEELTE

− conclusies trekken op grond van verzamelde gegevens;

− oplossing, onderzoek en conclusies evalueren;

10 gegevens verwerken in een verslaggeving naar aanleiding van een bezoek aan een instelling waar levensprocessen een belangrijke rol spelen;

11 een studie van een zelf gekozen biologisch onderwerp uitvoeren en in een verslaggeving verwerken;

12 ICT-hulpmiddelen en gangbare software gebruiken om te schrijven, te rekenen, informatie te verzamelen, te bewerken en te presenteren en toetsen te maken.

BIO/K/4 Cellen staan aan de basis De kandidaat kan: 1 levenskenmerken noemen en toelichten:

− stofwisseling (ademhaling, voeding, uitscheiding), groei, voortplanting, reageren op prikkels;

2 delen waaruit een cel is opgebouwd en delen waardoor een cel kan zijn omgeven, benoemen en in afbeeldingen of in modellen aanwijzen en van deze delen de functie(s) beschrijven: − celkern, cytoplasma, celmembraan, vacuole,

bladgroenkorrels, zetmeelkorrels, kleurstofkorrels, celwand;

3 kenmerkende eigenschappen van cellen van dieren, planten, schimmels en bacteriën noemen: − verschillen in bouw met betrekking tot:

• de aanwezigheid van een kern; • de aanwezigheid van bladgroenkorrels; • de aanwezigheid van een celwand; • relatieve grootte;

4 beschrijven wat de stofwisselingsprocessen, verbranding en fotosynthese voor betekenis hebben voor de instandhouding van een organisme en wat de correlatie ervan is met de gassen die een organisme in- en uitgaan;

5 delen waaruit een weefsel, orgaan of orgaanstelsel is opgebouwd benoemen en in afbeeldingen of modellen aanwijzen en functie(s) van deze delen beschrijven: − de aanwezigheid van weefsels en organen bij

meercellige organismen; − weefsel: een aantal aaneengesloten cellen

met gelijke vorm en functie; in veel gevallen is er tussencelstof;

− orgaan: een uit een aantal typen weefsel opgebouwd deel van een organisme met een of meer functies;

− orgaanstelsel: een uit een aantal organen opgebouwd deel van een organisme met een

of meer functies (spijsverteringsstelsel, bloedvatenstelsel, geraamte/bottenstelsel, zenuwstelsel, zintuigstelsel, voortplantingsstelsel, ademhalingsstelsel, spierstelsel, hormoonstelsel);

6 toelichten dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden: − voedselopname, gaswisseling, transport,

stofwisseling in relatie tot energiegebruik, groei en vervanging.

BIO/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk De kandidaat kan: 1 beschrijven dat schimmels en bacteriën

reducent en/of ziekteverwekker kunnen zijn, hoe ze verspreid kunnen worden, hoe ze voorkomen en bestreden kunnen worden en welke rol schimmels en bacteriën kunnen spelen bij biotechnologie;

2 toelichten hoe voedselbederf onder invloed van schimmels en bacteriën kan worden tegengegaan door de mens;

3 voorbeelden van klassieke en moderne vormen van biotechnologie beschrijven, waarmee voedingsstoffen en medicijnen worden verkregen en bewerkt.

BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend De kandidaat kan: 1 met behulp van determineertabellen de

Nederlandse naam opzoeken van planten- en diersoorten die veel in Nederland voorkomen en verwoorden dat aan de onderlinge verschillen van soorten erfelijke factoren ten grondslag liggen;

2 verbanden aangeven tussen vorm, bouw en leefwijze van organismen en de omgeving waarin deze organismen leven en uitleggen hoe planten en dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving: − aanpassing aan droge, natte, hete en koude

omstandigheden; − kenmerken van bloemen met windbestuiving

en van bloemen met insectenbestuiving, met name: • verschillen in vorm en kleur, geur,

aanwezigheid van nectar en de aanwezigheid en plakkerigheid van stuifmeel;

• vorm van de meeldraden en stamper;

Page 26: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 26

ALGEMEEN GEDEELTE

− klimplanten, voorjaarsbloeiers, rozetvormende planten, waterplanten met drijvende bladeren;

− de organen via welke zuurstof wordt opgenomen en koolstofdioxide wordt afgegeven bij dieren, met name: • tracheeën bij insecten; • kieuwen bij vissen; • longen, kieuwen en huid bij amfibieën; • longen bij reptielen, vogels en

zoogdieren; − de poten van teengangers, hoefgangers en

zoolgangers; − de functie van zwemvliezen bij watervogels,

de functie van lange poten en gedeeltelijke zwemvliezen bij steltlopers en de functie van klauwen bij roofvogels;

− bij zoogdieren de vorm en de functie van plooikiezen (bij planteneters), knipkiezen (bij vleeseters) en knobbelkiezen (bij alleseters);

− bij planten- en vleeseters de relatie tussen het soort voedsel en de lengte van het darmkanaal;

− de functie van bepaalde snavelvormen, met name: • een puntige snavel bij insectenetende

vogels; • een kegelvormige snavel bij zaadetende

vogels; • een haakvormige snavel bij roofvogels;

− verschillen tussen individuen van een soort kunnen het gevolg zijn van verschillen in genotype en/of verschillen in milieufactoren waaraan die individuen hebben blootgestaan;

3 delen waaruit zaadplanten zijn opgebouwd benoemen, hun functie(s) beschrijven en aangeven welke delen van planten voedingsmiddelen en/of grondstoffen leveren voor de mens: − stengels: transport via houtvaten en

bastvaten, opslag en stevigheid; − bladeren met huidmondjes: fotosynthese; − opname en afgifte van koolstofdioxide en

zuurstof, verdamping van water; − wortels: bevestiging in de bodem, opname

van water en mineralen (voedingszouten) met behulp van wortelharen, opslag van vooral zetmeel als reservevoedsel;

− bloemen met kelkbladeren, kroonbladeren, meeldraden (met helmdraden en helmknoppen), stamper(s) (met stempel(s), stijl, vruchtbeginsel en zaadbeginsel(s)): voortplanting;

− vrucht met een of meer zaden: geslachtelijke voortplanting;

− een zaad bestaat uit een zaadhuid, kiempje en reservevoedsel vooral eiwitten, vetten en zetmeel en manieren van zaadverspreiding (m.b.v. wind, dieren, 'wegschieten');

− bollen met rokken: ongeslachtelijke voortplanting en opslag van reservestoffen;

− knollen: ongeslachtelijke voortplanting en opslag van reservestoffen;

− alle genoemde delen kunnen voedingsmiddelen voor de mens leveren;

4 enkele typen weefsel(s) van planten met functie(s) en bouw beschrijven: − weefsels met onder andere fotosynthese en

opslag; − vaatbundels met houtvaten (transport van

water en voedingszouten) en met bastvaten (transport van water en energierijke stoffen);

− opperhuid van stengels en bladeren met huidmondjes voor opname en afgifte van gassen en een waslaagje voor bescherming tegen uitdroging en beschadiging;

− openen van huidmondjes in het licht en sluiten in het donker;

− openen en sluiten van huidmondjes in relatie tot opname en afgifte van water door planten;

− opperhuid van wortels met wortelharen: opname van water en mineralen (voedingszouten);

5 uitleggen wat een ecosysteem is en uitleggen/noemen welke relaties er zijn tussen organismen bij de energiestromen in een ecosysteem: − planten- en diersoorten noemen die een

voedselketen/voedselweb of een piramide van biomassa/aantallen vormen;

− in een beschreven ecosysteem producenten, consumenten en reducenten onderscheiden: • planten zijn producenten die zelf

energierijke stoffen maken d.m.v. fotosynthese;

• dieren zijn consumenten die voor hun voedsel afhankelijk zijn van andere organismen;

• onverteerde delen, afvalstoffen en restanten van planten en dieren worden door reducenten (zoals schimmels en bacteriën) omgezet in koolstofdioxide, water en zouten die planten kunnen opnemen/relatie met koolstof- en stikstofkringloop;

• consumenten en reducenten gebruiken de energierijke stoffen uit hun voedsel voor de verbranding en opbouw van het eigen lichaam;

Page 27: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 27

ALGEMEEN GEDEELTE

• bij het in stand houden van een organisme gaat energie verloren in afvalproducten en door verlies van warmte;

6 in een beschreven ecosysteem biotische en abiotische milieufactoren noemen en toelichten dat individuen en populaties in een ecosysteem afhankelijk zijn van en beïnvloed worden door biotische en abiotische factoren.

BIO/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving De kandidaat kan: 1 toelichten dat de mens voor voedsel, water,

zuurstof, grondstoffen, energie en recreatie van ecosystemen afhankelijk is;

2 de relatie toelichten tussen een grotere voedselproductie en bodembewerking, voeding, gewasbescherming en veredeling waaronder genetische modificatie;

3 de belangrijkste oorzaken en effecten noemen van de aantasting van natuur en milieu door overbevolking, door bepaalde soorten afval, door het gebruik van bestrijdingsmiddelen, door verkeer en door energiegebruik, mede met gebruikmaking van scheikundige benamingen;

4 voor een concrete situatie informatie verzamelen voor mogelijkheden tot maatregelen met als doel het waarborgen van een duurzame relatie tussen mens en milieu en in een presentatie de geïnventariseerde maatregelen samenvatten en de effecten ervan toelichten;

5 het belang beschrijven van een nationale en mondiale aanpak van bescherming van het milieu.

BIO/K/8 Houding, beweging en conditie De kandidaat kan: 1 delen die van belang zijn voor stevigheid en

beweging noemen, in afbeeldingen aanwijzen en in situaties waarin dit relevant is functie(s) en werking beschrijven, inclusief een aantal microscopische en macroscopische details;

2 beschrijven wat er gebeurt bij bepaalde vormen van overbelasting van het bewegingsapparaat tijdens het werk en bij sport en hoe deze overbelasting zo veel mogelijk vermeden kan worden.

BIO/K9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding De kandidaat kan: 1 de functie van het verteringsstelsel beschrijven:

− voedingsmiddelen worden bewerkt zodat eiwitten, koolhydraten en vetten bereikbaar

worden voor enzymen en na afbraak opgenomen kunnen worden in het bloed;

2 de delen van het verteringsstelsel en de delen die met dit stelsel samenwerken, noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking ervan beschrijven, met inbegrip van enzymwerking: − ligging en functie(s) van:

• mond met tong, speekselklieren, tanden en kiezen;

• slokdarm; • maag; • alvleesklier; • twaalfvingerige darm; • dunne darm; • dikke darm; • endeldarm met anus;

− productie van verteringssappen in speekselklieren, maagsapklieren, alvleesklier en dunne darm;

− algemene functie verteringsenzymen; − speeksel en maagzuur beschermen tegen

infecties via het voedsel; − functie van darmperistaltiek; − de bouw van tanden en kiezen met glazuur,

tandbeen, wortel, cement, zenuw en bloedvaten;

− tegengaan tandbederf, met name de rol van: • speeksel; • tanden poetsen; • fluorbehandeling;

− afvoer van bloed met voedingsstoffen via de poortader naar de lever;

− ligging en functies lever, met name: • afbraak van afval- en gifstoffen; • bewerking van voedingsstoffen; • opslag van glycogeen gevormd uit

glucose; • galproductie;

− ligging en functie galblaas: opslag van gal; − functie gal: met name emulgeren van

vetten; 3 voedingsstoffen en hun functie(s) voor het

lichaam noemen en de relatie ervan met voedingsadviezen toelichten inclusief evenwicht tussen opname en gebruik, verbruik en verlies van stoffen bij een constante lichaamsmassa: − op te nemen (groepen van) stoffen: water,

eiwitten, vetten, koolhydraten (zetmeel en suikers), mineralen (zouten) en vitaminen;

− groepen van voedingsstoffen worden gebruikt voor de opbouw van het lichaam (bouwstoffen), voor het vrijmaken van energie (brandstoffen), als beschermende stoffen en/of als reservestoffen;

Page 28: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 28

ALGEMEEN GEDEELTE

− met behulp van de schijf van vijf of een voedingsmiddelentabel de kwaliteit van verschillende maaltijden vergelijken;

− invloed van vezels in het voedsel op de darmperistaltiek;

4 uitleggen wat er kan gebeuren bij ondervoeding, bij overmatig gebruik van voedsel, alcohol en medicijnen, en bij gebruik van tabak en drugs en hierbij abstracte relaties leggen: − overgewicht en vermagering als gevolg van

over- en ondervoeding; − de relatie tussen activiteit, gebruik van

energie en opslag of verbruik van reservestoffen;

− grondstofwisseling; 5 lymfevaten, bloedvaten en onderdelen van het

hart noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven, met inbegrip van enkele macroscopische details en problemen met de bloedsomloop: − ligging en functies van lymfevaten, functie

van kleppen; − aan- en afvoer van stoffen en warmte door

bloed; − van slagaders, aders en haarvaten: functies;

onderscheid naar ligging, bloeddruk, bouw van de wand, aan- of afwezigheid van kleppen en samenstelling van het bloed in deze vaten;

− naamgeving van aders en slagaders naar of bij bepaalde delen van het lichaam met daarnaast de aorta, poortader, holle aders, kransslagaders en kransaders;

− grote en kleine bloedsomloop; − de bouw, ligging, functie en werking van het

hart met kamers, boezems en kleppen; − dikte van de wanden van de kamers in

relatie tot hun functie; − principe van verandering van druk in de

kamers en slagaders tijdens de hartwerking; − veel voorkomende oorzaken van hartinfarct

en hartritmestoornissen, met name: • stress; • overgewicht; • roken; • te grote inspanning; • erfelijke aanleg;

− gevolgen van een te hoge en een te lage bloeddruk;

6 van bloed, lymfe en weefselvloeistof van de mens de samenstellende delen noemen en de functie van de delen beschrijven: − vorm en functies en voorkomen van

bloedplasma met onder andere: water, zouten, glucose, vitamines, vetten, eiwitten

waaronder antistoffen, hormonen, zuurstof en koolstofdioxide;

− vorm, functies en plaats van vorming van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes;

− transport van stoffen tussen bloed, weefselvloeistof en cellen;

− weefselvloeistof stroomt als lymfe in de lymfevaten;

7 delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven: − naam, ligging, bouw, werking en functie van

delen van het ademhalingsstelsel, met name: • mondholte, neusholte en keel (met huig

en strotklepje); • luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies

met trilharen; • bronchiën; • longblaasjes;

− verschillen tussen borst- en buikademhaling/ventilatiebewegingen door veranderingen van borstkas, middenrifspieren, buikspieren en tussenribspieren;

− functie van hoesten; − voordelen van ademhalen via de neus in

vergelijking met ademhaling via de mond; − kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma,

bronchitis, longemfyseem en hooikoorts; 8 lever en nieren met urineleiders, urineblaas en

urinebuis noemen, in afbeeldingen aanwijzen en de functie ervan noemen, de bouw en werking van de nier beschrijven en beschrijven dat omzetting van afvalstoffen en niet-bruikbare stoffen in de lever plaatsvindt en dat deze daarna uitgescheiden worden: − wisselende gehaltes aan water en

afvalstoffen (zoals ureum) in urine; − nierschors, niermerg, nierbekken.

BIO/K10 Bescherming De kandidaat kan: 1 de rol beschrijven van de hoornlaag bij de

bescherming tegen infecties, uitdroging en beschadigingen en de rol van pigment bij de bescherming tegen ultraviolette straling;

2 het belang beschrijven van inenting en toediening antibiotica;

3 voorbeelden van bloedziekten en infectieziekten die via bloed verspreid worden, noemen, de gevolgen van de ziekten voor het lichaam beschrijven en uitleggen hoe besmetting te voorkomen is met name bij aids, leukemie, hepatitis en tuberculose;

Page 29: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 29

ALGEMEEN GEDEELTE

4 de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen en hun verschijningsvormen noemen en toelichten hoe de overdracht van deze aandoeningen is te voorkomen, met name voor aids, syfilis, chlamydia, gonorroe en candida.

BIO/K/11 Reageren op waarnemingen De kandidaat kan: 1 toelichten dat gedrag bij dieren uit een reeks

samenhangende handelingen bestaat, en aan de hand van concrete voorbeelden kunnen uitleggen dat gedrag afhankelijk is van inwendige en uitwendige prikkels;

2 delen van het zenuwstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen, en functie(s) en werking beschrijven; soorten zenuwcellen benoemen en onderverdelen: − bouw, ligging en functie van delen van het

centrale zenuwstelsel, met name: • grote hersenen: bewustzijn, zintuiglijke

waarneming en bewuste beweging; • kleine hersenen: coördinatie van

bewegingen; • hersenstam: verbinding tussen grote

hersenen en ruggenmerg en een rol bij reflexen in hoofd- en halsgebied;

• ruggenmerg: verbinding van organen met hersenen en een rol bij reflexen van romp en ledematen;

− bouw van een zenuwcel met cellichaam en uitlopers;

− ligging en functies van typen zenuwcellen: • schakelcel; • gevoelszenuwcel; • bewegingszenuwcel;

− gevoelszenuw, bewegingszenuw, gemengde zenuw;

− reflex is een vaste, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel: • terugtrekreflex; • strekreflex; • kniepeesreflex; • pupilreflex;

− functies van een reflex: onbewust regelen van motoriek, reageren bij kans op onverwachte beschadiging van het lichaam;

3 ervaringen/waarnemingen van zintuig-practicumproeven in biologische termen weergeven;

4 delen van de gehoororganen, van de ogen en zintuigelementen in huid, neus en tong in afbeeldingen aanwijzen en functie en werking ervan beschrijven: − van het gehoororgaan, met name:

• oorschelp;

• gehoorgang; • trommelvlies; • trommelholte; • buis van Eustachius; • gehoorbeentjes: hamer, aambeeld,

stijgbeugel; • slakkenhuis met zintuigcellen; • gehoorzenuw; • evenwichtsorgaan;

− van de ogen, met name: • wenkbrauw; • wimper; • traanklier; • traanbuis; • oogspier; • harde oogvlies; • hoornvlies; • vaatvlies; • iris met kringspieren en lengtespieren; • pupil; • lens: accommoderen; • glasachtig lichaam; • netvlies met gele vlek en blinde vlek; • oogzenuw; • ligging en functie van staafjes en

kegeltjes; 5 op abstracte wijze uitleggen dat prikkels uit de

omgeving door zintuigen omgezet worden in impulsen die naar het centrale zenuwstelsel geleid worden, waardoor waarneming kan plaatsvinden: − drempelwaarde, adequate prikkel,

gewenning, motivatie; 6 beschrijven dat bewust gedrag vanuit de

hersenen gestuurd wordt; 7 de samenstellende delen van de huid en het

onderhuids bindweefsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) beschrijven: − bouw, ligging en functies van de delen van

de huid, met name: • opperhuid met hoornlaag met dode cellen

en kiemlaag met delende cellen en zenuwuiteinden ('pijnzintuig');

• lederhuid met bloedvaten, haarzakjes, talgklieren, haarspieren, zweetklieren, zenuwuiteinden en zintuigen;

• haren; − onderhuids bindweefsel met vetcellen; − de rol van de doorbloeding, vet en de mate

van zweten bij de temperatuurregeling; − de rol van de hoornlaag bij de bescherming

tegen infecties, uitdroging en beschadigingen;

− de rol van pigment bij de bescherming tegen ultraviolette straling;

Page 30: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 30

ALGEMEEN GEDEELTE

8 het principe van de werking van hormonen beschrijven: − beïnvloeding van groei, ontwikkeling en

stofwisseling; 9 hormoonklieren noemen, in afbeeldingen

aanwijzen en functies en werking met de nodige detaillering beschrijven, met name van: − hypofyse: productie van hormonen voor

regeling groei, beïnvloeden van andere hormoonklieren;

− schildklier: stimulering van verbranding in cellen;

− eilandjes van Langerhans: productie insuline en glucagon en de handhaving van een constante bloedsuikerspiegel; diabetes;

− bijnieren: productie van adrenaline dat de activiteit van spieren, de ademhaling en de bloedsomloop versnelt;

− eierstokken en teelballen: naast productie van geslachtscellen ook productie van geslachtshormoon/het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken.

BIO/K12 Van generatie op generatie De kandidaat kan: 1 fasen in de lichamelijke en geestelijke groei en

ontwikkeling van mensen noemen; 2 delen van de voortplantingsstelsels noemen, in

afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven: − ligging, bouw en functie van eierstokken,

eileiders, baarmoeder, schede (= vagina), grote en kleine schaamlippen, kittelaar (= clitoris);

− ligging, bouw en functie van balzak, teelballen, bijballen, zaadblaasjes, zaadleiders, prostaat, penis, zwellichamen, urinebuis, voorhuid, eikel;

3 functies van seksualiteit verwoorden en verschillen in opvattingen, normen en waarden daarover formuleren;

4 beschrijven hoe de voortplanting van mensen verloopt: − verloop van de menstruatiecyclus, met

name: • ontwikkeling van eicel in eierstok; • ovulatie; • opbouw baarmoederslijmvlies; • menstruatie (verval

baarmoederslijmvlies); − bouw en functie van een eicel en een

zaadcel; − processen tijdens de zwangerschap, met

name: • bevruchting in de eileider; • delingen in de eileider;

• innesteling in baarmoederslijmvlies; • ontwikkeling embryo/foetus;

− ligging en functies van vruchtvliezen, vruchtwater, navelstreng en placenta (moederkoek);

− het verloop van zwangerschap en geboorte met indalen, ontsluiting met weeën, uitdrijving met persweeën en nageboorte;

− eeneiige tweelingen, twee-eiige tweelingen; − vormen en functie van prenataal onderzoek

met name vruchtwaterpunctie en vlokkentest;

5 de werking van voorbehoedmiddelen beschrijven: − condoom, spiraaltje, sterilisatie, pessarium,

invloed van de 'pil' als ovulatieremmer; 6 stadia in de levenscyclus van zaadplanten met

geslachtelijke voortplanting noemen, inclusief aspecten van het overwinteren van een plant: − ontkieming, groei en bloei; − bestuiving en bevruchting; − ontwikkeling van een kiempje uit een

bevruchte eicel, een zaad uit een zaadbeginsel en een vrucht uit een vruchtbeginsel;

− aspecten van het overwinteren van een plant: • als zaad; • alleen afsterven van de bovengrondse

delen; • opslag van reservevoedsel in de wortels; • met blijvende bovengrondse delen met of

zonder bladeren; 7 aan de hand van voorbeelden geslachtelijke en

ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten herkennen en toelichten.

BIO/K/13 Erfelijkheid en evolutie De kandidaat kan: 1 enkele situaties noemen, waarin het relevant is

enige kennis te hebben van de erfelijkheidsleer en situaties noemen, waarin het relevant is om genetisch advies in te winnen en in dit verband vormen van prenataal onderzoek beschrijven;

2 toelichten dat individuen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen aan hun nakomelingen en welke rol chromosomen en geslachtscellen hierbij spelen: − chromosomen bestaan o.a. uit DNA; − chromosomen bevatten genen, een gen is

een stukje chromosoom dat de informatie voor één erfelijke eigenschap bevat;

− erfelijke informatie voor kenmerken is in enkelvoud aanwezig in geslachtscellen met een enkelvoudige set chromosomen;

Page 31: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 31

ALGEMEEN GEDEELTE

− overige lichaamscellen met paren chromosomen;

− overdracht van erfelijke informatie via geslachtscellen;

− vorming paren chromosomen bij bevruchting;

− X- en Y-chromosoom als geslachtschromosomen; vrouw XX, man XY;

− dominant gen, recessief gen, genotype, fenotype, homozygoot, heterozygoot;

− intermediaire erfelijkheid; 3 het proces en de betekenis van de gewone

celdeling (mitose) en de reductiedeling (meiose) beschrijven: − gevolgen van mitose en meiose voor het

aantal chromosomen en de erfelijke informatie;

4 conclusies trekken uit gegevens bij monohybride kruisingen over het genotype en fenotype van ouders en/of hun directe nakomelingen: − berekenen van kans op een bepaalde

eigenschap (bij een kruising met één eigenschap en met twee generaties);

− stamboom; 5 toelichten dat onder andere bepaalde stoffen en

straling invloed kunnen hebben op de frequentie waarmee mutaties plaatsvinden;

6 toelichten dat in de loop van de tijd nieuwe rassen en soorten zijn ontstaan, mede onder invloed van mutatie en selectie: − natuurlijke en kunstmatige selectie.

De eindtermen van het verrijkingsdeel De exameneenheden van het verrijkingsdeel gelden alleen voor de gemengde en theoretische leerweg. BIO/V/1 Bescherming en antistoffen De kandidaat kan: 1 antigenen onderscheiden die de vorming van

antistoffen tot gevolg hebben: − virussen; − bacteriën; − lichaamsvreemde cellen en stoffen;

2 de aanwezigheid van antistoffen in verband brengen met een besmetting van mens of (landbouwhuis)dier;

3 antistoffen als diagnostisch middel toepassen bij een op schrift aangeboden biologische probleemstelling en hierbij relevante gegevens verwerken en presenteren: − bloedgroepbepaling; − verwantschapsstudies; − identificatie en karakterisering van

onbekende antigenen;

4 aangeven hoe de bescherming van het lichaam kunstmatig kan worden verhoogd: − actieve en passieve immunisatie; − toepassing van vaccins en sera bij mensen

en (landbouwhuis)dieren; − gebruik van antibiotica;

5 binnen de context van bescherming en antistoffen uitleg geven bij (xeno)transplantaties en auto-immuunziekten.

BIO/V/2 Gedrag bij mens en dier De kandidaat kan: 1 aangeboden problemen oplossen binnen de

context van gedrag, gebruikmakend van biologische begrippen: begippen contexten − uitwendige prikkel − consumenten- zoals temperatuur, gedrag licht, geluid − (verantwoorde) − inwendige prikkel behuizing voor zoals hormonen, landbouw)- honger, dorst huisdieren − sleutelprikkel − supranormale prikkel − respons

2 ethogrammen en protocollen van gedrag van dieren of mensen maken en/of interpreteren, gebruikmakend van: − veldwaarnemingen; − practicum; − visueel materiaal;

3 aan de hand van concrete voorbeelden verschillende vormen van leren, sociaal gedrag en communicatie noemen en de functie(s) daarvan aangeven;

4 in concrete (beschreven) situaties de rol beoordelen van leren, sociaal gedrag en communicatie bij mensen en dieren bij taakverdeling en coördinatie, in het bijzonder bij: − imprenten, trial & error, conditionering; − erfelijk/aangeleerd gedrag; − dreig- en imponeergedrag; − taakverdeling binnen groepen; − balts, paringsgedrag, broedzorg; − territoriumgedrag; − rolpatronen, normen en waarden; − rangorde;

5 een standpunt over de vergelijking van het gedrag van mensen en dieren bediscussiëren en beargumenteren.

Page 32: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 32

ALGEMEEN GEDEELTE

BIO/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk. − In de voorbereidingsfase:

• onderwerp, doel en publiek van het sectorwerkstuk bepalen;

• relevante vragen formuleren, die hij/zij met het sectorwerkstuk wil beantwoorden.

− In de uitvoeringsfase: • informatie verwerven uit schriftelijke,

mondelinge en audiovisuele bronnen, mede met behulp van informatie- en communicatietechnologie;

• uit deze informatiebronnen relevante inhoudselementen kiezen en deze passend ordenen en verwoorden;

• strategieën hanteren, die op het bereiken van de benodigde lees-, schrijf- en luister-/kijkdoelen zijn afgestemd.

− In de afsluitingsfase: • de bewerkte informatie presenteren op een

doel- en publiekgerichte wijze. − In de evaluatiefase:

• reflecteren op het proces van het werken aan het sectorwerkstuk en het product: het sectorwerkstuk;

• het belang aangeven van het gemaakte sectorwerkstuk voor vervolgstudie, toekomstige beroepspraktijk of algemene vorming.

BIO/V/4 Vaardigheden in samenhang De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

Page 33: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 33

ALGEMEEN GEDEELTE

De exameneenheden biologie in de verschillende leerwegen van het vmbo Elke exameneenheid bestaat uit een of meer eindtermen. In de kolommen achter de exameneenheden staat aangegeven door middel van een X voor welke leerweg de exameneenheid deel uitmaakt van het examenprogramma. In de syllabus van het CEVO staat per leerweg aangegeven welke exameneenheden een leerling in een bepaald examenjaar moet beheersen voor het CE. De syllabus verschijnt in principe jaarlijks.

BB KB GL/TL

BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken

1 De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in de maatschappij.

X X X

BI/K/2 Basisvaardigheden

2 De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

X X X

BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie

3 De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot: − de ontwikkeling van het eigen leervermogen; − het vermogen met biologische vaktaal en methodieken te communiceren en onderzoek te doen.

X X X

BI/K/4 Cellen staan aan de basis

4 De kandidaat kan: − kenmerkende eigenschappen van cellen noemen, de samenstellende delen daarvan noemen, en de meest voorkomende organisatieniveaus binnen organismen noemen; − beschrijven dat een organisme als een geheel beschouwd kan

worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden.

X

5 De kandidaat kan: − kenmerkende eigenschappen van cellen noemen, de samenstellende delen daarvan beschrijven, en de meest voorkomende organisatieniveaus binnen organismen noemen

en beschrijven; − toelichten dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden.

X X

BI/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk

6 De kandidaat kan de rol van schimmels en bacteriën in het milieu noemen en toelichten.

X

7 De kandidaat kan de rol van schimmels en bacteriën in het milieu en de biotechnologie noemen en toelichten.

X X

Page 34: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 34

ALGEMEEN GEDEELTE

BB KB GL/TL

BI/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend

8 De kandidaat kan: − de namen van organismen opzoeken en de delen waaruit ze

zijn samengesteld; − de relaties noemen die ze onderling en met hun omgeving

hebben.

X

9 De kandidaat kan: − de namen van organismen opzoeken en de delen waaruit ze

zijn samengesteld; − de relaties noemen en toelichten die ze onderling en met hun

omgeving hebben.

X X

BI/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving

10 De kandidaat kan: − toelichten dat de mens voor voedsel, water, zuurstof,

grondstoffen, energie, voedselproductie en recreatie van ecosystemen afhankelijk is;

− beschrijven hoe de mens ecosystemen kan beïnvloeden; − toelichten waarom de mens er belang bij heeft een duurzame relatie tussen mens en milieu te bevorderen.

X X X

BI/K/8 Houding, beweging en conditie

11 De kandidaat kan: − delen die van belang zijn voor stevigheid en beweging

noemen; − de gevolgen van overbelasting noemen.

X

12 De kandidaat kan: − delen die van belang zijn voor stevigheid en beweging

noemen; − de gevolgen van overbelasting noemen en beschrijven.

X X

BI/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding

13 De kandidaat kan: − vorm, werking en functie van het verteringsstelsel,

bloedvatenstelsel, ademhalingsstelsel en uitscheidingsstelsel beschrijven;

− hun onderling verband toelichten.

X X X

BI/K/10 Bescherming X X X

14 De kandidaat kan toelichten hoe (infectie)ziekten zich ontwikkelen, hoe ze zich verspreiden en hoe men zich daartegen beschermt.

Page 35: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 35

ALGEMEEN GEDEELTE

BB KB GL/TL

BI/K/11 Reageren op waarnemingen

15 De kandidaat kan de rol en de werking van zenuwstelsel, zintuigstelsel en hormoonstelsel toelichten.

X

16 De kandidaat kan: − de rol en de werking van het zenuwstelsel, zintuigstelsel en

hormoonstelsel toelichten; − beschrijven welke relatie er is tussen gedrag en inwendige en

uitwendige prikkels.

X X

BI/K/12 Van generatie op generatie

17 De kandidaat kan voortplanting en groei bij organismen beschrijven, evenals de vorm en functie van seksueel gedrag daarbij.

X

18 De kandidaat kan voortplanting en groei bij organismen toelichten, evenals de vorm en functie van seksueel gedrag daarbij.

X X

BI/K/13 Erfelijkheid en evolutie

19 De kandidaat kan beschrijven hoe erfelijke eigenschappen van generatie op generatie worden doorgegeven en toelichten hoe die erfelijke eigenschappen in de tijd kunnen veranderen.

X X

BI/V/1 Bescherming en antistoffen

20 De kandidaat kan de manier waarop het lichaam zich beschermt tegen antigenen door middel van antistoffen beschrijven en toelichten hoe deze bescherming kunstmatig kan worden verhoogd.

X

BI/V/2 Gedrag bij mens en dier

21 De kandidaat kan gedrag van mens en dier op een gestandaardiseerde wijze beschrijven en dat beschreven gedrag verklaren.

X

BI/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

22 De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

X

BI/V/4 Vaardigheden in samenhang

23 De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

X

Page 36: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 36

DEEL 3 VMBO-BK

2.1 INLEIDING Dit deel van de docentenhandleiding bij Biologie voor jou gaat over de versie vmbo-bk. Eerst treft u een overzicht aan van de benodigdheden bij het biologieonderwijs met deze versie. Vervolgens vindt u een handleiding bij elk thema. Deze is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 1 Didactische verantwoording/didactische

suggesties Hierbij vindt u steeds aangegeven welke keuzen zijn gemaakt bij het samenstellen van het thema. Ook treft u aanwijzingen aan voor het gebruik van het thema. 2 Benodigdheden Hier vindt u een overzicht van benodigdheden voor het thema. 3 Hulpmiddelen Hieronder vindt u een overzicht van bruikbare hulpmiddelen, zoals naslagwerken, videoprogramma’s, computerprogramma’s (inclusief cd-roms) en internetsites. Achtereenvolgens komen de volgende thema’s aan de orde: − Organen en cellen − Ordening − Voortplanting en ontwikkeling − Regeling − Zintuiglijke waarneming − Stevigheid en beweging Ten slotte vindt u een jaarschema bij deel 3 vmbo-bk en een overzicht van de relatie tussen de eindtermen in het examenprogramma vmbo biologie en deel 3 vmbo-bk. 2.2 BENODIGDHEDEN Hierna vindt u een overzicht van alle benodigdheden voor deel 3 vmbo-bk. In deze lijst is alleen opgenomen wat niet aan bederf onderhevig is. In de handleiding per thema staan de benodigdheden per thema opgesomd. Daar staan ook de benodigdheden vermeld die wel aan bederf onderhevig zijn.

De opgegeven benodigdheden zijn globale hoeveelheden die voor een klas noodzakelijk zijn. De met een * aangegeven benodigdheden zijn niet essentieel voor het uitvoeren van de practica. Hulpmiddelen − microscoop (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling) − prepareermateriaal (per leerling):

• druppelpipet (15 stuks) • scheermesje (15 stuks) • pincet (15 stuks) • prepareernaald (15 stuks) • filtreerpapier

− loep (per leerling) − schaar (15 stuks) − mes of een spatel (10 stuks) Glaswerk/porseleinwerk − voorwerpglas (2 doosjes) − dekglas (2 doosjes) − petrischaal (30 stuks) Chemicaliën − eosine of methyleenblauw in een flesje met een

druppelpipet (5 stuks) − joodoplossing in een flesje met druppelpipet

(5 stuks) − glycerine of methylcelluloseoplossing

(behangersplak) (100 mL per klas) Preparaten (fabriekspreparaten of zelfgemaakte preparaten) − een preparaat van cellen van een plant (per

leerling) − klaargemaakt preparaat van een amoebe (per

leerling) − klaargemaakt preparaat van been (per leerling) − klaargemaakt preparaat van kraakbeen (per

leerling) Modellen − een torso of enkele kleinere exemplaren − een model van een plantaardige cel* − skeletten van een badspons, koralen, slakken,

een zeekat (zeeschuim), een kreeft, een krab, een zeester en een zee-egel*

− geprepareerde skeletten van een vis, een amfibie, een reptiel, een vogel en een zoogdier*

− opgezette dieren (vogels en zoogdieren)*

2 Handleiding bij deel 3 vmbo-bk

Page 37: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 37

DEEL 3 VMBO-BK

− model van het voortplantingsstelsel van een man*

− torso met mannelijke voortplantingsorganen* − model van het voortplantingsstelsel van een

vrouw* − torso met vrouwelijke voortplantingsorganen* − model van een embryo in de baarmoeder* − model van een zenuwcel* − model van het ruggenmerg* − model van het skelet van een mens* − model van een oog* − model van een gewricht* − model waarmee de werking van de verschillende

gewrichten getoond kan worden* − model spierwerking* − model ter illustratie van een goede

lichaamshouding* Wandplaten en transparanten − een wandplaat met afbeeldingen van bacteriën* − een wandplaat met afbeeldingen van

schimmels* − wandplaten met afbeeldingen van planten* − wandplaten met afbeeldingen van dieren* − wandplaten van het zenuwstelsel en/of

hormoonstelsel* Diversen − tissues − plastic roerstaafje (per leerling) − tuinkerszaden of andere gemakkelijk kiemende

zaden (500 gram) − watten − (watervaste) viltstift (5 stuks) − kegels van een naaktzadige* − een groot vel papier (A3-formaat) − lijm − demonstratiepakket voorbehoedmiddelen* − computer met internetaansluiting (per leerling) − reflexhamertje (15 stuks) − liniaal (15 stuks)* − blinddoek (10 stuks) − passer met twee scherpe (metalen) punten

(10 stuks) − liniaal (10 stuks) − horloge met secondeaanduiding of een

stopwatch (10 stuks) − een spiegel* − wandplaat van het oog* − model van een oor* − wandplaat van het oor* − filtreerpapier of keukenpapier

2.3 HANDLEIDING BIJ THEMA 1 ORGANEN EN CELLEN 2.3.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema behandelt de bouw en het functioneren van plantaardige cellen en dierlijke cellen. Leerlingen gaan verschillende cellen met een microscoop bekijken. Ook komt het doel van celdeling en het verloop van een gewone celdeling aan de orde. Organismen De basisstof van dit thema start met de begrippen 'organismen', 'levenskenmerken' en 'dood'. Het leek ons een goed startpunt om vanuit organismen in het algemeen en de bijbehorende levenskenmerken te vertrekken. In de volgende basisstof wordt vanuit het organisme als geheel ingezoomd op organen, organenstelsels, cellen en weefsels. Organen, cellen en weefsels In basisstof 2 behandelen we verschillende organen en organenstelsels tegelijkertijd, zodat de ligging van de organen en organenstelsels ten opzichte van elkaar duidelijk wordt (zie afbeelding 9). Zo benadrukken we de samenwerking van organen in een organenstelsel. Bij deze basisstof is een torso noodzakelijk. Als u over meerdere torso’s beschikt, kunt u de leerlingen individueel of in kleine groepjes een torso uit elkaar laten halen en weer in elkaar laten zetten. Voor dit doel zijn torso’s in klein formaat het handigst. Werken met de microscoop In de basisstof van dit thema komen zes practica voor waarbij leerlingen met een microscoop werken. We gaan ervan uit dat leerlingen dit in de onderbouw al hebben geleerd. In deel 1 is in de basisstof van het thema ‘Organen en cellen’ de vaardigheid microscopiseren al geïntroduceerd. De onderdelen van de microscoop en het werken met de microscoop zijn ook behandeld. We herhalen dit kort in deel 3. De onderdelen van de microscoop komen in opdracht 16 en 17 aan de orde. Het werken met de microscoop komt nog eens aan de orde in opdracht 19 en 20. In het leerwerkboek wordt met behulp van een serie foto’s samengevat hoe leerlingen een preparaat moeten maken en hoe ze moeten werken met de microscoop. De tekenregels worden herhaald in afbeelding 28. Wanneer u leerlingen kaderopdracht 27 laat maken, is het belangrijk dat ze begrijpen hoe het komt dat bij sommige cellen van waterpest de bladgroenkorrels ogenschijnlijk in het midden van

Page 38: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 38

DEEL 3 VMBO-BK

de cel liggen, terwijl bij andere cellen de bladgroenkorrels aan de rand liggen. We confronteren leerlingen hier met het feit dat elke cel diepte heeft. Bij basisstof 2 wordt daar al op gewezen (zie afbeelding 11). In het vervolg zien leerlingen de cellen in afbeeldingen vrijwel alleen tweedimensionaal getekend. Dit kan bij leerlingen de indruk wekken dat cellen plat zijn. Cellen van planten In basisstof 4 behandelen we de bouw van plantaardige cellen. Leerlingen maken kennis met de term 'plastiden'. Ze leren dat er twee typen plastiden (korrels) voorkomen: bladgroenkorrels en kleurstofkorrels. Leerlingen zullen het veranderen van de kleur van een tomaat waarschijnlijk uit hun dagelijkse belevingswereld herkennen. Cellen van dieren In basisstof 5 behandelen we de bouw van dierlijke cellen. In opdracht 30 geven leerlingen in een overzicht aan welke delen van een cel bij cellen van planten kunnen voorkomen en welke delen bij cellen van dieren. De bouw van bacteriën en de bouw van cellen van schimmels komt in het thema 'Ordening' aan bod. De bouw van cellen wordt hier gehanteerd als kenmerk voor de ordening in vier rijken. We hebben in dit thema voor een gedeeltelijke behandeling gekozen, omdat de hier genoemde delen van plantaardige en dierlijke cellen in de volgende thema’s herhaaldelijk terugkomen. Dat geldt niet voor de delen van cellen van bacteriën en schimmels. Het is ook vrijwel onmogelijk om met een schoolmicroscoop cellen te bekijken van bacteriën en schimmels en daar delen in te zien. Celdeling Uit ervaring is gebleken dat leerlingen moeilijk kunnen begrijpen wat er bij een gewone celdeling gebeurt. Ze kunnen zich niet goed voorstellen dat er uit één cel, twee cellen ontstaan met hetzelfde aantal chromosomen als de oorspronkelijke cel. We leggen daarom duidelijk uit dat ieder chromosoom een kopie maakt van zichzelf zodat de dochtercellen precies hetzelfde aantal chromosomen hebben als de moedercel. In basisstof 6 komt ook de bouw en functie van chromosomen aan de orde. Conform de eindtermen voor het centraal examen leggen we uit dat chromosomen uit DNA en eiwitten (waarmee we histonen bedoelen) bestaan. We hebben de afzonderlijke gebeurtenissen tijdens de gewone celdeling zo eenvoudig mogelijk beschreven (zie de onderschriften bij afbeelding 46).

Biologisch onderzoek Deze basisstof is de uitwerking van de leervaardigheden in het vak biologie, zoals die zijn beschreven in het examenprogramma (BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie). Hierin wordt gesteld dat de leerlingen een eenvoudig onderzoek, waarbij de praktische zelfwerkzaamheid op de voorgrond staat, moeten kunnen voorbereiden en uitvoeren. Ze moeten de resultaten vervolgens vastleggen en evalueren. De basisstof begint met een stuk theorie over het doen van onderzoek zoals dat is beschreven in het examenprogramma. Na de theorie gaan leerlingen in opdracht 38 een onderzoek voorbereiden en uitvoeren. De leerlingen gaan de invloed van licht op de groei van planten onderzoeken. De onderzoeksopzet is voorgestructureerd. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: medisch laborant Extra stof 8 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Dit is de uitwerking van BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken: De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. Leerlingen maken in deze extra stof kennis met de werkzaamheden in verschillende beroepen. Een vrij groot deel van de beroepen die met biologie te maken hebben, wordt uitgevoerd in de laboratoriumsector. In dit geval komt een medisch laborant aan het woord. Zij legt uit welke relaties er bestaan tussen haar beroep en het vak biologie. Doordat in dit thema cellen centraal staan en in de laatste basisstof biologisch onderzoek aan de orde is geweest, ligt het voor de hand een beroep te kiezen waarin men bezig is met celonderzoek. In de verwerkingsvragen komt het belang van biologische kennis en vaardigheden in verschillende arbeidsgebieden en werksoorten aan bod. Zetmeelkorrels Extra stof 9 laat de leerlingen kennismaken met nog een type plastide: zetmeelkorrels. De functie van zetmeelkorrels komt aan de orde en leerlingen leren dat je zetmeel kunt aantonen met joodoplossing. Leerlingen gaan ook zetmeelkorrels onder een microscoop bekijken. Virussen Extra stof 10 gaat over virussen. Aan de orde komt dat virussen uit zichzelf geen levensverschijnselen

Page 39: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 39

DEEL 3 VMBO-BK

vertonen en niet uit cellen bestaan. Ook wordt er besproken hoe virussen zich kunnen voortplanten. 2.3.2 Benodigdheden Basisstof − een torso of enkele kleinere exemplaren − microscoop (per leerling) − tekenmateriaal − prepareermateriaal (per leerling):

• voorwerpglas • dekglas • tissues • druppelpipet • scheermesje • pincet • prepareernaald • filtreerpapier

− (rode) ui (5 stuks per klas) − een preparaat van cellen van een plant (per

leerling) − stengeltje met bladeren van waterpest (2 stuks

per klas) − plastic roerstaafje (per leerling) − eosine of methyleenblauw in een flesje met een

druppelpipet (5 stuks) − tuinkerszaden of andere gemakkelijk kiemende

zaden − petrischaal (2 stuks per leerling) − watten Eventueel: − een model van een plantaardige cel Extra stof − aardappel − scheermesje (5 stuks) − joodoplossing in een flesje met druppelpipet

(5 stuks) 2.3.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen 'Tekening' (blok 13), 'Microscoop' (blok 14), 'Celonderzoek' (blok 19) en 'Eencelligen' (blok 20). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 13- 24) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de onderwerpen organen en cellen te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over celdeling, celonderdelen en microscopie.

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, www.mindscape.nl

2.4 HANDLEIDING BIJ THEMA 2 ORDENING 2.4.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties We gaan in dit thema eerst in op de kenmerken die ten grondslag liggen aan de indeling van de organismen in vier rijken. In basisstof 2 t/m 5 komen de vier rijken aan de orde. Het plantenrijk en het dierenrijk worden onderverdeeld in afdelingen. De afdelingen van de zaadplanten, geleedpotigen en gewervelden delen we verder in klassen in. We gaan niet in op de regels van de binaire naamgeving. Als u de leerlingen flora’s wilt laten gebruiken tijdens het verwerken van de basisstof, kunnen ze wel met de binaire naamgeving worden geconfronteerd. U kunt dan die naamgeving eventueel even toelichten. In dit thema komt leerstof aan bod die volgens het examenprogramma niet vereist is. Onze doelstelling hierbij is leerlingen kennis te laten maken met de vormenrijkdom van organismen. Wij vinden dat ze hier enig inzicht in moeten hebben. En doordat groepen organismen in andere thema’s terugkomen, is het belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan dit thema. U kunt bij dit thema in de klas een tentoonstelling maken van vers plantenmateriaal en allerlei dierlijk materiaal (gedroogd, opgezet of op alcohol). Dit zal bij leerlingen veel interesse opwekken. Organismen ordenen In basisstof 1 bespreken we eerst de verschillende kenmerken die we gebruiken om organismen in te delen in vier rijken: celkern, celwand en bladgroenkorrels. In afbeelding 5 vatten we in een overzicht met afbeeldingen kort samen wat de kenmerken zijn van elk rijk. Hierna komt aan de orde hoe biologen organismen ordenen. We gaan kort in op de taxa: afdelingen en klassen. In het laatste deel van de basisstof komen de termen ‘soorten’ en 'rassen' aan de orde. Leerlingen leren dat organismen tot één soort behoren als ze samen nakomelingen kunnen krijgen. In de kaderopdracht komt aan de orde dat je soms moeilijk kunt bepalen of organismen wel of niet tot één soort behoren. Het rijk van de bacteriën Basisstof 2 gaat over het rijk van de bacteriën. Leerlingen kunnen zich in het algemeen bij bacteriën niet veel voorstellen. Opdracht 11 is een practicum waarbij leerlingen bacteriekolonies gaan kweken. De snelheid van de voortplanting van

Page 40: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 40

DEEL 3 VMBO-BK

bacteriën wordt voor leerlingen duidelijk als zij opdracht 12 hebben gemaakt. Overeenkomstig met het examenprogramma (zie: BIO/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk) behandelen we de betekenis van bacteriën voor de natuur en voor de mens. We besteden extra aandacht aan het voorkomen van voedselbederf. In het thema 'Voeding en vertering' zullen we verder ingaan op het gebruik van bacteriën voor de productie van voedingsmiddelen. Het rijk van de schimmels In basisstof 3 worden de schimmels behandeld. We vermelden hier niet dat schimmels zich ook geslachtelijk kunnen voortplanten. We volstaan met te vermelden dat schimmels zich meestal door middel van sporen voortplanten. Overeenkomstig het examenprogramma leggen we ook hier vooral de nadruk op de betekenis van schimmels voor de natuur en voor de mens in plaats van biologische volledigheid na te streven. In kaderopdracht 18 kunnen leerlingen schimmeldraden met de loep en met de microscoop gaan bekijken. Als aanvulling hierop kunt u stukjes schimmelkaas laten zien. De blauwe schimmels in bijvoorbeeld roquefort, bleu de Bresse of danablu zijn voor leerlingen meteen duidelijk. Minder opvallend zijn de witte schimmels aan de buitenkant van brie en camembert. Ook deze zijn aardig om te laten zien. Het rijk van de planten In basisstof 4 komt het plantenrijk aan de orde. De naam 'sporenplanten' voor mossen en varens is misschien voor leerlingen verwarrend wanneer ze de neiging hebben paddenstoelen tot planten te rekenen. Om misconceptie te voorkomen is het belangrijk om daar rekening mee te houden bij uw uitleg. Bij opdracht 20 gaan leerlingen boomalgcellen bekijken met de microscoop. Bij opdracht 23 bekijken ze een mosplantje en een varenblad met de loep. Deze planten zijn overal te vinden en leerlingen hebben ze vast ook al wel eens gezien. Maar meestal hebben ze deze planten nog nooit goed bekeken. Bij opdracht 20 is het belangrijk dat leerlingen niet te veel van de groene aanslag op het voorwerpglas doen. Leerlingen herkennen blaaswier vaak van het strand (afbeelding 47). We laten bij de sporenplanten de klasse van de paardenstaarten buiten beschouwing.

Bij de indeling van de zaadplanten in naaktzadigen en bedektzadigen is de indeling gebaseerd op het hebben van kegels of vruchten. U zou hierbij de ligging van de zaden kunnen laten zien aan de hand van een kegel van een naaktzadige en aan de hand van een vrucht (bijvoorbeeld een appel). We realiseren ons dat er bedektzadigen zijn met nauwelijks herkenbare vruchten en naaktzadigen met schijnvruchten. Het lijkt ons te ver voeren voor leerlingen om hier verder op in te gaan. We hebben ook de indeling van bedektzadigen in eenzaadlobbigen en tweezaadlobbigen achterwege gelaten. Bij kaderopdracht 28 moeten leerlingen bij gegeven tekeningen en beschrijvingen van bedektzadige planten de namen van de planten invullen. Het rijk van de dieren Aan het begin van deze basisstof komt eerst het belangrijkste kenmerk voor het indelen van het dierenrijk in afdelingen aan de orde: het skelet. We realiseren ons dat de indelingscriteria voor de holtedieren en de weekdieren niet eenduidig zijn. Koralen zijn bijvoorbeeld holtedieren die een skelet hebben. We noemen daarom als kenmerk van holtedieren: meestal geen skelet. We vinden deze versimpeling acceptabel voor vmbo-leerlingen. Om basisstof 5 niet al te lang te maken, geven we alle afdelingen met hun kenmerken weer in een overzichtelijk schema (zie afbeelding 67). U kunt uw leerlingen erop wijzen dat ze de inhoud van deze afbeelding goed moeten leren voor het proefwerk. We zijn ons ervan bewust dat het niet juist is de wormen tot één afdeling te rekenen. Om de indeling van het dierenrijk voor leerlingen overzichtelijk te houden, hebben we dat toch gedaan. We noemen de wormen tweezijdig symmetrisch. Het is onze ervaring dat leerlingen (vooral bij rondwormen en ringwormen) vinden dat deze veelzijdig symmetrisch zijn. U kunt de leerlingen een anatomische afbeelding laten zien van een regenworm en ze dan wijzen op de borstels aan de onderkant. Anatomische afbeeldingen van regenwormen kunt u bijvoorbeeld vinden op internet. Bij de stekelhuidigen vragen leerlingen zich misschien af waarom een zeester en een zee-egel tot dezelfde groep worden gerekend. Aan de hand van de skeletten van een zee-egel en van een zeester kunt u de overeenkomst in lichaamsbouw tussen beide dieren verduidelijken. U kunt dit thema voor leerlingen aanzienlijk verlevendigen door ook skeletten van andere dieren te laten zien, bijvoorbeeld van een badspons, koralen, slakken, een zeekat (zeeschuim), een kreeft en een krab.

Page 41: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 41

DEEL 3 VMBO-BK

Geleedpotigen In basisstof 6 delen we de afdeling van de geleedpotigen verder in klassen in. Vervolgens bespreken we hun kenmerken. In kaderopdracht 38 besteden we aandacht aan de 'soortenkennis' van leerlingen. Bij deze opdracht moeten ze bij tekeningen van geleedpotigen de juiste naam en klasse zoeken en de juiste beschrijving van de leefwijze van het dier erbij plakken. We trachten hiermee te bereiken dat leerlingen een beeld krijgen van de grote vormenrijkdom bij geleedpotigen. Gewervelden De indeling van de gewervelden in vijf klassen komt in basisstof 7 aan de orde. U kunt de gemeenschappelijke kenmerken van de gewervelde dieren (onder andere de wervelkolom) goed demonstreren aan de hand van geprepareerde skeletten van een vis, amfibie, reptiel, vogel en zoogdier. In opdracht 43 vullen leerlingen de kenmerken in van de vijf klassen van de gewervelde dieren. We vermelden daarbij dat de kenmerken voor de meeste dieren van een afdeling gelden, maar dat er ook veel uitzonderingen zijn. Vooral in natuurprogramma's op de tv staan deze uitzonderingen regelmatig in de schijnwerpers. Het indelen van organismen De basisstof eindigt met het determineren van organismen. Volgens de eindtermen van het examenprogramma voor vmbo (zie: BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend) kan de leerling 'met behulp van determineertabellen de Nederlandse naam opzoeken van planten- en diersoorten die veel in Nederland voorkomen en verwoorden dat aan het onderling verschillen van soorten erfelijke factoren ten grondslag liggen'. De leerlingen gebruiken bij het determineren een zoekkaart die ze vanzelf naar de volgende vraag leidt. Voor vmbo-bk leerlingen is deze manier van determineren overzichtelijker. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: interessescorelijst biologie Extra 9 is een interessescorelijst biologie. Er zijn niet veel beroepen op mbo-niveau die te maken hebben met de ordening van organismen. Vandaar dat we er bij dit thema voor gekozen hebben om een inventarisatie te maken van opleidingen die met biologie te maken hebben op ongeveer mbo-

niveau. De opleidingen bleken in te delen in zes categorieën (werken met mensen, dieren, planten, milieu, voeding en onderzoek doen). Leerlingen inventariseren eerst hun interesse in een van deze zes categorieën. Daarna kiezen zij uit het interessegebied dat het hoogst scoort twee opleidingen en proberen dan te verwoorden waarom hen deze het meest aanspreken. Het leek ons goed deze opdracht aan het begin van klas 3 te doen. Voordat leerlingen verdergaan met Leren en werken en biologie, is het goed dat zij eerst een overzicht krijgen van beroepen die met biologie te maken hebben en te bepalen waar hun interesse ligt. Eencellige dieren In extra stof 10 bespreken we de bouw en kenmerken van een amoebe en van een pantoffeldiertje. Bij opdracht 53 gaan de leerlingen een klaargemaakt preparaat van een amoebe bekijken en tekenen. Bij opdracht 54 bekijken ze pantoffeldiertjes uit een kweek. Werken met dieren: parasieten In extra stof 11 gaan leerlingen van verschillende parasieten noteren tot welke afdeling en welke klasse het dier hoort. Ze moeten ook een poster maken. De leerlingen gaan een huisdier uitkiezen en informatie zoeken over parasieten die bij het betreffende dier kunnen voorkomen. Ze gaan ook uitzoeken hoe je deze parasieten het beste kunt bestrijden. 2.4.2 Benodigdheden Basisstof − steriele petrischaal met voedingsbodem (per

leerling of per groepje leerlingen) − (watervaste) viltstift − tekenmateriaal − klompje bakkersgist (per klas) − microscoop (per leerling) − prepareermateriaal (per leerling):

• voorwerpglas • dekglas • tissues • druppelpipet • scheermesje • pincet • prepareernaald • filtreerpapier

− een beschimmelde boterham of beschimmeld stuk fruit (5 stuks)

− loep (per leerling) − stukje boomschors met groene aanslag

(boomalg) (5 stuks)

Page 42: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 42

DEEL 3 VMBO-BK

− een mosplantje (bijvoorbeeld haarmos) met een sporendoosje (per leerling)

− een deel van een varenblad (bijvoorbeeld man-netjesvaren) met sporenhoopjes (per leerling)

Eventueel: − een wandplaat met afbeeldingen van bacteriën − een wandplaat met afbeeldingen van schimmels − stukjes blauwschimmelkaas (bijvoorbeeld

roquefort, bleu de Bresse of danablu) − stukjes witschimmelkaas (bijvoorbeeld brie,

camembert) − kegels van een naaktzadige − een vrucht (bijvoorbeeld appel) − wandplaten met afbeeldingen van planten − skeletten van een badspons, koralen, slakken,

een zeekat (zeeschuim), een kreeft, een krab, een zeester en een zee-egel

− geprepareerde skeletten van een vis, een amfibie, een reptiel, een vogel en een zoogdier

− opgezette dieren (vogels en zoogdieren) − wandplaten met afbeeldingen van dieren Extra stof − klaargemaakt preparaat van een amoebe (per

leerling) − een kweek van pantoffeldiertjes − druppelpipet (5 stuks) − glycerine of methylcelluloseoplossing

(behangersplak) (100 mL per klas) − een groot vel papier (A3-formaat) − schaar − lijm − tekenmateriaal 2.4.3 Hulpmiddelen − Flora's, bijvoorbeeld: Heukels' Flora van

Nederland, Noordhoff Uitgevers B.V. − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma's gemaakt over de onderwerpen 'Schimmels' (blok 17), 'Eencelligen' (blok 20) en 'Determineren' (blok 22). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 13-24) bestellen.

− Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de onderbouw programma's gemaakt over de onderwerpen 'Problemen onder water' (blok 25), 'Dier en milieu' (blok 26), 'Boeiende insecten' (blok 28), 'Slakken in actie' (blok 29), 'Vangnet en valkuil' (blok 30), 'Vogels en hun kuikens' (blok 33), 'Voortplanting bij zoogdieren' (blok 34), 'Jagende insecten' (blok 35), 'Jagen onder water: sepia en zeeanemonen' (blok 36), 'De tong als wapen' (blok 37), 'Op jacht' (blok 38) en 'Schadelijke insecten' (blok 40). Via

www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 25-40) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de onderwerpen cellen, micro-organismen dieren en planten te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over dierenindeling, gewervelden, ongewervelden, bacteriën en plantenindeling.

2.5 HANDLEIDING BIJ THEMA 3

VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING 2.5.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema gaat over de voortplanting en ontwikkeling bij de mens. We besteden in dit thema geen aandacht aan de voortplanting bij dieren. Dit is in overeenstemming met het examenprogramma voor vmbo. De voortplanting bij planten komt in het thema 'Planten' aan bod. Hiermee hebben we de strikt thematische indeling van de leerstof verlaten. Voor de meeste leerlingen is dit hoofdstuk specialer dan een gemiddeld hoofdstuk uit Biologie voor jou. Voortplanting en seksualiteit hebben te maken met intieme gevoelens. Dit hoofdstuk behandelt voornamelijk het biologische gedeelte van voortplanting. Zeker in het begin kan dit hoofdstuk wat technisch overkomen. In basisstof 10 gaan we in op de affectieve kanten van de voortplanting. Het voortplantingsstelsel van een man Basisstof 1 behandelt de ligging, de bouw en de werking van het voortplantingsstelsel van de man. In kaderopdracht 10 is er extra aandacht voor de gevolgen van roken op de vruchtbaarheid van de man. Het voortplantingsstelsel van een vrouw Basisstof 2 gaat over de ligging, de bouw en de werking van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Hierbij komen ook de ovulatie, de bevruchting en de innesteling van de eicel aan de orde. Bij opdracht 17 gaan de leerlingen de verschillen tussen eicellen en zaadcellen op een rijtje zetten. Aan het eind van deze basisstof gaan we bij opdracht 20 in op fabeltjes omtrent het maagdenvlies. We leggen eerst uit wat een fabeltje is. Daarna moeten leerlingen van stellingen die over het maagdenvlies gaan, aangeven of het een feit is of een mening.

Page 43: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 43

DEEL 3 VMBO-BK

Hormonen en voortplanting Basisstof 3 gaat over de geslachtshormonen en de processen die hierdoor worden geregeld. Het hormoonstelsel komt verder uitgebreid aan bod in het thema 'Regeling'. Het bespreken van de geslachtshormonen past echter beter in dit thema dan in het thema 'Regeling'. Conform het examenprogramma (zie: BIO/K12 Van generatie op generatie) behandelen we in dit thema onder andere het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken en de invloed van de 'pil' als ovulatieremmer op de menstruatiecyclus. Hierbij is een behandeling van de geslachtshormonen niet te vermijden. De oestrogene hormonen, testosteron, FSH, LH en progesteron worden niet met name genoemd in het examenprogramma. We noemen deze namen daarom ook niet in dit thema. De menstruatiecyclus Basisstof 4 behandelt de menstruatiecyclus. Om de verschillende momenten in de menstruatiecyclus te illustreren, plaatsen we het verloop van de cyclus in een tijdsschaal van 28 dagen. Aan het eind van de basisstof relativeren we het statische karakter van deze tijdsschaal enigszins, omdat het verloop en de duur van de cyclus in werkelijkheid verschillen per individu. Zwangerschap In basisstof 5 beschrijven we de ontwikkeling van het embryo nadat een klompje cellen zich heeft ingenesteld in het baarmoederslijmvlies. Hierna besteden we aandacht aan prenataal onderzoek. We bespreken de vlokkentest en vruchtwaterpunctie. We geven ook aan dat prenataal onderzoek plaatsvindt wanneer daar aanleiding toe is, omdat het de kans op een miskraam vergroot. De geboorte In basisstof 6 gaan we in op de verschillende fasen van de geboorte. We besteden ook aandacht aan de indaling en aan het ontstaan van de navel. Levenscyclus van de mens In deze basisstof komt de levenscyclus van de mens aan bod. Volgens het examenprogramma (zie: BIO/K12 Van generatie op generatie) moet de leerling fasen in de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van mensen kunnen noemen. Van acht verschillende levensfasen zijn daarom de belangrijkste lichamelijke en geestelijke kenmerken weergegeven.

Geboorteregeling In het examenprogramma voor vmbo staat dat leerlingen de werking van voorbehoedmiddelen moeten kunnen beschrijven (zie: BIO/K12 Van generatie op generatie). Leerlingen weten vaak niet (meer) wanneer bevruchting kan plaatsvinden in een menstruatiecyclus. Daarom beschrijven we het bepalen van de 'vruchtbare periode', hoewel dit onderdeel niet voorkomt in het examenprogramma. Door hierover ook een opdracht op te nemen, hopen we dat het beter beklijft. Daarna bespreken we eerst twee onbetrouwbare methoden van anticonceptie. Veel jongeren zijn niet overtuigd van de onbetrouwbaarheid van periodieke onthouding en 'voor het zingen de kerk uit'. In de tekst wordt uitgelegd hoe deze methoden werken en waarom ze erg onbetrouwbaar zijn. Daarna bespreken we de betrouwbare methoden van anticonceptie. We leggen uit hoe ze werken en wat de voor- en nadelen zijn van het gebruik ervan. Volgens het examenprogramma vmbo kan een leerling biologisch bronnenmateriaal begrijpend lezen en hierbij feiten en meningen onderscheiden in o.a. foldermateriaal (zie: BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie). Om tegemoet te komen aan deze vaardigheid kunnen leerlingen bij kaderopdracht 70 vragen beantwoorden waarbij ze een schema gebruiken waarin staat wat je moet doen als je vergeten bent de anticonceptiepil te slikken. Bij de Rutgers Nisso Groep is een anticonceptiekoffer te verkrijgen. De koffer bevat verschillende vormen van anticonceptie, een zwangerschapstest en condooms. U kunt deze koffer gebruiken om basisstof 8 te ondersteunen. Soa's In basisstof 9 bespreken we de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening (chlamydia) en de meest bekende (aids). In Nederland is chlamydia de meest voorkomende soa, met name onder jonge mensen. Vooral vrouwen merken vaak niet dat ze een chlamydia-infectie hebben opgelopen, doordat dit bij hen meestal geen klachten geeft. Daardoor kun je het ongemerkt aan anderen doorgegeven. Volgens UNAids, het aidsprogramma van de Verenigde Naties en de Wereldgezondheidsorganisatie, worden in Nederland elke week gemiddeld twee jongeren besmet met aids. 40% van de mensen met aids is heteroseksueel. In Nederland is aids niet langer dodelijk, maar een chronische ziekte waar je behoorlijk oud mee kunt worden. Leven met aids blijft echter zwaar door de taboes die erop rusten en door de bijwerkingen van de medicijnen.

Page 44: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 44

DEEL 3 VMBO-BK

Afbeelding 130 in het leerwerkboek geeft een overzicht van manieren van veilig vrijen en van onveilig vrijen. Seksualiteit Basisstof 10 gaat over seksualiteit. We besteden aandacht aan seksuele geaardheid en aan seksueel geweld. In deze versie besteden we ook aandacht aan 'loverboys' (en 'lovergirls'), een fenomeen dat de laatste jaren steeds vaker in de publiciteit is. Loverboys kiezen kwetsbare meisjes uit en dwingen ze, als ze eenmaal emotioneel en financieel afhankelijk zijn, tot prostitutie. Het is belangrijk dat jongeren er alert op zijn dat dat hun of anderen in hun omgeving niet overkomt. Over seksualiteit bestaan verschillende meningen. Het leek ons in dit verband goed leerlingen hun eigen mening te laten formuleren en die met argumenten te onderbouwen. Dit sluit aan bij de eis dat leerlingen hun eigen gedachten mondeling en schriftelijk moeten kunnen formuleren over biologische onderwerpen (zie: BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie). Het sluit ook aan bij eindterm 3 (zie: BIO/K12 Van generatie op generatie) waarin wordt gesteld dat leerlingen de functies van seksualiteit kunnen verwoorden en verschillen in opvattingen, normen en waarden daarover kunnen formuleren. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: groepshulp kinderopvang Extra stof 11 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een groepshulp kinderopvang aan het woord. Ongewenst zwanger In extra stof 12 gaan we in op noodmaatregelen die kunnen worden getroffen na geslachtsgemeenschap zonder anticonceptie. We bespreken de morning-afterpil en abortus. Gegevens zoeken op internet In extra stof 13 gaan leerlingen op internet informatie zoeken over seksueel overdraagbare aandoeningen die niet in de basisstof zijn besproken. Ze gaan de gevonden informatie ook presenteren. De afbeeldingen 149, 150 en 151 helpen hen bij het verzamelen van informatie en bij het voorbereiden van hun presentatie.

2.5.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Eventueel: − model van het voortplantingsstelsel van een

man − torso met mannelijke voortplantingsorganen − model van het voortplantingsstelsel van een

vrouw − torso met vrouwelijke voortplantingsorganen − model van een embryo in de baarmoeder − demonstratiepakket voorbehoedmiddelen Extra stof − computer met internetaansluiting (per leerling) 2.5.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

het vmbo vier programma's gemaakt over het onderwerp 'Voortplanting'. Afleveringen 13 t/m 16 gaan achtereenvolgens over: groei en ontwikkeling, seksualiteit, zwangerschap en geboorte. Via www.schooltv.nl kunt u de bijbehorende handleiding en de dvd bestellen.

− Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de onderbouw een programma gemaakt over voortplanting bij zoogdieren (blok 34). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 25-40) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het onderwerp voortplanting te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over ontwikkeling, organen, soorten voortplanting en voorbehoedsmiddelen.

− Loving me, loving you. Een lessenpakket dat gaat over verkering en liefde en hoe je het leuk kunt houden. Het is bedoeld voor jongeren die nét zijn begonnen met relaties of daar op korte termijn aan toe zullen zijn. Jongeren worden geprikkeld om na te denken over relaties, vooroordelen, jaloezie, trouw en hun zelfbeeld. Het pakket bestaat uit leerlingenboekjes en een handleiding met als centraal thema: veilig vrijen. Het is te bestellen bij Zorn Uitgeverij, Postbus 4001, 2301 RA Leiden. T (071) 5149141, F (071) 5120278, I www.kenmerkreeks.nl

− Ik vrij veilig, ook op vakantie. Een docentenhandleiding die aansluit op het lessenpakket 'Lang leve de liefde'. In de aanloop naar de zomervakantie kunnen docenten m.b.v. deze handleiding aandacht besteden aan het onderwerp veilig vrijen. Deze

Page 45: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 45

DEEL 3 VMBO-BK

docentenhandleiding is te bestellen via Soa Aids Nederland, Keizersgracht 390, 1016 GB Amsterdam. T (020) 6262669, F (020) 6275221, I www.soaids.nl

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, I www.mindscape.nl

− De Rutgers Nisso groep (T 0900-9398) heeft een ruim assortiment aan voorlichtingsmateriaal op het gebied van seksualiteit uitgebracht waaronder: • informatiemateriaal over anticonceptie; • de anticonceptiekoffer. De koffer bevat

verschillende vormen van anticonceptie, een zwangerschapstest en condooms. In een folder staat informatie over alle anticonceptiemiddelen, het gebruik, de voor- en nadelen, kosten en aanschaf. Ook is een handleiding toegevoegd voor het geven van seksuele voorlichting met de koffer. Geschikt voor jongeren vanaf 10 jaar;

• Feiten en fabels over het maagdenvlies. Een informatieve folder waarin negen vragen over het maagdenvlies worden beantwoord.

Op www.rutgersnissogroep.nl of www.rng.nl kunt u zien wat de kosten zijn van de producten en welke producten er nog meer worden aangeboden. Via deze website zijn de producten ook te bestellen.

− Op www.lover-boy.nl is informatie te vinden over loverboys voor leerlingen, docenten en ouders.

− Lang leve de liefde. Dit is een lessenpakket met als centraal thema: veilig vrijen. Dit pakket is te bestellen via Soa Aids Nederland, Keizersgracht 390, 1016 GB Amsterdam. T (020) 6262669, F (020) 6275221, I www.soaids.nl

− Klein, maar niet fijn. Een practicum over de verspreiding van soa. Het lespakket is geschikt voor het vmbo en maakt leerlingen op een leuke en praktische manier bewust van de verspreidingssnelheid van bacteriën en het verspreidingsgevaar van bacteriële soa. Dit pakket is te bestellen via Soa Aids Nederland, Keizersgracht 390, 1016 GB Amsterdam. T (020) 6262669, F (020) 6275221, I www.soaids.nl

2.6 HANDLEIDING BIJ THEMA 4 REGELING 2.6.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema behandelt de bouw en functie van het zenuwstelsel en van het hormoonstelsel bij de mens.

Het zenuwstelsel De basisstof van dit thema start met een korte beschrijving van de werking van het zenuwstelsel. In basisstof 2 t/m 5 beschrijven we de werking uitgebreid. De summiere beschrijving in basisstof 1 kunnen de leerlingen gebruiken als een ‘kapstok’ (concept) waaraan ze de rest van de informatie over het zenuwstelsel kunnen ophangen. Zenuwcellen en zenuwen In basisstof 2 komt eerst de bouw van een zenuwcel aan de orde. We gebruiken hierbij de term ‘uitlopers’ en geven aan dat er zenuwcellen zijn met lange en met korte uitlopers. Aansluitend aan de behandeling van de bouw van zenuwcellen behandelen we de bouw van zenuwen. Hierna onderscheiden we drie typen zenuwcellen: gevoelszenuwcellen, bewegingszenuwcellen en schakelcellen. We definiëren schakelcellen als cellen die impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel. Behalve de schakelcellen in het ruggenmerg en de hersenstam vallen ook de zenuwcellen in de grote en kleine hersenen hieronder. Deze indeling in drie typen zenuwcellen is niet geheel volgens de werkelijkheid. De zenuwcellen in het netvlies behoren namelijk tot geen van deze drie typen. Het zijn geen schakelcellen, want ze liggen niet in het centrale zenuwstelsel. We vinden het echter acceptabel om daar op dit niveau aan voorbij te gaan. Ten slotte komen de drie typen zenuwen aan de orde (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen). Wanneer u de beschikking hebt over een model van het menselijke skelet, kunt u demonstreren op welke plekken de ruggenmergzenuwen tussen de wervels vandaan komen. Het centrale zenuwstelsel In basisstof 3 bespreken we de functie van de grote hersenen, de kleine hersenen en de hersenstam. Bij de behandeling van de grote hersenen geven we aan dat hersencentra delen in de grote hersenen zijn met speciale functies. In het examenprogramma worden de hersencentra niet genoemd (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen). Voor vmbo-bk beperken we de informatie over de verschillende centra tot een kennismaking. Het is voldoende als de leerlingen begrijpen dat de plaats waar impulsen in de hersenen worden verwerkt, de waarneming bepaalt. Vervolgens bespreken we de ligging en de functie van het ruggenmerg en de aansluiting van zenuwen op het ruggenmerg.

Page 46: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 46

DEEL 3 VMBO-BK

Beïnvloeding van het zenuwstelsel In basisstof 4 bespreken we hoe medicijnen, alcohol en drugs het zenuwstelsel kunnen beïnvloeden en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu neemt het alcoholgebruik onder jongeren in Nederland nog steeds toe. Jongeren vinden het drinken van alcohol heel gewoon. Ondertussen wordt steeds duidelijker dat het drinken van alcohol op jonge leeftijd (blijvende) schadelijke gevolgen heeft. Wij besteden in deze basisstof daarom extra aandacht aan de schadelijke gevolgen voor onder andere de hersenen door het gebruik van alcohol door jongeren. Bewuste reacties en reflexen Basisstof 5 begint met een samenvatting van het tot stand komen van bewuste reacties door het zenuwstelsel. Hierna komen reflexen aan de orde. Ondanks dat reflexen en de functies van reflexen niet tot de eindtermen voor vmbo-bk behoren, hebben wij gemeend toch onderscheid te moeten maken tussen bewuste reacties en reflexen. Te meer omdat de leerlingen in hun dagelijkse leven vaak te maken hebben met reflexen. Bovendien spelen bepaalde reflexen een rol bij zintuiglijke waarneming (thema 5). In deze basisstof bespreken we de reflexen vooral vanuit een praktische invalshoek. We gebruiken reflexen als tegenpool van bewuste reacties. Bij de behandeling van reflexen laten we de leerlingen in een practicum kennismaken met de kniepeesreflex. Deze is voor leerlingen erg herkenbaar. Hij kan echter niet model staan voor de meeste reflexen, doordat de kniepeesreflex een zogenoemde monosynaptische reflex is. De impulsen worden voor een deel direct doorgegeven van gevoelszenuwcellen naar bewegingszenuwcellen. Daarom behandelen we de reflexen eerst aan de hand van de terugtrekreflex. Leerlingen kunnen het verloop van een reflexboog niet altijd volgen. We hebben er daarom voor gekozen om in deze basisstof eerst de weg van de impulsen bij een reflex te bespreken en daarna pas te behandelen via welke zenuwcellen de impulsen worden voorgeleid. Het hormoonstelsel We beginnen deze basisstof over het hormoonstelsel met het verschil tussen hormoonklieren en andere klieren. Vervolgens bespreken we de verschillen tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel. In het examenprogramma staat niet vermeld dat leerlingen deze verschillen moeten kunnen

aangeven. Wij vinden echter dat leerlingen zich bewust moeten zijn van de verschillen. Hierna komt de ligging en de functie van de eierstokken en de teelballen, de schildklier, de eilandjes van Langerhans en de bijnieren aan de orde. Aan de ligging en de functie van de hypofyse besteden we wat meer aandacht. In het thema ‘Voortplanting en ontwikkeling’ hebben de leerlingen geleerd dat de hypofyse hormonen produceert die de menstruatiecyclus regelen. Verder hebben ze geleerd dat de eierstokken en de teelballen onder invloed van de hypofyse geslachtshormonen produceren. In deze basisstof wordt dat kort herhaald. We noemen de hormonen die de hypofyse produceert om andere hormoonklieren aan het werk te zetten ‘stimulerende hormonen’. Tot slot bespreken we de regeling van het glucosegehalte van het bloed en diabetes. Uit ervaring weten we dat leerlingen de leerstof over het min of meer constant houden van de bloedsuikerspiegel vaak moeilijk vinden. Daarom behandelen we de regeling van de bloedsuikerspiegel vrij uitvoerig. Gedrag In de editie vmbo-bk is het thema ‘Gedrag’ niet opgenomen omdat het alleen bij de gemengde en theoretische leerweg getoetst wordt op het Centraal Schriftelijk Examen. Doordat het examenprogramma wel vermeldt dat: ‘De kandidaat kan toelichten dat gedrag bij dieren uit een reeks samenhangende handelingen bestaat, en aan de hand van concrete voorbeelden kan uitleggen dat gedrag afhankelijk is van inwendige en uitwendige prikkels (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen)’, hebben we in het thema ‘Regeling’ een basisstof over dit onderwerp opgenomen. Basisstof 7 start met een uiteenzetting van wat gedrag is. De leerlingen leren dat gedrag een respons is op een inwendige of uitwendige prikkel. Ten slotte leren leerlingen dat bij een gedragsketen het effect van de ene handeling leidt tot de volgende handeling. We nemen bij de behandeling van gedragsketens het voortplantingsgedrag van de stekelbaars als voorbeeld. Dit voorbeeld is gekozen, omdat in het verleden hierover vragen zijn gesteld in de Centrale Examens. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen.

Page 47: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 47

DEEL 3 VMBO-BK

Leren en werken: apothekersassistent Extra stof 8 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Deze keer hebben we gekozen voor het beroep van apothekersassistent, omdat het vrij veel wordt uitgeoefend en goed past bij het thema van dit hoofdstuk. In de eerste opdracht gaan we in op de verschillende capaciteiten die voor dit beroep nodig zijn. In de tweede opdracht worden vragen gesteld over het gebruik van foliumzuur tijdens de zwangerschap. Dit is geen examenstof, maar leerlingen maken op deze manier kennis met het werk van een apothekersassistent. Bovendien is deze kennis van belang voor de algemene ontwikkeling. Het blijkt dat meer dan de helft van de zwangere vrouwen niet op de hoogte is van het feit dat het gebruik van extra foliumzuur de kans om een kind te krijgen met het neurale-buisdefect verkleint. Alcohol Extra stof 9 gaat over alcohol. Deze extra stof geeft informatie waardoor leerlingen meer zicht krijgen op (het eigen) alcoholgebruik. Jongeren beginnen op steeds jongere leeftijd met het drinken van alcohol. Ook drinken ze per persoon steeds meer alcohol. Het is daarom belangrijk dat ze goed op de hoogte zijn van het effect van het gebruik van alcohol op korte en lange termijn. Aan het einde van deze extra stof besteden we aandacht aan de wettelijke regels omtrent alcoholgebruik en aan de gevolgen van overtreding van deze regels. Veel leerlingen realiseren zich namelijk niet dat ze riskant alcoholgebruik vertonen. Drugs Extra stof 10 gaat over drugs. Eerst wordt van de meest bekende drugs beschreven om wat voor stoffen het gaat en hoe ze kunnen worden gebruikt. Vervolgens geven we in een schema overzichtelijk weer of er geestelijke afhankelijkheid, lichamelijke afhankelijkheid of tolerantie op kan treden en wat de effecten zijn op korte en lange termijn. 2.6.2 Benodigdheden Basisstof − reflexhamertje (15 stuks) Eventueel: − liniaal (15 stuks) − wandplaten van het zenuwstelsel en/of

hormoonstelsel − model van een zenuwcel − model van het ruggenmerg − model van het skelet van een mens

Extra stof Voor de extra stof zijn geen speciale benodigdheden vereist. 2.6.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen prikkelverwerking (blok 61) en het centrale zenuwstelsel (blok 62). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het zenuwstelsel te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over zenuwen en over zenuwen in de knel.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over gedrag te vinden. Leerlingen kunnen onder andere een clip bekijken over de voortplanting bij de stekelbaars.

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, I www.mindscape.nl

− Drugs. Een programma dat ingaat op de motieven van jongeren om genotmiddelen te gebruiken. De gevolgen daarvan worden besproken. Via www.schooltv.nl kunt u de dvd en de handleiding bestellen.

− Alcohol. Een programma dat jongeren wil aanzetten tot verantwoord alcoholgebruik. Via www.schooltv.nl kunt u een handleiding bestellen.

− Op www.alcoholinfo.nl is informatie te vinden over alcohol en alcoholgebruik.

− Op www.drugsinfo.nl is informatie te vinden over drugs en drugsgebruik.

− www.trimbos.nl geeft informatie over alcohol en drugs.

− Op www.hersenstichting.nl is informatie te vinden over de anatomie van de hersenen, de functies van de hersenen en hersenaandoeningen.

− Op www.diabetesfonds.nl is onder andere informatie te vinden over de verschillende vormen van diabetes, het herkennen van diabetes en het voorkomen van diabetes.

− Op www.schildklier.nl is informatie te vinden over de schildklier en over schildklieraandoeningen.

Page 48: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 48

DEEL 3 VMBO-BK

2.7 HANDLEIDING BIJ THEMA 5 ZINTUIGLIJKE WAARNEMING

2.7.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema behandelt de bouw en werking van het zintuigenstelsel bij de mens. Volgens eindterm BIO/K/11 Reageren op waarnemingen, moet een kandidaat ervaringen/waarnemingen van zintuig-practicumproeven in biologische termen kunnen weergeven. Wij hebben daarom in dit thema verscheidene practica opgenomen. Het zintuigenstelsel De basisstof van dit thema start met een overzicht van de ligging van zintuigen in het lichaam. Hierna gaan we in op het ontstaan van impulsen. We bespreken ook de diverse prikkels en de werking van de zintuigen onder invloed van deze prikkels. We gaan ook kort in op het verschijnsel ‘gewenning’. We realiseren ons dat behandeling van dit begrip voor vmbo-leerlingen snel neigt naar verbalisme. Conform het examenprogramma (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen) behandelen we het begrip ‘motivatie’. We geven aan dat de motivatie van invloed is op de drempelwaarde voor een prikkel. Ruiken en proeven In basisstof 2 bespreken we het reukzintuig en het smaakzintuig. We beschrijven de ligging van de zintuigcellen, de functie en de werking. Volgens het examenprogramma (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen) moet de kandidaat op abstracte wijze kunnen uitleggen dat prikkels uit de omgeving door zintuigen omgezet worden in impulsen die naar het centrale zenuwstelsel geleid worden, waardoor waarneming kan plaatsvinden. In opdracht 10 voeren de leerlingen een practicum uit, waarbij ze persoonlijk ervaren dat zintuigen samenwerken. Ze proeven allerlei stoffen, terwijl hun ogen afgedekt zijn en hun neus dicht zit. Nadat ze de stoffen hebben beschreven, proeven ze die nog eens, terwijl ze die ook kunnen ruiken. Bij de bespreking van het smaakzintuig geven we aan dat je met je tong vier verschillende smaken kunt onderscheiden: zoet, zout, zuur en bitter. Inmiddels wordt ‘umami’ wetenschappelijk erkend als de vijfde elementaire smaakbeleving. Umami betekent in het Japans heerlijkheid of hartig. De umamizintuigcellen in de tong zijn gevoelig voor glutamaat. Dit komt van nature voor in vlees, gevogelte, vis, groente en melk. Het wordt ook vaak gebruikt als smaakversterker in veel producten (dan bekend als Ve-Tsin of E621). Om

het voor de vmbo-leerlingen niet te complex te maken, hebben we ervoor gekozen deze vijfde, onbekende smaak niet te bespreken. U bent natuurlijk vrij om dat in uw lessen wel te doen. De bouw en werking van de oren In basisstof 3 wordt de bouw en de werking van het oor besproken. In het examenprogramma worden de begrippen ‘ovale venster’ en ‘ronde venster’ niet genoemd. We hebben dit daarom overgenomen. Bij de behandeling van het oor zal het voor de leerlingen veel verduidelijken als u een model van het oor bij de hand hebt. Eventueel kunt u een wandplaat gebruiken. Doordat steeds meer jongeren die hun mp3-speler te hard zetten een gehoorbeschadiging oplopen, besteden we daar in deze basisstof extra aandacht aan. We geven aan dat je met decibels kunt uitdrukken hoe hard een bepaald geluid is. De bouw van de ogen Basisstof 4 gaat over de bouw van de ogen. We bespreken eerst de delen die het oog beschermen, dan de delen aan de buitenkant van het oog en daarna de delen aan de binnenkant van het oog. Voor leerlingen is het vaak moeilijk zich de ruimtelijke bouw van een oog voor te stellen. Een model van een oog kan hierbij hulp bieden. Eventueel kunt u een wandplaat gebruiken. Opdracht 24 is een practicum over de blinde vlek. Hoewel dit practicum heel bekend is, blijven leerlingen zich verbazen over wat ze waarnemen. Sommige leerlingen ‘zien niets gebeuren’ bij dit practicum. Meestal fixeren ze dan niet voldoende op het vierkantje. De werking van het oog In basisstof 5 bespreken we de werking van de ogen. Leerlingen vinden dit vaak moeilijk. We doen dit daarom stapsgewijs en uitgebreid. Eerst bespreken we hoe de lenzen zich aanpassen om op de juiste afstand scherp te kunnen zien. We geven daarbij voorlopig alleen aan dat de lenzen bol en plat kunnen worden. Vervolgens bespreken we de pupilreflex. Ook hierbij geven we alleen aan dat de pupillen groter of kleiner kunnen worden afhankelijk van de hoeveelheid licht die er op het netvlies valt. We bespreken ook de functie van de pupilreflex. Bij het practicum van de pupilreflex is het belangrijk dat leerlingen zich realiseren dat door het afdekken van het ene oog de pupillen in beide ogen groter worden. Na het wegnemen van de hand, worden de pupillen in beide ogen kleiner. Conform het examenprogramma bespreken we in basisstof 5 ook de bouw, functie en werking van het netvlies. We behandelen daarbij de kenmerken

Page 49: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 49

DEEL 3 VMBO-BK

en functies van de staafjes en kegeltjes (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen). Hierna bespreken we pas de werking van de lenzen. Wellicht kunt u de werking met extra uitleg verduidelijken. We definiëren accommoderen als volgt: aanpassen van de vorm van de lenzen wanneer een waargenomen voorwerp zich op minder dan ongeveer vijf meter bevindt. Voor het begrip accommoderen zijn verschillende definities in omloop. De bovengenoemde is volgens ons correct en in overeenstemming met het gezegde dat bij het zien van voorwerpen in de verte, de ogen niet zijn geaccommodeerd. We bespreken hoe kringspieren en straalsgewijs lopende spieren samenwerken bij de pupilreflex. Tot slot laten we in afbeelding 66 zien hoe de verschillende zintuigcellen liggen in het netvlies en hoe de zenuwcellen liggen ten opzichte van de zintuigcellen. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: opticien Extra stof 6 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Deze keer hebben we gekozen voor het beroep van opticien, omdat het goed past bij het thema van dit hoofdstuk. We besteden hier extra aandacht aan de oorzaken van verziendheid en bijziendheid en hoe je die kunt corrigeren met een bril of contactlenzen. De werking van de smaakzintuigen Extra stof 7 is een practicum waarbij de leerlingen gaan onderzoeken hoe de smaakzintuigen werken. Bij opdracht 10 hebben de leerlingen onderzocht of je met een dichte neus even goed kunt proeven als met een open neus. Nu gaan de leerlingen onderzoeken of je met een droge tong smaken even goed kunt waarnemen als met een vochtige tong. Zij moeten van dit practicum een verslag maken. Een oog ontleden In extra stof 8 kunnen leerlingen de bouw van een koeienoog bestuderen. Die zijn in een aantal plaatsen nog (gratis) te verkrijgen bij een abattoir. Het snijden in een koeienoog kan weerstand oproepen bij sommige leerlingen, maar het is onze ervaring dat dit snel wegebt. Leerlingen vinden het practicum meestal interessant.

2.7.2 Benodigdheden Basisstof − blinddoek (10 stuks) − passer met twee scherpe (metalen) punten

(10 stuks) − liniaal (10 stuks) − watten − mes of een spatel (10 stuks) − twee potjes met elk een andere, onbekende stof

(10 stuks van elk) − glas water (10 stuks) − horloge met secondeaanduiding of een

stopwatch (10 stuks) Eventueel: − een spiegel − model van een oog − wandplaat van het oog − model van een oor − wandplaat van het oor Extra stof − blinddoek − watten − mes of spatel − suiker − zout − horloge met secondeaanduiding of stopwatch − filtreerpapier of keukenpapier − vers oog van een koe (eventueel van een

schaap of varken) (per leerling) − scheermesje (per leerling) − schaartje (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling) 2.7.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de bovenbouw programma’s gemaakt over het onderwerp het gehoor (blok 69). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband bestellen.

− Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de onderbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen de huid (blok 65 en 66) en het gehoor (blok 55 en 56).

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over zintuigen te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over gehoorbeschadiging en over het oog.

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, I www.mindscape.nl

− Via www.huidarts.com kunt u informatie vinden over de bouw en functie van de huid en over huidaandoeningen.

Page 50: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 50

DEEL 3 VMBO-BK

− Via www.oogartsen.nl kunt u informatie vinden over de bouw en functie van het oog en over aandoeningen van het oog.

− Op www.kleurenblindheid.nl zijn tests te vinden om uit te zoeken of je kleurenblind bent.

− Via www.planetperplex.com kunt u voorbeelden vinden van gezichtsbedrog.

− Op www.oorcheck.nl kunnen de leerlingen meer informatie vinden over de werking van het oor en over gehoorschade. Ook kunnen ze hier een gehoortest doen.

2.8 HANDLEIDING BIJ THEMA 6

STEVIGHEID EN BEWEGING 2.8.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema behandelt stevigheid en beweging bij de mens. Het betreft vooral BIO/K/8 Houding, beweging en conditie. Het skelet In basisstof 1 leren leerlingen eerst het verschil tussen een inwendig skelet en een uitwendig skelet. Daarna leren ze de namen van de beenderen van het skelet van de mens. Leerlingen moeten de beenderen in een afbeelding van het menselijk skelet benoemen en kleuren. Het leren van de namen is geen doel op zich, maar heeft een functie in de rest van het thema. Als de leerlingen de namen van de beenderen niet kennen, kunnen ze bijvoorbeeld ook geen voorbeelden geven van soorten gewrichten. Hierna gaan we in op de functies van het skelet. Kraakbeenweefsel en beenweefsel Bij basisstof 2 hebben we gekozen voor een demonstratiepracticum over de samenstelling van been. Leerlingen hebben dit practicum in de eerste klas waarschijnlijk zelf al uitgevoerd. Aan de hand van het demonstratiepracticum kunt u de theorie nog eens verduidelijken en het kost minder tijd dan een leerlingpracticum. U kunt uw leerlingen het practicum ook zelf laten uitvoeren. Wijst u hen er dan op dat zoutzuur een gevaarlijke stof is en dat ook het uitbranden van de botjes niet zonder risico is. Als u het practicum demonstreert, kunt u de proef in de klas opzetten zodat leerlingen ook de beginsituatie kunnen zien. Het uitbranden van de botjes in de klas kunt u beter beperken tot één botje. Het stinkt namelijk. Door de botjes na hun behandeling te verpakken in zakjes van stevig plastic (bijvoorbeeld diepvrieszakjes), kunnen leerlingen toch goed waarnemen hoe de botjes aanvoelen zonder dat ze die helemaal verkruimelen of zonder dat ze in

contact komen met zoutzuur. U moet de botjes die in het zoutzuur hebben gelegen overigens altijd heel goed afspoelen. Het examenprogramma geeft aan dat een kandidaat een aantal microscopische details in afbeeldingen moet kunnen aanwijzen (BIO/K/8 Houding, beweging en conditie). Analyse van de centrale examens leert ons bovendien dat er nogal eens tekeningen van kraakbeen en been in voorkomen. We hebben daarom een microscopiepracticum opgenomen over kraakbeen en been. Door het practicum uit te voeren, leren leerlingen beter te kijken naar kraakbeen en been. Vaak zien leerlingen bij het preparaat van kraakbeen in eerste instantie ‘niets’ behalve de (meestal blauwe) tussencelstof. Pas als ze goed scherpstellen zien ze ook de kraakbeencellen liggen. Bij het preparaat van been denken leerlingen vaak dat het geheel van beencellen en tussencelstof rondom een kanaal een beencel is. Om misverstanden te voorkomen, zou u dit nog eens klassikaal kunnen verduidelijken. Wanneer u over een beamer en een computer beschikt, kunt u dit doen met behulp van afbeeldingen van been en kraakbeen die op internet te vinden zijn. Beenverbindingen In basisstof 3 gaan we in op de verschillende manieren waarop beenderen met elkaar verbonden kunnen zijn. We geven daarvan steeds voorbeelden. Hierna behandelen we de bouw van een gewricht. In de centrale examens wordt de term ‘gewrichtskapsel’ gebruikt. Daarom introduceren wij deze term hier. Bij elk gewricht bestaat het gewrichtskapsel uit een binnenste laag, de zogenoemde synoviale membraan, en een buitenste laag, de fibreuze membraan. De synoviale membraan scheidt gewrichtssmeer af. De fibreuze membraan geeft stevigheid. Sommigen noemen deze fibreuze membraan een kapselband. Anderen reserveren deze term voor stevige banden om het gewricht heen, bijvoorbeeld bij het kniegewricht of het heupgewricht. In de basisstof gebruiken we deze laatste optie. Bij de typen gewrichten noemen we naast scharnier- en kogelgewrichten ook rolgewrichten. In de centrale examens is het rolgewricht regelmatig het onderwerp van vragen. We beperken ons tot het rolgewricht in de beide onderarmen. Het gewricht tussen de eerste en de tweede halswervel is ook een rolgewricht. We vinden het echter acceptabel om dit gewricht hier niet te bespreken. In de centrale examens zijn er regelmatig vragen gesteld over de verbindingen tussen de ribben en de wervels en tussen de ribben en het borstbeen.

Page 51: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 51

DEEL 3 VMBO-BK

Afbeelding 46 geeft daarom een overzicht van deze beenverbindingen. Spieren In basisstof 4 behandelen we de bouw en werking van spieren. We gaan niet uitvoerig in op de namen van allerlei spieren. We noemen wel de kuitspier, de armbuigspier (biceps) en de armstrekspier (triceps) in de ledematen, omdat leerlingen deze namen waarschijnlijk al kennen. Houding en beweging Volgens BIO/K/8 Houding, beweging en conditie kan een kandidaat beschrijven wat er gebeurt bij bepaalde vormen van overbelasting van het bewegingsapparaat tijdens het werk en bij sport en hoe deze overbelasting zo veel mogelijk vermeden kan worden. In basisstof 5 gaan we dan ook uitvoerig in op het belang van een goede lichaamshouding. Op deze leeftijd kunnen leerlingen hun lichaamshouding nog corrigeren. Op latere leeftijd wordt dat veel moeilijker. Blessures In basisstof 6 gaan we in op het belang van een gezonde sportbeoefening om zo onder andere blessures en overbelasting te voorkomen. Leerlingen vinden informatie over sport en sportblessures meestal erg interessant, zeker als ze zelf sporten. Aan het einde van deze basisstof besteden we ook aandacht aan RSI. Steeds meer jongeren brengen namelijk een groot deel van hun tijd door achter een computer of gameapparaat. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: voetbaltrainer Extra stof 7 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Dit keer hebben we niet gekozen voor betaald werk, maar voor vrijwilligerswerk: voetbaltrainer. Dit sluit aan bij de eisen van het examenprogramma. Volgens het examenprogramma (BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken) kan een kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. Hij kan de eigen mogelijkheden en interesses in biologie verwoorden in het licht van vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren. Veel mensen doen dit soort vrijwilligerswerk. Bovendien zal het veel leerlingen aanspreken en sluit het goed aan bij basisstof 5 en 6.

Een voetbalknie Extra stof 8 gaat over een veelvoorkomende blessure: een voetbalknie. We leggen uit hoe een voetbalknie ontstaat. Leerlingen moet in een afbeelding van een knie de delen benoemen en kleuren. Hulp bieden In extra stof 9 gaan leerlingen zelf uitzoeken hoe ze hulp kunnen bieden aan iemand met een bepaalde blessure of verwonding. Zij moeten hierover een presentatie houden. 2.8.2 Benodigdheden Basisstof − een bot (been) dat in zoutzuur heeft gelegen − een bot (been) dat in een vlam is gehouden − een gewoon bot (been) − klaargemaakte preparaat van been (per

leerling) − klaargemaakte preparaat van kraakbeen (per

leerling) − een microscoop (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling) Eventueel: − een model van het skelet van de mens − model van een gewricht − model waarmee de werking van de verschillende

gewrichten getoond kan worden − model spierwerking − model ter illustratie van een goede

lichaamshouding Extra stof Voor de extra stof zijn geen speciale benodigdheden vereist. 2.8.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma’s gemaakt over het onderwerp het geraamte (blok 57 en 58). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips te zien over het skelet en over spieren, verbindingen en gewrichten.

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, I www.mindscape.nl

− Op www.ehbo.nl is informatie te vinden over allerlei (sport)aandoeningen. Ook kunt u via deze site folders bestellen.

− Op www.osteoporosestichting.nl kunt u informatie vinden over osteoporose (botontkalking).

Page 52: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 52

DEEL 3 VMBO-BK

− Via www.werkendlichaam.nl kunt u informatie vinden over onder andere de volgende onderwerpen: kneuzing, lichaamshouding, spierpijn, tendinitis (peesontsteking) en verstandig tillen.

− Op www.orthopedie.nl is informatie te vinden over onder andere botbreuken, gewrichten, slijmbeursontsteking, osteoporose en RSI.

− Via www.muisarm.nl kunt u informatie krijgen over RSI.

2.9 JAARSCHEMA BIJ DEEL 3 VMBO-BK Verdeling van de thema’s over het schooljaar Periode Thema’s begin – Kerstmis 1 Organen en cellen

2 Ordening Kerstmis – Pasen 3 Voortplanting en

ontwikkeling 4 Regeling

Pasen – eind 5 Zintuiglijke waarneming 6 Stevigheid en beweging

Deze verdeling is globaal. De verdeling is onder andere afhankelijk van de vakantieplanning van uw regio en van de organisatie van het schooljaar op uw school. Aantal lessen per thema per onderdeel

Bij dit schema zijn we uitgegaan van 80 lesuren op jaarbasis. De activiteiten per onderdeel zijn inclusief het nakijken of bespreken. Het vermelde aantal uren is een gemiddelde. U kunt vanzelfsprekend per thema variëren. Door de leerlingen bepaalde onderdelen thuis te laten maken, kunnen er ook variaties optreden.

Thema Totaal Basisstof Extra stof Beoordelingstoets 1 2 3 4 5 6

13 12 15 15 13 12

10 9 12 12 10 9

2 2 2 2 2 2

1 1 1 1 1 1

Page 53: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 53

DEEL 3 VMBO-BK

2.10 EINDTERMEN BIOLOGIE EN DEEL 3 VMBO-BK

Bij het schrijven van deel 3 vmbo-bk zijn de eindtermen van het vmbo-examenprogramma de voornaamste uitgangspunten geweest. In de onderstaande tabel is weergegeven welke eindtermen in de thema’s van deel 3 vmbo-bk aan bod komen. De rest van de eindtermen wordt uitgewerkt in de delen 4 vmbo-bk.

Organen en cellen BI/K/1: 2-4-5, BI/K/3: 8-9-10, BI/K/4: 1-2-3-4-5 Ordening BI/K1: 2-5, BI/K/3: 2-6-8, BI/K/4: 3, BI/K/5: 1-2, BI/K/6: 1-2 Voortplanting en ontwikkeling BI/K/3: 1-2-3, BI/K/10: 4, BI/K/12: 1-2-3-4-5 Regeling BI/K/1: 2-3-4-5-6, BI/K/4: 6, BI/K/9: 4, BI/K/11: 2-3-10 Zintuiglijke waarneming BI/K/1: 2-5-6, BI/K/10: 1, BI/K/11: 2-4-5-6-8 Stevigheid en beweging BI/K/1: 2-4-5-6, BI/K/8: 1-2

Page 54: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 54

DEEL 3 VMBO-BK

2.11 INHOUD EPACK DEEL 3 VMBO-BK In onderstaande tabellen kunt u zien welke inhoud voor deel 3 op ePack te vinden is. 3 vmbo-bk Algemeen Thema 1 Organen en cellen Thema 2 Ordening Thema 3 Voortplanting en ontw. Leerroute Basis Computerlessen − Levensverschijnselen (BS 1)

− Organen en organenstelsels bij de mens (BS 2)

− De microscoop (BS 3)

− Organismen ordenen (BS 1) − Nuttige en schadelijke

bacteriën (BS 2) − Nuttige en schadelijke

schimmels (BS 3) − Skeletten in het dierenrijk

(BS 5) − Organismen indelen (BS 8)

− Het voortplantingsstelsel van een man (BS 1)

− Het voortplantingsstelsel van een vrouw (BS 2)

− Hormonen en voortplanting (BS 3)

− De geboorte (BS 6) − De levensfasen van de mens

(BS 7) Vervangende computerles Celdeling (BS 6) Gewervelden (BS 7) De menstruatiecyclus (BS 4) Vervangende basisstof (pdf) Celdeling (BS 6) Geleedpotigen (BS 6) Soa's (BS 9) Leerroute Extra Extra stof (Extra stoffen in leerwerkboek) (Extra stoffen in leerwerkboek) (Extra stoffen in leerwerkboek) Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. Organenstelsels bij dieren

2. Plantaardige weefsels 1. Beoordelingspracticum:

De mossel 2. Watervlo

1. Werken met dieren: Voortplanting bij dieren

2. Werken in de zorg: Schaamluis Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Levensverschijnselen

− Organen en cellen − Planten − Ordening

− Soa's − Voortplanting en ontwikkeling

Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf) √ √ √ Om te onthouden (pdf) √ √ √ Digiboeken Digiboeken − Leerwerkboek

− Antwoordenboek − Leerwerkboek − Antwoordenboek

− Leerwerkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) √ √ √ Eindtoets (digitaal) versie A + B versie A + B versie A + B vmbo-b

versie A + B vmbo-k

Page 55: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 55

DEEL 3 VMBO-BK

3 vmbo-bk Algemeen Thema 1 Organen en cellen Thema 2 Ordening Thema 3 Voortplanting en ontw.

Eindtoets (Word/pdf) versie A + B versie A + B versie A + B Eindtoets (Wintoets) versie A + B versie A + B versie A + B vmbo-b

versie A + B vmbo-k Bestanden (Docent) Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

√ N.v.t. √

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ N.v.t. √

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Biowetenschappers √ Encyclopedie √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 56: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 56

DEEL 3 VMBO-BK

3 vmbo-bk Algemeen Thema 4 Regeling Thema 5 Zintuiglijke waarn. Thema 6 Stevigheid en bew. Leerroute Basis Computerlessen − Het centrale zenuwstelsel en

het ruggenmerg (BS 3) − Reflexen (BS 5) − Diabetes (vmbo-k) (BS 6)

− Zintuigen (BS 1) − De bouw en de werking van

oren (BS 3) − De bouw van ogen (BS 4)

− Het skelet van de mens (BS 1) − Spieren (BS 4) − Lichaamshouding en

lichaamsbeweging (BS 5) − Blessures aan spieren en botten

(BS 6) Vervangende computerles Zenuwcellen en zenuwen (BS 2) De werking van de ogen (BS 5) Beenverbindingen (BS 3) Vervangende basisstof (pdf) Het hormoonstelsel (BS 6) De bouw van de ogen (BS 4) Blessures (BS 6) Leerroute Extra Extra stof (Extra stoffen in leerwerkboek) (Extra stoffen in leerwerkboek) (Extra stoffen in leerwerkboek) Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. Spiegeltekenen

2. Wat kan er verkeerd gaan? 1. Reactiesnelheid 2. Wat kan er verkeerd gaan?

1. Skeletten van verschillende verwervelde dieren

2. De stevigheid van de voeten Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Het hormoonstelsel

− Regeling (vmbo-b)(vmbo-k) − De oren − Zintuiglijke waarneming

− Spieren − Stevigheid en beweging

Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf) √ √ √ Om te onthouden (pdf) √ √ √ Digiboeken Digiboeken − Leerwerkboek

− Antwoordenboek − Leerwerkboek − Antwoordenboek

− Leerwerkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) Vmbo-b

Vmbo-k Vmbo-b Vmbo-k

Eindtoets (digitaal) versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

Eindtoets (Word/pdf) versie A + B versie A + B versie A + B Eindtoets (Wintoets) versie A + B vmbo-b

versie A + B vmbo-k versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

Page 57: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 57

DEEL 3 VMBO-BK

3 vmbo-bk Algemeen Thema 4 Regeling Thema 5 Zintuiglijke waarn. Thema 6 Stevigheid en bew.

Bestanden (Docent) Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

√ √ N.v.t.

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ √ √

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Biowetenschappers √ Encyclopedie √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 58: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 58

DEEL 3 VMBO-GT

3.1 INLEIDING Dit deel van de docentenhandleiding bij Biologie voor jou gaat over de versie vmbo-gt. Eerst treft u een overzicht aan van de benodigdheden bij het biologieonderwijs met deze versie. Vervolgens vindt u een handleiding bij elk thema. Deze is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 1 Didactische verantwoording/didactische

suggesties Hierbij vindt u steeds aangegeven welke keuzen zijn gemaakt bij het samenstellen van het thema. Ook treft u aanwijzingen aan voor het gebruik van het thema. 2 Benodigdheden Hier vindt u een overzicht van benodigdheden voor het thema. 3 Hulpmiddelen Hieronder vindt u een overzicht van bruikbare hulpmiddelen, zoals naslagwerken, videoprogramma's, computerprogramma's (inclusief cd-roms) en internetsites. Achtereenvolgens komen de volgende thema's aan de orde: − Organen en cellen − Ordening − Voortplanting en ontwikkeling − Erfelijkheid − Evolutie − Regeling − Zintuiglijke waarneming − Stevigheid en beweging − Gedrag Ten slotte vindt u een jaarschema bij deel 3 vmbo-gt en een overzicht van de relatie tussen de eindtermen in het examenprogramma vmbo biologie en deel 3 vmbo-gt. 3.2 BENODIGDHEDEN Hierna vindt u een overzicht van alle benodigdheden voor deel 3 vmbo-gt. In deze lijst is alleen opgenomen wat niet aan bederf onderhevig is. In de handleiding per thema staan de benodigdheden per thema opgesomd.

Daar staan ook de benodigdheden vermeld die wel aan bederf onderhevig zijn. De opgegeven benodigdheden zijn globale hoeveelheden die voor een klas noodzakelijk zijn. De met een * aangegeven benodigdheden zijn niet essentieel voor het uitvoeren van de practica. Hulpmiddelen − microscoop (per leerling) − tekenmateriaal − prepareermateriaal (per leerling):

• druppelpipet (15 stuks) • scheermesje (15 stuks) • pincet (15 stuks) • prepareernaald (15 stuks) • filtreerpapier

− (aardappel)schilmes (15 stuks) − loep (per leerling) − scalpel of mesje (15 stuks) − schaartje (15 stuks) − mes of een spatel (10 stuks) Glaswerk/porseleinwerk − voorwerpglas (2 doosjes) − dekglas (2 doosjes) − schaaltje (5 stuks) − petrischaal (30 stuks) − aquariumvoorwerpglas (10 stuks) − 3 grote petrischalen (liefst met een doorsnede

van 20 cm) Chemicaliën − eosine (100 mL per klas) − joodoplossing in een flesje met druppelpipet

(5 stuks) − eosine of methyleenblauw in een flesje met een

druppelpipet (5 stuks) − glycerine of methylcelluloseoplossing

(behangersplak) (100 mL per klas) Preparaten (fabriekspreparaten of zelfgemaakte preparaten) − klaargemaakt preparaat van een

lengtedoorsnede van een jonge uienwortel (per leerling)

− klaargemaakt preparaat van een dwarsdoorsnede van een stengel van een zonnebloem (of van een andere plant) (5 stuks)

− klaargemaakt preparaat van een amoebe (per leerling)

3 Handleiding bij deel 3 vmbo-gt

Page 59: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 59

DEEL 3 VMBO-GT

− klaargemaakt preparaat van een watervlo (per leerling)

− klaargemaakt preparaat van een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg (per leerling)

− klaargemaakt preparaat van kraakbeen (per leerling)

− klaargemaakt preparaat van been (per leerling) Modellen − een torso of enkele kleinere exemplaren − een model van een plantaardige cel* − skeletten van een badspons, koralen, slakken,

een zeekat (zeeschuim), een kreeft, een krab, een zeester en een zee-egel*

− geprepareerde skeletten van een vis, een amfibie, een reptiel, een vogel en een zoogdier*

− opgezette dieren (vogels en zoogdieren)* − skeletten van gewervelde dieren (ter

vergelijking)* − model van het voortplantingsstelsel van een

man* − torso met mannelijke voortplantingsorganen* − model van het voortplantingsstelsel van een

vrouw* − torso met vrouwelijke voortplantingsorganen* − model van een embryo in de baarmoeder* − model van een zenuwcel* − model van het ruggenmerg* − model van een oog* − model van een oor* − model van het skelet van de mens* − model van een gewricht* − model waarmee de werking van de verschillende

gewrichten getoond kan worden* − model spierwerking* − model ter illustratie van een goede

lichaamshouding* − (model van) schedel van een baby* Wandplaten en transparanten − een wandplaat met afbeeldingen van bacteriën* − een wandplaat met afbeeldingen van

schimmels* − wandplaten met afbeeldingen van planten* − wandplaten met afbeeldingen van dieren* − wandplaat 'De ontwikkeling van het leven'* − wandplaten van het zenuwstelsel en/of

hormoonstelsel* − wandplaat van het oog* − wandplaat van het oor* Diversen − tissues − plastic roerstaafje (per leerling)

− tuinkerszaden of andere gemakkelijk kiemende zaden (500 gram)

− watten − (watervaste) viltstift (5 stuks) − cd-rom De interactieve flora van Nederland en

Vlaanderen − computer met cd-romspeler en

internetaansluiting (per leerling) − demonstratiepakket voorbehoedmiddelen* − doos (10 stuks) − rode kralen (500 stuks) − witte kralen (500 stuks) − (replica's van) fossielen − replica van Archaeopteryx* − reflexhamertje (15 stuks) − liniaal (15 stuks)* − blinddoek (10 stuks) − passer met twee scherpe (metalen) punten

(10 stuks) − horloge met secondeaanduiding of een

stopwatch (10 stuks) − spiegel* − filtreerpapier of keukenpapier − röntgenfoto’s van verschillende botbreuken* − stuk hardboard van ongeveer 25 x 35 cm met

twee elastiekjes (per leerling) − een verrekijker (per leerling)* 3.3 HANDLEIDING BIJ THEMA 1 ORGANEN

EN CELLEN 3.3.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema behandelt de bouw en het functioneren van plantaardige cellen en dierlijke cellen. Leerlingen gaan verschillende cellen met een microscoop bekijken. Ook komt het doel van celdeling en het verloop van een gewone celdeling aan de orde. Organismen De basisstof van dit thema start met de begrippen 'organismen', 'levensverschijnselen' en 'levenscyclus'. Het leek ons een goed startpunt om vanuit organismen in het algemeen en de bijbehorende levensverschijnselen te vertrekken. In de volgende basisstof wordt vanuit het organisme als geheel ingezoomd op organen, organenstelsels, cellen en weefsels. Organen, cellen en weefsels In basisstof 2 behandelen we verschillende organen en organenstelsels tegelijkertijd, zodat de ligging van de organen en organenstelsels ten opzichte van elkaar duidelijk wordt (zie afbeelding 5). De samenwerking van organen in een organenstelsel

Page 60: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 60

DEEL 3 VMBO-GT

wordt zo benadrukt. Bij deze basisstof is een torso noodzakelijk. Als u over meerdere torso's beschikt, kunt u de leerlingen individueel of in kleine groepjes een torso uit elkaar laten halen en weer in elkaar laten zetten. Voor dit doel zijn torso's in klein formaat het handigst. In opdracht 4 behandelen we de ligging van de organen in een dwarsdoorsnede van de romp. Hierdoor krijgen leerlingen een beter ruimtelijk inzicht in de ligging van de organen. Werken met de microscoop In de basisstof van dit thema komen zes practica voor waarbij leerlingen met een microscoop werken. We gaan ervan uit dat leerlingen dit in de onderbouw al hebben geleerd. In deel 1 is in de basisstof van het thema 'Organen en cellen' de vaardigheid microscopiseren al geïntroduceerd. De onderdelen van de microscoop en het werken met de microscoop zijn ook behandeld. We herhalen dit kort in deel 3. De onderdelen van de microscoop komen in opdracht 8 en 9 aan de orde. Het werken met de microscoop komt nog eens aan de orde in opdracht 9, 10 en 11. In het handboek wordt met behulp van een serie foto's samengevat hoe leerlingen een preparaat moeten maken en hoe ze moeten werken met de microscoop. Bij het inplannen van de practica in de lessen is het handig om te weten dat bij de practica 10, 11, 12 en 16 met hetzelfde materiaal (vlies van een uienrok) wordt gewerkt. Bij opdracht 17 confronteren we leerlingen met het feit dat elke cel diepte heeft. Bij basisstof 2 wordt daar al op gewezen (zie afbeelding 6). Het is belangrijk dat leerlingen begrijpen hoe het komt dat bij sommige cellen van waterpest de bladgroenkorrels ogenschijnlijk in het midden van de cel liggen, terwijl bij andere cellen de bladgroenkorrels aan de rand liggen. In het vervolg zien leerlingen de cellen in afbeeldingen vrijwel alleen tweedimensionaal getekend. Dit kan bij hen de indruk wekken dat cellen plat zijn. Plantaardige cellen In basisstof 4 behandelen we de bouw van plantaardige cellen. Leerlingen maken kennis met de term 'plastiden'. We hebben ervoor gekozen om hen meteen een compleet overzicht te geven van de typen plastiden. We vermijden zo dat we verderop in het boek fragmentarisch aanvullingen moeten geven. Leerlingen zullen het veranderen van de kleur van een tomaat (basisstof), van een peen (opdracht 17, vraag 45) en van een appel (pag. 33, vraag 6) waarschijnlijk uit hun dagelijkse belevingswereld herkennen.

Dierlijke cellen In basisstof 5 behandelen we de bouw van dierlijke cellen. In opdracht 21 geven leerlingen in een overzicht aan welke delen van een cel bij plantaardige cellen voor kunnen komen en welke delen bij dierlijke cellen. De bouw van bacteriën en de bouw van cellen van schimmels komen in het thema 'Ordening' aan bod. De bouw van cellen wordt hier gehanteerd als kenmerk voor de ordening in vier rijken. We hebben in dit thema voor een gedeeltelijke behandeling gekozen, omdat de hier genoemde delen van plantaardige en dierlijke cellen in de volgende thema's herhaaldelijk terugkomen. Dat geldt niet voor de delen van cellen van bacteriën en schimmels. Het is ook vrijwel onmogelijk om met een schoolmicroscoop cellen te bekijken van bacteriën en schimmels en daar delen in te zien. Chromosomen In basisstof 6 komt de bouw en functie van chromosomen aan de orde. Conform de eindtermen voor het centraal examen leggen we uit dat chromosomen uit DNA en eiwit (waarmee histonen worden bedoeld) bestaan. Celdeling Uit ervaring is gebleken dat leerlingen moeilijk kunnen begrijpen wat er bij een gewone celdeling gebeurt. Ze kunnen zich niet goed voorstellen dat er uit één cel twee cellen ontstaan met hetzelfde aantal chromosomen als de oorspronkelijke cel. We hebben getracht het verloop van de gewone celdeling inzichtelijker te maken door eerst uiteen te zetten wat er met een chromosoom gebeurt vóór de gewone celdeling. Verder hebben we de afzonderlijke gebeurtenissen tijdens de gewone celdeling zo eenvoudig mogelijk beschreven (zie de onderschriften bij afbeelding 30). Biologisch onderzoek Deze basisstof is de uitwerking van de leervaardigheden in het vak biologie, zoals die zijn beschreven in het examenprogramma (BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie). Hierin wordt gesteld dat de leerlingen een eenvoudig onderzoek, waarbij de praktische zelfwerkzaamheid op de voorgrond staat, moeten kunnen voorbereiden en uitvoeren. Ze moeten de resultaten vervolgens vastleggen en evalueren. De basisstof begint met een stuk theorie over het doen van onderzoek zoals dat is beschreven in het examenprogramma. Na de theorie gaan leerlingen in opdracht 29 een onderzoek voorbereiden. De leerlingen bedenken zelf wat ze willen onderzoeken als factor op de ontkieming van zaden. Bijvoorbeeld

Page 61: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 61

DEEL 3 VMBO-GT

de temperatuur of een bepaalde stof (mest). De onderzoeksopzet is dermate voorgestructureerd dat zij enigszins werkbaar blijft. In extra basisstof 9 kan daardoor in korte tijd een onderzoek met een groep worden uitgevoerd. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten worden gemaakt in het werkboek. De extra basisstof is ook aanwezig in de samenvatting. U kunt de extra basisstof meenemen in de toets. Bij de toetsvragen is duidelijk aangegeven welke vragen betrekking hebben op deze extra basisstof. Een biologisch onderzoek uitvoeren In extra basisstof 9 gaan leerlingen het onderzoek uitvoeren dat ze in opdracht 29 hebben voorbereid. Zij moeten hier een verslag van maken. Het is voor leerlingen misschien lastig om in de gaten te houden dat de proefgroep op slechts één manier mag verschillen van de controlegroep. Het vastleggen van de gegevens gebeurt, zoals dat is geleerd in de theorie van de basisstof en wordt omschreven in het examenprogramma voor biologie vmbo. Leren en werken: medisch laborant Extra basisstof 10 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Dit is de uitwerking van BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken: De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. Leerlingen maken in deze verrijkingsstof kennis met de werkzaamheden in verschillende beroepen. Een vrij groot deel van de beroepen die met biologie te maken hebben, wordt uitgevoerd in de laboratoriumsector. In dit geval komt een medisch laborant aan het woord. Zij legt uit welke relaties er bestaan tussen haar beroep en het vak biologie. Omdat in dit thema cellen centraal staan en in de laatste basisstof biologisch onderzoek aan de orde is geweest, ligt het voor de hand een beroep te kiezen waarin men bezig is met celonderzoek. In de verwerkingsvragen komt het belang van biologische kennis en vaardigheden in verschillende arbeidsgebieden en werksoorten aan bod.

Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. In de samenvatting is daarnaast steeds aangegeven welke vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Ook de leerinhouden van de extra doelstellingen zijn erin opgenomen. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan het gebruik van een andere kleur. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. Ook ten behoeve van de extra doelstellingen zijn toetsvragen in de diagnostische toets opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de diagnostische toets ook maken op ePack. Deze heet daar adviestoets. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. Verrijkingsstof In de verrijkingsstof wordt leerlingen de mogelijkheid geboden te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 behandelt de organenstelsels bij dieren. Leerlingen gaan de organen van een hond en van een sprinkhaan indelen in verschillende organenstelsels. Verrijkingsstof 2 gaat over plantaardige weefsels. Het gaat er hier vooral om leerlingen te laten zien hoe verschillende cellen eruit kunnen zien. Namen van weefsels zijn zo veel mogelijk vermeden. Leerlingen bekijken klaargemaakte preparaten van een dwarsdoorsnede van de stengel van een zonnebloem (of van een andere plant). Verrijkingsstof 3 gaat over virussen. Aan de orde komt dat virussen uit zichzelf geen levensverschijnselen vertonen en niet uit cellen bestaan. Ook wordt er besproken hoe virussen zich kunnen voortplanten.

Page 62: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 62

DEEL 3 VMBO-GT

3.3.2 Benodigdheden Basisstof − een torso of enkele kleinere exemplaren − microscoop (per leerling) − tekenmateriaal − prepareermateriaal (per leerling):

• voorwerpglas • dekglas • tissues • druppelpipet • scheermesje • pincet • prepareernaald • filtreerpapier

− ui (5 stuks per klas) − eosine (100 mL per klas) − schaaltje (5 stuks) − stengeltje met bladeren van waterpest (2 stuks

per klas) − aardappel − (aardappel)schilmes (5 stuks) − joodoplossing in een flesje met druppelpipet

(5 stuks) − plastic roerstaafje (per leerling) − eosine of methyleenblauw in een flesje met een

druppelpipet (5 stuks) − klaargemaakt preparaat van een

lengtedoorsnede van een jonge uienwortel (per leerling)

Eventueel: − een model van een plantaardige cel Extra basisstof − tuinkerszaden of andere gemakkelijk kiemende

zaden − petrischaal (2 stuks per leerling) − watten Verrijkingsstof − klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van een stengel van een zonnebloem (of van een andere plant) (5 stuks)

3.3.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma's gemaakt over de onderwerpen 'Tekening' (blok 13), 'Microscoop' (blok 14), 'Celonderzoek (blok 19) en 'Eencelligen' (blok 20). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 13- 24) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de onderwerpen organen en cellen te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over celdeling, celonderdelen en microscopie.

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, I www.mindscape.nl

3.4 HANDLEIDING BIJ THEMA 2

ORDENING 3.4.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties We gaan in dit thema eerst in op de kenmerken die ten grondslag liggen aan de indeling van de organismen in vier rijken. In basisstof 2 t/m 5 komen de vier rijken aan de orde. Het plantenrijk en het dierenrijk worden onderverdeeld in afdelingen. De afdelingen van de zaadplanten, geleedpotigen en gewervelden delen we verder in in klassen. In de vorige versie gebruikten we hier de term 'groepen'. Maar omdat we ook de termen 'rijk' en 'afdeling' gebruiken, vinden we het logischer om bij de verdere indeling de term 'klasse' te gebruiken in plaats van 'groepen'. In de basisstof gaan we niet in op de regels van de binaire naamgeving. Dat doen we wel in de verrijkingsstof. Als u de leerlingen flora's wilt laten gebruiken tijdens het verwerken van de basisstof, kunnen ze met de binaire naamgeving worden geconfronteerd. In dit thema komt leerstof aan bod die volgens het examenprogramma niet vereist is. Onze doelstelling hierbij is leerlingen kennis te laten maken met de vormenrijkdom van organismen. Wij vinden dat ze hier enig inzicht in moeten hebben. En omdat groepen organismen in andere thema's terugkomen, is het belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan dit thema. U kunt bij dit thema in de klas een tentoonstelling maken van vers plantenmateriaal en allerlei dierlijk materiaal (gedroogd, opgezet of op alcohol). Dit zal bij leerlingen veel interesse opwekken. Het ordenen van organismen In basisstof 1 bespreken we eerst de verschillende kenmerken die we gebruiken om organismen in te delen in vier rijken: aantal cellen, aanwezigheid van celkernen, aanwezigheid van celwanden en aanwezigheid van bladgroenkorrels. In afbeelding 6 wordt in een overzicht met afbeeldingen kort samengevat wat de kenmerken zijn van elk rijk. Hierna besteden we aandacht aan de begrippen 'soorten', 'rassen' en 'populaties'. In het laatste deel van deze basisstof komt aan de orde hoe organismen in steeds kleinere groepen worden ingedeeld. We gaan kort in op de verschillende taxa (rijken, afdelingen, klassen, orden, families, geslachten en soorten).

Page 63: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 63

DEEL 3 VMBO-GT

Het rijk van de bacteriën Basisstof 2 gaat over het rijk van de bacteriën. Leerlingen kunnen zich in het algemeen bij bacteriën niet veel voorstellen. De verschillende afbeeldingen van bacteriën geven leerlingen een beter beeld. Opdracht 9 is een practicum waarbij leerlingen bacteriekolonies gaan kweken. De snelheid van de voortplanting van bacteriën wordt voor leerlingen duidelijk als zij opdracht 10 hebben gemaakt. Overeenkomstig met het examenprogramma (zie: BIO/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk) behandelen we de betekenis van bacteriën voor de natuur en voor de mens. We besteden extra aandacht aan het voorkomen van voedselbederf. In de thema's 'Erfelijkheid' en 'Voeding en vertering' zullen we verder ingaan op het gebruik van bacteriën voor de productie van voedingsmiddelen, geneesmiddelen en hormonen. Het rijk van de schimmels In basisstof 3 worden de schimmels behandeld. We vermelden hier niet dat schimmels zich ook geslachtelijk kunnen voortplanten. We volstaan met te vermelden dat schimmels zich meestal door middel van sporen voortplanten. Overeenkomstig het examenprogramma leggen we ook hier vooral de nadruk op de betekenis van schimmels voor de natuur en voor de mens in plaats van biologische volledigheid na te streven. In opdracht 14 bekijken leerlingen schimmeldraden met de loep en met de microscoop. Als aanvulling hierop kunt u stukjes schimmelkaas laten zien. De blauwe schimmels in bijvoorbeeld roquefort, bleu de Bresse of danablu zijn voor leerlingen meteen duidelijk. Minder opvallend zijn de witte schimmels aan de buitenkant van brie en camembert. Ook deze zijn aardig om te laten zien. Het rijk van de planten In basisstof 4 komt het plantenrijk aan de orde. De naam 'sporenplanten' voor mossen, paardenstaarten en varens is misschien voor leerlingen verwarrend wanneer ze de neiging hebben paddenstoelen tot planten te rekenen. Om misconceptie te voorkomen is het belangrijk om daar rekening mee te houden bij uw uitleg. Bij opdracht 15 gaan leerlingen boomalgcellen bekijken met de microscoop. Bij opdracht 18 bekijken ze een mosplantje en een varenblad met de loep. Deze planten zijn overal te vinden en leerlingen hebben ze vast ook al wel eens gezien. Maar meestal hebben ze deze planten nog nooit goed bekeken. Bij opdracht 15 is het belangrijk dat

leerlingen niet te veel van de groene aanslag op het voorwerpglas doen. Leerlingen herkennen blaaswier vaak van het strand (afbeelding 37). We hebben geen practicum opgenomen waarbij leerlingen paardenstaarten gaan bekijken. Toch is het zinvol deze te laten zien. U kunt dan demonstreren hoe de 'buisjes' van een paardenstaart er een voor een kunnen worden afgetrokken. Bij de indeling van de zaadplanten in naaktzadigen en bedektzadigen is de indeling gebaseerd op het hebben van kegels of vruchten. U zou hierbij de ligging van de zaden kunnen laten zien aan de hand van een kegel van een naaktzadige en aan de hand van een vrucht (bijvoorbeeld een appel). We realiseren ons dat er bedektzadigen zijn met nauwelijks herkenbare vruchten en naaktzadigen met schijnvruchten. Het lijkt ons te ver voeren voor leerlingen om hier verder op in te gaan. We hebben ook de indeling van bedektzadigen in eenzaadlobbigen en tweezaadlobbigen achterwege gelaten. In opdracht 22 moeten leerlingen bij gegeven tekeningen en beschrijvingen van bedektzadige planten de namen van de planten invullen. Het rijk van de dieren Aan het begin van deze basisstof komen eerst de belangrijkste kenmerken voor het indelen van het dierenrijk in afdelingen aan de orde: de symmetrie en het skelet. We realiseren ons dat deze indelingscriteria voor de holtedieren en de weekdieren niet eenduidig zijn. Koralen zijn bijvoorbeeld holtedieren die een skelet hebben. We noemen daarom als kenmerk van holtedieren: meestal geen skelet. Ook noemen we de afdeling van de weekdieren tweezijdig symmetrisch. We gaan daarbij voorbij aan het feit dat huisjesslakken asymmetrisch zijn. We vinden deze versimpeling acceptabel voor vmbo-leerlingen. Om basisstof 5 niet al te lang te maken, geven we alle afdelingen met hun kenmerken weer in een overzichtelijk schema (zie afbeelding 48). U kunt uw leerlingen erop wijzen dat ze de inhoud van deze afbeelding goed moeten leren voor het proefwerk. We zijn ons ervan bewust dat het niet juist is de wormen tot één afdeling te rekenen. Om de indeling van het dierenrijk voor leerlingen overzichtelijk te houden, hebben we dat toch gedaan. We noemen de wormen tweezijdig symmetrisch. Het is onze ervaring dat leerlingen (vooral bij rondwormen en ringwormen) vinden dat deze veelzijdig symmetrisch zijn. U kunt de leerlingen een anatomische afbeelding laten zien

Page 64: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 64

DEEL 3 VMBO-GT

van een regenworm en ze dan wijzen op de borstels aan de onderkant. Anatomische afbeeldingen van regenwormen kunt u bijvoorbeeld vinden op internet. Bij de stekelhuidigen vragen leerlingen zich misschien af waarom een zeester en een zee-egel tot dezelfde groep worden gerekend. Aan de hand van de skeletten van een zee-egel en van een zeester kunt u de overeenkomst in lichaamsbouw tussen beide dieren verduidelijken. U kunt dit thema voor leerlingen aanzienlijk verlevendigen door ook skeletten van andere dieren te laten zien, bijvoorbeeld van een badspons, koralen, slakken, een zeekat (zeeschuim), een kreeft en een krab. Eencellige dieren In basisstof 6 bespreken we de bouw en de kenmerken van een amoebe en van een pantoffeldiertje. Bij opdracht 27 gaan de leerlingen een klaargemaakt preparaat van een amoebe bekijken en tekenen. Bij opdracht 28 bekijken ze pantoffeldiertjes uit een kweek. Geleedpotigen In basisstof 7 delen we de afdeling van de geleedpotigen verder in in klassen. Vervolgens bespreken we de kenmerken van geleedpotigen. Bij opdracht 32 wordt duidelijk dat de groei bij geleedpotigen sprongsgewijs gaat, doordat groei alleen mogelijk is tijdens vervellingen vanwege het uitwendige skelet. In opdracht 34 besteden we aandacht aan de 'soortenkennis' van leerlingen. Bij deze opdracht moeten leerlingen bij tekeningen van geleedpotigen de juiste naam en klasse zoeken en de juiste beschrijving van de leefwijze van het dier erbij plakken. We trachten hiermee te bereiken dat leerlingen een beeld krijgen van de grote vormenrijkdom bij geleedpotigen. Gewervelden De indeling van de gewervelden in vijf klassen komt in basisstof 8 aan de orde. U kunt de gemeenschappelijke kenmerken van de gewervelde dieren (onder andere de wervelkolom) goed demonstreren aan de hand van geprepareerde skeletten van een vis, amfibie, reptiel, vogel en zoogdier. In opdracht 38 vullen leerlingen de kenmerken in van de vijf klassen van de gewervelde dieren. We vermelden daarbij dat de kenmerken voor de meeste dieren van een afdeling gelden maar dat er ook veel uitzonderingen zijn. Vooral in natuurprogramma's op de tv staan deze uitzonderingen regelmatig in de schijnwerpers. Leerlingen vinden het moeilijk om een hagedis of een salamander in te delen bij de juiste groep van

de gewervelden. Opdracht 41 is bedoeld om alle kenmerken van deze dieren eens goed op een rijtje te zetten. Het indelen van organismen De basisstof eindigt met het determineren van organismen. Volgens de eindtermen van het examenprogramma voor vmbo (zie: BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend) kan de leerling 'met behulp van determineertabellen de Nederlandse naam opzoeken van planten- en diersoorten die veel in Nederland voorkomen en verwoorden dat aan het onderling verschillen van soorten erfelijke factoren ten grondslag liggen'. Vanzelfsprekend kunt u leerlingen ook met een flora planten laten determineren. In plaats van de zeer lange determineertabel in een flora kunt u ook een verkorte versie gebruiken. Een geschikte determineersleutel voor enkele zeer algemeen voorkomende planten vindt u in het opdrachtenboek havo 4 (vierde druk) van Biologie voor jou, blz. 73 en 74. U verzamelt dan zelf eerst enkele veel voorkomende planten zoals die genoemd worden in de determineersleutel. Enkele begrippen vragen dan eventueel om wat extra uitleg. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten worden gemaakt in het werkboek. De extra basisstof is ook aanwezig in de samenvatting. U kunt de extra basisstof meenemen in de toets. Bij de toetsvragen is duidelijk aangegeven welke vragen betrekking hebben op deze extra basisstof. Beoordelingspracticum: de mossel Extra basisstof 10 is een beoordelingspracticum. Leerlingen ontdekken door dit practicum uit welke delen een mossel bestaat en wat de functies van deze delen zijn. We vinden het niet noodzakelijk dat leerlingen deze kennis kunnen reproduceren. In de samenvatting en de diagnostische toets is hierover dan ook niets opgenomen. Mosselen kunt u bij een vishandelaar halen. U kunt ze het beste koken. Door het koken gaat weliswaar iets van de inwendige structuur verloren, maar

Page 65: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 65

DEEL 3 VMBO-GT

ongekookte mosselen zijn erg moeilijk open te krijgen. Leerlingen hebben meestal geen emotionele bezwaren tegen het snijden in een mossel. Wel moet u er rekening mee houden, dat er leerlingen zijn die het 'vies' vinden. Leren en werken: interessescorelijst biologie Extra basisstof 11 is een interessescorelijst biologie. Er zijn niet veel beroepen op mbo-niveau die te maken hebben met de ordening van organismen. Vandaar dat we er bij dit thema voor gekozen hebben om een inventarisatie te maken van opleidingen die met biologie te maken hebben op ongeveer mbo-niveau. De opleidingen bleken in te delen in zes categorieën (werken met mensen, dieren, planten, milieu, voeding en onderzoek doen). Leerlingen inventariseren eerst hun interesse in een van deze zes categorieën. Daarna kiezen zij uit het interessegebied dat het hoogst scoort twee opleidingen en proberen dan te verwoorden waarom hen deze het meest aanspreken. Het leek ons goed deze opdracht aan het begin van klas 3 te doen. Voordat leerlingen verdergaan met Leren en werken en biologie, is het goed dat zij eerst eens een overzicht krijgen van beroepen die met biologie te maken hebben en bepalen waar hun interesse ligt. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. In de samenvatting is daarnaast steeds aangegeven welke vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Ook de leerinhouden van de extra doelstellingen zijn erin opgenomen. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan het gebruik van een andere kleur. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. Ook voor de extra doelstellingen zijn toetsvragen in de diagnostische toets opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus.

Verrijkingsstof In de verrijkingsstof wordt leerlingen de mogelijkheid geboden te kiezen uit twee verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 gaat in op de dubbele naamgeving. In vrijwel alle musea wordt deze naamgeving gebruikt. Alleen daarom al lijkt het ons belangrijk dat leerlingen van het bestaan van deze naamgeving afweten. Verrijkingsstof 2 gaat over de watervlo. De leerlingen maken eerst kennis met de bouw en de kenmerken van de watervlo. Daarna bekijken ze watervlooien onder de microscoop. Watervlooien zijn te koop in dierenwinkels. 3.4.2 Benodigdheden Basisstof − steriele petrischaal met voedingsbodem (per

leerling of per groepje leerlingen) − (watervaste) viltstift − tekenmateriaal − klompje bakkersgist (per klas) − microscoop (per leerling) − prepareermateriaal (per leerling):

• voorwerpglas • dekglas • tissues • druppelpipet • scheermesje • pincet • prepareernaald • filtreerpapier

− een beschimmelde boterham of beschimmeld stuk fruit (5 stuks)

− loep (per leerling) − stukje boomschors met groene aanslag

(boomalg) (5 stuks) − een mosplantje (bijvoorbeeld haarmos) met een

sporendoosje (per leerling) − een deel van een varenblad (bijvoorbeeld

mannetjesvaren) met sporenhoopjes (per leerling)

− klaargemaakt preparaat van een amoebe (per leerling)

− een kweek van pantoffeldiertjes − druppelpipet (5 stuks) − glycerine of methylcelluloseoplossing

(behangersplak) (100 mL per klas) Eventueel: − een wandplaat met afbeeldingen van bacteriën − een wandplaat met afbeeldingen van schimmels − stukjes blauwschimmelkaas (bijvoorbeeld

roquefort, bleu de Bresse of danablu) − stukjes witschimmelkaas (bijvoorbeeld brie,

camembert)

Page 66: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 66

DEEL 3 VMBO-GT

− enkele paardenstaarten − kegels van een naaktzadige − een vrucht (bijvoorbeeld appel) − wandplaten met afbeeldingen van planten − skeletten van een badspons, koralen, slakken,

een zeekat (zeeschuim), een kreeft, een krab, een zeester en een zee-egel

− geprepareerde skeletten van een vis, een amfibie, een reptiel, een vogel en een zoogdier

− opgezette dieren (vogels en zoogdieren) − wandplaten met afbeeldingen van dieren Extra basisstof − zeemossel (gekookt) (per leerling) − schaaltje (per leerling) − scalpel of mesje (per leerling) − schaartje (per leerling) Verrijkingsstof − cd-rom De interactieve flora van Nederland en

Vlaanderen − computer met cd-romspeler en

internetaansluiting (per leerling) − microscoop (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling) − klaargemaakt preparaat van een watervlo (per

leerling) of − levende watervlooien − prepareermateriaal (per leerling):

• aquariumvoorwerpglas • dekglas • tissues • druppelpipet • filtreerpapier

3.4.3 Hulpmiddelen − Flora's, bijvoorbeeld: Heukels' Flora van

Nederland, Noordhoff Uitgevers B.V. − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma's gemaakt over de onderwerpen 'Schimmels' (blok 17), 'Eencelligen' (blok 20) en 'Determineren' (blok 22). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 13-24) bestellen.

− Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de onderbouw programma's gemaakt over de onderwerpen 'Problemen onder water' (blok 25), 'Dier en milieu' (blok 26), 'Boeiende insecten' (blok 28), 'Slakken in actie' (blok 29), 'Vangnet en valkuil' (blok 30), 'Vogels en hun kuikens' (blok 33), 'Voortplanting bij zoogdieren' (blok 34), 'Jagende insecten' (blok 35), 'Jagen onder water: sepia en zeeanemonen' (blok 36), 'De tong als wapen' (blok 37), 'Op jacht' (blok 38) en 'Schadelijke insecten' (blok 40). Via

www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 25-40) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de onderwerpen cellen, micro-organismen dieren en planten te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over dierenindeling, gewervelden, ongewervelden, bacteriën en plantenindeling.

3.5 HANDLEIDING BIJ THEMA 3

VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING 3.5.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema gaat over de voortplanting en ontwikkeling bij de mens. We besteden in dit thema geen aandacht aan de voortplanting bij dieren. Dit is in overeenstemming met het examenprogramma voor vmbo. De voortplanting bij planten komt in het thema 'Planten' aan bod. Hiermee hebben we de strikt thematische indeling van de leerstof verlaten. Voor de meeste leerlingen is dit hoofdstuk specialer dan een gemiddeld hoofdstuk uit Biologie voor jou. Voortplanting en seksualiteit hebben te maken met intieme gevoelens. Dit hoofdstuk behandelt voornamelijk het biologische gedeelte van voortplanting. Zeker in het begin kan dit hoofdstuk wat technisch overkomen. In basisstof 9 wordt ingegaan op de affectieve kanten van de voortplanting. Reductiedeling In basisstof 1 komt de reductiedeling (meiose) aan de orde. Conform het examenprogramma maken we geen onderscheid tussen meiose I en meiose II. De nadruk ligt op de verandering van het chromosomenaantal in de cellen. Hiermee wordt de essentie van de reductiedeling duidelijk. Om verwarring met gewone celdeling te voorkomen, hebben we ervoor gekozen om bij de reductiedeling de termen spermacelmoedercel en eicelmoedercel te gebruiken. In opdracht 2 moeten de leerlingen meer stappen maken om het schema van de voortplanting van de mens in te vullen. Hiermee willen we het inzicht van de leerlingen in het proces van de reductiedeling vergroten. Om het voor leerlingen overzichtelijk te houden hebben we in afbeelding 4 het verloop van reductiedeling bij een man enigszins schematisch weergegeven. Omdat we ervoor hebben gekozen de gewone celdeling en de reductiedeling in verschillende thema's te behandelen, vergelijken leerlingen in opdracht 3 de gewone celdeling en de reductiedeling.

Page 67: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 67

DEEL 3 VMBO-GT

Het voortplantingsstelsel van een man In basisstof 2 besteden we aandacht aan de noodzakelijke hygiëne bij de man. Er zijn altijd leerlingen bij wie hier thuis geen of weinig aandacht aan wordt besteed. Verder is er in de opdrachten extra aandacht voor de gevolgen van roken op de vruchtbaarheid van de man en voor de invloed van de temperatuur van de balzak op de ontwikkeling van spermacellen. Het voortplantingsstelsel van een vrouw In basisstof 3 besteden we aandacht aan de noodzakelijke hygiëne bij de vrouw. Aan het eind van deze basisstof gaan we in afbeelding 21 in op fabeltjes omtrent het maagdenvlies. In opdracht 15 leggen we vervolgens eerst uit wat een fabeltje is. Daarna moeten leerlingen van stellingen die over het maagdenvlies gaan, aangeven of het een feit is of een mening. Opdracht 16 gaat over het ontstaan van een kippenei. Hormonen en voortplanting Basisstof 4 gaat over de geslachtshormonen en de processen die hierdoor worden geregeld. Het hormoonstelsel komt verder uitgebreid aan bod in het thema 'Regeling'. Het bespreken van de geslachtshormonen past echter beter in dit thema dan in het thema 'Regeling'. Conform het examenprogramma (zie: BIO/K12 Van generatie op generatie) behandelen we in dit thema onder andere het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken en de invloed van de 'pil' als ovulatieremmer op de menstruatiecyclus. Hierbij is een behandeling van de geslachtshormonen niet te vermijden. De oestrogene hormonen, testosteron, FSH, LH en progesteron worden niet met name genoemd in het examenprogramma. Toch gebruiken we in dit thema voor het mannelijk geslachtshormoon de benaming testosteron en voor de vrouwelijke geslachtshormonen de benaming oestrogenen. Deze benamingen kunnen leerlingen regelmatig tegenkomen. We beseffen dat we hierbij onvolledig zijn. Leerlingen weten vaak niet (meer) wanneer bevruchting kan plaatsvinden in een menstruatiecyclus. Daarom beschrijven we het bepalen van de 'vruchtbare periode', hoewel dit onderdeel niet voorkomt in het examenprogramma. Door hierover ook opdrachten op te nemen, hopen we dat het beter beklijft. We besluiten basisstof 4 met een uiteenzetting over verminderde vruchtbaarheid. De leerlingen maken hierbij kennis met manieren om ongewenste kinderloosheid op te heffen: kunstmatige inseminatie en in-vitrofertilisatie. We hebben in

deze versie een opdracht opgenomen over ethisch zwaar beladen methoden (opdracht 28). We geven informatie over het gebruik van embryo's die niet voor ivf-behandelingen worden gebruikt en over draagmoeders. Leerlingen moeten hierover vragen beantwoorden en hun mening beargumenteren. Embryonale ontwikkeling In basisstof 5 hebben we de nadruk gelegd op de bouw en werking van de placenta en van de navelstreng. In het verleden zijn daar regelmatig examenvragen over gesteld. De embryonale ontwikkeling behandelen we enigszins beknopt. Afbeelding 37 hebben we bijvoorbeeld bewust schematisch gehouden om leerlingen de ontwikkeling beter te kunnen laten volgen. De chorionholte, amnionholte en dooierzak worden in deze afbeelding niet aangegeven. Bij opdracht 33 gaan leerlingen in een schema aangeven of de navelstreng, placenta, baarmoeder en vruchtvliezen afkomstig zijn van weefsels van het embryo, van de moeder of van allebei. De geboorte en verdere ontwikkeling In basisstof 6 gaan we in op de verschillende fasen van de geboorte. In deze versie besteden we ook aandacht aan de indaling. Daarna komt de levenscyclus van de mens aan bod. Volgens het examenprogramma (zie: BIO/K12 Van generatie op generatie) moet de leerling fasen in de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van mensen kunnen noemen. Van acht verschillende levensfasen zijn daarom de belangrijkste lichamelijke en geestelijke kenmerken weergegeven. Seksueel overdraagbare aandoeningen In basisstof 7 bespreken we de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening (chlamydia) en de meest bekende (aids). Van de veelvoorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen zijn in een schema (afbeelding 54) de ziekteverschijnselen, de medicijnen waarmee je ze kunt behandelen en de (mogelijke) gevolgen zonder tijdige behandeling, op een rij gezet. In Nederland is chlamydia de meest voorkomende soa, met name onder jonge mensen. Vooral vrouwen merken vaak niet dat ze een chlamydia-infectie hebben opgelopen omdat dit bij hen meestal geen klachten geeft. Daardoor kun je het ongemerkt aan anderen doorgegeven. Volgens UNAids, het aidsprogramma van de Verenigde Naties en de Wereldgezondheidsorganisatie, worden in Nederland elke week gemiddeld twee jongeren besmet met aids. 40% van de mensen met aids is heteroseksueel. In Nederland is aids niet langer

Page 68: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 68

DEEL 3 VMBO-GT

dodelijk maar een chronische ziekte waar je behoorlijk oud mee kunt worden. Leven met aids blijft echter zwaar door de taboes die erop rusten en door de bijwerkingen van de medicijnen. Afbeelding 32 in het werkboek geeft een overzicht van manieren van veilig vrijen en van onveilig vrijen. Geboorteregeling In het examenprogramma voor vmbo staat dat leerlingen de werking van voorbehoedmiddelen moeten kunnen beschrijven (zie: BIO/K12 Van generatie op generatie). We bespreken eerst twee onbetrouwbare methoden van anticonceptie. Veel jongeren zijn niet overtuigd van de onbetrouwbaarheid van periodieke onthouding en coïtus interruptus. In de tekst wordt uitgelegd hoe deze methoden werken en waarom ze erg onbetrouwbaar zijn. Daarna bespreken we de betrouwbare methoden van anticonceptie. We leggen uit hoe ze werken en wat de voor- en nadelen zijn van het gebruik ervan. Volgens het examenprogramma vmbo kan een leerling biologisch bronnenmateriaal begrijpend lezen en hierbij feiten en meningen onderscheiden in o.a. foldermateriaal (zie: BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie). Om tegemoet te komen aan deze vaardigheid gaan leerlingen bij opdracht 45 vragen beantwoorden waarbij ze een schema gebruiken waarin staat wat je moet doen als je vergeten bent de anticonceptiepil te slikken. Bij de Rutgers Nisso Groep is een anticonceptiekoffer te verkrijgen. De koffer bevat verschillende vormen van anticonceptie, een zwangerschapstest en condooms. U kunt deze koffer gebruiken om basisstof 8 te ondersteunen. Aan het eind van deze basisstof gaan we in op noodmaatregelen die kunnen worden getroffen na geslachtsgemeenschap zonder anticonceptie. We bespreken de morning-afterpil, de abortuspil, zuigcurettage en late abortus. Seksualiteit Basisstof 9 gaat over seksualiteit. We besteden aandacht aan seksuele geaardheid en aan seksueel geweld. In deze versie wordt ook aandacht besteed aan 'loverboys' (en 'lovergirls'), een fenomeen dat de laatste jaren steeds vaker in de publiciteit is. Loverboys kiezen kwetsbare meisjes uit en dwingen ze, als ze eenmaal emotioneel en financieel afhankelijk zijn, tot prostitutie. Het is belangrijk dat jongeren er alert op zijn dat dat hun of anderen in hun omgeving niet overkomt. Over seksualiteit bestaan verschillende meningen. Het leek ons in dit verband goed leerlingen hun

eigen mening te laten formuleren en die met argumenten te onderbouwen. Dit sluit aan bij de eis dat leerlingen hun eigen gedachten mondeling en schriftelijk moeten kunnen formuleren over biologische onderwerpen (zie: BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie). Het sluit ook aan bij eindterm 3 (zie: BIO/K12 Van generatie op generatie) waarin wordt gesteld dat leerlingen de functies van seksualiteit kunnen verwoorden en verschillen in opvattingen, normen en waarden daarover kunnen formuleren. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten worden gemaakt in het werkboek. De extra basisstof is ook aanwezig in de samenvatting. U kunt de extra basisstof meenemen in de toets. Bij de toetsvragen is duidelijk aangegeven welke vragen betrekking hebben op deze extra basisstof. Leren en werken: kraamverzorgende Extra basisstof 10 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een kraamverzorgende aan het woord. Leerlingen maken in het werkboek vragen bij een folder over borstvoeding. Zo wordt voor hen iets concreter waar een kraamverzorgende mee bezig is. Bovendien wordt het belang van biologische kennis in dit beroep duidelijker (zie: eindterm 4 bij BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken). Ze kunnen de kennis eventueel later zelf gebruiken wanneer er een keuze gemaakt moet worden tussen borst- of flesvoeding. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. In de samenvatting is daarnaast steeds aangegeven welke vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Ook de leerinhouden van de extra doelstellingen zijn erin opgenomen. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan het gebruik van een andere kleur.

Page 69: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 69

DEEL 3 VMBO-GT

Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. Ook voor de extra doelstellingen zijn toetsvragen in de diagnostische toets opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. Verrijkingsstof In de verrijkingsstof wordt leerlingen de mogelijkheid geboden te kiezen uit drie verschillende onderdelen. In verrijkingsstof 1 gaan leerlingen vragen beantwoorden over de bijsluiter van een pil. Zij kunnen hiermee de vaardigheid oefenen die vermeld staat bij BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie. (De leerling kan biologisch bronnenmateriaal begrijpend lezen en hierbij feiten en meningen onderscheiden in o.a. foldermateriaal). In verrijkingsstof 2 gaan leerlingen gegevens zoeken op internet. Ze gaan informatie zoeken over seksueel overdraagbare aandoeningen die niet in de basisstof zijn besproken. Verrijkingsstof 3 gaat over de voortplanting bij dieren. Aan de orde komt hoe de bevruchting plaatsvindt bij de verschillende klassen van de gewervelden. 3.5.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Eventueel: − model van het voortplantingsstelsel van een

man − torso met mannelijke voortplantingsorganen − model van het voortplantingsstelsel van een

vrouw − torso met vrouwelijke voortplantingsorganen − model van een embryo in de baarmoeder − demonstratiepakket voorbehoedmiddelen

Extra basisstof Voor de extra basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Verrijkingsstof − computer met internetverbinding (per leerling) 3.5.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

het VMBO vier programma's gemaakt over het onderwerp 'Voortplanting'. Aflevering 13 t/m 16 gaan achtereenvolgens over: groei en ontwikkeling, seksualiteit, zwangerschap en geboorte. Via www.schooltv.nl kunt u de bijbehorende handleiding en de dvd bestellen.

− Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de onderbouw een programma gemaakt over voortplanting bij zoogdieren (blok 34). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 25-40) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het onderwerp voortplanting te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over ontwikkeling, organen, soorten voortplanting en voorbehoedsmiddelen.

− Loving me, loving you. Een lessenpakket dat gaat over verkering en liefde en hoe je het leuk kunt houden. Het is bedoeld voor jongeren die nét zijn begonnen met relaties of daar op korte termijn aan toe zullen zijn. Jongeren worden geprikkeld om na te denken over relaties, vooroordelen, jaloezie, trouw en hun zelfbeeld. Het pakket bestaat uit leerlingenboekjes en een handleiding met als centraal thema: veilig vrijen. Het is te bestellen bij Zorn Uitgeverij, Postbus 4001, 2301 RA Leiden. T (071) 5149141, F (071) 5120278, I www.kenmerkreeks.nl

− Ik vrij veilig, ook op vakantie. Een docentenhandleiding die aansluit op het lessenpakket 'Lang leve de liefde'. In de aanloop naar de zomervakantie kunnen docenten m.b.v. deze handleiding aandacht besteden aan het onderwerp veilig vrijen. Deze docentenhandleiding is te bestellen via Soa Aids Nederland, Keizersgracht 390, 1016 GB Amsterdam. T (020) 6262669, F (020) 6275221, I www.soaids.nl

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, I www.mindscape.nl

Page 70: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 70

DEEL 3 VMBO-GT

− De Rutgers Nisso groep (T 0900-9398) heeft een ruim assortiment aan voorlichtingsmateriaal op het gebied van seksualiteit uitgebracht waaronder: • informatiemateriaal over anticonceptie; • de anticonceptiekoffer. De koffer bevat

verschillende vormen van anticonceptie, een zwangerschapstest en condooms. In een folder staat informatie over alle anticonceptiemiddelen, het gebruik, de voor- en nadelen, kosten en aanschaf. Ook is een handleiding toegevoegd voor het geven van seksuele voorlichting met de koffer. Geschikt voor jongeren vanaf 10 jaar;

• Feiten en fabels over het maagdenvlies. Een informatieve folder waarin negen vragen over het maagdenvlies worden beantwoord.

Op www.rutgersnissogroep.nl of www.rng.nl kunt u zien wat de kosten zijn van de producten en welke producten er nog meer worden aangeboden. Via deze website zijn de producten ook te bestellen.

− Op www.lover-boy.nl is informatie te vinden over loverboys voor leerlingen, docenten en ouders.

− Lang leve de liefde. Dit is een lessenpakket met als centraal thema: veilig vrijen. Dit pakket is te bestellen via Soa Aids Nederland, Keizersgracht 390, 1016 GB Amsterdam. T (020) 6262669, F (020) 6275221, I www.soaids.nl

− Klein, maar niet fijn. Een practicum over de verspreiding van soa. Het lespakket is geschikt voor het vmbo en maakt leerlingen op een leuke en praktische manier bewust van de verspreidingssnelheid van bacteriën en het verspreidingsgevaar van bacteriële soa. Dit pakket is te bestellen via Soa Aids Nederland, Keizersgracht 390, 1016 GB Amsterdam. T (020) 6262669, F (020) 6275221, I www.soaids.nl

3.6 HANDLEIDING BIJ THEMA 4

ERFELIJKHEID 3.6.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Uit ervaringsgegevens van docenten is gebleken dat sommigen docenten het thema 'Erfelijkheid' moeilijk vinden voor leerlingen in 3 vmbo. De problemen doen zich vooral voor bij de kruisingsopgaven. Het leren oplossen van deze vraagstukken kost meestal vrij veel tijd. De docenten geven aan dat ze het thema 'Erfelijkheid' liever opgenomen zien in deel 4 vmbo. Bij het verdelen van de thema's over de klassen doet zich echter het probleem voor dat niet alle moeilijke

thema's in het laatste jaar kunnen worden behandeld. We hebben ervoor gekozen het thema 'Erfelijkheid' in deel 3 vmbo op te nemen. Het thema is namelijk nauw verweven met de thema's 'Voortplanting en ontwikkeling' en 'Evolutie'. Door deze thema's bij elkaar te plaatsen ontstaat een samenhangend geheel. Andere moeilijke thema's zoals 'Stofwisseling' kunnen daardoor in het examenjaar worden behandeld, zonder dat de samenhang met verwante thema's verloren gaat. In dit thema is veel aandacht uitgegaan naar de schematische weergave van de verschillende processen die aan bod komen. De leerlingen krijgen daardoor veel gemakkelijker inzicht in wat er precies gebeurt. Door recente maatschappelijke ontwikkelingen worden tegenwoordig niet alleen kruisingsvraagstukken maar ook andere aspecten van erfelijkheid afgevraagd. Deze aspecten komen in basisstof 9 t/m 12 aan bod. Waarschijnlijk zal hierbij regelmatig een klassikale toelichting van uw kant nodig zijn. Genotype en fenotype In basisstof 1 behandelen we de termen 'fenotype' en 'genotype'. Geslachtschromosomen Basisstof 2 gaat over geslachtschromosomen en de wijze waarop zij het geslacht van een mens bepalen. Tweelingen In basisstof 3 behandelen we het ontstaan van tweelingen. Door bij het ontstaan van eeneiige tweelingen en twee-eiige tweelingen schema's te gebruiken, krijgen leerlingen inzicht in wat er precies met de erfelijke informatie gebeurt bij de bevruchting en daarna. Chromosomen en genen In basisstof 4 wordt het begrip 'gen' geïntroduceerd. Hierbij beginnen we bewust met het weergeven van genen door figuurtjes. Pas later introduceren we de gebruikelijke weergave door letters. Veel leerlingen zien in het oplossen van kruisingsvraagstukken al gauw niets meer dan een 'trucje op papier'. Door figuurtjes voor de genen te gebruiken blijven ze langer beseffen dat de vraagstukken over genen in chromosomen gaan. Genenparen In basisstof 5 worden de termen 'homozygoot', 'heterozygoot', 'dominant' en 'recessief' geïntroduceerd. In het werkboek staan hierover uitgebreide verwerkingsopdrachten. Hoewel deze

Page 71: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 71

DEEL 3 VMBO-GT

opdrachten erg simpel zijn, zijn ze toch zeer belangrijk. Als de eerste basiskennis er niet goed inzit, ontstaan later problemen bij de kruisingsvraagstukken. Kruisingen Het leren oplossen van kruisingsvraagstukken kost doorgaans een flink aantal lesuren. In basisstof 6 behandelen we het eerste kruisingsvraagstuk zeer uitgebreid. Dit eerste vraagstuk wordt niet compleet 'voorgedaan'. Leerlingen moeten het in de opdrachten 22 en 23 zelf stap voor stap oplossen. Onze ervaring is dat leerlingen hierdoor veel sneller begrijpen hoe erfelijkheidsvraagstukken kunnen worden aangepakt. In de opdrachten 24 t/m 27 volgen ter oefening enkele andere kruisingsvraagstukken. Bij elk vraagstuk hebben we bewust veel vragen gesteld, vaak stap voor stap. Hierdoor zijn leerlingen in staat zelfstandig de stof door te werken. Na opdracht 27 volgen enkele regels waarbij standaardkruisingen met hun nakomelingschap worden gegeven. Het is naar onze mening op dat moment niet meer bezwaarlijk wanneer leerlingen deze regels uit het hoofd leren. Ze zullen daardoor veel sneller in staat zijn kruisingsvraagstukken op te lossen. Als ze de opdrachten 22 t/m 27 goed hebben uitgevoerd, is bij hen het nodige inzicht aanwezig. Stambomen In basisstof 7 behandelen we de overerving van eigenschappen aan de hand van stambomen. Intermediaire fenotypen Basisstof 8 gaat over intermediaire fenotypen en onvolledige dominantie. We hebben dat in deze versie aan de basisstof toegevoegd omdat het examenprogramma vmbo vermeldt dat leerlingen kennis moeten hebben over intermediaire erfelijkheid (zie: BIO/K/13 Erfelijkheid en evolutie). Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting Basisstof 9 gaat over geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Conform het examenprogramma leggen we hierbij de nadruk op de totaal verschillende gevolgen die de gewone celdeling en de reductiedeling hebben voor de erfelijke informatie van de dochtercellen. Als voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting noemen we in dit thema alleen het stekken van (kamer)planten, de knollen van aardappelplanten en weefselkweek. Andre vormen van ongeslachtelijke voortplanting bij planten komen aan de orde in het thema 'Planten' van deel 4 vmbo.

Mutaties Deze basisstof is een goede voorbereiding op het thema 'Evolutie'. In basisstof 10 komt aan de orde wat mutaties zijn en door welke invloeden de kans op mutaties kan toenemen. We bespreken hier ook het ontstaan en de uitzaaiing van kanker. In het werkboek is bij opdracht 41 een vraag opgenomen over de functie van een uitstrijkje bij het voorkomen van baarmoederhalskanker. Meisjes die zich hebben laten inenten tegen baarmoederhalskanker kunnen zich namelijk afvragen waarom ze nog zo'n uitstrijkje moeten laten maken. Erfelijkheidsonderzoek In basisstof 11 komt erfelijkheidsonderzoek aan bod. Het examenprogramma stelt dat de kandidaat enkele situaties kan noemen, waarin het relevant is enige kennis te hebben van de erfelijkheidsleer, en situaties kan noemen, waarin het relevant is om genetisch advies in te winnen en in dit verband vormen van prenataal onderzoek kan beschrijven (zie: BIO/K/13 Erfelijkheid en evolutie). Basisstof 11 geeft een overzicht van een aantal gevallen. Biotechnologie In basisstof 12 behandelen we tot slot biotechnologie op een zeer eenvoudige manier. Biotechnologie wordt in het examenprogramma genoemd in BIO/K/7 (Mensen beïnvloeden hun omgeving): de kandidaat kan de relatie toelichten tussen een grotere voedselproductie en bodembewerking, voeding, gewasbescherming en veredeling waaronder genetische modificatie. Het examenprogramma gebruikt de term 'genetische modificatie' in plaats van 'genetische manipulatie'. Wij hebben deze term daarom overgenomen. Hoewel de term 'recombinant-DNA-techniek' in het examenprogramma niet wordt genoemd, hebben we toch gemeend deze term te moeten introduceren. In de media wordt deze term regelmatig gebruikt. In BIO/K/5 (Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk) komt biotechnologie ook aan bod. Hier staat dat de kandidaat voorbeelden van klassieke en moderne vormen van biotechnologie kan beschrijven, waarmee voedingsstoffen en medicijnen worden verkregen en bewerkt. In deze basisstof besteden we hier voldoende aandacht aan. Ten slotte behandelen we de onderwerpen: klonen door embryosplitsing, klonen door celkerntransplantatie en misdaadbestrijding. Dit zijn actuele onderwerpen die met het thema 'Erfelijkheid' te maken hebben. Ze worden niet speciaal genoemd in het examenprogramma, maar omdat hierover zeer regelmatig iets is te lezen in

Page 72: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 72

DEEL 3 VMBO-GT

kranten en te zien op tv vonden we dat deze onderwerpen hier moesten worden besproken. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra basisstof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten worden gemaakt in het werkboek. De extra basisstof is ook aanwezig in de samenvatting. U kunt de extra basisstof meenemen in de toets. Bij de toetsvragen is duidelijk aangegeven welke vragen betrekking hebben op deze extra basisstof. Een onderzoek opzetten en uitvoeren: Erfelijkheid in je familie In extra basisstof 13 doen leerlingen een onderzoek naar de overerving van een kenmerk van het gezicht of van de handen in hun eigen familie. De ervaring leert dat dit soort onderzoek niet altijd eenduidige resultaten geeft, onder andere doordat veel genen bij de mens onvolledig dominant zijn. Toch zullen leerlingen deze extra basisstof met plezier doen. In de extra basisstof doen we een aantal suggesties voor gezichtskenmerken en kenmerken van de hand die geschikt zijn voor het onderzoek. Eventuele moeilijkheden die zich bij het onderzoeken van deze kenmerken kunnen voordoen zijn: − De oogkleur kan bruin of blauw zijn. Door extra

pigmenten kunnen ogen ook grijs of groen gekleurd zijn. U kunt leerlingen vragen alleen op bruin of blauw te letten. Grijze of groene oogkleuren mogen als blauw worden genoteerd.

− De haarvorm kan sluik, golvend of krullend zijn. Leerlingen moeten hierbij wel milieufactoren, zoals krulspelden of de kapper, uitsluiten.

− De aanhechting van het oorlelletje: dit kan vrij aan de zijkant van het hoofd zitten, het kan er half mee vergroeid zijn of het kan er geheel aan vast zitten.

De genen voor bruine ogen, krullend haar, kleurenziend, rechtshandigheid en vrij oorlelletje beschouwt men algemeen als dominant. Na afloop van de onderzoekjes kunt u de resultaten van de verschillende leerlingen onderling vergelijken en met de klas bespreken.

Leren en werken: veehouder Extra basisstof 14 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een veehouder aan het woord. Deze extra basisstof sluit aan bij basisstof 11 omdat er vragen worden gesteld over het klonen. Het belang en de rol aangeven van biologische kennis en vaardigheden in een discussie over maatschappelijke vraagstukken komt hierbij voor het eerst aan de orde (zie: BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken). Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. In de samenvatting is daarnaast steeds aangegeven welke vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Ook de leerinhouden van de extra doelstellingen zijn erin opgenomen. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan het gebruik van een andere kleur. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. Ook voor de extra doelstellingen zijn toetsvragen in de diagnostische toets opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. Verrijkingsstof In de verrijkingsstof wordt leerlingen de mogelijkheid geboden te kiezen uit twee verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 gaat over stamcellen. In de media zijn stamcellen een actueel onderwerp. In verrijkingsstof 1 leren leerlingen wat stamcellen zijn. Ook leren ze dat men volwassen stamcellen gebruikt om mensen te genezen en dat embryonale stamcellen misschien in de toekomst kunnen worden gebruikt voor het bestrijden van ziekten. We besteden ook aandacht aan de argumenten voor en tegen het gebruik van embryonale stamcellen.

Page 73: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 73

DEEL 3 VMBO-GT

Bij verrijkingsstof 2 bootsen leerlingen in een practicum 10, 20 en 40 maal een bevruchting na. Doel hiervan is zichtbaar te maken, dat alleen bij grote aantallen nakomelingen de verwachte verhouding in fenotypen zal optreden. Veel leerlingen zullen ervaren dat je uit de verhouding tussen de verschillende fenotypen in de nakomelingschap niets kunt afleiden, wanneer er weinig nakomelingen zijn. Doordat zelfs 40 bevruchtingen nog een vrij klein aantal is, kunt u (als de tijd het toelaat) leerlingen vragen 80 of 100 bevruchtingen na te bootsen. Ook kunt u de resultaten van verschillende leerlingen bij elkaar optellen. 3.6.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Extra basisstof Voor de extra basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Verrijkingsstof − doos (10 stuks) − rode kralen (500 stuks) − witte kralen (500 stuks) 3.6.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw een programma gemaakt over het onderwerp erfelijkheid (blok 57). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 57-66) bestellen.

− Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor het vmbo vier programma's gemaakt over het onderwerp 'Erfelijkheid'. Via www.schooltv.nl kunt u de bijbehorende handleiding en de dvd bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het onderwerp chromosomen te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over 'iedereen is anders', 'wat is een karyogram', DNA-profiel en DNA-tests.

− Het erfocentrum is een organisatie die informatie geeft over erfelijkheid en gezondheid. Via de erfolijn 0900-6655566 kunt u folders e.d. bestellen over diverse onderwerpen die met erfelijkheid te maken hebben. Via www.erfelijkheid.nl kunt u de folders (gratis) als pdf-bestand downloaden.

3.7 HANDLEIDING BIJ THEMA 5 EVOLUTIE 3.7.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties We hebben de basisstof van dit thema bewust beperkt gehouden. Leerlingen zullen de basisstof in enkele lessen zelfstandig kunnen doorwerken. Het hele thema kan daardoor in betrekkelijk korte tijd worden afgewerkt. We realiseren ons dat evolutie voor een aantal scholen een controversieel onderwerp is. In de inleiding op het thema in het leerlingenboek gaan we even in op de schepping. U kunt zelf uitmaken hoe u hier verder mee omgaat. De evolutietheorie In basisstof 1 behandelen we de hoofdlijnen van de neodarwinistische evolutietheorie. We starten de behandeling van deze theorie met het geven van enkele voorbeelden van mutanten (afbeelding 1). Hierdoor wordt voor leerlingen duidelijk wat het verband is tussen de thema's 'Erfelijkheid' en 'Evolutie'. We gaan ook in op natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten. Voorbeelden van evolutie In basisstof 2 nemen we berkenspanners, vleugelstreepzaad, pygmeeën en de Tasmaanse duivel als voorbeelden van de evolutietheorie. Hierdoor wordt de theorie direct concreter. Argumenten voor evolutie In basisstof 3 maken de leerlingen kennis met enkele argumenten die de evolutietheorie ondersteunen. Dat doen we aan de hand van overeenkomsten in de bouw van organen, rudimentaire organen en overeenkomsten in embryonale ontwikkeling. Bij fossielen leggen we ook uit hoe ze ontstaan. De ontwikkeling van het leven in het water In basisstof 4 gaan we in op het ontstaan van het leven in de oceanen en zeeën. In een tijdbalk van de geschiedenis van de aarde (afbeelding 18) kunnen leerlingen zien wanneer de eerste eenvoudige vormen van leven ontstonden. De geologische tijdschaal (afbeelding 19) laat zien wanneer bepaalde tijdperken en perioden zijn begonnen en zijn geëindigd. De tijdstippen die in de geologische tijdschaal worden genoemd, zijn erg globaal. Afbeelding 20 is een spiraalvormige tijdbalk. Deze laat zien dat het precambrium in verhouding tot de andere tijdperken erg lang heeft geduurd. De doelstelling is, dat leerlingen tijdbalken en tijdschalen kunnen aflezen. Ze hoeven geen opsomming te kunnen geven van

Page 74: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 74

DEEL 3 VMBO-GT

groepen organismen die na elkaar zouden zijn ontstaan. Ook hoeven ze geen tijdstippen te reproduceren. De ontwikkeling van het leven op het land In basisstof 5 besteden we aandacht aan het feit dat het landoppervlak aanvankelijk één aaneengesloten continent was maar dat ongeveer 200 miljoen jaar geleden de werelddelen langzaam uit elkaar zijn gedreven. Daarna wordt globaal behandeld wanneer in het bestaan van de aarde de verschillende vormen van leven zijn ontstaan. Tot slot leggen we uit hoe de inslag van een meteoriet het uitsterven van de dinosauriërs heeft veroorzaakt. Bij opdracht 12 gaan de leerlingen uitzoeken welke invloed de meteorietinslag heeft gehad op andere diergroepen die toen leefden. De stamboom van het leven Bij de vermoedelijke afstamming van organismen (afbeelding 31) is conform het examenprogramma en het thema 'Ordening' gekozen voor de indeling van het vier-rijkensysteem. Leerlingen moeten de stamboom kunnen aflezen. Ook moeten ze begrijpen dat een stamboom de mate van verwantschap toont tussen soorten. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra basisstof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten worden gemaakt in het werkboek. De extra basisstof is ook aanwezig in de samenvatting. U kunt de extra basisstof meenemen in de toets. Bij de toetsvragen is duidelijk aangegeven welke vragen betrekking hebben op deze extra basisstof. Werken met informatiebronnen: Evolutie van de mens Leerlingen moeten op het examen vaak vragen beantwoorden met behulp van informatiebronnen. In extra basisstof 7 gaan ze oefenen in het werken met informatiebronnen. Voordat de leerlingen de opdrachten in het werkboek gaan maken, krijgen ze eerst een aantal instructies. Wij beogen hiermee leerlingen beter voor te bereiden op het examen.

Leren en werken: Competenties Extra basisstof 8 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Omdat er nauwelijks beroepen zijn op mbo-niveau die met evolutie te maken hebben, besteden we in dit thema aandacht aan veelgevraagde capaciteiten in beroepen die met biologie te maken hebben. We hebben hiervan een inventarisatie gemaakt. De eerste opdracht laat leerlingen nadenken over hun eigen capaciteiten. In de tweede opdracht kiezen leerlingen twee beroepen uit die passen bij hun capaciteiten. Ze noteren daarna waarom de gekozen beroepen hen aanspreken. De bedoeling van deze opdracht is duidelijk: leerlingen denken na over de eigen capaciteiten en proberen dit af te stemmen op bijpassende beroepen die met biologie te maken hebben. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. In de samenvatting is daarnaast steeds aangegeven welke vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Ook de leerinhouden van de extra doelstellingen zijn erin opgenomen. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan het gebruik van een andere kleur. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. Ook voor de extra doelstellingen zijn toetsvragen in de diagnostische toets opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. Verrijkingsstof In de verrijkingsstof wordt leerlingen de mogelijkheid geboden te kiezen uit twee verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 gaat over de evolutie van de paardachtigen. Verrijkingsstof 2 bevat een practicum over fossielen. Vanzelfsprekend kunt u het aantal practica uitbreiden als u daar de mogelijkheden

Page 75: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 75

DEEL 3 VMBO-GT

voor heeft. Wanneer u dit thema bijvoorbeeld kunt combineren met een werkweek, zou u een veldpracticum evolutie kunnen doen (bijvoorbeeld in Zuid-Limburg, in de Ardennen of in Noord-Frankrijk). Het Natuurhistorisch Museum van Maastricht biedt de mogelijkheid om een mergelpracticum te doen. 3.7.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Eventueel: − skeletten van gewervelde dieren (ter

vergelijking) − wandplaat 'De ontwikkeling van het leven' Extra basisstof Voor de extra basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Verrijkingsstof − (replica's van) fossielen Eventueel: − replica van Archaeopteryx 3.7.3 Hulpmiddelen − Gidsen over fossielen. − Een kleine, algemene encyclopedie. − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma's gemaakt over de onderwerpen 'Evolutie' (blok 68), 'Fossielen' (blok 70) en 'Bouw en functie' (blok 71). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 67-72) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het onderwerp evolutie te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over evolutietheorieën, genen bij fruitvliegen, bacteriën, de geschiktste leeft voort en overeenkomsten in bouw en taak.

− Op www.nhmmaastricht.nl kunt u met uw leerlingen een virtuele tocht door de Limburgse mergelgrotten maken. Tijdens deze tocht zijn er fossielen van ammonieten, zee-egels, zeesterren en de mosasaurus te zien.

− Op www.fossiel.net is allerlei informatie te vinden over fossielen. Er zijn ook foto's te zien van fossielen per categorie.

3.8 HANDLEIDING BIJ THEMA 6 REGELING 3.8.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema behandelt de bouw en functie van het zenuwstelsel en van het hormoonstelsel bij de mens. Het zenuwstelsel De basisstof van dit thema start met een korte beschrijving van de werking van het zenuwstelsel. In basisstof 2 t/m 5 beschrijven we uitgebreid de werking. De summiere beschrijving in basisstof 1 kunnen leerlingen gebruiken als een ‘kapstok’ (concept) waaraan ze de rest van de informatie over het zenuwstelsel kunnen ophangen. Conform het examenprogramma geven we bij de functies van het zenuwstelsel ook aan dat het de werking van klieren regelt ( BIO/K/11 Reageren op waarnemingen: De kandidaat kan hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functies en werking met de nodige detaillering beschrijven). Zenuwcellen en zenuwen In basisstof 2 komt de bouw van een zenuwcel aan de orde. We gebruiken hierbij de term ‘uitlopers’ en geven aan dat een gevoelszenuwcel één lange uitloper heeft die impulsen naar het cellichaam toe geleidt en een bewegingszenuwcel één lange uitloper die impulsen van het cellichaam af geleidt. We gebruiken de begrippen ‘axon’ en ‘neuriet’ niet, omdat het examenprogramma hiertoe geen aanleiding geeft (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen). We onderscheiden drie typen zenuwcellen: gevoelszenuwcellen, bewegingszenuwcellen en schakelcellen. We definiëren schakelcellen als cellen die impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel. Behalve de schakelcellen in het ruggenmerg en de hersenstam vallen ook de zenuwcellen in de grote en kleine hersenen hieronder. Deze indeling in drie typen zenuwcellen is niet geheel volgens de werkelijkheid. De zenuwcellen in het netvlies behoren namelijk tot geen van deze drie typen. Het zijn geen schakelcellen want ze liggen niet in het centrale zenuwstelsel. We vinden het echter acceptabel om daar op dit niveau aan voorbij te gaan. Aansluitend aan de behandeling van de zenuwcellen behandelen we zenuwen. Conform het examenprogramma komen er drie typen zenuwen aan de orde (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen).

Page 76: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 76

DEEL 3 VMBO-GT

Het ruggenmerg In basisstof 3 besteden we vrij veel aandacht aan de bouw en de functies van het ruggenmerg. In het examenprogramma worden de begrippen ‘merg’, ‘schors’, ‘grijze stof’, ‘witte stof’ en ‘zenuwknoop’ niet genoemd. Het weglaten van deze begrippen zou echter omschrijvingen noodzakelijk maken. We hebben daarom besloten deze begrippen toch te gebruiken. De hersenen Bij de behandeling van de grote hersenen in basisstof 4 gaan we uitvoerig in op de ligging en functies van de verschillende hersencentra. In het examenprogramma worden de hersencentra niet genoemd (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen). Toch zijn er in het verleden examenvragen geweest waarbij de begrippen ‘gezichtscentra’ en ‘bewegingscentra’ werden gebruikt. Om leerlingen voor te bereiden op dergelijke examenvragen en doordat het gebruik van deze begrippen leerlingen meer duidelijkheid biedt, komen de hersencentra in deze basisstof aan de orde. We gebruiken daarbij de benamingen in het meervoud (bijvoorbeeld gezichtscentra in plaats van gezichtscentrum) omdat de grote hersenen uit twee helften bestaan. In examenvragen wordt wisselend enkelvoud en meervoud gebruikt. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu neemt het alcoholgebruik onder jongeren in Nederland nog steeds toe. Jongeren vinden het drinken van alcohol heel gewoon. Ondertussen wordt steeds duidelijker dat het drinken van alcohol op jonge leeftijd (blijvende) schadelijke gevolgen heeft. Wij besteden in deze basisstof daarom extra aandacht aan de schadelijke gevolgen voor onder andere de hersenen door het gebruik van alcohol door jongeren. De weg die impulsen afleggen Basisstof 5 begint met een samenvatting van het tot stand komen van bewuste reacties door het zenuwstelsel. Hierna komen reflexen aan de orde. We gebruiken reflexen als tegenpool van bewuste reacties. Volgens het examenprogramma ‘kan de kandidaat functies van een reflex beschrijven’ (onbewust regelen van motoriek en reageren bij kans op onverwachte beschadiging van het lichaam; BIO/K/11 Reageren op waarnemingen). Bij de behandeling van reflexen laten we de leerlingen eerst in een practicum kennismaken met de kniepeesreflex. Deze is voor leerlingen erg herkenbaar. Hij kan echter niet model staan voor de meeste reflexen, omdat de kniepeesreflex een zogenoemde monosynaptische reflex is. De impulsen worden voor een deel direct doorgegeven

van gevoelszenuwcellen naar bewegingszenuwcellen. Daarom behandelen we de reflexen verder aan de hand van de terugtrekreflex. Het hormoonstelsel We beginnen deze basisstof over het hormoonstelsel met het verschil tussen hormoonklieren en andere klieren. Vervolgens komt de ligging van de belangrijkste hormoonklieren aan de orde. Opdracht 20 gaat over de verschillen tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel. In het examenprogramma staat niet vermeld dat leerlingen deze verschillen moeten kunnen aangeven. In de samenvatting en de diagnostische toets gaan we er dan ook niet op in. De hypofyse en de schildklier In het thema ‘Voortplanting en ontwikkeling’ hebben de leerlingen geleerd dat de hypofyse hormonen produceert die de menstruatiecyclus regelen. Verder hebben ze geleerd dat de eierstokken en de teelballen onder invloed van de hypofyse geslachtshormonen produceren. In deze basisstof wordt dat kort herhaald. In de samenvatting en de verrijkingsstof komt het niet meer aan de orde. De eilandjes van Langerhans en de bijnieren Uit ervaring weten we dat leerlingen de leerstof over het min of meer constant houden van de bloedsuikerspiegel vaak moeilijk vinden. Daarom behandelen we de regeling van de bloedsuikerspiegel vrij uitvoerig. Ook hebben we om die reden veel verwerkingsopdrachten opgenomen. Doordat het aantal diabetespatiënten in Nederland fors groeit, besteden we in deze zesde druk meer aandacht aan de oorzaken van deze ziekte. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten worden gemaakt in het werkboek. De extra basisstof is ook aanwezig in de samenvatting. U kunt de extra basisstof meenemen in de toets. Bij de toetsvragen is duidelijk aangegeven welke vragen betrekking hebben op deze extra basisstof.

Page 77: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 77

DEEL 3 VMBO-GT

Een interview afnemen In extra basisstof 9 gaan leerlingen een interview afnemen bij iemand met een beroep dat te maken heeft met zaken die in dit thema aan de orde zijn gekomen. Leren en werken: apothekersassistent Extra basisstof 10 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Deze keer hebben we gekozen voor het beroep van apothekersassistent, omdat het vrij veel wordt uitgeoefend en goed past bij het thema van dit hoofdstuk. In de eerste opdracht gaan we in op de verschillende capaciteiten die voor dit beroep nodig zijn. In de tweede opdracht worden vragen gesteld over het gebruik van foliumzuur tijdens de zwangerschap. Dit is geen examenstof, maar leerlingen maken op deze manier kennis met het werk van een apothekersassistent. Bovendien is deze kennis van belang voor de algemene ontwikkeling. Het blijkt dat meer dan de helft van de zwangere vrouwen niet op de hoogte is van het feit dat het gebruik van extra foliumzuur de kans om een kind te krijgen met het neurale-buisdefect verkleint. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. In de samenvatting is daarnaast steeds aangegeven welke vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Ook de leerinhouden van de extra doelstellingen zijn erin opgenomen. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan het gebruik van een andere kleur. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. Ook voor de extra doelstellingen zijn toetsvragen in de diagnostische toets opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus.

Verrijkingsstof In de verrijkingsstof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 gaat over alcohol. Deze verrijkingsstof geeft informatie waardoor leerlingen meer zicht krijgen op (het eigen) alcoholgebruik. Jongeren beginnen op steeds jongere leeftijd met het drinken van alcohol. Ook drinken ze per persoon steeds meer alcohol. Het is daarom belangrijk dat ze goed op de hoogte zijn van het effect van het gebruik van alcohol op korte en lange termijn. Aan het einde van deze verrijkingsstof besteden we aandacht aan de wettelijke regels omtrent alcoholgebruik en aan de gevolgen van overtreding van deze regels. Veel leerlingen realiseren zich namelijk niet dat ze riskant alcoholgebruik vertonen. Verrijkingsstof 2 gaat over drugs. Eerst beschrijven we van de meest bekende drugs om wat voor stoffen het gaat en hoe ze kunnen worden gebruikt. Vervolgens geven we in een schema overzichtelijk weer of er geestelijke afhankelijkheid, lichamelijke afhankelijkheid of tolerantie kan optreden en wat de effecten zijn op korte en lange termijn. Hierna wordt de werking van drugs behandeld. Ook aan de wettelijke regels omtrent drugsgebruik besteden we aandacht. In opdracht 2 moeten leerlingen aan de hand van een krantenartikel een aantal vragen beantwoorden over de legalisering van drugs. Aansluitend gaan leerlingen in opdracht 3 een standpunt formuleren over de legalisering van drugs. Dit sluit aan bij exameneenheid BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie: de kandidaat kan zijn eigen gedachten mondeling en schriftelijk formuleren over biologische onderwerpen. Verrijkingsstof 3 gaat over diabetes (suikerziekte). Leerlingen gaan gegevens over deze ziekte opzoeken op internet. 3.8.2 Benodigdheden Basisstof − klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van het ruggenmerg (per leerling)

− microscoop (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling) − reflexhamertje (15 stuks) Eventueel: − loep (per leerling) − liniaal (15 stuks) − wandplaten van het zenuwstelsel en/of

hormoonstelsel

Page 78: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 78

DEEL 3 VMBO-GT

− model van een zenuwcel − model van het ruggenmerg Extra basisstof Voor de extra basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Verrijkingsstof − computer met internetverbinding (per leerling) 3.8.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen prikkelverwerking (blok 61) en het centrale zenuwstelsel (blok 62). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het zenuwstelsel te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over zenuwen en over zenuwen in de knel.

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, I www.mindscape.nl

− Drugs. Een programma dat ingaat op de motieven van jongeren om genotmiddelen te gebruiken. De gevolgen daarvan worden besproken. Via www.schooltv.nl kunt u de dvd en de handleiding bestellen.

− Alcohol. Een programma dat jongeren wil aanzetten tot verantwoord alcoholgebruik. Via www.schooltv.nl kunt u een handleiding bestellen.

− Op www.alcoholinfo.nl is informatie te vinden over alcohol en alcoholgebruik.

− Op www.drugsinfo.nl is informatie te vinden over drugs en over drugsgebruik.

− www.trimbos.nl geeft informatie over alcohol en drugs.

− Op www.hersenstichting.nl is informatie te vinden over de anatomie van de hersenen, de functies van de hersenen en hersenaandoeningen.

− Op www.diabetesfonds.nl is onder andere informatie te vinden over de verschillende vormen van diabetes, het herkennen van diabetes en het voorkomen van diabetes.

− Op www.schildklier.nl is informatie te vinden over de schildklier en over schildklieraandoeningen.

3.9 HANDLEIDING BIJ THEMA 7 ZINTUIGLIJKE WAARNEMING

3.9.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema behandelt de bouw en werking van het zintuigenstelsel bij de mens. Volgens eindterm BIO/K/11 Reageren op waarnemingen, moet een kandidaat ervaringen/ waarnemingen van zintuig-practicumproeven in biologische termen kunnen weergeven. Wij hebben daarom in dit thema verscheidene practica opgenomen. Het zintuigenstelsel De basisstof van dit thema start met een overzicht van de ligging van zintuigen in het lichaam. Hierna gaan we in op het ontstaan van impulsen. Conform het examenprogramma (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen) behandelen we hierbij het begrip ‘motivatie’. We geven aan dat de motivatie van invloed is op de drempelwaarde voor een prikkel. We gaan ook kort in op het verschijnsel ‘gewenning’. We realiseren ons dat behandeling van dit begrip voor vmbo-leerlingen snel neigt naar verbalisme. Voelen en proeven In basisstof 2 bespreken we eerst de zintuigen in de huid, daarna het reukzintuig en tot slot het smaakzintuig. Bij de bespreking van de zintuigen in de huid geven we aan door welke waarnemingen deze kunnen worden geprikkeld. Bij het reukzintuig en het smaakzintuig beschrijven we de functie en de werking. Volgens het examenprogramma (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen) moet de kandidaat op abstracte wijze kunnen uitleggen dat prikkels uit de omgeving door zintuigen omgezet worden in impulsen die naar het centrale zenuwstelsel geleid worden, waardoor waarneming kan plaatsvinden. Bij de bespreking van het smaakzintuig geven we aan dat je met je tong vier verschillende smaken kunt onderscheiden: zoet, zout, zuur en bitter. Inmiddels wordt umami wetenschappelijk erkend als de vijfde elementaire smaakbeleving. Umami betekent in het Japans heerlijkheid of hartig. De umamizintuigcellen in de tong zijn gevoelig voor glutamaat. Dit komt van nature voor in vlees, gevogelte, vis, groente en melk. Het wordt ook vaak gebruikt als smaakversterker in veel producten (dan bekend als Ve-Tsin of E621). Om het voor de vmbo-leerlingen niet te complex te maken, hebben we ervoor gekozen deze vijfde, onbekende smaak niet te bespreken. U bent natuurlijk vrij om dat in uw lessen wel te doen.

Page 79: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 79

DEEL 3 VMBO-GT

De bouw van de ogen Basisstof 3 gaat over de bouw van de ogen. Voor leerlingen is het vaak moeilijk zich de ruimtelijke bouw van een oog voor te stellen. Een model van een oog kan hierbij hulp bieden. Eventueel kunt u een wandplaat gebruiken. De iris en de ooglens In basisstof 4 bespreken we de werking van de ogen. Bij het practicum van de pupilreflex is het belangrijk dat leerlingen zich realiseren dat door het afdekken van het ene oog de pupillen in beide ogen groter worden. Na het wegnemen van de hand, worden de pupillen in beide ogen kleiner. We definiëren accommoderen als volgt: aanpassen van de vorm van de lenzen wanneer een waargenomen voorwerp zich op minder dan ongeveer vijf meter bevindt. Voor het begrip accommoderen zijn verschillende definities in omloop. De bovengenoemde is volgens ons correct en in overeenstemming met het gezegde dat bij het zien van voorwerpen in de verte de ogen niet zijn geaccommodeerd. Leerlingen vinden de werking van de ogen vaak moeilijk. Wellicht kunt u de werking met extra uitleg verduidelijken. Het netvlies Conform het examenprogramma bespreken we in basisstof 5 de bouw, functie en werking van het netvlies. We behandelen daarbij de kenmerken en functies van de staafjes en kegeltjes (BIO/K/11 Reageren op waarnemingen). We gaan ook in op de ligging van de zenuwcellen ten opzichte van de zintuigcellen. Opdracht 19 is een practicum over de blinde vlek. Hoewel dit practicum heel bekend is, blijven leerlingen zich verbazen over wat ze waarnemen. Sommige leerlingen ‘zien niets gebeuren’ bij dit practicum. Meestal fixeren ze dan niet voldoende op het vierkantje. De bouw en werking van de oren We beschrijven in basisstof 6 eerst wat geluid is. Vervolgens bespreken we de bouw en de werking van het oor. In het examenprogramma worden de begrippen ‘ovale venster’ en ‘ronde venster’ niet genoemd. We hebben dit overgenomen en geven daarom aan dat het slakkenhuis is afgesloten met vliezen. Ook bij de behandeling van het oor zal het voor de leerlingen veel verduidelijken als u een model van het oor bij de hand hebt. Eventueel kunt u een wandplaat gebruiken. Doordat steeds meer jongeren die hun mp3-speler te hard zetten een gehoorbeschadiging oplopen,

besteden we daar in deze basisstof extra aandacht aan. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten maken ze in het werkboek. De extra basisstof is ook aanwezig in de samenvatting. U kunt de extra basisstof meenemen in de toets. Bij de toetsvragen is duidelijk aangegeven welke vragen betrekking hebben op deze extra basisstof. Een werkplan maken: de werking van smaakzintuigen Extra basisstof 7 is een practicum waarbij de leerlingen gaan onderzoeken hoe de smaakzintuigen werken. Bij opdracht 5 hebben ze onderzocht of je met een dichte neus even goed kunt proeven als met een open neus. Nu gaan de leerlingen onderzoeken of je met een droge tong smaken even goed kunt waarnemen als met een vochtige tong. Zij moeten van dit practicum een verslag maken. Leren en werken: opticien Extra basisstof 8 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Deze keer hebben we gekozen voor het beroep van opticien, omdat het goed past bij het thema van dit hoofdstuk. We besteden hier extra aandacht aan de oogziekte glaucoom. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. In de samenvatting is daarnaast steeds aangegeven welke vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Ook de leerinhouden van de extra doelstellingen zijn erin opgenomen. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan het gebruik van een andere kleur. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een

Page 80: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 80

DEEL 3 VMBO-GT

bijbehorend scoreblad opgenomen. Ook voor de extra doelstellingen zijn toetsvragen in de diagnostische toets opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. Verrijkingsstof In de verrijkingsstof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. In verrijkingsstof 1 bespreken we de oorzaak van oogafwijkingen. We leggen ook uit hoe ze verholpen kunnen worden door een bril of contactlenzen. Veel leerlingen vinden deze verrijkingsstof moeilijk. Leerlingen die zelf een bril dragen of contactlenzen hebben, hebben vaak veel interesse voor dit onderwerp. In verrijkingsstof 2 kunnen leerlingen de bouw van een koeienoog bestuderen. Deze zijn in een aantal plaatsen nog (gratis) te verkrijgen bij een abattoir. Het snijden in een koeienoog kan weerstand oproepen bij sommige leerlingen, maar het is onze ervaring dat dit snel wegebt. Leerlingen vinden het practicum meestal interessant. In verrijkingsstof 3 moeten leerlingen een (kort) werkstuk maken over iriscopie. 3.9.2 Benodigdheden Basisstof − blinddoek (10 stuks) − passer met twee scherpe (metalen) punten

(10 stuks) − liniaal (10 stuks) − watten − mes of een spatel (10 stuks) − twee potjes met elk een andere, onbekende stof

(10 stuks van elk) − glas water (10 stuks) − horloge met secondeaanduiding of een

stopwatch (10 stuks) Eventueel: − spiegel − model van een oog − wandplaat van het oog − model van een oor − wandplaat van het oor

Extra basisstof − blinddoek − watten − mes of spatel − suiker − zout − horloge met secondeaanduiding of stopwatch − filtreerpapier of keukenpapier − computer met internetaansluiting Verrijkingsstof − vers oog van een koe (eventueel van een

schaap of varken) (per leerling) − scheermesje (per leerling) − schaartje (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling) 3.9.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de bovenbouw programma’s gemaakt over het onderwerp het gehoor (blok 69). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband bestellen.

− Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de onderbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen de huid (blok 65 en 66) en het gehoor (blok 55 en 56).

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over zintuigen te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over gehoorbeschadiging en over het oog.

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, I www.mindscape.nl

− Via www.huidarts.com kunt u informatie vinden over de bouw en functie van de huid en over huidaandoeningen.

− Via www.oogartsen.nl kunt u informatie vinden over de bouw en functie van het oog over aandoeningen van het oog.

− Op www.kleurenblindheid.nl zijn tests te vinden om uit te zoeken of je kleurenblind bent.

− Via www.planetperplex.com kunt u voorbeelden vinden van gezichtsbedrog.

− Op www.oorcheck.nl kunnen de leerlingen meer informatie vinden over de werking van het oor en over gehoorschade. Ook kunnen ze hier een gehoortest doen.

3.10 HANDLEIDING BIJ THEMA 8

STEVIGHEID EN BEWEGING 3.10.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema behandelt vooral stevigheid en beweging bij de mens. We maken een klein uitstapje naar

Page 81: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 81

DEEL 3 VMBO-GT

dieren. Dit thema betreft vooral BIO/K/8 Houding, beweging en conditie. Het skelet van de mens In basisstof 1 leren leerlingen eerst de namen van de beenderen van het skelet van de mens. Leerlingen moeten de beenderen in een afbeelding van het menselijk skelet benoemen en kleuren. Het leren van de namen is geen doel op zich, maar heeft een functie in de rest van het thema. Als de leerlingen de namen van de beenderen niet kennen, kunnen ze bijvoorbeeld ook geen voorbeelden geven van soorten gewrichten. Hierna gaan we in op de functies van het skelet. We gaan ook in op de vorm en functie van het skelet. In het thema ‘Ecologie’ van deel 4 zullen aanpassingen bij dieren uitgebreider aan bod komen. Nu gaan we in op zoolgangers, teengangers en topgangers. Volledigheidshalve geven we ook de term ‘hoefgangers’. Bij opdracht 8 staan in afbeelding 9 tekeningen van de pootafdrukken van verschillende dieren. Leerlingen moeten aangeven of het dier een zoolganger, teenganger of topganger is. Kraakbeenweefsel en beenweefsel Bij basisstof 2 hebben we gekozen voor een demonstratiepracticum over de samenstelling van been. Leerlingen hebben dit practicum in de eerste klas waarschijnlijk zelf al uitgevoerd. Aan de hand van het demonstratiepracticum kunt u de theorie nog eens verduidelijken en het kost minder tijd dan een leerlingpracticum. U kunt uw leerlingen het practicum ook zelf laten uitvoeren. Wijst u hen er dan op dat zoutzuur een gevaarlijke stof is en dat ook het uitbranden van de botjes niet zonder risico is. Als u het practicum demonstreert, kunt u de proef in de klas opzetten zodat leerlingen ook de beginsituatie kunnen zien. Het uitbranden van de botjes in de klas kunt u beter beperken tot één botje. Het stinkt namelijk. Door de botjes na hun behandeling te verpakken in zakjes van stevig plastic (bijvoorbeeld diepvrieszakjes), kunnen leerlingen toch goed waarnemen hoe de botjes aanvoelen zonder dat ze die helemaal verkruimelen of zonder dat ze in contact komen met zoutzuur. U moet de botjes die in het zoutzuur hebben gelegen overigens altijd heel goed afspoelen. Het examenprogramma geeft aan dat een kandidaat een aantal microscopische details in afbeeldingen moet kunnen aanwijzen (BIO/K/8 Houding, beweging en conditie). Analyse van de centrale examens leert ons bovendien dat er nogal eens tekeningen van kraakbeen en been in voorkomen. We hebben daarom een

microscopiepracticum opgenomen over kraakbeen en been. Door het practicum uit te voeren, leren leerlingen beter te kijken naar kraakbeen en been. Vaak zien leerlingen bij het preparaat van kraakbeen in eerste instantie ‘niets’ behalve de (meestal blauwe) tussencelstof. Pas als ze goed scherpstellen, zien ze ook de kraakbeencellen liggen. Bij het preparaat van been denken leerlingen vaak dat het geheel van beencellen en tussencelstof rondom een kanaal een beencel is. Om misverstanden te voorkomen, zou u dit nog eens klassikaal kunnen verduidelijken. Wanneer u over een beamer en een computer beschikt, kunt u dit doen met behulp van afbeeldingen van been en kraakbeen die op internet te vinden zijn. Beenverbindingen In de centrale examens zijn er regelmatig vragen gesteld over de verbindingen tussen de ribben en de wervels en tussen de ribben en het borstbeen. Afbeelding 14 geeft daarom een overzicht van deze beenverbindingen. In de centrale examens wordt ook de term ‘gewrichtskapsel’ gebruikt. Daarom introduceren wij deze term bij de bouw van een gewricht. Bij elk gewricht bestaat het gewrichtskapsel uit een binnenste laag, de zogenoemde synoviale membraan, en een buitenste laag, de fibreuze membraan. De synoviale membraan scheidt gewrichtssmeer af. De fibreuze membraan geeft stevigheid. Sommigen noemen deze fibreuze membraan een kapselband. Anderen reserveren deze term voor stevige banden om het gewricht heen, bijvoorbeeld bij het kniegewricht of het heupgewricht. In de basisstof gebruiken we deze laatste optie. Bij de typen gewrichten noemen we naast scharnier- en kogelgewrichten ook rolgewrichten. In de centrale examens is het rolgewricht regelmatig het onderwerp van vragen. We beperken ons tot het rolgewricht in de beide onderarmen. Het gewricht tussen de eerste en de tweede halswervel is ook een rolgewricht. We vinden het echter acceptabel om dit gewricht hier niet te bespreken. Spieren In basisstof 4 behandelen we de bouw en werking van spieren. We gaan niet uitvoerig in op de namen van allerlei spieren. We noemen wel de kuitspier, de biceps en de triceps in de ledematen, omdat leerlingen deze namen waarschijnlijk al kennen. Houding en beweging Volgens BIO/K/8 Houding, beweging en conditie kan een kandidaat beschrijven wat er gebeurt bij

Page 82: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 82

DEEL 3 VMBO-GT

bepaalde vormen van overbelasting van het bewegingsapparaat tijdens het werk en bij sport en hoe deze overbelasting zo veel mogelijk kan worden vermeden. In basisstof 5 gaan we dan ook uitvoerig in op het belang van een goede lichaamshouding. Op deze leeftijd kunnen leerlingen hun lichaamshouding nog corrigeren. Op latere leeftijd wordt dat veel moeilijker. Blessures In basisstof 6 gaan we in op het belang van een gezonde sportbeoefening om zo onder andere blessures en overbelasting te voorkomen. Leerlingen vinden informatie over sport en sportblessures meestal erg interessant, zeker als ze zelf sporten. Aan het einde van deze basisstof besteden we ook aandacht aan RSI. Steeds meer jongeren brengen namelijk een groot deel van hun tijd door achter een computer of gameapparaat. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten maken ze in het werkboek. De extra basisstof is ook aanwezig in de samenvatting. U kunt de extra basisstof meenemen in de toets. Bij de toetsvragen is duidelijk aangegeven welke vragen betrekking hebben op deze extra basisstof. Rugklachten In extra basisstof 7 bespreken we afwijkingen aan de wervelkolom, spit en hernia. Leerlingen worden in hun familie- of kennissenkring vaak geconfronteerd met personen die deze klachten hebben. Leerlingen gaan ook een persoon interviewen met een beroep dat te maken heeft met de behandeling van rugklachten en/of sportblessures. Leren en werken: voetbaltrainer Extra basisstof 8 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Dit keer hebben we niet gekozen voor betaald werk, maar voor vrijwilligerswerk: voetbaltrainer. Dit sluit aan bij de eisen van het examenprogramma. Volgens het examenprogramma (BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken) kan een kandidaat kan zich oriënteren op

de eigen loopbaan. Hij kan de eigen mogelijkheden en interesses in biologie verwoorden in het licht van vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren. Veel mensen doen dit soort vrijwilligerswerk. Bovendien zal het veel leerlingen aanspreken en sluit het goed aan bij basisstof 5 en 6. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. In de samenvatting is daarnaast steeds aangegeven welke vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Ook de leerinhouden van de extra doelstellingen zijn erin opgenomen. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan het gebruik van een andere kleur. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. Ook voor de extra doelstellingen zijn toetsvragen in de diagnostische toets opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. Verrijkingsstof In de verrijkingsstof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit twee verschillende onderdelen. In verrijkingsstof 1 behandelen we de beenderen van de schedel en de fontanellen. Verrijkingsstof 2 gaat over botontkalking. 3.10.2 Benodigdheden Basisstof − een bot (been) dat in zoutzuur heeft gelegen − een bot (been) dat in een vlam is gehouden − een gewoon bot (been) − klaargemaakte preparaat van kraakbeen (per

leerling) − klaargemaakte preparaat van been (per

leerling) − microscoop (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling)

Page 83: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 83

DEEL 3 VMBO-GT

Eventueel: − model van het skelet van de mens − model van een gewricht − model waarmee de werking van de verschillende

gewrichten getoond kan worden − model spierwerking − model ter illustratie van een goede

lichaamshouding Extra basisstof Voor de extra basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Verrijkingsstof Voor de verrijkingsstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Eventueel: − (model van) schedel van een baby − röntgenfoto’s van verschillende botbreuken Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma’s gemaakt over het onderwerp het geraamte (blok 57 en 58). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips te zien over het skelet en over spieren, verbindingen en gewrichten.

− Bodyworks 6.0. Te bestellen bij Mindscape Nederland, H. Figeeweg 1G, 2031 BJ Haarlem. T (023) 5179595, F (023) 5179551, I www.mindscape.nl

− Op www.ehbo.nl is informatie te vinden over allerlei (sport)aandoeningen. Ook kunt u via deze site folders bestellen.

− Op www.osteoporosestichting.nl kunt u informatie vinden over osteoporose (botontkalking).

− Via www.werkendlichaam.nl kunt u informatie vinden over o.a. de volgende onderwerpen: kneuzing, lichaamshouding, spierpijn, tendinitis (peesontsteking) en verstandig tillen.

− Op www.orthopedie.nl is informatie te vinden over onder andere botbreuken, gewrichten, slijmbeursontsteking, osteoporose en RSI.

− Via www.muisarm.nl kunt u informatie krijgen over RSI.

3.11 HANDLEIDING BIJ THEMA 9 GEDRAG 3.11.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema heeft betrekking op BIO/K/11 Reageren op waarnemingen (de kandidaat kan toelichten dat gedrag bij dieren uit een reeks samenhangende

handelingen bestaat, en kan aan de hand van concrete voorbeelden uitleggen dat gedrag afhankelijk is van inwendige en uitwendige prikkels) en op BIO/V/2 Gedrag bij mens en dier. We hebben geprobeerd in dit thema een evenwicht te vinden tussen een cognitieve benadering van gedrag (het aanleren van termen en begrippen) en het observeren van diergedrag. De termen en begrippen zijn in de basisstof opgenomen. Doordat niet elke school over evenveel practicummogelijkheden beschikt, is het observeren van diergedrag in de verrijkingsstof opgenomen, U kunt de belangstelling van de leerlingen voor dit onderwerp opwekken door de film ‘Chimps onder elkaar’ of ‘Bij de beesten af’ van Bert Haanstra te laten zien als inleiding op dit thema. Deze films zijn op dvd verkrijgbaar. Wat is gedrag? In basisstof 1 zetten we uiteen wat gedrag is en hoe het kan worden bestudeerd. We komen daarbij terug op de regels voor het uitvoeren van een biologisch onderzoek. We hebben de verschillende stappen in een schema verwerkt om het voor de leerlingen overzichtelijker te maken (afb. 4). We gebruiken het schema later in de opdrachten. Volgens het examenprogramma (BIO/V/2 Gedrag bij mens en dier) kan de kandidaat ethogrammen en protocollen van gedrag van dieren of mensen maken en/of interpreteren. We besteden daarom ook aandacht aan het interpreteren van een ethogram. Leerlingen kunnen het maken van een ethogram in extra basisstof 6 oefenen. Als voorbeeld van een gedragsketen hebben we gekozen voor het voortplantingsgedrag van de stekelbaars. In het verleden zijn hierover vragen gesteld op de centrale examens. Bij opdracht 6 staan in een schema de stappen van een natuurwetenschappelijk onderzoek weergegeven. Een etholoog onderzoekt het waaieren van een stekelbaarsmannetje volgens dit schema. Leerlingen moeten de ontbrekende informatie invullen bij de ‘verwachting’ en de ‘conclusie’. Hoe wordt gedrag veroorzaakt? In het examenprogramma staat dat gedrag afhankelijk is van prikkels en motiverende factoren. We definiëren motivatie als de bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag. Voorbeelden van motiverende factoren zijn dan inwendige prikkels als honger, dorst en hormonen. Naast deze motiverende factoren zijn er ook uitwendige prikkels nodig om bepaald gedrag te veroorzaken. We realiseren ons dat deze omschrijving een beetje

Page 84: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 84

DEEL 3 VMBO-GT

op gespannen voet staat met de definitie dat gedrag alles is wat een dier of mens doet. In het examenprogramma worden de begrippen prikkels, sleutelprikkels en supranormale prikkels met name genoemd. Er zijn voor leerlingen aansprekende voorbeelden van supranormale prikkels te geven, ook voor wat betreft het gedrag van mensen. Hoe wordt gedrag bepaald? Het examenprogramma vermeldt dat de kandidaat in concrete (beschreven) situaties de rol kan beoordelen van leren, sociaal gedrag en communicatie bij mensen en dieren bij taakverdeling en coördinatie, in het bijzonder bij: inprenten, trial and error, conditionering en erfelijk/aangeleerd gedrag (BIO/V/2 Gedrag bij mens en dier). In basisstof 3 bespreken we eerst dat gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren (genen) en leerprocessen. Daarna beschrijven we de leerprocessen gewenning, inprenten, trial and error en conditioneren. U kunt de leerstof eventueel verduidelijken door filmpjes te laten zien over de beschreven leerprocessen. Leerlingen gaan bij deze basisstof opnieuw een schema van een natuurwetenschappelijk onderzoek aanvullen. Het gaat nu over een onderzoek naar het gedrag van de roerdomp. Sociaal gedrag We noemen gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar sociaal gedrag. In basisstof 4 behandelen we een aantal typen sociaal gedrag: territoriumgedrag, paringsgedrag, broedzorg en rangorde in groepen. Het gevaar bestaat dat leerlingen de vele typen gedrag niet uit elkaar kunnen houden. We hebben daarom getracht de verschillende typen gedrag met herkenbare voorbeelden toe te lichten. Conform het examenprogramma gaan we in op taakverdeling binnen groepen. De taakverdeling bij statenvormende insecten komt aan de orde in verrijkingsstof 2. Gedrag bij de mens In dit basisstofonderdeel geven we aan dat het gedrag van mensen veel overeenkomsten vertoont met het gedrag van dieren. Leerlingen zullen veel van de beschreven gedragingen van mensen herkennen. In de film ‘Bij de beesten af’ van Bert Haanstra worden veel voorbeelden gegeven van overeenkomsten tussen het gedrag van dieren en dat van mensen. Volgens het examenprogramma kan een kandidaat de rol beoordelen van rolpatronen en van normen en waarden in concrete (beschreven) situaties. Wij

gaan daarom bij het gedrag van de mens nog in op rolpatronen en normen en waarden. De basisstof eindigt met een practicum ‘Spreken zonder woorden’. We hebben dit practicum opgenomen in de basisstof, omdat het de mogelijkheid biedt zonder hulpmiddelen een gedragspracticum te doen. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten maken ze in het werkboek. De extra basisstof is ook aanwezig in de samenvatting. U kunt de extra basisstof meenemen in de toets. Bij de toetsvragen is duidelijk aangegeven welke vragen betrekking hebben op deze extra basisstof. Een gedragsonderzoek In het examenprogramma staat vermeld dat leerlingen een ethogram moeten kunnen maken en/of interpreteren. In extra basisstof 6 kunnen leerlingen een gedragsonderzoek uitvoeren waarbij ze een ethogram en een protocol gaan maken. Deze extra basisstof sluit ook aan bij BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie (de kandidaat kan een studie van een zelf gekozen biologisch onderwerp uitvoeren en in een verslaggeving verwerken). Bij het doen van gedragswaarnemingen is het belangrijk dat de waarnemer objectief blijft en het dier geen menselijke gevoelens toeschrijft. Voor veel leerlingen is dat moeilijk. Bij het practicum kunnen de leerlingen zelf een dier kiezen (bijvoorbeeld een eend in een vijver, een vis in een aquarium of een woestijnrat in een kooi). Het kiezen van een hond of een kat is ook mogelijk, maar leidt vaak tot minder goede resultaten doordat het dier zijn gedrag laat beïnvloeden door de aanwezigheid van de waarnemers. Als u de mogelijkheid hebt, kunt u het practicum ook laten uitvoeren in een dierentuin of op een kinderboerderij. Ter voorbereiding op het practicum moeten de leerlingen twee schema’s maken: een schema om een ethogram te maken en een schema om te protocolleren. Vanzelfsprekend kunt u ook zelf deze schema’s maken voor de leerlingen.

Page 85: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 85

DEEL 3 VMBO-GT

Onze ervaring is dat leerlingen na een goede instructie serieus aan de gang gaan met observeren en protocolleren. Desgewenst kunt u er een praktische opdracht van maken die meetelt voor het schoolexamencijfer. Het trekken van conclusies uit de waarnemingen is vaak moeilijk. Om teleurstellingen te voorkomen kunt u uw leerlingen er van tevoren op wijzen dat het belangrijkste doel van dit practicum is het gedrag van dieren nauwkeurig te observeren en zorgvuldig te beschrijven. Leren en werken: leidster kinderdagverblijf Extra basisstof 8 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Deze keer hebben we gekozen voor het beroep van leidster in een kinderdagverblijf. Zij heeft in haar werk te maken met het observeren van gedrag. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. In de samenvatting is daarnaast steeds aangegeven welke vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Ook de leerinhouden van de extra doelstellingen zijn erin opgenomen. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan het gebruik van een andere kleur. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. Ook voor de extra doelstellingen zijn toetsvragen in de diagnostische toets opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. Verrijkingsstof In de verrijkingsstof wordt leerlingen de mogelijkheid geboden te kiezen uit twee verschillende onderdelen. In verrijkingsstof 1 gaan leerlingen het gedrag van pissebedden onderzoeken. Het onderzoek kan wel tot duidelijke conclusies op basis van waarnemingen leiden. Het werken met pissebedden

kan in het begin mogelijk hilariteit opwekken. U kunt pissebedden een tijdje bewaren in een bak. Ze gedijen goed als u een of meer uitgeholde aardappelen in de bak legt. Opdracht 1 van verrijkingsstof 1 is een gesloten practicum. Opdracht 2 en 3 zijn meer open: de leerlingen moeten de opzet en uitwerking van de proef zelf bepalen. Doordat het simpele probleemstellingen zijn, zal dit voor de meeste leerlingen weinig problemen opleveren. Bovendien kunnen ze bij opdracht 2 en 3 gebruikmaken van de informatie in opdracht 1. Verrijkingsstof 2 gaat over statenvormende insecten. 3.11.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Extra basisstof − schema om een ethogram te maken (knipblad

1, blz. 145) − stuk hardboard van ongeveer 25 x 35 cm met

twee elastiekjes (per leerling) − potlood of balpen Eventueel: − verrekijker (per leerling) Verrijkingsstof − 3 grote petrischalen (liefst met een doorsnede

van 20 cm) − ijsblokjes en heet water − filtreerpapier − 10 pissebedden − een horloge met secondeaanduiding of een

stopwatch Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de bovenbouw programma’s gemaakt over onderzoek naar het gedrag van dieren (blok 83 t/m 94). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips te zien over gedrag.

− ‘Chimps onder elkaar’ en ‘Bij de beesten af’ zijn programma’s van Bert Haanstra. Deze films zijn weer opnieuw op dvd uitgebracht. Via internet kunt u ze gemakkelijk bestellen.

− Op www.ethologie.nl kunt u meer informatie vinden over ethologie. Er is bijvoorbeeld informatie te vinden over verschillende onderzoeksmethoden.

Page 86: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 86

DEEL 3 VMBO-GT

− Op www.youtube.com kunt u via ‘gedrag en wetenschap – signalen en sleutelprikkels’ diverse filmpjes vinden die passen bij dit thema. Er zijn onder andere filmpjes over de zigzagdans van de stekelbaars, de Skinnerbox, klassieke conditionering, leren door trial and error en inprenting te vinden.

3.12 JAARSCHEMA BIJ DEEL 3 VMBO-GT Verdeling van de thema’s over het schooljaar Periode Thema’s begin – Kerstmis 1 Organen en cellen

2 Ordening 3 Voortplanting en ontwikkeling

Kerstmis – Pasen 4 Erfelijkheid 5 Evolutie 6 Regeling

Pasen – eind 7 Zintuiglijke waarneming 8 Stevigheid en beweging 9 Gedrag

Deze verdeling is globaal. De verdeling is onder andere afhankelijk van de vakantieplanning van uw regio en van de organisatie van het schooljaar op uw school. Aantal lessen per thema per onderdeel

Bij dit schema zijn we uitgegaan van 80 lesuren op jaarbasis. De activiteiten per onderdeel zijn inclusief het nakijken of bespreken. Het vermelde aantal uren is een gemiddelde. U kunt vanzelfsprekend per thema variëren. Door de leerlingen bepaalde onderdelen thuis te laten maken (bijvoorbeeld een deel van de verrijkingsstof) kunnen er ook variaties optreden.

Thema Totaal Basisstof en extra basisstof

Diagnostische toets

Verrijkingsstof Beoordelings-toets

1 2 3 4 5 6 7 8 9

10 09 10 12 06 09 08 08 08

7 6 7 8 4 6 5 5 5

0,5 – 1 0,5 – 1 1 1 0,5 0,5 – 1 0,5 – 1 0,5 – 1 0,5 – 1

1 – 1,5 1 – 1,5 1 2 0,5 1 – 1,5 1 – 1,5 1 – 1,5 1 – 1,5

1 1 1 1 1 1 1 1 1

Page 87: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 87

DEEL 3 VMBO-GT

3.13 EINDTERMEN BIOLOGIE EN DEEL 3 VMBO-GT

Bij het schrijven van deel 3 vmbo-gt zijn de eindtermen van het vmbo-examenprogramma de voornaamste uitgangspunten geweest. In de

onderstaande tabel is weergegeven welke eindtermen in de thema’s van deel 3 vmbo-gt aan bod komen. De rest van de eindtermen wordt uitgewerkt in de delen 4 vmbo-gt.

Organen en cellen BI/K/1: 2-4-5, BI/K/3: 8-9-10, BI/K/4: 1-2-3-4-5 Ordening BI/K/1: 2-5, BI/K/3: 2-6-8, BI/K/4: 3, BI/K/5: 1-2-3 Voortplanting en ontwikkeling BI/K/3: 1-2-3, BI/K/10: 4, BI/K/12: 1-2-3-4-5, BI/K/13: 3 Erfelijkheid BI/K/5: 1-3, BI/K/7: 2, BI/K/13: 1-2-3-4-6 Evolutie BI/K/1: 1-2-5-6, BI/K/13: 5 Regeling BI/K/1: 2-3-4-5-6, BI/K/4: 6, BI/K/9: 4, BI/K11: 1-2-3-7-9-10 Zintuiglijke waarneming BI/K/1: 2-5-6, BI/K/11: 2-4-5-6-8 Stevigheid en beweging BI/K/1: 2-4-5-6, BI/K/8: 1-2 Gedrag BI/K/1: 2-4-5-6-7-8, BI/K/3: 11, BI/K/11: 1-7, BI/V/2: 1-2-3-4-5

Page 88: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 86

DEEL 3 VMBO-GT

3.14 INHOUD EPACK DEEL 3 VMBO-GT In onderstaande tabellen kunt u zien welke inhoud voor deel 3 op ePack te vinden is. 3 vmbo-gt Algemeen Thema 1 Organen en cellen Thema 2 Ordening Thema 3 Voortplanting en ontw. Leerroute Basis Computerlessen − Levensverschijnselen

(BS 1) − Organen en organenstelsels

bij de mens (BS 2) − De microscoop (BS 3)

− Het ordenen van organismen (BS 1)

− Nuttige en schadelijke bacteriën (BS 2)

− Nuttige en schadelijke schimmels (BS 3)

− Symmetrie en skeletten in het dierenrijk (BS 5)

− Het indelen van organismen (BS 9)

− Reductiedeling (BS 1) − Het voortplantingsstelsel van een

man (BS 2) − Het voortplantingsstelsel van een

vrouw (BS 3) − Geboorte en levensfasen van de

mens (BS 6)

Vervangende computerles Celdeling (BS 7) Gewervelden (BS 8) Hormonen en voortplanting (BS 4) Vervangende basisstof (pdf) Chromosomen (BS 6) Geleedpotigen (BS 7) Seksueel overdraagbare aandoeningen

(BS 7) Leerroute Extra Extra stof (Extra basisstoffen in

handboek/werkboek) (Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

(Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. (In handboek/werkboek)

2. (In handboek/werkboek) 3. (In handboek/werkboek) 4. Een chromosomenportret 5. Cytoplasma in beweging

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. Tubifex 4. Een indeling opzoeken en

presenteren

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. (In handboek/werkboek) 4. Wat kan er verkeerd gaan? 5. Leren en werken: Verloskundige

Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Levensverschijnselen

− Organen en cellen − Planten − Ordening

− Seksueel overdraagbare aandoeningen

− Voortplanting en ontwikkeling Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf) √ √ √ Samenvatting (pdf) √ √ √ Digiboeken

Page 89: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 87

DEEL 3 VMBO-GT

3 vmbo-gt Algemeen Thema 1 Organen en cellen Thema 2 Ordening Thema 3 Voortplanting en ontw. Digiboeken − Handboek

− Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) √ √ √ Eindtoets (digitaal) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Wintoets) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

√ N.v.t. √

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ N.v.t. √

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Encyclopedie √ Biowetenschappers √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 90: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 88

DEEL 3 VMBO-GT

3 vmbo-gt Algemeen Thema 4 Erfelijkheid Thema 5 Evolutie Thema 6 Regeling Leerroute Basis Computerlessen − Hoe komt het fenotype tot

stand? (BS 1) − Homozygoot, heterozygoot,

dominant en recessief (BS 5)

− Intermediaire fenotypen (BS 8)

− Geslachtelijke voortplanting (BS 9)

− De invloed van een mutatie (BS 10)

− Vormen van biotechnologie (BS 12)

− Voorbeelden van evolutie (BS 2)

− Overeenkomsten in bouw en embryonale ontwikkeling (BS 3)

− Geologische tijdschaal (BS 4)

− Het ruggenmerg (BS 3) − De hersenen (BS 4) − De weg die impulsen

afleggen (BS 5) − Diabetes (BS 8)

Vervangende computerles Kruisingen (BS 6) De evolutietheorie (BS 1) Zenuwcellen en zenuwen (BS 2)

Vervangende basisstof (pdf) Genotype en fenotype (BS 1) De stamboom van het leven (BS 6)

Het hormoonstelsel (BS 6)

Leerroute Extra Extra stof (Extra basisstoffen in

handboek/werkboek) (Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

(Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. (In handboek/werkboek)

2. (In handboek/werkboek) 3. Dat komt meer voor bij

jongens dan bij meisjes 4. Het syndroom van Down

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. Grote overgangen in de

evolutie 4. Puzzel

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. (In handboek/werkboek) 4. Wat kan er verkeerd gaan? 5. Spiegeltekenen

Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Mutaties

− Erfelijkheid − De evolutietheorie − Evolutie

− Het hormoonstelsel − Regeling

Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf)

√ √ √

Samenvatting (pdf) √ √ √

Page 91: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 89

DEEL 3 VMBO-GT

3 vmbo-gt Algemeen Thema 4 Erfelijkheid Thema 5 Evolutie Thema 6 Regeling Digiboeken Digiboeken − Handboek

− Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) √ √ √ Eindtoets (digitaal) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Wintoets) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

√ N.v.t. √

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ √ √

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Biowetenschappers √ Encyclopedie √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 92: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 90

DEEL 3 VMBO-GT

3 vmbo-gt Algemeen Thema 7 Zintuiglijke waarn. Thema 8 Stevigheid en bew. Thema 9 Gedrag Leerroute Basis Computerlessen − Zintuigen (BS 1)

− Het netvlies (BS 5) − De bouw en werking van de

oren (BS 6)

− Het skelet van de mens (BS 1)

− Spieren (BS 4) − Houding en beweging (BS 5)

− Wat is gedrag? (BS 1) − Hoe wordt gedrag bepaald?

(BS 3) − Gedrag bij mensen (BS 5)

Vervangende computerles De iris en de ooglens (BS 4) Beenverbindingen (BS 3) Sociaal gedrag (BS 4) Vervangende basisstof (pdf) De bouw van de ogen (BS 3) Blessures (BS 6) Hoe wordt gedrag veroorzaakt?

(BS 2) Leerroute Extra Extra stof (Extra basisstoffen in

handboek/werkboek) (Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

(Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. (In handboek/werkboek)

2. (In handboek/werkboek) 3. (In handboek/werkboek) 4. Wat kan er verkeerd gaan? 5. Reactiesnelheid

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. De wervelkolom 4. Botbreuken

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. Leerprocessen 4. Leerprocessen bij mensen

Leerroute Remediërend Computerles herhaling − De oren

− Zintuiglijke waarneming − Spieren − Stevigheid en beweging

− Hoe wordt gedrag veroorzaakt?

− Gedrag Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf)

√ √ √

Samenvatting (pdf) √ √ √ Digiboeken Digiboeken − Handboek

− Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) √ √ √ Eindtoets (digitaal) Versie A + B Versie A + B Versie A + B

Page 93: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 91

DEEL 3 VMBO-GT

3 vmbo-gt Algemeen Thema 7 Zintuiglijke waarn. Thema 8 Stevigheid en bew. Thema 9 Gedrag Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Wintoets) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

√ N.v.t. √

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ √ √

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Biowetenschappers √ Encyclopedie √ Thema's √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 94: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 92

DEEL 3/4 VMBO-K ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE

4.1 INLEIDING Dit deel van de docentenhandleiding bij Biologie voor jou hoort bij het katern Erfelijkheid en evolutie voor vmbo-k leerjaar 3 of 4. Het katern is een leerwerkboek voor vmbo-k. Naast alle teksten en afbeeldingen bevat het ook de opdrachten. In het antwoordenboek kunnen leerlingen de antwoorden op de opdrachten vinden. Ze kunnen hiermee hun antwoorden zelfstandig controleren. Het katern begint met een thema-inleiding. Hierna volgt basisstof. De basisstoffen bestaan uit teksten met afbeeldingen. Elke basisstof wordt afgesloten met het onderdeel Om te onthouden. Dit onderdeel is een samenvatting van de belangrijkste leerstof in de basisstof. Hierna volgt een controletoets met de naam Test jezelf. Test jezelf geeft leerlingen feedback tijdens het leerproces. Het geeft leerlingen de gelegenheid zelf te controleren of ze de belangrijkste leerinhouden beheersen. De Verrijkingsstof is bedoeld om leerlingen opdrachten te laten kiezen waarvoor ze belangstelling hebben. De verrijkingsstof bij dit katern is te vinden op de internetsite en toegankelijk voor wie een ePack-licentie heeft. De handleiding bij dit katern is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 1 Didactische verantwoording/didactische

suggesties Hierbij vindt u steeds aangegeven welke keuzen zijn gemaakt bij het samenstellen van het thema. Ook treft u aanwijzingen aan voor het gebruik van het thema. 2 Benodigdheden Hier vindt u een overzicht van benodigdheden voor het thema. 3 Hulpmiddelen Hieronder vindt u een overzicht van bruikbare hulpmiddelen, zoals naslagwerken, videoprogramma's, computerprogramma's (inclusief cd-roms) en internetsites.

4.2 HANDLEIDING BIJ HET KATERN ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE VOOR 3/4 VMBO-K 4.2.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties Dit thema sluit goed aan bij het thema 'Voortplanting en ontwikkeling' (thema 3 in deel 3a). Er gaat veel aandacht uit naar de schematische weergave van de verschillende processen die aan bod komen. De leerlingen krijgen daardoor veel gemakkelijker inzicht in wat er precies gebeurt. We realiseren ons dat evolutie voor een aantal scholen een controversieel onderwerp is. In basisstof 8 in het leerlingenboek gaan we even in op de schepping. U kunt zelf uitmaken hoe u hier verder mee omgaat. Genotype en fenotype In basisstof 1 behandelen we de termen 'fenotype' en 'genotype'. Met behulp van afbeeldingen laten we zien dat het fenotype van een organisme door invloeden uit het milieu kan veranderen. Reductiedeling Basisstof 2 gaat over de vorming van geslachtscellen door reductiedeling. De nadruk ligt op de verandering van het chromosomenaantal in de cellen. Hiermee wordt de essentie van de reductiedeling duidelijk. Om verwarring met gewone celdeling te voorkomen, hebben we ervoor gekozen om bij de reductiedeling de termen 'zaadcelmoedercel' en 'eicelmoedercel' te gebruiken. In opdracht 7 moeten de leerlingen meer stappen maken om het schema van de voortplanting van de mens in te vullen. Hiermee willen we het inzicht van de leerlingen in het proces van de reductiedeling vergroten. Om het voor leerlingen overzichtelijk te houden hebben we in afbeelding 12 het verloop van reductiedeling bij de mens schematisch weergegeven. In opdracht 8 vergelijken de leerlingen de gewone celdeling en de reductiedeling door een schema in te vullen.

4 Handleiding bij katern 3/4 vmbo-k

Page 95: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 93

DEEL 3/4 VMBO-K ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE

Geslachtschromosomen Basisstof 3 gaat over geslachtschromosomen en de wijze waarop zij het geslacht van een mens bepalen. Met behulp van afbeeldingen en opdrachten maken we de leerlingen duidelijk dat geslachtscellen maar één geslachtschromosoom bevatten. Hierna wordt uitgelegd hoe door bevruchting van twee geslachtscellen het geslacht wordt bepaald. Aan het einde van basisstof 3 behandelen we het ontstaan van tweelingen. Door bij het ontstaan van eeneiige tweelingen en twee-eiige tweelingen schema's te gebruiken, krijgen leerlingen inzicht in wat er precies met de erfelijke informatie gebeurt bij de bevruchting en daarna. Chromosomen en genen In basisstof 4 wordt het begrip 'gen' geïntroduceerd. Hierbij beginnen we bewust met het weergeven van genen door figuurtjes. Pas later introduceren we de gebruikelijke weergave door letters. Veel leerlingen zien in het oplossen van kruisingsvraagstukken al gauw niets meer dan een 'trucje op papier'. Door figuurtjes voor de genen te gebruiken, blijven ze langer beseffen dat de vraagstukken over genen in chromosomen gaan. Nadat we hebben uitgelegd hoe nieuwe genenparen kunnen ontstaan, introduceren we de termen 'homozygoot', 'heterozygoot', 'dominant' en 'recessief'. In het werkboek staan hierover uitgebreide verwerkingsopdrachten. Deze opdrachten zijn heel belangrijk. Als de eerste basiskennis er niet goed in zit, ontstaan later problemen bij het maken van de kruisingsvraagstukken. Kruisingen In basisstof 5 schakelen we eerst over van figuurtjes naar letters om de genen aan te geven. Het leren oplossen van kruisingsvraagstukken kost doorgaans veel tijd. We behandelen het eerste kruisingsvraagstuk zeer uitgebreid in verschillende stappen. Bij dit eerste vraagstuk gaan leerlingen in de opdrachten 31 en 32 zelf ook delen van het vraagstuk oplossen. Onze ervaring is dat leerlingen hierdoor veel sneller begrijpen hoe erfelijkheidsvraagstukken kunnen worden aangepakt. In de opdrachten 33 t/m 36 volgen ter oefening enkele andere kruisingsvraagstukken. Bij elk vraagstuk hebben we bewust veel vragen gesteld, vaak stap voor stap. Hierdoor zijn leerlingen in staat zelfstandig de stof door te werken. Aan het einde van basisstof 5 behandelen we de verhoudingen van de verschillende genotypen en

fenotypen bij de nakomelingen die door de kruisingen ontstaan. Stambomen In basisstof 6 behandelen we de overerving van eigenschappen aan de hand van stambomen. Leerlingen leren, met behulp van stambomen waarbij zij zelf het genotype moeten noteren, hoe het genotype van een organisme kan worden afgeleid. Mutaties Deze basisstof is een goede voorbereiding op het onderwerp 'evolutie'. In basisstof 7 komt aan de orde wat mutaties zijn en door welke invloeden de kans op mutaties kan toenemen. We bespreken ook het ontstaan en de uitzaaiing van kanker. In het werkboek is bij opdracht 46 een vraag opgenomen over de functie van een prik en een uitstrijkje bij het voorkomen van baarmoederhalskanker. Meisjes die zich hebben laten inenten tegen baarmoederhalskanker kunnen zich namelijk afvragen waarom ze nog zo'n uitstrijkje moeten laten maken. De evolutietheorie In basisstof 8 behandelen we de hoofdlijnen van de neodarwinistische evolutietheorie. Na een korte inleiding herhalen we hoe nieuwe genotypen kunnen ontstaan. Hierdoor wordt voor leerlingen duidelijk wat het verband is tussen de onderwerpen 'erfelijkheid' en 'evolutie'. Hierna starten we de behandeling van de evolutietheorie met voorbeelden van natuurlijke selectie bij huisjesslakken en bij berkenspanners. Tot slot gaan we in op het ontstaan van nieuwe soorten. De ontwikkeling van het leven In basisstof 9 gaan we in op het ontstaan van het leven in de oceanen en zeeën. In een tijdbalk van de geschiedenis van de aarde (afbeelding 99) kunnen leerlingen zien wanneer de eerste eenvoudige vormen van leven ontstonden. Afbeelding 100 laat zien wanneer bepaalde tijdperken en perioden zijn begonnen en zijn geëindigd. De tijdstippen die in de geologische tijdschaal worden genoemd, zijn erg globaal. De doelstelling is, dat leerlingen tijdbalken en tijdschalen kunnen aflezen. Ze hoeven geen opsomming te kunnen geven van groepen organismen die na elkaar zouden zijn ontstaan. Ook hoeven ze geen tijdstippen te reproduceren. We besteden ook aandacht aan het uitsterven van de dinosauriërs door de inslag van een meteoriet. Bij opdracht 55 gaan de leerlingen met behulp van afbeelding 104 uitzoeken welke invloed de

Page 96: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 94

DEEL 3/4 VMBO-K ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE

meteorietinslag heeft gehad op andere diergroepen die toen leefden. Tot slot behandelen we de stamboom van het leven. Bij de vermoedelijke afstamming van organismen (afbeelding 105) is conform het examenprogramma en het thema 'Ordening' gekozen voor de indeling van het vier-rijkensysteem. Leerlingen moeten de stamboom kunnen aflezen. Ook moeten ze begrijpen dat een stamboom de mate van verwantschap toont tussen soorten. Verrijkingsstof In de verrijkingsstof wordt leerlingen de mogelijkheid geboden te kiezen uit twee verschillende onderdelen. De verrijkingsstof bij 'Erfelijkheid en evolutie' is te vinden op www.biologievoorjou.nl. Qua opbouw is de verrijkingsstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. In verrijkingsstof 1 komt aan de orde hoe DNA kan worden gebruikt bij de misdaadbestrijding en bij het bepalen van verwantschap tussen mensen. Met behulp van een afbeelding wordt DNA-fingerprinting op een eenvoudige manier uitgelegd. In verrijkingsstof 2 leren leerlingen om vragen te beantwoorden met behulp van informatiebronnen. De teksten en afbeeldingen in de informatiebronnen beschrijven ontwikkelingen in de geschiedenis van het ontstaan van de mens. 4.2.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Eventueel: − wandplaat 'De ontwikkeling van het leven' Verrijkingsstof Voor de verrijkingsstof is een computer met internetverbinding vereist.

4.2.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw een programma gemaakt over het onderwerp 'Erfelijkheid' (blok 57). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 57-66) bestellen.

− Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor het vmbo vier programma's gemaakt over het onderwerp 'Erfelijkheid'.Via www.schooltv.nl kunt u de bijbehorende handleiding en de dvd bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het onderwerp chromosomen te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over 'iedereen is anders', 'wat is een karyogram', DNA-profiel en DNA-tests.

− Het erfocentrum is een organisatie die informatie geeft over erfelijkheid en gezondheid. Via de erfolijn 0900-6655566 kunt u folders e.d. bestellen over diverse onderwerpen die met erfelijkheid te maken hebben. Via www.erfelijkheid.nl kunt u de folders (gratis) als pdf-bestand downloaden.

− Gidsen over fossielen. − Een kleine, algemene encyclopedie. − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma's gemaakt over de onderwerpen 'Evolutie' (blok 68), 'Fossielen' (blok 70) en 'Bouw en functie' (blok 71). Via www.schooltv.nl kunt u de videoband (blok 67-72) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het onderwerp evolutie te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over evolutietheorieën, genen bij fruitvliegen, bacteriën, de geschiktste leeft voort en overeenkomsten in bouw en taak.

− Op www.nhmmaastricht.nl kunt u met uw leerlingen een virtuele tocht door de Limburgse mergelgrotten maken. Tijdens deze tocht zijn er fossielen van ammonieten, zee-egels, zeesterren en de mosasaurus te zien.

− Op www.fossiel.net is allerlei informatie te vinden over fossielen. Er zijn ook foto's te zien van fossielen per categorie.

Page 97: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 95

DEEL 3/4 VMBO-K ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE

4.3 INHOUD EPACK DEEL 3/4 VMBO-K In onderstaande tabel kunt u zien welke inhoud voor deel 3/4 vmbo-k op ePack beschikbaar is. U vindt deze inhoud op het ePack van 3 vmbo-bk als thema 7, en op het ePack van 4 vmbo-bk als thema 9. 3/4 vmbo-k Thema Erfelijkheid en evolutie Leerroute Basis Computerlessen − Hoe ontstaat het fenotype? (BS 1)

− Genenparen (BS 4) − De invloed van een mutatie (BS 7) − De evolutietheorie (BS 8) − Geologische tijdschaal (BS 9)

Vervangende computerles Kruisingen (BS 5) Vervangende basisstof (pdf) Genotype en fenotype (BS 1) Leerroute Extra Extra stof (Extra stoffen in leerwerkboek) Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. Misdaadbestrijding

2. Werken met informatiebronnen: Evolutie van de mens

Leerroute Remediërend Computerles herhaling − De evolutietheorie

− Erfelijkheid en evolutie Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf) √ Om te onthouden (pdf) √ Digiboeken Digiboeken − Leerwerkboek

− Antwoordenboek Toetsen Adviestoets (digitaal) √ Eindtoets (digitaal) Versie A + B Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Eindtoets (Wintoets) Versie A + B Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Encyclopedie √ Biowetenschappers √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 98: PAKKETSAMENSTELLINGbiologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/...Biologie voor jou leerjaar 3 vmbo-bk en 3 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding

beoordelingstoets A COLOFON

Auteurs: Gerard Smits Ben Waas Arteunis Bos Onno Kalverda Marianne Gommers Redactie en opmaak: Redactiebureau Ron Heijer, Markelo Ontwerp: Uitgeverij Malmberg zesde druk, versie november 2011 © Malmberg, 's-Hertogenbosch Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17

Beeldverwerving: Redactiebureau Ron Heijer, Markelo Illustraties: Teun Berserik, Den Haag Wim Euverman, Utrecht Corina van Riel, Amsterdam Bas Teunis, Eindhoven Henk van der Vrande, Lith Foto's: Marijn Olislagers fotografie, 's-Hertogenbosch Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De uitgever geeft de school het recht om na aanschaf van een docenten-ePack Biologie voor jou leerjaar 3 dit toetsmateriaal te kopiëren voor eigen gebruik gedurende de geldigheid van de ePack-licentie.