Paduaan 4 februari 2010

8
FCJ INTERVIEW STUDENT IN PRAKTIJK Communicatiema- nagement zal nooit meer hetzelfde zijn Oud-student Joris van Casteren plaatst een kritische noot bij Journalistiek Kees van de receptie vertelt over zijn werk als kunstenaar pagina 8 pagina 6 pagina 4 DOOR ROSANNE SIES pagina 3 NUMMER 4 FEBRUARI 2010 HUMEDIA.NL/PROFILE/PADUAAN Paduaan . Sinds deze zomer hee de opleiding Journalistiek nieuw leven geblazen in de schrijulp. Docente Yolan Wier- holt gaat speciek op zoek naar taal- vaardigheids- en spellingsproblemen van studenten. Haar bevindingen rap- porteert ze deze maand aan het ma- nagemeneam. “Deze input nemen we mee in de ontwikkeling van het nieuwe leerplan”, vertelt Hubert Roza, opleidingsmanager van Journalistiek en Communication & Multimedia De- sign. Dat het huidige spellingonderwijs van de opleiding Journalistiek veran- dert, staat vast. Hoe precies kan Roza niet zeggen. “We kunnen niet meer van Spelling is geen spelletje Veel studenten op de Faculteit Communicatie en Journalistiek hebben er moeite mee: Spelling. Vanaf volgend jaar komt de school hieraan tegemoet. Er komen nieuwe leerplannen, met meer aandacht en lessen voor dit veelbesproken vak. studenten eisen dat hun taalvaardigheid op orde is wanneer ze met de opleiding beginnen. Het voortgezet onderwijs blij in gebreke. Met die ontwikkeling in gedachte willen we studenten helpen om toch een goede beheersing van de regels te ontwikkelen.” Peter Douma, bedenker van het huidige spellingonderwijs bij Jour- nalistiek, hoopt dat het huidige les- programma intact blij. Hij hee de indruk dat het huidige taalonder- wijs zijn vruchten afwerpt, maar dat havisten met steeds minder ba- sisvaardigheden op school komen. ree strikes Douma: “Je hebt natuurlijk altijd stu- denten met een lakse houding, die het allemaal niet zoveel uitmaakt. Wat mij betre mogen we wel wat strenger wor- den. Er is ooit een idee geweest voor een ‘three strikes, you’re out’-regel, waarbij docenten het werk van studen- ten niet nakeken als er meer dan drie fouten instonden. Waar die regel op is gestrand weet ik niet, ik vond het best een goed idee.” Communicatie De communicatieopleidingen passen ook zo’n regel toe, zegt opleidingsma- nager Ellen Lücker van Bedrijfscom- municatie. “Als er op een pagina meer dan drie spelfouten staan kan het werk terug naar de student.” In het eerste jaar biedt zij het vak Basistaalvaardigheid aan, waarmee je vijf studiepunten kunt halen en op ‘in- stapniveau’ kunt meekomen. Lücker: “Daarna wordt het toch wel serieuzer met vakken als Journalistiek Schrijven, dat is echt op hbo-niveau. Er mogen best hoge eisen gesteld worden, er zijn tensloe genoeg mogelijkheden bin- nen de school en binnen de HU om taalvaardigheid bij te spijkeren.” Een goed overzicht van het aantal studenten met problemen met spelling bestaat niet. Hubert Roza: “Ik weet dat er nu zo’n twintig eerstejaars studenten Journalistiek actieve begeleiding krij- gen van Wierholt, maar echt harde cijfers heb ik niet. Er zijn vast nog veel meer studenten die er hinder van on- dervinden.” Coördinator Gerard Sweep, verant- woordelijk voor de spellingtoetsen, zegt ook geen duidelijke cijfers te heb- ben. “Er maken zo’n zeshonderd stu- denten de toets, waarvan ongeveer de hel in één keer slaagt. ” Roza wil graag meer overeenstem- ming tussen docenten creëren. “Er zit nog veel verschil in de beoordelingscri- teria van docenten. Zo’n ‘three strikes out’-principe zou best nuig zijn. Al hoe het van mij niet zó streng, maar een duidelijke lijn zou wel handig zijn. Dat betekent echter ook dat we moe- ten investeren in het onderwijs, je kunt geen dingen afstraen en er vervolgens niets mee doen.” “Ik help studenten met structurele schrijfproblemen. Zij komen bij mij terecht via hun docenten of kunnen zelf bij hun SLB-er aangeven dat ze moeite hebben met schrijven. Ik neem eerst een diagnostische toets af en kijk daarna hoe ik de student het beste kan helpen. Het doet het imago van de school ook geen goed als we studenten die niet kunnen schrijven afleveren op stageadressen. Wat ik studenten wil aanraden is de site woordenlijst.org achter de hand te houden bij het schrijven van stukken. Daarnaast kun je via taalloket.hu.nl gratis met de soft- ware van Nedercom oefenen. Zij bieden niet alleen goede oefeningen, maar leggen bij een fout antwoord ook uit waarom iets fout is. Dat is heel belangrijk denk ik, daar moeten we ook in het nieuwe leerplan rekening mee houden.” Tips van schrijulp Yolan Wierholt Coördinator van het vak Spelling in Interpunctie Gerard Sweep ziet dat de -ei/-ij fout steeds populairder wordt in het werk van studenten Jounalistiek. De meest voorkomende fout is volgens hem de werkwoordsfout. Studenten FCJ moeten opnieuw leren spellen VAKBLADSPECIAL Vier hoofdredacteuren over hun vakbladen

description

Paduaan 4 februari 2010

Transcript of Paduaan 4 februari 2010

Page 1: Paduaan 4 februari 2010

FCJ INTERVIEWSTUDENT IN PRAKTIJKCommunicatiema-nagement zal nooit meer hetzelfde zijn

Oud-student Joris van Casteren plaatst een kritische noot bij Journalistiek

Kees van de receptie vertelt over zijn werk als kunstenaar

pagina 8pagina 6pagina 4

DOOR ROSANNE SIES

pagina 3

NUMMER 4FEBRUARI 2010

HUMEDIA.NL/PROFILE/PADUAANPaduaan.

Sinds deze zomer hee! de opleiding Journalistiek nieuw leven geblazen in de schrij"ulp. Docente Yolan Wi#er-holt gaat speci$ek op zoek naar taal-vaardigheids- en spellingsproblemen van studenten. Haar bevindingen rap-porteert ze deze maand aan het ma-nagemen#eam. “Deze input nemen we mee in de ontwikkeling van het nieuwe leerplan”, vertelt Hubert Roza, opleidingsmanager van Journalistiek en Communication & Multimedia De-sign.

Dat het huidige spellingonderwijs van de opleiding Journalistiek veran-dert, staat vast. Hoe precies kan Roza niet zeggen. “We kunnen niet meer van

Spelling is geen spelletjeVeel studenten op de Faculteit Communicatie en Journalistiek hebben er moeite mee: Spelling. Vanaf volgend jaar komt de school hieraan tegemoet. Er komen nieuwe leerplannen, met meer aandacht en lessen voor dit veelbesproken vak.

studenten eisen dat hun taalvaardigheid op orde is wanneer ze met de opleiding beginnen. Het voortgezet onderwijs blij! in gebreke. Met die ontwikkeling in gedachte willen we studenten helpen om toch een goede beheersing van de regels te ontwikkelen.”

Peter Douma, bedenker van het huidige spellingonderwijs bij Jour-nalistiek, hoopt dat het huidige les-programma intact blij!. Hij hee! de indruk dat het huidige taalonder-wijs zijn vruchten afwerpt, maar dat havisten met steeds minder ba-sisvaardigheden op school komen.

!ree strikes Douma: “Je hebt natuurlijk altijd stu-denten met een lakse houding, die het

allemaal niet zoveel uitmaakt. Wat mij betre! mogen we wel wat strenger wor-den. Er is ooit een idee geweest voor een ‘three strikes, you’re out’-regel, waarbij docenten het werk van studen-ten niet nakeken als er meer dan drie fouten instonden. Waar die regel op is gestrand weet ik niet, ik vond het best een goed idee.”

CommunicatieDe communicatieopleidingen passen ook zo’n regel toe, zegt opleidingsma-nager Ellen Lücker van Bedrijfscom-municatie. “Als er op een pagina meer dan drie spelfouten staan kan het werk terug naar de student.”

In het eerste jaar biedt zij het vak Basistaalvaardigheid aan, waarmee je vijf studiepunten kunt halen en op ‘in-stapniveau’ kunt meekomen. Lücker: “Daarna wordt het toch wel serieuzer met vakken als Journalistiek Schrijven, dat is echt op hbo-niveau. Er mogen best hoge eisen gesteld worden, er zijn tenslo#e genoeg mogelijkheden bin-nen de school en binnen de HU om

taalvaardigheid bij te spijkeren.”Een goed overzicht van het aantal

studenten met problemen met spelling bestaat niet. Hubert Roza: “Ik weet dat er nu zo’n twintig eerstejaars studenten Journalistiek actieve begeleiding krij-gen van Wi#erholt, maar echt harde cijfers heb ik niet. Er zijn vast nog veel meer studenten die er hinder van on-dervinden.”

Coördinator Gerard Sweep, verant-woordelijk voor de spellingtoetsen, zegt ook geen duidelijke cijfers te heb-ben. “Er maken zo’n zeshonderd stu-denten de toets, waarvan ongeveer de hel! in één keer slaagt. ”

Roza wil graag meer overeenstem-ming tussen docenten creëren. “Er zit nog veel verschil in de beoordelingscri-teria van docenten. Zo’n ‘three strikes out’-principe zou best nu#ig zijn. Al hoe! het van mij niet zó streng, maar een duidelijke lijn zou wel handig zijn. Dat betekent echter ook dat we moe-ten investeren in het onderwijs, je kunt geen dingen afstra%en en er vervolgens niets mee doen.”

“Ik help studenten met structurele schrijfproblemen. Zij komen bij mij terecht via hun docenten of kunnen zelf bij hun SLB-er aangeven dat ze moeite hebben met schrijven. Ik neem eerst een diagnostische toets af en kijk daarna hoe ik de student het beste kan helpen. Het doet het imago van de school ook geen goed als we studenten die niet kunnen schrijven afleveren op stageadressen.

Wat ik studenten wil aanraden is de site woordenlijst.org achter de hand te houden bij het schrijven van stukken. Daarnaast kun je via taalloket.hu.nl gratis met de soft-ware van Nedercom oefenen. Zij bieden niet alleen goede oefeningen, maar leggen bij een fout antwoord ook uit waarom iets fout is. Dat is heel belangrijk denk ik, daar moeten we ook in het nieuwe leerplan rekening mee houden.”

Tips van schrij!ulp Yolan Wi"erholt

Coördinator van het vak Spelling in Interpunctie Gerard Sweep ziet dat de -ei/-ij fout steeds populairder wordt in het werk van studenten Jounalistiek. De meest voorkomende fout is volgens hem de werkwoordsfout.

Studenten FCJ moeten opnieuw leren spellen

VAKBLADSPECIAL

Vier hoofdredacteuren

over hun vakbladen

Page 2: Paduaan 4 februari 2010

2 FCJ

Publiekgericht Schrijven

DOOR SUZANNE LOMMERS

CURRICULUM VS. PRAKTIJK KRAM

DOOR ANNEMARIE MATERS EN MILAN NIEWEG

In deze rubriek testen wij elke maand een reader uit het rijke assortiment der communicatie- en journalistieksyllabi door deze voor te leggen aan een deskundige met kijk op de inhoud. Deze maand: Publiekgericht Schrijven, tweedejaarsvak Journalistiek.

‘Ha leuk, Kidsweek in een journalisten-

opleiding’

‘Het ontbreekt de auteur aan

enthousiasme voor de regionale krant’

Pure kunst op de wcJe plant je achterwerk op de toiletpot om rustig je behoe"e te doen en je kijkt recht in de bilspleet of de vetrollen van een onbekende. Op de FCJ is dat meer regel dan uitzondering; de foto’s in de toile#en laten weinig aan de verbeelding over. Wat is het verhaal achter dit project?

Docenten en studenten van de FCJ wilden geen roestig kunstwerk buiten de deur, vertelt Inge Noordijk. Noor-dijk was projectleider van de nieuw-bouw in 1997, toen de faculteit haar deuren aan de Padualaan opende en de kunst ook een plek kreeg. “Een werk-groep met zowel docenten als studen-ten hee! deze vorm van kunst bedacht. Er moest iets komen waar je dagelijks langs komt. Nou, als je hier studeert of werkt kom je altijd wel bij een toilet.”

De werkgroep besloot in zee te gaan met gra$sch ontwerper Tessa van der Waals, die samen met een viertal fo-tografen de 95 toile#en in de faculteit van de kunst voorzag.

De portre#en zijn speci$ek be-doeld voor de FCJ. Zo vind je bij één van de vrouwentoile#en instituutsdi-recteur André Uhlenbusch van Com-municatie terug. “Deze toile#en zou je niet bij de FEM terug vinden.” Om het communicatieve karakter van de opleidingen hier op school te duiden, zijn er ook foto’s van presentatoren als Jan Douwe Kroeske, Harmen Siezen

De inhoud van deze cursus is twee-ledig: de eerste hel! van de syllabus richt zich op schrijven voor regiona-le dagbladen en de tweede hel! op schrijven voor publiekstijdschri!en.

Maarten Hogenstijn is redactiechef bij Kidsweek Junior: “Leuk, Kidsweek

in een journalistenopleiding! Fijn dat onze bladen ook daar een doel-groep hebben gevonden. Alleen bestaat Kidsweek op dit moment niet. De krant is in september 2009 omgedoopt tot 7Days en richt zich op jonge mensen op de middelbare school (vanaf 12 jaar).

Positief aan de opdrachten in de reader vind ik dat de student zich in moet leven in de lezer: wil die dit allemaal wel weten? Is de informatie relevant? Dat zijn vragen die we ons ook dagelijks op de redactie stellen. Oefenen met persberichten lijkt ook zeer nu#ig. Eén valkuil waar stagi-airs of nieuwe medewerkers bij ons regelmatig in trappen, komt niet expliciet aan de orde. Dat je voor een doelgroep schrij!, is iets heel anders dan dat je over een doelgroep schrij!. Als je ooit voor Kidsweek Junior gaat schrijven, moet je het woord ‘kinderen’ dus zeer spaar-zaam gebruiken.”

Annelies Karman, journaliste bij regio-nale nieuwsblad Alphen.

cc: “In zijn inleiding hee! Gerard Sweep het al over de ‘weinig gevari-eerde aanpak en nieuwsstijl van de

regionale krant’. De uitdaging voor de jonge journalist is juist om regi-onale journalistiek spannend te ma-ken. In de regionale verslaggeving is hiervoor de ruimte en de vrijheid.” “Sweep neemt voorbeelden uit de praktijk en destilleert daaruit leer-punten. Dit is duidelijk een andere manier dan beginnen met droge stof en die vervolgens onderbouwen met artikelen. Hierbij komen zeer be-langrijke zaken aan bod: informatie op waarde scha#en, cijfers in per-spectief plaatsen, begrijpelijk schrij-ven en leesbare zinnen maken.”“Ik geef de cursus een zeven, omdat het de auteur ontbreekt aan enthou-siasme voor de regionale krant en zijn lezers. Het is jammer dat docen-ten soms een waardeoordeel geven over de regionale krant, alsof dit medium ‘te min’ is voor een goede journalist. Veel jonge journalisten werken hier juist voor.”

Gerard Sweep, coordinator van de cursus Publiekgerichtschrijven: “Ik ben blij dat de reader als ‘degelijk’ wordt beoordeeld. Dat ik de aanpak en nieuwsstijl van de regionale krant als ‘weinig gevarieerd’ betitel, is niet bedoeld als waardeoordeel. Daar-mee wordt deze aanpak gesteld te-genover die van de publieksbladen, die veel meer uitweiden. En uiter-aard is het niet aan onze aandacht ontsnapt dat Kidsweek is opgevolgd door 7Days. Het was echter te laat om de voorbeelden te vervangen.”

en François Boulanger terug te vinden. De kunstenares hee! de portretfoto’s zelf gemaakt, maar ook beelden van de website van het ANP gehaald.

Noordijk zelf is blij met de foto’s, al vindt ze de studentes die zijn gefoto-grafeerd in ondergoed wat onsmake-lijk. “Het is een tijdloos project. Ik ben er ook al helemaal aan gewend en we krijgen er nooit klachten over.”

Toch zijn er studenten die hun vraagtekens bij de foto’s ze#en. “Die billen, daar krijg je toch plasangst van”, roept student Communicatiemanage-ment Hayat Badourie, terwijl ze met gefronste wenkbrauwen naar een wc wijst. Maar over het algemeen lijken ze goed gemutst. Hayat: “Het hee! iets schokkends en dat maakt het span-nend. Nu dat ik weet dat de handen en voeten van een bouwvakker zijn, die dit gebouw hee! opgebouwd, word ik al-leen maar nieuwsgieriger.”

Een wc in de 1C- gang

Van Harmen Siezen tot blote billen

FOTO

: LIS

A M

ATUL

ESSY

A

FOTO

: LIS

A M

ATUL

ESSY

A

Page 3: Paduaan 4 februari 2010

PADUAAN FEBRUARI 2010

FCJ 3

STELLING

eens/oneens

‘Veel beter dan het beton bij de FEM’

DOOR MILAN NIEWEG EN INGELISE DE VRIES

‘Het FCJ gebouw straalt te weinig sfeer uit’

Alle opleidingen binnen de HU wor-den de komende jaren gesynchroni-seerd. Studiepunten verkrijg je straks overal per blokken van vijf wat bijvoor-beeld leidt tot meer keuzevrijheid voor een student: als hij op een opleiding een bepaalde cursus hee! gevolgd, waarvan de competenties van de ande-re opleiding hetzelfde zijn, kan hij hier een vrijstelling voor krijgen.

De eerste veranderingen zijn met in-gang van het volgende studiejaar merk-baar. Voor Communicatiemanagement aan de FCJ betekent dit dat de opleiding nog meer competentiegericht wordt. Het doel van competentiegericht leren is dat de student zijn kennis en vaar-digheden na de opleiding makkelijker in de praktijk kan brengen, doordat de opleiding voor elk vak vaardigheden –

Communicatiemanagement ziet er vanaf volgend studiejaar anders uit. Vakken vallen weg of veranderen van inhoud, andere gaan in elkaar op. Alles hee" te maken met de standaardisering binnen de HU: het vijf ECTS-model wordt de norm.

Sjors Roelofs1e jaarsCMD

Als het even moet: Chinees op recept Communicatiemanagement krijgt niet onderwijsplan

“Er blij! hier in het gebouw een schoolse sfeer hangen, ik vind het niet heel gezellig. Het blij! natuurlijk moeilijk om hiervan af te stappen, maar de school kan wel meer doen met televisie en geluid.”

eens/oneens

Niels Tuijtel 4e jaarsJournalistiek

“De mensen maken de sfeer hier op school. Het leuke van het ge-bouw is dat het zoveel verschil-lende kleuren kent. Dat past ei-genlijk wel goed bij de mensen die hier rondlopen: die hebben allemaal verschillende meningen en zijn dus allemaal anders ge-kleurd. De sfeer vind ik heel goed in dit gebouw, veel beter dan op de FEM bijvoorbeeld, het betonnen-blokken-festijn. Dan zi#en we hier goed.”

eens/oneens“Ik vind de kantine bij ons op school niet ongezellig met die kleuren. De collegezalen zijn weinig sfeervol, maar is dat nodig? Ik vind niet dat de FCJ meer moet investeren in de sfeer. Ze kunnen hun geld beter aan andere dingen uitgeven, zoals spel-lingonderwijs. Voor mij is het ge-zellig genoeg als er veel mensen op school zijn.”

Annelies Waterlander3e jaars Journalistiek

eens/oneens“Op school moet er wat mij betre! een schoolse sfeer zijn en die is hier zeker. Als je daar even van weg wilt, kun je altijd naar Stef ’s gaan om iets te drinken. We zi#en wel eens in de hokjes op de gangen. Daar kun je rustig zi#en, je school-werk doen en het is nog gezellig ook. Ik vind het wel prima, de sfeer hier op school.”

Arken van Dokkum1e jaarsCMD

de competenties – formuleert. Maar wat zijn dan de gevolgen voor het on-derwijs? Dat gaat ingrijpend verande-ren, vertelt instituutsdirecteur André Uhlenbusch van Communicatie op de FCJ. “Alle basisvaardigheden die een afgestudeerd communicatiedeskun-dige hoe dan ook in de vingers moet hebben, krijgen ze zo veel mogelijk in het eerste blok van jaar één. Denk bij-voorbeeld aan spelling en schrijven: als studenten er snel achter komen dat ze dit niet leuk vinden terwijl dit wel bij het werk van een communicatiedes-kundige hoort, kunnen ze zich sneller uit de voeten maken.”

Verder merkt Uhlenbusch dat stu-denten Communicatiemanagement meer behoe!e hebben aan individu-ele projecten. “Nu zijn er elke periode projecten waarvoor je in een groep be-hoort samen te werken. Vanaf volgend jaar zijn er kleine individuele opdrach-ten en is er bijvoorbeeld in blok vier van elk jaar één groot project, wat de hele periode beslaat.”

Beroepsniveaupro$elenVoor de aan te leren competenties ver-trouwt de opleiding op de expertise van beroepsvereniging Logeion. Deze vereniging formuleert zogenaamde beroepsniveaupro$elen, op basis

CMD-studenten hebben de afgelopen periode vaak geen gebruik kunnen maken van de reguliere printers. Grootste oorzaak hiervan was dat zij met hun laptops geen verbin-ding konden krijgen met de apparaten. Ook waren sommi-gen er niet van op de hoogte dat ze bij de reguliere printers terecht konden. Gevolg waren lange rijen voor de Xerox reprobalie, de enig overgebleven optie voor de studenten. Het is niet de eerste kinderziekte waar de nieuwe opleiding mee te maken heeft. De studenten konden eerder dit jaar ook moeilijk toegang krijgen tot het draadloze netwerk door overbelasting van de server. Dat probleem is inmiddels opgelost.

‘‘Het draadloos netwerk en het printsysteem gaat dit jaar voor een groot bedrag op de schop”, vertelt manager bedrijfsvoering Boudewijn Domincus. “Het hele systeem wordt dit jaar nog ver-nieuwd; we hebben hier op de faculteit nog oude routers hangen. Ook gaan we kijken of CMD-studenten in hun eigen lokaal kun-nen gaan printen, dat haalt een hoop druk af van de algemene printserver.”Totdat het probleem verholpen is, helpen medewerkers van de ICT-balie de studenten graag verder. “Iedere student met pro-blemen kan gewoon langskomen, al kunnen we niet garanderen dat het te verhelpen is”, vertelt Xerox-medewerker Ton van Vliet.

Ontgroening CMD stroef, maar er gloort hoop

waarvan Communicatiemanagement haar competenties opstelt. “De com-municatiemarkt is de afgelopen jaren zoveel groter geworden, de huidige competenties kloppen niet meer met de arbeidsmarkt”, vertelt Nicole Klan-jer. “Vandaar dat we werken aan een nieuw plan: het opstellen van zoge-naamde beroepsniveaupro$elen.” Via de beroepsniveaupro$elen deelt de OnderwijsAdviesRaad van Logeion de beroepen op in zes niveaus, die interna-tionaal gelden. Internationaal vergelij-ken van functies is dan mogelijk.

“We richten ons onderwijs in op basis van de competentiebehoe!e van de markt”, vertelt Uhlenbusch. “Als de markt wil dat communicatiestudenten Chinees spreken, dan kijken wij hoe we Chinees op kunnen nemen in het onderwijsprogramma.”

Het door communicatiebureau Logeion opgestelde model met de be-roepsniveaupro$elen is in juni 2010 gereed. Het is de bedoeling dat het in elk geval tot 2014 te gebruiken is voor alle onderwijsinstituten in Nederland.

Kijk voor meer informatie over de beroepsniveauprofielen op http://www.logeion.nl/beroepsniveauprofielen.

FOTO: LISA MATULESSYA

Page 4: Paduaan 4 februari 2010

4 VAKBLADSPECIAL

Sinds Alex Beishuizen (44) als hoofdredacteur bij Computable

werkt is het vakblad een website met een magazine, in plaats van andersom. Elke week valt er bij de lezers een se-lectie van de online gepubliceerde con-tent op de mat.

Beishuizen ziet de website van zijn blad en het blad zelf als twee verschil-lende dingen. “Beide verdienen een an-dere manier van consumeren. Op onze website moet je zelf een selectie maken van wat je interessant vindt, in het blad hee! de redactie dat al voor je gedaan. Bovendien kun je een magazine lezen waar en wanneer je wilt. Voordat je op de website iets leest, gaan er een aantal handelingen aan vooraf.”

Computable hee!, zoals de naam misschien doet vermoeden, niets met

Het moet een doel voor de recla-memaker zijn om hun campagne

in Adformatie te krijgen, vindt hoofd-redacteur Leon Bouwman (43). “We maken Adformatie voor de elite van de communicatiewereld. Wanneer je in Adformatie staat neemt men je se-rieus.”

Adformatie is een blad voor werk-nemers uit de reclame-, media- en marketingwereld. Deze drie groepen vormen samen een eenheid. Bouw-man: “Ze hebben elkaar allemaal no-dig. De adverteerder wil weten wat de ontwikkelingen zijn in de wereld van de reclamebureaus, de bureaus willen in contact komen met klanten

Computable is een blad gemaakt voor de ICT-manager. Het magazine heeft 55.000 abonnees. De website wordt maandelijks door 250.000 mensen bezocht.

Adformatie is een blad voor mensen in de reclame- en communicatie-branche. De oplage is 35.000, met de meeleesfactor is het bereik 100.000. De website bereikt

100.000 unieke bezoekers per maand, met een totaal van 600.000 pageviews.

computers, chips of laptops te maken. Computable gaat over automatisering van bedrijfsprocessen en richt zich op ICT-managers en ICT-professionals. “Op de redactie stellen we constant de vraag: ‘Hee! de ICT-manager hier iets aan?’ Belangrijk is dat de ICT-professi-onal beter zijn werk kan doen. In Ne-derland is ICT heel groot, veel projec-ten in het dagelijks leven hebben ermee te maken. Denk aan alle toestanden rondom de OV-chipkaart. We kunnen over veel dingen schrijven en dat maakt het interessant”, aldus Beishuizen.

ExpertpanelVan huis uit is Beishuizen nieuwsjour-nalist, hij hee! bij verschillende om-roepen gewerkt en van 2001 tot 2005 bij het Algemeen Dagblad.

en de opdrachtgevers hebben de me-dia weer nodig om hun boodschap bij het publiek te krijgen. Je kunt er niet één groep uithalen, dan is het niet meer interessant.” De mix tussen de drie werelden verloopt dus natuur-lijk. “Een blad is een organisch ding, we hanteren geen ijzeren format.” AdverteerdersOp de redactie van Adformatie zijn vijf redacteuren in vaste dienst. Ook zijn er freelancers, maar dat worden er steeds minder. Door het teruglopende aantal adverteerders is het magazine soms dunner dan voorheen, constateert de hoofdredacteur. “De lezers snappen

Doelgroep schrij# voor Computable

Je telt pas echt mee als je in Adformatie staat

FOTO

: SUZ

ANNE

LOM

MER

SFO

TO: L

ISA

MAT

ULES

SYA

Paduaan gee" in deze editie aandacht aan journalistieke vakbladen.

Dit zijn tijdschri"en die speciaal voor een bepaalde doelgroep,

meestal een beroepsgroep, zijn gemaakt. Vier hoofdredacteuren aan

het woord over de gang van zaken bij hun blad.

Wat is de kracht van een vakblad?

DOOR SUZANNE LOMMERS EN MILAN NIEWEG

Bij Computable zet hij door zijn erva-ringen bij het Algemeen Dagblad een expertpanel op. Een groep van 1100 ICT-professionals verbindt zich aan het blad. Ze bloggen, schrijven recen-sies en tippen de redactie. De mensen die in dit panel zi#en komen niet uit de redactie en werken op eigen rekening en onder eigen naam. Beishuizen: “Ik vind dat we het erg goed aanpakken met het expertpanel, iets om trots op te zijn. Deze mensen voorzien ons koste-loos van informatie.”

Computable hee! een groot net-werk met mensen actief op allerlei gebieden. Vorig jaar besloten bijvoor-beeld twee grote Amerikaanse ICT-bedrijven te fuseren. Beishuizen: “We hebben toen een bericht geplaatst op onze website met informatie uit het persbericht, dit deed de automatise-ringsgids, onze concurrent, ook. Wij hebben echter direct onze experts een bericht gestuurd. Binnen een uur had-den we een analyse over wat de fusie voor Nederland betekent. De automa-tiseringsgids hee! die analyse nooit kunnen maken.”

User generated contentVeel media maken al gebruik van ‘user

het soms niet. Die vragen: gaat het wel goed met Adformatie? Maar ze verge-ten dat Adformatie gratis is. Je hoe! alleen in de betrokken vakgebieden werkzaam te zijn, dan kun je Adforma-tie aanvragen.”

OnlineOok bij Adformatie is de afgelopen jaren de aandacht niet alleen meer op print gevestigd. Internet wordt steeds belangrijker. Voorheen was Adformatie echt een nieuwsblad, legt Bouwman uit. “Op donderdagochtend werd het blad echt uit de wikkel getrokken. Het stond helemaal vol met korte bericht-jes. Als je die las dan was je als commu-nicatieman weer bij.”

Tegenwoordig levert Adformatie het ‘snelle nieuws’ in een dagelijkse elektronische nieuwsbrief . ’s Ochtends rond tien uur zien alle geïnteresseerden de headlines in hun mailbox verschij-nen. “We waren één van de eerste die ermee begon, die nieuwsbrief wordt bij ons verbazingwekkend goed gelezen”, aldus Bouwman.

Nu de nieuwtjes als snel op inter-net verschijnen, richt de printversie van Adformatie zich meer op de ach-tergronden van het nieuws. Elke week licht de redactie een paar snelle nieuws-onderwerpen van het internet uit met

generated content’ (inhoudelijke bij-dragen van je lezers), maar volgens Bei-shuizen gaat het om wat je ermee doet. Hij denk dat het een grote rol zal gaan spelen in de toekomst. “Het gaat niet zo goed met de economie en de media hebben daar last van. Veel redacties moeten inkrimpen. Je hoort veel men-sen hel en verdoemenis schreeuwen over de toekomst van de journalistiek. Maar volgens mij hee! het ermee te maken dat we altijd maar alles zelf wil-len doen. Blij! dit zo, dan is er een pro-bleem. Je kunt er ook voor kiezen om een deel van je werkzaamheden door de doelgroep te laten doen. Dan blij! er ruimte over voor journalistiek werk.” Alex van Beishuizen is vanaf 1 februari 2010 niet meer werkzaam bij Compu-table, maar hoofdredactuer bij Inter-mediar.

duiding en analyse in het magazine. Het blad brengt nog wel nieuws, anders hebben lezers volgens Bouwman geen reden meer het blad te pakken. “We kiezen voor de belangrijke thema’s. Dit kan soms best een primeur zijn. Elke dag moeten we wel de afweging maken of we primeurs bewaren voor het blad of dat we ze op het web ze#en. Soms denk ik: we zijn hier als journalisten alleen maar bezig met het organiseren van primeurs, in plaats van met de in-houd van de berichten.”Bouwman wijst de advertentiebudget-ten als schuldige aan. Met print ver-dient hij nog het meeste geld. Internet wordt steeds belangrijker, maar kost alleen nog maar geld. “Je kunt niet het ene uit je handen laten vallen en je vol-ledig op het andere storten, dan kan ik hier de deur dicht trekken.”

!"!##$%%

www.adformatie.nl/campagne

Marcel van der Vlugt werd gevraagd door City Media Rotterdam een fashion item te maken dat tijdens het Rotterdam Film Festival door de stad op videoschermen wordt geprojecteerd. Hij creëerde het ! ctieve modemerk ‘Tiger’. CONCEPT/REGIE/DP: Marcel van der Vlugt (XS by Caramel Pictures).

MEDIA Sanoma Uitgevers stopt met de verkoop van artikelen. Dat werd dins-dag bekendgemaakt tijdens het Cross Media Café van immovator over de handel van uitgevers. De reeds decen-nia durende verkoop van dekbedover-trekken stopt op een moment dat de mogelijkheden voor e-commerce juist groeien. ‘De inspanningen wegen niet op tegen de opbrengsten. Vroeger waren daar hoge marges mee te beha-len, maar nu biedt de Hema ook exclu-sieve dekbedhoezen en andere pro-ducten tegen lage prijzen’, zegt Rémy

Kluizenaar, manager Consumer & Trade Marketing bij Sanoma. Dat bladen en hun websites een goed-koop marketingkanaal vormen voor de handel vindt hij een misvatting: ‘Kran-ten drukken die pagina’s toch, maar bij bladen kun je bij minder advertenties ook wat minder redactie doen en dan per vier pagina’s minder drukken. Dat levert meer op dan de winst op die producten vandaag de dag. Sanoma’s webwinkel Zester.nl beperkt zich voort-aan tot de verkoop van abonnementen en draait daarmee wel goed.

WEEKBLAD OVER RECLAME, MARKETING EN MEDIA / 28 JANUARI 2010 / JAARGANG 38 / NR 4

OUT OF OFFICEWat doen reclamecreatieven buiten hun reguliere werk? In deel 1 van een nieuwe serie de media-activiteiten van de gebroeders Bennink.

20

BLADGOUDTerwijl veel tijdschriften hun oplages zien dalen, zijn er ook titels die tegen de trend in meer lezers trekken.

30

VRIENDEN MET GELDVoor zijn nieuwe ! nancieel- adviesplatform wil The Cool House ook ter zake kundige ‘amateurs’ inschakelen.

34

Forse claim dreigt voor ABN Amro TBWA\Neboko wil ! nanciële compensatie voor inkomens-derving. BUREAUS

ABN Amro krijgt naar aanleiding van de plotselinge breuk met TBWA\Neboko mogelijk een " inke juridische claim aan de broek. Om hoeveel geld het in zo’n claim precies gaat, is niet bekend. Duidelijk is wel dat ABN Amro een miljoenenaccount is, en dat eventuele ! nanciële compensatie van TBWA\ al snel om forse bedragen gaat. Veel hangt af van hetgeen er in het contract tussen TBWA\ en ABN Amro is vastgelegd in-zake beëindiging van de samenwerking. In het geval van een klant met een dergelijke omvang bedraagt de opzeg-termijn doorgaans zes maanden. Dat geeft een bureau onder meer de tijd om betrokken medewerkers op het account te laten afvloeien. In het geval van TBWA\ zijn naar schatting 15 à 20 mensen werkzaam op het bankaccount.

Vervolgens is van groot belang onder welke omstandigheden de opzegging plaatsvindt: een contract is eenvoudi-ger te ontbinden als bijvoorbeeld niet de kwaliteit wordt geleverd die de klant wenst. Frans Blanchard van de Vea: ‘Als die verwijtbaarheid er niet is, dan zit de klant de opzegtermijn meestal niet uit, maar moet men het bureau wel de in-komensderving vergoeden. Dan betaalt men over de opzegperiode een evenre-dig deel van wat er normaal gesproken in een jaar op die klant werd omgezet. Daarbovenop kan het bureau ook nog geleden imagoschade claimen.’

BREUK Insiders melden dat TBWA ABN Amro een brief heeft gestuurd waarin ze aangeeft de breuk niet te accepteren en juridische stappen te overwegen. Het bureau zou aandringen op een gesprek, ‘omdat een aantal regels in de overeenkomst niet is geres-pecteerd’. Van een keiharde claim is in

de brief echter nog geen sprake. Noch TBWA’s Simon Neefjes, noch betrok-kenen bij ABN Amro zijn bereid tot het leveren van commentaar in de zaak.

AANBESTEDEN Intussen wordt de suggestie dat ABN Amro (als ‘over-heidsbedrijf’) verplicht was het account aan te besteden, van tafel geveegd. ‘ABN Amro heeft inderdaad geen plicht tot aanbesteden’, zegt Eggo Jan Rietema, senior European consultant bij advocatenkantoor Bird & Bird. ‘De regels zijn hier duidelijk over. ABN Amro is niet opgericht met het doel het alge-meen belang te dienen en heeft wel degelijke commerciële belangen. Het valt hierdoor niet onder “Publiekrech-telijke instelling als aanbestedende dienst”waar wel een aanbestedings-plicht voor geldt.’

WOEDE Drieënhalf jaar geleden verbijs-terde ABN Amro de reclamewereld ook

al, met een pitch die na negen maanden verrassend gewonnen werd door TBWA\Neboko; nu haalt de bank zich wederom de woede van de branche op de hals, maar dan omdat ze vorige week zónder pitch abrupt klant werd bij Selmore. De suggestie dat de goede relatie tussen Selmore’s Otto van der Harst en Wouter Bos zou hebben geleid tot de nieuwe bureaurelatie, haalde de landelijke media: ‘Vriendje Bos promoot staats-bank’, kopte Spits. ‘Er wordt een nieuwe bank gebouwd en daar hoort een nieuw bureau bij,’ is alles wat ABN’s Hans van Zon er eerder over kwijt wilde. (lees verder op pagina 5)

Sanoma staakt verkoop artikelen

!

!

!

!!

!

Page 5: Paduaan 4 februari 2010

PADUAAN FEBRUARI 2010 VAKBLADSPECIAL 5

Wat begon als een eenmalige in-valbeurt, werd uiteindelijk haar

grootste opdrachtgever. Voor hoofd-redacteur Anne#e Rebel (41) van vakblad Uitvaart is de voor sommigen zo crue uitvaartwereld dagelijkse kost. “Je moet je dagelijkse piëteit en respect voor de overledene zeker niet verlie-zen.”

Rebel zag als er als een berg te-genop, werken voor een blad dat zich alleen maar bezig houdt met de dood. “Ik was bang depressief te worden. Je moet het vermogen hebben je werk hier niet mee naar huis te nemen.”

Toen dit wereldje voor Rebel uiterst interessant bleek te zijn, besloot ze te blijven. “Door voor dit blad te werken ontplooi je jezelf op een gebied waar-

De heersende Q-koorts bezorgt Rochus Kingmans (43) over-

uren. Sinds een jaar leidt hij vakblad Boerderij. Een vakgebied waar veel gebeurt, zegt hij. “Mensen onderschat-ten dat wel eens. Kijk dan maar eens in de supermarkt naar de zuivelafdeling, die is enorm. Deze wereld is ontzet-tend dynamisch.”

Boerderij richt zich volledig op het wel en wee van de boer. Behalve het meest recente nieuws voor varkens-houders, akkerbouwers en melkvee-houders staat het blad ook vol met advertenties voor tractors en de meest geavanceerde apparatuur om het land mee te bewerken.

Het zit hem niet in het bloed, het boerenleven. Maar de paarden die zijn vader thuis had hebben Kingmans wel

Vakblad Uitvaart is een maandblad bedoeld voor de uitvaartbranche en

wordt niet los verkocht. Het heeft een oplage van 2100.

Vakblad Boerderij verschijnt wekelijks richt zich op drie soorten boeren: akkerbouwers, melkvee- en varkenshouders. Boerderij valt bij 40.000 abonnees op de mat.

mee je normaliter niet zo snel mee in aanraking zou komen.”

Ze noemt het niet deprimerend, maar een verrijking. “Je ontwikkelt door bijvoorbeeld gesprekken met begrafenisondernemers te voeren een visie op de dood. Ik ben altijd bang geweest voor de dood. Nu nog steeds, maar ik heb het door dit werk wel le-ren accepteren. Mijn levensles is: angst voor de dood betekent angst voor het leven, de dood accepteren betekent het leven omarmen. Als je dat doet, kun je veel vrijer leven en er meer uit halen.”

Wet op de lijkbezorgingInhoudelijk hee! Rebel zich de afge-lopen weken en maanden gestort op de wet op de Lijkbezorging. Zo is het

altijd geïnteresseerd en hij hee! ook een agrarische opleiding gevolgd. Dit uiteindelijk combineren met journalis-tiek werk was voor de geboren Amers-foorter een logische keuze. “Ik kom uit een familie vol journalisten en heb op jonge lee!ijd al voor de Amersfoortse Courant gewerkt.” Inmiddels rijdt Kingmans al dertien jaar dagelijks van zijn woonplaats Nunspeet naar de re-dactie in Doetinchem.

Kingmans moet vaak de verbazing van anderen aanhoren als hij vertelt wat hij doet. “Veel mensen vragen mij: er gebeurt toch niet zoveel in het boeren-leven? Dan vraag ik me altijd hardop af hoe we dan wekelijks zeventig pagina’s met actuele verhalen kunnen vullen. Mensen onderscha#en dat wel eens. Kijk maar eens in de supermarkt naar

Boerderij: hard nieuws net zo belangrijk als way-of-life van de boer

Werken voor Vakblad Uitvaart is niet deprimerend maar een verrijking

FOTO

: MIC

HAEL

GAL

IART

FOTO

: SAN

NE S

IMON

S

sinds 1 januari dit jaar toegestaan te balsemen: een vloeistof in een over-ledene spuiten, waardoor het lichaam langer geconserveerd blij!. Daarnaast mag een overledene nu zes in plaats van vijf werkdagen ‘boven de grond’ blijven, waardoor familie en vrienden meer gelegenheid hebben afscheid te nemen.

Niet alleen journalisten voorzien Vakblad Uitvaart van inhoud. “Zo schrij! een funerair jurist voor ons co-lumns, bijvoorbeeld over de juridische haken en ogen aan de Wet op de lijk-bezorging. Als iemand zich bezeert op een begraafplaats, zoekt de jurist ook uit wat wiens rechten en plichten zijn.”

Domme vragen stellen“Je moet bepaalde voorkennis hebben om voor Vakblad Uitvaart te kunnen schrijven”, vertelt Rebel. “Ik zou toen ik begon eigenlijk voor twee weken een vriendin vervangen als eindredacteur. Het duurde even voordat ik ingewerkt was, ik heb veel oude nummers gele-zen.”

“Momenteel voer ik gesprekken met twee dagbladjournalisten, die voor me willen gaan schrijven. Ze hebben geen uitvaartachtergrond, dus het is belang-rijk dat ik ze goed brief en ze mogen veel domme vragen stellen. Je moet

de zuivelafdeling, die is enorm. Deze wereld is ontze#end dynamisch.” Zo duikt Kingmans met zijn redactie nu volop in de Q-koorts, om de onderste steen boven te halen. Met in zijn ach-terhoofd natuurlijk de speci$eke gevol-gen voor zijn doelgroep, de boeren.

Eureka!Kingmans benadrukt dat hij met Boer-derij echt bovenop het boerennieuws zit. Als schrijvend redactielid deed hij al eens onderzoek naar mond- en klauwzeer, toen hij nog voor de deelre-dactie melkveehouderij werkte. “In de tijd dat die ziekte uitbrak, zat ik dagen achtereen op de redactie. Wij waren de eersten die uiteindelijk wisten te mel-den dat en hoe deze ziekte via kal&es uit Ierland naar hier overkwam. Dat voelde als een echt eurekamoment.”

Als hoofdredacteur houdt King-mans zijn redactie strak in het gareel. Tijdens redactievergaderingen plant hij vier weken vooruit.

Vanuit zijn vakgebied stond King-mans wat sceptisch tegenover televisie-succes Boer zoekt Vrouw. Hij was bang dat er vooroordelen zouden ontstaan en dat het ondernemerschap onderbe-licht zou blijven. “Dat viel uiteindelijk wel mee. Bovendien werd het mooie boerenleven wel goed overgebracht.”

Als hoofdredacteur combineert

ook je dagelijkse piëteit en respect voor de overledene zeker niet verliezen.”

Alle taken voor Vakblad Uitvaart vervult Rebel op freelancebasis. Het drukt de kosten, maar voor Rebel hee! het zeker ook minder leuke kanten. “Ik werk vaak alleen op de redactie, dat vind ik niet zo spannend. Ik mis wel eens de felle blikken onderling en het samen naar een deadline toe werken.”

Werken voor Vakblad Uitvaart ver-eist enige discretie, vindt de hoofdre-dacteur. “Maar het is niet anders dan ‘gewone’ journalistiek. Daar neem je ook tegenover alle geïnterviewden een objectieve houding aan. We heb-ben wel eens persoonlijke verhalen van uitvaartondernemers. Dan laat ik wel emoties zien, maar ik ga niet huilen als zij emotioneel worden. Veel mensen vonden het niet bij me passen, omdat ik zo’n spring-in-’t-veld ben. Ik ben gauw heel enthousiast.”

Kingmans ondernemerschap met een, zoals hij het noemt, typische way of life. “Maar ik probeer niet alleen ra-tioneel met het boerenleven bezig te zijn. Er moet ook ruimte zijn voor re-portages. Natuurlijk zijn er momenten waarop het werk zwaar is, maar elke keer als ik wegrijd bij een boer dan her-inner ik me het weer: Dit is waarvoor we het blad elke week weer vullen, dit is de doelgroep.”

Kingmans schrij! als hoofdredac-teur regelmatig zelf verhalen. “Ik trek nog steeds het liefst zelf de laarzen aan om het boerenland op te gaan en een persoonlijk verhaal van een boer op te tekenen. Dit combineren met het ma-nagement vind ik het leukst. Door zelf een verhaal van een boer op te halen weet je precies weer voor wie je je blad eigenlijk maakt.”

Page 6: Paduaan 4 februari 2010

EVEN BELLEN MET

6 STUDENT IN DE PRAKTIJK

Nathalie Swinkels is derdejaars studente Journalistiek. Deze maand rondde ze haar minor Handgebarentaal af.

FOTO

: LIS

A M

ATUL

ESSY

A

In ‘Lelystad’ vertelt Van Casteren zijn persoonlijke verhaal over opgroeien in de eerste bedachte stad van Nederland tot het moment dat hij naar Utrecht verhuist. Het boek mag met recht zijn doorbraak genoemd worden, want hoewel zijn eerdere boeken altijd goe-de kritieken ontvingen, sloegen ze nog niet aan bij een groot publiek. “Daarbij liep ik al heel lang met dit verhaal rond in mijn hoofd en wist niet goed hoe ik het moest vertellen, tot ik mezelf als hoofdpersoon durfde te gebruiken.”

Zo lezen we ook over zijn droom om naar de School voor Journalistiek te gaan en, om goed voorbereid te zijn op de studie, over zijn baantje bij de lokale krant van Lelystad. “Mijn eerste reeks verhalen ging over de kroegen in de stad, het volk aan de bar en vecht-partijen rond sluitingstijd.” Op een van de stukken werd er behoorlijk he!ig gereageerd door een caféhouder, die zelfs woedend verhaal kwamen halen op de redactie. “Voor het eerst merkte

Welke voordelen haal je uit je minor? “Ik kan beter lichaamstaal interpreteren; de houding en uitstraling van mensen begrijpen. Ook is het voordelig dat je sneller in kunt spelen op wat mensen zeggen. Dat leer je niet le#erlijk, maar je kunt toch op een andere manier naar mensen om je heen kijken.”

Wat vond je SLB’er van je keuze? “Peter Douma, mijn SLB’er, vond het geen geweldige keus, maar hij hee! het me zeker niet afgeraden. Hij vond alleen dat ik beter geschiedenis of iets in die trant had kunnen doen. Daar heb je voor Journalistiek meer aan, vindt hij. Even later sprak ik John Driedonks (tv-docent red.) en die

vond het juist wel heel vet! Dat je communicatief sterker wordt, sprak hem aan. Ik denk dat het per docent verschilt en dat je vooral moet doen wat jij leuk vindt.” Vind je het een aanrader? “Niet per sé. Een minor Geschiedenis hee! ook zo zijn voordelen. Maar dit is natuurlijk weer iets heel anders en bovendien erg leuk.” Hoe ziet de minor er globaal uit?“Ten eerste is er ‘dovencultuur’, waarin je uitzoekt hoe het ‘wereldje’ er precies uitziet. Een doof persoon met tolk gee! dit vak. We hebben ook grammatica van de gebarentaal, die bespreken we gewoon. Het laatste vak is gebarentaal zelf. Dat zijn puur gebaren, er wordt de hele les geen woord gesproken.” Kun je nog zelf iets extra’s doen bij je minor? “Ja, er is één keer per maand in café Marktzicht een doven-avond. Iedereen mag komen, maar het is wel de bedoeling dat je gebarentaal spreekt. Het personeel kan het ook een beetje. Niet heel goed, maar ‘één bier’ moet lukken!”

‘Interviewen voor Playboy past niet bij een journalistenschool’

Van Casteren ziet gebrek aan inhoud bij Journalistiek

DOOR PAUL SCHRAM

DOOR TIJMEN DE GROEN

‘Je leert op een andere manier naar mensen kijken’Je moet er maar opkomen: een tijdelijke verdieping in de gebarentaal. Toch is Nathalie Swinkels (22) enthousiast. Het is niet zozeer de gebarentaal die haar interesse wekt, het zijn de lessen over de lichaamstaal van mensen waar ze enthousiast over is.

ik dat stukken impact konden hebben. Ondanks het feit dat bijna niemand in Lelystad die krant las. Het was ook mijn eerste aanraking met het genre reportage. Vingeroefening met schrij-

lichte journalistiek‘DE OPLEIDING VIEL INHOUDELIJK NOGAL TEGEN, ONDANKS DE

INSPIRERENDE LESSEN

ven van verhalen.” Toen Van Casteren op zijn zeventiende naar de SvJ kwam, had hij een duidelijk doel: beter leren schrijven.

School voor Journalistiek “Ik kwam binnen met mijn literaire voorbeelden Willem Wi#kampf en Simon Carmiggelt in mijn hoofd. On-danks inspirerende lessen van prak-tijkdocenten zoals Bert Determeijer en Ben Rogmans, viel de opleiding vooral inhoudelijk tegen. Ik las $loso-$e, schreef gedichten en wilde vooral meer leren. ” Van Casteren stoorde zich ook aan de

FOTO

: AD

NUIS

“Journalist en schrijver Joris van Casteren ging speciaal naar de havo om eerder Journalistiek te kunnen studeren zodat hij weg kon uit Lelystad. De stad die haar naam zou lenen aan zijn nieuwste boek, waarmee hij net naast de AKO-literatuurprijs greep.

toename van de lichte journalistiek, populaire tijdschri!en en entertain-mentprogramma’s. “Dat was niet het soort journalistiek dat ik wilde bedrij-ven en dat werkte ook niet inspirerend.”

Tijdens zijn stage bij de Groene Amsterdammer ontwikkelt hij zich als schrijver van prijswinnende reporta-ges met een heldere en tragikomische stijl waarvoor hij vaak weken op pad is. “Dat had ik op een andere stageplaats nooit kunnen leren.”

Vaklieden GezochtEen paar jaar na zijn afstuderen, schreef Joris in de Groene Amsterdammer het polemische stuk ‘Vaklieden Gezocht’, over de geringe praktijkervaring van een groot deel van het docentencorps en het feit dat maar weinig studenten de serieuze journalistiek halen. Aan-leiding was een studente die stage liep bij de Playboy, en uiteindelijk punten kreeg voor een naaktreportage met een kort interviewtje. Door een klacht van een docent, belandde het stuk bij de Raad voor de Journalistiek. Later werd de klacht ongegrond verklaard. “Toen ik het stuk schreef, was ik een beetje gefrustreerd. Achteraf vond ik het erg vervelend voor sommige mensen die ik in het artikel geciteerd had.”

Inmiddels is die lichte frustratie verdwenen. “Al moest ik wel vaak voor mezelf opkomen, uiteindelijk heb ik op school veel geleerd en kon eigenlijk alles. Zoals hoort op een journalisten-school.”

Van Casteren in Lelystad, waar hij zijn jeugd doorbracht.

Page 7: Paduaan 4 februari 2010

“Op de tekening zijn twee cirkels te zien die in elkaar overlopen. Je ziet de grenzen van beide cirkels niet, maar toch trekken sommige mensen in gedachten de lijnen door. Iedereen bekijkt mijn kunst op een andere manier, ieder associeert de vorm met iets anders. Daarmee wil ik laten zien dat je op meerdere manieren naar din-gen kan kijken. Er is niet één mening of standpunt. Bekijk dingen ook eens van de andere kant. Dat wil ik ook over brengen met mijn werk. De cirkels en ronde vor-men geven voor mijzelf menselijke vormen weer. Vandaar dat ik dit heb gemaakt als zelfportret.”

“PADUAAN FEBRUARI 2010

HET GEZICHT ACHTER 7

“FO

TO: L

ISA

MAT

ULES

SYA

FCJ-avondconciërge en kunstenaar Kees Willems: “Slapen vind ik zonde van mijn tijd” Paduaan spreekt maandelijks met

medewerkers van de Faculteit Communicatie en Journalistiek. In deze interviews ligt de nadruk niet op didactische perikelen, maar op de mens achter de docent, medewerker of manager. Deze maand Kees Willems. Leeftijd 50 jaarBeroep Facilitair medewerker avondconciërge FCJFamiliesituatie Getrouwd, twee dochters Laureanne (15) en Sabine (12)Politieke voorkeur GroenLinksHobby’s Ik hou van boeken lezen, maar heb er geen tijd voor.Favoriete medium Het kunsttijdschrift Mister Motley

PERSOONLIJK

In een oud schoolgebouw aan de Mgr. van de Weteringstraat in Utrecht heeft avond-conciërge Kees Willems een eigen atelier. Op de achtergrond is werk uit zijn huidige

serie te zien.

Kunst is mijn passie en leven. Ik wist al vanaf de kleu-terschool dat ik later wilde gaan schilderen. Naast mijn werk als avondconciërge op de FCJ ben ik dan ook kunstenaar. Met mijn kunst ben ik niet in een genre te omschrijven, maar de basis bestaat uit schilderen en tekenen. Op dit moment werk ik met elementaire vormen, die ik maak uit zwart geschilderd hout. Het uitgangspunt is voor mij de cirkel. Overal zit wel een logica in, al lijkt dat niet altijd zo voor anderen. He-laas verkoopt de serie sober. Hoewel ik wel waardering krijg van collega’s, verdien ik er weinig geld mee. Niet iedereen wil een zwarte vorm aan de muur hebben. Gelukkig kan ik wel maken wat ik wil maken, ik ben er niet $nancieel a"ankelijk van. Deze reeks moest ik voor mijn gevoel gewoon zo maken, of het nou wel of niet verkoopt.

Ik heb bewust gekozen in de avonduren als conciërge te gaan werken. Zo kan ik overdag in mijn atelier wer-ken. In de jaren ’90 was ik nog fulltime kunstenaar. Toen ik kinderen kreeg (1995) ben ik ’s avonds als facilitair medewerker op de FCJ gaan werken. Ik vind het heel $jn dat mijn vaste baan niets met kunst te maken hee!. Het is goed om even afstand te kunnen nemen. Al ben ik er wel achter gekomen dat er een link is tussen de kunst en mijn werk op school. Communi-ceren staat centraal bij onze faculteit en dat wil ik met mijn werk als kunstenaar ook.

De nacht doorhalenAls ik klaar ben met mijn werk op de faculteit, ga ik meestal rond een uur of elf weer terug naar mijn ate-lier. Daar werk ik dan door tot in de late uurtjes. In de zomervakantie kan ik zelfs de hele nacht doortrekken. Ik vind het geweldig om de dag geboren te zien wor-den. Meestal ben ik doordeweeks dan tegen drieën thuis. Vier uur slaap is voldoende voor mij, het liefst zou ik eigenlijk helemaal niet slapen. Ik vind het echt zonde van mijn tijd, ik heb zoveel te doen. Al moet ik wel toegeven dat ik niet gemakkelijk opsta, mijn vrouw Corien moet me meestal wel zes keer roepen.Inmiddels is Corien het gewend dat ik zoveel tijd in mijn atelier doorbreng. Maar dat was vroeger wel anders. Het is altijd wel een strijd geweest voor onze

eigen ruimte, dat waren echt tropenjaren. Twee wer-kende ouders met beiden een drukke baan. Nu is dat heel anders geregeld. Mijn dochters en vrouw hebben allemaal een eigen programma. Als ik nu onverwachts thuis kom, ben ik haast overbodig.

Mijn dochters en ik verschillen echt als dag en nacht van elkaar. Natuurlijk hebben ze wel wat karaktertrek-jes van mij meegekregen. Maar zij hebben hele andere interesses en bezigheden. Ze kunnen bijvoorbeeld heel de dag achter de computer zi#en. Zelf hou ik er helemaal niet van om achter een beeldscherm te zi#en.Als ouder wil ik mijn kinderen de ruimte geven, maar ik wil ze ook bijsturen. Zo zie ik graag dat ze kritisch blijven denken. Ook vind ik het belangrijk dat ze wel iets van kunst en cultuur meekrijgen. Alhoewel ze al-lebei wel echt geïnteresseerd zijn in kunst. Toen ze bij-voorbeeld tien en dertien waren, zagen we in het wrak-kenmuseum op Terschelling een mozaïeka'eelding liggen. Dan hoor je die kinderen zeggen ‘Oh dat is de Venus van Bo#icelli’, echt geweldig. Ze nemen er wel iets van mee, denk ik dan.Momenteel sta ik nog op een voetstuk bij mijn kinde-ren. Al zal ik er binnenkort echt wel een keer vanaf val-len. Mijn dochters gaan puberen en zullen zich op een zeker moment tegen me af gaan ze#en. Dat zie ik nu al bij mijn vrouw gebeuren. Maar dat gee! niet, het is de realiteit, zo zijn pubers. Ik herken mezelf op deze leef-tijd niet in mijn dochters. Ik was een jongen, meisjes zijn op die lee!ijd zo anders. Ik was ook helemaal geen opstandige puber.

Rituelen en religie hebben mij altijd erg gefascineerd. Dat komt onder andere door mijn Indische achter-grond. Zelf ben ik niet religieus, maar ik vind de ver-schillende tradities die een geloof kent erg interessant. Of je nu joods bent of moslim, het draait uiteindelijk allemaal toch maar om één ding...

Geen spijtIk ga er vanuit dat er na de dood niets meer is. Stel dat morgen je laatste dag is. Maak er dan wat van, dat is mijn instelling. Ik zal op dat moment dan ook nergens echt spijt van hebben. Het is gegaan zoals het gaan is, en het is goed het is. Spijt hee! niet zoveel zin. Soms doe je gewoon dingen omdat je op dat moment niet beter kunt. Wel wil ik graag dat mijn gezin mij later herinnert als een liefdevolle vader. Hoewel ik meer uren in mijn atelier besteed dan thuis is het gezin is voor mij het belangrijkste. Als het thuis niet goed gaat, functioneer ik nergens goed.

ToekomstTegen de tijd dat ik mijn baan op de FCJ opzeg en weer volledig de kunst in kan gaan, zal ik de faculteit niet gaan missen. Ik neem het mee als mooie een herinne-ring, omdat ik er veel aan te danken heb. Mijn sociale vaardigheden heb ik hier ontwikkeld. Ik kwam uit een wereld die tussen vier muren lee!. De interactie met de studenten en andere medewerkers hee! ervoor ge-zorgd dat ik voortaan makkelijk met iedereen praat. Ik heb hier geleerd dat iedereen een eigen verhaal hee!.

ZELFPORTRET

Page 8: Paduaan 4 februari 2010

Die verdient een bloemetje...

PADUAAN FEBRUARI 2010

STUDENTENCOLUMNWAT EEN TOESTAND

BEDANKT

Vier inbraken in vier jaar de druppel

Z.O.Z. 8

FOTO

: LIS

A M

ATUL

ESSY

A

FOTO

: LIS

A M

ATUL

ESSY

A

In de nacht van 23 op 24 september van het jaar 1999 drong een drietal

inbrekers via de C-vleugel de FCJ aan de Padualaan binnen. De inbraak kost-te de school destijds tenminste 60.000 gulden aan schade en vij"onderd gul-den aan boekenbonnen.

Het was voor de school een reden om de beveiliging (ink aan te scherpen. De leiding besloot het aantal infrarood-camera’s (ink uit te breiden en aan te passen, om inbraken zoals deze voort-aan voor te blijven. Over de precieze maatregelen bleef toenmalig faculteits-directeur Piet Stelder wat schimmig. Wat Stelder wel kwijt wilde was dat het in ieder geval een stuk moeilijker was geworden om in te breken. De drie inbrekers konden zich die donderdagnacht met zeer grof geweld een weg naar de kluizen banen, zonder daarbij gestoord te worden. De dieven maakten een enorme puinhoop. Met een koevoet werden deuren geforceerd en de kluizen gingen de drie met een slijptol te lijf. “Het leek wel of er een paar olifanten door de school waren geraust”, zei Stelder over wat hij na de inbraak aantrof. De inbrekers waren met een duidelijk plan richting de school vertrokken. ‘s Middags al bleken infraroodcamera’s te zijn afgeplakt. De interne dienst had

Redactiejeep

DOOR CLAY RUPERTI

eerder op de dag van de inbraak ook een aantal mensen de school uitgezet. Of het hierbij om de inbrekers ging konden de medewerkers zich echter niet meer herinneren. “Er komen elke dag duizenden mensen naar binnen, we kunnen niet alle gezichten onthou-den”, verontschuldigde het hoofd van de interne dienst, John van den Boog-aard, zich.

De buit zal de inbrekers hebben te-leurgesteld. Buiten de boekenbonnen ter waarde van vij"onderd gulden za-ten in de kluizen vooral documenten. Toen het alarm uiteindelijk toch de politie alarmeerde moest het drietal zichzelf ook nog eens snel uit de voe-ten maken. Een achtervolging tot aan de Botanische Tuinen leverde niets op.

Al drie keer eerder werd in het facul-teitsgebouw ingebroken. Er werd een frisdrankautomaat geplunderd en er zijn computers en boekenbonnen ge-stolen. Ook was diefstal op klaarlichte dag niet ondenkbaar. Zo werden van het bureau van Gert-Jan Peddemors twee digitale camera’s gestolen.

Toch vond directeur Stelder het alle-maal reuze meevallen. De aanpassingen van het inbraakalarm ach#e hij voorlo-pig voldoende. Stelder: “Het gebouw moet haar open karakter houden. Het moet hier geen gevangenis worden.”

Als voormalig eindredacteur van Het Parool weet Tanja van Bergen veel van de praktijk af. “Ze is een aardige, grappige en bovenal een goede do-cente”, vertelt Irma. “Ze kijkt onze stukken heel kritisch na, dat vind ik ontze#end $jn. Ze ziet geen zin, woord of le#er over het hoofd. Daar leer je als student echt veel van.” Ook hee! Van Bergen altijd de nodige

Iedere maand krijgt iemand de gelegenheid om een medestu-dent, docent of medewerker te verrassen met een bloemetje. Deze maand gee" studente Jour-nalistiek Irma Timmermans een bloemetje aan docente Tanja van Bergen.

tips en trucs voor de beginnende inter-viewer klaar staan. Tanja vindt het een grote verassing dat ze een bloemetje krijgt. “Ik kan niet

ontkennen dat ik zeer gevleid ben”, lacht ze triomfantelijk. “Het is $jn dat je waardering krijgt voor het werk dat je met zoveel liefde doet.’’

De afgelopen maanden heb ik stage gelopen bij het dagblad de Gooi- en Eemlander. En bij de Gooi- en Eemlander hebben ze een bedrijfsauto. Een 15 jaar oude jeep, waarvan de pook alleen

in beweging is te krijgen als je er met je volle gewicht aan gaat hangen. Bovendien is de jeep volgeplakt met promotiestickers, waardoor het niet mogelijk is door de achterruit te kijken. Ik ben al niet zo’n ster met dat soort auto’s, maar op een vrijdag die zo rustig begon, bereikte ik mijn absolute dieptepunt.

Om half vier moet ik voor een interview in Naarden zijn, aan de Bollel-aan. Daar ben ik wel eens eerder geweest, dus daar rijd ik zowaar in één keer naar toe. Zo vanzelfsprekend is dat niet, omdat in de redactiejeep geen navigatiesysteem zit (wie dát hee! verzonnen!?) Alle hoop wordt hierdoor gevestigd op mijn gevoel voor kaartlezen... en die vaardigheid is bij mij niet zo goed ontwikkeld.

Eenmaal in de Bollelaan kan ik het huisnummer niet vinden. Die Gooische Vrouwenhuizen hebben het huisnummer vaak op het hek weggemo%eld en het huis staat dertig meter verderop in het bos. Na drie keer op en neer te zijn gereden, bel ik de te interviewen man. Na uitleg van de situatie, vraagt hij me waar ik nu ben. “In de Bollelaan,” antwoord ik als kwieke stagiaire. Ik hoor een zucht, een korte stilte, en dan: “Nee, ik woon niet in de Bollelaan, maar in de Ferdinand Bollaan.” O,o, hij had het nog zo duidelijk gezegd aan de telefoon. Ondertussen hebben we een probleem, want ik moet gaan kaartlezen. Ik ben met mijn ogen bijna in Bussum, terwijl hij me compleet de andere kant op probeert te sturen. Na nog een paar “de Grotestraat, die in Loosdrecht?” en “terug naar de snelweg? Welke snelweg?” besluit de te interviewen man maar het he! in eigen handen te nemen: “Weet je wat, ik kom je wel ophalen”.

Dus toen ben ik achter hem aan gereden naar de Ferdinand Bollaan, met de volgeplakte Gooi- en Eemlanderjeep. Had ik absoluut nooit zelf gevon-den. Vanaf toen ben ik tomoms gaan ritselen bij collega’s, want met nog zo’n dieptepunt, had ik zeker het einde van mijn stage niet gehaald.

Deze maand Jette Pellemans (19) aan het woord, derdejaars student Journalistiek.Iedere maand duiken wij in het archief van het oude

faculteitsblad de Toestand. Wat hield de studenten toen bezig?

Hoofdredacteur Merlijn Ensing

Adjunct Annemarie Maters

Art director Suzanne Lommers Eindredacteur Milan Nieweg Beeldredactie Lisa Matulessya

Medewerkers Michael Galiart, Tijmen de Groen, Je#e Pellemans, Clay Ruperti, Mark Schoones, Paul Schram, Rosanne Sies, Sanne Simons, Ingelise de Vries.

Redactieraad Peter Douma, Nanny Kok, Inge Noordijk, Laura Speelziek.

COLOFON

contact: [email protected]

Je#e Pellemans