P-taak 4 - Welkom!startbekwaamvoordeklas.weebly.com/uploads/5/1/7/3/...klaar te stomen voor een...
Transcript of P-taak 4 - Welkom!startbekwaamvoordeklas.weebly.com/uploads/5/1/7/3/...klaar te stomen voor een...
P-taak 4
Op welke wijze kan ik als docent een bijdrage
leveren om de leerling regie te geven over zijn
eigen leerproces middels een goede organisatie
en planning?
Angela Rondhuis
!2!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Door het inleveren van dit product verklaar ik dat het product eigen werk is en dat het vrij is
van plagiaat.
student: Angela Rondhuis
studentnummer: 292672
NHL e-mailadres: [email protected]
opleiding(en): docent omgangskunde
traject: Deeltijd
code toetseenheid:
toetseenheid:
-
begeleider: Diny Klink
examinator(en): Diny Klink
inleverdatum:
!3!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Inhoudsopgave
Inleiding 5
1. Aanleiding en kaders 7
1.1. Aanleiding 7
1.2. Context 7
1.3. Onderzoeksorganisatie 8
1.4. Aansluiting van het onderzoek in de school 8
1.5. Onderzoeksdoel 8
1.6. Praktijkprobleem 8
1.7. Onderzoeksvraag en deelvragen 9
1.8. Brontriangulatie 11
2. Op welke wijze leren leerlingen 12
2.1. Inleiding 12
2.2. Wat is leren nu eigenlijk? 12
2.3. Vijf dimensies van leren 14
2.4. Effectief leren 16
2.5. Stuur actief en begeleid actief 17
3. Op welke wijze leren leerlingen en welke factoren spelen
een rol bij het leren? 19
3.1. Inleiding 19
3.2. Leerstjlen 19
3.3. Verschillen 20
3.4. Inzicht krijgen in je eigen leerproces en komen tot verandering 22
3.3.1. Het start met een goede voorbereiding 23
4. De rol van ICT bij het organiseren en plannen van de schoolzaken
door de leerlingen 25
4.1. Inleiding 25
4.2. ICT Vaardigheden 25
5. Welke rol spelen de vakken studievaardigheden en huiswerkbegeleiding
bij de regievoering door de leerling over zijn eigen leerproces? 28
5.1. Inleiding 28
5.2. Studievaardigheden 28
5.3. Huiswerkbegeleiding 28
5.4. Agendagebruik 29
5.5. Het afstemmen van huiswerkbegeleiding en LOB: komen tot een
integrale begeleiding 30
!4!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
6. Analyseren en concluderen 31
6.1. Inleiding 31
6.2. Docenten 31
6.3. Leerlingen 36
7. Conclusie en aanbevelingen 44
7.1.Inleiding 44
7.2. Conclusie 44
7.3. Aanbevelingen: Welke bijdrage kan de docent en/ of de
onderwijsinstelling leveren aan het eigenaarschap van de opleiding
voor de leerling? 46
7.4. Aanbevelingen: welke tools kan de leerling inzetten om regie te blijven
houden over zijn eigen leerproces?
7.5. Terug naar de hoofdvraag 50
8. Tot Slot 52
Bronnen 54
Bijlage1 : Uitwerking van de docentenenquête 55
Bijlage 2: Uitwerking van de leerlingenquête 62
Bijlage 3: Plan-agenda 75
!5!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Inleiding
Vanuit mijn rol als SLB-er heb ik gemerkt hoe belangrijk de start van een schooljaar is
voor de leerlingen. Er komt veel op hen af aan informatie. Ik geef zowel les aan
jongeren als volwassenen. Veel van de volwassen leerlingen zijn al jaren niet op
school geweest en de jonge leerlingen die vanaf het vmbo komen vinden het lastig
om zelfstandig te plannen.
Naast het feitelijk opnemen van informatie, het verwerken ervan en het uitvoeren
van opdrachten en leeractiviteiten wordt er van hen verwacht dat ze kunnen
omgaan met een pc. Door een wetswijziging worden de vakken Nederlands, Engels
en rekenen verplicht. Dit geeft een verzwaring van het onderwijs voor de leerling,
mede doordat het onderwijsniveau op het gebied van deze vakken is gedaald en
er een hiaat in kennis is ontstaan.
Ik probeer middels dit onderzoek te komen tot aanbevelingen voor in de
onderwijspraktijk.
Hoe ziet dit onderzoek eruit? In de voorfase van het werkelijke onderzoek heb ik een
Plan van aanpak gemaakt welke bestaat uit de volgende fasen:
• Oriëntatiefase: hierin beschrijf ik de aanleiding en de context en kijken we
onder meer naar de onderzoeksorganisatie en de aansluiting van het
onderzoek in de school. Tevens beschrijf ik het praktijkprobleem
• Richtfase: hier ga ik verder in op het onderzoeksdoel, de onderzoeksvraag en
de bijpassende deelvragen. Tevens komt hierin het literatuuronderzoek aan
bod.
• Planfase: hierin worden de onderzoeksactiviteiten kort beschreven
De resultaten van het plan van aanpak zijn terug te vinden in dit onderzoek.
Vervolgens worden alle gegevens verzameld, geanalyseerd en komen we tot een
conclusie.
Om een beeld te geven van mijn onderzoek zal ik aangeven hoe de opbouw zal
plaatsvinden. Aan de hand van de theorie kijk ik naar leren. Wat is dat nu eigenlijk?
Ik ga hiervoor kijken naar de vijf dimensies van leren zoals die door Marzano zijn
beschreven. Daarnaast komt het effectief leren aan bod.
Om antwoord te krijgen op hoe leerlingen leren en plannen is het zinvol om te kijken
naar de verschillende vormen van leren oftewel de leerstijlen. Maar naast de
leerstijlen zijn ook andere factoren van belang zoals geslacht en de sociaal-
economische status.
!6!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Naast de theoretische kant kijk ik naar de praktische invulling. Hierbij komt het
onderdeel ICT aan de orde en het huidige aanbod van het vak studievaardigheden
en/of huiswerkbegeleiding.
Om een beeld hierover te krijgen heb ik enquêtes uitgezet onder de docenten en
de leerlingen.
Tot slot heb ik de uitkomsten verwerkt in het hoofdstuk Conclusies en Aanbevelingen
waarin ik aanbevelingen geef voor de onderwijspraktijk. Hierbij kijk ik naar de rol van
de docent en geef ik zogenaamde tools voor de leerlingen.
Herziene versie 29 maart 2015
Angela Rondhuis
!7!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
1. Aanleiding en kaders
1.1. Aanleiding Door een combinatie van school, werk/stage en privé ervaren leerlingen in het
begin veel problemen ten aanzien van plannen en organiseren van hun eigen
leerproces.
Hierdoor gaat veel tijd verloren in de lessen om effectief aan de slag te kunnen.
In mijn vorige bachelor-opleiding was ik in mijn afstudeerjaar assistent. Ik heb destijds
1e jaars studenten begeleidt bij hun leerproces. De studenten hadden hier baat bij
omdat ik ze handreikingen kon geven om effectief met hun studie aan de slag te
kunnen.
Voor mij was dit aanleiding om te kijken hoe je leerlingen in hun kracht kunt laten
komen door ze de regie over hun eigen leerproces te geven middels een goede
organisatie en planning.
Het onderwijs is sterk veranderd de afgelopen jaren. Vooral de volwassenen die
besluiten een scholing te volgen lopen hier tegen aan: competentiegericht, geen
klassikale lessen met een duidelijke uitleg en vastomlijnde toets-criteria, maar vooral
een traject om jezelf te ontwikkelen in het vak waarin je opgeleid wordtaan de
hand van competenties en werkprocessen.
Als docent heb je een sterk coachende rol.
De overheid wil dat er meer contacturen binnen het MBO komen. Ligt het
gemiddelde aantal uren nu nog op 850 uur op jaarbasis, vanaf het schooljaar 2014-
2015 zal dit naar ongeveer 1000 lesuren gaan. Dit betekent dat onderwijscentra
hierop in moeten spelen.
Uiteindelijk streeft iedere leerling naar dat diploma. De bijdrage die ik wil leveren is
door middel van aanbevelingen het onderwijs inzichtelijk te maken voor de leerling
en hierdoor het leerrendement te vergroten.
1.2. Context Het onderzoek wordt gedaan binnen de school. De groep is eigenlijk de context.
Daarnaast wil ik hierin ook de slb-ers betrekken aangezien zij de studiebegeleiders
van de leerlingen zijn.
!8!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
1.3. Onderzoeksorganisatie Het Drenthe College, locatie Assen, afdeling SAW is de onderzoeksorgansiatie. Ik
richt me hierbij voornamelijk op de 1e jaars leerlingen die dit jaar zijn ingestroomd.
De opdrachtgever is primair de NHL, want ik doe dit onderzoek doen in het kader
van mijn opleiding. Vanuit de organisatie is de opdrachtgever mijn coach Janneke
Arnolli. Ik betrek bij het onderzoek verschillende slb-ers en leerlingen.
1.4. Aansluiting van het onderzoek in de school Op dit moment komen er veel veranderingen in het mbo-onderwijs. Dit heeft
gevolgen voor de docenten maar ook voor de leerlingen die kiezen voor een
bepaalde opleiding. Leerlingen krijgen te maken met nieuwe ontwikkelingen die
van invloed kunnen zijn op de organisatie van het onderwijs door de leerling. Zo
gaan de leerlingen meer uren naar school en komen er nieuwe werkvormen zoals
de Integrale Opdracht. Voor de nieuwe eerstejaars zal de bekende term SLB
verdwijnen ne plaatsmaken voor LOB hetgeen Loopbaan Oriëntatie Begeleiding
betekent. Hierbij komt het accent meer te liggen op de gehele loopbaan binnen de
opleiding en niet alleen op de studie. Het accent ligt op motievenreflectie en
kwaliteitenreflectie ontwikkelen bij de leerling en ze ondermeer op deze manier
klaar te stomen voor een steeds veranderende maatschappij.
1.5. Onderzoeksdoel Het doel van dit onderzoek is om te kijken hoe je leerlingen in hun kracht kunt laten
komen door ze de regie over hun eigen leerproces te geven middels een goede
organisatie en planning. Uiteindelijk streeft iedere leerling er naar om een diploma
te behalen. De bijdrage die ik wil leveren is door middel van aanbevelingen voor de
onderwijspraktijk het onderwijs inzichtelijk te maken voor de leerling en hierdoor het
leerrendement te vergroten. Deze aanbevelingen zijn praktisch uitvoerbaar in de
onderwijspraktijk.
1.6. Praktijkprobleem De leerlingen ervaren in het begin van hun opleiding veel problemen met het
organiseren en plannen van hun studie. Ze hebben te maken met een grote
hoeveelheid informatie die ze moeten structureren. Daarnaast zijn de meeste
leerlingen nog onbekend met het competentiegerichte onderwijs.
Wie heeft te kampen met het probleem?
Direct: de leerlingen: zij ervaren problemen met het organiseren en plannen en het
opnemen van informatie.
!9!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Indirect: docent/ slb-er: deze moet veel tijd investeren in het herhalen van de
informatie. Dit blijkt ook uit de enquete: ruim tweederde van de docenten ervaart
dat er te weinig tijd is om de leerlingen eigen te laten worden met het
onderwijssyteem op het MBO. Eén van de redenen die hiervoor aangevoerd wordt
is dat het onderwijssysteem te gecompliceerd is en onoverzichtelijk voor de
studenten.
Wanneer treedt het probleem op?
Bij de start van de opleiding.
Waarom is het een probleem?
Leerling: ervaart verwarring, twijfel en onzekerheid: is deze opleiding wel de juiste
keuze?
Docent: leerproces stagneert door veel vragen waardoor lessen niet effectief benut
kunnen worden.
Waar doet het probleem zich voor?
Op school tijdens de lessen, maar ook in de thuissituatie van de leerling als deze aan
de slag wil gaan met zijn/haar opdrachten.
Hoe is het probleem ontstaan?
- Doordat leerlingen weer naar school gaan
- De leerlingen ervaren dat ze teveel informatie krijgen
- Leerlingen zijn gewend aan docentgestuurd onderwijs en missen een mate
van zelfstandigheid in het leren
- Het vak studievaardigheden sluit onvoldoende aan bij de behoefte van de
leerlingen
1.7. Onderzoeksvraag en deelvragen
Hoofdvraag in dit onderzoek is dan ook:
Op welke wijze kan ik als docent een bijdrage leveren om de leerling regie te geven
over zijn eigen leerproces middels een goede organisatie en planning?
Deelvragen in dit onderzoek zijn:
• Op welke wijze leren leerlingen en welke factoren spelen een rol bij het leren?
• Welke rol speelt ICT in het onderwijs en hoe hangt dit samen met plannen en
organiseren van de opleiding door zowel docent als leerling?
!10!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
• Welke rol spelen de vakken studievaardigheden en huiswerkbegeleiding bij
de regievoering door de leerling over zijn eigen leerproces?
• Op welke wijze kan je als docent aansluiten bij de leerstijl van de leerling?
• Welke tools kan ik de leerling aanreiken om de leerling goed te laten plannen
en organiseren gedurende hun opleiding?
Wat wil ik concreet bereiken met dit onderzoek?
Ik wil concreet bereiken dat de leerling meer inzicht gaat krijgen in de opzet en
uitvoering van de opleiding die hij/zij volgt. Middels aanbevelingen voor de
onderwijspraktijk wil ik teweeg brengen dat er meer aandacht komt voor het
plannen en organiseren van de studie door de leerling en de bijdrage die de
docent hieraan kan leveren om deze vaardigheden bij de leerling te versterken.
Hoe ziet dit onderzoek eruit?
Om antwoord te geven op deze deelvragen en de uiteindelijke hoofdvraag heb ik
het onderzoek als volgt opgebouwd:
• Op welke wijze leren leerlingen en welke factoren spelen een rol bij het leren?
Hiervoor heb ik literatuuronderzoek gedaan. In hoofdstuk 2 staan we stil bij
definitie van leren en de vijf dimensies van leren van Marzano. Tevens kijken
we hier naar Effectief leren. In hoofdstuk 3 ga ik verder in op leerstijlen en
inzicht krijgen op je eigen leerstijl. Hierbij passeren Leslab en de nieuwe
ontwikkelingen rondom LOB kort de revue.
In het derde hoofdstuk kijken we naar de leerstijlen van Kolb evenals factoren
die van invloed zijn op leren zoals geslacht en de sociaal-economische
achtergrond van de leerling.
• Welke rol speelt ICT in het onderwijs en hoe hangt dit samen met plannen en
organiseren van de opleiding door zowel docent als leerling?
In hoofdstuk 3 ga ik aan de hand van een aantal gegevens uit de enquete
verder kijken naar de rol van ICT binnen de opleiding.
• Welke rol spelen de vakken studievaardigheden en huiswerkbegeleiding bij
de regievoering door de leerling over zijn eigen leerproces?
• Op welke wijze kan je als docent aansluiten bij de leerstijl van de leerling?
• Wat kan ik als docent bieden om de leerling meer inzicht te geven in de
structuur van de opleiding?
Om deze deelvragen te beantwoorden heb ik een enquete uitgezet onder
de docenten en leerlingen. Deze resultaten zijn verwerkt en geanalyseert.
!11!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Deze analyse is terug te vinden in het vijfde hoofdstuk. De conclusie en
daaruit voortvloeiende aanbevelingen zijn terug te vinden in het zesde
hoofdstuk.
• Welke tools kan ik de leerling aanreiken om de leerling goed te laten plannen
en organiseren gedurende hun opleiding?
Deze deelvraag leidt ons naar de aanbevelingen van het praktijkonderzoek.
Hierbij kijken we terug op de literatuur en verbinden we deze kennis aan de
resultaten van de enqûete.
In het laatste hoofdstuk kijken we naar de hoofdvraag: is deze nu voldoende
beantwoord middels dit onderzoek?
1.8. Brontriangulatie Middels brontriangulatie heb ik gekeken naar het fenomeen leren. Hiervoor heb ik
verschillende bronnen geraadpleegd.
Om te weten wat leren inhoud en hoe een leerling effectief kan leren heb ik gebruik
gemaakt van onderstaande bronnen:
• Handboek voor leraren – Walter Geerts en René van Kralingen
Uitgeverij Coutinho – Bussum 2012, 2e druk
ISBN 978 90 469 02509
• Effectief Leren- basisboek – Sebo Ebbens en Simon Ettekoven,
Noordhoff Uitgevers, 2009 , 2e druk
ISBN 978-90-01-30752-3
• Teach like a champion – 49 technieken om leerlingen te laten excelleren -
Doug Lenov
CED Groep, derde druk 2012
ISBN 978 90 5819 297 4
• Leren in vijf dimensies – modern didactiek voor het voortgezet onderwijs –
Robert Marzano en Wietske Medema
Van Gorcum, 5e ongewijzigde druk 2011
ISBN 978-90-232-4129-4
• Onderwijskunde als ontwerpwetenschap – een inleiding voor ontwikkelaars
van instructive en voor toekomstige leerkrachten – Martin Valcke
Academia Press, 2010
ISBN 978 90 382 1606 5
!12!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Om inzicht te krijgen in de rol van de docent ten aanzien het stimuleren van de
leerling en het begleiden van de leerling in dit leerproces heb ik gebruik gemaakt
van de volgende bronnen:
• Begeleid actief – wegwijzer voor docenten bij het gebruik van het boekje
studeer actief – Cees Louwerse Uitgave INTRO Baarn, Licentie-uitgave van
de Volkskrant, 14e druk 1996
• Studeer actief – wegwijzer voor de beginnende student – Cees Louwerse
Uitgave INTRO Baarn, Licentie-uitgave van de Volkskrant, 14e druk 1996
• Competentiemanagement - persoonlijk ontwikkelplan - Roel Grit, Roelie Guit
en Nico van der Sijde, , Noordhoff Uitgevers, 3e druk 2012
ISBN 978-90-01-81422-9
• Lesgeven en zelfstandig leren – Titus Geerlings en Tjipke van der Veen
Van Gorcum, 15e druk 2011
ISBN 978 90 232 3129 5
• Leren en loopbaan – Studieloopbaanbegeleiding MBO, niveau 3-4, deel 1 –
Klaas van den Herik en Pierre Winkler
Eisma Edumedia Leeuwarden, 2009
ISBN 978-90-8771-228-0
• http://outingholland.nl/leercyclus-van-kolb/
• www.kennisnet.nl
• www.mijnwerkplekje.nl
Ik heb vanuit verschillende oogpunten de literatuur bestudeerd: vanuit de
onderwijsontwikkelingen, de psychologie van het leren, leerling materiaal en
onderzoek.
Samengevat Allereerst gaan we kijken naar het leren. Wat is leren en hoe leren leerlingen.
Vervolgens kijken we naar verschillende methodieken om te leren en te plannen.
Hierbij betrek ik de nieuwste ontwikkelingen omtrent LOB en Leslab binnen het
Drenthe College.
Vanuit mijn praktijkonderzoek, welke ik middels enquêtes heb uitgevoerd kijk ik naar
de resultaten en verbind ik hieraan conclusies en aanbevelingen.
!13!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
2. Op welke wijze leren leerlingen
Brontriangulatie: een theoretisch kader voor dit onderzoek
2.1. Inleiding Een nieuwe schoolopleiding is best spannend. Soms kiezen leerlingen na hun havo
of vmbo een school, maar weten nog niet zo goed of het wel de juiste richting is.
Andere leerlingen hebben soms jaren geen onderwijs genoten en gaan omscholen.
Weer anderen kijken er naar uit om een nieuwe stap te zetten richting het volwassen
leven. Kortom iedereen zal anders omgaan met het fenomeen school en leren met
de daarbij behorende ontwikkeling.
Het huidige onderwijs op het middelbaar beroepsonderwijs is competentiegericht. Er
wordt gewerkt aan de zogenaamde beroepsprestaties door de bijbehorende
kwalificatiedossiers. De leerling krijgt te maken met allerlei nieuwe termen zoals:
competenties, leerdoelen, POP en PAP, reflecteren. Het klassikale schoolgebeuren
heeft onder meer plaatsgemaakt voor samenwerkend leren en leren op de
werkplek. In deze onderwijsvormen wordt van de leerling een bepaalde mate van
zelfstandigheid verwacht. Deze zelfstandigheid hebben ze soms onvoldoende
ervaren op de vorige school. De overgang naar het nieuwe onderwijs kan als een
sprong in het diepe worden ervaren.
2.2. Wat is leren nu eigenlijk? Een definitie van leren is1:
Een mentaal proces waarbij als gevolg van leeractiviteiten een relatief stabiele
gedragsverandering ontstaat.
Dit klinkt nog erg abstract. Leren is een mentaal proces en dat betekent dat dit
intern gebeurd. Het is een proces waarbij nieuwe kennis, vaardigheden, houdingen,
motieven of zelfs het vermogen om beter te kunnen worden gevormd.
Het gevolg van dit mentale proces is dat er een gedragsverandering ontstaat die is
ontstaan door zogenaamde leeractiviteiten.. Een leeractiviteit is een activiteit
waardoor leren optreedt. Dit kan zijn door directe ervaring, sociale interactie,
nadenken over of het verwerken van theorie. Kortom, we leren op verschillende
manieren in verschillende situaties. Het kan hierbij dus gaan om impliciet leren -
1 Uit: Handboek voor leraren – Walter Geerts en René van Kralingen
!14!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
waarbij het gaat om leren zonder vooropgezette bedoeling en intentioneel leren –
leren wat doelgericht is. In het onderwijs is er sprake van zowel intentioneel als
impliciet leren.
2.3. Vijf dimensies van leren Marzano en Miedema beschrijven in hun boek: “Leren in vijf dimensies – moderne
didactiek voor het voortgezet onderwijs” – de volgende 5 dimensies van leren:
1. Motivatie: een positieve houding ten opzichte van school en leren
2. Nieuwe kennis verwerven en integreren
3. Bestaande kennis verbreden en verdiepen
4. Onderzoek doen
5. Reflectie
Bovenstaande punten zijn een hele mooie weergave van de kern waar het hier om
draait: het leren leren met motivatie en (zelf)onderzoek doen middels reflectie.
Ik loop de vijf dimensies kort bij langs en vertaal deze naar het
onderzoeksonderwerp.
1. Motivatie: een positieve houding ten opzichte van school en leren:
De mate van motivatie is belangrijk bij het starten van een opleiding. Heb je
geen zin, dan wordt het leren lastig. Je hebt toch een drive nodig om aan de
slag te gaan. Soms kan de motivatie liggen in middelen zoals het behoud
van een baan of een beter salaris. Dan spreken we over excentrieke
motivatie. Andere leerlingen willen een studie volgen om zichzelf te
ontwikkelen. Hierbij kan persoonlijke groei een belangrijke reden zijn. Dan
spreken we over intrinsieke motivatie. In de literatuur wordt gesproken over
drie vragen:
a. In hoeverre werkt het schoolklimaat en het klimaat in de klas
motiverend?
b. Hoe kunnen we motivatie voor schoolse taken en opdrachten
bevorderen?
c. Hoe kunnen we betrokkenheid bij het eigen leren bevorderen?
De klas waarin in leerling zit is zeker van invloed. Is er sprake van acceptatie,
een goede sfeer en bereidheid tot het helpen van elkaar? In dat geval zal
het leuk zijn om naar school te gaan en te willen leren. Is er echter sprake van
een vervelende sfeer, desinteresse en solistisch gedrag, dan zal dat haar
weerslag hebben op de motivatie.
!15!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
2. Nieuwe kennis verwerven en integreren
Bij het opdoen van kennis gaat het vooral om doen en handelen. Het
verwerven van de kennis door het bijwonen van de lessen en het maken van
opdrachten welke toepasbaar zijn in de praktijk. Bij het toepassen gaat het
om het integreren van bestaande kennis met nieuwe kennis. Het opdoen van
nieuwe kennis is soms lastig. De hoeveelheid stof, terminologie en het
begrijpen van de context maken dat leerlingen de eerste fase van hun
opleiding soms als moeilijk ervaren. Hierbij speelt vaak de overgang van het
ene type onderwijs naar het andere type een rol.
3. Bestaande kennis verbreden en verdiepen
Met name de leerlingen die al werkzaam zijn in het werkveld waar ze voor
worden opgeleid ervaren een omgekeerde volgorde: ze zijn immers al
werkzaam in de functie en nu moeten ze leren hoe het moet. De ervaring
leert dat veel leerlingen voorheen intuïtief handelden en dat zij nu leren de
bestaande kennis te verdiepen en te verbreden, evenals het toepassen van
nieuwe kennis en de integratie hiervan. Een praktijkvoorbeeld:
4. Kennis toepassen in betekenisvolle situaties: Onderzoek doen
De vierde dimensie richt zich wat mij betreft op twee vormen van onderzoek:
enerzijds onderzoek in het kader van het opdoen van kennis en anderzijds
onderzoek door persoonlijk onderzoek en het ontwikkelen van een
beroepshouding. Dit laatste aspect is ook gekoppeld aan de vijfde dimensie,
reflecteren.
Deze vierde dimensie koppelt de kennis van dimensie 2 en 3. Onderzoek
doen, in de breedste zin van het woord, is een belangrijk aspect van leren.
Het zorgt er namelijk voor dat je begrijpt wat je doet en hoe je de kennis kunt
toepassen in de “real world”. Zeker bij beroepsonderwijs ben je bezig met
onderzoekend leren: enerzijds gericht op het verwerven van kennis en
vaardigheden omtrent het gekozen beroep en anderzijds gericht op je
persoonlijke en professionele ontwikkeling – het ontwikkelen van een
beroepshouding.
Leerling Dennis volgt een BBL- opleiding SAW en volgt het vak ontwikkelingspsychologie.
Hij ervaart dit vak als een grote meerwaarde omdat hij nu begrijpt waarom zijn adolescente cliënten soms op
een bepaalde manier reageren. Ook thuis, in zijn eigen gezin begint hij bepaalde theorie te herkennen. Zijn jongste zoon van 3 zit duidelijk in de peuterpuberteit.
!16!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
5. Reflectie
Reflectie neemt een belangrijk deel in bij het leren. Het ontwikkelen van een
juiste beroepshouding kan niet anders dan gepaard gaan met reflectie: het
continu kritisch naar jezelf durven kijken en leren omgaan met feedback. Dit
komt niet alleen in de praktijksituaties naar voren maar ook in de lessen op
school. De opdrachten die zowel individueel als in groepsverband worden
gemaakt bevatten doorgaans een onderdeel reflectie. Hierbij wordt niet
alleen naar het individuele reflectiedeel gekeken maar ook naar het
groepsproces.
2.4. Effectief leren Wil je als docent bereiken dat je leerlingen effectief leren en het maximale uit de
stof halen, dan heb je daar als docent een belangrijke taak in te vervullen. In het
boek “Effectief leren” van Ebbens en Ettekoven2 behandelen de auteurs de
kenmerken van effectief leren en directie instructie. Tevens zoomen zij in op een
positief leerklimaat.
Ik heb een aantal punten uit dit boek aangehaald:
Sleutelbegrippen bij het opbouwen van effectief leren (p.21 Effectief Leren):
1. Een goede structuur in de opbouw van de leerstof
2. Het juiste niveau van de leerstof
3. Betekenis geven
4. Individuele aanspreekbaarheid
5. Zichtbaarheid
6. Motivatie
Ik zoom even verder in op deze sleutelbegrippen:
Als docent is het belangrijk om te zorgen voor een goede structuur en opbouw van
de lesstof. Zeker bij startende leerlingen in een nieuwe vorm van onderwijs is dit de
basis: hoe ziet de les eruit, wat wordt er van mij als leerling verwacht en wat moet ik
doen? Hierbij speelt aansluitend het niveau van de leerstof een rol: deze moet niet
te makkelijk zijn en ook niet te moeilijk. In de literatuur spreekt men van de zone van
naaste ontwikkeling (Vygotsky), waarbij de juiste uitdaging zorgt voor het optimale
leerproces bij de leerling (Handboek voor Leraren, Geerts en Van Kralingen).
Het onderwijs moet betekenis geven aan de leerling. Dat betekent dat het duidelijk
moet zijn waarom de leerling met deze stof aan de slag gaat en in welke context
het geplaatst gaat worden. 2 Effectief Leren- basisboek – Sebo Ebbens en Simon Ettekoven, Noordhoff Uitgevers, 2009 , 2e druk
In een goede leeromgeving is er sprake van individuele aanspreekbaarheid van de
leerling. Dat betekent dat je als docent je stof zo aanbiedt dat iedere leerling alert
blijft omdat hij/ zij een beurt kan verwachten. Het boek: “Teach like a champion”
van Doug Lenov3 biedt hierin voor de docent interessante technieken om de
leerling te laten excelleren. Door de juiste technieken te gebruiken vergroot je als
docent ook de zichtbaarheid van de leerling. Je wilt immers als docent kunnen
checken of de leerling de stof heeft eigengemaakt.
Als laatste sleutelbegrip wordt motivatie genoemd. Dit kwam reeds eerder naar
voren. In de context van deze sleutelbegrippen gaat het hierbij hoe de docent de
leerlingen kan blijven motiveren in het leerproces.
2.5. Studeer actief en begeleid actief Tijdens mijn afstudeerjaar had ik een taak als student-assistent bij de 1e jaars
leerlingen op de Hanzehogeschool. Dit hield in dat ik leerlingen hielp bij het
organiseren van de studie en het ondersteunen van planwerkzaamheden. In die tijd
gebruikten we hiervoor als ondersteuning de boekjes: Studeer actief en Begeleid
Actief4. De boekjes zijn bedoeld voor studenten en docenten aan het Hoger en
Wetenschappelijk Onderwijs en ze bieden een praktisch kader om de studie te
organiseren en te plannen. Ook hierin wordt motivatie als één van de belangrijkste
drijfveren beschreven evenals een actieve studiehouding. Bij een actieve
studiehouding gaat het om de volgende drie aspecten:
1. Initiatief nemen
2. Vragen stellen
3. Doorzetten en volhouden
Ik haal hier specifiek het eerste aspect uit: initiatief nemen.
Initiatief nemen is mijns inziens een sleutelwoord in dit onderzoeksonderwerp. Het
gaat hierbij om een initiatiefrijke leerhouding. Veel leerlingen zijn gewend dat alles
wordt voorgedaan en wordt uitgelegd. Op het vervolgonderwijs mbo, hbo en wo
ligt dat ineens anders: leerlingen en studenten moeten zelf achterhalen wat hen te
doen staat, middels een SLB-map of een ELO5. Dat betekent een nieuwe dimensie
binnen het onderwijs. Wat voor ons als docent gewoon is, is voor de leerling nieuw.
3 Teach like a champion – 49 technieken om leerlingen te laten excelleren” Doug Lenov – CED Groep, derde
druk 2012
4 Uitgave INTRO Baarn, Licentie-uitgave van de Volkskrant, 14e druk 1996 – Wegwijzer voor de beginnende
student 5 ELO = Elektronische Leeromgeving, bijvoord Blackboard of Magister
!18!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
En hoe krijg je de leerling nu zover dat hij/ zij zelf initiatief neemt ofwel eigenaar
wordt van zijn eigen leerproces?
Daar gaan we de volgende hoofdstukken verder op in zoomen.
Samengevat:
Leren is een mentaal proces waarbij als gevolg van leeractiviteiten een relatief
stabiele gedragsverandering ontstaat. Het is een proces waarbij nieuwe kennis,
vaardigheden, houdingen, motieven of zelfs het vermogen om beter te kunnen -
worden gevormd. De leerling is bezig met leeractiviteiten door directe ervaring,
sociale interactie nadenken of door het verwerken van theorie. Marzano spreekt
over 5 dimensies bij het leren, waarbij het gaat om leren leren met motivatie en
(zelf)onderzoek doen middels reflectie. Ebbens en Ettekoven beschrijven in het boek
Effectief Leren een aantal sleutelbegrippen. Ook hier speelt motivatie een rol
evenals een goede structuur in de opbouw van de leerstof en het juiste niveau van
de leerstof. Tevens is er sprake van individuele aanspreekbaarheid.
Naast bovengenoemde punten is een actieve studiehouding van belang. Hierbij
gaat het om de volgende aspecten: initiatief nemen, vragen stellen, doorzetten en
volhouden. Met name het initatief nemen en het stellen van vragen is hierbij van
belang: wil de leerling kunnen leren dan dient hij/zij intiatief te nemen door een
intiatiefrijke en actieve leerhouding aan te nemen. Hierdoor is de leerling actief aan
de slag met leeractiviteiten.
In het volgende hoofstuk gaan we kijken naar de leerstijlen en welke factoren een
rol spelen bij het leren.
!19!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
3. Op welke wijze leren leerlingen en welke
factoren spelen een rol bij het leren?
3.1. Inleiding In dit hoofdstuk gaan we kijken naar leerstijlen. Hiervoor heb ik de leercirkel van Kolb
gebruikt. Tevens gaan we kijken naar een aantal factoren die van invloed zijn op
het leren: de sociaal-economische status van de leerling en het geslacht van de
leerling.
3.2.Leerstijlen Iedere leerling leert anders. Om je studie tot een succes te laten komen kan het
zinvol zijn om te weten wat je leerstijl is. David Kolb (1998)6 heeft hiervoor de
leercirkel ontwikkelt, waarin hij vier leerfasen onderscheidt:
1. Concreet ervaren
2. Waarnemen en reflectie
3. Abstract denken
4. Actief experimenteren
Dit zijn nog abstracte begrippen. Zijn visie is dat je bij een effectieve en actieve
manier van studeren alle vier fasen doorloopt van deze cyclus. Iedere leerling, heeft
afhankelijk van zijn eigen leerstijl, een eigen voorkeur voor een bepaald startpunt in
deze cirkel. Kolb onderscheidt hierbij een viertal leerstijlen die passen bij de
verschillende leerfasen:
1. De dromer: concreet ervaren/ waarnemen en reflectie
2. De denker: waarnemen en reflectie/ abstract denken
3. De beslisser: abstract denken/ actief experimenteren
4. De doener: actief experimenteren/ concreet ervaren
6 Uit: “Competentiemanagement - persoonlijk ontwikkelplan”, Roel Grit, Roelie Guit en Nico van der Sijde, derde druk, Noordhoff
Uitgevers, 2012
!20!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Afbeelding 1 De leercirkel van Kolb7
Aan de hand van deze fasen en stijlen is een leerstijlentest ontwikkelt. Deze wordt
vaak in de beginfase van de opleiding, in de zogenaamde INTRO-fase, door
leerlingen ingevuld. De beschrijving van de verschillende typeringen staat hierbij
vernoemd. Maar wat zegt een dergelijke test nou precies? Een test is pas zinvol als je
er concreet mee aan de slag kunt. Want wat betekent het voor jouw individuele
leerproces als je een dromer of een denker bent?
Een van de conclusies zou kunnen zijn dat je de test inzet, maar ook toepasbaar
maakt in concreet gedrag: in hoeverre is je persoonlijke leerstijl van invloed op het
leren en plannen van je studie?
3.3.Verschillen Naast de leerstijlen van Kolb zijn er nog een aantal andere factoren te
onderscheiden welke van invloed zijn op leren8:
• geslacht van de lerende
• sociaal economische status
Geslacht
Er zijn diverse onderzoeken gedaan naar deze twee factoren. Al op een
voorschoolse leeftijd bestaan er stereotiepe opvattingen over geslachtsrollen en
7 Bron: http://outingholland.nl/leercyclus-van-kolb/
8 Uit: “Onderwijskunde als ontwerpwetenschap – een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor
toekomstig leerkrachten” – Martin Valcke, Academia Press, 2010
!21!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
over wat jongens en meisjes kunnen en mogen doen. Oudere leerlingen blijken snel
een rigide opvatting over rolpatronen te volgen welke ook nog eens wordt
bevestigd door volwassenen, meestal de ouders. (Onderwijskunde als
Ontwerpwetenschap, pag. 535). Bovendien wordt de bekrachtiging van deze
stereotypering nog eens versterkt door de media: mannen worden gezien als eerder
agressief en leiders, vrouwen als helpend en eerder volgzaam.
Als we dit in relatie plaatsen tot leerprestaties komen er een aantal opvallende
dingen naar voren:
• Jongens bleken tot voor kort systematisch beter te presteren in
kennisdomeinen zoals wiskunde en wetenschappen. Recent onderzoek toont
echter aan dat de impact van de variabele geslacht verminderd is, tot zelfs
verdwenen is.
• Meer jongens blijven zitten en volgen bijlessen. Ook worden jongens 2 á 3
maal vaker doorverwezen naar het speciaal onderwijs.
• Het verschil in intelligentie tussen jongens en meisjes is nihil. Wel presteren
meisjes beter op de verbale intelligentie dan jongens.
• Ten aanzien van de motivatie is er wel een groot verschil op te merken:
meisjes zouden sterker gemotiveerd zijn, besteden meer tijd aan schooltaken
en hun gemiddelde studieduur is korter. Jongens blijken hun eigen
capaciteiten te overschatten.
• Succes en falen: jongens wijten succes vooral aan hun mogelijkheden en
mislukken aan te weinig inspanning. Meisjes wijten succes aan het leveren
van inspanning en falen aan een gebrek aan mogelijkheden (bv. IQ)
Sociaaleconomische status
Om een beeld te krijgen over de factor sociaal-economische status haal ik
onderzoeken aan uit die dateren uit de jaren 60- midden 80 van de vorige eeuw.
Ondanks het feit dat het hierbij gaat om oudere gegevens is de materie nog zo
actueel dat het is opgenomen in het boek Ondewijskunde als Ontwerpwetenschap
van 2010 (zie voetnoot 8).
In de onderwijssociologische literatuur kennen we drie stromingen die een
antwoord proberen te geven op het ontstaan van sociale ongelijkheid in relatie tot
leren:
• Het genetisch deficitmodel
Volgens dit model zijn genetische factoren verantwoordelijk voor de sociale
ongelijkheid in onderwijs. Volgens Jensen (1968) ligt erfelijkheid aan de basis
van verschillen tussen lerenden. Empirisch onderzoek wijst inderdaad uit dat
intelligentie tot op bepaalde hoogte genetisch bepaald is ( Teasdale &
!22!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Owen 1984). Echter uit hetzelfde onderzoek blijkt ook dat het uiteindelijk
bereikte onderwijsniveau van lerenden vooral bepaald wordt door de
familiare omgeving.
• Het onderwijsdeficitmodel
Vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw kwam er een nieuwe stroming in de
onderwijssociologische literatuur: het onderwijsdeficitmodel. Deze stroming
stelde het functioneren van het onderwijs zelf als gevolg voor de sociaal
economische ongelijkheid bij lerenden. Volgens dit model zou de sociaal
economische ongelijkheid ontstaan door de wijze waarop instructie op micro-,
meso- en macroniveau is georganiseerd. Doornbos (1982) stelt dat het
onderwijs ongelijkheid van scholingskansen (re)produceert voor lerenden en
negeert hun persoonlijke kwaliteiten. Bowles en Gintis (1976) stelden vast dat
economisch succes nog altijd wordt bepaald door de sociaal economische
status, etniciteit (allochtonen versus autochtonen) en geslacht. Volgens hen is
het onderwijs geen hefboom die sociale ongelijkheid helpt opheffen, maar
eerder een slagboom die lerenden met een lage sociaal economische status
de toegang ontzegt tot betere banen en meer invloedrijke posities.
• Het cultureel deficitmodel
Dit model stelt dat sociale ongelijkheid gereproduceerd wordt door culturele
factoren (Bordieu en Bernstein 1970). Bordieu en Bernstein baseren hun model
op het begrip cultureel kapitaal. Kinderen krijgen dit kapitaal mee op basis
van hun opvoeding. Het gaat hierbij o.a. om taalgebruik, taalvaardigheid,
sociale vaardigheden, consumptiepatronen, vrijetijdsbesteding,
waardensysteem, levensstijl, opvattingen en verlangens. Lerenden zullen het
meest succes hebben op school wanneer hun thuiscultuur lijkt op de
schoolcultuur. Echter de schoolcultuur is gedefinieerd door een bepaalde
sociale klasse. Lerenden uit deze klasse zullen dan ook beter presteren op
school.
3.4. Inzicht krijgen in je eigen leerproces en komen tot
verandering Inzicht krijgen op je eigen leerproces en komen tot verandering klinkt prachtig. Maar
hoe doe je dat dan? Er is in de praktijk genoeg te doen om de leerling te
ondersteunen bij het leren initiatief nemen (zie hoofdstuk 1 par. 1.5.)
Een interessant boek is “Leren en Loopbaan – studiebegeleiding” van Klaas van den
Herik en Pierre Winkler. Dit boek is zowel verschenen voor niveau 2 als niveau 3-4. Het
boek richt zich op het competentiegericht onderwijs zoals dat nu wordt gegeven op
!23!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
de meeste ROC’s. Deel 1 richt in de eerste module van het boek vooral op de
persoonlijke ontwikkeling van de leerling met onder andere de volgende
onderwerpen: ambitie, leren, kerntalenten, kwaliteiten, leerstijl, PAP9 en reflecteren.
In de vierde module richt het boek zich op efficiënt en effectief leren. Tot voor kort
werd dit boek gebruikt binnen de SLB-uren op het Drenthe College. Er is voor
gekozen om dit niet meer te gebruiken. Tijdens mijn stage kreeg ik het onder ogen
en heb het zelf aangeschaft omdat het heldere kaders geeft voor de leerling. Als
docent kun je de leerling voorzien van praktische tools en hulpmiddelen om het
leren leren zo effectief mogelijk te doen verlopen.
3.3.1. Het start met een goede voorbereiding
Een belangrijk onderdeel binnen de opleiding is de SLB. Met ingang van studiejaar
2014-2015 krijgt dit een nieuwe naam LOB (Loopbaan Oriëntatie Begeleiding). De
verandering brengt met zich mee dat ook de invulling van deze uren anders gaat
worden. Eén van de veranderingen is dat er gewerkt gaat worden met de methode
Leslab. Deze methode is ontwikkelt door Rogier van Essen en Bart Dekker, bieden
docent aan een ROC. De methode bestaat uit een aantal fasen. Fase A is de
oriëntatiefase en behelst leerjaar 1. De methode start met het kennismaken,
introductie van de opleiding, kwaliteiten en de opleidingsgids. Vervolgens gaat de
methode in op leren leren en de verschillende leerstrategiëen en stijlen. Hierin komt
ook een stuk planning centraal te staan. De methode sluit aan op het
competentiegerichte onderwijs en borduurt voort op de thema’s die aan bod
komen binnen de stage en de opdrachten zoals: brainstormen, taken verdelen,
feedback geven, reflecteren, etc.
Afbeelding 2: een impressie van Leslab online
9 PAP= Persoonlijk Activiteiten Plan
!24!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Nu moet de methode zich nog gaan bewijzen. Het is helemaal nieuw en nog volop
in ontwikkeling. Het Drenthe College is als eerste ROC gestart met deze lesmethode
in het schooljaar 2014-2015. Veel materiaal is bekend en is terug te vinden in andere
methoden. De kracht van Leslab is volgens de makers dat er sprake is van
aansluiting op de leerlijnen in het huidige onderwijscurriculum. De eerste reacties
vanuit de verschillende teams zijn positief: de methode is praktisch beschreven en
biedt veel tools voor de docent. Echter, er zijn ook kritische geluiden: docenten
hebben het gevoel dat de methode nu leidend is en er te weinig ruimte is voor de
dialoog met de leerling. Redenen die hiervoor worden aangevoerd zijn vooral dat
er nog te weinig ervaring is met de nieuwe methode.
Samengevat:
Uit de drie bovenstaande modellen blijkt hoe complex de sociaal economische
status is. De modellen kunnen door elkaar lopen. De kern is echter dat de sociaal
economische status hoe dan ook van invloed is op het leren. Als onderwijsinstelling
en docent is het van belang om leerlingen met minder goede startkansen hun
eigen talenten te laten ontdekken. De basis van goed onderwijs is hierin acceptatie,
respect en de wil vanuit de docent om een ieder deze talenten te laten ontdekken.
Terugkomende op het doel van dit onderzoek is het juist van belang om in de
startfase de leerling op de rails te krijgen, zodat hij/ zij in staat is om op een juiste
manier de opleiding af te kunnen ronden. In de praktijk kan dit betekenen dat
sommige leerlingen meer tijd nodig zijn om het schoolsysteem eigen te maken
omdat zij simpelweg de tools niet hebben meegekregen vanuit hun sociaal
economische status.
Een goede voorbereiding is het halve werk. Dat betekent dat je als docent
voldoende uitgerust moet zijn om de SLB-uren zo zinvol mogelijk in te zetten en aan
te sluiten bij de behoefte van de groep.
!25!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
4. De rol van ICT bij het organiseren en plannen
van de schoolzaken door de leerlingen
4.1. Inleiding In dit hoofdstuk ga ik kijken naar de rol van ICT binnen het onderwijs. Hierbij gaat het
om praktische vaardigheden die zowel de docent al de leerling dient te beschikken.
Op welke manier ben je als docent goed voorbereid op deze taak? Eén van de
aspecten die een rol speelt is het gebruik van ICT. De leerlingen hebben een laptop
nodig die ze mee moeten nemen naar school. Een deel van de informatie is te
vinden op zogenaamde W-schijf, waar de leerlingen toegang tot hebben. De vraag
die in de docenten enquête werd gesteld is:
4.2. ICT Vaardigheden Van de docenten vindt 100 % het van belang om over goede ICT-vaardigheden te
beschikken. We zien echter ook dat ongeveer 2/3 aangeeft onvoldoende of matig
scoort op de ICT-vaardigheden. Kijken we naar de diverse toepassingen van ICT
dan is dit ook terug te zien: de meerderheid maakt gebruik van PowerPoint.
Slechts een derde maakt gebruik van Prezi, Dropbox of Google Drive. De helft
maakt gebruik van Wetransfer.com. Dit zijn vooral toepassingen die gebruikt worden
voor dataverkeer.
13. Vind je dat je zowel als docent en als leerling moet beschikken over goede ICT-
vaardigheden om in het huidige onderwijssysteem bij te kunnen blijven?
Ja 6 100%
Nee
11. Ben jij als docent voldoende toegerust met ict-vaardigheden?
1= helemaal mee oneens / 5= helemaal mee eens
1 2 3 4 5
1 1 2 2
16.6% 16.6% 33.3% 33.3%
!26!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Onderwijsgerichte ICT-toepassingen zoals flipping the classroom wordt door de helft
gebruikt. En slechts een derde maakt gebruik van onderwijssites zoals Kennisnet of
anders. Dit laatste is jammer, aangezien je als docent veel tijd kunt besparen door
gebruik te maken van reeds kant-en klaar digitaal lesmateriaal. Als docent mag er
van je verwacht worden dat je tegenwoordig goed om kunt gaan met PowerPoint,
Word en internet. Echter, om effectief en efficiënt aan de slag te kunnen met je
leerlingen is het van belang in ICT-toepassingen die effectief werken binnen het
onderwijs.
Binnen het team Welzijn locatie Assen is sprake van vergrijzing. Een gevolg hiervan is
dat verschillende docenten moeite hebben om op een vloeiende manier gebruik te
maken van ICT-toepassingen. Het maken van een powerpoint is meestal geen
probleem, maar het gebruik van bijvoorbeeld Prezi10 of Kahoot11 wordt als lastig
ervaren.
De jongere docent is hiermee uitgerust. Het is zelfs zo dat binnen de huidige
lerarenopleiding een verplicht onderdeel het ICT-portfolio is. Hieraan worden
behoorlijke eisen12 gesteld. De ervaring is, dat de kennis die de startende docent
heeft, groter is dan bij een groot deel van de oudere docenten.
De startende docent kan hierbij een mooie rol vertolken. Middels de teach the
teacher- methode kunnen docenten elkaar bijspijkeren met de ICT-vaardigheden.
Tevens kan het delen en uitwisselen van materiaal een waardevolle toevoeging zijn
in het delen van kennis onderling en aan de leerlingen. Denk hierbij aan Kennisnet of
Wikispaces. Tevens kan binnen de eigen werkomgeving, bijvoorbeeld de
10 www.prezi.com 11 www.kahoot.it
12 De eisen zijn landelijk geformuleerd in het document: http://kennisbasisict.wikispaces.com/
12. Maak je gebruik van één of meerdere van de volgende ict-toepassingen?
1. Powerpoint 5 83.3%
2. Prezi 2 33.3%
3. Dropbox 2 33.3%
4. Google drive 2 33.3%
5. Edmodo 2 33.3%
6. Wetransfer 3 50%
7. Flipping the classroom 3 50%
8. Kennisnet, leraar 24 of andere onderwijssites 2 33.3%
9. Ik maak zelf digitaal materiaal voor mijn leerlingen 1 16.6%
!27!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
zogenaamde G-schijf een onderdeel voor digitaal lesmateriaal worden ingericht.
Een dergelijke databank zal moeten worden beheerd en gecategoriseerd en up-
to-date moeten worden gehouden door 1 of 2 docenten.
Maar wat heeft de ICT-vaardigheid van de docent nu te maken met het hoe de
leerling de regie krijgt over zijn eigen leerproces?
Veel informatie zal digitaal worden aangeboden. Er is onlangs afgesproken dat in
de toekomst de zogenaamde SLB-map op papier zal verdwijnen en dat dit digitaal
wordt gemaakt. Dit betekent dat je als docent moet weten hoe je zo makkelijk
mogelijk kunt zoeken op het intranet. Daarbij speelt het organiseren een rol: is de
informatie niet of moeilijk te vinden dan gaat dit ten koste van de studievoortgang.
Indien een leerling veel moeite moet doen om materiaal te vinden voor een
opdracht, is de kans reëel aanwezig dat hij afhaakt en hierdoor niet de opdrachten
afrondt.
Het leren zoeken op een juiste en verantwoorde wijze op internet zou een punt van
aandacht moeten zijn. Leerlingen leren niet op een goede manier de juiste
informatie te zoeken, waardoor informatie verouderd of onjuist kan zijn. Kennisnet13
geeft veel interessante en bruikbare informatie voor docenten, leerkrachten,
leerlingen en studenten.
Wat verder opvalt uit het onderzoek is dat driekwart van de docenten vindt dat er
onvoldoende tijd is om de leerlingen eigen te laten worden met het
onderwijssysteem in de eerste onderwijsperiode.
Samengevat
ICT is niet meer weg te denken uit ons onderwijs. Door docenten te scholen in
goede basisvaardigheden en aantrekkelijke aanvullende digitale vaardigheden
kan het leerrendement worden verhoogd. Ook kunnen leerlingen sneller toegang
krijgen tot lesmateriaal en dit kan helpen bij het op de juiste manier plannen en
organiseren van hun opleiding.
13 www.kennisnet.nl
7. Is er voldoende tijd in de 1e periode van het schooljaar om leerlingen eigen te
laten worden met het onderwijssysteem binnen het mbo?
Ja 2 33.3%
Nee 4 66.6%
!28!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
5. Welke rol spelen de vakken studievaardigheden
en huiswerkbegeleiding bij de regievoering door de
leerling over zijn eigen leerproces?
5.1. Inleiding
Om de leerling te leren regie te krijgen over zijn eigen leerproces is het van belang
om de juiste tools aan te reiken. Binnen het Drenthe College werd tot het vorig jaar
het vak studievaardigheden aangeboden. Vanaf het nieuwe schooljaar staan er 2
uren per week huiswerkbegeleiding geroosterd. In dit hoofdstuk gaan we kijken
welke meerwaarde deze onderdelen hebben om de leerling te regie te geven over
zijn eigen leerproces.
5.2. Studievaardigheden
Dit vak werd zowel aan de jongeren als aan de volwasssenen gegeven.
De inhoud van het vak was voor beide groepen anders:
• Bij de volwassenengroep was het toegespitst op praktische zaken zoals omgaan
met e-mail, intranet en materialen vinden op de w-schijf. Daarnaast was er
ruimte om praktische vragen te stellen. In de praktijk bleek dat veel leerlingen
het lastig vonden om op de juiste manier informatie te vinden op de computer.
Basisvaardigheden zoals PowerPoint en het gebruik van Word waren matig.
• De jongerengroep kreeg les uit de methode Breingeheimen, een nieuwe
methode studievaardigheden, beroeps-en omgangscompetenties voor het
MBO. Deze methode combineert praktische opdrachten met de werking van de
hersenen. Het boek geeft leuke en informatieve tekstblokken over de werking
van de hersenen. De methode is speciaal ontwikkelt voor jongeren tussen ±16-21
jaar.
5.3. Huiswerkbegeleiding
In het nieuwe studiejaar is het vak studievaardigheden komen te vervallen. Een deel
van de onderwerpen komt aan bod in de methode Leslab, voor de LOB-lessen.
Verder zijn er nu in het eerste half jaar 2 uren per week geroosterd onder de noemer
huiswerkbegeleiding. Deze twee uren huiswerkbegeleiding zijn door onze leerlingen
niet als zinvol ervaren. In de beginfase van de opleiding is er weinig huiswerk
!29!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
aangeboden, waardoor de meerwaarde van huiswerkbegeleiding niet werd gezien
door de leerlingen.
In de methode Leslab is een compleet thema gewijd aan het onderdeel plannen.
Dit onderdeel kan goed passen binnen de uren huiswerkbegeleiding. De uren
huiswerkbegeleiding kunnen dan in de beginfase dienen om de basis neer te zetten
voor het volgen van een opleiding op mbo-niveau, waarbij het zoeken naar
informatie, het verzamelen van documenten en het maken van een (digitaal)
portfolio centraal kunnen staan.
5.4. Agendagebruik In het onderzoek heb ik een aantal vragen voorgelegd aan de leerlingen:
Een groot deel van de respondenten gebruikt een schoolagenda. Echter ruim 20
procent gebruikt deze niet consequent. 6,2 procent gebruikt geen agenda. Terwijl
68,8 procent zegt wel een schoolagenda te gebruiken. Een agenda is de basis voor
het goed plannen van de studie. Tijdens het onderzoek kwam ik een speciale plan-
agenda14 tegen welke is ontwikkeld voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Na het
bestuderen van deze agenda kwam ik tot de vraag: Zou een dergelijke agenda
ook geschikt zijn voor onze leerlingen? Zeker wanneer de overgang van het docent-
gestuurd leren naar het leerlinggestuurd leren groot is, kan een goede plan-agenda
uitkomst bieden. Onderwijsinstellingen zouden hierin kunnen voorzien door het
verstrekken van een agenda eventueel aangevuld met een eigen plansysteem. De
agenda werkt het beste wanneer deze sober van opzet is en helder is ingedeeld.
Vaak zijn de schrijfruimtes te klein. Een goede agenda heeft voldoende ruimte om
huiswerk in te schrijven én aanvullende notities te plaatsen. In de plan-agenda van
www.mijnwerkplekje.nl zit een hoesje waarin het rooster kan worden gestopt. Dit is
praktisch omdat je dan meteen de juiste indeling op papier hebt. Dit is zeker van
belang bij blokroosters, waarbij er meerdere roosters per jaar worden uitgegeven.
14 www.mijnwerkplekje.nl
16. Gebruik je een agenda?
Ja, ik heb een schoolagenda: 22 68,8%
Ja, ik gebruik een digitale agenda: 1 3,1%
Ik heb een agenda, maar gebruik deze niet consequent: 7 21,9%
Nee, ik heb geen agenda 2 6,2%
!30!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Doordat het gaat om één handeling, ziet de leerling meteen welk vak hij/zij er op
het rooster staat.
Voor het mbo bestaat een dergelijke agenda naar mijn weten niet. Ik heb als
aanbeveling een plan-agenda ontwikkelt die losbladig in de SLB-map kan worden
gestopt. Zo kan de leerling de map gebruiken als agenda, planner, informatiemap
en kan hierin het rooster toevoegen. Dat betekent dat de map wellicht een andere
indeling moet krijgen. Ook de informatie die de leerling zelf nodig heeft en die in de
toekomst digitaal wordt aangeboden is optioneel toe te voegen in de SLB-map. In
de bijlage is een opzet te vinden van deze plan-agenda.
5.5. Het afstemmen van huiswerkbegeleiding en LOB: komen tot
een integrale begleiding
Om de leerlijn helder te maken voor de leerlingen is het afstemmen van diverse
onderdelen belangrijk. Er zit een overlap in de LOB-lessen en de huiswerkbegeleiding.
Vanaf de 3e periode gaan de leerlingen op stage. Op dat moment gaan de
leerlingen gericht aan de slag met zowel stage als school en komt er meer huiswerk.
Vaak raken leerlingen in deze fase wederom het overzicht kwijt: de lange dagen,
de veelheid aan informatie en het uitvoeren van allerlei opdrachten.
Om de leerlijn helder neer te zetten is een goede afstemming onderling nodig. Wie
doet wat en wanneer? Welke onderdelen zijn van belang aan het begin van de
opleiding? Welke vaardigheden moet de leerling snel onder de knie krijgen? In
welke lessen laten we welk onderdeel aan bod komen?
Samengevat
Huiswerkbegeleiding is zinvol mits het op een juiste manier wordt ingezet door het
aanbieden van basisvaardigheden zoals omgaan met View, Magister en hoe de
juiste informatie te vinden is op de W-schijf. Daarnaast is het gebruik van cloud-
opslag en ict-basisvaardigheden een must.
Afstemming met de LOB is van belang om te voorkomen dat er hiaten ontstaan in
informatieoverdracht. Het stimuleren van agendagebruik en het hanteren van een
studieplanner kan ertoe bijdragen dat de leerling meer regie krijgt over zijn eigen
studievoortgang.
!31!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
6. Analyseren en concluderen
6.1.Inleiding Vanuit een uitgebreid theoretisch kader gaan we nu naar de praktijk. Ik heb een
enquête uitgezet onder docenten en studenten. In dit hoofdstuk ga ik de analyse
weergeven van deze enquête en hieraan verbind ik de conclusies. In de
voorgaande hoofstukken heb ik al een aantal vragen uit het praktijkonderzoek naar
voren gebracht.
Ik ga proberen de analyse en de conclusie te verbinden aan mijn onderzoeksvraag:
Op welke wijze kan ik als docent een bijdrage leveren om de leerling
regie te geven over zijn eigen leerproces middels een goede planning en
organisatie?
Ik heb twee enquêtes uitgezet: voor de leerlingen en de docenten. Ik zal een
analyse maken welke in de volgende paragrafen te lezen valt. Hierbij heb ik de
vragen eruit gehaald die relevant zijn voor de (deel)vragen in dit onderzoek. De
complete enquête staat in de bijlage.
Deelvragen van het onderzoek:
• Op welke wijze leren leerlingen en welke factoren spelen een rol bij het leren?
• Welke rol speelt ICT in het onderwijs en hoe hangt dit samen met plannen en
organiseren van de opleiding door zowel docent als leerling?
• Welke rol spelen de vakken studievaardigheden en huiswerkbegeleiding bij
de regievoering door de leerling over zijn eigen leerproces?
• Welke tools kan ik de leerling aanreiken om de leerling goed te laten plannen
en organiseren gedurende hun opleiding?
6.2. Docenten: Respondenten
Totaal 30 gevraagd, respons 6 is 20%. De grote meerderheid is vrouw. Eenderde deel
werkt korter dan 5 jaar in het onderwijs, tweederde deel werkt langer dan 16 jaar in
het onderwijs, waarvan ongeveer de helft langer dan 25 jaar.
Alle docenten vervullen een taak als SLB-er naast hun vakken en de helft vervult ook
stage/ beroepspraktijkvorming.
Ruim 80% geeft alleen les aan de jongeren en een groot deel geeft les aan beiden
of alleen volwassenen.
!32!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Op welke wijze leren leerlingen en welke factoren spelen een rol bij het leren?
Invloed van leeftijd op de mate van regie op het eigen leerproces
Tweederde van de docenten vindt dat leeftijd van invloed is op de regie van het
eigen leerproces van de leerling. Zij steunen de stelling: Jazeker, jongere leerlingen
moeten erg wennen aan het mbo-systeem waarin zij meer zelfstandig moeten gaan
uitvoeren.
Tweederde ziet niet de leeftijd als hoofdzaak, maar de zogenaamde “rugzak” van
de leerling. Veel leerlingen binnen het Sociaal Agogisch Werk hebben te kampen
met psychosociale problemen, psychiatrische problemen, lichamelijke problemen of
een combinatie hiervan.
De helft van de ondervraagden vindt dat het niet veel uitmaakt. Zij steunen de
stelling: Volgens mij maakt het weinig uit. Volwassen leerlingen zijn soms lang niet
naar school geweest en hebben soms veel moeite met dit type onderwijs
Conclusie: leeftijd is zeker van invloed op het leerproces, eveneens de zogenaamde rugzak.
Motivatie
De motivatie van de leerlingen wordt door tweederde als voldoende ervaren, maar
eenderde ervaart de motivatie als matig.
Conclusie: volgens de docenten is de meerderheid van de leerlingen gemotiveerd om de opleiding te volgen.
Tijd voor het eigen worden met het onderwijssysteem
Tweederde van de ondervraagden vindt dat er onvoldoende tijd is in de eerste
periode van het schooljaar om de leerling eigen te laten worden met het
onderwijssysteem. De redenen die hiervoor worden gegeven in vraag 8 zijn als volgt:
- Ons onderwijssysteem is heel gecompliceerd.
- De verschillende vakken en daarvan de verschillende eisen voor examinering
maken het voor de student heel onoverzichtelijk
- Studenten zijn er onvoldoende gericht mee bezig, maken het zich
onvoldoende eigen.
- Leerlingen zijn niet gewend aan zelfstandig werken. Vinden het lastig om de
juiste informatie in de SLB-map te vinden
Conclusie: In de eerste periode van het schooljaar is onvoldoende tijd voor de leerlingen om eigen te worden met het
schoolsysteem. Onduidelijkheid van de SLB-map, de diverse eisen voor examinering en gerichtheid door leerlingen worden
als oorzaken aangeduid. Vereenvoudiging van de SLB-map en examinering zou als aanbeveling kunnen gelden.
!33!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Welke rol speelt ICT in het onderwijs en hoe hangt dit samen met plannen en
organiseren van de opleiding door zowel docent als leerling?
Studievaardigheden en ICT
Over het vak studievaardigheden heb ik het volgende gevraagd:
Sluit het vak studievaardigheden voldoende aan ten aanzien van:
- Lesstof
- Leren plannen en organiseren van de studie
- Het omgaan met intranet, e-mail en w-schijf, etc.
Ten aanzien van het onderdeel lesstof zijn de meningen verdeeld: eenderde vindt
dit onvoldoende, eenderde vindt dit onvoldoende/matig en eenderde vindt dit
goed. Gesteld kan worden dat de aansluiting van het vak op de lesstof door de
meerderheid als onvoldoende wordt aangemerkt.
Bij het leren plannen en organiseren van de opleiding liggen de meningen
nagenoeg gelijk. Ook hier geeft tweederde aan dat dit onvoldoende is en
eenderde matig.
Bij het laatste punt, omgaan met intranet, e-mail en w-schijf komen vergelijkbare
scores naar voren.
Conclusie: Gesteld kan worden dat het vak studievaardigheden op basis van deze specifieke punten niet onvoldoende
aansluit. Als aanbeveling zou kunnen worden aangeduid dat het vak studievaardigheden meer moet aansluiten op de
huidige invulling van de opleiding en de behoeften van de leerling om hierin begeleidt te worden.
In vraag 9 werd gevraagd naar de ICT-vaardigheden van de docent. Slechts
eenderde van de ondervraagden vindt dat hij/zij goed is uitgerust met ICT-
vaardigheden. Eenderde scoort hierop onvoldoende en eenderde voldoende. In
relatie tot het vak studievaardigheden kan dit een rol spelen als het gaat om uitleg
geven over intranet en het gebruik van ICT binnen het onderwijs.
Op vraag 14 konden de docenten aangeven in welke mate zij zijn uitgerust met ICT-
vaardigheden. De volgende antwoorden kwamen naar voren:
- Ik merk zelf dat ik niet genoeg bij kan blijven met alle ontwikkelingen
binnen de ICT.
- Daar wordt ook weinig tijd aanbesteed in deskundigheidsbevordering.
- De computer is niet meer weg te denken in welk beroep dan ook.
- ICT vaardigheden is in mijn ogen is het kunnen gebruiken van Operating
System Windows en redelijke kennis hebben van het gebruik van Office
producten met name Word, PowerPoint en Excel is de toekomst.
Leerlingen weten vaak meer dan de docent op dit vlak. Je kunt je lessen
interessanter maken door het gebruik van ICT
!34!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
- Het kan tijd besparen en kwaliteit leveren, op voorwaarde dat de
faciliteiten goed geregeld zijn.
- Gebruik social media kan nadrukkelijker, kennis/tijd/prioriteit ontbreekt
- ICT is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Veel
onderwijsmateriaal komt digitaal. Wel handig als je weet hoe je daarmee
om moet gaan.
Conclusie: Binnen het Drenthe College zou meer aandacht kunnen komen voor het onderdeel ICT.
ELO
Vraag 15 richtte zich op een ELO (Elektronische Leeromgeving). Op de vraag: “Zou
je het een goede ontwikkeling vinden om alle informatie betreffende lesstof,
opdrachten, roosters, toetsen en opdrachten in een ELO te hebben?” antwoordde
tweederde “helemaal mee eens”, eenderde “eens” en eenderde “mee oneens”.
Conclusie: De meerderheid van de respondenten ziet een ELO als een positieve ontwikkeling.
Welke rol spelen de vakken studievaardigheden en huiswerkbegeleiding bij de
regievoering door de leerling over zijn eigen leerproces?
20. Stelling: de leerling moet weer leren leren. Dit zou prima kunnen in extra studie-
uren op school. In deze studie-uren gaan zij onder begeleiding van een docent of
klasse-assistent aan de slag met opdrachten en leerwerk.
Geef aan in welke mate je het hier mee eens bent. 1= helemaal niet/ 5= volledig
mee eens
1 2 3 4 5
66.7% 33.3%
Eenderde zou extra studie-uren onder begeleiding zinvol vinden. Tweederde is hierin
neutraal.
Welke tools kan ik de leerling aanreiken om de leerling goed te laten plannen en
organiseren gedurende hun opleiding?
SLB-map
Over de duidelijkheid van de SLB-map wordt door 66.6% als score een 3
aangegeven. Dit komt overeen met matig.
!35!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Conclusie: de huidige vorm van de SLB-map wordt als matig ervaren, hetgeen impliceert dat hiertoe verbeteringen kunnen
worden aangebracht.
Plansysteem
In vraag 17 konden de docenten aangeven of een plansysteem voor de leerlingen
meerwaarde zou hebben. Een dergelijk systeem wordt op de Friese Poort gebruikt.
Het gaat hierbij om een aftekenformulier waar alle opdrachten duidelijk op staan
vermeldt. De SLB-er parafeert het formulier als er een opdracht af is. Hierdoor staat
er structuur voor de leerling en is er een controlemechanisme voor zowel docent als
leerling. De resultaten op het leerresultaat zijn verbeterd.
1. Ja, dat zou ik een goed systeem vinden. Zo is er voor de SLB-er ook een beter
overzicht van waar de leerling op dat moment staat in de opleiding
16.6%
2. Ja, maar dan alleen in het eerste jaar om de leerlingen op weg te helpen
met hun opleiding. De leerling moet uiteindelijk zelfstandig kunnen werken.
83.3%
3. Nee, de leerling volgt een beroepsopleiding en daar hoort een zelfstandige
werkhouding bij
16.6%
4. Nee, daar zit ik niet op te wachten. De leerling is zelf verantwoordelijk voor
zijn/haar leerproces
Conclusie: Ruim de meerderheid van de ondervraagden is positief over een dergelijk plansysteem.
Tips
In vraag 18 werd gevraagd of de docent ook tips aan de leerlingen geeft ten
aanzien van een aantal onderwerpen. De docent kon meerdere antwoorden
invullen:
1. Het maken van huiswerk 4 66.7%
2. Hoe te leren voor een toets 4 66.7%
3. Het organiseren van lesmateriaal, overzicht en planning 3 50.0%
4. Het stimuleren van samenwerken met andere leerlingen 5 83.3%
5. Het leren omgaan met de computer 3 50.0%
6. Profi-leren of andere hulpmiddelen bij het lesmateriaal 6 100%
7. Nee, ik geef geen tips aan de leerlingen, zij zijn zelf verantwoordelijk
8. Nee, ik begeleid de leerling bij moeilijkheden, maar de basale planning en
organisatie moet de leerling zelf leren of met behulp van een medeleerling.
!36!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Conclusie: Uit de scores valt af te leiden dat huiswerk, leren voor een toets, stimuleren van samenwerking en het gebruik
van profi-leren de items zijn waaraan aandacht wordt besteed binnen de SLB-uren.
Verbeteringen
In de laatste vraag kon de docent aangeven welke aspecten het Drenthe College
zou kunnen verbeteren ten aanzien van het plannen en organiseren van de studie.
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk:
1. Het verbeteren/ verduidelijken van de SLB-map
3 50%
2. Het inzetten van verplichte studiebijeenkomsten/ maatjesproject
4 66.6%
3. Het vak studievaardigheden aanpassen aan de behoefte van de leerlingen
en dit vak het hele jaar aanbieden
5 83.3%
4. Het inzetten van een ELO zoals Blackboard of Magister (totaalpakket)
6 100%
5. Aanbieden van ICT-cursussen voor zowel leerlingen als docenten
6 100%
6. Het gebruik maken van een plansysteem die door de SLB-er wordt
afgetekend 4 66.6%
Conclusie: Wat opvalt aan de antwoorden is op ieder item door de meerderheid is geantwoord als verbeterpunt. Dat
betekent dat ten aanzien van het plannen en organiseren er verschillende verbeterpunten zouden kunnen worden doorgevoerd.
6.3. Leerlingen: Respondenten
129 gevraagd, respons 32 is 25%, waarvan de verdeling als volgt is:
Totaal: 129 | 32r 100,0%
1e jaars: 84 | 20r 62,5%
2e jaars: 24 | 8r 25,0%
3e jaars: 21 | 4r 12,5%
De verdeling van de leeftijd van de respondenten is als volgt:
16-18 jaar: 6,3%
18-25 jaar: 37,5%
26-35 jaar: 28,1%
36-45 jaar: 21,9%
46 jaar e.o.: 6,1%
!37!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
De verdeling van man/vrouw was als volgt: 10 mannen en 22 vrouwen hebben de
enquête ingevuld.
Vooropleiding en diploma
Ruim eenderde van de respondenten heeft een vmbo-tl opleiding afgerond. 15%
heeft een niveau 2 opleiding. Wat opvalt is dat bijna 30% van een andere mbo-
opleiding komt. Slechts 6.3% komt van de havo.
Ruim eenderde van de respondenten heeft een diploma in het voorgaande
schooljaar behaald. Ruim twintig procent heeft tussen de 2-5 jaar geleden een
diploma behaald. Wat opvalt is dat een kwart van de respondenten langer dan tien
jaar geleden een diploma heeft behaald. Deze laatste groep bestaat uit de
volwassen leerlingen.
Op welke wijze leren leerlingen en welke factoren spelen een rol bij het leren?
Motivatie
In vraag 6 werd gevraagd naar de motivatie van de leerling indien de werkgever
de opleiding faciliteerde:
Erg gemotiveerd, cijfer 8-10: 9 28,1%
Gemotiveerd, cijfer 7-8: 11 34,4%
Redelijk gemotiveerd: cijfer 6: 3 9,4%
Conclusie: De motivatie ligt bij deze doelgroep boven het gemiddelde. Carrièreperspectief kan hierbij een grotere rol spelen
(bijvoorbeeld meer salaris of kans op een vaste aanstelling).
In vraag 7 werd gevraagd naar de reden(en) om te kiezen voor deze opleiding
indien er zelf gekozen werd (dus niet door werkgever). De antwoorden waren zeer
uiteenlopend. Ik heb een aantal opvallende antwoorden weergegeven. De
complete lijst is terug te vinden in de bijlage.
• Omdat ik graag hogerop wil komen. Je hebt tegenwoordig een hogere
niveau nodig om fatsoenlijk werk te kunnen gaan doen.
• Toe aan een switch van beroep.
• Ik wist niet goed wat ik moest kiezen, SAW is heel breed en je kan er veel
kanten mee op. ik wilde wel iets in deze richting dus heb ik dit gekozen.
• Omscholing
• Je kunt uit vier uitstroomprofielen kiezen, gecombineerd met havo-vakken.
Dat leek me wel uitdagend. Later wil ik richting jeugdzorg/verslavingszorg,
vandaar dat ik deze opleiding heb gekozen met uitstroom profiel: Persoonlijk
Begeleider Gehandicapten Zorg
!38!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
• Ik wil graag met kinderen werken en deze opleiding sluit daar mooi bij aan.
Het volgende schooljaar ga ik naar het HBO de opleiding Pedagogiek
volgen.
• De kant van jeugdzorg trekt mij aan. De meeste lesinhoud vind ik ook
interessant
• Ik had al een jaar spw gedaan en ben daar mee gestopt.
Na veel wikken en wegen heb ik toch besloten weer te beginnen.
• Verandering van werksituatie
• MWD op het HBO werd het niet maar ik wilde wel graag wat in de zorg doen.
Conclusie: Er zijn diverse redenen om een opleiding te volgen die zowel excentriek als intrinsiek van motivatie kunnen zijn.
Welke rol spelen de vakken studievaardigheden en huiswerkbegeleiding bij de
regievoering door de leerling over zijn eigen leerproces?
Studievaardigheden
In het begin van het schooljaar wordt het vak studievaardigheden gegeven. In de
gestelde vraag kon de leerling aangegeven in hoeverre de leerling hier iets aan
heeft gehad. Er waren meerdere antwoorden mogelijk. Het meest opvallende
antwoord:
• Ik vond het vak studievaardigheden niets toevoegen betreffende het
plannen en organiseren van mijn studie: 65,6%
Conclusie: ruim de meerderheid vindt het vak studievaardigheden niets vond toevoegen. Als aanbeveling zou kunnen gelden
dat het vak studievaardigheden een nieuwe inhoud en vorm krijgt hetgeen beter aansluit bij het leerproces van de leerlingen.
Hulp
Op de vraag of leerlingen graag hulp willen hebben (gehad) bij het plannen en
organiseren van de opleiding is het antwoord 50-50.
SLB-er
In de vragen 11 en 12 staan de SLB-er en docenten centraal.
62.5% van de respondenten vindt dat er voldoende begeleiding gegeven wordt
door de SLB-er en andere docenten. Indien er Nee werd geantwoord op vraag 11
kon bij vraag 12 worden aangegeven waarom met onvoldoende begeleiding had
ervaren door de SLB-er. Een aantal antwoorden heb ik hieronder weergegeven. De
volledige lijst is terug te vinden in de bijlage.
!39!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
- De SLB'ers moeten met name de SLB map beter uitleggen en niet weg
stoppen. Er word er te weinig aandacht aan besteed waardoor wij niet
weten wanneer we een belangrijke tentamen hebben .
- In de intro weken niet te veel informatie en huiswerk geven. We kregen bulten
veel huiswerk waar we gewoon niet aan toe kwamen omdat we ook druk
bezig waren met het uitvogelen van hoe de opleiding in elkaar zit. De
werkwijze van Drenthe college is in de intro weken te rommeling en veel.
- Ze per periode een schema geven wat wanneer af moet en niet allemaal in
één map want dan raak je in de war door de vele informatie. soort van
weektaak/periodetaak.
- Meer individuele of klassikale hulp bij plannen van opdrachten en leerstof
een globale planning maken met leerstof
- Meer informatie over het plannen, aanpak en indelen van tijd. Maar ook
meer ondersteuning en afspraken nakomen. Twee studie uren op een aparte
dag werkt niet. Om mensen te motiveren om naar school te gaan, kan dat
niet voor 1,5 uur. Niet effectief. Ik heb het idee dat de meeste SLB-ers te veel
hebben. (werkdruk)
- Duidelijker en betere communicatie onder de leraren om verwarring te
voorkomen
- Meer duidelijkheid hoe magister werkt en hoe je de w schijf kunt gebruiken.
Conclusie: overzicht en planning wordt als belangrijk ervaren
Welke rol speelt ICT in het onderwijs en hoe hangt dit samen met plannen en
organiseren van de opleiding door zowel docent als leerling?
Gebruik van hulpmiddelen
100% van de leerlingen maakt gebruik van een laptop of tablet. Dit is een tevens
een vereiste van de opleiding.
34.4% van de leerlingen maakt gebruik van websites zoals Profi-leren of Studiemeter.
Alle respondenten zijn onbekend met het gebruik van datashare zoals Google Drive
en Dropbox.
Computervaardigheden
Op de vraag of het wenselijk zou zijn om in het begin van de opleiding het vak
computervaardigheden te geven antwoordde een nipte meerderheid met ja. De
mening is hierover verdeeld. Als aanbeveling kan worden gegeven om het vak
facultatief aan te bieden voor diegenen die hieraan behoefte hebben.
!40!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Edmodo en ELO
Een deel van mijn leerlingen heeft kennisgemaakt met Edmodo, een digitale
leeromgeving welke een Facebook-achtige uitstraling heeft. De vraag was hoe
leerlingen het werken met Edmodo hebben ervaren. Er waren meerdere
antwoorden mogelijk:
- Ik vind Edmodo handig omdat ik alle informatie voor een vak erop kan
vinden:
3,1%
- Ik vind Edmodo handig omdat ik makkelijk bestanden kan plaatsen en kan
uitwisselen
met mijn studiegroepje
3,1%
- Ik kan door Edmodo op een makkelijke manier communiceren met mijn
medestudenten 6,2%
- Ik vind dat alle docenten Edmodo of een vergelijkbaar programma zouden
moeten gebruiken
voor hun informatie over de lessen
3,1%
- Ik vind Edmodo niet handig omdat ik elke keer weer moet inloggen
3,1%
- Ik vind Edmodo niet nodig. Ik heb liever informatie via de mail
28,1%
- Ik vind Edmodo lastig in het gebruik, ik vind het te moeilijk
0
- Niet alle docenten gebruiken Edmodo. Ik vind het daarom niet nodig om het
te gebruiken
21,9%
Conclusie: Opvallend is dat 21,9% van de respondenten Edmodo niet nodig vind omdat niet alle docenten het gebruiken.
In vraag 15 wordt gevraagd of het Drenthe College ook gebruik zou moeten maken van een ELO. Hieruit blijkt dat de
meerderheid van 43,8% een ELO prettig zou vinden en 28,1% vindt dat het Drenthe College hieraan mee moet werken
omdat alles digitaal is tegenwoordig.
Deze antwoorden staan eigenlijk haaks op het antwoord van vraag 14.
Agendagebruik en manieren van plannen en organiseren
In vraag 16 komt het gebruik van een agenda aan bod. 68,8% van de
respondenten heeft een agenda. Ruim twintig procent heeft een agenda maar
gebruikt deze niet consequent.
!41!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
In vraag 17 werd gevraagd op welke manier de leerling de opleiding plant en
organiseert. Er zijn meerdere vragen mogelijk:
Ik maak takenlijstjes, als ik iets klaar heb dan vink ik dit af
37,5%
Ik plan mijn huiswerk niet, ik begin zomaar ergens
31,3%
Ik ga zelf bepalen wat ik het meeste werk vind om te doen, daar begin ik mee
28,1%
Ik ga beginnen met de opdrachten die ik erg moeilijk vind
6,3%
Ik heb een andere manier van plannen en organiseren
25,0%
Conclusie: Opvallend is dat ruim 30% geen planning heeft maar zomaar ergens begint. De meerderheid kiest voor
takenlijstjes.
Bij vraag 18 konden de respondenten een toelichting geven naar aanleiding van
vraag 17. De meest opvallende antwoorden heb ik hieronder weergegeven. De
complete lijst is opgenomen in de bijlage.
- Ik plan niet echt eigenlijk, ik bekijk hoelang ik er mee bezig ben en dan begin
ik ergens. De laatste tijd plan ik wel meer omdat het nu af moet en ik in mijn
examenjaar zit
- Prioriteiten stellen aan de hand daarvan de opdrachten afwerken
takenlijstjes
- Alleen bij toetsen, portfolio en bp-boekjes plan ik wel. Dit doe ik dan door
takenlijsten te maken en af te vinken. En begin meestal met wat ik moeilijk of
veel werk vind.
- Door gewoon te kijken hoeveel tijd ik voor iets nodig heb en het dan te
maken
- Door drukte op het werk en onregelmatige diensten inspringen is plannen
lastig
- Soms is het moeilijk om de opdrachten te vertalen naar je eigen praktijk. Bijv.
verpleegkundige vaardigheden (wassen, begeleiden) wat niet aansluit op
de doelgroep waar ik mee werk.
- Ik noteer huis- en leerwerk met de datum erbij wanneer het af moet zijn. Dat
schrijf ik op en hang het boven mijn bureau, elke keer als ik wat af heb dan
vink ik het af en ik zorg ervoor dat het van te voren af is.
!42!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
- De ene keer gaat het plannen goed m.b.v. een takenlijst. Als het huiswerk
heel veel wordt vind ik het moeilijk om dan nog een takenlijst te maken.
Verbeteringen
Wat zou het Drenthe College kunnen verbeteren als het gaat om het plannen en
organiseren?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
- Overzichtelijker maken van de SLB-map:
65,6%
- Aan het begin van het schooljaar het vak studievaardigheden aanbieden:
leren omgaan met intranet, e-mail, w-schijf:
15,6%
- De mogelijkheid voor studiebegeleiding op school door derdejaars of een
klassenassistent
12,5%
- Het samenstellen van studiegroepjes in de klas
0
- Inzet van een elektronische leeromgeving zoals Magister of Edmodo
9,4%
- Het vak studievaardigheden het hele jaar inzetten
12,5%
- Werken met studieschema’s voor het maken van huiswerk en het leren van
lesstof
53,1%
Conclusie: de leerlingen willen met name de SLB-map overzichtelijker hebben. Daarnaast geeft een kleine meerderheid aan
dat het werken met studieschema’s een verbetering zou zijn.
Bij vraag 21 konden leerlingen suggesties voor verbetering aangeven ten aanzien
van plannen en organiseren. Deze zijn terug te vinden in de bijlage.
Mening over de SLB-er
De leerlingen zijn over het algemeen positief over de SLB-er. Het merendeel geeft
een ruimvoldoende voor de uitleg en de hoeveelheid informatie door de SLB-er. De
leerlingen ervaren voldoende ruimte voor het stellen van vragen bij
onduidelijkheden of individuele vragen ten aanzien van plannen en organiseren
van de studie. De deskundigheid van de SLB-er op het gebied van schoolzaken,
!43!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
lesstof en tentamens wordt door bijna de helft van de respondenten gewaardeerd
met een ruim voldoende. Een kwart geeft een goed.
De eigen inzet door de leerling wordt door bijna tweederde met een goed
beoordeeld.
Op- en aanmerkingen, danwel suggesties tot verbetering
In de laatste vraag werd leerlingen gevraagd welke suggesties ter verbetering zij zelf
hebben. De leerlingen zijn over het algemeen tevreden. De volgende punten
werden nog toegevoegd:
• Sommige docenten geven praktijkvoorbeelden waardoor het langer blijft
hangen.
• Meer informatie na leerlingen toe door SLB er mbt schoolzaken.
• Meer rust in de intro - weken. Eerder beginnen met de stage opdrachten
zodat we dat beter in kunnen plannen
• ik heb dit gebaseerd op voornamelijk het begin van het jaar
• Strakkere regels en die ook hanteren. Vaak genoeg hebben mensen geen
laptop bij zich.... En die moeten dan maar met een ander meekijken. Ik sleep
niet wekelijks alles mee zodat anderen dat niet hoeven! Te laat is te laat.....
Dat is ook leren plannen van de leerlingen. Dit kan op je werk ook niet en
verstoord de aandacht
• Wat mischien wel van belang kan zijn voor sommige studenten is een
computercursus.
• Alles was in het begin (intro) waren veel onduidelijkheden over de studie en
opleiding.
!44!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
7.Conclusie en aanbevelingen
7.1. Inleiding In het vorige hoofdstuk heb ik een analyse gemaakt van het enquêtes. In dit
hoofdstuk gaan we richting de conclusie en aanbevelingen van dit onderzoek. De
aanbevelingen ga ik belichten vanuit de rol van docent en vanuit de student/
leerling.
Het gaat hier om:
- Op welke wijze kan ik als docent een bijdrage leveren om de leerling
regie te geven over zijn eigen leerproces middels een goede
organisatie en planning?
- Welke tools kan de leerling inzetten om de regie te houden over zijn
eigen leerproces?
7.2.Conclusie Vanuit de theorie is naar voren gekomen dat er verschillende factoren meespelen
als het gaat om leren. Tevens hebben bepaalde factoren invloed op de mate van
regievoering door de leerling op het eigen leerproces. Zo hebben we kunnen lezen
dat Marzano en Miedema 5 dimensies beschrijven in het leerproces. Hierbij spelen
motivatie en reflectie een belangrijke rol. Daarnaast heeft de docent een
belangrijke rol als het gaat om effectief leren. Hierin komen verschillende
sleutelbegrippen naar voren zoals een goede structuur in de opbouw van de lesstof,
betekenis geven en motivatie.
Bovengenoemde factoren zijn slechts enkele factoren die niet alleen van invloed
zijn op het leren an sich, maar ook het eigen maken van het leerproces en daarbij
behorend het plannen en organiseren van huiswerk en opdrachten.
Om tot de regievoering te komen is een actieve studiehouding vereist, welke zich
kenmerkt door initiatief nemen, vragen stellen en doorzetten en volhouden.
Zeker van invloed is de persoonlijke leerstijl die een leerling heeft. Kolb heeft onder
andere hiervoor de leercirkel ontwikkeld. Hij beschrijft een aantal leerfasen en
leerstijlen. Deze test is zinvol, maar begrijpt de leerling wat hij/zij hiermee kan? Welke
consequenties heeft een bepaalde leerstijl op het plannen en organiseren van de
studie en daarbij het eigenaarschap? De test is pas zinvol als deze ook in acties
wordt omgezet: wat heeft de leerling nodig in concreto om te werken volgens zijn
eigen leerstijl. Wat betekent dit bijvoorbeeld voor het leren van toetsen en het
maken van opdrachten?
!45!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Uit onderzoek is gebleken dat naast leerstijlen ook het geslacht en de sociaal
economische status van invloed zijn op het leerproces van de leerling. Vanuit de
onderwijssociologische literatuur zijn drie modellen geformuleerd die een antwoord
proberen te geven op het ontstaan van sociale ongelijk in relatie tot leren. UIt de
enquêtes kwam naar voren dat de zogenaamde “rugzak” van invloed is op het
leren door de leerling. Deze rugzak kan weer vertaald worden naar het genetisch
deficitmodel en het cultureel deficitmodel. De valkuil zit erin dat de leerling wordt
beoordeeld op zijn sociaal economische status. De onderwijsinstelling heeft als taak
te komen tot een goede vorm van onderwijs waarin de leerling kan excelleren op
zijn/ haar kunnen. Dit sluit aan op de missie van het Drenthe College, waarin wordt
gesteld dat leerlingen op zoek gaan naar de beste versie van zichzelf.
De leerling komt veelal vanuit een gestructureerde leeromgeving vanuit het
voortgezet onderwijs of heeft soms jaren geen onderwijs meer gevolgd. Uit de
enquêtes komt naar voren dat ruim 37% van de leerlingen de informatie en uitleg,
gegeven door de docent, matig vindt. De leerlingen ervaren de SLB-uren als
rommelig, onduidelijk en docenten zitten niet op één lijn. Dit betekent dat in de
beginfase van de opleiding er een duidelijke structuur dient te worden neergezet
waarin de docent niet teveel informatie ineens geeft. Het leren met een plan-
agenda of planrooster zou aanvankelijk deze structuur kunnen stimuleren zodat de
leerling steeds beter in staat is om zijn/haar eigen weg te vinden in het plannen en
organiseren van de studie. De wijze van het plannen van opdrachten en huiswerk is
divers. Ruim eenderde van de leerlingen maakt takenlijstjes en vinkt deze af.
Eenderde plant niet, deze groep begint zomaar ergens. Bij de volwassen leerlingen
speelt het werk een grote rol. Door drukte en onregelmatige diensten is voor een
deel van deze leerlingen plannen lastig.
De helft van de ondervraagde leerlingen had graag hulp gehad bij het plannen en
organiseren van de studie.
ICT kan een grote rol gaan spelen bij het plannen en organiseren van de studie. De
ontwikkelingen gaan door op dit gebied en dat betekent dat veel
onderwijsinstellingen overgaan op een ELO waar roosters, vakinformatie en
opdrachten zijn te vinden. Momenteel wordt de informatie gefragmenteerd
aangeboden: er is een papieren SLB-map, een deel van de informatie staat op de
w-schijf, er wordt verwezen naar diverse sites zoals Profi-leren en Studiemeter. Voor
de leerling geeft dit veel handelingen en het maakt het systeem ondoorzichtig.
Daarnaast beschikt niet iedere docent over de juiste ICT-vaardigheden waardoor
!46!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
leerlingen de kans lopen informatie te missen door gebrek aan kennis door de
docent. Adequate ondersteuning bij het leren omgaan van intranet en de digitale
aanvullende sites is hierbij wenselijk.
Tevens valt op uit de enquête dat het vak studievaardigheden, zoals dit tot nu toe
werd aangeboden in het 1e leerjaar, onvoldoende aansluit bij de behoeften van de
leerling en de fase van de opleiding.
7.3. Aanbevelingen: Welke bijdrage kan de docent en/ of
onderwijsinstelling leveren aan het eigenaarschap van de
opleiding voor de leerling? Als docent heb je, zoals ik al eerder heb genoemd, een coachende rol in het
huidige onderwijs. Dat betekent dat je niet meer frontaal lesgeeft en hierbij
duidelijke opgaves geeft maar dat de leerling op een explorerende wijze aan de
slag gaat met de beroepsontwikkeling en de persoonlijke ontwikkeling hetgeen
wordt ondersteunt door theorie en opdrachten.
Als docent heb je vooral in de eerste fase van de opleiding een belangrijke taak
wat betreft het verstrekken van de juiste informatie. Iedere docent is anders: de één
is kort en bondig in de uitleg en de ander is breedsprakig. Wordt de leerling
overladen met informatie, dan is de kans groot dat hij/zij het spoor bijster raakt.
Belangrijk is om de hoeveelheid informatie te beperken. Ook afstemming over de
informatieverstrekking met andere docenten is een pré. Wat gaat je collega
vertellen?
Leerlingen komen in het begin vaak met veel vragen. Soms zijn er vragen waar je als
docent niet meteen een antwoord op hebt. De valkuil is om toch een antwoord te
geven om de leerling tevreden te stellen, echter dit kan averechts werken.
Afstemmen en vragen aan een collega en er later op terugkomen heeft altijd een
beter resultaat.
Als docent ken je het systeem door en door. Dit betekent niet dat de leerling ook
meteen begrijpt hoe het schoolsysteem in elkaar steekt; voor de leerling is het nieuw
en kan de nieuwe start spannend zijn.
Werken aan een goede kennismaking met de stamgroep of SLB-groep is een
voorwaarde om later in het leerproces met elkaar te kunnen samenwerken.
In het begin veel investeren zorgt er doorgaans voor dat je er veel voor terugkrijgt.
Dit geldt niet alleen voor de docent maar ook voor de leerling. Als docent investeer
je in de docent-leerling relatie om ook individueel een gesprek aan te gaan met de
leerling. Hierin kun je samen met de leerling kijken waar hij/ zij staat in het leerproces,
welke zaken er wellicht minder goed verlopen en welke psychosociale
omstandigheden wellicht invloed hebben op het leerproces. Hierbij plaats ik wel de
!47!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
kanttekening dat de docent géén hulpverlener is. Als docent dien je je bewust te
zijn van de inhoud van de taak. Indien er sprake is van ingewikkelde psychosociale
problematiek is een verwijzing naar het schoolmaatschappelijk werk de juiste weg.
Naar aanleiding van dit onderzoek kom ik tot de volgende aanbevelingen:
• Informatie verstrekken en inhoud parallellessen
o De hoeveelheid informatie beperken
o Van tevoren met collega-docenten bespreken wat je gaat doen in de
les. Stem de inhoud van de bijeenkomsten af.
o Wees eenduidig in afspraken naar de leerling toe, ook als collega’s
onderling. Zo voorkom je ruis.
o Check bij de leerling of informatie helder is.
• SLB-map
o De SLB-map niet in zijn geheel aanbieden. Per SLB-bijeenkomst
materiaal uitdelen en bespreken en de leerling dit in de eigen map
laten doen.
o Naast de praktische inhoud van SLB-map een plan-agenda en rooster
toevoegen
• Studievaardigheden
Het vak studievaardigheden toespitsen op leren leren. Hiervoor kan gebruik
worden gemaakt van:
o Studiemaatjes: aan het begin van het schooljaar koppels maken
o Het opzetten van een studiebegeleidingsgroep waarbij gewerkt kan
worden aan onderwijsactiviteiten in kleinere groepen. Uitwisseling van
kennis en ervaring speelt hierbij een rol. Tevens kan er gebruik worden
gemaakt van de inzet van ouderejaars om jongerejaars te begeleiden.
Een docent kan hierbij als supervisor optreden. De
verantwoordelijkheid ligt bij de leerlingen zelf. Bij ingewikkelde
vraagstukken is de supervisor aanspreekpunt.
o Het inzetten van een plan-agenda waardoor leerlingen beter leren
structureren. Ik heb als aanbeveling een plan-agenda ontwikkelt die
losbladig in de SLB-map kan worden gestopt. Zo kan de leerling de
map gebruiken als agenda, planner, informatiemap en kan hierin het
rooster toevoegen. Dat betekent dat de map wellicht een andere
indeling moet krijgen. Ook de informatie die de leerling zelf nodig heeft
en die in de toekomst digitaal wordt aangeboden is optioneel toe te
voegen in de SLB-map. In bijlage 3 is een opzet te vinden van deze
plan-agenda.
!48!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
o De inzet van een webbased ELO, zoals Edmodo of social media zoals
Twitter waarbij leerlingen niet alleen kunnen communiceren met elkaar
maar ook informatie uit kunnen wisselen. Docenten kunnen inzichtelijk
hun lesmateriaal op Edmodo plaatsen.
o Trainingen om het brein te activeren, bijvoorbeeld door te leren leren
voor een toets, het leren maken van aantekeningen, het organiseren
van je huiswerk.
• ICT
Om de vaardigheden op peil te brengen kunnen er facultatief ICT-cursussen
worden aangeboden voor zowel docenten als leerlingen. Om kosten te
reduceren hoeft het hier niet te gaan om speciale cursussen, maar kan een
train- the trainer principe worden toegepast. Haal hierbij de kennis uit het team.
o Docenten trainen elkaar in computervaardigheden, kennis wordt
gedeeld.
o Tevens kan het delen en uitwisselen van materiaal een waardevolle
toevoeging zijn in het delen van kennis onderling en aan onze leerlingen.
Denk hierbij aan Kennisnet of Wikispaces. Tevens kan binnen de eigen
werkomgeving, bijvoorbeeld de zogenaamde G-schijf een onderdeel
voor digitaal lesmateriaal worden ingericht. Een dergelijke databank zal
moeten worden beheerd en gecategoriseerd en up-to-date moeten
worden gehouden door 1 of 2 docenten.
o Leerlingen kunnen facultatief gebruik maken van trainingen om goed om
te leren gaan met de digitale toepassingen binnen het Drenthe College.
Mediawijsheid dient hierbij een apart aandachtspunt te zijn. Het gaat
hierbij vooral om het leren van praktische vaardigheden: hoe kom ik aan
de juiste informatie, hoe kan ik een PowerPoint of Prezi maken en hoe kan
ik effectief en efficiënt zoeken op het internet?
• Intro-fase
o Inzetten van testen alleen met resultaat verbinden: wat betekent een
testuitslag zoals KOLB? Hoe pak je dan je studie vervolgens aan? Testen
gericht aanbieden: wat is nu zinvol om te weten in relatie tot het
organiseren van je studie?
o Individuele aandacht in de startfase: wat heeft ieder individu nodig om
goed te presteren? In de startfase van de opleiding investeren in het
individu en in de groep. Dit betekent naast de geëigende kennismaking
met de medestudenten dat de docent (SLB-er) in de beginfase
individuele gesprekken voert met de leerling om zicht te krijgen op de
manier van plannen, motivatie en eventueel belemmerende factoren.
!49!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
7.4. Aanbevelingen: Welke tools kan de leerling inzetten om
regie te houden over zijn eigen leerproces? In de voorgaande hoofdstukken hebben we uitgebreid stilgestaan bij het leren leren
en de diverse factoren die hierbij een rol spelen en direct ook invloed kunnen
hebben op het plannen en organiseren van de studie.
Vanuit het praktijkonderzoek heb ik de volgende aanbevelingen voor de leerling.
Hierbij wil ik aanmerken dat deze aanbevelingen ook voor de docent gelden die te
maken heeft met deze leerling.
• Basistips
o Het bijhouden van een agenda. De agenda werkt het beste als deze simpel
van uitvoering is zonder teveel plaatjes en extra’s. Op veel scholen worden
agenda’s verstrekt. Wellicht zou het Drenthe College een gratis agenda
kunnen uitreiken aan de leerlingen.
o Indien de leerling het lastig vindt om een agenda bij te houden kan hij/ zij
gebruik maken van het plansysteem zoals in bijlage 3 is toegevoegd.
o Het maken van aantekeningen tijdens de lessen: schrijf zoveel mogelijk op
tijdens uitleg of theorie.
• Werkomgeving
o Voor het maken van huiswerk is een rustige omgeving het meest
geëigend. Een opgeruimd bureau en weinig prikkels zorgen voor een
betere concentratie.
o Sommige leerlingen zijn in de klas snel afgeleid. Creëer, indien mogelijk,
extra werkplekken op de gang of in een stille hoek in het lokaal voor deze
leerlingen.
• Afleiding
o Zorg ervoor dat leerlingen géén gebruik maken van laptops of tablets
indien deze niet nodig zijn in de les. Dit leidt onnodig af!
o Verbiedt gsm’s in de klas. De leerlingen zijn met andere dingen bezig
waardoor de concentratie afneemt. Wees als team consequent hierin!
• Voortgang
o Probeer als docent te investeren in de leerling. Plan minimaal 3 keer per
jaar een kort individueel gesprek waarin de studievoortgang wordt
besproken. Maak afspraken met de leerling over de te behalen doelen.
Leg afspraken vast in het leerlingdossier.
!50!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
• Trainingen
o Bied leerlingen de mogelijkheid om trainingen of bijeenkomsten te volgen
op het gebied van:
! ICT-vaardigheden
! Huiswerkbegeleiding
! Leren plannen en organiseren
! Tentamens leren
! Aantekeningen maken
7.5. Terug naar de hoofdvraag
Op welke wijze kan ik als docent een bijdrage leveren om de leerling regie te geven over zijn eigen leerproces middels een
goede organisatie en planning?
Samenvattend kan gesteld worden dat verschillende factoren van invloed zijn op
het leren en indirect ook op het organiseren en plannen van de studie. In de
analyse en conclusie van het praktijkonderzoek is dit naar voren gekomen. In de
aanbevelingen heb ik getracht een praktische uitwerking te geven van de
aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn in het kort terug te brengen in een aantal
hoofdgroepen:
• Informatie, informatieverstrekking en communicatie tussen teamleden onderling
en docent-leerling: Hieronder valt onder meer de SLB-map, de hoeveelheid
informatie en de rol van de SLB-er hierin
• Studievaardigheden en trainingen: het aanbieden van facultatieve trainingen
en bijeenkomsten gericht op het organiseren en plannen, het leren leren en het
gebruik maken van elkaars kwaliteiten
• ICT: meer kennis bij docenten, het delen en vergroten van deze kennis bij
docenten en leerlingen.
Deze aanbevelingen zijn m.i. zonder moeite te implementeren in het onderwijs. Deze
aanbevelingen zijn bedoeld om de leerling tools te geven om beter te leren
plannen en organiseren en hiermee de regie te hebben en te houden op het eigen
leerproces, maar zullen uiteindelijk ook doorwerken in de studieresultaten van de
leerling. Door je als docente bewust te zijn van de wijze van leren, de verschillende
leerstijlen en de specifieke factoren zoals geslacht en sociaal-economische
achtergrond, ben je beter in staat de individuele leerling te begeleiden en de
leerling te stimuleren in het proces om zelf de regie te voeren in het zijn eigne
!51!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
leerproces en studievoortgan. Hierdoor krijgt de leerling meer controle op zijn eigen
ontwikkeling en weet hij/zij middels een coachende houding van de docent op de
juiste manier de studie te doorlopen.
!52!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Tot Slot
Middels dit praktijkonderzoek hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan verdere
ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van het onderwijs.
Aanvankelijk vond ik het lastig om dit onderzoek zo concreet mogelijk te maken. Ik
had mijn doel helder, maar hoe werk ik het nu zo concreet mogelijk uit? Dit is
uiteindelijk ook lastig gebleken. De door mij gestelde norm van 30 pagina’s heb ik
overschreden, maar ik hoop dat dit geen afbreuk doet aan de kwaliteit van dit
product.
Uiteindelijk hoop ik, dat ik voor de lezer een helder en zinvol product heb
geschreven.
Inmiddels is het nieuw schooljaar gestart. En dit nieuwe schooljaar wordt gekenmerkt
door nieuwe ontwikkelingen. Deze zijn weliswaar geen onderdeel van dit onderzoek,
maar sluiten mijns inziens wel aan. Daarom wil ik ter illustratie een voorbeeld van de
huidige onderwijspraktijk weergeven:
De eerstejaars jongeren krijgen sinds dit schooljaar Huiswerkbegeleiding. Dit beslaat 2 lesuren per week. Een van de
docenten die dit onderdeel geeft kwam onlangs met een probleem: “ Ik weet niet wat ik in die uren moet gaan doen”. Met
deze opmerking realiseerde ik me dat mijn onderzoeksvraag nog niet zo raar gekozen was.
Blijkbaar had deze collega geen duidelijk beeld bij het onderdeel Huiswerkbegeleiding. Ik heb met haar gesproken over mijn
visie op het vak en hierdoor kwamen we erop uit we beiden een heel ander beeld hadden van de inhoud van
Huiswerkbegeleiding. Ik legde het accent vooral op het leren plannen en organiseren terwijl zij het idee had dat de leerling
er alleen zat om opdrachten te maken. En bij dit laatste kwam juist het probleem: de leerlingen hebben in deze fase
nauwlijk huiswerk. Al pratende kwamen we tot de conclusie dat we de huiswerkbegeleiding en de LOB lessen met elkaar
kunnen verbinden: het onderdeel Leren leren uit de methodiek Leslab zetten we in bij de Huiswerkbegeleiding terwijl dit
eigenlijk in de LOB-lijn staat uitgeschreven. Door te schuiven met lesinhoud op een verantwoorde manier kom je tot een
beter geheel. Hierdoor krijgt de leerling meer zicht op de samenhang van de afzonderlijke lesonderdelen maar heb je zeker
als docent profijt: je kunt je namelijk richten op een kwalitatief goede inhoud van het lesprogramma.
Dit voorbeeld illustreert dat samenwerken met collega’s en feedback vragen aan
elkaar een belangrijk onderdeel is van het organiseren van het onderwijs. Dit is dan
weliswaar niet concreet naar voren gekomen in het onderzoek maar als we kijken
naar structuren, de logica van het onderwijsprogramma en vooral kijken naar de
leerling dan kan het niet anders zijn dat deze aspecten invloed hebben op de mate
van regie-voering door de leerling op het eigen leerproces. Als docent dienen we
ons bewust te zijn van de impact van ons eigen handelen en de invloed wat dit
!53!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
heeft op het uitvoeren van betekenisvol onderwijs. Dit praktijkonderzoek is slechts
een klein onderdeel. Uiteraard kan er in de toekomst nog verder vervolgonderzoek
worden gedaan naar aanverwante onderwerpen.
Angela Rondhuis
Maart 2015
!54!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Bronnen
• Ebbens, S, & Ettekoven, S (2009) Effectief Leren- basisboek (2e dr.)
Groningen: Noordhoff
• Geerlings, T., Veen, T. Van der (2011) Lesgeven en zelfstandig leren ( 15e dr.)
Assen: Van Gorcum
• Geerts, W, & Kralingen, R., van (2009) Handboek voor leraren (2e dr.)
Bussum: Coutinho
• Grit, R., Guit, R. & Sijde, N. van der, (2012), Competentiemanagement -
persoonlijk ontwikkelplan, (3e dr.), Groningen: Noordhoff
• Herik, K., van den, Winkler, P., (2009) Leren en loopbaan –
Studieloopbaanbegeleiding MBO, niveau 3-4, deel 1 (2e dr.)
Leeuwarden: Eisma Edumedia
• Lenov, D. (2012) Teach like a champion – 49 technieken om leerlingen te
laten excelleren, (3e dr.), Rotterdam: CED Groep
• Louwerse, C., (1996) Begeleid actief – wegwijzer voor docenten bij het
gebruik van het boekje studeer (14e dr.) Baarn: INTRO Licentie-uitgave van de
Volkskrant
• Louwerse, C., (1996) Studeer actief – wegwijzer voor de beginnende student,
(14e dr.) Baarn: INTRO Licentie-uitgave van de Volkskrant
• Marzano, R., Medema, W., (2011)Leren in vijf dimensies – modern didactiek
voor het voortgezet onderwijs (5e ongew. dr.) Assen: Van Gorcum
• Valcke, M. (2010) Onderwijskunde als ontwerpwetenschap – een inleiding
voor ontwikkelaars van instructive en voor toekomstige (8ste dr.)
Gent: Academia Press
• http://outingholland.nl/leercyclus-van-kolb/
• www.kennisnet.nl
• www.mijnwerkplekje.nl
!55!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Bijlage 1: Uitwerking van de docenten-
enquête
Voor deze enqûete heb ik 30 docenten gevraagd om de vragenlijst in te vullen.
Hierop hebben 6 docenten gereageerd. Dit is een percentage van 20%
1. Wat is je geslacht?
Man 1 16.6%
Vrouw 5 83.4%
2. Hoe lang ben je werkzaam in het onderwijs?
0-5 jaar 2 33.3%
6-10 jaar
11-15 jaar
16-20 jaar 2 33.3%
21-30 jaar 1 16.6%
31-45 jaar 1 16.6%
3. Welk vak(ken) geef je?
Er zijn meerdere keuzes mogelijk
1. Eén van de REN-vakken (rekenen, Engels, Nederlands) 1 16.6%
2. Verzorgende vakken
3. Agogiek: ontwikkelingspsychologie, pedagogiek,
sociologie 5 83.4%
4. Agogiek: methodiekvakken 2 33.3%
5. SLB 6 100%
6. BPV 3 50%
7. Anders 1 16.6%
4. Aan welke leeftijdscategorieën geef je les?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
Alleen jongeren 5 83.4%
THBO 4 66.6%
Volwassenen BBL 6 100%
Volwassenen BOL 4 66.6%
InnoVA 4 66.6%
!56!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
5. Heeft de leeftijd van de leerlingen invloed op de mate waarop de leerling zelf de
regie heeft op zijn of haar leerproces?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
1. Jazeker, jongere leerlingen moeten erg wennen aan het mbo-systeem
waarin zij meer zelfstandig moeten gaan uitvoeren
4 66.6%
2. Ja, de mentale ontwikkeling speelt hierbij een grote rol. Het puberbrein is nog
niet goed in staat te relativeren
2 33.3%
3. Volgens mij maakt het weinig uit. Volwassen leerlingen zijn soms lang niet
naar school geweest en hebben soms veel moeite met dit type onderwijs
3 50%
4. Leeftijd is niet de hoofdzaak, de zogenaamde “rugzak” van de leerling speelt
een veel grotere rol met betrekking tot het organiseren van de studie
4 66.6%
6. Hoe duidelijk vind jij de SLB-map voor onze leerlingen?
1= onvoldoende, 5 = zeer goed
1
2 1 16.6%
3 4 66.6%
4 1 16.6%
5
7. Is er voldoende tijd in de 1e periode van het schooljaar om leerlingen eigen te
laten worden met het onderwijssysteem binnen het mbo?
Ja 2 33.3%
Nee 4 66.6%
8. Indien je bij vraag 7 NEE hebt ingevuld, kun je dan aangeven waarom er
onvoldoende tijd is?
• Ons onderwijssysteem is heel gecompliceerd.
De verschillende vakken en daarvan de verschillende eisen voor examinering
maken het voor de student heel onoverzichtelijk
• Studenten zijn er onvoldoende gericht mee bezig, maken het zich
onvoldoende eigen.
!57!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Leerlingen zijn niet gewend aan zelfstandig werken. Vinden het lastig om de
juiste informatie in de SLB-map te vinden.
9. Sluit het vak studievaardigheden voldoende aan ten aanzien van:
1= onvoldoende, 5= zeer goed
1 2 3 4 5
• Lesstof 2 2 2
33.3% 33.3% 33.3%
• Leren plannen en 2 2 2
organiseren van de
opleiding
33.3% 33.3% 33.3%
• Het omgaan met
intranet, 2 2 1 1
e-mail en w-schijf, etc.
33.3% 33.3% 16.6% 16.6%
10. Stelling: de leerlingen krijgen beter overzicht als de vakken beter op het rooster
zouden staan: geen agogiek, maar bijvoorbeeld ontwikkelingspsychologie,
methodiek, observeren, etc.
1= helemaal mee oneens / 5= helemaal mee eens
1 2 3 4 5
1 2 3
16.6% 33.3% 50%
11. Ben jij als docent voldoende toegerust met ICT-vaardigheden?
1= helemaal mee oneens / 5= helemaal mee eens
1 2 3 4 5
1 1 2 2
16.6% 16.6% 33.3% 33.3%
12. Maak je gebruik van één of meerdere van de volgende ICT-toepassingen?
1. Powerpoint 5 83.3%
2. Prezi 2 33.3%
3. Dropbox 2 33.3%
!58!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
4. Google drive 2 33.3%
5. Edmodo 2 33.3%
6. Wetransfer 3 50%
7. Flipping the classroom 3 50%
8. Kennisnet, leraar 24 of andere onderwijssites 2 33.3%
9. Ik maak zelf digitaal materiaal voor mijn leerlingen 1 16.6%
13. Vind je dat je zowel als docent en als leerling moet beschikken over goede ICT-
vaardigheden om in het huidige onderwijssysteem bij te kunnen blijven?
Ja 6 100%
Nee
14. Kun je naar aanleiding van vraag 13 aangeven waarom je dit wel of niet vindt?
• Ik merk zelf dat ik niet genoeg bij kan blijven met alle ontwikkelingen binnen de
ICT.
Daar wordt ook weinig tijd aanbesteed in deskundigheidsbevordering.
• De computer is niet meer weg te denken in welk beroep dan ook.
ICT vaardigheden is in mijn ogen is het kunnen gebruiken van Operating System
Windows en redelijke kennis hebben van het gebruik van Office producten met
name Word, Powerpoint en excel is de toekomst. leerlingen weten vaak meer
dan de docent op dit vlak. je kunt je lessen interessanter maken door het gebruik
van ICT
• het kan tijd besparen en kwaliteit leveren, op voorwaarde dat de faciliteiten
goed geregeld zijn.
Gebruik social media kan nadrukkelijker, kennis/tijd/prioriteit ontbreekt
• ICT is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Veel onderwijsmateriaal
komt digitaal. Wel handig als je weet hoe je daarmee om moet gaan.
15. Op veel scholen wordt gebruik gemaakt van een ELO, bijvoorbeeld Blackboard
of Magister. Binnen het DC gebruiken we Magister nog beperkt. Zou je het een
goede ontwikkeling vinden om alle informatie betreffende lesstof, opdrachten,
roosters, toetsen en opdrachten in een ELO te hebben?
1= helemaal mee oneens / 5= helemaal mee eens
1 2 3 4 5
1 1 4
16.6% 16.6% 66.7%
!59!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
16. Hoe ervaar je doorgaans de motivatie van de leerlingen?
1. Goed
2. Voldoende 4 66.7%
3. Matig 2 33.3%
4. Onvoldoende
17. Zou een plansysteem meerwaarde hebben? Denk hierbij aan: duidelijke
lesschema’s waarop leerlingen hun huiswerk en leerstof op in kunnen vullen om zo
op een betere manier te kunnen plannen en te organiseren. De SLB-er controleert
samen met de leerling de planning en vinkt deze af.
Op de Friesche Poort wordt gebruik gemaakt van een dergelijk systeem. Men ziet
hier de resultaten van de leerlingen duidelijk verbeteren.
5. Ja, dat zou ik een goed systeem vinden. Zo is er voor de SLB-er ook een beter
overzicht van waar de leerling op dat moment staat in de opleiding
1 16.6%
6. Ja, maar dan alleen in het eerste jaar om de leerlingen op weg te helpen
met hun opleiding. De leerling moet uiteindelijk zelfstandig kunnen werken.
5 83.3%
7. Nee, de leerling volgt een beroepsopleiding en daar hoort een zelfstandige
werkhouding bij
1 16.6%
8. Nee, daar zit ik niet op te wachten. De leerling is zelf verantwoordelijk voor
zijn/haar leerproces
18. Geef jij als docent tips aan de leerlingen aangaande:
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
9. Het maken van huiswerk 4 66.7%
10. Hoe te leren voor een toets 4 66.7%
11. Het organiseren van lesmateriaal, overzicht en planning 3 50.0%
12. Het stimuleren van samenwerken met andere leerlingen 5 83.3%
13. Het leren omgaan met de computer 3 50.0%
14. Profi-leren of andere hulpmiddelen bij het lesmateriaal 6 100%
15. Nee, ik geef geen tips aan de leerlingen, zij zijn zelf verantwoordelijk
16. Nee, ik begeleid de leerling bij moeilijkheden, maar de basale planning en
organisatie moet de leerling zelf leren of met behulp van een medeleerling.
!60!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
19. Stelling: de huidige leerling weet niet meer wat studeren is. Het sociale leven is
belangrijker dan een goede opleiding.
Geef aan in welke mate je het hier mee eens bent. 1= helemaal niet/ 5= volledig
mee eens
1 2 3 4 5
1 4 1
16.6% 66.7% 16.6%
20. Stelling: de leerling moet weer leren leren. Dit zou prima kunnen in extra studie-
uren op school. In deze studie-uren gaan zij onder begeleiding van een docent of
klasse-assistent aan de slag met opdrachten en leerwerk.
Geef aan in welke mate je het hier mee eens bent. 1= helemaal niet/ 5= volledig
mee eens
1 2 3 4 5
4 2
66.7% 33.3%
21. Stelling: het onderwijs moet meer traditioneel worden: meer contacturen en
frontaal lesgeven. Dit verhoogt de prestaties.
Geef aan in welke mate je het hier mee eens bent. 1= helemaal niet/ 5= volledig
mee eens
1 2 3 4 5
1 4 1
16.6% 66.7% 16.6%
22. Stelling: binnen het agogisch onderwijs past het frontaal lesgeven minder goed.
Verschillende didactische, creatieve en coaching-werkvormen in de les leveren
een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van een juiste beroepshouding.
Geef aan in welke mate je het hier mee eens bent. 1= helemaal niet/ 5= volledig
mee eens
1 2 3 4 5
3 3
50% 50%
23.Welke aspecten – ten aanzien van organiseren en plannen van de studie – zou
het Drenthe College kunnen verbeteren?
!61!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
7. Het verbeteren/ verduidelijken van de SLB-map
3 50%
8. Het inzetten van verplichte studiebijeenkomsten/ maatjesproject
4 66.6%
9. Het vak studievaardigheden aanpassen aan de behoefte van de leerlingen
en dit vak het hele jaar aanbieden
5 83.3%
10. Het inzetten van een ELO zoals Blackboard of Magister (totaalpakket)
6 100%
11. Aanbieden van ICT-cursussen voor zowel leerlingen als docenten
6 100%
12. Het gebruik maken van een plansysteem die door de SLB-er wordt
afgetekend 4 66.6%
13. Anders
24. Indien je bij vraag 23 anders hebt aangevinkt, welke aspecten zouden dit dan
zijn?
n.v.t.
!62!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Bijlage 2: Uitwerking van de leerling-enquête
Voor deze enquête heb ik 129 leerlingen gevraagd om de vragenlijst in te vullen.
Hierop hebben 32 leerlingen gereageerd.
De verdeling is als volgt:
Totaal: 129 32r 100,0%
1e jaars: 84 20r 62,5%
2e jaars: 24 8r 25,0%
3e jaars: 21 4r 12,5%
1. Wat is je leeftijd?
16-18 jaar: 2 6,3%
18-25 jaar: 12 37,5%
26-35 jaar: 9 28,1%
36-45 jaar: 7 21,9%
46 jaar e.o: 2 6,1%
2. Wat is je geslacht?
Mannen: 10 31,2%
Vrouwen: 22 68,8%
3. Wat is je vooropleiding?
VMBO-tl: 10 31,2%
Overig vmbo: 3 9,4%
Havo: 2 6,3%
Niv. 2 opleiding: 5 15,6%
Ander mbo: 9 28,1%
Anders: 3 9,4%
4. Hoe lang is het geleden dat je een schooldiploma hebt gehaald?
Diploma behaald in 2012-2013: 11 34,4%
2-5 jaar geleden: 7 21,9%
5-7 jaar geleden: 2 6,2%
7-10 jaar geleden: 4 12,5%
langer dan tien jaar geleden: 8 25,0%
geen diploma 0 -
!63!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
5. In welk studiejaar zit je nu?
1: 20 62,5%
2: 8 25,0%
3: 4 12,5%
6. Indien je werkgever wil dat jij de opleiding volgt, in hoeverre ben je dan zelf
gemotiveerd om deze te volgen?
Erg gemotiveerd, cijfer 8-10: 9 28,1%
Gemotiveerd, cijfer 7-8: 11 34,4%
Redelijk gemotiveerd: cijfer 6: 3 9,4%
Matig gemotiveerd, cijfer 5: 0 -
Onvoldoende gemotiveerd: cijfer 3-4: 0 -
Niet gemotiveerd: cijfer <3: 0 -
Geen respons: 9 28,1%
7. Indien je zelf hebt gekozen voor deze opleiding, wat was /waren de reden(en)
om voor deze opleiding te kiezen?
• Ik wou graag met kinderen werken en veel leren over mezelf. En daar leek
deze opleiding mij geschikt voor
• Deze opleiding sluit het beste aan bij mijn werk, de doelgroep waar ik mee
werk en carriere.
• Omdat ik graag hogerop wil komen. Je hebt tegenwoordig een hogere
niveau nodig om fatsoenlijk werk te kunnen gaan doen.
• Voor de toekomst ook bij ons in het verpleeghuis staan veranderingen
op touw waardoor er personeel te veel zal zijn en dan heb ik in ieder geval
een Diploma om opnieuw mee aan het werk te kunnen. Ook heb ik het
gedaan om mij te specialiseren in mijn beroep en het begeleiden van
dementerende ouderen.
• Omdat ik graag met kinderen wil werken en dus op deze opleiding uit kwam. • Toe aan een switch van beroep. • Ik wist niet goed wat ik moest kiezen, SAW is heel breed en je kan er veel kanten
mee op. ik wilde wel iets in deze richting dus heb ik dit gekozen. • Ik heb deze opleiding gekozen in verband met mijn vervolgopleiding SPH • Omscholing • Ik wil gaan werken met jong volwassenen met een beperking • Deze opleiding sluit het beste aan bij mijn werk, de doelgroep waar ik mee werk
en carriere. • Omdat ik graag hogerop wil komen. Je hebt tegenwoordig een hogere niveau
nodig om fatsoenlijk werk te kunnen gaan doen. • Je kunt uit vier uitstroom profielen kiezen gecombineerd met havo vakken.
Dat leek me wel uitdagend. Later wil ik richting jeugdzorg/verslavingszorg,
!64!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
vandaar dat ik deze opleiding heb gekozen met uitstroom profiel: Persoonlijk Begeleider Gehandicapten Zorg
• Ik was zeer geÌønteresseerd in deze doelgroep. Mijn baas vond me erg geschikt om wat voor deze doelgroep te betekenen. Ik heb me hierin verdiept en ben uiteindelijk op deze opleiding uitgekomen.
• De reden waarom ik deze opleiding gekozen heb is dat ik graag met kinderen wil werken. kinderen is mijn ding en daar geniet ik van.
• Ik wist niet wat ik wilde, havo of mbo maar uiteindelijk sprak deze opleiding mij aan
• Wou altijd al met kinderen werken. • Carrierreswitch • Ik wil graag met kinderen werken en deze opleiding sluit daar mooi bij aan.
Het volgende schooljaar ga ik naar het HBO de opleiding Pedagogiek volgen. • De kant van jeugdzorg trekt mij aan. De meeste lesinhoud vind ik ook intressant • Ik had al een jaar spw gedaan en ben daar mee gestopt.
Na veel wikken en wegen heb ik toch besloten weer t beginnen. • Verandering van werksituatie • Ik wist vanaf kleins af aan al dat ik met kinderen wou werken omdat ik dit erg
leuk vind! • Niet tevreden met wat ik op dat moment deed. Wel lange tijd in de zorg
gewerkt en dat kriebelde weer. Ik verder en daar is het nu de tijd voor. • Carriereswitch • Omdat mijn hart bij de Zorg en Welzijn ligt.En als je problemen lichamelijk of
geestelijk hebt is het fijn dat iemand je kan helpen of begeleiden.Als je zelf problemen lichamelijk of geestelijk hebt wil je ook graag geholpen worden
• Omdat ik graag mensen help en werk. ook vind ik het leuk om mensen weer een deel uit te laten maken van de maatschappij en ze daarin te ondersteunen.
• MWD op het HBO werd het niet maar ik wilde wel graag wat in de zorg doen • Omdat als ik vragen stel hoe de opleiding er volgend jaar uit gaat zien dat mijn
slber dat niet precies weet en de andere leraar zegt weer wat anders. De leraren zitten niet op Ì©Ì©n lijn. De SLB er moet alles maar na vragen en na een half jaar heb je nog geen duidelijk antwoord. Het voelt alsof je van het kastje naar de muur word gestuurd. En dan verbaasd zijn dat ik de informatie bij andere leraren en hogerop ga zoeken.
• Ik heb binnen een 3 kwart jaar, 3 verschillende SLB'ers gehad. Ben je net gewend aan de een (manier van uitleggen etc) gaat hij/zij weer weg en kan je weer met de volgende beginnen.Mijn huidige SLB'er legt dingen niet goed uit vind ik. Wanneer er vragen zijn, geeft zij maar ook andere leraren geen duidelijke antwoorden op de vraag.
• Wat wel echt een aandacht punt is bij vele SLB'ers is dat de datums van de toetsen in de SLB map staan maar geen enkele leraar, verwijst je naar de SLB map of zegt even er wat over. Je komt er zelf achter dat je nog maa 3 week te leren hebt voor een QM tentamen!! Begeleiding is niet altijd een voldoende....
• Ik krijg niet de ondersteuning die ik wil en vraag van mijn SLB-er. Dit komt omdat ze het te druk heeft. Plannen en organiseren kan ik nog steeds niet goed terwijl ik vaak aangeef dat ik daar moeite mee heb.
• Er word soms pas een week van te voren gezegt dat ik die week er op een grote opdracht in moet leveren
• Ik heb nu bijna aan het einde van het schooljaar nog steeds niet helemaal door wat we wanneer moeten maken
!65!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
• Het verschild heel erg per docent.De een geeft je huiswerk opdrachten en door die te maken kun je je alvast verdiepen in de theorie voor de volgende toets. Sommige leraren zeggen aan het einde van het blok dat je nog een opdracht moet inleveren waar in de les dan niet/geen aandacht aan is besteed.
• Ik zou graag meer duidelijkheid willen over wat er word verwacht. en wat je klaar moet hebben per les.
• Er wordt te weinig aandacht aan besteed. Het plannen is, als je na ruim 30 jaar niet in de schoolbanken hebt gezeten, niet gemakkelijk. Bovendien wordt er te makkelijk gezegd dat je zelf voor de opleiding hebt gekozen, maar enig leidraad en houvast is wel welkom
• Er mist af en toe nogal wat duidelijkheid. • Erg goede begeleiding • M'n slb'er probeert te helpen, maar snap er nog steeds vrij weinig van
8. Geef aan in welke mate je tevreden of ontevreden bent over onderstaande
onderwerpen:
De informatie tijdens de introductieweek:
Zeer tevreden: 2 6,2%
Tevreden: 14 43,8%
Matig: 12 37,5%
Onvoldoende: 3 9,4%
Zeer onvoldoende: 1 3,1%
Uitleg door de SLB-er:
Zeer tevreden: 4 12,5%
Tevreden: 16 50,0%
Matig: 9 28,2%
Onvoldoende: 1 3,1%
Zeer onvoldoende: 2 6,2%
Informatie in de SLB-map:
Zeer tevreden: 5 15,7%
Tevreden: 15 46,9%
Matig: 9 28,1%
Onvoldoende: 1 3,1%
Zeer onvoldoende: 2 6,2%
Het vinden van informatie over lessen, roosters, boeken, etc. op intranet (W-schijf):
Zeer tevreden: 1 3,1%
Tevreden: 17 53,1%
Matig: 10 31,3%
Onvoldoende: 3 9,4%
Zeer onvoldoende: 1 3,1%
!66!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
9. In het begin van het schooljaar heb je het vak studievaardigheden gevolgd. Geef
aan in hoeverre je hier iets aan hebt gehad.
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
• Ik heb veel aan het vak studievaardigheden gehad. Het heeft me geholpen
om mijn opleiding goed te plannen en te organiseren.
3 9,4%
• Het vak studievaardigheden heeft me geholpen om mijn weg op internet en
magister te vinden:
4 12,5%
• Het vak studievaardigheden heeft ervoor gezorgd dat ik nu beter met de
computer overweg kan: word, powerpoint, prezi:
4 12,5%
• Ik vond het vak studievaardigheden niets toevoegen betreffende het
plannen en organiseren van mijn studie:
21 65,6%
10. Maak je gebruik van één van de volgende hulpmiddelen/ apps/ digitale opslag
voor je opleiding?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
Laptop of tablet: 32 100,0%
Gsm: 5 15,6%
Internet: profi-leren of andere ondersteunende website: 11 34,4%
Google drive: 0 -
Dropbox: 0 -
Edmodo: 2 6,2%
11. Om je opleiding goed te plannen en te organiseren, vindt je dan dat er
voldoende begeleiding is gegeven door de SLB-er en andere docenten?
Ja: 20 62,5%
Nee: 12 37,5%
12. Indien je op de vorige vraag NEE hebt geantwoord kun je dan beschrijven
waarom je dit antwoord hebt gegeven?
• Nee
• Ik vond de SLB-lessen vooral rommelig waardoor er veel onduidelijkheden
waren. Nu zijn de SLB-lessen veel duidelijker
• Omdat als ik vragen stel hoe de opleiding er volgend jaar uit gaat zien mijn
SLB-er dat niet precies weet en de andere leraar zegt weer wat anders. De
!67!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
leraren zitten niet op één lijn. De SLB er moet alles maar na vragen en na
een half jaar heb je nog geen duidelijk antwoord. Het voelt alsof je van het
kastje naar de muur word gestuurd. En dan verbaasd zijn dat ik de informatie
bij andere leraren en hogerop ga zoeken.
• Wel goed, maar soms ook weer niet
• Ik weet niks van het vak studievaardigheden
• Prioriteiten stellen aan de hand daarvan de opdrachten afwerken
• Takenlijstjes
• Ik noteer huis- en leerwerk met de datum erbij wanneer het af moet zijn. Dat
schrijf ik op en hang het boven mijn bureau, elke keer als ik wat af heb dan
vink ik het af en ik zorg ervoor dat het van te voren af is.
• Ik probeer direct na de schooldag mijn huiswerk te maken en doe veel op
mijn werk.
• Ik kijk wat ik allemaal moet maken. wat het eerste af moet zijn begin ik mee.
• Kijk wat veel werk is en begin daar mee, als ik daar geen zin meer in heb ga ik
eerst verder met iets anders en later weer verder met die grote opdracht.
• Hierbij heb ik hulp gehad van een klasgenoot
• Ik hou alle aantekeningen bij op de laptop zodat ik alles terug kan lezen in
mijn agenda zet ik wanneer iets af moet zijn en wanneer ik iets moet inleveren
als ik een opdracht krijg ga ik hem zo gauw mogelijk maken, liefst zelfde dag
nog. Ik plan alle opdrachten op een papiertje en streep het door als het klaar
is lever de opdrachten zo snel mogelijk in, zodat ik nog genoeg tijd heb om
het te verbeteren als ik hem terug krijg.
• Ik maak mijn huiswerk wat mij word op gegeven in de lessen. dit vraag word
altijd wel gevraagd in de les. dit bevalt mij goed.
• De ene keer gaat het plannen goed m.b.v. een takenlijst. Als het huiswerk
heel veel wordt vind ik het moeilijk om dan nog een takenlijst te maken.
• Ik kijk naar mijn beschikbare tijd. Daar plan ik het huiswerk op en de andere
opdrachten.
• Alles goed opschrijven en een planning maken voor mezelf dag voor dag Ik
kijk wat ik moet maken en begin van boven tot onder. Als ik iets klaar heb vink
ik het af. Totdat ik alles klaar heb.
• Eigenlijk te weinig, maak wel lijstjes maar vergeet vaak ermee te werken
13. Zou het wenselijk zijn om in het begin van de opleiding het vak
computervaardigheden te geven?
Ja: 17 53,1%
!68!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Nee: 15 46,9%
14. Dit schooljaar heb je kennisgemaakt met Edmodo. Hoe vond je het werken met
Edmodo?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Ik vind Edmodo handig omdat ik alle informatie voor een vak erop kan vinden:
1
3,1%
Ik vind Edmodo handig omdat ik makkelijk bestanden kan plaatsen en kan
uitwisselen
met mijn studiegroepje 1
3,1%
Ik kan door Edmodo op een makkelijke manier communiceren met mijn
medestudenten 2
6,2%
Ik vind dat alle docenten Edmodo of een vergelijkbaar programma zouden moeten
gebruiken
voor hun informatie over de lessen
1
3,1%
Ik vind Edmodo niet handig omdat ik elke keer weer moet inloggen
1
3,1%
Ik vind Edmodo niet nodig. Ik heb liever informatie via de mail
9
28,1%
Ik vind Edmodo lastig in het gebruik, ik vind het te moeilijk
0
Niet alle docenten gebruiken Edmodo. Ik vind het daarom niet nodig om het te
gebruiken 7
21,9%
15. Op veel scholen werken ze met ELO: Elektronische Leeromgeving. In de ELO
komt alle informatie van de opleiding te staan: roosters, informatie per vak,
tentamenroosters etc. Vind jij dat het Drenthe College ook een ELO zou moeten
hebben waarin alles van jouw opleiding te vinden is?
Ja, dat zou ik wel prettig vinden 14
43,8%
!69!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Ja, tegenwoordig gaat alles digitaal, daar moet het Drenthe College aan
meewerken 9
28,1%
Nee, de huidige situatie vind ik prima 6
18,8%
Nee, ik vind dat alle informatie op papier zou moeten komen 3
9,3%
16. Gebruik je een agenda?
Ja, ik heb een schoolagenda: 22
68,8%
Ja, ik gebruik een digitale agenda: 1
3,1%
Ik heb een agenda, maar gebruik deze niet consequent: 7
21,9%
Nee, ik heb geen agenda 2
6,2%
17. Op welke manier plan en organiseer jij je opleiding?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
Ik maak takenlijstjes, als ik iets klaar heb dan vink ik dit af 12
37,5%
Ik plan mijn huiswerk niet, ik begin zomaar ergens 10
31,3%
Ik ga zelf bepalen wat ik het meeste werk vind om te doen, daar begin ik mee
9
28,1%
Ik ga beginnen met de opdrachten die ik erg moeilijk vind 2
6,3%
Ik heb een andere manier van plannen en organiseren 8
25,0%
18. Op welke manier plan en organiseer jij je opleiding?
Bij deze vraag kun je een toelichting geven n.a.v. vraag 17
• Ik plan niet echt eigenlijk ik bekijk hoelang ik er mee bezig ben en dan begin
ik ergens. De laatste tijd plan ik wel meer omdat het nu af moet en ik in mijn
examen jaar zit
• Prioriteiten stellen aan de hand daarvan de opdrachten afwerken
takenlijstjes
!70!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
• Niet
• Alleen bij toetsen, portfolio en bp-boekjes plan ik wel. Dit doe ik dan door
taken lijsten te maken en af te vinken. En begin meestal met wat ik moeilijk of
veel werk vind.
• Door gewoon te kijken hoeveel tijd ik voor iets nodig heb en het dan te
maken
• Door drukte op het werk en regelmatig diensten inspringen is plannen lastig
• Ik doe maar wat helaas
• Niet
• Dit werkt voor mij het beste. Overzichtelijk
• Soms is het moeilijk om de opdrachten te vertalen naar je eigen praktijk. Bijv.
verpleegkundige vaardigheden (wassen, begeleiden) wat niet aansluit op
de doelgroep waar ik mee werk.
• Slb-er mag zich meer inzetten voor de leerlingen i.p.v. de leerlingen van het
kastje na de muur te sturen.
• Het kost veel energie om steeds je SLB-er op te zoeken, te mailen etc. Die
energie stop ik liever in mijn huiswerk.
• De SLB'ers moeten met name de SLB map beter uitleggen en niet weg
stoppen. Er word er te weinig aandacht aan besteed waardoor wij niet
weten wanneer we een belangrijke tentamen hebben .
• Ik heb hier verder niks op aan te merken. Ik ben van mening dat we allemaal
volwassenen zijn en goed weten waar we mee bezig zijn. In het begin was
het even lastig maar uiteindelijk is het allemaal goed gekomen.
• In de intro weken niet te veel informatie en huiswerk geven. We kregen bulten
veel huiswerk waar we gewoon niet aan toe kwamen omdat we ook druk
bezig waren met het uitvogelen van hoe de opleiding in elkaar zit. De
werkwijze van Drenthe college is in de intro weken te rommeling en veel.
• Bij grote opdrachten meteen zeggen wanneer dat ingelevert moet worden
en een toetsen rooster dat je aan het begin van het jaar weet wanneer je
een toest hebt en wat je er voor moet leren
• Ze per periode een schema geven wat wanneer af moet en niet allemaal in
Ì©Ì©n map want dan raak je in de war door de vele informatie. soort van
weektaak/periodetaak.
• Meer individuele of klassikale hulp bij plannen van opdrachten en leerstof
een globale planning maken met leer stof
• Niet te veel informatie in de intro periode.
• Meer informatie over het plannen, aanpak en indelen van tijd. Maar ook
meer ondersteuning en afspraken nakomen. Twee studie uren op een aparte
!71!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
dag werkt niet. Om mensen te motiveren om naar school te gaan, kan dat
niet voor 1,5 uur. Niet effectief. Ik heb het idee dat de meeste SLB-ers te veel
hebben. (werkdruk)
• Duidelijker en betere communicatie onder de leraren om verwarring te
voorkomen
• Meer duidelijkheid van de SLB-er over het huiswerk en examens.
• Meer duidelijkheid hoe magister werkt en hoe je de w schijf kunt gebruiken.
• Slb-map en data zijn erg onduidelijk en onoverzichtelijk
19. Zou je graag hulp willen hebben (gehad) bij het plannen en organiseren van de
opleiding?
Ja: 16 50,0%
Nee: 16 50,0%
20. Als het gaat om plannen en organiseren van je opleiding, wat zou het Drenthe
College dan kunnen verbeteren?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
Overzichtelijker maken van de SLB-map:
21
65,6%
Aan het begin van het schooljaar het vak studievaardigheden aanbieden:
leren omgaan met intranet, e-mail, w-schijf:
5
15,6%
De mogelijkheid voor studiebegeleiding op school door derdejaars of een
klassenassistent 4
12,5%
Het samenstellen van studiegroepjes in de klas
0
Inzet van een elektronische leeromgeving zoals Magister of Edmodo
3
9,4%
Het vak studievaardigheden het hele jaar inzetten
4
12,5%
Werken met studieschema’s voor het maken van huiswerk en het leren van lesstof
17
53,1%
!72!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
21. Welke suggesties voor verbetering heb je ten aanzien van het plannen en
organiseren van je opleiding?
Denk hierbij aan: inzet SLB-er, informatie, vindbaarheid informatie etc.
• Meer uitleg en mischien meer druk zetten • Ik vind dat ze dit goed doen. • Geen dit moet de student zelf doen vooral in een opleiding van volwasenen • Soms is het moeilijk om de opdrachten te vertalen naar je eigen praktijk. Bijv.
verpleegkundige vaardigheden (wassen, begeleiden) wat niet aansluit op de doelgroep waar ik mee werk.
• slb-er mag zich meer inzetten voor de leerlingen i.p.v. de leerlingen van het kastje na de muur te sturen. Het kost veel energie om steeds je slb-er op te zoeken, te mailen etc. Die energie stop ik liever in mijn huiswerk.
• Meer uitleg en mischien meer druk zetten • Overzichtelijker maken van de SLB map. Deze vond ik in het begin van de
opleiding erg onduidelijk. Nu is het me wel duidelijk maar vind het nog steeds onhandig en onoverzichtelijk ingedeeld. Verder werken we wel al met weekschema's maar die worden meestal niet uitgebreid besproken. Ook vind ik dat de docent alsnog het huiswerk even moet benoemen in de les ook al heb je een weekschema.
• Een duidelijke lijst per jaar met welke bewijsstukken en opdrachten je af moet hebben
22. Jouw mening over je SLB-er
Geef een cijfer voor:
Uitleg door de SLB-er:
9-10: 6 18,8%
7-8: 14 43,8%
6: 8 25,0%
4-5: 2 6,2%
<3: 2 6,2%
Hoeveelheid informatie per bijeenkomst:
9-10: 4 12,5%
7-8: 15 46,9%
6: 8 25,0%
4-5: 4 12,5%
<3: 1 3,1%
Ruimte om vragen te stellen bij onduidelijkheid:
9-10: 10 31,3%
7-8: 11 34,4%
6: 9 28,1%
4-5: 0 -
<3: 2 6,2%
!73!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Ruimte voor individuele vragen ten aanzien van plannen en organiseren van de
studie”
9-10: 10 31,3%
7-8: 10 31,3%
6: 7 21,9%
4-5: 3 9,3%
<3: 2 6,2%
Deskundigheid van de SLB-er ten aanzien van schoolzaken, tentamens, lesstof, etc.:
9-10: 8 25,0%
7-8: 14 43,8%
6: 6 18,8%
4-5: 2 6,2%
<3: 2 6,2%
23. Geef een cijfer voor je eigen inzet met betrekking tot de opleiding
9-10: 5 15,6%
7-8: 22 68,8%
5-6: 4 12,5%
3-4: 1 3,1%
<3: 0 -
24. Tot slot: ruimte voor het invullen van op-en aanmerkingen die zinvol kunnen zijn
ten aanzien van deze onderwerpen:
• Ondanks de puntjes die ik heb aangeven, ben ik verder tevreden over
Drenthe College
• Sommige docenten geven praktijkvoorbeelden waardoor het langer blijft
hangen.
• Meer informatie na leerlingen toe door SLB - er m.b.t schoolzaken.
• vraag 24: helemaal waar. alles heet agogiek, het is me nog steeds niet
duidelijk wat nou precies wat is.
'wat hebben we voor les?'
'eh, agogiek..'
'ja welke van de 20?'
'die ene van Angela.. of was het toch Ton..?'
• Sommige docenten geven praktijkvoorbeelden waardoor het langer blijft
hangen.
• Ik ben tevreden over de opleiding. Als ik vragen heb is er altijd ruimte en tijd
voor een duidelijke uitleg en antwoord op de vragen die ik stel.
!74!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
• Meer rust in de intro weken. Eerder beginnen met de stage
opdrachten zodat we dat beter in kunnen plannen
• Ik heb dit gebaseerd op voornamelijk het begin van het jaar
• Meer duidelijkheid in de intro. dan verloopt de rest van het jaar beter denk ik
• Lessen (verzorgende IG) meer met praktijkbeelden opvullen. Dat maakt het
boeiender. Lessen op tijd laten beginnen, volwassentraject over twee (halve)
dagen verdelen
• Strakkere regels en die ook hanteren. Vaak genoeg hebben mensen
geen laptop bij zich.... En die moeten dan maar met een ander
meekijken. Ik sleep niet wekelijks alles mee zodat anderen dat niet
hoeven! Te laat is te laat..... Dat is ook leren plannen van de leerlingen.
Dit kan op je werk ook niet en verstoord de aandacht
• Het hangt er sterk vanaf wie je SLBer is. Hoe gemotiveerder je SLBer, hoe
makkelijker jij door je opleiding heen loopt.
• Ik zet mij altijd 100 procent in voor een opleiding. Wat mischien wel van
belang kan zijn voor sommige studenten is een computercursus.
• Alles was in het begin (intro) waren veel onduidelijkheden over de studie en
opleiding.
!75!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
Bijlage 3: Plan-agenda
Hoe werkt het? De plan-agenda kan worden ingezet voor vier lesperioden. Het is bedacht als
losbladig systeem.
Iedere dag is één bladzijde. In de eerste kolom wordt de datum ingevuld. De dag
staat afgekort weergegeven. In de kolom ‘rooster’ vul je de tijd in van het vak wat je
in de vierde kolom invult.
Vervolgens vul je het huiswerk in voor dit vak. Bij de kolom urgentie staan drie
bolletjes aangegeven. Door middel van het omcirkelen van één van de bolletjes
geef je aan welke urgentie er geld voor het vak/ huiswerk. Rood is het meest urgent,
blauw is matig, en groen is het minst urgent. Heb je de opdracht klaar, dan vink je
het af in de laatste kolom. Dit is meteen een check dat je de opdracht hebt
afgerond. Onder aan iedere bladzijde staat een blok notities. Hier kun je extra
informatie inschrijven.
!76!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
!77!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis
!78!
!! !
P-Taak 4 – Angela Rondhuis