Over zorgverlening aan het levenseinde

2
27 ARTSENKRANT Dinsdag 19 juni 2012 Nr. 2250 PRAKTIJKMANAGEMENT Gevallen in het ziekenhuis André Prims-prijs: één wet voor alle levenseindebeslissingen Evelien Delbeke sleepte met haar doctoraats- thesis over de juridische aspecten van zorgver- lening bij het levenseinde de André Prims-prijs in de wacht, een prijs die elke twee jaar wordt toegekend aan onderzoekers die bijdragen aan de ontwikkeling van het gezondheidsrecht. In haar doctoraatsonderzoek, gebundeld in een lijvig boek van meer dan 1.200 bladzijden, spit Evelien Delbeke werkelijk alle juridische aspecten van zorgverlening aan het levenseinde uit. Ze pre- senteert er onder meer een overkoepelend wets- voorstel voor alle levenseindebeslissingen. “Nu bestaat er nog te veel onduidelijkheid. Niet alleen bij patiënten, maar ook bij artsen”, legt ze uit. “Eén overkoepelende wet die alles regelt – ook thera- piebeperking, pijnbestrijding met een mogelijk le- vensverkortend effect, continue diepe sedatie, en- zovoort – kan daar verandering in brengen. Ze zou duidelijkheid creëren en de verschillen tussen alle mogelijke beslissingen aanschouwelijker maken.” Therapiebeperking Delbeke, die haar onderzoek voerde onder het promotorschap van Prof. Dr. Thierry Vansweevelt, vermoedt dat vooral het hoofdstuk over therapiebe- perking artsen wel eens zou kunnen beroeren. “In dat hoofdstuk heb ik het over medische zinloos - heid. Nu wordt algemeen aanvaard dat de beslis- sing daarover volledig toekomt aan artsen. Maar ik neem daar een genuanceerd standpunt over in, dat afhangt van het soort zinloosheid. Artsen moeten inderdaad beslissen over de fysiologische zinloos - heid – de behandeling heeft geen enkel effect. Maar er bestaat ook zoiets als kwalitatieve zinloos - heid – de behandeling levert te weinig levenskwali- teit op – en kwantitatieve zinloosheid – de therapie heeft effect, maar de slaagkansen zijn te gering. Ook economische zinloosheid – de behandeling is te duur voor wat ze maar oplevert – kan een rol spelen, al is dat een criterium dat volgens mij nooit de doorslag mag geven.” “Of een behandeling al dan niet moet worden opgestart, is dus duidelijk geen zuiver medische aangelegenheid maar een waardeoordeel. Het waardeoordeel van de patiënt, of in bepaalde ge- vallen dat van de vertegenwoordiger, moet bepa- lend zijn. Als een patiënt een levensverlengende behandeling vraagt, moet hij die krijgen. Ook al vindt een arts dat het om therapeutische hardnek- kigheid gaat.” In een volgende editie van Artsenkrant gaan we verder in op het doctoraatsonderzoek van Evelien Delbeke. T.R. Evelien Delbeke, ‘Juridische aspecten van zorgverlening aan het levenseinde’, Intersentia, xxi + 1.249blz., 175, ISBN 978-94-0000-288-3.

description

Met het boek ‘Juridische aspecten van zorgverlening aan het levenseinde’ presenteert doctor in de rechten Evelien Delbeke een naslagwerk waarin elk facet van alle levenseindebeslissingen omstandig wordt geanalyseerd. Het resultaat mag gezien zijn, zo bewijst ook de bekroning met de André Prims-prijs voor Gezondheidsrecht 2010-2011. Artsen en andere zorgverleners, patiënten, juristen: elkeen vindt er zijn gading.

Transcript of Over zorgverlening aan het levenseinde

Page 1: Over zorgverlening aan het levenseinde

27ARTSENKRANT Dinsdag 19 juni 2012 Nr. 2250

P R A K T I J K M A N A G E M E N T

De bewaarder(2) van een gebrekkigezaak moet het slachtoffer dat doordat gebrek schade heeft geleden,

schadeloosstellen. Dat is een zware aan-sprakelijkheid: hij kan enkel vrijgesteldworden van zijn aansprakelijkheid door telaten zien dat hem geen schuld treft of doorte bewijzen dat hij geen weet had van hetgebrek, dat niet op te sporen viel.

Het slachtoffer moet met andere woor-den enkel bewijzen dat de zaak een afwij-kende eigenschap bezat die hem schadekon toebrengen en aantonen dat het diegebrekkige eigenschap was die aan de oors-prong lag van de schade (3).

Daarom zal de bewaarder bij een onver-wacht schadegeval veelal het bestaan vandat gebrek op zich betwisten. Soms is er

geen discussie mogelijk, maar andere ge-vallen leiden wel degelijk tot betwisting.

Stelling van het slachtofferDe heer L. struikelt over een oprijhelling

voor andersvaliden in een ziekenhuis. Vol-gens hem is het ziekenhuis aansprakelijkvoor de pijnlijke gevolgen van zijn ongeluk-kige val.

L. voert aan dat de gang een gebrek ver-toont, er was immers een abnormaal ge-vaarlijke helling ingebouwd. Zijn bewijs-voering ziet er uit als volgt: de helling be-vond zich in het midden van de gang envertoonde een abrupt en aanzienlijk ni-veauverschil, dat de doorstroom van vali-den ernstig belemmerde.

Bovendien was de helling haast niet te

onderscheiden omdat er stoelen stonden.Volgens de heer L. bezat de gang dus eenafwijkende eigenschap die hem schade kontoebrengen. En dat impliceert de verant-woordelijkheid van het ziekenhuis, eige-naar van de gang.

UitspraakDe rechtbank volgt die redenering niet.

In beroep(4) stelt het hof dat de aanwezig -heid van een oprijhelling voor andersvali-den in een ziekenhuisgang geenszins eenafwijkende eigenschap is.

Dit type aanpassing voor andersvalidenkomt immers veelvuldig voor. In dit gevalbevond de helling zich bovendien op deenige mogelijk plaats om het onderzoeks-lokaal op de gang bereikbaar te maken voorandersvaliden.

Tot slot oordeelt het hof aan de handvan een fotoreportage dat de helling goedzichtbaar was. De zwarte helling bevond

zich op meer dan een meter afstand van destoelen. En bovendien was het niveauver-schil niet zo heel groot.

De conclusie luidt dat de val van de heerL. niet toegeschreven kan worden aan eenof andere afwijkende eigenschap van deondergrond. Zijn eis wordt verworpen. ◆

1. Artikel 1384 van het BW.2. De bewaarder is degene die de zaak voor ei-gen rekening gebruikt, er het genot van heeft ofze bewaart met de mogelijkheid er toezicht, lei-ding en controle op uit te oefenen. Cass., 22maart 2004, Pas., 2004, p. 487.3. Van zodra een gebrek is vastgesteld, kan debewaarder maar ontsnappen aan de aansprake-lijkheid door te bewijzen dat de schade niet ver-oorzaakt werd door het gebrek of door aan te to-nen dat de schade veroorzaakt werd door eengeval van overmacht of door de daad van eenderde en niet door het gebrek.4. Arrest van het hof van beroep van Luik op 28april 2011, R.G.A.R. 2012, 14841.

Gevallen in het ziekenhuisVoor schade die veroorzaakt wordt door zaken die onder uw hoede vallen, bentu zelf verantwoordelijk. Dat bepaalt de wet(1). | Iris Einhorn

André Prims-prijs:één wet vooralle levenseindebeslissingenEvelien Delbeke sleepte met haar doctoraats-thesis over de juridische aspecten van zorgver-lening bij het levenseinde de André Prims-prijsin de wacht, een prijs die elke twee jaar wordttoegekend aan onderzoekers die bijdragen aande ontwikkeling van het gezondheidsrecht.

In haar doctoraatsonderzoek, gebundeld in eenlijvig boek van meer dan 1.200 bladzijden, spitEvelien Delbeke werkelijk alle juridische aspectenvan zorgverlening aan het levenseinde uit. Ze pre-senteert er onder meer een overkoepelend wets-voorstel voor alle levenseindebeslissingen. “Nubestaat er nog te veel onduidelijkheid. Niet alleenbij patiënten, maar ook bij artsen”, legt ze uit. “Eénoverkoepelende wet die alles regelt – ook thera-piebeperking, pijnbestrijding met een mogelijk le-vensverkortend effect, continue diepe sedatie, en-zovoort – kan daar verandering in brengen. Ze zouduidelijkheid creëren en de verschillen tussen allemogelijke beslissingen aanschouwelijker maken.”

TherapiebeperkingDelbeke, die haar onderzoek voerde onder het

promotorschap van Prof. Dr. Thierry Vansweevelt,vermoedt dat vooral het hoofdstuk over therapiebe-perking artsen wel eens zou kunnen beroeren. “Indat hoofdstuk heb ik het over medische zinloos -heid. Nu wordt algemeen aanvaard dat de beslis-sing daarover volledig toekomt aan artsen. Maar ik

neem daar een genuanceerd standpunt over in, datafhangt van het soort zinloosheid. Artsen moeteninderdaad beslissen over de fysiologische zinloos -heid – de behandeling heeft geen enkel effect.Maar er bestaat ook zoiets als kwalitatieve zinloos -heid – de behandeling levert te weinig levenskwali-teit op – en kwantitatieve zinloosheid – de therapieheeft effect, maar de slaagkansen zijn te gering.Ook economische zinloosheid – de behandeling iste duur voor wat ze maar oplevert – kan een rolspelen, al is dat een criterium dat volgens mij nooitde doorslag mag geven.”

“Of een behandeling al dan niet moet wordenopgestart, is dus duidelijk geen zuiver medischeaangelegenheid maar een waardeoordeel. Hetwaardeoordeel van de patiënt, of in bepaalde ge-vallen dat van de vertegenwoordiger, moet bepa-lend zijn. Als een patiënt een levensverlengendebehandeling vraagt, moet hij die krijgen. Ook alvindt een arts dat het om therapeutische hardnek-kigheid gaat.”

In een volgende editie van Artsenkrant gaan weverder in op het doctoraatsonderzoek van EvelienDelbeke. ◆ T.R.

Evelien Delbeke, ‘Juridische aspecten vanzorgverlening aan het levenseinde’, Intersentia, xxi + 1.249blz., €175, ISBN978-94-0000-288-3.

© Im

ageg

lobe

AK2250-027 15/06/12 15:22 Pagina 27

Page 2: Over zorgverlening aan het levenseinde

In 2007 werd bijna de helft (47,8%) vanalle overlijdens in Vlaanderen voorafge-gaan door een ‘medische beslissing bij

het levenseinde’ (MBL). Als arts wordt u dusmeer dan waarschijnlijk vroeg of laat gecon-fronteerd met vragen over het levenseinde.Maar hoewel MBL’s steeds vaker lijken voorte komen, blijft het thema delicaat. Dikwijlsis de grens tussen welke handelingen en be-slissingen om de patiënt te ‘doen of latensterven’ toelaatbaar zijn en welke niet, on-duidelijk. De Euthanasiewet, Wet Patiën-tenrechten en Wet Palliatieve Zorg hebbentot op zekere hoogte klaarheid gebracht,maar zorgen tien jaar na hun uitvaardigingook nog steeds voor juridische (en maat-schappelijke) discussies.

Om levenseindezorg beter in kaart tebrengen, zette het agentschap voor Inno-vatie door Wetenschap en Technologie(IWT) in 2006 een Belgisch-Nederlands multi- disciplinair consortium op poten dat zichbezig moest houden met de thematiek van‘End-of-Life Care’. Evelien Delbeke (Uni-versiteit Antwerpen) nam het juridischeluik voor zich en spitte werkelijk alle juridi-sche aspecten van MBL’s uit. Ze beperktezich daarbij niet tot één beslissing, maarontleedde elk type MBL: levensbeëindi-ging zonder verzoek, euthanasie, hulp bijzelfdoding, therapiebeperking, pijnbestrij-ding met levensverkortend effect, palliatie-ve sedatie en palliatieve zorg. De resulta-ten van haar doctoraatsonderzoek bundel-

de ze in het lijvige boek ‘Juridische aspec-ten van zorgverlening aan het levenseinde’.

In een kort inleidend gedeelte bespreekten analyseert de auteur alle mogelijke levenseindebeslissingen. Niet onbelangrijk:heel wat mensen – ook artsen – halen deverschillende termen nog altijd door elkaar.Na die inleiding volgt Deel I, waarin EvelienDelbeke het juridische kader van alle MBL’sschetst, met inbegrip van de mogelijke dis-cussiepunten. Heikele ethische vraagstuk-ken gaat ze niet uit de weg. Zo wijdt Delbekeeen heel hoofdstuk aan de vraag of levens-

beëindiging zonder verzoek geoorloofd kanzijn in bepaalde situaties. Ze laat zich daar-bij niet leiden door één bepaald standpunt,maar benadert de kwestie vanuit alle moge-lijke invalshoeken om zo tot een onder-bouwd, genuanceerd antwoord te komendat uitmondt in de voorstelling van een juri-disch kader voor twee gevallen van geoor-loofde levensbeëindiging zonder verzoek.Ook de andere MBL’s worden op dezelfdegedegen manier ontleed. Dat maakt van hetboek een uitermate interessant naslagwerkvoor artsen die geconfronteerd worden metlevenseindebeslissingen. De inhoudsopgavevooraan in het boek maakt het opzoekings-werk bovendien een pak eenvoudiger.

Deel II behandelt levenseindezorg entherapiebeperking bij drie specifieke pa-tiëntengroepen: minderjarigen, patiëntenmet een bewustzijnsstoornis en demente-rende patiënten. Werkelijk elk aspect pas-seert de revue: de beoordeling vanwils(on)bekwaamheid bij minderjarigen, instrumenten om wilsbekwaamheid bij de-menterenden te meten, de stopzetting vanbehandelingen bij dementerende patiën-ten, de verschillende bewustzijnsstoornis-sen – coma, (permanent) vegetatieve toe-stand en minimale bewustzijnstoestand,...

WetsvoorstelAls afsluiter werkt Evelien Delbeke een

overkoepelend wetsvoorstel uit dat alle mo-gelijke levenseindebeslissingen regelt. Zo’nallesomvattende wet moet voor meer duide-lijkheid zorgen en biedt een unieke kans omde hiaten in het huidige juridische kader wegte werken. Enkele wijzigingen die ze heeft uit-gewerkt op een rijtje: de uitbreiding van detoepassing van de Euthanasiewet naar wils-bekwame minderjarigen en naar patiëntenmet een ernstige en ongeneeslijke aandoe-ning die de hersenfuncties zodanig heeftaangetast dat de patiënt zich niet meer bewust is van zijn eigen persoonlijkheid (bijvoorbeeld dementie); de mogelijkheid totlevensbeëindiging zonder verzoek in bepaal-de strikt omschreven omstandigheden (bijvoorbeeld bij pasgeborenen); een aparteregeling voor hulp bij zelfdoding; de uitbrei-ding van continue diepe sedatie naar niet-stervende patiënten; de opwaardering vaneen ‘positieve wilsverklaring’, die momenteelniet als bindend wordt aanzien; etcetera. ◆

P R A K T I J K M A N A G E M E N T

G E Z O N D H E I D S R E C H T

Met het boek ‘Juridische aspecten van zorgverlening aan het levenseinde’ presenteert doctor in de rechten Evelien Delbeke een naslagwerk waarin elk facet van alle levenseindebeslissingen omstandig wordt geanalyseerd. Het resultaat mag gezien zijn, zo bewijst ook de bekroning met de André Prims-prijsvoor Gezondheidsrecht 2010-2011. Artsen en andere zorgverleners, patiënten,juristen: elkeen vindt er zijn gading. | Tijs Ruysschaert

25ARTSENKRANT Dinsdag 26 juni 2012 Nr. 2252

Candesartan EG®

Candesartan Plus HCT EG®

12

12

21

21

* Voor de kostprijs van 12 maanden behandeling met het merkgeneesmiddel, heeft uw patiënt 21 maanden behandeling met Candesartan EG® 16 mg 28 tabletten(dit is geen indicator voor de behandelingsduur maar een prijsratio berekend op basis van het remgeld betaald door de actieve patiënt).

* Voor de kostprijs van 12 maanden behandeling met het merkgeneesmiddel, heeft uw patiënt 21 maanden behandeling met Candesartan Plus HCT EG® 16 mg/12,5 mg 28 tabletten (dit is geen indicator voor de behandelingsduur maar een prijsratio berekend op basis van het remgeld betaald door de actieve patiënt).

Heel wat mensen – ook artsen – halen de verschillende types

levenseindebeslissingen nog altijd door elkaar

Over zorgverlening aan het levenseinde

Lezersactie: 15% kortingU

itgeverij Intersentia biedt de lezers van Artsenkrant tot eind juli 15% korting op het boek ‘Juridische aspecten vanzorgverlening aan het levenseinde’ (Evelien Delbeke).

Neem daarvoor rechtstreeks contact op met de uitgeverij [email protected] en vermeld daarbij expliciet dat het om deactie uit Artsenkrant gaat. ◆

Evelien Delbeke, ‘Juridische aspecten van zorgverlening aan het levenseinde’, Intersentia, xxi +1.249blz., €175, ISBN 978-94-0000-288-3.

AK2252-025_AK2248-018 22/06/12 11:40 Pagina 25