Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari...

26
Pagina 1 van 26 Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van een beheersovereenkomst als partnerorganisatie in het kader van het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid m.b.t. Milieugezondheidszorg 1. Algemeen beleidskader van deze oproep De Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, maakt bij deze bekend dat hij namens de Vlaamse Regering in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid wil overgaan tot het sluiten van een beheersovereenkomst als partnerorganisatie m.b.t. Milieugezondheidszorg. Het sluiten van een beheersovereenkomst leidt automatisch tot een erkenning voor de duur van de beheersovereenkomst. Organisaties die deze beheersovereenkomst ambiëren, worden opgeroepen om zich kandidaat te stellen op de wijze die hieronder wordt beschreven. Belangrijke opmerking: het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) organiseert twee informatiesessies over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari (specifieke inhoudelijke info), beide om 9.00u in zaal 0.04 van het Ellipsgebouw, Koning Albert II-laan 35 te 1030 Brussel. Aanwezigen krijgen de gelegenheid om vragen te stellen. Een verslag met de vragen en de antwoorden zal op de website van Zorg en Gezondheid worden geplaatst. Buiten deze informatiesessie zal er geen bijkomende informatie worden verstrekt over de bepalingen van deze oproep. 2. Juridische context van deze oproep Het sluiten van beheersovereenkomsten na een oproep wordt geregeld door: - het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid; - het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de subsidiëring en erkenning van partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking via een beheersovereenkomst, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 (BS 15/9/2014) houdende diverse bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot aanpassing van uitvoeringsbesluiten van dit decreet, verder besluit te noemen. De regelgeving is terug te vinden op http://www.zorg-en-gezondheid.be/Beleid/Regelgeving/Regelgeving-preventieve-gezondheidszorg/ Het is aangewezen dat u alle van toepassing zijnde regelgeving doorneemt vooraleer in te gaan op deze oproep. Deze oproep houdt geen garantie in dat een beheersovereenkomst zal worden gesloten of dat die niet kan afwijken van sommige bepalingen in deze oproep. Bepaalde modaliteiten van deze oproep kunnen in de onderhandelingsfase nog worden aangepast. Beslissingen van het Vlaamse Parlement, de

Transcript of Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari...

Page 1: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 1 van 26

Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van een beheersovereenkomst als partnerorganisatie

in het kader van het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid m.b.t. Milieugezondheidszorg

1. Algemeen beleidskader van deze oproep

De Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, maakt bij deze bekend dat hij namens de Vlaamse Regering in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid wil overgaan tot het sluiten van een beheersovereenkomst als partnerorganisatie m.b.t. Milieugezondheidszorg. Het sluiten van een beheersovereenkomst leidt automatisch tot een erkenning voor de duur van de beheersovereenkomst. Organisaties die deze beheersovereenkomst ambiëren, worden opgeroepen om zich kandidaat te stellen op de wijze die hieronder wordt beschreven. Belangrijke opmerking: het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) organiseert twee informatiesessies over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari (specifieke inhoudelijke info), beide om 9.00u in zaal 0.04 van het Ellipsgebouw, Koning Albert II-laan 35 te 1030 Brussel. Aanwezigen krijgen de gelegenheid om vragen te stellen. Een verslag met de vragen en de antwoorden zal op de website van Zorg en Gezondheid worden geplaatst. Buiten deze informatiesessie zal er geen bijkomende informatie worden verstrekt over de bepalingen van deze oproep.

2. Juridische context van deze oproep

Het sluiten van beheersovereenkomsten na een oproep wordt geregeld door: - het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid; - het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de subsidiëring en erkenning van

partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking via een beheersovereenkomst, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 (BS 15/9/2014) houdende diverse bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot aanpassing van uitvoeringsbesluiten van dit decreet, verder besluit te noemen.

De regelgeving is terug te vinden op http://www.zorg-en-gezondheid.be/Beleid/Regelgeving/Regelgeving-preventieve-gezondheidszorg/ Het is aangewezen dat u alle van toepassing zijnde regelgeving doorneemt vooraleer in te gaan op deze oproep. Deze oproep houdt geen garantie in dat een beheersovereenkomst zal worden gesloten of dat die niet kan afwijken van sommige bepalingen in deze oproep. Bepaalde modaliteiten van deze oproep kunnen in de onderhandelingsfase nog worden aangepast. Beslissingen van het Vlaamse Parlement, de

Page 2: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 2 van 26

Vlaamse Regering of de minister, genomen na het lanceren van deze oproep (bijvoorbeeld inzake de beschikbaarheid van voldoende budget) primeren boven de bepalingen van deze oproep. Deze oproep kan aanleiding geven tot het sluiten van ten hoogste één beheersovereenkomst. Dit betekent dat de delen ondeelbaar zijn en dat een organisatie die zou willen intekenen op één van de delen of een onderdeel ervan aansluiting moet zoeken met andere organisaties om tot een groepering te komen. Voor de beheersovereenkomst moet het geografisch werkgebied van de organisatie, het hele Vlaamse Gewest omvatten, tenzij anders is vermeld voor bepaalde onderdelen van de oproep. Deze oproep bevat volgende delen:

1. Voorkomen van milieugezondheidsschade

2. Vroegdetectie van milieugezondheidsschade

3. Medisch milieukundige metingen

4. Externe methodiekontwikkeling voor de 1e trap van het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk

(VMMN)

Dossiers die ingediend worden moeten betrekking hebben op minstens alle volledige delen. Er volgt één gezamenlijke beoordeling. Voor het geheel der delen kan eenzelfde kandidaat (groepering of individuele organisatie) slechts één dossier indienen.

3. Hoe lang is deze oproep geldig en wie kan zich kandidaat stellen?

Organisaties die zich kandidaat willen stellen dienen hun dossier in ten laatste op dinsdag 8 maart 2016 om 24u. Dossiers die daarna binnenkomen worden automatisch niet-ontvankelijk verklaard. Er wordt niet ingegaan op vragen om uitstel. Een organisatie die zich kandidaat wil stellen moet een rechtspersoon zijn, een entiteit van een rechtspersoon met een eigen werking, of een groepering van rechtspersonen of entiteiten van rechtspersonen met een eigen werking. Bij een groepering van rechtspersonen worden alle betrokken rechtspersonen bij de kandidaatstelling vermeld en wordt aangeduid welke rechtspersoon als penvoerende organisatie zal optreden. Voor en na het sluiten van een beheersovereenkomst moet elke wijziging van de statuten die betrekking heeft op de uitvoering van de acties die zijn opgenomen in de beheersovereenkomst, onmiddellijk worden meegedeeld aan het Agentschap Zorg en Gezondheid.

4. Wanneer start de beheersovereenkomst en hoe lang duurt ze?

De vermoedelijke datum waarop de beheersovereenkomst ingaat is 1 december 2016. De einddatum van de beheersovereenkomst is 31 december 2020.

Page 3: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 3 van 26

Als de beheersovereenkomst niet op 1 januari ingaat, heeft de eerste werkingsperiode betrekking op de periode van de start tot en met 31 december van hetzelfde jaar.

5. Wat is het voorwerp van de beheersovereenkomst

Hieronder is het minimale inhoudelijk kader opgesomd voor de beheersovereenkomst en de afzonderlijke delen. Het is de bedoeling dat u in het voorstel van beleidsplan (d.i. het plan voor de hele duur van de beheersovereenkomst) met bijhorende begroting, de verschillende punten hieronder vermeld, verder uitwerkt/concretiseert in functie van de inzichten van uw organisatie. In elk geval wordt van u verwacht dat u dit kader verder uitwerkt voor wat betreft de acties (maak hiervoor gebruik van de structuur van de tabellen onder punt 5b), kwaliteits- en samenwerkingsvereisten. Het beleidsplan wordt opgebouwd vanuit de 4 delen vermeld onder punt 2, namelijk: voorkomen van milieugezondheidsschade, vroegdetectie van milieugezondheidsschade, medisch milieukundige metingen en externe methodiekontwikkeling voor de 1ste trap van het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk. In het jaarplan voor het eerste werkingsjaar1 met bijhorende begroting dient u het voorstel van beleidsplan verder te concretiseren, uiteraard in overeenstemming met het minimaal inhoudelijk kader. Dit betekent bijvoorbeeld dat u voor de evaluatiecriteria ook op zoek gaat naar indicatoren (manieren om de evaluatiecriteria meetbaar voor te stellen). Het jaarplan wordt opgebouwd vanuit de 4 programma’s vermeld onder punt 5b) (namelijk risicoanalyse, milieugezondheidskundige hotspots, mobiliteit en binnenmilieu), dewelke de 4 inhoudelijk hoofdstukken vormen van de jaarplannen. De operationele opvolging en aansturing van de partnerorganisatie gebeurt vanuit deze programma’s. Geef, als het om een samenwerkingsverband gaat, duidelijk de taakverdeling aan (inhoudelijk, qua personeel en budgettair).

5.a. Inhoudelijke context

Een onderdeel van het takenpakket van het Agentschap is het uitwerken, aansturen en implementeren

van het preventieve milieugezondheidsbeleid. ‘Voorkomen, vroegdetectie en interventie van

milieugezondheidsschade’ is een belangrijk hoofdproces met als algemene doelstelling bij te dragen

tot de gezondheidsbevordering en ziektepreventie2 bij de algemene bevolking en specifieke

doelgroepen. Dit door middel van educatie, structurele maatregelen, zorg en begeleiding, rechtstreeks

naar de einddoelgroep of via relevante intermediairs en settings, met het oog op de realisatie van de

1 Hier wordt specifiek verwezen naar een periode die betrekking heeft op minimaal ¾ van een volledig kalenderjaar. 2 Zie het decreet van 21 november 2013 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid. Gezondheidsbevordering en ziektepreventie omvat voorkomen, en vroegdetectie maar ook hierbij aansluitende vroeginterventie (vroegdetectie en vroeginterventie zijn onderdeel van de genoemde ‘zorg en begeleiding’). De tertiaire preventie (bij patiënten een verergering van een ziekte voorkomen en de gevolgen van een ziekte verminderen) is eigenlijk onderdeel van de behandeling en wordt doorgaans niet gerekend onder het preventieve gezondheidsbeleid. Soms wordt schadebeperking (harm reduction) wel gerekend bij het preventieve gezondheidsbeleid. Bij harm reduction zijn de initiatieven er op gericht de negatieve gevolgen (schade) te verminderen voor de doelgroep, hun omgeving of de samenleving zonder dat daarom het succes van de initiatieven noodzakelijker wijze afhankelijk is van het verminderen van het risico zelf (vb. het toepassen van blootstelling beperkende maatregelen, het risicovol gedrag, de risicofactor).

Page 4: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 4 van 26

beleidsprioriteiten en de gezondheidsdoelstellingen van het Vlaams preventieve gezondheidsbeleid

(de preventieve gezondheidszorg en het facettenbeleid).

Voor het aspect milieugezondheidszorg wordt er via preventie- en beleidsprogramma’s inhoudelijk

gewerkt om te komen tot een meer gezonde leefomgeving en/of de gevolgen van milieufactoren op

de gezondheid te beperken. Specifiek voor de preventieprogramma’s ‘Hotspotwerking Milieu-

Gezondheid’, ‘Gezondheidsimpact mobiliteit’ en ‘Binnenmilieu gerelateerde gezondheidswinst’,

alsook het programma ‘Risicoanalyse’ wordt er intensief samengewerkt met andere

(overheids)partners binnen het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk.

Het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk

Voor milieugezondheidszorg wordt er vanuit het Agentschap ondersteuning en aansturing3 geboden

aan de medisch milieukundigen (MMK’s) van de Logo’s4 om de lokale werking van

preventieorganisaties en gezondheidsprofessionelen te stimuleren en te ondersteunen: dit is trap 1

van het Vlaams Medisch Milieukundig netwerk. Lokale en bovenlokale milieugezondheidsproblemen

(inclusief ongerustheid) worden voorkomen, vroegtijdig gedetecteerd en geremedieerd. Het

voorkomen van milieugezondheidsproblemen wordt gestimuleerd door de zelfredzaamheid van lokale

besturen en professionelen uit de eerstelijns gezondheidszorg (trap 0) te bevorderen. Op deze manier

kunnen lokale milieugezondheidsproblemen worden voorkomen door ze in het juiste

gezondheidskader te plaatsen. Lokale besturen en professionelen uit de gezondheidszorg worden

begeleid om signalen te herkennen van lokale milieugezondheidsproblemen. Een vroegtijdige detectie

kan leiden tot het verhinderen van het publiek opschalen van de problematiek. Door het netwerk dat

de MMK heeft uitgebouwd met zijn lokale partners houdt hij een overzicht van de lokale

problematieken in zijn regio. De MMK kan beslissen om de problematieken te signaleren aan het

Vlaamse beleid (trap 2) indien hij van oordeel is dat aandacht van een hogere trap van het medisch

milieukundig netwerk voor die problematiek noodzakelijk is. De MMK ondersteunt de lokale besturen

en de professionelen uit de gezondheidszorg bij de aanpak of anticipatie bij lokale

milieugezondheidsproblemen. Indien remediëring nodig is, ondersteunt de MMK het lokale bestuur in

nauwe samenwerking met het Vlaamse milieugezondheidsbeleid, en breder het milieu-, ruimte- en

onderwijsbeleid. Voor ‘state of the art’ wetenschappelijke en beleidsexpertise wordt een beroep

gedaan op universitaire onderzoeksgroepen en (breed) wetenschappelijke instituten: trap 3 van het

netwerk.

De theoretische en uitvoerende expertise binnen de 3e trap ligt tot eind 2015 in handen van het

steunpunt ‘Milieu en Gezondheid – een consortium van de 5 Vlaamse Universiteiten, de VITO en het

Provinciaal Instituut voor Hygiëne te Antwerpen’. De opdracht is kennis en expertise betreffende

milieu en gezondheid te bundelen voor beleidsondersteuning, te vermijden dat deze versnippert en

daardoor verloren geraakt en deze maximaal ter beschikking te stellen.

Vanuit de conceptnota beleidsrelevant onderzoek (VR 2015 0307 DOC0688/1) werden de

beleidsdomeinen geresponsabiliseerd om – met eigen middelen – zelf keuzes te maken en initiatieven

te nemen inzake beleidsrelevant (wetenschappelijk) onderzoek. Op 30 oktober 2015 besliste de

Vlaamse Regering, op initiatief van de Vlaams minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het

Waterbeleid, in samenspraak met de minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin een nieuwe

oproep te plaatsen om tot een beheersovereenkomst met een nieuw (4e generatie) steunpunt te

3 Cf. de toegewezen taken in het Logo-besluit (cf. voetnoot 4): art. 17. 4 Logo-besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 betreffende de Logo’s en het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 betreffende de Logo’s (http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1017703&param=inhoud&ref=search)

Page 5: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 5 van 26

komen. Conform de afspraken zoals vermeld in het kerntakendebat (BVR 17-07-2015) wordt het

takenpakket van dit steunpunt volledig gefinancierd en aangestuurd vanuit de Vlaamse minister van

Omgeving, Natuur en Landbouw. De focus ligt hier op het verder uitvoeren en wetenschappelijk

optimaliseren van het Vlaams Humane Biomonitoring project – Vlaamse referentiebiomonitoring.

Voor het thema milieugezondheid ligt binnen het AZG, met zijn unieke positie met buitendiensten

en MMK’s, het accent op beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering vanuit de wetenschappelijke

inzichten door in te zetten op methodiekontwikkeling rond milieugezondheid die door de

organisaties met terreinwerking (in eerste instanties de logo’s) kan toegepast worden om

ziektepreventie, gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming in praktijk te brengen. Dit

door middel van educatie, structurele maatregelen, zorg en begeleiding, rechtstreeks naar de

einddoelgroep of via relevante intermediairs en settings, met het oog op de realisatie van de

beleidsprioriteiten en de gezondheidsdoelstellingen van het Vlaams preventieve gezondheidsbeleid

(de preventieve gezondheidszorg en het facettenbeleid). De partnerorganisatie

Milieugezondheidszorg, die het onderwerp uitmaakt van deze oproep, wordt gefinancierd en

aangestuurd vanuit het AZG, biedt ondersteuning en aansturing aan het AZG en de medisch

milieukundigen (MMK’s) van de Logo’s om de lokale werking van preventieorganisaties en

gezondheidsprofessionelen te stimuleren en te ondersteunen. Binnen het Vlaams Medisch

Milieukundig Netwerk levert het nieuwe Steunpunt Milieu en Gezondheid wetenschappelijke

ondersteuning aan voor het milieuaspect, met een focus op volksgezondheid. Het steunpunt vertrekt

vanuit wetenschapsbeleid (beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek) en richt zich vooral op de

ontwikkeling van wetenschappelijk onderbouwing voor beleidsvertaling en beleidsvoorbereiding. Men

kan het omschrijven als ‘wetenschap met een doel’. De partnerorganisatie Milieugezondheidszorg

vertrekt vanuit gezondheidsbeleid (expertisenetwerk preventieve gezondheidszorg) en richt zich

vooral op de ondersteuning van het veldwerk rond preventieve gezondheidszorg waaronder:

beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering. Men kan het in nuance tot de werking van een steunpunt

omschrijven als ‘een doel (of ‘doen’) met wetenschap’. Daar waar een steunpunt zich meer richt op het

‘macro-niveau’ (geheel Vlaanderen) richt een partnerorganisatie zich op een ‘micro-niveau’

(operationeel met lokale implementatie).

In de partnerorganisatie wordt bijvoorbeeld niet ingezet op referentiebiomonitoring maar meer

toepassingsgericht op Hotspot-biomonitoring in nauw overleg met de lokale partners op het terrein

(cf. Menen, Beerse, Hoboken, Genk-Zuid, Gentse kanaalzone).

Een belangrijk takenpakket dat nauw aansluit bij de opdracht kennis en expertise in de 3e trap, maar

als ‘inhoudelijk thema’ niet onder het steunpunt is ondergebracht, is de referentietaak ‘Binnenmilieu’.

Dit takenpakket omvat wetenschappelijke onderbouwing en screening m.b.t. gezondheidsrisico’s door

verontreiniging van het binnenmilieu (cf. het binnenmilieubesluit onder het preventiedecreet). De

ondersteuning van de bevoegdheden van het AZG en de MMK’s voor dit takenpakket wordt in de

toekomst ondergebracht in de partnerorganisatie Milieugezondheidszorg.

Grafisch weergegeven zou men het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk tot op heden (cf. figuur

links) en het toekomstige (cf. figuur rechts) als volgt kunnen weergeven:

Page 6: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 6 van 26

(Links het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk tot 2015 – Rechts het Netwerk vanaf 2016)

De blauwe zones geven een overlap / raakvlakken / kruisbestuiving aan.

In het toekomstige model is de linkerzijde van de driehoek (AZG) meer gericht op gezondheid en

operationaliteit (toepassingsgericht), ter ondersteuning van de organisaties met terreinwerking

Milieugezondheidszorg. En dus minder milieu- en onderzoekswetenschappelijk gericht. Een voorbeeld:

de linkerzijde in de driehoek staat in voor de Hotspot-biomonitoring, de rechterzijde voor een

referentiebiomonitoring. De pijlen geven de informatiestromen en structurele samenwerking aan.

Vanuit het AZG stellen we voor om de linkerzijde van de 3e trap van dit netwerk (zie bovenstaand

schema) conform het preventiedecreet in te vullen door een beheersovereenkomst met een

partnerorganisatie ‘Milieugezondheidszorg’ te realiseren. Ten opzichte van een (beleids)-

wetenschappelijk steunpunt – of het huidig steunpunt ‘Milieu en Gezondheid’ – liggen de accenten

meer op:

volksgezondheidsexpertise,

op methodiekontwikkeling rond gezondheidsbevordering en ziektepreventie m.b.t.

milieugezondheidszorg,

operationele ondersteuning in Vlaamse en lokale beleidsuitvoering m.b.t.

milieugezondheidszorg,

gerichte inzet op ‘operationeel’-wetenschappelijke expertise rond milieugezondheid zoals

risicocommunicatie, het maken van beleidskeuzes, …

5.b. De oproep heeft betrekking op de volgende beleidsthema’s

In relatie tot het ondernemingsplan van het Agentschap Zorg en Gezondheid, binnen de contouren van de verderop aangehaalde wetgeving (Preventiedecreet, Logo-besluit, Binnenmilieubesluit, m.e.r.-

Trap I

Trap II

Trap III

Page 7: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 7 van 26

regelgeving5, Vlarem6 en de wetgeving aangaande de omgevingsvergunning7), situeren de taken van de partnerorganisatie zich binnen de volgende 4 programma’s:

A. beleidsprogramma ‘Risicoanalyse’ B. preventieprogramma ‘Binnenmilieu gerelateerde gezondheidswinst’ C. preventieprogramma ‘HotSpotwerking Milieu-Gezondheid’ D. preventieprogramma ‘Gezondheidsimpact mobiliteit’

Voor elk van deze 4 programma’s is er een operationele invulling in elk deel (waarbij de 4 delen zijn: 1) Voorkomen van milieugezondheidsschade 2) Vroegdetectie van milieugezondheidsschade 3) Medisch milieukundige metingen 4) Externe methodiekontwikkeling voor de 1e trap van het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk (VMMN)). De operationele invulling houdt telkens rekening met het overkoepelende hoofdproces: bijdragen tot de gezondheidsbevordering, gezondheidsbescherming en ziektepreventie van en bij de algemene bevolking en specifieke doelgroepen, rechtstreeks naar de einddoelgroep of via relevante intermediairs en settings, met het oog op de realisatie de beleidsprioriteiten binnen het preventieve gezondheidsbeleid (de preventieve gezondheidszorg en het facettenbeleid). Dit met tot doel de gezond te bevorderen, en de ziektelast verbonden aan milieugezondheidsproblemen te beperken.

5 Regelgeving met betrekking tot milieueffectrapportage: http://www.lne.be/themas/milieueffectrapportage/extra-informatie/regelgeving 6 Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunningen (VLAREM): http://www.lne.be/themas/vergunningen/regelgeving 7 Er loopt een integratietraject van de stedenbouwkundige vergunningsprocedure met de milieuvergunningsprocedure. Op 24 april 2015 verleende de Vlaamse Regering een tweede principiële goedkeuring aan het ontwerpbesluit: http://www.lne.be/themas/vergunningen/omgevingsvergunning

Page 8: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 8 van 26

Algemeen Bijdragen tot de gezondheidsbevordering, gezondheidsbescherming en ziektepreventie8 van en bij de algemene bevolking en specifieke doelgroepen9, rechtstreeks naar de einddoelgroep of via relevante intermediairs en settings10, met het oog op de realisatie de beleidsprioriteiten11 binnen het preventieve gezondheidsbeleid (de preventieve gezondheidszorg en het facettenbeleid). Dit met tot doel de gezondheid te bevorderen, en de ziektelast verbonden aan milieugezondheidsproblemen te beperken.

Specifiek per deel

1. Voorkomen van milieugezondheidsschade

a. Review: periodiek screenen naar en rapporteren van nieuwe

wetenschappelijke inzichten voor de 4 programma’s ter onderbouwing

van beleidskeuzes

b. methodiekontwikkeling12 voor de 2e trap van het VMMN binnen het AZG

c. ondersteuning in ontwikkeling van lokaal geïnitieerde actieplannen,

inclusief ondersteuning in en uitwerking van participatieve processen.

d. Opbouw en onderhoud van een operationeel inzetbaar kennisnetwerk13

milieugezondheidszorg

e. vraagbaak

8 Zie het decreet van 21 november 2013 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid. Gezondheidsbevordering en ziektepreventie omvat voorkomen, en vroegdetectie maar ook hierbij aansluitende vroeginterventie (vroegdetectie en vroeginterventie zijn onderdeel van de genoemde ‘zorg en begeleiding’). De tertiaire preventie (bij patiënten een verergering van een ziekte voorkomen en de gevolgen van een ziekte verminderen) is eigenlijk onderdeel van de behandeling en wordt doorgaans niet gerekend onder het preventieve gezondheidsbeleid. Soms wordt schadebeperking (harm reduction) wel gerekend bij het preventieve gezondheidsbeleid. Bij harm reduction zijn de initiatieven er op gericht de negatieve gevolgen (schade) te verminderen voor de doelgroep, hun omgeving of de samenleving zonder dat daarom het succes van de initiatieven noodzakelijker wijze afhankelijk is van het verminderen van het risico zelf (vb. het gebruik van psychoactieve middelen, het risicovol gedrag, de risicofactor). 9 De doelgroepen betreffen ten minste: de algemene bevolking, intermediairs, personen met een lagere sociaaleconomische status (SES) en uit de wetenschappelijke literatuur kwetsbare groepen m.b.t. milieu & gezondheid. Vanuit de literatuur rond medische milieukunde wordt er klassiek een sterk focus gelegd op kinderen als zijnde een prioritaire doelgroep. Met betrekking tot de doelgroep ‘lage SES’ zal men niet enkel oog hebben voor de groep met de laagste sociaaleconomische status maar in sterke mate ook rekening houden met het continuüm binnen de sociaaleconomische gradiënt. Wetenschappelijke literatuur toont dat mensen met een lagere sociale positie, een minder goede gezondheid hebben in vergelijking met mensen die hoger op de maatschappelijke ladder staan. Rekening houden met deze sociaaleconomische gradiënt wil zeggen dat niet alleen op de groep met de laagste positie, maar ook de tussengroepen moet worden ingezet. 10 Setting verwijst naar de omstandigheden waaronder/waarin iets gebeurt. Eventuele synoniemen: context, samenhang, leefsituatie, omgeving. De settings betreffen ten minste: lokale besturen en gemeenschappen, onderwijs, gezondheids- en welzijnssector. 11 Beleidsnota 2014-2019 Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (https://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/beleidsnota-2014-2019-welzijn-volksgezondheid-en-gezin); beleidsbrief Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 2015-2016 (https://www.vlaamsparlement.be/parlementaire-documenten/parlementaire-initiatieven/1011548); voor de 4 programma’s aangehaald onder punt 5b) vertaald in het ondernemingsplan AZG. 12 Methodieken kan men opdelen in externe en interne methodieken. ‘Externe methodieken’ zijn gericht op de lokale organisaties met terreinwerking die de Logo’s bedienen en die de methodieken uitvoeren met het oog op het beschermen of het behoud van de gezondheid van de einddoelgroep. De externe methodieken zijn steeds een meerwaarde voor de lokale werking van de medisch milieukundigen. ‘Interne methodieken’ zijn strategieën, inzichten, werkprocedures, tools, protocollen, … die bijdragen aan een kwaliteitsvolle werking van het AZG zodat de tweedelijnswerking van het VMMN organisatorisch en inhoudelijk kwaliteitsvol wordt uitgevoerd. 13 Definitie: een netwerk van partnerorganisatie-externe professionelen (actief onderhouden) met expertise van de bovenstaande thema’s en programma’s.

Page 9: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 9 van 26

2. Vroegdetectie van milieugezondheidsschade

a. Hotspot-biomonitoring (merkers van blootstelling en effect): specifiek

onderzoeksdesign, rekrutering, staalname, analyse en interpretatie:

ontwikkeling, statistische verwerking en interpretatie.

b. Opvolgen en interpreteren van (milieu)gezondheidsdata (oa. Intego,

kankerregister, afdeling informatie en ondersteuning AZG, mutualiteiten,

…)

c. Ontwikkeling, screening en opvolging van gezondheidsindicatoren

(milieu)gezondheid.

3. medisch milieukundige metingen

a. Gezondheids-effectgericht meten: specifiek onderzoeksdesign, staalname,

analyse en interpretatie. (astmavragenlijsten, in vitro milieumetingen,

Schriftelijk Leefomgevingsonderzoek, …)

b. Huislabo gezondheidskundig relevante fysicochemische parameters in

binnenmilieu

c. Ondersteunende onderzoeksprojecten binnenmilieu: surveillance

klachtenvrije woningen, binnenmilieu-problemen, …

4. externe methodiekontwikkeling voor de 1e trap van het VMMN.

a. Methodiekontwikkeling voor de 4 programma’s b. Ondersteuning van de 1e trap van het VMMN m.b.t. de implementatie van

methodieken door organisaties met terreinwerking relevant voor milieugezondheid: (milieugezondheidswerkers / stakeholders milieugezondheid14)

De beleidsthema’s verwijzen naar de volgende initiatieven vermeld in het preventiedecreet en aanhorige besluiten:

Algemeen: artikelen 3, 4, 5, 73, 74 Specifiek: artikelen 39, 44, 51, 52, 53, 54, 55, 56, (67, 68, 72) Logo-besluit (cf. voetnoot 4) Binnenmilieubesluit15

Daarnaast wordt in het kader van het facettenbeleid (preventiedecreet artikelen 4, 55 en 56) eveneens verwezen naar wetgeving binnen de beleidsdomeinen met een bevoegdheid verwijzend naar volksgezondheid waaronder: de omgevingsvergunning, het VLAREM en de m.e.r.-wetgeving. Het realiseren van de resultaatsgebieden één deel draagt bij tot de realisatie ervan in de andere delen. Het is essentieel dat er tussen de delen een goed functionerende afstemming en samenwerking wordt gerealiseerd. Dit vergt concrete engagementen van de uitvoerder(s) (zie verder).

14 Intermediairen relevant voor milieugezondheid – inclusief beleidsdomein overschrijdende bevoegdheden van oa. Leefmilieu, gezondheid, binnenlands beleid, mobiliteit, ruimte, onderwijs, …. 15 Binnenmilieubesluit: http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1013487&param=inhoud&ref=search

Page 10: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 10 van 26

Alle acties binnen de beheersovereenkomst moeten betrekking hebben op de beleidsthema’s van de beheersovereenkomst in kwestie. Samengevat geeft dit de volgende structuur:

Minimale inhoudelijke elementen en doelgroepen waarrond acties nodig zijn Voor alle delen

Bij het indienen van het dossier moeten minimaal de elementen van de oproep vertaald worden in acties onder de verschillende resultaatgebieden, aangevuld met acties volgens de eigen inzichten van de organisatie. De acties zijn logisch verzameld in operationele doelstellingen per resultaatsgebied per programma en per deel. In het beleidsplan kunnen de acties generiek geformuleerd worden (vertrekkende vanuit een structuur toegelicht verwijzend naar de 4 delen), maar in de jaarplannen moet dit concreter (vertrekkend vanuit een structuur toegelicht verwijzend naar de programma’s). Operationele doelstellingen en prioritaire acties (A.P.) worden zeker uitgewerkt, optionele acties (A.O.) bij voorkeur – maar niet verplicht. Naar eigen inzicht kan de indiener aanvullen met nieuwe acties of operationele doelstellingen. Mogelijk kan een bepaald resultaatsgebied niet of minder van toepassing zijn in een deel of programma, dit dient gemotiveerd te worden in het ingediende dossier. De delen en programma’s staan vast. Het preventiedecreet16 bepaalt in artikel 7 dat alle organisaties die gesubsidieerd worden door de Vlaamse Regering voor taken van preventieve gezondheidszorg, ertoe gehouden zijn om bij de uitvoering van hun opdracht bijzondere aandacht te besteden aan:

- bevolkingsgroepen die kampen met kansarmoede; - bevolkingsgroepen die in een grotere mate zijn blootgesteld aan bedreigingen van hun

gezondheid; - de toegankelijkheid van het aanbod in de preventieve gezondheidszorg.

16 Zie link: http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1012025&param=inhoud&ref=search

Page 11: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 11 van 26

Speciale aandacht verdient de doelgroep (jonge) kinderen en jongeren. Zowel vanuit de medisch milieukundige vakliteratuur als vanuit de grote internationale instellingen die werken rond volkgsgezondheid, toxicologie, (milieu)epidemiologie en gezondheid & milieu (WHO, CDC, EPA, Health Canada, IARC, …) wordt de doelgroep kinderen als prioritair aanzien. Uit de voorgestelde acties in het beleidsplan en in de jaarplannen moet dus voldoende blijken dat hiermee rekening wordt gehouden. Het aanbod moet, indien bedoeld voor burgers, laagdrempelig, begrijpelijk en toegankelijk zijn. Het doel is alle burgers te kunnen bereiken, hetzij direct, hetzij via een specifieke setting of via intermediairs. Om personen met een verhoogd gezondheidsrisico te bereiken kan een apart doelgroepenbeleid, of een aan de doelgroep aangepaste methodiek nodig zijn. Doorheen de levensloop verandert de eventuele kwetsbaarheid, waardoor aandacht voor verschillende leeftijdsgroepen nodig kan zijn.

Tot de opdrachten van de partnerorganisaties behoren onder andere:

- afstemming zoeken met internationale, federale en andere Vlaamse trends en beleidsinitiatieven;

- afstemming zoeken met de hulpverlening en initiatieven binnen de welzijnssector en de curatieve sector;

- het informeren, communiceren en sensibiliseren met betrekking tot de het Vlaamse beleid rond de beleidsthema’s in kwestie en met betrekking tot hun taken binnen de beheersovereenkomst in het bijzonder;

- deelnemen, op vraag van het Agentschap Zorg aan Gezondheid aan overlegvergaderingen en aan werkgroepen die betrekking hebben op het beleidsthema van de beheersovereenkomst en het opnemen van een trekkersrol rond dit beleidsthema;

- deelnemen aan eventuele gezondheidsconferenties (inclusief het voortraject) die betrekking hebben op het beleidsthema van de beheersovereenkomst en het opnemen van een trekkersrol rond dit beleidsthema.

Per deel wordt eveneens aandacht gegeven aan de volgende elementen:

inhoudelijke elementen

omschrijving (kader)methodieken

organiseren bepaalde acties

opzetten bepaalde projecten

nieuwe methodieken

informatie, documentatie en adviesnoden voor bepaalde doelgroepen

opleiding en coaching

… Doelgroepen voor alle delen (maar niet noodzakelijk telkens voor elk actieniveau):

- algemene bevolking - personen met een verhoogd gezondheidsrisico en kansengroepen/personen met een

lagere socio-economische status/ groepen die gekenmerkt worden door een bijzondere kwetsbaarheid (zie ook hierboven)

- de Vlaamse overheid - partnerorganisaties - Logo’s

Page 12: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 12 van 26

- organisaties met terreinwerking relevant voor milieugezondheid: gezondheidswerkers wordt milieugezondheidswerkers17 / stakeholders milieugezondheid

- intermediairs: o zorgverstrekkers o onderwijsomgeving o lokale besturen

Specifiek wordt er per deel voor de algemene werking rekening gehouden met de reeds bestaande werking en context en genomen beslissingen van de 4 programma’s:

voor het beleidsprogramma risicoanalyse integreert de partnerorganisatie: o reeds ontwikkelde tools zoals de tool gecombineerde blootstelling, de

procedure voor de keuze van gezondheidskundige toetsingwaarden, … o reeds besliste initiatieven zoals de oproep 4de generatie steunpunt, de

uitbreiding van het Intego-programma, …

voor het preventieprogramma ‘binnenmilieugerelateerde gezondheidswinst’ integreert de partnerorganisatie:

o Week van gezond wonen o Rapport referentiemetingen klachtenvrije woningen o Beleidsdomeinoverschrijdend project gezonde binnenlucht op school o Parameterupdate van het binnenmilieubesluit o ISIAQ-conferentie (netwerk en outcome)

voor het preventieprogramma ‘hotspotwerking milieugezondheid’ integreert de partnerorganisatie:

o Het MER richtlijnenboek mens, gezondheid o Bestaande expertise van de hotspotwerking in Genk-Zuid, Menen, Gentse

kanaalzone en Hoboken o Bestaande tools en handleidingen zoals bv. ‘communiceren met je buren’,

praktijkvoorbeelden rond participatie, …

Voor het preventieprogramma ‘gezondheidsimpact mobiliteit’ integreert de partnerorganisatie:

o Joaquin: www.joaquin.eu - facettenbeleid (beleidsdomeinen ruimte en leefmilieu, onderwijs)

o Milieu-effectrapportage rond verkeer genererende projecten o Publieke ruimte o Advocacy-technieken

Bijzondere aandachtspunten met betrekking tot de oproep Bij het indienen van een dossier moet de kandidaat aangeven in het organigram zoals dit er zou uitzien bij het sluiten van een beheersovereenkomst, welke expertise en welke capaciteit (middelen en personeel in VTE/jaar) de organisatie voorziet ter beschikking te stellen voor de realisatie van de acties binnen het deel ‘voorkomen van milieugezondheidsschade’ – in relatie tot de andere delen. (zie verder onder punt 6). In geval de kandidaat optreedt als rechtspersoon in een penvoerende organisatie van een groepering van rechtspersonen waarvan de expertise zich respectievelijk beperkt tot sommige delen of onderdelen hiervan, dient de kandidaat aan te geven welke expertise en welke capaciteit (middelen en personeel in VTE/jaar) hij verwacht van de andere delen voor de realisatie van de acties binnen het

17 Intermediairen relevant voor milieugezondheid – inclusief beleidsdomein overschrijdende bevoegdheden van oa. Leefmilieu, gezondheid, binnenland, mobiliteit, ruimte, onderwijs, ….

Page 13: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 13 van 26

deel ‘voorkomen van milieugezondheidsschade’ (zie verder onder punt 6). In geval de rechtspersonen zich indelen volgens de structuur van de programma’s, dient de kandidaat aan te geven welke expertise en welke capaciteit (middelen en personeel in VTE/jaar) hij verwacht en/of ten dienste stelt van de uitwerking in de 4 delen. In het timeframe van het beleidsplan worden deze items uitgewerkt over de periode van de beheersovereenkomst. Bij de opmaak van de (meerjaren)begrotingen en bij het opmaken van de financiële verslagen wordt er over gewaakt dat inzet van de middelen (personeel en werking) voor de resultaatgebieden de verdeelsleutel over de delen zoals aangegeven onder punt 6 benadert (zie verder).

5.c. Minimale resultaatgebieden, operationele (organisatie)doelstellingen en acties

Voor de realisatie van de beheersovereenkomst zullen verschillende acties (A) worden ondernomen binnen een aantal resultaatsgebieden (R)18. Voor de duidelijkheid worden de acties binnen een resultaatgebied geclusterd in operationele (organisatie)doelstellingen (OD). In de oproep worden slechts enkele acties vermeld. Die lijst is dus zeker niet volledig. Het is de bedoeling dat, bij het indienen van een dossier, minimaal alle elementen uit de oproep, samen met de initiatieven die vanuit de expertise van de indiener belangrijk worden geacht, worden vertaald in acties. Die acties worden geordend onder een of meerdere operationele (organisatie)doelstellingen binnen een of meerdere resultaatgebieden. De in de tabellen opgenomen acties kunnen uiteraard opgesplitst worden in meerdere afzonderlijke acties. In het beleidsplan kunnen de acties generiek geformuleerd worden, maar in de jaarplannen moet dit concreter. Uiteraard moet bij het indienen van het dossier enkel het eerste jaar geconcretiseerd worden. Voor de volgende jaren hangt dit onder andere af van de evoluties in het eerste jaar. Het kan zijn dat bij het indienen van een dossier de organisatie oordeelt dat er in het beleidsplan bij bepaalde operationele (organisatie)doelstellingen (nog) geen acties kunnen worden geformuleerd. De acties binnen een operationele (organisatie)doelstellingen moeten niet hiërarchisch worden ingedeeld of opgebouwd. Operationele doelstellingen en prioritaire acties (A.P.) worden zeker uitgewerkt, optionele acties (A.O.) bij voorkeur – maar niet verplicht. Naar eigen inzicht kan de indiener aanvullen met nieuwe acties of operationele doelstellingen. Mogelijk kan een bepaald resultaatsgebied niet of minder van toepassing zijn in een deel of programma, dit dient gemotiveerd te worden in het ingediende dossier. De delen en programma’s staan vast.

R1 Het aanbod van Informatie, Documentatie en Advies

R1 OD1 Expertise uitbouwen en onderhouden wat o.a. inhoudt opvolgen van internationale, wetenschappelijke en maatschappelijke evoluties, waar relevant eigen onderzoek en omgevingsanalyses uitvoeren

A.P. A.O.

Verzamelen, analyseren, interpreteren en ontsluiten van gegevens19

18 Een gebied waarbinnen resultaten moeten worden behaald door acties uit te voeren. 19 De gegevens kunnen afkomstig zijn van allerlei bronnen of zelf verzameld worden. Zo kan het gaan om gegevens verzameld binnen registratiesystemen aanvaard of opgelegd door het Agentschap Zorg en Gezondheid (vb CIRRO, Ginger, huisartspeilpraktijken, biomonitoringsprojecten, enquêtes, binnenmilieumetingen, …) ten aanzien van diverse organisaties of intermediairs.

Page 14: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 14 van 26

A.P.

A.P.

A.O.

A.O.

A.P. / A.O.

A.O.

Het op punt stellen van een methode/procedure om de bestaande milieumeetgegevens te screenen op ‘uitschieters’ (significante afwijkingen van gemiddeld Vlaanderen) [hotspot-werking] Periodiek literatuuroverzicht met beoordeling op kwaliteit en toepasbaarheid binnen de partners van het VMMN Het opvolgen van (milieu)gezondheidsindicatoren: Intego, kankerregister, mortaliteitscijfers, chronische aandoeningen, … [risicoanalyse] Een overzicht beheren van bestaande gegevens over gezondheid (incluis screeningsmethode) [risicoanalyse] Ontwikkelen van opleidingen op vraag van het AZG m.b.t. milieugezondheidszorg Het ontwikkelen van een gezondheidsindicator of een set van milieugezondheidsindicatoren [binnenmilieu AP; gezondheidsimpact mobiliteit AO] Het opvolgen van milieumeetgegevens [alle 4 de programma’s]

R1 OD2 Het uitbouwen en onderhouden van netwerken wat o.a. inhoudt het fungeren als een coördinerende en trekkende kern binnen een expertisenetwerk

A.P.

Kennis- en ervaringsuitwisselingsnetwerk (evidence and practice based practices)[binnenmilieu; gezondheidsimpact mobiliteit]

R1 OD3 Via de meest geschikte dragers proactief en op vraag informatie20 aanbieden aan het ruime publiek, intermediairs, de pers en specifieke doelgroepen

A.P.

A.P. A.O.

Voor het eigen programma een algemene21 communicatiestrategie ontwikkelen en op vraag van het Agentschap Zorg en Gezondheid uitvoeren www.milieugezondheidszorg.be Het actief promoten22 van milieugezondheidszorg

R1 OD4 Proactief, onder andere over leemten en opportuniteiten van het beleid, en op vraag beleidsrelevent advies verlenen aan de Vlaamse overheid

A.P. Op vraag van of na akkoord van het Agentschap Zorg en Gezondheid deelnemen aan werkgroepen of andere overlegvergaderingen.

AO. Indien er een gezondheidsconferentie rond een milieugezondheidsthema wordt georganiseerd, op vraag van of na akkoord van het Agentschap Zorg en Gezondheid deelnemen aan het voortraject (zie preventiedecreet).

A.P. Rapporteren, o.a. aan de hand van het document ‘samenvatting preventiemethodiek’23, over de beschikbaarheid van methodieken die door de eigen organisatie werden ontwikkeld of beoordeeld, over de voortgang in de ontwikkeling en hernieuwing van de eigen methodieken indien van toepassing.

A.P. Zwaktes en sterktes, opportuniteiten en bedreigingen, en bijhorende beleidsvoorstellen rapporteren aan de Vlaamse overheid.

A.P. Het actief promoten24 van (milieu)gezonde beleidskeuzes in het kader van health in all policies [alle thema’s]

A.P. Resultaatsrapportage en evaluatie gebeurt steeds ten opzichte van een referentiekader.

R1 OD 5 Proactief en op vraag van het agentschap Zorg en Gezondheid derden bijstaan bij methodiekontwikkeling (binnen de 4 programma’s)

20 De informatie voor de ondersteuning van de implementatie van methodieken hoort niet bij dit resultaatgebied (wel bij R4). 21 Specifieke campagnes bij het promoten van een methodiek bijvoorbeeld, worden onder disseminatie beschreven 22 Met actief promoten bedoelen we het hot of sexy maken van het thema milieugezondheidszorg, met een nadruk op de potentiële gezondheidswinst die kan geboekt worden en de win-winmaatregelen, ook op economisch vlak. 23http://www.zorg-en-gezondheid.be/Formulieren/Zorgaanbod/Formulieren-voor-de-ontwikkeling-en-beoordeling-van-preventiemethodieken/ 24 Zie voetnoot 22

Page 15: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 15 van 26

A.O. Advies verlenen aan derden met betrekking tot methodiekontwikkeling

A.P. Valideren van methodiekontwikkeling van derden

R1 OD 6 Op vraag advies verlenen, dat niet over methodiekontwikkeling gaat, aan andere relevante organisaties en intermediairs gelinkt aan het VMMN

A..

R1 OD 7 Evalueren van de eigen werking rond dit resultaatsgebied

A..

R2 De ontwikkeling van Methodieken25

R2 OD 1 Het analyseren van een (milieu)gezondheidskundig probleem en de context ervan ter bepaling van de behoefte aan methodieken en het prioriteren o.a. op basis van efficiëntieoverwegingen

A.O.

A.P.

A.P.

A.N.

Criteria bepalen voor het inschatten van (on)aanvaardbaarheid van carcinogene risico’s bij grootteorde van kans tussen 1.10-6 en 1.10-4. [risicoanalyse] Bestaande hotspots identificeren door het opvolgen van gegevens, signalen en meldingen. [hotspot-werking] Het nagaan van de haalbaarheid/wenselijkheid26 en/of uitwerking van clusterdetectie op afwijkende incidenties door het toepassen van gevorderde statistiek (SAE) [risicoanalyse] Inzet van indicatoren gezondheidsimpact wegverkeer; inclusief gebrek aan groene ruimte, aan ruimte voor beweging en de psychosociale impact [gezondheidsimpact mobiliteit]

R2 OD 2 Methodieken wetenschappelijk onderbouwen en waar van toepassing deze afstemmen met kadermethodieken die gelden voor bepaalde settings of doelgroepen

A.O. Gevoelige bestemmingen nabij drukke verkeersaders: beoordelingskader [mobiliteit]

R2 OD 3 In samenwerking met diverse relevante betrokkenen, methodieken, met inbegrip van ondersteuningsmiddelen en een implementatieplan, uitwerken, aanpassen en vernieuwen

A.P. A.P. A.O.

Methodiek geïntegreerde blootstelling (meerdere uptake-wegen) [risicoanalyse] Methodiek gezondheidskundige beoordeling piekblootstelling [risicoanalyse] Ruimtelijke planners beschikken over een methodiek om de gezondheidsimpact in kaart te brengen [gezondheidsimpact mobiliteit]

R2 OD 4 Testen en evalueren27 van methodieken, bijvoorbeeld aan de hand van pilootprojecten

A.P. Remediëring volksgezondheidskundige impact in hotspots: leidraad voor participatieve aanpak uitwerken – randvoorwaarden, wanneer inzetten, stappenplan. [hotspotwerking]

R2 OD 5 Evalueren van de eigen werking rond methodiekontwikkeling

A..

De methodieken zijn gericht op een of meer actiestrategieën zoals educatie, het nemen van structurele maatregelen, het aanbieden van preventieve zorg of begeleiding. Ze zijn bedoeld voor de algemene bevolking, voor specifieke settings of voor specifieke doelgroepen. De methodieken worden

25 Onder methodiek wordt verstaan: een geheel van te volgen vaste, weldoordachte werkwijzen om een bepaalde doelstelling te bereiken, die bestaat uit ondersteuningsmiddelen (materialen en diensten) en die gericht is op een of meer actiestrategieën zoals educatie, het nemen van structurele maatregelen, het aanbieden van preventieve zorg of begeleiding. Het ontwikkelen van methodieken gebeurt volgens de hiertoe gemaakte fiche ‘voor de ontwikkeling en beoordeling van preventiemethodieken’ http://www.zorg-en-gezondheid.be/Formulieren/Zorgaanbod/Formulieren-voor-de-ontwikkeling-en-beoordeling-van-preventiemethodieken/ 26 Omwille van beperkingen van small area health statistics, multifactoriële oorzaken, opportuniteitskost, … 27 Het evalueren van een methodiek houdt idealiter een procesevaluatie, een effectmeting en evaluatie van de implementatie in. De mate waarin dit is voorzien wordt afgesproken in het jaarplan.

Page 16: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 16 van 26

rechtstreeks of via intermediairs toegepast en maken gebruik van de meest geschikte communicatiedragers (die kunnen heel verscheiden zijn zoals: folders, media, telefonisch, webbased toepassingen, sociale media…). Het kan gaan om bestaande of nieuw ontwikkelde methodieken. In die context zal niet voor elke methodieken alle hierboven vermelde operationele doelstellingen moeten gerealiseerd worden.

R3 Operationaliseren28 van methodieken

R3 OD 1 Operationaliseren van methodieken naar intermediairs29, of de einddoelgroep toeleiden tot een methodiek toegepast door intermediairs

A.P.

A.O.

Vermijdbare onrust voorkomen door het promoten van participatietools of tools vergelijkbaar met de methodiek ‘communiceren met je buren en aanpak lokale ongerustheid’. [hotspot-werking] Digitale methodiek (gebaseerd op de GIS-tool van Jean-Marie Cariolet30) waarmee de lokale besturen hun huidige situatie en werking in kaart brengen, opvolgen en monitoren, en waaruit ze adviezen op maat kunnen genereren. [gezondheidsimpact mobiliteit]

R3 OD 2 Dissemineren van methodieken die geen tussenkomst van intermediairs vergen, naar de einddoelgroep

A..

R3 OD 3 Evalueren van de eigen werking rond operationalisering

A..

R4 De ondersteuning31 van de implementatie van methodieken met inbegrip van deskundigheidsbevordering

R4 OD 1 Ondersteunen van de uitvoering van methodieken door het opleiden32 van de partners uit het VMMN

A..

R4 OD 2 Ondersteunen van de uitvoering van methodieken door het coachen33 van de partners uit het VMMN

A..

R4 OD 4 Produceren34 en ter beschikking stellen van ondersteuningsmiddelen (materialen en diensten35) die horen bij de zelf ontwikkelde (interne en externe) methodieken.

28 Onder operationaliseren wordt verstaan: een methodiek op het terrein praktisch inzetbaar maken, op maat van de doelgroep 29 Het gaat hier om intermediairs buiten het locoregionale Logo-netwerk, dus om intermediairs op ‘Vlaams’ niveau. 30 Air pollution resilience of Greater Paris (EIVP, 2015), Jean-Marie Cariolet, Morgane Colombert, Marc Vuillet (output van het JOAQUIN-project) 31 Niet van toepassing voor methodieken die rechtstreeks gericht zijn naar de einddoelgroep. 32 Het gaat om het geven van essentiële basisvormingen om autonoom verder te kunnen met de methodieken. De vorm waaronder dit gebeurt kan heel verscheiden zijn: vormingssessies, e-learning… 33 Hier gaat het vooral over het begeleiden (coachen, intervisie, bijscholen…) van partners die reeds een basisvorming kregen of geacht worden voldoende basisvorming te hebben m.b.t. de methodieken in kwestie. 34 Het gaat hier niet om de ontwikkeling van de ondersteuningsmiddelen, dit is inbegrepen bij de methodiekontwikkeling, maar het louter ‘vermenigvuldigen’ (drukken e.d.) van de ondersteuningsmiddelen. 35 Dit kan bijvoorbeeld ook het ter beschikking stellen zijn van een pool van referentiepersonen of experten die lokaal kunnen worden ingezet.

Page 17: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 17 van 26

A.P. Ontwikkelen voor en implementeren binnen de actieweek ‘gezond binnen’ [binnenmilieu]

R4 OD 5 Instaan voor of bewaken van de kwaliteitsborging van de toepassing van de methodieken

A..

R4 OD 6 Evalueren van de eigen werking rond de ondersteuning van de implementatie van methodieken

A..

R5 Uitvoering van methodieken36

R5 OD 1 Uitvoeren van methodieken, of onderdelen ervan, die niet door de intermediairs worden uitgevoerd

A.P. A.O.

Dataverwerking: statistische analyse en een aanzet tot interpretatie Participatief aanpakken van lokale wegverkeer gerelateerde gezondheidsacties [gezondheidsimpact mobiliteit]

R5 OD 2 Er is een huislabo37 voor de behandeling van binnenmilieu gerelateerde gezondheidsklachten van bewoners (woningen, publiek toegankelijke gebouwen, scholen, …), biomonitoring van blootstelling- en effectmerkers, in vitro milieumetingen, bevragingen, …

A..

R5 OD 3 Er is een huislabo voor biomonitoring van blootstelling- en effectmerkers, in vitro milieumetingen, bevragingen, …

A.P. Adviseren met betrekking tot de noodzaak en meetstrategie (meetmethode, te bemonsteren polluenten). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de eigen verworven kennis, maar ook van de wetenschappelijke literatuur (en indien betrekking tot het binnenmilieubesluit, afstemming ermee)

A.O. De database rond binnenmilieuparameters met betrekking tot klachtenvrije woningen wordt geupdated (eventueel met eigen meetprogramma’s aangevuld)

A.P. Er is een labonetwerk (staalname en analyse) beschikbaar

A.P. Op vraag wordt staalnamemateriaal aangeleverd

R5 OD 4 Evalueren van de eigen werking rond de uitvoering van methodieken

A..

Bij goed ontwikkelde methodieken hoort een implementatieplan dat onder andere vermeld wie zal instaan voor de uitvoering. In de onder dit resultaatgebied beschreven acties wordt aangegeven welke uitvoerende taken, conform het implementatieplan, door de organisatie zelf zullen worden opgenomen.

5.d. Minimale kwaliteits- en samenwerkingsvereisten met betrekking tot de oproep

Voor alle delen

36 Het gaat hier over methodieken waarvan de uitvoering het efficiëntst door de partnerorganisatie zelf wordt uitgevoerd en waarbij bijvoorbeeld de tussenkomst van een sectoraal tussenniveau geen meerwaarde heeft of niet haalbaar of aanwezig is. 37 Het doel van de metingen is om een oorzakelijk verband tussen de gezondheidsklacht en de

binnenmilieukwaliteit te identificeren.

Page 18: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 18 van 26

Kwaliteit: Bij het ontwikkelen en uitvoeren van een algemene communicatiestrategie (zie R1 OD3): De communicatiestrategie moet onder andere planmatig zijn opgebouwd, proactieve en reactieve werkwijzen bevatten, actuele en adequate informatie verspreiden, gericht zijn op relevante doelgroepen en gebruik maken van de meest geschikte communicatiedragers. Bij het ontwikkelen van methodieken (zie R2): de methodieken zijn ontwikkeld op basis van o.a. de kwaliteitscriteria uit de leidraad en fiche en maken, waar relevant, gebruik van vernieuwende en toegankelijke communicatiedragers. Bij het ondersteunen van de uitvoering van methodieken door het opleiden en coachen van de partners van het VMMN (zie R4 OD1 en OD2) is het een kwaliteitscriterium dat dit, omwille van efficiëntieoverwegingen, gebeurt op basis van een behoefteanalyse.

Samenwerking:

Er moet een vergaande samenwerking zijn tussen de verschillende uitvoerders van respectievelijke delen in deze oproep en met reeds bestaande partnerorganisaties, het 4e generatie Steunpunt Milieu & Gezondheid, de Logo’s (voor milieugezondheidszorg de MMK-coördinator ondergebracht in de partnerorganisatie m.b.t. de ‘Algemene ondersteuning Logo’s’) en de Vlaamse administraties vertegenwoordigd in het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk. Dit moet onder andere resulteren in efficiënte (kader)methodieken voor settings en doelgroepen en in het toepassen van deze (kader)methodieken bij het realiseren van de opdrachten binnen de verschillende gezondheidsthema’s. Bij het uitbouwen en onderhouden van netwerken, wat o.a. inhoudt het fungeren als een coördinerende en trekkende kern binnen een expertisenetwerk (zie R1OD2): de verschillende uitvoerders zullen hun netwerken, die bovenlokaal georganiseerd zijn, op de meest efficiënte wijze organiseren. Dit betekent onder andere dat rekening gehouden wordt met zowel aspecten die specifiek zijn voor een bepaald milieugezondheidsthema als met aspecten die belangrijk zijn voor een gezondheidsthema-overschrijdende benadering gericht op specifieke settings en doelgroepen.

Bijkomend voor het resultaatsgebied 5 ‘Uitvoering van methodieken’

Voor wat betreft metingen en bevragingen - Kwaliteit: de technische bekwaamheid, ervaring en prestatiekenmerken zijn zeer belangrijk voor dit resultaatsgebied. De technische bekwaamheid en ervaring Uit de informatie in de offerte moet blijken dat het ter beschikking gestelde personeel kan worden geruggensteund en/of de tijdelijke afwezigheid ervan kan worden opgevangen door kwalitatief gelijkwaardig personeel. De opdrachtnemer verbindt zich ertoe de samenstelling van het team dat voor de uitvoering van de opdracht is opgegeven, niet te wijzigen, tenzij in geval van overmacht. In dat geval doet hij onmiddellijk en gemotiveerd mededeling aan de opdrachtgever die kan beslissen tot inperking of stopzetting van de opdracht. Specifiek het niveau van bekwaamheid en ervaring in biomonitoringsopdrachten en het huislabo milieumetingen (binnenmilieu) is voorwerp van beoordeling. De prestatiekenmerken De resultaten verkregen in deze opdracht moeten o.a. een integrale vergelijking toelaten met de resultaten uit de referentie biomonitoring uitgevoerd door het 4e generatie steunpunt

Page 19: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 19 van 26

‘Milieu en Gezondheid’ en de referentiewaarden binnenmilieu in klachten vrije woningen, of in afwezigheid enig ander onderbouwde binnen of buitenlandse referentiewaarden.

Juistheid (deelname aan ringtesten in bloed- en urinestalen voor de gevraagde

merkers of andere vergelijkbare biologische materialen (als derdelijnscontrole)) en

gebruik van matrixspecifiek referentiemateriaal (als eerste of tweedelijnscontrole))

precisie (herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid)

specificiteit (gevoeligheid van de meettechniek en matrixinterferenties)

detectielimiet (3 maal de standaardafwijking op 10 blanco’s (UPW+ zuur))

meetbereik (werkgebied + aantal aangewende standaarden)

meetonzekerheid conform GUM-richtlijnen (uitgedrukt in %)

lineariteit (1ste of 2de orde lineariteit)

maatregelen ter voorkoming van cross-contaminatie tussen de stalen

de analyse-capaciteit per week per analyse

De mate waarin hiertoe garanties geboden worden is een belangrijk criterium in de

beoordeling.

5.e. De kandidaat moet bovendien bijzondere aandacht besteden aan:

- bevolkingsgroepen die kampen met kansarmoede

- bevolkingsgroepen die in een grotere mate zijn blootgesteld aan bedreigingen van hun gezondheid - de toegankelijkheid van het aanbod in de preventieve gezondheidszorg - de doelgroepen met specifieke aandacht, elders beschreven in de oproep

5.f. Evaluatiecriteria voor de opvolging van de beheersovereenkomsten voor alle delen

Hieronder staan voor de verschillende resultaatgebieden de criteria vermeld waarop de voortgang van de realisatie van de beheersovereenkomst zal geëvalueerd worden. Sommige staan al vermeld doorheen de tekst van de oproep, we zetten ze hier nog eens beknopt op een rij. Het is de bedoeling dat kandidaten bij het indienen van een jaarplan indicatoren (en waar mogelijk ook streefnormen) formuleren om de verschillende evaluatiecriteria te kunnen staven. R1: Het aanbod van Informatie, Documentatie en Advies

- is wetenschappelijk onderbouwd; - wordt zowel proactief als reactief verstrekt; - wordt verspreid via zo veel mogelijk relevante kanalen; - wordt op toegankelijke wijze ter beschikking gesteld; - het aanbod is bekend bij de doelgroepen; - doelgroepen maken gebruik van het aanbod; - gebruikers zijn tevreden over het aanbod.

R2: De ontwikkeling van Methodieken

- de methodieken zijn waar relevant ontwikkeld in overeenstemming met de leidraad methodiekontwikkeling;

- de doelgroepen zijn tevreden over de methodieken. R3: Operationaliseren van methodieken

Page 20: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 20 van 26

- de operationalisering wordt geëvalueerd; - de disseminatie leidde tot uitvoering van de methodieken.

R4: De ondersteuning van de implementatie van methodieken met inbegrip van deskundigheidsbevordering

- de ondersteuning komt tegemoet aan de noden en behoeften van de relevante intermediairs; - de ondersteuning gebeurt vraag- en aanbod gestuurd; - de relevante intermediairs kennen het aanbod; - de relevante intermediairs maken gebruik van het aanbod; - de relevante intermediairs zijn tevreden over het aanbod.

R5: Uitvoering van methodieken

- de uitvoering voldoet aan de kwaliteitseisen die worden vooropgesteld in de beschrijving van de methodiek en het implementatieplan;

- de doelgroepen kennen het aanbod; - de doelgroepen maken gebruik van het aanbod; - de doelgroepen zijn tevreden over de uitvoering; - de uitvoering van de methodiek draagt bij aan kennis, vaardigheden, attitudes of

gedragsintenties van de doelgroep; - de prestatiekenmerken.

De evaluatiecriteria kunnen tijdens de looptijd van de beheersovereenkomst in overleg met de partnerorganisatie en de minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, aangepast worden. Die aanpassingen worden opgenomen in het jaarplan waarop ze betrekking hebben.

6. Hoe wordt/worden de beheersovereenkomst(en) gesubsidieerd?

Het eerste jaar (2016) (zie punt 4: het eerste jaar is geen volledig kalenderjaar) zal het budget € 180.000 bedragen er vanuit gaande dat deze oproep nog in 2015 kan gelanceerd worden en dus de werking van de partnerorganisatie nog in 2016 kan opgestart worden. Vanaf 2017 zal er een jaarlijks budget tussen € 180.000 en € 540.000 voorzien worden voor alle jaren van de beheersovereenkomst. De vermelde bedragen kunnen immers schommelen in functie van beslissingen in het kader van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor de respectievelijke begrotingsjaren. Van de intekenaar wordt dan ook een meerjarenplan met een minimaal scenario voor € 180.000 per jaar verwacht als ook een maximum scenario voor € 540.000 per jaar. Indien er voor deze oproep vanaf het tweede jaar een jaarlijks budget van € 540.000 voorzien kan worden, wordt dit als volgt verdeeld over de 4 delen:

- voorkomen van milieugezondheidsschade: 25 - 35%

- Vroegdetectie van milieugezondheidsschade: 30 - 35 %

- Medisch milieukundige metingen: 20 - 25%

- Interventie door ondersteuning van de MMK’s van de Logo’s: 10 - 15% Het betreffen forfaitaire subsidies, zoals voorzien in de regelgeving, met mogelijke uitzondering voor de activiteiten onder resultaatsgebied 5 ‘Uitvoering van methodieken’, waarbij het deel voor de prestaties van staalname en analyse kan gefinancierd worden op basis van een variabele subsidie.

Page 21: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 21 van 26

Gelieve ook de bepalingen in de regelgeving na te lezen die betrekking hebben op de financiering. Een organisatie die een subsidie krijgt via een beheersovereenkomst is niet per definitie uitgesloten van andere mogelijke subsidies of erkenningen. Op basis van een regeringsbeslissing kan het subsidiebedrag voor een of meerdere werkingsjaren worden verhoogd of verlaagd. Een verhoging kan enkel op voorwaarde dat ook die verhoogde subsidie wordt aangewend voor het realiseren van resultaatgebieden en activiteiten uit de beheersovereenkomst, conform de oproep.

Bij het indienen en beoordelen van de dossiers zijn naast de beschreven beoordelingscriteria volgende elementen van belang:

- het ingediende budget mag niet hoger zijn dan het maximale bedrag vermeld in de oproep,

zonder rekening te houden met een eventuele indexering, zoals voorzien in de regelgeving;

- het is mogelijk om in de begroting een reserve op te bouwen, bijvoorbeeld voor het financieren

van weddedrift en specifieke uitgaven (investeringen, campagnes, …);

- de begrotingen moeten duidelijk weergeven dat voldoende middelen worden voorzien voor

werkingskosten, produceren en ter beschikking stellen van ondersteuningsmiddelen,

pilootprojecten, evaluaties en eventuele campagnes;

- Bij de opmaak van de (meerjaren)begrotingen en bij het opmaken van de financiële verslagen

wordt er over gewaakt dat inzet van de middelen (personeel en werking) voor de

resultaatgebieden de verdeelsleutel over de delen zoals aangegeven onder punt 6 benadert;

- bij de delen in het beleidsplan (cf. tabel onder punt 5c) moet de kandidaat aangeven in het

organigram welke expertise en welke capaciteit (middelen en personeel in VTE/jaar) de

organisatie voorziet ter beschikking te stellen in het jaarplan voor de realisatie van de acties

met betrekking tot de 4 programma’s (cf. opgesomd onder punt 5b) Deze inzichten zullen

belangrijk zijn om te komen tot beheersovereenkomsten waar, omwille van

efficiëntieredenen, voldoende wordt samengewerkt, bijvoorbeeld bij de werking rond

verschillende programma’s naar dezelfde settings of doelgroepen.

- bij de opmaak van de (meerjaren)begrotingen en bij het opmaken van de financiële verslagen

wordt er over gewaakt dat er operationeel gewerkt wordt en dus ten minste 70% van de

middelen (personeel en werking) ingezet wordt voor de operationele aspecten beschreven in

de 4 delen van de oproep. Hiervoor wordt per deel de focus voor de verdeling op de

resultaatgebieden ‘methodiekontwikkeling’, ‘uitvoering van methodieken’ en ‘ondersteuning

van de implementatie’ gelegd. De overige (maximaal) 30% wordt ingezet op de resterende en

breder ondersteunende resultaatsgebieden: ‘informatie, documentatie en advies’ en

‘operationaliseren van methodieken’.

Page 22: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 22 van 26

7. Uit welke onderdelen bestaat het dossier dat u indient?

De kandidaten reageren op de oproep door het indienen van een dossier dat ten minste volgende stukken bevat:

a) een volledig ingevuld en ondertekend formulier “Indienen van een dossier na een oproep voor het sluiten van een beheersovereenkomst in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid”. Dit formulier kan u vinden http://www.zorg-en-gezondheid.be/beleid/procedures/preventieve-gezondheidszorg/oproepen-voor-het-sluiten-van-een-beheersovereenkomst/. Als u een dossier indient voor meerdere delen, is het niet nodig voor elk van die dossiers een afzonderlijk formulier in te dienen;

b) het organigram met vermelding van de personeelsbezetting, de functies en de deskundigheden op het ogenblik van het indienen van het dossier en de wijzigingen daarin bij het sluiten van een beheersovereenkomst;

c) een beknopte voorstelling van uw organisatie die tenminste volgende elementen bevat: de missie, de doelstellingen, de belangrijkste activiteiten en een situering in het werkveld;

d) een kopie van de meest recente versie van de statuten van uw organisatie (als van toepassing); e) de omvang en de bron van de huidige inkomsten die betrekking hebben op resultaatgebieden

en acties die gerelateerd zijn aan de oproep en een algemene beschrijving van de besteding van die inkomsten;

f) voor elk deel een voorstel van beleidsplan met bijhorende meerjarenbegroting; g) voor elk deel een voorstel van jaarplan met bijhorende begroting voor het eerste werkingsjaar. h) Voor het jaarplan en het beleidsplan, een samenvatting van elk maximaal 40 bladzijden (A4)

Als in uw dossier één van bovenstaande elementen ontbreekt, dan wordt het beschouwd als niet-ontvankelijk (voor meer informatie over deze stap in de procedure, zie punt 9).

Bijkomende toelichting bij deze opsomming:

Met betrekking tot het organigram en de beknopte voorstelling van uw organisatie: - geef beknopt en helder uw visie weer met betrekking het beleidsthema van de oproep en licht

het verband toe met de missie van uw entiteit, organisatie of groepering; - geef de nodige toelichting bij het organigram en de inzet van uw personeel. Beschrijf ook (zie

punt 6) welke expertise en welke capaciteit u ter beschikking stelt voor of verwacht van ieder deel;

- verduidelijk de gegevens die u invulde bij vraag 1, ‘soort organisatie’ in het formulier “Indienen van een dossier na een oproep voor het sluiten van een beheersovereenkomst in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid m.b.t. milieugezondheidszorg“. Beschrijf bijvoorbeeld duidelijk de relatie en taakverdeling tussen een entiteit en de rechtspersoon en tussen de verschillende partners binnen een groepering.

Met betrekking tot het voorstel van beleidsplan en de bijhorende meerjarenbegroting: - komt de werkingsperiode van uw voorstel overeen met de vooropgestelde tijdsduur van de

beheersovereenkomst zoals die is opgenomen in de oproep? - is het totale subsidiebedrag dat u wilt krijgen lager of gelijk aan het maximumbedrag dat is

opgenomen in de oproep en is aan de eventueel andere financiële bepalingen van de oproep is voldaan?

- heeft u voor alle resultaatsgebieden en acties die zijn opgesomd in de oproep beschreven hoe u ze wilt aanpakken?

- heeft u de bijkomende acties die u zinvol acht toegevoegd en heeft u voldoende beschreven hoe u ze wilt aanpakken?

Page 23: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 23 van 26

- zijn de kwaliteit- en samenwerkingsvereisten uit de oproep besproken? - zijn de doelgroepen waarop de resultaatgebieden en de acties betrekking hebben duidelijk

beschreven; - heeft u duidelijk beschreven welke bijkomende evaluatiecriteria u voorstelt te gebruiken voor

het evalueren van de resultaatgebieden?

Met betrekking tot het voorstel van jaarplan voor het eerste werkingsjaar en de bijhorende begroting: - komt het totale subsidiebedrag dat u wenst te besteden overeen met het bedrag uit uw

voorstel tot meerjarenbegroting; - heeft u alle acties die u het eerste werkingsjaar wenst te realiseren in functie van de

resultaatgebieden voldoende concreet hebt uitgewerkt voor de programma’s ? - Zijn de kwaliteit- en samenwerkingsvereisten die hiervoor belangrijk zijn voldoende concreet

weergegeven? - Zijn de doelgroepen waarop de resultaatgebieden en de acties betrekking hebben, duidelijk

beschreven? - Heeft u duidelijk beschreven welke gegevens u zal bezorgen om de acties aan de hand van de

evaluatiecriteria te beoordelen (indicatoren) en, als mogelijk, de manier waarop die gegevens meetbaar worden verzameld.

8. Waar en hoe dient u het dossier in?

Het dossier wordt ingediend bij de administrateur-generaal van het Agentschap Zorg en Gezondheid, op het volgende elektronische adres: [email protected] Alle stukken uit het dossier moeten tegelijk worden ingediend in Word of Excel formaat en in PDF-formaat. Alle gegevens en documenten worden elektronisch uitgewisseld tussen de kandidaat en het Agentschap Zorg en Gezondheid.

9. Ontvankelijkheidsvereisten voor een dossier

Om ontvankelijk te zijn moet het dossier voldoen aan de vereisten bepaald in artikel 6, §4 van het besluit. Samengevat zijn die vereisten: a. tijdig ingediend; b. ingediend op de wijze als vermeld in deze oproep; c. het dossier vermeldt op welke delen het betrekking heeft; d. het dossier bevat alle gegevens om het Agentschap Zorg en Gezondheid toe te laten het dossier

te beoordelen (zie punt 7).

10. Hoe verloopt de verdere procedure?

1. Het Agentschap Zorg en Gezondheid organiseert 2 informatiesessies voor geïnteresseerden,

waar u terecht kan met alle soorten vragen over de oproep en de verdere procedure (zie punt 1. van deze oproep);

Page 24: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 24 van 26

2. na ontvangst van het dossier van de kandidaat, verstuurt het Agentschap Zorg en Gezondheid een ontvangstbevestiging per mail, binnen de drie werkdagen;

3. het Agentschap Zorg en Gezondheid onderzoekt de ontvankelijkheid. De beslissing tot ontvankelijkheid of onontvankelijkheid wordt door het Agentschap Zorg en Gezondheid meegedeeld aan de kandidaat binnen twintig werkdagen na de ontvangstmelding. De onontvankelijkheid wordt gemotiveerd;

4. als de kandidaat op de hoogte is gebracht van de onontvankelijkheid, heeft hij tien werkdagen de tijd om aanpassingen door te voeren en het dossier opnieuw in te dienen. Als hij niet of niet tijdig alle nodige formaliteiten vervult, vervalt het voorstel dat hij heeft ingediend;

5. het Agentschap Zorg en Gezondheid organiseert een collectief overleg met alle kandidaten die een ontvankelijk dossier hebben ingediend. Dat kan resulteren in de indiening van nieuwe dossiers die de vorige vervangen;

6. de kandidaten delen binnen drie werkdagen na het collectief overleg mee of ze een nieuw dossier indienen. Binnen twintig werkdagen na het overleg worden de nieuwe dossiers ingediend bij de administrateur-generaal;

7. het Agentschap Zorg en Gezondheid beoordeelt de dossiers op basis van de criteria vermeld in punt 11;

8. als er meerdere kandidaten zijn, rangschikt het Agentschap Zorg en Gezondheid de kandidaten op basis van de beoordeling van de dossiers;

9. het Agentschap Zorg en Gezondheid maakt voor de best gerangschikte kandidaat een voorontwerp van beheersovereenkomst en voegt het voorontwerp van jaarplan voor het eerste werkingsjaar er als bijlage aan toe. Die voorontwerpen geven duidelijk aan op welke punten het Agentschap Zorg en Gezondheid voorstelt af te wijken van het dossier;

10. Het Agentschap Zorg en Gezondheid bezorgt dit voorontwerp van beheersovereenkomst en het voorontwerp van jaarplan voor het eerste werkingsjaar aan de minister;

11. de minister onderhandelt met de kandidaat over die voorontwerpen, of verzoekt het Agentschap Zorg en Gezondheid om erover te onderhandelen. Als de onderhandelingen leiden tot een akkoord, maakt het Agentschap Zorg en Gezondheid een ontwerp van beheersovereenkomst op. Als de minister vaststelt dat de onderhandelingen niet tot een akkoord leiden, beslist de minister om hetzij af te zien van het sluiten van een beheersovereenkomst en de oproep terug te trekken, hetzij onderhandelingen op te starten met de kandidaat die als tweede gerangschikt werd;

12. de minister legt het ontwerp van beheersovereenkomst, het ontwerp van jaarplan voor het eerste werkingsjaar en het bijhorend ontwerp van subsidiebesluit voor het eerste werkingsjaar, ter advies voor aan de Inspectie van Financiën en, als dat vereist is volgens de regels van de begrotingscontrole en –opmaak, ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering.

13. de minister en de kandidaat ondertekenen de beheersovereenkomst.

11. Op welke manier wordt uw dossier beoordeeld?

Hieronder staan de criteria vermeld waarop de ontvankelijk verklaarde dossiers door Zorg en Gezondheid worden beoordeeld. De criteria gelden voor alle delen. Wetenschappelijke kennis en werkwijze van de organisatie bij de uitvoering van de verschillende resultaatgebieden

- wordt de keuze van acties binnen de resultaatgebieden onderbouwd met verwijzingen naar

resultaten van wetenschappelijk onderzoek, of internationale richtlijnen gebaseerd op

wetenschappelijk onderzoek? Bij afwezigheid van wetenschappelijk onderzoek: is er

Page 25: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 25 van 26

onderbouwing met andere (praktijk)evidence? Werd nagegaan of de evidentie voor

Vlaanderen geldt?

- is er een procedure voor het regelmatig toetsen van de acties aan actuele wetenschappelijke

bronnen en maatschappelijke noden binnen de resultaatgebieden? Beleidsoperationaliteit: resultaatgerichtheid, praktische inzetbaarheid en meetbaarheid van de acties binnen de resultaatgebieden

- wordt een helder, specifiek (wie, wat, waar, wanneer, hoe) en volledig overzicht gegeven van

de acties die men wilt ontplooien?

- toont de kandidaat voor elk resultaatgebied aan dat de acties aangetoond werkzaam zijn in

Vlaanderen? Toont de kandidaat aan dat rekening wordt gehouden met de relevante

kenmerken van de (sub)doelgroepen en settings voor elke resultaatgebied? (Relevante

kenmerken kunnen zijn leeftijd, gender, sociaaleconomische status, geografische spreiding,

omvang, etnisch culturele achtergrond of andere…)

- wordt voor elk resultaatgebied een inschatting gemaakt van de verwachte resultaten? (bereik,

output, outcome…)

- wordt voor elke resultaatgebied vermeld op welke manier rekening wordt gehouden met de

resultaten van de meting van bereik, output, outcome, en werden kwaliteitscriteria

geformuleerd voor elk resultaatsgebied?

- wordt voor elke resultaatgebied vermeld over welke expertise en ervaring de organisatie

beschikt?

- werden bij de evaluatiecriteria voor elk resultaatsgebied relevante indicatoren en

streefnormen geformuleerd?

Netwerking en samenwerking

- is er voor de uitvoering van de acties netwerking en samenwerking voorzien met relevante

actoren (organisaties terreinwerking, partnerorganisaties, individuele zorgverleners,

intermediairs, andere…)?

- hebben de netwerking en samenwerking een te verwachten meerwaarde voor het uitvoeren

van de resultaatgebieden?

- wordt voor elke netwerking en samenwerking beschreven welke de verschillende rollen en

mandaten zijn van de betrokken organisaties en welke investering ze doen in termen van

mensen en middelen? Is duidelijk aangegeven welke expertise en capaciteit ter beschikking

wordt gesteld voor verschillende delen (zie ‘bijzondere aandachtspunten bij de oproep’)?

- zijn de samenwerkingsafspraken tussen de verschillende actoren vastgelegd in een

overeenkomst die is bevestigd door de betrokken partijen?

- bevatten de samenwerkingsafspraken procedures voor het opvolgen en bijsturen van de

samenwerkingen? Onderbouwing van de begroting en afweging van de kosten tegenover de baten

- geeft de begroting een volledig overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven?

(personeel, werking, overige subsidies voor deze resultaatgebieden...)

- is er een evenwicht tussen de inkomsten en de uitgaven?

- zijn de overige inkomsten (andere dan de subsidie op basis van de erkenning) duurzaam?

- wordt er een onderscheid gemaakt tussen personeel- en werkingskosten? Worden er

voldoende middelen voorzien voor werkingskosten, ondersteuningsmiddelen,

pilootprojecten, evaluaties en eventuele campagnes (aandacht voor efficiëntie en

kosteneffectiviteit)?

Page 26: Oproep gelanceerd op 18 december 2015 voor het sluiten van ... · over deze oproep op 13 januari 2016 (algemene info) en op 12 februari ... - het decreet van 21 november 2003 betreffende

Pagina 26 van 26

- is de subsidie te linken aan een specifieke output en is er een optimale verhouding tussen

geïnvesteerde middelen en de voorziene resultaten?

- is de raming van de uitgaven onderbouwd?

- houden de uitgaven voor personeel rekening met de evolutie van de loonkosten over de

volledige periode van de beheersovereenkomst?

- bevat het voorstel een visie op reservevorming?

- is er over gewaakt dat over de periode van de beheersovereenkomst de verdeling van de

middelen (personeel en werking) ingezet wordt gegeven de richtlijnen onder punt 6 van dit

document? Op basis van de beoordeling van het ingediende dossier wordt aan elke criterium een cijfer toegekend van 0 tot 5. De betekenis van deze cijfers is als volgt:

0 = zeer zwak, onmogelijk te remediëren 1 = zwak, moeilijk te remediëren 2 = onvoldoende, maar remediëren mogelijk 3 = voldoende 4 = sterk 5 = zeer sterk

Voor het opmaken van de rangorde, worden deze cijfers opgeteld. De organisatie die het meeste punten haalt, wordt beschouwd als het best gerangschikt. Op basis van dit dossier wordt een voorstel van beheersovereenkomst opgemaakt en overgemaakt aan de minister. De criteria ‘Netwerking en samenwerking’, ‘Beleidsoperationaliteit’ en zeer specifiek voor resultaatsgebied 5 de verwijzing vanuit het criterium werkwijze naar ‘technische bekwaamheid, ervaring en prestatiekenmerken’ worden als extra belangrijk beschouwd. Bij het criterium ‘beleidsoperationaliteit’ is het element ‘efficiëntie’ en ‘praktische inzetbaarheid’ en dus de ‘afweging tussen de aard en de omvang van de acties in verhouding tot het budget’ en ‘operationele inzetbaarheid’ prioritair. Deze criteria wegen dus sterker door bij de beoordeling van de dossiers. Dossiers die op minstens één van deze extra belangrijk geachte criteria een 0 of een 1 scoren, worden niet meegenomen in de rangschikking. Als zou blijken dat geen enkel van de ingediende dossiers 2 of meer scoort op alle extra belangrijke criteria, dan wordt een rangorde opgemaakt van alle dossiers die ontvankelijk zijn. In het dossier dat wordt overgemaakt aan de minister wordt wel duidelijk genoteerd dat het dossier op essentiële punten belangrijke tekortkomingen vertoont.