Oppositioneel opstandig en antisociaal gedrag bij pubers
description
Transcript of Oppositioneel opstandig en antisociaal gedrag bij pubers
OPPOSITIONEEL OPSTANDIG EN ANTISOCIAAL GEDRAG
BIJ PUBERSLien Bouttelgier
Inhoudstabel
Wat is dit? 3-5 Ontstaan van het gedrag
6-7 Ontwikkeling van het gedrag
8-9 Fasenmodel van Patterson 10-
15 Diagnose stellen 16 Hoe moet men dit aanpakken
17-22
Wat is dit? Allerlei concrete gedragingen
≠ rebellerend gedrag van jongeren
Externaliserende gedragsproblematiek = de jongere heeft er zelf weinig last van maar het is storend voor de omgeving.
Ernst: Frequentie Duur Omvang Gevolgen
Wat is dit? (2)
Antisociaal gedrag = Grondrechten schenden van anderen Sociale normen overschrijden
Pesten Spijbelen Vernielen Diefstal plegen Van huis weglopen
Wat is dit? (3) Oppositioneel opstandig gedrag =
Mildere vorm van antisociaal gedrag Negativistisch, vijandelijk en
ongehoorzaam gedrag Uitdagend gedrag vertonen op school Ongehoorzaam gedrag Gebruik van softdrugs
Het gaat hier om gedrag dat zonder behandeling langdurige gevolgen kan hebben voor het individu en de maatschappij
Ontstaan van het gedrag
Ontstaat op jonge leeftijd, zelden op latere Geen eenduidige oorzaak:
Kindfactoren: Intelligentie Geslacht Temperament Cognitieve, sociale en
probleemoplossingvaardigheden Ouderfactoren:
Opvoedkundig gedrag Eigen opvoedingsgeschiedenis Persoonlijkheid en vitaliteit
Ontstaan van het gedrag (2)
Gezinsfactoren: Relaties tussen subsystemen ( partners onder
elkaar) Hechtheid tussen ouder en kind Gezinsorganisatie Gezinscultuur Gezinsdynamiek
Omgevings- of contextfactoren: Uitstoting van de peergroup Aanwezigheid in de buurt van een delinquente
groep waar ze zich kunnen aansluiten Socio-economische status
Ontwikkeling van het gedrag
Onderscheid maken d.m.v. leeftijdsgroepen: Vroege starters:
Voor de adolescentie Haast onmogelijk behandelend gedrag Sprake van een jarenlang verstoord
evenwicht tussen de risicofactoren en de beschermende factoren
Evolutie naar een chronisch psychiatrische problematiek of chronische delinquentie
Fasenmodel van Patterson
Ontwikkeling van het gedrag (2)
Late starters: Na de leeftijd van 12 en 13 jaar De balans van risicofactoren en
beschermende factoren is relatief in balans
Hebben positieve bagage opgebouwd Doorzettingsvermogen Sociale vaardigheden
Veel kans om vroeg uit het proces te stappen met behandeling
Fasenmodel van Patterson
Het probleemgedrag begint reeds in de kleutertijd maar het gedrag uit zich anders
Factor ouderlijk opvoedkundig gedrag staat centraal
Basis van het fasenmodel: wederzijdse dwang
2 actoren in het proces: De ouder Het gedrag van het kind
Fasenmodel van Patterson (2)
Stap 1: Ouder stelt aversief gedrag tegenover
het kind Stap 2:
Het kind reageert op aversieve wijze Stap 3:
Ouder stopt de aversieve reactie Stap 4:
Het kind stopt de aversieve reactie
Fasenmodel van Patterson (3)Voorbeeld:
De ouder heeft een opdracht aan het kind maar het kind heeft geen zin om deze te vervullen dus begint het kind te huilen, schreeuwt hij/zij of het kind krijgt zelfs een driftbui. De ouder wilt dat het stopt dus trekt hij zijn opdracht terug in zodat het kind stopt met huilen,… Dit zorgt voor een negatieve bekrachtiging.
Fasenmodel van Patterson (4)
Problematisch als het patroon een exclusieve omgangsvorm wordt.
Ouders voelen zich moe en machteloos
Verliest controle over het kind en rolomkering ontstaat: “The child runs the family”
Fasenmodel van Patterson (5)
5 à 6 jaar: Gebrek aan frustratietolerantie en
doorzettingsvermogen Vrij snel uitgesloten door anderen Onvoldoende sociale vaardigheden Gaat moeilijk om met negatieve
feedback van leerkrachten confrontatie met mislukkingen op school
Fasenmodel van Patterson (6) 12 tot 18 jaar:
Gaat het verder bergafwaarts Relatie met ouders negatief Brengen meeste tijd door met leeftijdsgenoten
die hetzelfde meemaken Pubers stimuleren elkaar Laag zelfconcept, uitzichtloosheid
Volwassenheid: Algemene beperkte sociale integratie Verhoogde kans in contact te komen met
gerechtelijke en psychiatrische instanties
Diagnose stellen
De hulpverlener verzamelt informatie bij verschillende personen in verschillende settings (thuis, op school).
Men moet nauwgezet te werk gaan
Heeft individuele begeleiding nodig
Hoe moet men dit aanpakken?
Belangstelling en betrokkenheid: Pubers hebben behoefte aan belangstelling en
betrokkenheid van hun ouders of leerkrachten ook al laten ze dit niet altijd blijken
Hulp bieden: Het storend gedrag markeert soms de
behoefte aan hulp. Men biedt te weinig hulp en structuur Meestal kan een puber iets niet en gaat hij
daardoor agressief reageren omdat het ‘weeral’ niet lukt
Hoe moet men dit aanpakken? (2)
Grenzen stellen: Maakt duidelijk wat kan, wat niet kan en
wat moet Moeten de gevolgen kennen als men de
afspraken niet naleeft Ouders, leerkrachten en hulpverleners
moeten op dezelfde lijn zitten Onderhandelen:
= overleggen met de puber om zo tot een oplossing te komen die voor allen werkt.
Volwassene draagt de eindverantwoordelijkheid
Hoe moet men dit aanpakken? (3)
Grenzen bewaken: sanctioneren Gedrag wordt beïnvloed door de
gevolgen: Bekrachtiging Straf
Soorten bekrachtiging of straf: Belonen: positief gedrag bekrachtigen Negatief gedrag trachten te verminderen Straffen Negeren Apart zetten ( time – out )
Hoe moet men dit aanpakken? (4)
Bij crisis: eerst doen, dan reflecteren: Hoe sneller men ingrijpt, hoe minder
drastisch dit moet gebeuren Gepaste basishouding aannemen in een
crisis: De jongere altijd serieus nemen Onderscheid maken tussen gedrag en
persoon De eigenwaarde van de jongere
respecteren De jongere geen gezichtsverlies laten
lijden door betrokkenheid en interesse te tonen
Eigen emoties onder controle houden
Hoe moet men dit aanpakken? (5)
Strategie van het vermijden: ‘Het gevecht om de macht’: veroorzaakt veel
gedragsproblemen De jongere wil niet verliezen van de ander Het gevecht tijdelijk vermijden
(vermijdingsstrategie) Werkt het best wanneer het conflict niet aan de top is
Strategie van het confronteren: Op een assertieve manier de jongeren confronteren
met zijn of haar gedrag zonder dat de jongere gezichtsverlies lijdt
Geen negatie van negatief gedrag maar regels opstellen
Hoe moet men dit aanpakken? (6)
Strategie van het deëscaleren: Laten merken aan de jongeren dat je
luistert en hem serieus neemt De jongere de kans geven om emotioneel
stoom te kunnen afblazen Nadat de emoties gekoeld zijn kan men
een inhoudelijk gesprek voeren Reageren na de storm