Opnametechnieken
-
Upload
maxime-lahousse -
Category
Documents
-
view
216 -
download
0
Transcript of Opnametechnieken
-
7/22/2019 Opnametechnieken
1/30
1
Opnametechnieken: Hoofdstuk 1: Akoestiek
Wat is geluid?
Subjectief: alles wat voor het menselijke gehoororgaan waarneembaar is.
Objectief: trillende toestandsverandering van een elastisch medium.Hoorbare spectrum: tussen 20 Hz en 20000 Hz
oor is meest gevoelig tussen 1000 Hz en 5000 Hz
1. Het maaktcommunicatie mogelijk2. Het kan je waarschuwen of je aandacht trekken3. In staat stellen tot hetbeoordelen van dingen
De elementaire akoestische keten
Geluidsbronmedium ontvanger
Medium: nodig om een overdracht van akoestische energie te kunnen verkrijgen
(in het luchtledige wordt geen akoestische energie overgedragen)
Ontvanger: menselijk oor, microfoons, omzetting van akoestische druk in een elektrische signalen
Het geluidsveldGeluidsgolf: periodieke opeenvolging van luchtverdichtingen en luchtverdunningen veroorzaakt door
microscopisch kleine bewegingen van luchtmoleculen op hun rustpositie.
Korte afstand van de geluidsbronbolvormige golf
Lange afstand van de geluidsbronvlakke golf
(in verhouding met de golflengte van het geluid)
Geluidsintensiteit daalt naarmate de afstand tot de bron groter wordt (verdubbeling afstand = afname met
6dB).
Soorten geluidsgolven:
Geluidsgolven:
1. Gestoorde geluiden2. Niet gestoorde geluiden
a. enkelvoudige geluidenb. samengestelde geluiden
I. HarmonischeII. Onregelmatige
Periodische trillingen
Geluidssnelheid: 345 m/s (afhankelijk van de temperatuur) Trillingsnelheid: beweging snelheid van de moleculen uit hun rustpositie. Neemt toe met de
intensiteit van het geluid.
Geluidsdruk (p): druk van het geluid uitgedrukt in Pa (Pascal) Frequentie (f): (toonhoogte) aantal trillingen per seconde. Periodeduur T (T=1/f): geeft de tijd aan die tussen twee druktoestanden verstrijkt. Golflengte (): de afstand tussen 2 drukmaxima van een geluidsgolf (in m) De amplitude (A): luidheid van het signaal
Muzikaal geluid: complex samenvoegsel van golfvormen, tonen, boventonen, niet-tonen.
Meest voorkomende golfvormen:
1. Sinusgolf2. Zaagtandgolf3. Blokgolf4. Driehoekgolf
Hoge frequentie = korte golflengte (20 kHz = 1,7 cm) lage frequentie = lange golflengte (20 Hz = 17m)
-
7/22/2019 Opnametechnieken
2/30
2
Een verdubbeling van de frequentie: is een octaafhoger, halvering van de golflengteBasgolven hebben
ruimte nodig om zich voort te planten (in een kleine ruimte hoor je niet alle frequenties, je hoor veel
minder bassen)
Tijd- en frequentiedomeinen
Een grafiek van de geluidsdruk in functie van de tijd is hetresultaat van de tijdfunctie van hetgeluidsignaal
In verloop van tijd veranderd de signaalvorm, geluidssterkte en de spectrale samenstelling vanklanken
Spectrum: toont de spectrale samenstelling van het signaal gedurende een korte periode. FFT-analysers: digitale analysatoren die het signaal verdelen met behulp van wiskundige
methodes. (Fast Fourir Transformation)
Spectum-analysers: meetinstrumenten die een signaal in het frequentiedomein analyserenTijd en frequentie: fase
Bij 1 geluidsbron is er geen fase.
Bij 2 geluidbronnen die simultaan dezelfde geluidsgolven reproduceren: faseproblemen
Bronnen zijn in fase:
Amplitude wordt groter Het geluid wordtluiderwaargenomen
Er is een fase verschuiving:
KlankveranderingBronnen zijn in tegenfase:
Theoretisch gezien heffenzeelkaarop, geluid dooft uit In praktijk: de lage tonen zijn niet meer hoorbaar
Hoe kan je de fase omdraaien?
1. Microfoonkables + & + en - & - switchen langs n zijde van de kabel2. Proberen de aders van 1 luidspreker om te draaien: meer bas = OK3. Plaats van microfoons ten opzichte van elkaar wijzigenInterferentie
Afhankelijk van het faseverschilsterk of zwak signaal of zelfs uitdoven door faseverschil(=interferentie)
Golven met gelijke frequentie en fase golf met zelfde frequentie en dubbele amplitude Golven met gelijke frequentie en tegengestelde fase signaal wordt uitgedoofd (enkel bij exact
gelijke frequenties)
Zweving/flanging: het afwisselend sterker of zwakker worden van een signaal Shotgun-microfoon of interferentiemicrofoon maakt gebruik van het uitdoven van geluidsignalen
als gevolg van interferentie.
Staande golven: ontstaan door interferentie van 2 vlakke lopende golven met de zelfde frequentie(zalen met parallelle wanden) = golven die gevangen zitten tussen 2 muren (kubus = slecht)
Akoestische grootheden Voorplantingssnelheid (c) = snelheid waarmee akoestische energie wordt overgebracht Geluidsdruk(p) = drukwisseling die voortgebracht wordt door een geluidsgolf
Pijngrens: 1,5 . 102 Pa
Geluidssnelheid (v) = de verplaatsingssnelheid van de akoestische energie(340 m/s bij 20 C, bij elke graad hoger gaat er 23 cm/s bij)
Geluidsvermogen (P) = hoeveelheid geluidsenergie die door een geluidsbron per seconde in allerichtingen wordt uitgestraald in Watt.
Pa= Akoestisch vermogen Pm= mechanisch vermogen Pa= Pm x n (n = rendement) n= Pm/Pa
Bij een luidspreker gaat 50% van het akoestisch vermogen verloren Resonantie: Gedwongen trilling waarbij een aanstootfrequentie dicht bij de eigenfrequentie ligt,
resulterend in grote uitwijking.
-
7/22/2019 Opnametechnieken
3/30
3
Gestoorde Geluidsvoortplanting
Hindernissen in het medium gestoorde geluidsvoortplanting Elke ruimte heeft een voorkeur voor bepaalde lage frequenties, de zogenaamde eigen frequenties. Hindernis + geluid = buiging, reflectie, breking, verstrooiing en interferentie. Effect is afhankelijk van de verhouding van de golflengte en de groote van het obstakel.
Nagalm: tijdverschil tussen directe en indirecte golven is kleiner dan 50 msec. (geluid klinkt langer)Echo: tijdverschil tussen directe en indirecte golven is groter dan 50 msec. (Klinkt als 2 aparte geluiden)
echo is storend als het10dB zwakkeris dan het rechtstreekse geluid
Weerkaatsing op 1 rechte wand:
Luisteraar hoort directe geluidsgolven en weerkaatste geluidsgolven (wet van de gelijke hoek)
Weerkaatsing in een rechte hoek:
Geluidsgolf wordt 2 keer weerkaatst, de weerkaatste golf is evenwijdig aan de invallende golf.
Weerkaatsing op een gebogen vlak:
1. Afstand geluidbron en vlak is groter dan halve krommingradius komen samen in eenfocuspunt buiten de krommingradius
2. Afstand tussen bron en halve krommingsstraal is gelijkweerkaatste golven lopen parallelle3. Afstand tussen de bron en het vlak is kleiner dan de helft van de krommingstraalweerkaatste
golven lopen uit elkaar (verstrooiing)
4. Afstand tussen de bron en het vlak is groter dan de krommingradius weerkaatste golvenkomen samen in focuspunt binnen de krommingstraal en lopen uit elkaar (waarna verstrooiing
volgt)
Focusering: ongunstig omdat op sommige plaatsen geluid luider waargenomen worden dangewenst.
Concave vlakken: gewelven van kerken en historische gebouwen = ongunstig Convexe vlakken zorgen voor gelijkmatige ruimtevulling =gunstig Bolle of convexe vlakken hebben een verstrooiend effect =gunstig Grote zalen geven lange nagalmtijden
Opslorping of absorptie
Bij hindernis: niet volledig weerkaatsing, ook absorptie (afhankelijk van stof, frequentie,invalshoek, )
Absorptiecofficint = hoeveelheid opgeslorpte energie / hoeveelheid invallende energie Ideale opslorper: open venster Groenberm = goede absorptie van geluid op een autostrade Harde materie: reflecteert Zachte materie: absorbeert
Absorberen van:
hoge tonen: gebruik vanporeuzematerialen: tapijten, rotswol, matten, gordijnen,
middentonen: Helmholzresonatoren ofporeuzematerialen, indien dikte v.d. laag groot genoeg is en
wanneer de stof op een grotere afstand van de wand opgesteld wordt.
lage tonen: Gebruik van membranen ofhelmholzresonatoren.
Helmholzresonatoren: gesloten holten, met kleine openingen aan voorzijde, Het opslorpend effect iszeer frequentie-afhankelijk!
Buiging
Akoestisch harde voorwerpen (= glad, massieve en zwaar) zorgen ervoor dat de uitbreiding van een
geluidsgolf belemmerd wordt = REFLECTIE.
De geluidsgolf wordt weerkaatst of gaat om de hindernis geen = BUIGING
(afhankelijk van de verhouding tot golflengte tot de afmetingen van de hindernis)
Golflengte < Voorwerp geluid wordt gereflecteerd
Golflengte > Voorwerp
geluid wordt niet gehinderd, er is buiging
-
7/22/2019 Opnametechnieken
4/30
4
Breking
Klankgolf ontmoet hindernis:
gedeelte van de energie wordt weerkaatst, gedeelte wordt opgeslorpt en gedeelte dringt door in het
tweede medium.
Bij een overgang naar een ander medium ontstaat er breking
Richting van de golf veranderd (gevolg van verschil in voortplantingssnelheid in het tweede medium)
Vb. Verschil in temperatuur tussen luchtlagen (grootte voortplantingssnelheid in warme lucht)
Interferentie
Interferentie ontstaat wanneer twee geluidsgolven met dezelfde frequentie uit verschillende richtingen
samenkomen. ( FASE of TEGENFASE)
2 geluidsgolven in fase = Constructieve interferentie
2 geluidsgolven in tegenfase = Destructieve interferentie (180 uit fase)
Inferentiepatroon tussen direct en gereflecteerd geluid (gereflecteerd geluid is enkele milliseconden
vertraagd) alternerende constructieve en destructieve interferentie = reeks van versterkingen en
verzwakkingen in het spectrum grafische voorstelling lijkt op een kamkamfilter
Akoestische resonantie
Natuurlijke resonantie: Na het wegnemen van de toegevoegde energie heeft een trillend voorwerp de
neiging om nog even na te trillen op een welbepaalde frequentieDempingsfactor: de eigenschap van het materiaal om zo vlug mogelijk alle toegevoegde energie te
dissiperen.
Q-factor of kwaliteitsfactor: geeft de dempingsfactor aan van een voorwerp. Hoe hoger de Q-factor, hoe
beter de demping en hoe sneller het trillen voorwerp tot stilstand gebracht wordt.
Diffuse geluidsveld
Geluidsveld wordt opgebouwd uit 3 elementen:
1. Direct geluid (= luisteraar vangt eerst het direct geluid op)2. Eerste reflectie (= de golven komen aan bij de wanden: het wordt geabsorbeerd en gereflecteerd het gereflecteerde geluid vangt de luisteraar op vanuit verschillende hoeken)
3. Diffuus veld (= eerste reflecties her-reflecteren op hun beurt zodat de tijd van de opeenvolgendereflecties zo klein is geworden zat een richtingsverwarrend effect teweeg brengt)
Nagalmtijd: de tijd tussen het stoppen van de geluidsbron het moment waarop de resterende reflecties of
galm in niveau 60 dB lager liggen dan de oorspronkelijke akoestische energie van de geluidbron. (Wordt
uitgedrukt in RT60)
sterk absorberende wanden = korte nagalmtijd sterk reflecterende wanden = lange nagalmtijd
2 factoren bepalen de nagalmtijd:
1. Het volume van de ruimte2. De totale geluidsabsorberende oppervlakten van de ruimte
Berekenen van de nagalmtijd (Wet van Sabine):
T(60) = 0.161 x Volume van de ruimte / totale absorberende oppervlakte
Galmstraal
Dichtbij een geluidsbron = meer direct geluid
Verder van een geluidsbron = meer indirect geluid
Sterkte van het diffuse veld is constant op iedere plaats van de ruimte.
Galmstraal of kritische afstand:afstand waarop de intensiteit van het direct en indirect geluid gelijk is.
(op die afstand: de globale geluidsintensiteit 3 dB hoger dan de intensiteit v/h directe of indirecte geluid)
Stijgt met toenemend volume van de zaal Daalt met toenemende galmtijd
Beinvloeden van de galmstraal:
Het volume van de zaal veranderen (bij grotere zaal zal deze toenemen) Daalt met toenemende galmtijd Gerichte microfoons kunnen de effectieve galmstraal vergroten
Hoe groter de galmstraal van een ruimte, hoe gemakkelijker een geluidsopname!
-
7/22/2019 Opnametechnieken
5/30
5
De klank van een zaal
Afhankelijk van:
1. Zaalvolume2. Zaal geometrie3. Oppervlaktestructuur van de wanden op het gereflecteerde geluid
Parallelle wanden vermijden deze bevorderen laagfrequentie eigenresonanties.
Natuur van het geluid
Enkelvoudige geluiden
Toon: een enkelvoudig geluid, die bestaat uit enkelvoudige sinus-vormige trillingen waarvan de
frequentie in het hoorbaar spectrum gelegen is.
Wordt bepaald door:
Toonhoogte bepaald door frequentie Toon sterkte bepaald door de amplitude Toonduur kan lang of kort zijn
Samengestelde geluiden
Harmonsich samengestelde geluiden: bestaan uit een grondtoon en een reeks harmonische
boventonen.Harmonisch samengesteld geluid wordt gekenmerkt door:
Toonhoogte Toon sterkte Toon duur Het timbre: de eingeschap waarmee elk instrument of stem zich onderscheid van andere
instrumenten of stemmen, elk instrument heeft zijn eigen timbre.
(vb. Een la klinkt anders op een viool dan op een piano)
Klankkleuroftimbre wordt bepaald door:
Het aantal aanwezige harmonische Het soort harmonische De relatieve amplitude van deze harmonische
DynamiekDynamiek: het verschild tussen de hoogste en laagste grens van de luidheid.
Als geluid klopt met het beeld Ambiance
Als het geluid niet klopt bij het beeld Stoorgeluid
Toonhoogte waarneming
2 tonen samen horen:
ene toon heeft dubbele frequentie van de andere ervaren als perfect samengaan van klank
ene toon wijkt qua frequentie iets af van de andere opvallen als vals klinkend
2 tonen onderscheiden (toonhoogteverschil)als de frequenties verder uit elkaar liggen:
niet afhankelijk van het aantal perioden waarmee de frequentie stijgt
afhankelijk van het percentage waarmee de frequentie vergroot of verkleint
Differentile frequentiedrempel: het kleinst mogelijke toonhoogteverschil dat subjectief kan
waargenomen worden.
Octaaf: twee tonen liggen een octaaf van elkaar verwijderd als hun frequenties zich 2:1 verhouden.
Elke octaaf is onderverdeeld in 7 noten (do-re-mi-fa-sol-la-si-do)
Referentietonen:
In de akoestiek: 440 Hz (stemvork bij samenzang)
In de elektro-akoestiek: 1000 Hz (opname van programmas)Toonladers: stijgende of dalende reeks van klanken vertrekkende van een toon tot een octaaf hoger of
lager van deze toon.
Toonsterktewaarneming
De minimumdrempel: geluidsniveau nodig om een minimum subjectieve waarneming te bekomen:
2.10-5
N/m2
bij 1000 Hz(afhankelijk van frequentie)De pijndrempel: het geluidsniveau dat zo sterk is dat het een pijnlijke subjectieve waarneming bekomt:
1,5.102 N/m2
-
7/22/2019 Opnametechnieken
6/30
6
Rekenen met decibels
dB geeft een verhouding tussen twee grootten:
1. Vermogens: akoestisch, elektrisch vermogen (Watt), m.a.w. de samengestelde energie die dooreen bron gereproduceerd wordt
2. Grootheden die drukverschillen of spanningen vertegenwoordigen (geluidsdruk, voltages ofstromen)
Verdubbeling van het akoestisch vermogen verhoging van 3 dB
Verdubbeling van de spanning verhoging van 6 dB
Voorbeeld:
Gecorreleerde signalen: Signalen met de zelfde vorm en fase
Mono signaal die op 2 identieke luidsprekers zit spanning samentellenverhoging = 6 dB
Niet gecorreleerde signalen: Signalen die totaal verschillend zijn, ongelijke vorm en zonder faseverband.
2 verschillende stemmen of instrumenten vermogens samentellenverhoging = 3 dB
Twee grootheden gebruikt bij dB SPL (SoundPressure Level):1. Akoestisch vermogen van een bron2. Geluidsdruk op een bepaalde afstand
dB SPL: een referentieniveau om te kunnen werken met verhoudingen
Drukt de akoestische geluidsdruk uit
Nulniveau = absolutie stilte (= bestaat niet!)
Gehoorgrens = 0 dB SPL
Pijngrens = 125 dB SPL
Psycho-akoestische dimensies van het gehoor
Luidheid: omschrijving voor de grootte van de geluidswaarneming.
Fletcheren Munson onderzochten luidheid i.f.v. amplitude en frequentie nadien Robinson en Dadson
Resultaat: ons gehoor zwakt af bij lage frequenties en iets mindere mate bij hoge frequenties.
Equal loudnes contour: Als we alle frequenties van laag tot hoog even sterk willen waarnemen, dan
moeten we de amplitude van de geluidsbron continu aanpassen.
Phons: de waarneming met verschillende amplitudestappen waarbij de amplitudes gecorrigeerd werden.
Kritische bandbreedte: De bepaalde grens waarbij als we een smalbandig ruissignaal naar een
breedbandig signaal uitbreiden, rekening houdend met de equal loudness contour de luidheid progressief
blijft tot een bepaalde grens.
Effect van luidheidsommatie: Onder en boven de grenzen van deze kritische bandbreedte zullen de
frequenties bijdragen tot een subjectieve versterking van de luidheid.
Korte geluiden klinken steeds stiller dan lange geluiden ( zelfs al is hun akoestisch vermogen of
geproduceerde SPL gelijk) bij een duurdtijd van 200 msec.
Maskeereffect
Ruismaskering: maskering bij een stem en een ruissignaal
Hoe sterker het ruissignaal word, hoe lager de luidheid waarmee we de stem waarnemen. ruis
maskeert het gewenste signaal.
Simultane maskering: maskering bij 2 gewenste geluidssignalen:
Vb. twee instrumenten die elkaar overstemmen
Positiefmaskeereffect: achtergrond geluid die wordt gemaskeerd door ander geluid.
Negatiefmaskeereffect: twee geluidsbronnen die je tegelijk wilt horen, maar je maar n kan horen.
-
7/22/2019 Opnametechnieken
7/30
7
Focus effect
gehoor kan zich focussen, bepaalde geluiden isoleren. (makkelijker bij spraakfrequenties)
Akoestische reflex
oncontroleerbare zelfbescherming waarbij spiertjes zich samentrekken om bij hele grote geluidsdruk het
trommelvlies en de schedel te beschermen.
Klankkleur
Gehoor heeft de eigenschap dat het klankkleur kan onderscheiden en een kwaliteitkenmerk aan het geluid
kan geven. Klankleur is het al dan niet appreciren van een bepaalde klank.
Helderheid/definitie: detaillering in het klankbeeld, zuiver, onvervormd en duidelijkverstaanbaar.
Systeem met zeer breed frequentiespectrum, vlakke weergaven en lage non-lineaire disortie.
Scherpte en hardheid Zachtheid: schril, schreeuwerig, onevenwichtig en meetalhachtig zacht,mild, kalm en verborgen,
Systeem met sterke accentuering van het midden en hoge frequenties met meestal resonanties in het
middengebied. (systeem zonder headroom of reserve)
Open en licht Gesloten en donker: Ruimtelijk, breed, helder en doorzichtigdof, gesloten, smal, Systeem met een wel gedefinieerde en strakke basweergave, alsook zeer beheerste middenweergave
en licht uitgesproken accentuering van de hoogste frequentie. (meerdere kleine luidsprekers)
Vol Ijl: Gedefinieerd laag en middenlaagOrganisch: compliment
het geluid leeft, klinkt realistisch, geloofwaardig, Besluit: Klankkleur hangt af van de persoonlijke interpretatie en is bijgevolg subjectief!
Ruimtelijk gehoor
Mens kan geluiden lokaliseren in 3 dimensiesmogelijk doordat we2 oren hebben.
Gehoor kan op horizontaal vlak geluiden lokaliseren omdat de geluidsgolven wel of niet gelijktijdig op de
2 trommelvliezen terechtkomen (de oor dichts bij de bron zal het geluid eerst ontvangen)
Opmerkingen:- hoe lager de frequentie, hoe moeilijker het lokalisatieproces (die buigen rondom het hoofd en
berijken de trommelvliezen gelijktijdig) hoge frequenties zijn makkelijker te lokaliseren
- Hindernissen maken lokalisatie soms onmogelijk- Visuele steun vergemakkelijkt de lokalisatie- Frontale en laterale lokalisatie is gemakkelijker dan lokalisatie langs achter
4 belangrijke factoren bij lokalisatie van geluid:
het inter-aurale tijdverschil
bron lokaliseren door het eerder aankomen van de 1 e geluidsgolf op n trommelvlies
Het inter-aurale amplitudeverschil
Waarneming van de sterkte van een geluidsgolf is afhankelijk van de invalshoek op ons hoofd,oorschelp en uitwendig gehoorgang
Het schaduweffect van het hoofd
Bij lateraal geplaatste geluidsbronnen in het schaduweffect van ons hoofd maximaal bij frequenties
boven 250 HZ. Eenmaal we ons hoofd draaien, begint het schaduweffect van de oorschelp mee te spelen.
Afstand tot de geluidsbron
van belang in gesloten ruimtes met veel reflecties
Akoestische overspraak of diafonie
Eerste reflecties kunnen redelijk sterk zijn t.o.v. het directe geluidverwarring bij lokalisatie van de
signaalbronnen
het linkeroor ontvangt het signaal van een rechtse signaalbron en omgekeerd.
Diafonie bij stereofonische opname maakt het moeilijk de originele plaatsing van geluidsbronnen te
lokaliseren. (inter-aurafle amplitudeverschillen) hoe luider het stereosignaal, hoe meer je de indrukkrijgt dat het stereosignaal vernauwt
-
7/22/2019 Opnametechnieken
8/30
8
Stereofonie
Doel: levert betere ruimte-indruk en maakt lokaliseren van de geluidsbron mogelijk binnen het
weergegeven stereo-beeld. (twee geluidsbronnen links en rechts)
Plaatsing van de geluidbron steunt op:
- sterkte van het geluid- de klankkleur- verhouding rechtstreeks/onrechtstreeks geluid (niet bij koptelefoon)
Bepaling van de richting
- intensiteit verschillen linker/rechter oor- tijdsverschillen- een combinatie van beide
Surround (5.1/7.1)
Doel:Luisteraar nog meer informatie verschaffen betreffender ruimtelijke schikking v/d geluidbron
(beter dan stereo)met surround komt het geluid van rond ons in 2D
5.1 vooraan: linker, rechter, center in het midden + achteraan: linker, rechter en subwoofer (LFE: Low
Frequence Effects)
7.1 nog 2 extra luidspreker links en rechts (tussen left en rear front) = voor cinema
Auro-3D
Ontwikkeling van Galaxy Studios: 3D geluid (surround 3D Hoogte ontbreekt)
meer harmonieuzer en natuurlijker geluid
Auro-3D: 9 luidsprekers
Electro Akoestiek algemeen
RMS
gemiddeld piekvermogen van een speaker.
De effectieve waarde van een spanning of stroom, geleverd over een tijdspanne van een halve of gehele
golflengte, is gelijk aan de RMS waarde en niet aan de piekwaarde van het signaal.Ons gehoor gedraagt zich evenredig aan het RMS signaal, vandaar dat in audio de RMS waarde gebruikt
wordt.
(wordt niet gebruikt bij de peaklimiter omdat zendapparatuur gevoelig is voor trasintpieken, dus het
houd geen rekening met de gemiddelde pieken maar met de echte piekwaarden)
Impedantie (weerstand)
Serieschakkeling: 75 en 75 150
Parallelschakkeling: 75 en 75 37,5
Kortsluiting 0
Impedantie van een circuit= de totale tegenstand die een alternerende stroom in dat circuit ondervindt.
Impedantie kan je waarnemen aan ingangen en uitgangen van elektrische circuits.
Uitgangsimpedantie (bronimpedantie): geeft beeld van de gemakkelijkheid waarmee die uitgang zijnvermogen afgeeft.
Ingangsimpedantie (afsluitingsimpedantie): geeft beeld over de hoeveelheid energie die het circuit van
de uitgang van het broncircuit zal opnemen.
Bij een circuit is de belasting te laag: de ingang probeert te veel energie op te nemen, dus in plaats van
deze energie op te nemen zal de energie teruggekaatst worden naar de uitgang van het vorige circuit.
Uitgangsimpedantie is te laag of ingangsimpedantie is te hoog mismatching of misaanpassingUit- en ingangsimpedantie zijn gelijk impedantiematching of impedantieaanpassing
Men probeert tegenwoordig uitgangsimpedantie zo laag mogelijk (50 of lager) en ingangsimpedantie zohoog mogelijk (10 k of hoger) te nemen om het toestel zo universeel mogelijk te maken.
-
7/22/2019 Opnametechnieken
9/30
9
De dynamiek: dB SPL
Gehoor neemt drukverschillen tussen 0 dB SPL en 125 dB SPL (= pijngrens, 140 dB SLP = midden en
binnenoor onmiddellijk blijvend beschadigd)
- Stille passages: verzinken in omgevingsruis- Luide passages: komen in de buurt van de pijngrens
Dynamische bereik: signaal-ruisverhouding + headroom
Headroom: veilige ruimte tussen het nominaal niveau = dynamische reserve ( zorgt dat er geenvervorming optreed)
analoge audioapparatuur: tussen 20 dB en 30 dB Zendapparatuur: veel lager of onbestaand recorders: rond de 9 dB digitale apparatuur (geen headroom maar veiligheidsmarge): 9 dB
Ruis: onderste limiet van de versterking
Clipping: vervorming die optreed als het ingangssignaal op een bepaald moment groter wordt dan een
bepaalde grens. (komt voor als je geen headroom gebruikt)
Trasinten: korte pieken in audiosignalen
Signaal/ruistverhouding: verhouding tussen de ruisvloer en het clippingspunt.
Nominaal niveau van een keten: de grens tussen het signaal en de ruisvloer bij analoge ketens
vastgelegd op +4 dB of 1,23 Volt RMS voor professionele audioapparatuur
vastgelegd op +6 dB of 1,55 Volt RMS voor Broadcast
Frequentiekarakteristiek
Toon: complexe signalen
Frequentiekarakteristiek wordt bepaald door 3 factoren:
- Frequentiebereik- De amplitude van elke frequentie binnen het bereik- Vermogensbandbreedte (voor versterkers)
Versterkt een versterker alle frequenties even veel?
relatie vinden tussen frequentiebereik en amplitude =frequentiecurve
Hoe: Sinusvormige signalen toevoegen aan de ingang en ze meten aan het einde van de keten (grafiek)
Resultaat:
tussen 40 Hz en 10kHz = vlakke frequentierespons
tussen 20 Hz en 20 kHz = amplitudeverschil tussen vlakke geteelde en de grensfrequenite = 3 dB (dit is
de bandbreedte of bruikbaar signaal van de curve)
Ruis
Akoestische ruis omgevingsgeluid
Elektrische ruis ingangsruis, uitgangsruis, brom, ratel, bandruis, witte ruis (om fouten te detecteren)
roze ruis, kwantisatie-ruis
Witte ruis
Het is hoofdzakelijk thermische ruis, die ontstaat door opwarming van componenten. Witte ruis is zr
breedbandig en bevat praktisch alle frequentiecomponenten met gelijke energiespreiding over het ganse
hoorbare frequentiespectrum.
Witte ruis gedraagt lineair, maar met mensen horen dit niet lineair.Elke frequentieverdubbeling van de witte ruis heeft een dubbele hoeveelheid energie of vermogen die
gevormd wordt.
auditief niet interessant
wel interessant om elektrische circuits te testen (aangezien het lineair is, breedbandig signaal met
gelijke elektrische energie verspreid over het ganse frequentiespectrum)
Rose ruis
Witte ruis die men filtert met een 3 dB per octaaf verzwakkingfilter ( zorgt voor constante energie per
octaafblok
Rose ruis is zo aangepast aan onze toongevoeligheid
interessant om ingangs- en uitgansomvormers te testen
energiespreiding van roze ruist gedraagt zich bijna identiek als die van rele muziekbronnen
Vb: roze ruis sturen door de PA van een zaalalle micros moeten even hard opnemen zo nietabsorbeert de zaal bepaalde frequenties en moet je zo compenseren)
-
7/22/2019 Opnametechnieken
10/30
10
Andere ruisbronnen
Genduceerde ruis: brom afkomstig van transfos, dimmers, radiofrequenties, Thermische ruis: afkomstig van weerstanden en transistors
Bandruis: afkomstig van een bandmagneet
Non-lineare disortie of vervorming
Harmonische vervorming
Ontstaat wanneer in de geluidsketen trillingen geproduceerd worden die niet aanwezig zijn in het
originele signaal.
Bv: Harmonische vervorming door clipping van een versterker.
Intermodulatie vervorming
Ontstaat wanneer 2 frequenties samengevoegd worden aan de ingang van een versterker en aan de
uitgang niet enkel de 2 originele maar ook de bijfrequenties waar te nemen vallen. (bevinden zich boven
en onder de originele frequenties op een gelijke afstand ervan)
-
7/22/2019 Opnametechnieken
11/30
11
Hoofdstuk 2: micros en microtechniek
Micros zetten geluid om in een heel zwakke elektrische signalen , die verder verwerkt worden in
voorversterkers, mengtafels enz.
Micros op 2 manieren indelen:
Naar constructie Naar richtingsgevoeligheid
Omzetters
Micros zijn geluisdomzetters (zo nauwkeurig omzetten van een geluid in een elektrisch signaal):
1. Het geluidssignaal wordt met behulp van een membraan in een mechanische trilling omgezet2. De membraanbewegingen worden in een elektrische (wissel)spanning omgezet.
Frequentiekarakteristiek: beschrijft de gevoeligheid van de microfoon als functie van de frequentie van
het geluidssignaal.
Richtingskarakteristiek: beschrijft de gevoeligheid van de microfoon afhankelijk van de richting van het
invallende geluid.
Kapselconstructies
Podiumtechniek: vooral microfoons met richtingskarakteristiek die van het achter invallend geluid en
het diffuse geluid flink dempen.
Studiotechniek: bestaat af en toe de behoefte aan microfoons die in alle richtingen even gevoelig zijn.
De drukopnemer
Werking van een drukopnemer:Membraan: reageert op variaties in luchtdruk [overdruken onderdruk)]
Kortstondige verlaging van de luchtdruk (golfdal)membraan beweegt naar buiten
Kortstondige verhoging van de luchtdruk (golftop)membraan beweegt naar binnen
drukopnemer is in alle richtingen even gevoeligkogelvormige richtingskarakteristiek
Drukopnemers zijn niet richtingsgevoelig Drukopnemers zijn ideale lagetonen-microfoons
Drukgradintopnemer = drukverschilopnemer
Gradintopnemer = een akoestisch aan beide zijden open membraan.
Aan beide zijden is eer een open membraan geluid tussen voor en achterzijde legt een wegverschil af
gevolg: een faseverschil aanleiding tot een drukverschil drukverschil afhankelijk van de
invalshoek richtingsgevoeligRichtingsgevoelige microfoons zijn altijd drukgradintmicrofoons
Richtingsgevoeligheid
Nier (cardioide)
Achter invallend geluid wordt volledig gedempt Opzij invallend geluid wordt met 6 dB verminderd Merendeel gradintopnemers Klassieke karakteristiek voor zangmicrofoon Afstand tot geluidsbron mag factor 1,7 groter zijn dan bij drukopnemer om gelijke
mengverhouding van direct en diffuus geluid op te nemen.
Supernier (supercardioide)
Achter invallend geluid wordt met 12 dB gedempt Opzij invallend geluid wordt met 9 dB gedempt Sterke bundeling: goede compromis tussen demping van achter invallend geluid en
onderdrukking diffuse geluid
Afstand tot geluidsbron met factor 1,9 groter zijn dan bij drukopnemer om gelijkemengverhouding van direct en diffuus geluid op te nemen.
Zangmicrofoon voor podium
-
7/22/2019 Opnametechnieken
12/30
12
Hypernier (hypercardioide)
Achter invallend geluid wordt met 6 dB gedempt (nadeel: toch gevoelig aan achterkant) Opzij invallend geluid wordt met 12 dB gedempt Geschikt voor sterk galmende omgeving (Onderdrukt het diffuse geluid het best) Bundeling is maximaal Afstand tot de geluidsbron mag 2 maal zo groot zijn als bij een drukopnemer om gelijke
mengverhouding van direct en diffuus geluid op te nemen. Zangmicrofoon Achter invallend geluid wordt met tegengestelde fase opgenomen
Acht (figure eight, bidirectional)
Aan beide zijden open membraan Komt minder vaak voor Achter en voorkant nemen op aan het zelfde niveau maar wordt in tegengestelde fase opgenomen Opzij invallend geluid wordt volledig onderdrukt Afstand tot geluidsbron mag factor 1,7 groter zijn dan bij drukopnemer om gelijke
mengverhouding van direct en diffuus geluid op te nemen.
Gebruikt voor in microfooncombinaties voor stereo-opnamenOmschakelbare karakteristiek
Vooral bij studiomicrofoons Dubbelgradintopnemers: bestaan uit twee elektrisch gekoppelde kapsels met niervormige
karakteristiek alle karakteristieken (acht tot kogel) gerealiseerd worden
Condensatorplaatjes: veranderen van spanning = veranderen karakteristiekAkoestische stroringen
Drukopnemers reageren sterk op hogere drukgradinten het nabije geluidsveld van een geluidsbron
(poffers: b en p)
Geluidsschaduw en interferentie
Bij hoge frequenties is de microfoon geen instrument die de geluidsgolven opneemt zonder ze te
benvloeden, maar een hindernis voor de uitbreiding van de geluidsgolven.Nabijheidseffect: klankverandering wanner de afstand tussen de geluidsbron en de micro varieert
Drukopnemers benadrukken bij direct invallend geluid de hoge frequenties.
Het nabijheidseffect heeft bij gradintopnemers een versterking van de lage tonen tot gevolg.
gradintopnemers: beschikken over een hoogdoorlaatfilter (roll-off: demping van de lage tonen)
Plop-, wind- en contactgeluiden
Gevoeligheid van de gradintopnemer voor het nabijheidseffect heeft nog een consequentie:
Gevoelig voor laagfrequente stoorgeluiden (plotse luchtverplaatsing bij plofklanken
Elektromechanische omzetting
Dynamische microfoon
Robuster en goedkoper Standaard voor op het podium Geluidstudios omwille van de klank Minder gevoelig
Condensatormicrofoon
Standaard voor in de studio Heel gevoelig Getrouwer natuurlijker geluid Ze hebben voedingsspanning nodig:
Fantoomvoeding: 12V of 48V (Ph of Phantom) Toonader: 12V(T)
-
7/22/2019 Opnametechnieken
13/30
13
Electretmicrofoon
Goedkopere variatie op condensator Folie met permanente elektrostatische lading in het kapsel Geen externe voeding nodig van een mengtafel (voorpolaristatie: geen spanning baterijtje)
Piezo-electrische micro (pickup van gitaar)
Hoog-Ohmig dus een klein vermogen Voorversterker nodig (vlak bij element in de gitaar met baterij)
Bandmicrofoon (aka ribbon microphone)
Dynamische micro Werkt volgens principe van elektromagnetische inductie Smalle dunne metalen band opgehangen tussen 2 magneten (Ribbon) Fragiel: voor extreme geluidsdruk + nooit 48V op zetten bij passieve ribbon Hoge detaillering Warme sound (geschikt voor drum-overhead)
Frequentieafhankelijkheid van de microfoon De gevoeligheid hangt af van de frequentie
Dynamische microfoons
Toepassing op podium en in studio (vooral voor opname van luide instrumenten, slagwerk,blaasinstrumenten, gitaarversterkers, )
Impedantie van 200 Ohm lange afstand zonder kwaliteitsverlies Geen voorversterker nodig bij de bron Geen (fantoom) voeding nodig Shure SM 57 / SM 58 Compensatie van het nabijheidseffect (knopje met Voice/Music) Onderste grensfrequentie rond 150 Hz Live: stem goed verstaanbaar studio: alles zo natuurlijk mogelijk frequentiekarakteristiek
Condensator microfoons
Getrouwer t.o.v. het natuurlijke geluid Voeding nodig (48 V Ph) Lineaire frequentiekarakteristiek (neutrale klank) Omschakelmogelijkheid Beschermd tegen contact en plopgeluiden door speciale demping bedoeld voor korte
inspreekafstand
Hogere uitgangsspanning en minder ruis dan dynamische microfoons Studiomicrofoon moetzo weinig mogelijk eigen ruis hebben Grootmembraanmicrofoons:
membraan met diameter van 2,5 cm Werkpaarden van geluidsstudios (mits omschakelbare richtingskarakteristiek)
Kleinmembraanmicrofoons: membraan met diameter van 1,5 tot 2 cm studiowerk maar ook bij live uitzendingen
Elektret micro: soort condensatormicro spanning zit permanent op diafragma en de backplate soms voeding nodig voor ingebouwde voorversterker (batterij) of met 48 V Verschil met echte condensatormicro: geringe gevoeligheid van electrectmicro
Correctieschakelingen en voorverzwakking:
Condensatormicrofoons beschikken over een inschakelbare lage toondemping (roll-off) ter compensatie
van nabijheideffect( lowcut = hoogdoorlaatfilter = contrageluidfilter) als de V/M schakelaar op V staat.
Verschillende standen op de nabijheidscompensatie (75Hz en 150Hz) verschillende spreekafstanden
instellen (hoger als je dichter bij de bron spreekt!)
-
7/22/2019 Opnametechnieken
14/30
14
Impedantie-omzetter/buis en transitor
Buizenklank AKG, Neumann, Groove Tubes en Microtech Gefell. Verschil met transistormicrofoon: buizenmicro heeft hogere eigenruis (minder interessant voor broadcast wel voor opname van muziek)
Bijzonder microfonen
PZM = Pressure Zone Microphone omnidirectionele karakteristiek (kogel) opname (theater, piano)
PCC = Phrase Coherente Cardiode gerichte karakteristiek live versterking (basdrum)
Geluid reflecterende vlakke grondplaat die direct of of tegen een groot reflecterend oppervlak wordt
bevestigd (muur of vloer). Zo is de micro een onderdeel van het reflecterende oppervlak. Het
drukverhogingseffect is 2 maal zo groot in vergelijking tot de geluidsdruk in het midden van de ruimte.
Shotgun-microfoons of interferentiemicrofoons
MKH 416 of MKH 60 Sennheiser BP 4029 Audio Technica (stereo) Buis met openingen (gaten of sleuven) in de zijkant laat geluid toe Gradintopnemer in de buis waardoor richtingsgevoeligheid voor midden en hoge frequenties Binnenin de buis interfereert het geluid bij het membraan van de microfoon met het geluid dat
recht van voren op het membraan valt
Daardoor worden de zijwaartse golven sterk gedempt terwijl het frontale geluid niet wordtverzwakt
[condensatormicrofoon + kapsel + buis van 10 40 cm met openingen aan de zijkant] Windjammer: wind verdwijnt in fijne haartjes (niet binnen gebruiken)
Miniatuurmicrofoon of dasspeldmicro
Gebruikt bij tv-programmas en in theater Op jas of das onzichtbaar onder de kleren Meestal omnidirectioneel (MKE2) Gebruik als er verplaatsing moet kunnen gebeuren Elke zender heeft eigen connectoren Sennheiser MKE2 Gold: Omnidirectioneel + op zijn kom hangen om minder ploffers te hebben Sennheiser MKE 102/104: 2 stukken: draad of basis met daarop een microfooncel geschroefd DPA 4071 onder de kleren DPA 4061 boven de kleren Tram TR 50 COS 11 van Slanken klein en onopvallend (verschillende kleuren, vleeskleur voor theater) BP 892 van Audio-Technica beugels die achter het oor klikken
Voeding (fantoom en toonadervoeding)
Fantoomvoeding: methode om via de symmetrische (twee aderige afgeschermde) aansluitkabel van de
microfoon waarlangs het microfoonsignaal naar de versterker wordt getransporteerd, gelijktijdig met devoedingsspanning naar de microfoon te voeren. Voedingsspanning is niet meetbaar: beide aders hebben
het zelfde potentiaal.
Elektretmicros batterijtje
Microsmetbuizenvoorversterkers eigen netvoedingDynamischemicros geen fantoom nodig (gaan niet kapot als ze toevallig wel ingeschakeld is)
Condensatormicrowel voeding nodig (P48 met 48V 99% van de gevallen (= de standaard)
Maar: Bandmicrofonen + toonader (48V)= beschadiging
Bij inschakelen van fantoomMute het kanaal om een luide krak te vermijden in de hoofdtelefoon
Belangrijkste kenmerken van een microfoon
1. Gevoeligheid grotere uitgangsspanning = gevoeliger voor akoestische drukverandering
2. Getrouwheid bekomen we voor alle hoorbare frequenties eenzelfde elektrisch uitgangssignaal bij eenzelfdeakoestisch ingangssignaal?
-
7/22/2019 Opnametechnieken
15/30
15
3. Richtingsgevoeligheidombi, bi, nier, supernier, hypernier,
4. Dynamiek verhouding van 2 geluidsdrukniveaus (uitgedrukt in dB)
5. Signaal-ruisverhouding verhouding van de uitgangsspanning bij een geluidsdruk van 1 Pa tot de eigen ruisspanning
van de microfoon (uitgedrukt in dB)6. Gevoeligheid voor magnetische stoorveldenmagnetische velden kunnen ongewenste spanningen introduceren bij elektro-dynamische
microfoons.
7. De impedantie gemiddeld tussen 500 en 5000 Ohm voor een goede werking moet de microfoonimpedantie en
ingangsimpedantie van bv de mengtafel een bepaalde verhouding (= aanpassing) goedde
spanningsaanpassing als ingangsimpedantie 5 10 maal groter is dan de bronimpedantie.
8. Faseals meerdere micros op relatief korte afstand van elkaar staan opgesteld is het belangrijk dat
ze dezelfde fase hebben
Toebehoren
Plopbescherming met windhoes opname op korte afstand van spraak Schuimrubberen windhoes dempt windgeluid, benvloedt de klank Voorzet gaas bescherming tegen luchtbewegingen, benvloedt de klank niet, bescherming
tegen speekseldruppeltjes
Windegeruis verminderen bij buitenopname Lowcut Elastische ophanging voorkomt dat de trillingen van contactgeluiden de micro niet bereiken Statief trillingvrije voet, gebruiken als je lange tijd moet opnemen Fasedraaier gebruiken bij verkeerd gepoolde apparaten
Tips voor onderhoud
Ongebruikte microfoons direct opbergen (stofvrij en droge plaats) Kabels vastleggen met tape VoiceOver = plofscherm Nooit blazen in micro of er op tikken! (vocht en luchtdruk gevaar) Krabben over het rooster of met vingers knippen Geen plotselinge temperatuurwisselingen Laat de microfoon 1 uur aan de omgevingstemperatuur wennen
-
7/22/2019 Opnametechnieken
16/30
16
Hoofdstuk 3: (microfoon)voorversterkers
Geluiden die door microfoons worden opgenomen, kunnen van zeer zacht naar heel luid gaan. Dit wil
zeggen dat de Gain een heel groot bereik moet hebben (0 tot 70 dB)
Een pre-amp versterkt een zeer zwak microfoonsignaal tot op line-level (1.23 1.55 V)
eenzeer grote versterking (zo min mogelijk aan de klank veranderen)
Een goede pre-amp veranderd niets aan de frequentiekarakteristiek, gaat niet clippen en ruis-arm.
Vervorming (Distortion): elk signaal dat niet aanwezig was in het originele signaal voor de versterking.
Hoe gain, hoe meer kans op vervorming (moet minder zijn dan 0,1%)
Basiskwaliteit van een goeie pre-amp:
Moet een groot versterkingsgebied hebben (liefst met traploze gain) Moet zo ruis-arm mogelijk zijn
Moet voldoende headroom hebben (moet de transinten kunnen verwerken) verschil tussen heel luide en heel stille geluiden
Actieve componenten van een voorversterker
Deze staan in voor een goede versterking van het signaal: 3 groepen:
Buizen (Tubes) Transistors ICs (Integrated Circuit)
Buizen
- Warmte van de muziek- Geven altijd meer ruis (niet gebruiken voor broadcast)- Compressie brengt de ruis omhoog- Sommige geven een beetje vervorming
Transistor
- Voordeel: ruis-arm- Stiller (meer gewenst voor broadcasting)
ICs
- Voordeel: groot aantal componenten combineren in 1 component- (Voornamelijk transistors en resistors)
Bouw van een audioversterker
1) Ingang neemt zeer zwakke signaaltjes binnen2) Een deel maakt de spanning van het signaal hoger3) Uitgang die geeft het bekomen signaal af
Ingangs-uitgangsimpedantie
Goed mogelijk signaal-ruisverhouding
ingangsimpedantie (pre-amp) zo goedmogelijk afgesteld met de uitgangsimpedantie (microfoon)
Hoe lager de impedantie, hoe makkelijker het apparaat een elektrische stroom afgeeft. Lage impedanties zijn
beter om het signaal over een kabel te transporteren en geven minder noise.
Inhangsimpedantie: hoge impedantie heeft niet veel stroom nodig micro geeft weinig stroomoutput
[hoge impedantie vraagt minder van de bron (micro)]
Vb.
Pre-amp A van 1800 Ohmminder ruis
Pre-amp B van 200 Ohm vraagt minder stroom en heeft andere frequentierespons
TransfosBestaat uit 2 spoelen met wikkelingen
-
7/22/2019 Opnametechnieken
17/30
17
( de verhouding tussen het aantal wikkelingen bepaalt de verandering van impedantie)
Voordelen:
- de impedantie aanpassen- je creert geen aardlus meer (= geen vervelende brom veroorzaakt door het elektrisch net)- ze zijn gebalanceerd (= storing vrij)
Nadeel:- ze zijn vrij prijzig
Overzicht van de functies
Condensatormicros voeding nodig
Dynamische micros geen fantoom nodig (niet erg als ze toch fantoom krijgen)
Gain regeling = leven
Regeling van de versterking van het microsignaal, soms ook van het lijnsignaal dat binnenkomt.
Pad
Als de gain regeling op zijn minimum staat en het signaal nog te sterk is dan gebruiken we de -20 dB
verzwakking (= Pad)
Filter
Meeste pre-amps hebben ook een laagaf-filter (75 Hz voor Voice Over)
Om wind, airconditioning geluid, ploffers verzwakken of elimineren.
Fase draaien
Als de connector aan de microkabel per ongeluk de + en - gedraaid zit kunnen we dit met dezeschakelaar terug in fase herstellen.
Voorbeelden: Avalon 737 en Manley VoxBox (gebruikt in muziekstudios)
Correcte afregeling van een pre-amp
Draai de gain helemaal naar links, dan langzaam naar rechts, je een normaal level leest op de meters Regel de gain optimaal: geen clipping leds en zorgen dat je reserve hebt als er geluidspieken komen
Opletten:
geluid in de koptelefoon regelen met de heaphone knop en niet met de kanaalregeling van de mixette
vervorming door te hoge gain
slechte signaal/ruis verhouding door te lage gain
bij ruis gain verminderen!
SSL ALPHACHANNEL
- geen compressieAPI A2D: 2 CH pre-amp
- goede 2 CH pre-amp met ingebouwde AD convertorsPRESONUS:
- studiochannel met EQ en compressingFOCUSRITE:
- elektrische nabootsing van pre-amps
-
7/22/2019 Opnametechnieken
18/30
18
Hoofdstuk 4: Reportage/ENG/EFP/materiaalset
ENG: Electronic News Gathering
Videoploeg:
- cameraman- reporter- geluidsman- (evolutie naar 2: reporter + cameraman) alles moet snel gaan- kies je de locatie niet zelf
EFP: Electronic Field Production
Groter setup:
- meer dan 1 cameraman- regisseur en productie- tweede geluidsman- beter voorbereid, je kiest de locatie zelf
SNG: Satelite News Gathering:Captatiewagen met satellietzender om live verslaggeving mee te doen.
Functieomschrijving van geluidsman op reportage
- verantwoordelijk voor AL het nodige geluid die opgenomen word- er moeten back-ups genomen worden- zorgen voor continuteit in het geluid- ervoor zorgen dat de klank goed opgenomen wordt op camera (niet enkel op mixette)
Materiaal overzicht
De Mixette
- Klein mengertje waarop we microfoons (of andere bronnen) kunnen op aansluiten- Het geluid beluisteren en moduleren- Het vandaar op het juiste niveau naar de camera sturen- SQN en Sounddevices
Basic zijkanten:
- elk toestel heeft een aantal in- en uitgangen- ingangen: micros, ontvangers, lijnsignalen op aansluiten- uitgangen: signaal naar de camera te sturen voor opname- Multiconector: retourconector (geluid cameramixertje) retour luisteren horen van
vervorming, kijken of de kabel is aangesloten,
- XLR-connector(3 gaatjes): hierop kan je je bronnen aansluiten (micros e.d.)-
CH 1 en 2: microfoon- CH 3 en 4: lijnsignalen of zenders- Hoofdtelefoon om geluid te controleren- Masterluidheid van signaal die opgenomen wordt! (niet verwarren met phones)- PT: Power through voeding geven aan een recorder of ontvanger van zendsysteem- EXT/OFF/BAT BAT: gebruik van de batterij EXT: gebruik van externe batterij (kort kabeltje
van batterij naar DC-input) OFF: uitschakelen van mixette
- 4 PANS: geluid naar links, center of rechts sturen elke micro naar een apart kanaal- INV2: fase draaien van de tweede ingang
Onderkant:
- Line/Mic: Line: gebruik als je het signaal naar een camera of recorder stuurt Mic: als je aan deuitgang een zendertje aansluit om draadloos geluid te sturen naar een ontvanger op de camera
- CH 1 & 2 INPUT: condensatormicro 48V, dynamische micro of lijnsignaal- MIC Line keuze- ATTEN: als je signaal te sterk is: -10 dB verzwakking
-
7/22/2019 Opnametechnieken
19/30
19
- Bass: hiermee verzwak je de lage frequentiesVoorkant:
- BCC meters: van 1 7 met lampje als de limiter aan gaat- BASS- Volume regeling CH 1 & 2- ATTEN: links: geen verzwakking midden: - 10 dB rechts: - 20 dB- LIMIT: zorgt ervoor dat het signaal niet overstuurt op Mono (2 kanalen worden apart verzwakt)of Stereo (1 kanaal wordt verzwakt, kanaal 2 wordt evenredig mee verzwakt)- RET (RETOUR): dan ben je zeker dat het geluid goed opgenomen is op camera- Verbinding met de camera gebeurd via een multikabel
De micros
DE RICHTMICROFOONS
Gleuven om zijdelings invallend geluid te verminderen Zeer kleine openingshoek (belangrijk om goed te richten)
Sennheiser MKH 416
Condensator microfoon Richtmicrofoon (interferentie of shotgun) Gleuven om zijdelings invallend geluid te verminderen Verkrijgbaar in Ph of in T Zeer kleine openingshoek (belangrijk om goed te richten) Heel gevoellig (ATT op 10 dB)
ELECTRETMICROFOONS
goedkoop alternatief voor een richtmicrofoon Goed voor ENG, niet voor EFP
Sennheiser ME 66
Audio technica AT897
PERCHRycote: accessoires voor richtmicrofoons
Pistolgrip:
- soort handgreep die op een perchstok gevezen wordt- micro wordt hier in bevestigd- een ophanging met rubberen elementen die schokken opvangen en contact geluid verminderen
Zeppelin:
plastiek achtige korf laat het geluid goed door
Windjammer:
bij buitenopnamen als er wind is word nog een windjammer aangebracht Het geluid van de wind verdwijnt in de trilling van de haartjes
Softie:
jasje die over de microfoon past als windbeschermingTelescopische hengel:
heel stevig en licht, enkel in het zwart omdat ze geen licht reflecteren op de set of personen Duitse Ambient en het Franse VDB
DYNAMISCHE MICROFOONS
1) Goed voor in zeer lawaaierige omstandigheden (discotheek, kermis, voetbalstadion, )2) Macht micro: reporter lepelt met de micro (als hij iets niet wil horen trekt hij de micro naar zich)3) Micro trottoir: omdat bij op straat gebruikt wordt op mensen hun mening te vragen
Sennheiser MD46
Audio Technica BP 4002
LAVALIER OF DASSPELDMICROFOON S
Sennheiser EW 100
-
7/22/2019 Opnametechnieken
20/30
20
DE HOOFTELEFOON
Sennheiser HD 25
A. Een schelp wegdraaien (luisteren naar wat de reporte zegt)B. Goedkopere versie PS 25 (niet alle onderdelen apart verkrijgbaar)
Remote Audio HN 7506a) Ontwormpen om naar te luisteren in plaatsen waar er heel veel lawaai is (F1, helicopter)b) Oorkussen gevuld met olie die perfect op je oren aansluit
Bekabeling:
XLR-kabel:
3 contact punten: Massa: gevlochten ijzeren kabeltje HOT: rode kabel COLD: blauwe/zwarte kabel
Multikabel:
om van mixette naar camera te gaan 2 kanalen (L/R uit van het mengertje) + retourlijn bestaat uit 2 stukken: een multiconnector en een kabel
Slave stukje:
een multiconnector, met een kort kabeltje en aan de andere kant 2 XLR die we in de camerasteken + een retour
Afregeling
a. consumer/semi pro- Toestellen met veel beperking qua geluid- Vaak geen XLR aansluiting, of geen 48 V e.d.
b. standaard broadcast- 2 XLR inputs voor AUDIO IN
dynamische micromiddenstand mic condensator rechterstand mic
- 5 pin (AUDIO OUT) voor retour naar mixette- Als je met een mixette werkt: switches op LINE!- Alles op manueel- CH kiezen: Front/Rear/Wireless (Rear voor CH1 en CH2 als je met mixette werkt) Front of
wireless als je zonder mixette werk
- Met CH1 en CH2 volumeregelaar moet je de 1000 Hz afregelen die vanuit de mixer komt op -18dB FS
- Op mixette: 1000 Hz (komt overeen met -9 dB Peak)- Op camera: 1000 Hz op -18 dBFS afregelen (dBFs staat voor Full Scale, bij digitaal is er nietsboven nul)
Moduleren: het geluid zo juist mogelijk in niveau afregelen. Standaard moduleren we naar 0 op onze
mixette.
c. DSLR (fototoestellen)- Sommige toestellen hebben zeer beperkte mogelijkheden qua klank opnemen op aparte
recorder
- Sounddevices hebben recorders
-
7/22/2019 Opnametechnieken
21/30
21
Hoe het geluid syncen?
1. werken met een klapper (en indien mogelijk ook de opgenomen klank op de camera zetten)2. interne cameramic die kan dienen voor getuigeklank of maak gebruik van de plug in voor Final
Cut plural eyes die je klank van de recorder kan syncen met de videofile aan de hand van
waveforms
3. Op het audiokanaal een TIJDCODE opnemen (met plug in aux TC reader kan je een audiospoorconverteren naar een TC spoor en zo op TC syncen) LockIt van Ambient zorgt voor synchronisatiemet de beelden doordat het de tijdcode ook als een signaal op microniveau uit kan sturen
d. High End- Bij deze cameras wordt gewerkt met een geluidsman- Doorgaans wordt er gewerkt met losse HD-recorders voor geluid (met Time Code) LockIt van
Ambient zorgt voor syncronisatie met de beelden
Hoe perchen?
- Schaduwen vermijden- uit het kader blijven- feeling hebben voor wat er gaat gebeuren- tekst (snel) kunnen memoriseren- goed communiceren met de rest van de ploeg
Verschil tussen ambiance stoorgeluidAmbiance draagt bij tot het levendig maken van de reportage of film.
Stoorgeluid: vliegtuigen als het niet over lawaaihinder gaat, blaffende honden, grasmaaiers, luide muziek
in een caf, airco,
Continuiteit
1. Binnen het shot
het geluid moet kloppen met het beeld (CU van telefoon klinkt anders dan telefoon in een algemene
ruimte)
2. Tussen verschillende shots in een scne in een dialoog, shot tegenschot gedecoupeerd moet de dialoog natuurlijk klinken alsof hij in n keer is
opgenomen. Achtergrond geluid mag niet veranderen als we van persoon A naar B gaan en terug.
3. Tussen verschillende scenes van een film
de stem van een acteur of actrice moet het zelfde klinken door heen de film (het mag wel veranderen
door da akoestiek in verschillende ruimtes)
Roomtone/nulgeluid/locatiestilte
altijd een stukje geluid opnemen van de locatie stilte is niet hetzelfde als geen geluid
Ambiance opnemen
als het achtergrondgeluid niet continu is als we het standpunt draaien. Zorgt voor continuteit in
montage, ook voor meer sfeer.
Perchtips:
- Kies je plekje- Haal het geluid waar het is- Maak geen contactgeluid
-
7/22/2019 Opnametechnieken
22/30
22
Hoofdstuk 5: Preproductie
Location Hunting
- kiezen voor een goede locatie (location hunter)- vb. Autosnelweg naast een bos (klankracords bij montage) beton, plaaster (zwaar reflecterend)- zoek met je oren (luister of het mogelijk is om goeie klank op te nemen)- Ter plaatse gaan kijken (staat het er nog? Is er niet te veel storend lawaai?)- Zoek het juiste moment (belangrijk om op de zelfde uren te filmen continuteit)
De Ploeg:
- houding is zeer belangrijk (elk lid moet professioneel denken en handelen)- kies zorgvuldig je klank man- the soundcrew should only wear one hat ( hoofdjob moet in orde zijn, klank is een volwaardige
functie, niet iets dat je nog bij een andere functie neemt!)
- werk met mensen die weten wat ze doen en vertrouw ze- Pros leren van pros (durf vragen stellen aan andere mensen)-
Gebruiker moet weten wat hij wil (niet de verhuurfirma)- Professionele attitude (durven assertief zijn neen zeggen)- Wees sociaal en vriendelijk- Zorg dat je materiaal in orde is
Het juiste materiaal:
- je kiest zelf het materiaal die je nodig hebt (niet de regisseur of productie!)- probeer informatie te winnen over de opdacht zodat je het juiste materiaal kan bestellen- reportage perche + shotgun (liefst condensatortypes)- Informeer op welke camera wordt gedraaid! (Red heeft speciale kabel nodig, DSLR moet gesynct
worden, Alexa camera van Arri heeft 5 pin XLR nodig, )
- Prepareren van het materiaal: batterijen opgeladen, reserve baterijen, zenders, accessoires, - Uitproberen doe je beter thuis dan tijdens het draaien- Check alles dubbel voor je een verhuurcontract tekent (breng alles tijdig terug)- Spreek tijdig af met de verhuurfirma, geef defecten meteen door, bevestig je optie of laat weten
dat het niet meer nodig is,
GOEDE VOORBEREIDING IS DE HELFT VAN HET WERK
-
7/22/2019 Opnametechnieken
23/30
23
Hoofdstuk 6: Monitoring
Algemeen:
- werk met een goede geluidsinstallatie- (niet met crappy speakers, headphones of speakers van je laptop)- gebruik deftige studiomonitoren + een goede akoestische ruimte- Active speakers gebruiken (monitors waar versterking ingebouwd zit)
Versterkers
- vermogen wordt bepaald in functie van de belasting ( luidsprekers van 16, 8, 6, 4 of 2 Ohm)- Vermelding over de vervorming bij welke frequentiebandbreedte dat vermogen geleverd wordt- Eindversterkers halen hun nuttig vermogen uit de voedingstrap van het circuit (ze verbruiken
veel)
- het elektrisch vermogen van de voeding bepaalt het piekvermogen- Continu-vermogen (RMS) = vermogen dat een versterker onafgebroken kan leveren- Piekvermogen = vermogen dat de versterker zeer kortstondig kan geven waarbij het volledige
vermogen van de voedingstrap wordt aangesproken (als pieken blijven aanhouden kan deeindversterkingstrap snel overhit raken gevolg: thermische protectie of een beschadiging)
- Vermogen is afhankelijk van belastingsimpedantie- Als de frequentie daalt, daalt de impedantie (4 Ohm luidspreker bij 50 Hz kan dalen naar 2 Ohm)
Vermogensbandbreedte
- geeft de maximale bandbreedte van de versterker bij maximaal vermogen, binnen de aangegevenvervormingsgrens
- zegt niets over frequentiekarakteristiek (meestal opgegeven bij 1 Watt)De stijgtijd (slow rate)
- versterker moet zo snel mogelijk reageren op elke dynamische verandering- meestal sinusgolven maar er kunnen ook blokgolven opgewekt worden de spanning verander
bij blokgolven op heel korte tijd- Moeilijk voor andere circuits er is een zekere stijgtijd (T) nodig waarbij de hoogste spanning
zal bereikt worden
- Belangrijk voor vermogensversterkers: nodig om transinten op te vangen bij reproductieOvershoot en ringing
- overshoot = onstabiliteit bij de versterking van plotse pieken (alles die over het theoretischresultaat na versterking gaat)
- Ringing = nazinderen (na een overshoot)Clipping
- kan je verhinderen- versterking moet lineair zijn- boven bepaalt punt = clipping = hoorbare vervorming = signaal wordt meer een blokgolf- Resultaat: versterker gaat in thermische protectie of wordt beschadigd- Clipping zeer slecht voor speakers , te veel vermogen krijgen en ze gaan stuk.- Actieve speakers bij clipping wordt er een lampje rood
Klasse A, B en AB-versterkers
Klasse A
- beste versterkers- ruststroom is hoog dat de transistor de volledige sinusgolf in n cyclus kan verwerken- Voordeel: transistor opereert voor de versterking van de hele sinusgolf binnen het lineaire
gebied vervormingsvrij + hoogste mogelijke kwaliteit geluidsversterking
- Nadeel: ruststroom is zodanig hoog dat de versterker de helft van het vermogen als opneemtzonder dat er signaal aanwezig is.
Inefficint gebruik van beschikbare vermogen
-
7/22/2019 Opnametechnieken
24/30
24
Klasse B
- niet zo goed- 2 transistoren die elk afwisselend 180 van de sinusgolf versterken- push/pull schakelingen of balansvesterker- Voordeel: ze worden ingesteld op kleine ruststroom, zodat ze weinig warmte produceren en zeer
efficint zijn
- Nadeel: ze zijn niet kwalitatief (meestal gebruikt voor intercom/communicatiesysteem)Klasse AB
- Combinatie van voordelen klasse A, zonder de nadelen van klasse B- Zo weinig mogelijk energieverlies van klasse A + weinig vervorming van klasse B- Ruststroom gekozen zoals bij klasse A voor zwakke ingangssignalen- Boven bepaald niveau = overschakeling op klasse B mode- Meeste professionele audioversterkers zijn klasse A/B
Klasse D
- foutief digitale versterkers genoemd schakelende versterkers- Uitgangen worden snel in en uitgeschakeld via pulsbreedtemodulatie (enkele malen per cyclus)- In theorie wordt geen vermogen verspilt toch wel klein beetje verlies- Rendement rond 90% en hoger doordat de uitgang compleet aan of uit staat
Vervorming:
- THD (totale harmonische distortie) moet aan minder zijn dan 0,1 % over het volledigefrequentiespectrum
Overspraak:
- Overspraak of diafonie tussen 2 kanalen van stereo vesterkers moet minimaal -70 dB -75 dBbedragen bij 1 kHz
Dempingsfactor:
- geeft aan hoe goed de versterker ongewenste trillingen kan elimineren door het bijna kortsluitenvan de luidspreker
- hoe hoger de dempingsfactor hoe beter!S/R verhouding
- signaal/ruis verhouding- moet minstens 105 dB zijn voor versterkers tot 200W RMS- moet minstens 110 of 115 dB zijn voor zwaardere versterkers- Eindversterkers steeds volledig opendraaien je mag dan ook geen ruis horen
Luidsprekers (in montage en audiopostproductie)
Factoren die geuildsbeeld benvloeden:
- de ruimte-
de kwaliteit van de versterkers- de luidsprekersIn studio zijn er 2 luidsprekerparen:
- grote luidsprekres (hoog volume luisteren)- kleine luidsprekers (als referentistandaard luisteren van mix en evaluaren balans op deze
luidsprekers)
Soorten monitors:
- nearfield (1 2 meter) = korte afstand (niet akoestisch behandelde ruimte betere verhouding tussen direct en weerkaast geluid)
- midflield (3 4 meter) = iets langere afstand
-
7/22/2019 Opnametechnieken
25/30
25
Beste opstelling:
- Gelijkzijdige driehoek met op 2 hoeken de speakers en op punt 3 de luisteraar- Een beetje naar elkaar gedraaid- Bij voorkeur niet in hoeken (weerkaatsing bij lage frequenties)
Check je mix
- niet te luid- luister op zo veel mogelijke manier naar je mix (headphone, kleine speakers, hifisysteem)- studiomonitors klinken neutraal (veel luidsprekers kleuren het geluid om het aangenamer te
doen klinken)
Actieve luidsprekrs (gepowerde monitors)
- luidsprekers waar de versterker ingebouwd zit- Genelec, Dynaudio, Quested, Tannoy, Yamaha KRK- Montagecellen nearfields (mee betrouwbare geluidsweergave bij slecht akoestische ruitmte)meer direct dan indirect geluid
- Aan/uit schakelaar (altijd je actieve luidsprekers als laatste aanzetten bij het opstarten (zelfde bijafszetten)
- XLR ingang nodig- Volume: links en rechts even hard (stereobalans moet kloppen)
-
7/22/2019 Opnametechnieken
26/30
26
Hoofdstuk 7: Postproductie audio
Geluidsband bestaat meestal uit 4 elementen:
- Dialoog ( DIALOGE IS KING)- ambiance layers (good noise)- extra geluiden die uit de ambiance komen- muziek
Ambiance layers:
1. Roomtonewe nemen 1 min locatiestilte op die we onder de schene kunnnen zetten omovergangen vlotter te maken in het geluid (komt zeker van pas in montage)
2. Stille achtergrondgeluiden plaatsen we zelf bij het geluid om wat meer leven in de scne te blazenFoley: klanken die je zelf gaat opnemen synchroon met het beeld (voedstapjes op juiste ondergrond)
Fictie: dialoog op locatie is onbruikbaar = 2 mogelijkheden:
-
Re-shoot (zzer duur en vaak niet mogelijk)- ADR (Automatic Dialogue Replacement) gemonteerde beelden op het scherm wordenweergegeven en dan gaat de acteur synchroon met het beeld de tekst opnieuw spelen (ook als het
onmogelijk is om goeie klank op te nemen)
Dialoog
moet steeds verstaanbaar zijn om elk beluistersysteem
dialoog moet continu zijn:
- binnen elk shot- binnen elke scene- tussen verschillende scenes
na montage luisteren op een bepaald geluidsniveau (om referentie te hebben)
Muziek juiste muziek geeft extra dimensie aan het beeld:
- kan de emotie van de personages onderstrepen- kan de kijker een rustpauze geven tussen lange stukken dialoog- kan bijdragen tot interpretatie van de scne
gebruik een temptrack (muziek in met het zelfde tempo in bpm als de muziek die je nadien gaat
gebruiken
rechten vrije muziek
- royalty free stockmusic- production libraries- voor bepaald gelimiteerd gebruik kan je ook Creative Commons gebruiken- laat een componist iets maken
.WAV of .AIFF geen .mp3Bij cuts in de muziek maak je korte fades op het begin en einde om clicks te vermijden
Knippen op het moment waar de wave door de horizontale lijn gaat = zero crossing
Mixen in je video-editor
Beperkte mogelijkheden
aparte audio-editor gebruiken
beeldlock
apart het geluid afwerken zonder nog het beeld te veranderen
afgewerkte audiomix zal perfect overeenkomen met de afgewerkte video die we reeds hadden
bij export naar een audio-editor:
- O.M.F. (Open Media Format) bij FCP- A.A.F. (Advanced Authoring Format) bij Avid
geluidstracks (met juiste benaming) zullen sync met je video verschijnen in je audio-editor
Handels voorzien (extra stukjes geluid voor en na elk gebruikt fragmentje dat uit videomontage komt)
-
7/22/2019 Opnametechnieken
27/30
27
Digitale audio
Samplingfrequentie
- een geluidssignaal word x aantal keer per sec. bekeken of bemonsterd of gesampled om geluidgoed weer te gevenmin 40000 keer per seconde voor goed geluid (dubbele van max hoorbare
frequentie 20 000 Hz)
- 44 kHz audio CD- 48 khz videosysteem- 88.2 en 98 Khz bestaan ook- 192 kHz high end audiosystemen
Bitdiepte
- aan elke sample wordt een waarde gegeven (d.m.v. een 16 of 24 bit systeem)- 16 bit = 65000 waarden 24 bit = 1 miljoen waarden)- SPDIF: Sony Philips digital interface: in of uitgang op je geluidskaart om digitale audio te sturen of
te ontvangen
WAV (of AIFF) of MP3?
WAV of AIFF
- geluidskwaliteit is beter dan die van mp3Mp3
- gecompresseerd in data- geen broadcast kwaliteit en not done in filmpostproductie- web toepassingen
Plug-ins
- standaard tools om magie mee te creren in de mix- kleine programmatjes om geluid mee te manipuleren:
EQ Compressor Noise reduction Filters Reverb
-
Voor je begint met processing
zorg dat je een originele backup hebt van je project (dupliceerde originele clip voor je gaat processen!
DAW tips (Digital Audio Workstation)
- plaats audio op een aparte HD- maak aparte folder voor: Rushes Editing Mixing- maak een backup van deze schijf- Ideaal:
HD1 systeemdrive
HD2 Audio
HD 3 video
HD 4 backup
- Save Save As save is in de zelfde foldersave as kan je een nieuwe folder kiezen ennieuwe naam geven
Dialoogmontage
1. Set Up- maak een werk-copy en hou een extra back-up van het origineel- maak een aantal sporen om je dialoog op te monteren (2 of 3 audiosporen)- kies de juiste micro, gebruik niet mute, hou het sync,
2. Clean Up- ploffertjes weghalen, ruis weghalen, low cut, equalisen, .
3. Fix Up- start en eindpunten aanpassen aan de videocuts- crossfades maken
4. Check Up- Luister opnieuw- doe correcties
-
7/22/2019 Opnametechnieken
28/30
28
Voice Over
- kies een pro-stem- doe een stemtest en check het level (en zorg voor headroom)- check goed terwijl je opneemt + eventueel safety- moet vol en warm klinken
EQ en Compressie
EQ:
- equalisen- meest basic geluidsbewerking en n van de belangrijkste- om problemen in de klank te verhelpen- individuele bronnen beter laten klinken of beter laten passen in de mix- goed opnemen of versterken alles tussen 20 Hz en 20000 Hz capteren- Ideaal = versterken/opnemen zoals we het akoestisch horen- Ideaal = micro met vlakke frequentierespons niet zo in de praktijk (vermindering van lage en
hoge tonen of bepaalde gebieden waar een accentuatie (boost of peak) of een vermindering (dip)
in frequentieweergave zit
pieken en dips = gemakkelijk corrigeren
onregelmatige frequentieweergave = moeilijk te corrigeren
Level en decibels
- level = luidheid/niveau van een signaal op een mengtafel als we mixen of opnemen- 100 dB 103 dB = verdubbeling van vermogen
Frequentierespons
- frequentieweergave moet zo vlak mogelijk zijn afwijking aanduiden: 20 Hz 20kHz (+1dB, -1dB)
Filter
- eenvoudige vorm van EQ verwijdert stukken uit een frequentiespectrum- 5 types:
Hoogaf-filter of low-pass hoge frequenties worden afgefilterd Laagaf-filter of low-cut rond de 100 Hz wordt het signaal sterk verzwakt (high-pass) Band-pass zowel hoog als laag wordt afgefilterd en middenfrequenties doorgelaten Band-stopmiddenfrequenties worden verzwakt, hoog + laag doorgelaten Notch filter zeer smalbandige filter: om brom te verminderen rond 50 Hz uitfilteren
- filter cutten niet allesze hebben een zekere slope- aangezien analoge componenten moeilijk te verwezenlijken is en omdat het niet goed zou klinken- Baxandall tooncontrole (een eenvoudige HF en LF regeling) bij hi-fi installaties
Bell: boost vanaf een bepaalde frequentie vrij hard in een welbepaald deel, maar verderop is de
frequentie terug lineair
Shelf: boost vanaf het gekozen frequentiepunt tot het einde van het hoorbare frequentiespectrum
Q-factor
- Bepaalt de bandbreedte of bandwidth- Groote bandbreedte = lage Q-factor- Smalle bandbreedte = hoge Q-factor
Compressie
- Bedoeling van compressor = beperken van dynamiek en verhogen van luidheid- En van de belangrijkste signaalprocessoren- Limiter (begrenzer) druk de oorspronkelijke dynamiek van een signaal samen, zodat het zonder
problemen kan verwerkt worden door alle elementen van de geluidsketen
2 redenen om dynamiek te beperken:
1. Dynamiek van 100 dB kan niet verwerkt worden door de volledige geluidketen (vogel vliegtuig)
2. De gemiddelde inhoud v/h signaal dichter bij de headroom grens brengen bevorderd deluidheidswaarneming aan het eind van de keten
-
7/22/2019 Opnametechnieken
29/30
29
2 mogelijkheden om dynamiek v/h signaal in de hand te houden:
1. Gain riding (manueel): plaatsen waar de pieken zijn, zachte passages bijduwen2. Compressie (automatisch): pieken elektronisch in de hand houden, met behulp van parameters
die we kunnen instellen:
Gate
= drempel instellen vanaf waar het signaal doorgelaten wordt, onder de drempel gaat de noise gate dichten wordt er geen signaal doorgelaten.
Threshold
= punt vanaf waar het toestel in werking gaat treden. Het niveau waarop het signaal niet meer met unity
gaine versterkt word, maar waarbij er verzwakking zal optreden bij de signalen boven het tresholdpunt.
(tresholdpunt meestal instelbaar, behalve als het fixed is)
Ratio
= de mate van de verzwakking. Vb: 2 : 1 ( voor elke 2 dB boven het tresholdpunt wordt er 1 dB
doorgelaten) de combinatie threshold/ratio zal bepalend zijn voor de compressie
Attack
= de snelheid waarmee de compressor zal reageren (op een korte piek of langer signaal)
Release
= snelheid waarmee onze compressor herstelt, nadat het een piek heeft afgezwakt.
Output
= op het einde gaan we de compactere signaal terug opdrijven (gain make up)
Limiter
Attacktime of antwoordtijd
= tijd nodig om de pieken boven het thresholdpunt af te zwakken volgens de gekozen ratio. Om
oversturen door transinten onmogelijk te maken, moet de compressor zeer snel ingrijpen.Korte transintvervorming = zo kort dat ze onhoorbaar zijn
Korte attacktijd in een dynamisch signaal met veel korte pieken = negatief effect
Bedoeling van compressor = beperken van dynamiek en verhogen van luidheid
Goed compressorwerking = langere pieken worden opgevangen
Release of hersteltijd
Tijd om terug te keren naar de originele dynamiek van het signaal of de unity gain
korte herstelt = aanleiding tot zeer snelle dynamiekvariaties (= popeffect)
lange hersteltijd = geeft uitvlakking van de dynamiek en zorgt dat stille passages niet meer hoorbaar zijn.
Samengevat:
Antwoordtijd - Attack
Te lang: ontoelaatbare oversturingen maximaal 10 msec. Te kort: te fel reageren op piekjes in het signaal minimaal 1 msec.
Hersteltijd Release
Te lang: stationaire toestand Te kort: pompeffect Te lange hersteltijd met korte antwoordtijd kan signaal wegdrukken
-
7/22/2019 Opnametechnieken
30/30
Audio in Final Cut ORo
Level
Mag niet tot 0 hou een level aan rond -9dB (klank moet zich bewegen tussen -18dB en -9dB)
Audio telt op: meerdere sporen samen zetten zorgt voor luider geluid
Meters
Groen = gemiddeld levelGeel = pieken
Rood = oversturen vermijden!
Niveau: rode lijntje = relatieve level (niet absolute level) geluid t.o.v. originele geluid die opgenomen werd.
Keyframes
Bolletjes toevoegen met option toets ingedruk terwijl je op het rode lijntje klikt
Bepaald stukje geluid stiller of zachter maken tussen 2 keyframes
Dialoog is koning
Dialoog mag nooit to 0 gaan! Moet rond -9 dB komen (ruimte om te roepen en fluiteren)
Gain
Clip kan max 12 dB omhoog soms te weinig gain aanpassen (max tot 96 dB)
Filters
Normalisation gain gaat alle clips scannen en op de pieken gaat hij alles wat ophoog trekken qua
audiovolummme, zodat clips die sitller opgeonomen werden weer op niveau komen van clips die luider
zijn opgenomen.
Compressie
Dynamiek bepekren (verschil tussen luide en stilste passages kleiner maken)meer realistisch verschil
tussen te luid en te stil.
Compresseer niet te veel achterliggend geluid word luider en soms word de dialoog moeilijk
verstaanbaar.
Treshold: niveau waarop hij gaat werken
hoe meer naar min hoe sneller hij gaat werken (-20, -10)Compressieverhouding (ratio) 1 = geen verandering, 3 of 4 = goed
Room Tone
stilte van de locatie aan geen geluid
toomtone gebruiken om gaten te vullen (en crosfades niet vergeten)
Ambiance toevoegen
Om je film of reporatage meer te laten leven
Organiseer je sporen
1 & 2 dialoog
3 & 4 roomtone
5 & 6 ambiance6 & 7 geluidseffecten
9 & 10muziek
Muziek
Gebruik rechten vrije muziek
Muziek moet passen en mooi in of uit faden.
Mixing
Maak eerst een goede geluidmix in FCP
Ga eventueel experimenteren met je mix in soundtrack pro
Of af mixen met een echt audioprogramma:
1. Quicktime-movie van je montage maken2. een OMF export van al je audiosporen in 24 bit (onthoud de plaats van de bastanden na het
exporteren) bij AIFF is dit niet nodig.