Opleidingsplan Manschap a - IFV · Het opleidingsplan Manschap a is in 2007 met bovengenoemde...
Transcript of Opleidingsplan Manschap a - IFV · Het opleidingsplan Manschap a is in 2007 met bovengenoemde...
Brandweeracademie
Postbus 7010
6801 HA Arnhem
T 026 355 24 10
F 026 351 50 51
Opleidingsplan Manschap a
Herziene versie, 20 mei 2010
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE
Voorwoord
Voor u ligt het opleidingsplan voor de leergang Manschap a. Dit opleidingsplan sluit
aan bij het Besluit Personeel Veiligheidsregio's en het bijbehorende landelijke
functiehuis brandweer.
Het opleidingsplan is afgeleid van het kwalificatiedossier Manschap a en de proeve
van bekwaamheid Manschap a.
Aan de totstandkoming van dit opleidingsplan is bijgedragen door de leden van de
ontwikkelgroep Manschap a:
Peter Butter coördinator Brandweer Opleidings Centrum Brandweer
Amsterdam
Noud van Erp opleidingscoördinator Veiligheidsregio Zuid-Oost Noord-
Brabant
Annemieke Hendriks onderwijskundige Brandweeracademie (Nifv)
Willem van Laar vakgroepcoördinator Repressie Koninklijke Luchtmacht
Ivo Leijten teamleider Opleidingen, Brandweer Brabant-Noord
Maarten Leune beleidsmedewerker Nbbe
Jaap Molenaar vakgroepdecaan repressieve opleidingen
Brandweeracademie (Nifv)
Gaby Peters coördinator oefenen brandweer Eindhoven
Esther Smeitz-Cohen beleidsmedewerker Nbbe
Frans van der Veen hoofd opleidingen Regionale Brandweerorganisatie Gooi
en Vechtstreek
Toelichting op de gewijzigde versie
Het opleidingsplan Manschap a is in 2007 met bovengenoemde ontwikkelgroep
ontwikkeld en in deelprojectgroep 3 vastgesteld op 1 december 2007. Dit
opleidingsplan was gebaseerd op het eveneens in 2007 ontwikkelde
kwalificatieprofiel Manschap a.
De aanleiding tot deze door het NIFV gewijzigde versie is tweeledig.
In mei 2009 heeft de stuurgroep van het project Besluit kwaliteit
brandweerpersoneel het kwalificatiedossier Manschap a vastgesteld. In dit
kwalificatiedossier worden de kerntaken uit het oorspronkelijke kwalificatieprofiel
taakgebieden genoemd; de kerntaken zijn afgeleid van de fasen van de
incidentbestrijding: uitruk, verkenning, inzet en afbouw/nazorg. In deze gewijzigde
versie van het opleidingsplan wordt uitgegaan van de kerntaken zoals die in het
kwalificatiedossier zijn vastgelegd.
Daarnaast hanteert het NIFV sinds enige tijd een nieuw format voor
opleidingsplannen. Om eenduidigheid tussen de opleidingsplannen voor de diverse
functies te bewerkstelligen, wordt in deze gewijzigde versie het nieuwe format
gehanteerd.
Arnhem, 20 mei 2010
Annemieke Hendriks, onderwijskundige, NIFV
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE
Inhoud
Voorwoord 2 Inleiding 4 Uitgangspunten 5
1.1 Kerntaken en competenties 5 2. Basisontwerp leergang Manschap a 6
2.1 Blok 1: Oriëntatie 9 2.2 Blok 2: Taakgebied Brandbestrijding 10 2.3 Blok 3: Taakgebied Technische hulpverlening 13 2.4 Blok 4: Taakgebied Optreden bij incidenten met gevaarlijke
stoffen 16 2.5 Blok 5: Taakgebied Ondersteunen bij waterongevallen 19
3. Studiebelasting leergang Manschap a 22 3.1 Vaststelling studiebelasting 22
4. Werkend leren 24 4.1 Werkend leren in de leergang Manschap a 24 4.2 Leerwerkplek 24 4.3 Leerwerkplekbegeleider 24 4.4 Verhouding werkend leren t.o.v. andere onderwijsvormen 25
5. Overige adviezen 26 5.1 Instroomniveau leergang Manschap a 26
Bijlage 27
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 4
Inleiding
Dit document is bestemd voor alle personen die betrokken zijn bij (de verdere
inrichting en organisatie van) de leergang Manschap a: ontwikkelgroep,
onderwijskundige(n), ontwikkelaars, etc. Dit document vormt voor hen de leidraad
bij het uitwerken van de leergang.
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 5
Uitgangspunten
1.1 Kerntaken en competenties
De leergang Manschap a richt zich op de kerntaken en competenties van de functie
Manschap a zoals deze in het kwalificatiedossier zijn vastgelegd. De onderstaande
tabel is afgeleid van de competentiematrix uit het kwalificatiedossier. Het betreft
hier de strategische en organisatorische competenties die vooral betrekking hebben
op het geven van richting aan de organisatie en de inrichting van het werk.
Kerntaken
Competenties
Kerntaak 1 Uitruk
Kerntaak 2 Verkenning
Kerntaak 3 Inzet
Kerntaak 4 Nazorg
Probleem oplossen
Niveau 1
Niveau 1
Niveau 1
Innoveren en creativiteit
Niveau 1
Niveau 1
Plannen, organiseren en coördineren
Niveau 1
Leren en reflecteren
Niveau 1
De uitwerking van de competenties is terug te vinden in het kwalificatiedossier en in
de bijlage van dit opleidingsplan.
Kerncompetenties
In aanvulling op bovengenoemde competenties zijn de kerncompetenties Accuraat,
Stressbestendigheid en Samenwerken van toepassing op alle operationele functies
bij de brandweer. Ze zijn dus functieoverstijgend en spelen een belangrijke rol bij
werving en selectie. Zie voor de volledige omschrijving de bijlage.
Vakmatige competenties (professie).
Vakmatige competenties zijn competenties op vakgebieden die specifiek voor de
brandweer zijn. Bij deze functie is het basisniveau (1) van het vakgebied
Incidentbestrijding van toepassing:
“Is in staat om informatie en gegevens te reproduceren en deze kennis toe te
passen binnen het eigen expertgebied.”
Kerntaken
De kerntaken vormen het centrale uitgangspunt voor de invulling van dit
opleidingsplan. De competenties zijn vooral gekoppeld aan de werkzaamheden per
kerntaak en komen in het onderwijs terug in de vorm van leeractiviteiten. In dit
opleidingsplan worden deze leeractiviteiten benoemd. De leeractiviteiten vormen de
basis voor het te ontwikkelen onderwijs. Hierna volgt een beknopte beschrijving van
de kerntaken van de Manschap a.
Kerntaak 1: Voert uitrukwerkzaamheden uit
Voert werkzaamheden uit met betrekking tot de voorbereiding op de verkenning en
inzet.
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 6
Kerntaak 2: Voert verkenningswerkzaamheden uit
Verzamelt informatie over het incident ten behoeve van de inzet.
Kerntaak 3: Voert inzetwerkzaamheden uit
Voert werkzaamheden uit met betrekking tot de bestrijding van het incident en het
redden van mens en/of dier.
Kerntaak 4: Voert nazorgwerkzaamheden uit
Levert een bijdrage aan een juiste afwerking van het incident en neemt deel aan
evaluatie- en nazorggesprekken.
De kerntaken worden uitgevoerd in vier te onderscheiden operationele
taakgebieden:
• brandbestrijding
• technische hulpverlening
• optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen
• ondersteunen bij waterongevallen.
1.2 Werkzaamheden, beoordelingscriteria en keuzes & dilemma's
De kerntaken uit het kwalificatiedossier Manschap a zijn nader uitgewerkt in
werkzaamheden, beoordelingscriteria en keuzes & dilemma's. De werkzaamheden
komen in dit opleidingsplan terug (zie hoofdstuk 2). De beoordelingscriteria en de
keuzes & dilemma's worden verwerkt in de lesplannen en leeropdrachten, en komen
niet afzonderlijk terug in dit opleidingsplan. Daarnaast komen de
beoordelingscriteria en keuzes & dilemma's terug in de proeve van bekwaamheid bij
deze leergang.
De leergang Manschap a is opgebouwd uit 5 blokken.
De leergang start met het blok Oriëntatie (blok 1); een algemene inleiding waarin
de functie Manschap a en de kerntaak- en taakgebiedoverstijgende basiskennis aan
de orde komen. De basiskennis is essentieel en speelt een grote rol in alle volgende
blokken.
Vervolgens komen in de blokken 2 tot en met 5 achtereenvolgens de operationele
taakgebieden Brandbestrijding, Technische hulpverlening, Optreden bij incidenten
met gevaarlijke stoffen en Ondersteunen bij waterongevallen aan de orde. In
volgorde van de uitruk worden binnen elk taakgebied de kerntaken 1 tot en met 4
behandeld.
2. Basisontwerp leergang Manschap a
De leergang Manschap a is opgebouwd uit de volgende vijf blokken, conform de
opzet zoals toegelicht in paragraaf 1.2.
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 7
Blo
k 1
Kerntaak- en taakgebiedoverstijgend Oriëntatie
• Verkenning leergang en functie • Theorie en elementaire vaardigheden
Blo
k 2
Taakgebied Brandbestrijding
theorieto
ets
Bra
ndbestr
ijdin
g e
n
Levensre
ddend
handele
n
pra
ktijk
sim
ula
tie
Inzet
bra
ndbestr
ijdin
g
formatieve toetsen Brandbestrijding en LRH (toetskaarten)
Uitruk (kerntaak 1) Verkenning (kerntaak 2)
Inzet (kerntaak 3) Afbouw en nazorg (kerntaak 4)
Blo
k 3
Taakgebied
Technische hulpverlening
theorieto
ets
Technis
che
hulp
verlenin
g
pra
ktijk
sim
ula
tie
Inzet
TH
V
formatieve toetsen Technische hulpverlening (toetskaart)
Uitruk (kerntaak 1)
Verkenning (kerntaak 2)
Inzet (kerntaak 3) Afbouw en nazorg (kerntaak 4)
Blo
k 4
Taakgebied Optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen
theorieto
ets
OG
S e
n
wate
rongevallen
pra
ktijk
sim
ula
tie
Inzet
OG
S
formatieve toetsen Optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen
(toetskaart)
Uitruk (kerntaak 1)
Verkenning (kerntaak 2)
Inzet (kerntaak 3) Afbouw en nazorg (kerntaak 4)
Blo
k 5
Taakgebied Ondersteunen bij waterongevallen
theorieto
ets
OG
S e
n
wate
r-
ongevallen
Uitruk (kerntaak 1)
Verkenning (kerntaak 2)
Inzet (kerntaak 3) Afbouw en nazorg (kerntaak 4)
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 8
Hierna wordt de opzet van elk blok afzonderlijk uitgewerkt. Per blok worden (in een
afzonderlijke tabel) de volgende aspecten beschreven:
kerntaken
De kerntaken zijn overgenomen uit het kwalificatiedossier Manschap a.
werkzaamheden
De werkzaamheden zijn overgenomen uit het kwalificatiedossier Manschap a.
thema's
Van deze vakinhoudelijke thema's moet de cursist kennis, inzicht en
vaardigheden hebben, om de genoemde werkzaamheid als beginnend
beroepsbeoefenaar goed uit te kunnen voeren.
leeractiviteiten
Bijeenkomst, leerwerkplekopdracht en dergelijke.
studiebelasting
Het aantal uren dat met de leeractiviteit is gemoeid.
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 9
2.1 Blok 1: Oriëntatie
Kerntaken Werkzaamheden
Thema’s Leeractiviteiten Studiebelasting
opleidings-
instituut
Studiebelasting zelfstudie en
werkend leren
Kerntaak-
overstijgend
- Verkenning van de leergang en
de functie: - de brandweerorganisatie - verzorgingsgebied
- wet- en regelgeving - tankautospuit - verbindingen - verloop van een uitruk - omgaan met traumatische
ervaringen.
Bijeenkomst (2)
Leerwerkplekopdracht - De brandweerorganisatie
(Kennismaking met de eigen brandweerorganisatie)
- Verzorgingsgebied (Kennismaking met het verzorgingsgebied van de brandweerorganisatie van
de Manschap a)
Toetskaart Geen
6 uur theorie
6 uur zelfstudie
7 uur werkend leren
6 uur 13 uur
Totaal blok 1 = 19 uur
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 10
2.2 Blok 2: Taakgebied Brandbestrijding
Kerntaken Werkzaamheden
Thema’s Leeractiviteiten Studiebelasting
opleidings-instituut
Studiebelasting zelfstudie en werkend leren
Uitruk De Manschap a:
- selecteert de persoonlijke
beschermingsmiddelen (afhankelijk
van de situatie), maakt deze
gebruiksgereed
- handelt volgens vaste procedures
- herkent gevaarssituaties en is in
staat adequaat hiernaar te handelen - communiceert zijn bevindingen met
de bevelvoerder en de rest van de ploeg.
Uitrukfase Bijeenkomsten (18)
Leerwerkplekopdrachten
- Verbindingen (Kennismaking en oefenen met verbindingsmiddelen die in het korps worden gebruikt.)
- TS
(Bekijken van TS waarmee in het korps wordt uitgerukt; beschikbare middelen, gebruiksmogelijkheden, etc.)
- Kennismaking persoonlijke
beschermingsmiddelen bij brand (Uitzoeken van welke pbm’s in het korps voor brandbestrijding gebruikgemaakt wordt en
wat daarvoor geregeld is; nadruk op adembescherming.)
- Praktijk adembescherming
(Oefenen met apparatuur die in het korps gebruikt wordt.)
- Veilig werken op hoogte
27 uur theorie
30 uur praktijk
25 uur zelfstudie
15 uur werkend leren
Persoonlijke
beschermingsmiddelen
Brand en
brandontwikkeling
Brandbestrijding: - materiaal - bluswater-
voorzieningen - materieel +
inzetgereed maken
voertuig - aflegsysteem
Gebruik adembescherming
Veilig werken op hoogte
Levensreddende handelingen
Verkenning De Manschap a:
- verkent op eventuele slachtoffers
- verkent uitbreidingskansen
- verkent de brandhaard - herkent het stadium van de brand
Verkenningsfase
Verbindingen
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 11
Verkenning en voortbeweging
(Uitzoeken welke (persoonlijke) beschermingsmiddelen in het korps beschikbaar zijn
en daarmee oefenen.) Toetskaart Levensreddende handelingen - Protocollair handelen - ABCDE-methode deel A - ABCDE-methode deel B en C
Brandbestrijding - Praktijk adembescherming
‘ademlucht lopen’ - Veilig werken op hoogte bij
brandbestrijding
Inzet De Manschap a redt slachtoffers:
- stelt het slachtoffer(s) veilig
- past levensreddende handelingen
toe.
De Manschap a assisteert de
chauffeur/ pompbediener bij het
verzorgen van de waterwinning:
- bij open water/ bassin/
aanjaagverband
- bij open of gesloten geboorde put
- bij ondergrondse of bovengrondse
brandkraan.
De Manschap a past het aflegsysteem
toe:
- bij hoge/lage druk water
- bij poeder en schuim.
De Manschap a voert
Inzetfase Bijeenkomsten (5)
Leerwerkplekopdrachten - Aflegsysteem
(Oefenen met het aflegsysteem.)
Toetskaart Levensreddende handelingen - Reanimatie met de AED - Zuurstof toedienen - Letsels - Slachtoffertransport Brandbestrijding
- Realistische oefening ‘straalpijpvoering’
- Realistische oefening ‘kleine
blusmiddelen’ - Realistische oefening
‘hittegewenning’ - Realistische oefening
‘flashover/backdraft’ - Realistische oefening ‘inzet
3 uur theorie
19 uur praktijk
4 uur zelfstudie
3 uur werkend leren
Gevaren bij brandbestrijding
Waterwinning en aflegsysteem
Blussing en
blustechnieken
Slachtofferbehandeling
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 12
(na)blussingswerkzaam-heden uit:
- past verschillende blustechnieken
toe
- voert salvagewerkzaamheden uit.
HD’ - Realistische oefening ‘inzet
LD’ - Realistische oefening ‘inzet
kelderbrand’ - Realistische oefening ‘inzet
schuim’
Nazorg De Manschap a maakt, samen met de
chauffeur/ pompbediener/ technische
dienst, het ingezette voertuig
inzetgereed:
- vervangt en vult de
bepakkingmiddelen aan
- neemt met de ploegleden deel aan
een evaluatiegesprek over de inzet
- neemt, na een traumatische
ervaring, met de ploegleden deel
aan een nazorggesprek.
Afbouw- en nazorgfase Bijeenkomst Geen; inhoud komt aan de orde in lessen overige
kerntaken
Leerwerkplekopdrachten Geen Toetskaart Levensreddende handelingen
- Nazorg
Traumanazorg
79 uur 47 uur
Totaal blok 2 = 126 uur
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 13
2.3 Blok 3: Taakgebied Technische hulpverlening
Kerntaken Werkzaamheden
Thema’s Leeractiviteiten Studiebelasting
opleidings-instituut
Studiebelasting zelfstudie en werkend leren
Uitruk De Manschap a:
- selecteert de persoonlijke
beschermingsmiddelen (afhankelijk
van de situatie), trekt deze aan en
controleert deze
- handelt volgens vaste procedures
- herkent gevaarssituaties en is in
staat adequaat hiernaar te handelen - communiceert zijn bevindingen met
de bevelvoerder en de rest van de ploeg.
Achtergronden en
soorten hulpverlenings-werkzaamheden
Bijeenkomsten (12)
Leerwerkplekopdrachten
- Hulpverleningsincidenten in de eigen werkomgeving (Beeld krijgen van veelvoorkomende en recent incidenten in het eigen
verzorgingsgebied.) - TS en HV
(Kennismaken met materiaal en gereedschap dat bij hulpverleningsinzetten
wordt gebruikt.)
21 uur theorie
15 uur praktijk
16 uur zelfstudie
6 uur werkend leren
Betrokken diensten
Soorten incidenten, onder andere:
- verkeersongevallen - treinongevallen - lifthulpverlening - ongevallen met dieren - natuurgeweld - bouwkundige
hulpverlening/schade
bij gebouwen.
Materieel ten behoeve van technische hulpverlening
Materiaal ten behoeve
van technische hulpverlening
Elektriciteit
Levensreddende handelingen
Verkenning De Manschap a:
- verkent de situatie
- verkent op eventuele slachtoffers
- verkent op uitbreidingskansen.
Situatieherkenning en
sporenonderzoek
Bijeenkomsten (15)
Leerwerkplekopdrachten - Stroomaggregaten en
diverse
15 uur theorie
36 uur praktijk
12 uur zelfstudie
10 uur werkend leren
Gevaarsinschatting en
inschatten reddingskansen
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 14
Uitbreidingskansen en risico’s bij hulpverlening
redgereedschappen (Oefenen met middelen die in korps worden gebruikt.)
- Hydraulisch
redgereedschap (Oefenen met middelen die in korps worden gebruikt.)
- Werken op hoogte (Oefenen met middelen die in korps worden gebruikt.)
Toetskaart Levensreddende handelingen - ABCDE-methode deel D en E Technische hulpverlening - Realistische oefening ‘inzet
verkeersongeval personenauto’
- Realistische oefening ‘inzet verkeersongeval vrachtauto of bus’
- Realistische oefening ‘inzet
ongeval bij instorting / natuurgeweld’
- Realistische oefening ‘inzet werken op hoogte’
Inzet De Manschap a zorgt dat er veilig
gewerkt kan worden - zet incidentlocatie af - stelt het object veilig - bewaakt de veiligheid van
slachtoffers en hulpverleners. De Manschap a redt slachtoffers
- stabiliseert het object - zet het hulpverleningsmateriaal in - stelt slachtoffers gerust - past de protocollen levensreddend
handelen toe.
De Manschap a treedt op bij natuurincidenten - bestrijdt de gevolgen van
stormschade en/of wateroverlast.
De Manschap a werkt samen met de overige hulpverleningsdiensten.
Incidentmanagement en
veilig werken
Stabiliseren object
Stabiliseren slachtofer
Gereedschappen hanteren
Slachtoffers redden
Werken op hoogte
Nazorg De Manschap a maakt, samen met de
chauffeur/ pompbediener/ technische
dienst, het ingezette voertuig
inzetgereed:
- vervangt en vult de
bepakkingmiddelen aan
- neemt met de ploegleden deel aan
een evaluatiegesprek over de inzet
- neemt, na een traumatische
ervaring, met de ploegleden deel
aan een nazorggesprek.
Afbouw- en nazorgfase Bijeenkomsten Geen; inhoud komt aan de orde in lessen overige kerntaken
Leerwerkplekopdrachten Geen
Toetskaart Geen
Traumanazorg
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 15
87 uur 44 uur
Totaal blok 3 = 131 uur
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 16
2.4 Blok 4: Taakgebied Optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen
Kerntaken Werkzaamheden
Thema’s Leeractiviteiten Studiebelasting
opleidings-instituut
Studiebelasting zelfstudie en werkend leren
Uitruk De Manschap a:
- selecteert de persoonlijke
beschermingsmiddelen
(afhankelijk van de situatie),
trekt deze aan en controleert
deze
- handelt volgens vaste
procedures
- herkent gevaarssituaties en is in
staat adequaat hiernaar te
handelen
- communiceert zijn bevindingen
met de bevelvoerder en de rest
van de ploeg.
Soorten incidenten Bijeenkomst (4)
Leerwerkplekopdrachten
- Kennismaking persoonlijke beschermingsmiddelen (Uitzoeken van welke pbm’s in het korps voor ongevalsbestrijding
gevaarlijke stoffen gebruikgemaakt wordt en wat daarvoor geregeld is; nadruk op chemicaliënpak en meetapparatuur.)
- Werken in chemicaliënpak
(Oefenen met
chemicaliënpak, inclusief procedures en communicatie.)
Toetskaart Geen
8 uur theorie
4 uur praktijk
5 uur zelfstudie
6 uur werkend leren
Uitgangspunten van
ongevalsbestrijding
gevaarlijke stoffen
Procedure ongevalsbestrijding
gevaarlijke stoffen
Herkenning en eigenschappen van gevaarlijke stoffen
Persoonlijke
bescherming (chemicaliënpak, meetapparatuur)
Verkenning De Manschap a:
- past de benodigde persoonlijke
beschermingsmiddelen toe
- kan omgaan met
meetapparatuur
- verzamelt gegevens om de
stof(fen) te identificeren
- verkent op eventuele
slachtoffers
- verkent op uitbreidings-
mogelijkheden.
Situatieherkenning en gevaarsinschatting
Procedures
Meetapparatuur
Persoonlijke bescherming
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 17
Inzet De Manschap a:
- maakt het benodigde materiaal
voor inzet gereed
- werkt met persoonlijke
beschermingsmiddelen
afhankelijk van de situatie
- neemt beperkende maatregelen
m.b.t. het gevaar/verspreiding
van gevaarlijke stoffen
- verricht een grijpredding in
chemicaliënpak
- richt het ontsmettingsveld in
- assisteert bij het ontsmetten:
spoelt chemie/gaspakdragers af,
stopt besmette kleding in
container
- ruimt ontsmettingsveld c.q. –
straat op
- voert het registratieonderdeel bij
de inzet in chemie/gaspak uit
- voert het registratieonderdeel
van de ontsmettingsprocedure
uit
- voert metingen uit.
Bronbestrijdingswerk-zaamheden
Bijeenkomst (6) Leerwerkplekopdrachten
- Bronbestrijding en ontsmetting (Oefenen met beschikbare middelen, procedures en werkwijze die in het korps worden gehanteerd.)
Toetskaart - Realistische oefening ‘inzet
OGS als chemicaliënpakdrager’
- Realistische oefening ‘inzet OGS als helper’
2 uur theorie 16 uur praktijk
3 uur zelfstudie 3 uur werkend leren Slachtofferbehandeling
Ontsmetting
Nazorg De Manschap a maakt, samen met
de chauffeur/ pompbediener/
technische dienst, het ingezette
voertuig inzetgereed:
- vervangt en vult de
bepakkingmiddelen aan
- neemt met de ploegleden deel
aan een evaluatiegesprek over
de inzet
Afbouw- en nazorgfase Bijeenkomsten Geen; inhoud komt aan de
orde in lessen overige kerntaken
Leerwerkplekopdrachten Geen
Toetskaart Geen
Traumanazorg
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 18
- neemt, na een traumatische
ervaring, met de ploegleden deel
aan een nazorggesprek. 30 uur 17 uur
Totaal blok 4 = 47 uur
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 19
2.5 Blok 5: Taakgebied Ondersteunen bij waterongevallen
Kerntaken Werkzaamheden
Thema’s Leeractiviteiten Studiebelasting
opleidings-instituut
Studiebelasting zelfstudie en werkend leren
Uitruk De Manschap a:
- selecteert de persoonlijke
beschermingsmiddelen (afhankelijk
van de situatie), trekt deze aan en
controleert deze
- handelt volgens vaste procedures
- herkent gevaarssituaties en is in
staat adequaat hiernaar te handelen
- communiceert zijn bevindingen met
de bevelvoerder en de rest van de
ploeg.
Soorten waterongevallen Bijeenkomst (1)
Leerwerkplekopdrachten
Geen Toetskaart Geen
3 uur 2 uur
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Verkenning De Manschap a:
- traceert het voertuig/slachtoffer aan
de hand van sporen en met behulp
van omstanders.
Veilig stellen sporen
Inzet De Manschap a maakt incidentlocatie gereed voor de inzet van de duikploeg: - gebruikt afzetmiddelen - plaatst ladder voor te water gaan - zorgt eventueel voor verlichting
- plaatst duikvlaggen.
De Manschap a redt slachtoffers: - helpt slachtoffers de kant op
(grijpredding) - helpt duikploegleden bij het op de
kant brengen van slachtoffers
- past de protocollen levensreddend
Assistentie duikteam
Assistentie drenkelingentransport
Drenkelingen en duikletsels
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 20
handelen toe.
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 21
Nazorg De Manschap a maakt, samen met de
chauffeur/ pompbediener/ technische
dienst, het ingezette voertuig
inzetgereed:
- vervangt en vult de
bepakkingmiddelen aan
- neemt met de ploegleden deel aan
een evaluatiegesprek over de inzet
- neemt, na een traumatische
ervaring, met de ploegleden deel
aan een nazorggesprek.
Afbouw- en nazorgfase
Traumanazorg
3 uur 2 uur
Totaal blok 5 = 5 uur
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 22
3. Studiebelasting leergang Manschap a
3.1 Vaststelling studiebelasting
De studiebelasting van de leergang Manschap a omvat de uren die een
onderwijsdeelnemer gemiddeld besteedt aan het leren op het
brandweeropleidingsinstituut (contacturen), de benodigde zelfstudie (bestuderen en
verwerken van theorie), het werkend leren en de uitvoering van proeve-onderdelen.
Vanzelfsprekend zijn vooral de uren die worden besteed aan zelfstudie en werkend
leren afhankelijk van de studievaardigheden van de onderwijsdeelnemer, de
regionale faciliteiten en de mogelijkheden voor het werkend leren.
De studiebelasting van de leergang Manschap a is gebaseerd op alle leeractiviteiten
die de ontwikkelgroep per kerntaak nodig vond, om deze kerntaak als beginnend
beroepsbeoefenaar in voldoende mate te beheersen. Bij het uitwerken van
kerntaken in leeractiviteiten heeft de ontwikkelgroep zowel onderwijskundige als
vakinhoudelijke keuzes gemaakt. Deze keuzes zijn gemaakt op basis van ervaringen
met bepaalde leeractiviteiten in de praktijk. De studiebelasting is de som van de
tijdsduur van alle leeractiviteiten en de toetsbelasting.
De tijdsduur per leeractiviteit is gebaseerd op een schatting. De ervaring op basis
waarvan de schatting plaatsvindt, is via de ontwikkelgroep Manschap a ingebracht
door docenten, instructeurs en andere vertegenwoordigers van de
opleidingsinstituten. Zo is er binnen brandweer Nederland een brede consensus over
de gemiddelde duur van een klassikale of praktijkles. Deze studiebelasting is een
adviserende indicatiestelling.
Na invulling van de diverse leeractiviteiten per kerntaak, in overleg met de
ontwikkelgroep, wordt de studiebelasting van de leergang Manschap a vastgesteld
op 375 uur, waarvan 205 uur contactonderwijs (inclusief toetskaartonderdelen). Het
contactonderwijs is opgebouwd uit 85 uur theorie-onderwijs en 120 uur
praktijkonderwijs.
Vergelijking met modulaire opleidingsstructuur
De studiebelasting van de leergang Manschap a (375 uur) is vergeleken met die van
de volgende modules uit de modulaire brandweeropleidingsstructuur (totale
studiebelasting 370 uur):
- Brandwacht Repressie, Persoonlijke bescherming en Levensreddende handelingen
(totaal 180 uur)
- Brandwacht eerste klasse Repressie (50 uur)
- Brandwacht eerste klasse Hulpverlener (60 uur)
- Hoofdbrandwacht Repressie (50 uur)
- Hoofdbrandwacht Hulpverlening (30 uur).
De studiebelasting van de leergang Manschap a komt dus vrijwel overeen met de
totale studiebelasting van de modules die als input dienden voor de nieuwe
leergang.
In de studiebelasting van de functie- en competentiegerichte leergang Manschap a
is 47 uur toetsbelasting (uitvoering van proeve-onderdelen, inclusief examentraining
en zelfstudie ter voorbereiding op de theorietoetsen) opgenomen. Deze
toetsbelasting is opgebouwd uit: 20 uur voor blok 2 (Brandbestrijding), 17 uur voor
blok 3 (Technische hulpverlening), 10 uur voor blok 4 (Optreden bij incidenten met
schadelijke stoffen) en 5 (Ondersteunen bij waterongevallen) gezamenlijk. De
benodigde tijd voor uitvoering van de toetskaartonderdelen wordt niet apart
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 23
vastgesteld, maar maakt integraal onderdeel uit van het praktijkonderwijs in de
leergang.
3.2 Studiebelasting per werkvorm per blok
Blok Opleidings-
instituut Werkplek Zelfstudie
Totaal
Blok 1 6 7 6 19
Blok 2 79 18 29 126
Blok 3 87 16 28 131
Blok 4 30 9 8 47
Blok 5 3 0 2 5
Totaal
205
50
73
328
Toetsbelasting (inclusief examentraining en zelfstudie)
47
Totaal 375
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 24
4. Werkend leren
4.1 Werkend leren in de leergang Manschap a
Werkend leren kan op verschillende manieren worden ingevuld. De meest ultieme
vorm is de 'echte' beroepspraktijk en daar waar dit mogelijk is, wordt hier binnen
het brandweeronderwijs voor gekozen.
In deze leergang is gekozen voor werkend leren door middel van leren in een
gesimuleerde omgeving en door leren in het korps.
De werkplek van manschappen bestaat uit de tankautospuit en de plaats incident.
Binnen de leergang Manschap a wordt deze werkplek gesimuleerd met behulp van
realistische praktijkoefeningen. De onderwijsdeelnemer voert deze
praktijkoefeningen uit tijdens het praktijkonderwijs, in een zo realistisch mogelijke
context (bijvoorbeeld een realistisch oefencentrum).
Leren in het korps gebeurt aan de hand van een zestiental leerwerkplekopdrachten.
De leerwerkplekopdrachten stellen de deelnemer in staat om vaardig te worden in
het gebruik en de toepassing van de middelen en procedures die in het korps
aanwezig zijn. De deelnemer wordt dus tijdens de leergang korpsspecifiek opgeleid.
Op deze manier wordt voorkomen dat een deelnemer na het doorlopen van de
leergang Manschap a alsnog een korpsspecifiek deel moet doorlopen.
4.2 Leerwerkplek
Een leerwerkplek kan gedefinieerd worden als de omgeving waarbinnen de
werkplekopdracht naar behoren kan worden uitgevoerd, begeleid en beoordeeld.
Het wat van de werkplekopdracht bepaalt waar deze het beste kan worden
uitgevoerd en wie de begeleiding ter hand neemt.
Tijdens de leergang zijn de deelnemers aangesteld in het korps, en zo veel mogelijk
praktisch inzetbaar. Ze gebruiken hun (toekomstige) werkplek om aan de hand van
leerwerkplekopdrachten theorie en praktijk met elkaar te verbinden. Hierbij past
men het geleerde in de praktijk toe, doet men praktijkervaring op, reflecteert men
op deze praktijkervaring en verdiept men de praktijkervaring met nieuwe
(theoretische) inzichten. Tijdens de uitvoering van werkplekopdrachten krijgt de
onderwijsdeelnemer begeleiding van zijn leerwerkplekbegeleider.
Trajectbegeleider
Overigens bepaalt de trajectbegeleider in overleg met de werkgevers in de regio de
uiteindelijke leerwerkplek(ken). Uitgangspunt dient daarbij wel te zijn dat de
deelnemer in staat wordt gesteld om alle werkplekopdrachten naar behoren te
kunnen uitvoeren. De trajectbegeleider is binnen het brandweeronderwijs
verantwoordelijk voor het monitoren van de kwaliteit van de leerwerkplek. Kijk voor
het profiel van de trajectbegeleider op www.bkbp.nl.
4.3 Leerwerkplekbegeleider
De leerwerkplekbegeleider begeleidt de onderwijsdeelnemer tijdens het leren op de
werkplek. Het gaat om een rol binnen een reguliere functie in een brandweerkorps.
Kijk voor het profiel waar een leerwerkplekbegeleider aan dient te voldoen op
www.bkbp.nl.
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 25
4.4 Verhouding werkend leren t.o.v. andere onderwijsvormen
In de leergang Manschap a wordt de volgende indeling aangehouden:
62,5 % onderwijstijd: Contactonderwijs (inclusief leren in gesimuleerde omgeving)
15 % onderwijstijd: Werkplekleren (leren in het korps)
22,5 % onderwijstijd: Zelfstudie
Ritmiek
De leergang Manschap a kent geen vaste ritmiek zoals één dag(deel) werkend leren
per week. Het werkend leren in de leergang Manschap a wordt bepaald door de
leeractiviteiten en leerwerkplekopdrachten per kerntaak.
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 26
5. Overige adviezen
5.1 Instroomniveau leergang Manschap a
In het kwalificatiedossier is als instroomeis het volgende opgenomen: ‘Om in te
kunnen stromen in de opleiding Manschap a dient men minimaal over een VMBO-
werk- en denkniveau te beschikken’.
5.2 Docenten en instructeurs leergang Manschap a
Onderwijsgevende functionarissen in de leergang Manschap a beschikken in
beginsel over het Rijksdiploma Instructeur en/of Docent. Deze diploma’s dekken de
pedagogisch-didactische competenties waarover een instructeur dient te
beschikken.
Daarnaast wordt in de kwalificatiedossiers aangegeven dat de benodigde
brandweervakinhoudelijke kennis per leergang zal verschillen. Het gaat hier om de
verdiepende kennis die een docent/instructeur in staat stelt om boven de stof te
kunnen staan. Docenten en instructeurs voor de leergang Manschap a moeten
beschikken over ruime repressieve ervaring (bij voorkeur minimaal 3 jaar) ten
aanzien van de functie Manschap a.
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 27
Bijlage
Niveaubeschrijvingen competenties (bron: Kwalificatiedossier,
Competentiewoordenboek):
Probleem oplossen (niveau 1):
Het signaleren van (potentiële) problemen/knelpunten en deze zelfstandig of in
samenwerking met anderen verhelpen.
Signaleert tijdig knelpunten binnen het eigen organisatieonderdeel en lost
deze binnen de gestelde kaders op.
Formuleert binnen gestelde kaders verschillende alternatieven of
oplossingen.
Dringt door tot de kern van het probleem; achterhaalt onderliggende
oorzaken om herhaling te voorkomen.
Voorziet problemen en anticipeert hierop.
Innoveren en creativiteit (niveau 1):
Creëren van nieuwe en originele ideeën, werkwijzen en toepassingen door het
combineren van formele en informele informatie, bestaande en nieuwe
oplossingen/aanpakken.
Heeft niet voor de hand liggende, frisse ideeën voor nieuwe werkwijzen of
methoden.
Genereert nieuwe ideeën in het werk; ook samen met partners/experts.
Betreedt bij tegenslagen nieuwe paden of bedenkt alternatieve oplossingen.
Speelt met nieuwe ideeën en benaderingen in op veranderingen.
Plannen, organiseren en coördineren (niveau 1):
Vanuit een vastgesteld doel bepalen welke taken/activiteiten georganiseerd en
gepland moeten worden en daar naar handelen. Bepalen van prioriteiten en
aangeven van een volgorde van werkzaamheden.
Plant eigen werkzaamheden, stemt deze planning af met partners/experts.
Werkt ordelijk en systematisch volgens vooraf opgestelde planning.
Heeft overzicht over eigen werkzaamheden; toetst eigen voortgang.
Wendt de juiste middelen aan die nodig zijn om de planning te realiseren.
Stelt doelen en prioriteiten voor zichzelf.
Leren en reflecteren (niveau 1):
Terugkijken op het eigen functioneren en het gedrag daaraan aanpassen of
ondernemen van ontwikkelacties om tot verbetering van eigen functioneren en
vaardigheden te komen. Je kwetsbaar op durven stellen en fouten durven maken.
Actief werken aan zelfontwikkeling.
Stelt zich vragend op en toont wil om te leren.
Vraagt feedback op eigen functioneren, luistert actief en vraagt door.
Zet met behulp van feedbackgever concrete feedback om in acties.
Volgt (nieuwe) ontwikkelingen in eigen vakgebied.
Accuraat (niveau 1):
Zorgvuldig en stipt handelen, gericht op het voorkomen van fouten. Nauwkeurig
uitvoeren van activiteiten.
Toetst eigen werk aan geldende procedures, regels en afspraken.
Levert correct en volledig werk af.
Werkt ook onder druk kwaliteitsgericht, nauwgezet, gedegen en let op
details.
Opleidingsplan leergang Manschap a (herziene versie)
BRANDWEERACADEMIE 28
Samenwerken (niveau 1):
Zich inzetten om met anderen resultaten te bereiken en daarmee bijdragen aan een
gezamenlijk doel. Denken en handelen vanuit gemeenschappelijke belangen.
Draagt bij aan het gemeenschappelijke doel en komt afspraken na;
informeert partners/experts over eigen activiteiten en houdt zich op de
hoogte van activiteiten van partners/experts.
Toont belangstelling voor collega’s en helpt hen op verzoek.
Vraagt collega’s naar hun mening en geeft eigen mening.
Stressbestendig (niveau 1):
Kalm, objectief en effectief blijven functioneren bij tijdsdruk, tegenslag,
teleurstelling of tegenspel. Om kunnen gaan met weerstanden.
Geeft bij (tijds)druk voorrang aan bepaalde zaken in het eigen werk en blijft
doeltreffend handelen.
Bewaakt eigen grenzen van kennen en kunnen.
Accepteert tegenwerpingen als onvermijdelijk, ziet het betrekkelijke hiervan
in.
Laat zich niet meeslepen in emotionele meningsverschillen.