Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief...

45
Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief uitwerking proeftuin internationalisering Iduna van de Ven Jenneke Harings Luana Berghmans Max van Alphen Met dank aan Teun van Irsel, de Taskforce BrabantStad en alle leden van de werkgroepen 13 juni 2019

Transcript of Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief...

Page 1: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

Iduna van de Ven Jenneke Harings Luana Berghmans Max van Alphen Met dank aan Teun van Irsel, de Taskforce BrabantStad en alle leden van de werkgroepen 13 juni 2019

Page 2: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

2

Inhoudsopgave Inleiding | leeswijzer 3 Plannen van aanpak

Cultuureducatie & cultuurparticipatie 5 Talentontwikkeling 12 Publiekswerking 19 Internationalisering 24

Communicatie 30 Begroting 31 Bijlage

- Aanvraag proeftuin Internationalisering 35

Page 3: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

3

Inleiding | leeswijzer Voor u ligt het plan van aanpak waar per programmalijn de aanpak is beschreven om het beleid en de doelen zoals ze in het culturele regioprofiel ‘Brabant Maakt Het’ te lezen zijn verder regionaal af te stemmen en te operationaliseren. De plannen tonen de door de projectgroepen geformuleerde lijnen waarop we samen met het veld en overheden pilots willen uitvoeren en verder willen doordenken, onderzoeken en ontwikkelen. U leest achtereenvolgens de plannen voor ‘Culuureducatie en cultuurparticipatie’, ‘Talentontwikkeling’, ‘Publiekswerking’ en ‘Internationalisering’. Dit plan van aanpak moet leiden tot betere samenwerking van de regio met de Rijksoverheid en binnen de Regio met de overheden onderling. Wij denken dat hiervoor in dit plan een stevige basis wordt gelegd. In deze inleiding een aantal op- en aanmerkingen bij onze plannen van aanpak en de bijbehorende begrotingen, die je kunt opvatten als een leeswijzer.

- Voor een zogenaamde proeftuin heeft OCW €400.000 beschikbaar gesteld die in de regio gematcht moet worden. BrabantStad diende de proeftuinaanvraag in voor de programmalijn ‘Internationalisering’. In de begroting is zichtbaar gemaakt welke bedragen rechtstreeks in de B5 en de provincie terechtkomt. Daar kan een andere dan evenredige verdeling op geplakt worden.

- De proeftuin Internationalisering biedt kansen voor alle programma’s. Wij denken dat we in deze plannen van aanpak de verbanden, verbindingen en verwijzingen binnen deze programma’s goed hebben kunnen aangeven. Het is van belang dat deze samenhang blijvend in beeld is.

- In het regioprofiel staan ook twee instrumentele lijnen beschreven: Waarde van Cultuur (onderzoek) een Harmonisatie subsidieregelingen. De instrumentele lijnen zijn ook in gang gezet.

- Wij geloven dat als we zeggen dat dingen beter, groter, meer of hoger moeten, dat we dan ook moeten kunnen zeggen hoeveel beter, groter, meer of hoger. Met andere woorden, we moeten nog een slag slaan om onze doelen ook meetbaar en realistisch te maken, SMART, zogezegd. Alleen dan is ook monitoring mogelijk.

- Wij zijn ons ervan bewust dat het uitwerken van een plan van aanpak ook vraagt om personele capaciteit. Wij stellen per programma een groot aantal Kunstloc-uren voor, en hopen de werkgroepen in al dan niet aangepaste vorm in stand te kunnen houden om draagvlak te creëren en de werkgroep als sparringpartner te gebruiken.

Met veel plezier hebben de projectleiders van Kunstloc Brabant samen met de leden van hun werkgroepen aan de plannen van aanpak voor de operationalisering van het Regioprofiel van Brabant gewerkt. Wij geloven echt dat samenwerken in deze bijzondere regio ten goede komt aan de sector. En daar doen we het allemaal voor. Wij hopen dat we dit project met elkaar constructief kunnen voortzetten. Namens alle werkgroepen, Iduna van de Ven | Jenneke Harings | Luana Berghmans | Max van Alphen

Page 4: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

4

Cultuureducatie Projectleider Kunstloc: Luana Berghmans Projectteam: Inge Verdonschot (provincie NB), Yvonne Feenstra (Gemeente Helmond) Intro Het leren omgaan met cultuur en de ontwikkeling van talenten begint bij de bezielde kennismaking met de kracht van cultuur. De afgelopen jaren is stevig ingezet op de verankering van cultuureducatie met behulp van de programma’s Culturele Ladenkast en De Cultuur Loper. Ook is er samenwerking gezocht met de PABO’s en kunstvakopleidingen. Onze aanpak wordt gewaardeerd; landelijk zijn we voorloper. Doelstelling van deze programmalijn is dat iedereen in Brabant een leven lang toegang heeft tot cultuur, om zich er aan te verbinden, er van te leren en er aan deel te nemen. De komende periode willen we werken aan een gezamenlijke basis zowel binnen het onderwijs als in de vrije tijd. Een gezamelijke basis betekent dat het veel gemakkelijker wordt om verbindingen te leggen tussen educatie en participatie, tussen stad en regio, tussen programma’s en tussen alle betrokken organisaties. We geloven dat een gezamenlijke basis de kwaliteit van cultuur-educatie en participatie verhoogt en gezamenlijke aanvragen in het kader van CmK en andere regelingen en fondsen zal vergemakkelijken. Uitgansgpunt binnen deze programmalijn is dat we vanuit een mensgerichte benadering willen werken, we focussen ons hierbij op de ontwikkeling van creativiteit bij de Brabander. Het is niet zo dat we nu pas gaan starten met samenwerking. We willen ook verder bouwen aan dat wat er al is. In Goirle zijn we bezig om De Cultuur Loper (DCL) en De Culturele Ladenkast (CLK) te integreren in een programma voor het onderwijs. Ook wordt er momenteel gewerkt aan een leerlijn kunst en techniek op basis van uitgangspunten vanuit zowel CLK als DCL. En uiteraard is daar de de samenwerking met Brabantmenu, professionele aanbieders voor onderwijs. Ook in breder verband zijn er ontwikkelingen: de wet op behoud van creativiteit verenigt 50 wet-houders vanuit overheden, onderwijs, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven. In het Brabants platform kenniscentra CE stemmen de organisaties voor cultuuureducatie – te weten De Cultuurwinkel, CIST, Babel, Cultuurcontact, Cultuurstation en Kunstloc – hun werkzaamheden samen af. Daarnaast hebben we de ambitie om te werken aan de verbreding van het aanbod aan disciplines. We willen hierin ruimte houden voor experiment en disciplines die op dit moment nog niet op onze radar zijn. Inclusief werken betekent ondersteuning bieden aan culturele initiatieven die onstaan vanuit alle Brabanders. Concreet stellen we ons de volgende doelen:

• organiseren dat alle kinderen in Brabant via school in aanraking komen met cultuur. We willen de verschillen in mogelijkheden voor dorpen zonder en steden met voorzieningen verkleinen.

• het verder uitbouwen van de Wet op Behoud van Creativiteit tot een Brabants Pact met een groot aantal nieuwe partners.

• het ontwikkelen van nieuwe (samenwerkings)vormen voor talentontwikkeling met behulp van kunstenaars, daarbij gebruik makend van de kracht van de kunstenaar als inspirator.

• het verbreden van het huidige aanbod in samenwerking met de organisaties voor CE, het onderwijs en de culturele organisaties.

• het betrekken van partijen uit cultuurparticipatie (zowel traditioneel als innovatief) om toegankelijkheid voor alle Brabanders te garanderen.

Page 5: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

5

Analyse: Hoe staat Brabant er voor ? Cultuureducatie Op gebied van cultuureducatie heeft de landelijke CmK-regeling in Brabant via programma’s als De Cultuur Loper en de Culturele Ladenkast kwaliteitsverbetering van cultuureducatie in het onderwijs in gang gezet. Ongeveer de helft van de Brabantse scholen doet mee en geeft daarmee actief vorm aan de verbetering van hun cultuuronderwijs. Het onderwijs legt van daaruit steeds vaker de verbinding met de culturele omgeving van de school en buitenschoolse cultuureducatie. Op gebied van cultuureducatie ligt er dus al een stevige basis, maar we zien nog kansen tot verdere verankering en verbreding. Ook landelijke onderwijsontwikkelingen zoals curriculum.nu hebben cultuur specifieker onder de aandacht. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat het bij de scholen ontbreekt aan tijd en expertise om cultuur werkelijk te verankeren in hun onderwijs; de verandering in de aanbodstructuur, gebrek aan kennis, de hoge werkdruk en het lerarentekort heeft geleid tot een dalende lijn in de kwantiteit van het cultuurbezoek van de scholen in Brabant1. Het is dus zaak wat is bereikt gezamenlijk (cultuursector, overheden en onderwijs) te onderhouden en alert te blijven op nieuwe kansen om cultuur verder te verankeren in het onderwijs. Cultuurparticipatie De Brabander is een actieve deelnemer op gebied van cultuurparticipatie. 93% van de Brabanders bezoekt culturele activiteiten en 6 op de 10 beoefent kunstzinnige of culturele activiteiten2 Een groot deel van deze beoefening valt echter buiten het zicht en aanbod van de bestaande infrastructuur – denk aan het beoefenen van popmuziek en urban arts. We bereiken binnen de huidige infrastructuur echter nog niet alle Brabanders. Uit het Technisch Rapport Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd3, bleek dat personen met een niet-westerse migratieachtergrond in verhouding vaker een kunstzinnige of creatieve activiteit beoefenen dan personen met een westerse migratieachtergrond of een Nederlandse achtergrond. Dit betekent wellicht dat er reeds bestaande initiatieven nog niet op onze radar zitten en we daarmee de doelgroepen nog kunnen verbreden door bewuste samenwerking op te zoeken. De huidige infrastructuur op het gebied van buitenschoolse cultuureducatie is sinds 2012 ingrijpend veranderd. Veel grote centra voor de kunsten hebben plaatsgemaakt voor zzp-ers en docentencollectieven. Voor de toekomst betekent dit dat om als (kunst)vakdocent of cultuuraanbieder bij de ontwikkeling van de identiteit en creativiteit van de mens aan te kunnen sluiten, is het noodzakelijk het werkveld te vernieuwen en daarbij te kijken naar

- de arbeidsvoorwaarden van de cultuuraanbieder/ kunstvakdocent. - de verwachte didactische en pedagogische vaardigheden. - de verbreding in disciplines.

In het verbinden van kunst en samenleving loopt Brabant voorop. Binnen Brabantse programma’s wordt de authentieke rol van de kunstenaar ingezet als meerwaarde voor de samenleving, veelal in verbinding met andere domeinen zoals zorg en ruimte. Binnen participatie moet de Brabander zelf aan kunst en cultuur kunnen deelnemen, maar ook door culturele interventies het positieve effect van de kunsten op maatschappelijke processen kunnen ervaren.

We ondersteunen vanuit het programma Cultuureducatie en – particpatie dan ook het advies van de Raad van Cultuur en de uitgangspunten nieuwe cultuurstelsel van OCW om de regeling

1 Monitor Kunsteducatie (2018) Kunstbalie 2 Waarde van Cultuur (2018) 3 LKCA 2017

Page 6: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

6

Cultuureducatie Met Kwaliteit door te zetten en een gelijkwaardige matchingsregeling op te bouwen voor cultuurparticipatie. Welke kansen zien we voor regionale samenwerking voor de programmalijn cultuureducatie en -participatie?

• Een gezamenlijke basis voor beleid en inhoudelijke programma’s versterkt de samenhang binnen de infrastructuur (stad versus regio) en leidt tot een logischer geheel voor deelnemers en organisaties.

• Samenwerking biedt kansen om de 2 CmK programma’s (CLK en DCL) met elkaar te verbinden en inhoudelijk te verbeteren (best of both worlds).

• Een gezamenlijke aanpak, waarbij afstemming tussen de beide CmK-programma’s en een betere afstemming tussen educatie en participatie kan leiden tot meer succesvolle aanvragen bij landelijke fondsen.

• Het verbreden van het aanbod (nieuwe disciplines) leidt tot een betere aansluiting bij de leefwereld van de Brabander en wellicht tot een grotere deelname.

• Cultuurparticipatie in de vrije tijd krijgt de innovatieve impuls die het verdient; wellicht leidt dat tot deelname van meer Brabanders.

Bovenstaande kansen vormen de concrete doelstellingen en het plan van aanpak naar operationalisering van het beleid richting 2020/2021. Na de begripsbepaling werken we de aanpak verder uit. Begripsbepaling Bij aanvang van het schrijven aan dit plan, bleek al gauw dat de begrippen cultuureducatie en cultuurparticipatie onderscheidend, breed én overlappend zijn. In onze verdere uitwerking worden de begrippen benaderd vanuit de rol van de mens, en dus niet vanuit de infrastructuur (zoals buitenschools/ binnenschools of vrije tijd). Dat leidt tot de volgende definities:

Ø Cultuureducatie is de verbinding tussen cultuur en de lerende mens. - Daar waar men bewust leert van, met en door cultuur. - We begrenzen het begrip dus niet door de plaats en tijd waar het leren plaatsvindt

(zoals binnen/buitenschools), en bieden zo ook ruimte aan educatieve contextprogramma’s van culturele instellingen zoals musea, theaters.

Ø Cultuurparticipatie is bewuste cultuurdeelname vanuit intrinsieke of sociale motivatie. - Cultuurparticipatie vanuit intrinsieke motivatie om tot betekenisgeving en levensgeluk

te komen door de eigen creativiteit en identiteit te ontwikkelen d.m.v. cultuurdeelname.

- Cultuurparticipatie vanuit de sociale meerwaarde zich te verenigen en zich verbonden te voelen met anderen door cultuurdeelname of de inzet van cultuurdeelname als positief effect op de sociale omgeving.

Cultuurparticipatie kan actief (het beoefenen), receptief (het beleven) of als co-designer van de culturele omgeving ( deelnemer bepaalt de vorm van de cultuurdeelname zelf mee), maar ook kan de maker/kunstenaar een rol spelen als co-designer van de sociale omgeving. Cultuureducatie en -participatie versus publiekswerking We kijken binnen ons programma cultuureducatie en -participatie dus naar de begrippen vanuit de menselijke processen: ‘Hoe verbindt de mens zich in leren over en deelnemen aan cultuur?’ Het onderscheid hierin met publiekswerking is de richting van de verbinding – binnen publiekswerking gaat het om ‘Hoe verbind ik me als culturele instelling of kunstenaar/maker met mijn publiek en omgeving?’

Page 7: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

7

Plan van aanpak Aan de hand van de doelstellingen in het regioprofiel heeft de werkgroep de drie volgende accenten voor de komende periode gelegd. 1. Een nieuwe gezamenlijke basis voor beleid ten aanzien van cultuureducatie en

participatie: creative confidence. Doel: We zetten in op de ontwikkeling van het Creative confidence en dragen dit begrip uit als kenmerk voor het brede Brabantse creatieve klimaat, opdat alle Brabanders vanuit hun creative confidence hun verbinding vinden met cultuur – in leren en deelnemen. We zijn ervan overtuigd dat een gedeelde basisgedachte samenwerking vergemakkelijkt. We zien het begrip ‘creative confidence’ als het verbindend element. De basis van het Brabants cultuurbeleid op het gebied van CE en CP zou de ontwikkeling van creative confidence bij iedere Brabander moeten zijn.

Argumentatie creative confidence Om binnen cultuureducatie en -participatie te kunnen reflecteren op cultuur en op jezelf, je artistiek te (durven) uiten, verdere creatieve vermogens te ontdekken, ontwikkelen en deel te nemen is het belangrijk je ‘creative confidence’ te kennen en ontwikkelen. Je creative confidence is zowel een voorwaarde voor, als gevolg van cultuureducatie en -participatie.

Invulling Wet op Behoud van Creativiteit Met de ontwikkeling van het creative confidence van de Brabander leggen we de basis voor een regiobreed creatief toekomstgericht klimaat. Binnen de Wet op Behoud van Creativiteit; een Pact van Brabant waarin we verschillende partijen uit overheid, onderwijs en bedrijfsleven verenigen en gezamenlijk streven naar een creatieve Brabantse samenleving, betekent dit een verdiepende invulling van de rol van cultuur als ‘toeleverancier’ voor creativiteit: kunst en cultuur ontwikkelen het creative confidence en verlagen daarmee de drempels om tot creativiteit en innovatie te komen.

Consequenties voor de culturele infrastructuur Vanuit deze grondhouding willen we de vertaling maken naar de praktijk: als creative confidence voor alle Brabanders het uitgangspunt is, wat betekent dat dan voor onze infrastructuur? De grote veranderingen in de cultuursector die het gevolg zijn van een veranderende maatschappij en de zich verder terugtrekkende overheid hebben reeds voor een nieuwe structuur gezorgd. Hoe kunnen we die optimaliseren aan de hand van het begrip ‘creative confidence’? Waar zijn verschuivingen en waar dienen zich ontwikkelingen aan? Hierbij willen we de verschillen tussen dorpen zonder voorzieningen en steden met voorzieningen verkleinen. Talentontwikkeling Op het gebied van de infrastructuur zien we met name in de buitenschoolse educatie kansen om aan de hand van ‘creative confidence’ een nieuwe impuls te geven aan de inhoudelijke ontwikkeling van het kunstonderwijs in de vrije tijd. We kijken naar de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van het creative confidence van de Brabander; wat betekent dit bijvoorbeeld voor de rol en houding van de leraar en kunstvakdocent, en de authenticiteit van de kunstenaar/maker? Zouden we een impuls kunnen geven aan het ontwikkelen van nieuwe didactische werkvormen die zowel toepasbaar zijn in instellingen als bij docenten die werken als zzp’er?

Met welke mogelijke veranderingen houden we rekening binnen deze doelstelling? • Beleidsmatig denken vanuit de betekenis voor de mens en niet de systemen. • Minder vakmatige rol voor kunstvakdocenten en cultuurinstellingen binnen cultuureducatie

en -participatie, maar ruimte voor de creatieve ontwikkeling van de leerling/deelnemer.

Page 8: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

8

• Inclusiever bereik door niet te focussen op aanbod, maar op het weghalen van drempels. Wat gaan we in aanloop naar 2021-2024 ondernemen binnen het kader van deze doelstelling? De ontwikkelgroep ‘creative confidence’ zal de mogelijkheden van het begrip verder verkennen. De ontwikkelgroep gaat aan de slag met het geven van verdere lading aan dit begrip, zowel voor beleid als voor het werkveld, en onderzoekt de rollen van de maker, kunstenaar en kunstvakdocent in relatie tot dit begrip, en de betekenis voor de infrastructuur tussen stad en dorp. Welke partijen willen we daarbij betrekken? • Focusgroep CC in beleid: projectgroep als vaste kern, met aansluiting van

beleidsmedewerkers uit gemeentes en mensen uit het veld op uitnodiging. • Focusgroep CC uit het veld: vertegenwoordigers uit het veld. Denk aan mensen uit

expertise en uitvoeringsinstellingen (Kunstloc, Erfgoed Brabant, B5 culturele instellingen, Brabantse kunstenaars/makers, onderwijs, …).

2. Organiseren dat alle kinderen in Brabant via school in aanraking komen met cultuur.

We willen de verschillen in mogelijkheden voor dorpen zonder en steden met voorzieningen verkleinen. Doel: Brabantstad bundelt krachten onder landelijke programma’s op gebied van cultuureducatie en cultuurparticipatie. • Voor landelijke matchingsregelingen zoals CmK of het programma cultuurparticipatie wordt

vanuit Brabantstad een gezamenlijke aanvraag gedaan, waarin we de versterking binnen bestaande programma’s zoals De Cultuur Loper en Culturele Ladenkast opzoeken.

• Binnen CmK biedt Brabantstad vanuit één samenhangend programma de mogelijkheid om tot verdere verankering en een kwaliteitsslag binnen cultuureducatie te komen. De samenwerking in de aanvraag is vooral inhoudelijk; aan de huidige financiële kaders wordt niets veranderd; er liggen immers vaste verdeelsleutels onder de regeling.

• We laten de regionale kunstenaars en cultuurinstellingen die voorzien in het tonen en ontwikkelen van professioneel aanbod (voor kinderen en jongeren) hun rol als inspirator spelen binnen de programma’s.

Wat gaan we hiertoe ondernemen? • We houden zicht op landelijke ontwikkelingen binnen de bestaande netwerken. • We schrijven gezamenlijk de nieuwe aanvraag CmK in 2020, en naar verwachting de

gelijkaardige aanvraag voor de regeling cultuurparticipatie. • We doen een inhoudelijke verkenning voor verbindingen binnen bestaande programma’s,

waarin de gezamenlijk te vormen visie voorafgaat aan de concrete vorm.

We stellen geen specifieke ontwikkelgroep samen, maar maken gebruik van de bestaande platformen en bijeenkomsten voor het ontwikkelen van een gezamenlijke visie vanuit Brabantstad op de landelijke lijnen en programma’s. Er lopen al gesprekken met DOKc en de Brabantse organisaties voor CE (De Cultuurwinkel, CIST, Babel, Cultuurcontact, Cultuurstation en Kunstloc).

Welke partijen willen we daarbij betrekken? Penvoerders landelijke regelingen (De Cultuurwinkel, CIST, Babel, Cultuurcontact, Cultuurstation en Kunstloc), DOKc, partners Brabntmenu, intermediairs/ marktplaatshouders/ onderwijs/ vertegenwoordigers uit gemeentes/ ambtenaren Brabantstad.

3. Het verbreden van het huidige aanbod in samenwerking met intermediaire organisaties, het onderwijs en culturele organisaties.

Page 9: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

9

Doel: De Brabander ziet zijn culturele leefwereld weerspiegeld in de brede mogelijkheden binnen cultuureducatie en -participatie. • De disciplines en stromingen die we stimuleren en aanbieden binnen cultuureducatie en -

participatie zijn verbreed. • We bieden ruimte aan experiment en nieuwe initiatieven. We gaan pro-actief op zoek naar

trends en ontwikkelingen, en cross-overs met andere domeinen. • We zetten in op de verbreding van de kunstvakdocenten en voorzien in de mogelijkheid

van initiators om zich te professionaliseren. • De kunstenaar krijgt vanuit zijn authenticiteit als maker een rol als inspirator binnen

nieuwe (samenwerkings-) vormen. • Steden spelen een centrale rol naar omliggende gemeentes.

Met welke mogelijke veranderingen houden we rekening binnen deze doelstelling? • Veranderende rol van culturele instellingen: meer aanjagend, ondersteunend, faciliterend en

dialooggericht dan aanbodgericht. • Meer actie vanuit cultuurinstellingen en cultuuraanbieders naar de maatschappij toe: op zoek

naar de knooppunten waar nieuwe initiatieven ontstaan, en stimuleren tot verbindingen met maatschappelijke opgaven, zoals zorgcentra etc.

• De mogelijkheid tot professionalisering van initiators van nieuwe initiatieven die tot nu onderbelicht bleven.

Middels onder andere bovenstaande maatregelen werken we aan meer diversiteit en inclusiviteit in de sector. Daarbij richten we niet op het maken van nieuw aanbod maar op het wegnemen van drempels die deelname belemmeren. Wat gaan we in de aanloop naar ’21 ondernemen binnen het kader van deze doelstelling? De ontwikkelgroep verbreding onderzoekt de verdere mogelijkheden en gevolgen van de doelstellingen t.a.v. verbreding en formuleert pilotprogramma’s waar we vanaf ’21 mee aan de slag gaan. Binnen de pilots initieert elke stad uit de regio een focus (op discipline, stroming, rol kunstenaar,…) en gaat hiermee aan de slag vanuit hun intitiërende rol naar de gemeentes uit de omgeving toe.

Welke partijen willen we daarbij betrekken? Bestaande verenigde platforms zoals DOKC en het Brabants Platform Cultuureducatie, kunstenaars en Brabantse kunstinstellingen, culturele visionairs en initiatiefnemers, ook uit andere domeinen. Praktische terugkoppeling en (toelichting bij de) begroting Ontwikkelgroepen We hebben in de aanloop naar ’21 nog (denk)werk te verrichten en daarnaast moeten we draagvlak creëren bij de betrokken partijen. De deelnemers van de ontwikkelgroepen hopen we aan te kunnen stellen vanuit belanghebbende organisaties, maar we vragen voor de mogelijkheid van inzet van deelcoordinatoren een aantal uren aan in de begroting. Hoe wordt het veld betrokken? • Via deelname binnen de ontwikkelgroepen • Betrekken bestaande platformen op thema’s. • Aansluiten bij bestaande netwerkbijeenkomsten/ inspiratiedagen. • Via een online platform voor up-to-date communicatie met het veld en de (kleinere)

gemeentes.

Page 10: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

10

Hoe is de terugkoppeling met de Taskforce georganiseerd? De projectgroep Cultuureducatie en Cultuurparticipatie heeft als enige projectgroep geen directe vertegenwoordiging uit de Taskforce. Wij zullen als projectgroepleden zelf verantwoordelijkheid nemen te communiceren naar onze eigen Taskforce contacten en de algemeen coördinator verzoeken oog te houden op terugkoppeling met de Taskforce vanuit ons programma. Relatie met andere programma- en instrumentele lijnen uit het regioprofiel De programmalijn Cultuureducatie en -participatie heeft nauwe aansluiting met de programmalijnen talentontwikkeling en publiekswerking. De scheidslijn met publiekswerking is dat we ons binnen de programmalijn CE/CP richten op de benadering vanuit de (lerende en deelnemende) mens, en niet het bereik en de werking van de culturele instelling. Met Talentontwikkeling moeten we op zoek naar de mogelijke doorstroom zodat getalenteerde cultuurparticipanten gemakkelijk toegang vinden tot de doorontwikkeling van hun talenten. Aandachtspunten en slot We zijn ons ervan bewust dat er nog een aantal zaken niet in het plan zijn opgenomen, maar wel verdere aandacht vragen. We hebben dit bewust zo gedaan omdat we geloven dat de huidige actie binnen het plan ruimte bieden om onderstaande aandachtspunten verder in op te nemen. • Link internationalisering: ook binnen Cultuureducatie en -Participatie zijn er linken te leggen

naar het internationale: denk aan jongerenuitwisselingsprojecten onder Europese programma’s, het internationaal netwerk cultuureducatie (INSEA) etc. Welke rol wensen we als Brabant te spelen binnen Cultuureducatie en -Participatie op internationaal vlak?

• Enkele termen zoals community art of amateurkunst vallen niet in dit plan, terwijl we die juist heel eigen achten binnen het Brabantse culturele veld. We hebben hier aandacht voor en zien juist voor hen een belangrijke rol onder creative confidence en verbreding. Binnen kleine gemeentes is de ondersteuning vaak specifiek op deze onderdelen gericht. We geven dit specifiek aandachtspunt mee aan de ontwikkelgroepen.

• We werken als eerste stap de concrete opdrachten voor de ontwikkelgroepen verder uit. De ontwikkelgroep ‘verbreding’ sluit inhoudelijk nauw aan bij het programma Talentontwikkeling. We zullen hier kijken naar samenwerking voor de twee programma’s binnen deze ontwikkelgroep.

Page 11: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

11

Talentontwikkeling Projectleider Kunstloc: Iduna van de Ven Projectteam: Petra van der Elst/Marleen Huijbregts (gemeente Breda), Guido Vermunt (gemeente ’s-Hertogenbosch), Sanne Polman (gemeente Helmond) Inleiding De maker staat centraal in het regioprofiel, specifieke aandacht voor talentontwikkeling is dan ook evident. Door makers de mogelijkheid te bieden zich op artistiek en zakelijk vlak door te ontwikkelen wordt de innovatiekracht van de regio versterkt. En door interdisciplinaire verbindingen en ander experiment te faciliteren krijgen makers de mogelijkheid voor artistiek inhoudelijke R&D. Zo werken we samen aan het uitbouwen en verduurzamen van de culturele slagkracht in Brabant. Daarbij worden in het regioprofiel een aantal aandachtspunten geformuleerd:

• Ruimte voor makers in iedere fase van de carrière. • Versterken van het cultureel netwerk van podia, festivals, productieplekken, broedplaatsen,

werkplaatsen en AIR’s. • Aandacht voor makers die buiten kunstopleidingen om toetreden tot het veld, met name

binnen de urban scene, de popmuziek en de digitale kunst. • Ontwikkelingsmogelijkheden voor zakelijk talent. • Internationale uitwisseling bevorderen.

Daarmee wil men de volgende doelen bereiken:

• Talent vasthouden/laten terugkeren in de regio • Instroom van jong talent vergroten • Talentontwikkeling dicht op de markt/het publiek • Verdere versterking van het culturele ecosysteem en de doorgroeimogelijkheden voor

talenten. Leeswijzer: Het TalentHub Brabant programma wordt gezien als de basis van de programmalijn talentontwikkeling in het regioprofiel. We zien op de korte termijn kansen aan de voorkant en de achterkant van het programma, daarbij richten wij ons op de volgende doelen:

1. Onderlinge kennisdeling en samenwerking 2. Nieuwe regeling TalentHub Brabant 2021-2024 3. Versterken van de instroom: vestigingsklimaat en werk- en broedplaatsen 4. Verbreden van de instroom: urban en zakelijke talenten 5. Versterken en verduurzaming van de uitstroom: internationalisering

Analyse van de totstandkoming en de werkwijze van TalentHub Brabant In 2013 viel de rijksbijdrage voor de productiehuizen weg. Op zoek naar een eigentijds alternatief om goede voorwaarden voor talenten te creëren om van hun opleiding hun professie te maken binnen het Brabantse cultuursysteem is in een samenwerking tussen de culturele sector, Kunstloc Brabant en de provincie, de werkwijze TalentHub Brabant ontwikkeld. In het Uitvoeringsprogramma Cultuur heeft de provincie aangegeven haar inzet voor talentontwikkeling in de periode 2017-2020 op programmatisch niveau te willen beleggen, waarbij het programma werkt volgens de uitgangspunten en werkwijze van de TalentHub Brabant. TalentHub Brabant 2017-2020 is een ontwikkelprogramma dat, in samenwerking met de provincie en het veld, door Kunstloc Brabant is ontwikkeld en wordt gecoördineerd. Het doel van het programma is het ontwikkelen van talenten volgens de werkwijze van de TalentHub Brabant.

Page 12: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

12

Een belangrijk uitgangspunt van de werkwijze is dat het talent centraal staat. Dat betekent talentontwikkeling op maat vanuit een individuele ontwikkelbehoefte. De werkwijze gaat uit van talentontwikkeling binnen een relevant netwerk van organisaties en instellingen. Dit netwerk bestaat uit partijen uit het kunstenveld zoals bijvoorbeeld festivals, podia, gezelschappen, producenten, presentatie-instellingen maar ook de opleidingen en het bedrijfsleven. Talentontwikkeling vindt op deze wijze dicht op de markt plaats. Ten behoeve van talentontwikkeling gaat het netwerk een samenwerkingsverband aan, zo’n samenwerkingsverband wordt ook wel een talenthub genoemd. De talenthub is (mede) verantwoordelijk voor de uitvoering van het individuele ontwikkelplan. Hierbij worden ook coaches, experts en organisaties van buiten het samenwerkingsverband ingeschakeld al naar gelang de ontwikkelbehoefte van het talent. De talenthub voelt zich verantwoordelijk voor de talenten, stelt kennis, faciliteiten, netwerk en productiemiddelen beschikbaar zodat het talent optimaal ondersteund en begeleid kan worden en zich op zakelijk, artistiek en maatschappelijk gebied kan ontwikkelen. Om uiteindelijk zelf onderdeel te worden van dit relevante netwerk waarin productie en presentatie zijn vertegenwoordigd, en zo een plek op de arbeidsmarkt te vinden. De talenthubs geven talenten een bredere ondersteuningsbasis, waarin ze bij verschillende partners kunnen aankloppen voor de juiste expertise; ze koppelen ontwikkeling aan productie en presentatie, zodat er een betere balans ontstaat in aanbod en afname; en ze creëren meer samenhang tussen partijen binnen het Brabantse cultuursysteem. Het huidige programma TalentHub Brabant 2017-2020 TalentHub Brabant 2017 – 2020 is een multi- en interdisciplinair programma met talentontwikkelingsprogramma’s binnen de beeldende kunst, theater/dans/circus, muziek, letteren, design en film/av. Tot nu toe bestaat het programma uit zes hubs en ruim zestig talenten gedragen door meer dan veertig partners uit de kunst en cultuursector. Een talentontwikkelingstraject dat binnen de hubs georganiseerd wordt duurt minimaal een jaar. In het programma is aandacht is voor de differentiatie tussen de kunstdisciplines. Dit wat betreft de breedte van de disciplines waardoor het vormen van één talenthub ontoereikend is (bijvoorbeeld de discipline beeldende kunst), en het feit dat binnen bepaalde disciplines nog geen sprake is van sterke samenwerkingsverbanden (bijvoorbeeld de discipline letteren). Binnen het programma is het mogelijk middels de Provinciale subsidieregeling ‘paragraaf 9 van de hedendaagse Cultuur’ subsidie aan te vragen ten behoeve van talentontwikkelingsprogramma’s die werken volgende de werkwijze van TalentHub Brabant. Wat kan regionale samenwerking voor de programmalijn talentontwikkeling binnen het regioprofiel Brabantstad betekenen? Doorontwikkeling en verduurzaming Ten behoeve van de doorontwikkeling en verduurzaming van het TalentHub Brabant programma speelt het regioprofiel en de regionale samenwerking een belangrijke rol. Het programma talentontwikkeling in het regioprofiel heeft een strategisch en beleidsmatig doel, namelijk TalentHub Brabant 2021-2024 op de (inter)nationale kaart zetten en aansluiting krijgen bij Rijksmiddelen. Dit door een integraal breed gedragen talentontwikkelingsbeleid, een duidelijke rolverdeling tussen de overheden, verduurzaming en verbreding van het programma en meer zichtbaarheid. Voorwaarde voor het goed functioneren van de TalentHub Brabant is een gezond cultureel ecosysteem in Brabant. Instellingen en organisaties moeten ruimte hebben hun rol op het gebied van talentontwikkeling te kunnen spelen, zowel binnen het primaire netwerk dat het talent erkent en draagt als het netwerk op maat dat rond het ontwikkelplan van het talent ontstaat. Het is van belang daar aandacht voor te hebben bij de afweging van de honorering in de meerjarige regelingen zowel op provinciaal als op gemeentelijk niveau. Hoe is de rolverdeling, waar ligt de

Page 13: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

13

verantwoordelijkheden en hoe wordt er aansluiting gevonden bij beleid op rijksniveau en de landelijke fondsen. Doel van het plan van aanpak programma talentontwikkeling regioprofiel Brabantstad Doel: We zetten in op de doorontwikkeling en verduurzaming van het Brabantse multidisciplinair TalentHub Brabant programma. Zodat we Brabant in 2021- 2024 op de (inter)nationale kaart zetten als talentontwikkelingsregio en aansluiting krijgen bij de rijksmiddelen. Dat doen we door:

1. Onderlinge kennisdeling en samenwerking 2. Regeling TalentHub Brabant 2021-2024 3. Verstreken, verbreden en verduurzamen van de in- en uitstroom

Aanpak TalentHub Brabant programma 2021-2024 De basis van het programma talentontwikkeling binnen het regioprofiel is het provinciale multidisciplinair talentontwikkelingsprogramma TalentHub Brabant. Onderdeel van het plan van aanpak zijn de acties, activiteiten die nodig zijn om tot een nieuw geëvolueerd vierjarig programma te komen. Dus het programma wat tot op heden is ontwikkeld willen we door ontwikkelen en verduurzamen. Daarvoor is nodig: onderlinge kennisdeling en samenwerking en voortzetting van de regeling TalentHub Brabant in de nieuwe kunstenplan periode. 1. Onderlinge kennisdeling en samenwerking Tot nu zijn de verschillende trajecten geïsoleerd van elkaar ontwikkeld en hebben zich in eerste instantie vooral gericht op de samenwerking binnen de verschillende disciplines. De innovatie binnen de culturele sector speelt zich echter vaak af op de grens tussen de verschillende disciplines. Onderlinge kennisuitwisseling leidt tot nieuwe inzichten en een doorontwikkeling en verduurzaming van de verschillende trajecten en de werkwijze in het algemeen. Wat hebben de verschillende talenthubs gemeenschappelijk, wat kunnen ze gezamenlijk exploreren? Wat kan er op een overkoepelend niveau verder ontwikkeld worden, hoe kan er interdisciplinair samengewerkt worden. Wat gaan we concreet doen:

Ø Onderlinge kennisdeling en -uitwisseling over de binnen het programma gehanteerde werkwijze.

Ø Onderlinge kennisdeling en -uitwisseling over de organisatie en inhoud van de verschillende hubs.

Ø Ontwikkelen van overkoepelende activiteiten en programma’s. Ø Samenwerking onderling als het gaat om het ontwikkelen van talenten die interdisciplinair

werken. Bovenstaande gebeurt binnen het lopende TalentHub Brabant programma, gebruikmakend van bestaande overlegstructuren zoals het overleg tussen de coördinatoren van de hubs (het interdisciplinair overleg) en activiteiten/bijeenkomsten die door dit overleg geïnitieerd en georganiseerd worden. Het interdisciplinair overleg vindt minimaal viermaal per jaar plaats, daarnaast zullen er jaarlijks drie tot vier gezamenlijke interdisciplinaire bijeenkomsten/activiteiten georganiseerd worden.

Wie worden er betrokken?

Ø Coördinatoren talenthubs Ø Samenwerkingspartners uit de talenthubs Ø Talenten Ø Kunstloc Ø Provincie/B5 projectteam talentontwikkeling regioprofiel

Page 14: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

14

2. Nieuwe regeling TalentHub Brabant 2021- 2024 Om het provinciale multidisciplinair talentontwikkelingsprogramma TalentHub Brabant voort te kunnen zetten is een nieuwe regeling TalentHub Brabant 2021-2024 nodig. Wat gaan we concreet doen:

Ø In 2020 evalueert de provincie de regeling TalentHub Brabant 2017-2020. Ø In 2020 ontwikkelt de provincie in samenwerking met Kunstloc Brabant een nieuwe

regeling TalentHub Brabant 2021-2024 Ø Idealiter gaat deze regeling het eerste kwartaal 2020 open zodat de talenthubs synchroon

aan de nieuwe kunstenplan periode aan kunnen vragen. Ø Met het projectteam van het programma talentontwikkeling binnen het regioprofiel wordt

een gesprekstafel georganiseerd over de rolverdeling tussen de verschillende overheden. Wie is er verantwoordelijk voor welk onderdeel. Onderwerpen van deze gesprekstafel zullen onder andere zijn, aansluiting bij rijksmiddelen, aansluiting bij middelen B5. Met als doel een integraal talentontwikkelingsbeleid met daarin duidelijkheid over de rolverdeling en verantwoordelijkheden.

Wie worden er betrokken? Ø Coördinatoren talenthubs Ø Samenwerkingspartners uit de talenthubs Ø Talenten Ø Provincie/B5 projectteam talentontwikkeling regioprofiel Ø B5 Ø Kunstloc

3. Versterken van de instroom: vestigingsklimaat en werk- en broedplaatsen Voor het goed functioneren van de talenthubs is een gezond cultureel ecosysteem van groot belang. Het gaat daarbij niet alleen om de instellingen die samen een hub vormen maar ook om organisaties die de instroom van de verschillende hubs faciliteren. Voordat een talent wordt geselecteerd door een van de talenthubs heeft die persoon al een hele ontwikkeling doorgemaakt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan muziek of acteerlessen dan wel lid zijn van een vereniging, een kunstvakopleiding, het opzetten van een zelfstandige beroepspraktijk als professioneel maker, het werken binnen werk- en broedplaatsen aan de artistieke ontwikkeling na de opleiding etc.. De ontwikkelketen loopt van deze meer primaire vorming richting de uiteindelijke markt waar talenten aansluiting moeten vinden om als maker te kunnen bestaan. Broed- en werkplaatsen spelen een heel belangrijke rol in de instroom van talenten in het TalentHub programma. Daar kunnen makers na hun kunstvakopleiding terecht om zich verder te ontwikkelen en een netwerk op te bouwen. Het zichtbaar maken en versterken van dit netwerk van werk- en broedplaatsen draagt bij aan de toegankelijkheid voor talenten van binnen en buiten de regio. Naast deze keten is het vestigingsklimaat voor makers erg belangrijk. Er moet ruimte zijn om te wonen en te werken. Ruimte om te experimenteren en om samen te werken. De gemeenten hebben een rol als het gaat om het faciliteren van woon- en werkruimte. Door gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen ontstaat de mogelijkheid om regie te voeren op spreiding, specialisatie en financiering. Met het vestigingsklimaat voor makers kan Brabant zich onderscheiden van bijvoorbeeld de Randstad. Wat gaan we concreet doen:

Ø Met het projectteam van het programma talentontwikkeling binnen het regioprofiel wordt een gesprekstafel georganiseerd over het stimuleren en het positioneren van het vestigingsklimaat voor makers. Met als doel het vestigingsklimaat voor talenten in Brabant beter te positioneren.

Page 15: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

15

Ø We gaan met het Landelijk Netwerk Werkplaatsen en de verschillende werk- en broedplaatsen die daar niet bij aangesloten zijn gesprekstafels organiseren over de versterking en de verbetering van de zichtbaarheid van de werk- en broedplaatsen. Het doel van deze gesprekstafel is het creëren van opbrengsten die leiden tot het versterken van het netwerk.

Ø We sluiten aan bij pilotonderzoek naar broedplaatsen en gebruiken de resultaten uit onderzoek naar broedplaatsen (onder andere van Boekmanstichting en nieuw onderzoek uit Waarde van Cultuur 2020) bij het voorstel voor beleid 2021-2024.

Wie worden er betrokken?

Ø Talenten Ø Landelijk netwerk werkplaatsen Ø Overige werk- en broedplaatsen Ø Boekmanstichting Ø Provincie/B5, projectteam talentontwikkeling regioprofiel Ø Kunstloc

4. Verbreden van de instroom: urban en zakelijke talenten Daarnaast is het ook van belang dat de instroom wordt verbreed. De Raad voor Cultuur concludeerde onlangs in zijn advies nog dat de veranderende samenstelling van de Nederlandse bevolking vraagt om een meer inclusieve cultuurbenadering. Dat betekent dat er meer ruimte moet komen voor niet canonieke cultuuruitingen. Grootstedelijke demografie maakt dat dergelijke uitingen over het algemeen opkomen in een grootstedelijke context. Daarom willen we in eerste instantie graag inzetten op een verbreding van de instroom voor urban talenten. De urban scene is op een heel andere wijze georganiseerd dan de canonieke kunstdisciplines en vindt om die reden moeilijk aansluiting bij de huidige infrastructuur. De verbreding van de instroom kan bijvoorbeeld leiden tot een extra talenthub rond de urban talenten, of juist dat de urban talenten nog meer dan nu al het geval is een plek krijgen in de bestaande hubs Daarnaast is er binnen alle disciplines een tekort aan goed zakelijk leiderschap daarom willen we ook onderzoeken hoe de verbreding van de instroom van zakelijk talent vorm moet krijgen. Dat kan bijvoorbeeld een apart programma voor zakelijk talent worden of dat zakelijke talenten aansluiting vinden bij de bestaande hubs en dat deze dus worden uitgebreid. Wat gaan we concreet doen:

Ø We gaan met de talenthubs en stakeholders uit de urban scene in gesprek over het verbreden van de instroom voor talenten uit de urban scene. Dit moet leiden tot nieuw beleid dat de talentontwikkeling in de urban scene zal bevorderen.

Ø We gaan samen met de talenthubs en andere stakeholders in gesprek over de instroom van talenten op zakelijk vlak. Dit moet leiden tot nieuw beleid dat de ontwikkeling van zakelijk talent binnen de cultuursector zal bevorderen.

Wie worden er betrokken?

Ø Talenten Ø Coördinatoren talenthubs Ø Stakeholders uit de urban scene Ø Stakeholders rond de ontwikkeling van zakelijk talent zoals bijvoorbeeld LinC, Ø Provincie/B5, projectteam talentontwikkeling regioprofiel Ø Kunstloc

5. Versterken en verduurzaming van de uitstroom: internationalisering Het versterken van de uitstroommogelijkheden voor talenten behoeft ook specifieke aandacht. Het is van belang dat een ontwikkeltraject binnen een talenthub uitzicht biedt op een duurzame werkpraktijk. Als talenten na een ontwikkeltraject geen mogelijkheden hebben om aansluiting te

Page 16: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

16

vinden bij de markt is de investering immers niet duurzaam. Op dit vlak willen we in eerste instantie inzetten op internationalisering en de aansluiting bij landelijk fondsen. Wat gaan we concreet doen:

Ø We zoeken aansluiting bij de proeftuin internationalisering. Specifiek waar het gaat om het verstevigen van residenties in Brabant. Uitgestroomde talenten kunnen zich verder ontwikkelen en aan een publiek tonen, door bijvoorbeeld een internationale residentie te doen en een internationaal netwerk op te bouwen. Samenwerking met een verstevigd en met andere disciplines uitgebreid AIRBrabant kan hier zorg voor dragen. Werken aan maatschappelijke vraagstukken behoort tot de mogelijkheden.

Ø Talentenprogramma internationale festivals. Ø We zoeken verdere aansluiting bij de landelijke fondsen. Binnen de podiumkunsten lukt het

al goed om aansluiting te vinden bij de Nieuwe makers regeling en de regeling Talentontwikkeling in de regio van het Fonds Podiumkunsten. Middels inventarisatie van de mogelijkheden, een actieve adviesrol richting de talenthubs, de inzet van het platform www.talenthubbrabant.nl ten behoeve van de zichtbaarheid willen we meer landelijke middelen naar Brabant halen.

Wie worden er betrokken?

Ø Coördinatoren talenthubs Ø Samenwerkingspartners uit de talenthubs Ø Landelijke fondsen Ø AIR Platform Ø Talenten Ø Provincie/B5 werkgroep talentontwikkeling regioprofiel Ø Kunstloc

Hoe wordt het veld betrokken? Bij de totstandkoming van de werkwijze en het programma TalentHub Brabant is het veld nauw betrokken geweest door middel van een werkgroep met daarin relevante stakeholders uit het veld en een werkconferentie waar stakeholders uit het hele land aanwezig waren. We sluiten verder zoveel mogelijk aan bij bestaande programma’s, structuren en netwerken. Die gebruiken we om kennis op te halen en draagvlak te creëren. Zoals daar zijn het interdisciplinair overleg tussen de talenthubs, AIR Platform Brabant, Landelijk Netwerk Werkplaatsen, stakeholders urban scene, etc. Hoe is de terugkoppeling met de Taskforce georganiseerd? Terugkoppeling met de Taskforce gaat via leden uit de werkgroep talentontwikkeling en de overall projectleider. Relatie met andere programma- en instrumentele lijnen uit het regioprofiel De programmalijn talentontwikkeling heeft nauwe aansluiting met de programmalijn internationalisering (zie plan van aanpak internationalisering). Verder is er een aansluiting met de programmalijn cultuureducatie en -participatie als het gaat om de verkenning van de verbreding van de disciplines. Relatie met landelijke programma’s en regelingen We zoeken vanuit het TalentHub Brabant programma aansluiting bij de landelijke fondsen. Binnen de podiumkunsten lukt het al goed om aansluiting te vinden bij de Nieuwe makers regeling en de regeling Talentontwikkeling in de regio van het Fonds Podiumkunsten. Middels inventarisatie van de mogelijkheden bij de andere fondsen en een actieve adviesrol richting de talenthubs willen we meer landelijke middelen naar Brabant halen.

Page 17: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

17

Aandachtspunten Ø Afstemming van beleid, rollen en verantwoordelijkheden omtrent talentontwikkeling tussen

de verschillende overheden. Ø De totstandkoming van het TalentHub Brabant programma 2021 – 2024 binnen de nieuwe

Provinciale coalitie Ø Naast de aandacht voor de verbreding, versterking en verduurzaming in het kader van het

TalentHub Brabant programma 20121– 2024. Ook voldoende aandacht voor het ontwikkelingen binnen het lopende Programma TalentHub Brabant 2017-2020

Welke voortgangsdoelstellingen zijn er voor 1 januari 2021?

Ø Regeling TalentHub Brabant 2021-2014 Ø Programma TalentHub Brabant 2021-2014

Page 18: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

18

Publiekswerking Projectteam: Martin van Ginkel (gemeente Tilburg), Sanne Reiniers (Cultuur Eindhoven), Ad van Niekerk (gemeente Den Bosch) Projectleider Kunstloc: Max van Alphen Inleiding Niet alleen de kunst maar ook het publiek verandert met de dag. Snelle ontwikkelingen in de maatschappij zorgen voor veel dynamiek en kansen maar die dynamiek kan er ook toe leiden dat bepaalde groepen in de samenleving afhaken. En dat is niet wat we willen. We streven naar een cultuurbeleid dat inclusief is: dat wil zeggen dat iedereen zich cultureel kan en durft te ontwikkelen. Bij de verdere ontwikkeling van ons culturele ecosysteem willen we dan ook nadrukkelijk aandacht voor inclusiviteit. Publiekswerking is een goede manier om hieraan te werken. Met publiekswerking bedoelen we ‘elke vorm van een verdiepend, inhoudelijk gesprek tussen kunstenaar en publiek’. 4 Een voorbeeld van publiekswerking is het organiseren van eenmalige evenementen (zoals de museumnacht) en andere initiatieven die erop zijn gericht om een vast publiek te creëren. Publiekswerking is erop gericht om drempels te verlagen, zowel mentaal als praktisch. Het verschil met publiekswerving is dat werving vooraf gaat aan -werking. Publiekswerving is erop gericht om (nieuw) publiek over de drempel te brengen. Het gaat erom de interesse te wekken van (potentieel) publiek. Publiekswerking is veel meer twee-richtingsverkeer. ‘denk aan de klassieke inleidingen of nagesprekken, maar er zijn veel creatievere en ook interactievere vormen, die neigen naar participatie of co-creatie. Ik sprak met publiekswerkers die monopolie-spellen, pokertafels en gamesbedachten, met theaterhuizen die spiegelprojecten met amateurspelers opzetten parallel aan hun eigen voorstellingen. Baseline is dat het startpunt van de publiekswerker niet de interesse is van het publiek, maar de taal of het oeuvre van de kunstenaar. Het doel is een kwaliteitssprong in de relatie van de kunstenaar met dat bestaande publiek.5 Uit de discussie die we met elkaar hebben gevoerd kunnen we concluderen dat beide begrippen (publiekswerving en publiekswerking) onderdeel zouden moeten zijn van het te ontwikkelen gezamenlijke beleid. De doelstelling ervan is om ‘meer en het juiste publiek te betrekken bij cultuur. We streven ernaar om het aanbod optimaal te laten aansluiten op de diversiteit van het publiek en het publiek te verbinden met het specifieke aanbod’6. Concreet willen we werken aan het volgende:

• meer gebruik maken van de kansen die publiekswerking biedt om publiek te binden aan instellingen en organisaties.

• meer en nieuw publiek voor bestaand aanbod • meer publiek van buiten Brabant naar Brabant halen. • inzicht krijgen in de huidige publieksstromen om vanuit daar conclusies te kunnen trekken

over eventuele aanpassingen in beleid. Voor deze programmalijn hebben we daarbij de volgende basisprincipes bedacht:

• werk met haalbare doelen en probeer grote complexe plannen te mijden • werk samen met partners in het veld, bijvoorbeeld de Kunst van Brabant (als een partner

in beleidsvorming) bibliotheken en theaters (die zijn al verder in hun ontwikkeling als het gaat om publiekswerking).

• liever meerdere kleine pilots dan een groot project • sluit aan bij de hands-on mentaliteit van de organisaties die het betreft.

4 https://www.cultuurmarketing.nl/column-evelyne-coussens-publiekswerking/ 5 idem 6 regioprofiel

Page 19: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

19

• mix van onderzoek, pilots, bijeenkomsten • samenwerking met het bedrijfsleven opzoeken

Analyse Publiekswerking in Brabant. Op het gebied van publiekswerking in Brabant zijn er geen onderzoeksgegevens beschikbaar. Publiekswerking staat in Brabant nog in de kinderschoenen; er lopen momenteel interessante experimenten bij culturele instellingen maar ook daar is nog geen langjarige ervaring. In de Lievekamp in Oss loopt een project waarbij een stadsprogrammeur in samenwerking met moeilijk te bereiken doelgroepen activiteiten organiseert . Verder is de Nieuwe Vorst in Tilburg bezig met plannen om hun bereik onder bepaalde doelgroepen te vergroten door middel van publiekswerking. In Vlaanderen bestaat er al wel een lange traditie op het gebied van publiekswerking. Instellingen als Het Paleis in Antwerpen hebben er veel ervaring mee. Volgens Eva Haasnoot7 is het toepassen van publiekswerking een van de redenen dat het cultuurbereik in Vlaanderen hoger ligt dan in Nederland. Publiekswerving Als we uitgaan van de stelling dat publiekswerving vooraf gaat aan de publiekswerking, is het zinvol ook te kijken naar het publieksbereik (het resultaat van publiekswerving) in Brabant. Uit de beschikbare data8 blijkt dat we relatief maar weinig weten over het publieksbereik in Brabant.

⁃ Brabanders voelen zich betrokken bij cultuur. 93% van de Brabanders bezoekt culturele activiteiten; 60% is actief bezig met cultuur en 30% is vrijwilliger in de cultuur.

⁃ Van alle museumbezoeken in Nederland vindt 6% plaats in Brabant (8e plaats) ⁃ In 2016 waren er in Nederland 1138 edities van muziekfestivals, waarvan 205 in Brabant

(2e plaats) ⁃ Brabanders met een hoge opleiding bezoeken meer culturele activiteiten; lager opgeleiden

gaan vaker naar amateurkunst en de bioscoop. ⁃ Opleiding is een belangrijker voorspeller dan inkomen. ⁃ Lager opgeleiden blijven meer in Brabant dan hoger opgeleiden. ⁃ Inwoners uit niet-stedelijke begrippen bezoeken vaker activiteiten buiten hun regio.

Ook in de B5 zijn onderzoeken gedaan naar publieksbereik. Een voorbeeld is het onderzoek van Eindhoven ( https://infogram.com/1pz12kl5931kwps2k5pd6w5rw1c1egvk7jg?live ) Ook in Tilburg en Helmond zijn onderzoeken gedaan. Een ander interessant onderzoek in dit verband is ‘de culturele smaak van de Brabander’ (PON, 2013). In dit onderzoek worden op basis van Mosaic data een aantal publieksgroepen in Brabant onderscheiden. De publicatie geeft een beeld van deze publieks groepen (wie zijn we, waar wonen ze, hoe oud, leefstijl en wat doen ze graag?). Met betrekking tot publiekswerving en -bereik zijn de cijfers uit de Waarde van Cultuur niet erg verrassend. Ze laten een vrij positief beeld zien van de betrokkenheid van Brabanders bij cultuur. Daarnaast zien we bekende mechanismen (meer deelname door hoger opgeleiden) maar een precies beeld is er niet. Ondanks dit positieve beeld zijn er mogelijkheden voor verbetering; de literatuur suggereert dat publiekswerking kan bijdragen aan een nog hoger bereik en een grotere betrokkenheid van publiek bij organisaties.

7 Publiekswerking, de opkomst van een nieuwe benaming voor educatie bij Nederlandse theatergezelschappen (2017) Maastricht University (Masterscriptie) 8 met name ‘de waarde van cultuur 2018)

Page 20: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

20

Wat kan regionale samenwerking voor deze programmalijn betekenen? Regionale samenwerking op het gebied van publiekswerving en -werking heeft de volgende voordelen.

• Het biedt kansen om kennis te delen op provinciaal niveau (over strategieen om publiek te bereiken, interessante projecten)

• Het biedt kansen om gezamenlijk inzicht te verwerven in publieksstromen, aanbod voor verschillende segmenten (onderzoek)

• Het biedt mogelijkheden om gezamenlijk nieuwe strategieen te ontwikkelen, die breed uit te zetten en daarmee het rendement te vergroten.

Plan van aanpak richting 2020 Reikwijdte Dit plan beslaat een periode van anderhalf jaar, grofweg tot aan de start van de nieuwe beleidsperiode in 2021. Deze periode kan het best worden gezien als een aanloop naar nieuw gezamenlijk beleid voor 2021-2024. In deze aanloopperiode werken we aan:

• het introduceren van het begrip ‘publiekswerking’ in Brabant bij culturele organisaties en overheden.

• het verzamelen van gegevens om goed gefundeerd beleid te kunnen formuleren voor de nieuwe periode

Aandacht voor publiekswerking: pilots en experimenten Zoals al eerder gesteld is het begrip publiekswerking nog vrij onbekend in Brabant. In de komende periode willen we dan ook werken aan de introductie van het begrip bij culturele instellingen en beleidsmakers. Hoe we dat zouden moeten doen is niet exact te zeggen. We kunnen gebruik maken van bestaande netwerken (bijv Dokc en De Kunst van Brabant) en bijeenkomsten waarin we in sessies de good practices kunnen laten zien. Bij voldoende animo zouden we ook excursies kunnen organiseren naar organisaties in Vlaanderen. We willen in ieder geval zoeken naar vormen waarbij deelnemers gestimuleerd worden om actief zich te verdiepen in dit begrip. Zoals ook hieronder aangegeven in de pilots willen we de komende anderhalf jaar een aantal activiteiten organiseren waarbij publiekswerking centraal staat. Dit willen we graag doen in afstemming met het veld en sleutelfiguren op dit vlak bij culturele instellingen. Daarnaast zouden we willen starten met een een beperkt aantal (kleine) pilots. Dit betekent concreet dat we:

• bestaande goede plannen promoten en ondersteunen met inhoudelijke kennis en fondsenwerving (bijvoorbeeld door begeleiding richting aanvragen voor de impulsgelden).

• willen experimenteren met een project over het trekken van publiek van buiten Brabant. Dit zou kunnen worden georganiseerd in samenwerking met de programmalijn ‘internationalisering’.

Het verzamelen van gegevens Zoals reeds gesteld weten we nog relatief weinig van het publieksbereik in Brabant. In deze programmalijn willen hier een grote slag in maken. Dat willen we doen door het doen van onderzoek naar publiek op (in eerste instantie) festivals. In een latere fase willen we ook de theaters en instellingen bij betrekken. Inspiratie hiervoor is te vinden bij Rotterdam Festivals. Rotterdam Festivals doet veel aan publieksonderzoek en stimuleert festivalorganisatoren om zelf ook publieksonderzoek uit te voeren. Ze verzamelen op verschillende manieren kennis over gedrag, wensen, behoeften en beleving van het publiek onder andere door:

• Het profiel van de (potentieel) publiek in kaart gebracht met doelgroepsegmentatie (MOSAIC). Zij hebben dit gedaan op basis van postcodegegevens van bezoekers.

Page 21: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

21

• Continu bezoekersonderzoek van Hendrik Beerda: online onderzoek onder bezoekers dat inzicht geeft in het bezoekersprofiel, de bezoekerswaardering, de verbeterpunten, de economische waarde, de effectiviteit van de communicatie-uitingen en de ontwikkelingen op deze factoren. Door de vaste vraagstelling en de vele culturele organisaties en festivals die er in Rotterdam en landelijk aan het onderzoek deelnemen is het mogelijk om resultaten onderling te vergelijken en jaarlijks een sectoranalyse te maken.

De afgelopen jaren is in Brabant reeds een start gemaakt met het verzamelen van publieksgegevens. In de festivals werken de grote culturele festivals van Brabant9 samen met Kunstloc aan het verkrijgen van een beter inzicht in hun publiek. In grote lijnen is de Rotterdamse aanpak overgenomen en aangepast aan de schaal en kenmerken van Brabant. Als we het Brabantse festivalproject als basis nemen, kunnen we sneller resultaten halen en profiteren we optimaal van eerdere inspanningen. We stellen derhalve voor om de Brabantse festivalpilot door te ontwikkelen door de huidige doelgroep uit te breiden. Momenteel zijn de grote culturele festivals van Brabant betrokken. Voorstel is om in eerste instantie de theaters in de B5 en op termijn de M7 te gaan betrekken. Verder zien we mogelijkheden om ook kleinere festivals te laten profiteren van de opbrengsten van dit project. Het aantal organisaties wordt dan uitgebreid van 4 naar 30-35. Hoe we dit willen bereiken werken we in een latere fase van dit project nader uit. De gedachte is om in ieder geval publieksonderzoek een verplichtende voorwaarde te maken bij subsidiëring van organisaties (provincie B5 M7 breed). Ook gaan we de betreffende organisaties goed informeren over de voordelen ervan. Door ook andere organisaties te betrekken in het project krijgen die organisaties toegang tot de opbrengsten van het project tot nu toe. Hiermee kunnen de organisaties hun activiteiten verbeteren. Uiteindelijk leidt dit tot een beter inzicht in de Brabants publieksstromen. Planning en fasering tot 2021 Publieksonderzoek (meer het accent op publieksbereik)

• 18 juni: besluitvorming B5 + provincie • 1 juni -1 augustus 2019: organiseren van samenwerking; in eerste instantie met de

deelnemers in de festivalpilot en het PON. Het PON is in beeld voor de provinciale analyses; ook dienen zij het onderzoek naar de culturele smaak van de Brabander te updaten.

• 1 augustus - 1 oktober 2019: praktische opzet (tijd; financien; mensen; middelen etc) • 1 oktober – 1 juni 2020: onderzoeksperiode – 1 juni eerste resultaten. • 1 juni – (uiterlijk) 1 januari 2021: ontwikkelen nieuw beleid

Pilots en experimenten (accent meer op publiekswerking):

• 18 juni: besluitvorming B5 + provincie • 1 juni – 1 augustus 2019: zoeken eerste pilots – opzetten maken voor korte plannen • 1 augustus 2019: start pilots • najaar 2019: 1e bijeenkomst publiekswerking • voorjaar 2020: 2e bijeenkomst publiekswerking • 1 juni – (uiterlijk) 1 januari 2021 ontwikkelen nieuw beleid

Begroting Zie bijlage. Deze bedragen zijn inschattingen op basis van indicatieve offertes. De komende tijd gaan we aan de slag om een beter onderbouwde begroting te kunnen aanleveren.

9 November Music, Theaterfestival Boulevard, Circo Circulo en Breda Photo

Page 22: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

22

Relatie met andere programma- en instrumentele lijnen uit het regioprofiel Publiekswerking is een begrip dat te plaatsen is tussen de context van educatie en participatie in. Begripsmatig en inhoudelijk is er een link met de programmalijn educatie en participatie. Dat betekent dat afstemming en kruisbestuiving nodig is op inhoudelijk niveau. Daarnaast is er een link met de programmalijn internationalisering. Door de ligging van Brabant is het trekken van publiek buiten Brabant al snel een internationaal vraagstuk. Een experiment op dit vlak is zeker wenselijk. Een belangrijk verband is er ook met de instrumentele lijn mbt het afstemmen van de regelingen. Om een goed beeld te krijgen van het publieksbereik is publieksonderzoek noodzakelijk. Het is dan ook meer dan wenselijk om het doen van publieksonderzoek op te nemen als voorwaarde voor het krijgen van subsidie. Relatie met landelijke programma’s en regelingen relatie met het toekomstig programma cultuurparticipatie relatie met het CmK programma (via de programmalijn educatie) Welke voortgangsdoelstellingen zijn er voor 1 januari 2020?

• Er zijn interessante activiteiten georganiseerd die ertoe hebben geleid dat de kennis van publiekswerking bij de Brabantse instellingen is toegenomen. Daarnaast hebben we geleerd van de pilot op het gebied van internationalisering.

• Op 1 januari 2020 hebben we inzicht in welk publiek de 35 grote(re) organisaties op het gebied van cultuur bereiken. We kunnen patronen zien en daarmee ook voor welke doelgroepen er relatief veel en weinig aanbod is.

• Het beleid voor de periode 21-25 is onder andere gebaseerd op deze gegevens. Wat is de stip op de horizon voor 1 januari 2025? Iedere instelling kent de goede effecten van publiekswerking. In veel organisaties is het inmiddels gemeengoed geworden om publiekswerking toe te passen en het werkt! We zien een gestage toename van publiek; met name zien we dat mensen vaker terugkomen en zich meer betrokken voelen. Op het gebied van publieksbereik hebben we inmiddels evidence-based beleid. Subsidies worden verstrekt op basis van verondersteld bereik. Na de actviteit wordt dit getoetst en wordt er bijgesteld. Door deze werkwijze hebben we een aantal hiaten in het aanbod kunnen dichten en zijn organisaties beter dan voorheen in staat om hun programmering (zowel inhoudelijk als facilitair) beter af te stemmen op hun publiek.

Page 23: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

23

Internationalisering Projectleider Kunstloc: Jenneke Harings Projectteam: Martin van Ginkel (Tilburg), Winus Rutters (Cultuur Eindhoven), Serife Cetin (Cultuur Eindhoven), Femke van Hest (’s-Hertogenbosch) Inleiding In het regioprofiel wordt de ambitie uitgesproken om meer in te zetten op internationalisering: ‘Brabant staat (…) een groei voor van de internationale uitwisseling en duurzame internationale samenwerking, die bijdraagt aan een sterke cultuursector.’ Deze ambitie bouwt voort op vier ontwikkelingen: de internationalisering van de Brabantse culturele sector (‘Makers en culturele instellingen die in de stedelijke regio en lokaal geworteld zijn, opereren tevens nationaal en internationaal.’); de unieke geografische positie van Brabant ten opzichte van Vlaanderen (‘Ons taalgebied gaat over de landsgrens heen, doordat wij Vlaanderen als buren hebben.’); demografische ontwikkelingen in Brabant (‘steeds meer nieuwkomers uit alle windstreken hier wonen en werken’); de investeringen van provincie en gemeenten in beide richtingen (‘Het Brabant C-fonds speelt een belangrijke rol en maakt vaak een sprong naar internationale podia en programma’s mogelijk.’). Je zou kunnen zeggen dat wordt opgemerkt dat er wel dingen gebeuren op het gebied van internationalisering, maar dat het tijd wordt daar een gezamenlijk – BrabantStad – beleid op te gaan voeren. ‘Brabant staat daarom een groei voor van de internationale uitwisseling en duurzame internationale samenwerking, die bijdraagt aan een sterke cultuursector.’ De Taskforce Regioprofiel heeft ervoor gekozen de proeftuin Internationalisering (met nadrukkelijk connecties met alle andere programmalijnen) in te dienen bij OCW. Inmiddels heeft OCW € 400.000 toegezegd, die gematcht wordt door BrabantStad. In totaal is er voor deze programmalijn dus € 800.000 beschikbaar tot 2021, wanneer de nieuwe cultuurplanperiode aanbreekt. De uitwerking van deze programmalijn vraagt om een plan van aanpak. Dit plan van aanpak behelst twee doelen:

1. De invulling van de proeftuin. (Zie ingediende proeftuin als bijlage bij dit plan.) 2. De stip op de horizon, met als belangrijkste vraag wat die proeftuin in 2021-2024 heeft

opgeleverd op het gebied van internationalisering. Analyse: het waarom van internationalisering Internationalisering (van de sector en van Brabant zelf) kan de culturele sector versterken, de sector en regio zichtbaarder maken en beter op de kaart zetten, en kan bijdragen aan cultuurparticipatie door alle Brabanders. Er gebeurt veel op het gebied van internationalisering in Brabant, maar het gebeurt versnipperd, incidenteel en/of toevallig. Internationaal werken is vanzelfsprekend voor een groot deel van de makers en instellingen in deze regio. Zo blijkt ook uit een inventarisatie van Kunstloc Brabant: 66% van de makers geeft aan dat internationalisering van belang is voor het bestaansrecht van zijn beroepspraktijk, en dat geldt voor maar liefst 80% van de organisaties. De recente brief van Europaplatform, met daarin landelijke spelers en Kunsten’92, aan de minister pleit voor meer steun voor Europese programma’s en andere manieren van internationaal werken. In Brabant is er concreet behoefte aan het vergroten van kennisdeling, meer internationale uitwisseling en aan het versterken van de internationale profilering van individuele instellingen en daarmee de sector en de regio. Daarnaast blijkt dat de inwoners van Brabant – alle inwoners, dus ook alle (al dan niet tijdelijke) internationale inwoners – het cultuuraanbod niet altijd goed weten te vinden, en het cultuuraanbod niet altijd divers genoeg is om alle Brabanders te kunnen bereiken. In de proeftuin Internationalisering wordt daarom ook op deze sporen ingezet. Bestaande contacten waarmee we in gesprek blijven en waarmee we in samenwerking dit programam vormgeven:

Page 24: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

24

- Taskforce Regioprofiel - BrabantC - DutchCulture - Creative Europe (Dutch Culture) - AIR Brabant - Grensverleggers (DeBuren) - Erasmus+ (Cinop, Den Bosch) - Culture Forum Eurocities - Districts of Creativity / CWF - Afdeling Internationalisering provincie Noord-Brabant - Erfgoed Brabant - Rijksfondsen - Private fondsen - BuZa - Europaplatform

Bestaande kennis:

- Onderzoek Brabant C - Onderzoek Kunstloc Brabant - Aanvragen internationalisering Kunstloc Brabant - Bestaande aanvragen Creative Europe (Brabant) - DutchCulture / Buitengaats > Waarde van Cultuur

We hebben onder bestaande kennis met name kennis opgenomen over de Brabantse culturele sector. Uiteraard is er via Dutch Culture en landelijke platforms meer bekend. Wanneer nodig nemen we dit altijd in onze overwegingen mee. Wat kan regionale samenwerking voor deze programmalijn betekenen? Als we kijken naar de beschikbare gegevens uit onderzoeken als Waarde van Cultuur (2018), de Culturele atlas en een analyse van het Buitengaatsbestand van DutchCulture, waarin optredens over de grens van makers en instellingen werden bijgehouden, zien we bewezen dat Brabanders graag over de grens werken. Ook het Impulsgeldenprogramma laat zien dat internationaal werken vanzelfsprekend is: in 2018 heeft de helft van de aanvragen een internationale component. Er zijn legio voorbeelden uit de provincie die aangeven dat de wereld het speelveld is geworden. Dit geldt niet alleen voor makers en instellingen uit de eredivisie van de culturele sector, maar ook voor spelers uit de keten en de basis. Kijken we naar de mogelijkheden, dan is het vanzelfsprekend dat overheden hierin samen optrekken. Internationalisering is bij uitstek niet iets wat een gemeente in zijn eentje op poten zet, maar wat breder aangepakt moet worden en daarom een zeer geschikte programmalijn om in regionaal verband uit te werken. Het voorstel aan OCW, zoals in het regioprofiel beschreven, blijft als doel voor regionale samenwerking op het gebied van internationaal cultuurbeleid overeind staan:

‘Gezamenlijke investering in internationalisering vraagt om overleg en waar nodig een gezamenlijke koers met landelijke partners als de ministeries van OCW en BuZa, DutchCulture en fondsen. We stellen daarom voor dat de landelijke partners de regio versterken door middel van een betere verbinding met relevante internationale netwerken, afstemming over subsidieregelingen voor internationalisering bij de rijksfondsen (waarbij soms ontschotting tussen disciplines nodig is) en inzet van rijksmiddelen voor internationale programmering in de regio.’

Page 25: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

25

Plan van aanpak richting 2020 In het plan van aanpak richten we ons op de vier sporen uit de proeftuin. Met de projecten en activiteiten spelen we in op de behoeften van en vragen uit het veld en de ontwikkeling van ons culturele ecosysteem:

1. Platform internationalisering voor de culturele sector, inclusief versterken van internationale netwerken via residencies.

2. Betrekken van (al dan niet tijdelijke) inwoners met een internationale achtergrond bij het culturele aanbod.

3. Aantrekken van meer Brabants publiek bij internationaal aanbod in Brabant. Tijdens de ontwikkeling van dit plan bleek dat spoor 3&4 weliswaar om andere uitwerking vragen, maar feitelijk op hetzelfde neerkomen. We behandelen ze in het plan van aanpak als één spoor. Wat gaan we doen? Omdat er nog geen overkoepelend beleid of programma bestaat in Brabant, kunnen we bouwen vanaf nul, of het gaat om beleid, of verdere uitwerking van wat internationalisering betekent voor deze regio. Dat is goed, maar vereist enige pragmatiek, flexibiliteit en aanpassingsvermogen. We beginnen immers aan iets waarvan we de uitkomst nog niet kennen. In dit plan van aanpak beschrijven we de acties die nodig zijn om een programma internationalisering in 2021-2024, waar BrabantStad gezamenlijk in investeert en waarin successen uit deze proeftuin verder ontwikkeld worden, vorm te geven. 1. Platform internationalisering voor de culturele sector, inclusief versterken van

internationale netwerken via residencies en festivals [link talentontwikkeling, publiekswerking & CE/CP] a) Platform De komende anderhalf jaar – effectief moet in juni 2020 al duidelijk zijn wat het gezamenlijk beleid wordt en wat daarvoor nodig is – werken we aan kennisontwikkeling op het gebied van internationalisering. We starten dit spoor met tien kenniscafés internationalisering, waarin aandacht voor best practices, informatieuitwisseling en behoeftenverkenning, werksessies enzovoort. We gebruiken de kenniscafés als een van de instrumenten om te bepalen, nadrukkelijk samen met de sector, hoe we de kennisdeling vorm kunnen geven en het beste ondersteuning kunnen bieden. Ook doen we een pilot met reis- en werkbeurzen. • Tien kenniscafés internationalisering, het eerste op 20 juni 2019, waarin aandacht is voor

de proeftuin en Creative Europe. We hanteren in een aantal van deze kenniscafés nieuwe werkvormen om nog beter tot kennisontwikkeling en kennisdeling te komen.

• In kaart brengen van netwerken zoals Districts of Creativity, Eurocities, ENCATC – wie doet daar wat?

• Andere onderwerpen zijn onder meer: residenties, overige financiering, kennisdeling, aantrekken internationale bezoekers, talentontwikkeling, publiekswerking, cultuureducatie & cultuurparticipatie.

• Creative Europe en andere Europese programma’s: seed funding > kansrijke initiatieven tijd/geld geven om Europese aanvraag voor te bereiden.

• Pilot: reis- en werkbeurzen • Kennisontwikkeling via • We bekijken, eventueel samen met DEN Nederland, hoe deze kennisdeling op een

innovatieve manier vormgegeven kan worden. Voor de ontwikkeling van dit platform wordt een ontwikkelgroep aangewezen.

Wat en wie zijn hiervoor nodig? 1. Werkgroep Internationalisering 2. Ontwikkelgroep kennisontwikkeling & kennisdeling internationalisering

Page 26: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

26

3. Projectmedewerker 4. Samenwerking met het veld 5. Proeftuinbudget (zie begroting) b) Residences & residencies • Op 24 mei wordt het platform AIRBrabant gepresenteerd. We onderzoeken het komende

jaar samen met onder andere dit platform in twee gesprekstafels hoe we het netwerk van residences kunnen versterken en duurzaam kunnen uitbreiden (disciplines en locaties). We betrekken hierbij nadrukkelijk ook het veld. Ook zetten we de eerste stappen in die versterking.

• Op dit moment is ongeveer 35% van de deelnemers aan residences binnen het netwerk van AIRBrabant afkomstig uit het buitenland. We stimuleren de residences binnen AIRBrabant om meer buitenlandse makers aan hun programma’s deel te laten nemen en zorgen voor meer buitenlandse kunstenaars in de pilotprogramma’s van de nieuwe, tijdelijke en andere residences. We onderzoeken daarbij het maatschappelijk belang van residenties.

• Meer uitwisseling met het buitenland zodat er daadwerkelijk een internationaal netwerk van residences ontstaat. Samen met AIRBrabant zoeken we naar een manier om daar coördinatie op te krijgen – een strik om de Brabantse residences heen en kennis over alle contacten met residences in het buitenland.

• We vragen makers in residences om te werken aan maatschappelijke vraagstukken. We bekijken ook de mogelijkheid om jonge makers met een internationale achtergrond die in Brabant wonen te koppelen aan makers uit het land waar zij of hun ouders vandaan komen om zo gezamenlijk te werken.

• Zes gemeenten (B5 +1) formuleren ieder een maatschappelijke vraag waaromheen een residentie georganiseerd wordt, bijvoorbeeld in samenwerking met AIRBrabant.

Wat en wie zijn hiervoor nodig? 1. Werkgroep Internationalisering (met uren om uit te werken) 2. Samenwerking met het veld, waaronder AIRBrabant 3. Proeftuinbudget (zie begroting)

c) Festivals • Wat zijn de ervaringen van organisaties, instellingen en festivals die gewerkt hebben met

het hierheen halen van vakjournalisten en influencers? WooHah heeft inmiddels een bedrag uit een Europese pot gekregen om dit te doen, en ook DDW en Strijp Festival doen het al. Best practices en ervaringen worden gedeeld, onder meer als thema van een van de kenniscafés.

• We geven een aantal toonaangevende evenementen een bijdrage om dit te realiseren in een pilot en hun opgedane kennis te delen: Playgrounds, BredaPhoto, November Music, Theaterfestival Boulevard, Circolo.

• We laten deze bezoekers ook kennismaken met onze talenten (zie talentontwikkeling), die geprogrammeerd staan op deze festivals.

• We evalueren, in samenwerking met de organisaties die hiermee mogen experimenteren, en bekijken of en onder welke voorwaarden we hiermee moeten doorgaan in 2021-2024.

Wat en wie zijn hiervoor nodig? 1. Werkgroep Internationalisering 2. Samenwerking met het veld 3. Een keuze voor circa vijf organisaties dit in de proeftuinperiode (juni 2019 – juni 2020)

mogen experimenteren 4. Samenwerking met de talenthubs 5. Proeftuinbudget (zie begroting)

Page 27: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

27

3. Betrekken van (al dan niet tijdelijke) inwoners met een internationale achtergrond bij het culturele aanbod. [link publiekswerking]

4. Aantrekken van meer Brabants publiek bij internationaal aanbod in Brabant. [link publiekswerking, mogelijk participatie]

Deze twee pakken we samen omdat we hier gaan kijken naar aanbod en afname in Brabant. De verschillende doelgroepen (nieuwkomers, expats, studenten, alle Brabanders) moeten hiertoe verschillend benaderd worden, maar naast mogelijke publiekscampagnes gaat het hier ook, en misschien wel veel meer, om het experimenteren met nieuw, ander aanbod. We faciliteren twee ontwikkelingen die al in gang zijn gezet. Concrete plannen:

• Expat Spouses Initiative in samenwerking met We Are Public Expats – We Are Public heeft een plan in de kast liggen om expats te bereiken; ze hebben ook de mogelijkheid insights te organiseren, aanbod voor de doelgroep. Specifieke partners (ASML, Expatcenters, enzovoort) moeten hierbij betrokken worden. Ook eenzaamheid onder expats kan hierbij worden aangepakt. Het Expat Spouses Initiative heeft onderzocht hoe expats het beste bereikt kunnen worden (ze kiezen op dit moment met name voor cultureel aanbod in de Randstad) en zetten daarbij de expats zelf in. Deze samenwerking brengt expats uit de hele regio naar aanbod in de hele regio.

• We bieden in samenwerking met Afdeling Cultuur een cursus die gericht is op hoe nieuwe doelgroepen bereikt kunnen worden. Culturele instellingen kunnen een (marketing)medewerker hieraan laten deelnemen. Ervaringen worden weer gedeeld, onder meer in de kenniscafés.

• Daarnaast starten we pilots waarbij de aanbieder (culturele instelling), de maker en het (nieuwe) publiek in co-creatie aanbod kan creëren en ondersteunen dit met budget. Dit kunnen festivals zijn, maar ook podia (Parktheater, Verkadefabriek, Theaters Tilburg en anderen.)

• Ook hier stellen we een spreiding over de steden voor, zodat het overal lokaal kan landen. Wie moeten betrokken worden?

1. Werkgroep Internationalisering 2. Samenwerking met het veld 3. Samenwerking met specifieke bedrijven 4. Proeftuinbudget (zie begroting)

Hoe wordt het veld betrokken?

• In de kenniscafés die altijd openbaar zijn. • In de gesprekstafels • In de werkgroep kennisontwikkeling • In alle pilots • Via het platform internationalisering

Planning en fasering tot 2021 Een planning wordt nog voor de zomer van 2019 uitgewerkt; zeker ook omdat de kenniscafés gepland moeten gaan worden. Hoe is de terugkoppeling met de Taskforce georganiseerd? Martin van Ginkel is lid van de Taskforce en lid van de werkgroep Internationalisering. Deze werkgroep blijft idealiter bestaan. Relatie met andere programma- en instrumentele lijnen uit het regioprofiel Zeer duidelijke relaties liggen er met talentontwikkeling (spoor 1) en publiekswerking (spoor 2, 3 en 4). Ook participatie komt aan bod in de pilots met nieuw publiek.

Page 28: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

28

Relatie met landelijke programma’s en regelingen Brabant C heeft al aangegeven best als Europees matchingfonds voor Creative Europe te willen fungeren. Dutch Culture volgt Brabant op de voet en we zorgen voor actieve kennisuitwisseling. Verder moeten we relaties versterken, aanscherpen of nader onderzoeken. Ook de relaties met regelingen van de Rijksfondsen horen hier thuis. Aandachtspunten De resultaten en successen uit dit programma zijn te vertalen in het doorzetten van dit programma. Volgend jaar juni bekijken we welke onderdelen doorgezet worden, met hoeveel budget. De impulsgelden moeten doorgezet worden om experiment en onderzoek over de grens ook mogelijk te blijven maken. We gaan ervan uit dat de ontwikkelingen rondom de residenties in Brabant, wanneer het lukt om een organisatie succesvol neer te zetten en uit te breiden, meerjarig gefinancierd wordt. Welke voortgangsdoelstellingen zijn er voor 1 januari 2020? Rond 1 januari 2020 is er een eerste evaluatie van de proeftuin. Dat lijkt snel, maar willen we in 2021 leermomenten vertalen naar beleid, dan is dat zeker niet te vroeg. We kunnen op dat moment altijd nog concluderen. Wat is de stip op de horizon voor 1 januari 2025? Een zeer internationaal werkende culturele sector in Brabant via de proeftuin in 2019-2020, waarbij kennisontwikkeling en kennisdeling centraal staat, een programma in 2021-2024 en een succesvolle en logische opvolging daarvan in de jaren daarna. Brabant staat dan, mede mogelijk gemaakt door kunst en cultuur, op de kaart als een regio waar het vestigingsklimaat goed is, waar het goed toeven is als toerist en waar alle inwoners met plezier gebruikmaken van internationale kunst en cultuur. Begroting Zie bijlage. Capaciteit De uitwerking van de proeftuin is niet op te vangen in de bestaande werkgroep. Dat betekent dat er een projectmedewerker voor de uitwerking van de proeftuin moet worden aangesteld. De werkgroep blijft wel bestaan, met inzet van alle leden. De projectleider is meewerkend voorman (m/v/x) en er is een ontwikkelgroep op het gebied van innovatieve kennisdeling. Tot slot Er wordt al veel internationaal gewerkt, en deze proeftuin en langetermijnontwikkelingen geven de sector een verdere zet in de rug om zelfbewust en vol mogelijkheden te kunnen werken die de regio meer dan ten goede komen.

Page 29: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

29

Communicatie Inleiding Communiceren rondom het regioprofiel is van wezenlijk belang om de voeling met het veld te houden, om het veld te informeren en om in dialoog met het veld te blijven. De komende anderhalf jaar loopt ook nog de proeftuin en communiceren we rondom Waarde van Cultuur. De afgelopen tijd zijn er updates rondom het regioprofiel geweest die we graag zouden willen delen, maar waar we geen logische plek voor konden vinden. De websites Kunstloc Brabant en Cultuur Eindhoven voldoen, maar zijn misschien niet primair de vindplek voor ontwikkelingen rondom het regioprofiel. Hierbij een voorstel om de komende tijd een goede plek te maken voor het regioprofiel en alle ontwikkelingen daaromheen. Concreet Er zijn de komende anderhalf jaar vier zaken die we moeten communiceren:

- Proeftuin Internationalisering (nieuws, agenda, kennisplatform) - Regioprofiel alemeen (nieuws, agenda) - Regelingen BrabantStad (in combinatie met regelingen Rijk) (nieuws, agenda) - Waarde van Cultuur (nieuws, agenda, onderzoeksresultaten)

Voorstel

- Update van de website www.regioprofiel.nl als primaire communicatieplatform voor updates rondom regioprofiel. Dat betekent dat bovenstaande concrete zaken daarop een plek moeten kunnen krijgen. Nader uit te werken in een voorstel in samenwerking met de ontwikkelaar van de website. Regioprofiel beheert geen eigen sociale media, alle betrokkenen mogen vrijelijk communiceren, ook via hun eigen sociale media.

- Nieuw te benoemen of aan te nemen communicatiemedewerker voert uit in samenwerking met coördinerend projectleider en intern projectleider Kunstloc.

- Website moet idealiter in de loop van de komende drie maanden operationeel zijn. Beheer door communicatiemedewerker. Planning en input vanuit programma’s (inclusief proeftuin) en taskforce. Coördinerend projectleider en intern projectleider Kunstloc houden het overzicht.

- Tot er een website is blijven communicatiekanalen Kunstloc Brabant en Cultuur Eindhoven primair.

Personeel Eerst degenen die hiervan moeten weten, betrokkenen:

- Communicatieadviseur BrabantStad, provincie (niet nadrukkelijk cultuur) - Communicatieadviseur Cultuur, provincie (Tom Jutten) - Woordvoerder gedeputeerde cultuur (Karin Pleunis) - Communicatieadviseurs portefeuille cultuur B5 - Taskforce regioprofiel, incl coördinerend projectleider - Projectleiders operationalisering - Communicatieadviseur Kunstloc Brabant

Hoe verder te organiseren Coördinerend projectleider (contact met taskforce) en intern projectleider Kunstloc (contact met projectleiders) stemmen af met nieuw te benoemen of aan te nemen communicatiemedewerker die uitvoert. Afstemming over berichten niet met alle betrokkenen. Lijntjes moeten kort zijn. Coördinerend projectleider kan beoordelen door wie afgestemd moet worden en durft hierin zelf beslissingen te nemen. De communicatiemedewerker kan ook ingezet worden bij het verslag doen van bijeenkomsten en andere communicatieve activiteiten. Eventueel kan het ook op nacalculatie. Een begroting voor de communicatie is opgenomen in de algemene begroting.

Page 30: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

30

Begroting

Page 31: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

31

Page 32: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

32

Page 33: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

33

Page 34: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

34

Page 35: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

35

Page 36: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

36

Page 37: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

37

Page 38: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

38

BIJLAGE – proeftuin internationalisering Internationalisering Brabant staat een groei voor van de

internationale uitwisseling en duurzame internationale samenwerking, die bijdraagt aan een sterke cultuursector.

Betrokken organisaties en overheden

Partners BrabantStad: Den Bosch, Tilburg, Eindhoven, Breda, Helmond, provincie Noord-Brabant, Kunstloc Brabant

(Beoogde) uitvoerende partners

De provincie Noord-Brabant, de steden Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg, Kunstloc Brabant, BrabantC, makers, talenthubs, culturele organisaties en instellingen, bedrijven, Dutch Culture. We zetten daarbij ook onze bestaande internationale netwerkorganisaties in zoals het Culture Forum van Eurocities, het samenwerkingsverband met provincie Limburg, Zeeland en deBuren (Grensverleggers) en het Internationale Netwerk van Districts of Creativity. In dat het, waar Noord-Brabant deel van uitmaakt en in het kader waarvan wij in het najaar van 2019 het Creativity World Forum organiseren.

Doel van de proeftuin De twee belangrijkste doelen van deze proeftuin zijn: • Versterken, beter zichtbaar maken en beter laten

renderen van internationale contacten en netwerken van de culturele sector;

• Beter betrekken van (al dan niet tijdelijke) inwoners met een internationale achtergrond en internationaal publiek bij cultuur in de regio door verbinding met doelgroepen, het stimuleren van nieuwe allianties en nieuw aanbod, en het verbeteren van de zichtbaarheid van en informatie over cultuur.

In ons regioprofiel beschrijven wij vier programmalijnen. In de proeftuin die wij realiseren in 2019 en 2020 leggen wij de focus op Internationalisering in directe relatie tot talentontwikkeling en publiekswerking, waarbij monitoring en onderzoek (Waarde van Cultuur 2020) een belangrijke rol speelt. De samenhang van de programmalijnen in ons regioprofiel is voor ons cruciaal omdat daardoor in de breedte wordt gewerkt aan de versterking van kunst en cultuur in onze regio.

Waaruit bestaat de proeftuin? De proeftuin bestaat uit projecten en activiteiten binnen vier sporen, waarbij we inspelen op de behoeften van en vragen uit het veld en de ontwikkeling van ons culturele ecosysteem:

1. Platform internationalisering voor de culturele sector, inclusief versterken van internationale netwerken via residencies.

Page 39: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

39

2. Aantrekken van meer internationale bezoekers. 3. Betrekken van (al dan niet tijdelijke) inwoners met

een internationale achtergrond bij het culturele aanbod.

4. Aantrekken van meer Brabants publiek bij internationaal aanbod in Brabant.

Ad 1. Dit platform, in samenspraak met het veld wordt besproken welke vorm hiervoor het meest geschikt is (bijeenkomsten, expertmeetings, een Brabant kennisnetwerk, een website of anders), zorgt voor kennis en zichtbaarheid over internationaal werken. Vaak heeft het Impulsgeldenprogramma van de provincie (dat een bijdrage levert aan innovatie van de culturele sector) al bijgedragen aan internationaal werken. We willen meer zicht op hoe internationaal de culturele sector al is. Uit een recente inventarisatie die Kunstloc uitvoerde blijkt dat de behoefte van de culturele sector is gericht op kennisdeling, een gids of intermediair richting internationale subsidies. Daarnaast is het belangrijk dat internationalisering ook diep indaalt in het culturele eco-systeem van de regio en dus de steden. Residencies (in iedere stad en in de ommelanden) zijn daarvoor een goed instrument. Daar verbinden we internationale kunstenaars die we uitnodigen met specifieke voor de omgeving relevante opgaven, mogelijk ook in relatie tot andere beleidsdomeinen. Een mogelijkheid die we ook nadrukkelijk verkennen is om deze internationale residencies te verbinden met de opgave tot inclusiviteit. Concreet denken we daarnaast aan:

- samenwerking met DutchCulture in het vormgeven van het kennisplatform, met daarin mogelijk het faciliteren van een matchmaker voor internationale samenwerking;

- verstevigen van netwerk AIRBrabant (zie ook: https://witterook.nu/artikelen/introducing-air-netwerk-brabant/), ook in samenwerking met DutchCulture (Transartists);

- verstevigen samenwerking met Vlaanderen (met partners De Buren en het project Grensverleggers) en Duitsland. We onderzoeken of we agencies ter plekke moeten faciliteren, of betrekken mensen en/of organisaties die al ter plekke zijn;

- De belangrijkste uitkomsten uit het kennisplatform kunnen in deze proeftuin direct omgezet worden (al dan niet als pilot voor de nieuwe cultuurplanperiode) in activiteiten zoals op het nationaal aanbod aanvullende werkbeurzen, het internationaliseren van talentontwikkeling, ondersteuning voor programmering, matching voor internationale coproducties, kennisvouchers voor subsidieaanvragen, werkbezoeken, culturele missies, enzovoort.

Page 40: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

40

Ad 2. Hier werken we samen met Brabant C, het investeringsfonds voor internationale kunst en cultuur. Het BrabantC-fonds speelt een rol in het mogelijk maken van een sprong naar internationale podia en programma’s. Onder andere Dutch Design Week, Woo Hah, Festival Boulevard, November Music, So What’s Next en Breda Photo hebben dankzij een bijdrage van Brabant C hun internationaal programma op een hoger plan gebracht, waardoor ook meer internationale bezoekers getrokken worden. We onderzoeken best practices en bekijken hoe we deze lijn in beleid en in de sector voort kunnen zetten in de nieuwe cultuurplanperiode. Daarnaast kijken we welke culturele organisaties en instellingen deze sprong ook kunnen maken. Concreet denken we daarnaast aan:

- een internationale marketingstrategie (met dito instrumenten), waarbij het in elk geval makkelijk wordt gemaakt om internationale influencers en (vak)journalisten in te zetten.

Ad 3. Meer inwoners van Brabant met een internationale achtergrond naar kunst en cultuur. Als we willen dat culturele organisaties, makers en werknemers meer vanzelfsprekend aan inclusiviteit werken dan vraagt dat om een begin bij ons eigen beleid: inclusiviteit is een werkwoord. We stimuleren dat makers met een internationale achtergrond, sterker een onderdeel worden van de dagelijkse culturele ecosystemen in onze regio en de steden. We willen in de proeftuin twee doelgroepen direct benaderen. Concreet denken we daarnaast aan:

- betere informatievoorziening over en mogelijk een cultuurabonnement voor het culturele aanbod in de regio voor expats;

- specifieke pilots in co-creatie met nieuwkomers in onze provincie of via residencies met kunstenaars uit (ook niet westerse) landen. Dit levert ook nieuwe internationale samenwerking op (zie ook ad 1). De kennis die opgedaan wordt, wordt uiteraard gedeeld en meegenomen in 2021-2024.

Ad 4. We zijn ervan overtuigd dat, als we de internationale kracht van de culturele sector zichtbaar maken, 'de Brabander' ook trotser wordt op zijn makers en instellingen. We geven de inwoners van Brabant een duwtje in de rug bij het bezoeken van internationaal aanbod. En de makers en instellingen ondersteunen wij waar het gaat om het programmeren van dat aanbod. We brengen vraag en aanbod dichter bij elkaar. We gaan hiervoor uiteraard in gesprek met de culturele sector.

Page 41: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

41

Concreet denken we daarnaast aan: - het zichtbaar maken van hoe internationaal Brabant

is voor publiek. Dus zoals in spoor 1 voor de sector, maar dan voor het publiek. Mogelijk een campagne, maar kan ook op iets anders uitlopen;

- het tegelijkertijd faciliteren van dat aanbod. De proeftuin is een dynamisch proces waarbij we in de werkgroep in samenwerking met het veld bij het invullen van de hoofddoelen ook (tussentijdse) werkdoelen formuleren.

Waar vindt de proeftuin plaats?

In BrabantStad op verschillende locaties. In de partnergemeenten maar ook geintegreerd in de Brabantse culturele infrastructuur, inclusief ondersteuningsstructuur.

Wat is de planning van de uitvoering van de proeftuin

2019, Q2: Voorbereiding proeftuin, toetsing bij de culturele sector over opzet en uitwerking van de proeftuin 2019, Q2: Verwerken input en definitieve versie proeftuin 2019, Q3: Start 2019, Q4: Uitvoering 2020: Uitvoering 2020, Q2, Q3: Tussenevaluatie en voorlopige voorstellen toepassingen in beleid 2020, Q4: Tussenevaluatie en bijstellingen

Aan welke thema(‘s) van MOCW geeft de proeftuin invulling?

Ruimte voor makers en kunstenaars: In de proeftuin Internationalisering staan makers centraal. Wij realiseren ons uiteraard dat de maker niet in afzondering opereert. Daarom kiezen we principieel voor een verbinding met publiek en de zakelijke omgeving van de maker (culturele instellingen, maatschappelijke organisaties en bedrijven). Grenzeloze cultuur: Internationalisering draagt bij aan cultuur over de grenzen Inzet op internationaal publiek van buitenaf en van binnenuit (expats, nieuwkomers). Een sterke cultuursector: Internationalisering met daarin kennisdeling draagt bij aan versterking van de culturele sector. Internationalisering is onderdeel van ondernemerschap en een belangrijk onderdeel van de beroepspraktijk van makers en (hun) instellingen. Samenwerking tussen overheden: BrabantStad is een reeds langdurig formeel samenwerkingsverband tussen vijf steden en de provincie Noord-Brabant, waarbij de komende tijd ook nadrukkelijk de relatie wordt gezocht met andere gemeenten in Noord-Brabant en met landelijke partners (waaronder de Rijksfondsen en de ondersteuningsinstellingen uit de BIS)

Page 42: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

42

Aan welke discipline(s)/sector(en) besteedt de proeftuin aandacht?

Alle disciplines, crossovers en aanverwante disciplines.

Wat is de relevantie van het project voor de stedelijke regio (mede gelet op de identiteit)?

De stedelijke regio BrabantStad kenmerkt zich door (grootschalige) culturele evenementen, sterke merken en vele makers. Makers en culturele instellingen die in de stedelijke regio en lokaal geworteld zijn, geven in een recente inventarisatie aan niet zonder hun internationale samenwerkingspartners (contacten en netwerken) te kunnen. Het kenmerkt de provincie: de wereld is het speelveld. Er zijn optredens en coproducties die strekken van China tot New York en van Scandinavië tot Italië. Internationalisering en culturele uitwisseling zorgen voor nieuwe invloeden, kennis en beelden, stimuleren innovatieve en creatieve ontwikkeling en dragen bij aan ondernemerschap. Daarbij biedt de samenwerking en uitwisseling met de buurlanden Duitsland en België veel kansen voor makers. Ons taalgebied gaat over de landsgrens heen, doordat wij Vlaanderen als buren hebben. Door die unieke geografische situatie en de nauwe historische banden met Vlaanderen, is ons verspreidingsgebied en het potentiële publiek voor bijvoorbeeld een theatervoorstelling groter dan alleen Nederland. De demografische ontwikkelingen in Brabant laten zien dat steeds meer nieuwkomers, studenten, expats en andere professionals uit alle windstreken hier wonen en werken. Ook kent onze regio inwoners uit andere landen die langer geleden hier zijn komen wonen. Een rijker internationaal cultureel aanbod is daarom een noodzaak geworden. Daarvoor zijn economische motieven, culturele en sociale. De provincie en steden investeren in internationale samenwerking in beide richtingen. Het BrabantC-fonds speelt een belangrijke rol en maakt vaak een sprong naar internationale podia en programma’s mogelijk. Onder andere Dutch Design Week, Woo Hah, Festival Boulevard, November Music, So What’s Next en Breda Photo hebben dankzij een bijdrage van Brabant C hun internationaal programma op een hoger plan gebracht. Designers, beeldend kunstenaars, musici en theatermakers zijn veelvuldig op podia en festivals in het buitenland te vinden en hebben naam opgebouwd in professionele circuits. Kortom, internationalisering van de sector speelt een rol bij het verduurzamen en professionaliseren van de culturele sector, met een eigen regionale identiteit. Denkend vanuit internationalisering als speerpunt van deze regio kunnen we een grotere rol spelen in het landelijke beleid.

Page 43: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

43

Wat is de relevantie van het project voor andere stedelijke regio’s? Wat is het leereffect?

Voor alle vier de sporen geldt dat (onderdelen) uit de proeftuin over te nemen zijn door andere regio’s of dat andere regio’s bij onderdelen kunnen aansluiten. Voorbeelden:

• Kennisplatform (spoor 1) kan uitgebreid worden, of toegespitst op een andere regio en best practices van internationalisering van onze ecosystemen door residencies kunnen zichtbaar gemaakt en gedeeld worden.

• Innovatieve manieren van organisaties om internationale bezoekers te trekken op hun evenementen of activiteiten kunnen zichtbaar gemaakt en gedeeld worden (spoor 2).

• Pilots die we op dit vlak doen kunnen in dezelfde of aangepaste vorm door andere regio’s overgenomen worden (spoor 3).

• Spoor 4, meer Brabants bezoek voor internationaal aanbod, is weliswaar specifiek op de Brabantse inwoners gericht, maar de te hanteren strategieën zijn uitwisselbaar.

In Brabant doen we alles transparant. We delen daarom tijdens de proeftuin onze kennis, successen, minder succesvolle activiteiten en andere zaken, bijvoorbeeld via kleine werksessies met geïnteresseerden of een groter symposium. Een of meerdere sessies die specifiek gaan over grensregio’s om samen met andere grensregio’s kennis uit te wisselen ligt voor de hand.

Wat is de relevantie van het project voor de rijksoverheid? Aan welke landelijk knelpunt of ambitie levert het een bijdrage?

Versterking van de culturele infrastructuur in regio BrabantStad. In de algemene en sectoradviezen benoemt de Raad voor Cultuur (RVC) meerdere knelpunten die wij herkennen en waarvan we denken dat ze bij uitstek op regionaal niveau moeten worden aangepakt. - Beleid dichter op de regio ontwikkelen Internationalisering betekent in Brabant iets anders dan in de Randstad of op Rijksniveau. We willen met deze proeftuin laten zien dat beleid dichter op de regio ontwikkeld, voor de regio betere resultaten oplevert, uiteraard in samenwerking met landelijke partners. - Aandacht voor inclusiviteit en diversiteit We kiezen voor een brede definitie van internationalisering, die zich vertaalt in vier sporen, waarbij het ook gaat over de internationalisering van onze bevolking. - Versterking van de relatie tussen makers en publiek; een integrale benadering We kiezen expliciet voor een integrale aanpak, ook bij de focus op internationalisering. We werken vanuit het gehele ecosysteem, in de driehoek maker-instelling-publiek.

Page 44: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

44

- De valkuil van successen Het succes van ‘blockbusters’ dreigt de aandacht af te leiden van de kleinere bijzondere vormen van cultuur. Door onze aanpak van het thema internationalisering bieden we die vormen een betere positie en bieden we het publiek een spannend nieuw aanbod. - Verrijking en verbreding van het onderzoek Waarde van Cultuur Via een voor Nederland uniek monitoringsinstrument meten we veel diepgaander dan de regionale cultuurindex wat de stand van zaken is van de culturele infrastructuur. Ervaringen die we graag delen met andere regio’s en het rijk – dat gebeurt op dit moment al.

Wat is de relevantie van het project voor de cultuursector?

Alle sporen samen zijn relevant voor de sector omdat deze proeftuin:

• internationalisering als onderdeel van cultureel ondernemerschap versterkt;

• internationaal werken makkelijker en laagdrempeliger maakt (zowel qua kennis als financieel);

• de positie van makers binnen de driehoek maker-instelling-publiek versterkt;

• samenhang in het culturele ecosysteem in de regio verstevigt;

• meer publiek in de regio oplevert.

Wat is de relevantie van het project voor het publiek (mede gelet op publieksonderzoek)?

Alle sporen samen zijn relevant voor het publiek omdat deze proeftuin:

• het woon- en werkklimaat voor expats en nieuwkomers aantrekkelijker maakt

• de regio meer smoel geeft, waar publiek van profiteert – meer waardering voor de leefomgeving

• in de driehoek maker-instelling-publiek gewerkt wordt aan een meer inclusieve cultuursector

• internationale activiteiten van makers en culturele instellingen meer zichtbaar worden voor publiek

• Brabant een aantrekkelijke regio maakt voor internationale bezoekers.

Investering/kosten De investering in deze proeftuin bedraagt in totaal, voor alle

vier de sporen: €800.000. Zie boven voor meer informatie over deze sporen. Er staan geen harde schotten tussen deze budgetten.

1. Platform internationalisering (inclusief kennisdeling) voor de culturele sector: €300.000

2. Aantrekken van meer internationale bezoekers: €150.000

Page 45: Operationalisering ‘Brabant Maakt Het’ – inclusief ...regioprofielbrabant.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190613-Ope... · inclusief uitwerking proeftuin internationalisering

PLAN VAN AANPAK REGIOPROFIEL | cultuureducatie & cultuurparticipatie, talentontwikkeling, publiekswerking, internationalisering

45

3. Betrekken van internationaal publiek in Brabant (expats, nieuwkomers) bij het culturele aanbod: €200.000

4. Aantrekken van meer Brabants publiek bij internationaal aanbod in Brabant: €150.000

Financiering BrabantStad: €400.000

OCW: €400.000

In welk fonds kan de bijdrage gestort worden: het gemeentefonds of het provinciefonds? En welke gemeente of provincie is penvoerder?

Provinciefonds Penvoerder: Provincie Noord-Brabant

Wordt de bijdrage vanuit het Rijk uitsluitend als subsidie gebruikt (en niet ter facturatie)?

Ja.

Hoe en door wie wordt de proeftuin gemonitord?

Dit gebeurt door de ambtelijke en bestuurlijke taskforce BrabantStad, in samenwerking met het projectteam internationalisering (dat reeds van start is voor de uitwerking van de programmalijn in het algemeen). Parallel aan de verdere uitwerking wordt een monitoringsplan opgesteld waarin resultaten en effecten in beeld worden gebracht en impact wordt gemeten. Deze zal worden gebruikt voor tussentijdse aansturing en bijstelling en voor evaluatie in de loop van het tweede jaar, om ook beleidsinpassingen te kunnen maken voor de cultuurplanperiode 2021-2024. De uitkomsten van het onderzoek Waarde van Cultuur 2020 (onderdeel van het regioprofiel en al van start) worden hierbij betrokken, en resultaten van de monitoring kunnen verduurzaamd worden in het onderzoeksinstrument.

Opgesteld door + datum Taskforce BrabantStad – 5 april 2019