Openraam: Innoveren met businessmodellen

11
+ Innoveren met business modellen Een initiatief van Universiteit Antwerpen, KU Leuven-MRC (Materials Research Centre), Sirris (Collectief Centrum van de Belgische Technologische Industrie) en VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) met steun van EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en de Vlaamse regering.

description

Deze bedrijven getuigen over de stappen die ze hebben gezet op weg naar duurzaam materialenbeheer door nieuwe businessmodellen te hanteren. Hun ervaringen kunnen je inspireren om in je eigen bedrijf innoverend aan de slag te gaan.

Transcript of Openraam: Innoveren met businessmodellen

Page 1: Openraam: Innoveren met businessmodellen

+

Innoveren met business modellen

Een initiatief van Universiteit Antwerpen, KU Leuven-MRC (Materials Research Centre), Sirris (Collectief Centrum van de Belgische Technologische Industrie) en VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) met steun van EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en de Vlaamse regering.

Page 2: Openraam: Innoveren met businessmodellen
Page 3: Openraam: Innoveren met businessmodellen

Innoveren met business modellen: bedrijfscases

Deze bedrijven getuigen over de stappen die ze hebben gezet op weg naar duurzaam materialenbeheer door nieuwe businessmodellen te hanteren. Hun ervaringen kunnen je inspireren om in je eigen bedrijf innoverend aan de slag te gaan.

Dit document kwam tot stand binnen het project Openraam. OpenRaam heet voluit ‘Open raam op innova-tieve materiaaltechnologie voor een duurzaam Vlaams productielandschap’. Het is een project van Sirris (col-lectief centrum van de Belgische technologische industrie), KU Leuven-MRC (Materials Research Center), VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) en Universiteit Antwerpen-IMDO (Instituut voor Milieu en Duurzame Ontwikkeling). Met dank aan alle Openraam projectleden en Ria Jacobs in het bijzonder voor het samenstellen van de bedrijfsgetuigenissen.

Met de steun van EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en de Vlaamse overheid ondersteunden we bedrijven met innovaties in duurzamer materiaalgebruik of duurzame verwerking van materialen.

Denk aan het milieu en print dit document niet onnodig af.

Meer informatie over businessmodel innovatie vindt u in het boek Innoveren met Materialen (uitgegeven door LannooCampus) en op de Openraam website: www.openraam.eu.

+

Page 4: Openraam: Innoveren met businessmodellen

op product-dienstcombinatieIdentikit

Bedrijf: DS Textile Platform uit Dendermonde

Produceert/verkoopt: klassieke tapijten

Innovatie: heroriëntatie van tapijtproducent tot productgeoriën-teerde dienstverlener: productie, levering, terugname en recy-clage van tapijt uit biogebaseerde vezels

www.dstextileplatform.com

DS Textile Platform en SOMMER geven rode loper een groen imago

De textielindustrie was lange tijd een van de grootste werkgevers in Vlaanderen. Door de stijgende olie-prijzen en de dreigende schaarste zetten veel bedrijven in de regio vandaag volop in op kwaliteit eerder dan kwantiteit. De Saedeleir (DS) Textile Platform uit Dendermonde heroriënteerde zich dan weer van tapijtproducent tot productgeoriënteerde dienstverlener. Het bedrijf zorgt niet alleen voor de levering en plaatsing van zijn kunststoftapijten, maar regelt ook de terugname en recyclage. Dat biedt nieuwe perspectieven voor het bedrijf zelf én voor duurzaam ondernemen.

In zijn twintigjarige bestaan heeft DS Textile via zijn busi-nessunit tapijt, SOMMER Needlepunch, heel wat exper-tise opgebouwd. Sinds 2008 produceert het bedrijf naast ‘gewone’ kunststoftapijten ook tapijten uit melkzuur of polylactic acid (PLA), via een licentieovereenkomst met het Amerikaanse Natureworks LLC. PLA wordt gewon-nen door de omzetting van suikers uit maïs en vormt de basis van duurzame biopolymeervezels. Een gebruikt PLA-tapijt kan door middel van chemische recyclage te-rug omgezet worden in PLA, waardoor er een gesloten cyclus ontstaat.

Cocreatie

Dat de tapijten van SOMMER Needlepunch recycleer-baar zijn, is op zich al goed nieuws. Bovendien kunnen biovezels een deel van de oliegebaseerde kunststoffen vervangen. Daarnaast kan het bedrijf extra diensten aan-bieden om klanten te helpen op een ecologisch verant-woorde manier van hun gebruikte tapijten af te geraken.

Zo verzorgt SOMMER Needlepunch niet alleen de opha-ling en de kostenberekening, maar zoeken medewerkers ook actief naar lokale partners om het recyclageproces uit te voeren. Een projectmatige begeleiding van a tot z dus.

Elk project betekent voor SOMMER Needlepunch ook een investering in kennis en innovatie. Het concrete ge-bruik van het product en de samenwerking met klanten laat toe om het tapijt en de bijbehorende diensten ver-der te ontwikkelen en zorgt voor de verdere verfijning van de ( juridische) omkadering van het hele proces. Hiertoe richtte DS Textile in 2010 een nieuwe business-unit op die gericht is op evenementen, namelijk Event Flooring Services (EFS). EFS biedt de klant beurstapijt aan, inclusief planning, (ver)leggen, wegname en recy-clage. EFS is een one-stop shop voor beursvloeren.

De Saedeleir Textile Platform zorgt voor de levering en plaatsing van zijn tapijten, maar regelt ook de terugname en recyclage.

Page 5: Openraam: Innoveren met businessmodellen

Overtuigd publiek Met meer dan twintig jaar ervaring in een geconcentreer-de markt als de beurswereld is SOMMER Needlepunch een bekende speler. Het bedrijf zet dan ook volop in op een persoonlijke benadering. SOMMER Needlepunch heeft verkooppersoneel ter plaatse in de belangrijkste expocentra en rekruteert ook doelgericht in deze markt.

Onder de klanten bevinden zich eveneens kleinere be-drijven die bewust bezig zijn met ecologie en die de ta-pijten veelal gebruiken op hun stand op handelsbeurzen. Ook hier zijn de lagere impact op het milieu en het bijko-mende servicepakket de belangrijkste verkoopargumen-ten.

Een bijkomend voordeel voor de klant zijn de lagere af-valverwerkingskosten. Bij een klassiek beurstapijt kun-nen deze oplopen tot 0,65 euro/m² (verwerking inclusief transport). Bij recycleerbaar tapijt is dit vaak minder dan de helft.

Strategische, lokale partners

Voor de recyclage van de gebruikte tapijten doet het be-drijf een beroep op strategische partners. Bij ‘gewone’ kunststoftapijten recupereren die ofwel de vezels uit de toplaag, ofwel verwerken ze het product tot granulaat door middel van smelting. Voor de chemische recyclage van PLA-tapijt en het opnieuw inzetten van het herwon-nen melkzuur rekent SOMMER Needlepunch op de ex-pertise van het gespecialiseerde chemiebedrijf Galactic in België.

Drievoudige inkomstenstromen

Het ophalen van de gebruikte tapijten en het transport tot bij de partners zorgt voor extra logistieke kosten. Die houdt DS Textile laag door lokale partners te zoeken voor de verwerking. Het uiteindelijke prijskaartje moet dus geval per geval worden bekeken. Dat geldt ook voor de inkomstenstromen. Die zijn drieledig, want naast de verkoop van het tapijt is er ook het dienstenpakket en de verkoop van het recyclaat. Hierin spelen de lokale mogelijkheden, het volume en de logistieke kosten een belangrijke rol. Maatschappelijke impact

Het vernieuwde businessmodel is een belangrijke im-puls voor de optimalisatie van recycleerbare en bioba-sed-tapijten en het besparen op fossiele brandstoffen. De koppeling met het servicepakket kan bovendien een bron van inspiratie zijn voor de tanende textielindustrie in West-Europa. Ondertussen bouwen DS Textile en SOMMER Needle-punch hun ecologische activiteiten verder uit. Momen-teel onderzoekt het bedrijf de mogelijkheid om klanten in de toekomst enkel voor het gebruik van het tapijt te laten betalen. Daardoor zou de controle over de mate-rialen en dus het recyclagecircuit volledig in handen ko-men van het bedrijf.

Page 6: Openraam: Innoveren met businessmodellen

op materiaalkringloop sluitenIdentikit

Bedrijf: Gyproc uit Kallo

Ontwikkelt: gipskartonplaten

Innovatie: hergebruik van gips uit gipskartonplaten via een strategisch partnerschap

www.gyproc.be

Gyproc bouwt duurzame gipskringloop uitDe gipskartonplaten van Gyproc zijn zo algemeen bekend dat de merknaam synoniem geworden is voor het product. Het Oost-Vlaamse bedrijf zet dan ook volop in op kwaliteit en innovatie, en kan uitpakken met producten die het wooncomfort aanzienlijk verbeteren. Ook op ecologisch vlak levert het inspan-ningen. Om het gips uit gipskartonplaten te hergebruiken in nieuwe platen ging Gyproc in 2008 een partner-schap aan met het Canadese recyclagebedrijf New West Gypsum Recycling (NWGR). Via een innovatief proces wordt in de installatie van NWGR het gips in de binnenste laag van de gipskartonplaat verpul-verd en gescheiden van de buitenste papierlagen. Het gewonnen gips kan meteen hergebruikt worden om nieuwe platen te maken waardoor er een gesloten materialencyclus ontstaat.

De inspanningen op ecologisch vlak leidden in 2011 tot het behalen van een zilveren Cradle to Cradle-certificaat voor de Gyproc-standaardplaat. Deze erkenning staat voor het gebruik van gezonde materialen in een gesloten kringloop. Dat houdt in dat het gips in principe quasi-oneindig kan worden hergebruikt zonder dat de kwaliteit ervan afneemt. Dit proces – en het groene gedachtegoed dat binnen het bedrijf leeft – vormt een belangrijk onder-deel van de toegevoegde waarde van Gyproc.

Aanvoer van gebruikte gipsplaten

Het sluiten van de kringloop impliceert een constante aanvoer van gebruikte gipsplaten of snijresten vanuit de productie-, bouw- en sloopsector. Gyproc heeft weinig of geen ervaring met de inzameling van gipsafval: het bedrijf spitst zich vooral toe op productie en distributie. Daarom ging Gyproc een partnerschap aan met NWGR, een Canadees bedrijf met jarenlange ervaring in de recu-

peratie van gips uit gipskartonplaten. Om de aanvoer te verzekeren zet NWGR samenwerkingen op met sorteer-bedrijven, containerparken en aannemers.NWGR levert inspanningen om deze ‘leveranciers’ te overtuigen om een zo zuiver mogelijke stroom aan te bieden. Door het hanteren van doordachte tarieven is het aanleveren van recycleerbaar gipsafval een voorde-lig en aantrekkelijk alternatief voor storten.Gyproc en NWGR staan overigens niet alleen met hun engagement voor een gesloten gipskringloop. Het gips-convenant is een samenwerkingsakkoord tussen de overheid (OVAM), de Belgische gipsindustrie (BLGV), de Vlaamse Confederatie Bouw en de federaties voor mi-lieubeheer (FEBEM) en sloop- en ontmantelingswerken (CASO). Het convenant heeft tot doel van gipsafval op-nieuw een grondstof te maken. Op die manier engage-ren de deelnemers zich voor de verdere groei naar maat-schappelijk verantwoord ondernemen in Vlaanderen.

Boven: NWGR verpulvert het gips van de gipskartonplaat en scheidt het van de buitenste papierlagen.Onder: Het gewonnen gips wordt door Gyproc hergebruikt in nieuwe platen.

Page 7: Openraam: Innoveren met businessmodellen

Cradle to cradle (C2C) als verkoopargument Klanten zoals particulieren en aannemers bereikt Gy-proc via de klassieke distributiekanalen van groot- en kleinhandel en doe-het-zelfketens en door te netwerken. Ook grotere bedrijven of overheidsinstellingen met een groen aankoopbeleid tonen steeds meer interesse in de C2C-gipskartonplaat.

Het kostenplaatje

De initiële investering om een recyclageproces voor gipskartonplaten op te starten is groot. Dankzij het sa-menwerkingsakkoord delen Gyproc en NWGR de kos-ten. De gesloten kringloop zorgt voor besparingen op de aankoop van grondstoffen, wat belangrijk is voor de economische haalbaarheid van het proces. En die kos-tenbesparingen zullen nog toenemen want de huidige 10 à 13% gerecycleerde gips per plaat wil Gyproc op termijn optrekken naar 20 à 25%.Bovendien blijven ook de transportkosten laag omdat NWGR gevestigd is op het bedrijventerrein van Gyproc en zo het transport van gerecycleerd gips over lange af-stand wordt vermeden. Daartegenover staat dat Gyproc traditioneel zijn meerprijs rechtvaardigt door te focus-sen op kwaliteit en een hoogwaardig duurzaam product aan te bieden. Recyclage-inspanningen en/of het beha-len van het zilveren C2C-certificaat hebben hierdoor niet geleid tot prijsstijgingen. Door de certificatie van zijn standaardplaat garandeert het bedrijf zijn afzetmarkt voor duurzame producten.

Impact op milieu, maatschappij en medewerkers

Met dit businessmodel wil Gyproc zich profileren als de innovatieve en duurzame bouwmaterialenproducent bij uitstek. Door de gipskringloop te sluiten vrijwaart het bedrijf niet alleen grondstoffen voor de toekomstige ge-neraties maar vermindert het ook de gipsafvalberg. Dat de medewerkers van Gyproc en NWGR trots zijn op hun bijdrage aan een kringloopeconomie hoeft dan ook niet te verwonderen.

Page 8: Openraam: Innoveren met businessmodellen

op sociale tewerkstellingIdentikit

Bedrijf: OKAZI uit Hasselt

Activiteit: verkoop van herbruikbare goederen

Innovatie: Flagbags, tassen gemaakt uit oude vlaggen

www.okazi.be

Hasseltse kringwinkel duurzaam met vlag en wimpel

Hasselt draagt duurzaamheid hoog in het vaandel. OKAZI, de Hasseltse kringloopwinkel, neemt dat zelfs vrij letterlijk. Vaardige handen verwerken er afgedankte vlaggen tot unieke designtassen en -zakken. Via deze ‘Flagbags’ krijgen niet alleen ongebruikte stoffen een tweede leven. Door laagge-schoolde medewerkers op te leiden en in te zetten stromen zij ook makkelijker door naar de reguliere arbeidsmarkt. Kortom, de Flagbag is een vlaggenschip voor een duurzaam businessmodel.

Jarenlang al slaat de stad Hasselt afgedankte vlaggen, die ooit gebruikt werden voor evenementen of campag-nes in het straatbeeld, op in een magazijn. Een poging om die vlaggen via De Kringwinkel OKAZI aan de man te brengen kende weinig succes. Tot de winkel met een origineel idee op de proppen kwam: de Flagbag.Uit de oude vlaggen met uiteenlopende motieven wordt een breed aanbod aan nieuwe stoffen voorwerpen ge-maakt: schoudertassen, toiletzakken, geldbeugels, noem maar op. Stuk voor stuk hebben ze een uniek design en zijn ze ontworpen door medewerkers van het naaiatelier van De Kringwinkel. Vaak is het logo van de stad Has-selt of van een specifiek evenement er nog herkenbaar op aanwezig. Dat verhoogt de verbondenheid aanzienlijk en maakt de Flagbags bovendien tot perfecte relatiege-schenken.

Hasseltse snit

Het productiecentrum van de Flagbags is het OKAZI-naaiatelier met sociale tewerkstelling. De werknemers

zijn opgeleid door de kostuummakers van de Virga Jes-sefeesten, de zevenjaarlijkse folkloristische optocht door Hasselt.Flagbag-artikelen vervaardigen is arbeidsintensief. Dit maakt ze relatief duur ten opzichte van gelijkaardige niet-duurzame producten. Daarom besloot OKAZI de producten niet in de kringwinkel zelf aan te bieden, waar bodemprijzen gangbaar zijn. Diverse alternatieve verkoopkanalen zorgen ervoor dat de Flagbags vlot hun weg naar afnemers vinden. De conceptstore Okazi kwa-draat bijvoorbeeld, een uitbreiding van de kringwinkel, waar soms ook tentoonstellingen plaatsvinden. Daarnaast duiken de Flagbags op bij diverse evenemen-ten. Het World Creativity Forum deelde bijvoorbeeld conferentietasjes uit van Hasseltse snit. Verder brengen ook museumshops en een specifieke onlineshop (www.flagbag.be) de creaties aan de man. Ook mond-tot-mondreclame speelt een rol: liefhebbers kunnen immers op bestelling een accessoire laten vervaardigen uit een bepaalde vlag.

Vaardige handen verwerken bij OKAZI afgedankte vlaggen tot unieke design Flagbags

Page 9: Openraam: Innoveren met businessmodellen

Succesvolle marktintroductie Om succesvol te zijn heeft een product ook een succes-volle marketingstrategie nodig. Daarvoor klopte OKAZI aan bij Hogeschool Limburg. Zij zetten enkele studenten aan het werk om een marketingtraject uit te stippelen.Afnemers vinden de voormalige vlaggen langs verschil-lende kanalen. Het brede klantensegment waarop de kringwinkel mikt, omvat zowel particulieren (afnemers via de conceptstore), het stadsbestuur (aanbieder van relatiegeschenken) als evenementorganisatoren (zoals het World Creativity Forum of de Virga Jessefeesten in Hasselt).

Maatschappelijke weerslag

Het arbeidsintensieve productieproces weegt op de kos-tenstructuur van het businessmodel. Bovendien vormt het vzw-statuut van de kringwinkel een extra beperking voor de commerciële mogelijkheden. Gelukkig heeft de ruime media-aandacht die de Flagbag te beurt is geval-len zowel de naambekendheid als het imago ervan een forse duw in de rug gegeven. Door zijn wagonnetje aan een rits stedelijke activiteiten te haken of dienst te doen als relatiegeschenk krijgt de Flagbag ook makkelijker toegang tot andere afzetkanalen.In een breder perspectief dan het pure businessmodel heeft het Flagbag-concept ook een maatschappelijke weerslag. Oude vlaggen kenden voorheen geen nieuwe bestemming. Door ze een nieuw leven te geven ontstaat er een interessant recyclageproces. Daarnaast vindt ook een belangrijke empowerment plaats van de werkne-mers: iedereen krijgt inspraak in het bedrijfsoverleg. Of hoe een kleinschalig project met vlag en wimpel kan sla-gen in zijn duurzame opzet.

Page 10: Openraam: Innoveren met businessmodellen

op industriële symbioseIdentikit

Bedrijf: Novidon uit Veurne

Ontwikkelt: hoogwaardig zetmeel voor technische toepassingen in onder andere de papierindustrie, de productie van behanglijm en de olie-industrie

Innovatie: verwerking en opwaardering van zetmeel uit rest-stromen

www.novidon-starch.com/nl/

Een voorbeeld van industriële symbioseNovidon, met vestigingen in Veurne (België), Nijmegen (Nederland) en Wrexham (Verenigd Konink-rijk) is gespecialiseerd in het verwerken en opwaarderen van neven- en reststromen van zetmeel. Het gaat om zetmeel dat vrijkomt bij de verwerking van aardappelen tot bijvoorbeeld frieten en chips. Novidon is een dochteronderneming van de Duynie Holding. Met zijn klanten en leveranciers als strategische partners zet het bedrijf in op duurzame samenwerking, waar alle partijen de vruch-ten van plukken.

Van zetmeel uit reststromen tot hoogwaardige toepassingen

B.V. Duynie werd opgericht in 1968 als leverancier van veevoeder op basis van bijproducten uit de voedingsin-dustrie. Het bedrijf bouwde al snel de nodige knowhow op om veehouders met gedegen advies bij te staan. Op vraag van de aardappelverwerkende bedrijven die zetmeelhoudende stromen aanleveren, ging Duynie op zoek naar hoogwaardige toepassingen voor die neven-stromen. Deze zoektocht leidde tot de opwaardering van het zetmeel voor technische toepassingen in onder meer de papierindustrie, de productie van behanglijm en als smeermiddel bij het boren naar gas en olie.Met dit technisch zetmeel kan Duynie zich richten op een nichemarkt die hogere marges oplevert dan de veevoe-dermarkt. Bovendien biedt de winning van aardappelzet-meel uit reststromen een aanzienlijk concurrentievoor-deel. Voordien werd de markt voor technisch zetmeel immers ingevuld door producenten van zetmeel uit hele (en dus duurdere) aardappelen. Het spreekt voor zich dat deze leveranciers liever focussen op meer rendabele zet-meeltoepassingen voor voeding.

Van Duynie tot Novidon

Duynie behandelt zijn aardappelverwerkende leveran-ciers als klanten en streeft daarom naar een hoogwaar-dige toepassing van hun zetmeelhoudende nevenpro-ducten. Zo vinden deze nevenstromen hun weg naar de papier- en olie-industrie en de behanglijmproductie. Uit deze toepassing is Novidon ontstaan, als dochteronder-neming van Duynie. Een overstap die gepaard gaat met een fikse stijging van de opbrengst.Aangezien het bedrijf wil voorlopen op de markt, kwam de nadruk op productie, R&D en productontwikkeling te liggen. Een innovatiestrategie waar niet alleen Novidon zelf maar ook zijn afnemers en materiaalleveranciers de vruchten van plukken. Het bedrijf zet namelijk flink in op cocreatie met zijn klanten én leveranciers, die als stra-tegische partners worden beschouwd.De productie van hoogwaardig zetmeel voor techni-sche toepassingen en de nodige ondersteuning bij de productontwikkeling voor nichetoepassingen zijn sinds 2004 ondergebracht in een aparte dochteronderneming, Novidon.

Raffinage (boven) en modificatie (onder) van zetmeel.

Page 11: Openraam: Innoveren met businessmodellen

Industriële symbiose: win-win De werking van Novidon is sterk verweven met die van de aardappelverwerkende bedrijven. Dat blijkt uit de lo-catie van de productieplants, die telkens de aanvoerstro-men volgt. Zo is de productiesite in Veurne niet toevallig gevestigd naast PepsiCo, het voedingsmiddelenbedrijf achter onder andere Lay’s Chips. Ook bestaat er een la-terale communicatie tussen de bedrijven, waardoor er niet alleen een samenwerking mogelijk is op het vlak van R&D, maar ook tussen andere afdelingen zoals de finan-ciële afdelingen en onderhoudsdiensten.Het resultaat is een win-winsituatie, zowel voor Novidon als zijn partners. De aardappelverwerkende bedrijven krijgen namelijk de best mogelijke verwaarding van hun nevenstromen, terwijl Novidon meer zekerheid heeft over zijn materiaalaanvoer. Bovendien geeft deze indus-triële symbiose meteen de aanzet voor andere synergie-en, zoals optimalisatie van het waterhergebruik.

Voordelen voor mens, milieu en economie

Het zetmeel uit reststromen vormt een alternatief voor de zetmeelproductie uit duurdere hele aardappelen. Hierdoor kunnen leveranciers van nevenstromen reke-nen op de meest hoogwaardige toepassing én op een hoger rendement. Bovendien zijn de eindproducten bio-logisch afbreekbaar als ze in het milieu terechtkomen (bijvoorbeeld bij olieboringen). Hoewel de verwerking van zetmeel voor technische toepassingen meer be-werkingen impliceert, kunnen er toch hogere marges behaald worden door de hogere productprijs in vergelij-king met veevoeders.De verdere verwerking van de reststromen creëert daar-naast ook arbeidsplaatsen. De zoektocht naar nieuwe toepassingen voor deze nevenstromen vereist behalve intensieve R&D ook de nodige technische opleidingen voor het commerciële personeel.Tot slot wordt ook de distributie geoptimaliseerd door-dat de locatie van de fabrieken gekozen wordt in functie van de aanvoerstromen.