OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend...

12
OPDRACHT STUDIO GLOBO BEZOEK OPEN VELD Jolien Felis 2SA3 Didactiek aardrijkskunde H. Verstappen

Transcript of OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend...

Page 1: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

OPDRACHT STUDIO GLOBO BEZOEK OPEN VELD

Jolien Felis 2SA3

Didactiek aardrijkskunde H. Verstappen

Page 2: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

Aangezien ik door familiale omstandigheden gewettigd afwezig was op de workshop van Studio Globo en het bezoek aan het Open Veld kan ik vragen 1 en 3 moeilijk beantwoorden. Ik gaf hier zo veel mogelijk mijn eigen invulling aan. 1. Reflectie workshop & bezoek Open Veld Studio Globo doet aan ontwikkelingssamenwerking, meer specifiek ontwikkelingseducatie. De workshop ‘Aan tafel’ steunt vooral op de pijlers ‘betrokken raken bij mens en milieu’ en meebouwen aan een duurzame en solidaire wereld’. De leerlingen van het secundair krijgen er het thema voedselzekerheid voorgeschoteld. Het feit dat wereldwijd 1 miljard mensen honger lijdt staat in schril contrast met de golf van obesitas in onze westerse samenleving. Deze workshop werd gemaakt voor de campagne van 11.11.11. rond recht op voedsel.

Je kan de leerling ook met een schuldgevoel of gewetenskwestie opzadelen. Maar Studio Globo blijft duidelijk niet bij de pakken zitten. De klas moet zich inleven in de hoofdrolspelers van het voedselsysteem. Leren op spelenderwijs. Ze krijgen antwoorden op vragen over ons wereldwijde voedselsysteem.

De leerlingen komen ook voor de vraag te staan hoe in 2050 9 miljard monden zullen moeten gevoed worden. En hoe kan dit op een duurzame manier? Zijn er alternatieven voor ons huidige productie- en consumptiemodel? Leerlingen maken kennis met actuele vernieuwende initiatieven.

Studio Globo benadert deze problematieken niet op een pessimistische of negatieve manier. Dat is vaak het probleem in de aardrijkskunde. Hoe vaak ging ik vroeger niet het klaslokaal buiten met een negatief gevoel omtrent wereldproblematieken. Je krijgt te vaak het gevoel dat er geen oplossingen meer voor handen zijn of dat deze niet meer haalbaar zijn.

Bij het verdiepen in de teksten op de website van Studio Globo krijg ik een positief gevoel. Spontaan bedenk ik de leuze: ‘We hebben maar één wereld, we kunnen er dan maar ook beter het beste van proberen te maken.’. Ook het feit dat Studio Globo mikt op verschillende doelgroepen vind ik positief. Je kan niet vroeg genoeg beginnen met ontwikkelingseducatie maar je mag er ook niet te vroeg mee stoppen. Als leerkracht Aardrijkskunde zou ik zeker zo’n workshop of vorming in mijn school aanbevelen. Het is niet de zoveelste film die leerlingen zien over honger in Afrika of de boskap in het Amazonewoud. Al spelend leren de leerlingen bij omtrent wereldproblematieken en ontwikkelingssamenwerking en dat is voor mij de beste manier om zo’n gevoelige thema’s aan te pakken.

Page 3: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

Lekkere, verse, liefst nog biologische groentjes… Wie heeft er dat niet graag op z’n bord? In de winkel is het maar uit de winkelrekken te nemen en in de kar te leggen. Maar kopen we wel de juiste groentjes in het juiste seizoen? En van waar komen die dan? Die aardbeien in de winter kunnen toch onmogelijk van de boer om de hoek komen? Het is goed je leerlingen bij te brengen dat niet aardbeien in de winter niet zo maar van bij de boer om de hoek komen. Er gaat ofwel een energieverslindend productieproces of een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan. Ze kunnen ook samenwerken zonder dat het milieu aan het kortste eind trekt. Het Open Veld is een positief alternatief. Leuk ook om met je leerlingen te bezoeken. Hoewel ik er niet bij was kan ik me boer Tom zo inbeelden. Een boer met een groot hart voor de natuur en het milieu. En voor andere mensen natuurlijk. En hoe kan je als consument en mens niet warm lopen voor zulke projecten? Hoe meer ik las over ’t Groen(t)e Hart van Sigrid en Wim (zie laatste opdracht) hoe meer ik zelf zin kreeg om elke zondagochtend m’n groentjes te gaan oogsten op het veld.

Open Veld is een transparant systeem waarbij de boer EN de consument voordeel uit haalt. Ook de band tussen de producent en de consument vind ik iets positief. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld zelf aan de slag gaan bij een bezoekje aan een CSA-boerderijproject. Ze kunnen helpen zaaien of oogsten en er daarna op school misschien een maaltijd mee maken. Door deze uitstap te organiseren voor de studenten van de lerarenopleiding zijn ook zij veel bewuster geworden. Als leerkracht aardrijkskunde heb je volgens mij de taak om leerlingen te wijzen op de problematiek maar vooral om met een positief alternatief op de proppen te komen. En dit is daar zeker een voorbeeld van. Als leerlingen zou ik hiervan onder de indruk zijn. Meer dan enkele foto’s bij een theorieles in de klas.

Page 4: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

2. Vijf leerplandoelen aardrijkskunde (VVKSO) aansluitend bij workshop + bezoek Open Veld 1ste graad 4.12 Landbouwlandschappen (5 lestijden) Onder bodemgebruik verstaan we gewassen, weiden, serres, stallen. Onder landbouwtypes verstaan we akkerbouw – veeteelt (intensief/extensief), gemengde landbouw en tuinbouw. Bosbouw wordt niet als een landbouwtype beschouwd. De bedoeling van het teeltdiagram is om het landbouwtype te kunnen afleiden. Zo zal in een regio met intensieve veeteelt ook veel oppervlakte ingenomen worden door akkers. Via een teeltdiagram kan achterhaald worden dat het vooral om voedergewassen gaat (zoals maïs) die er verbouwd worden in functie van de veeteelt. Dit kan niet steeds vanuit een satellietbeeld of landschapsfoto afgeleid worden 3 In een gebied met fysische beperkingen in Europa het verband zoeken tussen landbouwtype en fysische omstandigheden. WENKEN Als introductie op dit themaonderdeel leiden de leerlingen de factoren af die de landbouw beïnvloeden: klimaat, reliëf, bodem en bevolkingsdichtheid. Deze intro-ductie kan vrij kort gehouden worden aan de hand van een onderwijsleergesprek. De leerlingen onderzoeken voor een gebied zonder landbouw welke factoren hiervan de oorzaak zijn. De leerlingen onderzoeken voor een gebied met beperkte landbouwmogelijkheden (bv. Alpen – Scandinavisch Hoogland – droge gebieden in het Middellands Zeege- bied) welk landbouwtype dan wel mogelijk is. De leerlingen situeren de bestudeerde landbouwvoorbeelden op een vereenvoudigde landbouwkaart van Europa. EINDTERMEN De leerlingen kunnen… 19 met voorbeelden illustreren dat weer en klimaat de plantengroei en de activiteiten van dier en mens beïnvloeden. 21 een landelijk landschap herkennen, beschrijven naar uitzicht en functies en eenvoudige observeerbare kenmerken ervan vergelijken met een landelijk landschap elders. 4 In een gebied met weinig fysische beperkingen (in Europa of België of de eigen leefruimte) het verband zoeken tussen landbouwtype, bedrijfsoppervlakte en bevolkingsdichtheid. WENKEN De leerlingen onderzoeken voor een gebied met weinig fysische beperkingen welke landbouwbeïnvloedende factoren zo gunstig zijn en de relatie tot het landbouwtype. Indien als gebied de eigen leefruimte wordt gekozen, dan ligt een excursie (met eventueel een bedrijfsbezoek) voor de hand. De leerlingen situeren de bestudeerde landbouwgebieden op een thematische kaart landbouw van Europa of België of de eigen leefruimte. EINDTERMEN De leerlingen kunnen… 19 met voorbeelden illustreren dat weer en klimaat de plantengroei en de activiteiten van dier en mens beïnvloeden. 21 een landelijk landschap herkennen, beschrijven naar uitzicht en functies en eenvoudige observeerbare kenmerken ervan vergelijken met een landelijk landschap elders.

Page 5: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

2de graad 4.1 Themaoverschrijdende doelstellingen 4.1.3 Actualiteit 3.2 De lokalisatie van aardrijkskundig relevante gebeurtenissen uit de actualiteit op de wereldreferentiekaart en op eenvoudige wereldkaarten aanduiden. WENKEN De geografie is in de actualiteit niet weg te denken. Dagelijks komen onderwerpen in het nieuws die met geografie gelinkt kunnen worden. Belangrijke gebeurtenissen (aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen …) kunnen (geografisch) geduid worden en een onderdeel van de les zijn. De leerlingen lokaliseren op een passende kaart de besproken gebieden. Bij die duiding is het niet de bedoeling om processen te verklaren (derde graad)

EINDTERMEN De leerlingen kunnen… ET2 bestudeerde regio’s en thema’s op eenvoudige thematische wereldkaarten situeren. 4.4 Verschillen tussen agrarische regio’s (9 lestijden) 3 (U) Door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen de relatie tussen klimaat, hydrografie, bodem, bevolkingsdruk en de agrarische mogelijkheden in een droogtegebied afleiden. WENKEN Hierbij kan gedacht worden aan de wisselwerking tussen de bevolkings- druk en de agrarische mogelijkheden van de Nijloase.

EINDTERMEN De leerlingen kunnen… ET2 bestudeerde regio’s en thema’s op eenvoudige thematische wereldkaarten situeren. ET3 aan de hand van voorbeelden horizontale en verticale relaties herkennen. ET4 de eigenheid van regio’s beschrijven aan de hand van natuurlijke en menselijke kenmerken. ET5 op een eenvoudige manier enkele fysisch-aardrijkskundige kenmerken van een bestudeerde regio verklaren. ET12 verbanden leggen tussen levenswijze, cultuur en leefmilieu. 5 (U) Door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen een agrarisch ontwikkelingsproject als oplossing voor een aantal (geografisch relevante) ontwikkelingsproblemen in een regio onderzoeken. WENKEN Acties rond Broederlijk Delen, 11.11.11, Vredeseilanden, Unicef, AZG … zijn ideaal om uitgewerkt te worden. De organisaties verschaffen meestal interessant didactisch materiaal.

EINDTERMEN De leerlingen kunnen… ET2 bestudeerde regio’s en thema’s op eenvoudige thematische wereldkaarten situeren. ET3 aan de hand van voorbeelden horizontale en verticale relaties herkennen. ET4 de eigenheid van regio’s beschrijven aan de hand van natuurlijke en menselijke kenmerken. ET5 op een eenvoudige manier enkele fysisch-aardrijkskundige kenmerken van een bestudeerde regio verklaren. ET12 verbanden leggen tussen levenswijze, cultuur en leefmilieu.

Page 6: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

3. 2 leerplandoelen + bijhorende lesfase met integratie van info uit workshop/bezoek Inhoudelijk + methodisch Motivatie keuze voor leerplandoelen UITGESCHREVEN LESFASE 1 Gekozen leerplandoel: 4 In een gebied met weinig fysische beperkingen (in Europa of België of de eigen leefruimte) het verband zoeken tussen landbouwtype, bedrijfsoppervlakte en bevolkingsdichtheid. WENKEN De leerlingen onderzoeken voor een gebied met weinig fysische beperkingen welke landbouwbeïnvloedende factoren zo gunstig zijn en de relatie tot het landbouwtype. Indien als gebied de eigen leefruimte wordt gekozen, dan ligt een excursie (met eventueel een bedrijfsbezoek) voor de hand. De leerlingen situeren de bestudeerde landbouwgebieden op een thematische kaart landbouw van Europa of België of de eigen leefruimte. EINDTERMEN De leerlingen kunnen… 19 met voorbeelden illustreren dat weer en klimaat de plantengroei en de activiteiten van dier en mens beïnvloeden. 21 een landelijk landschap herkennen, beschrijven naar uitzicht en functies en eenvoudige observeerbare kenmerken ervan vergelijken met een landelijk landschap elders. Motivatie keuze + link Ik vind het belangrijk om in de eerste graad, wanneer de leerinhoud er zich toe leent, deze zo veel mogelijk op de eigen leefomgeving toe te passen. Leerlingen maken kennis met een landbouwtype en bijhorende landbouwbeïnvloedende factoren. Hoe kan dit beter als met een excursie of bedrijfsbezoek zoals de studenten van de lerarenopleiding deden bij het bezoek aan Het Open Veld. Wanneer dit zou lukken zou ik dan ook opteren voor een CSA-boerderijproject. Zo’n bezoek is alleen een meerwaarde en doet niets te kort aan het behalen van het gekozen leerplandoel. Het gaat zelfs perfect samen. De leerlingen situeren en bestuderen de landbouwgebieden op voorhand in de klas op een thematische landbouwkaart van België of van de eigen leefomgeving. Zo trekken ze al met enige voorkennis naar het veld. Ook kunnen ze op voorhand in de klas al wat te weten komen over het type landbouw en de beïnvloedende factoren. Ter plaatse kunnen ze dan ook meteen zien dat waneer weer en klimaat de plantengroei negatief beïnvloedt dit niet onmiddellijk een ramp betekend voor de boer zelf. Bij het CSA-project worden de kosten en het risico samen gedragen. Leerlingen zouden aardrijkskunde moeten kunnen beleven. Dit is een ideale doelstelling om daarmee aan de slag te gaan.

Page 7: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen KRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen & timing

Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

Verbanden leggen tussen uiterlijke kenmerken lanbouwbedrijf en landbouwtype. Illustreren dat weer en klimaat de oogst kan beïnvloeden. CSA in eigen woorden verklaren.

LESFASE 1

OLG - Landbouwtypes ♦! Wat zie je op deze afbeelding? ♦! Wat moet de boer hier doen? ♦! Welke producten levert hem dit op? ♦! Wat zegt de infrastructuur of de

fauna en flora over de soort landbouw?

♦! Waar komt deze soort het meeste voor?

OLG – Invloed klimaat ♦! Wanneer kan een oogst tegenslaan? ♦! Wat zijn daar dan de oorzaken van? ♦! Wat zijn de gevolgen voor de oogst? ♦! Wat zijn de gevolgen voor de boer? ♦! Voelt de consument dit? INDIVIDUEEL – Artikel LLN lezen artikel i.v.m. CSA-boerderijprojecten uit leefomgeving. ♦! Wat zijn de voordelen voor de boer? ♦! Wat zijn de voordelen voor de

consument? ♦! Zijn er nadelen? ♦! Wat nu als de oogst mislukt?

PPT dia 1 t.e.m. 5

Artikel CSA

LANDBOUWTYPES: -! tuinbouw -! akkerbouw -! veeteelt

INVOED WEER EN KLIMAAT:

-! oogst mislukt -! boer krijgt financiële problemen -! er wordt meer ingevoerd -! wind/regen/temperatuur bepalend voor

hebben van een goede oogst CSA:

-! boer heeft vast inkomen -! boer en consument delen in schade bij

tegenvallen oogst -! korte keten -! milieuvriendelijk

Page 8: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

UITGESCHREVEN LESFASE 2 Gekozen leerplandoel: 5 (U) Door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen een agrarisch ontwikkelingsproject als oplossing voor een aantal (geografisch relevante) ontwikkelingsproblemen in een regio onderzoeken. WENKEN Acties rond Broederlijk Delen, 11.11.11, Vredeseilanden, Unicef, AZG … zijn ideaal om uitgewerkt te worden. De organisaties verschaffen meestal interessant didactisch materiaal.

EINDTERMEN De leerlingen kunnen… ET2 bestudeerde regio’s en thema’s op eenvoudige thematische wereldkaarten situeren. ET3 aan de hand van voorbeelden horizontale en verticale relaties herkennen. ET4 de eigenheid van regio’s beschrijven aan de hand van natuurlijke en menselijke kenmerken. ET5 op een eenvoudige manier enkele fysisch-aardrijkskundige kenmerken van een bestudeerde regio verklaren. ET12 verbanden leggen tussen levenswijze, cultuur en leefmilieu. Motivatie keuze + link Ik vind het heel belangrijk dat scholen iets doen rond acties van NGO’s zoals Broederlijk Delen, 11.11.11, Unicef, …. Leerlingen zien zo vaak de grote banners of posters van acties of kopen in het beste geval een bekertje soep op school ten voordele van zo’n actie maar weten ze eigenlijk waar het allemaal echt om draait? De workshop ‘Aan tafel!’ van Studio Globo is een prachtig medium voor scholen. Maar wat als je daar niet de kans toe krijgt? Je kan zelf enkele lessen wijden aan zo’n actie of het spelen van een spel i.v.m. de problematieken waar zo’n sensibiliserings- en ontwikkelingsactie om draait. Veel van zulke NGO’s en stichtingen bieden een hoop gratis educatief materiaal aan voor leerkachten en leerlingen. Daar kan je dan mee aan de slag. De leerlingen leren zo een aantal oplossing voor ontwikkelingsproblemen te zoeken, relaties te legen tussen de problematieken en de regio’s. Fysisch-aardrijkskundige kenmerken van deze regio’s verklaren en verbanden leggen tussen levenswijze, cultuur en leefmilieu.

Page 9: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen KRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen & timing

Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

…verklaren dat het voedselprobleem geen probleem is van te weinig voedsel, maar van een slechte verdeling ervan.

…de oorzaken i.v.m. de voedsel-problematiek in eigen woorden weergeven.

LESFASE 1 onderzoek + verwerking ‘ 35 min

De wereld produceert voldoende voedsel voor 1,5 keer de wereldbevolking. Toch gaat 1 op 8 mensen met honger naar bed. Dat is schandalig, maar tegelijk hoop-gevend. Want met veel goede wil en de nodige politieke druk kan er veel veranderen. OLG - voedselproblematiek ♦! Wat is volgens jullie de oorzaak van het

feit dat 1 op de 8 mensen ter wereld elke dat naar bed gaat met honger?

♦! Het is geen kwestie van te kort, wat loopt er dan fout?

♦! Wat kunnen wij/zij daaraan doen? HOEKENWERK – actie 11.11.11 4 groepen onderzoeken elk een andere oorzaak van dit onrecht. Aan de hand van de informatie die jullie verzamelen, stellen jullie ieder het probleem voor aan je klasgenoten, in de vorm van een eis of vraag aan de minister. LKR deelt LLN in in 4 groepen LLN gaan aan de slag. In de hoeken liggen kaartjes, krantenartikels en getuigenissen rond 4 verschillende thema’s die te maken hebben met deze problematiek.

-! PC’s/tablets -! Krantenartikels -! Getuigenissen -! Kaartjes

4 THEMA’S HOEKENWERK: 1.! Voedselverspilling Jaarlijks: 1/3 van het voedsel weg gesmeten Verspilde eten heeft heel veel gekost aan energie, water, grond, …

2.! Voedselspeculatie, gokken met voedsel Voedsel = interessante belegging Banken ⇒ grote winsten door te gokken met grondstoffen rijst, soja, … Voedselprijzen stijgen + worden onvoorspelbaar 3.! Landroof Toegang tot land & water = essentieel voor voedselproductie Toegang wordt bedreigd (mega-investeerders) Gevolgen: -! Kleine boeren worden onteigend -! Armoede & honger -! Werkloosheid 4.! Duurzaam voedselbeleid, klimaatverandering Landbouw = 15% jaarlijkse uitstoot broeikasgassen Productie meststoffen en gewassen dragen bij tot klimaatverandering Boskap voor extra plantages Transport van voedsel naar supermarkt …

Page 10: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

Aan de hand daarvan maak je een korte presentatie voor je medeleerlingen waarin je het probleem kadert. Je kan ook gebruik maken van het internet. Je krijgt hiervoor 15 minuten. LKR begeleidt de groepjes individueel. De groepjes stellen elk hun thema voor voor de klas. HERHALING – klassikaal LKR herhaalt de problematieken en licht de actie van 11.11.11 toe.

Bijlagen: (ZIE EXTRA PDF) Kaartjes Krantenartikels + getuigenissen

Page 11: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

4. Artikel ‘Landbouw in stedelijke omgeving’ Initiatieven eigen leefomgeving: ’t Groen(t)e Hart - Halle Wim en Sigrid zijn de bedrijfsvoeders van ’t Groen(t)e Hart in Halle. Zo’n 20 km van mijn woonplaats, net buiten mijn leefomgeving eigenlijk. Halle is een vrij grote, dichtbebouwde stedelijke omgeving. Bedrijven als ’t Groen(t)e Hart worden dan ook (zie artikel) gelinkt aan een zeer stedelijke invloedsfeer. Wim en Sigrid zijn beiden natuurliefhebbers en dromen ervan zelf en met anderen een stap dichter bij de natuur te kunnen leven. Het is hun doel om mensen terug voeling geven met hun voedsel (hoofdzakelijk groenten en fruit). In de Vredelaan in Lembeek (deelgemeente van Halle) bewerken zij hun veld. Ook Wim en Sigrid zijn aangesloten bij CSA netwerk VZW en werken vanuit de ideeën van Community Supported Agriculture. Om mensen op de hoogte te brengen van hun project creërt ’T Groen(t)e Hart ontmoetingskansen voor de deelnemers via educatieve momenten, boerderijfeesten en meewerkdagen. Ook organiseren zij, net zoals het bezoek van de UCLL aan Het Open Veld, educatieve momenten.

Het$Nieuwsblad$december$2014

De deelnemers, de leden van Het Open Veld, oogsten zelf op het veld hun groenten en fruit. Ze worden per mail op de hoogte gehouden van wat er allemaal te oogsten valt. Het volledige overzicht is ook steeds op hun site te raadplegen. Op het veld zelf wordt alles aangeduid met vlagjes. Geen vlagje of rood vlagje wil zeggen ‘niet oogsten’. Op percelen met een geel vlagje mag je slechts beperkt oogsten. Waar een groen of een wit vlagje hangt mag geoogst worden volgens ieders verbruik. De prijzen voor 2016 liggen al vast. Voor een volwassen persoon bedraagt de prijs 270 euro voor een kind betaald met de leeftijd maal 12.

Page 12: OPDRACHT STUDIO GLOBOaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...een zeer vervuilend transport aan tevoren. Mens en milieu moeten niet altijd lijnrecht tegenover mekaar staan.

Lekkers uit het Pajottenland Verder vind je ook veel boerenmarkten en gewone plaatselijke ambachtsmarktjes terug binnen mijn leefomgeving. In mijn gemeente en in de omliggende gemeenten brengen landbouwers en hobbyboeren hun eigen producten aan de man op deze markten. Zowel groenten en fruit maar ook kaas, ijs en honing worden er verkocht. Ook op deze manier wordt er bijgedragen tot de vorming van een ‘korte keten’.

Deze markten maar ook verschillende hoevewinkels en winkels gebonden aan streekproducten worden gesteund door de organisatie ‘Lekkers uit het Pajottenland’. Deze CVBA is en productencoöperatie. Zij promoten boeren en verwerkers uit de streek en dragen zo ook bij tot een korte en duurzame voedselketen. Er worden banden gesmeed tussen boer en verbruiken en de consument krijgt een eerlijk product. En zo wordt ook de kloof tussen stad en platteland kleiner.