OP Orthopedagogie

51
STUDIE 66 OPLEIDINGSPROFIEL orthopedagogie

Transcript of OP Orthopedagogie

Page 1: OP Orthopedagogie

STUDIE 66

O P L E I D I N G S P R O F I E L

orthopedagogie

Page 2: OP Orthopedagogie

O P L E I D I N G S P R O F I E L

orthopedagogie

sector : sociale zorgstudiegebied : sociaal-agogisch werkberoep : gespecialiseerd opvoeder-

begeleider

Sectorcommissie Hogeschoolonderwijsvan de Vlaamse Onderwijsraad

D/1998/6356/5

De leden van de sectorcommissie zijninhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel.

De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out

Page 3: OP Orthopedagogie

INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

I N H O U D

HOOFDRUBRIEK 1: INLEIDING 11.1 Identificatie van het opleidingsprofiel 1

1.2 Opdracht 1

1.3 Ontwikkelingsproces 2

1.4 Legitimatie 2

HOOFDRUBRIEK 2: SITUERING VAN DE OPLEIDING 32.1 Gegevens uit de beroepenwereld 3

2.1.1 Beroepenstructuur 32.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen 42.1.3 Visie 4

2.2 Gegevens uit de onderwijswereld 42.2.1 Studiegebied, opleidingen en opties 42.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties 52.2.3 Diploma’s en getuigschriften 52.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de

opleiding 62.2.5 Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland 72.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteit in Vlaanderen 72.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen 92.2.8 Infrastructuur 92.2.9 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de

opleiding 102.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de

opleiding 102.2.11 Reële studieduur 102.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en

buitenland 11

2.3 Verantwoording van de opleiding 11

HOOFDRUBRIEK 3: HET OPLEIDINGSPROFIEL 123.1 De exacte benaming van de opleiding 12

3.2 De globale omschrijving van de opleiding 12

3.3 Het beroepsgericht opleidingsprofiel 143.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 143.3.2 Mogelijke taken in basisfuncties, geclusterd in taakgebieden 143.3.3 De concrete uitwerking van de vertaalslag 203.3.4 Verhouding theorie/praktijk 41

Page 4: OP Orthopedagogie

INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

3.3.5 Aandeel stagetijd 413.3.6 Niveau van de opleiding 41

3.4 Sleutelkwalificaties 41

3.5 De kern van het opleidingsprofiel 423.5.1 Eventuele verwantschappen met andere opties en opleidingen 423.5.2 Persoonsvorming 42

3.6 De maatschappelijk-culturele vorming 42

HOOFDRUBRIEK 4: DOELGROEPEN VAN HETAFGEWERKT OPLEIDINGSPROFIEL 44

HOOFDRUBRIEK 5: BIBLIOGRAFIE 45

HOOFDRUBRIEK 6: MEDEWERKERS 47

Page 5: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 1

H O O F D R U B R I E K 1 : I N L E I D I N G

1.1 Identificatie van het opleidingsprofielHet betreft het profiel van de opleiding “Orthopedagogie” binnen het studiegebied“Sociaal-Agogisch Werk”.

Het opleidingsprofiel is gebaseerd op het “Beroepsprofiel Gespecialiseerd Opvoe-der-Begeleider” (7.02.1997). Deze basistekst kwam tot stand in consensus tussenalle Vlaamse hogescholen met de opleiding Orthopedagogie. Dit gebeurde in deschoot van het O.O.O., de overleggroep opleidingen orthopedagogie. Hierin zetelengemandateerde vertegenwoordigers van alle Vlaamse opleidingen.

Het opleidingsprofiel werd opgemaakt binnen de “Sectorcommissie Opleidingspro-fielen Sociale Zorg”. Er werd een werkgroep ad hoc samengesteld eveneens be-staande uit gemandateerde vertegenwoordigers van alle Vlaamse Hogescholen meteen opleiding Orthopedagogie. Ook hier is er een consensus over de voorliggendetekst. Elke opleiding verrichtte trouwens een deel van het werk. De coördinatie vande werkzaamheden berustte bij Luc DE MEY (voorzitter van de overleggroep op-leidingen orthopedagogie en aangeduid als expert door de VLOR) en Ivan VanHulle (secretaris O.O.O.).

1.2 OpdrachtIn 1993 werd door de onderwijsoverheid een project opgestart om beroepsprofie-len, opleidingsprofielen en basiscompetenties in het hoger onderwijs te formuleren.Het beroepsprofiel is inmiddels klaar. Vervolgens diende de “vertaalslag” gemaaktnaar een opleidingsprofiel.

Het opleidingsprofiel is hoofdzakelijk gericht op vier doelgroepen: de hogescholenzelf, de (toekomstige) studenten, de overheid en het werkveld.Het opleidingsprofiel wordt door alle Hogescholen gedragen; het is een basisdocu-ment dat door iedereen onderschreven wordt. Bedoeling is dat de opleidingen or-thopedagogie er hun opleidingsprogramma op enten. Tevens vormt het een instru-ment met het oog op de kwaliteitsbewaking.De toekomstige student moet er voldoende informatie in vinden om zijn studiekeu-ze mee te helpen bepalen. Voor de studenten van de opleiding geeft het duidelijk-heid en verantwoording met betrekking tot het curriculum.De overheid zal dit opleidingsprofiel gebruiken bij de niveaubepaling en bij de her-ziening van de kwalificatiestuctuur.Voor het werkveld is het belangrijk te weten wat een beginnend beroepsbeoefenaaraankan. Er moet dan ook een duidelijke relatie zijn tussen het beroepsprofiel (detakenclusters) en de basiscompetenties.

Page 6: OP Orthopedagogie

2 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

1.3 OntwikkelingsprocesBij het opstellen van het opleidingsprofiel werd ervoor gekozen om dit niet te latendoen door één persoon maar door een commissie, samengesteld uit vertegenwoor-digers van alle Hogescholen die de opleiding Orthopedagogie inrichten.In de commissie zetelen departementshoofden, opleidingscoördinatoren en lecto-ren.Zij zorgden ervoor dat de verschillende teksten teruggekoppeld werden naar delectoren en praktijklectoren in de diverse opleidingen.Er werd vergaderd op 15/11, 18/12, 29/11/1996 en 2/3, 29/4, 28/5 en 25/6/1997.De heer J. van Ransbeeck (VLOR), de heer F. Vanderheeren (VLOR) en Mevr.Zaman (DVO) waren op uitnodiging van de werkgroep aanwezig op één van devergaderingen.

Op 25/6/1997 was er een conferentie waarop aanwezig, naast de sectorcommissiemet vertegenwoordigers van:− de hogeschoolbesturen− de studenten− het beroepenveld: directies, stafleden, gespecialiseerd opvoeders-begeleiders

allen zetelende binnen de departementale raad van de hogescholen die de oplei-ding inrichten

− de beroepsvereniging− het Kabinet Cultuur, gezin en welzijn

De volledige lijst der deelnemers is te vinden in bijlage 2.

1.4 LegitimatieIn oktober 1995 werden 54 werkgroepen door de Vlaamse minister van Onderwijsbelast met de ontwikkeling van beroepsprofielen, opleidingsprofielen en basiscom-petenties.

De Vlaamse Onderwijsraad organiseert het overleg en de Raad voor het Hoger On-derwijs ziet toe op de resultaten.

Page 7: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 3

H O O F D R U B R I E K 2 : S I T U E R I N G V A N D EO P L E I D I N G

2.1 Gegevens uit de beroepenwereld

2.1.1 BeroepenstructuurHet beroep situeert zich binnen “De Welzijnszorg”.De welzijnszorg dekt een brede waaier van activiteiten, diensten en organisaties.

In ruim 4.400 kleinschalige en grootschalige voorzieningen staat meer dan 74.000personeelskrachten dagelijks paraat.Het welzijnswerk is aanwezig op vele maatschappelijke terreinen zoals huisvesting,arbeid en tewerkstelling, onderwijs, justitie, vrijetijdsbesteding, woon- en leefom-geving.

De beroepskrachten vervullen sterk uiteenlopende functies: (gespecialiseerd) op-voeder-begeleider, maatschappelijk werker, ergotherapeut, bejaardenverzorger, ….Vaak vinden we deze mensen naast elkaar in complementaire taken; soms vervullenze dezelfde taken.

Een beschrijving van de beroepen die op een systematische en consistente wijze deinhoud, uitoefeningseisen en kenmerken van alle groepen die er werkzaam zijn ende functies die ze vervullen weergeeft, bestaat er vooralsnog niet in Vlaanderen.

Reeds lang wordt er door de Vlaamse Beroepsvereniging van Opvoeders geijverdvoor een statuut.

De wet van 29 april betreffende het statuut van gespecialiseerd opvoeder-begeleider werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20.04.1996.

♦ Hieronder enkele relevante artikelsArt. 1: Onder gespecialiseerd opvoeder-begeleider in de zin van deze wet wordtverstaan de houder van het in artikel 2 bepaalde diploma die door het gebruik vanspecifieke methodes en technieken, de persoonlijke ontwikkeling, de sociale be-wustwording en zelfstandigheid bevordert van personen die hij begeleidt of op-voedt. Hij oefent zijn beroep uit in een instelling of dienst of in de natuurlijke om-geving van de betrokken personen.

Art. 2: Niemand mag de titel van gespecialiseerd opvoeder-begeleider voeren in-dien hij niet in het bezit is van het door de Koning vastgestelde diploma dat is uit-gereikt na het door de Vlaamse Gemeenschap georganiseerd, gesubsidieerd of er-kend pedagogisch of sociaal hoger onderwijs met volledig leerplan korte type afde-ling orthopedagogie of voor sociale promotie…

Page 8: OP Orthopedagogie

4 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

2.1.2. Geraadpleegde beroepenprofielenHet Vlaamse beroepsprofiel gespecialiseerd opvoeder-begeleider (cf. supra).Het Nederlandse beroependomeinprofiel “Sociaal-Pedagogisch Werk” opgemaaktin 1996 door het NIZW (Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn).

2.1.3 VisieDe welzijnszorg dient erop gericht te zijn op een professionele manier diensten teverlenen teneinde het persoonlijk en maatschappelijk functioneren van mensen tebevorderen en daarbij belemmeringen op te heffen.Hierbinnen doet de gespecialiseerd opvoeder-begeleider aan hulpverlening aan per-sonen (verschillende leeftijden - in verschillende problematische situa-ties/handicaps - residentiële of ambulante context).

Die hulpverlening bevat aspecten van verzorging, opvoeding, begeleiding en ani-matie.

Het doel is de optimale ontplooiing van de persoonlijkheid. Een belangrijke dimen-sie hiervan is het zo zelfstandig mogelijk functioneren in de samenleving.

Dit gebeurt op een methodisch en deontologisch verantwoorde manier met colle-ga’s-teamleden binnen de context van een organisatie of dienst.

De persoonlijkheid van de opvoeder-begeleider staat centraal in zijn opvoeden/ be-geleiden.

Het uitgangspunt voor de hulpverlening is de hulpvraag van de cliënt/cliënt-systeem.Essentieel staan de groei- en funtioneringsbevorderende relaties die de gespeciali-seerd-opvoeder begeleider aangaat met mensen.De gespecialiseerd opvoeder-begeleider, als expert van het alledaagse leven is eencentrale figuur in de hulpverlening. Op een continue wijze geeft hij daadwerkelijkperspectief aan de ortho(ped)agogische hulpverlening.

Er zijn vergelijkenderwijze weinig of geen beroepen die zulke alomvattende, al ofniet langdurige, intensieve interactie met hulpvragers binnen hun onmiddellijkeomgeving inhouden.

Opleidingsniveau (Europese classificatie artikel 2, lid 2 31.7.85): niveau 4.Dit houdt in: een technische opleiding op hoger niveau. De kwalificatie omvat ken-nis en vaardigheden op hoger niveau. Deze kennis maakt het mogelijk op een auto-nome manier verantwoordelijkheid te nemen voor planning, leiding en beheer.

2.2 Gegevens uit de onderwijswereld

2.2.1 Studiegebied, opleidingen en optiesDe basisopleiding orthopedagogie is te situeren binnen het studiegebied “sociaal-agogisch werk”.Ze levert het diploma af van “gegradueerde in orthopedagogie”.Er zijn geen opties.

Page 9: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 5

2.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen, optiesEr zijn geen aanverwante studiegebieden. Aanverwante opleiding binnen het stu-diegebied “sociaal-agogisch werk” is de opleiding sociaal werk met diploma’s‘maatschappelijk assistent’ en ‘gegradueerde assistent in de psychologie’. Toch zijner ook substantiële verschillen (zie de desbetreffende opleidingsprofielen).

2.2.3 Diploma’s en getuigschriftenAfgeleverde diploma’s. Overzicht opgemaakt op basis van gegevens ter beschik-king gesteld door VLOR aangevuld met gegevens uit de opleidingen.

1970 11971 101972 271973 781974 76

IPSOC SPM Totaal1975 15 39 541976 25 57 831977 48 67 1151978 42 51 931979 52 45 971980 45 53 981981 53 48 1011982 69 49 118

Antwer-pen

Brabant WestVlaande-

ren

Oost-Vlaande-

ren

Limburg Totaal

m v m v m v m v m v83-84 14 78 - - 15 69 - - - - 29 143 17284-85 18 67 - - 22 59 - - - - 40 126 16685-86 18 87 - - 30 69 - - - - 48 156 20486-87 16 82 - - 16 63 - - - - 32 145 17787-88 15 81 - - 22 67 - - - - 37 148 18588-89 17 76 - - 29 54 - - - - 46 130 17689-90 13 48 - - 21 52 - - 4 36 38 136 17490-91 6 50 - - 8 39 5 10 7 35 26 134 16091-92 2 36 - - 10 36 2 16 3 31 17 119 13692-93 5 26 - - 10 37 2 21 6 20 23 104 12793-94 2 13 - - 13 35 5 20 4 35 24 103 12794-95 27 167 19495-96 46 213 259

Page 10: OP Orthopedagogie

6 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

2.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de opleidingMomenteel zijn er 6 opleidingen verspreid over alle Vlaamse Provincies.Uit de onderstaande gegevens blijkt duidelijk dat er de laatste jaren een sterke toe-name is van het aantal uitgereikte diploma’s.

Studiegebied sociaal-agogisch werk

♦ Overzicht studenten “orthopedagogie”

1993 - 1994 1° jaar 2° jaar 3° jaar TotaalIPSOC 112 61 50 223KIPSHO 130 69 39 238HIPSOGO 105 40 29 174SPM 54 33 16 103St.-Maria 80 45 25 150

Totaal 481 248 159 888

1994-1995 1° jaar 2° jaar 3° jaar TotaalIPSOC 113 72 56 241KIPSHO 172 78 54 304HIPSOGO 140 50 32 222SPM 80 27 29 136St-Maria 80 45 43 169

Totaal 585 272 214 1072Stijging 21,62%

1995-1996 1° jaar 2° jaar 3° jaar TotaalKatho-Ipsoc 139 63 71 273KHLIM 189 80 65 334HogeschoolGent

161 74 50 285

HPA 92 50 31 173KDG 121 39 45 204KVSHB-PARNAS

29 0 0 0

Totaal 731 305 262 1269Stijging 24,95%

1996-1997 1° jaar 2° jaar 3° jaar TotaalKatho-Ipsoc 129 89 69 287KHLIM 202 107 67 376HogeschoolGent SOAG

215 68 73 356

HPA 110 66 49 225KDG 126 57 37 220KVSHB-PARNAS

58 16 0 74

Totaal 840 403 295 1538Stijging 14,91%

Page 11: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 7

2.2.5 Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenlandSinds 1 januari 93 is er het vrije verkeer van personen (en diploma’s) in de Europe-se Gemeenschap.

Reeds in 86 werd een resolutie goedgekeurd in het Europese Parlement waarin ge-stipuleerd wordt:− het belang van het beroep van de opvoeder-begeleider (éducateur professionel

ou specialisé)− de noodzaak tot een specifieke opleiding op hoger of universitair niveau− de noodzaak tot Europese erkenning van het beroep

In alle landen van de Europese Gemeenschap vinden we een specifieke opleidingvoor begeleiders-opvoeders op het tertiair onderwijsniveau.Deze opleidingen zijn te situeren buiten de universiteit, ze zijn gekoppeld aan ofgeïntegreerd in de universiteit, ofwel zijn ze zonder meer universiteit.− Universitair onderwijs: Italië, Spanje en Portugal− Gekoppeld aan/geïntegreerd in universiteit: Duitsland (Fachhochshule)− Buiten universiteit: Frankrijk, Nederland, België

Voor zowat alle landen geldt een minimumduur van drie jaar.Nederland en Duitsland: 4 jaar

In Frankrijk is er een alternatief: de vierjarige opleiding is bedoeld voor personendie effectief werken als opvoeder en minimum 21 jaar oud zijn. Het programma enhet aantal uren is identiek met de driejarige basisopleiding.

Hieronder een schematisch overzicht van de toelatingsvoorwaarden en studieduurvan de vergelijkbare opleidingen in verschillende landen van de Europese Unie

GEGR. IN DE ORTHOPEDAGOGIE / EDUCATEUR SPECIALISE /SOCIAL PEDAGOGUE

Land Niveau DuurDuitsland Abitur + 5 jaar 3 jaarBelgië (Fr) Dipl. Sec ond. 3 jaarDenemarken Bac. of equivalent 31/2 jaarSpanje Bac 3 jaarFrankrijk Bac 3jaarFinland Alg diploma van ‘service social’ 3 (polytechnic) of 4 jaar (univ)Italië Maturita (19 j) 3 of 4 j (univ)Nederland Sec. Ond (17-18j) 4 jaarLuxenburg Bac + 3j. ervaring 3 jaarPortugal Niveau bac (17-18 j) 3 jaarZweden Niveau bac 3 jaarEngeland 20-21 j 2 j

2.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in VlaanderenIn Vlaanderen zijn de meeste opvoeders-begeleiders tewerkgesteld in de Bijzonde-re Jeugdbijstand en de Gehandicaptenzorg.

In beide sectoren samen, werken ca 10.000 opvoeders-begeleiders.

Page 12: OP Orthopedagogie

8 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

In de residentiële en de semi-residentiële voorzieningen met personen met een han-dicap werken ruim 7.000 personen die tot het opvoedend personeel behoren.

In 1975 behoorden slechts 10% van de opvoeders-begeleiders tot klasse 1, tegen-over 70% tot het laagste kwalificatieniveau, nl. klasse 3.Nu is de situatie helemaal tegenovergesteld.

Uit heel recent onderzoek (1.01.1996 - Bron Onderzoek VVJG- verbond van voor-zieningen voor jeugd- en gehandicaptenzorg) blijkt:

Sector Bijzondere Jeugdbijstand - ca 1800 personeelsledenKlasse 1 62,58 %Klasse 2A 29,24%Klasse 2B 7,11 %Klasse 3 1,07 %

Sector Gehandicaptenzorg - ca 7000 personeelsledenKlasse 1 40,03%Klasse 2A 40,03%Klasse 2B 17,40%Klasse 3 2,53%

Ter verduidelijking:− Tot klasse 1 worden uitsluitend personen toegelaten die minstens houder zijn

van een diploma hoger onderwijs met pedagogische, sociale of paramedischeoriëntatie.

− Klasse 2A zijn de afgestudeerden met diploma Hoger Secundair Onderwijs-Bijzonder Jeugdzorg, en andere richtingen Hoger Secundair Onderwijs met so-ciale en paramedische oriëntatie. Klasse 2B zijn de afgestudeerden Hoger Se-cundair Onderwijs.

− Klasse 3 zijn de afgestudeerden met een diploma lager secundair onderwijs.

Over het aandeel afgestudeerden “gegradueerde in orthopedagogie” binnen Klasse1 bestaan er geen gegevens.In de aangeboden vacatures stellen we evenwel vast dat voor een opvoeder klasse 1doorgaans gevraagd wordt naar een “gegradueerde in de orthopedagogie”.

Ontegensprekelijk blijkt uit bovenstaand cijfermateriaal dat er een zeer duidelijkeen volgens ons onomkeerbare trend is tot professionalisering en kwaliteitsverho-ging.

De laatste twintig jaar heeft er in het orthopedagogisch denken en handelen eenenorme evolutie plaatsgevonden. Dit werd uitvoerig beschreven in het beroepspro-fiel van de gespecialiseerd opvoeder-begeleider.Er is enerzijds een uitbreiding in de breedte: allerlei nieuwe werkterreinen, van re-sidentiële naar semi-residentiële en ambulante voorzieningen, van autistische peutertot demente bejaarden.

Anderzijds constateren we een uitbreiding in de diepte: de gespecialiseerd opvoe-der-begeleider is dé spilfiguur geworden in de orthopedagogische hulpverleningmet een uitgebreid takenpakket t.a.v. de cliënt en het cliëntsysteem.

Page 13: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 9

2.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in VlaanderenIn Vlaanderen zijn er 6 opleidingen Orthopedagogie.West-Vlaanderen: 1 vrije school; Oost-Vlaanderen: 1 autonome school, Antwer-pen: 1 vrije school en 1 provinciale school; Limburg: 1 vrije school; Brabant: 1vrije school.

♦ KATHOKatholieke Hogeschool Zuid-West-VlaanderenDepartement IPSOCDoornikse steenweg 145, 8500 KortrijkTel.: 056/22 15 24 - fax. 056/21 58 03E-mail: Ipsoc-katho @ unicall.beDepartementshoofd: Luc De Mey, Opleidingscoördinator: Ivan Van Hulle

♦ KHLIMKatholieke Hogeschool LimburgDepartement Sociaal Agogisch WerkOude Luikerbaan 79, 3500 HasseltTel.: 011/28 82 70 - fax:.011./28 82 79Departementshoofd: Jan Colson, Contactpersoon opleiding: Henk Goovaerts

♦ Katholieke Vlaamse Sociale Hogeschool Brussel en Parnas DilbeekStationsstraat 301, 1700 DilbeekTel.: 02/466 51 51 - fax: 02/466 24 75Departementshoofd: Mia Sas, Opleidingsverantwoordelijke: Anne Van Schoor

♦ Karel De Grote HogeschoolOpleiding OrthopedagogieLovelingstraat 8, 2060 AntwerpenTel.: 03/.272 57 71 - fax: 03/272 05 44Departementshoofd: Piet Messiaen, Hoofd opleiding: Annie Thys

♦ Hogeschool van de Provincie AntwerpenDepartement Onderwijs en Sociaal-Agogisch WerkNerviërsstraat 5, 2018 AntwerpenTel.: 03/.281 00 55 - fax: 03/281 00 76Departementshoofd: Els Timmermans, Opleidingscoördinator: Johan Franck

♦ Hogeschool GentDepartement SOAGOpleiding OrthopedagogieVoskenslaan 270, 9000 GentTel.: 09/.242 42 42 -82 - fax: 09/.243 87 78Departementshoofd: Maurice Walgraeve, Opleidingscoördinator: Monique Pieters

2.2.8 InfrastructuurHieronder inventariseren we enkele typische en relevante elementen m.b.t. de infra-structuur van de opleiding orthopedagogie.

− voldoende ruime klaslokalen voor lessen in grote en kleine groepen− lokalen voor supervisie en individuele stagebesprekingen− aangepaste lokalen voor sport , creativiteit en expressie− een actuele bibliotheek met vakliteratuur (boeken en tijdschriften), met inter-

netaansluiting, sociale kaart, CD-roms

Page 14: OP Orthopedagogie

10 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

− computerklassen− lokaal voor hygiënische zorgen en EHBO− lokalen voor de typische orthopedagogische methoden en technieken, groeps-

werk

De basisopleiding wordt liefst niet geïsoleerd ingeplant maar georganiseerd in deonmiddellijke nabijheid van andere basisopleidingen uit het sociaal-agogisch stu-diegebied met het oog op uitwisseling van ideeën. De samenwerking met anderestudiegebieden kan inspirerend werken.

2.2.9 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de oplei-dingOp 1.02.1997 volgen 1538 studenten de opleiding “orthopedagogie”, verspreidover 6 opleidingen.

2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de oplei-ding volgens SO-vooropleiding, ervaring met HO, geslacht, leeftijd enstudieresultatenStudiegebied Sociaal-Agogisch Werk, Opleiding Orthopedagogie, 1996-1997 1°jaar

Spreiding volgens geboortejaarTotaal1.02.1997

man vrouw ASO TSO BSO KSO HObist

min 1jHOge-

volgd

1974en

ervoor

1975-

1976-

1977-

1978-

KATHO-IPSOC

125 36 89 46 76 3 0 19 22 1 5 12 49 58

HPA 118 24 94 57 50 8 3 6 46 7 11 26 37 33KdG 126 20 106 64 58 4 0 22 35 0 8 27 43 48KHLIM 201 49 152 79 116 5 1 24 51 8 9 36 80 68HogeschGent

206 48 158 82 111 10 3 32 69 8 4 44 95 55

Parnas 58 10 48 34 23 1 0 1 21 4 4 8 17 25Totaal 849 192 657 369 434 31 7 104 244 28 41 153 321 287

22,61%

77,38%

43,46%

51,11%

3,65%

0,82%

12,24%

28,73%

3,29%

4,82%

18,02%

37,80%

33,80%

2.2.11 Reële studieduurDe studieduur bedraagt 3 jaar.De reële studieduur bedraagt 3, 2032 jaar.Deze werd berekend door het gemiddelde studieduur te nemen voor de afgestu-deerden van alle hogescholen voor het academiejaar 95-96.Uit de gegevens van de opleidingsdoorlichting van de opleidingen orthopedagogieacademiejaar 1993 blijkt dat de gemiddelde slaagcijfers voor de opleiding als volgtliggen:

Eerstejaars Tweedejaars Derdejaars1990-1991 59% 83% 88%1991-1992 53% 88% 95%1992-1993 55% 84% 92%

Page 15: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 11

2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenlandDe opleiding orthopedagogie profileert zich duidelijk als een generalistische oplei-ding.Er is een basisopleiding voor alle taken en voor alle werkvelden uit het beroepspro-fiel.

Door de stage en het eindwerk ontstaat er wel een vorm van “specialisatie” maarhet is niet zo dat er speciale leerroutes uitgebouwd zijn.In een evolutie naar flexibiliteit, groeiende professionalisering en specialiseringbinnen een snel evoluerend werkterrein is dit ook niet wenselijk. Dit stelt de oplei-dingen wel voor de uitdaging om een posthogeschoolvormingsbeleid te voeren.

In Nederland dat een andere historiek kent (tot voor enkele jaren waren er diversespecifieke opleidingen voor specifieke functies: groepsbegeleider, sociotherapeut,activiteitenbegeleider. Er was een evolutie naar één generieke opleiding: Sociaalpedagogische hulpverlening.

2.3 Verantwoording van de opleidingIn de ortho(ped)agogische voorzieningen en diensten vinden we nog andere hulp-verleners. We denken hierbij aan de medicus, de orthopedagoog, de psycholoog, demaatschappelijke werker, de logopedist, de ergotherapeut, de kinesitherapeut, enz.Deze personen benaderen telkens de mens vanuit hun eigen invalshoek.

De gespecialiseerd opvoeder-begeleider heeft een specifieke professionele invals-hoek: hij benadert het kind, de jongere, de volwassene, de ouderwordende mens,als een persoon in ontwikkeling. Hij richt de focus op de totale persoon en op alleelementen van de complexe leefsituatie van de betrokkene. Hierbij beoogt hij deoptimale ontplooiing en de kwaliteit van het leven van de persoon.

Bovendien ligt het accent meestal op frequente en langdurige contacten in dagda-gelijkse situaties in de instelling of op de begeleiding in de eigen leefomgeving vande cliënt.

Het is vanzelfsprekend dat de gespecialiseerd opvoeder-begeleider steeds nauw zalsamenwerken met collega's en met andere personen of disciplines binnen of buitende voorziening.

In de functies met verantwoordelijkheid m.b.t. eigen medewerkers heeft hij duide-lijke managementtaken. We denken hierbij aan de functies van: eerste begleid(st)er,hoofdopvoed(st)er, hoofdbegeleid(st)er, opvoed(st)er-groepschef, directeursfunc-tie.

In onze tijd wordt van de professionele gespecialiseerd opvoeder-begeleider ver-wacht dat hij in staat is tot autonome beroepsuitoefening.

Zowel in eigen land als in de Europese context is er een brede consensus dat eenspecifieke opleiding van het niveau Hoger Onderwijs hiertoe noodzakelijk is.

Page 16: OP Orthopedagogie

12 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

H O O F D R U B R I E K 3 : H E T O P L E I D I N G S -P R O F I E L

3.1 De exacte benaming van de opleidingBasisopleiding : OrthopedagogieStudiegebied : Sociaal-Agogisch WerkDiploma : Gegradueerde in orthopedagogie

3.2 De globale omschrijving van de opleidingDe kern van de opleiding ligt niet alleen in het neutraal toepassen van wetenschap-pelijke inzichten en methodieken.De eigen creativiteit, ervaring , emoties, reflecties… kortom de ganse persoonlijk-heid van de opvoeder zelf is even belangrijk.

♦ Determinerende factoren van zijn opdracht zijn o.m.− Het uitgangspunt voor de hulpverlening is de hulpvraag van de client/cliënt-

systeem. Centraal staan de groei- en functioneringsbevorderende relaties die degespecialiseerd opvoeder-begeleider aangaat met mensen. Geen enkele metho-diek en ook geen enkel behandelingsplan kan de gespecialiseerd opvoeder-begeleider ooit ontslaan van de noodzaak altijd weer taxerend en tastend een ei-gen weg te zoeken. Niet zozeer de methodiek of de visie van de voorziening,maar ook de hulpvraag van de cliënt/cliëntsysteem geeft richting aan zijn han-delen.

− De gespecialiseerd opvoeder-begeleider, als expert van het alledaagse leven iseen centrale figuur geworden in de hulpverlening die op een continue wijze deortho(ped)agogische hulpverlening daadwerkelijk perspectief geeft. Er zijn ver-gelijkenderwijze weinig of geen beroepen die zulke alomvattende, al of nietlangdurige, intensieve interactie met hulpvragers binnen hun onmiddellijkeleefomgeving inhouden. De kwaliteit van het werk van de gespecialiseerd op-voeder-begeleider zit dan ook in de kwaliteit van het met elkaar leven.

Het handelen heeft, hoe doordacht ook, altijd een dialogaal karakter. Het omvat dusmeer dan het uitvoeren van in een zorgplan voorgeschreven verrichtingen. De ge-specialiseerd opvoeder-begeleider wordt geconfronteerd met de voor dit werk zotypische verwevenheid van beschikbaar zijn, handelen en er over reflecteren.Uit het voorgaande blijkt dat zijn verantwoordelijkheid zeer groot is.

Verantwoordelijkheid vormt dan ook het kernbegrip van zijn beroepsprofiel. Dezeverantwoordelijkheid moeten we wel opvatten als een impliciete opdracht, namelijkeen van binnenuit onderkennen en in vrijheid antwoord willen geven op de geïm-pliceerde opdracht. Verantwoordelijk handelen is handelen op een wijze dat ik mijngedrag tegenover een ander persoon of tegenover een bepaalde instantie kan recht-vaardigen.Het is een handelen waarin de bezorgdheid om de andere en de gemeenschapdoelmatig tot uiting komt. Verantwoord handelen staat gelijk met moreel handelen.

Page 17: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 13

Hulpverlening is in wezen slechts mogelijk via het opnemen van verantwoordelijk-heid, niet via de eenvoudige uitvoering van opgedragen opdrachten. Indien men ef-fectief resultaat verwacht van zijn optreden en men de noodzakelijke bereidheid totmedewerking en het vertrouwen van zijn hulpvrager en zijn omgeving wenst tekrijgen, zal men zijn handelen voortdurend voor hen dienen te verantwoorden. Dekern van het professioneel werken kunnen we dan ook omschrijven als "zorgvuldigte werk gaan".

Deze verantwoordelijkheid differentieert zich op een viertal domeinen, die we ver-der zullen concretiseren:− de verantwoordelijkheid ten aanzien van zijn cliënt: dit slaat op een verant-

woord wetenschappelijk en deontologisch handelen ten overstaan van de hulp-vrager

− de verantwoordelijkheid ten aanzien van zichzelf: de gespecialiseerd opvoeder-begeleider hanteert zichzelf als middel. Het is dan ook van essentieel belang dathij zichzelf kent en dit bewust hanteert

− de verantwoordelijkheid ten aanzien van andere medewerkers: eigen aan de op-dracht van de gespecialiseerd opvoeder-begeleider is dat hij steeds in een sa-menwerkingsverband met anderen staat

− de verantwoordelijkheid ten aanzien van het beleid: hiermee refereren we zowelnaar de organisatie als naar de samenleving

Deze verschillende functies zijn van mekaar te onderscheiden maar niet van elkaarte scheiden. Zelfhantering staat niet op zichzelf, maar dient gezien te worden in hetperspectief van de handelingsvragen die de cliënt en het cliënt-systeem stellen. Sa-menwerking is geen doel op zich maar staat ten dienste van de cliënt/cliëntsysteem.Het uiteindelijke perspectief blijft het welzijn van de cliënt/ cliëntsysteem, alles iszorgvrager-gericht en niet zorgverlener-gericht.

Het is van het grootste belang, bij het ontwikkelen van het beroepsprofiel en hetopleidingsprofiel van een gespecialiseerd opvoeder-begeleider, deze unieke hulp-verlener met zijn moeilijke en zeer specifieke opdracht in zijn totaliteit te benade-ren!

Deze verantwoordelijkheidsethiek vormt het kader waarbinnen wij een geordendeopsomming van taken plaatsen, die in het beroep van de gespecialiseerd opvoeder-begeleider kunnen aanwezig zijn.Het is duidelijk dat binnen dit kader deze taken niet bij elke gespecialiseerd opvoe-der-begeleider in de praktijk in even grote mate kunnen en moeten aanwezig zijn.

Een aantal factoren bepalen mede de accenten in de praktijk en dus ook in de op-leiding:− de verschillende soorten voorzieningen en settings waarbinnen gewerkt wordt− de aard en de complexiteit van de doelgroepen− de kenmerken van de cliënten zoals leeftijd, geslacht, problematiek− de specifiek functie van gespecialiseerd opvoeder-begeleider

Dit kader roept wel de vraag op om deze taken nader te omlijnen en om deze ver-antwoordelijkheidsdimensies gestructureerd te beschrijven. Ze vormen de aanzetvoor het opleidingsprofiel.

Page 18: OP Orthopedagogie

14 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

3.3 Het beroepsgericht opleidingsprofiel

3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielenWe geven hier alleen het onderdeel “taken” van het beroepsprofiel waarvoor devertaalslag werd gemaakt naar het opleidingsprofiel.De taken zijn genummerd om ze vlot terug te vinden bij de concrete uitwerking vande vertaalslag (3.3.2).

3.3.2 Mogelijke taken in basisfuncties, geclusterd in taakgebieden

3.3.2.1 Verantwoordelijkheid met betrekking tot de hulpvrager

In de verantwoordelijkheid van de gespecialiseerd opvoeder-begeleider ten aanzienvan de hulpvrager staan de integriteit en de uitgroei van de persoonskern van deandere centraal. Uitgaande van het beginsel dat ieders verantwoordelijkheid voorzichzelf zich situeert in zijn eigen persoonskern, moet men voor het dragen en uit-bouwen hiervan beroep kunnen doen op anderen die zijn persoonskern eerbiedigen,mee ondersteunen en helpen tot verdere ontwikkeling brengen. Het begrip "hulp-vrager" moet hier ruim geïnterpreteerd worden: de individuele cliënt en het cliënt-systeem.

De gespecialiseerd opvoeder-begeleider die aan zijn verantwoordelijkheid gestaltewil geven zal enerzijds zoeken naar methodisch verantwoord handelen, anderzijdszal hij ook trachten zijn handelen deontologisch te verantwoorden. Naast de ont-wikkelingsgerichte relatie begeleider-cliënt/cliëntsysteem treedt immers ook eensolidaire relatie van twee menselijke subjecten naar voor.

Hij kan zich hierbij laten leiden door een aantal beginselen:− Het beginsel van gelijkwaardigheid houdt in dat met iedereen op een evenwaar-

dige wijze wordt omgegaan.− Het beginsel van vrijheid impliceert het bevorderen van het maximum aan vrij-

heid voor anderen.− Het beginsel van de emancipatie impliceert inspraak en een zo groot mogelijke

zelfstandigheid in het beslissen over de aard van zijn engagement in de samen-leving.

− Het beginsel van waarachtigheid impliceert anderen de waarheid te vertellen.− Het beginsel dat alle levende wezens intrinsiek waardevol zijn.− Het beginsel van zelfontwikkeling doet appel op het verhogen van de mentale,

het fysieke en sociale welbevinden.− Het beginsel van privacy impliceert eerbied voor de persoon en het goed van

anderen.Vanuit deze beginselen trachten wij een aantal elementen in de taak van de gespe-cialiseerd opvoeder-begeleider te concretiseren:

1 Hij heeft kennis van de disciplines die de opvoeding, hulpverlening, begelei-ding en gedrag als object hebben: pedagogiek, orthopedagogiek, agogie, psy-chologie en weet de theorie hiervan te integreren in zijn opdracht.

2 Hij heeft kennis van de politieke, sociale, economische actualiteit, medische-en rechtswetenschappen en weet de theorie hiervan te integreren in zijn op-dracht.

3 Hij kent de brede maatschappelijke context van de hulpverlening: beleid,structuren, belangrijke regelgeving en weet de elementen hiervan te integre-ren in zijn opdracht.

Page 19: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 15

4 Hij heeft kennis van cultuurverschillen en kan deze hanteren in zijn hulpver-lening.

5 Hij heeft kennis van de courant voorkomende handicaps en de daaraan ver-bonden ortho-agogische benadering.

6 Hij weet op basis van vragen, behoeften, wensen en beperkingen van de hulp-vrager een bijdrage te leveren in het zoeken van het beste hulpaanbod.

7 Hij heeft kennis van de ortho(ped)agogische grondvormen en hanteert dezebewust en doelgericht: eten en drinken, verzorgen, spelen, feest vieren, aan-raken, er op uit trekken, werken, leren en praten om een groeibevorderendopvoedings/begeleidingsklimaat te creëren.

8 Hij beschikt over een aantal vaardigheden om een analyse te maken van eenprobleemsituatie: observatie, gesprekstechnieken, verzamelen en ordenen vangegevens en verslaggeving.

9 Hij kan bewust preventief werken in functie van de hulpvrager.10 Hij heeft aandacht voor het proces waarin de voorgeschiedenis, de huidige

interactie- en beïnvloedingspatronen en het perspectief voor de hulpvragereen plaats hebben.

11 Hij kan op basis van een analyse van de probleemsituatie of de hulpvraag een(be)handelingsplan mee opstellen waarin een aantal doelstellingen geformu-leerd worden voor de opvoeding/begeleiding op korte, en op langere termijn .

12 Hij kan de middelen, de route aangeven die hij nodig acht om deze doelstel-lingen te bereiken.

13 Hij kan op basis van een analyse van de doelgroep en/of situatie activiteitenprogrammeren, uitvoeren en evalueren en beschikt hiervoor over een aantalvaardigheden m.b.t. sport- en spel, bezigheid, animatie, expressie en creati-viteit en kan zodoende een gepaste sfeer creëren.

14 Hij kan gebruik maken van relevante diagnostische hulpmiddelen zoals ob-servatieschalen, zelfredzaamheidsschalen, checklists m.b.t. sociale vaardighe-den.

15 Hij kan op basis van een analyse van het natuurlijk milieu de interactie- enbeïnvloedingspatronen herkennen en er bewust mee omgaan in zijn begelei-ding.

16 Hij kan cliënten/bewoners in hun natuurlijke leefomgeving of in de leefgroepbegeleiden en daarvoor werkt hij systematisch, stelt hij prioriteiten, neemt hijtijdig een weloverwogen besluit, grijpt hij tijdig waar nodig in, kan hij impro-viseren en beschikt hij over probleemoplossend vermogen.

17 Hij kan een basissfeer creëren waarin de cliënten of het cliëntsysteem zeker-heid, veiligheid, regelmaat, geborgenheid, openheid en structuur ervaren.

18 Hij kan een individueel contact aangaan en slaagt erin door omgang met depersoon het vertrouwen te wekken voor de optimale ontplooiing van de per-soon.

19 Hij kan in relatie treden met de cliënt of het cliëntsysteem in functie van deandere en zijn hulpvraag.

20 Hij kan een relatie afbouwen in functie van doorstroming en nazorg organise-ren.

21 Hij weet de hulpvrager passend te begeleiden in de voorbereidende, uitvoe-rende en evaluerende fase van de hulpverlening.

22 Hij weet methoden te hanteren om de hulpvrager er toe te brengen vaardighe-den te willen en kunnen ontwikkelen om een eigen leven vorm en inhoud tegeven.

23 Hij kan processen, relaties en conflicten hanteren ten gunste van de cliënt ofhet cliëntsysteem.

24 Hij kan via zijn formele en informele contacten met het ruimere milieu van decliënt een bijdrage leveren in de ontwikkeling van de hulpvrager.

Page 20: OP Orthopedagogie

16 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

25 Hij kan programmeren, aanbieden, uitvoeren, toetsen, bijstellen, evalueren enaanpassen van activiteiten daarbij rekening houdend met het ontwikkelingsni-veau van de cliënt en de aard van de handicap.

26 Hij kan instaan voor het toedienen van de eerste hulp bij ongevallen en heeftaandacht voor de gezondheidstoestand van de hulpvrager, en kan de voor hemnoodzakelijke zorghandelingen stellen.

27 Hij kan begroten, budgetteren en budgetten beheren van de dienst en van zijnleefgroep.

28 Hij beschikt over een aantal attitudes zoals: aanvaarding van de andere zoalshij is, echte betrokkenheid aangaan met de andere en open staan voor de in-breng van anderen.

29 Hij tracht de hulpvrager inzicht bij te brengen in de eigen situatie, helpt hemin zijn ontwikkeling tot beslissingsvaardigheid en vermijdt alle overbodigevormen van macht.

30 Hij bezit pedagogisch gezag, dat hij gaandeweg tijdens het hulpverlenings-proces overdraagt op de hulpvrager en komt zo tot samenwerking met dehulpvrager.

31 Hij heeft aandacht voor groepsgericht en individugericht werken, verzorgingen activiteiten, structuur en empathie, afstand en nabijheid, confrontatie ennegeren, zelf dingen in handen nemen en verantwoordelijkheid geven.

32 Hij is in zijn handelen realiteits-, pro-actief, reactief, co-actief en communi-catief gericht.

33 Hij houdt rekening met het beroepsgeheim.34 Hij geeft zijn grenzen aan ten overstaan van de hulpvrager.35 Hij geeft de hulpvrager maximale informatie en inspraak met betrekking tot

de hulpverlening.

3.3.2.2 Verantwoordelijkheid met betrekking tot zichzelf

Eigen aan de inbreng van de gespecialiseerd opvoeder-begeleider is, dat hij in te-genstelling tot andere disciplines over geen eigen typisch en uitgebouwd instru-mentarium beschikt. Zijn voornaamste medium is zijn eigen persoonlijkheid. Dezepersoonlijkheid en haar ontwikkeling is geen gegeven, maar een continue opdracht.Bovendien is het inzicht in de eigen persoonlijkheid geen vanzelfsprekendheid envergt het vat krijgen op en het hanteren van de eigen persoonlijkheid het doorma-ken van een langdurig leerproces.

In deze zelfhantering zijn zelfkennis en inzicht in de eigen positie essentieel. Dezezelfhantering heeft zowel betrekking op de meer inhoudelijke aspecten, als op demeer formele aspecten van de persoonlijkheid. Opvoeders-begeleiders bieden nietalleen structuren aan, zij vormen zelf ook structuren voor hulpvragers. Hieruit volgthet belang van de eigen visie op mens en maatschappij, van de visie op zichzelf envan het onderkennen van de eigen dynamiek en deskundigheid.Wij trachten hieronder een aantal elementen op te sommen met betrekking tot dezezelfhantering voor de gespecialiseerd opvoeder-begeleider:

36 Hij is zich bewust van zijn eigen leefwereld en de invloed ervan op zijn han-delen als hulpverlener.

37 Hij stelt zich op de hoogte van de ontwikkelingen in zijn beroep, zowel opwetenschappelijk vlak als op maatschappelijk vlak in functie van zijn hulp-verlening en is zich bewust welke zijn visies zijn met betrekking tot de hulp-verlening.

Page 21: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 17

38 Hij heeft kennis van zijn eigen mogelijkheden, beperkingen en grenzen metbetrekking tot de hulpverlening en is zich bewust dat hijzelf het middel is inde relatie met de cliënt en hij weet welk gedragsmodel hij is.

39 Hij tracht zijn zelfkennis voortdurend te verdiepen, te vervolledigen en bij testuren, in functie van zijn hulpverlening en is zich bewust van de waarden vanwaaruit hij als persoon in de hulpverlening staat.

40 Hij tracht de dynamiek van zijn ortho(ped)agogisch handelen continu uit teklaren en is zich bewust van zijn emotionele betrokkenheid en eventuele te-genoverdrachteffecten.

41 Hij schoolt zich continu bij met betrekking tot de nodige wetenschappelijkeinzichten en methodische vaardigheden en is in staat met betrekking tot eenbepaald handelen. dit handelen voldoende te onderbouwen en geeft op dezemanier stimulansen aan de werking van de dienst.

42 Hij evalueert continu zijn aandeel in het gebeuren, zowel wat het feitelijkhandelen betreft als zijn emotionele betrokkenheid, in zijn beleving en in deogen van de cliënten en andere medewerkers.

43 Hij werkt continu aan een evenwichtige, stabiele persoonlijkheid in functievan zijn hulpverlening. hij weet tijdig tekenen van stress en burn-out aan tegeven en is bereid hieraan preventief te werken.

44 Hij beschikt over een emotionele standvastigheid.45 Hij heeft een positieve inzet en engagement t.o.v. de hulpverlening.

3.3.2.3 Verantwoordelijkheid ten overstaan van andere medewerkers

Vanuit organisatorische maar ook vanuit ortho(ped)agogische en agogische motie-ven is hulpverlening een groepsgebeuren van professionelen. De inbreng van meer-dere hulpverleners is nodig, die deels tot dezelfde, deels tot andere disciplines be-horen. Hun inbreng is complementair.Een optimale hulpverlening vindt primair haar uitgangspunt in een samenwerkingmet collegae.

Vertrekkende vanuit dit ethisch imperatief kunnen we een aantal kenmerken voorde gespecialiseerd opvoeder-begeleider concretiseren:

46 Hij kent de elementen van multidisciplinariteit en is bereid om actief mee tewerken om alle belemmeringen voor een goede samenwerking weg te nemenen deze samenwerking te doen groeien via overleg.

47 Hij kan participeren in (multi)disciplinair overleg en kan dit vertalen naar dehulpverleningssituaties.

48 Hij kan voor zijn eigen mening uitkomen en kan zichzelf zijn binnen eenteam.

49 Hij participeert actief aan informatieoverdracht via logboeken, dagboekene.d..

50 Hij werkt mee aan een verbetering van de werking van het team door zijn ei-gen kennis en ervaring door te spelen.

51 Hij kan in teamverband afspraken maken omtrent het opstellen, uitvoeren enevalueren van (ortho)pedagogische activiteiten, begeleidings- en(be)handelingsplannen.

52 Hij kan opgedragen taken en op zich genomen taken in uitvoerbare opdrach-ten omzetten.

53 Hij kent en beheerst de techniek van een teamvergadering, een bewonersbij-eenkomst, een kringgesprek.

54 Hij kan motiverend en stimulerend werken t.a.v. collega's.

Page 22: OP Orthopedagogie

18 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

55 Hij kan een team als team onderkennen, teamrollen onderscheiden en de sa-menhang hierdoor stimuleren en aanvullend werken.

56 Hij weet taakverdelingen en dienstroosters op te stellen en urenbudget uit tewerken.

57 Hij hanteert basisvaardigheden van communicatie.58 Hij beschikt over een functionele openheid en participeert aan informatie-

uitwisseling.59 Hij is bereid om eigen doen en laten in de beroepsuitoefening open te leggen

en bespreekbaar te maken voor andere medewerkers en vraagt feedback.60 Hij kan omgaan met positieve en negatieve kritiek.61 Hij heeft respect en eerbied voor ieders persoonlijke inbreng en streeft naar

wederzijds vertrouwen en solidariteit.62 Hij is bereid om afstand te doen van eigen autonomie en onafhankelijkheid en

zich te houden aan gezamenlijke afspraken en is loyaal t.o.v. het team.63 Hij heeft respect voor de vertrouwelijkheid van de hulpvrager in zijn betrek-

kingen tot zijn medewerkers.64 Hij neemt een aantal taken op zich binnen het team zoals: kasverantwoorde-

lijke, activiteitenverantwoordelijke en moniteringverantwoordelijke.65 Hij durft kritisch te zijn t.a.v. medewerkers in functie van het welzijn van de

hulpvrager.

3.3.2.4 Verantwoordelijkheid ten overstaan van het beleid

De feitelijke opdracht gaat uit van de hulpvrager(s). De hulpverlening is echtersteeds geïntegreerd in een organisatie en een samenleving. Deze laatsten zijn geeneigenlijke opdrachtgevers. Zij moeten de optimale structuren creëren voor het be-geleidings- en hulpverleningsproces van de opdrachtuitvoerders, met name dehulpverleners.

Vanuit deze optiek kunnen we een aantal taken formuleren voor de gespecialiseerdopvoeder-begeleider:

66 Hij kan door kennis van het beroepsveld en de sociale kaart het eigen beroepen de eigen organisatie plaatsen binnen het raamwerk van de hulpverlening.

67 Hij kent de administratieve en wettelijke regels en kan deze toepassen infunctie van cliënt/cliëntsysteem.

68 Hij is in staat tot het formuleren en evalueren van doelstellingen met betrek-king tot de organisatie en werking van de leefgroep en organisatie, het gewo-ne dagelijkse leven en de activiteitenstructuur.

69 Hij kan vanuit de eigen deskundigheid positie bepalen in de samenwerkingmet beroepsbeoefenaars van zowel de eigen als van de andere disciplines enzowel binnen als buiten de eigen instelling/organisatie.

70 Hij kan de eigen instelling vertegenwoordigen in contacten met vertegen-woordigers van andere instellingen welke een bijdrage kunnen leveren aan dehulpverlening.

71 Hij weet de cliënt of zijn vertegenwoordigers en de verwijzers passend te in-formeren.

72 Hij kent zijn rechten en plichten als werknemer van een dienst/organisatie.73 Hij kan een analyse maken van maatschappelijke factoren die van invloed

zijn op de problemen waar zorg, hulp, opvoeding en behandeling mee te ma-ken hebben.

74 Hij zal de samenwerking met de organisatie trachten te optimaliseren door deuitwisseling van gegevens en door het durven stellen van vragen die van be-

Page 23: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 19

lang zijn voor het bepalen en voeren van een beleid in functie van de hulp-vrager en kan een beleid mee bepalen.

75 Hij weet een bijdrage te leveren aan het wetenschappelijk onderzoek en deontwikkeling van inzichten en methoden m.b.t. zijn professioneel handelen.

76 Hij dient zijn beroep naar de samenleving toe te profileren en de nodige mid-delen daarvoor zoals beroepsvereniging, beroepsethiek en wettelijke be-scherming na te streven.

77 Hij weet een bijdrage te leveren tot de profilering en professionalisering vanhet beroep evenals tot de afbakening en van het werkgebied m.b.t. de deskun-digheid.

78 Hij volgt nauwlettend de maatschappelijke en beleidsmatige evoluties in desamenleving.

79 Hij heeft een signaleringsfunctie naar de samenleving, daar waar hij belem-meringen aantreft die de hulpverlening in de weg staan.

80 Hij heeft een signaleringsfunctie naar de publieke opinie, opdat deze de nodi-ge sociale ruimte zou creëren om de beroepsdoeleinden te kunnen waarma-ken.

81 Hij werkt mee aan sensibilisering van de publieke opinie m.b.t. nog bestaandediscriminatie, onjuiste of onvolledige informatie en weerstanden.

82 Hij kan verantwoording afleggen over de uitvoering van door hem verstrektehulpverlening binnen een beroepsetisch kader.

3.3.2.5 Specifieke taken in doorstroomfuncties

Het accent ligt hier op taakgebieden met als hoofdkenmerken: verantwoordelijk-heid nemen, kunnen overleggen, coördineren, organiseren, leiding geven, motive-ren, werkplanning, het voeren van functioneringsgesprekken, stagebegeleiding.

1bis Ontwikkelen en optimaliseren van samenwerkingsrelaties met beroepsge-noten en niet-beroepsgenoten van binnen en buiten de organisatie.

2bis Participeren in beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering op zowel leef-groepniveau als instellingsniveau.

3bis Optimaal ontwikkelen en hanteren van de voorwaarden voor zorg, begelei-ding en behandeling van het cliëntsysteem in het kader van de woon-/leefsituatie.

4bis Optimaal ontwikkelen en hanteren van voorwaarden voor een goed en ver-antwoord pedagogisch milieu van het cliëntsysteem.

5bis Kunnen samenwerken met medewerkers.6bis Kunnen leiding geven op het gebied van beleid, organisatie en communica-

tie.7bis Kunnen beleidsnota's samenstellen aangaande het beleid van de eigen afde-

ling of instelling.8bis Kunnen leiding geven aan uitvoerende werkers, zowel voor het uitvoeren

van hun taken, als bij het functioneren binnen een organisatie.9bis Beheersen van de noodzakelijke vaardigheden bij het vergaderen.10bis Uitvoerende werkers (pedagogisch) kunnen adviseren en begeleiden bij het

concrete werk en hun persoonlijk functioneren daar binnen.11bis Kunnen participeren in (multi-)disciplinair overleg en dit voor uitvoerende

werkers vertalen naar de hulpverleningssituaties.12bis Kunnen tweegesprekken leiden zoals: probleemoplossend gesprek, sollicita-

tiegesprek, functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek.13bis Kunnen oog hebben voor de aanwezige vormingsbehoeften en hiervoor

ruimte vragen en/of creëren.

Page 24: OP Orthopedagogie

20 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

3.3.3 De concrete uitwerking van de vertaalslag

3.3.3.1 Ordening in functionele gehelen en typefuncties1

1 Orthopedagogisch handelen: het opvoeden/begeleiden van de cliënt/het cli-entsysteem1.1 Hulpverlening: Bijstand en opvolging gericht op individuen, groepen en organi-

saties1.2 Opvoeding/begeleiding: Hulp bij persoonsvorming o.m. sociale, intellec-

tuele en psychologische vorming1.3 Verzorging: Lichamelijk, psychisch en materieel bijstaan van individuen1.4 Animatie: Promoten, begeleiden en stimuleren van culturele en onspan-

ningsinitatieven en andere initiatieven

2 Werken met/aan zijn persoonlijkheid2.1 Relatieopbouw en relatiehantering: Het tot stand brengen van een relatie

met als doel respect met het oog op een waarachtig engagement, kansenscheppen voor de andere, model voor mogelijke veranderingen. Het om-gaan met de relatie met als doel een klimaat van vertrouwen en echtheid tescheppen waardoor er kracht is om te gaan met het alledaagse en dit te op-timaliseren zodat een uitgroei van de andere mogelijk wordt.

2.2 Zelfreflectie en zelfontplooiing: Het ontwikkelen en tot ontwikkeling latenkomen van eigen mogelijkheden, hierover nadenken, hierop reageren. Hetdoel is flexibiliteit, zelfkennis, een eigen stijl ontwikkelen, groeien naarechtheid

2.3 Permanente vorming: Een blijvende ontwikkeling met het oog op “lifelonglearning” teneinde de dynamiek van de samenleving te onderkennen ensteeds nieuw te kunnen kijken

3 Hanteren van specifieke (orthopedagogische) methodieken3.1 Observatie: (ortho)pedagogische observatie3.2 Diagnose: Opsporen van functiestoornissen: fysisch of psychisch bij indi-

viduen3.3 Advies: Informatie en raad verstrekken3.4 Leefsituatiewerking: Methodisch handelen gericht op een individu en zijn

omgeving3.5 Groepswerking: Methodisch handelen in de leefgroep3.6 Specifieke doelgroepwerking: Methodisch handelen in functie van een be-

paalde vorm van handicap

4 Werken in een team4.1 Samenwerking: Individueel en/of gezamenlijk een gemeenschappelijke

opdracht werken ter bevordering en realisatie van een vooropgesteld doel4.2 Communicatie: Overdracht van o.m. gedachten, bevindingen en vaardig-

heden ter bevordering van een vooropgesteld doel

5 Werken binnen de context van een organisatie/samenleving5.1 Organisatie: Ordening van handeling en middelen om de realisatie van een

bepaald dienst te optimaliseren5.2 Bedrijfsbeleid: Bepalen van beleidslijnen, het geven van leiding en het

delegeren van verantwoordelijkheid om de goede gang van zaken en deontwikkeling van de dienst te bevorderen

1 De omschrijving van typefuncties is hoofdzakelijk gebaseerd op de handleiding van de DVO. De werkgroep

is van mening dat er een meer accurate typering mogelijk is. Deze wordt in het vooruitzicht gesteld van dedefinitieve versie.

Page 25: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 21

5.3 Bedrijfsbeheer: Toezicht op de administratie en organisatie om de goedegang van zaken en de ontwikkeling van de dienst te bevorderen

5.4 Onderhandelen: Contracten aan de cliënt/cliëntsysteem voorstellen5.5 Interventie: Tussenkomsten gericht op de preventie van de cli-

ent/cliëntsysteem teneinde het welzijn van het individu en de belangen vande groep te behartigen

5.6 Monitoring

6 Hanteren van informatie6.1 Infoverzameling: Gegevens uit diverse bronnen bijeenbrengen6.2 Reproductieve informatieverwerking: Registratie en/of reproductie van in-

formatie met als doel informatie beschikbaar te maken: Verwerkte infor-matie via mondelinge of schriftelijke rapportage verstrekken met als doeleen kwalitatieve hulpverlening en de noodzakelijke informatie aan derdente verstrekken

6.3 Productieve informatieverwerking: Redactie en presentatie van informatiemet als doel de informatie beschikbaar te maken

6.4 Informatieverstrekking/rapportering: Verwerkte informatie via mondelingeof schriftelijke rapportage verstrekken met als doel de informatie voor eenkwalitatieve hulpverlening aan derden te verstrekken

3.3.3.2 Omzetting van de functionele gehelen en typefuncties in basiscompetenties

♦ Noot voorafBij de kolom “vaardigheid”: de ( ) verwijzen naar de taken omschreven in het be-roepsprofiel zie 3.3.1.Bij de kolom “kennis” : verwerkingsniveaus - (1) = weten; (2) = inzien; (3) = toe-passen en (4) = integreren

Page 26: OP Orthopedagogie

22 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

Functio-neel geheel

Onderdeel Basiscompetentie

Vaardigheid Kennis Attitude Contextgege-vens

De student kan1 Hetorthopeda-gogischhandelen:het opvoe-den/ bege-leiden van

1.1 Hulpver-lening :bijstand enopvolginggericht opindividuen,groepen enorganisaties

(6) het beste hulpaan-bod zoeken op basisvan behoeften, wensenen beperkingen van dehulpvrager

Beroepsspecifiek− sociale kaart (3)− verschillende

vraagstellings-types (4)

− assertiviteit− beslissingsver-

mogen− contactbereidheid− dienstverlenende

ingesteldheid− empathie

Werkveld− residentiële

setting− niet-

residentiëlesetting

de cliënt/cliëntsys-teem

(21) de hulpvragerbegeleiden in de voor-bereidende, uitvoeren-de en evaluerende fasevan de hulpverlening

(23) processen, relatiesen conflicten hanterenten gunste van decliënt of het cliëntsys-teem

Algemeen− welzijnsbeleid

(2)− orthopedago-

giek (3)− psychopatholo-

gie (2)− psychologie (2)− communicatie-

en gespreks-technieken (3)

− genetischepsychologie (2)

− flexibiliteit− kritische inge-

steldheid− zin voor initiatief− zin voor samen-

werking− aanvaarding

Middelen− sociale

kaart− dossierge-

gevens

1.2 Opvoe-ding / bege-leiding : hulpbij persoons-vorming o.m.sociale, in-tellectuele enpsychologi-sche vorming

(11) mee een hande-lingsplan opstellen

(15) op basis van eenanalyse van het na-tuurlijk milieu deinteractie en beïnvloe-dingspatronen herken-nen en er bewust meeomgaan in zijn bege-leiding

(18) individuele con-tacten aangaan infunctie van de opti-male ontplooiing vande hulpvrager

(22) methoden hante-ren om de hulpvragerertoe te brengen vaar-digheden te willen enkunnen ontwikkelenom eigen leven vormen inhoud te geven

Beroepsspecifiek− methoden om

handelings-plannen op testellen ((3)

− otho(ped)agogische technieken(3)

− orthopedagogi-sche grondvor-men (4)

− methoden vooraangaan contact((4)

− pedagogischerelatie en peda-gogisch gezag(4)

− groepsproces-sen (3)

Methoden− om leefsituaties

te structureren(3)

− methoden vangroepswerk (3)

− deontologie (3)

− assertiviteit− beslissingsver-

mogen− contactbereidheid− empathie− flexibiliteit− zin voor initiatief− relativeringsver-

mogen− aanvaarding

Werkveld− residentiële

setting− ambulante

setting

Middelen− aan de

doelgroepaangepastehulpmid-delen vb.rolstoel,aangepastecommuni-catiemid-delen

Page 27: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 23

(24) formele en infor-mele contacten onder-houden met het ruime-re milieu van de cliënt

(29) de hulpvragerinzichten bijbrengen inde eigen situatie enhem helpen in zijnontwikkeling tot be-slissingsvaardigheid

(30) pedagogischgezag uitoefenen

(7) orthopedagogischegrondvormen hanteren

(7) een groeibevorde-rend opvoedings /begeleidingsklimaatscheppen

(16) cliënten in hunnatuurlijke leefomge-ving begeleiden

(17) een basissfeerscheppen waarin decliënten of het cliënt-systeem zekerheid,veiligheid, regelmaat,geborgenheid, open-heid en structuurervaren

(31) groepsgericht enindividugericht werken

(63) respect opbrengenvoor de vertrouwelijk-heid van hulpvrager inzijn betrekkingen totzijn collega’s

Algemeen− orthopedago-

giek (2)− pedagogiek (2)− psychologie (2)− ontwikklings-

psychologie (2)− sociale agogiek

(2)

1.3 Verzor-ging : licha-melijk, psy-chisch enmaterieelbijstaan vanindividuen

(26) eerste hulp bijongevallen toedienen

(26) aandacht opbren-gen voor de gezond-heidstoestand van decliënt

(26) de noodzakelijkezorg- en verpleegkun-dige handelingenstellen

Beroepsspecifiek− technieken

eerste hulpver-lening (4)

− hef- en tiltech-nieken (3)

− verzorging (2)− elementaire

kennis van hettoedienen vanmedicatie (2)

Algemeen− anatomie (2)

− beslissingsver-mogen

− dienstverlenendeingesteldheid

Middelen− EHBO

materiaal− verzo-

gingsmate-riaal

− aangepasteaccommo-datie

Page 28: OP Orthopedagogie

24 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

− biologie (2)− gezondheids-

leer (2)1.4 Animatie:promoten,begeleiden enstimulerenvan cultureleen ontspan-ningsactivi-teiten enandere initia-tieven

(25) activiteiten pro-grammeren, uitvoerenen evalueren

Beroepsspecifiek− activiteiten (4)− programmeren

(4)− sport, spel (3)− expressievor-

men (3)− begeleiden van

activiteiten (4)

− beslissingsver-mogen

− flexibiliteit− zin voor initiatief− resultaatsgericht

Werkveld− residentiële

setting− niet-

residentiëlesetting

Middelen− sport- en

spelmateri-aal

− expressie-materiaal

− aangepasteruimtes

2 Werkenmet/aanzijn per-soonlijk-heid

2.1 Relatie-opbouw enrelatiehante-ring

Relatieop-bouwHet tot standbrengen vaneen relatie,met als doelrespect methet oog opeen waarach-tig engage-ment, kansenscheppenvoor deandere,model voormogelijkeveranderin-gen,

Relatiehante-ringHet omgaanmet de rela-tie, met alsdoel eenklimaat vanvertrouwenen echtheidscheppenwaardoor erkracht is omte gaan methet alledaag-se en ditoptimaliserenzodat een

(18)− een individueel con-

tact aangaan− vertrouwen wekken

(19)− een hulpvraag her-

kennen− in functie van een

hulpvraag in relatietreden

(20)− een relatie afbouwen

in functie van door-stroming

− nabijheid (als relatie-vorm)

noodzakelijk achten− afstand nemen (als

relatievorm) noodza-kelijk achten

(28)− de ander aanvaarden

zoals hij is− de ander met voort-

durende authenticiteitzien en begrijpen

− echt betrokken zijnop de andere

− de gegevenheid vande cliënt / het cliënt-systeem “echt” ac-cepteren.

− de cliënt/het cliënt-

systeem gelijkwaar-dig benaderen

− openstaan op de

Beroepsspecifiek− Expressieve

vaardigheden(3)

− Psycho-socialevaardigheden(3)

− Zelfkennis (4)

Algemeen-ondersteunend− Psychologie en

pedagogie (2)− Sociologie (2)− Psychopatholo-

gie(2)

− Assertiviteit− Beslissingsver-

mogen− Contactbereid-

heid− Doorzettingsver-

mogen− Empathie− Flexibiliteit− Imagobewustzijn− Solidariteit− Verantwoorde-

lijkheidszin− Echtheid− Verbondenheid− Levenslust− Gelijkwaardig-

heidszin− Vertrouwen− Respect

Werkveld:relaties met− cliënten− superviso-

ren− collega’s− andere

personen

Middelen− supervisie− coaching− videotrai-

ning

Page 29: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 25

uitgroei vande anderemogelijkwordt.

inbreng van anderen− interesse in en aan-

dacht voor de anderetonen (empathie)

− empathische vermo-gens ontwikkelen enhanteren

− ervaringen delenwaardoor een sterke-re ontwikkeling vanzichzelf en de andermogelijk wordt

(34)− zijn grenzen aange-

ven

(38)− zorg dragen voor het

proces van weder-zijdse gevoeligheiden wederzijdse ver-antwoordelijkheid

− binnen de contextvan menselijke rela-ties zien welk ge-dragsmodel hij is

− een psychologischreser-voir” opbuwendat helpt bij het om-gaan met moeilijke enconflictrijke interac-ties

(61)− respect en eerbied

hebben voor iederspersoonlijke inbreng

− streven naar weder-zijds vertrouwen

− streven naar solida-riteit

2.2 Zelfre-flectie enzelfont-plooiing

Het ontwik-kelen en totontwikkelinglaten komenvan eigenmogelijkhe-den, hierovernadenken,hierop rea-geren. Hetdoel is flexi-

(34+38)− zijn mogelijkheden,

beperkingen en gren-zen herkennen

− zijn mogelijkheden,beperkingen en gren-zen verwoorden

− zijn mogelijkheden,beperkingen en gren-zen aangeven tenaanzien van de hulp-vrager

(36)− zichzelf waarnemen

en zijn gevoelens

Beroepsspecifiek− Expressieve

vaardigheden(4)

− Psychosociale vaardigheden (3)− Zelfkennis (4)− Sociale en

emotionelescholing :

− ontwikkelenvan emotionele,intelligente ensociale levens-vaardighe-den(2)

− Assertiviteit− Beslissingsver-

mogen− Doorzettingsver-

mogen− Empathie− Flexibiliteit− Imagobewustzijn− Kritische inge-

steldheid− Leergierigheid− Omgaan met

stress− Verantwoorde-

lijkheidszin− Zelfstandigheid

Werkveld:relaties met:− cliënten− superviso-

ren− collega’s− andere

personen

Middelen:− supervisie− coaching− videotrai-

ning

Page 30: OP Orthopedagogie

26 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

biliteit, zelf-kennis, eeneigen stijlontwikkelen,groeien naarechtheid, ...

onderkennen− zijn gedachten en

gevoelens verwoor-den

− bewust reflecterenover zijn leefwereld

− bewust reflecterenover de invloed vanzijn leefwereld opzijn handelen alshulpverlener

(39)− trachten een juist

zelfbeeld te vormen− zijn sterke en zijn

zwakke kanten on-derkennen

− zijn zelfkennis ver-diepen, vervolledigen en bij-sturen

− bewust reflecterenover de waarden vanwaaruit hij als per-soon in de hulpverle-ning staat

(40)− zicht krijgen op de

dynamiek van zijnhandelen

− .de dynamiek van zijnhandelen continu uitklaren

− zijn emotionele be-trokkenheid onder-kennen

− professioneel omgaanmet emoties

− tegenoverdrachtef-fecten herkennen

− bewust reflecterenover de gevolgen vantegenoverdrachtef-fecten

(42+59+60)− zijn handelen evalue-

ren− zijn emotionele be-

trokkenheid evalue-ren

− luisteren naar defeedback (positieveen negatieve kritiek)van cliënten

− luisteren naar defeedback (positieve

Algemeen-ondersteunend− Psychologie (2)− Deontologie (3)

− Zelfvertrouwen− ...

Page 31: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 27

en negatieve kritiek)van lesgevers en me-dewerkers

− constructief omgaanmet kritiek

(43+44)− de keuze maken om

aan zichzelf te wer-ken

− werken aan eenevenwichtige, sta-biele persoonlijkheid

− zijn gevoelens her-kennen en benoemen

− zijn gevoelens uiten− de intensiteit van zijn

gevoelens beoordelenen reguleren

− realistische verwach-tingen van zichzelfkoesteren

− zichzelf accepteren− emotionele flexibili-

teit aan de dag leggen− om zichzelf lachen (45)− een positieve inzet

tonen− zich engageren− luisteren naar en kan

de eigen uniekedroom volgen en ver-vullen

− een positieve levens-houding tonen metvoldoende zin voorrealiteit

2.3 Perma-nente vor-ming

Een blijvendeontwikkelingmet het oogop “life-longlearning”,met als doelde dynamiekvan de maat-schappijvolgen omsteeds nieuwte kunnenkijken

(37)− de actuele ontwikke-

lingen binnen de or-thopedagogiek vol-gen

− op basis van eenpermanente vorming

− een visie ontwikke-len die een rode

− draad is doorheenzijn hulpverlenendhandelen

(41)− zelfstandig informatie

opzoeken in− de literatuur en kan

deze informatie ookkritisch verwerken

− een bijscholingsbe-

Beroepsspecifiek− Vakliteratuur :

opzoekings-systemen (3)

− Seminaries :kennis van be-staande vor-mingsinstellin-gen (2)

− Zelfkennis (4)

− Flexibiliteit− Kritische inge-

steldheid− Leergierigheid

Middelen:− PC (inter-

net)− Bibliotheek− Supervisie

Page 32: OP Orthopedagogie

28 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

leid uitstippelen ende nodige congres-sen, symposia, vol-gen

− kritisch deelnemenaan bijscholingen endeze vertalen naareigen noden en/ofdiverse werkterreinen

3 Hanterenvan speci-fieke (or-thopedago-gische)methodie-ken

3.1 Observa-tie

(14) signalen waarne-men en herkennen

(11) gegevens verza-melen en ordenen

(8) situaties analyseren

Algemeen− pedagogische

theorieën (2)− psychologische

theorieën enprocessen (2)

Beroepsspecifiek− orthopedagogi-

sche theorieën(3)

− orthopedagogi-sche methodenen technieken 3

− zelfkennis (4)Algemeen− pedagogische

theorieën (2)− psychologische

theorieën enprocessen (2)

− deontologischeregels (3)

Beroepsspecifiek− orthopedagogi-

sche theorieën(3)

− orthopedagogi-sche methodenen technieken 3

− zelfkennis (4)

Algemeen− pedagogische

theorieën (2)− psychologische

theorieën enprocessen (2)

− deontologischeregels (3)

Beroepsspecifiek− orhopedagogi-

sche theorieën(3)

− orthopedagogi-sche methodenen technieken 3

− zelfkennis (4)

− accuratesse− empathie− alertheid− zin voor initiatief− openheid− resultaatgericht-

heid− luisterbereidheid − accuratesse− doorzettingsver-

mogen− empathie− openheid− resultaatgericht-

heid − kritische inge-

steldheid− zin voor initiatief− doorzettingsver-

mogen− zelfstandigheid

Werkveld:− residentiële

setting− (leefgroep− leefomge-

ving− spelomge-

ving− werkomge-

ving)− ambulante

setting− maatschap-

pij

Page 33: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 29

3.2 Diagnoseopsporen vanfunctiestoor-nissen: fy-sisch ofpsychisch bijindividuen

(6) vragen, behoeften,wensen en beperkingenvan de cliënt peilen eninventariseren

(8) een probleemsitua-tie en/of hulpvraaganalyseren

(14) gebruik makenvan relevante diagnos-tische hulpmiddelen

Beroepsspeci-fiek:

(8) hanteren vangesprekstechnie-ken, verzamelenen ordenen vangegevens enrapporteren (3)

(14) begrijpenvan de resultatenvan elementairepsychodiagnosti-sche technieken(2)

(14) beoordelenvan observatie-schalen, zelfred-zaamheidsscha-len en checklistsm.b.t. socialevaardigheden (3)

Algemeen –ondersteunend:Observatie,rapportage-,gesprekstechnie-ken (3)Psychodiagnos-tiek (2)

− Accuratesse− Beslissingsver-

mogen− Flexibiliteit− Zelfstandigheid

Werkveld:− (semi)-

residentiëlesetting

− ambulantesetting

Middelen:− observatie

en onder-zoeksruim-tes

− diagnos-tisch ori-enterendmaterieel

3.3 Adviesinformatie enraad ver-strekken

(6) het beste hulpaan-bod zoeken

(27) de hulpvragerinzicht bijbrengen ineigen situatie (35) de hulpvragermaximaal informereninspraak verlenenm.b.t. de hulpverlening

(50) eigen kennis enervaring doorspelenaanandere teamleden

(71) de vertegenwoor-digers

van de cliënt en / of de verwijzers informeren

Beroepsspeci-fiek:

(2) herkennenvan de politieke,sociale en eco-nomische actua-liteit en registre-ren van de medi-sche- en rechts-wetenschappen(2)(78) blijvendherkennen van demaatschappelijkeen beleidsmatigeevoluties inde samenleving(2)(3) bewust zijnvan de bredemaatschappelijkecontext in dehulpverlening:beleid, structu-ren, belangrijkeregelgeving en

− Beslissingsver-mogen

− Dienstverlenendeingesteldheid

− Leergierigheid

Werkveld:− (semi)-

residentiëlesetting

− ambulantesetting

Middelen:− computer,

tekstver-werkings-programma

− ontvangst-ruimte

Page 34: OP Orthopedagogie

30 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

zen intergeren inde opdracht (2)(66) het eigenberoep en deeigen organisatieplaatsen binnenhet beroepsvelden het raamwerkvan de hulpver-lening (2)(66) het gevari-eerd aanwendenvan de socialekaart (2)(58) beschikkenover een functio-nele openheid enparticiperen aaninformatie-uit-wisseling (3)

Algemeen -ondersteunendkennis van deorthopedagogi-sche werkvelden(3)

3.4 Leefsitu-atiewerkingmethodischhandelengericht opeen individuen zijn om-geving

(73) maatschappelijkefactoren die de pro-blemen van de cliëntbeïnvloeden analyseren(10) het proces in-schatten waarin devoorgeschiedenis, dehuidige interactie- enbeïnvloedingspatronenen het perspectief voorde hulpvrager eenplaats hebben(24) bijdragen tot deontwikkeling van dehulpvrager via formeleen informele contactenmet het ruimere milieuvan de cliënt(29) de hulpvragerinzicht bijbrengen ineigen situatie en beslis-singen leren nemen(13) op basis van eenanalyse van de situatieprogrammeren, uitvoe-ren en evalueren vanactiviteiten(9) preventief werkenin functie van de hulp-vrager(20) nazorg organise-ren

Beroepsspecifiek:

(15) herkennenvan interactie- enbeïnvloedings-patronen en erbewust meeomgaan in debegeleiding (2)(41) het weten-schappelijkonderbouwenvan het metho-disch handelen(3)(16) prioriteitenstellen en tijdigeen weloverwo-gen besluit ne-men (3)(2) registrerenvan de politieke,sociale en eco-nomische actua-liteit, de medi-sche- en rechts-wetenschappen(2)(4) hanteren vaninzichten incultuurverschil-len bij de hulp-verlening (3)

− Contactbereid-heid

− Flexibiliteit− Zelfstandigheid− Zin voor initiatief− Zin voor samen-

werking

Werkveld:− cliënt, zijn

natuurlijkeomgevingeventueelook hetwerkmilieu

Page 35: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 31

(16) systematischen probleemop-lossend werken(3)(67) toepassenvan administra-tieve en wettelij-ke regels (3)

Algemeen -ondersteunend:politieke, socialeen gerechtelijkeinstellingen enhun regelgeving(3)

3.5 Groeps-werkingmethodischhandelen inde leefgroep

(17) een basissfeercreëren waarin debewoners zekerheid,veiligheid, regelmaat,geborgenheid, open-heid en structuur erva-ren(13) een situatie analy-seren(68) doelstellingenformuleren en evalue-ren met betrekking totde werking van deleefgroep, het gewonedagelijkse leven en deactiviteitenstructuur endaaromtrent (51) af-spraken maken in hetteam

(16) de bewonersbegeleiden in de leef-groep door systema-tisch werken, hetstellen van prioriteiten,het tijdig nemen vaneen weloverwogenbesluit, het tijdig in-grijpen waar nodig,improviseren en pro-bleemoplossend ingrij-pen(31) probleemsituatiesin handen nemen

Beroepsspecifiek:

(4) hanteren vaninzichten incultuurverschil-len bij de hulp-verlening (3)(41) het weten-schappelijkonderbouwenvan het metho-disch handelen(3)(13) beheersenen aanwendenvan methodes entechnieken m.b.t.sport- en spel,bezigheid, ani-matie, expressieen creativiteit (3)(53) beheersenvan vergader-technieken m.b.t.een team en eenbewonersbijeen-komst (3)(31)combinerenvan groeps- enindividueelwerken (3)(61) aanvaardenvan de andere,respect en eer-bied betuigenvoor de inbrengvan anderen (4)

Algemeen -ondersteunend: methodischleefgroepwerk

− Empathie− Omgaan met

stress− Zelfstandigheid− Zin voor initiatief− Zin voor samen-

werking

Werkveld:− residentiële

setting,leefgroep

3.6 Specifie-ke doel-

(22) methoden hante-ren die de cliënt er toe

Beroepsspecifiek:niveau 1:

− Resultaatgericht-heid

Werkveld:− residentiële

Page 36: OP Orthopedagogie

32 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

groepwer-kingmethodischhandelen infunctie vaneen bepaaldevorm vanhandicap

brengen vaardighedente willen en kunnenontwikkelen om eeneigen leven vorm eninhoud te geven(11) de korte en langetermijn doelstellingenvan een(be)handelingsplanmee opstellen(12) de middelen, deroute nodig om dedoelstellingen te berei-ken aangeven(25) activiteiten aan-bieden, aanpassen,uitvoeren, toetsen,evalueren en bijstellenaan het ontwikkelings-niveau en de aard vande handicap van decliënt(47) participeren aanhet multidisciplinairoverleg(69) vanuit de eigendeskundigheid positiebepalen in de samen-werking met vertegen-woordiger van zelfdeof andere disciplineszowel binnen als bui-ten de eigen instelling/organisatie(32) zijn handelenrealiteits-, pro-actief,re-actief, co-actief encommunicatief richten

(5) kennen vande courant voor-komende handi-caps en de daar-aan verbondenortho-agogischebenadering (3) correct inschat-ten van eigendeskundigheid(3)(46) herkennenvan de elementenvan de multidis-ciplinariteit (3)(41) het weten-schappelijkonderbouwenvan het metho-disch handelen(3)

Algemeen -ondersteunendbijzondere or-thopedagogiek(3)orthopedagogi-sche methodes entechnieken (3)

− Kritische inge-steldheid

− Leergierigheid− Zin voor samen-

werking

setting,leefgroep

− vroeg- enthuisbege-leiding

4 Werkenin team

4.1 Samen-werking

(46 + 50) in teamver-band plannen en wer-ken in functie van desamenhang in team

(47 + 62) overlegplegen in team

Algemeen− sociale vaar-

digheden (4)− groepsdynami-

sche processen(3)

− teamrollen (3)Beroepsspecifiek− orthopedagogi-

sche theorieënen handelings-plannen (3)

− orthopedago-gisch teamwork(3)

Algemeen− welzijnssector

(2)− juridisch en

maatschappe-

− teamgerichtheid− loyaliteit− dienstverlenende

ingesteldheid− empathie− flexibiliteit − contactbereidheid− leergierigheid− kritische inge-

steldheid− zin voor samen-

werking− empathie− flexibiliteit

Werkveld:− residentiële

setting,leefgroeps-team

− team van dedienst

− team van deorganisatie

− organisatiesen dienstenbinnen dewelzijns-sector

Page 37: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 33

(50 + 64) taakgerichtwerken in team gege-vens systematischrapporteren (monde-ling, schriftelijk).

(48 + 62) zich assertiefopstellen in team

(59 + 60) feedbackhanteren in team

(61) conflicten hante-ren in team

54) motiverend enstimulerend werkent.a.v. collega’s

lijke structurenen regels (2)

− sociologischeen psychologi-sche processen2

Beroepsspecifiek− orthopedagogi-

sche theorieënen methoden(3)

− orthopedagogi-sche teamwork(3)

Algemeen− administratieve

en sociaal− culturele kennis

en technieken(3)

Algemeen− sociale vaar-

digheden (4)− zelfkennis (4)

Algemeen− zelfkennis (4)− evaluatietech-

nieken en me-thoden (3)

Algemeen− zelfkennis (4)− sociale vaar-

digheden (4)

Beroepsspecifiek− orthopedagogi-

sche theorieënen methoden(3)

− orthopedago-gisch teamwork(3)

Algemeen− sociale vaar-

digheden (4)

− resultaatgericht-

heid− loyaliteit− zin voor samen-

werking− stiptheid en

nauwkeurigheid − assertiviteit− kritische inge-

steldheid − kritische inge-

steldheid− stressbestendig-

heid− flexibiliteit − luisterbereidheid− kritische inge-

steldheid− empathie− flexibiliteit − doorzettingsver-

mogen− empathie− loyaliteit

4.2 Commu-nicatie

(57) de basisvaardig-heden van de commu-nicatie hanteren inteam

Algemeen− communicatie-

stijlen,− technieken en

processen 3− zelfkennis (4)− teamrollen (3)

− zelfreflexie− openheid− empathie− betrokkenheid− contactbereidheid− flexibiliteit

Werkveld:− leefgroeps-

team− team van de

dienst− team van de

organisatie− organisatie

Page 38: OP Orthopedagogie

34 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

Beroepsspecifiek− orthopedagogi-

sche theorieënen methoden(3)

− orthopedago-gisch teamwork(3)

(49) participeren aande het uitwisselen vaninformatie in team

Algemeen− informatiever-

werking (3)− deontologische

regels (3)

Beroepsspecifiek− orthopedagogi-

sche methodenen technieken3

− begeleidings-en handelings-plannen (3)

− resultaatgericht-heid

− zin voor initiatief− accuratesse− zelfstandigheid− luisterbereidheid− openheid

(52) in teamverbandafspraken maken om-trent het opstellen,uitvoeren en evaluerenvan orthopedagogischeactiviteiten, begelei-dings- en handelings-plannen

Algemeen− planningstrate-

gieën en evalu-atietechnieken(3)

Beroepsspecifiekorthopedagogi-sche methodenen technieken 3begeleidings- enhandelingsplan-nen (3)

− contactbereidheid− flexibiliteit− resultaatgericht-

heid− loyaliteit

(53) leiding geven inteam

Algemeen− leiderschaps-

stijlen en ver-gadertechnie-ken (3)

− besluitvomings-− procedures (3)− groepsdynami-

sche processen(3)

− teamrollen (3)− zelfkennis (4)

Beroepsspecifiek− orthopedagogi-

sche methodenen technieken(3)

− beslissingsver-mogen

− assertiviteit− flexibiliteit− luisterbereidheid

5 Werkenbinnen decontext van

5.1 Organi-satie

(11) op basis van eenanalyse van de pro-bleemsituatie of de

Beroepsspecifiek− werk-, pro-

bleem- en situ-

− accuratesse− assertiviteit− beslissingsver-

Werkveld:− voorziening− preventieve

Page 39: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 35

een organi-satie/sa-menleving

hulpvraag een(be)handelingsplanmee opstellen waarineen aantal doelstellin-gen geformuleerdworden voor de opvoe-ding/begeleiding opkorte en op langetermijn(12) de middelen, deroute aangeven die hijnodig acht om dezedoelstellingen te berei-ken(13) op basis van eenanalyse van de doel-groep en/of situatieactiviteiten program-meren, uitvoeren enevalueren en beschikthiervoor over eenaantal vaardighedenm.b.t. sport- en spel,bezigheid, animatie,expressie en creativiteiten kan zodoende eengepaste sfeer creëren(25) programmeren,aanbieden, uitvoeren,toetsen, bijstellen,evalueren en aanpassenvan activiteiten daarbijrekening houdend methet ontwikkelingsni-veau van de cliënt ende aard van de handi-cap(52) opgedragen takenen op zich genomentaken in uitvoerbareopdrachten omzetten(1bis) ontwikkelen enoptimaliseren vansamenwerkingsrelatiesmet beroepsgenoten enniet-beroepsgenotenvan binnen en buitende organisatie

atie-− analysemetho-

den (3)− planning, taak-

verdeling (3)− afstemming

werking opdoelgroep (3)

− organisatie-vormen, -principes en –middelen (3)

− situering vaneigen functie inorganisatiege-heel (3)

− redactie vanrapporten enplannen (3)

− vaardighedenm.b.t. sport- enspel, bezigheid,animatie, ex-pressie en kli-maat- en sfeer-schepping (3)

− sociale kaart (3)

Algemeen− gebruik van

sociale encommunicatie-ve vaardigheid(4)

− socialprofitmanagement(2)

− organisatiema-nagement (2)

mogen− contactbereidheid− dienstverlenende

ingesteldheid− doorzettingsver-

mogen− empathie− flexibiliteit− kritische inge-

steldheid− leergierigheid− loyauteit− omgaan met

stress− resultaatgericht-

heid− zelfstandigheid− zin voor initiatief− zin voor samen-

werking

initiatievenen projec-ten

5.2 Bedrijfs-beleid

(3) de brede maat-schappelijke contextvan de hulpverlening :beleid, structuren,belangrijke regelgevingen de elementen hier-van integreren in zijnopdracht(78) hij volgt nauwlet-tend de maatschappe-lijke en beleidsmatigeevoluties in de samen-

Beroepsspecifiek− informatie-

structuren en -kanalen (3)

− beleids- enbesluitvorming(3)

− doelstellings-en objectie-venformulering(3)

− personeels-

− accuratesse− assertiviteit− beslissingsver-

mogen− contactbereidheid− dienstverlenende

ingesteldheid− doorzettingsver-

mogen− empathie− flexibiliteit

Werkveld:− residentiële

setting

Page 40: OP Orthopedagogie

36 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

leving(68) is in staat tot hetformuleren en evalue-ren van doelstellingenmet betrekking tot deorganisatie en werkingvan de leefgroep enorganisatie, het gewo-ne dagelijkse leven ende activiteitenstructuur(74) zal de samenwer-king met de organisatietrachten te optimalise-ren door de uitwisse-ling van gegevens endoor het durven stellenvan vragen die vanbelang zijn voor hetbepalen en voeren vaneen beleid in functievan de hulpvrager enkan een beleid meebepalen(2bis) participeren inbeleidsontwikkeling enbeleidsuitvoering opzowel leefgroepsniveauals instellingsniveau(7bis) kunnen beleids-nota’s samenstellenaangaande het beleidvan de eigen afdelingof instelling

voorziening (2)

Algemeen− socialprofit

management(2)

− beleidsmana-gement (2)

− economisch enfinancieel ma-nagement (2)

− human resour-ces manage-ment (2)

− overheidsbeleiden -regelgeving(2)

− beroepsrele-vante praktijk-ontwikkelingen(3)

− beroepskwalifi-caties (2)

− visies op hulp-

verlening (2)

− imagobewustzijn− kritische inge-

steldheid− leergierigheid− omgaan met

stress− resultaatgericht-

heid− zin voor initiatief− zin voor samen-

werking

5.3 Bedrijfs-beheer

(27) begroten, bud-getteren en budgettenbeheren van de diensten van zijn leefgroep(56) taakverdelingenen dienstroosters op-stellen en urenbudgetuitwerken(3bis) optimaal ont-wikkelen en hanterenvan de voorwaardenvoor zorg, begeleidingen behandeling van hetcliëntsysteem in hetkader van de woon- /leefsituatie(4bis) optimaal ont-wikkelen en hanterenvan voorwaarden vooreen goed en verant-woord pedagogischemilieu van het cliënt-systeem(5) kunnen samenwer-ken met medewerkers(6bis) kunnen leidinggeven op het gebied

Beroepsspecifiek− kwaliteitsevalu-

atie en -zorg (3)− microfinancieel

beheer (3)− functie- en

tijdsstructure-ring (3)

− voorwaarden-schepping voorzorg, begelei-ding en behan-deling (3)

− communicatie-,samenwerking-,vergader- enleidinggeven-methodieken(4)

− personeelsbe-geleiding, -beoordeling en-vorming (1)

Algemeen− socialprofit

− accuratesse− assertiviteit− beslissingsver-

mogen− contactbereidheid− dienstverlenende

ingesteldheid− doorzettingsver-

mogen− empathie− flexibiliteit− imagobewustzijn− kritische inge-

steldheid− leergierigheid− loyauteit− omgaan met

stress− resultaatgericht-

heid− zin voor initiatief− zin voor samen-

werking

Werkveld:− voorziening

Page 41: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 37

van beleid, organisatieen communicatie(8bis) kunnen leidinggeven aan uitvoerendewerkers, zowel voorhet uitvoeren van huntaken, als bij het func-tioneren binnen eenorganisatie(9bis) beheersen vande noodzakelijke vaar-digheden bij het ver-gaderen

management(2)

− beheersmana-gement (2)

− economisch enfinancieel ma-nagement (2)

− human resour-ces manage-ment (2)

5.5 Interven-tie

(9) kan bewust pre-ventief werken infunctie van de hulp-vrager(43) werkt continu aaneen evenwichtige,stabiele persoonlijk-heid in functie van zijnhulpverlening; weettekenen van stress enburn-out aan te gevenen is bereid hieraanpreventief te werken(79) heeft een signale-ringsfunctie naar desamenleving, daar waarhij belemmeringenaantreft die de hulp-verlening in de wegstaan(80) heeft een signale-ringsfunctie naar depublieke opinie, opdatdeze de nodige socialeruimte zou creëren omde beroepsdoeleindente kunnen waarmaken(81) werkt mee aansensibilisering van depublieke opinie m.b.t.nog bestaande discri-minatie, onjuiste ofonvolledige informatieen weerstanden(11bis) kunnen partici-peren in (multi)-disciplinair overleg endit voor uitvoerendewerkers vertalen naarhulpverleningssituaties(12bis) tweegesprek-ken kunnen leidenzoals : probleemoplos-send gesprek, sollicita-tiegesprek, functione-ringsgesprek, beoorde-lingsgesprek

Beroepsspecifiek− individueel

preventiewerk(3)

− probleemsig-nalering- en -hantering (3)

− sensibilise-ringsmethodie-ken (2)

− (multi) disci-plinair overlegm.b.t. hulpver-leningssituaties

− (3)− tweegesprek-

kenmethodiek(3)

− burn-out hygië-ne (2)

Algemeen− socialprofit

management(2)

− preventie- eninterventie-management(2)

− informatiema-nagement (2)

− assertiviteit− contactbereidheid− dienstverlenende

ingesteldheid− doorzettingsver-

mogen− empathie− flexibiliteit− imagobewustzijn− kritische inge-

steldheid− leergierigheid− loyauteit− omgaan met

stress− resultaatgericht-

heid− veiligheids- en

milieubewustzijn− zin voor initiatief− zin voor samen-

werking

Werkveld:− residentiële

setting− preventieve

initiatievenen projec-ten

Page 42: OP Orthopedagogie

38 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

5.6 Monito-ring

(31) heeft aandachtvoor groepsgericht énindividugericht wer-ken, verzorging énactiviteiten, structuurén empathie, afstand énnabijheid, confrontatieén negeren, zelf dingenin handen nemen enverantwoordelijkheidgeven(33) houdt rekeningmet het beroepsgeheim(42) evalueert continuzijn aandeel in hetgebeuren, zowel wathet feitelijk handelenbetreft als zijn emotio-nele betrokkenheid, inzijn beleving en in deogen van de cliëntenen andere medewerkers(72) kent zijn rechtenen plichten als werk-nemer van eendienst/organisatie(82) kan verantwoor-ding afleggen over deuitvoering van doorhem verstrekte hulp-verlening binnen eenberoeps-ethisch kader(65) durft kritisch tezijn t.a.v. medewerkersin functie van hetwelzijn van de hulp-vrager(10bis) uitvoerendewerkers kunnen advi-seren en begeleiden bijhet concrete werk enhun persoonlijk functi-oneren daarbinnen(13bis) oog hebbenvoor de aanwezigevormingsbehoeften enweet hiervoor ruimte tevragen en te creëren

Beroepsspecifiek− supervisieme-

thodieken (3)− evaluatieme-

thodieken (3)− controlemetho-

dieken (2)− beroepsethiek

(3)− adviesvorming

en -verstrekking(niveau 3)

Algemeen− personeelsma-

nagement en -reglementering(2)

− permanentevorming (2)

− ethiek (2)

− assertiviteit− beslissingsver-

mogen− contactbereidheid− dienstverlenende

ingesteldheid− empathie− flexibiliteit− imagobewustzijn− kritische inge-

steldheid− leergierigheid− omgaan met

stress− resultaatgericht-

heid− veiligheids- en

milieubewustzijn− zin voor initiatief− zin voor samen-

werking

Werkveld:− (semi)

residentiëlesetting

− ambulantesetting

6 Hanterenvan infor-matie

6.1 Informa-tieverzame-ling

Gegevens uitdiversebronnenbijeen bren-gen. De focushierbij ligtop schrifte-

(6,66) in functie vanhet verlenen van hetbeste hulpaanbod, eenzoekstrategie aanwenden die toelaat opeen systematischewijze gerichte infor-matie te verzamelen

(67) orthopedagogi-sche informatie, met

− orthopedagogi-sche bronnen(4)

− zoekstrategieën(4)

− sociale kaart(Soka-flits (3)

− onderdeelSoka-data)

− sociaal-

Per onderdeel: − accuratesse− beslissingsver-

mogen− doorzettingsver-

mogen− kritische inge-

steldheid− leergierigheid

Middelen:− bibliotheek− (multi)

mediatheek− documen-

tatiecen-trum

Page 43: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 39

lijke, monde-linge enaudiovisuelebronnen. Degehanteerdemethodiek isbronnenon-derzoek. Hetgebruik vanspecifiekeorthopeda-gogischemethodiekenzoals obser-vatie endiagnostiekwordt buitenbeschouwinggelaten.Doel: overinformatiebeschikken,voor zichzelfen/of derden.

inbegrip van admini-stratieve en wettelijkeregels ontsluiten

(8) relevante gegevensselecteren en ordenen

(33,63) vertrouwelijkkarakter van bepaaldeinformatie respecteren

juridischewegwijzer(Soka-bib (3)

− onderdeelSoka-data)

− organisatiewelzijnssector(2)

− statistischebronnen (1)

− multimedia(CD-ROM eninternet) (3)

− resultaatsgericht-heid

6.2 Repro-ductieveinformatie-verwerking

Registratie,transcriptieen/of repro-ductie vaninformatie.Doel: infor-matie be-schikbaarmaken.

(8) informatie op eeninzichtvolle manierlezen

(8) informatie structu-reren

(8) schriftelijke infor-matie analyseren ensynthetiseren

(8) weten regelgevinginzichtvol lezen

(8) eenvoudig statis-tisch op een inzicht-volle manier lezen

(8) genogrammen enlevenslijnen interprete-ren

(49) notities nementijdens een gesprek

(8, 49) een objectiefverslag van een activi-teit of een vergaderingmaken

(8) op een correctewijze refereren naargeraadpleegde bronnen(citeren, parafraserenen samenvatten)

− taalvaardigheid(4)

− regels bron-vermelding (3)

− synthesevermo-gen (3)

− genogrammen(3)

− levenslijnen (3)− organisatie

welzijnssector(2)

− wet- en regel-geving (2)

− statistischenoties (2)

− acuratesse− beslissingsver-

mogen− doorzettingsver-

mogen− kritische inge-

steldheid− leergierigheid− resultaatsgericht-

heid

Middelen:− bibliotheek− (multi)-

mediatheek− documen-

tatiecen-trum

− bureel

Page 44: OP Orthopedagogie

40 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

6.3 Produc-tieve infor-matieverwer-king

Redactie enpresentatievan informa-tie. Doel:informatiebeschikbaarmaken.

(8, 75, 79)op eenheldere en logischewijze informatie uitverschillende bronnenintegrereren en er eenverslag van maken

(8) een helder encorrect taalgebruikhanteren

(8) informatie op eeneigentijdse wijze pre-senteren met behulpvan tekstverwerking enrekenblad (aanmakentabellen)

(8) een dossier aanma-ken

(8) een databeheeraanmaken

(8) op een correctewijze refereren naargeraadpleegde bronnen(citeren, parafraserenen samenvatten)

− taalvaardigheid(4)

− regels bron-vermelding (3)

− informatica-toepassingen:tekstverwer-king, reken-blad, databan-ken (2)

− accuratesse− beslissingsver-

mogen− doorzettingsver-

mogen− kritische inge-

steldheid− leergierigheid− resultaatsgericht-

heid

Middelen:− bureel

6.4 Informa-tieverstrek-king/ rap-portering

Verwerkteinformatievia monde-linge ofschriftelijkerapportageverstrekken.Doel: voorkwalitatievehulpverle-ning noodza-kelijke in-formatie (aldan nietvanuit wette-lijke ver-plichting)aan derdenverstrekken.

(8, 49) een brief,(evolutie)-verslag,rapport aanmakenvolgens de formelevereisten

(8) een helder en cor-rect taalgebruik hante-ren

(8) een argumentatieop- bouwen

(8, 49) zijn informatiebinnen de contextkaderen en waar nodigrelativeren

(57) mondeling infor-matie doorgeven aancollega’s

(57) mondeling infor-matie doorgeven aaneen groter publiek

− stijlkenmerken(4)

− taalvaardigheid(4)

− formulering (3)− communicatie-

vaardigheden(4)

− conclusiever-mogen (3)

Middelen:− bureel− team

Page 45: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 41

3.3.4 Verhouding theorie/praktijkTussen alle opleidingen orthopedagogie in Vlaanderen werd er op 26.04.1995 eenminimumlessentabel goedgekeurd.Ieder studiejaar vertegenwoordigt in totaal 60 studiepuntenOver de drie jaren bekeken hebben we volgende verhoudingen:

Theorie 48 studiepuntenMethodieken en trainingen 25 studiepuntenBeroepspraktijk, supervisie en eindwerk 40 studiepuntenVrij te kiezen studiepunten per opleiding: 60

Wanneer we de studieprogramma’s van de opleidingen bekijken stellen we vast datpraktijk ongeveer 1/3 omvat van het curriculum.

3.3.5 Aandeel stagetijdOver de 3 jaren heen lopen de studenten gemiddeld 30 weken stage.Dit is ongeveer 1/3 van de opleiding.

3.3.6 Niveau van de opleidingDe opleiding “orthopedagogie” is een basisopleiding van één cyclus.Ten aanzien van de Europese structuur van opleidingsniveaus zoals bepaald in arti-kel 2, lid 2 van het besluit van de Europese Raad van 16 juli 1985 inzake de verge-lijkbaarheid van de getuigschriften tussen de lidstaten van de Europese Gemeen-schap is de opleiding te situeren op niveau 5. De afgestudeerden kunnen onafhan-kelijk de beroepsactiviteit uitoefenen en beheersen de wetenschappelijke achter-gronden van het beroep.

3.4 Sleutelkwalificaties waartoe dit beroep bijdraagt− Abstract denken− Accuratesse− Assertiviteit− Beslissingsvermogen− Creativiteit− Contactbereidheid− Dienstverlenende ingesteldheid− Doorzettingsvermogen− Een werkplan kunnen maken− Empathie− Flexibiliteit− Imagobewustzijn− Kritische ingesteldheid− Kunnen omgaan met informatie− Leerbekwaamheid− Leergierigheid− Loyauteit− Omgaan met stress− Planmatig denken− Problemen onderkennen en oplossen− Productieve taalvaardigheid moedertaal

Page 46: OP Orthopedagogie

42 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

− Receptieve taalvaardigheid moedertaal− Resultaatgerichtheid− Solidariteit− Streven naar ontwikkeling van eigen persoonlijkheid− Verantwoordelijkheidszin− Veiligheids- en milieubewustzijn− Zelfstandigheid− Zelfvertrouwen− Zin voor initiatief− Zin voor esthetiek− Zin voor samenwerking

3.5 De kern van het opleidingsprofiel− Orthopedagogisch handelen: het opvoeden/ begeleiden van de cliënt/het cliënt-

systeem− Werken in een team− Werken binnen de context van een organisatie/samenleving− Werken met/aan zijn persoonlijkheid− Hanteren van informatie− Hanteren van specifieke (orthopedagogische) methodieken

3.5.1 Eventuele verwantschappen met andere opties en opleidingenEr is verwantschap met de opleiding “Bijzondere Jeugdzorg” binnen het Hoger Se-cundair Onderwijs (opleiding volledig leerplan) en sociale promotie.De opleiding “Gegradueerde in de Orthopedagogie” binnen HOKTSP

3.5.2 PersoonsvormingEigen aan de inbreng van de gespecialiseerd opvoeder-begeleider is zijn eigen per-soonlijkheid als voornaamste medium. Veel minder dan andere disciplines be-schikt hij over een eigen uitgebouwd instrumentarium. Deze persoonlijkheid enhaar ontwikkeling is geen gegeven, maar een continue opdracht. Bovendien is hetinzicht in de eigen persoonlijkheid geen vanzelfsprekendheid en vergt het vat krij-gen op en het hanteren van de eigen persoonlijkheid het doormaken van een per-manent leerproces.In deze zelfhantering zijn zelfkennis en inzicht in de eigen positie essentieel. Dezezelfhantering heeft zowel betrekking op de meer inhoudelijke aspecten, als op demeer formele aspecten van de persoonlijkheid. Opvoeders-begeleiders bieden nietalleen structuren aan, zij vormen zelf ook structuren voor hulpvragers. Hieruit volgthet belang van de eigen visie op mens en maatschappij, van de visie op zichzelf envan het onderkennen van de eigen dynamiek en deskundigheid.

3.6 De maatschappelijk-culturele vorming

De hulpverlening is steeds geïntegreerd in onze samenleving.De gespecialiseerd-opvoeder begeleider kan een analyse maken van maatschappe-lijke factoren die van invloed zijn op de problemen waar zorg, hulp en opvoedingen behandeling mee te maken hebben. Hij heeft ook een signaleringsfunctie naar desamenleving waar hij belemmeringen vaststelt die de hulpverlening in de weg

Page 47: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 43

staan. Vanuit zijn opdracht heeft hij veelal te maken met mensen uit verschillendeculturen.Hij moet dan ook een duidelijk zicht hebben op de (multiculturele), maatschappe-lijke en beleidsmatige evoluties in de samenleving.

3.6.1 Relevantie van de opleiding voor de herschikking van de kwalificatie-structuurDe leefbaarheid: uit de tabellen 2.2.9. blijkt dat er 6 opleidingen zijn, gespreidover de Vlaamse provincies.Zij bieden onderwijs aan 1538 studenten waarvan 849 eerstejaars. Om de bestaandeopleidingen leefbaar te houden is het dan ook niet aangewezen om in het licht vande mogelijke herschikking (1 oktober 1998 art 12.1) nieuwe opleidingen te latenopstarten.In dit verband citeren we tevens de conclusie uit het “Verslag opleidingsdoorlich-ting orthopedagogie 5 Hogescholen” uitgevoerd door het Ministerie van de Vlaam-se Gemeenschap - Departement Onderwijs van 1993-1994: Conclusie/advies naarde overheid toe: “Nieuwe vestigingsplaatsen slechts toelaten na een ernstige be-hoeftenstudie waarin o.m. rekening gehouden wordt met de reeds bestaande vesti-gingsplaatsen in het onderwijs met volledig leerplan én voor sociale promotie,alsook met de door de overheid zelf gecreëerde beperking van tewerkstellingsmo-gelijkheden op het niveau van de gegradueerde in de orthopedagogie. “

Page 48: OP Orthopedagogie

44 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

H O O F D R U B R I E K 4 :D O E L G R O E P E N V / H A F G E W E R K T E

O P L E I D I N G S P R O F I E L

♦ Orthopedagogische sectoren: De gespecialiseerd-opvoeder begeleider

♦ Bijzondere Jeugdbijstand: Begeleider Klasse 1, Hoofdbegeleider, Eerste Begeleider -Directeursfunctie

♦ Zorg voor personen met een handicap: Opvoeder Klasse 1, Hoofdopvoeder, Opvoeder-Groepschef - Directeur.

♦ Aanverwante andere sectoren: Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Eerste Lijn Algemeen Wel-zijnswerk, Ouderenzorg, Kinderziekenhuis, Studiemeester-opvoeder, Speelpleinwer-king, Jeugdbeweging, Jeugdhuiswerking, Vormingswerk met persoenen met een handi-cap, Deskundige Comité Bijzondere Jeugdzorg, de Jeugdrechtbank, enz…

Page 49: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 45

H O O F D R U B R I E K 5 : B I B L I O G R A F I E

♦ DE MEY, L. e.a., De loopbaan van de opvoeder. Verslagboek van het internationaalcolloquium van het Instituut International d'Education Specialisé. Kortrijk, 1992.

♦ DE MEY, L. e.a., De opleiding tot opvoeder SHOKTVL in Vlaanderen. Antwerpen,1990, 25 p.

♦ DE MEY, L., Erasmus Evaluation Conference. European Scientific Committee SocialWork: Social professions. Coblence, 1996 : National report on Belgium.

♦ DE MEY, L., Services d’aide sociale et formation de l’éducateur social en Flandre. In :The journal of the European Association of Training Centres for Socio-Educational CareWork;, Torino, 1995, p. 191 - 212.

♦ DE MEY L., Servizi d’aiuto sociale e formazione della professione dell’ EducateurSocial in Fiandra. L’éducateure Professionale. Roma 1995, 7, p10 - 19.

♦ DERAECK, G., Werken met mensen, Brussel, Licap, 1990.

♦ EBSKAMP, J. en KROON, H., Beroepsethiek voor sociale en pedagogische hulpverle-ning, Nijkerk, Intro, 1994.

♦ FRANCK, J., Deontologie in de opvoedingshulp, Leuven, Acco, 1989.

♦ FRANCK, J. en GOOVAERTS, H. Het beroepsprofiel van de opvoeder-begeleider, inTijdschrift voor Welzijnswerk, 200ste Editie, dec1996 en in Signaal, Journaal van deStichting Integratie Gehandicapten, 18 jan/feb/maart 1997.

♦ GOLEMAN, D., Emotionele intelligentie, Emoties als sleutel tot succes, Amsterdam/Antwerpen, Contact, 1996

♦ HELLINCKX, W., Begeleiden van groepsleiding, Leuven, Acco, 1984.

♦ KLOMP, M. en WAALDIJK, K., Regisseur van het alledaagse leven, Jeugd en samen-leving, augustus/september 1993.

♦ KOK, J.F.W. en KLOMP, M., Ambulante en residentiële hulp? Regionalisatie en inte-gratie in de geestelijke gezondheidszorg. Leuven, OK-reeks, 1985.

♦ LAMMERTYN F., De welzijnszorg in de Vlaamse Gemeenschap, Kluwer 1990

♦ LBVG (Landelijke beroepsvereniging groepsleid(st)ers - NL), Gewenst profiel van degroepleid(st)er. Beroepscode van de groepleid(st)er. 1994.

♦ LUCASSEN, L., De verantwoordelijkheid van de groepsleider, Jeugd en samenleving,augustus/september, 1983.

♦ MARCON, P. e.a., Educateurs dans l'Europe de 1992. Roma. Universita La Sapienza,1988. 269 p.

♦ NIZW, Sociaal Pedagogisch Werk, Beroependomeinprofiel

♦ Ontwerp van Wet betreffende het statuut van gespecialiseerd opvoeder-begeleider.Stukken van de Senaat 825-2. Belgische Senaat. 10 februari 1994.

♦ Sociaal-pedagogische hulpverlening. Uit: Profiel van het vernieuwde HSAO. NL. 1993.

♦ TIMMERS-HUIGENS, D., Opvoeden praktisch bekeken, Amsterdam, Van Loghum-Slaterus, 1994.

Page 50: OP Orthopedagogie

46 OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE

♦ VAN VEEN, G., De beginnende groepsleider, Inleiding op het praktijkgericht werkenmet groepen, Baarn, H. Nelissen, 1991.

♦ VBVO, Verslagboek van het congres 'De profilering van het opvoedersberoep'. Ant-werpen, 1985, 100 p.

♦ Verslagen en werkteksten van de opleidingen Orthopedagogie SHOKTVL in Kortrijk,Gent, Hasselt en Antwerpen.

♦ VIAENE, R. & WIELOCKX, L., Opvoed(st)er worden, zijn en blijven. Leuven, Garant,1994. 194 p.

♦ VVJG-Journaal, 1996 nr9

♦ WAES, L., Attitudes bij opvoeders, 1985.

♦ Wetsontwerp betreffende het statuut van gespecialiseerd opvoeder-begeleider. Ontwerpgewijzigd door de Senaat. Stukken van de Kamer 107 (B.Z. 1991-1992). Belgische Ka-mer van Volksvertegenwoordigers. 3 maart 1994.

♦ WIELEMANS, W., Voorbij het individu. Mensbeelden in wetenschappen, Leuven,Garant, 1993.

Page 51: OP Orthopedagogie

OPLEIDINGSPROFIEL ORTHOPEDAGOGIE 47

H O O F D R U B R I E K 6 : M E D E W E R K E R S

Redactie opleidingsprofiel

♦ Luc De Mey (voorzitter - expert sectorcommissie)

♦ Ivan Van Hulle (Secretaris)

♦ Johan Franck (lid sectorcommissie)

♦ Jan Colson

♦ Henk Goovaerts

♦ Michel Dedain

♦ Annie Thys

♦ Anne Van Schoor

♦ Monique Pieters