OP Animatie

27
STUDIE 70 OPLEIDINGSPROFIEL animatie(film)

Transcript of OP Animatie

Page 1: OP Animatie

STUDIE 70

O P L E I D I N G S P R O F I E L

animatie(film)

Page 2: OP Animatie

O P L E I D I N G S P R O F I E L

animatie(film)

sector : audiovisuele productiestudiegebied : audiovisuele en beeldende kunstopleiding : audiovisuele kunstoptie : animatie

Sectorcommissie Hogeschoolonderwijsvan de Vlaamse Onderwijsraad

D/1998/6356/9

De leden van de sectorcommissie zijninhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel.

De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out

Page 3: OP Animatie

INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

I N H O U D

HOOFDRUBRIEK 1: INLEIDING 11.1 Identificatie van het opleidingsprofiel 11.2 Opdracht 11.3 Ontwikkelingsproces 11.4 Legitimatie 1

HOOFDRUBRIEK 2: SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING 22.1 Gegevens uit de beroepenwereld 2

2.1.1 Beroepenstructuur 32.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen 32.1.3 Visie 3

2.2 Gegevens uit de onderwijswereld 42.2.1 Algemene situatieschets 42.2.2 Studiegebied, opleidingen en opties 42.2.3 Aanverwante studiegebieden, opties 42.2.4 Diploma’s 42.2.5 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de optie 42.2.6 Informatie over gelijkaardige opleidingen in het buitenland 52.2.7 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen 62.2.8 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen 72.2.9 Overzicht infrastructuur 72.2.10 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten

in de optie 92.2.11 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de

optie 102.2.12 Reële studieduur 122.2.13 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en

buitenland 132.3 Verantwoording van de optie c.q. opleiding 13

2.3.1 Historiek 132.3.2 Animatiefilm in het audiovisueel onderwijs 132.3.3 Differentiatie 142.3.4 Scholen, 4 doelstellingen 14

HOOFDRUBRIEK 3: HET OPLEIDINGSPROFIEL 153.1 Exacte benaming van de optie c.q. opleiding 153.2 Globale omschrijving van de optie c.q. opleiding 153.3 Het beroepsgericht opleidingsprofiel 16

3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 163.3.2 Functioneel geheel en basiscompetenties 173.3.3 Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie c.q. opleiding 18

Page 4: OP Animatie

INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

3.4 Sleutelkwalificaties 183.5 De kern van het opleidingsprofiel 19

3.5.1 Verwantschap met andere opleidingen 193.5.2 Persoonsvorming 19

3.6 Conclusie 203.6.1 Tewerkstelling en doorstroming 203.6.2 Op het vlak van de opleidingshiaten 21

HOOFDRUBRIEK 4: MEDEWERKERS 22

BIJLAGE 23Bijlage 1: Studieprogramma 1996-1997 van de 4 hogescholen: Sint-Lukas Brussel,

Optie animatie (film), KHLim Genk, Hogeschool Gent, Hogeschool Rits,Brussel

Page 5: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 1

H O O F D R U B R I E K 1 : I N L E I D I N G

1.1 Identificatie van het opleidingsprofiel

Studiegebied: audiovisuele en beeldende kunstOpleiding: audiovisuele kunst, optie animatie.

1.2 Ontwikkelen opleidingsprofiel

VLOR -Sectorcommissie opleidingsprofielen audiovisuele productie.

1.3 Ontwikkelingsproces

Op basis van het beroepsprofiel audiovisuele kunsten, waarbij een evenwicht werdgezocht tussen de professionele toepassingsmogelijkheden (studiomodel versus ar-tistieke auteurfilm, éénmansrealisatie versus toegepaste of publicitaire toepassin-gen).

1.4 Legitimatie

Vlaamse Onderwijsraad.Raad voor het Hoger Onderwijs.

Page 6: OP Animatie

2 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

H O O F D R U B R I E K 2 : S I T U E R I N G V A N D EO P T I E C . Q . O P L E I D I N G

2.1 Gegevens uit de beroepenwereld

2.1.1 Beroepenstructuur

♦ Facilitaire omgevingA.V-productie in functie van industrie - communicatie, televisie, publicitaire enmediatoepassingen - generieken, grafieken, simulaties, ... .Voornamelijk ondersteunende aanwending van het medium animatiefilm.BeroepenCreative director, consultant, designer, 2-D operator, 3-D operator, verantwoorde-lijke AV communicatie, compositor.

♦ StudiomodelAnimatiefilmstudio's die series, langspeelfilms en/of geanimeerde commercialsproduceren. Het medium wordt hier als autonoom communicatiemiddel gehanteerd,maar is voornamelijk naar commerciële exploitatie geprofileerd.De intrede van digitale technieken heeft in dit model een aantal significante ver-schuivingen in beroepskwalificaties teweeggebracht: kleurders, traceerders, ink-ters,... verdwenen bijna volledig en maakten plaats voor beeldscherm-operateurs:de ambachtelijk ingekleurde en getraceerde triacetaatfolie behoort weldra tot deverleden tijd. Ook de cinematografische schakel wordt vervangen door digitale"compositing" systemen, waarbij de samengestelde virtuele beelden op cinemato-grafische film worden gescand of naar digitale (Beta-D, CD-V) en analoge (BETASP) dragers gestuurd .BeroepenProducent, uitvoerend producent, realisator, studioleider, storyboard artist, lay-outman, designer, art-director, bewegingsregisseur, character animator, special effectsanimator, key-animator, assistant animator, background artist, clean-up artist, in-betweener, camera operator, assistant camera operator, composer, colorist, title de-signer, 3-D modeler, 3- Animator, monteur/cutter.

♦ Artistieke kortfilm of auteurfilmDeze professionele context wordt getypeerd door een uitgesproken artistiek gepro-fileerde relatie vorm/inhoud. Artistieke produkties worden in eerste instantie opfilmfestivals (al dan niet competitief) vertoond. In tweede instantie anticipeert hetcinefiele circuit, televisiestations en eventueel internationale distributeurs op dit ty-pe van animatiefilms. De bedrijfscultuur rond de auteurfilm is kleinschaliger enmeer op vernieuwing dan op commercie ingesteld. Deze schaal impliceert dikwijls'clustering' van verschillende kwalificaties (vb. auteur = regisseur én storyboardar-tist én art-director én monteur). Het studiomodel en de artistieke auteurfilm groeienmeer en meer naar een synergie: kwalitatief hoogstaande, commerciële series("Duckman", The Simpsons",...) staan qua vormgeving en filmtaal dicht(er) bij deartistieke film. Deze studio's doen regelmatig beroep op mensen uit de artistiekeanimatiefilm.

Page 7: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 3

BeroepenUitvoerend producent, realisator/auteur, animator, cameraman, color artists,background artist, monteur.

♦ Aanverwante beroepen(Deel uitmakend van een mogelijk beroepsprofiel beeldend kunstenaar).Kunstenaar, illustrator, striptekenaar, beeldschermkunstenaar, grafische toepassin-gen (publiciteit), art director (publiciteit).

♦ Beroepen in het onderwijsGekoppeld aan de specialisatie (mits behalen van Getuigschrift Pedagogische be-kwaamheid of lerarenopleiding c.q. aggregatie)Leraar audiovisuele vorming, plastische opvoeding, animatie (niveaus: K.S.O 2° en3° graad, A.S.O en T.S.O en Deeltijds Kunstonderwijs).Assistent, praktijklector, Docent of hoogleraar, artistieke en of technische vakkenin het Hoger Onderwijs van een of twee cycli, opleidingsgebied audiovisuele kunsten evt. beeldende kunst. (géén lerarenopleiding vereist).

2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielenAudiovisuele kunst.(Een beroepsprofiel beeldende kunst was niet voorhanden, een uitgediept B.P ani-matiefilm was wenselijk)

2.1.3 VisieAnimatiefilm wordt gekwalificeerd als audiovisueel onderwijs. Er blijft evenwel -naar expressievormen, beeldtaal en basisvaardigheden - een duidelijke relatie tot debeeldende kunst. Naast een 'showreel' van filmisch werk, worden kandidaten voorstudiovacatures, dikwijls onderworpen aan een tekenproef (naar waarneming ennaar levend model)Tekenen (als communicatie- of expressiemiddel) blijft een wezenlijk onderdeel vanhet beroep. De vier opleidingen aan de Hogescholen hebben elk een specifieke op-leidingsklemtoon maar onderkennen elk de noodzaak van dit opleidingsonderdeel.

Op vlak van dramaturgie, scenario, taal en technologie (dragers -film, video ennieuwe media, opname beeld en geluid, postproductie en vertoning) is de kwalifi-catie "audiovisuele kunst" te verantwoorden.

Page 8: OP Animatie

4 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

2.2 Gegevens uit de onderwijswereld

2.2.1 Algemene situatieschetsHoger kunstonderwijs van academisch niveau in twee cycli, Studiegebied audiovi-suele en beeldende kunst, opleiding audiovisuele kunst, optie animatie (film).

2.2.2 Studiegebied, opleidingen en optiesAan vier hogescholen wordt een opleiding animatie aangeboden: K.H. Limburg,H.S Sint-Lucas Brussel, H.S. Erasmus en H.S Gent. K.H. Limburg en HogeschoolSint-Lucas behoren tot het Katholieke net, Erasmus en H.S Gent zijn autonome ho-gescholen.

2.2.3 Aanverwante studiegebieden, opties− Informatie over gelijkaardige opleidingen in het binnenland (franstalig)

ENSAV, atelier de LA CAMBRE (Brussel) (Opgericht omstreeks 1970 doorGaston Roch).Een animatiefilmopleiding die vanaf het prille begin als A5/A1 of Lange Typewerd ingeschaald.Na een strenge toelatingsproef worden een vijftiental kandidaten toegelaten tothet eerste jaar die, vanaf de eerste maanden, geconfronteerd worden met depraktijk van het filmmaken. Groepsdynamiek is één van de belangrijkste uit-gangspunten in de pedagogische benadering. Studenten leren vooral van elkaar,werken voortdurend samen en deze teamgeest versterkt de sociale interactie.Het atelier de production de La Cambre geniet van een jaarlijkse toelage vanCultuur, bovenop de onderwijsfinanciering. Deze toelage wordt gebruikt voorde afwerking, promotie en distributie van de studentenfilms. De films van "LaCambre" zijn nadrukkelijk aanwezig op de internationale filmfestivals en wor-den regelmatig bekroond.

− De opties Medium : Film en video aan de Hogescholen.− Aan de Stedelijke Academies voor Beeldende Kunst van Gent en Sint-Niklaas

bestaat er een deeltijdse kunstopleiding animatiefilm. Eerstgenoemde is vooralgericht naar kinderen/jongeren. De opleiding in Sint-Niklaas oriënteert zichvooral naar (jonge) volwassenen.

2.2.4 Diploma'sMeester in de audiovisuele kunst, optie animatie

2.2.5 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma's(Meester A.V. kunst, optie animatie of HOKT animatie)

Instelling of Hogeschool Niveau van het getuigschrift of diplomaH.S GENT (KASK)1991-92 (15) HKO 2° kunstfilm en fotografie, optie animatiefilm1992-93 (14) HKO 2° kunstfilm en fotografie, optie animatiefilm1993-94 (5) H.O - 2 cycli, meester audiovisuele kunst, art. optie animatie1994-95 (12) H.O - 2 cycli, meester audiovisuele kunst, art. optie animatie1995-96 (7) H.O - 2 cycli, meester audiovisuele kunst, art. optie animatieErasmus Hogeschool Brussel (RITS)1991-92 (6 ) HOKT, specialisatie animatiefilm1992-93 (2) HOKT, specialisatie animatiefilm1993-94 (7) HOKT, specialisatie animatiefilm1994-95 (1) HOKT, specialisatie animatiefilm

Page 9: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 5

1995-96 (9) HOKT, specialisatie animatiefilmKatholieke Hogeschool Limburg (ABK)1991-92 (1) HKO 2° Visuele communicatie, optie animatiefilm1992-93 (-) HKO 2° Visuele communicatie, optie animatiefilm1993-94 (-) H.O - 2 cycli, meester audiovisuele kunst, art. optie animatie1994-95 (-) H.O - 2 cycli, meester audiovisuele kunst, art. optie animatie1995-96 (3) H.O - 2 cycli, meester audiovisuele kunst, art. optie animatieSint-Lucas Hogeschool Brussel (ABK)1995-96 (1) H.O - 2 cycli, meester audiovisuele kunst, art. optie animatie

2.2.6 Informatie over gelijkaardige opleidingen in het buitenland− Royal College of Art -London (opgericht in 1837, De "animation course" is

sinds 1985, een z.g. 'post graduate' studie van 2 jaar opgericht door Bob God-frey en Richard Taylor).

Slechts een tiental hooggetalenteerde kandidaten worden elk jaar toegelaten. Ditprestigieuze instituut heeft een benijdenswaardige reputatie op het vlak van deartistieke korte animatiefilm. Diploma: Master of Arts (RCA).

− Shinard Institute, California Institute of Arts (CALarts). Dit is een faculteit vande U.C.L.A (University of California and Los Angeles). Twee animatiefilmop-leidingen; "Film graphics" en "Animation". De eerste is een experimentele envrij kunstzinnig geprofileerde optie, de tweede is een specialistische opleidingvoor animators. Walt Disney studio's rekruteert echter uit beide disciplines. Di-ploma: Master of Fine Arts

− C.F.T Gobelins, Parijs. Een nijverheidsopleiding met - naargelang de gekozenspecialiteit een verschillende studieomvang en - duur. Een creatief/technischeberoepsopleiding met weinig artistieke pretenties.

− Deze studierichting wordt voor een groot deel gesteund door de industrie. Die'stuurt' de pedagogische werking in een strak beroepsgeoriënteerd programma.Afgestudeerden uit dit instituut zijn voornamelijk uitvoerders, maar de door-stroming van hun afgestudeerden is virtueel 100%. Diploma: Bachalaureat.

− Gesammthochschule Kassel. Een multi-sectoriële universiteit met uiteenlopendestudiemogelijkheden. Hier kunnen studenten "Visuelle Kommunikation" opte-ren voor het keuzeatelier animatiefilm. Uniek: De studenten worden geconsul-teerd over de aanstelling van hun docent. Tot 1995 was dit de heer Paul Dries-sen (een eminente Nederlandse animatiefilmer die vooral voor het NationalFilmboard of Canada werkte). Michael Dudok de Wit (opnieuw een Nederlan-der) werd in 1995 Driessens opvolger. Academy Award winnaar Thomas Stel-mach ("La Balance") realiseerde zijn Oscar winnende animatiefilm aan dezehogeschool. Diploma: Universitair.

In Moskou vermelden we drie animatiefilmopleidingen:− SHAR studio's (tweejarige opleiding) o.l.v. Fedor Kithruk en Y.Norsthein

(sinds 4/93).− Pilot studio's.

Beiden zijn animatiefilmstudio's waar naast productie eveneens vormingscellen zijnondergebracht. Deze instellingen leveren geen diploma's, maar voorzien in een de-gelijke professionele vorming.

− VGIK instituut voor cinematografie, (beter bekend als de 'Eisenstein film-school) optie animatiefilm onder leiding van Professor Stanislav Sokolov, de-caan. Eén van de oudste filmscholen in de wereld en één van de meest gere-nommeerde.

Page 10: OP Animatie

6 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

− Hogeschool Katholieke Leergangen- Tilburg, Academie voor Beeldende Vor-ming, opleiding "kunstenaar-docent kunsteducatie" in de filmanimatie. Hier ligtde klemtoon op kunsteducatie, animatiefilm is een specialisatie. Slechts één do-cent (Gerrit van Dijk) en een aantal werkplaatsleiders (technische assistenten)begeleiden de studenten. Op één vaste weekdag werken de studenten in de'werkplaats' met de docent. De infrastructuur is ontoereikend maar interessantvoor studenten uit deze optie is het samenwerkingsverband met het NIAF (Ne-derlands Instituut voor Animatiefilm). Deze postacademische vorming biedt aanstudenten en jonge afgestudeerden, een professioneel platform om te experi-menteren. Diploma: Kunstenaar -Docent kunsteducatie.

Op een debat over animatiefilm en onderwijs dat gehouden werd tijdens het Hol-land Animation Festival in november 1996 werd dit onderwijsmodel getoetst aande Vlaamse situatie. De conclusies van deze discussie werd overgemaakt aan deNederlandse Minister van Onderwijs en bewijzen eens te meer dat ons onderwijs-systeem niet het slechtste is.Het Nederlands Instituut voor animatiefilm is een vereniging in Tilburg die elk jaarfaciliteiten en begeleiding biedt aan jonge afgestudeerde animatiefilmmakers. Inworkshopverband worden hier animatiefilms gerealiseerd.(bronvermelding: catalogus Holland Animation Festival 1996, prospectus RoyalCollege of Art 1996, brochure van NIAF, brochure SHAR).

2.2.7 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in VlaanderenNoot

De traditie van animatiestudio’s in Vlaanderen - Brussel inclusief - heeft een ne-faste wending meegemaakt in het midden van de jaren tachtig. Internationaal gere-nommeerde studio's als BELVISION, PEN FILM en GRAPHOUI gingen ofwel invereffening of dienden zich te herprofileren naar andere (lees) kleinschaligere toe-passingen. De resterende klassieke studio-animatie wordt door onze afgestudeerdenin vele gevallen beoefend op freelance basis of in kleine bedrijven als Mad Dogs(Lochristi), Bal Gehakt (Brugge), Graphics and animation, Animaniax (Antwer-pen), Lightbox, Fenix Animation (Gent).Deze kleine studio's werken meestal in onderaanneming voor de grotere buiten-landse studio's .Grotere productiecellen als Kid cartoons, S.O.I.L, M. Levie, L.B.O Woluwe,Kladaradatsch, Pix and Motion en TRIX, (Brussel), Stichting Raoul Servais, GRIDproduction en Virtual Image (Gent),Atelier 5 en Imagination and Motion (Antwer-pen) hebben een goed gevuld productieschema maar bieden slechts aan relatiefkleine equipes continuïteit in opdrachten. Met name de facilitaire bedrijven trekkenmeer en meer afgestudeerden aan.

We stellen vast dat de Belgische animatiestudio's vooral werken met freelancers,terwijl de facilitaire bedrijven naast freelance overeenkomsten overwegend con-tracten in ondergeschikt dienstverband aanbieden.

Omroepen

BRTn, VTM en VT4 stellen afgestudeerden te werk in voornamelijk grafischediensten (paintbox applicaties, 3-D omgeving) en dienst jeugd (BRTn). De regio-nale zenders bieden eveneens mogelijkheden voor onze afgestudeerden.Grotere "bedrijven" (multinationals, overheidsinstellingen, universiteiten en hoge-scholen) rekruteren sporadisch mediaspecialisten voor interne en externe communi-catie. Hoewel niet totaal te verwaarlozen, zijn dit soort jobs van secundair belang.

Page 11: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 7

Het is dan ook logisch dat een aantal afgestudeerden - m.n. de studioanimatoren -naar het buitenland trekken.In de aangrenzende landen noteren we o.a. 352 Luxemburg, Hahn Film Berlin,France Animation, Walt Disney Productions, Gaumont -Parijs, Richard Purdum,Klactoveesedstene, Zoo lane productions, Universal, Don Bluth en Warner (GrootBrittanië).

Gaan we verder dan de E.G, ontdekken we o.a. PIXAR, Clasky Csupo -San Fran-cisco en Walt Disney Studio's (Orlando en Los Angeles)

2.2.8 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen

♦ Brabant: Brussel− Erasmus Hogeschool Brussel, departement audiovisuele kunst -Rits (voorheen Hoger Rijksinstituut voor Toneel en Cultuurspreiding)− Sint-Lucas Hogeschool Brussel, departement architectuur en audiovisuele en

beeldende kunst.♦ Oost-Vlaanderen: Gent− Hogeschool Gent, departement architectuur, audiovisuele en beeldende kunst (voorheen Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, K.A.S.K)♦ Limburg: Genk− Katholieke Hogeschool Limburg, Departement audiovisuele en beeldende kunst (voorheen Stedelijk Hoger Instituut voor Visuele Communicatie en Vormgeving)

2.2.9 Overzicht infrastructuur

2.2.9.1 Hogeschool Gent, departement architectuur, beeldende en audiovisuelekunst (KASK), optie animatie

♦ Opname beeld− 2 Crass H-16mm animatiecamera’s (rostrum), uitgerust met mogelijkheden tot

backlight, rotoscopie en bi-pack− 2 Bolex H-16mm animatiecamera’s (rostrum) met elektromechanische sturing− 2 Bolex H-16 mm camera’s voor ruimtelijke toepassingen, waarvan één uitge-

rust met steppenmotor en twee Manfrotto statieven. Kern en Angenieux objec-tieven (1 Mitchell en 2 Crass 16 mm camera voor reserveonderdelen).

− Via samenwerkingsverbanden staan gratis ter beschikking van de finaliteitstu-denten: 1 Crass 35MM rostrum met mogelijkheid tot multi-plane, 1 NeilssonHordell- Oxberry 35 mm rostrum, 2 EOS super VHS beeld-per-beeld S-VHSunits. (materiaal en studio’s ter beschikking gesteld door de Stichting RaoulServais, Veerkaai 2 te 9000 Gent.)

♦ Licht− Ianiro Red Head 800 W lampenset (4) en Manfrotto statieven (4) met luchtve-

ring voor ruimtelijke toepassingen.− DEDO lampenset (4) voor tabletop, 2 digitale Minolta belichtingsmeters (spot,

opvallend en reflecterend)♦ Klank− Tascam 32 kanaals mengconsole, geautomatiseerde sturing, Tascam DAT, Tas-

cam cassettedeck, Tascam CD player, Revox en TEAC 1/4 inch recorders, Otari16 sporen (1 inch) recorder, NAGRA 4-2 field-recorder.

− JBL monitoring speakers (regie), Tanoy 15inch speakers (weergave), digitalesoundprocessors, filters en effect racks.

Page 12: OP Animatie

8 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

− AKAI Hard disc recorder, 4 perfectone perforacks voor mixage, 2 Bulk erasers,Beyer, Senheiser en AKG microfoons met diverse karakteristieken. 2 dubbel-bandprojectoren (Eiki en Bauer) waarvan één voor synchroon sonorisatie.

♦ Montage− 3 Steenbeck, 6 plateau montagetafels waarvan één 16-35mm compatibel, 1

Steenbeck 4 plateau montagetafel.− 3 Acmade synchoonvisioneuses. Bovendien staan gratis ter beschikking: 1

Steenbeck 4 plateau 35 MM montagetafel en 1 Oldelft Cinemonta 16mm flat-bed montagetafel.(materiaal en studio’s ter beschikking gesteld door de RaoulServais Stichting, Veerkaai 2 te 9000 Gent.).

− Betacam en super VHS montagefaciliteiten en (extra) Steebeck montagetafels(16 en S16) zijn beschikbaar in onderlinge afspraak met de optie Medium-Film.

♦ Computers− 3 Amiga (1000-4000) linetest computers uitgerust met TAKE TWO software− 1 Silicon Graphics Indigo workstation incl. Jaz drive met Wavefront Software

voor 3-D toepassingen− 2 Amiga computers voor klankautomatisatie

2.2.9.2 Katholieke Hogeschool Limburg, departement audiovisuele en beeldendekunst

♦ Opname beeld− 2 Bolex 16mm camera’s waarvan 1 met elektrische motor voor rostrumopnames− 1 Bolex 16 (niet reflex) voor tests− 1 Bolex H16 met elektrische motor voor ruimtelijke toepassingen− dolly statief♦ Montage en klank− (Gemeenschappelijk gebruik van een aantal faciliteiten met optie medium)− tafel voor negatief montage, 4 kanaals synchroonblok− moviscoop visioneuse− 1 Steenbeck 6 plateau (16mm/35mm)♦ Videomontage− SVHS AG4700 incl. Monitor− audiomengtafel 4 in, 2 uit− CD speler♦ Computers− 2 en 3D animatie computers− 3 Amiga 1200− 1 Amiga 2000− 1 Amiga 4000 12 MB− 1PC Pentium 133 mhz, 32 MB RAM 26 harddisk− Lightwave 3 D 5.0 software− Zipdrive 100 MB− 2 Amiga 1200 line test computers met TAKE 2 software met video digitizer

2.2.9.3 Erasmus Hogeschool Brussel, departement Dramatische en audiovisuelekunst (Rits)

♦ Opname beeld− 1.Crass rostrum 16 mm− 1 Digitale rostrum/video betacam

Page 13: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 9

− 1 opnamesysteem 3D U-matic− 1 opnamesysteem 3 D- digitaal− 3 Bolex camera's met steppenmotor voor ruimtelijke toepassingen− 15 computers 2D en 3D animatie− 2 Amiga linetest computers− 3 Dedo lampensets voor tabletop− Montage en sonorisatie faciliteiten gemeenschappelijk met optie medium

2.2.9.4 Hogeschool Sint-Lucas, departement audiovisuele en beeldende Kunst

♦ Opname beeld− 10 Amiga 1200 computers voor 2 en 3-D toepassingen− 5 Amiga 4000 computers voor 2-3 D toepassingen− 1 Non-linear editor, Digitaal en broadcastkwaliteit− 1 Ikegami Betacam SP camera voor beeld per beeld opname− 1 Sony Hi-8 camera voor beeld per beeld opname, ruimtelijke toepassingen− 1 V-Lab motion editor voor Hi-8♦ Klank− Soundcraft spirit 4 kanaals console MIDI aansluiting en externe microfoons-

Montage en sonorisatie faciliteiten gemeenschappelijk met optie medium

2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie

Erasmus,Rits

K.H. Lim-burg

St-LucasBrussel

H.S Gent,K.A.S.K

totaal

1996/1997 28 33 35 70 1661995/1996 18 16 38 71 143

2.2.10.1 Populatie (per 1 december)

♦ Hogeschool Gent, departement architectuur, audiovisuele en beeldende kunst -optieanimatie

1ekandidatuur

2ekandidatuur

1e meester-graad

2e meester-graad

totaal

1992/1993 25 16 (HKO2°) 12 15 (HKO 2°) 681993/1994 31 9 15 10 651994/1995 23 14 11 13 611995/1996 31 16 11 10 711996/1997 30 16 12 12 70

♦ Hogeschool Sint-Lucas Brussel, optie animatie1ekandidatuur

2ekandidatuur

1e meester-graad

2e meester-graad

totaal

1992/19931993/1994 7 71994/1995 12 4 161995/1996 26 6 5 1 381996/1997 16 12 3 4 35

(Noot: de optie animatie is slechts in 1993 autonoom geworden, voorheen was dit een keuzeatelier )

Page 14: OP Animatie

10 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

♦ Erasmus Hogeschool -Rits, optie animatie1ekandidatuur

2ekandidatuur

1e meester-graad

2e meester-graad

totaal

1992/1993 HOKT HOKT HOKT HOKT:221993/1994 HOKT HOKT HOKT HOKT:231994/1995 HOKT HOKT HOKT HOKT:181995/1996 18 HOKT HOKT 181996/1997 17 11 28

(Noot; de optie animatie kaderde voor het HOBU decreet in een korte type of één cyclus opleiding)

♦ Katholieke Hogeschool Limburg, departement audiovisuele en beeldende kunst, op-tie animatie

1ekandidatuur

2ekandidatuur

1e meester-graad

2e meester-graad

totaal

1992/1993 61993/1994 12 21994/1995 13 41995/1996 14 6 1 3 161996/1997 20 5 7 1 33

2.2.10.2 Gegevens met betrekking tot tewerkstelling

− Hogeschool Sint-Lucas: niet relevant, slechts één afgestudeerde uit deze optie− Katholieke Hogeschool Limburg: geen recente gegevens beschikbaar− Erasmus Hogeschool Brussel (Rits):geen recente gegevens beschikbaar− Hogeschool Gent (KASK): op 53 afgestudeerden: 28 tewerkgesteld in het me-

dium waarvan 9 (!) in het buitenland. 11 actief in aanverwante beroepen (illu-stratie, strip, grafisch ontwerp) , onderwijs (4), 4 werklozen, 5 actief buiten desector (verkoop, tertiaire sector,...), 1 afgestudeerde studeert verder (voortge-zette opleiding).

2.2.11 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie

2.2.11.1 Instroom hogeschool Gent departement academieInschrijvings-jaar

Secundair geslacht Geboorte-jaar

aantal hogeronderwijs

provincie

92-93 ASO: 6KSO:14TSO: 2B.SO::2CENTR/1

M/20V/5

1974:51973:61972:61971:51970:21969:21968:1

25 2 WV:9OV:8A:6B;2WAL:1NL:0

Vanaf 1994-1994 opgenomen in het H.O van 2 cycli

Inschrijvings-jaar

secundair geslacht Geboorte-jaar

aantal hogeronderwijs

provincie

93-94 ASO: 12KSO:12TSO: 4B.SO:2CENTR/1

M/22V/9

1975:61974:111973:61972:11971:31970:21969:1

31 13(1voltooid)HKO;12HTO:1

WV:6OV:8A:10B:1L:1NED.:4

94-95 ASO: 10KSO:9

M/20V/3

1976:21975:6

23 10UNIV:2

WV:8OV:7

Page 15: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 11

Inschrijvings-jaar

secundair geslacht Geboorte-jaar

aantal hogeronderwijs

provincie

TSO: 2B.SO:1

1974:81973:41972:11971:11969:1

HKO:7HTO:1(1voltooid)

A:6B:1WAL;1NED.:1

95-96 ASO: 8KSO:18TSO: 1B.SO:2N.O:2

M/24V/7

1977:51976:81975:41974:41973:11972:21971:31970:3

31 13UNIV:3HKO:10(4voltooid)

WV:11OV:8A:7WAL;1NED.:3

96-97 ASO: 10KSO:15

TSO: 1B.SO:3

M/25V/5

1978:101977:61976:51975:41974:11973:11972:11970:1

30 9UNIV:2HKO:7(2voltooid)

WV:5OV:9A:8B:5L;2NED.:2

2.2.11. Instroom hogeschool Sint-Lucas Brussel, optie animatie

Inschrijvings-jaar

Secundair geslacht Geboorte-jaar

aantal hogeronderwijs

provincie

93-94 ASO:3TSO;2KSO:1Andere:1

M/6V/1

1967:11969;11970:11973:11975:3

7 3 B 3A 2l 1OV 1

94-95 ASO:2TSO:5KSO:4Andere:1

M/11V/1

1971:11973:11973:61975:21976:2

12 2 B 7A 4L 1

95-96 ASO;12TSO:10KSO:10andere: 2

M/24V/2

1971;11973:21974:41975:41976:81977:7

26 9 B 14A 9L 1WV 2

96-97 ASO:5TSO:2KSO:8andere: 1

M/15V/1

1972;11974:21975:61976;21977:31978:2

16 3 B 8A 3L 1WV 1OV 1

2.2.11.3 Instroom Katholieke Hogeschool Limburg, Departement ABK, optie animatie

Inschrijvingsjaar secundair geslacht geboorte-jaar

aantal hogeronderwijs

Provincie

1992-93 ASO:2TSO:2KSO;1andere:buitenl.

M/6 1971:21972:21973:11974:3

6 L:5Ned:1

1993-94 ASO:5TSO:5KSO:1

M:12 1971:11973:21974:8

12 L:9A:2Ned:1

Page 16: OP Animatie

12 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

Inschrijvingsjaar secundair geslacht geboorte-jaar

aantal hogeronderwijs

Provincie

gym:1 1975:1

1994-95 ASO:7TSO:4KSO;2

M:11V:2

1971:11973:11974:41975:31976:4

13 L:8A:3B:1Ned:1

1995-96 ASO:8TSO:2KSO;4

M:10V:4

1974;21975:41976:31977:5

14 L:10A:2B:1Ned.:1

1996-97 ASO:12TSO:2KSO:4vwo (nl):1

M/17V/3

1973:11975:21976:41977:61978:7

20 geen info L:14A:2B:2Ned:1Duitsl:1

2.2.11.4 Instroom Erasmushogeschool, Brussel, departement audiovisuele kunst (Rits),optie animatie

Inschrijvings-jaar

Secundair geslacht Geboorte-jaar

aantal hogeronderwijs

provincie

1995-1996 ASO;4TSO;3KSO:4andere

M:14V:4

1977:51976:101975:21973:1

18 7 B:8OV:3A:5L:2

1996-1997 ASO:5TSO:2KSO:1andere

M:16V:1

1978:51977:71976:31975;11972:1

17 9 OV:5A:4B:7L:1

Noot: vanaf 1995-1996 opgenomen in het H.O van twee cycli

Toelichting bij 2.2.10 en 2.2.11De opleiding animatie(film) aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunst(K.A.S.K) behoorde tot het Hoger Kunstonderwijs van de tweede graad (vierjarigeopleiding). In het academiejaar 1993-94 werden hier de eerste z.g. HOLT diploma'suitgereikt.De Animatie(film)opleiding aan het RITS was tot 1995-96, een korte typeopleiding.Als autonome optie bestaat animatie aan de Sint-Lucas slechts drie jaar, voordienwas animatiefilm een keuze-atelier verbonden aan de optie "vrije grafiek".De optie animatie aan de K.H.L Gent behoorde eveneens tot het Hoger Kunston-derwijs van de tweede graad. Vermeldenswaard is hier dat de animatiefilm deeluitmaakte van afdeling "visuele communicatie en vormgeving". Alle eerstejaarsstu-denten "visuele communicatie" doorliepen het eerste jaar gezamenlijk en opteerdenna het eerste jaar voor respectievelijk fotografie, grafische vormgeving of animatie-film.

2.2.12 Reële studieduurVier jaar (voltijdse opleiding): 2 kandidaturen, 2 jaren meestergraad.

Page 17: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 13

2.2.13 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenlandVanuit de historiek van de respectievelijke instellingen is er sprake van een duide-lijke profilering en diversiteit in benadering.De buitenlandse opleidingen werd reeds toegelicht in 2.2.5.

We noteren volgende karakteristieken m.b.t. de binnenlandse opleidingen:− Katholieke Hogeschool Genk - ABK: Toegepaste animatiefilm, informatief en

commercieel.− Katholieke Hogeschool Sint-Lucas- ABK: artistiek/experimentele animatie (al

dan niet in functie van documentaire en fictiefilm)− Erasmus Hogeschool- RITS: Klassieke animatie met (technologische)accenten

in computeranimatie− Hogeschool Gent - K.A.S.K: Artistieke animatiefilm− ENSAV -Atelier de La Cambre: Artistieke animatiefilm

2.3 Verantwoording van de optie c.q. opleiding

2.3.1 HistoriekAnimatiefilmopleidingen zijn een vrij recent onderdeel van het voortgezet (hoger)onderwijs. Voor 1960 behoorde de professionele vorming in Europa tot het exclu-sieve domein van de studio's. De komst van televisie en het tekort aan specialistenmaakte schoolse opleidingen noodzakelijk. De vorming in de studio's verliep traagen strak afgelijnd: de huisstijl bepaalde de ontwikkeling van haar werknemers.Promotie verliep traag en "tien jaar tussentekenen" om te kunnen doorstromen naareen job als animator was niet uitzonderlijk. De schoolse vorming heeft dit trageproces alleszins versneld.

Op wereldvlak heeft België een benijdenswaardige reputatie op het vlak van ani-matiefilm dankzij pioniers als Raoul Servais en Ray Goossens (toevallig twee grote'katalysatoren' in de opleidingen). Het is dan ook niet verwonderlijk dat ons landeen pioniersfunctie vervulde in animatiefilmonderwijs. Deze uitstraling zorgde er-voor dat veel buitenlandse studenten in Vlaanderen kwamen studeren... Buitenland-se instituten deden hier inspiratie op en zo verschenen de eerste opleidingsclonen'.De artistieke en commerciële animatiefilm floreerde en studio's als Belvision, PenFilm,.... groeiden mee.

De Belgische animatiefilm'industrie' heeft op internationaal vlak- helaas- flink aanimpact ingeboet na het verdwijnen van diezelfde grote studio's in het midden vande jaren tachtig.De know-how echter niet: en dit heeft naar analogie aan andere bedrijfstakken een'braindrain' in de hand gewerkt: topanimators 'vluchtten' naar het buitenland. Demedia boom aan het eind van de jaren tachtig, bracht evenwel andere alternatieven:onder de vorm van facilitaire bedrijven, productiehuizen en kleinere studio's.

2.3.2 Animatiefilm in het audiovisueel onderwijsAnimatiefilm is het facet van de filmkunst waarbij de beeld per beeld techniekwordt toegepast (in tegenstelling tot de live action cinematografie waar de gangbarecontinue beeldsequenties -24,25 beelden per seconde (of 60 beelden per seconde inIMAX) zijn. Dit stop-motionconcept laat een ver doorgedreven manipulatie toe vanonderwerpen en heeft met name in de SFX (trucage of Special effects films) eennadrukkelijke invloed gehad. Dit verklaart het toenemend aantal animatiefilmers

Page 18: OP Animatie

14 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

die ingeschakeld worden als storyboard-artist in live-action film. De belangrijkstetoepassingsgebieden blijven de tekenfilm (artistieke kortfilm, langspeelfilm voorkinderen, tv specials, series, publicitaire toepassingen, generieken, didactischefilms de computergegenereerde film, object- en poppenanimatie).

2.3.3 DifferentiatieAlgemeen kan men stellen dat animatiefilmers er een andere werkwijze op na hou-den in vergelijking met hun collega's in live action film, dit verklaart een aantalverschuivingen in velden.

Op sociaal dynamisch vlak− een grotere zelfstandigheid van de medewerker(s) in de uitvoering van hun ta-

ken− teamwork is minder 'geconcentreerd' dan op een filmset of in een T.V.-studio− de algemene conversatietoon ligt enkele decibels lager en communicatie is sa-

mengesteld uit non-verbale (tekeningen, bewegingen) en verbale expressie.Op psychomotorisch vlak− plastische invloedsferen dikwijls nadrukkelijker aanwezig dan 'filmtechnische'

of dramatische acteursregie: de animator regisseert "mentaal" en vertaalt ditnaar animatie.

− fysieke inspanningen zijn eerder uitzonderlijk− minder extreme arbeidssituaties (locaties met temperatuurschommelingen, etc.)− tekenen en vormgeven is belangrijk− een vér doorgedreven voorbereiding (pre-productie): het storyboard biedt een

accuraat beeld van de eindmontage.Op cognitief vlak− een meer analytisch/synthetische benadering van de notie beweging: gevoel

voor overdrijving.− strakker denken in "aantal tekeningen per seconde" en de consequenties hiervan

op productioneel niveau.

2.3.4 Scholen, 4 doelstellingenDe vier opleidingen spelen elk vanuit hun eigen benadering en historiek, in op deeigenheid en de rijkdom van het medium.Twee opties hebben "toegepast" karakter (Rits en KHLimburg), Sint-Lucas en H.SGent -KA.S.K zijn eerder artistiek geprofileerd.

Een actuele doorsnede van de benaderingen:- RITS: klassieke commerciële cartoonanimatie met klemtoon op computertoe-

passingen: De kwaliteit en de 'ziel' van de beweging is één van de belangrijksteopleidingsdoelstellingen. De optie anticipeert op het toenemende belang vande computer als werkstation.

- Sint-Lucas, Brussel: Artistiek/experimentele animatie. Opdrachten en afstu-deer-projecten manifesteren zich momenteel als korte éénmansrealisaties (dik-wijls in functie van mediatoepassingen). Het ligt in de 'missie' om deze optie telaten ontwikkelen naar het artistieke context van de kunsthogeschool Sint-Lucas.

- KHLimburg, ABK: toegepaste animatiefilm in functie van generieken, com-mercials, informatieve films: De opdrachtgever staat hier centraal. Het mediumwordt aangewend als communicatieplatform en niet zo zeer als doel 'an sich'.

- KASK: artistieke auteursfilm klemtoon op vormelijk/inhoudelijk onderzoekvan het medium, in permanente interactie met haar voornaamste invloedsferen:de beeldende en dramatische kunsten.

Page 19: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 15

H O O F D R U B R I E K 3 :H E T O P L E I D I N G S P R O F I E L

3.1 Exacte benaming van de optie c.q. opleiding

♦ Basisopleiding audiovisuele kunst, optie AnimatieVoorstel: gezien de spraakverwarring, pleit de werkgroep voor de titulatuur 'Ani-matiefilm' i.p.v. 'animatie'.

3.2 Globale omschrijving van de optie c.q. opleidingHet doel van de opleiding animatiefilm is in eerste instantie een grondige studiemogelijk te maken van het medium (beeld per beeld cinematografie of animatie-film). Rits en KHL streven vanuit hun opleidingsfilosofie (toegepast) naar betrek-kelijk functionele definitie van het medium: géén van de vier hogescholen biedtechter een zuiver beroepsgeoriënteerde opleiding, maar voorziet wel in een basis-studie die bij de respectievelijke studenten een proces of mechanisme in bewegingbrengt waarin het individu c.q. de student op basis van persoonlijke kwaliteiten vlotkan doorstromen naar zijn plaats in het werkveld en/of de kunstwereld. De mediaevolueren zo snel dat 'permanent' leren - ook na het behalen van het diploma - aan-gewezen blijft. De 'tools' in het opleidingsproces dienen bij benadering de professi-onele situatie te weerspiegelen.

Die 'tools' zijn van secundair belang in de artistieke opleidingsfilosofie van H.SGent (KASK). Ook Sint-Lucas relativeert sterk actuele standaarden of normen uitde beeldindustrie. Met andere woorden wat vandaag actueel is (BETA SP, SuperVHS) kan morgen reeds verouderd zijn: technologische mogelijkheden dienen zin-vol en 'gedoseerd' te worden toegepast.

Deze vorm van eigenzinnig onderwijs laat zich dan niet graag dicteren wat debeeldindustrie "eist" en is eerder terughoudend wat betreft innovaties of normenwaarvan de relevantie op termijn in vraag kan gesteld worden. Indien de nijverheidaandringt om "software pakket X op configuratie Y" te voorzien in het opleidings-programma, is het niet ondenkbaar dat deze programmatuur reeds voorbijgestreefdis vooraleer de studiecyclus voltooid is. Dit soort 'kort-op-de-bal' spel behoort tothet terrein van de naschoolse of buitenschoolse vorming. Bovendien meent dewerkgroep dat het de taak is van met name het 2 cycli onderwijs, eerder naar ver-nieuwing te streven dan naar normbevestiging. Op het creatieve vlak vormen onzestudenten een investering in de toekomst; zij spelen in op de ontwikkeling van hetmedium, eerder dan vaste waarden te bevestigen. We zoeken kritische studentendie permanent de media (op vormelijk, inhoudelijk en ethisch vlak) in vraag stellen,hun eigen rol in het gebeuren toetsen en in het proces ook kansen te krijgen om tefalen !Meer nuancering dringt zich op naar de relatie opleidingsprofiel en verantwoordingnaar de arbeidsmarkt.

Het HOBU decreet spreekt eveneens van het luik "projectmatig onderzoek". Naarkunstopleidingen laat zich dit vertalen tot: artistiek pragmatisme en non-conformisme.

Page 20: OP Animatie

16 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

♦ Integratie van "state of the art" technologie in het kader van de opleiding

Binnen de opleiding is de begeleiding (sturing) van het mentale proces belangrijkerdan het gebruik van de nieuwste technologie. Technologie die een permanente bij-scholing vergt en slechts een middel is voor een inhoud. De opleiding biedt eenbrede onderbouw die kan uitwaaieren naar verschillende specialisaties. Hoe ele-mentairder de middelen, hoe essentiëler men dient te werken en hoe minder menzich kan wegsteken achter de (schijn)virtuositeit inherent aan de nieuwe technolo-gie. We opteren m.a.w. voor een basis die de mogelijkheid biedt tot flexibiliteitbinnen de uiteindelijke professionele arbeidssituatie.

Bovendien blijft 'High End' technologie evenwel van een haast elitaire prijsstellig(in tegenstelling tot tendenzen in het consumers marktsegment). De integratie vanmet name de nieuwe media in onze audiovisuele opleidingen, is enkel haalbaar in-dien de industrie ons tegemoet komt met 'endorsements', 'product support' of 'edu-cational discounts'

Naar analogie aan sommige Britse en Franse initiatieven - dient de industrie zekergesensibiliseerd te worden om input te verzekeren en zal de werkgroep een derge-lijke samenwerking toe juichen.

3.3 Het beroepsgericht opleidingsprofiel

3.3.1 Bijeenbrengen van relevante beroepsprofielen

3.3.1.1 De realisator

De realisator (in het studiomodel) werkt in samenwerking met scenarist(en) enstoryboard artist(s) aan ideeën die aan de basis liggen van het audiovisueel product(de serie, de pilootaflevering, de langspeler, de tv special of de commercial). Insamenspraak met de uitvoerende producent zal de realisator onderzoeken waar hetbudget bepaalde beperkingen of mogelijkheden oplegt aan het eindresultaat:limited of full animation, multiplane opnames, kleurcomplexiteit of eenvoud, hetaantal personages en nevenpersonages, effecten, de gehanteerde techniek (cut-out,plasticine, cellofaan,...).Hij superviseert het realisatieproces van stemcasting tot montage, van ontwerp totlabo-afwerking, van productiebriefing tot merchandising en is artistiek eindverant-woordelijke van het audiovisueel product.Hij stuurt zijn medewerkers naar een homogene stijl waarbij het budget in verhou-ding blijft tot het gewenste eindresultaat: een animatiefilm die voor buitenstaandersvan a tot z door één persoon is gemaakt.

3.3.1.2 De animator(studiomodel)

Is de globale benaming voor bewegingsexperts (tekenaars of ruimtelijke animators)die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de beweging.

We maken in grote projecten (langspelers, ambitieuze series of tv specials) onder-scheid tussen:− Directing animators (bewegingsregisseurs) die het concept van de beweging in

functie van het eindresultaat uitwerken.− Character animators (hoofdanimators) die naargelang persoonlijke kwaliteiten,

één of meerdere karakters of personages 'tot leven wekken'. Als mentaal acteur

Page 21: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 17

haar/zijn 'personage' geloofwaardig, interessant, 'aaibaar', 'abject',... integrerenin de totaliteit van de film.

− Key animators (animator) verantwoordelijk voor de 'roughs', de hoofdfasen inde beweging.

− De key animator is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de 'flow' van de be-weging. Hij bepaalt de breakdown (of onderverdeling van primaire, secundaireen tertiaire bewegingen in de actie).

Wordt hierbij geassisteerd door assistent, nettekenaar en tussentekenaar.− De computeranimator bepaalt binnen de mogelijkheden van de software, de

snelheid, de kwaliteit en de relatie massa/volume.− Hij stelt families (groepen hiërarchie) samen in een complex figuur, naar analo-

gie van 'breakdown' in klassieke animatie. In grotere producties wordt de com-puteranimator bijgestaan door een informaticus.

3.3.1.3 De art director

Is verantwoordelijk voor de vormgeving , de visuele uitstraling en homogeniteitvan de film. De A.D coacht de decormakers, de kleurafdeling en de modelsheetde-signers.

3.3.1.4 De auteur

Een realisator die zelf initiatieven neemt om projecten te concretiseren. Deze pro-jecten kunnen een zuiver artistiek karakter hebben, maar kunnen in tweede instantieaanleiding geven tot uitbreiding naar commerciële toepassingen (series, tv specialsof langspeelfilms).Nadat de auteur een vormelijk/ inhoudelijk dossier heeft voorbereid wordt een pro-ducent ingeschakeld en gezocht naar financiële middelen. Overheid, tv-zenders,derden (sponsors uit het bankwezen, industrie,...).De auteur stelt in functie van het project een cel samen van medewerkers die deproductie gestalte zullen geven. Tijdens en na beëindigen van het project zal deproducent prospecteren naar een afzetmarkt: festivals, verkoop aan stations en ex-ploitatie in bioscoopcircuit. Het is met name de relatie festival en verkoop van uit-zendlicenties die in de laatste jaren meer en meer aan belang toeneemt. Kwaliteits-zenders vertonen vrij veel interesse in het 'handige' formaat van de animatiefilm:CANAL+, Channel Four, La Cinquieme en ARTE zijn in Europese context gretigeafnemers van kortfilms. Na de afschaffing van de z.g. detaxatieregeling is de kort-film uit de bioscoopdistributie geweerd, maar talloze initiatieven tonen aan dat erop dit vlak een zekere kentering waarneembaar is. Het Vlaams Filminstituut pro-beert de ministeries van cultuur, economie en media te sensibiliseren.Ook de bioscoopexploitanten zijn niet volledig afkerig van de korte (animatie)filmin de programmatie.De verantwoordelijkheid en artistieke autonomie van de auteur is in dit opzicht uit-gebreider dan de realisator in het studiomodel.

3.3.2 Functioneel geheel en basiscompetentiesDe animator

Takenclus-ter

Vaardigheid Kennis Attitude Contextgege-vens

Scheppen − hij/zij ontwerpt figuren− hij/zij tekent een lay-out

1 creatie2 voorstudie3 analyse

1,3,3,7,10,14,16, 17

tekenatelier,lichtbak,potlodenpegbar, na-tuurboeken

Page 22: OP Animatie

18 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

Vragenstellen

hij/zij stelt zich vragen− beantwoordt dit aan de

verwachtingen− welke doelgroep heeft de

auteur voor ogen

39 communicatie3 voorstudie27 informatie-verzameling8 analyse

4,7,8,10,13,18,19

vergaderzaal

Informeren − hij/zij gebruikt informatiebij het oplossen van pro-blemen

2 research3 advies27 informatieverza-meling

10,11,13,14,16, 17,18,19

telecommuni-catie middelentalenkennis

Overleggen − hij/zij overlegt, ver-woordt, verantwoordt devraagstelling m.b.t. degewenste creatie

26 onderhandeling38 samenwerking

2,4,7 sociale inter-actietraining

Concretise-ren

− zoeken naar homogeniteit 12 controle1 creatie

1,7,8,10,14,16,18

Tekenatelier,vergaderruimte

Organiseren − planning en kostenanaly-se

7,12,38,39 1,3,8,10,13,14,18

Informatica,vergaderruimte

Visualiseren − hij/zij vertaalt het story-book naar werkgrootte

1 3,7,8,10,14,16,17,18

Productiebij-bel, tekenate-lier

Manipuleren − geeft karakters ‘ziel’ en‘credibility’

1,8,12 3,7,10,14,16,17

Tekenatelier,lichtbak,computer

Communice-ren

− hij/zij overlegt metregisseur en art director

− hij/zij brieft de assistentede inbetweener, lay-outman

38,39 2,4,7,8,10,14,18, 19

Vergader-ruimte, line-testcomputer

Regisseren − ‘mentaal’ regisseert hij degetekende personages inde stijl van het idee

1,8,15 1,3,7,10,14,16,17,18

Tekenatelier,spiegel, vi-deomateriaal

Testen − hij/zij test de sleutelteke-ningen en doet eventueleaanpassingen

8,12,39 3,4,8,10,14,18,19

Linetestcom-puter, monta-getafel

Oordelen − hij/zij controleert of dedoelstelling bereikt is

12,20,39 3,4,7,8,10,14,18, 19

Vergader-ruimte, video

Analyseren − hij/zij analyseert deopdracht

29 4-10

3.3.3 Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie c.q. opleiding

♦ Verhouding praktijk/theorieKandidaturen ca 50/60% praktijk

ca 0-15% technologieca 30% theorie

Meestergraad 60-80% praktijkca 10-20 % technologieca 10-20%theorie

stage (enkel KHL 10%)

3.4 Sleutelkwalificaties (tabel)F R E Q U E N T I E

4 3 2 1 Nvt

AccuratesseAssertiviteitBeslissingsvermogenContactbereidheid

Page 23: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 19

Dienstverlenende ingesteldheidDoorzettingsvermogenEmpathieFlexibiliteitImagobewustzijnKritische ingesteldheidLeergierigheidLoyauteitOmgaan met stressResultaatgerichtheidVeiligheids- en milieubewustzijnZelfstandigheidZin voor esthetiekZin voor initiatiefZin voor samenwerking

♦ Herdefiniëring van enkele attitudes in functie van het opleidingsprofiel− Accuratesse Erop gericht zijn alle facetten in het proces nauwgezet te volgen, uit te voeren-

rekening houdend met de specificiteit ('flow' van de beweging,schaal/projectieratio, 'reperage' animatie/achtergrond, came-ra/tafelbewegingen,...) van het medium

− Empathie Zich inleven in het project, het scenario, de karakters, de literaire tekst,... en met

geestdrift werken aan de uitwerking.− Flexibiliteit In probleemsituaties een alternatieve oplossing kunnen uitwerken, op stijl-

veranderingen en adaptaties kunnen anticiperen− Loyauteit Een engagement nemen om het project -in de eerste plaats- naar buiten toe, te

verdedigen− Zin voor esthetiek Kiezen voor compositorisch, picturaal aantrekkelijke oplossingen binnen het vi-

sueel concept van het audiovisueel project.− Zin voor initiatief Een nieuw project kunnen bedenken, formuleren en concretiseren. Stappen on-

dernemen om het concept te laten slagen. In probleemsituaties creatieve oplossingen en alternatieven voorstellen.

3.5 De kern van het opleidingsprofiel

3.5.1 Verwantschap met andere opleidingen− grafische vormgeving− nieuwe media− medium− dramatische kunst

3.5.2 Persoonsvorming− beschikt over geïntegreerde kennis van het animatiefilmmedium in relatie tot

andere audiovisuele media

Page 24: OP Animatie

20 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

− kan binnen het referentiekader van de animatiefilmgeschiedenis, tendenzen dui-den, situeren

− is zich bewust van de beperkingen en rijkdom van het medium− heeft inzicht in diverse beeld per beeldtechnieken/ uitdrukkingsvormen− doet spontaan beroep op buitenstaanders om bepaalde processen te toetsen en

kritisch te evalueren ("werkt het of werkt het niet ?)− is graag op de hoogte van technologische innovaties− is graag op de hoogte van bredere maatschappelijk-culturele context− is perceptief ingesteld- naar ideeën (literatuur, faits divers, anekdotes, kranten-

knipsels, ...)• naar picturaliteit en beeldvorming• naar materie, textuur, sfeer en lichtkwaliteit• naar sonore (muzikale en non-muzikale) ervaringen, gebeurtenissen• compositie

− bundelt deze waarnemingen in een ideeënboek− staat open voor andere concepten m.b.t. beeldvorming en taal− kan buitenstaanders of mogelijke medewerkers motiveren, warm maken voor

een project− heeft doorzettingsvermogen en is resultaatgericht− is zelfkritisch en kritisch t.o.v. media en ethiek maar ook jegens medewerkers− kan een planning maken m.b.t. een uit te voeren project− kan zich documenteren− weet een globale kostenraming te voorzien− kan zijn eigen inzet 'doseren' in functie van tijdsplanning, budget− beschikt over de nodige assertiviteit− kan verbaal non-verbaal communiceren met vakmensen en buitenstaanders

m.b.t. het medium Deze dialoog kan verschillende dimensies aannemen:

• sensibiliserend op financieel vlak; het prospecteren naar middelen bij overheid (film-commissies, steunfondsen), privé

• motiverend (human resources): het bundelen van een groep medewerkers of vakspe-cialisten en deze equipe 'coachen' naar kwaliteit.

• technisch: de beeldopname, sonorisatie, mixage, labo-afwerking vereist van de au-teur inzicht in een aantal processen. Zij/hij moet in staat zijn het concept te ventile-ren, te verwoorden naar de technici

3.6 Conclusie

3.6.1 Tewerkstelling en doorstromingDe animatiefilmopleiding in het Vlaamse landsgedeelte zijn basisopleidingen.De doorstroming van afgestudeerden naar de beeldindustrie verloopt in vele geval-len als volgt:de afgestudeerde wordt meestal in het middenkader gerekruteerd en stroomt even-tueel door naar een kaderfunctie die het best aansluit bij haar/zijn competentie enambitie.De verklaring ligt met name in de diversiteit en de structuur van de ondernemingen(studio's, facilitaire bedrijven). De brede waaier van toepassingsgebieden (nieuwemedia, klassieke 'Disney' animatie, low budget series, ...) kennen elk hun specifici-teit en vereisten.

Page 25: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 21

3.6.2 Op het vlak van opleidingshiatenDe beeldindustrie stelt zich naar de opleidingen dikwijls dubbelzinnig op: het enemoment vraagt men brave uitvoerende technici, het ander moment vraagt men ver-nieuwers. Met name naar instapfuncties vinden we dit pleidooi terecht: hierin ligtde taak van een ééncyclus-opleiding die momenteel uitblinkt door afwezigheid inhet kader van het Hoger onderwijs. In Medium Film, video wordt er via opties als'cinematografie' (NARAFI), 'assistentie' en 'Beeld, geluid, Montage' (Rits) tegemoetgekomen aan uitvoerende beroepskwalificaties.

Zowel naar de nieuwe media als naar studiotaken en facilitaire toepassingen toe ligthier een onontgonnen terrein.Beeldschermcompositor, colorist, operateur, 'inbetweener'en 'feeder' zijn enkele vande nieuwe instapfuncties die de klassieke en (voorbijgestreefde) studiofuncties zo-als , 'cleaner', kleurder, traceerder of 'checker' hebben vervangen onder impuls vande digitale revolutie.

Deze uitvoerende taken vergen een degelijke vorming, maar verantwoorden zeldeneen tweecycli-opleiding. Compacte opleidings- of specialisatiemodules aan bij-voorbeeld het Institut C.F.T Gobelins (Parijs) beantwoorden perfect aan dezevraag. De doorstroming van afgestudeerden verloopt naar verluid, bijzonder ge-smeerd. Deze strak omlijnde opleidingen zijn wat ze zijn en bieden de uitvoerderslechts weinig perspectief op promotie op korte termijn.

Hiaten in het twee cyclus onderwijs situeren zich in grote lijnen op de volgende ter-reinen:− integratie van nieuwe media (CD-I, CD-Rom, games, Ride)− de vorming van productionele kwalificaties (uitvoerend producent, studioleider,

media consultant)− de vorming van scenaristen voor animatiefilm− de vorming van 'character' of 'directing animators'.

Page 26: OP Animatie

22 OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE

H O O F D R U B R I E K 4 : M E D E W E R K E R S

♦ Jeannine Lambrechts

♦ Veronique Steeno (K.H. Limburg, ABK)

♦ Martine Huvenne (Hogeschool Gent, KASK)

♦ Ronny Lauwers

♦ Thierry Debusschere (Erasmushogeschool, Rits)

♦ Johan Maes

♦ Edwin Carels

♦ Daniël Geirnaert (Hogeschool Sint-Lukas Brussel)

♦ Luc Degryse

♦ Roger Roelens

♦ Jean-Marie Demeyer (Hogeschool Gent, KASK)

Page 27: OP Animatie

OPLEIDINGSPROFIEL ANIMATIE 23

B I J L A G E 1

Studieprogramma 1996-1997 van de 4 hogescholen

♦ Sint-Lukas, Brussel, Optie Animatie (film)♦ KHL, Genk, Optie Animatie (film)♦ Hogeschool, Gent, Optie Animatie (film)♦ Hogeschool Rits, Brussel, Optie Animatie (film)

Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.