Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

30
Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt Versie van 12 oktober 2011 Aon Hewitt | Consulting | Corporate Wellness

description

Wat is de stand van de collectieve zorgverzekeringen? Hoe houden we ons zorgstelsel betaalbaar? Wat zijn de gevolgen van de marktwerking en de verhoging van de AOW-leeftijd?

Transcript of Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Page 1: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt Versie van 12 oktober 2011

Aon Hewitt | Consulting | Corporate Wellness

Page 2: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Inhoudsopgave Inhoudsopgave............................................................................................................................................ 1 1 Inleiding ........................................................................................................................................ 1 2 De zorgverzekeringsmarkt per 1 januari 2012 .......................................................................... 2 2.1 Zorguitgaven.................................................................................................................................. 2 2.2 Keuzegedrag van verzekerden...................................................................................................... 3 2.3 Onverzekerden en wanbetalers..................................................................................................... 6 2.4 Ontwikkeling Verzekeraars ............................................................................................................ 6 2.5 Wijzigingen per 1 januari 2012 ...................................................................................................... 8 2.5.1 Pakketaanpassingen ..................................................................................................................... 8 2.5.2 Wettelijke premies ......................................................................................................................... 9 2.6 Ontwikkeling van de nominale premie......................................................................................... 10 2.6.1 Basispremies bij verzekeraars..................................................................................................... 11 2.7 Ontwikkeling marktwerking.......................................................................................................... 12 2.7.1 Selectieve contracttering ............................................................................................................. 12 2.7.2 Medisch-specialistische zorg....................................................................................................... 13 2.7.3 SOS-arts ...................................................................................................................................... 13 2.8 Ontwikkeling transparantie: verhogen kwaliteit door beter inzicht............................................... 13 2.8.1 www.kiesBeter.nl ......................................................................................................................... 13 2.8.2 Vergelijkingssite www.mijnmedicijnvergoeding.nl ....................................................................... 14 2.8.3 Nationaal Kwaliteitsinstituut voor de Zorg ................................................................................... 14 3 (Hoe) blijft het huidige stelsel betaalbaar? ............................................................................. 15 3.1 Korte termijn ................................................................................................................................ 15 3.1.1 Beperken van pakket van de Basisverzekering .......................................................................... 15 3.1.2 Hogere eigen betalingen door verzekeren .................................................................................. 19 3.1.3 Akkoord over inperking kosten ziekenhuiszorg ........................................................................... 19 3.1.4 Wijziging in financiering van zorgverzekering: het vereveningsstelsel........................................ 20 3.1.5 2015: aandoeningen met een lage ziektelast uit het basispakket ............................................... 21 3.1.6 Marktwerking ............................................................................................................................... 21 3.2 Lange termijn: Schippers vraagt SER advies over betaalbaarheid zorg..................................... 21 4 Marktwerking en de gevolgen voor werkgevers .................................................................... 22 4.1 Ontwikkelingen tussen 2006 en 2011.......................................................................................... 22 4.2 2012 en verder............................................................................................................................. 23 4.2.1 Zorgverzekeringsmarkt ................................................................................................................ 23 4.2.2 Contracttering .............................................................................................................................. 23 4.3 2012 en verder: gevolgen voor werkgevers ................................................................................ 24 5 Ophoging AOW-leeftijd ............................................................................................................. 26 6 Werkkostenregeling .................................................................................................................. 27 Over Aon .................................................................................................................................................... 28

Page 3: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

1 Inleiding Voor u ligt de algemene rapportage van Aon Hewitt waarin wij de stand van de collectieve zorgverzekering schetsen. Dat doen wij in hoofdstuk 1. Maar het is dit jaar een uitgebreider verhaal geworden dan in voorgaande jaren. Wij hebben twee nieuwe hoofdstukken hebben opgenomen. Deze hoofdstukken zijn in onze ogen cruciaal voor (de toekomst van) uw collectieve verzekering. In hoofdstuk 3 beschrijven wij (wettelijke) maatregelen die ons zorgstelsel betaalbaar moeten houden. En hoofdstuk 4 gaat over één van die maatregelen in het bijzonder, namelijk marktwerking. Eén van de uitgangspunten van het nieuwe zorgstelsel is de centrale rol die de zorgverzekeraars hebben om de betaalbaarheid (en de kwaliteit) van de zorg te waarborgen. Eén van de middelen die zij daarvoor in handen hebben is selectieve contracttering: het wel of juist niet selecteren van zorgaanbieders. Wat heeft dit voor gevolgen voor de verzekering van uw werknemers. En wat doet u daar vervolgens mee? In hoofdstuk 5 een korte inleiding over de ophoging van de AOW-leeftijd en het laatste hoofdstuk gaat over de Werkkostenregeling.

1

Page 4: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

2 De zorgverzekeringsmarkt per 1 januari 2012 In dit hoofdstuk gaan wij in op ontwikkelingen in de Nederlandse zorgverzekeringsmarkt en op voorgenomen wijzigingen in de basisverzekering per 1 januari 2012.

2.1 Zorguitgaven Het afgelopen decennium zijn de zorgkosten in reële termen met zo’n 4 procent per jaar gestegen. Het einde is niet in zicht. In absolute termen groeien de zorguitgaven deze kabinetsperiode (veruit) het meest van alle uitgavencategorieën: in de periode 2011-2015 groeien de zorguitgaven met EUR 15 miljard. Zowel werkgevers als verzekerden voelen dit in hun portemonnee. Zo is de werkgeversbijdrage het afgelopen jaar met maar liefst 10% gestegen. Een huishouden met een modaal inkomen geeft nu al meer dan een vijfde van zijn inkomen uit aan zorg. Zonder kostenbeheersende maatregelen loopt dit op tot bijna 40 procent in 2040 (Miljoenennota 2012).

Uit: Miljoenennota 2012

2

Page 5: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Om de negatieve gevolgen van de stijgende zorgkosten te beteugelen, heeft het kabinet maatregelen genomen gericht op een betere kostenbeheersing. Dit gebeurt onder andere met het verder doorzetten van de gereguleerde concurrentie in de curatieve zorg. De zorgtoeslag daalt in periode 2011-2015 met EUR 1,3 miljard naar EUR 3,3 miljard. Voor de verzekerden snijdt het mes dus aan twee kanten: stijgende kosten, dus hogere premies, en minder compensatie voor lagere inkomens. In hoofdstuk 3 gaan wij uitgebreider in op de stijgende kosten én maatregelen om die kosten te beperken Waar liggen nu de uitgaven binnen de Zorgverzekeringswet? Ongeveer de helft (van de EUR 36 miljard in 2010) is medisch-specialistische zorg, gevolgd door farmaceutische zorg met ca. 15% en geestelijke gezondheidszorg met ca. 12%.

05.000

10.00015.00020.00025.00030.00035.00040.000

medisc

h-sp

ecialis

tisch

e zor

g

farmac

eutis

che z

org

gene

esku

ndige g

gz

huisa

rtsen

zorg

hulpm

iddelen

mondzo

rg

para

medisc

he zo

rg

zieke

nver

voer

overi

g las

tentot

aal

2007200820092010 (progn.)

Bron: CVZ

2.2 Keuzegedrag van verzekerden De nominale premie voor de basisverzekering is in 2011 fors gestegen, namelijk ruim EUR 100,- (10%). Dit heeft tot een sterkere prijsconcurrentie geleid en tot een hoger aantal overstappers. Percentage verzekerden dat jaarlijks van zorgverzekeraar switcht (bron: Vektis)

3

Page 6: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel stapte begin 2006 bijna 20% van de verzekerden over, maar in de jaren daarna schommelde het percentage overstappers rond de 4%. Dit jaar is sprake van een trendbreuk: het aantal overstappers is gestegen van 4,25% in 2010 tot 5,5% in 2011. Dit betekent dat ruim 900.000 mensen zijn gewisseld van risicodrager. Het aantal overstappers is het hoogst tussen de 18 en 45 jaar: 7,6% stapt over in 2011. Van de personen tussen de 45 en 65 jaar stapt 4,4% over en van de groep 65-plussers slechts 1,4%. Sinds de introductie van de Zorgverzekeringswet is het aandeel collectief verzekerden elk jaar gestegen. Dit jaar is er slechts een lichte stijging: van 64% in 2010 tot 65% in 2011. Dit betekent dat bijna twee derde van de verzekerden collectief verzekerd is. De volgende grafiek toont de verdeling van collectief verzekerden naar de hoedanigheid van de collectiviteit waar zij bij zijn aangesloten. Uit de figuur blijkt dat de stijging van de categorie 'anders' (onder andere allerlei verenigingen, vakbonden, coöperaties, sociale diensten en internet collectiviteiten) ten koste gaat van de werkgeverscollectiviteiten. Collectief verzekerden naar soort collectiviteit

Bron: NZa In het Regeerakkoord van 2010 staan enkele passages over de Zorgverzekeringswet:

In de Zorgverzekeringswet staat dat een verzekeraar maximaal 10% collectiviteitkorting over de zorgverzekering (niet de aanvullende verzekering) mag geven. Dit percentage wordt losgelaten, zodat werkgevers afspraken zullen maken met verzekeraars over de te leveren prestaties en zorg.

Gelegenheidscollectiviteiten worden verboden. Wat een gelegenheidscollectiviteit is, wordt niet duidelijk gemaakt.

Tot op heden is het bij deze tekst gebleven. Ook de Miljoenennota 2012 wordt hierover niet concreet. In 2011 is er een lichte stijging waar te nemen van het aantal mensen dat kiest voor een vrijwillig eigen risico: van 5,3% naar 6%, waarvan bijna de helft voor het hoogste bedrag heeft gekozen (EUR 500). Negen van de tien verzekerden hebben in 2011 een aanvullende verzekering afgesloten, dat is vrijwel gelijk aan vorig jaar (89,0% in 2010 en 89,2% in 2011).

4

Page 7: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Percentage verzekerden zonder aanvullende verzekering

Bron: Vektis Uit de tabel blijkt wel een groot verschil tussen collectief en individueel verzekerden. De mensen die wel kiezen voor een aanvullende verzekering hebben vaak een hoger zorggebruik, waardoor de kosten binnen de aanvullende verzekeringen per verzekerde stijgen. Gemiddelde zorgkosten AV per aanvullend verzekerde in 2006-2009

0,0

50,0

100,0

150,0

200,0

250,0

Tandh

eelku

ndige

hulp

Paramed

ische

zorg

Hulpmidd

elen

Alterna

tieve

gene

eswijze

n

Hulp in

buite

nland

Farmac

eutis

che z

org

Overig

Totaal

2006200720082009

Bron: Vektis

5

Page 8: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

2.3 Onverzekerden en wanbetalers Sinds vorig jaar controleert de overheid actief of mensen een zorgverzekering hebben. Hiervoor is de informatiecampagne ‘Zoek dekking!’ gelanceerd. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waren in 2010 136.000 mensen onverzekerd. Het aantal onverzekerden is het hoogst in de leeftijdscategorie 20 tot 40 jaar. Verhoudingsgewijs zijn meer mannen dan vrouwen onverzekerd. Naast de onverzekerden zijn er inmiddels zo'n 300.000 wanbetalers. Wanbetalers worden door hun zorgverzekeraar aangemeld bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ) als zij langer dan een halfjaar geen premie voor de basisverzekering hebben betaald. Het is logisch te veronderstellen dat dit aantal de komende jaren alleen nog maar zal toenemen (doordat premie en eigen bijdragen omhoog en zorgtoeslag omlaag gaan).

2.4 Ontwikkeling Verzekeraars In toenemende mate vertoont de zorgverzekeringsmarkt kenmerken van een oligopolie: slechts een beperkt aantal zorgverzekeraars bepaalt de marktdynamiek. De zorgverzekeringsmarkt kenmerkt zich de laatste jaren door fusies en nieuwe samenwerkingsverbanden. Vier grote conglomeraten beheersen ca. 90% van de verzekerdenmarkt:

Achmea: Zilveren Kruis, Agis, Avero 29% Uvit: Univé, VGZ, IZA, Trias 26% CZ: CZ, Delta Lloyd, Ohra 20% Menzis: Menzis, Anderzorg, Azivo 13%

Marktaandelen zorgverzekeraars top 4

Bron: NZa en Vektis Ook De Friesland gaat tot het Achmea concern behoren. De Friesland was de grootste 'overige' verzekeraar. Univé-VGZ-IZA-Trias (UVIT) heeft ervoor gekozen haar zorg - en schadebedrijf als twee separate organisaties verder te laten gaan. Binnenkort zal de naam UVIT daarom verdwijnen. Het schadebedrijf gaat dan verder als Univé en het zorgbedrijf onder de nieuwe naam Coöperatie VGZ. Hierbij horen naast VGZ (waaronder het voormalige Trias en SIZ) ook de merken IZA, IZZ, Univé Zorg, UMC en Zekur.

6

Page 9: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Marktaandeel overige zorgverzekeraars

Bron: NZa en Vektis Ontwikkeling in aanbod van basisverzekeringen naar soort polis

Het online sluiten en speciale web(vergelijking)sites zijn het afgelopen jaar grotendeels verantwoordelijk geweest voor de groei van verschillende zorgportefeuilles: CZdirect, Independer.nl, Anderzorg (Menzis), Zekur (Univé). Ook per 1 januari 2012 komen verzekeraars die nog niet hadden gereageerd ook met nieuwe producten (al dan niet via internet): Ditzo (ASR), Zilveren Kruis Achmea en VGZ. In al deze nieuwe producten zien wij de volgende ontwikkelingen:

Meer prijsconcurrentie, in combinatie met minder dekking en minder service; Meer variaties in basisverzekering; Groter onderscheid in natura- en restitutieverzekering (door contracttering); Groter onderscheid in kwaliteit.

De grote vraag is dan natuurlijk: wat zijn hiervan de gevolgen voor de werkgever? Wij gaan hier in hoofdstuk 4 uitgebreider op in.

7

Page 10: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

2.5 Wijzigingen per 1 januari 2012 Ieder jaar worden wijzigingen in de dekking en premie van de basisverzekering doorgevoerd. Zo ook dit jaar.

2.5.1 Pakketaanpassingen Per 1 januari 2012 zullen de volgende wijzigingen in het basispakket worden doorgevoerd:

De vergoeding van programma's om te stoppen met roken worden (zitten er pas per 1 januari 2011 in) en dieetadvisering worden uit het basispakket gehaald

Maagzuurremmers zullen vanaf 2012 geen onderdeel meer uitmaken van het basispakket. Chronisch gebruik wordt van deze maatregel uitgezonderd.

Het aantal zittingen voor eerstelijnspsychologische zorg dat vergoed wordt, wordt teruggebracht van 8 naar 5.

De behandeling van aanpassingsstoornissen wordt uit het verzekeringspakket gehaald. Het aantal behandelingen fysiotherapie en oefentherapie wat voor eigen rekening komt bij een

chronische aandoening, wordt verhoogd van 12 naar 20 behandelingen. De lijst met chronische aandoeningen die voor fysiotherapievergoeding vanuit de

zorgverzekeringswet in aanmerking komen, wordt beperkt. Wijzigingen eigen bijdrage 2011:

De eigen bijdrage per zitting eerstelijnspsychologische zorg wordt verhoogd van EUR 10,- naar EUR 20,-. Voor een internetbehandeling wordt een eigen bijdrage van EUR 50,- per behandeltraject ingesteld.

Voor tweedelijns geestelijke gezondheidszorg wordt een eigen bijdrage ingevoerd van EUR 100,- bij een DBC (Diagnose Behandeling Combinatie) tot 100 minuten. Bij een DBC van meer dan 100 minuten een eigen bijdrage van EUR 200,-. Een verzekerde betaalt per kalenderjaar maximaal EUR 200,- eigen bijdrage, exclusief eigen bijdrage in verband met verblijf.

Invoering van een eigen bijdrage van EUR 145,- per maand bij intramurale zorg door een psychiater of een klinisch psycholoog.

Het verplicht eigen risico gaat naar EUR 220,- (dit was EUR 170,-).

8

Page 11: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

2.5.2 Wettelijke premies In onderstaande tabel worden cijfers over de inkomensafhankelijke bijdrage en de nominale premie weergegeven.

Premieoverzicht 2012 2012 2011 2010Wettelijk vastgestelde premies ZVW-verzekeringen: Inkomensafhankelijke bijdrage (normaal tarief) 7,10% 7,75% 7,05%Inkomensafhankelijke bijdrage (verlaagd tarief) 5,00% 5,65% 4,95%Verplicht eigen risico EUR 220 EUR 170 EUR 165 Maximum premieloon voor Zorgverzekeringswet EUR 50.056 EUR 33.427 EUR 33.189 Gebaseerd op de berekeningen van het Ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) voor verzekerden van 18 jaar of ouder gelden de volgende gemiddelden:

Nominale rekenpremie (gemiddeld) EUR 1.050 EUR 1.088 EUR 983

Opslagpremies verzekeraars (gemiddeld) EUR 172 EUR 123 EUR 127

Nominale premie totaal (gemiddeld) EUR 1.222 EUR 1.211 EUR 1.110

Eigen risico (gemiddeld) EUR 135 EUR 114 EUR 111 Nominale premie + eigen risico (gemiddeld) EUR 1.357 EUR 1.325 EUR 1.218

De inkomensafhankelijke bijdrage daalt van 7,75% in 2011 naar 7,10% in 2012. De belangrijkste oorzaak voor de mutatie van de inkomensafhankelijke bijdrage resulteert uit de Wet uniformering loonbegrip. In het kader van die wet is besloten om de premiegrens van de inkomensafhankelijke bijdrage gelijk te stellen met de (fors hogere) premiegrens van de werknemersverzekeringen. Dit zou moeten leiden tot lagere administratieve lasten. In samenhang met de hogere premiegrens zijn de percentages verlaagd, zodat de macro opbrengst niet verandert. Los van deze aanpassing zou de inkomensafhankelijke bijdrage met 0,15%-punt zijn gestegen. Hoewel de Wet uniformering loonbegrip pas in 2013 ingaat, wordt de premiegrens wel al in 2012 verhoogd. De stijging van nominale premie zou dit jaar (relatief) beperkt moeten zijn. Dat komt deels natuurlijk de vermindering van dekking en deels door de verhoging van het verplichte eigen risico met EUR 50,-. De verwachting is dat de gemiddelde eigen betaling als gevolg van het eigen risico in 2012 EUR 135,- bedraagt, dit was in 2010 EUR 114,-.

9

Page 12: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

2.6 Ontwikkeling van de nominale premie Onderstaande figuur geeft de opbouw en ontwikkeling van de nominale betalingen van verzekerden weer. De overheid (VWS) stelt de nominale rekenpremie jaarlijks zodanig vast dat op basis van de begroting (Prinsjesdag) de nominale betalingen en de (door werkgevers vergoede) inkomensafhankelijke premies aan elkaar gelijk zijn (50/50 verdeling).

796

970 947

52

79 112

164

103 106

983

715

1089

112

58

111

114

111

164

EUR 500

EUR 600

EUR 700

EUR 800

EUR 900

EUR 1.000

EUR 1.100

EUR 1.200

EUR 1.300

2006 2007 2008 2009 2010 2011

Polisjaar

Nom

inale

beta

lin

gen

eigen betalingen(overheid)opslagpremie(zorgverzekeraars)rekenpremie(overheid)

Toelichting:

De rekenpremie en de opslagpremie vormen samen de nominale premie voor de zorgverzekering (de cijfers zijn inclusief de collectiviteitkortingen).

De rekenpremie en de eigen betalingen worden vastgesteld door de overheid in de begroting van VWS.

De opslagpremie wordt bepaald door de zorgverzekeraars ter dekking van hun bedrijfskosten en exploitatiesaldi.

De eigen betalingen bestaan uit het gemiddeld betaalde eigen risico minus de gemiddelde compensatie voor chronisch zieken.

Wat opvalt, is het volgende:

Verzekeraars hebben in 2009 pas voor het eerst winst gemaakt op de basisverzekering (we hebben het dus niet over de aanvullende verzekeringen). In dat jaar hebben zij de opslagpremie met EUR 33,- verhoogd naar EUR 112,- (gemiddeld).

De stijging van de afgelopen twee jaren heeft enkel betrekking op de rekenpremie; de kostenopslag bij de zorgverzekeraars is gelijk gebleven.

Wat weten we al voor 2012? Er zijn diverse factoren met verschillende effecten, zoals:

De groei van de zorguitgaven is duidelijk hoger dan de groei van het aantal premiebetalers. Dit heeft een positief effect op de nominale premie van circa EUR 35,-.

De verhoging van het eigen risico heeft een negatief op de rekenpremie met EUR 20,-. Het grootste positieve effect, wat dus tot een premiestijging leidt, heeft de afschaffing van de

macronacalculatie in het vereveningssysteem. Onder aan de streep valt de verhoging van de (gemiddelde) nominale basispremie voor 2012 dus mee. Zeker in vergelijking met vorig jaar.

10

Page 13: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

DSW is alweer de eerste zorgverzekeraar die de premie heeft bekend gemaakt. Op 27 september communiceerde zij een stijging van EUR 36,- naar EUR 1.230,- per jaar (DSW maakt geen onderscheid tussen de collectieve en individuele premie).

2.6.1 Basispremies bij verzekeraars In onderstaande tabel staan de Basisverzekeringspremies vermeld, van de landelijk werkende verzekeraars voor zover deze bekend zijn. Indien een verzekeraar zowel een naturapolis als restitutiepolis aanbiedt, staat de naturapolis (goedkoopste optie) vermeld. Alleen voor Delta Lloyd is nog de restitutiepolis vermeld. Delta Lloyd kent vanaf 2011 ook met een naturapolis waarvan de premie EUR 1.145,88 bedraagt (hierop is geen collectiviteitkorting van toepassing).

Goedkoopste optieper verzekeraar

Verzekeraar 2008 2009 2010 2011 2012

Achmea Avero 1.146,00 1.146,00 1.176,96 1.296,96Achmea Zilveren Kruis 1.104,00 1.113,00 1.158,00 1.278,00Agis 1.089,00 1.089,00 1.146,00 1.270,20Amersfoortse 1.128,00 1.128,00 1.211,40 1.307,40CZ 1.089,00 1.089,00 1.125,00 1.254,00Delta Lloyd* 1.134,96 1.149,96 1.182,00 1.277,88Fortis ASR 1.128,00 1.128,00 1.211,40 1.307,40IZA 1.086,00 1.115,40 1.167,00 1.271,40Menzis 1.083,00 1.104,00 1.137,00 1.257,00Ohra 1.129,92 1.129,92 1.157,88 1.269,00ONVZ 1.164,00 1.164,00 1.176,00 1.284,00Unive 1.091,40 1.115,40 1.167,00 1.269,00VGZ 1.091,40 1.115,40 1.167,00 1.269,00 Dat geeft de volgende verschillen ten opzichte van 2011.

Verschil t.o.v. vorig jaar

Verzekeraar 2009 2010 2011 2012

Achmea Avero 0,0% 2,7% 10,2%Achmea Zilveren Kruis 0,8% 4,0% 10,4%Agis 0,0% 5,2% 10,8%Amersfoortse 0,0% 7,4% 7,9%CZ 0,0% 3,3% 11,5%Delta Lloyd 1,3% 2,8% 8,1%Fortis ASR 0,0% 7,4% 7,9%IZA 2,7% 4,6% 8,9%Menzis 1,9% 3,0% 10,6%Ohra 0,0% 2,5% 9,6%ONVZ 0,0% 1,0% 9,2%Unive 2,2% 4,6% 8,7%VGZ 2,2% 4,6% 8,7%

11

Page 14: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

2.7 Ontwikkeling marktwerking De zorgverzekeringswet biedt op verschillende plaatsen de mogelijkheid tot uitbreiding van marktwerking en differentiatie in dekking en vergoedingen. Tot nu toe wordt daar door verzekeraars en zorgaanbieders mondjesmaat invulling aan gegeven. Hieronder een aantal voorbeelden.

2.7.1 Selectieve contracttering CZ was in 2010 de eerste verzekeraar die heeft besloten om bepaalde ziekenhuizen niet meer te contracteren voor bepaalde zorg (borstkankerzorg) die op dat gebied volgens CZ niet voldoende presteren. Hiermee maakt CZ gebruik van de ruimte die de wet aan zorgverzekeraars biedt. Door de zorgverzekeraar een centrale (inkoop)rol te geven, zouden de kosten worden beheerst en de kwaliteit van de zorg worden gewaarborgd. Dat is althans het uitgangspunt van de wetgever geweest. Inmiddels zijn we één jaar verder en ligt de situatie anders:

De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) heeft dit jaar normen opgesteld voor complexe, chirurgische behandelingen. Voor borstkanker, darmkanker en longkanker zijn minimum volumenormen per ziekenhuis opgesteld. Ziekenhuizen krijgen tot januari 2012 de tijd om hieraan te voldoen.

Daarnaast geldt een aantal kwaliteitsnormen. De NVvH wil in een volgende stap meer kwaliteitsnormen opstellen. Alle chirurgische behandelingen zijn opgedeeld in vier categorieën: hoogcomplexe zorg die niet vaak voorkomt, hoogcomplexe zorg die vaak voorkomt, chirurgische behandelingen waarvoor alleen kwaliteitseisen gelden en chirurgische behandelingen waarbij er voldoende wetenschappelijk bewijs is om de eis van een minimumaantal operaties te rechtvaardigen.

Het resultaat is dat patiënten binnenkort in minder ziekenhuizen terecht kunnen voor ingewikkelde operaties die niet zo vaak voorkomen. Alle grote verzekeraars nemen de normen van de NVvH over, maar vragen elk op hun eigen manier de gegevens uit bij de ziekenhuizen, of voegen er eigen criteria aan toe. CZ blijft voor borstkanker strengere eisen hanteren. “Bij ziekenhuizen die voldoende operaties uitvoeren volgens de NVvH, maar te weinig volgens de CZ-norm, kopen wij dus niet in.” Menzis, Achmea en UVIT nemen de normen in zijn geheel over. Achmea en CZ vinden het belangrijk dat de normen steeds verder worden aangescherpt om zo de “lat steeds hoger te leggen”. De meeste grote verzekeraars gaan per 2012 volgens de normen inkopen, behalve UVIT die de ziekenhuizen een jaar langer de kans geeft om aan de normen te voldoen. Menzis is het meest strikt bij de naleving: “De beroepsgroep heeft deze normen zelf opgesteld, daar voldoe je aan, of niet.” Achmea en UVIT zeggen coulance te betrachten. Ziekenhuizen die de norm net niet halen maar aantoonbaar groeien, krijgen wel een contract. Er moet dan wel een plan van aanpak komen, hoe zij de norm willen gaan halen.

12

Page 15: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

2.7.2 Medisch-specialistische zorg Voor de goede werking van het zorgstelsel is van belang dat zorgverzekeraars meer werk gaan maken van selectieve inkoop, aldus de NZa en Minster Schippers. Feitelijk kopen er maar 5 partijen medisch specialistische zorg in. Naast de vier grote concern is dat de inkoopcombinatie Multizorg VRZ (voor De Friesland, DSW, ASR, Zorg en Zekerheid, ONVZ en Eno). Lasten voor medisch-specialistische zorg zijn grofweg de helft van de totale uitgaven onder de Zorgverzekeringswet.

2.7.3 SOS-arts Een ander voorbeeld van marktwerking is de dienst SOS-arts (naar het Franse voorbeeld: SOS-médecins) Mensen kunnen hierbij zelf bepalen wanneer zij, 24 uur per dag, een huisarts op bezoek willen laten komen met 'Zorg op afroep’. Zij moeten daarvoor EUR 70,- tot 110,- zelf betalen of via een verzekeraar die deze zorg in de aanvullende verzekering wil opnemen. Verzekeraars bepalen of zij deze vorm van zorg willen inkopen en welke vergoeding zij daarvoor in hun polis opnemen. Deze dienst is dus niet gedekt onder de basisverzekering. SOS-Arts is een jaar geleden begonnen te werken in opdracht van bedrijven en organisaties, geheel buiten de basiszorgvoorziening. Door een overeenkomst met een arbodienst die een nieuw servicepakket lanceerde, konden de eerste SOS-artsen aan het werk. De eerstelijnszorg is kritisch over de SOS-arts, omdat de verleende dienst duur is en omdat ook niet-huisartsen ingezet kunnen worden als SOS-arts.

2.8 Ontwikkeling transparantie: verhogen kwaliteit door beter inzicht

Sinds de invoering van de basisverzekering in 2006 wordt meer ruimte aan marktwerking in het Nederlandse zorgstelsel geboden. Dit moet bijdragen aan het realiseren van de maatschappelijke doelstellingen van zorg: kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Een probleem is alleen dat de zorgconsument onvoldoende op de hoogte is van de kwalitatieve verschillen tussen zorgaanbieders. De prestaties van zorgaanbieders moeten inzichtelijk zijn, zodat patiënten beter kunnen kiezen, zorgaanbieders aantoonbaar het verschil kunnen maken en zorgverzekeraars gerichte zorg kunnen inkopen en contracteren. Transparantie (in de kwaliteit van de zorgverleners) is een voorwaarde voor het succes van marktwerking.

2.8.1 www.kiesBeter.nl Het kabinet heeft de doelstelling uitgesproken om de kwaliteit van de zorg zichtbaar te verhogen in 2011 ten opzichte van 2006. Onder andere doordat burgers op www.kiesBeter.nl voor tachtig aandoeningen kunnen zien over welke kwaliteit de ziekenhuizen beschikken. Uitbreiding van informatie die op www.kiesBeter.nl wordt geplaatst is een goed hulpmiddel. Op www.kiesBeter.nl kan voor de behandeling van steeds meer aandoeningen een vergelijking tussen

13

Page 16: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

ziekenhuizen worden gemaakt. Ook informatie over verpleeg- en verzorgingsinstellingen, thuiszorg en een deel van de GGZ-instellingen is vanaf deze website te raadplegen. De overige sectoren zullen later volgen.

2.8.2 Vergelijkingssite www.mijnmedicijnvergoeding.nl De website www.mijnmedicijnvergoeding.nl, die opgezet is om gebruikers van geneesmiddelen te helpen bij het bepalen welke polis van welke zorgverzekeraar het beste bij hem of haar past, is uitgebreid met meer vergelijkingsmogelijkheden. Onder het motto 'de ene zorgverzekeraar is de andere niet' willen de makers van de site de markt op een transparante manier in kaart brengen. Nieuw is onder meer dat gebruikers een eigen profiel kunnen aanmaken, waardoor het vergelijken van verschillende polissen gemakkelijker wordt. Naast de mogelijkheid om de vergoeding van individuele geneesmiddelen te vergelijken, kunnen patiënten nu ook de vergoeding van hun gehele geneesmiddelenpakket door de verschillende zorgverzekeraars naast elkaar leggen.

2.8.3 Nationaal Kwaliteitsinstituut voor de Zorg Het plan van Minister Edith Schippers is dat het Nationaal Kwaliteitsinstituut voor de Zorg (NKZ) in 2013 van start gaat. Het nieuwe instituut bundelt allerlei bestaande instellingen: de Regieraad voor de zorg; het Coördinatieplatform Zorgstandaarden, het programma Zichtbare Zorg, de website kiesBeter.nl, het Centrum Klantervaringen Zorg en een deel van het CVZ. Het kwaliteitsinstituut moet ervoor zorgen dat artsen kwaliteitsnormen ontwikkelen. Als de doktoren daar te lang over doen, krijgt het instituut ‘doorzettingsmacht’ om ervoor te zorgen dat de normen er snel komen. Daarnaast moet het instituut ervoor zorgen dat de kwaliteitsinformatie transparant wordt. Er moeten eenduidige uitkomstindicatoren komen waarmee patiënten en zorgverzekeraars kunnen zien waar de goede zorgaanbieders zitten. Het kwaliteitsinstituut krijgt ook een belangrijke taak bij het betaalbaar houden van het zorgstelsel, schrijft de minister. Daarvoor neemt het een aantal taken van het CVZ over: het beheer van het pakket, het duiden van verzekerde zorg en het bevorderen van gepast gebruik. Het kwaliteitsinstituut gaat dus bepalen welke zorg in het verzekerd pakket thuishoort. Ook moet het instituut ervoor zorgen dat zorgverleners geen onnodige zorg leveren, zoals onnodige medicalisering.

14

Page 17: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

3 (Hoe) blijft het huidige stelsel betaalbaar? De collectieve zorguitgaven vormen een steeds groter deel van het bruto binnenlands product (bbp): van 7,4% in 1998 naar 10% in 2011. Het afgelopen decennium zijn de zorgkosten in reële termen met zo’n 4% per jaar gestegen. Als deze stijging zich voortzet zullen de zorguitgaven toenemen van 10% bbp nu naar circa 18 procent in 2040 (Miljoenennota 2012). Dit is een onhoudbare situatie; niet alleen voor de schatkist. Zo stijgen de zorguitgaven sneller dan de groei van de economie en drukken ze de koopkracht van burgers. Ook kan het mechanisme van solidariteitsoverdrachten van gezonden naar zieken, van jongeren naar ouderen, van hoge naar lage inkomens en van werkenden naar niet-werkenden onder druk komen te staan. De stijgende zorgkosten hebben ook een belangrijke invloed op het inkomen van huishoudens. Op dit moment geeft een modaal inkomen al meer dan een vijfde van zijn inkomen uit aan zorg. Zonder kostenbeheersende maatregelen loopt dit op tot bijna 40% in 2040. Voor een gedeelte is dit een inkomensafhankelijke premie die via de werkgever loopt en waar de werknemer belasting over betaalt. De forse stijging van de zorguitgaven wordt veroorzaakt door uiteenlopende factoren als de vergrijzing, medisch-technologische ontwikkelingen en het gegeven dat er steeds meer chronisch zieken zijn. In deze kabinetsperiode wordt EUR 15 miljard extra voor de zorg uitgetrokken. Wanneer er op korte termijn niet zou worden ingegrepen, zouden de kosten in 2015 een overschrijding van circa EUR 3 miljard kunnen laten zien. Stijgen de zorgkosten, dan stijgen automatisch de premies voor de basisverzekering mee. Het Ministerie van VWS heeft maatregelen voorgesteld om deze explosieve stijging tegen te gaan. Daarom wordt in 2012 wederom gesneden in de dekking van de basisverzekering, en zullen er op korte termijn door de verantwoordelijke minister, Schippers van VWS, ook op andere onderdelen van het gezondheidsstelsel maatregelen worden genomen om de uitgavengroei in de zorg te temperen. In dit hoofdstuk bespreken wij deze maatregelen op de korte termijn (lees: de komende jaren) en de gevolgen ervan voor werkgevers.

3.1 Korte termijn De volgende maatregelen zijn of worden genomen om de zorgkosten niet explosief te laten groeien:

1. Beperken van het wettelijk pakket in de Basisverzekering; 2. Hogere eigen betalingen door verzekeren (eigen risico's en eigen bijdragen); 3. Akkoord over inperking kosten ziekenhuiszorg (4 juli 2011); 4. Wijziging in het vereveningsstelsel; 5. Aandoeningen met een lage ziektelast uit het basispakket (vanaf 2015); 6. Marktwerking.

3.1.1 Beperken van pakket van de Basisverzekering Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) heeft met de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet (Zvw) op 1 januari 2006 de wettelijke taak van het pakketbeheer gekregen. Vanwege die taak adviseert het CVZ jaarlijks in het voorjaar over het pakket van verzekerde zorg in de Zvw en de AWBZ. De inhoud van het pakket wordt getoetst aan begrippen als "Stand van de wetenschap", "Gepast gebruik" en "Voorwaardelijke toelating".

15

Page 18: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Daarnaast adviseert het CVZ de Minister over de concrete wijzigingen van jaar op jaar. Voor de meeste pakketwijzigingen geldt dat aanpassing van het Besluit zorgverzekering noodzakelijk is. In dat Besluit is de dekking van de basisverzekering omschreven. Gepast gebruik De Minister van VWS heeft aangegeven dat er "gepast gebruik" gemaakt moet worden van de aanspraken in de zorgverzekeringswet. Verzekerde krijgt die zorg vergoed waarop hij, gelet op zijn indicatie, redelijkerwijs is aangewezen. Hierbij moet vooral onder of overbehandeling worden voorkomen. De Minister is van menig dat dit kan door het systeem van stepped care. Hierbij wordt eerst een beperkte, eenvoudige behandeling ingezet en pas bij gebleken noodzaak wordt overgestapt op meer intensievere behandelingen.

VNta

Ntb"v

3

M2 1Dl Eb

Standpunt Aon Hewitt Alhoewel dit middel in beginsel effectief lijkt, constateert Aon een bedreiging ten aanzien van het zo snel als mogelijk terug krijgen van werknemers op de werkvloer. Hier lijken de belangenvan het Ministerie (kostenbeheersing) te kruisen met de belangen van de werkgever (snelle re-integratie van de werknemer).

oorwaardelijke toelating aast "gepast gebruik" beschikt het Ministerie vanaf 2012 ook over het instrument "voorwaardelijke

oelating". Met dit instrument wil het Ministerie bestaande en nieuwe behandelmethoden toetsen aan een antal criteria zoals:

Noodzakelijkheid; Effectiviteit; Kosteneffectiviteit; Doelmatigheid.

ieuwe behandelmethode die (mogelijk) in de toekomst aan deze criteria kunnen voldoen, worden ijdelijk, voor een periode van maximaal vier jaar, toegelaten tot de basisverzekering. Bestaande ehandelingen die niet (of naar vermoeden niet) meer aan deze criteria voldoen kunnen ook de status voorwaardelijke toelating" krijgen. In de periode van vier jaar dienen deze methoden zich te bewijzen olgens de gestelde criteria.

Standpunt Aon Hewitt Aon juicht toe dat zorg wordt getoetst aan de hand van objectieve criteria. Hiermee wordt beoogd dat weinig effectieve behandelingen worden vervangen door effectieve behandeling. Ditheeft een gunstig effect op de kostenontwikkeling.

.1.1.1 Voorgenomen wijzigingen in basisverzekering per 1 januari 2012

inster Schippers is vooralsnog van plan de volgende wijzigingen in de basisverzekering per 1 januari 012 door te voeren:

. Geneesmiddelen e Minster zal “dure” geneesmiddelen en injectie- en denervatie technieken bij chronische aspecifieke

age rugklachten de status "voorwaardelijk toegelaten" geven.

r zal een pilot worden gestart voor de beperking van de verstrekking van dure geneesmiddelen en de ehandeling van chronische lage rugklachten.

16

Page 19: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

2. Eerstelijnspsychologische zorg De Minister wil het aantal zittingen eerstelijnspsychologische zorg dat vergoed wordt terugbrengen van acht naar vijf per jaar en de bijbehorende eigen bijdrage per zitting wordt verhoogd van EUR 10,- naar EUR 20,-.

Opmerking Aon Hewitt Deze aanpassing heeft een impact op de rechten van de werknemers, maar ook op de mogelijkheid van werkgevers om dit middel in het kader van het verzuim of re-integratie beleid in te zetten. Overigens vallen de acht zittingen pas sinds enkele jaren onder de dekking van de Basisverzekering; bij invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006 waren verzekerden volledig op de aanvullende verzekering, of de werkgever, aangewezen.

3. Aanpassingsstoornissen De Minister stelt voor om de bevoegdheid om geneeskundige zorg van het Zvw-pakket uit te sluiten teneinde behandelingen van aanpassingsstoornissen van het pakket uit te sluiten, te verruimen. Hiermee bouwt het Ministerie de mogelijkheid in om op een later moment deze verstrekking te kunnen beperken. De impact hiervan is op dit moment niet te voorspellen. 4. Tweedelijnsgeestelijke gezondheidszorg De Minister wil de bevoegdheid om bij ministeriële regeling een eigen bijdrage voor tweedelijnsgeestelijke gezondheidszorg (tweedelijns-ggz) te regelen om zo een eigen bijdrage voor verzekerden van achttien jaar en ouder in te gaan voeren. Tweedelijnsgeestelijke gezondheidszorg is behandeling in een GGZ instelling of door een psychiater. 5. Eigen bijdrage verblijf GGZ instelling De Minister wil de bevoegdheid om voor het verblijf die noodzakelijk is voor behandeling in het kader van geneeskundige-ggz zorg een eigen bijdrage in te kunnen voeren voor verzekerden van 18 jaar of ouder. 6. Dieetadvisering De Minister wil de vergoeding voor dieetadvisering uit de basisverzekering schrappen. 7. Stoppen met roken De Minister wil de vergoeding voor stoppen-met-roken programma's uit de basisverzekering schrappen.

Opmerking Aon Hewitt Dieetadvisering en cursus Stoppen met roken zijn voor steeds meer bedrijven een instrument in het gezondheids-, preventie- en re-integratiebeleid wordt ingezet.

8. Fysiotherapie (chronisch) De Minister wil dat de eerste twintig behandelingen fysiotherapie en oefentherapie niet meer vanuit de basisverzekering vergoed worden. Tot op heden wordt chronische fysiotherapie vanaf de 13e behandeling volledig vergoed vanuit de basisverzekering. 9. Fysiotherapie (vervolg) De Minister wil, in het kader van stringent pakketbeheer, enkele aandoeningen van de lijst van chronisch verzekerde aandoeningen fysio- of oefentherapie in de basisverzekering schrappen.

17

Page 20: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Standpunt Aon Hewitt Wij zien een aanzienlijke verslechtering ten aanzien van vergoedingen voor arbeidsgerelateerde zorgelementen als fysiotherapie, eerstelijnspsychologie, dieetadvisering en stoppen-met-roken programma's. De gevolgen voor werkgevers zijn tweeledig:

1. Verzuim gaat langer duren indien werknemers minder snel gebruik maken van zorgaanbieders doordat hun verzekering vergoeding niet langer dekt (en zij niet voor een uitgebreidere aanvullende verzekering hebben gekozen).

2. Kosten aan zorgaanbieders (preventief en curatief) gaan omhoog indien werknemers bij de werkgever aankloppen voor vergoeding van zorg dat niet langer onder de Basisverzekering valt.

Een kostenverlagend effect van deze maatregelen kan optreden indien deze maatregelen ertoe leiden dat de premies voor de basisverzekering dalen; 50% wordt ten slotte door de werkgever betaald. Maar het zal de komende jaren niet een kwestie zijn van verlagen van de zorguitgaven, maar trachten de verhoging te beperken.

Een advies van het CVZ dat de Minster niet overneemt, ligt in dezelfde lijn. Dat heeft betrekking op Preventie en gecombineerde leefstijlinterventie (GLI):

Gebleken is dat de laatste jaren een aanzienlijke uitgave is voor preventiemiddelen als cholesterolverlagers, bloeddrukverlagers en maagzuurremmers het gevolg zijn van een ongezonde leefstijl. In veel richtlijnen en standaarden voor medische professionals is daarom aandacht gekomen voor advisering en begeleiding naar een gezondere leefstijl.

De conclusie van het CVZ bij speerpunten als tabaksverslaving en de combi van te weinig beweging en ongezonde voeding, is dat het signaleren van de gezondheidsrisico's in de spreekkamer aan de hand van indicatiecriteria en het vervolgens adviseren en begeleiden van betrokkenen om de risico‟s te verkleinen, preventieve zorg is (zoals huisartsen, eerstelijnspsychologen, verloskundigen etc. die plegen te bieden) en dat deze inspanningen tot de verzekerde prestaties van de Zvw behoren.

Dit betekent dat, naast de medicinale middelen, al de nodige preventiemaatregelen tot het Zvw-pakket behoren.

Ondanks het positieve advies heeft de Minister er voor gekozen om GLI niet op te nemen in de aanspraken van de basisverzekering.

Standpunt Aon Hewitt Een belangrijk argument van de Minister, naast kostenoverwegingen op de korte termijn, is dat een ieder zelf verantwoordelijk is om gezond met zijn lichaam om te gaan. Hierin kunnen wij ons gedeeltelijk vinden. Het is namelijk ook een werkgeversaangelegenheid. Werkgevers ervaren problemen met het beïnvloeden van de (ongezonde) levensstijl van hun werknemers, of zijn daar huiverig voor. Het gevolg, productiviteitsverlies en hogere verzuim- en preventiekosten, wordt meer en meer bij de werkgever neergelegd. Het standpunt van de minister doet geen recht aan het feit dat werkgevers 50% van de zorgkosten betalen, maar hier in feite steeds minder voor terug krijgen. Aan de andere kant verplicht de overheid werkgevers wel om de kosten van de ongezonde levensstijl te dragen (twee jaar loondoorbetaling bij ziekte, 10 jaar financiële verantwoordelijkheid voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte (ex)werknemers, volledige financiële verantwoordelijkheid voor volledig arbeidsongeschikte (ex)werknemers). Waarom gaat de Minister niet, in het kader van "voorwaardelijke toelating", met verzekeraars, werkgevers en werknemers opzoek gaat naar de meest effectieve middelen voor snelle re-integratie van zieke werknemers?

18

Page 21: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

3.1.2 Hogere eigen betalingen door verzekeren Eigen betalingen zijn eigen risico's en eigen bijdragen. Het verplicht eigen risico in de basisverzekering zal per 1 januari 2012 met EUR 50,- worden verhoogd naar EUR 220,-. Daarnaast wordt een eigen bijdrage voor tweedelijns geestelijke gezondheidszorg (tweedelijns-ggz) voor verzekerden van achttien jaar en ouder ingevoerd. De voorgenomen eigen bijdrage bedraagt EUR 200,- (in eerste instantie EUR 275,-). Behandelingen tot 100 minuten zullen een eigen bijdrage kennen van EUR 100,- per jaar.

3.1.3 Akkoord over inperking kosten ziekenhuiszorg Minister Edith Schippers van VWS heeft op 4 juli 2011 een akkoord gesloten met zorgaanbieders en zorgverzekeraars waarin zij over en weer beloven zich tot het uiterste te zullen inspannen om de kosten in de zorg te beheersen en de kwaliteit te verbeteren. De ambitie is om de structurele uitgavengroei in de ziekenhuiszorg in de periode 2012 tot 2015 te beperken tot 2,5 procent. De beperking van 2,5 procent is exclusief loon- en prijsbijstelling. Dit meegerekend komt het neer op een nominale groei van circa 5,3 procent; de afgelopen jaren lag de nominale groei op 6 tot 7 procent. Het gaat om een inspanningsverplichting en niet om een resultaatsverplichting. Dat laatste is niet mogelijk omdat zorgaanbieders en zorgverzekeraars een zorgplicht hebben en geen patiënten mogen weigeren. Hoe moet dit worden bereikt?

Om de beperking te realiseren gaan de zorgverzekeraars verder inzetten op het selectief inkopen van zorg. Prijs, kwaliteit, doelmatigheid en gepast gebruik zullen daarbij leidend zijn. Ongewenste praktijkvariatie wordt teruggedrongen.

Ook de zorgaanbieders moeten zich meer gaan inzetten op specialisatie. Verder wordt overbodig geworden ziekenhuiscapaciteit afgebouwd. Dure geneesmiddelen doelmatiger worden voorgeschreven. De overheid zal voor nieuwe

geneesmiddelen een streng toelatingsbeleid hanteren. Pas in 2013 zal de overheid de geneesmiddelenprijzen vrij geven. Volgend jaar lopen zorgverzekeraars daar nog geen risico op omdat de kostenontwikkeling nog onvoldoende kan worden ingeschat.

De afspraken zijn gemaakt in het licht van de eerder dit jaar genomen besluiten over de ziekenhuiszorg, zoals de invoering per 2012 van prestatiebekostiging, uitbreiding tot 70 procent van de behandelingen waar vrije prijsvorming geldt en het afbouwen van de achteraf compensaties voor zorgverzekeraars (zie volgende paragraaf). Een belangrijk onderdeel vormt de invoering van prestatiebekostiging voor ziekenhuizen. Per 2012 wordt de overstap gemaakt van budgetbekostiging naar prestatiebekostiging. Het kabinet is van plan om in twee jaar (2012 en 2013) een zorgvuldige overgang te maken naar een eindmodel van belonen naar prestatie, vrije prijsvorming, keuzevrijheid en dynamiek. Daarbij worden waarborgen ingebouwd, zodat wordt voorkomen dat ziekenhuizen als gevolg van de overgang van budget- naar prestatiebekostiging in financiële problemen komen. Op hoofdlijnen gaat het om de volgende maatregelen:

In 2012 gaat de ziekenhuissector over op 70 procent vrije prijsvorming. De bestaande ziekenhuisbudgetten worden afgeschaft. Ziekenhuizen stappen over van circa 30 000 dbc’s naar ongeveer 4 000 zogeheten DOT-zorgproducten. Een DOT-zorgproduct beschrijft veel beter en beknopter dan een dbc welke prestaties een ziekenhuis levert;

Om onverantwoorde risico’s in de overgangsfase voor ziekenhuizen te voorkomen, wordt gedurende twee jaar (2012 en 2013) met een 'transitiebedragmodel' gewerkt. De marktdynamiek blijft hiermee overeind, maar al te grote schommelingen in de omzetten van ziekenhuizen als gevolg van de overgang van budget- naar prestatiebekostiging worden gedempt;

19

Page 22: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

De risicodragendheid van verzekeraars wordt vergroot, om ervoor te zorgen dat verzekeraars scherper op prijs, kwaliteit en volume (aantal behandelingen) gaan inkopen;

Voor het geval er ondanks bovenstaande afspraken toch de komende jaren sprake is van overschrijdingen, wordt er een macro-beheersingsinstrument geïntroduceerd.

3.1.4 Wijziging in financiering van zorgverzekering: het vereveningsstelsel Zorgverzekeraars krijgen op twee manieren inkomsten voor het afdekken van de door hun gelopen risico’s. Naast de nominale premies die verzekerden van achttien jaar of ouder betalen zijn dat de inkomensafhankelijke bijdragen die in het vereveningsfonds worden gestort. Dit vereveningsfonds wordt gefinancierd vanuit de werkgeversbijdrage en is bedoeld om een gelijk speelveld tussen verzekeraars te laten bestaan. Zorgverzekeraars zijn immers verplicht om iedereen te accepteren voor de basisverzekering. Door deze acceptatieplicht kan het zijn dat bepaalde verzekeraars meer “nadelige” risico’s hebben dan andere zorgverzekeraars. Om te voorkomen dat deze verzekeraars financieel in de problemen komen en eigenlijk meer premie nodig hebben dan de overige zorgverzekeraars, is gekozen voor een systeem van verevening. Zeer vereenvoudigd werkt dit systeem als volgt: Aan het begin van ieder verzekeraarjaar ontvangt de zorgverzekeraar een bedrag vanuit het vereveningsfonds. Dit bedrag is afgestemd op de populatie die deze verzekeraar in de boeken heeft (leeftijd, geslacht, ziektebeelden, etc). Dit wordt de ax-ante bijdrage genoemd. Om ervoor te zorgen dat verzekeraars zich, zonder al te veel financiële risico’s, konden inleven in het nieuwe systeem na invoering van de zorgverzekeringswet is er ook een verevening die aan het einde van ieder verzekeraarjaar plaatsvindt. In deze “ex-post” verevening kan een verzekeraar gelden terughalen voor uitkeringen die hij op verzekerdenniveau heeft gedaan. Het voert voor deze notitie te ver om in te gaan in alle instrumenten die hiervoor aanwezig zijn. Van belang is dat deze instrumenten voor het overgrote deel in de komende drie jaren zullen verdwijnen. Hiervoor heeft de Minister een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. De eerste maatregel zal 2012 ingaan, de laatste in 2015. Door het (grotendeels) wegvallen van de “ex-post” verevening worden verzekeraars veel risicodragender. Verzekeraars worden steeds meer aangewezen op de kwaliteit en de prijs van de zorginkoop die zij doen. Martin Bontje, vice-voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, verwacht een aardverschuiving bij de zorginkoop. Tot nu toe steken zorgverzekeraars daar niet veel energie in, omdat behaalde voordelen door de risicoverevening achteraf gedeeld moeten worden met andere verzekeraars. Omdat Schippers de verevening de komende drie jaar geleidelijk afschaft, wordt de inkoop van ziekenhuiszorg “zeer interessant”, voorspelt Bontje. Hij verwacht dat verzekeraars forse verbeteringen in kwaliteit en doelmatigheid zullen afdwingen. Zorgverzekeraars zullen veel scherper dan voorheen afspraken maken over hoeveel zorg zij inkopen. Ook het zorgvolume van het b-segment van vrije prijzen, dat in 2012 wordt uitgebreid naar 70 procent, zal voortaan door verzekeraars worden gelimiteerd. Daarnaast verwacht Bontje dat verzekeraars serieus werk gaan maken van de concentratie en specialisatie van ziekenhuiszorg.

Standpunt Aon Hewitt Het is goed dat zorgverzekeraar steeds meer risicodragend voor de basisverzekering worden. Hierdoor worden zorgverzekeraars gedwongen kosteneffectief zorg in te kopen. Dat verzekeraars tot nu toe onvoldoende inzetten op selectieve zorginkoop komt deels doordat dit onvoldoende voordelen oplevert. Door de ex-post risicoverevening delen verzekeraars achteraf winst en verlies met elkaar. Van belang blijft dat marktpartijen als werkgevers en belangenorganisaties de kwaliteit van deze zorginkoop goed blijven monitoren.

20

Page 23: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

3.1.5 2015: aandoeningen met een lage ziektelast uit het basispakket Daarnaast is het de bedoeling van het kabinet om de behandeling van aandoeningen met een lage ziektelast uit het basispakket te halen. Dit betreft de uitwerking van één van de maatregelen uit het Regeerakkoord. Een probleem is een goede definitie van het begrip ‘lage ziektelast’: “Is er sprake van 1 of 10 procent gezondheidsverlies? Ook binnen aandoeningen is er veel variatie in ernst. Wanneer kun je spreken van lage ziektelast?” Het CVZ definieert ziektelast als: het relatieve verlies aan gezondheid ten gevolge van een aandoening als er geen behandeling plaatsvindt. Het CVZ is gevraagd uiterlijk in januari 2012 een uitvoeringstoets uit te brengen. In het jaar 2015 moet deze maatregel leiden tot een structurele beperking van het pakket van EUR 1,3 miljard. Het kabinet is voornemens om in maart 2012 een plan van aanpak aan de Tweede Kamer toe te zenden, aldus de begroting van VWS bij de Miljoenennota 2012.

3.1.6 Marktwerking Zie hoofdstuk 4.

3.2 Lange termijn: Schippers vraagt SER advies over betaalbaarheid zorg

Minister Schippers heeft recentelijk de SER advies gevraagd over het betaalbaar houden van de gezondheidszorg voor toekomstige generaties. Hieraan wordt de vraag gekoppeld hoe op langere termijn onoplosbare knelpunten op de arbeidsmarkt zijn te voorkomen. Ook legt Schippers de SER de vraag voor hoe effectieve verbindingen te maken zijn tussen drie grote uitgavencategorieën van burger: kosten voor de woning, zorguitgaven en opbouw van het pensioen. Schippers wil het advies begin 2013 ontvangen. Schippers vraagt de SER advies hoe het groeitempo van de collectieve uitgaven in (curatieve en langdurige) zorg kan worden verlaagd en structureel te beheersen is. Eveneens wil de bewindsvrouw aandacht voor de inrichting, (markt)ordening en financiering van zorg, daarbij rekening houdend met de betaalbaarheid, toegankelijkheid, beschikbaarheid en kwaliteit van de zorg. Schippers wil verder inzicht in de mogelijkheden van burgers om pensioeninkomen en vermogen in te zetten voor zorgarrangementen. Tot slot wil ze geadviseerd worden over hoe te anticiperen op lange termijn personeelstekorten in de zorgsector, afgestemd met mogelijke gevolgen daarvan voor andere sectoren.

21

Page 24: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

4 Marktwerking en de gevolgen voor werkgevers Marktwerking heeft een prominente rol gekregen in ons huidige zorgstelsel. Het beteugelen van de kosten is een van de belangrijkste onderdelen waaraan het succes van het stelsel wordt afgemeten, naast toegankelijkheid en kwaliteit van de geleverde zorg Marktwerking vindt plaats door concurrentie tussen zorgverzekeraars maar ook tussen zorgverleners onderling. Wij onderscheiden drie 'markten' op het gebied van ziektekosten:

1. Zorgverzekeringsmarkt: verzekerde – verzekeraar 2. Zorginkoop: verzekeraar – zorgverlener 3. Zorgverlenersmarkt: zorgverlener - verzekerde/patiënt

4.1 Ontwikkelingen tussen 2006 en 2011 Uit de opsomming van hoofdstuk 1 blijkt onder meer het volgende. 1. Zorgverzekeringsmarkt Collectiviteitsgraad stijgt verder tot 66% Laatste jaren stijging van de categorie 'anders' (onder andere allerlei

verenigingen, vakbonden, coöperaties, sociale diensten en internet collectiviteiten) ten koste van de werkgeverscollectiviteiten.

Het online sluiten en speciale web(vergelijking)sites is het afgelopen jaar grotendeels verantwoordelijk geweest voor de groei van verschillende zorgportefeuilles: CZdirect, Independer.nl, Anderzorg (Menzis), Zekur (Univé)

Sterke stijging prijs per 1-1-2011 leidt tot meer overstappers prijsproduct!

Mobiliteit toegenomen tot ruim 5% per 1-1-2011 aantal overstappers is het hoogst tussen de 18 en 45 jaar: 7,6%

stapt over. Negen van de tien verzekerden hebben in 2011 een aanvullende

verzekering afgesloten maar wel groot verschil tussen collectief en individueel

verzekerden. Geringe (prijs) verschillen tussen natura en restitutie polis

want contracttering door verzekeraars nog in kinderschoenen 2. Zorginkoop (Selectieve) contracttering nog nauwelijks een item voor medisch-

specialistische zorg /ziekenhuiszorg 3. Zorgverlenersmarkt Ongeveer de helft van kosten voor basisverzekering is voor medisch-

specialistische zorg. succesvolle besparingen hebben dus hier de grootste invloed op

de uitgaven en dus op de premie ontwikkelingen voor de komende jaren.

Farmaceutische zorg is ca. 15% en geestelijke gezondheidszorg is ca. 12% van de kosten.

22

Page 25: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

4.2 2012 en verder

4.2.1 Zorgverzekeringsmarkt Ook per 1 januari 2012 komen er alternatieve varianten van de basisverzekering bij. Verzekeraars die niet nog hadden gereageerd, komen nu met nieuwe polissen (al dan niet via hun internet tak): Ditzo (ASR), Zilveren Kruis Achmea en VGZ. Ditzo (ASR) Ditzo gaat eind dit jaar ook een ziektekostenverzekering aanbieden. Het nieuwe product is volgens de internetverzekeraar van ASR op verzoek van klanten ontwikkeld. Ditzo belooft onder meer directe online acceptatie en continue telefonische bereikbaarheid. De polis biedt vrije keuze van zorgverlener en "dat allemaal tegen één van de laagste premies van Nederland", aldus Ditzo. VGZ VGZ introduceert een internetvariant exclusief voor individueel verzekerden. Ondanks dat inmiddels elke grote verzekeraar met een alternatieve basisverzekering is gekomen, zijn de gevolgen voor de keuzevrijheid voor de verzekerde/werknemer nog beperkt. Tot nu toe hebben deze alternatieven vooral invloed op het serviceniveau en nog niet op beperking van keuzevrijheid. Dat gaat veranderen.

4.2.2 Contracttering Wij verwachten dat de komende jaren verzekeraars steeds meer gaan contracteren en daarmee gaan differentiëren in hun polissen. Menzis Menzis gaat voor de natura polis voor operatieve behandelingen aan de heup, amandelen en hernia 100% vergoeden wanneer er voor de gecontracteerde zorgverleners wordt gekozen. Verzekerden die naar niet-gecontracteerde zorgverleners gaan, betalen tot maximaal EUR 500,- zelf. De gecontracteerde zorgverleners zullen op maximaal 50 kilometer afstand van de verzekerden bereikbaar zijn. Zilveren Kruis Achmea Zilveren Kruis Achmea pakt het vanaf 2012 anders aan. Zij introduceren volgend jaar twee basisverzekeringen naast de reeds bestaande verzekering:

Een selectieve (internet)variant waar bepaalde medicijnen alleen via internet kunnen worden geregeld en hulpmiddelen alleen via een select aantal leveranciers verkregen. Herhaalrecepten (medicijnen) via de eigen apotheek worden voor 80% vergoed.

Een exclusieve variant met vrije keuze en een uitgebreide service. Herhaalrecepten en anti-conceptie kunnen bij de eigen apotheek worden gehaald. Verzekerden kunnen een persoonlijke gezondheidsconsulent benaderen. En voor ernstige aandoeningen kan men "Best Doctors" raadplegen (= specialisten die door collega specialisten zijn gekozen als meest vakbekwaam).

CZ CZ biedt "Best Doctors" op al haar polissen aan.

23

Page 26: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

4.3 2012 en verder: gevolgen voor werkgevers 1. Zorgverzekeringsmarkt Sterke stijging prijs: premie basisverzekering EUR 2.000 in afzienbare tijd. Mobiliteit neemt nog meer toe. Dekking wettelijke pakket beperkt

inhoud aanvullende verzekering belangrijker Grote (prijs) verschillen tussen natura en restitutie polis. Hierdoor gaan er

ook tussen verzekeraars grotere verschillen ontstaan qua dekking, en waar nu het premieverschil tussen de diverse polissen min of

meer te overzien is, zal dat verschil in de nabije toekomst fors oplopen.

Polissen die gecontracteerde zorg voor 100% vergoeden en bij niet- gecontracteerde zorg substantieel lagere vergoedingen geven (gesproken wordt over maximaal 60% vergoeding in de nabije toekomst).

Zorg is wel beschikbaar, maar niet meer bij elke polis 'om de hoek' en niet op korte termijn?

Niet-gecontracteerde zorg wordt op restitutiepolis wel volledig vergoed, maar tegen een prijskaartje.

AWBZ uitgevoerd door zorgverzekeraars. Wordt er uitvoering gegeven aan Regeerakkoord 2010?:

Wordt maximaal 10% collectiviteitkorting losgelaten, zodat werkgevers afspraken zullen maken met verzekeraars over de te leveren prestaties en zorg.

Worden gelegenheidscollectiviteiten verboden? En wat is dan een gelegenheidscollectiviteit?

2. Zorginkoop (Selectieve) contracttering voor medisch-specialistische zorg

/ziekenhuiszorg wordt aanzienlijk uitgebreid. 3. Zorgverlenersmarkt Specialisatie van medisch-specialististen en ziekenhuizen

- ziekenhuizen bieden niet meer alle zorg aan - zorg verder weg

Dit betekent in ieder geval dat verzekerden bewuster moeten kiezen, om achteraf niet voor vervelende verassingen komen te staan. Kiest men bijvoorbeeld voor de goedkoopste basisverzekering, dan zal men ook genoegen moeten nemen met striktere spelregels om voor 100% vergoeding in aanmerking te komen. Verzekeraars geven nu aan dat de selectieve contracttering gebeurt op basis van kwaliteitsnormen. In algemene zin is dat een goede ontwikkeling omdat de gemiddelde zorg kwalitatief beter wordt (doordat de slechtste zorg niet meer wordt gecontracteerd). Natuurlijk blijft de zorgplicht voor verzekeraars op alle basispolissen van toepassing. Dit betekent dat alle zorgaanspraken die in de basisverzekering vermeld staan, voor alle verzekerden beschikbaar moet zijn. Echter doordat de zorg steeds transparanter wordt, krijgen we steeds meer zicht op "goede zorg" en de "beste zorg". We kunnen ons voorstellen dat de "beste zorg" ook het hoogste prijskaartje krijgt, en dan rijst daarbij de vraag of verzekeraars de "beste zorg" op al haar basisverzekering varianten gaan inkopen.

24

Page 27: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Hiermee wordt nog meer van belang dat een overzicht van deze dynamische wijzigingen overzichtelijk wordt weergegeven. Huidige keuzes verdienen wellicht de komende jaren aanpassingen. Dit kan door andere keuzes te maken waarbij goede en heldere communicatie (richting werknemers) nog belangrijker wordt. De grote vraag is dan natuurlijk: wat zijn hiervan de gevolgen voor de werkgever? De keuze die werknemers nu en in de toekomst voor basisverzekering maken, gaat een grote(re) impact krijgen. Er kan een 'conflict of interest' ontstaan tussen werkgever en werknemer:

Verhouding werkgeverscollectiviteit versus andere collectiviteit in 5 jaar tijd verschoven van 70-30% naar 60-40%;

Premie basisverzekering in 2011 met 10% gestegen; Individu kiest steeds meer voor prijs; Premie basisverzekering over 6 jaar naar EUR 2.000,- per verzekerde?; Collectieve zorgverzekering wordt een echte arbeidsvoorwaarde; Groter onderscheid in natura- en restitutieverzekering door contracttering en meer variaties in

basisverzekering; Meer prijsconcurrentie, in combinatie met minder dekking en minder service; Groter onderscheid in kwaliteit, namelijk tussen 'goede' en 'beste' zorg.

De vragen voor de komende jaren zijn:

1. Kloppen werknemers met eigen betalingen bij werkgevers aan? 2. Is de beste zorg bereikbaar voor alle werknemers? 3. Verwachten werknemers meer voorlichting en faciliteiten van de werkgever? 4. Op welke wijze komt het belang van werknemer en werkgever bij elkaar? 5. Op welke wijze kan de werkgever grip houden zodat verzuimkosten en ketendienstverlening

optimaal op elkaar aansluiten? U mag van ons verwachten dat wij deze ontwikkelingen op de voet volgen en u daarover adviseren zodat u (indien nodig) uw beleid daarop kunt aanpassen.

25

Page 28: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

5 Ophoging AOW-leeftijd De vergrijzing en ontgroening die de komende jaren in een sneltreinvaart de demografische opbouw van Nederland en daarmee ook die van ondernemingen zal beïnvloeden, hebben invloed op tal van zaken; pensioenlasten, verzuim en arbeidsongeschiktheid, inzetbaarheid en gezondheid.

De impact van vergrijzing en ontgroening wordt steeds groter. Met het toenemen van de gemiddelde leeftijd van uw werknemersbestand zullen ook meer specifieke leeftijdsgerelateerde problemen ontstaan. Het risico van gezondheidsproblemen neemt toe op latere leeftijd, complicaties en klachten bij bestaande chronische aandoeningen doen zich vaker voor, en ook stijgt de impact van ziekte op productiviteit en verzuim en arbeidsongeschiktheid. Naarmate werknemers ouder worden neemt de kans op met name langdurig verzuim en arbeidsongeschikt worden, flink toe. Hoewel gezondheid veelal als een verantwoordelijkheid van het individu wordt gezien, wordt het steeds belangrijker, en gebruikelijker, om vanuit de werksituatie een gezonde omgeving te creëren, en het hebben van een gezonde levensstijl te faciliteren. Indien het “mis” gaat is de werkgever immers financieel verantwoordelijk. De werknemers moeten bovendien ook langer inzetbaar blijven door het ophogen van de AOW-leeftijd, bij voorkeur in goede gezondheid. Preventie belangrijker dan ooit Door het toenemen van de risico’s gerelateerd aan de hierboven genoemde impactgebieden, wordt preventie belangrijker dan ooit. Vanuit risicomanagement perspectief is het belangrijk om via beheersmaatregelen het risico (kans x impact) te verminderen of te voorkomen. Voor werkgevers wordt het steeds belangrijker om de gezondheid, inzetbaarheid en productiviteit van medewerkers te bevorderen. Eén middel om dat te bereiken is door zorg voor medewerkers en de toegankelijkheid hiervan, op een goede manier te organiseren. De zorgverzekeraar kan als deskundige partij op het gebied van zorginkoop hierbij betrokken worden.

26

Page 29: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

6 Werkkostenregeling Per 1 januari 2011 is een nieuwe fiscale regeling ingevoerd: de werkkostenregeling (WKR). Door deze regeling kan een werkgever maximaal 1,4% van het totale fiscale loon (de 'vrije ruimte') besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor de werknemers. Daarnaast kan een werkgever bepaalde zaken onbelast blijven vergoeden of verstrekken door gebruik te maken van de gerichte vrijstellingen. Over het bedrag boven de vrije ruimte wordt loonbelasting betaald in de vorm van een eindheffing van 80%. De WKR komt in de plaats van de huidige regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. U bent nog niet verplicht gebruik te maken van de WKR. Tot en met 2013 mag u ieder jaar opnieuw kiezen voor de WKR of voor de bestaande regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Na 2013 geldt de WKR voor alle werkgevers. Werkgeverspakket Voor wat betreft de verplichte werkgeversbijdrage (2012: 7,10%) verandert er niets met de invoering van de werkkostenregeling. De WKR heeft mogelijk wel gevolgen voor de behandeling van het werkgevers-pakket. In beginsel zal de verstrekking van een werkgeverspakket belast zijn en dus binnen de vrije ruimte van de WKR vallen. Heeft u in het verleden met de Belastingdienst een afspraak gemaakt over de fiscale behandeling van het werkgeverspakket, dan geldt deze afspraak niet langer zodra u de WKR heeft ingevoerd omdat met de invoering van de WKR alle eventuele afspraken met de Belastingdienst komen te vervallen. NB. De belasting van het werkgeverspakket is uiteraard alleen van toepassing als u een dergelijk pakket bij uw zorgverzekeraar heeft afgesloten. De WKR biedt echter ook mogelijkheden. Voor zogenaamde arbo-verstrekkingen is namelijk bepaald dat deze tegen een nihilwaardering binnen de vrije ruimte van de WKR vallen. Er is een aantal voorwaarden waaraan in dat geval moet worden voldaan. Onder meer moet de verstrekking in alle redelijkheid onderdeel uitmaken van het Arbo-plan. In de toelichting bij de wettelijke bepalingen is het volgende bepaald: 'Het kan hierbij op grond van de tekst van deze bepaling ook gaan om conditie- en krachttraining die plaatsvindt onder deskundig toezicht en die door de werkgever op voorschrift van de bedrijfsarts aan een werknemer wordt verstrekt in het kader van preventie en re-integratie. Van voorzieningen in het kader van het arbeidsomstandighedenbeleid dat een werkgever voert is bijvoorbeeld sprake bij geneeskundige keuringen of bij inentingen in het kader van preventie- en verzuimbeleid. (….) Daarbij spelen de feiten en omstandigheden van het geval een rol." Wellicht biedt deze regeling dus kansen voor u. Het zou zeker een reden kunnen zijn om, eventueel in overleg met uw zorgverzekeraar, goed naar de inhoud van uw werkgeverspakket te (laten) kijken.

27

Page 30: Ontwikkelingen in de zorgverzekeringsmarkt

Over Aon Aon Nederland, toonaangevend adviseur in risicomanagement, employee benefits en verzekeringen, draagt bij aan het realiseren van de ambities van zijn cliënten. In Nederland heeft Aon 12 vestigingen met 1.600 medewerkers. Het bedrijf maakt deel uit van Aon Corporation, Chicago, USA. Het wereldwijde Aon-netwerk omvat circa 500 kantoren in meer dan 120 landen en telt ruim 37.000 medewerkers. Hiermee is Aon een van de grotere financiële dienstverleners ter wereld. Aon Corporation is gespecialiseerd in financiële en verzekeringsdienstverlening en staat genoteerd aan de effectenbeurs van New York (NYSE). Meer informatie: www.aon.nl Dit rapport is uitsluitend bestemd voor de opdrachtgever. De inhoud van dit rapport is gebaseerd op omstandigheden bij en informatie ter beschikking gesteld door de opdrachtgever. Op geen enkele wijze kan worden gegarandeerd dat beschreven omstandigheden volledig in overeenstemming zijn met van toepassing zijnde wet- en regelgeving, noch mag worden aangenomen dat de inhoud van dit rapport volledig is ten aanzien van de onderzochte risico’s. Derden die van dit rapport kennisnemen kunnen aan dit rapport geen rechten ontlenen. Aon Consulting Nederland cv geeft geen juridische adviezen en/of adviezen op het terrein van belastingen of accounting. Geadviseerd wordt om met betrekking tot deze onderwerpen contact op te nemen met gespecialiseerde raadgevers, alvorens definitieve beslissingen worden genomen. © 2011 Aon Consulting Nederland cv Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Aon Consulting Nederland cv.

28