Ontwerper en opdrachtgever

40
Ontwerper & opdrachtgever

description

Ontwerper & opdrachtgever Harry N. Sierman & Querido Reynoud Homan & Wim Quist Irma Boom & Paul Fentener van Vlissingen Universiteitsbibliotheek Amsterdam Amsterdam 2005

Transcript of Ontwerper en opdrachtgever

Page 1: Ontwerper en opdrachtgever

Ontwerper & opdrachtgever

Page 2: Ontwerper en opdrachtgever
Page 3: Ontwerper en opdrachtgever

Ontwerper & opdrachtgever

Harry N. Sierman & Querido

Reynoud Homan & Wim Quist

Irma Boom & Paul Fentener van Vlissingen

Universiteitsbibliotheek Amsterdam

Amsterdam 2005

Page 4: Ontwerper en opdrachtgever
Page 5: Ontwerper en opdrachtgever

5 Woord vooraf

Bijzondere ‘levende’ collecties

Voor veel mensen is een bibliotheek per defi nitie stoffi g en ouderwets. Ten on-

rechte. Hoewel de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam

al in 1580 zijn ontstaan, bruist deze verzameling verzamelingen. Zo is er ook werk

van hedendaagse auteurs en ontwerpers.

Op grafi sch gebied beheren de Bijzondere Collecties belangrijk materiaal, waar-

onder een aantal ontwerpersarchieven. Bijvoorbeeld het werkarchief van letter-

ontwerper en boekverzorger S.H. de Roos. Deze Amsterdammer werd in 1907 een

van de eerste professionele grafi sch ontwerpers. En dan zijn er de archieven van Jan

van Krimpen, Kees Kelfkens en Charles Jongejans naast enkele bruiklenen van het

nago. Recent schonken Gerrit Noordzij en de erven Theo Kurpershoek interessante,

kleinere collecties op het gebied van het boekomslag en de getekende belettering.

We zijn daarom verheugd dat weer vooraanstaande ontwerpers hun werk aan

de Bijzondere Collecties hebben willen toevertrouwen, namelijk Harry N. Sierman,

Reynoud Homan en Irma Boom. Harry Sierman heeft onlangs zijn glanzende

loopbaan beëindigd. De veertigers Reynoud Homan en Irma Boom staan er midden-

in: hun schenkingen vormen ‘levende’ collecties. Het drukwerk, de ontwerpen,

de proeven en het andere materiaal van Homan en Boom worden jaarlijks aan-

gevuld. Het zijn dus collecties die verder zullen groeien en — online ontsloten

— ons nieuwsgierig zullen houden. Wij zijn hen zeer dankbaar.

In deze tentoonstelling staat de relatie tussen ontwerper en opdrachtgever

centraal. Als museumdirecteur was ikzelf jarenlang opdrachtgever, na eerst een

leer gierige leerling geweest te zijn aan de tafel van Otto Treumann. Hij leerde me

wat een cicero was, een 10-punts letter, en wat kapitaal was en onderkast. Nu zit je

samen achter de computer. Maar hoe betrokken je als opdrachtgever ook bent, het

echte vak is niet te leren. De opdrachtgever geeft aan wat hem of haar beweegt,

en de ontwerper maakt dan die fantastische en soms adembenemende vorm-

vertaalslag. Deze relatie kan uit beiden het beste halen. Dat is in de expositie te

zien dankzij de medewerking van Lidewijde Paris, Wim Quist en Paul Fentener van

Vlissingen. Ook hen danken wij.

En we hopen dat deze eerste ‘levende’ collecties gevolgd worden door vele

andere, voor nu en voor later.

Judith Belinfante, hoofdconservator

Page 6: Ontwerper en opdrachtgever

6 Harry N. Sierman

Page 7: Ontwerper en opdrachtgever

7 Harry N. Sierman

Harry N. Sierman & Em. Querido’s Uitgeverij

De perfectie en bescheidenheid van een superieure puntLidewijde Paris over Harry N. Sierman

Eerst was Harry Sierman voor mij de man van de buitenkant: van de omslagen met

een perfecte typografi e en goed op elkaar afgestemde kleuren. Het waren ontwer-

pen van een bedrieglijke eenvoud. In 1988 ontdekte ik zijn binnenkant.

Na het afstuderen aan de kunstacademie moest ik nog een horde nemen: het

doctoraalexamen Nederlands. Ik at al vijf jaar van twee walletjes, typografi e en

letteren, en koos daarom voor een boekwetenschappelijk onderzoek waarin beide

konden worden verenigd. Hoe toegankelijk zijn wetenschappelijke brievenedities

als je alleen iets wilt opzoeken? Hoe zitten dit soort uitgaven inhoudelijk, struc-

tureel en typografi sch in elkaar? En wie had bij het ontstaan ervan de sturende

hand of het laatste woord? Ik besloot ook met een uitgever, een editeur en een

vormgever te gaan praten. Door De brieven van De Schoolmeester (1987) kwam ik uit

bij Querido-uitgever Ary Langbroek, editeur Marita Mathijsen en vormgever Harry

Sierman.

Huib van Krimpen was in zijn juist heruitgegeven bijbel Boek over het maken van

boeken uiterst stellig over wie in dat proces de baas was: ‘Laat een schrijver gerust

opmerkingen maken; hij is ten slotte geen debiel. ... En zeer zeker is het onze plicht

serieuze argumenten zorgvuldig te overwegen en ons standpunt te herzien wan-

neer een auteur iets waarlijk steekhoudends oppert. Maar wij houden het laatste

woord, want wij weten in het algemeen veel beter wat een goed boek is dan welke

schrijver ook, want wij maken ze dagelijks ...’ Maar in mijn onderzoek was niemand

het hiermee eens. Iedereen sprak van samen beslissen. Al vond Ary Langbroek

dat hij uiteindelijk het laatste woord had en wilde Marita Mathijsen dat het een

leestekst zou worden zonder noten. En Harry Sierman? Hij was aan de telefoon

de bescheidenheid zelve. Nu ik hem langer ken, weet ik niet of hij het in zijn hart

misschien toch eens was met Van Krimpen. Toen, in 1988, was ik onder de indruk

van zijn beleefde en toch ondeugende stem die mij vertelde geen uitspraken te wil-

len doen zonder uitgever en editeur: ‘De editeur neemt eigenlijk alle beslissingen.

Wij vormgevers hebben een dienende taak. Wij zijn zoiets als behangers, nou niet

helemaal, meer butlers. Mijn beslissingen zijn eigenlijk allemaal afgeleide beslis-

Page 8: Ontwerper en opdrachtgever

8 Harry N. Sierman

singen. Mevrouw Mathijsen bepaalde een regelnummering, mijn zorg was dan welk

cijfertje en hoe groot. Ik ben gewoon een boekenbakker.’

Ik wist niet wat ik ermee aan moest. Kan iemand met zo’n talent voor typografi e

zich werkelijk zo terughoudend opstellen? Marita Mathijsen vertelde mij geluk-

kig wat meer. Zij vond nootcijfers erg storend en had ervoor gekozen de brieven

te voorzien van een regelnummering met in een apart deel de aantekeningen.

Mijn vraag als onderzoeker was natuurlijk: ‘Hoe kun je dan zien of ergens een aan-

tekening bij hoort?’ Dat was niet te zien; je moest het aantekeningendeel tijdens

het lezen gewoon bij de hand houden. Sierman had nog voorgesteld, vertelde

Mathijsen, om een superieure punt te plaatsen bij begrippen met een aantekening.

Optimaal bescheiden functionaliteit, leek mij. Maar zelfs die bescheiden punt werd

van de hand gewezen.

Hoe ondeugend, perfectionistisch, fl exibel en dienend Harry Sierman werkelijk

was, ontdekte ik een paar jaar later. Ik werkte inmiddels als freelancer voor Em.

Querido en was gevraagd stukjes te schrijven voor Singelnieuws, een informatieblad

voor de boekhandel. Harry Sierman ontwierp de basislay-out. Voor het eerst zou

ik hem persoonlijk ontmoeten. In mijn herinnering had hij al wit haar. Hij keek mij

Page 9: Ontwerper en opdrachtgever

9 Harry N. Sierman

glimlachend aan, met zijn hoofd een beetje scheef. Misschien zei hij zelfs ‘juf-

frouw’. Zijn schoenen leken degelijk Engels, zo bollend over de neus zonder een

kreukel erin. Alles aan hem klopte. Hij was schoon en vriendelijk, en had heel mooie

handen. Ik had het idee een bondgenoot gevonden te hebben. Iemand die ook alles

liefst perfect wilde maar dat wel met de nodige luchtigheid tegemoet trad. Zoals

we met verkoopleider Bastiaan de Jonge aan het glazen bureau van Singel 262-

directeur Pieter de Jong zaten, leken Harry en ik wel van een totaal andere wereld.

Omdat Singelnieuws een zekere nonchalance moest uitstralen, had Harry een soort

fl yer van de supermarkt meegenomen, uit de boodschappentas van zijn vrouw. Die

leek hem een goed uitgangspunt: lekker commercieel, niet te zwaar en toch dui-

delijk gestructureerd. Ik was helemaal voor maar ik was niemand, en dus ging het

anders. Men wilde geen gek commercieel papiertje maar een echte Sierman. Harry

liet zich niet uit het veld slaan en kwam met een nieuw voorstel. Twee jaar lang

verschenen mijn tekstjes elke maand in een uiterst heldere, goed gestructureerde

en overzichtelijke brochure.

Daarna kwam ik Harry vaak tegen op de trap van Singel 262, of bij de deur, of bij

een borreltje. En altijd stak hij zijn vuist op en zei: ‘Volhouden hè, lekker door-

werken! Niet teveel tobben! Je kunt het hoor!’ Soms kreeg ik er tranen van in de

ogen. Dat zo’n grootse man in je geloofde. Hij was mij tot grote steun want niet

iedereen had zijn blijmoedige wendbaarheid. En misschien heeft hij gelijk gehad:

jaren later werd ik uitgever van datzelfde Em. Querido. Eindelijk werkten we samen.

Met Anneke Germers, die de computertechnieken beheerste, maakte hij omslagen

voor verzamelbundels poëzie en voor het Verzameld werk van F. Springer. Mooie

kleuren, perfecte belettering — heerlijk.

Tijdelijk nam Bas Jacobs, vormgever bij Nijgh & Van Ditmar, het van Anneke over.

Hij was een wilde, getalenteerde storm van ideeën en enthousiasme in onze rustige

baren. Op een middag kwam hij mijn kamer binnen met de mededeling: ‘Harry

Sierman heeft een ontwerp gebracht.’ Ik zei dat ik wist dat het zou komen en keek

hem vragend aan. ‘Nou, waar is het of is er iets niet goed?’ ‘Weet je wat die gast

heeft gedaan?’ vroeg hij. Nu werd ik toch wel wat ongerust maar Bas brandde al los:

‘Die man heeft, echt perfect, alles geschilderd. Helemaal in de goede pms-kleur,

helemaal goed gespatieerd. Man, dat is niet te geloven. Gewoon met een penseel-

tje. Dat is toch niet normaal. Die gast is perfect, man.’ En zo is het maar net. Harry

Sierman: perfect én bescheiden, als een superieure punt.

Page 10: Ontwerper en opdrachtgever

10 Harry N. Sierman

Page 11: Ontwerper en opdrachtgever

11 Harry N. Sierman

Ik geloof in het boek als een perfect ontwikkelde methode om de menselijke

gedachte- en belevingswereld vast te kunnen leggen, en — wat nog mooier is

— ook weer beschikbaar te stellen.hs in Lecturis, 10, 1979.

Ik voel me geen kunstenaar. Mijn werk als vormgever heeft veel meer een

sociale functie, mijn taak is om de inhoud van een boek zo goed mogelijk

voor de lezer open te leggen. Van mij wordt niet verwacht dat ik waanzinnige

dingen met lettertjes uithaal. Het vak van grafi sch vormgever is aan strenge

praktische eisen onderhevig: tijd, geld, doelgroep. Ik heb ook geen moeite

met de vage anonimiteit waarin mijn werk zich afspeelt. Het zou hovaardig

zijn om dit soort diendende werkzaamheden in verband met kunst te bren-

gen. Wanneer ik geen opdrachten heb, doe ik ook niets.hs in nrc Handelsblad, 13.02.1993.

Alle opdrachten beginnen heel amicaal en plezierig, maar gaandeweg komen

er steeds meer beperkingen, tegenvallers, eisen. Dat geeft spanning. De kunst

is om aan het einde van de rit een product over te houden waaraan je al dat

rumoer niet ziet.hs in Letters: een bloemlezing over typografi e, 2001.

Page 12: Ontwerper en opdrachtgever

12 Harry N. Sierman

Harry N. Sierman (1927) volgde een opleiding aan het Amsterdamse Instituut voor

Kunstnijverheidsonderwijs, de latere Gerrit Rietveld Academie. Het typografi sche

vak leerde hij in de praktijk. Na een jaar bij twee reclamebureaus gewerkt te heb-

ben, begon hij in 1948 in zijn huis aan de Keizersgracht als boekverzorger voor

zichzelf.

Zijn belangrijkste opdrachtgever werd Querido, waar directeur Reinold Kuipers

hem begin jaren zestig had binnengehaald. Voor deze uitgeverij ontwierp hij vier

decennia lang banden en omslagen voor literaire uitgaven, en af en toe ook de

binnenwerken. Een hoogtepunt in zijn werk voor Querido is Battus’ Opperlandse

taal- & letterkunde (1981). Tot Siermans andere opdrachtgevers behoorden Pastoe,

het Rijksmuseum Amsterdam, Uitgeverij Oosthoek, Van Lindonk Special Projects,

Esso Nederland en kpn (postzegels).

Harry Sierman ontving in 1977 de H.N. Werkmanprijs voor Vier eeuwen Heren-

gracht en in 1993 de Charles Nypels prijs. Zijn actieve loopbaan beëindigde hij

in 2003 met de vormgeving van Helmut Salden: letterontwerper en boekverzorger,

tevens zijn laatste ‘best verzorgde boek’.

Querido, opgericht in 1915, is een belangrijke uitgeverij van zowel Nederlandstalige

als vertaalde literatuur. Met de Salamander bracht Querido in 1934 een van de eerste

moderne pocketseries uit. Tot de populaire auteurs uit het fonds behoren nu Hella

S. Haasse, A.F.Th. van der Heijden en Thomas Rosenboom. Daarnaast is Querido

sterk in kinderboeken, waaronder die van het gouden koppel Annie M.G. Schmidt

en Fiep Westendorp.

Aan de doorgaans klassieke vormgeving van deze literaire uitgaven wordt meer

dan gebruikelijk aandacht besteed, waarbij ook de binnenwerken niet vergeten

worden. Na de Tweede Wereldoorlog zorgden ontwerpers als Jan van Krimpen,

Susanne Heynemann, Helmut Salden, Theo Kurpershoek en Harry N. Sierman voor

tientallen bekroningen bij de ‘best verzorgde boeken’.

Lidewijde Paris (1962) is sinds 1999 uitgever bij Em. Querido Volwassenen. Zij

studeerde in Utrecht grafi sche vormgeving en Nederlands. Naast haar werk als

uitgever is zij regelmatig gastdocent en van 2000 tot 2002 was ze jurylid van De

best verzorgde boeken.

Page 13: Ontwerper en opdrachtgever

13 Harry N. Sierman

Projecten*

De ridder is gestorven / Cees Nooteboom. 1963. 196 p. 21 cm.

hs band, stofomslag.

Wat zij bedoelen / J. Bernlef en K. Schippers. 1965. 184 p. 21 cm. Reuzensalamander,

44.

hs omslag.

Leestekens / Hella S. Haasse. 1965. 179 p. 20 cm. Reuzensalamander, 39.

hs omslag.

Van roddelpraat en litteratuur: een keuze uit het werk van Nederlandse schrijvers uit

het voormalig Nederlands-Indië / Nicolaus de Graaff, Wouter Schouten ... [et al.];

verz. en ingel. door R. Nieuwenhuys. 1965. 189 p. 20 cm. Reuzensalamander, 43.

hs omslag.

De strijd tegen de pijn / Frederick Prescott; [vertaling uit het Engels: J.F. Kliphuis].

Amsterdam: Querido; Amsterdam: Wetenschappelijke Uitgeverij, 1967. 158 p. 20 cm.

Moderne medische inzichten.

hs omslag.

De ruïnebouwer: een verslag: een schouwspel / J. Bernlef; tek. van Siet Zuyderland.

1980. 175 p. 22 cm.

hs omslag.

Overvloed van vonken: een keuze uit de gedichten / [van] P.C. Hooft; samengest.

door M.A. Schenkeveld-van der Dussen, L. Strengholt [en] P.E.L. Verkuyl. 1981. 221 p.

20 cm.

qed-reeks (1979–1985), bloemlezingen uit de Nederlandse literatuur.

hs band, stofomslag.

Opperlandse taal- & letterkunde / Battus. 1981. 203 p. 28 cm.

Battus is pseud. van Hugo Brandt Corstius.

Afb. p. 10

Page 14: Ontwerper en opdrachtgever

14 Harry N. Sierman

Hugo Brandt Corstius had expliciete opvattingen over de verschijningsvorm

van zijn boek. Het diende het cachet van een leerboek te hebben. De inde-

ling was zeer complex, maar tegelijk had de auteur er een geniaal systeem

in aangebracht via een speciale nummering van de aan elkaar gerelateerde

hoofdstukken. De secties taal- en letterkunde, enorme pakken papier, werden

apart gezet en vervolgens per pagina in elkaar geplakt.

Na pakweg zes hoofdstukken bespraken we de combinaties en vulde Brandt

Corstius waar nodig zijn teksten aan, of hij schrapte delen van de tekst. Hij

heeft ook wel pagina’s verworpen en daar was ik het niet altijd voetstoots

mee eens. Aan de andere kant moest ik trachten mij in te leven in het speelse

denken van een man die nooit rechtlijnig redeneert.hs in de Volkskrant, 13.03.1993.

Page 15: Ontwerper en opdrachtgever

15 Harry N. Sierman

Tempo doeloe — een verzonken wereld: fotografi sche documenten uit het oude Indië

1870–1920 / [door] Rob Nieuwenhuijs. 1981–88. 3 dln (elk 192 p.). 29 cm.

Baren en oudgasten (1981), Komen en blijven (1982), Met vreemde ogen (1988).

Berlijn-Amsterdam 1920–1940: wisselwerkingen / [red. Kathinka Dittrich, Paul Blom,

Flip Bool]. 1982. 408 p. 28 cm.

Brief aan zijn vader / Franz Kafka; vert. [uit het Duits] door Nini Brunt. 4e dr. 1983.

60 p. 19 cm.

‘Vlaggetjesreeks’, omvangrijke reeks vertaalde literatuur met omslagillustraties

door verschillende kunstenaars.

hs band, stofomslag.

De brieven van De Schoolmeester: documentair-kritische uitgave / [verzorgd door]

Marita Theodora Catharina Mathijsen-Verkooijen. 1987. 3 dln. 25 cm.

Proefschrift Utrecht. De handelseditie is tweedelig.

De uilebril / Annie M.G. Schmidt; gedichten in grote letters gekozen door Ed Leef-

lang. 1988. 163 p. 30 cm. Keuze uit de bundels Tot hier toe (1986) en Ziezo (1987).

hs omslag.

De wereld van Louis Couperus / Frédéric Bastet. 1991. 208 p. 29 cm.

Symmys / Battus. 1991. 100 p. 24 cm.

Gedichten, oden, sonnetten / C.O. Jellema. 1992. 360 p. 20 cm.

hs band, stofomslag.

Brieven / Willem Elsschot; verz. en toegel. door Vic van de Reijt; met medew. van

Lidewijde Paris. 1993. 1237 p. 19 cm.

hs band, stofomslag.

Alfabet op de rug gezien: poëzievertalingen / [samenst., vert. en bew.] J. Bernlef. 1995.

213 p. 25 cm.

hs band, stofomslag.

Page 16: Ontwerper en opdrachtgever

16 Harry N. Sierman

Een circus van steen: de architectuur van een zeldzaam theater / Max van Rooy. 1996.

120 p. 23×25 cm.

Een Peter van Lindonk-productie voor Querido.

De verlossing / Willem Elsschot; [bezorgd door Peter de Bruijn]. Amsterdam:

Athe naeum-Polak & Van Gennep, 2002. 193 p. 20 cm. Volledig werk van Willem

Elsschot, 3.

hs band, stofomslag.

Athenaeum-Polak & Van Gennep is (sinds 1992) onderdeel van Em. Querido’s

Uitgeverij bv.

* Keuze. Tenzij anders aangegeven zijn de boeken geheel verzorgd door Harry N.

Sierman en uitgegeven door Querido in Amsterdam.

Page 17: Ontwerper en opdrachtgever

17 Harry N. Sierman

Literatuur

De best verzorgde vijftig boeken, 1960–70.

Harry N. Sierman, ‘Toelichting bij de band’. In: Handboek grafi sche communicatie.

Deventer 1981, p. 7.

Zes velletjes in een kaftje: een interview met Harry N. Sierman / Martin Majoor.

[Arnhem 1984]. (Opvattingen over typografi e; aap onderwijsuitgave, 12.)

Berthold: een toelichting op het Berthold-zetsysteem / gvn Projectgroep Zet techniek;

[red. Ben van Bercum, Harry Sierman et al.; tekst en vormg. Jan Boterman].

Amsterdam 1987.

De best verzorgde boeken = The best book designs, 1987–2004.

Querido van 1915 tot 1990: een uitgeverij / A.L. Sötemann. Amsterdam 1990.

Linotype: een toelichting op het Linotype-zetsysteem / bno Projectgroep Zettechniek;

[red. Ben van Bercum, Harry Sierman et al.; eindred. Edo van Dijk, Marianne

Elbers, Harry Sierman]. Amsterdam 1992.

Sierman’s beknopte boekengids / [samengest. door Harry N. Sierman; fotogr. Robbert

Fels]. Nuth 1993. Rosbeek goodwill-reeks, 33.

Tracy Metz, ‘Charles Nypelsprijs voor grafi sch vormgever Harry Sierman; typografi e

dient de lezer te dienen’. In: nrc Handelsblad 13.02.1993.

Hub. Hubben, ‘“Er zijn ontwerpers die onder de pers slapen”: perfectionist Harry

Sierman onderscheiden met Charles Nypels Prijs voor typografi e’. In: de Volks-

krant 13.03.1993. Herdrukt in: idem, Het tomeloze talent in grafi sch Nederland.

Amsterdam 2000.

De ideale postzegel: een bundel ideeën naar aanleiding van het afscheid van Paul

Hefting van de kpn, Kunst en Vormgeving / [samengest. door Ada Lopes Cardozo

en Joost Swarte]. Den Haag 1994.

Koosje Sierman, ‘Woekerend met mogelijkheden, zinnend op verfi jning: Harry N.

Sierman over zijn typografi sch circuit’. In: Letters: een bloemlezing over typo-

grafi e / [red. Robert van Rixtel & Wim Westerveld]. Eindhoven 2001, p. 125–46.

Monografi eën over vormgeving.

Harry N. Sierman, [Bram de Does ...; Jan Tschichold ...]. In: Boekenliefhebbers en hun

boeken. Den Haag 2002, p. 56–7.

Page 18: Ontwerper en opdrachtgever

18 Reynoud Homan

Page 19: Ontwerper en opdrachtgever

19 Reynoud Homan

Reynoud Homan & Wim Quist

Iemand die goed is de ruimte gevenEen interview met Wim Quist over Reynoud Homan

Ik ben een man van de lijn Wim Crouwel, van de Zwitserse typografi e. Met die

richting ben ik opgegroeid en daar voel ik veel affi niteit mee. Maar ook andere

typografi e kan ik bewonderen, bijvoorbeeld de meer klassieke boeken van Walter

Nikkels. Hij was in Dordrecht jarenlang mijn buurman. Die verfi jning en die poëzie

in de typografi e vind ik heerlijk, en die trof ik ook aan bij Reynoud Homan.

Als student en jonge architect hechtte ik al veel waarde aan belettering en

bewegwijzering. Voor een kantoor voor Henkel in Amstelveen [1968–72] heb ik met

een medewerker van het bureau ook de letters in en op het gebouw gedaan. Dat

vonden we leuk. Bij de uitbreiding van het Rijksmuseum Kröller-Müller [1970–77]

werkte ik samen met Otto Treumann, die de huisstijl deed. Later heeft Reynoud er

de buitenbewegwijzering verzorgd.

Van het eerste boek dat Reynoud van mijn werk maakte, was ik niet de op-

drachtgever maar de dankbare patiënt. Dat was deel één van de Monografi eën van

Nederlandse architecten [1989], een reeks geïnitieerd door het Prins Bernard Fonds.

Het was een heerlijk gevoel, herinner ik me, toen Reynoud mij de eerste ontwerp-

bladen liet zien. We bespraken hoe de foto’s geplaatst zouden worden maar het

was voor mij meer luisteren dan willen sturen. Ik vond overigens wel essentieel

dat er tekeningen in kwamen, dat je een gebouw documenteert, dat je ziet hoe het

in elkaar zit. Die tekeningen zijn toen met de hand gemaakt. Reynoud heeft het

door hem voor de Nederlandse architecten-reeks vastgestelde formaat bij volgende

over zichten van mijn werk aangehouden. Je probeert aan een oeuvre te werken

en ik vind dan van belang dat je de lijn ziet die een architect zijn leven lang heeft

gevolgd. Het moet ook een zekere tijdloosheid hebben.

Kim Zwarts, die de foto’s voor die eerste monografi e maakte, is tot op vandaag

de fotograaf van mijn werk. Wat hij maakt is van een uitzonderlijk niveau. Ik heb

hem wel eens iets gezegd over een foto, dat ik daar iets in miste wat wel in zijn

eerdere foto’s aanwezig was. Hij antwoordde toen: ‘Dat was jeugdwerk; ik ben nu

vrijer’. Dat vond ik even slikken maar dat moet je dan gewoon accepteren.

Als een lijn in iemands werk goed is, moet je zo iemand de ruimte geven. Dat heb

Page 20: Ontwerper en opdrachtgever

20 Reynoud Homan

ik geleerd bij de nieuwbouw voor het Kröller-Müller. Rudy Oxenaar en Ellen Joosten,

de toenmalige directie, duwden me nooit in een bepaalde richting. Ze keken naar

mijn tekeningen — ik heb talloze schetsen gemaakt van het ontwerp — en stelden

vragen waarin vooral aandacht doorklonk. Die houding heeft me zo gevormd!

Buiten die monografi eën met projectbeschrijvingen valt het boek Museum

Beelden aan Zee [1998]. Die opdracht kreeg Reynoud van de stichters, het echtpaar

Scholten-Miltenburg. Ik had hem aanbevolen. Later ontwierp ik voor dit museum

een glazen wand om het parkeerterrein af te scheiden. Maar glas heeft als nadeel

dat vogels het niet zien. Er moest dus iets op. Scholten kwam toen met het idee

niet de naam van het museum op die glaswanden te zetten maar ze te voorzien

van literaire teksten. Hij riep in 1997 een stichting in het leven, De transparant, die

zestien Nederlandstalige auteurs de opdracht gaf een tekst te schrijven. Toen zei ik:

‘Dan gaat Reynoud de typografi e van die glazen wand doen’. Het is wonderbaarlijk

mooi geworden. We werken nu samen aan boulevardbelettering voor Beelden aan

Zee.

Een andere opdracht waarbij ik Reynoud heb voorgesteld, is die voor de scheeps-

bouwloods van Van der Giessen-De Noord in Krimpen aan de IJssel [1978–82]. Het

was de grootste scheepsbouwloods van Europa: 265 meter lang, 97 meter breed en

52 meter hoog. Ik had op de deur laag een grote G gemaakt, zo’n twee meter hoog.

Maar dat werkte niet want ze wilden dat het vanaf de Van Brienenoordbrug herken-

baar was. Reynoud heeft toen met foto’s laten zien dat je zijn ontwerp zelfs nog

vanaf een kilometer kon lezen. En daar ging het ze om. Zijn belettering in metaal

staat voor op de kop en ook op een zijkant. We hadden vervolgens een gesprek

Page 21: Ontwerper en opdrachtgever

met de directie over de mogelijkheid meer eenheid te brengen in die ratjetoe van

loodsen en kranen, en hij kwam met het idee al die kranen een vaste kleur te geven.

Maar het kraakte al in de scheepsbouw en het is niet doorgegaan. Jammergenoeg is

de bouwloods ook niet meer in gebruik. Reynoud heeft verder de gevelbelettering

en de binnenbewegwijzering van het Cobra Museum [1992–95] gedaan. En ik heb

hem voorgesteld bij de Stichting Praemium Erasmianum, waarvoor hij nu de huis-

stijl doet.

Het verloopt altijd harmonieus tussen Reynoud en mij; je inspireert elkaar. Ik

vind de typografi e een prachtige wereld in zijn zorgvuldigheid, tot op microniveau

toe bij wijze van spreken. Je moet een goed oog hebben om typografi sche kwaliteit

werkelijk te onderkennen. Het is pas af na een heel intensief proces. Dat niveau

halen wij in de architectuur nauwelijks.

(ml, oktober 2004)

Page 22: Ontwerper en opdrachtgever

22 Reynoud Homan

als ontwerper word je door een opdrachtgever gevraagd om je visie,

om je eigen autonome wijze van denken en doen.

je geeft als ontwerper richting in het proces. dat wordt van je verlangd.

willen opdrachtgever en ontwerper elkaar echt goed begrijpen

dan raken ze met elkaar vertrouwd. ze inspireren elkaar.

dat kan leiden tot langdurige relaties.

je weet wat je aan elkaar hebt. toch ben je elke keer weer eropuit

sinaasappels uit een appelboom te schudden.rh, december 2004.

Page 23: Ontwerper en opdrachtgever

23 Reynoud Homan

Reynoud Homan (1956) kreeg zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van

Beeldende Kunsten in Den Haag en aan de universiteit van Reading. Na zes jaar

in dienst geweest te zijn bij ontwerpbureau Total Design in Amsterdam (1980–86)

vestigde hij zich als zelfstandig ontwerper. Tegenwoordig woont hij in Muiderberg.

Homan specialiseerde zich in boekverzorging, in uitgaven op het gebied van

architectuur, beeldende kunst, fotografi e en vormgeving. Bekend is zijn reeks

Monografi eën van Nederlandse architecten (1989–98). Deze verscheen bij Uitgeverij

010, sinds de jaren tachtig een van zijn belangrijkste opdrachtgevers. Daarnaast

ontwierp hij huisstijlen, jaarverslagen en postzegels.

Met name het contact met Quist leidde tot een interessante verbreding van zijn

ontwerpgebied. Zo kreeg hij ruimtelijke typografi sche opdrachten, onder meer voor

bewegwijzering en de belettering van gebouwen.

Homan was als docent verbonden aan de Haagse Academie en aan de Gerrit

Rietveld Academie in Amsterdam.

Wim Quist (1930) studeerde aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst. In

1960 startte hij zijn eigen bureau in Rotterdam, dat in 1995 werd voortgezet als

Quist Wintermans Architekten. Tot zijn bekendste werk behoort een aantal musea,

zoals de uitbreiding van het Rijksmuseum Kröller-Müller (1970–77), het Maritiem

Museum in Rotterdam (1981–86), Museum Beelden aan Zee (1990–93) in Scheve-

ningen en het Cobra Museum (1992–95) in Amstelveen. Als architect was hij ook

betrokken bij grote civiel-technische projecten en ontwierp hij kantoor- en univer-

siteitsgebouwen.

Verder richtte Quist tentoonstellingen in, en ontwierp meubilair voor Paleis

Noordeinde in Den Haag en voor de fi rma Ahrend. Hij was hoogleraar aan de Tech-

nische Universiteit Eindhoven (1968–75), Rijksbouwmeester (1975–80) en lid van het

algemeen bestuur van de Stichting Praemium Erasmianum (1985–97).

Architectuurhistoricus Auke van der Woud behandelde zijn projecten in drie over-

zichtswerken, alle met foto’s van Kim Zwarts, vormgegeven door Reynoud Homan

en uitgegeven door 010 in Rotterdam.

Page 24: Ontwerper en opdrachtgever

24 Reynoud Homan

Projecten

Uitgeverij 010, Rotterdam / publicaties over Wim Quist

Wim Quist, architect / Auke van der Woud; fotogr. Kim Zwarts. 1989. 121, xv p. 27 cm.

Monografi eën van Nederlandse architecten, 1.

rh typografi e.

De serie Monografi eën van Nederlandse architecten was een initiatief van

Uitgeverij 010, gefi nancierd door het Prins Bernhard Fonds op voorwaarde dat

de uitgave onder verantwoording kwam van het Nederlands Instituut voor

Architectuur en Stedebouw (het latere Nederlands Architectuurinstituut).

Het redactionele concept van deze uitgaven met gerealiseerde projecten

van Nederlandse architecten stond vast toen Reynoud Homan (ons aan-

geraden door Wim Crouwel) er als ontwerper mee aan de slag ging. Uitgangs-

punten waren onder meer het plaatsen van een zelfstandig inleidend essay

vóór het projectenoverzicht en een apart kleurkatern met de Engelse ver-

taling. Reynoud heeft op overtuigende wijze dit concept vertaald naar een

superbe vormgeving (formaat, papierkeuze, lay-out enz.). Bovendien is hij een

meester in beeldkeuze en -behandeling én in het aansturen van fotografen.

Voor elke monografi e kreeg een andere fotograaf de opdracht het oeuvre van

de desbetreffende architect opnieuw te fotograferen. De in overleg met Wim

Quist geselecteerde projecten zijn trefzeker vastgelegd door Kim Zwarts.

De vormgeving van Reynoud en vooral het denken waaruit die voorkomt,

bleken naadloos aan te sluiten op het denken en de houding van Wim Quist

als architect. Om die reden en om de fotografi e vind ik dit eerste deel het

best geslaagd. Het bleek een ijkpunt en referentie te zijn voor de volgende

monografi eën.Hans Oldewarris, Uitgeverij 010

Afb. p. 20

Page 25: Ontwerper en opdrachtgever

25 Reynoud Homan

Wim Quist: projecten = projects 87–92 / Auke van der Woud; fotogr. Kim Zwarts;

[tek. Rob Dubbeldam; vert. John Kirkpatrick]. 1992. 115 p. 27 cm.

rh typografi e.

Wim Quist: projecten = projects 1992–2000 / Auke van der Woud; fotogr. Kim Zwarts;

[projectbeschrijvingen Wim Quist; tek. Quist Wintermans Architekten; vert. John

Kirkpatrick]. 1999. 174 p. 27 cm.

rh typografi e.

Cobra Museum voor moderne kunst, Amstelveen / ontwerp Wim Quist

Gevelbelettering, binnenbewegwijzering, huisstijl, 1995.

rh typografi e.

Stichting Praemium Erasmianum, Amsterdam / Wim Quist lid algemeen bestuur

Versierselen Erasmusprijs, 1995.

Bruno Ninaber van Eyben ontwerp; typografi e versierselen, oorkonde en tekst

i.s.m. rh.

Huisstijl, 1995.

rh typografi e.

Page 26: Ontwerper en opdrachtgever

26 Reynoud Homan

Rijksmuseum Kröller-Müller, Otterlo / uitbreiding en interieuradviezen Wim Quist

Buitenbewegwijzering, 1998–2003.

rh typografi e.

Museum Beelden aan Zee, Scheveningen / ontwerp Wim Quist (keuze)

Museum Beelden aan Zee: een werk van Wim Quist / [red. Karel Jongtien; fotogr. Kim

Zwarts]. Rotterdam: nai Uitgevers, 1998. 88 p. 29 cm.

rh typografi e.

‘De transparant’, glaswand met literaire teksten ter afscheiding van parkeerplaats,

1998.

Wim Quist architectuur; rh typografi e.

‘Afrika Europa: een ontmoeting = Africa Europe: an encounter’.

Onderdeel van het programma van de Stichting Afrika-Europa 2000+.

Wim Quist tentoonstellingsinrichting; rh typografi e gelijknamige catalogus

(224 p.).

Boulevardbelettering (in ontwikkeling), ca. 2005.

Wim Quist en rh.

Ahrend, Amsterdam / 1030 tafelprogramma Wim Quist

Vouwblad, 1998.

rh typografi e; Kim Zwarts fotografi e.

Van der Giessen-De Noord, Krimpen aan de IJssel / ontwerp scheepsbouwloods

Wim Quist

Belettering loods, 1998.

rh typografi e.

Afb. p. 22

Afb. p. 21

Page 27: Ontwerper en opdrachtgever

27 Reynoud Homan

Literatuur

Ontwerp: Total Design = Design: Total Design / Kees Broos; [vert. Sonja Herst;

red. Ben Bos ... et al.; fotogr. Ben Bos ... et al.]. Utrecht 1983.

Nederlandse postzegels 87+88: achtergronden, emissiegegevens en vormgeving /

P. Hefting. ’s-Gravenhage 1988. 2 dln.

De best verzorgde boeken = The best book designs, 1988–...

Reynoud Homan, [Over het tijdschrift hq: High quality]. In: Compres 16 (1991), nr. 8

(16 april). Dwarsverbanden.

Typographie Hollandaise: exposition du 18 avril au 8 juin 1991: Design à la Maison du

Livre, de l’Image et du Son / [texte Carel Kuitenbrouwer; trad. par jmz Interna-

tional ... et al.]. Villeurbanne [1991].

Hans Vonk, ‘Reynoud Homan: Reis naar Japan leidde tot andere beoordeling papier’.

In: Savannah / [interviews en tekst Hans Vonk]. Andelst [1992?], p. 17-9.

Graphic design and typography in The Netherlands: a view of recent work / [ed. by Ellen

Lupton]. New York (N.Y.) 1992. Writing/culture monograph, 6.

De ideale postzegel: een bundel ideeën naar aanleiding van het afscheid van Paul

Hefting van de kpn, Kunst en Vormgeving / [samengest. door Ada Lopes Cardozo

en Joost Swarte]. Den Haag 1994.

Dirk van Ginkel, ‘Op zoek naar meedogenloze kwaliteit: vormgever valt op menta-

liteit en houding lithograaf/drukker’. In: Verso, 1995, week 22, p. 20–3.

Typokalender 96: Irma Boom, Baer Cornet, Bram de Does, Piet Gerards, Reynoud

Homan, Jacques Janssen, Max Kisman, Karel Martens, Marie-Cécile Noordzij,

Harry N. Sierman, Fred Smeijers, Peter Verheul / [samenst. Mathieu Lommen en

Cor Rosbeek; tekst Mathieu Lommen]. Nuth 1995. Rosbeek goodwill-reeks, 39.

Reynoud Homan, [Een goede docent als Gerrit Noordzij ...]. In: Het primaat van de

pen: een workshop letterontwerpen met Gerrit Noordzij / [samenst. Anno Fekkes

... et al.; red. en interviews Mathieu Lommen; beeldred. Bart de Haas ... et al.].

Den Haag 2001, p. 7.

’n Dag papier / [samenst. en tekst Beppe Kessler en Reynoud Homan]. Nuth 2002.

Rosbeek goodwill-reeks, 52.

Page 28: Ontwerper en opdrachtgever

28 Irma Boom

Page 29: Ontwerper en opdrachtgever

29 Irma Boom

Irma Boom & Paul Fentener van Vlissingen

Een tango voor het boekEen interview met Paul Fentener van Vlissingen over Irma Boom

Dat ik Irma ontmoette, was een toevalligheid. Maar ik heb een stelling dat de

belangrijke dingen in het leven niet van toeval zijn ontdaan. Ik had een idee van

Joseph Beuys opgepakt: mensen met verschillende invalshoeken bij elkaar brengen

voor een dialoog. Het leidde tot het congres ‘Art Meets Science and Spirituality in

a changing Economy’, dat in 1990 gedurende vijf dagen plaatsvond in het Stedelijk

Museum in Amsterdam. Aan die open discussie werd deelgenomen door Nobelprijs-

winnaars, ondernemers en economen, kunstenaars en spirituele leiders, onder wie

de Dalai Lama. Het zat bomvol. En daar was dus ook Irma Boom, om te kijken of er

een boek van gemaakt kon worden. Het was liefde op het eerste gezicht.

Het jaar erop had ik met haar en met de kunsthistoricus Johan Pijnappel de

eerste besprekingen over wat het shv-boek zou worden. De chemie tussen Irma,

Johan en mijzelf was buitengewoon. Ik heb toen tegen beiden gezegd: ‘Wij gaan

een heel nieuwe dans maken, één die nooit eerder in Nederland en misschien

in Europa is opgevoerd: ik ga jullie vragen iets te doen waarvan het eindproduct

heel bijzonder is. Maar dat kunnen jullie alleen als jullie weten waaruit de shv is

voortgekomen. Elk huis staat namelijk gebouwd op zijn oudste steen.’ Het moet

voor Irma en Johan een wonderlijke opdracht zijn geweest om zich eens niet eerst

een paar weken maar een paar jaar te verdiepen in een onderwerp. Wat leeft daar

bij de shv, wat gebeurt daar, hoe is er de interactie tussen mensen, waar komen ze

vandaan, waarom zitten ze in de kolen, waarom zitten ze in de Makro, waar worden

nou de beslissingen genomen en hoe zit het dan met de privé-sfeer daaromheen?

Er zijn ontzettend veel gesprekken in het bedrijf gevoerd en na een tijdje wist

iedereen wie Irma en Johan waren. Zij werden er ook geconfronteerd met span-

ningen en irritaties, en met dingen die niet goed gingen. Zo ontstond het boek van

binnenuit. Dat is natuurlijk een heel andere vorm van opdracht geven dan wanneer

je zegt: ‘We willen een jubileumboek en hier zijn de 22 voorwaarden waaraan het

moet voldoen; over twee maanden is er weer een vergadering’. Een totaal ander

concept. Het is niet vruchtbaar als de opdrachtgever strikte instructies geeft hoe

hij het eindproduct wil zien. En dat komt bij ondernemers natuurlijk nog wel eens

Page 30: Ontwerper en opdrachtgever

30 Irma Boom

voor want die zijn gewend instructies te geven en niet verschrikkelijk gewend tegen-

gesproken te worden. Toch kom je nergens als je vasthoudt aan een beheersproject

in plaats van een kunstzinnig project. Voor de vormgever is zo’n opdracht dan

alleen een schnabbel.

Ik heb mijn hele leven een groot gevoel voor creativiteit gehad en weet mij volle-

dig opgenomen in het denkproces van Irma. Het is een geweldige belevenis om met

haar te werken. Vaak heb ik het gevoel dat ikzelf aan het boetseren ben maar ik ben

wijs genoeg om te weten dat zíj mijn vingers voert. Ze heeft een bijzonder talent

om haar vakkennis open te stellen voor een dialoog zonder je het gevoel te geven

gemanipuleerd te worden. Je moet je ook juist willen laten manipuleren, omdat je

anders niet tot die tango komt. Als de danspartners niet voor elkaar openstaan,

als er geen perfecte harmonie is, eindigt het met blauwe plekken. Ik heb mijn werk

met Irma altijd gezien als een buitengewone, bijna sensuele dans op het gebied

van de typografi e. Je bent soms bezig met heel emotionele zaken en de integriteit

van Irma is zo hoog dat je die emoties op tafel durft te leggen. Dat zijn dan vaak

emoties op het gebied van wat er wel of niet in kan staan. In een lange geschiede-

nis van een bedrijf gebeuren rampen en daar moet je voorzichtig mee omgaan. Je

wilt geen mensen beschadigen maar tegelijkertijd integer blijven ten opzichte van

het eindproduct.

Het shv-boek is een enorme investering geweest in emotionaliteit en natuurlijk

ook in tijd. Toen ik dit grote avontuur met mijn mededirecteuren besprak, heb ik

gezegd: ‘Nou, van het budget heb ik geen idee. Het zal in ieder geval een bedrag

met een fl ink aantal nullen zijn. Maar laten we eens kijken naar de output. Laten

we kijken of we iets kunnen maken wat voor een eeuw of langer staat.’ Als iemand

dan zei: ‘Dat kost wel wat’, antwoordde ik: ‘Maar het is nog lang niet zo duur als het

bouwen van een kwart van een Makro, en we hebben honderden van die Makro’s.’

Irma maakt vaak heel kleine boekjes om het gesprek als het ware open te

maken. Zo ligt daar een klein boekje over een zeiltocht over de oceaan.1 Ik wilde

eens die belevenis ervaren van drie weken lang alleen maar zeil, water en wind. Die

eindeloze, eindeloze zee. Wat gebeurt er dan met je? Ik had tegen haar gezegd: ‘Ik

maak elke dag een foto bij zonsopgang plus een aantekening in een kladje, en dat

materiaal gaat naar jou toe. En dan komt uit die dialoog tussen ons — ik weet niet

meer wie het eerst op het idee kwam: er moeten geen mensen in. De vondst van

het schuurpapier voor de band van het buffelboek, dat resulteert ook weer uit zo’n

dialoog.2 Omdat ik almaar praatte over de huid van die beesten kwam zij met dat

Page 31: Ontwerper en opdrachtgever

31 Irma Boom

idee. Irma voelt door dagenlang, wekenlang, maandenlang praten en bezig zijn

haarscherp aan wat essentieel is bij de opdrachtgever en kan zo een spiegel voor

hem zijn. Dat doet ze magistraal. Absoluut magistraal. Ik bezorg haar overigens

vaak de grootste technische problemen. Ik hanteer de camera nog wel eens en dan

wordt die arme Irma radeloos, omdat ze met mijn materiaal moet werken.

Ik verheug me er altijd op dat ik een paar uur met Irma door de bocht kan gaan

over een boek. Het is inspirerend; het gaat soms tot diep in de nacht. Het werken

met haar is absoluut een verslaving. We zijn intieme vrienden geworden: je kunt

niet afstandelijk blijven als je dingen zo intensief samen doet. Op dit moment zijn

we met twee boeken bezig. Over een tijdje pas gaan we weer praten over een nieuw

project anders zouden we aan drie boeken tegelijk werken. En Irma moet ook nog

andere dingen doen.

(ml, september 2004)

Noten

1 Paul van Vlissingen, The Eleonora’s fi rst Atlantic crossing, 2003.

2 Met het ‘buffelboek’ wordt bedoeld: Paul Fentener van Vlissingen, Africa revisited,

2001.

Page 32: Ontwerper en opdrachtgever

32 Irma Boom

We are not fi ne artists, we work with a commissioner. He or she has to be

clear in what he or she wants. It is important that there is a dialogue between

the commissioner and the designer. This process is essential. To ask him or

her and yourself the right questions, and to maintain a critical attitude is also

essential. They are both responsible for the result. And if there is no question

of a dialogue and you cannot agree, then you should quit.ib in Emigre, 1993.

Graphic design is an interesting profession when one is asked to be a par-

ticipating developer on a project. Graphic design is not interesting when

a designer is asked to make things on demand. The making process is a

mutual ‘journey’ in which both the commissioner and the designer have

to be open to the unknown and unexpected. Because you cannot always

describe things in words, meetings are important in the search for a direc-

tion. When graphic design is a developing process, there is no guarantee

of success. My experience in this matter is that it is very interesting and

necessary to have a long relationship with a few clients to establish a work-

ing method that is valuable for both parties. If there is no time to invest in

this, I have no time.ib in Graphic design for the 21st century, 2003.

Page 33: Ontwerper en opdrachtgever

33 Irma Boom

Irma Boom (1960) ging na haar studie aan de aki in Enschedé werken bij sdu ont-

werpgroep in Den Haag, waarvoor zij Nederlandse postzegels 87+88 (1988) ontwierp.

Deze uitgave (haar eerste ‘best verzorgde boek’) en haar affi ches voor het Holland

Festival 1990 trokken veel aandacht.

In 1991 begon zij voor zichzelf en vestigde haar studio, Irma Boom Offi ce, in het

centrum van Amsterdam. Datzelfde jaar kreeg zij met de kunsthistoricus Johan

Pijnappel de opdracht een bedrijfsboek voor de jubilerende onderneming shv te

maken. Deze meer dan 2000 pagina’s tellende uitgave kwam in 1996 gereed en is

inmiddels een veelgereproduceerd icoon van ‘Dutch Design’. Het shv-boek bracht

nieuwe, internationale, opdrachtgevers als Vitra, Zumtobel en Ferrari. Behalve

boeken, haar voornaamste aandachtsgebied, ontwerpt zij huisstijlen, jaarverslagen,

kalenders en postzegels.

Irma Boom doceert sinds 1992 aan Yale University (New Haven, Conn.) en was van

1998 tot 2000 tutor aan de Jan van Eyck Akademie in Maastricht. Voor haar werk

ontving zij inmiddels vele onderscheidingen, waaronder de Gutenberg Preis 2001.

Paul Fentener van Vlissingen (1941) is sinds 1998 president-commissaris van shv

Holdings N.V., waarvan hij eerder president-directeur was. De familie Fentener van

Vlissingen is grondlegger en grootaandeelhouder van shv, een onderneming die in

1896 ontstond uit een fusie van belangrijke kolenhandelsbedrijven. In 1996, bij het

honderdjarig bestaan, verscheen het befaamde jubileumboek.

shv is tegenwoordig onder meer actief in de handel in en de distributie van

energie en consumptiegoederen. Bij het grote publiek is de internationaal opere-

rende zelfbedieningsgroothandel Makro waarschijnlijk het meest bekende bedrijfs-

onderdeel.

De laatste jaren besteedt Fentener van Vlissingen veel tijd aan het natuurpark

Marakele in Zuid-Afrika, waar hij onder meer een veilige omgeving voor de be-

dreigde buffel probeert te scheppen. Met Irma Boom maakt hij boeken over onder-

werpen die hem bezighouden, zoals Marakele. Aan deze publicaties, die hij ook zelf

uitgeeft, werkt hij in de regel mee als auteur en/of fotograaf. Als auteur had hij een

bestseller met Ondernemers zijn ezels (1995), een boek over zijn leven als manager.

In 2004 ontving hij in Utrecht een eredoctoraat in de letteren (nimbas).

Page 34: Ontwerper en opdrachtgever

34 Irma Boom

Projecten

52°5' N 5°8' E 10.30 21031941 N° 835 / [text, drawings and photography Paul Fentener

van Vlissingen; concept Paul Fentener van Vlissingen, Irma Boom, Johan Pijnappel].

Utrecht: Paul Fentener van Vlissingen, 1991. [24] uitsl. bl. 16×21 cm.

Oplage 100 ex., gedrukt bij gelegenheid van de 50ste verjaardag van de auteur.

shv / [jaarrapport] shv Holdings N.V. Utrecht: shv Holdings, 1994–... 27 cm.

Invitation: Caroline’s 50th anniversary: December 15th, 16th and 17th 1995.

[3] uitsl. bl. 15 cm.

shv / [transl. from the Dutch, German, Thai and Chinese]. [Utrecht: shv Holdings]

1996. [2136] p. 23 cm. Geb., in doos.

Samengesteld door Johan Pijnappel en Irma Boom in opdracht van Paul Fentener

van Vlissingen. Ook wel aangeduid met de titel ‘Think Book’.

Oplage 4500 ex., waarvan 4000 in witte band en, voor Chinese relaties, 500 in

zwarte band.

Van beide edities werd door P. Fentener van Vlissingen een exemplaar aan de uba

geschonken.

Een ‘ongewoon’ project van 5 jaar onderzoek en vormgeving voor een

multi nationale onderneming die haar 100-jarig bestaan vierde in 1996. Het

boek laat bijzondere gebeurtenissen zien van de afgelopen 200 jaar uit de

ge schiedenis van het bedrijf. Het geeft inzicht in de bedrijfsfi losofi e en

managementstructuur. Het boek is gestructureerd rond verspreide vraag-

stellingen waarbij het stellen van de vraag belangrijker is dan het geven van

het antwoord. Het boek begint in 1996 en gaat terug naar 1799. Het boek is

ongepagineerd en heeft 2136 pagina’s. Op de snede is een Nederlands gedicht

afgedrukt en een tulpenveld. Het boek is in het Engels en Chinees uitgegeven

en is niet te koop.ib in Irma Boom, 2002.

Afb. p. 30–31

Page 35: Ontwerper en opdrachtgever

35 Irma Boom

I think the contents of that particular book are so much more interesting

than the look of it. And nobody can be aware of the inside because nobody

has a copy of it. When people talk about it, it’s always superfi cial. ... For three

and a half years I did no design at all, I was just looking at text, images and

ideas.ib in New book design, 2004.

Facsimile van een middeleeuws Getijdenboek, vervaardigd in de Stad Utrecht ca. 1430

... [Utrecht: shv Holdings, 1999]. [308] p. 17 cm.

Titel ontleend aan cassette.

De miniaturen zijn van de ’Meester van Zweder van Culemborg’.

Het origineel is in langdurig bruikleen in de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.

Job, geschilderd door Dominica Steengracht / [samenst. Irma Boom ... et al.; tekstred.

E. van Duyn]. Londen: Red Lion House; Amsterdam: Balans [distr.], 1999. 207 p.

15×21 cm.

Papieren servetten voor Paul Fentener van Vlissingen, 1999–2002.

5 ontwerpen.

Africa revisited / [text and photogr.] Paul Fentener van Vlissingen. London: Red Lion

House Ltd, 2001. [244] p. 31×43 cm.

Rugtitel: 24° 17' 03 S 027° 32' 27 E 21.03.2001.

Ook wel betiteld als ‘buffelboek’.

In een band van zwart schuurpapier met zwartfl uwelen tekst. De sneden zijn zwart

geverfd en zelfs het boekbindersgaren is zwart.

Afb. p. 38

Page 36: Ontwerper en opdrachtgever

36 Irma Boom

A Highland deer herd and its habitat / J.M. Milner, J.S. Alexander, A.M. Griffi n.

London: Red Lion House, 2002. 367 p. 22 cm.

Marakele: the making of a South African national park / photogr. Louise Agnew ...

[et al.; text Paul Fentener van Vlissingen]. Langbroek: African Parks; Amsterdam:

Coen Sligting Bookimport [distr.], 2003. [686] p. 22 cm + dvd.

Het laminaat is niet de door ib gevraagde kwaliteit; de afbeelding op het omslag

oogt nu rozer.

The Eleonora’s fi rst Atlantic crossing: a kind of logbook: day viii – day xxi October

2002 / Paul van Vlissingen; [photogr. Paul Fentener van Vlissingen; design & image

ed. Irma Boom; text ed. Vanessa Mitchell]. [S.l.: Paul Fentener van Vlissingen], 2003.

[Ongepag.] 16 cm.

Oplage 200 ex.

Tevens verscheen een editie in kleiner formaat (7×6 cm), waarin wel mensen

fi gureren.

Shot / [text Paul van Vlissingen, Caroline Tisdall; photogr. Paul van Vlissingen ...

et al.; text ed. Vanessa Mitchell; design & image ed. Irma Boom]. [S.l.: Paul Fentener

van Vlissingen], 2004. [800] p. 19 cm.

Rugtitel.

Oplage 250 ex.

Afb. onder

Page 37: Ontwerper en opdrachtgever

37 Irma Boom

Literatuur

De best verzorgde boeken = The best book designs, 1989–...

Vincent van Baar [et al.], ‘Inquisition: Irma Boom’. In: Emigre, no. 25 (Winter 1993),

p. 18–9. Special issue Made in Holland.

De ideale postzegel: een bundel ideeën naar aanleiding van het afscheid van Paul

Hefting van de kpn, Kunst en Vormgeving / [samengest. door Ada Lopes Cardozo

en Joost Swarte]. Den Haag 1994.

Hub. Hubben, ‘Een krankzinnig avontuur met papier, inkt en drukpers’. In: de Volks-

krant 19.06.1996. Herdrukt in: idem, Het tomeloze talent in grafi sch Nederland,

Amsterdam 2000.

Rick Poynor, ‘xxxl — Dutch designer Irma Boom happened on a dream client who

asked her to create “an unusual book” without worrying about the cost. The

results is very, very big’. In: id: magazine of international design, 43 (1996), no. 6,

p. 62–5.

Rineke van Houten, ‘Monnikenwerk: grafi sch ontwerpster Irma Boom en kunst-

historicus Johan Pijnappel werkten vijf jaar aan een gigantisch boekwerk voor

de Steenkolen Handels Vereniging. 2136 bladzijden, 3,5 kilo, en nergens te koop.’

In: Items, 15 (1996), nr. 6, p. 56–8.

Hub. Hubben, ‘Dik, lichtgevend, van fl uweel, en met gaten: ontwerpster Irma Boom

verkent de grenzen van het boek’. In: de Volkskrant 22.03.2001.

Peter Bilak, ‘Interview with Irma Boom’. www.typotheque.com. Edited version

appeared in Abitare, no. 405 (April 2001).

Jan Abrahamse, ‘Grafi sch ontwerper Irma Boom over haar werk en Noorderbreedte’.

www.noorderbreedte.nl. Oorspr. in: Noorderbreedte, 25 (2001), nr. 5 (september-

oktober).

Irma Boom / [Text Irma Boom; Konzept und Gestaltung Kristina Brusa; hrsg. von

Julia Blume und Günter Karl Bose; Übers. Alpha-Sprachen, Leipzig; Wordworkers,

Amsterdam]. Leipzig 2002. Gutenberg-Galaxie, 2.

Irma Boom, ‘Openingswoord ...’; [Jan Vermeulen ...; Kees Kelfkens ...]. In: Boeken-

liefhebbers en hun boeken. Den Haag 2002, p. 7–9, 20–1.

Graphic design for the 21st century = Grafi kdesign im 21. Jahrhundert = Le design

graphique au 21e siècle: 100 of the world’s best graphic designers / Charlotte & Peter

Fiell; [ed. coordination Sonja Altmeppen; transl. Annette Wiethüchter et al.].

Köln 2003.

Page 38: Ontwerper en opdrachtgever

38 Irma Boom

Dutch Design van de 20ste eeuw / Toon Lauwen. Bussum 2003.

False fl at: why Dutch design is so good / Aaron Betsky; with Adam Eeuwens. London

2004.

New book design / comp. and ed. by Roger Fawcett-Tang; introd. and interviews by

Caroline Roberts. London 2004.

Koosje Sierman, ‘De livres, de bibles et de petits pains’. In: Étapes, nr. 115 (décembre

2004), p. 66–7.

Kiyomi Yui, [Mooi boekdesign]. In: Pen, 2004, no. 142, p. 60–3.

Titel en tekst in het Japans. Interview met ib over haar, wat de vormgeving

betreft, favoriete boeken.

Page 39: Ontwerper en opdrachtgever

39

Afbeeldingen

p. 5: ‘Basic studio worktable’, Ruari McLean, The Thames and Hudson manual of

typography, London 1980.

p. 6: Lidewijde Paris en Harry N. Sierman, Singel 262, Amsterdam, 2004.

Foto Monique Kooijmans.

p. 8: Blad met schetsen voor omslag van Andreas Burnier, Een tevreden lach, 1965

(fragment).

p. 10: Hella S. Haasse, Leestekens, 1965; gedrukt omslag, schets en plakmodel

(fragment).

p. 11: ‘Nauwgezet werden de uren jaar na jaar bijgehouden op meerdere werkkaarten

— konden ze ook worden gedeclareerd?’ (Koosje Sierman, 2001).

p. 18: Reynoud Homan en, op de achtergrond, Wim Quist, Museum Beelden aan

Zee, Scheveningen, 2004. Foto Kim Zwarts.

p. 20: Auke van der Woud, Wim Quist, architect, 1989.

p. 21: Fax van Van der Giessen-de Noord aan Reynoud Homan, 02.04.1998

(fragment).

p. 22: Glaswand ‘De transparant’, Museum Beelden aan Zee, Scheveningen.

Foto Reynoud Homan.

p. 25: Cobra Museum, Amstelveen. Foto Kim Zwarts (fragment).

p. 28: Irma Boom en Paul Fentener van Vlissingen, Langbroek, 2004.

Foto Steye Raviez.

p. 34: Voor het schutblad van het shv-boek zijn ‘postzegelvellen’ gedrukt;

de ingeplakte zegel is afkomstig uit de niet gebruikte rand van dat vel.

p. 34: Irma Boom door Barry de Bruin. In: ‘De postbode van Ping Pong’, 5 (fragment),

Items, 2004, nr. 5, p. 45.

p. 38: Servet voor Paul Fentener van Vlissingen.

Page 40: Ontwerper en opdrachtgever

Colofon

Deze publicatie verscheen bij de tentoonstelling Ontwerper & opdrachtgever:

Harry N. Sierman & Querido, Reynoud Homan & Wim Quist, Irma Boom & Paul

Fentener van Vlissingen.

De tentoonstelling vond plaats van 11 februari tot en met 29 april 2005 in

de Universiteitsbibliotheek Amsterdam, Singel 425, 1012 wp Amsterdam

(www.uba.uva.nl).

Samenstelling, tekst en interviews: Mathieu Lommen

Tekstbijdragen: Judith Belinfante, Reynoud Homan, Hans Oldewarris,

Lidewijde Paris

Fotografi e: Iman Heystek — Fotodienst Universiteitsbibliotheek Amsterdam

Portretfotografi e: Monique Kooijmans, Steye Raviez, Kim Zwarts — in opdracht van

de Universiteitsbibliotheek Amsterdam

Ontwerp: Sander Pinkse Boekproductie, Amsterdam

Druk: Spinhex & Industrie, Amsterdam

© 2005 Tekst, interviews, foto’s: de auteurs / Universiteitsbibliotheek Amsterdam