OnOff #31 Nu nog beter

32

description

onoff #31 nu nog beter

Transcript of OnOff #31 Nu nog beter

Page 1: OnOff #31 Nu nog beter
Page 2: OnOff #31 Nu nog beter

[2] OnOff 31 Nu nog beter

Het Nederlands Verpakkingscentrum (NVC)

heeft als missie het vergroten van

welvaart en welzijn in Nederland op

basis van verpakte producten, vanuit een

integrale visie op het verpakken.

Het NVC is opgericht in 1953.

Het NVC is de enige ketenvereniging in

Nederland op het gebied van verpakken.

Met haar kennisnetwerk van twaalfduizend

mensen en vijfhonderd aangesloten

ondernemingen is de vereniging

voortrekker in opleiden, informeren en

belangenbehartiging.

Nederlands VerpakkingscentrumPostbus 164, 2800 AD Gouda

Stationsplein 9k, 2801 AK Goudatel 0182-51 24 11, fax 0182-51 27 69

e-mail [email protected]

www.nvc.nl

zonder verpakking

geenboodschap

060206 NVC 245x165 OnOff 14-03-2006 09:45 Pagina 3

Page 3: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [3]

Het Nederlands Verpakkingscentrum (NVC)

heeft als missie het vergroten van

welvaart en welzijn in Nederland op

basis van verpakte producten, vanuit een

integrale visie op het verpakken.

Het NVC is opgericht in 1953.

Het NVC is de enige ketenvereniging in

Nederland op het gebied van verpakken.

Met haar kennisnetwerk van twaalfduizend

mensen en vijfhonderd aangesloten

ondernemingen is de vereniging

voortrekker in opleiden, informeren en

belangenbehartiging.

Nederlands VerpakkingscentrumPostbus 164, 2800 AD Gouda

Stationsplein 9k, 2801 AK Goudatel 0182-51 24 11, fax 0182-51 27 69

e-mail [email protected]

www.nvc.nl

zonder verpakking

geenboodschap

060206 NVC 245x165 OnOff 14-03-2006 09:45 Pagina 3

Het is een mooie zonnige dag. Je bent nog jong en klein, loopt hand in hand met je moeder. Jullie komen van het strand, het zand zit nog in je haren en je hebt je zwembroek nog aan. Bij de ijskraam onderbreken jullie de wandeling voor een ijsje. Een ijsje op een hoorntje, niet in een bakje. Jij mag discodip op je ijsje, dat maakt deze dag nóg mooier.

Zoals deze kleurrijke spikkels je ijsje mooier maken, maken producten het leven mooier. Na het wat duistere nummer ‘Dystopie’, nu een OnOff gevuld met dingen die het leven mooier en beter maken. Anne-Loes Barends schrijft over het imago van de elektrische auto in het kader van haar vrije opdracht en Willem-Sander probeert met hippiedesign een nieuw, fleurig tijdperk aan de ontwerpgeschiedenis toe te voegen. Maar ook het leven als student Industrieel Ontwerpen wordt alleen maar beter: in de pauze op woensdag vertoont de Viskom al een tijd bijzondere films. Eén daarvan, ‘Du Levande’ van Roy Andersson, wordt hier besproken. Ook de studiereis ‘Mosaic’ komt dichtbij en de Studiereiscommissie vertelt meer over de dingen die ze gaan zien en doen.

Roy Stroek gaat mee op reis en is daarom teruggetreden als hoofdredacteur. Ik wil hem hartelijk danken voor de energie en het enthousiasme waarmee hij deze positie heeft vervuld. Hoewel dit niet in de vorige colofon vermeld stond maken Rosan, Lieke en Anke al vanaf ‘Dystopie’ deel uit van onze redactie en mocht jij ook interesse hebben om onze fantastische commissie aan te vullen meld je aan! Wij zijn permanent op zoek naar nieuwe commissieleden met een frisse blik die de OnOff nóg beter willen maken.

Want, hoewel Alex in zijn stuk kritische noten plaatst bij de continue verbetering van producten, durf ik zeker te stellen dat de OnOff ieder nummer weer een stukje beter wordt.

Read on!

Han Slob

Nu nog beter OnOff 31 [3]

Page 4: OnOff #31 Nu nog beter

[4] OnOff 31 Nu nog beter[4] OnOff 30 Dystopie

RubriekenFilmrecencie: IOscoop 16Foto: Peter Sikkens 17Vrije opdracht: Imago van de elektrische auto 18Canon: Alessi 27Column: Wendrich 28

Off topicBestaat er zoiets als hippiedesign... 10Studiereis 14Een kijkje in je rugzak 24

On topicNu nog sneller, kleiner, beter, goedkoper, efficiënter! Maar ook beter, leuker? 8Hebben, hebben en (van) houden 22

StatischRedactioneel 2Bestuur 3Onderwijs 4Krabbelbox 6

[4] OnOff 31 Nu nog beter

Page 5: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [5]

Mijn eerste stuk in de On/Off als voorzitter van de mooie vereniging S.G. Daedalus. Ditmaal is het thema “Nu nog beter!” en de inspiratie is ver te zoeken.

Beelden schieten door mijn hoofd van reclames voor schoonmaak-middelen en meer van dergelijke producten die potentiële klanten proberen te werven door leuzen te schreeuwen, met gelijke strekking als het thema.

“Nu nog beter!”... Maar nog niet op zijn best. Er zijn altijd punten van verbetering en zo is het natuurlijk ook met studenten. Dat zesje, dat ooit trots op je eindlijst stond te prijken op de middelbare school, stelt nu natuurlijk niet zoveel meer voor, aangenomen dat je als student iets geleerd hebt. Maar je bent natuurlijk nooit klaar met leren.

“Wijsheid komt met de jaren” is het gezegde en dat is meermalen bewezen. Neem als voorbeeld mijn vader, die op het moment van verschijnen van deze OnOff, alweer een tijdje in het bezit is van zijn eerste smartphone, nadat zijn koekblik drieduizendzoveel er mee was gestopt. Hij weet niet van wanten met zo’n ding. Het begrip ‘sliden’was hem geheel onbekend, zodat het alarm dat hij had gezet minstens vijf keer lag te loeien voor hij het wonder boven wonder uit wist te zetten. Leren door te doen, of “learning by doing.” Een manier van leren die mij erg aanstaat.

“Nu nog beter!”... Iedere keer dat er een OnOff wordt gemaakt, groeit de commissie in zijn kunnen. Telkens wordt er weer meer bijgeleerd door de redactie, waardoor de kwaliteit blijft groeien. Met iedere nieuwe druk kunnen we weer genieten van een stukje studiegerelateerd leesvoer, dus zorg er ook voor dat de rest van je studiegenoten hem in handen krijgen.

“Nu nog beter!”... Tien besturen van het studiegenootschap zijn de revue gepasseerd en ieder bestuur heeft zijn sporen nagelaten in het bestaan van Industrieel Ontwerpen op de Universiteit Twente. Natuurlijk streeft ieder bestuur er naar om nog beter te zijn dan haar voorganger. Zo ook het elfde bestuur. Als voorbeeld noem ik de nieuwe indeling van de studIO om de gezelligheid nog beter te waarborgen.

“Nu nog beter!”... Of dit thema nou op jezelf slaat, op deze On/Off, op het elfde bestuur van Daedalus of op iets totaal anders, dat is aan jou om te beslissen. Ik wens je in ieder geval veel plezier met lezen.

Thijs BaltesVoorzitter van het elfde bestuur der S.G. Daedalus

Nu nog beter OnOff 31 [5]

Page 6: OnOff #31 Nu nog beter

[6] OnOff 31 Nu nog beter[6] OnOff 30 Dystopie

Deze toekomstmuziek moeten we eerst maar eens ervaren en dan pas kan men een indruk krijgen van de lange termijn gevolgen, volgend op het invoeren van al deze vernieuwingen op het onderwijsgebied.

Eén van die nieuwe ontwikkelingen op onderwijsgebied, en wat binnenkort niet alleen maar een ‘ver-van–je-bed-show’ is voor IO-ers, is het BSA. Momenteel is het BSA alleen nog maar realiteit bij enkele studies binnen de UT, maar vanaf september 2012 zal een BSA van 45EC ingevoerd worden voor alle nieuwe eerstejaars studenten Industrieel Ontwerpen aan de UT.

Het BSA maakt gebruik van de studieresultaten van studenten tijdens het eerste jaar van hun opleiding in het hoger onderwijs om een selectie te maken. Het is gebleken dat studenten die minder EC halen in het eerste jaar, dan waar het BSA voor staat, weinig kans hebben de studie succesvol af te ronden. In de meeste gevallen blijkt dan dat studenten bij hun huidige opleiding niet op de juiste plek zitten om het beste in zichzelf naar boven te halen. En daar draait het bij het BSA allemaal om, want de hoofddoelstelling is om studenten sneller ‘’op de juiste plek’’ te krijgen.

En dat is natuurlijk alleen maar beter, ‘op de juiste plek zitten’ . Met het BSA bij IO moeten de eerstejaars 45 van de 60EC halen in het eerste jaar, waardoor er toch nog steeds genoeg ruimte is om naast de studie nog actief te blijven. Daarnaast is gebleken wanneer studenten de druk van het BSA voelen, dat zij gestimuleerd worden om een hoger studietempo te halen en zullen ze dit tempo ook aan houden tijdens de rest van de studie. Daarom zorgt zo’n BSA er dus voor dat studenten die momenteel later in hun studie uitvallen, nu veel eerder een stopsignaal gepresenteerd krijgen. Al met al is dat natuurlijk alleen maar beter dan dat studenten door blijven kwakkelen met een studie die eigenlijk niet helemaal bij hen past. Kortom, door het invoeren van een BSA weet je als student dus sneller of je huidige studie ‘de juiste studie’ is en dat is dat alleen maar beter.

Puck VeugelersCommissaris Onderwijs

Dit is het eerste stuk dat ik schrijf voor de OnOff sinds ik in het bestuur zit en de recentelijke onderwijsvernieuwingen samen met het thema ‘Nu nog beter’ vormen een uitdagende combinatie. Zo ligt er tevens een uitdaging bij de overheid: met alle bezuinigingen toch nog zorgen voor goed onderwijs.

De overheid probeert steeds een nieuw etiket met de boodschap ‘Nu nog beter’ op het onderwijspakket te plakken als er weer nieuwe plannen bekend gemaakt worden. Maar een kaalgeplukte kip kan men nou eenmaal niet nog kaler plukken, dus om nou als student te zeggen ‘het onderwijs: nu nog beter’ is een beetje penibel.

Een pakket met nieuwe maatregelen, zoals bijvoorbeeld de harde knip, de langstudeerboete en het invoeren van het BSA, in de volksmond ook wel beter bekend als ‘’het bindend studieadvies’’, er wordt door iedereen wisselend negatief en positief op gereageerd.

Denk maar eens aan de zomervakantie, terrasjes stromen vol, studenten zijn in de weer met hun vakantiebaantje, het strand wordt druk bezocht, oftewel studerend Nederland is helemaal in de vakantiestemming. Terwijl de één door een warme stad ergens ter wereld loopt en ondertussen allerlei bijna onvoorstelbare, ongekende indrukken op doet, zijn voor de ander hertentamens in het vooruitzicht de realiteit. Dat zijn de studenten die in een sneltreinvaart er nog even snel een paar zeilen bij moeten zetten om die laatste onmisbare EC’s bij elkaar te sprokkelen. Dit allemaal met de reden om toch nog groen licht te krijgen, met als doel hun studie het jaar daarna te mogen vervolgen. Kortom, om genoeg EC’s behaald te hebben voor het BSA.

Met elke onderwijsvernieuwing wordt geprobeerd het peil van het onderwijs en het studietempo omhoog te brengen en daar is het BSA er één van. De drijfveer vanuit de overheid hierachter is dat de rendementen omhoog moeten, dit omdat landelijk de huidige studierendementen veel te laag bevonden worden. Maar de laatste tijd wordt er wel veel op onderwijsgebied bezuinigd en geknibbeld en dan blijft de vraag door de hoofden spoken of dit allemaal wel zo positief uitpakt.

[6] OnOff 31 Nu nog beter

Page 7: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [7]

sketch-a-day.com

maddieonthings.com

eatock.com

awwwards.com

google: knolling

subtlepatterns.com

Google de tekst in de tekstballonnen om je dosis digitale inspiratie binnen te hengelen. Heb je zelf een link vol inspiratie stuur hem dan naar: [email protected] of stop hem in de keabbelbox in de StudIO

Page 8: OnOff #31 Nu nog beter

In 1980 vertrok Jan, een vriend van ons, naar Mozambique om daar aan de universiteit te gaan werken. Destijds was er nog een dienstplicht en dit was een methode om daar onderuit te komen. We schreven elkaar regelmatig. Een brief deed er al snel twee weken over, kwam soms veel later aan, soms helemaal niet. Door de erop aangebrachte postzegels, stickers en stempels viel hij altijd meteen op tussen de overige post die dan ook moest wachten tot eerst de brief was gelezen.

In 1982 bezochten we (mijn vrouw Ria en ik) Jan in Mozambique. Geen goede tijd, er heerste een burgeroorlog tussen de door de DDR en de Sovjet-Unie gesteunde FRELIMO en de door Rhodesië (nu Zimbabwe), Zuid-Afrika en de Verenigde Staten gesteunde RENAMO. Hele delen van Mozambique waren onveilig en van noord naar zuid kon je alleen als er in konvooi – met militaire bescherming – werd gereisd. Jan had kans gezien bevriend te raken met mensen uit wat de ‘Rieten Stad’ werd genoemd – een wat eufemistische benaming voor de sloppenwijk – zodat wij daar in een soort kroeg op het eten werden genodigd. We werden waanzinnig onthaald. Jan had ons verteld dat we er ‘camarão’ (grote garnalen) zouden gaan eten. Er kwamen diverse grote

Nu nog sneller, kleiner, goedkoper, efficiënter!

Maar ook beter, leuker?

[8] OnOff 31 Nu nog beter

Page 9: OnOff #31 Nu nog beter

schalen op tafel, en daar verder nauwelijks verkrijgbaar bier, maar geen garnalen. Tot we onze buiken aardig rond hadden. Toen kwam er nog een enorme schaal vol gigantische garnalen, groter hadden wij ze nog nooit gezien. Tijdens dit ‘diner’ kwam een grote neger naar mij toe om te vragen of hij aan Ria’s haar mocht voelen. Ria is (‘natural’) blond met blauwe ogen, dus bekijks hadden we al genoeg, maar dit was nieuw. Op voorwaarde dat zij zijn kroeshaar mocht voelen, vonden we het goed. Er was trouwens nog een reden waarom we opvielen. Het was daar circa 25 graden, dus wij liepen in T-shirts met korte mouwen. Voor hun was het echter winter, dus zij liepen met dikke jassen en ijsmutsen. Wij gingen terug, de correspondentie ging door. Onze ouders waren opgelucht: ze hadden bijna vier weken niets van ons gehoord.

In 1986 verhuisde Jan naar Peru. Andere postzegels, andere stempels, zelfde formule. Op een keer ging midden in de nacht de telefoon. Jan belde om ons vol trots te melden dat hij nu telefoon had en ons voortaan ook kon bellen. In zijn enthousiasme was hij het tijdsverschil even vergeten. Gelukkig was telefoneren naar Peru nogal kostbaar dus we bleven schrijven. Ook hier zochten we Jan op, vier weken reisden we met hem door Peru. Hij had zich voorgenomen ons ‘alles’ te laten zien. Onze ouders waren een stuk geruster, ondanks het feit dat ook hier een guerrillastrijd woedde tussen het regeringsleger en Sendero Luminoso (‘Lichtend Pad’). Onze kaarten kwamen aan en we belden zo af en toe.

Jan verhuisde opnieuw, dit keer naar Guatemala. Het corresponderen ging door, hoewel de kans dat een brief daar aankwam ongeveer 50% was. Een keer duurde het een half jaar. De Guatemalteekse PTT had geen geld meer om haar rekeningen te betalen waardoor de buitenlandse collega’s weigerden nog langer post af te leveren. Weer zochten we Jan op. Dit keer werd het een rondreis door Midden Amerika – Guatemala, Costa Rica, Honduras, Belize en Panama.

In 1995 schreef Jan: ‘Mijn e-mailadres hier in Guatemala is ...’. Toen deed onze ‘brief ’ er minder dan een minuut over, kwam hij 100% zeker aan en kostte hij slechts een paar cent. Geen mooie postzegels meer, geen stickers en stempels, geen korte samenvatting van de vorige brief voor het geval die niet was aangekomen. Als het tegenzat kregen we onze eigen mail terug met de antwoorden op onze vragen tussen de regels. Telefoon, computer en internet hebben de romantiek van het corresponderen om zeep geholpen. Ik geloof niet dat daar de romantiek van de e-mail voor in de plaats is gekomen.

Ziezo, nu mail ik dit eventjes naar [email protected] zodat de redactie van OnOff het met copy en paste in hun tijdschrift kan plakken. Nu nog sneller en efficiënter!

Tekst: Arthur O. Eger

Nu nog beter OnOff 31 [9]

Page 10: OnOff #31 Nu nog beter

De lage stem van professor J.W. heeft een hypnotiserende werking. J.W. loopt langzaam van voor naar achter door de zaal en vertelt een anekdote over Victor Papanek. Zijn stem voert me mee in een trance, totdat ik me ergens tussen slapend en wakker bevint. Niet dat het oninteressant is. Maar het is wel vrijdagochtend en het ging gisteren nog lang door. Bovendien heeft de zaal geen ramen en heeft J.W. het licht zover gedimd dat je zou zweren dat het nog ver voor zonsopkomst is - en die hypnotiserende stem…

Bestaat er zoiets als hippiedesign...

[10] OnOff 31 Nu nog beter

Page 11: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [11]

The Electric Kool-Aid Acid Test gaat over Ken Kesey – de schrijver van One Flew over the Cuckoo’s Nest – en de groep LSD gebruikers die zich om hem heen hebben verzameld: de Merry Pranksters. Tom Wolfe beschrijft hoe de Merry Pranksters in de vroege jaren zestig een schoolbus kopen en met deze bus verschillende malen Amerika doorkruisen. De bus is helemaal beschilderd, op het dak staan luidsprekers die vervreemdende geluiden uitzenden en alle inzittenden, inclusief de bestuurder, hebben Day-Glo maskers en zijn aan het spacen – de politie bekeurt ze maar niet omdat hij ze aan ziet voor circusartiesten. Onderweg proberen de Merry Pranksters de wereld naar hun hand te zetten. Zij schrijven het scenario van hun reis. Niet de Doughty American Entrepreneur, niet de Cops, niet de Narcos, niet de F.B.Eyes, maar ZIJ!

De Merry Pranksters worden veelal gezien als de voorlopers van de hippies en Stewart Brand was één van hen. Al op de tweede pagina van The Electric Kool-Aid Acid Test wordt Stewart Brand beschreven:

In het design geschiedenis boek wordt Stewart Brand geheel anders beschreven, daar wordt hij genoemd als de uitgever van The Whole Earth Catalog.

Ogenschijnlijk een tegenstelling, oerhippie en uitgever van catalogi. Ogenschijnlijk, want met de catalogus probeert Stewart Brand niets te verkopen. In de catalogus heeft Stewart Brand allemaal producten verzameld die door anderen verkocht worden - producten waarvan Stewart Brand denkt dat iedereen ze moet hebben. Op internet kan je online versies van de The Whole Earth Catalogs vinden. In de herfstuitgave van 1968 vind je onder andere waar je een tipi-tent kan bestellen (vanaf $55)… waar je een anatomieboek ($12.50) of een boek over Yoga kan kopen… een 9100A Calculator ($4.900)… of 4000 are aan landbouwgrond ($27.500 )…

Nu eerst een kop koffie!

De stem voert me enkele decennia terug in de tijd, de tijd waarin J.W. Victor Papanek door Nederland chauffeerde, zwiert me vervolgens naar de sit-ins van de jaren zestig, om me ten slotte keihard weer terug in de realiteit te laten vallen: “En dan is het nu tijd voor pauze!” De lampen gaan aan, J.W. pakt zijn sigaretten en loopt naar buiten.

Bedazzled blijf ik achter. Waar ging het afgelopen uur eigenlijk over… Het vak gaat over design geschiedenis en de presentatie heet: Save the Earth: Hippie Design & Ecology. Ik blader het hoofdstuk door dat er bij hoort en kom daar een naam tegen die ik eerder heb gelezen, Stewart Brand, en wel in een boek waar je niet verwacht iemand tegen te komen die iets met design te maken heeft, namelijk in het boek The Electric Kool-Aid Acid Test van Tom Wolfe.

a thin blond guy with a blazing disk on his forehead too, and a whole necktie made of Indian beads. No shirt, however, just an Indian bead necktie on bare skin and a white butcher’s coat with medals from the King of Sweden on it.

Bestaat er zoiets als hippiedesign...

Page 12: OnOff #31 Nu nog beter

In andere woorden: het doel van de catalogus is de emancipatie van het individu. Het individu moet zich zoveel mogelijk vrij kunnen maken van grote organisaties. In het slecht Nederlands zouden we spreken van empowerment. Technieken die de vrijheid van het individu waarborgen mogen in de catalogus en technieken die dit tegengaan komen er niet in.

Dit onderscheid is goed duidelijk te maken met windmolens en kerncentrales. In een gemeenschap zou iedereen zelf een windmolen op zijn land kunnen zetten om stroom te genereren. Zelfs wanneer de windmolens aan elkaar gekoppeld worden, kan iedereen een redelijke invloed op de energievoorziening uitoefenen. Een windmolen vergroot dus de kracht van het individu. Bij een kerncentrale is het juist tegenovergesteld. Door de complexe werking zullen slechts een aantal mensen in de samenleving snappen hoe de kerncentrale werkt. De anderen weten niet hoe hun energie gegenereerd wordt en zullen er weinig invloed op kunnen uitoefenen. Daarnaast kunnen er terroristische aanvallen op de kerncentrale gepleegd worden. Om dit te voorkomen moet er een leger worden opgezet. De kerncentrale vereist dus een grote mate van organisatie in de samenleving en dit verkleint de vrijheid en de kracht van het individu.

De hippiegedachte is dat grote organisaties corrumperen. Dit wordt tegen gegaan met empowerment – iedereen kan zijn eigen keuzes maken en aangezien de mens van nature goed is, zal iedereen goede keuzes maken. Men zal dus ook weer goed om gaan met onze planeet. De foto die vanuit de ruimte van de aarde genomen is staat niet voor niets op de cover van The Whole Earth Catalog.

Terugkomend in het lokaal is het licht alweer gedempt. Professor J.W. gaat verder waar hij voor de pauze gebleven was. Hij vertelt hoe eind jaren zestig techniek in een minder positief daglicht kwam te staan. DTP, bijvoorbeeld, bleek niet goed te zijn voor de aarde. De aarde was een stuk kwetsbaarder voor onze technieken dan gedacht. Een kwetsbaarheid die wordt gesymboliseerd door een foto van de aarde die in 1968 vanuit de ruimte is gemaakt. Op deze foto staat de aarde als een eenzaam eiland in een zee van lege ruimte. De rebellerende jongeren keren zich in die tijd af van de techniek en richten zich meer op het spirituele. Ziedaar: de hippies.

Volgens J.W. zijn hippies dus technofobisch, maar wanneer we naar The Whole Earth Catalog kijken lijkt het iets complexer te liggen. In de catalogus worden juist veel technische producten en boeken over techniek aangeprezen, zowel low-tech als high-tech. En het is niet zo dat Stewart Brand deze catalogus heeft geschreven na zijn hippieperiode – de eerste uitgave komt uit 1968, een jaar voor Woodstock.

Waarom juist deze producten gekozen zijn wordt duidelijk in de inleiding van The Whole Earth Catalog. Daar staat:

We are as gods and might as well get used to it. So far, remotely done power and glory – as via governments, big businesses, formal education, church – has succeeded to the point where gross obscure actual gains. In response to this dilemma and to these gains a realm of intimate, personal power is developing.

[12] OnOff 31 Nu nog beter

Page 13: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [13]

Stewart Brand is geenszins een einzelgänger – wie goed zoekt vind veel gelijksoortige publicaties uit die tijd, veelal gericht op het opzetten van een microsamenleving en met aandacht voor de technieken die hiervoor nodig zijn. The Book of the New Alchemists; Hey Beatnik, this is the Farm book; Modern Utopian: Up-Dated directory of communes. Eén element wat in verschillende boeken terug komt zijn geodetische koepels: koepels bestaande uit eindige elementen. Deze koepels zijn duidelijk een flirt met technische vooruitgang. Maar al deze boeken gaan voornamelijk over kunstenaars en wetenschappers en niet over hippie-ontwerpers. Zo’n ontwerper is er wel. De ontwerper met dezelfde ideeën als Stewart Brand is dit college al een aantal keer langsgekomen: Victor Papanek.

Net als Stewart Brand is Victor Papanek van mening dat de kerk, de politiek en formeel onderwijs de belangen van mensen tegenwerken. Hij is dan ook van mening dat de ontwerper voor mensen moet werken en niet voor grote organisaties. En dan vooral voor de mensen die het nodig hebben. In zijn Design for the real world heeft hij ontwerpen verzameld die de wereld verbeteren. Deze producten zijn te maken uit materialen die men bij de hand heeft, veelal van wat wij als afval zien. Op deze manier komen de producten veel eenvoudiger bij de mensen die het nodig hebben en zijn ze zelf in staat deze producten te repareren. J.W. geeft enkele voorbeelden: Een oven van wijzerplaten - een anti-erosiespin, waarmee land weer vruchtbaar gemaakt kan worden – een ontwerp waarmee verlamde kinderen kunnen zwemmen.

¡Empowerment!

Toch zullen de meeste mensen bij het woord hippiedesign niet aan deze ontwerpen denken, maar eerder aan beschilderde Volkswagenbusjes en bloemetjesjurken.

Beschilderde Volkswagenbusjes staan echter niet geheel los van empowerment. In de jaren zestig begonnen de jongeren zelf de mode te bepalen. Op deze manier maakten ze zich los van de burgerij, maar ook van de mode industrie die bepaalt hoe je er bij moet lopen. Je bepaalde zelf hoe je er bij loopt: met a blazing disk op je voorhoofd,

Empowerment is eigenlijk zelf kunnen bepalen van het scenario van jouw leven. Jij bepaalt wat je wilt doen en tools maken dit mogelijk. Jij bepaalt ook hoe de setting eruit ziet. Niet de Doughty American Entrepreneur, niet de Cops, niet de Narcos, niet de F.B.Eyes, maar JIJ!

In de jaren zestig werden de hippie-idealen verwezenlijkt in communes. Bijna altijd met een utopisch karakter en niet altijd even praktisch. Bedenk je dat niet alleen kerncentrales vragen om een sterk georganiseerde samenleving, maar ook zoiets als ziekenzorg. Dat is nog geen reden om deze idealen geheel los te laten: empowerment blijft een mooi ideaal. Af en toe moet er alleen water bij de wijn worden gedaan. Dat doet Stewart Brand ook: tegenwoordig stelt hij dat het energieprobleem niet op te lossen is zonder kernenergie. Het optimisme is wel gebleven: Let’s remake the world.

Opnieuw laat J.W. me terug vallen in de werkelijkheid door het licht aan te doen. “Dit was het voor vandaag.” Het lokaal stroomt leeg. Het is vrijdag middag – tijd voor andere gedachten…

Tekst: Willem-Sander Markerink

a whole necktie made of Indian beads en a white butcher’s coat with medals from the King of Sweden on it…

Page 14: OnOff #31 Nu nog beter

5 mei

30 april tot 4 mei + 10 tot 12 mei

21 tot 28 april

8 en 9 mei6 en 7 mei

Study

Tour

Mo saic

[14] OnOff 31 Nu nog beter

Page 15: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [15]

Tijdens de voorbereiding hebben de deelnemers een algemene vergelijking gemaakt tussen Nederland, Maleisië en Singapore. Hierna is het onderzoek opgesplitst in vijf specifieke onderwerpen waarop Industrieel Ontwerpen in Nederland, Maleisië en Singapore wordt vergeleken: ‘rapid prototyping’, ‘higher design education’, ‘values of products’, ‘use of religious symbols in products’ en ‘product certification’. In de voorbereiding hebben ze (literatuur)onderzoek gedaan en een opzet gemaakt voor hun onderzoek tijdens de reis. Tijdens de reis zullen er bedrijven worden bezocht, waar iedereen vragen kan stellen om antwoord te krijgen op hun onderzoeksvraag. Om het onderzoek uit te voeren gaan we tijdens de drieweekse reis 22 bedrijven bezoeken! In de kaart hiernaast is de volledige route van deze drie weken te zien. Zoals te zien in deze kaart blijft er genoeg tijd over om wat van de landen te zien! De eerste dagen kan iedereen bijkomen van zijn of haar jetlag en zal er gelegenheid zijn om de stad te bekijken. Een must voor IO-ers is het Red Dot Design Award Museum, welke wij ook zeker zullen bezoeken. Ook de bekende dierentuin van Singapore zullen we niet overslaan. Vanaf 23 april staan alle werkdagen in de schijnwerpers van bedrijfsbezoeken, twee per dag. Hierbij worden zoal grote bedrijven (o.a. Asus, Philips, Dell Design Center), ontwerpbureaus (als Nextofkin Creatives, Xentiq, Chemistry, Nice Ltd.) en universiteiten (denk aan de National University of Singapore en Nanyang University) bezocht. Bij de Nanyang University gaan we zelfs naar eindpresentaties van mede IO-ers daar! Een mooie afsluiter van een week Singapore, voordat we met de trein naar Kuala Lumpur vertrekken.Op Koninginnedag staan er twee bedrijfsbezoeken gepland en zullen we de dag afsluiten met een borrel

op de Nederlandse ambassade. De dag erna: 1 mei is een vrije dag in Maleisië en zullen we ons aan de wereldstad Kuala Lumpur gaan vergapen. Hierna hebben we wederom drie dagen lang twee keer per dag een bedrijfsbezoek. Waarna op 5 mei het voor ons meest spectaculaire weekend kan beginnen! We zullen de mooie theeplantages in Cameron highlands bezoeken, een tocht maken in de jungle van Belum en afsluitend naar het eiland Penang gaan. Bij Penang zullen we wederom drie bedrijfsbezoeken uitvoeren, waarna we terugvliegen naar Kuala Lumpur. In Kuala Lumpur kunnen de laatste dagen besteed worden aan winkelen en uitgaan! En, o ja, we zullen ook nog een tinfabriek bezoeken. Op 12 mei eindigt de studiereis, maar zal bijna iedereen op eigen gelegenheid zijn/haar weg vervolgen naar de binnenlanden, voor nog een paar weken vakantie.Al met al belooft het reisprogramma een spectaculaire reis voor 24 studenten en vier docenten waar we met z’n allen lang naar hebben uitgekeken! Een reis die we graag met onze mede IO-ers willen delen. Tijdens deze drie weken, 20 april tot 12 mei, zal er dan ook elke dag een dagverslag met bijpassende foto’s worden geüpload op www.studytour-mosaic.com. In de volgende OnOff komt uiteraard ook een reisverslag te staan. Ben je nieuwsgierig naar de film die we gaan maken tijdens de reis, de resultaten van het onderzoek en/of de ervaringen van de deelnemers en begeleiders? Kom dan 21 september naar het symposium. Dit zal beginnen om 12.30 uur, de locatie volgt. Ben je benieuwd wanneer de volgende studiereis plaatsvindt of waar deze heen gaat? Begin zelf een studiereiscommissie! Neem contact op met het bestuur of de huidige commissie voor meer informatie.

Tekst: Maaike van de Ende

Study

Tour

Mo saic

20 april 2012 om 12 uur zullen 24 IOstudenten het vliegtuig in stappen naar Singapore en Maleisië. Hier is ruim een jaar voorbereiding wat betreft organisatie, casestudies, teambuilding, Engels en heel veel onderzoek aan vooraf gegaan. Deze drieweekse studiereis biedt studenten een unieke mogelijkheid aan, buiten het reguliere curriculum om. Naast natuurlijk een ongelooflijke ervaring, staan kennis opdoen en onderzoek uitvoeren centraal tijdens de voorbereidingen en de reis. Tijdens de reis zullen we het thuisfront op de hoogte proberen te houden van onze avonturen en afsluitend is er een symposium waar de resultaten worden getoond. Als je benieuwd bent wat we hebben gedaan en gaan doen, lees dan verder!

Page 16: OnOff #31 Nu nog beter

[16] OnOff 30 Dystopie

Foto

rubriek

Na een w

andeling rond de Potsdamer Platz, tijdens het w

arme

middaguur, genieten van een terrasje in de schaduw

de dakconstructie van het Sony Center in Berlijn, hoe kan het nou nog beter?

Camera: N

ikon D90Lens: N

ikon 18-55 VR

Brandpuntsafstand: 35 mm

Sluitertijd: 1/250Diafragm

a: 4,7Datum

: 07-08-2009

Foto & tekst: Peter Sikkens

Staat jou foto hier de volgende keer?M

ail naar [email protected]

ente.nl

Page 17: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [17]

“Makkelijk is deze film

van Roy Andersson

ook niet te noemen,

lachwekkend, Maar dat komt er niet. Het enige

dat je misschien nog een goed gevoel kan bezorgen is dat jouw eigen leven er (hopelijk) niet zo miserabel uit ziet als dat van de karakters in deze film.

Beleef dit gevoel zelf bij de IO-scoop van de Viskom. Elke woens-dag in de pauze laat de Viskom een interessante en inspirerende, meestal IO-gerelateerde film of documentaire zien in het Atelier (OH114). Woensdag 9 mei zal deze film draaien en kan iedereen die zin heeft langskomen voor een bekertje popcorn om te genieten van deze film.

Tekst: Rosan Harmens namens de Viskom

Du levande (You the living)Roy Andersson 2007

Een film waarvan de titel gebaseerd is op een uitspraak van Goethe, kan al geen simpele film zijn. Makkelijk is deze film van Roy Andersson ook niet te noemen, lachwekkend, surrealistisch en gitzwart zijn betere omschrijvingen. De film bestaat uit bijna 60 verschillende scènes die in eerste instantie vrij weinig met elkaar gemeen lijken te hebben.

Wel hanteert de regisseur duidelijk een eigen stijl van lange en statige takes, slechts een enkele keer verandert de camera van positie. Daarnaast zijn bijna alle scènes in één stuk opgenomen en hangt er een vrij bedrukte sfeer die wordt versterkt door het afgematte kleurgebruik.

Een tubaspeler die het bloed onder de nagels van zijn vrouw en onderburen vandaan haalt, een moddervette vrouw die schreeuwt dat niemand haar begrijpt, een man die heeft gedroomd dat hij het tafelkleed onder een eeuwenoud servies vandaan trok, het kan allemaal niet droog genoeg zijn.

Toch is er enige samenhang te vinden in deze stukjes absurdisme. Zo komen er enkele personages een keer terug waardoor het duidelijk wordt hoe ellendig hun leven eruit ziet. Een ander overkoepelend thema is het zoeken naar geluk.

Na anderhalf uur lachen om het lot van andere mensen blijf je achter met de vraag wat voor een film je nou eigenlijk hebt gezien, een onbestemde vraag naar meer uitleg of een rode draad. Door het vrij depressieve karakter van de film hoop je dat er nog een lichtpuntje naar voren komt om de bedrukte stemming wat op te heffen.

Du levande (You the living)Roy Andersson 2007

Du levande (You the living)Roy Andersson 2007

surrea-listisch

en gitzwart

zijn betere

omschrij-vingen.”

Nu nog beter OnOff 31 [17]

Page 18: OnOff #31 Nu nog beter

Imagovorming van duurzame producten: de elektrische auto

Duurzaamheid, ik houd er eigenlijk helemaal niet zo van. Ik word

niet goed van alle schijnheilige praatjes over het milieu en “dat het

zó belangrijk is dat we daar nú sámen iets aan gaan doen”. Als we

allemaal de verwarming een graadje lager zetten en gezellig gaan

carpoolen, dan zijn we er nog lang niet. Naar mijn mening moeten er

grotere veranderingen plaatsvinden. We moeten gewoon betere producten

en productiemethoden gebruiken zodat we het probleem dichter bij de bron

aanpakken. En de consument hoeft bij de beslissing om te veranderen

niet per se de duurzaamheid als argument te voelen. Er zullen veel meer

belangstellenden zijn als duurzame producten meer gezien worden als

hip, stijlvol, kostenbesparend, handig, snel, comfortabel, nieuw, modern

of iets dergelijks. Want de meeste mensen zijn nu eenmaal vooral met

zichzelf bezig en niet zo met Moeder Natuur.

Imagovorming van productenAls consumenten anders aan moeten gaan kijken

tegen duurzame producten is het goed om te bekijken hoe de imagovorming van producten in z’n werk gaat. Er zijn veel theoretische beschrijvingen van imagovorming en positionering. Maar uiteindelijk blijkt ook dat er geluk voor nodig is. Je hebt geen totale regie over wat de consument wil hebben, omdat er van alle kanten signalen op hem worden afgestuurd. Een productimago wordt beïnvloed door verschillende andere imagoniveaus: productklasse-, merk-, bedrijfs-, branche-, winkel-, land-, en gebruikersimago. Maar ook door concurrenten, gebruikers van social media en de

kennissenkring van mensen komen er verschillende verhalen de wereld in. Mensen vormen zich een beeld van een product door ketens of netwerken van associaties, die in de loop van de tijd ontstaan door bij elkaar gesprokkelde prikkels. Gezamelijk leidt dit tot een mozaïek van indrukken dat als totaliteit het imago vormt.

Maar toch is het geen onbegonnen zaak om het imago van jouw product te beïnvloeden. Belangrijk is vooral dát je meecommuniceert, dat je een realistische boodschap hebt, dat je een tactiek hebt en in een begrensd gebied speelt.

Vrije Opdracht

[18] OnOff 31 Nu nog beter

Page 19: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [19]

Imagovorming van duurzame producten: de elektrische auto

Als ik een voorstel mocht doen voor een strategie...

Belangrijk is dat de voorzieningen die er zijn zichtbaar worden. Mensen moeten zien dat er iets gebeurt en dat elektrisch rijden een serieuze mogelijkheid is. Ik zou beginnen met de oplaadpalen in het zonnetje te zetten. Veel mensen hebben het gevoel dat er een gebrek is aan oplaadpunten en dat de actieradius o.a. daardoor te beperkend is. Dat misverstand kan worden weggenomen als mensen vaker een oplaadpaal zien staan. Er zijn op dit moment een kleine duizend oplaadpunten voor elektrische auto’s in Nederland en inmiddels zes in Enschede. Toch weet bijna niemand er ook maar één te staan. Het is belangrijk dat iedereen wat vaker iets hoort of ziet van het elektrisch rijden, er moet over gepraat worden. Dat is de basis. Los van of er producten verkocht moeten worden, moet de productklasse eerst bekend en geaccepteerd worden. Als dat goed zit, kunnen aanbieders van elektrische auto’s zich specifiek tot doelgroepen richten en kunnen er auto’s verkocht gaan worden. Dan hoeven zij zich niet meer bezig te houden met het uitleggen van het principe en hoeft het woord duurzaamheid niet meer in de strijd gegooid te worden.

De elektrische autoVoor mijn gevoel staan de meeste duurzame

producten nog langs de zijlijn, sommigen proberen zichzelf voorzichtig met schattige reclamecampagnes voor te stellen aan het grote publiek. Maar veel grote bedrijven durven de sprong in het diepe nog niet aan, ze durven zich nog niet te identificeren met duurzaamheid, bang dat het nieuwe product mislukt. Denk hierbij eens aan de elektrische auto. Deze productklasse heeft op dit moment nog extra lastig, want er heerst een beetje een acceptatieprobleem. De mensen die op dit moment enthousiast zijn over de elektrische auto, zijn dat vanwege ‘de mooie nieuwe technologie’ of omdat ze van mening zijn dat de elektrische auto ‘de toekomst heeft’. Dit zijn uitspraken van early adopters. De mensen die zich negatief uitlaten over de elektrische auto noemen daarbij functionele bezwaren (early majority) of hebben een negatieve mening die gebaseerd is op emotionele/symbolische argumenten (late majority). Om dit probleem op te lossen en de majority enthousiast te krijgen, moet een gevecht geleverd worden dat bijna elk high-techproduct moet leveren, maar daarom niet minder moeilijk is. De verschillende groepen hebben verschillende een vaak tegenstrijdige belangen, dus dan is de vraag op wie je je moet richten met je communicatie en hoe.

De aanbieders van elektrische auto’s lijken nog niet echt een keuze te hebben gemaakt. Zij lijken maar wat te proberen, en vooral hun kansen te spreiden. Maar dat is juist niet hoe je een product zou moeten positioneren: ‘If you try to be everything to everybody, you end up being nothing to anybody.’ De kleinere bedrijven en organisaties die zich in Nederland bezig houden met elektrisch rijden, hebben vaak nog niet eens een communicatie/marketing-medewerker.

Vrije Opdracht

Page 20: OnOff #31 Nu nog beter

Door creatief te werk te gaan, hoeft het niet duur te zijn om op te vallen. Een voorbeeld is de organisatie The New Motion, die openingsfeestjes (een Plug’nParty) organiseert waarbij de DJ het stopcontact van het nieuwe oplaadpunt gebruikt. Een ander voorbeeld is mijn eigen minicampagne met stoepkrijt op het Stationsplein in Enschede. Ik heb grote stekkers met de tekst ‘opladen kan’ getekend en met een lang kronkelend snoer verbonden aan de beschikbare oplaadpalen op het Stationsplein. Het was een oprechte actie, waarbij niet het groene en duurzame aan elektrisch rijden centraal stond. En waarbij mensen niet werden overspoeld door schijnheilige praatjes, feitjes en geitenwollensokken. De boodschap is dat elektrisch rijden kàn – ook gewoon in Enschede, en dat het leuk is. En dat zouden meer mensen mogen weten!

Tekst: Anne-Loes Barends

Ik heb me voor mijn Vrije Opdracht bezig gehouden met ‘de

imagovorming van de elektrische auto’. Daarvoor heb ik mij eerst ingelezen

in de theorie van de marketing en communicatie die daarbij komt kijken.

Daarna heb ik me verdiept in de elektrische auto, want daar wist ik

helemaal niet zo veel over. Ik heb gebeld met Nederlandse bedrijven en

organisaties die iets te maken hebben met elektrisch rijden, omdat ze

bijvoorbeeld oplaadpalen plaatsen of veel elektrische auto’s inzetten binnen

het bedrijf. Ik heb gekeken naar de communicatie van grote aanbieders van

elektrische auto’s. Bovendien heb ik twee proefritten gemaakt (in de Nissan

Leaf en de Peugeot ION, wat overigens heel gemakkelijk is via het Peugeot

Experience Centre). Ten slotte heb ik nagedacht over een mogelijke aanpak

en campagnes om het imago van de elektrische auto te verbeteren. En om

zelf ook een beetje bij te dragen heb ik een mini-campagne uitgevoerd op het

Stationsplein in Enschede.

Dit artikel is te beschouwen als een samenvatting van het verslag

‘Imagovorming van de elektrische auto’, de bronvermelding is terug te

vinden in het verslag en is in dit artikel weggelaten om de leesbaarheid te

bevorderen

OplaadpalenVoor het uiterlijk van de oplaadpunten zijn

op dit moment geen regels, richtlijnen of andere weloverwogen uitgangspunten. De overheid is van mening er niets mee te maken te hebben en de lokale overheden, de gemeenten, plakken er hooguit een keer een stickertje op of zetten er een verkeersbord naast. Dan de plaatser van de meeste palen in Nederland, het bedrijf e-Laad, die kiest de paal met de gunstigste prijs-kwaliteit-verhouding en heeft vorig jaar zijn eerste communicatiemedewerker in dienst genomen. De houding van de verschillende partijen verklaart wel waarom de palen eruit zien zoals ze eruit zien. Ik vind het op deze manier zonde van het geld.

Eigenlijk is de enige organisatie waar ik van onder de indruk ben Amsterdam Elektrisch. In Amsterdam staat elektrisch rijden hoog op de prioriteitenlijst, in verband met de luchtkwaliteit in de stad. Als die niet aan bepaalde normen voldoet, mogen grote bouwprojecten niet meer worden uitgevoerd. Dat is wel een behoorlijke stok achter de deur, dus heeft gemeente Amsterdam op dit moment al 100 oplaadpalen geplaatst, en staan er nog eens 250 nieuwe op de planning. Bovendien heeft de gemeente een logo laten ontwerpen voor het project Amsterdam Elektrisch om herkenbaarheid te creëren. Dit logo wordt in rap tempo door andere gemeenten en bedrijven overgenomen, omdat het werkt.

Naar mijn mening zouden alle gemeenten gestimuleerd moeten worden om de oplaadpalen te restylen. De palen zouden duidelijker gemarkeerd moeten worden en ook duidelijker herkend moeten worden als oplaadpaal voor elektrische auto’s. De gemeenten mogen daar dan hun eigen invulling aan geven, maar kunnen ook hun krachten bundelen of materiaal van elkaar overnemen. Dit gebeurt nu bijvoorbeeld wel eens met het logo dat gemeente Amsterdam heeft laten ontwerpen voor hun oplaadpalen. Om nog meer mensen te bereiken kan een kleine campagne verbonden worden aan de opknapbeurt voor de palen.

[20] OnOff 31 Nu nog beter

Page 21: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [21]

Page 22: OnOff #31 Nu nog beter

In de vorige eeuw zijn er veel grote stappen gemaakt. Men bedacht veel nieuwe materialen, technieken en ook methodes om deze toe te passen. De zoektocht naar het optimale gaat constant door, met als hoogtijperiode de jaren ’80 waar complexe technieken in een grijs plastic behuizing de pure praktische kant van innovatie lieten zien. Allemaal apparaten die het leven van de gebruiker weten te vergemakkelijken.

Het resultaat is een spiraal waarbij er telkens een nieuw product komt met weer een hoger prijskaartje. Waarna mensen deze producten kopen omdat ze net dat ene extraatje bieden dat de consument tevreden houdt. Om plaats te maken voor het nieuwe wordt het oude apparaat langs de straat gezet, op Marktplaats verkocht of (als wij geluk hebben) opgeborgen op zolder voor het moment dat zoon of dochter op kamers gaat om te studeren.

Maar als wij toch al weten dat we altijd het nieuwste van het nieuwste willen waarom kopen we dan eerst al die oude producten om ze daarna toch de deur uit te doen voor een nieuwe variant. Waarom lenen we dan onze producten niet van de producent en bij inlevering van het oude product krijgen we het nieuwe. Natuurlijk mag hier een beetje voor gevraagd worden. Dit systeem zie je bijvoorbeeld bij het internet; de consument betaalt elke maand voor toegang tot het world wide web en in ruil hiervoor wordt het netwerk van computers en servers

constant geüpdate, er komen altijd websites bij en de inhoud van bestaande websites wordt vernieuwd. Het is echter wel zo dat wanneer een site wordt vernieuwd er in sommige gevallen geen weg terug is en het niet mogelijk is toegang te krijgen tot de oude website. Zo willen veel van ons graag af van de nieuwe ‘tijdlijn’ in Facebook maar dit is jammer genoeg onmogelijk.

De mens wil niet alleen constant de producten die ze maakt verbeteren, maar ze wil ook dingen bezitten. Producten moeten echt van jou zijn, je moet er mee kunnen doen wat je wilt en het vertelt wie jij bent. Zo kan het bezit van een auto voor een achttienjarige onafhankelijkheid en vrijheid betekenen. Gevoelens bij het kopen van een product komen niet alleen voor bij een achttienjarige die een auto koopt maar op elk moment bij elke aankoop. Deze gevoelens leiden tot de enorme hoeveelheid producten die wij bezitten. Wij bezitten tegenwoordig zelfs zoveel producten dat we onze geliefde aarde ermee vervuilen tot het punt dat we er niet meer fatsoenlijk kunnen leven.

Ondanks dat we onze aarde met allerlei producten vervuilen, geeft het bezit van producten ons juist een goed gevoel. Gelukkig ontstaat dit goede gevoel niet alleen bij de aankoop van een product maar ook tijdens het gebruik. Denk maar eens aan de stoel waar opa altijd in zat en die nu bij jou in de kamer staat. Elke keer wanneer je in die stoel gaat zitten denk je terug

Hebben, hebben en (van) houden

De mens streeft naar perfectie, elk seizoen volgt het nieuwste product het daarvoor al verbeterde maar

ondertussen verouderde product op. Alles kan altijd kleiner, sneller, lichter oftewel gewoon “beter dan

daarvoor”.

Tekst: Alex Wesselink

[22] OnOff 31 Nu nog beter

Page 23: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [23]

aan je opa. Deze stoel heeft meer waarde dan puur de materiële waarde en met dit in je achterhoofd zal je ook nooit opa’s stoel kunnen vervangen door een nieuw exemplaar. We hechten waarde aan producten waar we herinneringen bij hebben en niet alleen aan nieuwe producten. Nog een voorbeeld: een elpee-speler is een achterhaald product maar hier hechten we waarde aan omdat het mogelijk is alle elpees van vroeger af te kunnen spelen.

De vraag is dan waarom we geen waarde hechten aan de telefoon waar we zoveel mooie gesprekken door gevoerd hebben of de televisie waarop we die ene mooie film hebben gezien, dit zijn ook herinneringen. Toch vervangen we deze telefoon en televisie zonder aarzelen voor een nieuwe met betere specificaties, terwijl opa’s stoel wel in de kamer blijft staan. Hebben we dan toch geen herinneringen bij de oude televisie? Helaas niet genoeg om de drang die nieuwe televisie met ambilight niet te kopen.

Waardoor komt dit? Waardoor hechten we geen waarde meer aan al onze nieuwe aankopen? Wellicht omdat al deze nieuwe producten met honderdduizenden tegelijk gemaakt worden. Hierdoor is het product dat jij bezit niet speciaal, er zijn immers honderdduizenden kopieën. Toch kan dit specifieke product wat jij gekocht wel speciaal zijn. Juist door wel waarde te hechten aan dit éne product dat uit honderdduizenden komt. Denk bij dit product terug aan wat je allemaal beleefd hebt tijdens het gebruik ervan. Misschien is dan de herinnering die je bij het product hebt belangrijker dan de nieuwe feature in de verbeterde versie.

Het is niet altijd nodig om altijd het nieuwste van het nieuwste te hebben. Soms is het juist goed om een verouderd product te houden dat je helpt herinneren aan de goede tijden die je beleeft hebt tijdens het gebruik. Geen enkel product is perfect, als we dit toch al weten waarom kopen we dan altijd weer iets nieuws terwijl het oude nog voldoet én ons aan zoveel goede dingen doet herinneren.

Page 24: OnOff #31 Nu nog beter

Eenkijkjein je

rugzak[24] OnOff 31 Nu nog beter

Page 25: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [25]

Laatst kwam ik een boekje tegen: “101 Things I Learned in Architecture School”, bij sommige van jullie misschien bekend (naast de uitgave over architectuur zijn er ook uitgaven verschenen zoals Business, Film en Fashion School).In dit boekje staan de 101 belangrijkste dingen die Matthew Frederick te zeggen heeft over architectuur. Matthew Frederick is een architect en stedenbouwkundige en eveneens actief als docent. Op elke pagina staat een lijstje, slogan of filosofie die hem is bijgebleven of nog steeds inspiratie geeft met leuke, simpele tekeningen geïllustreerd. De onderwerpen variëren van de basis als ‘hoe teken ik een lijn’ tot verschillende complexe theorieën.

Deze boekjes zou je kunnen zien als een handige samenvatting of slechts een introductie op het vak, maar het leuke er van is misschien meer de manier van nadenken: jezelf afvragen wat echt belangrijk is geweest.In dit boekje is namelijk geprobeerd om de ware essentie van architectuur te verwoorden. En eigenlijk is het helemaal niet verkeerd om eens stil te staan bij wat er nou eigenlijk echt verteld wordt tussen het vele kubussen tekenen en het maken van ingewikkelde berekeningen door.

Alle oppervlakkige kennis die de avond voor het tentamen nog naar binnen wordt geslurpt, onder het genot van een viertal Red Bull, alle opdrachten die vijf minuten voor de deadline nog moeten worden geprint en alle eindeloos durende colleges, waarin je je afvraagt waarvoor je precies je warme bedje hebt verlaten. Tussen al die verplichtingen die deze studie maken tot wat het is zullen toch ook wel een paar essentiële dingen zitten?

Want lang niet alle kennis die bij ons naar binnen is gewerkt zal nuttig zijn. Het begin van de overvloed aan kennis absorberen begint eigenlijk al op de basischool, bijvoorbeeld topografie. Is het nog wel nodig om alle plaatsen en landen uit ons hoofd te leren als Google Maps ons elk moment een mooi overzicht kan geven, of we een TomTom binnen handbereik hebben die ons overal kan brengen? Zo zijn er nog meer voorbeelden te verzinnen van kennis die ruimte in ons hoofd inneemt terwijl er technologische applicaties zijn die deze kennis eigenlijk onnodig maakt. Het zijn de producten die zijn ontwikkeld met de vaardigheden die de mens de afgelopen jaren heeft opgedaan die het bijna nutteloos maakt om dingen nog uit ons hoofd te leren.

Het leersysteem is vooralsnog al tientallen jaren hetzelfde, terwijl de maatschappij om ons heen veranderd is. Er zijn exprimenten gedaan met groepen kinderen die alleen een computer ter beschikking hadden en op die manier de ingewikkelste vraagstukken op konden lossen, zonder hulp van leraren. Een kind heeft dus niet per se een leraar nodig om dingen te leren; als dat kind zelf wil, kan het makkelijk zonder. Waarom zouden we zoveel kennis in ons hoofd moeten stampen als Google alles weet en een groot deel nauwelijks wordt toegepast?

Daarnaast is er pas echt sprake van onderwijs als de leerling nieuwsgierig is geworden en in dat geval zijn ze dus ook goed in staat zichzelf of anderen iets (aan) te leren.

Daarom zal het mij niet verbazen als het hele schoolsysteem over een tiental jaren niet meer is zoals

Page 26: OnOff #31 Nu nog beter

wij dat nu kennen. Hoe er nu wordt onderwezen is in bepaalde opzichten erg ouderwets. Maar zolang wij op deze manier horen te studeren en in dit tijdperk leven lijken we machteloos. In een tijdperk waarin de maatschappij pas naar iemand wil luisteren als er een diploma te zien is, kunnen we slechts doorgaan met elk tentamen voldoende proberen te maken en voldoen aan de wensen van deze Universiteit en de maatschappij.

Op deze manier bekeken lijk je als individu misschien wat machteloos, maar je kan hier zelf wel wat aan proberen te doen. Probeer eens te bedenken wat dé essentie is van wat wij hier met z’n allen aan het doen zijn. Waarschijnlijk zal dit niet voor iedere student hetzelfde zijn, want hé, Industrieel Ontwerpen is zo’n brede studie waarmee je lekker veel verschillende kanten op kan. Dus als de één blij is dat hij eindelijk leert hoe je warmtestromen kunt berekenen, zal de ander hier nooit meer bij stil willen staan. En een warrig verhaal over gloeilampen zal de één misschien inspireren en een ander zal hierbij uit zijn neus te eten.

Het moge duidelijk zijn dat voor iedereen de belangrijke aspecten van de studie, en de jaren daarvoor, andere essenties zullen omvatten. Daarom kan het een goed idee zijn om voor je zelf eens na te gaan wat jou het meest is bijgebleven. Zo zul je een duidelijk beeld krijgen van je eigen interesses en wat jou motiveert.Gooi de rugzak van kennis die je meedraagt sinds het eerste college eens op z’n kop en begin met opnieuw sorteren. Wat wil je verder met je mee dragen en welke verzamelde kennis of ervaringen wil je liever laten liggen? Deze methode hoeft natuurlijk niet alleen

op kennis te worden toegepast, maar kan ook van toepassing zijn op ervaringen, herinneringen of op vaardigheden.Hopelijk wordt er op die manier opeens veel meer duidelijk voor jezelf, welke kant je op wilt of in welke mogelijkheden je je wilt verdiepen. Want juist het aantal mogelijkheden dat tegenwoordig beschikbaar is, lijkt mensen soms te beangstigen om een keuze te maken.

Maar zodra je een kritische blik kan werpen op alles wat je hebt verzameld en datgene wat voor jou niet belangrijk of relevant is achter je kan laten, zul je verder gaan met een hoop minder bagage in je rugzak. Een hoop ruimte om andere, waardevollere dingen te verzamelen. Want als het onderwijssysteem dat nog niet voor ons filtert, moeten we daar maar eens zelf mee gaan beginnen.

TekstRosan Harmens

[26] OnOff 31 Nu nog beter

Page 27: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [27]

>De grondlegger van Alessi is de Italiaan Giovanni Alessi. In zijn werkplaats in een klein, arm dorpje in de Italiaanse Alpen begon hij in 1921 met het produceren van metalen keukengerei. Wanneer Giovanni’s zoon, Carlo, zich aansluit bij de firma komt de aandacht meer op de vormgeving van het product te liggen. Opgeleid als Industrieel Ontwerper bezat Carlo veel kennis van het productontwerpen en hij was dan ook verantwoordelijk voor bijna alle ontwerpen die tussen 1935 en 1945 geproduceerd werden. Toen Giovanni het bedrijf in de jaren ‘50 overdroeg aan Carlo, stopte deze met het zelf ontwerpen van de producten en huurde in plaats daarvan freelancers in. De liefde voor design werd overgegeven van generatie op generatie want ook Carlo’s zoon, Alberto, voegde zich bij het bedrijf en inmiddels is hij dan ook de eigenaar van Alessi.

>Onder leiding van Alberto is het bedrijf uitgegroeid tot een van de belangrijkste producenten op het gebied van keuken- en tafelgerei. Alberto zette de trend van het inhuren van freelancers, die vader Carlo introduceerde, door en tegenwoordig worden er onder zijn beleid alleen nog maar ontwerpers van buitenaf ingehuurd. Dat het hier niet om zomaar de eerste de beste ontwerpers gaat blijkt uit het lijstje namen van ontwerpers die ooit al eens voor Alessi gewerkt hebben; Philippe Starck, Richard Meier, Aldo Rossi, Robert Venturi, Ron Arad en Ettore Sottsass, grote namen op het gebied van design. Inmiddels hebben er al meer dan 200 ontwerpers voor Alessi gewerkt en ieder jaar wordt het lijstje aangevuld met vijf tot tien nieuwe talenten.

>Alberto houdt van risico’s nemen. Hij koestert dan ook zijn geflopte producten, “van fouten moet je leren, deze moet je niet verbergen”, aldus Alberto. De strategie van Alessi is dan ook om zoveel mogelijk de grens op te zoeken. De kans op falen is hierdoor groter maar de kans op een geheel nieuw, nog niet bestaand product neemt ook toe. Uiteindelijk worden alle ontwerpen onderworpen aan een formule waarmee kans op succes berekend wordt.

>Na voorheen vooral keuken- en tafelgerei op de markt te hebben gebracht is het assortiment inmiddels uitgebreid met horloges, telefoons en zelfs auto’s.

Tekst: Lieke van der Steen

alessihistorisch canon der productontwerpen

Wie kent hem niet, de Juicy Salif van Alessi? Bij menig college is deze citruspers, ontworpen door Philippe Starck voor het Italiaanse Alessi, wel eens voorbij gekomen. Het bijzondere design trekt zeker de aandacht en zal dan ook niet misstaan op het aanrecht of de keukentafel. Over de functionaliteit van dit product valt echter te twisten . Maar dat maakt Alberto Alessi, huidig eigenaar van Alessi, weinig uit. De liefde voor design is hem met de paplepel ingegoten en mede dankzij hem is Alessi uitgegroeid tot een van ’s wereld grootste producenten van (design) keuken- en tafelgerei.

Page 28: OnOff #31 Nu nog beter

NU nog

beter…

´

Vorige week stond ik te wachten in een openbaar gebouw, daar waar je nummers

moet trekken om aan de beurt te komen. Nummers gekoppeld aan bezoekers blijken een zekere orde te geven aan de gang van zaken bij medewerkers aan de andere zijde van de balie, de spreekkamer of het loket. Niettemin is de vrijwillig lineair genummerde uiteindelijk volledig afhankelijk van de tijd die de niet genummerde openbare medewerker neemt en volstrekt niet gerangschikt naar de nummerpositie. Eigenlijk hangt een dergelijk systeem zich volledig zelfstandig op aan willekeur en de idee dat ‘jouw’ nummer volgend is. De geveinsde rangschikking is een zoethoudertje om de toestroom aan bezoekers ‘mak’ te houden en ze het gevoel te geven dat er een tijd en plaats is speciaal voor jou. Het grappigste is het elektronische bord met daarop herhaaldelijk oplichtende en verdwijnende nummers die blijk geven van dynamische activiteit die schijnt te correleren met de werkzaamheden van de medewerkers. Echter de meeste werkplekken zijn, net als bij een supermarkt checkout, onbezet en zijn door absentie van enige waarneembare activiteit aanleiding tot het nemen van een kijkje over de balie om te zien of er zich wellicht een medewerker achter het borsthoge schutbord heeft verschanst. De numeriek bestuurde bezoekers dwalen, hangen, zitten of slenteren als losse moleculen door elkaar op de daarvoor bestemde publieke banken,

stoelen en ziteenheden. Een waterkoeler staat paraat om de uitdrogingsverschijnselen zoveel mogelijk te helpen voorkomen gedurende de wachtperiode. Er is een gegarandeerde wachtperiode, deze zit inbegrepen bij het vrijwillig nummertje trekken. Het lot wordt bezegeld zodra het nummer jou deel is en je jezelf daarmee overgeeft aan de trainerende werking van openbare of publiek werkende instellingen. De vertragende werking zet zich in gang nadat de eerste vijf minuten zijn verstreken, de eerste hard wegtikkende seconden zijn nog gebaseerd op het tijdgevoel die je meenam vanuit je actie om ‘even iets te gaan regelen’ bij een openbare dienstverlening. De buitenste automatische schuifdeur of draaideur doet nog even goed mee om dit besef in stand te houden…totdat je een nummertje hebt en driehonderd seconden later jezelf ziet staren naar het elektronische nummerbord. Alwaar de eindeloze digitale cijfers en letters in slow-motion veranderen naar onherroepelijk andere nummers dan de jouwe.

NU nog

beter…

´

De mens is een vreemd wezen: de naakter men hem ziethoe meer hij in zijn hemd staat (Cees Buddingh, 1974)

[28] OnOff 31 Nu nog beter

Page 29: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [29]

bananen

na-apende ander bedient en uiteindelijk de ene wordt als de ander bediend. Mijn aanwezigheid gaf mij een kijk in de bedienende wereld van alledag, iedereen is aan het dienen en bedienen. De service industrie, de providers zijn gearriveerd en zijn blijvertjes. Een verdienmodel is geboren en komt tot wasdom. De tijd slijt de dienstbaarheid en de bedieningstijd wordt er niet beter op. De service industrie gemakzuchtig en soms banaal in haar eenvoud en gemak. En toch loopje in de val van gederfde tijd en verloren hoop op ‘even snel’. Tocht voelde ik over mijn gezicht glijden, ik had staan mijmeren. Gevoelsmatig timede ik de seconden van de zichzelf openende schuifdeur, de buitenste deur had een anderhalve seconde nodig om genoeg ruimte te maken waar je als goed getimed persoon doorheen kon schieten. De tweede schuifdeur, het was een tochtsluisconstructie, bleek een vertraging in zich te hebben…deze had zeker twee volle seconden nodig om te openen.

De euvele moed en frisse daadkracht van het ‘even regelen’ zakt je daarna als een leeglopende stoma in je schoenen. Het deeltijd nemen is je lot en je bent gevangen in de slapte en sompige werkelijkheid van openbare diensten en publieke domeinen die tijd en nummers hebben laten samensmelten als een slaphangende dweil in een teil. Deze zijn gemakshalve gekoppeld aan de bewust gecreëerde en verslavende werking van informatieverschaffing, dienstverlening en uitvoering met ambitie waarbij de bezoeker het gevoel van ‘vrijheid om even iets te regelen’ volledig ontvalt en als onwerkelijk ervaart. Naar rato van moeilijkheidsgraad van de vragen en wensen ten aanzien van documenten, vergunningen of benodigde formulieren wordt de wurggreep krachtiger en de tijd die je gaat besteden in deze poliepencultuur neemt met forse sprongen toe. Over geld in de onder- en bovenstroom van deze labyrinten spreken we maar even niet. De tijd gaat als het ware met jou op hol…gelukkig was ik daar niet om een nummertje te trekken. Ik was er gewoon, daar waar veel mensen zijn in zo een openbare publieke binnenruimte is het immers goed toeven. Ik stond daar maar, ik ben er om medemens te zijn. Ik keek rond, speurde achter schutborden, en bespeurde de sfeer. Ik snoof de geur op van de binnenwereld, de synthetische atmosfeer van openbare orde en publieke werkzaamheid in dienst van de andere medemens. De ene mens die

bananen

na-apen

When You Think The Night Has Seen Your MindThat Inside You’re Twisted And UnkindLet Me Stand To Show That You Are BlindPlease Put Down Your Hands‘Cause I See You (Velvet Underground & Nico, 1967)

Page 30: OnOff #31 Nu nog beter

[30] OnOff 31 Nu nog beter

De aap was intussen aan het zicht onttrokken door de berg bananen die voor het dier lagen voordat hij uiteindelijk breed grijnzend vanachter de tafel kwam om de deal te maken met de vier gasten. De omgekeerde wereld, de apen bepalen de regels en het spel. Een spel om de macht welke volledig out-of-control is geraakt, hoeveel nummers moet je trekken om aan de beurt te komen? Hoeveel tijd moet je geven om te worden bediend? Hoeveel moet je inleveren om te voldoen aan de gedragingen en ongemakken van publiek gefinancierde openbare dienstverleningssystemen…de aap had een pak aan, uit zijn zakken staken bananen die als geel lachende monden de wereld in keken. Ik gaf één van mijn nummers af, die ik eerder bij wijze van proef had laten afdrukken door de automaat, en zei dat mijn wachttijd erop zat. De aap achter de balie vroeg of ik mijn identiteitskaart of paspoort even kon tonen voordat hij de procedure kon opstarten. Ik zei geen bedoeling of intentie te hebben om informatie te vragen, een procedure te starten of handeling te laten uitvoeren. Ik vertelde mee te willen doen met het nummer trekken en tijd verrekken in deze dienstverlenende atmosfeer van een publiek gefinancierde instelling en vooral om deel te mogen zijn van het geheel als medemens. De mensaap gaapte me aan, en zat op een stoel met een zekere stomheid geslagen. Ik vervolgde door te zeggen dat het weer er niet beter op wordt, het klimaat toch wel erg veranderd, een zekere duurzaamheid ook niet meer in dienstverlening te behouden bleek. Dat verantwoord ondernemen met publiek gefinancierde instellingen, ook uit ecologisch standpunt met name richting kamerplantfamilies, geen lang leven meer beschoren waren. Dat breedbeeldtelevisies in wachtruimten eigenlijk meer verstorend werken dan amusante afleiding geven en automaten met drukknoppen meer neiging geeft om nutteloze kaartjes te drukken. En dat waar automaten werkelijk voor dienen om automatisch te bedienen ten einde efficiency en tijdsbesparing te garanderen binnen ruimten waar veel bezoekers samen stromen om diensten te laten verlenen automatisch leidt naar nog langere wachttijden aangezien het aantal loketten in relatie tot het aantal genummerde kaartjes volledig out-of-control raakt en is. De man keek meewarig met nog steeds geopende mond en kon geen enkel woord produceren om iets functioneels terug te zeggen. Ik haalde een banaan uit mijn jaszak, pelde deze en stak de witgele vrucht dwars tussen zijn schots en scheef gebit. Een glimlach zegt meer dan duizend woorden, met mijn lipstick schreef ik op zijn kale voorhoofdsdeel van zijn hersenpan:”…NÙ nog beter!

Tekst door Robert Wendrich

Het ging niet van harte bij deze deur, dat was te zien. Eenmaal binnen stond er direct rechts in de megalomane hal een nummerautomaat waarop je door middel van een keuzemenu en twee gekleurde knoppen de kaartenautomaat in werking kon stellen. Keuzen maken is een deel van de tijdsbesparing en hiermee wordt er gerangschikt, uiteindelijk allemaal gefingeerd aangezien je allemaal in hetzelfde wachthok in de wachtstand wordt gezet en deel wordt van het tijdspel en nummerherkenning. Een breedbeeldscherm in een hoek van de wachtstandruimte flikkerde een kinderprogramma voor zonder geluid, de kamerplantenfamilies die volgens de laatste kamerplantenlifestylemode in de kamerplantenbakken waren gerangschikt zorgden voor een groene atmosfeer van binnenshuiselijkheid. Ondertussen zag ik dat er op het scherm een chimpansee zittend aan een lege houten tafel door een viertal typisch Amerikaans uitgedoste teenagers werd geamuseerd. Althans daar leek het op, bij nadere beschouwing waren de vier (Gang Bang Monkey Business) pogingen aan het doen om de chimpansee om te kopen. Dit gebeurde door middel van bananen waarbij ieder van de jong adolescenten een banaan voor de chimpansee neerlegde en verwachtingsvol bleven kijken of de aap tevreden ging lachen. Een glimlach kon ik niet onderdrukken, gezien de analogie met de wachtkamer met genummerde wachtende bezoekers die als het ware in dezelfde paradox waren samengebald. De herhaling door steeds meer bananen tevoorschijn te halen en deze op tafel voor de chimpansee neer te leggen leek sterk op de hoeveelheid nummers en bezoekers die moeten worden verzameld om uiteindelijk de chimpansees te laten zwichten om meer loketten open te doen.

De aap zat rustig niets te doen, zonder enige intentie iets beet te pakken, maar het neuron dat gekoppeld was aan de grijphandeling had niettemin gevuurd. Cellen in de hersenen van een aap die signalen versturen naar andere cellen die anatomisch verbonden zijn met spieren, behoren helemaal niet te vuren wanneer de aap volkomen stil met de handen in de schoot zit te kijken naar iemand anders’ handelingen. En toch deden ze dat. (Iacoboni, 2008)

Page 31: OnOff #31 Nu nog beter

Nu nog beter OnOff 31 [31]

Page 32: OnOff #31 Nu nog beter

Gildeprint Enschede