Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle...

8
Het Amsterdam van de 19e eeuw telde bijna 20 verschillende socio- lecten. Met het project Amster- dam Time Machine maakt het Meertens Instituut een recon- structie van de taal van deze tijd. Nicoline van der Sijs Sinds H.G. Wells de menselijke fantasie prik- kelde met het idee van tijdreizen, hebben velen van ons ervan gedroomd om naar een andere tijd te gaan en ons onder te dompelen in de beelden, kleuren, vormen en klanken van die periode. In- middels ligt dit binnen onze mogelijkheden, hoe- wel anders dan de manier waarop Wells het zich eind negentiende eeuw had voorgesteld. In onze tijd is de computer de tijdmachine, en hij laat ons niet daadwerkelijk naar een vierde dimensie rei- zen, maar presenteert een virtuele reconstructie van het verleden. Digitale reconstructie Voor die reconstructie hebben we gekozen voor het Amsterdam van de negentiende eeuw. De Amsterdam Time Machine (ATM), gefinan- cierd door CLARIAH en gecoördineerd door Julia Noordegraaf (UvA), is gebaseerd op een ge- detailleerde kaart met kadaster- en bevolkings- gegevens, die aan elkaar worden gekoppeld via HisGIS van Hans Mol (Fryske Akademy). Het Meertens Instituut wil binnen ATM een re- constructie maken van de negentiende-eeuwse Amsterdamse dialecten. Daardoor hopen we het realiteitsgehalte te kunnen testen van de 19 ver- schillende Amsterdamse ‘tongvallen’ die volgens een boek van de taalkundige Johan Winkler uit 1874 aan het begin van de negentiende eeuw werden gesproken. Met ‘tongvallen’ worden so- ciolecten bedoeld, lopend van het Kalverstraats, ‘het beste en welluidendste amsterdamsch’ tot het Duvelshoeks, dat ‘in zijn platste platheid, doormengd [was] met tal van woorden uit de dieve- en bedelaarstaal’. Van lang niet al deze tongvallen geeft Winkler voorbeelden. Binnen ATM gaan we de gegevens aanvullen met zoveel mogelijk gelokaliseerde data. We beschikken bijvoorbeeld over een groot aantal bronnen van het Amsterdamse Bargoens. Ook hebben we veel informatie over Jiddische leenwoorden in het Amsterdams, die globaal ge- lokaliseerd kunnen worden in het ‘Jodenhoeks’. Waar is het origineel? Prachtig materiaal levert ook een vragenlijst op die W.W. van Lennep en J.A.Alberdingk Thijm in 1877 aan een groot aantal Amsterdammers hebben voorgelegd. De meeste vragen betreffen de uitspraak. Zo bleek ‘ij’ in ‘mijn’ of ‘ijs’ op vier verschillende manieren te worden uitgesproken: als ‘èè’, ‘aa’, ‘ei’ en ‘aai’. Die laatste uitspraak is sinds eind twintigste eeuw heel verbreid geraakt en valt onder het zogenaamde Poldernederlands. De door Van Lennep en Thijm gepubliceerde sa- menvatting van de antwoorden zijn heel waarde- vol. Maar wat zouden we graag de originele antwoorden met gegevens van de informanten willen terugvinden. Vooralsnog zijn we daarin niet geslaagd, maar wie weet heeft u als lezers van E-data een tip waar ze zijn te vinden... Eind september / begin oktober vond de Time Machine 2018 conferentie plaats in het Tech Con- vention Center in Lausanne, Zwitserland. Meer informatie over dit event staat online: conference.timemachine.eu. create.humanities.uva.nl INHOUD 2 Project van CentERdata toont potentie ODF 3 In gesprek met Lora Aroyo over context 4 Virtual reality biedt wereld aan nieuwe data 5 Online databank PAN toont al 11.500 objecten 5 De voordelen van persis- tent identifier ORCID 6 Sinds kort beschikbaar en de actuele agenda 7 In gesprek met jong talent Chris Dijkshoorn 8 ‘Den lezer heil’, aldus Sanders in laatste column Jaargang 13 | nummer 1 Nieuwsbrief over data en onderzoek in de alfa- en gamma- wetenschappen. E-data & Research verschijnt drie keer per jaar en wordt mogelijk gemaakt door: CentERdata, CLARIAH, DANS, Huygens ING, de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksmuseum. E - DATA & RESEARCH E - DATA & RESEARCH oktober 2018 1 Scan deze QR-code met een smartphone om de website van E-data te bezoeken. edata.nl Online Amsterdam Time Machine en het oude Amsterdamse dialect Van het Kalverstraats tot het Duvelshoeks E-data wordt gratis toegezonden aan relaties van de stakeholders. Ook een uitgave ontvangen? Mail de redactie: [email protected]. Kom ook 28 november naar de prijsuitreiking van de Nederlandse Dataprijs zie pagina 2 In 1874 telde Amsterdam 19 dialecten; dialectologe Jo Daan heeft in 1949 in ‘Hij zeit wat. Grepen uit de Amsterdamse volkstaal’ de lokatie van 18 daarvan gereconstrueerd. Credits Jo Daan RDA-wegwijzer voor sociale wetenschappers ‘Samen voor Open Science’ Meer dan 90 groepen zijn ac- tief binnen de Research Data Alliance (RDA). DANS zocht uit welke groepen relevant zijn voor sociale wetenschap- pers. Ricarda Braukmann De Research Data Alliance is een internationale en op leden geba- seerde organisatie. Zij zet zich sinds 2013 in om uitwisseling en herge- bruik van data te stimuleren en de bestaande infrastructuur uit te brei- den. Inmiddels telt de RDA meer dan 7000 leden uit 137 verschillende landen. RDA-leden, voornamelijk onderzoekers en data science pro- fessionals, zijn actief in meer dan 90 groepen en vormen de kern van het werk van de Alliance. Zij werken aan verschillende uitdagingen op het gebied van data sharing en open sci- ence. Er is dus veel te beleven, maar voor nieuwkomers kan het lastig zijn om een goed overzicht te krijgen van alle ontwikkelingen binnen de RDA. Gids naar groepen Om RDA-nieuwkomers uit de soci- ale wetenschappen op weg te helpen, heeft DANS onlangs een RDA-intro- ductie samengesteld. De introductie bevat een overzicht van de verschil- lende RDA-groepen en een wegwij- zer die aangeeft welke groepen het meest relevant zijn voor de sociale wetenschappen. Zo is er bijvoorbeeld een RDA-groep die zich bezighoudt met datama- nagement training, een onderwerp dat steeds meer onder de aandacht komt bij onderzoekers en financiers. Ook het werk van de Data-Disco- verygroep, die onder meer disci- pline-brede tips geeft voor het zoe- ken en vinden van onderzoeksdata, zou interessant kunnen zijn voor een sociale wetenschapper. In de sociale wetenschappen wordt vaak gewerkt met proefpersonen en persoonsgegevens. RDA-groepen gericht op privacy en ethische as- pecten van het delen van data wor- den daarom als zeer relevant geacht voor onderzoekers uit dit vakgebied. Sociaalwetenschappelijke onder- zoekers met een medische focus kunnen zich aansluiten bij een RDA- groep specifiek gericht op gezond- heidsdata, en omdat big data een steeds grotere rol speelt in de sociale wetenschappen is ook de RDA-groep rondom big data meegenomen in de wegwijzer. De rol van DANS De volledige introductie met alle RDA-groepen en hun relevantie voor de sociale wetenschappen is door DANS samengesteld in het kader van het RDA Europe 4.0 project (Hori- zon 2020, kenmerk 777388). DANS heeft in dit project de rol als natio- nale RDA-node en als ambassadeur voor de sociale en geestesweten- schappen. Het rapport en de bijbehorende data- set zijn open access beschikbaar via Zenodo (doi.org/10.5281/zenodo. 1401105). rd-alliance.org

Transcript of Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle...

Page 1: Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle RDA-groepenenhunrelevantievoor de sociale wetenschappen is door DANS samengesteldinhetkadervan het RDA

Het Amsterdam van de 19e eeuw

telde bijna 20 verschillende socio-

lecten. Met het project Amster-

dam Time Machine maakt het

Meertens Instituut een recon-

structie van de taal van deze tijd.

Nicoline van der Sijs

Sinds H.G. Wells de menselijke fantasie prik-kelde met het idee van tijdreizen, hebben velenvan ons ervan gedroomd om naar een andere tijdte gaan en ons onder te dompelen in de beelden,kleuren, vormen en klanken van die periode. In-middels ligt dit binnen onze mogelijkheden, hoe-wel anders dan de manier waarop Wells het zicheind negentiende eeuw had voorgesteld. In onzetijd is de computer de tijdmachine, en hij laat onsniet daadwerkelijk naar een vierde dimensie rei-zen, maar presenteert een virtuele reconstructievan het verleden.

Digitale reconstructieVoor die reconstructie hebben we gekozen voorhet Amsterdam van de negentiende eeuw. DeAmsterdam Time Machine (ATM), gefinan-cierd door CLARIAH en gecoördineerd doorJulia Noordegraaf (UvA), is gebaseerd op een ge-detailleerde kaart met kadaster- en bevolkings-gegevens, die aan elkaar worden gekoppeld viaHisGIS van Hans Mol (Fryske Akademy).Het Meertens Instituut wil binnen ATM een re-constructie maken van de negentiende-eeuwseAmsterdamse dialecten. Daardoor hopen we hetrealiteitsgehalte te kunnen testen van de 19 ver-schillende Amsterdamse ‘tongvallen’ die volgenseen boek van de taalkundige Johan Winkler uit1874 aan het begin van de negentiende eeuwwerden gesproken. Met ‘tongvallen’ worden so-ciolecten bedoeld, lopend van het Kalverstraats,‘het beste en welluidendste amsterdamsch’ tot

het Duvelshoeks, dat ‘in zijn platste platheid,doormengd [was] met tal van woorden uit dedieve- en bedelaarstaal’.Van lang niet al deze tongvallen geeft Winklervoorbeelden. Binnen ATM gaan we de gegevensaanvullen met zoveel mogelijk gelokaliseerdedata. We beschikken bijvoorbeeld over een grootaantal bronnen van het Amsterdamse Bargoens.Ook hebben we veel informatie over Jiddischeleenwoorden in het Amsterdams, die globaal ge-lokaliseerd kunnen worden in het ‘Jodenhoeks’.

Waar is het origineel?Prachtig materiaal levert ook een vragenlijst opdie W.W. van Lennep en J.A. Alberdingk Thijmin 1877 aan een groot aantal Amsterdammershebben voorgelegd. De meeste vragen betreffende uitspraak. Zo bleek ‘ij’ in ‘mijn’ of ‘ijs’ op vier

verschillende manieren te worden uitgesproken:als ‘èè’, ‘aa’, ‘ei’ en ‘aai’. Die laatste uitspraak issinds eind twintigste eeuw heel verbreid geraakten valt onder het zogenaamde Poldernederlands.De door Van Lennep en Thijm gepubliceerde sa-menvatting van de antwoorden zijn heel waarde-vol. Maar wat zouden we graag de origineleantwoorden met gegevens van de informantenwillen terugvinden. Vooralsnog zijn we daarinniet geslaagd, maar wie weet heeft u als lezersvan E-data een tip waar ze zijn te vinden...

Eind september / begin oktober vond de TimeMachine 2018 conferentie plaats in het Tech Con-vention Center in Lausanne, Zwitserland.Meer informatie over dit event staat online:conference.timemachine.eu.create.humanities.uva.nl

INHOUD

2Project van CentERdatatoont potentie ODF

3In gesprek met LoraAroyo over context

4Virtual reality biedtwereld aan nieuwe data

5Online databank PANtoont al 11.500 objecten

5De voordelen van persis-tent identifier ORCID

6Sinds kort beschikbaaren de actuele agenda

7In gesprek met jongtalent Chris Dijkshoorn

8‘Den lezer heil’, aldusSanders in laatste column

Jaargang 13 | nummer 1

Nieuwsbrief overdata en onderzoekin de alfa- en gamma-wetenschappen.

E-data & Research verschijntdrie keer per jaar en wordtmogelijk gemaakt door:CentERdata, CLARIAH,DANS, Huygens ING,de Koninklijke Bibliotheeken het Rijksmuseum.

E-DATA &RESEARCH

E-DATA & RESEARCH oktober 2018 1

Scan dezeQR-code met eensmartphone om dewebsite van E-datate bezoeken.edata.nl

Online Amsterdam Time Machine en het oude Amsterdamse dialect

Van het Kalverstraatstot het Duvelshoeks

E-data wordt gratistoegezonden aan relatiesvan de stakeholders. Ookeen uitgave ontvangen?Mail de redactie:[email protected].

Kom ook 28 novembernaar de prijsuitreiking vande Nederlandse Dataprijszie pagina 2

In 1874 telde Amsterdam 19 dialecten; dialectologe Jo Daan heeft in 1949 in ‘Hij zeit wat.Grepen uit de Amsterdamse volkstaal’ de lokatie van 18 daarvan gereconstrueerd.Credits Jo Daan

RDA-wegwijzer voor sociale wetenschappers

‘Samen voor Open Science’Meer dan 90 groepen zijn ac-tief binnen de Research DataAlliance (RDA). DANS zochtuit welke groepen relevantzijn voor sociale wetenschap-pers. Ricarda Braukmann

De Research Data Alliance is eeninternationale en op leden geba-seerde organisatie. Zij zet zich sinds2013 in om uitwisseling en herge-bruik van data te stimuleren en debestaande infrastructuur uit te brei-den.Inmiddels telt de RDA meer dan7000 leden uit 137 verschillendelanden. RDA-leden, voornamelijkonderzoekers en data science pro-fessionals, zijn actief in meer dan90 groepen en vormen de kern vanhet werk van de Alliance. Zij werken

aan verschillende uitdagingen op hetgebied van data sharing en open sci-ence. Er is dus veel te beleven, maarvoor nieuwkomers kan het lastig zijnom een goed overzicht te krijgenvan alle ontwikkelingen binnen deRDA.

Gids naar groepenOm RDA-nieuwkomers uit de soci-ale wetenschappen op weg te helpen,heeft DANS onlangs een RDA-intro-ductie samengesteld. De introductiebevat een overzicht van de verschil-lende RDA-groepen en een wegwij-zer die aangeeft welke groepen hetmeest relevant zijn voor de socialewetenschappen.Zo is er bijvoorbeeld een RDA-groepdie zich bezighoudt met datama-nagement training, een onderwerp

dat steeds meer onder de aandachtkomt bij onderzoekers en financiers.Ook het werk van de Data-Disco-verygroep, die onder meer disci-pline-brede tips geeft voor het zoe-ken en vinden van onderzoeksdata,zou interessant kunnen zijn voor eensociale wetenschapper.In de sociale wetenschappen wordtvaak gewerkt met proefpersonen enpersoonsgegevens. RDA-groepengericht op privacy en ethische as-pecten van het delen van data wor-den daarom als zeer relevant geachtvoor onderzoekers uit dit vakgebied.Sociaalwetenschappelijke onder-zoekers met een medische focuskunnen zich aansluiten bij een RDA-groep specifiek gericht op gezond-heidsdata, en omdat big data eensteeds grotere rol speelt in de sociale

wetenschappen is ook de RDA-groeprondom big data meegenomen in dewegwijzer.

De rol van DANSDe volledige introductie met alleRDA-groepen en hun relevantie voorde sociale wetenschappen is doorDANS samengesteld in het kader vanhet RDA Europe 4.0 project (Hori-zon 2020, kenmerk 777388). DANSheeft in dit project de rol als natio-nale RDA-node en als ambassadeurvoor de sociale en geestesweten-schappen.Het rapport en de bijbehorende data-set zijn open access beschikbaar viaZenodo (doi.org/10.5281/zenodo.1401105).

rd-alliance.org

Page 2: Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle RDA-groepenenhunrelevantievoor de sociale wetenschappen is door DANS samengesteldinhetkadervan het RDA

Digital Humanities 2018:Puentes/BridgesSteven ClaeyssensDeze zomer werd het jaarlijksegrote Digital Humanities-congres inMexico City georganiseerd. In dehoop culturele, sociale en geestes-wetenschappelijke bruggenbouwtussen onderzoekers van over dehele wereld te stimuleren, was hetgastland voor het eerst een Latijns-Amerikaans land. Met dezelfdeintentie wierp men een extra taal-barrière op door het congres offici-eel tweetalig (Engels en Spaans) temaken.De openingslezing werd gehoudendoor Janet Chávez Santiago, Mexi-caans taalkundige gespecialiseerdin het Zapoteeks, een van de oudstenog gesproken talen in Mexico. Inhaar introductie van Chávez Santi-ago herinnerde Elisabeth Burr deaanwezigen eraan hoe op het webtijdens de eerste jaren alleen plaatswas voor het Engels of hooguit an-dere talen in het Latijnse alfabet.Chávez Santiago onderzoekt nu hoedigitale media ingezet kunnen wor-den voor en door sprekers van in-heemse talen. Zo werkt ze samenmet sprekers van het Zapoteeks aaneen online woordenboek van detaal.In haar slotlezing deed Schuyler

Esprit verslag van de gevolgen vande klimaatverandering voor deCaraïben. Esprit is oprichtster endirecteur van het Create CaribbeanResearch Institute, het eerste DigitalHumanities-lab op de EngelstaligeCaraïben. Ze verhaalde over devernietigende passage van orkaanMaria in 2017, hoe dit het lab ver-woestte en het eiland Dominica ont-wrichtte. Tegenwoordig onderzoektze met haar studenten hoe weten-schap en kunst met digitale midde-

len een gemeenschap die de tol vande klimaatverandering betaalt kanbijstaan.Deze editie zou de boeken in kun-nen gaan als het jaar waarin de toe-passing van 3D-technieken in dehumaniora in een stroomversnellingkwam.Benieuwd wat het volgend jaarbrengt? Noteer alvast 9 tot en met12 juli 2019 in de agenda. Locatie:TivoliVredenburg, Utrecht.dh2018.adho.org

ODISSEI Data Facilityvoor complexere vragenMarion Wittenberg27 juni presenteerde ODISSEI inUtrecht het prototype van hetnieuwe dataplatform ODF. ODFwordt ontwikkeld door SURFsaraen het Centraal Bureau voor de Sta-tistiek (CBS) en biedt de mogelijk-heid om in een veilige High Perfor-mance Computing omgeving ver-schillende soorten complexe dataaan elkaar te linken.John Kartopawiro en RuurdSchoonhoven (CBS) legden in hunpresentatie de ins en outs van ditnieuwe dataplatform voor de socialeen economische wetenschappen uit.De pilot is gestart met de koppelingvan data van het Nederlands Twee-ling Register (NTR) aan CBS-data;Eveline de Zeeuw liet zien dat metODF het verband tussen verstede-lijking en schizofrenie veel beteronderzocht kan worden.Daniel Oberski (UniversiteitUtrecht) hield een gloedvol pleidooiwaarom computationele analysesessentieel zijn voor de hedendaagsesociale wetenschappen. Na de pauzekwam een serie van onderzoeks-

problemen voor het voetlicht diemet ODF aangepakt zouden kunnenworden.Edwin de Jonge (CBS) ging in op decomplexiteit van sociale netwerken.In Nederland wonen 17 miljoenmensen die samen 39 miljard rela-ties onderhouden. De rekenkrachtvan ODF maakt het mogelijk dezenetwerken te onderzoeken. MarcelDas (CentERdata) zou ODF graagwillen gebruiken voor de analysevan Accelerometer data die Cen-tERdata met het LISS-panel verza-melt. ODF maakt het mogelijk omdeze data met ‘Deep Learning’ me-thoden te analyseren (red: zie artikelonderaan deze pagina). Nico Pie-terse (Planbureau voor de Leefom-geving) ziet ook veel potentie inODF omdat het hiermee mogelijkwordt gedetailleerde klimaatgege-vens te koppelen aan zowel gege-vens over de gebouwde omgevingals gezondheidsdata, om zo lokaleklimaatrisico’s in kaart te brengen.Andere sprekers gingen in op de mo-gelijkheden van koppeling van ge-odata, biobanken en grote surveys.Aan enthousiasme en ideeën was ertijdens deze drukbezochte bijeen-komst geen gebrek. Een goede basisom de plannen omtrent de ODISSEIData Facility verder uit te werken.odissei-data.nl

2 oktober 2018 E-DATA & RESEARCH

GEHOORD & BIJGEWOOND

COLOFON Uitgever: E-data & Research. Redactieadres: Anna van Saksenlaan 51, 2593 HW Den Haag, 070-3494450, [email protected], www.edata.nl.Hoofd-/eindredacteur: Heidi Berkhout. Redactie: Marika de Bruijne, Steven Claeyssens, Maarten Heerlien, Machteld Maris, Erica Renckens, Marion Wittenberg.Redactiesecretariaat: Lucas Pasteuning. Aan dit nummer werkten mee: Ricarda Braukmann, Hella Hollander, Marije Oudejans, Ewoud Sanders, Nicoline van der Sijs,Corrie Vis, Iris Vocking. Opmaak: Colette Sloots, Haarlem. Productie: Amsterdam University Press. Druk: Ten Brink, Meppel. Webmaster: Sonja Duijkers Oplage: 6500papier, 4500 digitaal. ISSN: 1872-0374. We hebben getracht alle belanghebbenden met betrekking tot het gebruikte beeldmateriaal te benaderen. Degenen die menenrechten te kunnen doen gelden, kunnen zich tot ons wenden. Toezending papieren en/of digitale versie is kosteloos aan relaties van de stakeholders en studenten in dealfa- en gammarichtingen.

OVERNEMEN ARTIKELENWilt u een artikel uit dit blad overnemen?Dat mag altijd, maar vermeld wel de bron (E-data& Research) en de naam van de auteur van hetartikel. Neem ook contact op met de hoofd-redacteur (zie colofon) om door te geven waarartikelen geplaatst worden.

Het accelerometerprojecttoont de potentie van deODISSEI Data Facility (ODF)om hoogfrequente data teanalyseren en te combinerenmet survey- en registerdata.Marije Oudejans

Tijdens het accelerometerprojecthebben ruim 1.000 LISS panelleden8 dagen continu een accelerometerom hun pols gedragen. Deze meterregistreerde met 60 metingen perseconde hun fysieke activiteit. Ditresulteerde in een grote hoeveelheidhoogfrequente data op het gebiedvan activiteit gemeten op een x-y-zas. Tijdens dezelfde periode rappor-teerden panelleden ook zelf hun da-gelijkse bezigheden en mate van in-spanning. Zo kon een vergelijkingworden gemaakt tussen objectiefgemeten activiteit en subjectief ge-rapporteerde activiteit (Kapteyn etal., 2018).

DatakoppelingHet koppelen met bestaande regis-terdata was voorheen al mogelijkbij het CBS door middel van de re-mote access faciliteit. Ook de HighPerformance Computing (HPC)

clusters van SURFsara waren al toe-gankelijk voor de benodigde reken-kracht. “Echter, de combinatie vandeze twee maakt de ODF juist zouniek”, vertelt Joris Mulder, onder-zoeker bij CentERdata en project-leider van het accelerometerproject.“De faciliteit maakt het bijvoor-

beeld mogelijk om de accelerome-terdata te koppelen aan vele be-staande (register)data van het CBSin een beveiligde omgeving, zodatprivacy van gevoelige gegevens ge-waarborgd blijft. Daarnaast maaktde beschikbaarheid van HPC binnende ODF-omgeving het toepassen

van data science-technieken moge-lijk, zoals machine learning, deeplearning en (ongestructureerde) pa-troonherkenning.

Vollediger beeldZo kunnen nu relaties tussen (en va-riaties in) gewicht en patronen vanfysieke activiteit, persoonlijkheids-kenmerken, sociaal-economischepositie en gezondheid beter in beeldworden gebracht. Dit wordt gedaandoor de hoogfrequente, niet-geag-gregeerde data van de accelero-meters te combineren met anderesensordata, zoals gewicht, vetper-centage en spiermassa van hetweegschaalproject en andere datauit longitudinale LISS panelstudiesop het gebied van persoonlijkheid,gezondheid, inkomen en bezit enmicrodata van het CBS. Dit kan totnieuwe inzichten leiden op het ge-bied van relaties tussen beweging,gezondheid, persoonlijkheid en so-ciaal-economische status. Inzichtendie in eerste instantie niet zo voor dehand liggend zijn, maar binnen deODF omgeving nu wel geïdentifi-ceerd kunnen worden.”

odissei-data.nl

ActivityPatternRecognition: Door het bijhouden van activiteiten (lopen,fietsen, zitten, etc.) en het dragen van de accelerometer wordt duidelijkwelk patroon bij welke activiteit hoort en wordt een baseline gecreëerd.Met Machine Learning en patroonherkenning kunnen vervolgens despecifieke patronen en activiteiten herkend worden uit de volledige,ruwe data. Credits CentERdata

Hoogfrequente accelerometerdata in de sociale wetenschappen

Patroonherkenning in beweging

Wie worden dewinnaars van deDataprijs 2018?Uit de bijna 50 ingezonden datasetsvoor de Dataprijs 2018 zijn onlangsdoor de jury, per categorie, 3 geno-mineerden gekozen die kans makenop € 5.000 voor het toegankelijk(er)maken van hun onderzoek. Be-nieuwd naar wie de genomineerdenzijn? Ze staan op de website vanRDNL, de initiatiefnemer van deDataprijs. Rondom de prijsuitrei-king op 28 november wordt een in-teressante dag georganieerd doorRDNL, LCRDM, UKB werkgroepResearch Data, NFU Data4Life-Sciences en het Nationaal PlatformOpen Science voor onderzoekers endata stewards. Aanmelden kan on-line. (HB)researchdata.nl

De rekenkracht van ODF maakt het mogelijk om sociale netwerken teonderzoeken. Credits Istock

Page 3: Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle RDA-groepenenhunrelevantievoor de sociale wetenschappen is door DANS samengesteldinhetkadervan het RDA

“Erfgoedinstellingen beschik-

ken over een goudmijn aan

data waarmee ze hun maat-

schappelijke relevantie kunnen

vergroten.” E-data interviewt

Lora Aroyo, professor in de

computerwetenschappen.

Maarten Heerlien

Begin oktober was Lora Aroyo keynotespre-ker tijdens de International Conference of ArtLibraries. In haar kernboodschap richtingbibliotheken, archieven en musea is Aroyostellig: “gebruik je publiek om meer kennis eninzichten uit je collectie te halen. Zo kunnenwe erfgoed interpreteren vanuit steeds meerperspectieven”. Samen met het Rijksmuseum,Beeld & Geluid en andere erfgoedinstellingenwerkt Aroyo samen om collecties en objectente verrijken met behulp van semantische tech-nieken en machine learning.

User data als sleutelAroyo: “Amazon zette door het gebruik vanuser data de retailmarkt op zijn kop. Erfgoed-instellingen hebben de sleutel in handen omdatzelfde te doen. Door de userlogs van hunwebsite, collectieportaal en andere online ui-tingen structureel te analyseren en trendsdaarin te identificeren, kunnen instellingenvoortdurend anticiperen op de behoeften envoorkeuren van hun bezoekers. Zoektermendie online bezoekers invoeren bijvoorbeeld,geven inzicht in de diversiteit aan terminolo-gie die ze daarbij bezigen. Met zulke inzich-ten kunnen instellingen hun eigen thesauriverrijken en zo hun zoekingangen en aanbe-velingen beter afstemmen op de vocabulairesvan hun gebruikers.”

Bredere contextVeel bezoekers zijn bovendien kundige erf-goedliefhebbers die staan te springen om ac-tief en vrijwillig hun eigen kennis toe te voe-gen aan collecties en objecten waarvoor zijeen passie hebben. Aroyo: “Het is voor museaessentieel om doelgroepen, of dat nou pro-fessionals, niche-experts of leken zijn, deruimte en de middelen te bieden om collectieste verrijken met hun eigen annotaties en te ge-bruiken om hún verhaal te vertellen. Elk vandie doelgroepen doet dat vanuit zijn eigenperspectief. Het vastleggen en leren begrijpenvan al die verschillende perspectieven is waar-devol want daardoor ontdek je wat elk van diegroepen kan meebrengen om je collectie ineen bredere context te plaatsen. Om zo meeren meer gestructureerde informatie te verza-melen over objecten en deze in te zetten omgebruikers continu nieuwe en rijkere ingangenop collecties te bieden. De uiteenlopende the-matische experimenten die we deden rondomvogels, mode en bijbels, toonden aan hoeveelpotentie dit heeft. Het bewerkstelligt inclusi-viteit en creativiteit, belangrijke thema’s voorerfgoedinstellingen.”Crowdsourcing en nichesourcing, termen

waarmee Aroyo een combinatie van inputvanuit de grote menigte met specialistische in-put van niche-experts aanduidt, zijn veelbe-lovende methoden om verschillende perspec-tieven op collecties te verzamelen. “Je zultover veel onderwerpen heel uiteenlopendeuitspraken terugkrijgen van de crowd. Daar-onder zullen zich onherroepelijk een aantal, inde ogen van de meerderheid, vreemde ziens-wijzen bevinden, waarvan je je niet kunt voor-stellen dat er mensen zijn die zo tegen een on-derwerp of object aankijken. Die afwijkingenmoet je koesteren, want dan ga je inzien hoecontroversieel een onderwerp of object ei-genlijk is. En controverse zet mensen aan hetdenken, het bewustzijn van het bestaan vaneen tegenbewering is het begin van nieuwekennis!”

Patronen in CrowdtruthDe kans bestaat dat erfgoedinstellingen ver-drinken in de zee van controversiële ziens-wijzen die dat mogelijk gaat opleveren.Aroyo: “Met dat gegeven in het achterhoofdhebben we Crowdtruth.org ontwikkeld. Ik doeonderzoek naar human-in-the-loop machinelearning. Dat houdt kortweg in dat je compu-ters traint om patronen te herkennen in grotehoeveelheden data op basis van verzamelin-gen door mensen geannoteerde voorbeelden,zogeheten ‘ground truths’. Samen met ChrisWelty, één van de ontwikkelaars van IBM’ssupercomputer Watson, onderzocht ik de me-thoden die onderzoekers doorgaans gebrui-ken om zulke ground truths te genereren. Weconstateerden dat dit vaak gebeurt op basisvan een zevental misvattingen, bijvoorbeeldde aannames dat er op elke vraag slechts één

juist antwoord mogelijk is en dat de input vande professional meer waard is dan die van deleek. Ook zijn het doorgaans momentopnamesen worden veranderende inzichten over lan-gere periodes niet ingecalculeerd. In Crowd-Truth vangen we het hele spectrum aan mo-gelijke antwoorden op een vraag, ook door detijd heen. We wegen hoeveel steun elk van dieantwoorden geniet en stellen die weging

voortdurend bij op basis van nieuwe input.Voor erfgoedinstellingen kan deze methodiekdoorlopend inzichtelijk maken hoe verschil-lende doelgroepen tegen collecties aankijken,hoe die zienswijzen zich tot elkaar verhoudenen in hoeverre dat door de tijd heen verandert.Als ze dat in de infrastructuur van de organi-satie inbedden, hebben instellingen een krach-tig hulpmiddel om op innovatieve manierende interactie met hun publiek aan te gaan.”Aroyo erkent overigens dat erfgoedinstellin-gen vaak onvoldoende expertise in huis heb-ben om dit soort datagedreven processen tekunnen beheren. “Datawetenschappers zoe-ken voortdurend naar partners om hun theo-rieën en methoden in praktijk te testen. Veelinteressanter wordt het wanneer een erfgoed-instelling op óns afstapt met hun onderzoeks-vragen. Daarmee wordt het voor beide partijenrelevanter en dat vergroot de kans dat onder-zoeksresultaten terugvloeien naar de maat-schappij. En dat is voor iedereen een gunstigperspectief.”lora-aroyo.org

E-DATA & RESEARCH oktober 2018 3

In haar kernboodschap richting bibliotheken, archieven en musea is Aroyo stellig: ‘gebruik je publiek om meer kennis en inzichten uit jecollectie te halen’. Credits: Nacho Guevara

Lora Aroyo, professor in de computerwetenschappen:

‘Laat gebruikers actief vertellenen collecties verrijken’

‘Plaatsje collectie

in eenbredere context’

INTERVIEW

Lora AroyoLora Aroyo studeerde com-

puterwetenschap aan de uni-

versiteit van Sofia te Bulga-

rije en specialiseerde zich in

kunstmatige intelligentie.

In 2001 promoveerde ze aan

de Universiteit Twente op

het onderwerp Task-based

Approach to Information

Handling Support for Web-

based Education. In de peri-

ode 2001-2006 bekleedde

ze posities aan de Universi-

teit van Osaka, het CWI, de

Universiteit Eindhoven. Vanaf

2006 was Aroyo werkzaam

aan de Computer science

faculteit van de Vrije Universi-

teit Amsterdam. Aldaar werd

ze in 2016 benoemd tot

professor en gaf ze leiding

aan de onderzoeksgroep

User-Centric Data Science.

Daarnaast is Aroyo onder

andere als visiting researcher

betrokken bij Columbia Data

Science en CornellTech in

New York en bij het Center

for Advanced Studies van

IBM Nederland en is ze

Track Leader Creatieve In-

dustrie bij Amsterdam Data

Science. Ook is ze hoofd-

onderzoeker bij de New

Yorkse startup Tagasauris Inc.

Page 4: Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle RDA-groepenenhunrelevantievoor de sociale wetenschappen is door DANS samengesteldinhetkadervan het RDA

Per 1 oktober is de nieuweNederlandse GedragscodeWetenschappelijke Integriteitingegaan.Marika de Bruijne

De nieuwe gedragscode beschrijftde principes van wetenschappelijkeintegriteit, normen voor goede on-derzoekspraktijken, procedures voorhet geval de normen niet wordennageleefd en de verantwoordelijk-heden van instellingen.“Bovendien besteedt de nieuwe ge-dragscode meer aandacht aan deomgang met onderzoeksdata. Dit isniet verrassend, het gebruik en be-heer van onderzoeksdata is steedsbelangrijker geworden.” Aan hetwoord is Lex Bouter, lid van decommissie die de nieuwe gedrags-code opgesteld heeft. “De nieuwecode sluit aan bij internationale ont-wikkelingen en is bruikbaar voorzowel fundamenteel als toegepast

en praktijkgericht onderzoek.”Sinds 2004 bestaat een NederlandseGedragscode Wetenschapsbeoefe-ning. Omdat de discussie over we-tenschappelijke integriteit niet heeftstilgestaan, werd in juni 2016 be-sloten een nieuwe code op te stellen.Een onafhankelijke commissie, in-

gesteld door de besturen van KNAW,VSNU, NFU, NWO, Vereniging Ho-gescholen en TO2-federatie, kreegde opdracht. In de herfst van 2017had de commissie een conceptversieklaar. Bouter: “Daarna zijn er con-sultatiebijeenkomsten en interviewsgehouden met internationale expertsen een openbare internetconsulta-tieronde. Met de opbrengst van dezeconsultaties is de code verder aan-gescherpt binnen de kaders van deALLEA-code, de Europese gedrags-code voor integer onderzoek.”

In een notendop• De nieuwe gedragscode is vantoepassing op het publieke en hetpubliek-private wetenschappelijkonderzoek in Nederland;• De code definieert vijf principes(eerlijkheid, zorgvuldigheid, trans-parantie, onafhankelijkheid, verant-woordelijkheid) van wetenschappe-lijke integriteit, 61 normen voor

goede onderzoekspraktijken en 21zorgplichten voor de instellingen;• Deze zorgplichten voor de instel-lingen geven aan dat onderzoeksor-ganisaties verantwoordelijk zijnvoor het creëren van een werkom-geving waarbinnen goede onder-zoekspraktijken worden bevorderden geborgd;• De code maakt onderscheid tus-sen schendingen van de weten-schappelijke integriteit, bedenkelijkgedrag en lichte tekortkomingen;• In het laatste hoofdstuk staat be-schreven hoe een instelling om moetgaan met klachten over mogelijkeschendingen van de wetenschappe-lijke integriteit;• De code laat aan de ene kantruimte aan de instellingen om toteen gebalanceerd oordeel te komenover potentiële schendingen van dewetenschappelijke integriteit, maarnoemt de wegingscriteria die daar-bij een rol spelen expliciet.

4 oktober 2018 E-DATA & RESEARCH

VR-lab biedt mogelijkheden voor de wetenschap

Nieuwe onderzoekenin een virtuele wereldOnderzoeker David Peeters

managet het Virtual Reality-lab

van het Nijmeegse Max Planck

Instituut. Het lab biedt veel

onderzoeksmogelijkheden.

Erica Renckens

“Dit VR-lab hebben we sinds midden 2015”,vertelt David Peeters, postdoc en manager vande CAVE (cave automatic virtual environ-ment), zoals het VR-lab officieel heet. “Hier-voor gebruikten we een head-mounted dis-play, zo’n headset die je nu ook veel in winkelsziet. In de CAVE kun je bepaalde soorten data,zoals hersensignalen, veel makkelijker meten.Verder kan de proefpersoon hier via de brilnog zijn eigen lichaam zien, wat de ervaringnog realistischer maakt.”Zo goed als alle onderzoeksinstellingen in desociale wetenschappen beschikken tegen-woordig over een VR-lab, al gaat het danmeestal om headsets. Peeters: “VR wordt opallerlei manieren in de sociale wetenschap-pen toegepast. Bijvoorbeeld tijdens therapievoor de behandeling van fobieën of trauma’s.Of als methode om bijvoorbeeld etnischevooroordelen te bestuderen. In VR kun je va-riabelen manipuleren die in het echte levenniet te controleren zijn, dat is heel handig.”

Zeldzaam fenomeenIn de geesteswetenschappen is VR als onder-zoeksmethode een veel zeldzamer fenomeen.Peeters: “Er is wel onderzoek gedaan naar bij-voorbeeld het switchen tussen talen bij twee-taligen. In de CAVE kun je dan twee verschil-lende avatars tegenover de proefpersoon zet-

ten, die elk een andere taal spreken. Dat is eenveel natuurlijkere situatie dan waarin dat door-gaans experimenteel onderzocht wordt.”

Meerwaarde methodeVR heeft volgens Peeters duidelijk meer-waarde als onderzoeksmethode: “Sommigeeffecten die eerder werden gevonden, blijkenwellicht toch niet te bestaan. Als je woordenmet een negatieve betekenis bijvoorbeeld eenvoor een op een scherm ziet, verwerk je dezeop een dieper niveau dan woorden met eenpositieve of neutrale betekenis. In VR zienwe dat effect echter niet meer, dus in het alle-

daagse leven speelt dat waarschijnlijk nauwe-lijks.”Onlangs is Peeters een project gestart metRoel Willems, onderzoeker aan de FaculteitLetteren van de Radboud Universiteit. “Wegaan de perceptie van poëzie gecombineerdmet VR bestuderen”, vertelt Peeters. “Een gra-fisch vormgever gaat bij vier gedichten eentoepasselijke, beeldende VR-omgeving ont-werpen waarin je het gedicht krijgt voorgele-zen. We zijn benieuwd welk effect dit heeft opde waardering van de gedichten.”

mpi.nl/resources/labs/vr-lab

Normen voor goedeonderzoekspraktijken

Enkele voorbeelden van normenvoor goede onderzoekspraktijken:

• Beschrijf eerlijk, zorgvuldig enzo transparant mogelijk deverzamelde en/of gebruikte data;

• Beheer de verzamelde datazorgvuldig en bewaar de ruwe ende bewerkte versies gedurendeeen voor de discipline enmethodologie passende termijn;

• Werk eraan mee dat datawaarvoor dat gepast is,overeenkomstig de FAIR-beginselen vindbaar, toegankelijk,interoperabel en herbruikbaar zijn(Findable, Accessible,Interoperable, Re-usable).

De nieuwe Gedragscode isbeschikbaar op vsnu.nl

Meer aandacht voor omgang met data

Een nieuwe gedragscode wetenschap

Utrecht YoungAcademy lanceertpodcast ‘The Roadto Open Science’De Road to Open Science podcast is eeninitiatief van de Utrecht Young Academy,ondersteund door de Universiteitsbiblio-theek Utrecht. In de postcast wordt aan-dacht besteed aan wat open science is enwat het kan betekenen voor onderzoek.Diverse aspecten komen aan bod, varië-rend van praktische zaken tot de beleidskanten onderliggende theorieën. Geïnteresseer-den worden uitgenodigd mee te praten viade website van de Open Science Commu-nity Utrecht, waar ook de afleveringenstaan.Ook via @R2OSpodcast op twitter kan menop de hoogte blijven van toekomstige afle-veringen en handige verwijzingen.openscience-utrecht.com/oscu-podcast

SONORO-projectvan start op CuraçaoIn het SONORO-project (NWO-project2017-2020) onderzoeken lokale weten-schappers de relatie tussen financial literacyen health literacy op Curaçao.De data worden verzameld bij huishoudensdie samen een goede afspiegeling vormenvan de bevolking. De personen- en adres-registratie op het eiland is echter niet up-to-date.Als alternatief is gekozen voor een steek-proef van adrescoördinaten. Met hulp vanhet Case Control Management System(CCMS) van CentERdata en Google MyMaps gaan interviewers naar gemarkeerdeadrescoördinaten. Met het CCMS in vier ta-len op hun tablets, vragen ze daar naar ge-gevens van de bewoners. De database staatop een beveiligde server van CentERdata.(CV)sonoro.community

In de kelder van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek (MPI) speelt een proef-persoon de rol van ober in een restaurant. De hele omgeving is echter nep: het restauranten de gasten bestaan alleen in virtual reality (VR). In werkelijkheid zit de proefpersoon opeen stoel met om zich heen drie grote schermen. Daarop wordt een ruimte geprojecteerd,die dankzij een 3D-bril tot leven komt. Foto Bert Beelen

Page 5: Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle RDA-groepenenhunrelevantievoor de sociale wetenschappen is door DANS samengesteldinhetkadervan het RDA

Een ORCID (Open Researcherand Contributor ID) is eenpersoonlijke identifier diezorgt voor verbinding tussenonderzoekers, hun onder-zoek, affiliaties en kan leidentot onderzoeksbeurzen eninnovatie. De voordelen opeen rij. Iris Vocking

John Doove, programmamanagerOpen Access bij SURFmarket:“Voor onderzoekers ligt de waar-denpropositie van ORCID ondermeer in het terugbrengen van ad-ministratieve lasten. Onderzoekerssteken veel tijd in het rapporterenover hun onderzoek. Dat gaat tenkoste van het daadwerkelijk uitvoe-ren ervan. ORCID helpt door als ‘lin-king pin’ op te treden. Hierdoorwordt informatie over de onderzoe-ker automatisch getransporteerd tus-sen verschillende systemen, waar-door de onderzoeker of zijn/haarondersteuner de informatie maaréén keer hoeft in te voeren. Boven-

dien is door het gebruiken van OR-CID duidelijk wie wat publiceert enzorgt het voor een goede informa-tiehuishouding bij instellingen.” Datlaatste is ook weer belangrijk voorfinanciers. Doove: “Wereldwijdsluiten steeds meer financiers zichaan bij de ORCID -community. Met

ORCID kunnen financiers een stukjegeholpen worden met de verant-woording en monitoring van hunonderzoeksgelden.”

Collectief abonnement“De afgelopen jaren hebben acht in-stellingen een collectieve ORCID-

licentieabonnement afgenomen. Tij-dens deze pilot is bekeken welkevoordelen een licentie oplevert en iskennis over het werken met ORCIDgedeeld. Er zijn altijd koplopers metdit soort dingen, zoals de Universi-teit Leiden. Zij werken al richtingbeleid en zien de voordelen van OR-CID in. Zo kunnen zij dus goed de-len wat werkt voor onderzoekers enbestuurders. Door deze kennisuit-wisseling verrijken we elkaar endaarbij kunnen we, omdat we alsgroep een licentie hebben, ooknieuwe manieren onderzoeken omORCID te gebruiken.”

KoppelenOok DANS is betrokken bij het pro-ject. Aan de persoonspagina binnenNARCIS kunnen ORCID’s wordentoegevoegd. Chris Baars, supervisordigital services bij DANS: “ORCIDworden steeds vaker gebruikt inNARCIS. Binnen het EuropeseFREYA-project wordt gekeken naarhet koppelen van identifiers, waar-

onder ORCID. Daarnaast wordtbinnen FREYA gekeken naar zoge-naamde ‘emerging PID-types’, bij-voorbeeld identifiers voor financie-ring, organisaties of onderzoeksfa-ciliteiten.”Momenteel hebben bijna 7.500 on-derzoekers een ORCID geregistreerd

binnen NARCIS en zijn ruim 17.500Nederlandse ORCID’s aangevraagd.Ook de persoons-identifiers ISNI(International Standard Name Iden-tifier) en DAI (Digital Author Iden-tifier) worden ondersteund doorNARCIS.orcid.org

Metaalvondsten uit privéverza-

melingen worden binnen het

PAN-project geïnventariseerd,

op een systematische manier

beschreven en beschikbaar

gesteld voor wetenschappelijk

en erfgoedonderzoek.

Hella Hollander

De Vrije Universiteit (VU), projectleider vanhet PAN-project, heeft een databank ontwik-keld waarmee vondsten van metaaldetector-hobbyisten ontsloten kunnen worden. Devondsten worden professioneel gefotogra-feerd, gedetailleerd beschreven en door ex-perts geclassificeerd met behulp van een uit-gebreide versie van het Archeologische BasisRegister (ABR).

Online toegangDe collectie (inmiddels zijn 41.000 objectengemeld, waarvan er 11.500 online te vindenzijn) toont kledingspelden, munten, haarpin-nen, kunstvoorwerpen en wapens. Soms zijndeze voorwerpen compleet, vaker gaat hetechter om een klein onderdeel. De PAN-publiekswebsite bevat voor iedere vondst eenuitgebreide beschrijving, foto en een deter-minatie van het referentietype. De exactelocatie en gegevens van de vinder zijn nietpubliekelijk toegankelijk (om de vindplekken

te beschermen), maar wel beschikbaar vooronderzoekers.

Amateurs als hulpbronSinds 2016 is het gebruik van metaaldetecto-ren legaal, mits dit niet op een archeologischesite gebeurt waar nog onderzoek plaatsvindt.Wel is er toestemming nodig van de landei-genaar en de verplichting de vondsten te mel-den. Levert dit geen risico op voor professio-

E-DATA & RESEARCH oktober 2018 5

Portable Antiquities of the Netherlands (PAN) toont al 11.500 objecten online

Wetenschappers en amateursslaan de handen ineen

Laatmiddeleeuwse draaisleutel, gevonden in de buurt van Cuijk.Credits Addie Keizer, Stijn Heeren

“De auteurs-identifier ORCIDlijkt de factostandaardte worden”

Met het Collect & Connect-programma wil ORCID het integratieprocesen het delen van gebruikerservaring internationaal stroomlijnen.Credits orcid.org

Persistent digital identifiers voor onderzoekers

‘Met open identifiers wint iedereen’

nele archeologen? Stijn Heeren en Nico Roy-mans, initiatiefnemers van het project, gevenin 2017 in een artikel in Trouw aan waarom ditniet het geval is:“Hobbyisten komen op plekken waar be-roepsarcheologen niet komen en juist dievindplaatsen zijn interessant voor de weten-schap”. Heeren: “Archeologen hebben maareen beperkt aantal opgravingen per jaar, dankun je één mooie vondst doen, maar of die inde regio veel voorkomt, valt lastig te zeggen.Met PAN kunnen we veel beter inschattenwat in een streek thuishoort, wat zeldzaam-heden zijn en wat is geïmporteerd van verweg”. Er is nog een reden dat een databank alsPAN hoog tijd werd. “De metaaldetectorkwam eind jaren zeventig breed beschikbaar.De jonge mannen van toen zijn nu op leeftijden beginnen te overlijden. We moeten ze spre-

ken, zodat ze op de kaart - soms bij benade-ring - hun vondstlocaties kunnen aanwijzen.”

Koppelen van dataVia thesauri, Linked-Open-Data-techniekenen datamining van archeologische rapportenzal geprobeerd worden collecties aan elkaar tekoppelen. Koppelingen met het PortableAntiquities Scheme (PAS) in Engeland en metnog op te richten databases als die van Dene-marken zijn de volgende stappen. DANS zorgtvoor de duurzame archivering van de PAN-databank en voor ontsluiting via ARIADNE enEuropeana, zodat deze Nederlandse vondstenook in Europees verband getoond en onder-zocht kunnen worden.www.portable-antiquities.nl/pan/#/publicPAN is finalist Nederlandse Dataprijs!Zie researchdata.nl/nieuws-en-agenda/nieuws

Page 6: Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle RDA-groepenenhunrelevantievoor de sociale wetenschappen is door DANS samengesteldinhetkadervan het RDA

6 oktober 2018 E-DATA & RESEARCH

SINDS KORT BESCHIKBAAR

Dit overzicht toont databestanden die recent beschikbaar zijn gekomen bijCentERdata, Huygens ING en Data Archiving and Networked Services.

CentERdata• ISSP 2015: werkoriëntaties

In oktober 2016 is de module werkoriënta-ties van het International Social SurveyProgramme (ISSP) afgenomen bij het LISSpanel. De vragenlijst werd afgenomen inopdracht van onderzoekers (H.B.G. Ganze-boom) aan de Vrije Universiteit Amsterdamen maakt onderdeel uit van een wereldwijdonderzoek over werkoriëntaties.Er werden onder andere vragen gesteldover de aspecten die iemand belangrijkvindt in een baan, of iemand discriminatieheeft ervaren op het werk, over arbeids-omstandigheden en familie- en gezinsleven.Voor mensen die op dit moment niet wer-ken, gingen de vragen over de laatste baan.Ten slotte werden er ook vragen gesteldover de opleiding en het beroep van deouders.Ruim 1.200 panelleden hebben de vragen-lijst volledig ingevuld. Het databestandISSP 2015 – Work Orientation is beschik-baar via LISS Data Archive.lissdata.nlVoor meer informatie over het InternationalSocial Survey Programme:issp.org

Ook sinds kort beschikbaar:Studies LISS panel• Suetens, S.; Cettolin, E., december 2014 -maart 2015, Trust relations in an ethnicallydiverse society: Trustworthiness of Dutchnatives• CentERdata, september 2017 - oktober2017, Family and Household - Wave 10• Veirman, M. de; Jong, J. de; DNB, januari2016, Buying a house• Ganzeboom, H.B.G., oktober 2016, ISSP2015 - Work Orientation

Deze bestanden zijn kosteloosbeschikbaar via lissdata.nl/dataarchive. Bezoek deze siteof scan de QR-code.

Huygens ING• Historische recepten uit KB Kranten

1945 - 1995

Met machine learning hebben onderzoekersvan het KNAW HuC Digital HumanitiesLab en de UvA automatisch 27.000 recep-ten geïdentificeerd in kranten van deKoninklijke Bibliotheek uit 1945-1995. Derecepten zijn geclassificeerd (bijvoorbeeld‘vegetarisch’ of ‘Italiaans’) en de ingre-diënten zijn apart beschikbaar. Met dezedataset hopen we historisch onderzoek naareetcultuur in Nederland te vergemakkelij-ken. De dataset en beschrijving van dewerkwijze zijn beschikbaar via:github.com/DHLab-nl/historical-recipe-web

Via huygens.knaw.nl is ditbestand en andere bestandenbeschikbaar. Bezoek deze siteof scan de QR-code.

–––––––––––––––––––––––––––DANS• Holoceen stuifzand in Nederland

Deze dataset van H. J. Pierik van de Uni-versiteit Utrecht geeft een nieuw landelijkoverzicht van stuifzandvoorkomen en acti-viteit voor de periode omstreeks 5000 voorChristus tot circa 1700 na Christus in Ne-derland. De dataset is gebaseerd op diverseoverzichtsstudies, losse veldstudies ennieuwe gegevens, waaruit afgeleid kanworden wanneer en waar de mens het stuif-zand zou hebben kunnen veroorzaakt enwanneer het stuifzand mogelijk een bedrei-ging vormde voor de landbouw of neder-zettingen. Dit overzicht is nuttig om hetsamenspel tussen mens en landschap beterte begrijpen. Daarnaast kan deze datasetfungeren als historische context bij huidigestuifzanden die als waardevolle natuurge-bieden worden beschouwd.doi.org/10.17026/dans-z2x-phq5narcis.nl

Ook sinds kort beschikbaar:De volgende datasets zijn beschikbaar via hetonline archiveringssysteem EASY van DANS:• Cohen, Dr K.M. (Universiteit Utrecht)(2017): Landschapskaarten en hoogte-

22 - 28 oktober • overalOpen Access WeekDit jaar is het thema ‘designing equita-ble foundations for open knowledge’.openaccessweek.org

10 - 14 november • VancouverASIS&Tjaarlijkse bijeenkomstMet de nieuwste ontwikkelingen op hetgebied van informatica.asist.org/am18

12 - 13 november • PraagEHRI WorkshopMet als thema: ‘Exploring RefugeeData’.ehri-project.eu/ehri-workshops

28 november • Den HaagUitreiking Dataprijs 2018Uitreiking van de Nederlandse Data-prijs aan onderzoekers die onderzoeks-data delen voor aanvullend of nieuwonderzoek. Rondom de prijsuitreikingorganiseren RDNL, LCRDM, UKBwerkgroep Research Data, NFUData4LifeSciences en het NationaalPlatform Open Science een interes-sante dag voor onderzoekers en datastewards.researchdata.nl/diensten/dataprijs/

29 november • overalInternational Digital Preservation Day(IDPD)Volg #IDPD18 op Twitter.dpconline.org

4 - 5 december • BerlijnEDDI18Tiende jaarlijkse conferentie voor DDI-gebruikers.eddi-conferences.eu

7 - 9 december • GalwayEADH 2018Het thema van EADH 2018 is ‘Data inDigital Humanities’.eadh2018eadh.wordpress.com

10 - 13 december • SeattleIEEE BigData 2018Deze conferentie gaat over: Volume,Velocity, Variety, Value and Veracity.cci.drexel.edu/bigdata/bigdata2018/index.html

13 december • AmsterdamKNVI JaarcongresEen congres voor informatieprofessio-nals georganiseerd door de vakvereni-ging KNVI.congres.knvi.info

4 - 7 februari • Melbourne14e IDCCMet als thema ‘Collaborations andPartnerships: addressing the big digitalchallenges together’.dcc.ac.uk/events/idcc19

14 februari • Den HaagOpen dag on open scienceDANS organiseert voor de tweedekeer een open dag over open science.dans.knaw.nl

AGENDA

Koning bezoektHumanities Clusteren NIASZijne Majesteit Koning Willem-Alexanderbracht 29 augustus een werkbezoek aan hetKNAW Humanities Cluster en het NIAS (hetNetherlands Institute for Advanced Study inthe Humanities and Social Sciences). Hijsprak met wetenschappers die een toelich-ting gaven op de digitale ontwikkelingen inhun geesteswetenschappelijk onderzoek.Het KNAW Humanities Cluster, een allian-tie tussen het Meertens Instituut, het Huy-gens ING en het Internationaal Instituut voorSociale Geschiedenis, hebben als doel omgeesteswetenschappelijk onderzoek te ver-beteren door continue innovatie op het ter-rein van digitale infrastructuur en DigitalHumanities. (MM)

Credits H.J. Pierik

Elli Bleeker sprak over het succes-volle Text As a Graph (de vervanger vanXML) en het belang van digitale infra-structuur voor het onderzoek.foto Milette Raats

modellen naar periode en diepte voorarcheologisch gebruik in Holoceen-afgedektedelen van Nederland. DANS.DOI: 10.17026/dans-zck-y7ww• Defilet, Drs. M.P. (Gemeente Arnhem)(2018): Hoogstedelaan-Klingelbeekseweg.Het archeologische verleden van eenbuurtschap in Arnhem-Noord. Resultaten vande opgravingen uitgevoerd van december2011 tot en met maart 2012. DANS.DOI: 10.17026/dans-zvs-74bk• Derks, Dr. A.M.J. (VUhbs archeologie);Kerckhove, Drs. J. Van (VUhbs archeologie);Hoff, Drs. P.G. (VUhbs archeologie) (2008):Nieuw archeologisch onderzoek rond deGrote Kerk van Elst, gemeente Overbetuwe(2002-2003). DANS.DOI: 10.17026/dans-zrp-6rnn• Dielemans, L. (Erfgoed gemeente Utrecht)(2018): Utrecht in de prehistorie. HFD01:Een archeologische opgraving van sporen uitde steen-, brons- en ijzertijd langs deHoofddijk, de Uithof, Utrecht. DANS.DOI: 10.17026/dans-zap-58ty• Gerritsen, S. (Archeologie West-Friesland)(2018): Wonen aan een wiel. DANS.DOI: 10.17026/dans-xnu-j5je• Haarlem, Dr W.M. van (Allard PiersonMuseum) (2018): Funerary Culture andBioarchaeology of Tell Ibrahim Awad II: fromthe Early Dynastic Period to the Late OldKingdom. DANS.DOI: 10.17026/dans-xm9-2dcc• Jonge, MA L. de (Gemeente Breda)(2017): Breda, Op de Dreef. DANS.DOI: 10.17026/dans-xf2-rc3c• KNMI (Koninklijk NederlandsMeteorologisch Instituut; Royal NetherlandsMeteorological Institute); Koek, ing. F.B.(KNMI) (2003): Thematische collectie:CLIWOC. DANS.DOI: 10.17026/dans-ze8-d3c8• Koizumi, Y. (Nagaoka University ofTechnology); Watabe, Dr. K. (NagaokaUniversity of Technology) (2018): p2psimulation with redundant data. DANS.DOI: 10.17026/dans-2cq-x9gw• Loopik, J. (ADC ArcheoProjecten); Dijkstra,J. (ADC ArcheoProjecten) (2018): Bewogengeschiedenis van twee kloosters. DANS.DOI: 10.17026/dans-295-99dq• Zwaag, Dr W van der (Spinoza Centre forNeuroimaging) (2018): A comparison of 7Timaging with 8- and 2-channel transmitsystems. DANS.DOI: 10.17026/dans-zft-hgda

Via easy.dans.knaw.nl zijndeze bestanden beschikbaar.Bezoek deze site of scan deQR-code.

Page 7: Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle RDA-groepenenhunrelevantievoor de sociale wetenschappen is door DANS samengesteldinhetkadervan het RDA

E-DATA & RESEARCH oktober 2018 7

Hoe zorgen semantische ver-

banden ervoor dat gebruikers

online museumcollecties beter

kunnen verkennen? Over deze

vraag boog promovendus Chris

Dijkshoorn zich de afgelopen

jaren bij het Rijksmuseum.

Maarten Heerlien

Dijkshoorn, die zijn onderzoek deed in hetkader van het COMMIT/-project SEALINC-Media (Socially Enriched Access to CulturalMedia), analyseerde de zoektermen van ge-bruikers van Rijksstudio, het online collectie-platform van het museum en onderzocht hoesemantische links naar gestandaardiseerdevocabulaires bijdragen aan de diversiteit vanzoekresultaten. Hij werd daarbij begeleid doorGuus Schreiber en Lora Aroyo van de onder-zoeksgroep User-centric Data Science aan deVrije Universiteit (VU).Dijkshoorn: “Het resultaat was een verbre-ding en verdieping van zoekresultaten door derelaties tussen collectieobjecten en thesaurus-termen enerzijds en tussen thesaurustermenonderling anderzijds. Het succes van dezerelaties hing sterk af van de rijkheid van deobjectdata bij het Rijksmuseum zelf. Om dezete vergroten, lanceerden we Accurator, eenonline platform om specialistische kennisbij niche-experts te verzamelen en hiermeeobjectdata te verrijken.”

Schat aan informatieTerwijl Dijkshoorn de laatste hand legt aanzijn proefschrift, werkt hij al als databeheer-der bij de afdeling Research Services van hetRijksmuseum. De resultaten uit zijn onder-zoek gaat hij nu vertalen naar de praktijk.“Het Rijksmuseum is een Linked Data-uitda-ging op zichzelf. Bij de collectie heeft hetmuseum nog zoveel andere bronnen die rele-vant zijn bij de interpretatie ervan. Honderdenmeters documentatie, een enorme kunst-bibliotheek, terabytes onderzoeksdata, enzo-voort. Hoe verbind je dat allemaal aan elkaarop een betekenisvolle wijze die interne en

externe gebruikers zo volledig mogelijk on-dersteunt in hun zoektocht naar informatie?”

Twee benenOmdat Research Services nog niet de capa-citeit heeft om intern grootschalige R&D-activiteiten te ontplooien op het gebied van

datamanagement en content search, helpt hetdat Chris met één been in de onderzoeks-wereld staat en met het andere in het mu-seum. Het eerste onderzoeksvoorstel is danook al de deur uit én toegekend. “Samen metcomputerwetenschapper Victor de Boer enkunsthistorica Ingrid Vermeulen, beide van

de VU, gaan we van een negentiende-eeuwseschilderijencollectie, die inmiddels is uitge-waaierd over museale collecties wereldwijd,onderzoeken of we de samenstelling enherkomst kunnen reconstrueren. Een idealeLinked Data-uitdaging, want daarmee kun-nen we de vele heterogene datasets die wehierbij nodig hebben normaliseren om ze veelefficiënter te bevragen.”

chrisdijkshoorn.nl

“We lanceerden Accurator, een online platform voor niche-experts” foto Maarten Heerlien

Een lang gekoesterde wens van me-diawetenschappers is uitgekomen:sinds kort kunnen zij gearchiveerderadio- en televisie-uitzendingen vande Publieke Omroep online raad-plegen. Erica Renckens

Zo’n dertig geesteswetenschappers kwamende eerste week van juli bijeen in het Neder-lands Instituut voor Beeld en Geluid voor deCLARIAH Media Studies Summer School.In teams werkten zij aan onderzoeksvragenwaarin media centraal stonden. Hierbij ge-bruikten zij de Media Suite, een platformwaarin wetenschappers onderzoek kunnendoen met audiovisueel materiaal en tekstuelemediabronnen. Zo analyseerden zij wie er welen niet aan het woord komt in het vluchte-lingendebat en of de verhouding mannen envrouwen in het tv-programma Buitenhof is

veranderd. Voor het eerst konden zij ook op af-stand de gearchiveerde uitzendingen van deNederlandse Publieke Omroep raadplegen,dankzij een nieuwe archiefovereenkomst dieonline toegang exclusief voor wetenschappe-lijk gebruik toestaat. “De data op het platformzijn alleen toegankelijk met een account vaneen Nederlandse universiteit of onderzoeksin-stelling”, vertelt Eva Baaren, Adviseur DigitalHumanities bij Beeld en Geluid.

Delen van dataNaast de collecties bij Beeld en Geluid biedtde door CLARIAH ontwikkelde Media Suiteook de mogelijkheid om met kranten van deKoninklijke Bibliotheek, de Desmet-collectievan EYE Filmmuseum en de Oral History-collecties van DANS onderzoek te doen, aldan niet gecombineerd. “De Media Suite is ge-bouwd op de groei, zodat ook collecties van

andere instellingen kunnen worden toege-voegd”, aldus Baaren. “Onderzoekers kunnenstraks ook hun eigen data importeren. Iemandkan dan zelf Twitter-data scrapen en die in sa-menhang met andere media analyseren.

Volop in ontwikkelingDe Media Suite beschikt over mogelijkhedendata te doorzoeken, visualiseren, annoteren enanalyseren. Daarnaast is er een persoonlijkegebruikersomgeving om resultaten te bewarenen annotaties te bewerken. Aan de tools wordtnog verder gebouwd. Baaren: “Onlangs heb-ben we een groot deel van het radio- en tele-visiemateriaal door ons spraakherkennings-systeem gehaald en de transcripties als data inde Media Suite toegevoegd. Uiteindelijk wil-len we dat gebruikers dit ook zelf met hun datakunnen doen.”De Media Suite is dus nog volop in ontwik-

keling – kan de gemiddelde geestesweten-schapper er wel al mee uit de voeten? “Het iszeker gebruiksvriendelijk”, stelt Baaren. “Wehebben ingezet op transparantie en duur-zaamheid. Maar zoals met elke onderzoeks-methode moet je leren wat er kan en wat niet.Voor iemand met ervaring in de digitale gees-teswetenschappen is het zeer goed te doen.Nieuwe gebruikers zullen we met onze kennisondersteunen.”

Vierde online versieEind 2018 wordt de vierde versie van de Me-dia Suite opgeleverd, de laatste binnen CLA-RIAH-Core. Hiermee komt de voortgang vanhet project echter niet tot stilstand: ook in hetvervolgproject CLARIAH PLUS zal het plat-form verder doorontwikkeld worden.

mediasuite.clariah.nl/

JONG TALENT

Meer data in CLARIAH’s Media Suite dankzij nieuwe archiefovereenkomst

Archief Publieke Omroeptoegankelijk voor wetenschappers

Zoekresultaten toegankelijker

‘Het Rijksmuseum is een LinkedData-uitdaging op zichzelf’

‘Hoe kun jebronnen zodanigaan elkaar verbinden,dat het gebruikersondersteuntin hun zoektochtnaar informatie?’

Page 8: Online Amsterdam Time Machine en het oude …De volledige introductie met alle RDA-groepenenhunrelevantievoor de sociale wetenschappen is door DANS samengesteldinhetkadervan het RDA

8 oktober 2018 E-DATA & RESEARCH

COLUMN

GELEZEN

D it is mijn laatste columnvoor E-Data, want ik vind

dat ik mezelf een beetje begin teherhalen. Maar juist omdat hetmijn laatste bijdrage is, vind ikdat ik mezelf enigszins mág her-halen.Onlangs gaf ik bij de Universi-teitsbibliotheek Amsterdam eenworkshop voor boekwetenschap-pers. Onderwerp: hoe je als boek-wetenschapper optimaal gebruikkunt maken van internet.Het zijn, zoals u weet, gouden tij-den voor historici en boekweten-schappers. Nooit eerder haddenzij zo’n enorme rijkdom aanbronnen tot hun beschikking.Delpher, Digibron, Google Books,de Digitale Bibliotheek voor deNederlandse Letteren, archie-ven.nl – het kan allemaal niet op.Ik geef vaker lezingen over slim-mer zoeken op internet, maarmeestal is het grotendeels een-richtingsverkeer: ik praat, de toe-hoorders luisteren. Ditmaal washet anders. Het ging om eenworkshop van drie uur, waarbijde deelnemers – na een verhaalvan mij over zoekstrategieën –

opdrachten moesten uitvoeren.Terwijl zij bezig waren, liep ikrond om op hun computerscher-men te kunnen kijken.Dat was heel leerzaam.Een zoekstrategie die mij zelf heelveel heeft opgeleverd, noem ikkortweg ‘perifeer zoeken’. Wiebijvoorbeeld onderzoek doet naarmensen met een zwarte huids-kleur, moet zich niet beperken totzoektermen als neger, negerin enzwarte(n). Daarnaast zou je inDelpher ook zeker dit soort zoe-kopdrachten moeten proberen:‘dikke lippen’ PROX kroeshaar. Jemaakt dan gebruik van stereoty-peringen en clichés waaraan wei-nig schrijvers weerstand hebbenkunnen bieden.Nadat ik dit had uitgelegd, gaf ikmijn boekwetenschappelijke toe-hoorders de opdracht om te zoe-

ken naar een portret/beschrijvingvan een boekengeleerde of boe-kenwurm.

I k noem geen namen, maar erzaten hooggeleerde, bekende

boekwetenschappers bij. Misschienhad ik het niet duidelijk uitgelegd,maar het verbaasde mij nogal datik op diverse schermen de zoe-kopdracht ‘portret boekenge-leerde’ en ‘portret boekenwurm’zag verschijnen. Terwijl ik noghad geroepen: ‘Denk dus vooral

foto Leo van Velzen

Plan S: wetenschappelijke arti-kelen vanaf 2020 Open Access

Heidi Berkhout

cOAlition S, een Europesegroep van onderzoeksfinan-ciers, wil dat wetenschappelijkonderzoek dat is betaald metbelastinggeld vanaf 2020 gratisbeschikbaar komt voor het pu-bliek. NWO, de NederlandseOrganisatie voor Wetenschap-pelijk Onderzoek, is een van departners.Publiceren voor wetenschap-pers is weliswaar gratis, maarde artikelen verdwijnen vervol-gens achter een betaalmuur.Universiteiten moeten veel geldbetalen voor de abonnementendie deze betaalmuur vormen.NWO wil hier vanaf 2020 ver-andering in aanbrengen doorbij onderzoeksprojecten die zijfinancieren te eisen dat de pu-blicatie gratis toegankelijk moetzijn voor het publiek. "Weten-schap hoort niet achter eenbetaalmuur, maar moet vooriedereen vrij toegankelijk zijn”,stelt NWO-voorzitter StanGielen. "In heel Europa voerenuniversiteiten moeizame onder-handelingen met uitgevers. On-dertussen maken ze exorbitantewinsten op werkzaamheden dievooral door wetenschappersworden verricht. Dat moet afge-lopen zijn. Het is hoog tijd vooruitgevers om hun businessmo-del om te gooien."De Europese Commissie geeftaan het plan van harte te onder-steunen. Ook de EuropeanResearch Council (ERC) onder-schrijft het plan.

nwo.nl

aan clichés en stereotyperingen!’Wat is een essentiële eigenschapvan een boekenwurm? Dat hij ofzij véél boeken heeft. Zoveel boe-ken dat die al snel op stapels te-recht zullen komen. Stapels dievervolgens het risico lopen omstof te vergaren. Als ik zelf opzoek zou gaan naar een beschrij-ving/portret van een boeken-wurm, zou ik dus zeker zoekennaar bijvoorbeeld ‘stapels boe-ken’ in de buurt van ‘stoffig’. Ofbijvoorbeeld ‘boekenkasten’ in debuurt van ‘marokijn’ (een bij bi-bliofielen geliefde leersoort).

W ie zoekt op clichés en ste-reotyperingen, vindt cli-

chés en stereotyperingen. Metho-dologisch lijkt dat een bezwaar,maar in de praktijk valt dat reuzemee. Mijn ervaring is dat je metdit soort zoekopdrachten tekstenvindt die je zoekrepertoire enormverrijken. Je stuit op spellingsva-rianten als boeck-worm en syno-niemen als boek(en)wrotter. Jevindt clichés en stereotyperingenwaar je wellicht zelf niet meteenaan had gedacht, zoals boeken-

étagère. Kortom: binnen de kort-ste keren heb je een prachtig pal-let aan zoektermen waar je véélmeer mee vindt dan met een zoe-kopdracht als “portret boekge-leerde”.

V oor mij is dit inmiddels zovanzelfsprekend dat veel

van de zoekopdrachten die ik opde schermen van de toehoorderszag verschijnen, mij nogal ver-baasden. Ik bedoel: ze waren eer-der direct (bibliomaan bijvoor-beeld) dan associatief.Leerzaam was het wel. Net zoalsik het leerzaam vond om voor E-Data te schrijven. Ik heb dat sinds2011 met veel plezier gedaan. Nuwordt het, in mijn ogen, tijd vooreen andere columnist. Die ik metbelangstelling zal volgen, want ikblijf dit tijdschrift natuurlijk lezen.Om met een oude groet te eindi-gen: den lezer heil!

Ewoud SandersTaalhistoricus en journalist.Sanders is vaste medewerker vanonder meer NRC Handelsblad enOnze Taal.

Den lezer heil!

‘404 Not Found’ is hoogstwaarschijnlijkeen van de meest irritante foutmeldingendie je op internet kunt tegenkomen.Persistent identifiers (PID’s) zorgen vooreen oplossing. Ricarda Braukmann

Linkrot is op elke website vervelend, maar hetwordt echt problematisch als het om belangrijkedigitale bronnen gaat, zoals wetenschappelijkeartikelen of datasets. Daarvan mag je verwachtendat ze gedurende langere tijd behouden en toe-gankelijk blijven. Als oplossing voor dit probleemzijn persistent identifiers (PID’s) ontwikkeld. Zezorgen ervoor dat digitale objecten beschikbaar enongewijzigd blijven.

De wereld van de PID’sEr bestaan veel verschillende soorten PID’s, metals bekendste waarschijnlijk de DOI’s (DigitalObject Identifiers) die op grote schaal gebruiktworden voor verwijzingen naar wetenschappe-lijke artikelen en datasets. Zoals de DOI wordt ge-bruikt voor publicaties, wordt met de ORCID(Open Researcher and Contributor ID) een per-sistente identiteit toegekend aan personen,meestal onderzoekers. Dit is handig als je eenvan de velen bent die J.M. van Dijk heten, of alsje van naam wilt veranderen bij huwelijk of echt-scheiding. Je ID blijft hetzelfde en uniek, zodat jijen je werk altijd ondubbelzinnig geïdentificeerdkunnen worden.

Het FREYA-projectHet gebruik van PID’s voor artikelen, data en on-derzoekers is inmiddels een standaardproces in dewetenschappelijke wereld, maar in theorie biedenPID’s eindeloos veel meer mogelijkheden. Zekunnen ook worden toegewezen aan instellingen,geldstromen, studies, fysieke monsters of instru-menten. Een van de doelen van het FREYA-projectis de bestudering van deze nieuwe PID-soorten ende bevordering van hun ontwikkeling en inge-

bruikneming. FREYA is een driejarig Europees ge-financierd project waarin PID-aanbieders (Cross-ref, DataCite en ORCID), onderzoeksorganisaties(ANDS, British Library, CERN, DANS, EMBL-EBI, Pangaea en STFC) en uitgevers (PLOS, Hin-dawi) hun krachten hebben gebundeld voor depromotie en innovatie van PID’s.

Naar PID-diagrammenNaast de ontwikkeling van nieuwe soorten PID’swerkt het team van FREYA ook aan de verbindingen integratie van verschillende PID’s in PID-dia-grammen. Een PID-diagram kan bijvoorbeeld die-nen om informatie te visualiseren en interessanteinzichten te verschaffen in de verbanden tussenverschillende onderzoeksobjecten. Dankzij hetwerk van FREYA kan bijvoorbeeld de weten-schapsportal NARCIS nu verschillende onder-zoeksresultaten aan elkaar koppelen op basis van

hun PID’s, zodat het portaal zijn bezoekers nogwaardevollere informatie kan aanbieden. Als bij-voorbeeld in de metadata van een digitaal object(zoals een artikel of een dataset) de PID van eengerelateerd object is opgenomen, legt NARCISeen verband en haalt het aanvullende informatieop over het gerelateerde object (zoals het type ofde titel), die in het portaal wordt weergegeven.PID-diagrammen (zoals ook bijvoorbeeld het sa-menwerkingsdiagrammen in de afbeelding) enandere PID-services zijn volledig afhankelijk vangrootschalig gebruik van PID’s zoals ORCID’s.Daarom blijft het vergroten van de bekendheid enhet belang van PID’s bij de hele onderzoeksge-meenschap een van de belangrijkste opgaven vanhet FREYA-project.narcis.nl / project-freya.eu/enDr. Ricarda Braukmann is programmaleidersociale wetenschappen bij DANS

NARCIS maakt ook gebruik van PID’s om het netwerk van een onderzoeker, in dit geval dr.Ricarda Braukmann, te visualiseren in een samenwerkingsdiagram. Het diagram toont deverbanden tussen onderzoeker Braukmann en zijn mede-auteurs op basis van de PID’s in demetadata van hun publicaties.

Persistent identifiers voor het koppelen van onderzoeksresultaten

De online kracht van PID’s