Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

70
0

Transcript of Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

Page 3: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

2

Voor u ligt de scriptie ‘De reis naar een online community’ geschreven in opdracht van mijn

stagebedrijf, Meeùs. Het onderzoek is uitgevoerd voor de afdeling ‘Insurance Passport for Students’

en gaat over het online studentenplatform From2. Deze scriptie is geschreven in het kader van mijn

afstuderen aan de opleiding Communicatie aan De Haagse Hogeschool. Zoals elk onderzoeksrapport

begint ook deze met een voorwoord waarin ik terugblik op mijn onderzoeksproces en de personen

bedank die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit onderzoeksrapport.

Van februari 2015 tot en met mei 2015 ben ik bezig geweest met de uitvoering van het onderzoek en

het schrijven van deze scriptie. De uitvoering van het onderzoek was niet altijd makkelijk, maar

uiteindelijk heb ik een helder antwoord kunnen krijgen op de onderzoeksvraag. Mijn

stagebegeleidster, Angela van Daalen, werd ziek en kon mij helaas niet meer begeleiden. Bij dezen

wil ik haar bedanken voor de begeleiding in de opstartfase van mijn afstudeertraject.

Gelukkig stonden mijn manager, Leon Landman en de andere collega’s van ‘Insurance Passport for

Students’ klaar voor mij. Zij waren er altijd om vragen te beantwoorden en te sparren over mijn

onderzoek. Bij dezen wil ik hen graag bedanken voor de fijne begeleiding en ondersteuning. Ook mijn

begeleidster vanuit De Haagse Hogeschool, Nicole Heijdra, wil ik bedanken voor haar waardevolle

tips en suggesties. Daarnaast wil ik alle respondenten bedanken; zonder hun medewerking had ik dit

onderzoek niet kunnen uitvoeren.

Als laatste wil ik mijn vrienden en familie bedanken voor de mentale steun tijdens dit traject.

Wanneer ik het even niet zag zitten stonden zij voor mij klaar met bemoedigende woorden.

Ik wens u veel leesplezier toe.

Sharona Bolander

Zoetermeer, 26 mei 2015

Page 5: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

4

From2 is een online studentenplatform gericht op studenten die voor een tussenjaar, studie of stage naar het buitenland willen. From2 wil dat het platform gaat fungeren als een online community, een virtuele plek waar studenten met een gezamenlijk doel, belang of interesse bij elkaar komen, om elkaar indirect te helpen. De terugkerende student voorziet de oriënterende student van informatie en ervaringen. Sinds de oprichting heeft er weinig interactie plaatsgevonden op het platform. Voorafgaand aan het onderzoek is er een centrale vraag opgesteld, deze luidt: ‘’Welke invulling moet er gegeven worden aan het platform From2 om een hoge mate van interactie te krijgen bij de (potentiële) bezoekers, zodat het platform gaat fungeren als een online community?’’

Er zijn deelvragen geformuleerd die als doel hebben om antwoord te krijgen op de centrale hoofdvraag. Er wordt ingegaan op de mate van behoefte aan een online community. Ook worden verschillende motieven om te participeren in kaart gebracht. Er wordt gekeken naar welke content aantrekkelijk is voor de (potentiële) bezoekers en op welke wijze zij de content en overige diensten van het platform het liefst consumeren. Als laatste gaat het onderzoek in op de inhoudelijke en technische gratificaties die gesteld worden aan het platform door de (potentiële) bezoekers.

Allereerst worden er in het rapport enkele veranderingen op sociaal en technologisch gebied beschreven. Met deze veranderingen in het achterhoofd zijn de ontwikkelingen op het gebied van digitale interactie beter te plaatsen en te verklaren. In het theoretisch kader staan de belangrijkste begrippen en theorieën die in relatie staan met de centrale hoofdvraag. Hier is onder andere ingegaan op het begrip ‘online community’, de rolverdeling onder communityleden en welke elementen bijdragen aan het actief maken van een online community. Ook het onderwerp ‘user-generated content’ (UGC) komt aanbod; hoe kan ‘UGC’ interessant gemaakt worden voor gebruikers. Als laatst wordt er ingegaan op wat redenen zijn om te participeren binnen online communities. Er zijn zes motieven in kaart gebracht.

Om antwoord te krijgen op de deelvragen is er gekozen voor kwalitatief onderzoek. Er zijn diepte-interviews afgenomen bij 6 oriënterende studenten en 5 studenten met een ervaring om behoeften, wensen en motieven met betrekking tot de community in kaart te brengen. Tijdens het kwalitatieve onderzoek kwam naar voren dat er duidelijk behoefte is aan een online community. Het is desondanks niet verrassend dat het huidige platform weinig gebruikt wordt. Uit de suggesties van de respondenten komt naar voren dat het doel van de community niet duidelijk is en het platform op inhoudelijk en technisch niveau niet goed aansluit op de wensen en behoeften.

Op basis van de onderzoeksbevindingen en conclusies zijn aanbevelingen gedaan betreft de invulling van het platform From2 met als doel de interactie bij (potentiële) bezoekers te verhogen, zodat het platform gaat fungeren als een online community. User-generated content kan gezien worden als de kracht van dit platform. Er moet nadruk gelegd worden op het creëren van ‘UGC’, bijvoorbeeld door het uploaden van verschillende soorten content gemakkelijker te maken. Ook is het experimenteren met beloningen interessant om participatie te verhogen. Ook wordt aanbevolen om een groep actieve basisgebruikers te werven, die het platform draaiende gaan houden. Daarnaast moet het interactieve aspect een nadrukkelijk rol gaan spelen op het platform. Het platform moet meer persoonlijkheid krijgen door de gebruiker de mogelijkheid te bieden om een eigen profiel aan te maken. Momenteel is er ruis tussen wat het platform wil uitstralen en wat het daadwerkelijk uitstraalt. Het formuleren van een missie en visie geeft duidelijkheid over wat de organisatie naar buiten wil dragen en welke richting de organisatie op wil in de toekomst. Vervolgens moet het platform een heldere uitstraling en betekenis krijgen, communicatie-uitingen op het platform kunnen hier toe bijdragen. Om gebruikers te stimuleren meer gebruik te maken van de community dient allereerst een heldere structuur te worden aangebracht in de community. Tenslotte wordt aanbevolen om in de toekomst het platform onder de aandacht te brengen bij de doelgroep door middel van promotie om de naamsbekendheid te vergroten.

Page 6: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

5

From2 is an online platform for students targeting at students who would want to go abroad in their interim year or for an internship. Its purpose is to become an online community, a virtual spot where students with similar interests come together to help each other indirectly. The returning student provides information and shares experiences with a starting student who is still in an orientation phase. Since its foundation, not much interaction has taken place on the platform. Prior to the investigation the following main question was raised: “What needs to be done to realize an increased level of interaction on the platform between (potential) visitors, such that it becomes an online community?”

Sub-questions have been formulated to be able to answer the main question. The need for an online community is being addressed. Moreover, the different motives to participate are being mapped out. Furthermore, this report looks at which content appeals most to (potential) visitors and investigates in what way they prefer to consume the information and other services provided by the platform.

Firstly, the report describes a number of changes in the areas of social interaction and technology. With these changes in mind, it becomes easier to explain and place the developments in digital interaction. The theoretical framework contains the most important concepts and theories that are related to the main question. Amongst other things, it addresses the notion of ‘online community’, the division of roles between community members and what elements contribute to active participation. Also, the subject User Generated Content (UGC) is being discussed in the context of how UGC can be made more attractive to users. Finally, people’s motives are being addressed as to why they want to participate in online communities. Six of these motives have been mapped out.

A quality research approach was chosen to answer the sub-questions. Depth interviews were taken with 6 orienting students and 5 students with experience in mapping out the needs, wishes and motives pertaining to the community site. From the quality research it became obvious that there is clearly a need for an online community. Suggestions from the interviewees showed that currently the community site’s purpose is unclear and that the platform does not match well with the needs and wishes.

Based on the research results and conclusions drawn from them, a number of recommendations concerning the implementation of the From2 platform have been made to increase the level of interaction amongst (potential) visitors, such that the platform starts to function as a community. First of all, emphasis needs to be placed on the creation of UGC, for example, by making the upload of different types of content easier. Secondly, experimenting with a reward system is interesting to increase the level of participation. Another recommendation is to establish a core group of active users who will sustain the platform. In addition, the interactive aspect of the platform must start to play a more prominent role. The platform should get more personality by allowing users to create their own personal profiles. Currently, there is a disconnect between what image the platform aspires to send out and what is actually sends out. Formulating a mission statement and vision will give clarity about what the organization wants to carry out and what direction it is heading in the future. Subsequently, the platform should get more character and meaning; a proper communication can help establish this. . The community site needs to be restructured to make it more clear so that users are inclined to make more use of it. Finally, it is recommended to bring the platform under the attention of the target community by using active promotion and by increasing brand awareness.

Page 7: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

6

Voorwoord .............................................................................................................................................. 2

Managementsamenvatting ..................................................................................................................... 4

Management Summary ........................................................................................................................... 5

1. Inleiding ............................................................................................................................................... 8

1.1. Doelstellingen ........................................................................................................................ 10

1.2. Probleemanalyse/-beschrijving ............................................................................................. 11

2. Sociale en technologische veranderingen ..................................................................................... 13

2.1. Globalisering en internet ....................................................................................................... 14

2.2. Individualisering .................................................................................................................... 14

2.3. Participatiecultuur ................................................................................................................. 15

3. Theoretisch kader .......................................................................................................................... 17

3.1. Online trends ......................................................................................................................... 18

3.1.1. Social media ................................................................................................................... 18

3.1.2. Mobiele applicaties ....................................................................................................... 19

3.1.3. Online community ......................................................................................................... 19

3.1.4. User-generated Content ................................................................................................ 20

3.2. Motieven om online te participeren ..................................................................................... 21

3.2.1. ‘Uses & Gratification’ theorie ........................................................................................ 21

3.2.2. Informatie ...................................................................................................................... 22

3.2.3. Sociale interactie ........................................................................................................... 22

3.2.4. ‘Entertainment’ ............................................................................................................. 22

3.2.5. Persoonlijke erkenning .................................................................................................. 23

3.2.6. Beloning ......................................................................................................................... 23

3.2.7. ‘Empowerment’ ............................................................................................................. 23

3.2.8. Het belang van laagdrempeligheid ................................................................................ 24

4. Conceptueel model ....................................................................................................................... 25

5. Sleutelbegrippen ........................................................................................................................... 28

6. Onderzoeksvragen ......................................................................................................................... 30

6.1. Centrale hoofdvraag .............................................................................................................. 30

6.2. Deelvragen............................................................................................................................. 30

7. Methodekeuze .............................................................................................................................. 32

7.1. Semigestructureerd topic –interview .................................................................................... 32

7.2. Populatie................................................................................................................................ 32

Page 8: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

7

7.3. Analysekader ......................................................................................................................... 33

8. Onderzoeksresultaten ................................................................................................................... 35

8.1. Resultaat - Behoefte aan een online community .................................................................. 37

8.1.1. Oriënterende studenten ................................................................................................ 37

8.1.2. Studenten met ervaring ................................................................................................ 38

8.2. Resultaat- Motieven om online te participeren .................................................................... 40

8.2.1. Oriënterende studenten ................................................................................................ 40

8.2.2. Studenten met ervaring ................................................................................................ 41

8.3. Resultaat - Distributie ............................................................................................................ 42

8.3.1. Oriënterende studenten ................................................................................................ 42

8.3.2. Studenten met ervaring ................................................................................................ 42

8.4. Resultaat - Invulling content ................................................................................................. 43

8.5. Resultaat - Eisen platform ..................................................................................................... 44

8.5.1. Oriënterende studenten ................................................................................................ 44

8.5.2. Studenten met ervaring ................................................................................................ 45

9. Conclusies ...................................................................................................................................... 49

10. Aanbevelingen ........................................................................................................................... 57

10.1. Nadruk op user-generated content creëren ..................................................................... 58

10.2. Werving groep actieve basisgebruikers ............................................................................ 58

10.3. Interactie stimuleren ......................................................................................................... 59

10.4. Maak het platform persoonlijker ...................................................................................... 59

10.5. Betekenis en uitstraling ..................................................................................................... 59

10.6. Optimalisatie van de websitestructuur ............................................................................. 60

10.7. Punten van aandacht ......................................................................................................... 60

11. Implementatieplan .................................................................................................................... 63

Bibliografie ............................................................................................................................................ 66

Page 11: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

10

From2 is een online studentenplatform gericht op studenten die een tussenjaar of (een deel van) hun

studie of stage in het buitenland willen doen (From2, 2015). Het platform is opgericht door Insurance

Passport for Students, afgekort IPS. IPS is gespecialiseerd in het verzekeren van risico’s die je als

student loopt als je naar het buitenland gaat voor een studie of stage (Students Insured, 2015). Uit

eerder gevoerde gesprekken met de doelgroep blijkt dat studenten die overwegen om naar het

buitenland te gaan voor hun studie of stage behoefte hebben aan drie aspecten:

Informatie vanuit de invalshoek van de student zelf.

Ervaringen van studenten over hun buitenlandse studie, stage of tussenjaar.

Interactie met gelijkgestemden. IPS heeft vervolgens het platform From2 opgericht om te voorzien in de bovenstaande drie behoeften. Halverwege 2014 is het platform gelanceerd en in oktober 2014 online gegaan. Op het moment zit IPS met de volgende vraag: wat moet de invulling van het platform From2 worden om een hoge mate van interactie te krijgen bij de (potentiële) bezoekers zodat zij het platform gaan voorzien van content? Interactie tussen de (potentiële) bezoekers van From2 is essentieel om te kunnen voorzien in de eerder genoemde behoeften van de doelgroep. From2 wil dat het platform in de toekomst voor 75 procent bestaat uit ‘content’ gecreëerd door de eindgebruiker zelf, oftewel ‘user-generated content’. Hierbij kan gedacht worden aan: ervaringen, reviews, reacties, ingestuurde artikelen, video’s, foto’s, etc. Dit is enkel realiseerbaar wanneer From2 gaat fungeren als een ‘online community’, een virtuele plek waar een groep mensen met een gezamenlijk doel, belang of interesse bij elkaar komen om elkaar indirect te helpen bij het verwezenlijken van doelen, verwachtingen en activiteiten (Blom, 2010). From2 richt zich op twee groepen studenten. Allereerst de oriënterende student die overweegt om naar het buitenland te gaan voor een tussenjaar, studie of stage. Deze is op zoek naar informatie, ervaringen, reviews en contact met gelijkgestemden. Ten tweede is er de student die al een periode in het buitenland is geweest. Het idee is dat deze groepen als het ware een cyclus gaan vormen. Dit houdt in dat de terugkerende student, de oriënterende student van informatie en advies voorziet via de community. In eerste instantie wordt verwacht dat interactie van de student die terug is uit het buitenland het lastigst te realiseren is, omdat deze student niet direct belang heeft bij het delen van zijn of haar ervaring en het creëren van content. Het is mogelijk dat het interactieve gedrag gestimuleerd kan worden met ‘incentives’.

1.1. Doelstellingen IPS heeft het platform From2 opgericht omdat zij hier zelf een aantal belangen bij heeft. IPS wil een stap vóór zijn in het proces dat een student doorloopt als deze in het buitenland gaat studeren of stage gaat lopen. Dit heeft als voordeel dat ze bij IPS nog beter weten hoe ze de klant van dienst kunnen zijn, omdat zij deze via het platform From2 beter leren kennen. Een interactief platform biedt de mogelijkheid om dichterbij de doelgroep te komen. Volgens de oprichter en manager van From2, Leon Landman, is het doel behaald als hogescholen en universiteiten From2 als platform gaan gebruiken om studenten te adviseren over een buitenlandse studie of stage. Het doel over 5 jaar is dat 75 Hogescholen, universiteiten of mbo-scholen From2 vermelden op hun website als het startpunt om te bepalen of en waar ze willen studeren in het buitenland. Uiteindelijk kan From2 een interessant verdienmodel worden voor IPS, omdat er via dit platform studenten doorgestuurd

Page 12: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

11

kunnen worden naar IPS om daar een verzekering af te sluiten. Voorlopig formuleert From2 haar globale doelstelling als volgt: From2.nl wil met het online platform de belangrijkste online speler worden voor studenten tijdens het hele proces van studeren in het buitenland, beginnend bij de oriënterende student en eindigend bij de terugkomende student.

1.2. Probleemanalyse/-beschrijving Zoals eerder beschreven is From2 opgericht om in de volgende drie behoeften te voorzien: (1) informatie vanuit de invalshoek van de student zelf, (2) ervaringen van studenten over hun buitenlandse studie, (3) stage of tussenjaar en interactie met gelijkgestemden. IPS heeft er voor gekozen om door middel van het platform From2, een interactief platform waar de eindgebruiker zelf content creëert voor andere bezoekers, te voorzien in deze behoeften. Op het moment kan de bezoeker dit op de volgende manieren doen: het delen van persoonlijke ervaringen, het achterlaten van reacties of het insturen van andere vormen van content via de e-mail. Sinds de oprichting van het platform is er weinig interactie op het platform. Dit betekent dat er vrijwel geen ervaringen worden gedeeld, geen reacties worden geplaatst en geen content wordt gecreëerd door de eindgebruiker. Daarnaast hebben de ingezette social-mediakanalen (Facebook, Twitter, Linkedin, Google+, YouTube) minder dan 100 volgers per kanaal en is hier nauwelijks groei in waarneembaar. Ook de website zelf heeft weinig verkeer (maximaal 100 unieke bezoekers per maand). Om te weten hoe From2 bezoekers kan motiveren tot interactie moeten er een aantal aspecten in kaart gebracht worden. Allereerst is het onduidelijk in hoeverre de doelgroepen behoefte hebben aan een interactief platform. Ook is er geen duidelijkheid over wat de motieven van (potentiële) gebruikers zijn om te participeren op het platform. Dit is interessant om in kaart te brengen, zodat hier vervolgens op ingespeeld kan worden met de juiste communicatie. Daarnaast moet From2 nadenken over een onderscheidende, doelgroepgerichte invulling van alle andere content en de distributie hiervan. Deze content moet namelijk de eerste interactie gaan uitlokken. Het is voor de organisatie onduidelijke welke content van toegevoegde waarde is voor de doelgroep en welke content, via welke kan(a)al(en) de gewenste interactie oplevert. Ook dit aspect wordt meegenomen in het onderzoek. Ook is het belangrijk dat het platform naadloos aansluit op de doelgroep. Hiervoor is het belangrijk om duidelijkheid te krijgen over de eisen die gesteld worden door de (potentiële) bezoekers betreft de technische en inhoudelijke aspecten van het platform. Er zijn na het lanceren van From2 nog geen stappen ondernomen om meer interactie te realiseren op het platform. Eind vorig jaar is er een marketingcommunicatieplan opgesteld door drie studenten van de Haagse Hogeschool die de minor Online Marketingtools volgden. Het rapport geeft advies over het opzetten van een campagne om naamsbekendheid te creëren. Denk hierbij aan de inzet van social media, zoekmachinemarketing en e-mailmarketing. Het plan is nog niet uitgevoerd, mede omdat het medium nog niet geoptimaliseerd is en om deze reden niet klaar is voor de stap naar ‘promotie’. Dit onderzoek is om deze reden mediumspecifiek. From2 wil in de toekomst minder doen aan eenrichtingscommunicatie (zenden), maar het interactieve en sociale element van het studentenplatform meer benadrukken. De volgende startvraag wordt als vertrekpunt gebruikt: Welke invulling moet er gegeven worden aan het platform From2 om een hoge mate van interactie te krijgen bij de (potentiële) bezoekers, zodat het platform gaat fungeren als een online community?

Page 15: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

14

2.1. Globalisering en internet Tegenwoordig is het eenvoudig om op elk gewenst moment contact te leggen met personen over de hele wereld. Binnen een korte tijd is het mogelijk om door middel van live beelden op de televisie of het internet te weten wat er zich afspeelt aan de andere kant van wereld. Dit heeft te maken met de ontwikkeling die globalisering heet. Het begrip globalisering is afgeleid van het Engelse ‘global’ wat wereldwijd betekent. In Nederland wordt vaak gesproken van mondialisering (NRC, 2013). Volgens Harry van Vliet, lector Crossmedia Business bij Hogeschool Utrecht, is globalisering “de aanduiding voor de wereldwijde integratie van economische, politieke, culturele en sociale relaties (Vliet, 2008). Door deze aspecten samen is er steeds meer sprake van één wereldsamenleving. De relatieve afstanden worden steeds kleiner en vervagen langzaam (Wilterdink & Heerikhuizen, 2013). Ook een ontwikkeling is dat er steeds meer mensen online samen groepen vormen. Dit komt mede doordat je gemakkelijk kan deelnemen aan groepen door middel van het internet (Wilterdink & Heerikhuizen, 2013). Een studentenplatform als From2 draagt bij aan het vervagen van relatieve afstanden en maakt het mogelijk om in contact te komen met studenten buiten je persoonlijke omgeving. De komst van het internet heeft gezorgd voor veranderingen in onze tijdsbesteding en leefgewoonten. Het internet is als het ware een virtuele ruimte die onafhankelijk is van afstand, tijd en plaats. Volgens crossmediadeskundigen Indira Reynaert en Daphne Dijkerman maken we niet alleen gebruik van het internet, maar leven we als het ware in dit sociale medium. “Het online leven is niet meer surfen en zoeken. Het is verschoven naar interactie, creatie, samenwerking en communities.’’ (Reynaert & Dijkerman, 2012) Vanaf 2000 veranderde het internet van Web 1.0 naar Web 2.0. Het werd gebruikersvriendelijker, interactiever en multimedialer. Web 2.0 is een verzamelnaam van allerlei ontwikkelingen op het internet. Web 2.0 maakt het mogelijk om online in contact te komen met anderen (Frankwatching, 2009). Door de opkomst van Web 2.0 kunnen gebruikers actief meedoen met het genereren van content. User-generated content (UGC) is een verzamelnaam voor alle vormen van content die door de eindgebruikers zijn gecreëerd of gevonden (Droogleever, 2008). Enkele redenen dat mensen online participeren zijn: plezier, macht, erkenning of compensatie in de vorm van een (materiële) beloning (Janzik, 2008). In hoofdstuk 3 wordt dieper ingegaan op het begrip ‘user-generated content.

2.2. Individualisering Communiceren met elkaar wordt steeds gemakkelijker, maar desondanks verdwijnt het gemeenschapsgevoel steeds meer volgens filosofe Joke Hermsen. Veel van onze dagelijkse activiteiten worden individueel uitgevoerd (Hermsen, 2009). In de literatuur zijn verschillende definities te vinden voor het begrip individualisering. Drie elementen komen terug in de verschillende definities: de keuzevrijheid is toegenomen, mensen denken meer voor zichzelf en minder in groepsverband en mensen zijn onafhankelijker geworden van diverse autoriteiten (Hurenkamp & Duyvendak, 2004). Je zou om deze reden kunnen stellen dat het opbouwen van een interactieve online community lastig te verwezenlijken is. Desondanks blijft de mens als individu gehecht aan groepen, omdat mensen sociale wezens zijn. Hierdoor zal het sociale gedrag in alle aspecten van het leven naar voren blijven komen (Boschma & Groen, 2010). Zoals eerder beschreven maakt globalisering het mogelijk om makkelijker groepen te vormen. Dat komt met name door de komst van het internet, social media en de mobiele telefoon. Het internet is een plek waar snel groepen gevormd worden. Internet maakt het mensen gemakkelijk om informatie uit te wisselen, acties op touw te zetten en samen te werken (Shirky, 2008). Deze

Page 16: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

15

online groepen zijn vaak van tijdelijke duur en oppervlakkig. Daarnaast wordt er regelmatig van groep gewisseld. Doordat de banden van deze groepen minder sterk zijn, is het eenvoudig om verbonden te zijn met meerdere netwerken tegelijk. Dit past weer bij de geïndividualiseerde cultuur (Brink, 2007). Een logische redenatie is dat het voor het relatief nieuwe platform From2 moeilijk is om gebruikers voor een lange tijd binnen een online community te laten participeren, omdat deze snel weer wisselen van groep. Het is daarom onder andere belangrijk om als bedrijf snel te reageren op reacties. In 2013 stonden de bedrijven ABN AMRO, Vodafone Nederland en KLM in de top 3 van de Community Management top 100 omdat zij als snelste reageerden op openbare berichten (Frankwatching, 2013).

2.3. Participatiecultuur In 1992 introduceerde Henry Jenkins, professor of Communication, Journalism, and Cinematic Arts aan de Universiteit van Southern California, de term participatiecultuur. Volgens Jenkins is er een cultuur ontstaan waarin mensen interactief meedoen aan allerlei activiteiten. Hierdoor zijn de machtsverhoudingen tussen organisaties en consumenten veranderd. Deze verandering heeft de statische informatiestroom veranderd in een dynamische informatiestroom (Jenkins, 2006). Zoals eerder beschreven maakt het internet interactie mogelijk. Dit maakt het mogelijk om constant in contact te staan met de wereld. Binnen de participatiecultuur wordt de term ‘Generatie C’ vaak genoemd. Dit is de eerste generatie die nooit een andere realiteit heeft gekend dan de realiteit die wordt gedefinieerd en mogelijk wordt gemaakt door internet, mobiele apparaten en social networking (Friedrich, Peterson, & Koster, 2011). Van deze generatie vinden de meeste sociale interacties plaats op het internet. Hier voelen zij zich vrij om uiting te geven aan hun meningen en gevoelens. Generatie C is grofweg geboren na 1990 en ze beleefden hun adolescentie na 2000. De doelgroep van From2 valt onder de ‘Generatie C’. Ook verwijst de term ‘user-generated content’ naar de content die door gebruikers zelf wordt geproduceerd. Deze generatie schept er voldoening in om ervaringen en andere informatie met anderen te delen (Reynaert & Dijkerman, 2012). From2 wil een platform dat voor het grootste gedeelte bestaat uit ‘user-generated content’. Uit de theorie blijkt dus dat de doelgroep uit het creëren van content voldoening krijgt.

Page 19: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

18

3.1. Online trends Door alle veranderingen, zoals in het voorgaande hoofdstuk beschreven, zijn de behoefte van de mens veranderd en zo ook de behoefte van de internetgebruiker. Steeds meer heerst er de behoefte om online te participeren. Door de technologische veranderingen is dit ook steeds makkelijker. Met een korte tweet, een ‘like’ of een reactie op een website kun je al participeren in de online wereld (Heeswijk, 2012). In dit hoofdstuk worden enkele trends op online gebied en het gebied van digitale interactie beschreven. Op de juiste manier inspelen op deze trends kan waardevol zijn voor From2 bij het creëren van een online community.

3.1.1. Social media

Brian Solis, gespecialiseerd in social business, omschrijft social media als technologische toepassingen die personen de mogelijkheid bieden om inhoud te creëren en te delen (Solis, 2013). Jongeren gebruiken social media voornamelijk om contact te houden met vrienden, om nieuwe contacten te leggen, maar ook voor informatie en ontspanning nemen sociale media een belangrijke plaats in (Walrave & Ouytsel, 2014). De Conversation Prism van Solis is een bekende weergave van de kanalen, platformen en websites die onder de term social media vallen (Solis, 2013). Het beschrijft alle vormen van social media met daarbij de belangrijkste websites/kanalen die hier binnen vallen. Het prisma geeft duidelijk weer hoe divers en groot de wereld van online conversatie is (zie figuur 1).

Het merk vormt de kern van het prisma; vanuit deze positie observeert, luistert of neemt het merk deel aan online conversaties (Solis, 2013). Vanuit de kern vinden er processen plaats die assisteren om te komen tot een social media beleid (Solis, 2013). From2 heeft op het moment de volgende social media kanalen in gebruik: Facebook, Twitter, LinkedIn, Google+, YouTube. Sociale media kunnen een ondersteunende rol spelen voor een online community. Het is voor From2 interessant om te weten welke kanalen op het moment interessant zijn voor de doelgroep. In 2010 is Newcom gestart met een grootschalige studie naar social media. Newcom is een onafhankelijk onderzoeksbureau dat organisaties met full-service marktonderzoek inzicht geeft in hoe zij optimaal kunnen aansluiten bij de wensen van de doelgroep (NewCom, 2015) . Het meest recente social media onderzoek is uitgevoerd in januari 2015 onder 10.395 respondenten van 15 jaar en ouder (NewCom, 2015). Uit het Social Media Onderzoek van Newcom blijkt dat bijna 9 op de 10 Nederlanders gebruikmaakt van social media. Met name zijn de Nederlandse jongeren erg actief, die gemiddeld op vier social media platformen actief zijn. De vijf meest gebruikte kanalen in Nederland zijn Facebook, YouTube, LinkedIn, Twitter en Google+ (NewCom, 2015). Van deze top 5 social media platformen hebben enkel Facebook en Google+ een groei in gebruikersaantallen ten opzichte van de resultaten van 2014. Met uitzondering van Twitter is het dagelijkse gebruik van alle platformen gestegen. Het aantal gebruikers voor het platform Facebook is voor het eerst gedaald met 12% onder jongeren in de leeftijdcategorie van 15-19 jaar. Ook de leeftijdscategorie 20-39 jaar heeft maar een kleine stijging van 1%. In deze leeftijdscategorieën valt de doelgroep van From2.nl. Het platform Twitter heeft ook een daling in aantal gebruikers. Vooral

Figuur 1. Conversation Prism

Page 20: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

19

jongeren in de leeftijdscategorie 15 t/m 19 jaar haken af op dit platform, 26% is afgehaakt (NewCom, 2015). Onder de overige platformen zijn vooral Instagram en Pinterest populair. Instagram is voornamelijk populair en groeiend onder jongeren t/m 19 jaar. 50% van alle Nederlandse jongeren van 15 t/m 19 jaar maken gebruik van Instagram. 47% van alle Nederlandse scholieren/studenten maakt gebruik van Instagram. Pinterest is voornamelijk populair onder de leeftijd 20-39 jaar. 20% van alle Nederlandse studenten/scholieren maakt gebruik van Pinterest (NewCom, 2015). Newcom voorspelt dat Instagram binnen twee jaar groter is dan Twitter. Daarnaast voorspellen ze dat Facebook over een jaar nog steeds de grootste is onder jongeren, maar wel verder zal dalen (NewCom, 2015). Uit de resultaten en voorspellingen blijkt dus dat Facebook voorlopig een belangrijk social media kanaal is voor From2, omdat het ondanks haar dalende volgers de komende jaren de grootste speler blijft onder jongeren. Instagram en Pinterest groeien enorm in volgers en voornamelijk onder studenten en scholieren. Deze twee platformen heeft From2 op het moment nog niet ingezet, maar blijken interessant te zijn omdat deze populair zijn onder de doelgroep.

3.1.2. Mobiele applicaties

Uit cijfers van het CBS blijkt dat ruim 90 procent van de 18-25-jarigen onderweg online is met een smartphone (CBS, 2014). Apps hebben gezorgd voor een nieuwe manier van internetten. Een app is sneller dan een website, omdat alleen nog de content van het internet afgehaald moet worden terwijl de grafische besturingselementen al beschikbaar zijn in de app. Daarnaast zorgt een app er voor dat je als organisatie dichter bij de gebruiker staat; de app is altijd aanwezig als icoon op het persoonlijke apparaat en met één vingerbeweging geopend (Buuren, 2010).

3.1.3. Online community

Het begrip 'community' kent vele definities. Erwin Blom geeft in zijn boek Handboek Communities de volgende omschrijving aan een online community, deze omschrijving past bij het concept van From2: ‘’Een online community is een virtuele plek waar een groep mensen met een gezamenlijk doel, belang of interesse bij elkaar komen, om elkaar indirect te helpen in het verwezenlijken van doelen, verwachtingen en activiteiten. Dit doen ze door het delen van informatie en ideeën, waarmee zij bijdragen aan het duurzaam ontwikkelen van een gemeenschap. De gebruiker is ook de creator bij een community’’ (Blom, 2010). Een kenmerk van een ‘online community’ is dat deze ontstaat rondom een bepaald product, thema, hobby, etc. (Verheijen, 2012). In het geval van From2 is het thema ‘studeren en stage lopen in het buitenland’. Mensen kunnen zich vervolgens aansluiten bij een community om kennis en ervaringen met gelijkgezinden te delen. Kenmerkend is dat vooraf de leden elkaar nog niet kennen en er eventueel binnen de community relaties kunnen worden opgebouwd (Verheijen, 2012).

3.1.3.1. Rolverdeling communityleden

Doorgaans bestaat een community uit verschillende leden met ieder hun eigen rol. Volgens Michael Jansen, specialist op het gebied van merkstrategie, zorgt 20 procent van het totaal aantal leden voor 80 procent van de input binnen de community (Jansen, 2012). Dit misschien laag ogende percentage is in de meeste gevallen voldoende om de community actief te houden. Volgens E-marketing consulant Jakob Nielsen is er sprake van de 90-9-1 regel van de gebruikersparticipatie binnen communities (Daniv, 2011). Deze houdt in:

90% van alle gebruikers zijn lurkers. Zij lezen soms berichten en observeren anderen, maar hebben weinig tot geen bijdrage aan de content die gedeeld wordt binnen de community.

9% van alle gebruikers draagt zo af en toe iets bij. 1% van alle gebruikers zijn zeer actief en hierdoor verantwoordelijk voor vrijwel alle content.

Hierdoor hebben zij aanzien in de community en invloed op andere gebruikers.

Page 21: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

20

3.1.3.2. Online community opzetten

Tharon W. Howard beschrijft in zijn boek ‘Design to Thrive’ het RIBS model, een model dat bedrijven kunnen gebruiken om een community op te zetten. Dit model gaat uit van vier elementen die bijdragen aan het actief maken van een online community. De vier elementen van het RIBS model zijn (Howard, 2010):

Remuneration (vergoeding): dit is de beloning/tegenprestatie die de gebruiker krijgt voor zijn deelname aan de community. Hij stelt dat er weinig mensen zijn die actief zijn op een online platform wanneer zij hiervoor niets in de plaats krijgen.

Influence (invloed): dit verwijst naar het feit dat een organisatie de leden het gevoel geeft dat ze iets betekenen voor de community.

Belonging (toebehoren): dit houdt in dat de leden ervaren dat ze deel uitmaken van de community. Specifieke taal of symbolen kunnen er toe bijdragen dat mensen zich deel van een geheel voelen.

Significance (betekenis): dit gaat over de betekenis van het platform. Een succesvolle community heeft een bepaalde relevantie en betekenis door de gebruikers.

3.1.4. User-generated Content

‘User-generated content’ (UGC) is een verzamelnaam voor alle vormen van content die door de eindgebruikers zijn gecreëerd of gevonden (Droogleever, 2008). Bij user-generated content kan gedacht worden aan het schrijven van een review na het eten bij een restaurant of het delen van een foto of verhaal van een bepaalde activiteit. Het is een breed begrip: het kan gaan om een reactie op een artikel, een bijdrage op Facebook of het insturen van een artikel. De vormen kunnen uiteenlopen van onder andere video’s, afbeeldingen, blogs, audio, reviews. Wedstrijden worden ook regelmatig ingezet om user-generated content te verkrijgen. Door middel van prijzen, diensten of zelfs alleen de eer kunnen consumenten gevraagd worden om iets creatiefs te verzinnen voor een organisatie. Deze vorm van content is door de komst van Web 2.0 steeds populairder geworden, omdat iedereen informatie kan publiceren (Petersen, 2014). Voorbeelden van websites die het moeten hebben van UGC zijn onder andere ‘Facebook’, ‘Dumpert’, ‘Wikipedia’, en ‘YouTube’ (Blom, 2010). Het betrekken van bezoekers bij het creëren van de inhoud zorgt ervoor dat ze zich thuis voelen bij een gemeenschap (Daugherty, Eastin, & Bright, 2008). Om het user-generated content initiatief interessant te maken voor gebruikers, is het belangrijk dat er een groep actieve basisgebruikers is. Deze groep moet voornamelijk in het begin de site draaiende houden door dagelijks het platform van content te voorzien. Ook kan het nuttig zijn om met andere partijen samen te werken. Wanneer deze actieve gebruikers er niet zijn, zal er minder content zijn en wat vervolgens weer leidt tot weinig terugkerende bezoekers en bezoekers die actief mee willen gaan doen (Marketingsfacts, 2007) . Een Nederlands bedrijf dat succesvol user-generated content gebruikt is Intratuin. Naast de gewone webshop heeft de winkelketen een platform opgericht ‘De mooiste tuinen’ (zie figuur 2). Hierop kunnen gebruikers foto’s plaatsen van hun tuin. Het is geen vereiste dat hierop producten van de Intratuin staan, maar deze foto’s wekken wel inspiratie op voor de consumenten. Dit draagt weer bij aan de merkbeleving van Intratuin.

Page 22: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

21

Figuur 2. Succesvol user-generated content initiatief Intratuin

De wens is dat het studentenplatform From2 uiteindelijk bestaat uit 75% user-generated content in de vorm van ervaringen, reviews of artikelen, video’s en foto’s. De oriënterende student heeft in eerder gevoerde gesprekken met IPS aangegeven dat zij graag informatie willen lezen die geschreven is door studenten zelf. Zij gaven aan dat deze informatie waarschijnlijk een realistisch beeld geeft van de werkelijkheid. Daarnaast gaven zij aan dat deze informatie momenteel moeilijk te vinden is en zij het vooral moeten doen met informatie vanuit commerciële instanties, hogescholen en universiteiten.

3.2. Motieven om online te participeren Waarom willen mensen deel uit maken van online communities en waarom willen ze participeren? Door als bedrijf deze motivaties beter te begrijpen is het mogelijk om in te spelen op deze motivaties om uiteindelijk een succesvolle online community op te richten (Blom, 2010). Het is voor From2 interessant om te achterhalen waarom (potentiële) gebruikers zouden willen participeren binnen een online community om ze vervolgens te stimuleren tot interactie.

3.2.1. ‘Uses & Gratification’ theorie Om te weten wat de motieven van internetgebruikers zijn om actief te zijn binnen een online community kan de ‘Uses & Gratifications’ (U&G) theorie als uitgangspunt worden gebruikt. De U&G theorie stelt dat mensen bewust kiezen voor bepaalde media om bepaalde behoeften te bevredigen. Ook in het tijdperk van het internet en social media kan de U&G theorie van waarde zijn om motieven in kaart te brengen. De U&G theorie verklaart namelijk waarom mensen bepaalde media en content gebruiken. De kern van deze theorie is de aanname dat mensen diverse media gebruiken om individuele behoeftes of doelen te bevredigen. De theorie gaat ervan uit dat elk individu bewust is van zijn of haar behoeften en daar haar mediaconsumptie op aanpast. In de theorie wordt dit ‘gratifications sought’ genoemd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de ‘gratifications sought’ en de ‘gratifications obtained’. De ‘gratifications sought’ zijn de motieven om media te gebruiken, de ‘gratifications obtained’ zijn de verkregen voldoeningen (Katz, 1973). Veelal weten bedrijven niet hoe zij interactieve platformen moeten inzetten (Bureaus investeren in social media, 2009). Daarom is het relevant om te onderzoeken welke behoeften en gratificaties er zijn onder internetgebruikers, specifiek de doelgroep van From2. De motieven om media te gebruiken zijn omschreven in de typologie van McQuail (2005). Deze bestaan uit vier motieven: informatie, sociale interactie, entertainment en persoonlijke identiteit (McQuail, 2005). Daarnaast hebben Muntinga et al (2009) twee motieven van mediagebruik aan de typologie van McQuail (2005)

Page 23: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

22

Deelname online

community

Informatie

Sociale interactie

Entertainment

Persoonlijke erkenning

Beloning

Empowerment

toegevoegd welke ook in dit onderzoek zijn opgenomen, namelijk: beloning en empowerment (Muntinga, Moorman, & Smit, 2009). De bovenstaande zes motieven worden als uitgangspunt gebruikt in dit onderzoek. De zes motieven om interactief deel te nemen aan een platform staan in het onderstaande model weergegeven. Deze motieven worden in onderstaande paragrafen besproken en verder toegelicht en onderbouwd met diverse onderzoeken.

3.2.2. Informatie

Informatie is een eerste motief om een medium te gebruiken. Mensen hebben behoefte aan informatie, omdat zij graag op de hoogte willen zijn van wat er in de wereld gebeurt. Uit onderzoek van Korgaonkar en Wolin (1999) is gebleken dat consumenten met name internet gebruiken om op een snelle en goedkope wijze de informatie te vinden die zij nodig hebben (Korgaonkar & Wolin, 1999). Zij zijn met name op zoek naar informatie over onderwerpen die hun interesseren (Shao, 2009). Voor de doelgroep ‘oriënterende studenten’ is dit mogelijk een belangrijk motief, omdat zij op zoek zijn naar informatie.

3.2.3. Sociale interactie Sociale interactie en integratie is een tweede motief. Online community expert Amy Jo Kim gebruikt in haar boek 'Community Building on the Web' de offline behoeften van Maslow om de behoeften en motieven van online community deelnemers te verduidelijken. Zij stelt dat mensen eerst worden gemotiveerd om deel te nemen aan een community omdat zij hiermee het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van een groep (Kim, 2000). Volgens Bowman en Willis is in contact komen met mensen met dezelfde interesse een belangrijk motief. Daarnaast noemen zij ‘betekenisgeving en begrijpen’ als reden. Mensen gaan steeds meer online op zoek naar antwoorden van gelijkgestemden, omdat deze meer de realiteit nabootsen (Bowman & Willis, 2003).

3.2.4. ‘Entertainment’ Mensen gebruiken media om problemen te ontvluchten, als tijdverdrijf of om hun stemming te reguleren (McQuail, 2005). Uit onderzoek van Sheldon (2008) is gebleken dat entertainment een belangrijke factor is voor gebruikers van Facebook. Om deel uit te maken van Facebook groepen werd entertainment ook als behoefte in het onderzoek van Park, Kee en Valenzuela (2009) gevonden

Figuur 3. Zes motieven voor deelname aan een ‘online community’.

Page 24: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

23

(Park, Kee, & Valenzuela, 2009). Bedrijven maken steeds vaker gebruik van het entertainment aspect om grote groepen mensen aan te sporen tot actie. Hierbij kan gedacht worden aan het organiseren van een wedstrijd om het insturen van content te stimuleren. Gebaseerd op deze onderzoeken kan worden verondersteld dat entertainment een motief is voor de doelgroep van From2 om deel te nemen aan een online community.

3.2.5. Persoonlijke erkenning

Persoonlijke erkenning vormt een motief om aan een ‘user-generated content’ initiatief mee te doen. Er heerst een behoefte bij mensen om te laten zien wie ze zijn. Ze worden gemotiveerd om te participeren omdat hun bijdrage het gevoel van eigenwaarde laat groeien en dit resulteert vervolgens in erkenning (Kim, 2000). Sociale media dragen bij aan de persoonlijke identiteit van gebruikers omdat zij zich kunnen uiten door middel van content (Shao, 2009). Volgens Bowman en Willis is het voornaamste motief om actief deel te nemen aan een community om status te verkrijgen of om een reputatie op te bouwen in een bepaalde gemeenschap. Sociale erkenning speelt hierbij een grote rol (Bowman & Willis, 2003).

3.2.6. Beloning

Dit motief houdt in dat internetgebruikers actief zijn binnen online communities omdat zij er voordeel mee kunnen behalen of er in de toekomst iets voor terug verwachten (Droogleever, 2008). Wasko en Faraj onderzochten redenen waarom mensen participeren en elkaar helpen in online communities. Zij concentreerden zich op kennisuitwisseling. Uit hun onderzoek bleek dat het onderzochte forum niet gebruikt werd om sociale contacten te leggen of persoonlijke relaties te ontwikkelen. De voornaamste reden om deel te nemen was om iets terug te geven aan de gemeenschap omdat deze hen ook zo goed had geholpen (McLure Wasko & Faraj, 2000). Naast een sociale ‘beloning’ vormt de kans op een financiële beloning voor de gedane moeite ook een motivatie om aan user-generated content mee te werken. Zo deelt het platform Youtube de reclame-inkomsten met de gebruiker die het filmpje geüpload heeft. Daarnaast bestaan er zelfs sites, zoals Start12.nl, die een bepaald bedrag betalen voor het plaatsen van een mening of blog artikel. Andere platforms maken gebruik van prijzen waar kans op gemaakt wordt na het uploaden van content (Marketingsfacts, 2007).

3.2.7. ‘Empowerment’

Binnen online communities zijn gebruikers zelf in staat om content te consumeren, te participeren en te produceren, waardoor zij meer macht en invloed kunnen uitoefenen (Shao, 2009). Doordat sommige platformen de bijdrage van gebruikers en de status van gebruikers zichtbaar maken, vormt dit een aansporing voor de gebruiker om content in te sturen. Een voorbeeld is de community 27vakantiedagen.nl. Hier worden actieve gebruikers regelmatig in het zonnetje gezet (zie figuur 4). Zo worden bijvoorbeeld de mooiste foto’s uit reisverhalen getoond op de homepage (27 vakantiedagen, 2015).

Figuur 4. Inspelen op het motief 'empowerment'

Page 25: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

24

3.2.8. Het belang van laagdrempeligheid

De bovenstaande motieven kunnen een grote rol spelen om als gebruiker mee te doen aan het

creëren van user-generated content. De laagdrempeligheid van een platform speelt vervolgens ook

een belangrijke rol om user-generated content initiatieven aantrekkelijk te maken. Zo is het

verstandig om het registeren simpel te houden of het kunnen reageren zonder registratie mogelijk te

maken. Ook het versturen van content moet vergemakkelijkt worden, door het bijvoorbeeld ook via

een app of de mail te kunnen insturen (Marketingsfacts, 2007).

Page 27: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

26

Aan de hand van de verschillende visies en modellen in de literatuurverkenning is het volgende conceptueel model ontstaan. Dit model geeft inzage in de wijze waarop From2 een interactief platform kan bewerkstellingen.

Figuur 5. Variabelen die van invloed zijn op een online community

In het conceptueel model is te zien dat er twee verschillende groepen gebruikers vereist zijn om van From2 een online community te maken. Dit zijn aan de ene kant de oriënterende studenten en aan de andere kant de studenten met een ervaring. In het model is gevisualiseerd dat de groepen afhankelijk zijn van twee aspecten die bepalen of zij wel of niet participeren. Allereerst zijn dat de eisen aan het platform, zowel inhoudelijk als technisch. Daarnaast blijkt uit de theoretische verkenning dat er bepaalde gratificaties, ook wel motieven, vereist zijn om als internetgebruiker te participeren op een interactief platform.

Page 28: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

27

Beide groepen hebben verschillende eisen en gratificaties, maar er is ook overlapping. Uit eerder gevoerde panelgesprekken door IPS is gebleken dat oriënterende studenten behoefte hebben aan informatie vanuit de invalshoek van de student zelf, ervaringen van studenten over hun buitenlandse studie, stage of tussenjaar en interactie met gelijkgestemden. Dit zijn de inhoudelijke eisen die de oriënterende groep aan het platform stelt. De studenten met een ervaring stellen andere eisen aan het platform. Deze groep komt in de eerste plaats niet om zelf informatie te verwerven, maar deze groep komt content toevoegen aan het platform in de vorm van ervaringen, reviews, blog artikelen, foto's en video's. Voor deze groep moet het zo makkelijk mogelijk worden gemaakt om user-generated content te kunnen uploaden. Daarnaast moet een online platform gebruikersvriendelijk zijn. ‘Website usability’ gaat over hoe gebruikersvriendelijk een website is en hoe gemakkelijk het is om een website te gebruiken (Kassenaar, 2014). Deze eis is van belang voor beide groepen. Uit de theoretische verkenning zijn de volgende zes gratificaties gekomen: informatie, sociale interactie, ‘entertainment’, persoonlijke erkenning, beloning en ‘empowerment’. Wanneer From2 voor beide groepen voldoet aan de eisen en gratificaties verhoogt dit de kans op participatie van beide groepen op het interactieve platform. Dit zal er ook in resulteren dat beide groepen direct of indirect met elkaar in contact worden gebracht. Dit symboliseert de onderliggende verbinding in het conceptueel model.

Page 29: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

28

Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van opgestelde sleutelbegrippen die ondersteuning bieden aan het conceptueel model. Online community/ interactief platform: Een online community is een virtuele plek waar een groep mensen met een gezamenlijk doel, belang of interesse bij elkaar komen, om elkaar indirect te helpen in het verwezenlijken van doelen, verwachtingen en activiteiten (Blom, 2010). Oriënterende groep: De oriënterende studenten die overwegen om naar het buitenland te gaan voor een tussenjaar, studie of stage. Deze zijn op zoek naar informatie, ervaringen, reviews en contact met gelijkgestemden. Groep met ervaring: De studenten die al een periode in het buitenland zijn geweest voor een tussenjaar, studie of stage. Gratificaties: Deze term komt uit de Uses en Gratifications theorie. Verwachtingen die gebruikers denken te krijgen wanneer zijn gebruikmaken van een bepaald medium, in dit geval een interactief platform (Katz, 1973). Informatie motief: Eén van de gratificaties/motieven die in dit onderzoek als uitgangspunt wordt genomen om de motieven betreft interactief deelnemen aan een platform te verklaren. Mensen zijn op zoek naar informatie over onderwerpen die hun interesseren (Shao, 2009). Sociale interactie en integratie motief: Eén van de gratificaties/motieven die in dit onderzoek als uitgangspunt wordt genomen om de motieven betreft interactief deelnemen aan een platform te verklaren. Mensen worden gemotiveerd om deel te nemen aan een community omdat zij hiermee het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van een groep (Kim, 2000). Entertainment motief: Eén van de gratificaties/motieven die in dit onderzoek als uitgangspunt wordt genomen om de motieven betreft interactief deelnemen aan een platform te verklaren. Mensen gebruiken media om te relaxen, problemen te ontvluchten, als tijdverdrijf of om hun stemming te reguleren (McQuail, 2005). Persoonlijke identiteit motief: Eén van de gratificaties/motieven die in dit onderzoek als uitgangspunt wordt genomen om de motieven betreft interactief deelnemen aan een platform te verklaren. Volgens Bowman en Willis is het voornaamste motief om actief deel te nemen aan een community om status te verkrijgen of om een reputatie op te bouwen in een bepaalde gemeenschap. Sociale erkenning speelt hierbij een grote rol (Bowman & Willis, 2003). Empowerment motief: Eén van de gratificaties/motieven die in dit onderzoek als uitgangspunt wordt genomen om de motieven betreft interactief deelnemen aan een platform te verklaren. Binnen online communities zijn gebruikers zelf in staat om content te consumeren, te participeren en te produceren, waardoor zij meer macht hebben en invloed kunnen uitoefenen (Shao, 2009). Beloning motief: Eén van de gratificaties/motieven die in dit onderzoek als uitgangspunt wordt genomen om de motieven betreft interactief deelnemen aan een platform te verklaren. Dit motief houdt in dat internetgebruikers actief zijn binnen online communities, omdat zij er voordeel mee kunnen behalen of er in de toekomst iets voor terugverwachten (Droogleever, 2008). Online content: Content kan tekst zijn, maar ook beeld, films, games, apps, kortom alles wat online gecommuniceerd kan worden (Govaart, 2015). Social media: Social media zijn technologische toepassingen die personen de mogelijkheid bieden om inhoud te creëren en te delen (Solis, 2013). User-generated content: User-generated Content (UGC) is een verzamelnaam voor alle vormen van content die door de eindgebruikers zijn gecreëerd of gevonden (Droogleever, 2008). Website usability: Website usability gaat over hoe gebruikersvriendelijk een website is en hoe makkelijk het is om een website te gebruiken (Kassenaar, 2014). ’App’’/Mobiele applicatie: De naam “app” is een afkorting voor mobiele applicatie. Een app is een klein programma dat draait op een smartphone of tablet. Met een app kun je eenvoudig extra functies toevoegen aan je mobiele apparaat. De app is altijd aanwezig als icoon op het persoonlijke apparaat en met één vingerbeweging geopend (Buuren, 2010).

Page 31: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

30

Door middel van onderzoek wordt in kaart gebracht welke invulling het platform From2 moet krijgen om een hoge mate van interactie te krijgen van de (potentiële) bezoekers zodat het platform gaat fungeren als een online community. Zoals eerder besproken moet From2 zich richten op twee verschillende doelgroepen om een online community te realiseren. Ten eerste is er de oriënterende student die overweegt om naar het buitenland te gaan voor een tussenjaar, studie of stage. Deze is op zoek naar informatie, ervaringen en contact met gelijkgestemden. Ten tweede is er de student die al een periode in het buitenland is geweest voor een tussenjaar, studie of stage. Het is de bedoeling dat de student met een ervaring de oriënterende student van informatie gaat voorzien.

6.1. Centrale hoofdvraag Welke invulling moet er gegeven worden aan het platform From2 om een hoge mate van interactie te krijgen bij de (potentiële) bezoekers, zodat het platform gaat fungeren als een online community?

6.2. Deelvragen Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag zijn de onderstaande deelvragen opgesteld. In welke mate is er behoefte aan een online community bij de oriënterende studenten en studenten met een buitenlandse ervaring? Uit eerder gevoerde gesprekken met de doelgroep is gebleken dat er behoefte is aan informatie vanuit de invalshoek van de student zelf, ervaringen van studenten over hun buitenlandse studie, stage of tussenjaar en interactie met gelijkgestemden. Dit zijn de behoeften van de oriënterende groep. In dit onderzoek wordt geprobeerd een beter beeld te krijgen van hoe deze behoeften precies vertaald kunnen worden op een online community. Daarnaast is From2 afhankelijk van user-generated content gecreëerd door de studenten met een ervaring. Deze groep kan voorzien in de behoefte van de oriënterende studenten. Onderzoek zal uitwijzen in welke mate deze groep behoefte heeft aan het participeren binnen een online community. Welke motieven hebben de oriënterende studenten en studenten met een buitenlandse ervaring om te participeren binnen een online community? Om te weten wat de motieven van internetgebruikers zijn om actief te worden binnen een online community worden zes motieven als uitgangspunt gebruikt in dit onderzoek: informatie, sociale interactie, entertainment, persoonlijke erkenning, beloning en ‘empowerment’. Deze motieven worden getoetst en er wordt achterhaald of er nog andere motieven meespelen om te participeren. Op welke wijze wil de doelgroep de content en overige diensten van het platform consumeren? Aan de respondenten wordt gevraagd op welke wijze zij het prettig vinden om de content van het platform From2 te consumeren, maar ook op welke wijze zij graag van het interactieve platform gebruik willen maken. Een mobiele applicatie zou mogelijk interessant kunnen zijn. Andere mogelijkheden zijn: een nieuwsbrief, forum, specifieke social media kanalen of offline activiteiten.

Welke vormen van content worden interessant gevonden door de (potentiële) bezoekers? From2 wil dat het studentenplatform een online community wordt. Dit houdt in dat de gebruiker ook de ‘creator’ is en zelf content creëert. Welke content moet gecreëerd worden om interactie uit te lokken? Daarnaast zal een gedeelte van het platform worden ingevuld met eigen content. Op welke wijze kan From2 hier invulling aan geven om een zo hoog mogelijk interactie te krijgen bij de (potentiële) gebruikers van het platform. De respondenten wordt gevraagd in hoeverre zij bepaalde content interessant vinden. Daarnaast wordt er gekeken naar welke vormen van content het beste kunnen worden ingezet.

Page 32: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

31

Welke eisen worden er gesteld door de oriënterende studenten en studenten met een buitenlandse ervaring aan het platform? In het onderzoek wordt gevraagd naar de vereisten op inhoudelijk en technisch gebied van het platform. De uitkomsten geven duidelijkheid over hoe de online community From2 moet worden ingericht om een hoge mate van interactie te krijgen bij de (potentiële) bezoekers.

Page 33: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

32

In dit hoofdstuk wordt de methode van het onderzoek beschreven. Er is samen met de opdrachtgever gekozen voor een kwalitatief onderzoek. Voor kwalitatief onderzoek geldt dat over het algemeen inzicht verkregen wordt in motieven en meningen (Hogendoorn, 2011). Het doel van dit onderzoek is voornamelijk om motieven van de doelgroep te achterhalen. Wanneer er inzicht is in de eisen en motieven die de doelgroep stelt om te participeren binnen een online community, kan de opdrachtgever hier de communicatie op aanpassen met als doel de (potentiële) bezoekers te motiveren om interactief deel te nemen aan een online community.

7.1. Semigestructureerd topic –interview Door middel van het afnemen van diepte- interviews kunnen nieuwe inzichten verkregen worden (Hogendoorn, 2011). Er worden één op één interviews gehouden op semigestructureerde wijze. Tijdens het interview wordt gewerkt met topics die enigszins structuur geven aan het interview. Maar flexibiliteit is van belang zodat goed doorgevraagd kan worden naar achterliggende motivaties, gedachten en ideeën. Elk interview verloopt hierdoor anders, maar de rode draad blijft hetzelfde. Door deze manier van interviewen toe te passen kan er ingespeeld worden op de bevindingen van elke individuele deelnemer. Daarnaast zal er tijdens de interviews gebruik worden gemaakt van een laptop. De respondent wordt gevraagd om enkele opdrachten uit te voeren op het platform. Ondertussen observeert de onderzoeker het online gedrag van de respondent en vraagt ondertussen naar achterliggende motieven voor het gedrag. Op deze manier wordt duidelijk welke knelpunten er op technisch en inhoudelijk aspect zijn. Daarnaast worden er tijdens het interview diverse vormen van content, zoals videobeelden, foto’s, blogs en artikelen, getoond aan de respondent. Deze worden door middel van een PowerPoint op de laptop getoond. De respondenten wordt gevraagd om direct te reageren op de getoonde content. Op deze manier krijgt de onderzoeker een duidelijk beeld welke content interessant wordt gevonden. Daarnaast wordt er door middel van het interview gevraagd naar een verklaring.

7.2. Populatie Als richtlijn worden er 10 interviews afgenomen. Wanneer er na deze 10 interviews nog geen sprake is van verzadiging kan er besloten worden om meer interviews te houden. In verband met het tijdspad zullen dit maximaal vier extra interviews zijn. Wanneer blijkt dat er na 10 interviews een verzadiging optreedt en er geen nieuwe informatie meer verkregen wordt spreekt men van saturatie. Op dat moment zijn er voldoende interviews afgenomen(Lucassen & OldeHartman, 2007). Er is gekozen om de interviews onder twee groepen af te nemen. Namelijk vijf oriënterende studenten en vijf studenten die hun buitenlandse ervaring al achter de rug hebben. De eerste groep zit nog midden in het proces en kan vertellen welke behoefte zij momenteel hebben en wat zij verwachten van een online community. De tweede groep is interessant omdat zij een reflecterend oordeel kunnen geven en dus kunnen vertellen wat zij gemist hebben. Daarnaast worden motieven van beide groepen achterhaald die bepalend zijn voor het interactief deelnemen aan een online community. Beide onderzoeksgroepen zijn scholieren of studenten in de leeftijdscategorie van 18 - 28 jaar ingeschreven bij een onderwijsinstelling, mbo, hbo of elders. De respondenten voor de oriënterende groep worden geworven via online zoekopdrachten die uitgezet zijn via OBI4wan. OBI4wan verzamelt relevante data uit social media als Twitter, Facebook, LinkedIn, Instagram, Pinterest en meer dan 430.000 online bronnen. OBI4wan geeft inzicht in online conversaties (OBI4wan, 2011). Er wordt gezocht naar personen die praten over studie of stage in het buitenland en eventueel een beurs of evenement hebben bezocht of gaan bezoeken. De onderzoeker

Page 34: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

33

benadert vervolgens via social media personen die uit de zoekopdrachten zijn gekomen. Daarnaast wordt er een e-mail gestuurd naar het hoofd van de studie European Studies aan de Haagse Hogeschool met de vraag of alle eerstejaars studenten via de e-mail benaderd mogen worden. De respondenten voor de groep met ervaring zullen uit het eigen netwerk van IPS worden benaderd. Dit zijn studenten die reeds een verzekering hebben afgesloten, wat betekent dat zij een periode in het buitenland zijn geweest voor studie of stage.

7.3. Analysekader Op het moment dat alle gewenste interviews zijn afgenomen, begint het analyseren van de gegevens. Er worden geluidsopnames gemaakt van de interviews. Alle verkregen informatie wordt letterlijk getranscribeerd. In de bijlagen zijn de transcripties van de gevoerde interviews terug te vinden. In het voorgaande hoofdstuk is er aan de hand van behandelde theorieën inzicht verkregen in verschillende elementen die belangrijk zijn om interactie te creëren op een online platform. Deze elementen (thema’s) samen vormen het analysekader in dit onderzoek. Door een analysekader op te stellen krijgt de onderzoeker voorafgaand aan de interviews inzicht in de informatie die belangrijk is voor het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen. Hierdoor is het voor de onderzoeker duidelijk waar tijdens de interviews extra oplettendheid van belang is. Tijdens de analyse van de interviews wordt allereerst de informatie gefilterd op relevantie.

Informatie is relevant wanneer het een relatie heeft met één of meerdere elementen (thema’s) die

geformuleerd zijn in het analysekader. Wanneer eenmaal alle relevante informatie is verzameld

wordt deze omgezet in fragmenten. Vervolgens worden alle fragmenten gelabeld en onderverdeeld

onder de thema's. Het is mogelijk dat een fragment onder meerdere thema's valt en meerdere labels

krijgt (Saunder, Lewis, & Thornhill, 2009). Door het gebruik van een analysekader kan alle informatie

systematisch geordend worden. In de bijlagen is het gebruikte analysekader terug te vinden.

Page 37: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

36

Er zijn in totaal 11 mensen geïnterviewd. De geïnterviewde personen vallen onder twee doelgroepen, namelijk oriënterende studenten en studenten met een ervaring. De interviews zijn afgenomen onder 6 oriënterende studenten en 5 studenten met een buitenlandse ervaring. Daarnaast is er om praktische redenen gekozen om twee keer een duo-interview te houden in beiden doelgroepen. Studenten met ervaring

Kevin Smits – China Nick Wijkniet – Griekenland (duo-interview) Floris Wijkniet – Griekenland (duo-interview) Clemens Vrolijk – Curaçao Dagmar Niekel - Denemarken

Studenten in de oriënterende fase

Jackie Jiang Stan van den Heerik Maarten van Campenhout Justin Spruijt Linda Molenaar Dominique Vrolijk

De interviews zijn ‘face-to-face’ gehouden. Er is gebruikgemaakt van een topiclijst. De interviews zijn uitgewerkt in transcripties die te vinden zijn in de bijlagen. Ook is het labelsysteem terug te vinden in de bijlagen waarin de uitkomsten van de interviews zijn geordend. In het vervolg van dit hoofdstuk staan resultaten per onderwerp samengevat. De volgende onderwerpen komen aanbod:

Behoefte aan een online community Motieven om online te participeren Distributie Invulling content Eisen platform

- Inhoudelijke eisen

- Technische eisen

Page 38: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

37

8.1. Resultaat - Behoefte aan een online community

8.1.1. Oriënterende studenten

Aan elke respondent is gevraagd in hoeverre hij of zij behoefte heeft aan een interactief platform als From2. Hierbij werd gevraagd naar aspecten als het lezen van ervaringen en/of het consumeren van andere vormen van user-generated content, interactie met gelijkgestemden en het creëren van user-generated content. Op deze manier wordt duidelijk welke behoeften er zijn en op welke wijze From2 in deze behoeften van de doelgroepen kan voorzien.

8.1.1.1. Consumeren user-generated content Volgens het merendeel van de respondenten zijn ervaringen niet altijd makkelijk te vinden, hoewel zij deze van toegevoegde waarde vinden. Eén van de respondenten geeft aan: ‘’Ik heb wel op internet gezocht naar ervaringen en blogs van studenten. Het zou makkelijk zijn als dat soort dingen makkelijker te vinden zijn.’’ (Vrolijk D. , 2015)

Uit de interviews blijkt duidelijk dat deze groep respondenten voornamelijk op zoek is naar informatie en ervaringen over het studentenleven. Deze informatie is moeilijk te vinden volgens een respondent. Hij leest daarom algemene reisblogs om op deze manier ervaringen over het desbetreffende land te lezen. Daarnaast is het mogelijk dat sommige studenten het lezen van ervaringen van minder toegevoegde waarden vinden. ‘’Ik vind het leuk dat ze het willen delen maar ik kom er zelf wel achter.’’ (Heerik, 2015)

De interesse voor user-generated content vloeit voornamelijk voort uit de behoefte naar eerlijke informatie. Zo zegt een respondent: ‘’Als er dingen niet leuk waren of als er dingen echt niet goed geregeld waren, dat het dan ook gewoon gezegd wordt.’’ (Campenhout, 2015) Informatie geschreven door studenten zelf wordt waardevoller gevonden. ‘’Een bedrijf heeft er toch meer baat bij dat jij ergens naar toegaat. Ik heb altijd het idee als iemand het persoonlijk schrijft dat het echt is om jou te helpen.’’ (Molenaar, 2015)

8.1.1.2. Creëren user-generated content Er is een duidelijke tweedeling wat betreft de behoefte aan het creëren van user-generated content. Enerzijds zijn er studenten die er een sterke behoefte aan hebben en anderzijds zijn er studenten die er minder behoefte aan hebben, maar er wellicht wel voor openstaan.

Twee respondenten gaven aan dat als zij content zouden creëren zij dit voornamelijk zouden doen voor het thuisfront.‘’Je zit daar in het buitenland zonder familie en dan is schrijven ook wel een goede manier om je te uiten.’’ (Vrolijk D. , 2015) Hierbij gaven zij als voorbeeld het bijhouden van een blog wanneer zij in het land waren. Het werd als een bijzaak gezien dat zij hier dan ook andere studenten mee zouden helpen.

Vrijwel alle studenten stonden in bepaalde mate open voor het creëren van content. Een respondent zei het volgende over het veelvuldig creëren van content: ‘’Dat vind ik echt te veel werk. Weet je wat het is, dan wordt het gewoon echt een baan.’’ (Molenaar, 2015) Niet alle respondenten vinden het schrijven van teksten interessant. Sommige gaven aan het leuk vinden iets te doen met foto’s of video’s.

’’Ja echt het studentenleven daar ben ik gewoon benieuwd naar.’’ (Spruijt, 2015).

’’Maar ik ben niet zo dat ik snel lange stukken tekst schrijf. Maar ik zou wel foto's plaatsen met een korte beschrijving erbij.’’ (Vrolijk D. , 2015)

Page 39: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

38

Zoals al eerder beschreven is staan alle studenten er in een bepaalde mate voor open om user-generated content te creëren. Toch bleek dat weinig respondenten dit uit zichzelf zouden doen. Sommigen gaven als oplossing dat het hen simpelweg gevraagd zou moeten worden. Zo vertelt een respondent: ‘’Ik weet niet of ik het uit mijzelf zou doen. Al krijg ik een berichtje. Als er maar enige prikkel is om het te doen.’’ (Campenhout, 2015)

8.1.1.3. Interactie Contact met mensen met een ervaring wordt genoemd als belangrijk punt, maar nog belangrijker vinden de respondenten het contact met studenten die naar dezelfde plek gaan. Een reden die werd gegeven is: ‘’Omdat ik toch wel bang ben dat ik daar heel snel alleen zou zijn en niemand zou kennen.’’ (Molenaar, 2015) Een andere respondent vertelt: ‘’Ik denk dat als je van tevoren al contact hebt met mensen het zoveel makkelijker is’’. (Spruijt, 2015)

Een reden voor deze behoefte is omdat er weinig mogelijkheden zijn om in contact te komen met mensen en wanneer deze er wel zijn zitten er vaak een hoop voorwaarden aan vast om deel te nemen. Een respondent vertelt over de universiteit van Leiden het volgende: ‘’Er was hier maar één gelegenheid waar je kon praten met mensen die in het buitenland hadden gestudeerd en als je je daar voor wilde inschrijven dan moest je je gelijk voor een hele week met activiteiten inschrijven en daar had ik dan weer geen zin in.’’ (Vrolijk D. , 2015)

Het merendeel van de respondenten heeft naast de behoefte aan online contact ook behoefte aan offline contact. Het merendeel van de respondenten zegt een offline evenement te bezoeken wanneer dit wordt georganiseerd.

8.1.1.4. Overig

Naast de bovenstaande drie behoeften kwamen er nog enkele interessante resultaten uit de interviews. Hieronder staat een oplossing van deze resultaten.

- Informatie wordt veelal opgezocht via Google.

- Het merendeel van de respondenten gaf aan dat de informatievoorziening vanuit school slecht is.

- Twee respondenten gaven aan dat de naambekendheid van het platform bepalend is voor hun deelname.

- Er is behoefte aan een website waar alle informatie gebundeld is. Zo vertelt een respondent: ''Ik zou het handig vinden als er één site is waarop alles staat, want krijg ik 30 verschillende sites.'' (Jiang, 2015)

8.1.2. Studenten met ervaring

Aan elke respondent is gevraagd in hoeverre hij of zij in de oriënterende fase behoefte had aan een interactief platform en in hoeverre er nu behoefte is aan het creëren van content.

''Maar het is fijn om echt ook iemand in levende lijven te spreken.'' (Vrolijk D. , 2015)

''Het zou wel heel handig zijn om van te voren te weten waar plekken zijn waar je een biertje kan halen voor €2,50.'' (Wijkniet, 2015)

Page 40: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

39

8.1.2.1. Consumeren user-generated content Het merendeel van de respondenten gaf aan dat zij in het buitenland regelmatig tegen bepaalde zaken aanliepen waarover ze graag van te voren ervaringen van andere studenten hadden gelezen. ''Het zijn kleine dingetjes van als je dat misschien gehoord of gelezen had dan had je gedacht laat ik dat maar skippen'' (Smits, 2015)

Ook wordt user-generated content het meest gewaardeerd in de plaats van informatie geschreven vanuit (commerciële) organisaties. Een respondent vertelt: ''Ze proberen het natuurlijk ook allemaal zo lekker mogelijk te maken om het te verkopen. Maar het is het leukste om het van een student te horen. Dat is wat je wilt lezen!'' (Niekel, 2015) Ook gaven twee respondenten aan dat ze naderhand ook nog gezocht hebben naar ervaringen om te lezen.

8.1.2.2. Creëren user-generated content Het merendeel van de respondenten gaf aan dat zij hun ervaring graag hadden willen delen, maar dat deze behoefte voornamelijk sterk aanwezig was direct na terugkomst. ''Ik denk dat als je net terugkomt dat het leuk is om je ervaring te delen. Maar ik ben nu al twee jaar terug. Voor mij is het gewoon te lang geleden.’’ (Wijkniet N. , 2015) Een andere respondent was anderhalve maand terug en gaf aan dat het ook voor hem te lang geleden is. Ook een respondent zegt zelf niet de behoefte te hebben om een ervaring te delen, maar zou het wel doen wanneer het hem gevraagd wordt. ''Als iemand mij specifiek vraagt of ik me ervaring wil gaan delen, dan ben ik wel bereid om mijn kennis of ervaring te delen.’’ (Vrolijk C. , 2015)

8.1.2.3. Interactie De behoefte aan interactie is verdeeld onder de respondenten. Ongeveer de helft van de respondenten gaf aan dat zij in de oriënterende fase geen behoefte hadden aan contact met gelijkgestemden. Bij sommige respondenten ontstond deze behoefte pas op het moment dat zij in het buitenland zaten. ''Toen ik er zat vond ik contact met andere studenten wel leuk.'' (Smits, 2015) De andere helft van de respondenten had wel de behoefte om vooraf in contact te komen met mensen die naar dezelfde plek gingen als zij.

''Ik weet dat toen ik net terugkwam. Je kan er niet over ophouden om over te praten'' (Smits, 2015)

Page 41: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

40

8.2. Resultaat- Motieven om online te participeren

8.2.1. Oriënterende studenten

Aan alle respondenten is gevraagd welke motieven zij zouden hebben om te participeren op een online platform. Met online participeren worden onder andere de volgende interactieve activiteiten bedoeld: het reageren op content, het reageren op community leden, eenmalig en/of veelvuldig user-generated content uploaden en meewerken met de opbouw van het platform.

Een motief wat veruit het meeste werd genoemd is het krijgen van een beloning. De meeste respondenten konden niet met zekerheid zeggen of zij daadwerkelijk user-generated content zouden creëren, maar de kans was volgens hen groter wanneer daar een beloning tegenover zou staan. Desondanks gaven de meeste respondenten aan dat ze het wellicht ook zouden doen zonder beloning, maar dat de kans wel kleiner zou zijn.

Voornamelijk wordt een beloning belangrijker naarmate er meer wordt gevraagd. ''Stel ik zou elke week of elke maand iets neer moeten zetten, dan zou het wel helpen als daar iets tegenover staat.'' (Spruijt, 2015)De respondenten gaven de volgende suggesties wat betreft het soort beloning: iets kunnen winnen,geld of een cadeaubon of een klein gebaar zoals een reisbrochure.

Daarop volgend werd het motief ‘entertainment’ het meest genoemd door de respondenten. Meer dan de helft van de respondenten geeft aan dat het delen van een ervaring of het uploaden van andere vormen van user-generated content leuk kan zijn.

Daarnaast werden er nog een aantal andere motieven genoemd. Eén daarvan is het bieden van hulp. Dit motief vloeit voort uit het motief om iets terug te willen doen voor de community die jou wellicht eerder geholpen heeft in de oriënterende fase. Een ander motief is sociale interactie. ''Zeker als het iemand is die in hetzelfde schuitje, dat je dan wel een beetje de behoefte hebt om van gedachten te wisselen.'' (Molenaar, 2015) Ook gaf één van de respondenten aan dat hij zou meewerken aan het platform omdat het platform een oplossing is voor een probleem dat hem nu frustreert. Zo vertelt hij: ''Omdat het leuk is om daar aan bij te dragen. Dat je een bepaalde trend zet en de voorloper bent. Zeker in het begin kan je wel een hele mooie bijdrage leveren.'' (Campenhout, 2015)

‘’Als er een beloning tegenover staat, dan heb je wel sneller de neiging om het doen. Maar als er geen beloning tegenover staat dan zou ik het alsnog doen denk ik.’’ (Vrolijk D. , 2015)

''Ik denk dat het niet alleen handig is voor andere studenten, maar dat het ook heel leuk is voor jezelf om te doen. Je hebt altijd iets om op terug te kijken.'' (Spruijt, 2015)

Page 42: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

41

8.2.2. Studenten met ervaring

Het meest genoemde motief door de groep respondenten met een ervaring is entertainment. 4 van de 5 studenten gaven aan dat zij user-generated content zouden uploaden, omdat zij dit als leuk ervaren. Vooral het delen van een ervaring door middel van het bijhouden een blog tijdens de reis wordt gezien als leuk.

Een ander veel genoemd motief is het bieden van hulp aan oriënterende studenten. Hierbij speelt ondergeschikt ook het motief persoonlijke identiteit mee blijkt uit de antwoorden van sommige respondenten. Andere motieven die werden genoemd zijn: het een plekje kunnen geven door het schrijven van een ervaring. Ook gaf één van de respondenten aan dat het hem zou aanspreken om in een klein team te werken aan het platform. Weer een andere respondent gaf aan dat hij zijn ervaring niet snel op internet zou zetten, maar als iemand het hem zou vragen hij het wel zou doen. Het merendeel van de respondenten met een ervaring ziet een beloning als ondergeschikt.''Nou dat maakt me niet uit of je nou een beloning krijgt of niet. Op dat moment wil je jouw verhaal kwijt en doe je het voor anderen.'' (Smits, 2015) Een andere respondent geeft aan dat zij wellicht sneller ja zou zeggen als er een beloning is. Twee respondenten gaven aan dat zij bij het veelvuldig meewerken aan het platform een beloning belangrijk vinden. Zo vertelt een respondent: ''Kijk je vrije tijd is kostbaar en ik kan er meer tijd insteken als het in plaats is van een bijbaan.'' (Wijkniet, 2015)

''Eramus is echt één van de leukste periodes die ik heb meegemaakt en als je dan zo’n platform hebt waarop je je ervaring kan delen en gekke filmpjes kan maken. Dat is gewoon onwijs leuk!'' (Wijkniet N. , 2015)

''Als ik er andere mensen mee kan helpen dan zou ik best wel wat vragen willen beantwoorden.'' (Vrolijk C. , 2015)

Page 43: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

42

8.3. Resultaat - Distributie Aan de respondenten is gevraagd op welke wijze zij het prettig vinden om de content van het platform From2 te consumeren. Onderstaand de resultaten van de twee doelgroepen.

8.3.1. Oriënterende studenten Alle respondenten waren enthousiast over een mobiele applicatie. Deze moest volgens een aantal respondenten een aanvulling zijn op het online platform, maar geen vervanging. Een app wordt interessant gevonden omdat deze overal te gebruiken is en voornamelijk gebruikersvriendelijk is voor de interactie binnen de community.

Andere suggesties die genoemd werden door de respondenten zijn: Het ontvangen van een WhatsApp berichtje met daarin het leukste artikel van de dag, een

plaatje of een quote. Een website waar je blogs kan lezen, maar ook zelf een blog kan bijhouden met reisverhalen. Een forum is volgens één van de respondenten handig om vragen te stellen en te

beantwoorden. Meer dan de helft van de respondenten gaf aan dat zij graag via social media op de hoogte

willen blijven. Facebook is daarbij het vaakst genoemde medium. Een nieuwsbrief via de mail werd door vrijwel alle respondenten onhandig en/of hinderlijk

genoemd.

Daarnaast vonden de meeste respondenten het belangrijk dat er naast het online platform ook offline activiteiten worden georganiseerd vanuit de community. Een respondent stelde het volgende voor: ''Je maakt een soort van avond voor mensen die naar dezelfde plek gaan. Zodat je ervaringen met elkaar kan uitwisselen.'' (Molenaar, 2015)

8.3.2. Studenten met ervaring Het merendeel van de respondenten geeft aan een online interactief platform het prettigste te vinden in het gebruik en deze zelf te bezoeken wanneer daar behoefte voor is. Ook geeft respondent Kevin Smits aan dat hij in China geen gebruik kon maken van social media. Een platform als From2 was handig geweest in zijn situatie. Opvallend is dat alle respondenten aangeven een mobiele applicatie een waardevolle aanvulling op het platform te vinden. Daarnaast gaven twee respondenten aan dat zij graag de mogelijkheid willen hebben om groepen te vormen binnen de community. Floris Wijkniet beschrijft dit als volgt: ''Mensen in de groep kunnen dan zelf dingen posten, bijvoorbeeld van het strand of leuke filmpjes. Dat is nog handiger dan Facebook!'' (Wijkniet, 2015) Respondent Dagmar Niekel vindt het belangrijk dat binnen een community mensen zitten met dezelfde raakvlakken. ''Het heeft geen zin om met iedereen in de community te zitten, maar gewoon met mensen met dezelfde raakvlakken, dus bijvoorbeeld hetzelfde land.'' (Niekel, 2015)

''Even snel voor het slapen of als ik onderweg ben kijken. Ik denk dat ik een app sneller zou

gebruiken dan dat ik de computer ervoor moet opstarten''. (Molenaar, 2015)

Page 44: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

43

8.4. Resultaat - Invulling content Tijdens de interviews hebben de respondenten van de oriënterende groep een aantal voorbeelden van content gezien, deze voorbeelden staan in de bijlagen. Er werd na elk voorbeeld gevraagd in hoeverre de respondent het voorbeeld interessant vindt. Ook werd achterhaald of de content interactie uitlokt. Deze content voorbeelden kunnen duidelijkheid geven over welke vormen van content aanspreken.

4 van de 5 respondenten hebben de voorbeelden gezien. In de onderstaande tabel staat op overzichtelijke wijze weergegeven of het voorbeeld de respondenten wel of niet aansprak. Ook is er gevraagd in hoeverre irrelevante informatie iemand stoort. Dit aspect is ook meegenomen in de onderstaande tabel.

Voorbeeld Rp. 1 Rp. 2 Rp. 3 Rp. 4

Wedstrijd Ja - Ja Nee

Ervaring Ja Ja - Ja

Uitnodiging evenement

Ja - Ja Ja

Nieuws Misschien Ja Misschien Misschien

Filmpjes Ja Ja Misschien Ja

Lijstjes Ja Ja Misschien Ja

Winactie Misschien Ja Nee Misschien

Foto's/plaatjes Ja Ja Nee Nee

Humor Ja Nee - Nee

Praktische tips Ja Ja Ja Misschien

Vlogs Ja Nee Ja Ja

Vul aan.../Vraag

Nee Nee Ja Nee

Irrelevante informatie

Stoort niet Stoort niet Stoort niet Misschien

Page 45: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

44

8.5. Resultaat - Eisen platform Aan de respondenten is gevraagd welke eisen er worden gesteld aan de online community From2. Dit zijn inhoudelijke eisen, zoals welke onderwerpen, thema's, content vormen zijn interessant. Daarnaast wordt er gekeken naar technische eisen, die gaan over de gebruikersvriendelijkheid van het platform.

8.5.1. Oriënterende studenten

8.5.1.1. Inhoudelijke eisen

Vrijwel alle respondenten gaven aan dat zij graag ervaringen willen lezen op het platform. Hierbij

werd door een aantal respondenten benadrukt dat zij eerlijkheid belangrijk vinden, ook wanneer dat

leidt tot een negatieve ervaring. ''Stel je hebt daar een onderkomen gehad maar dat was echt heel

slecht of een gebied van de stad was heel gevaarlijk, dan wil ik dat ook gewoon graag weten.''

(Molenaar, 2015)

Alle respondenten zijn ontevreden over de huidige ervaringen op het platform. Voornamelijk omdat deze te kort zijn. Zo zegt Linda Molenaar het volgende over een ervaring van een stage in New York: ''Het is duidelijk dat diegene helemaal enthousiast is over New York, maar meer dan dat weet je niet. Hij vindt het leuk maar je weet niet waarom.'' (Molenaar, 2015)

Daarnaast is aan de respondenten gevraagd wat voor soort informatie meer toegevoegde waarde biedt. Hierbij konden zij kiezen tussen praktische informatie, bijvoorbeeld over financiering, huisvesting, visum, of 'fun' informatie, zoals informatie over leuke barretjes, uitstapjes, etc. Het merendeel van de respondenten vindt beiden aspecten belangrijk. Wel denkt de meerderheid dat 'fun' informatie moeilijker te vinden is. ''Die praktische informatie is uiteindelijk wel te vinden, maar die fun daar moet je echt dieper voor graven wil je echt goede informatie krijgen.’’ (Vrolijk D. , 2015) Tijdens de interviews zijn er meerdere onderwerpen en/of thema's genoemd door de respondenten. Onderstaand staan de genoemde thema’s/onderwerpen opgesomd.

Huisvesting Kosten voor levensonderhoud Studentenleven Leuke barretjes, tentjes, uitgaansgelegenheden, winkelcentrum, etc. Hoe krijg je een taxi? Aanpak van andere studenten tijdens voorbereiding. Interviews (video's)

8.5.1.2. Technische eisen

De respondenten kregen tijdens deze topic ook de website te zien. Zij konden tegelijkertijd surfen op het platform en ervaren hoe gebruikersvriendelijk zij de website vinden. Tijdens dit proces liepen de respondenten tegen verschillende knelpunten aan.

Allereerst ontbreekt de mogelijkheid om een oproep te plaatsen. Daarnaast is het op het moment onmogelijk om andere vormen van content te uploaden, zoals foto's en video's. Ook geeft het merendeel van de respondenten aan dat zij graag een mobiele applicatie willen. Een forum om vragen te stellen wordt ook gemist. Respondent Dominique Vrolijk zou het interessant vinden als er een mogelijkheid is tot het delen van blogs op het platform. Zij geeft aan dat zij tijdens haar reis graag een blog wil bijhouden.

Sommige respondenten geven aan dat zij een community per land handig vinden. ''Bijvoorbeeld kies je land, dan zou je bijvoorbeeld echt een wereldkaart kunnen doen waarop je kan klikken.'' (Campenhout, 2015) Ook geeft deze respondent aan dat hij de buttons op de homepage te klein

Page 46: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

45

vindt en de navigatiebalk ''From... 2...'' overbodig. ''Je komt altijd uit Nederland. ‘From’ is dus overbodig denk ik.'' (Campenhout, 2015)

Een aantal respondenten mist het interactieve aspect op het platform. De respondenten geven aan niet duidelijk het interactieve aspect te kunnen vinden. ‘’Het moet duidelijk zijn dat de mogelijkheid om interactie te hebben er is. Dus bijvoorbeeld: help elkaar of reageer of zoiets.'' (Spruijt, 2015)

Het merendeel van de respondenten is ontevreden over het formulier wanneer je een ervaring wilt uploaden. ''Het nodigt ook gewoon niet uit om een specifiek verhaal te schrijven. Er moet een aantekening gemaakt worden van hoe je dat blokje kan invullen.'' (Vrolijk D. , 2015)

8.5.2. Studenten met ervaring

8.5.2.1. Inhoudelijke eisen

Het merendeel van de studenten met ervaring had graag tijdens de oriëntatie een platform gehad waarop ze ervaringen konden lezen. Deze groep respondenten is net als de oriënterende groep respondenten ontevreden over de huidige ervaringen op het platform. De ervaringen zijn te kort en geven weinig interessante informatie.

Daarnaast is aan de respondenten gevraagd wat voor soort informatie van meer toegevoegde waarde is. Hierbij konden zij kiezen tussen praktische informatie of 'fun' informatie. Interessant is dat de respondenten over het algemeen eerst op zoek gingen naar praktische informatie en later pas naar 'fun' informatie.

Tijdens de interviews zijn er meerdere onderwerpen en/of thema's genoemd door de respondenten. Onderstaand de genoemde onderwerpen/thema’s opgesomd.

Boodschappen doen Gevaarlijke wijken Beurs aanvragen Goedkoop uitgaan Studentenfeesten en activiteiten Taxi's OV-kaart en studiefinanciering

8.5.2.2. Technische eisen

De respondenten kregen tijdens deze topic ook de website te zien. Zij konden tegelijkertijd surfen op het platform en ervaren hoe gebruikersvriendelijk zij de website vinden. Tijdens dit proces liepen de respondenten tegen verschillende knelpunten aan.

Het meest genoemde aspect is dat de respondenten graag een community willen per land of stad. Op het moment worden zij te veel geconfronteerd met irrelevante informatie op het platform en dit komt de navigatie van de website niet ten goede. Ook vindt de meerderheid van de respondenten het belangrijk dat er een mogelijkheid is om echt persoonlijk in contact te komen met andere studenten.

Vrijwel alle respondenten hebben in bepaalde mate behoefte aan een mobiele applicatie. Deze maakt het voor hen gemakkelijker om interactief te zijn binnen een online community. Ook zegt één van de respondenten dat hij/zij? waarschijnlijk niet zou participeren in een gesloten community waarvoor er inloggegevens aangemaakt moeten worden.

Ook is aan de respondenten gevraagd wat zij van het formulier om een ervaring achter te laten vinden. Het merendeel van de respondenten vond de lengte van het formulier acceptabel. Wederom

Page 47: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

46

gaven alle respondenten aan dat het huidige formulier niet het schrijven van een lang of specifiek verhaal uitlokt. Daarnaast zou de helft van de studenten ook andere mogelijkheden willen zien wat betreft het uploaden van andere vormen van content.

Page 51: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

50

Deelvraag 1. In welke mate is er behoefte aan interactie binnen een (online) community bij de oriënterende studenten en studenten met een buitenlandse ervaring?

Uit het onderzoek blijkt dat bij deze groep respondenten er over het algemeen behoefte is aan een online community, zoals From2. Daarnaast blijkt dat deze behoefte voornamelijk gebaseerd is op drie aspecten, namelijk: de behoefte om user-generated content te consumeren, de behoefte om zelf content te creëren en het in contact komen met gelijkgestemden. Dit is niet verrassend omdat de doelgroep onder de ‘Generatie C’ valt. Van deze generatie vinden de meeste sociale interacties plaats op het internet. Ook schept deze generatie er voldoening in om ervaringen en informatie met anderen te delen (Friedrich, Peterson, & Koster, 2011).

Consumeren user-generated content De theorie liet zien dat mensen steeds meer online op zoek gaan naar antwoorden van gelijkgestemden, omdat deze meer de realiteit nabootsen (Bowman & Willis, 2003). Beide doelgroepen geven aan dat zij behoefte hebben aan het lezen van ervaringen, maar dat deze lastig te vinden zijn. De studenten met ervaring hadden vooraf graag meer ervaringen gelezen om eventuele vervelende situaties te voorkomen. Regelmatig ervoeren zij dat informatie vanuit organisaties onbetrouwbaar en te mooi was om waar te zijn. De oriënterende studenten gaven ook eerlijkheid van de informatie als belangrijke reden om user-generated content te consumeren. Gedacht werd dat het lezen van ervaringen alleen interessant is voor de oriënterende groep, maar interessant is dat er ook een behoefte is bij de groep met een ervaring om achteraf ervaringen te lezen. Een argument dat genoemd werd om dit te doen is ‘herkenning’. Creëren user-generated content Voornamelijk bij de oriënterende groep lopen de behoefte ver uiteen. Enkele studenten hebben er een sterke de behoefte aan om zelf ‘content’ te creëren. Zij gaan zelf actief op zoek naar mogelijkheden om hun ervaringen te delen. Het grootste gedeelte van de respondenten zou het niet of wellicht doen, maar dit is afhankelijk van meerdere factoren. Volgens de Power Law Distribution, zorgt 10% van het totaal aantal leden binnen een community voor 90% van de content (Daniv, 2011). Deze theorie verklaard de tweedeling in de resultaten.

Opvallend is dat de groep respondenten met een ervaring een stuk positiever tegenover het delen van een ervaring staat. Deze respondenten waren vaak ontzettend enthousiast over hun ervaring en konden er niet over ophouden te praten. Wellicht veranderd de behoefte van de groep oriënterende studenten op het moment dat zij de ervaring achter de rug hebben. Opvallend is dat de studenten graag zo spoedig mogelijk benaderd willen worden na terugkomst uit het buitenland met de vraag of zij hun ervaring willen delen, omdat de behoefte vrij snel wegebt.

De respondenten noemden daarnaast meerdere interessante mogelijkheden voor het creëren van content. Een blog bijhouden voor het thuisfront wordt door een aantal respondenten interessant gevonden. Niet alle studenten scheppen voldoening uit het schrijven van een ervaring, maar zij zouden eerder filmpjes en/of foto’s willen delen.

Interactie Er heersen verschillende meningen over het hebben van contact met gelijkgestemden onder de oriënterende studenten. Uit het theoretisch kader blijkt dat mensen steeds meer individualistisch worden, maar desondanks de mens als individu gehecht blijft aan groepen. Online contact met studenten met een ervaring wordt als nuttig gezien. Sommigen willen ook de mogelijkheid om contact te kunnen leggen met studenten die naar dezelfde plek afreizen. Uit de resultaten blijkt dat de groep oriënterende studenten dit contact niet alleen online wil, maar ook offline. In sommige

Page 52: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

51

gevallen hadden de respondenten met een ervaring vooraf geen behoefte aan interactie, maar op de bestemming zelf ontstond deze behoefte wel. Van daaruit was het voornamelijk voor stage lopende studenten lastig om in contact te komen met studenten.

Overig Naast de bovenstaande drie conclusies kunnen er nog een aantal interessante conclusies getrokken worden uit de resultaten.

De studenten starten hun oriëntatie in de meeste gevallen op Google. Met de zoektermen ‘studie buitenland’, ‘stage buitenland’, ‘studeren buitenland’ komt From2 niet in de eerste 20 resultaten. Hierdoor komen de studenten op deze wijze niet in contact met het platform.

Er is een aanwijzing dat de informatievoorzieningen vanuit scholen slecht is. Hierdoor ontstaat de behoefte naar informatie vanuit externe partijen.

Uit de resultaten blijkt dat er behoefte is aan een platform waarop informatie, ervaringen en interactie gebundeld wordt.

Deelvraag 2. Welke motieven hebben de oriënterende studenten en studenten met een buitenlandse ervaring om te participeren binnen een online community?

Als uitgangspunt voor deze deelvraag zijn zes motieven gekozen uit de wetenschappelijke literatuur, namelijk: informatie, sociale interactie, entertainment en persoonlijke identiteit (McQuail, 2005), beloning en ‘empowerment’ (Muntinga, Moorman, & Smit, 2009). Er is een aanwijzing, naar aanleiding van de resultaten, dat al deze motieven meespelen in de online participatie van de (potentiële) bezoekers van From2. Uit resultaten onder de topic ‘behoefte naar een online community’ wordt duidelijk dat de respondenten het platform voornamelijk gebruiken om informatie te vergaren. Daarnaast is aan deze groep respondenten gevraagd wat hun motief zou zijn om in de toekomst te participeren op het platform. Uit de resultaten van deze groep respondenten blijkt dat een beloning de kans verhoogt op het creëren van user-generated content. Hoe meer actie er wordt gevraagd, des te belangrijker de rol van een beloning wordt. Het blijft een lastige afweging in hoeverre een beloning doorslaggevend is aangezien vrijwel al deze studenten ook aangegeven misschien ook te participeren en/of user-generated content te creëren zonder beloning. Entertainment wordt daarnaast als een belangrijk motief aangedragen. Ook het bieden van hulp aan leden van de community wordt genoemd en het op zoek zijn naar sociale interactie. Verrassend is dat een respondent graag actief meehelpt aan het platform omdat hij hiermee werkt aan een ‘oplossing’ voor een probleem. Een onderliggende reden hiervoor zou kunnen zijn het verkrijgen van erkenning of status. Opvallend is dat een beloning voor studenten met een ervaring ondergeschikt is. Wederom zou dit mogelijk kunnen komen doordat de studenten enthousiast zijn na terugkomst en de oriënterende studenten dit gevoel nog niet hebben ervaren. Er is een aanwijzing dat het motief ‘entertainment’ het zwaarste weegt voor studenten met een ervaring. Ook het bieden van hulp aan leden van de community wordt genoemd en het krijgen van erkenning voor geleverde input. Ook gaven enkele respondenten uit beide groepen aan graag een blog bij te houden of hadden dit achteraf gezien graag willen doen. Een motief is het verwerken van de ervaring. Een ander motief wat ook werd genoemd is het in contact blijven met het thuisfront. Deze motieven zouden toegevoegd kunnen worden aan de huidige zes motieven uit het theoretisch kader.

Page 53: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

52

Deelvraag 3. Op welke wijze wil de doelgroep de content en overige diensten van het platform consumeren? Social media De doelgroep van From2 komt uit een tijd die gekenmerkt wordt door internet, mobiele apparaten en social networking (Friedrich, Peterson, & Koster, 2011). In het theoretisch kader zijn cijfers te vinden over social media gebruik van de doelgroep. In de interviews is verder niet diep ingegaan op social media gebruik, aangezien de nadruk in dit onderzoek ligt op het platform zelf. Daarnaast zijn er al cijfers bekend over het social media gebruik van de doelgroep. Uit de resultaten en voorspellingen van onderzoeksbureau Newcom blijkt dat Facebook voorlopig een belangrijk social media kanaal is voor From2, omdat het de komende jaren de grootste speler blijft onder jongeren. Instagram en Pinterest groeien enorm in volgers en voornamelijk onder studenten en scholieren (NewCom, 2015). Om deze reden is het aanneembaar dat From2 zich voornamelijk moet richten op deze drie kanalen. Ook in de interviews werd door de respondenten Facebook benoemd als het meest gebruikte kanaal. Mobiele applicatie Er is een aanwijzing dat het ontwikkelen van een mobiele applicatie interessant is voor het platform From2. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat ruim 90 procent van de 18- tot 25-jarigen onderweg online is met een smartphone (CBS, 2014). De twee groepen respondenten vonden een mobiele applicatie een goede aanvulling op het platform. Een mobiele applicatie maakt vooral het interactieve aspect gemakkelijker en kan gebruikt worden door de studenten in het buitenland om gemakkelijk en snel bepaalde zaken op te zoeken. Offline Uit het theoretisch kader wordt duidelijk dat de doelgroep zich voornamelijk online bevindt. Toch kunnen offline activiteiten van toegevoegde waarde zijn voor From2. Het lijkt erop dat studenten de interactie niet bij online willen houden en openstaan voor georganiseerde evenementen vanuit From2. Overig Een nieuwsbrief is naar waarschijnlijkheid geen goede manier om de doelgroep ‘up-to-date’ te houden van nieuwe contacten. Uit de resultaten blijkt dat een nieuwsbrief vaak zonder openen in de ‘prullenbak’ verdwijnt. Tijdens de interviews zijn er nog enkele andere suggesties gegeven door de respondenten.

Dagelijks/wekelijks een update ontvangen via WhatsApp met hierin het leukste artikel van de dag/week, een mooie foto of quote, etc.

Een forum integreren op het platform om vragen te stellen en te beantwoorden. Een blog omgeving waar persoonlijke blogs geüpload kunnen worden en blogs van anderen

gelezen kunnen worden. Deelvraag 4. Welke content en vormen van content worden interessant gevonden door de doelgroepen? Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten kan er geen duidelijke conclusie getrokken worden over welke content en/of content vormen interessant gevonden worden door de doelgroepen. De respondenten hebben tijdens het interview een aantal voorbeelden moeten beoordelen. De antwoorden zijn uitlopend van leuk, misschien en niet leuk. Op basis hiervan is het lastig om een conclusie te trekken. Wedstrijden zouden een interessante vorm kunnen zijn om user-generated content te verkrijgen. Zo blijkt uit het onderzoek dat een beloning als motief wordt genoemd. Een wedstrijd kan gezien

Page 54: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

53

worden als een eventuele beloning, omdat je door je deelname kans maakt op een prijs. Wedstrijden worden door veel bedrijven ingezet om user-generated content te krijgen. Door middel van prijzen, diensten of zelfs alleen de eer kunnen consumenten gevraagd worden om iets creatiefs te verzinnen voor een merk. (Petersen, 2014) Voor een platform als From2 is het lastig om content te creëren die voor iedereen interessant is. Naar aanleiding van de resultaten is er een aanwijzing dat irrelevante informatie op het platform of via social mediakanalen niet direct als storend wordt ervaren. Deelvraag 5. Welke eisen worden er gesteld door de oriënterende studenten en studenten met een buitenlandse ervaring aan het platform?

Er spelen bepaalde motieven een grote rol om als gebruiker mee te doen aan het creëren van user-generated content. Daarnaast is de laagdrempeligheid van een platform belangrijk om user-generated content zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor de gebruikers. Op technisch vlak, dit gaat voornamelijk over de gebruikersvriendelijkheid van de website, voldoet de website op veel vlakken niet aan de eisen van de respondenten. Ook het inhoudelijke aspect sluit niet volledig aan op de eisen die gesteld worden.

Inhoudelijke eisen Vanzelfsprekend is het van groot belang dat het platform op inhoudelijk niveau moet voldoen aan de eisen van de doelgroep. De oriënterende student komt hier voornamelijk om informatie te vergaren. Wanneer de inhoud van het platform van toegevoegde waarde is, is het logisch te concluderen dat dit de kans vergroot op interactie van de student. Bij de interviews was het mogelijk voor de respondenten enkele suggesties te doen met betrekking tot de inhoudelijke aspecten van het platform. Onderstaand een aantal goede suggesties die zijn gedaan met korte omschrijving.

Het wordt belangrijk gevonden dat de ervaringen ook de negatieve kanten belichten. Ook uit de theoretische verkenning blijkt dat steeds meer mensen online op zoek gaan naar antwoorden van gelijkgestemden, omdat deze meer de realiteit nabootsen (Bowman & Willis, 2003).

De huidige ervaringen op het platform voldoen niet aan de verwachtingen. Dit komt voornamelijk omdat deze te kort zijn en weinig inhoudelijke diepgang hebben.

Waarschijnlijk is het gunstig als From2 zowel praktische informatie als 'fun' informatie aanbiedt. De respondenten zouden graag één platform hebben waarop zij alles kunnen vinden. Aannemelijk is dat in het begin van de oriëntatie de focus vooral ligt op de praktische informatie, wanneer vervolgens de belangrijke zaken geregeld zijn, krijgt de student behoefte aan 'fun' informatie. Wanneer beide aspecten worden aangeboden kan dit leiden tot een sterkere en langere binding met de doelgroep.

From2 kan zich meer onderscheiden met 'fun' informatie, omdat deze volgens de respondenten lastiger te vinden is.

Technische eisen Alle respondenten hadden in meer of mindere mate kritiek en dit is een aanwijzing dat de gebruikersvriendelijkheid van het platform nog niet aansluit op de doelgroep van From2. Dit kan ook een reden zijn dat het platform op dit moment nog niet gebruikt wordt. De respondenten hebben tijdens het interview suggesties kunnen doen met betrekking tot de technische aspecten van het platform. Hierbij kan gedacht worden aan ontbrekende functies of grafische elementen die nog niet naar wens zijn. Onderstaand een aantal goede suggesties die zijn gedaan met korte omschrijving.

Er ontbreekt een functie om een oproep of vraag te posten. Naast het delen van een ervaring is het niet mogelijk om andere vormen van content te

uploaden.

Page 55: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

54

Het is gebruikersvriendelijker als er een community per land is. Op deze manier krijgen de bezoekers minder irrelevante informatie voorgeschoteld. Daarnaast is interactie op deze manier gerichter en waardevoller.

Naar alle waarschijnlijkheid spreekt de lay-out de doelgroep niet aan. De lay-out wordt als rustig, maar tegelijkertijd als saai bevonden.

De navigatiebalk ''From... 2...'' op de homepage wekt verwarring op. 'From' is niet van toegevoegde waarde aangezien 'From' altijd Nederland is.

Respondenten gaven aan dat zij de mogelijkheid tot interactie niet terugzien. Uit de uitspraken in de interviews blijkt dat zij het persoonlijke aspect missen van een community. Uit het theoretische kader komt duidelijk naar voren dat een community interactief is en een plek is waarop mensen elkaar (indirect) helpen. Ook kenmerkend aan een community is dat de leden elkaar in eerste instantie nog niet kennen, maar dat er eventuele relaties opgebouwd kunnen worden binnen de community (Blom, 2010). Deze eigenschappen ontbreken op het huidige platform.

De website mist ‘context’ waardoor het onduidelijk is aan welk doel het platform heeft. Dit valt deels te wijten aan de inhoudelijke context, maar ook door de onduidelijke navigatie naar verschillende pagina’s.

Op het moment kunnen studenten hun ervaring delen door het invullen van een formulier op het platform. Waarschijnlijk fungeert het formulier niet optimaal aangezien de gedeelde ervaringen oninteressant worden bevonden door de respondenten. De voornaamste reden volgens de respondenten is dat het invulformulier niet uitlokt tot het schrijven van een specifiek of lang verhaal.

De mogelijkheid tot het plaatsen van reacties onder content mist op het platform. Een reageerfunctie moet vervolgens wel laagdrempelig zijn, bijvoorbeeld doordat de bezoeker kan reageren zonder in te loggen.

Centrale hoofdvraag. Welke invulling moet er gegeven worden aan het platform From2 om een hoge mate van interactie te krijgen bij de (potentiële) bezoekers, zodat het platform gaat fungeren als een online community? Er zijn duidelijk aanwijzingen dat er behoefte is aan een online community onder de (potentiële) bezoekers van From2. Er kan worden gezegd dat de focus vooral moet liggen op user-generated content. De oriënterende studenten consumeren graag user-generated content, omdat deze content een realistischer beeld van de werkelijkheid geeft. De studenten met ervaring scheppen er in veel gevallen voldoening in om user-generated content te creëren. Op deze manier kunnen deze twee doelgroepen in elkaars behoeften voorzien. Momenteel kunnen bezoekers hun ervaring delen op het platform. Respondenten gaven aan dat zij graag ook andere soorten content willen delen, zoals foto’s, video’, blogs, etc. ‘Entertainment’ is waarschijnlijk een belangrijk motief voor (potentiële) bezoekers om user-generated content up te loaden. Hier moet het platform om deze reden meer op ingericht worden. Daarnaast zou er gewerkt kunnen worden met beloningen. Uit het onderzoek komen aanwijzingen dat een beloning de kans op het creëren van user-generated content vergroot. Daarnaast zijn er voldoende aanwijzingen om te concluderen dat het platform op inhoudelijk en technisch niveau nog niet goed aansluit op de wensen en behoefte van de (potentiële) bezoekers. Er zijn voldoende aspecten uit het onderzoek gekomen die wellicht verbeterd kunnen worden. Ook zijn er veel ontbrekende functies die toegevoegd kunnen worden aan het platform. In het volgende hoofdstuk zijn een aantal aanbevelingen opgesteld. De aanbevelingen zijn eigenlijk een directe oplossingen voor de centrale hoofdvraag en gaan voornamelijk in op de invulling van het platform From2.

Page 59: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

58

10.1. Nadruk op user-generated content creëren Uit een eerder onderzoek van From2 bleek dat oriënterende studenten behoeften hebben aan informatie geschreven door studenten zelf en ervaringen. Deze eerder constateerde behoeften wordt in dit onderzoek wederom bevestigd door de respondenten, maar ook uit het theoretisch kader blijkt dat user-generated content steeds populairder is geworden door de komst van Web 2.0 (Petersen, 2014). Er is om deze reden genoeg aanwijzing om de focus van het platform te richten op het creëren van user-generated content. Hieronder staan enkele actiepunten beschreven.

Toevoegen van een functie om meerdere content vormen te kunnen uploaden. Denk hierbij aan video’s (vlogs), fotoverslagen, blogs, infographics, etc. Hiermee wordt direct ingespeeld op het motief ‘entertainment’ omdat niet iedere student het schrijven van een ervaring aanspreekt. Het uploaden moet op een laagdrempelige manier. Het mag niet veel tijd kosten en het moet de bezoeker zo makkelijk mogelijk worden gemaakt.

Het invulformulier voor het delen van een ervaring optimaliseren. Naar waarschijnlijkheid zorgt het huidige invulformulier er voor dat de ervaringen niet aan de eisen voldoen van de respondenten. Het nieuwe formulier moet het schrijven van een specifiekere ervaring uitlokken. Wellicht is het een oplossing om het huidige vakje ‘jouw ervaring’ groter te maken of de bezoeker te helpen bij het invullen van het formulier door suggesties te geven bij het invulveld, zodat hij of zij meer inspiratie krijgt over wat er geschreven kan worden.

Experimenteren met beloningen. Het lijkt erop dat belonen de kans verhoogd op participatie. Maar daarentegen is een net zo belangrijk motief ‘entertainment’. Wellicht kunnen studenten die deze intrinsieke motivatie missen over de streep getrokken worden door middel van een beloning. Er kan geëxperimenteerd worden met beloningen. Financieel heeft een wedstrijd de minste impact, omdat hierbij eenmalig een prijs wordt weggeven. Daarnaast wordt er door middel van een wedstrijd ingespeeld op het motief ‘erkenning en/of empowerment’, aangezien het winnen ook een bepaalde erkenning geeft.

Ook oriënterende studenten stimuleren om user-generated content te creëren. In eerste instantie werd bij het creëren van user-generated content gedacht aan de doelgroep ‘studenten met een ervaring’. Maar ook de groep oriënterende studenten ook user-generated content creëren. Zij kunnen ook kennis delen over het proces. Denk hierbij aan artikelen/ blogs over: waar ga je naar toe?, waarom?, wat verwacht je? wat moet je regelen?, etc.

10.2. Werving groep actieve basisgebruikers In het begin is het belangrijk om een groep actieve basisgebruikers te hebben, die de site draaiende houden en voorzien van nieuwe content. Dit is voornamelijk belangrijk voor de groei van het platform. Minder content leidt tot minder terugkerende bezoekers en leidt weer tot minder bezoekers die actief willen meedoen (Marketingsfacts, 2007). De 90-9-1 regel van Jakob Nielsen is ook toepasbaar, die stelt dat 10 procent van de community input levert (Daniv, 2011). Uit het onderzoek zijn ook aanwijzingen gekomen dat niet alle studenten gemotiveerd zijn om user generated content te creëren. Aanbevolen wordt om hier verder onderzoek naar te doen hoe deze verhoudingen precies liggen. Hieronder staan enkele actiepunten beschreven.

Hogescholen benaderen voor samenwerkingen. Wellicht kunnen Hogescholen studenten koppelen aan het platform From2. Wanneer het platform From2 goed gevuld is met user-generated content hebben zij hier zelf ook baat bij. Zij kunnen het platform vervolgens gebruiken in hun voorlichting aan studenten die naar het buitenland gaan.

Page 60: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

59

Actief de doelgroep benaderen via social media. Er kunnen via ONI4wan, een online monitoringssysteem, zoekopdrachten uitgezet worden om in contact te komen met de doelgroep.

Bloggers benaderen. Bloggende (reizende) studenten kunnen benaderd worden om gastartikelen te schrijven voor From2. Voor beide partijen is dit voordelig. Op deze manier kan From2 gebruikmaken van het netwerk van de blogger en de blogger van het netwerk van From2.

Studenten enthousiasmeren op beursen. From2 staat regelmatig op diverse beursen. Deze momenten kunnen benut worden om de doelgroep te enthousiasmeren.

10.3. Interactie stimuleren Een tweede behoefte die vervuld moet worden met het platform From2 is de behoefte naar interactie met gelijkgestemden. Dit bleek uit eerder onderzoek en dit onderzoek bevestigd deze behoefte. Het interactieve aspect moet een nadrukkelijke rol gaan spelen op het platform. Het onderzoek heeft een duidelijker beeld geschept over hoe de respondenten de interactie voor zich zien. Naar aanleiding hiervan zijn een aantal actiepunten opgesteld:

Een functie toevoegen om een oproep/vraag te kunnen plaatsen. Wellicht is een forum geschikt om te integreren op het platform. Hierop kunnen bezoekers praten of vragen stellen over zelf aangemaakte thema's.

Mogelijkheid tot reageren en discussiëren onder content. Het huidige platform beschikt niet over de mogelijkheid om een reactie achter te laten onder ervaringen, blogs en artikelen.

Offline evenementen organiseren. From2 is regelmatig aanwezig op diverse beurzen. Deze beurzen zijn voornamelijk gericht op het bieden van informatie aan studenten. Uit het onderzoek blijkt dat studenten ook behoefte hebben aan evenementen waar ze gelijkgestemden kunnen ontmoeten. Wellicht is het interessant om informatieavonden/borrels te organiseren voor studenten die naar een zelfde land gaan. Het zou interessant zijn om studenten met een ervaring uitnodigen als gastsprekers.

Het ontwikkelen van een mobiele applicatie. Uit dit onderzoek zijn voldoende aanwijzingen dat er behoefte is aan mobiele applicatie omdat deze vooral het interactieve aspect gemakkelijker maakt. Wellicht is het verstandig om deze app in samenwerking met een groep studenten te ontwikkelen, zodat deze naadloos aansluit op de belevingswereld van de eindgebruiker.

10.4. Maak het platform persoonlijker Mensen worden gemotiveerd om te participeren, omdat hun bijdrage het gevoel van eigenwaarde laat groeien en dit resulteert in erkenning (Kim, 2000). Ook kwam het motief 'persoonlijke erkenning' terug in de onderzoeksresultaten. Er heerst dus een behoefte bij mensen om te laten zien wie ze zijn. Het persoonlijker maken van het platform biedt de gebruiker meer ruimte om zichzelf te laten zien. Het toevoegen van een functie om een persoonlijk account aan te maken geeft het platform een persoonlijker karakter. Een aantal aspecten die waardevol kunnen zijn in deze situatie:

Het uploaden van een profielfoto. Zichtbaar maken van leden die online zijn. Gemakkelijk content kunnen uploaden vanaf het eigen profiel, bijvoorbeeld het kunnen

bijhouden van een persoonlijke blog tijdens de reis.

10.5. Betekenis en uitstraling Op het moment is er ruis tussen wat het platform wil uitstralen en wat het daadwerkelijk uitstraalt volgens de respondenten. Het doel van het platform komt onvoldoende terug in de communicatie-uitingen op het platform. Zo gaven respondenten aan dat zij op de homepage geen goed idee krijgen van waar het platform voor staat. Een eerste stap is het formuleren van een missie en visie. Momenteel heeft From2 geen missie en visie geformuleerd. Verstandig is om dit zo spoedig mogelijk

Page 61: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

60

te doen. Een missie gaat over wat de organisatie naar buiten wil dragen en de visie geeft een voorstelling van de toekomst. Wellicht kan hiervoor een brainstormsessie georganiseerd worden met het gehele team. Na het formuleren van de missie en visie kan gewerkt worden aan de volgende punten:

Een aantrekkelijke ‘preview-tekst’. Op de homepage ontbreekt momenteel een preview-tekst. Deze tekst geeft meer context aan het platform, waardoor de bezoeker direct kan bepalen of het platform voor hem of haar van toegevoegde waarde is.

Het gemeenschapsgevoel benadrukken op de homepage. Het is belangrijk dat de homepage uitstraalt dat het platform een online community is en daarnaast dat de homepage duidelijkheid biedt over wat voor content er op het platform te vinden is. Dit kan door bijvoorbeeld de titels van meest recente berichten weer te geven, de titels van berichten met de meeste reacties, wie de meest actieve leden zijn op rangorde met daarbij het aantal berichten dat de persoon heeft geplaatst en wie er momenteel online zijn. Deze kenmerken brengen meer het gemeenschapsgevoel teweeg. Daarnaast weet de bezoeker hierdoor ongeveer wat er zich afspeelt in de community.

De uitstraling van het platform mag meer 'fun' uitstralen. Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten het 'fun' aspect niet nadrukkelijk terugzien op het platform. From2 moet nadenken over hoe de uitstraling van het platform het leuke, plezierige oftewel het 'fun' aspect van het studeren en stage lopen in het buitenland kan benadrukken. Eventueel zou er nagedacht kunnen worden over een nieuwe lay-out met een kleuriger thema en een nieuw logo.

10.6. Optimalisatie van de websitestructuur Tijdens de interviews hebben de respondenten het platform kunnen zien en gebruiken. De respondenten hebben tijdens het interview suggesties kunnen doen met betrekking tot de technische aspecten van het platform. Een zinvolle suggestie was het maken van een aparte community per land. De bezoeker kiest direct op de homepage het land (bijvoorbeeld door middel van het ‘liken’ op een landkaart) en komt vervolgens in een aparte community met studenten die ook geïnteresseerd zijn in het desbetreffende land. Hierdoor komen de bezoekers met minder irrelevante informatie in aanraking. Studenten die nog geen beslissing voor een land hebben genomen kunnen wellicht een quiz doen om te bepalen welk land bij hen past.

10.7. Punten van aandacht Naast de bovenstaande zes aanbevelingen zijn er nog een aantal punten opgesteld die aandacht verdienen.

From2 vindbaar maken op Google. Respondenten gaven aan dat zij hun zoektocht vaak starten op Google. Zoals eerder beschreven is de vindbaarheid van From2 op Google zeer zwak. From2 kan het volgende doen om de vindbaarheid te vergroten: - Elke pagina voorzien van een unieke titel. - Structuur in de URL's aanbrengen. - Heldere navigatie (zoals eerder besproken) - Artikelen en basiscontent herschrijven (SEO). - Linkbuilding

Promotie. De nadruk ligt in eerste instantie op het optimaliseren van het medium door middel van de eerder genoemde aanbevelingen. Vervolgens moet het platform onder de aandacht gebracht worden bij de doelgroep door middel van promotie om de naamsbekendheid te vergroten. Wellicht kan From2 in de toekomst een marketing/marketingcommunicatie onderzoek laten doen.

Page 65: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

64

Om het plan uit te voeren moet er tijd beschikbaar worden gesteld om de onderstaande stappen uit

te voeren. De twee fulltimers, Kay Burger en Rishi Bepat, van de afdeling IPS moeten een aantal uur

per week vrij maken om de onderstaande taken uit te voeren. Daarnaast zal de site manager Tino

Boersen verantwoordelijk gesteld worden voor de technische aspecten. In de maand juni ben ik zelf

nog aanwezig binnen de organisatie en hierdoor in de gelegenheid een aantal stappen uit te voeren.

De onderstaande stappen zijn gerangschikt op chronologische volgorde. Daarnaast is er voor elke

stap een verantwoordelijke vastgesteld. Deze persoon of afdeling gaat over de uitvoering van de

desbetreffende taak. Er is gekozen om aan elke stap een periode te koppelen. Dit geeft inzicht in

hoelang het proces naar alle waarschijnlijkheid gaat duren. In de laatste kolom is geprobeerd een

schatting te maken van het aantal manuren dat nodig is voor de desbetreffende stap.

Stappen Verantwoordelijke Periode Geschatte inzet

(totaal, in uren)

Voorbereiding + geven van presentatie over onderzoeksrapport met focus op de aanbevelingen en implementatieplan.

Sharona Bolander Week 23

8 uur

Brainstormen over de missie en visie van From2 Afdeling IPS (Leon Landman, Kay Burger, Rishi Bepat en Sharona Bolander)

Week 23

1 uur

Uitwerken van missie en visie op papier Sharona Bolander Week 23

2 uur

Nieuwe lay-out, kleurenschema uittekenen Sharona Bolander Week 24

16 uur

Aantrekkelijke 'preview' tekst voor homepage maken.

Sharona Bolander Week 24

8 uur

Gemeenschapgevoel benadrukken op homepage door het ontwerpen van banners, foto's.

Sharona Bolander Week 25

24 uur

URL's controleren en eventueel structuur aanpassen Sharona Bolander + Tino Boersen

Week 25

4 uur

Artikelen en basiscontent herschrijven (SEO) Afdeling IPS Week 25 en 26

40 uur

Technische veranderingen doorvoeren: - Invulformulier voor het delen van ervaringen. - Toevoegen functie om meerdere content vormen te uploaden.

Tino Boersen + externe specialisten

Week 26-36

200 uur

Page 66: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

65

- Functie toevoegen mogelijkheid tot reageren onder content. -Plugin, titels van meest recente berichten weer te geven homepage. - Plugin, titels van berichten met de meeste reacties. - Persoonlijk profiel integreren (persoonlijker maken platform) - Een functie toevoegen om een oproep/vraag te kunnen plaatsen (forum).

Week 37 Het platform From2 is geoptimaliseerd. Dit valt

samen met de start van het nieuwe schooljaar in september.

Hogescholen benaderen voor samenwerkingen (werving groep actieve basisgebruikers). Opmerking: deze stap moet regelmatig herhaalt worden in de toekomst.

Afdeling IPS Week 37-40

6 uur

Zoekopdrachten uitzetten op OBI4wan en actief de doelgroep benaderen op social media. Opmerking: deze stap moet regelmatig herhaalt worden in de toekomst.

Afdeling IPS Week 37-40

6 uur

Interessante bloggers zoeken Afdeling IPS Week 40-43

6 uur

Bloggers benaderen via de e-mail met verzoek Afdeling IPS Week 44-47

4 uur

Lange termijn

Mobiele applicatie Externe specialist - -

Offline evenement organiseren Afdeling IPS - -

Promotie platform voor naamsbekendheid (eventueel marketinggericht onderzoek laten uitvoeren

Afdeling IPS - -

Page 67: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

66

27 vakantiedagen. (2015). Homepage. Opgeroepen op mei 20, 2015, van 27 vakantiedagen:

http://www.27vakantiedagen.nl/

Baar, P. (2002). Cursushandleiding training kwalitatieve analyse. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Baarda, D. (2009). Basisboek kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Blom, E. (2010). Handboek communities - De kracht van sociale netwerken. Bruna Uitgevers B.V.

Boschma, J., & Groen, I. (2010). Generatie Einstein - slimmer, sneller en volwassener. Utrecht: A.W.

Bruna Uitgevers B.V.

Bowman, S., & Willis, C. (2003, juli). We media: How audience are shaping the future of news and

information. Opgeroepen op maart 24, 2015, van The Media Center:

http://www.hypergene.net/wemedia/weblog.php

Brink, G. v. (2007). Moderniteit als opgave. Amsterdam: SUN.

Bureaus investeren in social media. (2009). Adformatie, 6.

Buuren, K. v. (2010, maart 3). Mobile marketing: app of mobiele site? Opgeroepen op maart 24,

2015, van Twinkle: http://www.twinklemagazine.nl/praktijk/2010/03/mobile-marketing-app-

of-m/

Campenhout, M. (2015, april 7). From2 online community onderzoek. (S. Bolander, Interviewer)

CBS. (2014, mei 27). Jongeren vooral online met smartphone. Opgeroepen op februari 26, 2015, van

CBS: http://www.cbs.nl/nl-

NL/menu/themas/dossiers/jongeren/publicaties/artikelen/archief/2014/2014-4079-wm.htm

Coster, M., & Matters, G. (2014, maart 18). Co-creatie en crowdsourcing als beïnvloedingsstrategie.

Opgeroepen op maart 24, 2015, van Marketingfacts:

http://www.marketingfacts.nl/berichten/co-creatie-en-crowdsourcing-als-

beinvloedingsstrategie

Daniv. (2011, december 11). Gebruikersparticipatie. Opgeroepen op januari 31, 2013, van

Netsamenwerken: http://netsamenwerken.wordpress.com/2011/12/11/de-luidste-

schreeuwer-en-de-90-10-1-regel/

Daugherty, T., Eastin, M., & Bright, L. (2008). Exploring Consumer Motivations for Creating User-

Genereted Content. Journal of Interactive Advertising, 16-25.

Droogleever, R.-J. (2008, maart 3). Hoe start ik een online community? Opgeroepen op februari 12,

2015, van Frankwatching: http://www.frankwatching.com/archive/2008/03/03/hoe-start-ik-

een-online-community/

Frankwatching. (2009, juli 15). Web 2.0: een wetenschappelijk perspectief. Opgeroepen op maart 24,

2015, van Frankwatching: http://www.frankwatching.com/archive/2009/07/15/web-20-een-

wetenschappelijk-perspectief/

Page 68: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

67

Frankwatching. (2013, december 19). Community management top 100: welk merk reageert het

snelst? Opgeroepen op mei 20, 2015, van Frankwatching:

http://www.frankwatching.com/archive/2013/12/19/community-management-top-100-

welk-merk-reageert-het-snelst/

Friedrich, R., Peterson, M., & Koster, A. (2011). De opkomst van generatie C. Amsterdam:

Kluwermanagement.

From2. (2015). Wat is From2. Opgeroepen op mei 20, 2015, van From2: https://from2.nl/wat-is-

from2

Govaart, J. (2015, februari 05). Contentmarketing: stappenplan voor je online fans. Opgeroepen op

februari 26, 2015, van Intelligence communicatie database:

http://intelligence.communicatieonline.nl.ezproxy.hhs.nl:2048/content/contentmarketing-

stappenplan-voor-je-online-fans

Heerik, S. v. (2015, april 9). From2 online community. (S. Bolander, Interviewer)

Heeswijk, E. v. (2012). Mediastorm. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers.

Hermsen, J. (2009). Stil de tijd - pleidooi voor een langzame toekomst. Amsterdam: De

Ardbeiderspers.

Hogendoorn, M. (2011). Communcatieonderzoek. Bussum: Dick Coutinho.

Howard, T. W. (2010). Design to Thrive. Elsevier Science & Technology.

Hurenkamp, M., & Duyvendak, J.-W. (2004). Kiezen voor de kudde-lichte gemeenschappen en de

nieuwe meerderheid. Amsterdam: Tijdschrift voor de Sociale Sector- Uitgeverij Van Gennep.

Jansen, M. (2012). Brand Prototyping. Adformatie Groep .

Janzik, L. (2008). Innovation communities: Motivation and incentives for community members to

contribute . Bangkok: IEEE.

Jenkins, H. (2006). Convergence Culture. Where Old and New Media Collide. New York: New York

University Press.

Jiang, J. (2015, april 9). From2 online community onderzoek. (S. Bolander, Interviewer)

Kassenaar, P. (2014). Handboek usability. Culemborg: Van Duuren Informatica.

Katz, E. (1973). Uses and Gratifications Research. The Public Opinion Quarterly. The Public Opinion

Quarterly.

Kim, A. (2000). Community Building on the Web: Secret Strategies for Succesful Online Communities.

California: Peach Press.

Korgaonkar, P., & Wolin, L. (1999). A Multivariate Analysis of Web Usage. In P. Korgaonkar, & L.

Wolin, Journal of Advertising Research (pp. 53-68).

Page 69: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

68

Li, C., & Bernoff, J. (2011). Groundswell de impact van social media: van uitdaging naar zakelijk

succes. Zaltbommel: Thema.

Marketingsfacts. (2007, februari 23). Wat is het business model voor User Generated Content?

Opgeroepen op mei 20, 2015, van Marketingfacts:

http://www.marketingfacts.nl/berichten/20070223_wat_is_het_business_model_voor_user

_generated_content_deel_3

McLure Wasko, M., & Faraj, S. (2000). It is what one does: why people participate and help others in

electronic communities of practice. In M. McLure Wasko, & S. Faraj, Journal of Strategic

Information Systems (pp. 155-173).

McQuail, D. (2005). McQuail’s Mass Communication Theory. Londen: Sage Publications.

Molenaar, L. (2015, april 8). From2 online community. (S. Bolander, & ', Interviewers)

Muntinga, D., Moorman, M., & Smit, E. (2009). Introducing COBRAs: A Holistic Exploration of

Motivations for Brand-related Social Media Use. Unpublished doctoral thesis. Amsterdam

School of Communication Research.

NewCom. (2015, februari 3). Nationale Social Media Onderzoek 2015. Amsterdam: Newcom Research

& Consultancy B.V.

Niekel, D. (2015, april 24). From2 online community onderzoek. (S. Bolander, Interviewer)

NRC. (2013). globaal, globalisering, mondiaal, mondialisering. Opgeroepen op maart 24, 2015, van

NRC Stijlboek: http://apps.nrc.nl/stijlboek/globaal-globalisering-mondiaal-mondialisering

OBI4wan. (2011). over OBI4wan. Opgeroepen op maart 30, 2015, van OBI4wan:

http://www.obi4wan.nl/over-obi4wan/

Park, N., Kee, K., & Valenzuela, S. (2009). Being Immersed in Social Networking. In N. Park, K. Kee, &

S. Valenzuela, Cyberpsychology & Behavior (pp. 729-733).

Petersen, P. (2014). Handboek ContentStrategie. Alphen aan den Rijn: Adformatie Groep.

Reynaert, I., & Dijkerman, D. (2012). Basisboek crossmedia concepting. Den Haag: Boom Lemma

Uitgevers.

Saunder, M., Lewis, P., & Thornhill, A. (2009). Methoden en technieken van onderzoek. Amsterdam:

Pearson Education Benelux bv.

Shao, G. (2009). Understanding the appeal of user-generated media: a uses and. In G. Shao, Internet

Research (pp. 19(1), 7-25).

Shirky, C. (2008). Iedereen - hoe digitale netwerken onze contacten, samenwerkingen en organisaties

veranderen. Amsterdam: Uitgeverij Business Contact.

Smits, K. (2015, april 3). From2 online community onderzoek. (S. Bolander, Interviewer)

Page 70: Onderzoeksrapport - De reis naar een online community - Sharona Bolander (11089261)

69

Solis, B. (2013, juli 16). The Conversation Prism. Opgeroepen op februari 26, 2015, van briansolis:

http://www.briansolis.com/2013/07/you-are-at-the-center-of-the-conversation-prism/

Spruijt, J. (2015, april 7). From2 online community onderzoek. (S. Bolander, Interviewer)

Students Insured. (2015). Wat is IPS. Opgeroepen op mei 20, 2015, van Students Insured:

https://studentsinsured.com/wat-is-ips

Verheijen, B. (2012). Definitie social media. College E-marketing. Tilburg.

Vliet, H. v. (2008, januari). Idola van de Crossmedia. Opgeroepen op maart 24, 2015, van

Crossmedialab: http://crossmedialab.nl/articles

Vrolijk, C. (2015, april 25). From2 online community. (S. Bolander, Interviewer)

Vrolijk, D. (2015, april 6). From2 online community onderzoek. (S. Bolander, Interviewer)

Walrave, M., & Ouytsel, J. v. (2014). Mediawijs online: jongeren en sociale media. Tielt: iMinds vzw &

Uitgeverij Lannoo nv.

Wang, Y., & Fesenmaier, D. (2004). Towards understanding members’ general. In Y. Wang, & D.

Fesenmaier, Tourism (pp. 709-722).

Wijkniet. (2015, april 20). From2 online community. (S. Bolander, Interviewer)

Wijkniet, N. (2015, april 20). From2 online community. (S. Bolander, Interviewer)

Wilterdink, N., & Heerikhuizen, B. v. (2013). Samenlevingen - inleiding in de socialogie (zesde ed.).

Groningen: Wolters-Noordhoff.

Zijlstra, N. (2012). Social Media Survey.