Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de...

23
lauwers 14 | 9405 BL Assen | 0592 -304 790 www.noordelijkerekenkamer.nl Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Vastgesteld door College Noordelijke Rekenkamer op 15 april 2013 Opgesteld door drs. J. van den Bergs en dr. H. van Kampen

Transcript of Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de...

Page 1: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

lauwers 14 | 9405 BL Assen | 0592 -304 790

www.noordelijkerekenkamer.nl

Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

Vastgesteld door College Noordelijke Rekenkamer op 15 april 2013 Opgesteld door drs. J. van den Bergs en dr. H. van Kampen

Page 2: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

2

Page 3: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

3

INHOUDSOPGAVE

1 Toelichting onderzoeksthema EHS ...................................................................... 5

1.1 Inleiding ....................................................................................................... 5

1.2 Ecologische Hoofdstructuur (EHS), biodiversiteit en Natura2000 ................... 5

1.3 Onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur .......................................... 7

1.4 Commissie Jansen ...................................................................................... 10

1.5 Regeerakkoord Rutte-II .............................................................................. 11

1.6 Provinciaal beleid en stand van zaken decentralisatie ................................. 11

2 Onderzoek EHS ................................................................................................. 16

2.1 Relevantie ................................................................................................... 16

2.2 Focus en doel ............................................................................................. 17

2.3 Centrale vraagstelling en onderzoeksvragen ............................................... 18

2.4 Normenkader ............................................................................................. 19

3 Aanpak onderzoek EHS ..................................................................................... 20

3.1 Opzet van het onderzoek............................................................................ 20

3.2 Planning ..................................................................................................... 20

Bijlage 1 Literatuurlijst ........................................................................................ 22

Page 4: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

4

Page 5: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

5

1 Toelichting onderzoeksthema EHS 1.1 Inleiding In het onderzoeksprogramma 2012-2013 van de Noordelijke Rekenkamer is een onderzoek opgenomen naar het thema ‘Uitvoering en voortgang Ecologische Hoofdstructuur (EHS)’1. In januari 2013 is de Rekenkamer gestart met een verkenning van dit onderzoeksthema. Er zijn relevante documenten bestudeerd en interviews gehouden met medewerkers van de provincies Drenthe, Groningen en Fryslân en een aantal externe deskundigen op dit terrein2. Daarnaast heeft de Rekenkamer verschillende Statenfracties in de drie noordelijke provincies voorgelegd of zij specifieke wensen hebben waar het onderzoek zich op zou moeten richten. De informatie die op deze wijze is verzameld, heeft als basis gediend voor dit onderzoeksvoorstel. Het onderzoeksplan zal, na vaststelling door het College van de Noordelijke Rekenkamer, met de provincies worden besproken waarna de uitvoering van het onderzoek officieel van start zal gaan. In paragraaf 1.2 wordt eerst een beknopte schets gegeven van het beleid dat betrekking heeft op de EHS in relatie tot biodiversiteit en Natura2000. Daarna wordt in paragraaf 1.3 ingegaan op het ‘Onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur’ van september 2011, waarin afspraken zijn gemaakt over de verdergaande decentralisatie van het natuurbeleid naar provincies. Een belangrijk onderdeel van het decentralisatieproces is de verdeling van de resterende ontwikkelopgave voor de EHS en beschikbare Rijksmiddelen over de provincies. De commissie Jansen heeft hierover geadviseerd aan het IPO. De belangrijkste bevindingen van deze commissie zijn beschreven in paragraaf 1.4. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk is een kort overzicht gegeven van het vigerende natuurbeleid van de provincies Drenthe, Groningen en Fryslân en de stand van zaken ten aanzien van het decentralisatieproces. In hoofdstuk 2 wordt vervolgens ingegaan op het onderzoek dat de Rekenkamer voornemens is uit te voeren. In hoofdstuk 3 is de aanpak van het onderzoek beschreven en is een planning opgenomen van de onderscheiden stappen in het onderzoek. 1.2 Ecologische Hoofdstructuur (EHS), biodiversiteit en Natura2000 Ecologische Hoofdstructuur (EHS) In het Natuurbeleidsplan van 1990 is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geïntroduceerd3. De EHS is een netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden in Nederland en is bedoeld als instrument om verdere achteruitgang van natuurwaarden en de biodiversiteit te voorkomen. Aan de EHS zijn de volgende doelen gekoppeld:

• de bescherming van planten en dieren; • het behouden van genoeg ruimte voor recreatie; • het voorkomen van overstromingen door hevige regenval.

In 2000 zijn aan de EHS nog zogenoemde ‘robuuste verbindingen’ toegevoegd. Dit zijn ecologische verbindingszones tussen grootschalige natuurgebieden die als

1 Onderzoeksprogramma Noordelijke Rekenkamer: 2012-2013. Assen, 7 januari 2012. 2 Naast provinciale medewerkers zijn er interviews gehouden met de heer D. van Rozen (LTO-Noord, secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris van EL&I) en de heer H. de Vries (directeur It Fryske Gea). 3 Ministerie Landbouw, Natuur en Visserij. Natuurbeleidsplan 1990. Den Haag, 1990.

Page 6: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

6

doel hebben om de migratie van diersoorten tussen gebieden te verbeteren4. De oorspronkelijke doelstelling was om de EHS in 2018 af te ronden. Het ging hierbij om ruim 700.000 ha natuurgebied op het vaste land en 6,3 miljoen ha in de grote wateren. Biodiversiteitsverdrag In de vorige eeuw is de biodiversiteit fors achteruitgegaan en deze afname gaat nog steeds door. Door het in cultuur brengen van natuurgebieden gaan natuurlijke habitats verloren. Daarnaast neemt de druk op resterende natuurgebieden toe door een intensivering van menselijke activiteiten. Het gevolg is dat soorten in een versneld tempo uitsterven. Om een verdere afname van de biodiversiteit te voorkomen hebben 193 landen, waaronder Nederland, in 1992 een ‘Biodiversiteitsverdrag’ ondertekend5. In 1998 is dit verdrag binnen de EU uitgewerkt in een Biodiversiteitstrategie die tevens de samenhang weergeeft tussen De Europese Vogelrichtlijn (1979, de Habitatrichtlijn (1992) en de verplichtingen die voortvloeien uit de Ramsar-conventie. Deze conventie heeft betrekking op de bescherming van wetlands. De Biodiversiteitstrategie is in 2011 herzien, waarbij als doel is geformuleerd dat uiterlijk in 2020 een halt moet zijn toegeroepen aan een verder verlies van biodiversiteit6. Om in Nederland de nog aanwezige biodiversiteit te behouden wil het Rijk niet alleen binnen maar ook buiten natuurgebieden planten- en diersoorten beschermen. De verstedelijking en de schaalvergroting in de landbouw hebben er namelijk toe geleid dat veel aanwezige natuurwaarden verloren zijn gegaan. De Flora- en faunawet van 2002 is de wettelijke basis die ervoor moet zorgen dat onder druk staande soorten, zowel binnen als buiten natuurgebieden, worden beschermd. Door het subsidiëren van agrarisch natuurbeheer wil de overheid bevorderen dat de natuurwaarden van landbouwgebieden weer toenemen. Natura2000-netwerk Bijna de helft van de EHS op het land valt onder het wettelijk beschermingsregime van Natura2000. Natura2000 is een samenhangend netwerk van meer dan 25.000 beschermde natuurgebieden binnen de Europese Unie. Evenals bij de EHS is het doel van dit netwerk om kwetsbare planten en dieren samen met hun leefgebieden te beschermen om zodoende een verdere achteruitgang van de biodiversiteit te voorkomen. In Nederland zijn 166 natuurgebieden aangewezen, waaronder 4 gebieden op de Noordzee, die bij moeten dragen aan het Natura2000-netwerk. De Natura2000-gebieden liggen vrijwel geheel binnen de EHS. De Europese Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992) vormen de basis voor Natura2000. In Nederland zijn deze EU-richtlijnen geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet (NB-wet) van 1998 die betrekking heeft op natuurgebieden en hierboven genoemde Flora- en faunawet van 2002. De minister van Economische Zaken is bevoegd om gebieden aan te wijzen die in aanmerking komen voor de Natura2000-status en is tevens bevoegd tot het vaststellen van de definitieve aanwijzingsbesluiten7. Aanwijzing geschiedt, conform de richtlijnen, op louter ecologische gronden. Het aanwijzingsbesluit dient een motivering te

4 Ministerie Landbouw, Natuur en Visserij. Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur. Den Haag, 2000. 5 Verdrag inzake Biologische Diversiteit. Rio de Janeiro, 1992. 6 European Commission. Our life Insurance, our natural capital: an EU biodiversity strategy to 2020. Brussel, 3 mei 2011. 7 Aanwijzing vindt plaats op basis van artikel 10a van de Natuurbeschermingswet 1998.

Page 7: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

7

bevatten voor de aanwijzing van het gebied, de begrenzing van het gebied en een omschrijving van de natuurdoelen die gerealiseerd en in stand moeten worden gehouden (instandhoudingsdoelstellingen). Het kan hierbij zowel om soorten als habitats gaan. Voor 58 van de 166 Natura2000-gebieden is een definitief aanwijzingsbesluit vastgesteld, voor 100 gebieden is een ontwerp-aanwijzingsbesluit genomen en voor 8 is nog geen ontwerpbesluit opgesteld. Voor ieder Natura2000-gebied dient een beheerplan te worden opgesteld. Het beheerplan moet een uitwerking bevatten van de instandhoudingsdoelstellingen uit het aanwijzingsbesluit, zowel in omvang als in ruimte en tijd. Tevens moeten de maatregelen worden beschreven die nodig zijn om de natuurdoelen te halen, hoe de financiering van deze maatregelen is geregeld en hoe de monitoring van de doelrealisatie zal plaatsvinden. Daarnaast dient aangegeven te worden welk beheer nodig is om de natuurdoelen in stand te houden en hoe met bestaand gebruik zal worden omgegaan8. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de onderscheiden doelen voor een Natura2000-gebied haalbaar en betaalbaar zijn. Eind 2012 was de stand van zaken in Nederland dat voor 3 gebieden een definitief beheerplan was vastgesteld, voor 7 gebieden was een ontwerp-plan beschikbaar en voor de overige gebieden werd nog gewerkt aan een concept of moest het proces nog gestart worden9. De meeste beheerplannen dienen te worden vastgesteld door GS. In sommige gevallen, zoals voor de Rijkswateren, is het Rijk bevoegd gezag10. 1.3 Onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-I (2010) was voorgenomen om een verdere decentralisatie van het natuurbeleid naar provincies door te voeren met inbegrip van een Rijksbezuiniging van € 600 miljoen. Om invulling te geven aan dit voornemen heeft voormalig staatssecretaris Bleker op 20 september 2011 een onderhandelingsakkoord gesloten met het IPO11. In het ‘Onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur’ zijn afspraken opgenomen over het afslanken van de EHS, het vroegtijdig beëindigen van het uitvoeringsprogramma 2007-2013 dat in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) was opgesteld, vervallen Rijkstaken, monitoring en verantwoording, de verdeling van nog beschikbare Rijksmiddelen en wijzigingen in bevoegdheden. Overigens is in het regeerakkoord Rutte-II opgenomen dat een deel van de voorgenomen bezuinigingen, namelijk € 200 miljoen, zal worden teruggedraaid. Deze middelen zullen als nog worden ingezet voor de EHS, inclusief de verbindingszones, en zullen geoormerkt via het Provinciefonds aan de provincies beschikbaar worden gesteld12. Hieronder wordt in het kort ingegaan op de afspraken van het onderhandelingsakkoord. Herijking EHS en EU-verplichtingen (Natura2000, Kaderrichtlijn Water en Biodiversiteitsstrategie) Een aanzienlijk deel van de voorgenomen bezuiniging dient te worden gerealiseerd door uit te gaan van een afgeslankte EHS. Het voornemen is dat door een herijking van de EHS de oorspronkelijke doelstelling voor nieuwe natuur met ongeveer 90.000 ha naar beneden wordt bijgesteld. Op landelijk niveau is bepaald dat de

8 Ministerie LNV. Handreiking Beheerplannen Natura2000-gebieden. Den Haag, september 2005. 9 Regiegroep N2000 en PAS. Beheerplanprocessen Natura2000. Voortgangsrapportage nr. 14, 26 oktober 2012. 10 Interbestuurlijk Regiebureau Natura2000. Het fascinerende dossier Natura2000. Leiderdorp, 13 december 2011. 11 Ministeries EL&I en BZ en IPO. Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur. Den Haag, 20 september 2011. 12 Kabinet Rutte-II. Bruggen slaan. Regeerakkoord VVD – PvdA. Den Haag, 29 oktober 2012.

Page 8: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

8

nog resterende ontwikkelopgave voor de totale EHS uitkomt op het nog verwerven van 17.000 ha grond en het inrichten van 40.000 ha. Een belangrijk uitgangspunt bij de landelijke herijking was dat de decentralisatie en de hieraan gekoppelde bezuinigingen geen gevolgen zou mogen hebben voor het nakomen van de EU-verplichtingen. Hoewel aan het behalen van de Natura2000-doelen geen strikte termijn is gesteld wordt van de provincies verwacht dat zij de beschikbare middelen gericht inzetten op het realiseren van Natura2000, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de biodiversiteitsdoelen. In plaats van 2018 is in het akkoord als termijn gesteld dat de nog resterende ontwikkelopgave voor de herijkte EHS uiterlijk in 2021 moet zijn afgerond. Verder is in het akkoord als termijn vastgelegd dat de provincies de herijkte EHS uiterlijk in 2012 moeten hebben afgerond. Om planologische schaduwwerking te voorkomen, dienen de provincies de definitieve begrenzing vast te leggen in de provinciale omgevingsverordening. Daardoor ontstaat er voor agrariërs namelijk meer duidelijkheid of er nog een toekomstige claim ligt op hun grond en kunnen zij bij de ontwikkeling van hun bedrijf hier rekening mee houden. Grond-voor-grond en Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Het Rijk wil na 2014 via het Provinciefonds geen middelen meer beschikbaar stellen voor het aankopen en inrichten van gronden om de herijkte EHS af te ronden. Bij de dekking van de nog resterende ontwikkelopgave gaat het Rijk uit van het grond-voor-grond principe. Dit houdt in dat financiering dient plaats te vinden door het ruilen en verzilveren van gronden die reeds bij het Rijk in bezit zijn. Deze gronden blijven in bezit van het Rijk en zullen in het decentralisatieproces niet aan de provincie worden overgedragen. Onder de ontwikkelopgave vallen ook de maatregelen die in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) nodig zijn om de stikstofbelasting van Natura2000-gebieden te verminderen. Van de 166 Natura2000-gebieden in Nederland is vastgesteld dat ongeveer 130 gebieden gevoelig zijn voor een te hoge stikstofdepositie. Voor deze gebieden dient een PAS te worden vastgesteld en dienen maatregelen in het beheerplan te worden genomen om de belasting tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen13. De landelijke PAS zal worden opgenomen in de Crisis- en herstelwet14. De hydrologische maatregelen en de hiermee samenhangende kosten vallen buiten het akkoord. Beëindigen ILG-programma 2007-2013 Met de inwerkingtreding van de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) op 1 januari 2007 zijn de provincies verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van het natuurbeleid. Het Rijk heeft in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) met iedere provincie een bestuursovereenkomst gesloten waarin onder andere is opgenomen hoeveel financiële middelen het Rijk beschikbaar zal stellen aan de provincie voor de uitvoering van het natuur- en plattelandsbeleid. Iedere provincie heeft op basis van deze bestuursovereenkomst een eigen provinciaal Meerjarenprogramma (pMJP) 2007-2013 opgesteld, waarin onder meer doelen zijn opgenomen ten aanzien van het realiseren van de EHS. Door het kabinet Rutte-I is besloten om de ILG-overeenkomsten vroegtijdig te beëindigen. Eindafrekening heeft plaatsgevonden op basis van de stand van zaken op 1 januari 2011. De ILG-middelen die na 1 januari 2011 nog resteerden zijn ingezet voor het natuurbeheer en het nakomen van harde juridische verplichtingen die zijn 13 Regiegroep N2000 en PAS. Beheerplanprocessen Natura2000. Voortgangsrapportage nr. 14, 26 oktober 2012. 14 Brief van ministerie LNV aan GS van Drenthe. Onderwerp: Haalbaarheid en betaalbaarheid conceptbeheerplannen Natura 2000. Den Haag, 26 januari 2010.

Page 9: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

9

aangegaan voor 20 oktober 2010. Bij de afrekening bleek voor de jaren 2011,2012 en 2013 een tekort van € 214 miljoen. Afgesproken is dat provincies zelf € 128 miljoen zullen bijdragen om dit tekort op te vangen. De resterende ILG-middelen zullen in de periode 2011-2013 als decentralisatie-uitkering aan het Provinciefonds worden toegekend. Dit houdt in dat GS aan PS verantwoording moeten afeggen over de besteding van deze middelen en dat aan het Rijk alleen de voortgang en de mate van doelrealisatie wordt verantwoord. Vervallen Rijkstaken In het onderhandelingsakkoord is een lijst opgenomen van 15 vervallen Rijkstaken die nog deel uitmaakten van het ILG en die gefinancierd werden door het Rijk. Het betreft onder andere de nationale parken, de nationale landschappen, milieukwaliteit EHS, reconstructie zandgebieden en leefbaarheid en recreatie om de stad (RodS). In het kader van het onderhandelingsakkoord zijn hier met de provincies geen verdere afspraken gemaakt, anders dan dat het een autonome bevoegdheid van de provincie is om te besluiten of zij nog inzet wil plegen op deze beleidsonderwerpen. Monitoring en verantwoording Rijk en provincies hebben het voornemen geen aparte verticale toezichtrelaties in te richten. Het Rijk gaat er vanuit dat zij via de verantwoording van GS aan PS op de hoogte blijft van de mate waarin de herijkte EHS is gerealiseerd. Voor de monitoring van de Natura2000-doelen wil het Rijk gezamenlijk met de provincies een nog nader uit te werken monitoringsystematiek opstellen die voldoet aan de Europese rapportageverplichting. Provincies zijn verantwoordelijk gesteld om de hiervoor benodigde data te verzamelen en te beheren, terwijl het Rijk de rapportage aan de Europese Commissie dient te verzorgen. Verschuiving bevoegdheden en middelen Met ingang van 2014 zijn de provincies (financieel) verantwoordelijk voor het beheer van de EHS, inclusief de Natura2000-gebieden die deel uitmaken van de EHS. Voor de uitvoering van dit beheer voegt het Rijk vanaf 2014 jaarlijks € 105 miljoen toe aan het Provinciefonds. Onderdeel van het beheer zijn het (agrarisch) natuurbeheer binnen de EHS, het ganzenbeheer, het Faunafonds (uitkeren wildschade) en het effectgerichte beheer. In het laatste geval gaat het om de kosten van maatregelen die moeten worden genomen om bijvoorbeeld de negatieve effecten van een te hoge stikstofbelasting van natuurgebieden ongedaan te maken. De provincie hebben toegezegd jaarlijks gezamenlijk € 65 miljoen bij te dragen in de beheerkosten. Hoewel de provincies in eerste instantie zorg moeten dragen voor het nakomen van de internationale verplichtingen, blijft het Rijk als nationale lidstaat eindverantwoordelijk voor realisatie van de Europese verplichtingen. Het Rijk zal provincies aanspreken als zij op dit punt nalatig zijn. De provinciale verantwoordelijkheid beperkt zich tot de Europese verplichtingen waarvoor het Rijk in het akkoord geld beschikbaar heeft gesteld. Het Rijk heeft ervoor gekozen dat het (agrarisch) natuurbeheer buiten de EHS een Rijkstaak wordt. Voormalig staatsecretaris Bleker was voornemens om de financiering van dit agrarisch natuurbeheer onder te brengen bij pijler 1 van het Europese landbouwbeleid (GLB), en dat financiering dan plaats zou kunnen vinden vanuit de EU-hectaretoeslagen. Uit pijler 1 wordt de directe inkomenssteun voor agrariërs geregeld. Brussel heeft inmiddels aangegeven dat ze hiermee niet akkoord kan gaan. Het besluit van Brussel betekent dat financiering van het agrarisch natuurbeheer bij pijler 2 (plattelandsontwikkeling) blijft, maar dit heeft

Page 10: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

10

als gevolg dat er nog steeds 50% co-financiering moet komen van de Nederlandse overheid. De voorgenomen bezuiniging kan op dit punt hiermee niet worden uitgevoerd en de vraag is wie dat gaat betalen. Daar is nog geen duidelijkheid over15. De provincie stelt vanaf 2014 niet alleen de beheerplannen voor de Natura2000-gebieden vast die in beheer zijn bij de provinciale landschappen en Natuurmonumenten, maar ook die voor de gebieden die bij Staatsbosbeheer in beheer zijn. Tot nu toe zijn deze onder leiding van DLG opgesteld en worden ze vastgesteld door het Rijk. Het Rijk blijft verantwoordelijk voor de Rijkswateren, ruimte voor de rivieren (NURG) en Maaswerken. Voor het Noorden houdt dit bijvoorbeeld in dat het Rijk verantwoordelijk blijft voor het op- en vaststellen van Natura2000-beheerplannen voor de Waddenzee, de Noordzeekustzone en het IJsselmeer. De nieuwe verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden wordt wettelijk geregeld via een aanpassing van de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) en de nieuwe Wet Natuur. 1.4 Commissie Jansen De decentralisatie van het natuurbeleid bracht met zich mee dat er voor de resterende ontwikkelopgave voor de EHS en beschikbare Rijksmiddelen een verdeling over de 12 provincies moest plaatsvinden. Voor dit complexe verdeelvraagstuk is de ‘Externe Commissie Ontwikkelopgave Natuur’ onder voorzitterschap van de heer Jansen in het leven geroepen, kortweg commissie Jansen genoemd. Deze commissie heeft in oktober 2012 een rapport opgeleverd aan het IPO waarin geadviseerd is over de verdeling van de ontwikkelopgave en de daarvoor beschikbare gronden16. Een belangrijke conclusie van de commissie is dat de tekorten op verschillende onderdelen hoger zullen uitvallen dan voorzien bij het vaststellen van het Onderhandelingsakkoord. De commissie adviseert daarom om de 200 miljoen van het kabinet Rutte-II aan de ontwikkelopgave te koppelen en in 2016 een evaluatie uit te voeren om te bepalen wat aanvullend nodig is om in ieder geval aan de EU-verplichtingen te kunnen voldoen. Een belangrijke constatering van de commissie is dat de door de provincies opgegeven ontwikkelopgaven voor de herijkte EHS aanmerkelijk hoger uitvallen dan vastgesteld in het akkoord. De totale opgave komt uit op 34.900 ha nog te verwerven en 80.384 nog in te richten. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn dat reeds aangegane juridische verplichtingen worden nagekomen en dat voldaan wordt aan de EU-verplichtingen. De provincies hechten eraan dat bij de geplande evaluatie in 2016 nadrukkelijk wordt gekeken of hieraan voldaan wordt. Een belangrijke onzekerheid is of via het grond-voor-grond principe voldoende gronden beschikbaar komen om de ontwikkelopgave te realiseren. De provincies geven aan dat er naar alle waarschijnlijkheid nauwelijks middelen beschikbaar zullen komen door de verkoop van natuurgebieden buiten de EHS. Volgens het Onderhandelingsakkoord dienen de provincies dan zelf extra middelen in te zetten om dit tekort op te vangen.

15 Antwoord op vragen aan de provincie. 16 Externe Commissie Ontwikkelopgave Natuur. Provincies natuurlijk...!. Advies aan het IPO over de uitwerking van het ‘Onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur’. Voorstel voor een verdeling van de Ontwikkelopgave Natuur en de daarvoor beschikbare gronden. Den Haag, oktober 2012.

Page 11: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

11

Enkele belangrijke aanbevelingen van de commissie zijn de volgende. De commissie beveelt het Rijk aan zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de PAS, zodat de provincies beter kunnen inschatten welke lokale maatregelen in het kader van het effectgerichte beheer nog nodig zijn om de stikstofdepositie in Natura2000-gebieden tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Hierdoor ontstaat meer duidelijkheid over de kosten van lokale herstelmaatregelen die aanvullend op de landelijke maatregelen nodig zijn. Duidelijk moet zijn welke generieke maatregelen het Rijk gaat nemen om de stikstofemissie naar de lucht te verminderen en wat het effect hiervan zal zijn op de belasting van gevoelige natuurgebieden. Daarnaast moet er modelinstrumentarium komen waarmee provincies op een uniforme wijze lokale belastingen kunnen beoordelen in het kader van het afgeven van NBwet-vergunningen. Een andere belangrijke aanbeveling is dat provincies en Rijk zo spoedig mogelijk afspraken maken over de wijze van monitoren en evalueren. Dit om te voorkomen dat dit in 2016 nog geregeld moet worden. 1.5 Regeerakkoord Rutte-II In het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-II is opgenomen om een deel van de voorgenomen bezuiniging van € 600 miljoen van het kabinet Rutte-I terug te draaien. Besloten is om € 200 miljoen minder te bezuinigen dan oorspronkelijk voorgenomen. In het Regeerakkoord is onder andere het volgende opgenomen.

• De EHS wordt uitgevoerd, inclusief de verbindingszones, maar er zal meer tijd voor worden uitgetrokken. Het Rijk wil met de provincies afspraken maken over het stellen van prioriteiten, het tijdpad en de inzet van middelen.

• De nieuwe Natuurwet die reeds in behandeling is genomen, zal op punten worden aangepast.

• Het beheren en beschermen van bestaande natuurgebieden krijgt voorrang. De € 200 miljoen die hiervoor in het begrotingsakkoord 2013 is bestemd, zal geoormerkt via het Provinciefonds beschikbaar komen17.

Van de hierboven genoemde € 200 miljoen heeft Staatssecretaris Dijksma van EZ in maart 2013 € 112 miljoen beschikbaar gesteld voor het nemen van maatregelen in bestaande natuurgebieden. Zo heeft de provincie Drenthe € 19,5 miljoen ontvangen voor het Bargerveen, het Reestdalgebied, het Drents-Friese Wold en drie gebieden in het Hunzedal. De provincie Fryslân heeft € 10,5 miljoen ontvangen, onder andere voor de inrichting van het Sneekermeergebied en het beekdal van de Linde. De provincie Groningen krijgt een bedrag van € 8,4 miljoen dat hoofdzakelijk bestemd is voor de inrichting van het beekdal van de Ruiten Aa/Westerwoldse Aa18. 1.6 Provinciaal beleid en stand van zaken decentralisatie In deze paragraaf is in het kort het vigerende natuurbeleid van de provincies Drenthe, Groningen en Fryslân beschreven en is op hoofdlijnen de stand van zaken ten aanzien van de decentralisatie weergegeven. Vooraf wordt opgemerkt dat PS van de drie noordelijke provincies niet hebben ingestemd met het onderhandelingsakkoord, maar min of meer onder protest wel hebben toegezegd mee te zullen werken aan de uitvoering van het akkoord. De provincies zijn wel positief over het feit dat een verdere decentralisatie van het natuurbeleid plaatsvindt19.

17 Regeerakkoord VVD – PvdA: Bruggen slaan. Den Haag, 29 oktober 2012. 18 IPO. Extra natuurprojecten 2013. Utrecht, maart 2013. 19 Antwoord op vragen aan de provincie.

Page 12: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

12

Drenthe Het vigerende natuurbeleid van de provincie Drenthe en de begrenzing van de provinciale EHS zijn opgenomen in de Omgevingsvisie Drenthe 201020. De provincie heeft de ruimtelijke kwaliteit gebaseerd op een aantal kernkwaliteiten. Één van de kernkwaliteiten betreft natuur en hieronder verstaat de provincie de natuur binnen de EHS. De provincie geeft aan dat zij verantwoordelijk is voor de begrenzing en realisatie van de EHS en dat zij zorg dient te dragen voor de kwaliteit van de natuur. De lange termijn visie van de provincie is gericht op een meer robuuste EHS. Dit wil zeggen dat relatief kleine natuurgebiedjes geen deel meer zullen uitmaken van de EHS en dat er minder ecologische verbindingszones zullen worden aangelegd. De verwachting is dat andere functies van het gebied (vooral landbouw en recreatie) hierdoor minder beperkingen zullen ondervinden die gerelateerd zijn aan de functie natuur. Op 15 maart 2011 is het ‘Groenmanifest van Drenthe’ ondertekend door LTO-Noord en de Drentse Natuurorganisaties21. Een belangrijke aanleiding voor het opstellen van dit manifest was het ‘Onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur’. Betrokken partijen hebben afspraken gemaakt over een afgeslankte EHS in de provincie Drenthe en de aanpak van de stikstofproblematiek in Natura2000-gebieden. GS van Drenthe hebben in het coalitieakkoord de afspraken van het groenmanifest integraal overgenomen. Bij benadering is er nu 4.900 hectare geschrapt en komt de afgeslankte EHS in Drenthe uit op ongeveer 70.000 ha. Dat is ongeveer één derde van het totale provinciale grondgebied. De herijkte EHS is in de periode 17 januari tot en met 27 februari 2013 ter inzage gelegd en eveneens voorgelegd aan PS om zienswijzen bij GS kenbaar te maken22. De planning is dat de herijkte EHS in juni 2013 door PS wordt vastgesteld. Hoewel het uitgangspunt van het onderhandelingsakkoord is dat de provincies de herijkte EHS uiterlijk in 2021 hebben afgerond, heeft de provincie Drenthe besloten deze periode te verlengen tot 2027. In Drenthe zijn 14 natuurgebieden aangewezen als Natura2000-gebied. Begin 2013 was voor het Norgerholt een definitief beheerplan vastgesteld. Voor de andere gebieden waren de plannen in concept gereed, maar niet definitief vastgesteld. De reden hiervan is dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de omvang van te nemen herstel- en inrichtingsmaatregelen en de kosten hiervan. Bij veel gebieden is namelijk onvoldoende bekend over de hydrologische condities om goed te kunnen bepalen welke maatregelen nodig zijn om de gewenste grondwaterstanden te bereiken. Dat geldt ook voor de omvang en kosten van herstelmaatregelen die nodig zijn om de negatieve effecten van teveel stikstof op te heffen. Hierdoor is het lastig om nauwkeurig te bepalen of de natuurdoelen van een gebied haalbaar en betaalbaar zijn23. GS vinden het belangrijk dat zij eerst beter zicht krijgen op deze kosten voordat ze deze beheerplannen vaststellen.

20 Provincie Drenthe. Omgevingsvisie Drenthe. Vastgesteld door PS op 2 juni 2010. De begrenzing van de EHS is weergegeven op kaart 4 van de Omgevingsvisie. 21 LTO-Noord en Drentse Natuurorganisaties. Groenmanifest van Drenthe. Investeren in een vitaal platteland. Assen, 15 maart 2011. 22 Brief van GS aan PS Drenthe. Onderwerp: Provinciale Omgevingsverordening Drenthe (POV), negende wijziging EHS-kaart en Natuurbeheerplan Drenthe, versie 2014. Assen, 10 januari 2013. 23 Provincie Drenthe. Netwark Natuur. Nieuwsbrief Natura 2000 Drenthe. 5e jaargang nummer 1. Assen, voorjaar 2012.

Page 13: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

13

Naast een herijking van de EHS speelt het probleem van een te hoge stikstofdepositie in 13 van de 14 Natura2000-gebieden. Op basis van berekeningen die door Alterra zijn uitgevoerd heeft de provincie geconcludeerd dat agrarische veebedrijven binnen een straal van 3 km de grootste invloed uitoefenen op de stikstofbelasting. Het effect van agrarische bedrijven buiten de 3 km is relatief gezien gering24. In het groenmanifest is vervolgens een voorstel opgenomen voor een beleidskader. Dit beleidskader is door de provincie overgenomen, enigszins aangepast en vastgesteld. Op basis van dit interim-beleidskader had de provincie begin 2013 aan ca. 250 agrarische bedrijven, die zich binnen de straal van 3 km van een Natura2000-gebied bevinden, een NB-wetvergunning verleend25. Groningen In het Provinciaal Omgevingsplan van juni 2009 is het vigerende natuurbeleid van de provincie Groningen opgenomen. Onderwerpen die onder andere in het omgevingsplan aan de orde komen zijn de spelregels die gehanteerd zullen worden bij het verwerven en inrichten van EHS-gronden, de verbetering van de milieukwaliteit van natuurgebieden, de realisering van verbindingszones, het beheer van Natura2000-gebieden en het verstrekken van subsidies voor het (agrarisch) natuurbeheer. De provincie heeft in 1991 met het Rijk afgesproken om 10.300 ha ‘nieuwe natuur’ te ontwikkelen in de periode tot 2018. Naast ‘nieuwe natuur’ was in de provincie in 1990 bij benadering 9.700 ‘bestaande natuur’ aanwezig. De vigerende doelstelling voor de EHS komt hiermee uit op 20.000 ha, te realiseren voor 2018. In 2010 moest de provincie in de zogenoemde bestaande natuurgebieden in een aanzienlijk deel (44%) nog herinrichtingsmaatregelen uitvoeren. Het gaat dan met name om een herinrichting van de kwelders in de Waddenzee en van de waterhuishouding in het Lauwersmeer. Voor de ‘nieuwe natuur’ had de provincie in 2010 ongeveer 7.600 ha verworven, waarvan de helft ook was ingericht26. Naast bestaande natuurgebieden wil de provincie verbindingszones realiseren tussen natuurgebieden. Deze verbindingszones zijn op de Natuur-kaart van het omgevingsplan weergegeven als zoekgebieden. Definitieve begrenzing vindt pas plaats zodra er zekerheid bestaat over de haalbaarheid van het tracé27. De Natuur-kaart van het omgevingsplan is tevens opgenomen in de provinciale omgevingsverordening, met als doel dat gemeenten bij het opstellen en wijzigen van gemeentelijke bestemmingsplannen de uitgangspunten van het provinciale EHS-beleid in acht nemen28. De provincie heeft delen van de EHS aangewezen als voor verzuring gevoelige, zeer kwetsbare gebieden. In deze gebieden en in een bufferzone van 250 m daar omheen mogen geen nieuwe veehouderijen worden gevestigd en zijn de uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven beperkt. De wettelijke basis voor vergunningverlening is de Wet Ammoniak en Veehouderij. 24 Provincie Drenthe. Beheerplannen Natura2000. Hoofdlijnennotitie, versie 18 augustus 2009. Paragraaf 2.4. 25 Antwoord op vragen aan de provincie. 26 Provincie Groningen. De toestand van natuur en landschap 2010 in de provincie Groningen. Groningen, mei 2011. 27 Provincie Groningen. Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013. Vastgesteld door PS op 17 juni 2009. Pagina 101-112 en Kaart 4 Natuur. 28 Provincie Groningen. Provinciaal Omgevingsverordening. Vastgesteld door PS op 17 juni 2009. Pagina 101-112 en Kaart 4 Natuur.

Page 14: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

14

Vergelijkbaar met Drenthe en Fryslân hebben LTO-Noord en de Groningse natuurorganisaties in 2011 een groenmanifest opgesteld29. Het manifest wordt beschouwd als een gezamenlijke inspanningsverplichting en is tevens bedoeld als input voor de herijking van de EHS. De provincie heeft een projectgroep in het leven geroepen die belast is met de uitwerking van het ‘Onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur’. Deze projectgroep was begin 2013 nog volop bezig met een herziening van de EHS. De stand van zaken was dat nog ongeveer 3.400 ha verworven zou moeten worden, 6.100 ha nog ingericht en dat de herijkte EHS voor ongeveer 90% was begrensd. Door deze afslankingsoperatie wordt de EHS ongeveer 10% kleiner dan oorspronkelijk voorgenomen. De planning van de projectgroep is dat de begrenzing van de herziene EHS in april 2013 aan PS zal worden voorgelegd30. Door de projectgroep wordt tevens gewerkt aan een nieuwe beleidsnota Natuur. In de provincie Groningen zijn 7 natuurgebieden aangewezen als Natura2000-gebied. Naast het Groningse deel van de Waddenzee en de Noordzeekustzone zijn dat het Lieftinghsbroek, het Leekstermeer, het Lauwersmeer, het Zuidlaardermeer en de Drentsche Aa. De laatste 4 zijn provinciegrensoverschrijdende natuurgebieden. Fryslân PS van de provincie Fryslân hebben op 27 juni 2012 de ‘Nota Natuer en Lanlik Gebied’ vastgesteld31. In deze nota is aangegeven op welke wijze de provincie met de gevolgen van het Onderhandelingsakkoord wil omgaan, zowel beleidsmatig als financieel. Bij het opstellen van de nota heeft de provincie zich mede gebaseerd op het Grien Manifest dat opgesteld is door LTO-Noord, de Friese natuurorganisaties en Wetterskip Fryslân. Het manifest is vanuit de ‘Provinciale Commissie Landelijk Gebied’ als advies aangeboden aan GS32. De beleidsnota heeft betrekking op de periode 2014-2017. Het voornemen is dat de nota wordt uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma dat, na afloop van het provinciaal Meerjarenprogramma (pMJP) 2007-2013, begin 2014 van start zal gaan. In de provincie Fryslân bedraagt de oppervlakte van de EHS op het vasteland ca. 70.000 ha. Als de Waddenzee en de Noordzeekustzone worden meegerekend is dit bij benadering 320.000 ha. Bij de herijking van de EHS hanteert de provincie als uitgangspunt dat de herijkte EHS haalbaar en betaalbaar is. In afwijking van het Grien Manifest gaat de provincie de robuuste ecologische verbindingszones niet opnemen in de begrenzing van de herijkte EHS. De provincie kiest ervoor dat aankoop en inrichting van deze zones op basis van vrijwilligheid en kansen die zich voordoen mogelijk blijft, maar ze wil het niet opnemen als harde verplichting. Het oorspronkelijke plan van 19.184 ha nieuwe natuur zal fors worden afgeslankt, maar bij het vaststellen van de ‘Nota Natuer en Lanlik Gebied’ was de herijking van de EHS nog niet afgerond. De provincie heeft aangegeven dat begin 2013 ongeveer 90% van de EHS was begrensd. Begin 2013 was nog niet bekend wanneer de nieuwe kaart gereed zal zijn en voor inspraak zal worden voorgelegd33.

29 LTO-Noord en Natuurorganisaties Groningen. Groenmanifest Groningen. Landbouw en natuur samen sterker. Groningen 13 juli 2011. 30 Antwoord op vragen aan de provincie. 31 Provincie Fryslân. Natuer en lanlik gebiet. Mei-inoar fierder!. Vastgesteld door PS op 27 juni 2012. 32 LTO-Noord, Natuurorganisaties en Wetterskip Fryslân. Grien Manifest Fryslân. Leeuwarden, 8 juli 2011. 33 Antwoord op vragen aan de provincie.

Page 15: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

15

In de provincie liggen 20 Natura2000-gebieden. Volgens de provincie ligt er binnen de begrenzing van deze gebieden nog ongeveer 750 ha grond die niet aangekocht is of waar sprake is van particulier natuurbeheer. Ook moet er volgens de provincie in het kader van PAS nog 200 ha aangrenzend aan Natura2000-gebieden verworven worden. Voor deze gronden hebben GS de overweging gemaakt of zij de aankoop van deze gebieden moeten voorfinancieren, terwijl volgens GS het Rijk hier in principe verantwoordelijk voor is. Ze hebben besloten om dit niet te doen, en voorlopig af te wachten hoe het grond-voor-grond principe gaat uitpakken. Wel is de provincie voornemens om structureel € 0,9 miljoen beschikbaar te stellen voor de aankoop en inrichting van gronden binnen de EHS, maar dat betreft gronden die buiten de Natura2000-gebieden vallen. De inschatting van de provincie is dat voor het natuurbeheer op jaarbasis vanaf 2014 in totaal ongeveer € 18 miljoen beschikbaar zal zijn, met een provinciale bijdrage van € 7 miljoen. De verwachting is dat dit budget voldoende is om het beheer op een goede wijze uit te voeren, maar er zijn nog wel enkele onzekerheden. Dit geldt bijvoorbeeld voor schade-uitkeringen uit het Faunafonds, omdat hierbij sprake is van een open einde regeling. Zo dreigt de schade die veroorzaakt wordt door ganzen de komende jaren nog toe te nemen. Een andere onzekerheid betreft de kosten van maatregelen die in het kader van de PAS genomen moeten worden. Verder geeft de provincie aan dat zonder vastgestelde beheerplannen voor Natura2000-gebieden er geen juridische basis is voor de PAS om NBwet-vergunningen aan agrarische bedrijven te verlenen. Zo lang de beheerplannen niet zijn vastgesteld baseert de provincie zich bij het verlenen van een vergunning op het landelijke toetsingskader ‘Ammoniak en Natura2000’ van 200734. Dit kader is bedoeld om te beoordelen of een uitbreiding van een bestaand agrarisch bedrijf leidt tot een zodanige toename van de ammoniakemissie dat er sprake is van een significant effect op de natuurdoelen van een nabijgelegen Natura2000-gebied. Het betreft vooral bedrijven die zich binnen een straal van 5 km van een stikstofgevoelig Natura2000-gebied bevinden.

34 Ministerie LNV. Toetsingskader Ammoniak en Natura2000. Den Haag, 22 mei 2007.

Page 16: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

16

2 Onderzoek EHS Dit hoofdstuk gaat in op het onderzoek dat de Rekenkamer wil gaan uitvoeren. Achtereenvolgend komen aan bod: de relevantie van het onderzoek (paragraaf 2.1), de focus en het doel van het onderzoek (paragraaf 2.2), de centrale vraagstelling en de hierop gebaseerde onderzoeksvragen (paragraaf 2.3) en tot slot het normenkader (paragraaf 2.4). 2.1 Relevantie In Nederland neemt de populatieomvang van Rode Lijstsoorten nog steeds af, in tegenstelling tot de meer algemeen voorkomende doelsoorten35 (zie figuur 2.1). In 2010 was de gemiddelde populatieomvang van de bedreigde soorten nog maar 40% van de omvang in 1997. De dreiging van biodiversiteitsverlies in de groep van Rode Lijstsoorten is dus nog niet gestopt. Tegenover de populatieachteruitgang van deze bedreigde, veelal zeldzamere, soorten staat een vooruitgang van de meer algemene soorten. Gemiddeld genomen is er een stabiele trend in populatieomvang voor alle dagvlinders, broedvogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen. Het gaat op dit moment goed met planten en dieren die niet zulke hoge eisen stellen aan hun leefgebieden. Dit geldt echter niet voor soorten die gevoelig zijn voor versnippering en milieudruk. Dit betreft ongeveer 60 procent van de Nederlandse doelsoorten. De meeste van doelsoorten worden negatief beïnvloed door vermesting, verdroging, versnippering en een tekort aan geschikt leefgebied.

Figuur 2.1 Ontwikkeling populatieomvang van alle soorten in Nederland, de Rode

Lijstsoorten en bedreigde Rode Lijstsoorten in de periode 1997- 201036.

35 Deze indicator is een algemene biodiversiteitsindicator voor de Conventie van Biodiversiteit en refereert aan de algemene natuurdoelstelling ten aanzien van het streven naar duurzame condities voor het voortbestaan van alle in 1982 voorkomende soorten en populaties in Nederland.

36http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl1521

Page 17: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

17

Met de verdergaande decentralisatie van het natuurbeleid zijn de provincies volledig verantwoordelijk geworden voor het behoud en het herstel van de biodiversiteit binnen de EHS. Het is dus aan de provincies om ervoor te zorgen dat de populatieomvang van Rode Lijstsoorten binnen de EHS niet verder afneemt en waar mogelijk herstelt. Het Rijk is verantwoordelijk voor het behoud van de biodiversiteit buiten de EHS. Met ingang van 2014 krijgen de provincies de volledige regie over de EHS. Ze zijn dan niet alleen verantwoordelijk voor de begrenzing van de EHS, maar ook voor de aankoop, de inrichting en het beheer van de EHS, inclusief de Natura2000-gebieden. De verschuiving in bevoegdheden en verantwoordelijkheden betekent dat PS, naast het vaststellen van de begrenzing van de herijkte EHS, ook een beleidskader voor de nog resterende ontwikkelopgave en het beheer van de EHS moeten vaststellen. Daarnaast dienen PS in te stemmen met een beleids- en toetsingskader voor de PAS en dienen zij te bepalen hoeveel financiële middelen voor de uitvoering beschikbaar zullen worden gesteld. Het is aan GS om de resterende ontwikkelopgave voor de EHS en het beheer uit te werken in een uitvoeringsprogramma voor de periode na 2013. 2.2 Focus en doel De Noordelijke Rekenkamer heeft in de oriëntatiefase van het onderzoek verschillende Statenfracties, verspreid over de drie noordelijke provincies, benaderd met de vraag of zij specifieke wensen hebben waar het onderzoek van de Rekenkamer zich op zou moeten richten. Op hoofdlijnen is door de Statenfracties het volgende aangegeven.

• Er is weinig behoefte om terug te kijken naar de uitvoering van het provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied 2007-2013 (pMJP) dat in september 2011 is beëindigd door het kabinet Rutte-I. Wel willen de meeste fracties een beter inzicht hebben in de stand van zaken met betrekking tot de realisatie van de provinciale EHS in relatie tot het vigerende provinciale EHS-beleid, de wijze waarop daarna de herijking van de provinciale EHS heeft plaatsgevonden, wat het resultaat is van de herijking en wat dit betekent voor de vigerende doelstelling.

• Een ander punt dat door veel fracties naar voren is gebracht, is de wens om een concreter inzicht te krijgen in de totale kosten van het (provinciale) natuurbeleid, de beschikbare middelen na het doorvoeren van de Rijksbezuinigingen en hoe deze middelen verdeeld zullen worden. De Statenfracties in Groningen willen met name zicht hebben op hoe de beheerkosten zich verhouden tot de kosten voor de nog resterende ontwikkelopgave. In het collegeprogramma 2011-2015 is namelijk prioriteit gelegd bij het beheer en het optimaliseren daarvan37. Dit houdt in dat de nog resterende ontwikkelopgave afgestemd dient te zijn op de middelen die nog overblijven nadat financiering van het beheer is geregeld.

• De Statenfracties in de provincie Fryslân zouden naast de hierboven genoemde punten ook graag meer inzicht willen in de wijze waarop een verdere achteruitgang van de karakteristieke weidevogelsoorten kan worden voorkomen en hoe de ganzenproblematiek op een effectieve wijze kan worden aangepakt.

Op basis van het bovenstaande heeft de Rekenkamer besloten om niet terug te kijken naar de wijze waarop het pMJP-programma is uitgevoerd, maar het

37 Provincie Groningen. Collegeprogramma 2011-2015. Coalitieakkoord PvdA, VVD, D66 en Groen Links: Energiek en scherp aan de wind. Groningen, mei 2011.

Page 18: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

18

‘Onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur’ van september 2011 als invalshoek van het onderzoek te nemen. Uit oriënterende gesprekken met betrokken provinciale medewerkers van de noordelijke provincies is gebleken dat er nog steeds veel onduidelijkheden en onzekerheden kleven aan de afspraken die zijn opgenomen in dit akkoord. Deze hebben onder andere te maken met het grond-voor-grond principe, het nakomen van de internationale verplichtingen, de invulling van de programmatische aanpak van de stikstofdepositie (PAS) in stikstofgevoelige Natura2000-gebieden en de financiering van het natuurbeheer buiten de EHS. Ook het gewijzigde natuurbeleid van het kabinet Rutte-II vraagt om een bijstelling van de uitvoering van het akkoord. Het onderzoek van de Rekenkamer zal zich in eerste plaats richten op het in beeld brengen van de stand van zaken met betrekking tot het uitvoeren van het decentralisatieproces. De focus zal liggen bij de ontwikkelopgave voor de herijkte EHS, met bijzondere aandacht voor de Natura2000-gebieden. Een belangrijk punt hierbij is of het grond-voor-grond principe gaat werken en of er voldoende (ruil)gronden beschikbaar zijn om de financiële dekking van de ontwikkelopgave rond te krijgen. Daarnaast zal de Rekenkamer per provincie aan de hand van een viertal Natura2000-gebieden, die deel uitmaken van de herijkte EHS, meer gedetailleerd onderzoeken in hoeverre de ontwikkelopgave concreet in beeld is gebracht. Nagegaan zal worden of de omvang van nog te nemen inrichtings- en herstelmaatregelen is vastgesteld, welk beheer nodig is om de natuurdoelen in stand te houden en welke kosten hieraan zijn verbonden. Bovenstaande houdt in dat het onderzoek meer het karakter zal hebben van een ex ante dan van een ex post evaluatie. Het onderzoek zal uitmonden in aanbevelingen met betrekking tot het vervolg van het decentralisatieproces en de invulling en uitvoering van het provinciale natuurbeleid. 2.3 Centrale vraagstelling en onderzoeksvragen De Rekenkamer hanteert voor dit onderzoek de volgende centrale vraagstelling:

Hebben de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân zicht op de resterende ontwikkelopgave voor de EHS, is deze opgave haalbaar en betaalbaar en blijkt uit de inzet van beschikbare middelen dat prioriteit wordt gegeven aan het nakomen van de EU-verplichtingen?

De centrale vraagstelling is vertaald in een aantal onderzoeksvragen. Herijking EHS en ontwikkelopgave

1. Wat is de stand van zaken ten aanzien van de herijking van de EHS en het vastleggen van de begrenzing?

2. Heeft de provincie in beeld welke gronden binnen de herijkte EHS nog moeten worden aangekocht en om hoeveel hectare het gaat?

3. Heeft de provincie zicht op de omvang van de inrichtings- en herstelmaatregelen binnen de EHS en de kosten daarvan?

4. Wat is de omvang van de ontwikkelopgave? 5. Zijn er voldoende gronden volgens het grond-voor-grond beschikbaar om

de financiering van de resterende ontwikkelopgave te dekken? EU-verplichtingen en inzet beschikbare financiële middelen

1. Blijkt uit de resterende ontwikkelopgave dat wordt voldaan aan de EU-verplichtingen (Natura2000, KRW en Biodiversiteitstrategie)?

Page 19: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

19

2. Heeft de provincie zicht op beschikbare financiële middelen voor de uitvoering van het natuurbeleid?

3. Heeft de provincie aangegeven hoe zij deze middelen wil verdelen en blijkt uit deze verdeling dat de provincie prioriteit geeft aan het nakomen van de EU-verplichtingen?

Monitoring, evaluatie en verantwoording

1. Beschikt de provincie over een programma waarmee de voortgang in de uitvoering van de nog resterende ontwikkelopgave kan worden gevolgd?

2. Beschikt de provincie over een monitoringprogramma dat inzicht geeft in de mate waarin natuurdoelen binnen de EHS zijn gerealiseerd en waarmee een indicatie wordt verkregen in de ontwikkeling van de biodiversiteit?

3. Heeft de provincie vastgelegd op welke wijze PS geïnformeerd zullen worden over de voortgang van de resterende ontwikkelopgave en verantwoording zal worden afgelegd over de besteding van middelen en de mate van doelrealisatie?

2.4 Normenkader Hieronder is een eerste aanzet gegeven voor een normenkader dat de Rekenkamer zal hanteren bij het beoordelen van de bevindingen. Tijdens het uitvoeren van het onderzoek zal het normenkader verder vorm krijgen. Het definitieve normenkader zal worden opgenomen in de Nota van Bevindingen. Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur en regeerakkoord Rutte-II De belangrijkste inhoudelijke normen zullen gebaseerd worden op de inhoud van het Onderhandelingsakkoord. Het gaat hierbij onder andere over de herijking en begrenzing van de EHS, het in beeld brengen van de ontwikkelopgave, het gericht inzetten van middelen op het behalen van de Natura2000-doelen, het opstellen van een PAS en het ontwikkelen van een monitoringsystematiek. Bij het toepassen van deze normen wordt rekening gehouden met de beleidswijzigingen die in het kader van het regeerakkoord Rutte-II zijn doorgevoerd. Haalbaar en betaalbaar Een belangrijk uitgangspunt bij Natura2000-gebieden is dat er sprake moet zijn van haalbare en betaalbare doelen. Om hier zicht op te krijgen is informatie nodig over de doelen, de mate waarin deze zijn gerealiseerd, de maatregelen die nog nodig zijn om alle doelen te realiseren, de kosten van deze maatregelen en het beheer dat nodig is om de doelen in stand te houden. Voor een aantal gebieden zal de Rekenkamer toetsen of deze informatie voorhanden is. Nagegaan zal worden of de informatie die nodig is om te bepalen of de doelen haalbaar en betaalbaar zijn volledig, actueel, betrouwbaar en consistent is. Algemene normen Naast meer inhoudelijke normen die betrekking hebben op het Onderhandelingsakkoord zullen ook enkele algemene normen deel uitmaken van het normenkader.

Page 20: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

20

3 Aanpak onderzoek EHS In dit hoofdstuk is de aanpak van het onderzoek op hoofdlijnen beschreven (paragraaf 3.1) en is een planning gegeven van de verschillende stappen van het onderzoek (paragraaf 3.2). 3.1 Opzet van het onderzoek De uitvoering van het onderzoek is opgedeeld in een aantal stappen. Deze stappen zijn hieronder toegelicht. Stap 1 De eerste stap betreft het verzamelen en bestuderen van nog ontbrekende relevante beleidsdocumenten, uitvoeringsprogramma’s, verslagen, etc.. Naast de reeds beschikbare documenten zal bij betrokken provinciale medewerkers navraag worden gedaan naar documenten die betrekking hebben op het tot nu gevoerde natuurbeleid. Daarnaast zal per provincie een overzicht worden opgesteld van de stand van zaken van het decentralisatieproces en de problemen die zich hierbij voordoen. Stap 2 In de tweede stap zullen per provincie 4 natuurgebieden die deel uitmaken van de EHS worden geselecteerd. Voor deze gebieden zullen projectdossiers worden bestudeerd en zal voor iedere gebied in ieder geval het volgende in kaart worden gebracht:

• Is het natuurgebied volledig begrensd? • Welke doelstellingen gelden voor het natuurgebied en in welke mate zijn

deze gerealiseerd? • Moeten er nog gronden worden aangekocht en zo ja, hoeveel hectare? • Is er zicht op hoe en wanneer deze gronden verworven kunnen worden? • Moeten er nog gronden worden ingericht en zo ja, hoeveel hectare? • Welke inrichtings- en herstelmaatregelen zijn nog nodig voor het realiseren

van de doelstellingen en wat kosten deze maatregelen? • Hoe is het beheer geregeld en wat zijn beheerkosten? • Is er een definitief aanwijzingsbesluit en in welk stadium bevindt zich het

beheerplan? Om antwoord te krijgen op bovenstaande vragen zal, naast het bestuderen van relevante documenten, informatie worden ingewonnen bij de terreinbeherende organisatie en zal een bezoek aan het gebied worden gebracht. Stap 3 In de derde stap van het onderzoek zal de Rekenkamer de bevindingen op een rij zetten, analyseren en rapporteren in een Nota van Bevindingen per provincie. Bij deze stap zal tevens duidelijk worden welke informatie nog ontbreekt. Via vragenlijsten die aan de provincie zullen worden voorgelegd zal worden getracht om eventuele hiaten op te vullen.

3.2 Planning Het onderzoek is beoordeeld als een groot onderzoek en zal door twee onderzoekers van de Noordelijke Rekenkamer worden uitgevoerd. Dit houdt in dat de doorlooptijd ruim een jaar zal bedragen. Als tijdens de uitvoering van het onderzoek op onderdelen externe inhuur gewenst is, zal op dat moment bekeken worden op welke wijze hierin valt te voorzien.

Page 21: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

21

De onderzoeken die de Rekenkamer uitvoert kennen een aantal vaste stappen. De planning van deze stappen is weergegeven in tabel 3.1. Nadat het onderzoeksvoorstel is goedgekeurd door het College van de Noordelijke Rekenkamer zal dit besproken worden met de provincies. Daarna gaat het de uitvoering van het onderzoek officieel van start. Naar verwachting duurt de uitvoeringsfase tot begin oktober. De feitelijke bevindingen van het onderzoek zullen worden vastgelegd in een concept Nota van Bevindingen die vervolgens voor ambtelijk commentaar aan de provincies zal worden voorgelegd. Vervolgens zal op basis van de feitelijke bevindingen een bestuurlijk rapport per provincie worden opgesteld. De planning is dat eind 2013 de bestuurlijke rapportages gereed zijn. Deze zullen vervolgens begin 2014 voor een bestuurlijke reactie naar de provincies worden verstuurd. Als alles volgens planning verloopt kan publicatie van het rapport en het presenteren van de conclusies en aanbevelingen aan PS in maart 2014 plaatsvinden. Tabel 3.1. Opzet planning van het onderzoek op hoofdlijnen.

Onderzoeksfase Periode

Opstellen onderzoeksvoorstel Januari- maart 2013

Vaststellen onderzoeksvoorstel Maart 2013

Uitvoering onderzoek April – september 2013

Vaststellen concept Nota van Bevindingen Oktober 2013

Ambtelijk Hoor & Wederhoor Oktober – november 2013

Opstellen bestuurlijk rapport November – december 2013

Bestuurlijk Hoor & Wederhoor Januari – februari 2014

Vaststellen bestuurlijk rapport Februari 2014

Publicatie rapport Maart 2014

Page 22: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

22

Bijlage 1 Literatuurlijst Internationaal

• Verdrag inzake Biologische Diversiteit. Rio de Janeiro, 1992. • European Commission. Our life Insurance, our natural capital: an EU

biodiversity strategy to 2020. Brussel, 3 mei 2011.

Nationaal • Externe Commissie Ontwikkelopgave Natuur. Provincies natuurlijk...!. Advies

aan het IPO over de uitwerking van het ‘Onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur’. Voorstel voor een verdeling van de Ontwikkelopgave Natuur en de daarvoor beschikbare gronden. Den Haag, oktober 2012.

• Interbestuurlijk Regiebureau Natura2000. Het fascinerende dossier Natura2000. Leiderdorp, 13 december 2011.

• Kabinet Rutte-II. Bruggen slaan. Regeerakkoord VVD – PvdA. Den Haag, 29 oktober 2012.Ministerie LNV. Natuurbeleidsplan 1990. Den Haag, 1990.

• Ministerie LNV. Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur. Nota natuur, bos en landschap in de 21e eeuw. Den Haag, 2000.

• Ministerie LNV. Handreiking Beheerplannen Natura2000-gebieden. Den Haag, september 2005.

• Ministerie LNV. Toetsingskader Ammoniak en Natura2000. Den Haag, 22 mei 2007.

• Ministeries EL&I en BZ en IPO. Verduidelijking van en aanvulling op het ‘Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur’. Den Haag, 7 december 2011.

• Ministeries EL&I en BZ en IPO. Uitvoeringsafspraken bij het ‘Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur’. Den Haag, 8 februari 2012.

• Ministeries EL&I en BZ en IPO. Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur. Den Haag, 20 september 2011.

• Regiegroep N2000 en PAS. Beheerplanprocessen Natura2000. Voortgangsrapportage nr. 14, 26 oktober 2012.

Provincie Drenthe

• LTO-Noord en Drentse Natuurorganisaties. Groenmanifest van Drenthe. Investeren in een vitaal platteland. Assen, 15 maart 2011.

• Provincie Drenthe. Beheerplannen Natura2000. Hoofdlijnennotitie, versie 18 augustus 2009.

• Provincie Drenthe. Omgevingsvisie Drenthe. Vastgesteld door PS op 2 juni 2010.

• Provincie Drenthe. Natuurbeheerplan, versie 2013. • Haskoning Nederland BV. Onderbouwing beleidskader ammoniak Drenthe. Een

verkenning van streef- en drempelwaarden. In opdracht van provincie Drenthe. Assen, 19 oktober 2009.

Provincie Groningen

• LTO-Noord en Groningse Natuurorganisaties. Groenmanifest Groningen. Landbouw en natuur samen sterker. Groningen 13 juli 2011.

• Provincie Groningen. Natuurbeheerplan Groningen 2012. Vastgesteld door GS op 27 september 2011.

Page 23: Onderzoeksplan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) · 2018-02-05 · secretaris afdeling Drenthe), de heer H. van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), de heer H. Bleker (oud staatssecretaris

23

• Provincie Groningen. Natuur en landschap onder de loep. Onderzoek naar de effecten van het natuur- en landschapsbeleid in de provincie Groningen. Groningen, november 2001.

• Provincie Groningen. De toestand van natuur en landschap 2010 in de provincie Groningen. Groningen, mei 2011.

Provincie Fryslân

• Altenburg & Wymenga. Faunabeheerplan Fryslân 2009-2014. In opdracht van Faunabeheereenheid Fryslân. Drachten, juli 2009.

• Provincie Fryslân. Natuer en lanlik gebiet. Mei-inoar fierder!. Vastgesteld door PS op 27 juni 2012.

• LTO-Noord, Friese Natuurorganisaties en Wetterskip Fryslân. Grien Manifest Fryslân. Leeuwarden, 8 juli 2011.

• Provincie Fryslân. Provinciaal Natuurbeheerplan 2013 provincie Fryslân. Vastgesteld door GS op 25 september 2012.

• Provincie Fryslân. Ecologische verbindingszones in Fryslân. Vastgesteld door PS op 4 oktober 2006.