Onderzoekscylus en Vraagstelling

44
Onderzoekscyclus en Vraagstelling Elise Sijstermans en Martin Wiersma Link: http://wqd.nl/zacY 02022016

Transcript of Onderzoekscylus en Vraagstelling

Page 1: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Onderzoekscyclus en Vraagstelling

Elise Sijstermans en Martin Wiersma

Link: http://wqd.nl/zacY

02022016

Page 2: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Formele definitie van onderzoek (1)

•‘Onderzoek is een doelbewust en methodisch zoeken naar nieuwe kennis in de vorm van antwoorden op tevoren gestelde vragen volgens een tevoren opgesteld plan’ (Verschuren, 1994).

2

Page 3: Onderzoekscylus en Vraagstelling

praktijkgericht onderzoek in het hbo• Draagt bij aan innovatie bij bedrijven en organisaties door

de valorisatie van kennis. (economische en maatschappelijke waarde, Convenant, oktober 2012 ).

• Focus is de (MKB) beroepspraktijk tot object van onderzoek

• Professionals met een kritische attitude en drive om iets te betekenen voor de beroepspraktijk en innovatie van het beroep of kennisdomein

• Is een vertaling van een managementprobleem naar een onderzoeksvraag

Page 4: Onderzoekscylus en Vraagstelling

De onderzoekende houding als startpunt voor praktijkgericht onderzoek

Page 5: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Van probleem naar onderzoekscyclus

PROBLEEM

DOEL

Onderzoeksvraag

Onderzoeksopzet

Onderzoek Resultaten

Analyse

Conclusies

Managementvraag Aanbevelingen

TK

Onderzoeksdoel

Page 6: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Centrale vraag en deelvragen

Page 7: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Beoordeling5. De centrale

vraag is volledig en helder geformuleerd

Centrale vraag

Volledig Volgt logisch uit het doel van het onderzoek De centrale vraag én de toelichting moeten alle aspecten dekken. Relevantie van de vraag die breder is dan alleen het bedrijf Indien de centrale vraag aangescherpt is, t.o.v. het onderzoeksvoorstel, is dit verantwoord in de

rapportage.Centrale vraag

Helder geformuleerd

Concreet Eenduidig Expliciet verwoord Afgebakend Richting gevend Scherp geformuleerd Indien een norm wordt gehanteerd is die scherp Benoemt niet meer en ook niet minder elementen dan worden onderzocht Volgt uit door de student geformuleerde praktijkvraag Verwoordt de onderzoeksfunctie

6. Het verband tussen centrale vraag en deelvragen wordt inzichtelijk gemaakt en is logisch.

Deelvragen

Inzichtelijk verband met centrale vraag

Geeft uitleg waarom deelvraag relevant is Deelvragen moeten in een logische volgorde staan Van deelvragen moet ook duidelijk zijn wat de functie is. De deelvragen zijn - daar waar mogelijk - verankerd in de literatuur Onderzoeksfuncties van de deelvragen moeten passen bij de onderzoeksfuncties van de hoofdvraag.

Deelvragen

Logisch verband met centrale vraag

Deelvragen zijn dekkend, het antwoord op de deelvragen geeft alle informatie voor beantwoorden van de centrale vraag

Alle elementen in de hoofdvraag komen terug in de deelvragen. Alle deelvragen dragen bij tot beantwoording van de hoofdvraag

Page 8: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Belang CV

De centrale vraag geeft aan waar de focus ligt van je onderzoek en helpt je de richting te bepalen.

Je hele onderzoek zal erop gericht zijn om uiteindelijk de centrale vraag te beantwoorden.

Page 9: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Functie CV

• De probleemstelling geeft het WAAROM aan• De doelstelling van de opdracht(gever) geeft

aan WAT de opdracht(gever) wil BEREIKEN• De MV verwoordt op welke vraag de

opdrachtgever een antwoord wil• De onderzoeksdoelstelling geeft aan WELKE

KENNIS of INZICHT het onderzoek op moet leveren

• De CV geeft aan WAT je daarvoor wilt WETEN PROBLEEM

DOEL

Onderzoeksvraag

Managementvraag

Onderzoeksdoel

Page 10: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Hoe kom je aan aan onderzoekvraag?

Page 11: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Modelleren als basis voor de vraagstelling

1. Wat zijn de relevante begrippen (vanuit de theorie / opzet ander onderzoek)?

2. Hoe hangen die samen (conceptueel/operationeel model)?

Page 12: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Begrippen: vanuit de theorie

Bv

AIDA: vereisten marketing-boodschap

Abell: behoefte / markt / technologie

EKB: besluitvorming

Page 13: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Begrippen: vanuit de opzet van ander onderzoek

Harry van Vliet (red): Model Festivalbeleving

Page 14: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Samenhang: conceptueel/operationeel model

Page 15: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Wat is een GOEDE onderzoeksvraag?

Page 16: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Soorten Onderzoeksvragen

Page 17: Onderzoekscylus en Vraagstelling

17

0. Enkelvoudige vraag1. Kennisvraag2. Open vraag3. Voldoende complex4. SMART

Goede vraagstelling

Page 18: Onderzoekscylus en Vraagstelling

0. Enkelvoudige vraag

• “Wat is de identiteit van de Dance Valley volgens de media en in hoeverre komt dit overeen met het imago dat de huidige bezoeker heeft van het festival?”.

Page 19: Onderzoekscylus en Vraagstelling

1. Kennisvraag, geen management/handelingsvraag

“Wat is de beste positioneringskeuze voor bedrijf XYZ?” “Hoe dient de organisatie van muziekbedrijf XYZ er in de toekomst uit te zien?”“Wat moet er gebeuren om de afdeling marketing efficiënter te laten verlopen?”

“Hoe kan je door social media inzet meer omzet genereren”

“Wat vinden de stakeholders de beste positioneringskeuze voor bedrijf XYZ?”

• Bij een kennisvraag ligt het antwoord op de vraag bij verifieerbare bronnen anders dan de interpretatie van de onderzoeker.

• Bij een handelingsvraag ligt het antwoord verscholen in de interpretatie van bronnen door de onderzoeker.

Handelingsvraag

(Management)beleidsvragen

(HOE-vraag die aansluit bij de managementdoelstelling: HOE { MANAGEMENTDOEL }

Kennisvraag

Page 20: Onderzoekscylus en Vraagstelling

2. Open vraag, geen gesloten vraag

“Kan XXX haar markt vergroten door de inzet van Social Media”

• Als het antwoord op jouw centrale vraag een ja of een nee kan zijn,

dan heb je een gesloten vraag geformuleerd.

Hoewel zo’n vraag goed kan zijn (bv in natuurwetenschappelijk onderzoek) is deze vaak te simpel of een open deur

Allicht kan dat…..

Page 21: Onderzoekscylus en Vraagstelling

3. Voldoende Complex

• “Welk percentage van de bezoekers van het XYZ-festival kun je classificeren als loyale bezoekers?”

• “Welke factoren bepalen de loyaliteit van de bezoekers van het XYZ-festival”

• “Hoe is de loyaliteit van festivalbezoekers in de afgelopen decennia veranderd”

Te simpel

Voldoende complex

Te complex

Page 22: Onderzoekscylus en Vraagstelling

4a. SMART - Specifiek

“Welke factoren bepalen het besluit tot bezoek van een evenement”

• Als de vraag niet specifiek is (voor welk bedrijf/branche, welk land, …) moet je ‘m beantwoorden voor elk bedrijf, voor de hele wereld…

• Te algemene vraag => conclusie is open deur

Maar:• Kwantitatieve uitspraken moet je kunnen aantonen (“… xx% …”)• Vermijd absolutismen (“wat is de beste manier om.., …optimaal…”)

Page 23: Onderzoekscylus en Vraagstelling

4b,e. SMART – Meetbaar, realistisch, tijdgebonden

Meetbaar: De centrale vraag en de deelvragen dienen onderzoekbaar te zijn. Ze moeten zo geformuleerd zijn dat ze aan de hand van feiten beantwoord kunnen worden.

Realistisch, Tijdgebonden: onderzoekbaar door jou, in de tijd die je hebt

Mijd “waarom”-vragen of vragen als “hoe komt het dat” (Joosten & Bras, 2009). Het vinden van een echte verklaring kan lang duren, omdat je met dit soort vragen vele kanten op kan gaan.

Page 25: Onderzoekscylus en Vraagstelling

GEEN goede vraag

• Alles wat niet voldoet aan het voorgaande• Normatieve vragen. Hiermee bedoelen we dat je nooit een vraag zou

mogen stellen of iets goed of fout is. • Als de vraag een impliciet oordeel bevat:

“Hoe kan er door middel van contentstrategie meer traffic op de artistenpagina’s van X gegenereerd worden?”

• Vragen naar conversie: “…door inzet van social media meer klanten/bezoekers/omzet/….”

Dat krijg je niet aangetoond (tenzij met voor/na metingen)Je moet het dan houden bij aansluiten bij wensen, vergroten van belangstelling, …

Page 26: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Van centrale vraag naar deelvragen

Page 27: Onderzoekscylus en Vraagstelling

CV met vier elementen

De centrale vraag bevat meestal de volgende vier elementen: – De te onderzoeken populatie – De onafhankelijke variabele(n).– De afhankelijke variabele(n) – De kracht van de relatie tussen de twee of meer variabelen (= de mate waarin

de onafhankelijke variabele de afhankelijke beïnvloedt).

In hoeverre zijn de bezoekers van het XYZ festival tevreden over de programmering en XYZ festival faciliteiten?

Page 28: Onderzoekscylus en Vraagstelling

CV naar DVn

In hoeverre zijn de bezoekers van het XYZ festival tevreden over de programmering en XYZ festival faciliteiten?• Onderzoek naar “bezoekers van het XYZ festival”;• Onderzoek naar “tevreden(heid over)” “de programmering en• Onderzoek naar “tevreden(heid over)” “XYZ festival

faciliteiten+ bv context, trends, concurrentie, …

Page 29: Onderzoekscylus en Vraagstelling

DeelvragenEen manier om uit de CV deelvragen te formuleren is door de onafhankelijke en/of afhankelijke variabele te verbijzonderen. Verbijzonderen in dit geval betekent specifieke deelvariabelen benoemen die bij elkaar binnen de hoofdvariabele passen. Een voorbeeld om dit te illustreren:

Faciliteiten is een van de variabele in dit voorbeeld, faciliteiten zou je kunnen onderverdelen naar bijvoorbeeld horecafaciliteiten, sanitaire faciliteiten, communicatiefaciliteiten etc. Je deelvragen zou dan kunnen bevatten:

Page 30: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Deelvragen voorbeeld

1.In welke mate beïnvloeden horecafaciliteiten de tevredenheid bezoekers van het XYZ festival?

2.In welke mate beïnvloeden sanitaire faciliteiten de tevredenheid bezoekers van het XYZ festival?

3.In welke mate beïnvloeden communicatiefaciliteiten de tevredenheid bezoekers van het XYZ festival?

Page 31: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Maar dit kun je ook doen voor de andere variabele, bijvoorbeeld “programmering” of ook op de populatie. 1. In welke mate verschillen bezoekers van het XYZ festival qua

demografische kenmerken in hun tevredenheid?2. In welke mate verschillen bezoekers van het XYZ festival qua

bezoekloyaliteit in hun tevredenheid?3. In welke mate beïnvloedt de programmering op dag één de

tevredenheid bezoekers van het XYZ festival?• In welke mate beïnvloedt de programmering op dag twee de

tevredenheid bezoekers van het XYZ festival?

Page 32: Onderzoekscylus en Vraagstelling

CV naar DVn

Om de deelvragen zinvol en specifiek te maken, gebruik je kennis over de vraagstelling (TK: theorie, ander onderzoek, …)

Bv over wensen en behoeften (XXX) of hier over faciliteiten op een festival, ander onderzoek over programmering, enzDat helpt met het specifiek maken van de deelvragen

Page 33: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Aanvullend onderzoek

Vaak is inzicht in context, trends, huidige situatie, concurrentie, enz. gewenst.Maak onderscheid tussen ‘onderzoeken’ en ‘uitzoeken’, bv: wat is het huidig aanbod van faciliteiten in XXX

• ‘Uitzoekwerk’ opnemen in TK (context, trends, huidige situatie, …)• Indien het echt onderzoek behoeft, dan DV en als deskresearch in

Resultaten & Analyse• Als je het nodig hebt voor de advisering, dan bvk in TK • Goed motiveren

Page 34: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Begrippen: vanuit de theorie

Bv

AIDA: vereisten marketing-boodschap

Abell: behoefte / markt / technologie

Kotler: gedragsfactoren

Page 35: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Begrippen: vanuit de opzet van ander onderzoek

Harry van Vliet (red): Model Festivalbeleving

Page 36: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Samenhang: conceptueel/operationeel model

Page 37: Onderzoekscylus en Vraagstelling

37

1. Kennisvraag2. Open vraag3. Voldoende complex4. SMART– Deelvragen: noodzakelijk en voldoende (dekkend) voor

de hoofdvraag

+ Gebruik theorie, modellen en ander onderzoek om de relevante begrippen en verbanden te achterhalen

+ Verricht aanvullend onderzoek om de context, trends en concurrentie te verhelderen

Samenvatting vraagstelling

Page 38: Onderzoekscylus en Vraagstelling

38

• (Hoofd)vraagstelling– SMART !– Niet met ja/nee te beantwoorden– Beantwoording is mogelijk (door student, binnen tijd)– Te algemene vraag => conclusie is open deur– Kwantitatieve uitspraken moet je kunnen aantonen– Vermijd absolutismen (“wat is de beste manier om..”)

• Deelvragen– Noodzakelijk en voldoende (dekkend) voor de

hoofdvraag

Samenvatting vraagstelling

3. PvA - vraagstelling

Page 39: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Voorbeeld:• Doel opdrachtgever: meer klanten/bezoekers/…

• Managementvraag: Hoe kan ik social media zo inzetten dat het leidt tot meer klanten/bezoekers/…

• Doel onderzoek: inzicht in de wensen en behoeften van klanten/…• Of: inzicht in de factoren die van belang zijn bij het besluit tot koop/bezoek/…

• CV: wat zijn de wensen en behoeften van klanten/…• Of CV: welke factoren zijn van belang bij het besluit tot koop/bezoek/…

• Theorie: wensen en behoeften• Of Theorie: fasen aankoopbesluit

Page 40: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Voorbeeld:• Doel opdrachtgever: vasthouden huidige klanten/bezoekers/…, zodat ze opnieuw

kopen/bezoeken/…

• Managementvraag: Hoe kan ik de huidige klanten/bezoekers/… vasthouden, zodat ze opnieuw kopen/bezoeken/…

• Doel onderzoek: inzicht in de factoren die van belang zijn bij klantloyaliteit

• CV: welke factoren zijn van belang bij klantloyaliteit

• Theorie: klantloyaliteit

Page 41: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Voorbeeld:• Centrale vraag: “Welke productfactoren bepalen of een gamificationconcept de

betrokkenheid van de 50-plusbezoeker van het Frans Hals Museum beïnvloedt?”

Deelvragen:• Wat zijn de trends en ontwikkelingen op het gebied van gamification?• Hoe actief is de 50-plusbezoeker op het gebied van mobile gaming?• Wat is het profiel van de 50-plusbezoeker van het Frans Hals Museum?• Op welke wijze kunnen game-elementen het belevingsniveau van de 50-

plusbezoeker beïnvloeden?• In hoeverre is er bij de 50-plusbezoeker draagvlak voor een gamificationconcept van

het Frans Hals Museum?• Welke factoren beïnvloeden het inwerkproces van een gamificationconcept?

Page 42: Onderzoekscylus en Vraagstelling
Page 43: Onderzoekscylus en Vraagstelling

43

Succes!

Page 44: Onderzoekscylus en Vraagstelling

Literatuur

Geerts, M., van Kuijeren, H. (2015). Scriptiehandreiking. Hogeschool Inholland.Link: http://wqd.nl/scriptiehandreiking

Joosten, M., & Bras, K. (2009). Schrijfwijzer Afstudeerrapport 2008-2009. Hogeschool InHolland, Cluster Leisure (pp. 46). Diemen: Inholland.