ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen...

10
1 ADOC Nieuwsbrief – Jaargang 7– Nr. 1, april 2009 © ADOC, 2009 ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een nieuw Gezin Het ADOC is gestart met een onderzoek naar het functioneren van volwassen Nederlands geadopteerden en hun adoptieouders en hun beleving van afstand en adoptie. Het onderzoek heet: “Voorgoed thuis in een nieuw gezin” en wordt gesubsidieerd door ZonMw, de subsidieverstrekker van het Ministerie van VWS. Afstand doen ter adoptie, afgestaan zijn of een afgestaan kind adopteren beïnvloedt het leven van alle betrokkenen op een onomkeerbare wijze. Dit onderzoeksproject richt zich op het systematisch in kaart brengen van de psychosociale gevolgen van afstand voor volwassen binnenlands geadopteerden en hun adoptieouders. Tegelijkertijd wordt een onderzoek naar het welbevinden van afstandsmoeders uitgevoerd door Universiteit Nijmegen en het Fiom. Omdat de te onderzoeken groep mogelijk moeilijk benaderbaar is, start het onderzoek met een pilotproject om uit te zoeken of de onderzoeksvraag voldoende mate te beantwoorden is. De uitkomsten van het onderzoek worden vergeleken met die van niet-geadopteerde leeftijdgenoten en buitenlands geadopteerden. Projectleiders van het onderzoek zijn dr. A. Vinke en prof. F. Juffer, bijzonder hoogleraar Adoptie bij de afdeling Algemene en Gezinspedagogiek. Adoptieleerstoel Professor Grotevant In Amerika is Professor Grotevant hoogleraar geworden van de nieuwe leerstoel Adoptie, gesubsidieerd door de Rudd Family Foundation. Tot nu toe bestaat er alleen een leerstoel Adoptie binnen de Universiteit Leiden, met prof. F. Juffer als bijzonder hoogleraar. De leerstoel van Professor Grotevant bevindt zich in het departement Psychologie van de Universiteit van Massachusetts, Amherst en is aangesloten bij het interdisciplinaire Centrum voor Onderzoek naar Families aldaar. Via de leerstoel wordt het Rudd Adoptie Onderzoeksprogramma uitgevoerd. Het programma heeft verscheidene doelstellingen: Capaciteit opbouwen binnen adoptieonderzoek door het sponsoren van conferenties, workshops, het bieden van academische en postdoctorale opleidingsmogelijkheden Een onderdak bieden aan adoptieonderzoek Het identificeren van kracht, leemtes en mogelijke verbanden met de bestaande faculteit, programma’s en centra die gerelateerd zijn aan adoptie op de universiteit van Amherst Het stimuleren van nieuwe multi-disciplinaire onderzoeksactiviteiten naar adoptie. Het uiteindelijke doel van het programma is bij te dragen aan evidence-based adoptiepraktijken, en aan onderzoeksgerelateerde kennis, die zowel nationaal als internationaal het beleid bij adoptiebureau’s en overheid kan beinvloeden.

Transcript of ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen...

Page 1: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

1

ADOC Nieuwsbrief – Jaargang 7– Nr. 1, april 2009

© ADOC, 2009

ONDERZOEK

Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een nieuw Gezin Het ADOC is gestart met een onderzoek naar het functioneren van volwassen Nederlands geadopteerden en hun adoptieouders en hun beleving van afstand en adoptie. Het onderzoek heet: “Voorgoed thuis in een nieuw gezin” en wordt gesubsidieerd door ZonMw, de subsidieverstrekker van het Ministerie van VWS. Afstand doen ter adoptie, afgestaan zijn of een afgestaan kind adopteren beïnvloedt het leven van alle betrokkenen op een onomkeerbare wijze. Dit onderzoeksproject richt zich op het systematisch in kaart brengen van de psychosociale gevolgen van afstand voor volwassen binnenlands geadopteerden en hun adoptieouders. Tegelijkertijd wordt een onderzoek naar het welbevinden van afstandsmoeders uitgevoerd door Universiteit Nijmegen en het Fiom.

Omdat de te onderzoeken groep mogelijk moeilijk benaderbaar is, start het onderzoek met een pilotproject om uit te zoeken of de onderzoeksvraag voldoende mate te beantwoorden is. De uitkomsten van het onderzoek worden vergeleken met die van niet-geadopteerde leeftijdgenoten en buitenlands geadopteerden. Projectleiders van het onderzoek zijn dr. A. Vinke en prof. F. Juffer, bijzonder hoogleraar Adoptie bij de afdeling Algemene en Gezinspedagogiek.

Adoptieleerstoel Professor Grotevant In Amerika is Professor Grotevant hoogleraar geworden van de nieuwe leerstoel Adoptie, gesubsidieerd door de Rudd Family Foundation. Tot nu toe bestaat er alleen een leerstoel Adoptie binnen de Universiteit Leiden, met prof. F. Juffer als bijzonder hoogleraar. De leerstoel van Professor Grotevant bevindt zich in het departement Psychologie van de Universiteit van Massachusetts, Amherst en is aangesloten bij het interdisciplinaire Centrum voor Onderzoek naar Families aldaar. Via de leerstoel wordt het Rudd Adoptie Onderzoeksprogramma uitgevoerd. Het programma heeft verscheidene doelstellingen:

• Capaciteit opbouwen binnen adoptieonderzoek door het sponsoren van conferenties, workshops, het bieden van academische en postdoctorale opleidingsmogelijkheden

• Een onderdak bieden aan adoptieonderzoek • Het identificeren van kracht, leemtes en mogelijke verbanden met de bestaande

faculteit, programma’s en centra die gerelateerd zijn aan adoptie op de universiteit van Amherst

• Het stimuleren van nieuwe multi-disciplinaire onderzoeksactiviteiten naar adoptie. Het uiteindelijke doel van het programma is bij te dragen aan evidence-based adoptiepraktijken, en aan onderzoeksgerelateerde kennis, die zowel nationaal als internationaal het beleid bij adoptiebureau’s en overheid kan beinvloeden.

Page 2: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

2

Het programma wordt geleid door Harold D. Grotevant, Ph.D. Professor Grotevant is hoofdonderzoeker van een 20-jaar durende longitudinale studie van adoptiegezinnen met wisselende mate van contact met de geboortefamilie van hun kinderen. Deze studie heeft al meer dan 100 publicaties opgeleverd in professionele tijdschriften en boeken. http://www.umass.edu/sbs/faculty/profiles/grotevant.htm

HCCH Handleiding voor Good Practice

Het Permanent Bureau van de Hague Conference on Private International Law heeft eind 2008 de eerste handleiding voor een goede uitvoering van het Haags Adoptie Verdrag (1993) uitgebracht: The Implementation and Operation of the 1993 Hague Intercountry Adoption Convention: A Guide to Good Practice.

De nieuwe gids identificeert belangrijke zaken rond planning, instelling en operationalisatie van het wettelijke en administratieve raamwerk om het Verdrag te implementeren. Het is gericht op beleidsmakers die betrokken zijn bij de korte en lange termijn planning van het implementeren van het verdrag in hun land, maar is ook bruikbaar voor

rechters, advocaten, administrateurs, maatschappelijk werkers, geaccrediteerde organisaties en andere professionals, ter begeleiding bij het implementeren van praktische of juridische aspecten van het Verdrag.

Een belangrijk aspect van de handleiding is dat hij de gezamelijke verantwoordelijkheid van ontvangende en zendende landen benadrukt om ethische praktijken rond interlandelijke adoptie te ontwikkelen en behouden. Het gaat om het belang van het kind – dit moet het fundamentele principe zijn waarop de ontwikkeling van nationale zorg en bescherming van kinderen hoort te rusten, en dit geldt evenzeer voor een ethische en kindgerichte benadering van interlandelijke adoptie. http://www.hcch.net/upload/adoguide_e.pdf

UITGELICHT: BOEKEN, ARTIKELEN EN PROEFSCHRIFTEN

Opvoeding over de Grens- Gehechtheid, trauma en veerkracht" Kinderen groeien op in oneindig veel varianten van leefvormen

en culturen, en hebben daarmee doorgaans weinig moeite. Hun aanpassingsvermogen is verbazend groot. Maar er zijn grenzen aan hun veerkracht. Genocidaal geweld, mishandeling in het gezin of structurele verwaarlozing in tehuizen laten diepe sporen na. Toch weten kinderen ook dergelijke traumatische ervaringen te overleven. Door een drastische verandering in hun levensomstandigheden zijn ze in staat een verrassende inhaalslag te maken. Zonder het belang van genetische verschillen te onderschatten, wordt in dit boek betoogd dat opvoeding uiteindelijk het zwaarste stempel drukt op de ontwikkeling van kinderen. In Opvoeding over de grens worden culturele variaties maar ook afwijkingen in de opvoeding en gehechtheid besproken, en wordt aangetoond dat het gezin in welke vorm dan ook de onvermijdelijke plek is voor opvoeding en herstel. Het boek toont zowel de negatieve effecten van tehuisopvoeding, maar ook de enorme veerkracht bij kinderen opgegroeid in de gemeenschappelijke opvoedingscultuur van de kibboets, kinderen van overlevenden van de Holocaust en de grote inhaalslag van geadopteerden. Het boek geeft een boeiend overzicht van situaties waarbij gehechtheid een belangrijke factor is en toont hiermee een ruimer kader rond de specifieke problematiek van gehechtheid bij adoptie en pleegzorg. "Opvoeding over de Grens - Gehechtheid, trauma en veerkracht" van M.H. van IJzendoorn.

Page 3: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

3

The Colours in Me Bij de Engelse organisatie BAAF (British Association for Adoption and Fostering) heeft Perlita Harris een boek samengesteld van gedichten, verhaaltjes en tekeningen gemaakt door meer dan 100 geadopteerde kinderen en jongeren van 4 tot 21 jaar. Het is een ontroerende bundel van gevoelens die bij kinderen en jongeren spelen rond hun adoptie, afgestaan zijn en wat dit voor hen betekent. Zoals Muireann (10 jaar) het omschrijft:” Adoption is sad and happy at the same time. You get a new family but you lose one too”. Het boek is onderverdeeld in 6 secties: adoptieverhalen, over geadopteerd worden, over weg zijn bij je geboortefamilie, over contact houden, en over het bezoeken van de geboorteplaats. In de 6e sectie hebben de geadopteerden een boodschap voor kinderen,

ouders en maatschappelijk werkers. Zoals Jessica (10) zegt: “it’s hard work, but it’s worth it – and that’s for everyone” of Julia (15): “Being adopted isn’t easy at any stage in your life. Although you get older, being an adopted adolescent is just as hard as it brings up more thoughts of belonging. Some days it doesn’t bother me but other days it is all I can think of. – The trick is to try and hang in there, as hard as that may seem. Remember that people do care about you and adoption is never the child’s fault”. In Engeland gaat pleegzorg vaak over in adoptie. Opvallend is hoe vaak het belang van de veiligheid van een vaste adoptiefamilie na verblijf in pleeggezinnen door veel kinderen wordt beschreven. P. Harris (ed.) The colours in me. BAAF 2008. http://www.baaf.org.uk/res/pubs/books/book_coloursme.shtml

Debat over Adoptie als interventie In het tijdschrift Kind en Adolescent jrg 29, nr 1 publiceerden F. Juffer en M.H. van IJzendoorn een tweeluik over adoptie, waarbij zij concluderen dat binnenlandse en internationale adoptie op ethische gronden gerechtvaardigd kan worden als er geen andere oplossing dan plaatsing in een kindertehuis voorhanden is en dat vanuit hun meta-analyses blijkt dat adoptie een positieve interventie is voor de ontwikkelingsdomeinen van fysieke groei, gehechtheid, cognitieve ontwikkeling en schoolprestaties, zelfwaardering en gedragsproblemen. In Kind en Adolescent 30, nr 1 vindt een debat plaats over bovenstaande artikelen. R.A.C. Hoksbergen betoogt dat de conclusies van Juffer en van IJzendoorn te optimistisch zijn. Naar zijn oordeel is het beeld van een succesvolle ’inhaalslag’ op verschillende ontwikkelingsdomeinen minder positief en complexer dan geschetst en is er onvoldoende aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende informatie over de (geschiedenis van) adoptie in Nederland. In hun weerwoord benadrukken Juffer en van IJzendoorn de kracht van meta-analytisch onderzoek: hierbij worden de beschikbare onderzoeksgegevens van meerdere studies kwantitatief geïntegreerd, waarbij de kracht van de conclusies aanzienlijk groter is dan bij individuele studies met altijd een beperkter aantal proefpersonen. Zij stellen dat zij op grond van hun meta-analytisch onderzoek inderdaad de conclusie trekken dat adoptiekinderen gemiddeld een substantiële en indrukwekkende inhaalslag maken, vergeleken met kinderen die moeten opgroeien in tehuizen. In hun weerwoord lichten ze enkele punten nader toe. In: Kind en Adolescent ; jrg. 30 (2009) nr. 1 (feb.).

Page 4: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

4

Achteraf een geheugen samenstellen: adoptie-levensboeken.

Een adoptie-levensboek kan een middel zijn voor adoptiekinderen om te bouwen aan hun eigen identiteit. Zo’n levensboek is een verzameling woorden, foto’s, tekeningen en andere kunstwerken, die samen het hele levensverhaal vertellen van een kind dat geadopteerd is. Het is een eenvoudig en zo waarheidsgetrouw mogelijk verhaal, geschreven door de ogen van het kind en kan samen met de ouders worden samengesteld. In het Journal of Community & Applied Psychology is nu een artikel uitgekomen dat ingaat op deze levensboeken en kijkt tegen welke punten de adoptieouders en kinderen aanlopen bij het construeren van een consistent “achteraf-verleden”. Bij iedereen worden vroege herinneringen grotendeels opgebouwd via fotomateriaal en via ‘familievertellingen’. Bij adoptie en pleegouders betekent het dat zij een geschiedenis moeten helpen te omschrijven, die ze niet zelf hebben meegemaakt. Het doel van een levensboek is om het kind relevante informatie, zaken, bezittingen of beelden te geven van het verleden en zo een samenhangend verhaal te geven dat verleden koppelt aan toekomst en dat het kind houvast geeft in het vormen van identiteit. In het artikel van Brookfield et al. wordt onderzocht hoe adoptieouders omgaan met de visuele informatie die ze over hun kinderen hebben gekregen van de periode voor de adoptie, en hoe ze die ordenen. Grote nadruk ligt op de kracht van foto’s, maar ook op hoe ingewikkeld het kan zijn om rond de foto’s een goed verhaal te bouwen, een verhaal dat de adoptieouders zelf niet hebben meegemaakt. Wanneer er geen foto’s zijn, moet zonder dit houvast voor het kind via verhalen een vorm van verleden worden opgebouwd via fictie. De auteurs eindigen met de vraag of het ethisch beter is om een samenhangend verhaal voor het kind op te bouwen, ook al is dit niet volledig gebaseerd op bekende gegevens, of dat het kind beter gediend is bij gefragmenteerde, maar kloppende gegevens. Zij concluderen dat kinderen in onze dwingende cultuur waar je moet weten wie je bent, veel kunnen hebben aan de kracht van de verbeelding van hun ouders. H. Brookfield, S.D. Brown & P. Reavey, 2008. Vicarious and Post-memory Practices in Adopting Families: The Re-production of the Past through Photography and Narrative. In: J. Community Appl. Soc. Psychol., 18: 474–491

Proefschrift Martine Noordegraaf: "Assessment in Action" Martine Noordegraaf (Universiteit Utrecht) is in oktober 2008 gepromoveerd op het proefschrift:"Beoordeling in actie; beoordelen en weergeven van de geschiktheid voor het adoptie ouderschap via geschreven teksten en gesprekken". Raadsmedewerkers en aspirant-adoptieouders tonen en beoordelen tijdens de gesprekken voor het gezinsonderzoek samen de geschiktheid voor het adoptieouderschap. De interactie die tijdens de gesprekken plaatsvindt, wordt bepaald door de rollen van de deelnemers. In haar

promotieonderzoek analyseerde Martine Noordegraaf de inhoud en dynamiek van deze gesprekken. Met het proefschrift pleit Martine Noordegraaf voor het behoud van 'face-to-face’ interacties als onderdeel van beoordelingsprocedures, omdat de raadsonderzoekers en de aspirant adoptiefouders via interacties en beoordelingspatronen samen construeren wat 'goed genoeg' is om geschikt te zijn voor het adoptiefouderschap. M. Noordegraaf 2008. Assessment in Action: Assessing and displaying suitablity for adoptive parenthood through text and talk.

Page 5: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

5

Medisch relevant uit de database: Vaccinatiegegevens Voor een goede vaccinatie van geadopteerde kinderen blijkt het niet voldoende om uit te gaan van de vaccinatiegegevens die de kinderen meekrijgen uit het land van herkomst. In dit onderzoek naar 637 kinderen bleken bij 13% van de kinderen geen gegevens over vaccinatie beschikbaar te zijn. De 87% die wel vaccinatiegegevens hadden, bleken een betere algemene serologische bescherming te hebben, maar de vaccinatiekaart voorspelde niet exact de serologische bescherming voor ieder afzonderlijk antigen. Het land van herkomst bleek de best voorspellende factor te zijn voor de betrouwbaarheid van de vaccinatiegegevens. De hoogste beschermingsgraad werd gevonden in kinderen uit Oost-Europa, daarna in afnemende volgorde India, Latijns Amerika, China en Afrika. Uit: Cilleruelo MJ et al. Internationally adopted children: What vaccines should they receive? Vaccine 2008;26. Tuberculose Omdat veel geadopteerde kinderen uit een regio komen met veel tuberculose is het altijd aan te raden om op tuberculose te testen. Uit een onderzoek bij 527 kinderen binnen 2 maanden na aankomst in de US bleek dat bij geen van de kinderen actieve tuberculose voorkwam, maar bij 111 kinderen werd een latente tuberculose infectie aangetroffen. Bij een herhalingsonderzoek na 3 maanden, werd bij 191 kinderen een latente infectie aangetroffen. Bij de eerste groep was een groot aantal kinderen dus vals-negatief, wat pleit voor herhaald testen op tuberculose bij geadopteerde kinderen. Uit: Trehan I et al. Tuberculosis screening in internationally adopted children: The need for initial and repeat testing. Pediatrics 2008;122. Hepatitis B Uit een onderzoek naar het voorkomen van aanwezige of doorgemaakte infectie met het hepatitis B virus bij geadopteerde kinderen in Amerika bleek dat 64% van de kinderen na aankomst tekenen vertoonden van immunisatie via antistoffen tegen het hepatitis B virus. Bij 4 % van de kinderen werd het virus aangetroffen, waarbij het 1,1% betrof met een acute of chronische infectie en 2,9% met een uitgewoede infectie. Herhaald testen na 6 maanden bleek belangrijk omdat kinderen vlak voor de adoptie geinfecteerd of gevaccineerd kunnen zijn, waardoor de eerste test geen sluitend serologisch bewijs kan leveren. Uit: Stadler LP, Mezoff AG, Staat MA. Hepatitis B Virus Screening for Internationally Adopted Children. Pediatrics 2008;12). IJzerdeficiëntie Bij de inschatting van ijzerdeficiëntie bij jonge kinderen geadopteerd uit Oost-Europa (n=37) bleek dat de kinderen zowel na aankomst als bij de follow-up na 6 maanden gemiddeld lagere ijzerwaarden hadden dan de Amerikaanse bevolking. Met name bij de kinderen die ook geinfecteerd waren met de parasiet Gardia lamblia waren de ijzerwaarden meer afwijkend, omdat deze parasiet de ijzeropname kan verstoren. Het feit dat ook bij de follow-up nog ijzergebrek aanwezig was, wordt vermoedelijk veroorzaakt doordat de inhaalgroei veel ijzer vergt. Uit: Fuglestad AJ et al. Iron deficiency in international adoptees from Eastern Europe. Journal of Pediatrics 2008;153.

Nieuwe Referenties Sinds januari 2009 zijn de nieuwste referenties van artikelen over adoptie en pleegzorg weer te vinden op de Website van het ADOC. De Reference Database is te bereiken via een link op de ADOC site en wordt 2-wekelijks ge-update. Van augustus 2008 t/m maart 2009 zijn 164 artikelen die van belang zijn voor adoptie en/of pleegzorg aan het literatuurbestand toegevoegd.Twaalf artikelen, gepubliceerd in gerenommeerde buitenlandse tijdschriften, worden hieronder weergegeven. Wij melden dit maal zoveel artikelen omdat in deze periode veel internationale artikelen van Nederlands onderzoek zijn gepubliceerd, die we u niet willen onthouden.

Page 6: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

6

Assessing suitability for adoptive parenthood: hypo thetical questions as part of ongoing conversation. M. Noordegraaf, C. van Nijnat ten, E. Elbers. In: Discourse Studies Abstract: Social workers with the Dutch Child Protection Board use hypothetical questions as a means to assess the suitability of prospective adoptive parents for adoption. In particular, while talking about the future, prospective adoptive parents are assessed on their educational skills, knowledge and awareness with regard to adoption-specific problems. In our study we analysed the preliminary conversational work that has to be done in order to pose a hypothetical question. We distinguished between 1) patterns that start with an eliciting question as a way of collecting topics with which to build a hypothetical question, and 2) patterns that start with a retrieving question, using themes from earlier conversation. Follow up questions are part of the preparatory work and form a bridge between the elicitation of topics and the actual hypothetical question. These follow up questions can be asked both before and after the introduction of the hypothetical question. Follow-up questions in post-position allow the social worker to challenge parents' answers to hypothetical questions.

Young Adult International Adoptees' Search for Birt h Parents. W.Tieman, J. van der Ende, F.C. Verhulst. In: Journal of Family Psychology Abstract: This study examines international adoptees and factors associated with searching for birth parents. A total of 1,417 international adoptees in The Netherlands, aged 24 to 30 years, were divided into 4 groups: uninterested nonsearchers, interested nonsearchers, searchers, and reunited searchers. In total, 32% of adoptees had searched. Although the majority of searchers were well-adjusted, they had more problems - mainly internalizing problems - than uninterested nonsearchers. These problems, however, were not caused by the search itself. It is concluded that searching is the product of natural curiosity influenced by external factors such as the divorce of adoptive parents and the options for searching. Health of Children Adopted from Ethiopia. L.C. Mill er, B. Tseng, L.G. Tirella, W. Chan, E. Feig. In: Maternal and Child Health Journal Abstract: Since 2000, American families have adopted 1,700 children from Ethiopia. Little is known about the health and development of these children. This study used a retrospective chart review of the arrival health status of all 50 (26F:24M) children from Ethiopia/Eritrea seen in the International Adoption Clinic. Prior to adoption, most children resided with relatives; 36% were ›18 months old prior to entry into care. More than 50% were true orphans, often due to HIV. Arrival age ranged from 3 months to 15 years (mean +/- SD 4 years +/- 43.8 months). At arrival, growth z scores were near-average (weight -.59, height -.64, head circumference -.09); significantly better than adopted children Guatemala, China, or Russia seen in our clinic. However, some Ethiopian children were significantly growth delayed (WAZ <=-2, 8%, HAZ 12%, HCZ 18%). Age at adoption did not relate to growth delays. Medical issues on arrival included intestinal parasites (53%;14% with >=3 types), skin infections (45%), dental caries (25%), elevated liver transaminases (20%), latent tuberculosis (18%), and hepatitis B (2%). Age-appropriate vaccines had been administered in 15-77% of children (depending on specific vaccine). Behavior problems were uncommon. Gross/fine motor and cognitive skills were similar to 86% of expected for age. Age correlated inversely with developmental scores for cognition (r = -.49, P = .003). Five children had age reassignments. The data show that Ethiopian/Eritean adoptees differ from other groups of internationally adopted children: they reside for relatively long periods of time with relatives prior to institutionalization, often have uncertain ages, exhibit few behavioral problems at arrival, have better growth, and may have less severe developmental delays. Whether these differences at arrival predict better outcomes for the Ethiopian/Eritrean children is unknown

Page 7: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

7

Physical growth delays and stress dysregulation in stunted and non-stunted Ukrainian institution-reared children. N.A. Dobrova-Krol, M.H .van IJzendoorn, M.J.Bakermans-Kranenburg, C.Cyr, F. Juffer. In: Infant Behavior & Development Abstract: To study the effect of institutional rearing on physical growth and stress regulation we examined 16 institution-reared children (3-6 years old) in Ukraine and compared them with 18 native family-reared children pair-matched on age and gender. Physical growth trajectories were examined on the basis of archival medical records and current measurements of height, weight, and head circumference. Stress regulation was studied on the basis of diurnal salivary cortisol sampled six times during 1 day. 31% of institution-reared children were stunted at 48 months whereas none of the family-reared children were. Substantial delays in physical growth were observed in institution-reared children especially during the first year of life. From 24 months onwards a tendency for improvement in physical growth was evident among the temporarily stunted institution-reared children, with complete catch-up in weight and partial catch-up in height by the time of assessment. Chronically stunted institution-reared children demonstrated persistent severe growth delays. Institution-reared and family-reared children showed similar patterns of diurnal cortisol production with decreases over the day. However, temporarily stunted institution-reared children had a significantly higher total daily cortisol production than both chronically stunted institution-reared children and family-reared children. These data confirm previous findings regarding physical growth delays and stress dysregulation associated with institutional care, but also point to differences in cortisol production between stunted and non-stunted institution-reared children. Bridging the divide: Openness in adoption and posta doption psychosocial adjustment among birth and optive parents. X.J. Cie, M.N. Nats uaki, D.M. Martin, J.M. Neiderhiser, G. Villareal, J.B Reid, L.D Leve, D.S.Shaw, L.Scar amella, D.Reiss. In: Journal of Family Psychology Abstract: Using 323 matched parties of birth mothers and adoptive parents, this study examined the association between the degree of adoption openness (e.g., contact and knowledge between parties) and birth and adoptive parents' postadoption adjustment shortly after the adoption placement (6 to 9 months). Data from birth fathers (N = 112), an understudied sample, were also explored. Openness was assessed by multiple informants. Results indicated that openness was significantly related to satisfaction with adoption process among adoptive parents and birth mothers. Increased openness was positively associated with birth mothers' postplacement adjustment, as indexed by birth mothers' self-reports and the interviewers' impression of birth mothers' adjustment. Birth fathers' report of openness was associated with their greater satisfaction with the adoption process and better postadoption adjustment IQ of children growing up in children's homes - A m eta-analysis on IQ delays in orphanages. M.H. van IJzendoorn, M.P.C.M. Luijk, F. Juffer. In: Merrill-Palmer Quarterly-Journal of Developmental Psychology. Abstract: In this meta-analysis of 75 studies on more than 3,888 children in 19 different countries, the intellectual development of children living in children's homes (orphanages) was compared with that of children living with their (foster) families. Children growing up in children's homes showed lower IQ's than did children growing up in a family (trimmed d = 0.74). The age at placement in the children's home, the age of the child at the time of assessment, and the developmental level of the country of residence were associated with the size of the delays. Children growing up in children's homes show a substantial lower level of IQ (average IQ of 84) than their peers reared in (foster) families (average IQ of 104), and the difference amounted to 20 IQ points. More research is needed to defect the causes of the large IQ delays and to test ways of improving the intellectual development of millions of children in orphanages around the world.

Page 8: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

8

Intervention effects on foster parent stress: Assoc iations with child cortisol levels. P.A. Fisher & M. Stoolmiller. In: Development and Psychopathology Abstract: Foster children exhibit high rates of atypical neuroendocrine functioning compared to children in the general population. In particular, alterations in the daytime diurnal activity of the hypothalamic-pituitary-adrenal (HPA) axis have been observed in foster children, often characterized by blunted salivary cortisol levels (i.e., low morning levels that remain low throughout the day). There is emerging evidence that therapeutic interventions for foster children can affect this pattern of HPA axis activity, but the specific intervention components responsible for change have not been fully explicated. Within a randomized trial to evaluate a therapeutic intervention for foster preschoolers (n = 57 intervention condition; n = 60 comparison condition; n = 60 community comparison condition), the present study examined whether diurnal cortisol activity was associated with caregiver self-reported stress in response to child problem behavior. Results showed immediate reductions in caregiver stress that were sustained through 12 months postbaseline in the intervention condition. In contrast, caregivers in the regular foster care condition showed higher rates of stress across time and increased stress sensitivity to child problem behaviors. In addition, among caregivers in regular foster care, higher self-reported stress was associated with lower morning cortisol levels and more blunted diurnal cortisol activity. These results provide evidence that interventions can simultaneously impact caregiver stress and buffer children from the negative impacts of caregiver stress on HPA axis regulation. The well-being of children in foster care: Explorin g physical and mental health needs. D.J.Sullivan & M.A. van Zyl. In: Children and Youth Services Review. Abstract: A census of children in foster care provided valuable insight into the well-being of children in one state in the USA. CHAID analysis on differences related to physical and mental health needs among various groups of children in foster care revealed a number of significant differences that are often overlooked in other types of analyses. Children's medical needs differ significantly by length of stay and emotional needs were more profound among children of certain ages.

Problem behavior and heart rate reactivity in adopt ed adolescents: Longitudinal and concurrent relations. N. Bimmel, M.H. van IJzendoor n, M.J.Bakermans-Kranenburg, F. Juffer & E.J.C. de Geus In:Journal of Research on Adolescence. Abstract: The present longitudinal study examined resting heart rate and heart rate variability and reactivity to a stressful gambling task in adopted adolescents with aggressive, delinquent, or internalizing behavior problems and adopted adolescents without behavior problems (total N=151). Early-onset delinquent adolescents showed heart rate hyporeactivity to the stress-eliciting gambling task compared to late-onset delinquent adolescents and adolescents without behavior problems. Heart rate, heart rate variability, and reactivity to stress were not related to environmental factors such as early-childhood parental sensitivity, parental socioeconomic status, or adoptee's health status at arrival. We conclude that the distinction between delinquency and aggression and between childhood-onset and adolescence-onset delinquency is important for the study of stress reactivity in adolescents Attachment in Foster Children Associated with Careg ivers' Sensitivity and Behavioral Problems. M. Oosterman & C. Schuengel. In: Infant Mental Health Journal. Abstract: This study focused on attachment of foster children by examining factors associated with attachment relationships of children raised from birth by the same parents. The sample included 61 children between 26 to 88 months of age and their foster caregivers. Attachment security and caregiver sensitivity were coded on the basis of, respectively, a home-observation (Attachment Q-Set) and a laboratory procedure (Three boxes). Other measures included caregiver reports of child externalizing and internalizing

Page 9: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

9

behavior problems and symptoms of attachment disorder, including inhibited and disinhibited attachment as well as secure base distortions. For a subsample of children, teacher ratings of behavior problems also were available. Foster parent sensitivity was positively associated with attachment security, but only if symptoms of disordered attachment were partialled out. Symptoms of inhibited and disinhibited attachment as well as Secure base distortions were positively related to parent reports of externalizing and internalizing behavior problems whereas attachment security was negatively related to teacher reports of externalizing behavior problems. Attachment theoretical tenets appeared valid with foster parent-child relationships, except for children with symptoms of attachment disorder. "Being Raised by White People": Navigating Racial D ifference Among Adopted Multiracial Adults. G.M. Samuels. In: Journal of Marriage and the Family. Abstract: There are increasing numbers of multiracial families created through marriage, adoption, birth, and a growing population of multiracial persons. Multiracials are a hidden but dominant group of transracially adopted children in both the United Kingdom and the United States. This paper introduces findings from an interpretive study of 25 transracially adopted multiracials regarding a set of experiences participants called "being raised by White people." Three aspects of this experience are explored: (1) the centrality yet absence of racial resemblance, (2) navigating discordant parent-child racial experiences, and (3) managing societal perceptions of transracial adoption. Whereas research suggests some parents believe race is less salient for multiracial children than for Black children, this study finds participants experienced highly racialized worlds into adulthood. Identity Development and Psychological Well-Being i n Korean-Born Adoptees in the US. S.A. Basow, E. Lilley, J. Bookwala & A. Gillicu ddy-DeLisa. In: American Journal of Orthopsychiatry Abstract: Because adult Korean-born adoptees have unique experiences, the factors that contribute to their psychological well-being need to be studied separately from both Caucasian and Korean Americans. In this Internet-based study with 83 adult Korean-born adoptees in the United States, both ethnic identity and adjustment to adoption (considered a component of adoptive identity) were expected to predict psychological well-being. Results supported predictions: Each measure of psychological well-being (personal growth, self-acceptance, and positive relationships with others) was affected by the predictive variables in unique ways. Cultural socialization experiences also were related to personal growth, but this association was fully mediated by strength of ethnic identity. Implications for adoptive parents and counselors are discussed.

ADOC Website Helaas heeft de ADOC website sinds juli 2008 te lijden onder technische problemen. Dit heeft te maken met de overgang naar een nieuwe website universiteitsbreed. Voorlopig is daarom gekozen voor een vorm waarin u als openingspagina ‘Nieuws” vindt en van daaruit kunt doorlinken naar de oude website. Binnen de oude website is Reference Database up to date – deze wordt regelmatig bijgewerkt, zodat u nieuwe artikelen hierin terug kunt vinden. Ondertussen wordt druk gewerkt aan een volledig nieuwe website, die hopelijk binnen afzienbare tijd on line kan. Wij zullen u dan hiervan op de hoogte brengen. Via de pagina New References kunt u de nieuwste toevoegingen in het literatuurbestand met adoptie-onderzoeksliteratuur, de Reference Database, bekijken.

De artikelen uit de Reference Database zijn meestal op te zoeken bij universitaire

bibliotheken en/of de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.

Page 10: ONDERZOEK Nieuw ADOC Onderzoek: Voorgoed thuis in een ... · aandacht voor de negatieve gevolgen van adoptie voor de geadopteerde en voor de samenleving. Hij geeft daarnaast aanvullende

10

Agenda Datum Onderwerp

14 mei 2009 Lecture: Prof. Charles Zeanah. Recovery from sever e

deprivation: The Bucharest Early Intervention Proje ct. Het Boekarest Vroege Interventie project is het eerste gecontroleerde random experiment waarin pleegzorg als alternatief voor institutionele zorg is onderzocht. In deze longitudinale studie zijn 136 kinderen jonger dan 30 maanden uit tehuizen in Boekarest onderzocht. Een deel van deze kinderen is in pleeggezinnen geplaatst, een deel bleef in de tehuizen. De ontwikkeling van de kinderen is bekeken op een leeftijd van 30, 42 en 54 maanden. Het belang van de leeftijd van plaatsing in pleegzorg en de verbeteringen die gevonden werden bij de kinderen die in pleegzorg kwamen, worden besproken. Ook de ethische kwesties rond het project worden bediscussieerd. Charles Zeanah is directeur van het Bucharest Early Intervention Project en is professor Psychiatrie en Klinische kindergeneeskunde op Tulane University School of Medicine, New Orleans. Over het project is onder andere in 2007 een artikel in Science gepubliceerd. De lezing van Charles Zeanah en de daarop aansluitende receptie is voor iedereen toegankelijk. I.t.t. wat vermeld staat op de websites zijn er nog enkele plaatsen beschikbaar (vol is vol). Tijdstip: 16.00-17.30 uur Locatie: Poortgebouw, Rijnsburgerweg 10 te Leiden http://www.fsw.leidenuniv.nl/nieuws/lezing-zeanah.html

12-17 juli 2009 IFCO World Conference: Linking Global Foster Car e Deze conferentie wil een forum bieden voor het delen en leren van de kracht en de uitdagingen van pleegzorg en de beste nationale en internationale praktijkvoorbeelden van pleegzorg uitlichten. De conferentie wordt gehouden in Dublin, Ierland. www.ifco2009.ie

9 oktober 2009 Studiedag Stichting Adoptie Voorzieningen.

Deze dag staat in het teken van wat er aan adoptie vooraf ging. Zowel adoptiekinderen, hun biologische ouders als de adoptieouders hebben allemaal het nodige meegemaakt voordat de adoptie een feit was. Verlieservaringen, verwaarlozing en verwachtingen kunnen emotionele, fysieke en neurologische sporen nalaten. Aanmelden via http://www.adoptie.nl/

Op de Nieuwspagina ADOC-website vindt u meer informatie over deze en andere congressen en ontmoetingsdagen.

Wellicht wilt u de ADOC Nieuwsbrief publiceren op uw eigen website. Dan kunt u dit doen door een link te maken naar de Nieuwsbrief pagina op de ADOC website. Via deze pagina kunt u alle nieuwsbrieven van het ADOC bekijken.

Indien u de nieuwsbrief niet meer wilt ontvangen, dan kunt u zich afmelden door een e-mail te sturen naar [email protected]. Heeft u vragen, opmerkingen of interessante informatie voor onze website of voor de nieuwsbrief dan kunt u ons eveneens een e-mail sturen. Het ADOC is gevestigd aan de Universiteit Leiden (afdeling Algemene en Gezinspedagogiek-Datatheorie) en wordt financieel gesteund door: Instituut Adoptiehulpverlening Horizon - LAVA – Raad voor de Kinderbescherming - Stichting Adoptievoorzieningen - Stichting Kind en Toekomst - Stichting Meiling