Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor...

47
Project: VA2011_17 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos maart 2012 door: Spierts Igor L.Y. & Vis, Hendry Onderzoek naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse binnenwateren, najaar 2011

Transcript of Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor...

Page 1: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

Project: VA2011_17

Opgesteld in opdracht van:

Agentschap voor Natuur en Bos

maart 2012

door:

Spierts Igor L.Y. & Vis, Hendry

Onderzoek naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse

binnenwateren, najaar 2011

Page 2: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren
Page 3: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

Statuspagina

Titel: Onderzoek naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse binnenwateren, najaar 2011

Samenstelling: VisAdvies BV Adres: Twentehaven 5 3433 PT NIEUWEGEIN Telefoon: 030 285 1066 Homepage: http://www.VisAdvies.nl Opdrachtgever: Agentschap voor Natuur en Bos Auteur(s): Spierts Igor L.Y. & Vis, Hendry E-mail adres: [email protected] Eindverantwoording Dr. .Ir. Igor L.Y Spierts Aantal pagina’s: 41 Projectnummer: VA2011_17 Datum: maart 2012 Versie Definitief Bibliografische referentie Spierts Igor L.Y. & Vis, Hendry, 2012. Onderzoek naar het visbestand in de water-sportbaan en Gentse binnenwateren, najaar 2011. VisAdvies BV, Nieuwegein. Pro-jectnummer VA2011_17, 41 pag. Copyright: © 2012 VisAdvies BV Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets uit dit document worden verveelvou-digd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaargemaakt, in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, op-namen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VisAdvies BV.

Page 4: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

4

Inhoudsopgave

Samenvatting

1 Inleiding .................................................................................... 6 1.1 Algemeen .................................................................................................. 6 1.2 Proefgebied ............................................................................................... 6 1.3 Doelstellingen............................................................................................ 8

2 Materiaal en methode ............................................................... 9 2.1 Strategie en methode ................................................................................ 9 2.2 Vistuigen.................................................................................................... 9 2.2.1 Elektrovisserij ....................................................................................... 9 2.2.2 Zegen ................................................................................................. 10 2.3 Verwerking van vis .................................................................................. 11 2.4 Beoordeling visstand ............................................................................... 11 2.4.1 Conditiebepaling................................................................................. 11 2.4.2 Berekening omvang visbestand ......................................................... 11 2.4.3 Viswatertypen stilstaande ondiepe wateren....................................... 11

3 Resultaten............................................................................... 13 3.1 Samenstelling vangst .............................................................................. 13 3.2 Bestandschatting..................................................................................... 25 3.3 Conditie ................................................................................................... 32 3.4 Bepaling viswatertype ............................................................................. 32

4 Discussie ................................................................................ 34 4.1 Vergelijking en interpretatie vangstgegevens ......................................... 34 4.1.1 Eerdere visstandonderzoeken ........................................................... 34 4.1.2 Bepotingsgegevens............................................................................ 35 4.1.3 Hengelvangstgegevens...................................................................... 35 4.1.4 Overige gelijkwaardige wateren ......................................................... 37

5 Conclusies en aanbevelingen ................................................. 38 5.1 Conclusies ............................................................................................... 38 5.2 Aanbevelingen voor visserij en visstandbeheer ...................................... 38 5.2.1 Inrichting en beheer van het viswater ................................................ 38 5.2.2 Bepotingen ......................................................................................... 39 5.2.3 Visstandonderzoek............................................................................. 40

6 Literatuur................................................................................. 41 Bijlage I Vangstgegevens per locatie (elektro+zegen) Bijlage II Gegevens bemonsterde locaties

Page 5: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

5

Samenvatting In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder-zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren middels een elek-tro- (aggregaat) en zegenvisserij, om zo de lacunes in de kennis over de vissoorten-samenstelling en de totale visbiomassa op te heffen. Er zijn 18 vissoorten gevangen verdeeld over 37.814 vissen (1.921 kg). De geschatte visbiomassa in de Gentse bin-nenwateren (m.u.v. de watersportbaan) varieert van 60 tot 291 kg/ha, wat normaal is in vergelijking tot overige kanalen. De visbiomassa in de Watersportbaan wordt ge-schat op 1303 kg/ha, wat zeer hoog is in vergelijking tot overige kanalen. De ge-schatte visbiomassa in de verschillende Gentse binnenwateren bestaat voor 96-100% uit eurytope vissoorten. Op 5 locaties zijn rheofiele vissoorten aangetroffen met een gewichtsaandeel variërend van < 0,0 - 0,4 %. Op 6 locaties zijn limnofiele soorten aangetroffen met een gewichtsaandeel variërend van < 0,0 - 0,2 %. Tenslotte zijn op twee locaties exoten aangetroffen met een gewichtsaandeel variërend van < 0,0 - 0,2%. Het viswatertype van de Gentse binnenwateren is niet eenduidig te type-ren. Het type dat de situatie op de meeste locaties (m.u.v. kanaal Gent- Oostende en de Coupure) het meest benaderd is het blankvoorn-brasem viswatertype. Het ka-naal Gent- Oostende en de Coupure hebben meer overeenkomsten met het brasem-snoekbaars viswatertype.

Page 6: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

6

1 Inleiding

1.1 Algemeen

In het Vlaamse Gewest bevinden zich een aantal grote lijnvormige waterlopen, zoals kanalen en grotere rivieren die erg belangrijk zijn voor de openbare visserij. Voor de meeste van deze wateren zijn bovendien hengelvangstregistraties beschikbaar. Het Agentschap voor Natuur en Bos is verantwoordelijk voor het visstandbeheer in deze wateren. Een lacune in de kennis van de visstand in dergelijke wateren is het ontbre-ken van cijfers over de totale visbiomassa. In het kader van het visstandbeheer is het daarom gewenst om door middel van onderzoek een beter inzicht te krijgen in de vis-stand in deze wateren. Op basis hiervan kunnen vervolgens streefbeelden en priori-teiten opgesteld worden en kunnen aanbevelingen worden gedaan naar het te voe-ren visstandbeheer, onder meer met betrekking tot het beheer, de inrichting en het uitzettingsbeleid op deze wateren. Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft VisAdvies BV en Visserij Service Neder-land gevraagd een onderzoek uit te voeren naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse binnenwateren, om zo inzicht te krijgen in de vissoortensamenstelling en de biomassa in deze wateren.

1.2 Proefgebied

De Gentse binnenwateren staan zo goed als allemaal met elkaar in open verbinding. De wateren hebben een gemiddelde diepte van één tot drie meter. De watersport-baan heeft een totale lengte van 2,3 km en een oppervlakte van 17 Ha. De omtrek van de watersportbaan bedraagt 5200 m en de gemiddelde diepte is 2 m. In het na-jaar van 2002 (september – oktober) is de visstand in de watersportbaan onderzocht aan de hand van elektrovisserij, fuikonderzoek en afsleping met een net.

Page 7: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

7

Dit onderzoek gebeurde naar aanleiding van het feit dat de watersportbaan (een be-langrijk stilstaand water) werd opgenomen het Vlaams visserijmeetnet. In figuur 1.1 is een overzicht gegeven van de bemonsterde locaties in Gent. Het be-treft de watersportbaan en nog zeven te bemonsteren wateren. In tabel 1.1 zijn de bemonsterde locaties in Gent nader omschreven. De GPS coördi-naten van alle uitgevoerde elektro- en zegentrekken in het onderzoek zijn vermeld in Bijlage II.

figuur 1.1 Bemonsterde locaties in 2011: watersportbaan en Gentse binnenwateren (Bron: Google maps). Nummers corresponderen met die in tabel 1.1.

Page 8: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

8

1.3 Doelstellingen

De doelstellingen van het onderzoek zijn: • Een schatting maken van de vissoortensamenstelling en visbiomassa; • Het viswatertype bepalen op basis van de aanwezige visstand, en • Aanbevelingen te verstrekken naar het beheer, de inrichting en de visuitzet-

tingen.

tabel 1.1 Beschrijving bemonsterde locaties in Gent. De locatienummers corresponderen met die in figuur 1.1.

Locatie nr.

Naam Datums veld-werk

Beschrijving

5.1AB Watersportbaan 12-10, 13-10

31-10

11-10, 12-10, 31-

10

* A: Zuidkant Watersportbaan: strook tussen Ringvaart

en BLOSO-sporthalcomplex zone t.h.v. "bos".

* B: Noordkant Watersportbaan: strook halverwege

sportbaan tot afwatering studenteleie : zone t.h.v. de

picknick.

5.2 Belvédère 12-10 * Linker oever tussen monding in de sportbaan en

stroomopwaartse gelegen bocht.

5.3 Noordelijke Leie

(Bougoyen

oude Leie arm)

31-10 * Aan de Drongense steenweg : zone tussen watermo-

len en steenweg.

5.4 Coupure 12-10, 13-10 * Tussen Rozemarijnbrug en Bargiebrug.

5.5 Oostende 13-10 * Brugse vaart tussen Jozef Guislainbrug en Vaartstraat.

5.6 Munckschelde 11-10 * Rinvaart tot Stropbrug.

5.7 Schelde 11-10 * Langs Keizersvest en Vlaamse Kaai: Brusselsepoort-

sluis en –stuw tot spoorwegberm (Gentbruggestuw).

5.8AB Leie 13-10

11-10

* A: Leie tussen Ringvaart en Sneppebrug.

* B: Leie tussen Jan Palfijnbrug en Verlorenkostbrug.

Page 9: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

9

2 Materiaal en methode

De visstandbemonstering van de watersportbaan en Gentse binnenwateren is uitge-voerd aan de hand van een elektrovisserij (aggregaat) in combinatie met een zegen-visserij. De velwerkzaamheden zijn uitgevoerd op 11, 12, 13 en 31 oktober 2011.

2.1 Strategie en methode

De bemonstering is uitgevoerd volgens de bevist oppervlak methode (BOM), zoals die wordt beschreven in het STOWA handboek visstandbemonstering (Klinge et. al,. 2003) en het handboek Hydrobiologie (Bijkerk, 2010). Bij deze methode wordt een, van te voren vastgesteld, wateroppervlak op gestandaardiseerde wijze bevist met een vangtuig waarvan het vangstrendement bekend is. Uit de vangsten en de beviste oppervlaktes wordt met behulp van de rendementen de omvang en samenstelling van de visstand berekend. Voor een betrouwbare schatting van de visstand is het van belang dat er een gede-gen inzicht is in de vissoortsamenstelling en de populatieopbouw van de verschillen-de vissoorten. De oeverzones van de te bemonsteren locaties zijn allen met behulp van elektrovisserij bevist. De visstand in open wateren is met behulp van zegenvisse-rij goed in beeld gebracht. Met de zegenvisserij kan naast een kwalitatieve ook een kwantitatieve bepaling van de visdichtheid en visbiomassa worden uitgevoerd. Door inzet van beide typen visserijen wordt beoogd een correct beeld te krijgen van de vis-soortsamenstelling en populatieopbouw op de onderzoekslocaties. Er werd verwacht spiegelkarpers aan te treffen in de watersportbaan. Er is daarom tijdens het onder-zoek speciale aandacht besteed aan de aanwezigheid van deze vissoort. Wanneer de vissen gevangen zouden worden werden van beide lichaamszijden foto’ s geno-men en werden zowel de totale lengte alsmede het gewicht bepaald.

2.2 Vistuigen

2.2.1 Elektrovisserij

De oeverzone is bemonsterd door middel van een 5 kW elektrovisappa-raat (figuur 2.1). Er zijn overdag trajec-ten van minimaal 250 m afgevist vanuit een boot door twee personen. Het rendement van het elektrovisapparaat in lijnvormige wateren met een breedte van 20 tot 100 m breed is volgens het STOWA-Handboek voor de oeverzone vastgesteld op 30% voor snoek en 20% voor de overige vissoorten (Klin-ge et. al, 2003). Er zijn 11 trajecten bemonsterd (negen geplande en twee

extra, zie hier onder), waarmee is voldaan aan de minimale inspanning van 7,5% te bemonsteren oeverlengte in dit type water. De exacte GPS coördinaten van de be-monsterde elektrotrajecten zijn vermeld in Bijlage II. In de Leie tussen de Jan Palfijn-

figuur 2.1 Inzet van het elektrovisapparaat.

Page 10: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

10

brug en de Verlorenkostbrug (locatie 5.8B, zie figuur 1.1) is in plaats van een zegen-trek een extra traject elektrovisserij uitgevoerd. In het betreffende water lagen derma-te veel fietsen, dat de zegen dreigde te worden stukgetrokken (figuur 2.2). Op de wa-tersportbaan is een extra traject elektrovisserij uitgevoerd, omdat een aanvullende bemonstering vanwege de visvangsten gewenst was en de tijd dit toeliet.

Op locatie 5.3 (Noordelijke Leie) was het vanwege het ondiepe water en de vele ob-stakels niet mogelijk om een zegentrek uit te voeren. Ter compensatie is de locatie daarom afgezet met keernetten en is het open water volledig elektrisch bevist.

2.2.2 Zegen

In lijnvormige wateren met een breed-te van meer dan 20 m wordt 7,5% van de oeverlengte bemonsterd met het elektrovisaggregaat. In het open water wordt de zegen ingezet, waarbij mini-maal 7,5% van de oppervlakte wordt bevist. De zegen is met behulp van twee boten en minimaal twee man in een cirkel uitgevaren (rondvissen, zie figuur 2.3). Om ten alle tijden aan het benodigd bevist oppervlak per zegen-trek te komen is de zegen na het uit-varen middels een lange lijn naar de boten toegetrokken. Op deze wijze

vissen leidt tot een groter bevist oppervlak, dan wanneer de zegen enkel in een cirkel wordt uitgevaren. Er zijn in totaal acht zegentrekken uitgevoerd. De exacte GPS co-ordinaten van de bemonsterde zegentrajecten zijn vermeld in Bijlage II

figuur 2.2 Opgeviste fiets in de Leie tussen de Jan Palfijnbrug en Verlorenkostbrug (locatie 5.8B).

figuur 2.3 Uitvaren zegen met behulp van boot met elektromotor (Bron: Alain Dillen – ANB).

Page 11: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

11

2.3 Verwerking van vis

Bij de verwerking van de vis is gewerkt volgens de geldende richtlijnen uit het handboek Hydrobiologie. De vis is zo snel mogelijk verwerkt en bij grote vangsten zijn deelmonsters genomen, zodat de overige vis direct kon worden teruggezet. Men neemt de deelmon-sters op gewichtsbasis, nadat de vis gesorteerd is in functionele groepen. Alle gevangen vis werd weer terugge-zet. Het water in de opslagteilen is tijdig ververst en waar nodig belucht

om zuurstoftekort te voorkomen. Door gebruik te maken van gedegen materiaal (knooploze beugels e.d.) is de kans op beschadiging geminimaliseerd.

2.4 Beoordeling visstand

2.4.1 Conditiebepaling

Van de meest voorkomende vissoorten zijn 25 exemplaren op één gram nauwkeurig gewogen: Aan de hand van het normgewicht (Klein Breteler & de Laak, 2003), is de conditiefactor bepaald. Een conditiefactor lager dan 0,9 geeft aan dat het gewicht van de vis niet in verhouding is tot zijn lengte. De conditie wordt dan als ‘slecht’ beoor-deeld. Een waarde boven de 1,1 geeft aan, dat het gewicht van de vis hoger is dan wordt verwacht op basis van de lengte. De conditie wordt dan als ‘goed’ beoordeeld. Bij een waarde tussen 0,9 en 1,1 wordt de conditie als ’normaal’ beoordeeld.

2.4.2 Berekening omvang visbestand

Voor bestandschattingen volgens STOWA richtlijnen worden de volgende stappen doorlopen: 1. de vangst van de afzonderlijke trajecten/trekken wordt gecorrigeerd voor het ren-

dement van het vangtuig en de toegepaste bemonsteringsmethode en per deel-gebied gesommeerd;

2. de som wordt gedeeld door het beviste oppervlak per deelgebied, wat resulteert in een bestandschatting voor het deelgebied;

3. het totale bestand per water wordt berekend door het naar oppervlak gewogen gemiddelde te nemen van de schattingen per deelgebied;

Voor de omrekening van lengte naar gewicht en totale visbiomassa, is gebruik ge-maakt van de door de STOWA voorgeschreven lengte- gewichtrelaties (Klein Brete-ler & de Laak, 2003). In bijlage III is een overzicht gegeven van de 0+ bovengrens van de verschillende vissoorten.

2.4.3 Viswatertypen stilstaande ondiepe wateren

De Gentse binnenwateren zijn stilstaande ondiepe wateren. Voor dit type water heeft de OVB (organisatie ter verbetering van de Binnenvisserij) een viswatertypering op-gesteld, welke in 2007 door Zoetemeyer en Lucas verder is ontwikkeld (Zoetemeyer & Lucas, 2007). De indeling is gebaseerd op verschillende fasen die binnen het eu-

figuur 2.4 Een blankvoorn.

Page 12: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

12

trofiëringsproces zijn te onderscheiden. Eutrofiëring leidt tot twee veranderingen in voor vis belangrijke habitat kenmerken: 1) doorzicht, en 2) begroeiing. Er zijn vijf ver-schillende visgemeenschappen gedefinieerd, van voedselarm tot sterk geëutrofiëerd, die genoemd zijn naar hun meest opvallende vertegenwoordigers: doorlopen: 1. baars-blankvoorn (ondiep,voedselarm water met weinig tot geen waterplanten), 2. ruisvoorn-snoek (ondiep, helder water met enige waterplanten), 3. snoek-blankvoorn (lichte eutrofiëring), 4. blankvoorn-brasem (matige eutrofiëring), en 5. brasem-snoekbaars.(sterk geëutrofiëerd troebel water zonder waterplanten).

Page 13: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

13

3 Resultaten

3.1 Samenstelling vangst

Over het algemeen zijn de bemonsteringen zonder problemen verlopen. Op locatie 5.3 was het water ondiep en lagen er dermate veel obstakels dat een zegenvisserij onmogelijk was. Ook op locatie 5.8B was een gedegen zegenvisserij niet mogelijk, omdat de zegen dreigde stukgetrokken te worden door de vele fietsen in het water. Van elke bemonsteringslocatie zijn de volgende omgevingsparameters beschreven: vegetatie, oevertype, pH, watertemperatuur, geleidbaarheid en doorzicht (Bijlage II). In totaal zijn er 18 vissoorten gevangen verdeeld over 37.814 vissen (1921 kg in to-taal). Het aantal soorten varieerde per locatie van zes tot twaalf. In alle tabellen en fi-guren in deze paragraaf is per locatie de totale vangstsamenstelling weergegeven (dus elektro- en zegenvisserij opgeteld). Locatie 5.1A (Gentse watersportbaan)

De locatie is gelegen in aan de zuid-kant van de watersportbaan. (figuur 3.1). De oever bestaat uit damwand. Op deze locatie is één elektrotraject en één zegentrek uitgevoerd. Er zijn 7 vissoorten aangetroffen verdeeld over 282 vissen. In aantallen wordt de vangst gedomineerd door brasem (36%), paling (14%) en pos (15%), op basis van gewicht door brasem (70%), paling (13%) en blankvoorn (7%) (tabel 3.1).

tabel 3.1 Samenstelling vangst locatie 5.1A.

Soort N N % kg kg %

Baars 70 25 0,54 5

Blankvoorn 28 10 0,84 7

Brasem 101 36 8,16 70

Giebel 1 0 0,04 0

Paling 40 14 1,48 13

Pos 41 15 0,30 3

Snoek 1 0 0,24 2

totaal 282 100 11,61 100 De lengtefrequentie verdeling van baars en pos laat zien dat er zowel 0+ als oudere vis is gevangen (figuur 3.2). Van brasem zijn alleen meerjarige exemplaren gevan-gen.

figuur 3.1 Karakteristieke foto locatie 5.1A.

Page 14: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

14

Locatie 5.1B (Gentse watersportbaan)

De locatie is gelegen aan de Noord-kant van de watersportbaan (figuur 3.3). De oever bestaat uit damwand. Op deze locatie is één elektrotraject en één zegentrek uitgevoerd. Er zijn 9 vissoorten aangetroffen verdeeld over 23.902 vissen. In aantallen wordt de vangst gedomineerd door blankvoorn (99%), brasem (1%) en baars (1%), op basis van gewicht door blankvoorn (96%), brasem (3%) en baars (1%) (tabel 3.2).

De lengtefrequentie verdeling van baars laat zien dat er zowel 0+ als oudere vis is gevangen (figuur 3.4). Van blankvoorn en brasem zijn alleen meerjarige exemplaren gevangen.

0

10

20

30

40

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 70)

0

5

10

15

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Brasem (n= 101)

02468

10

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Paling (n= 40)

0

5

10

15

20

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Pos (n= 41)

figuur 3.2 Lengtefrequentie verdeling van baars, brasem, paling en pos, locatie 5.1A.)

figuur 3.3 Karakteristieke foto locatie 5.1B.

Page 15: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

15

tabel 3.2 Samenstelling vangst locatie 5.1B.

Soort N N % kg kg %

Baars 123 1 12,53 1

Blankvoorn 23553 99 1456,73 96

Brasem 166 1 38,30 3

Hybride 3 0 0,41 0

Karper 1 0 4,82 0

Paling 21 0 0,36 0

Pos 31 0 0,19 0

Ruisvoorn 2 0 0,63 0

Winde 2 0 0,33 0

totaal 23902 100 1514,30 100

0

5

10

15

20

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 123)

0

10

20

30

40

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Brasem (n= 166)

010002000300040005000

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Blankvoorn (n= 23553)

0

1

2

3

4

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Paling (n= 21)

figuur 3.4 Lengtefrequentie verdeling van baars, brasem, blankvoorn en paling, locatie 5.1B.

Page 16: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

16

Locatie 5.2 (Belvédère) De locatie is gelegen in de Belvédère tussen de monding in de sportbaan en de stroomopwaarts gelegen bocht. (figuur 3.5). De oever bestaat uit damwand. Op deze locatie is één elektrotraject en één zegentrek uitge-voerd. Er zijn 8 vissoorten aangetrof-fen verdeeld over 107 vissen. In aan-tallen wordt de vangst gedomineerd door baars (51%), blankvoorn (14%) en pos (10%), op basis van gewicht door brasem (57%), winde (13%) en paling (12%) (tabel 3.3).

tabel 3.3 Samenstelling vangst locatie 5.2.

Soort N N % kg kg %

Baars 55 51 0,53 4

Blankvoorn 15 14 1,32 10

Brasem 10 9 7,45 57

Giebel 6 6 0,35 3

Paling 7 7 1,59 12

Pos 11 10 0,12 1

Ruisvoorn 2 2 0,04 0

Winde 1 1 1,69 13

totaal 107 100 13,09 100 De lengtefrequentie verdeling van baars laat zien dat er zowel 0+ als een enkele ou-dere vis is gevangen (figuur 3.6). Van blankvoorn zijn alleen meerjarige exemplaren gevangen.

figuur 3.5 Karakteristieke foto locatie 5.2.

05

10152025

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 55)

0

2

4

6

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Blankvoorn (n= 15)

figuur 3.6 Lengtefrequentie verdelingvan baars en blankvoorn, locatie 5.2.

Page 17: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

17

Locatie 5.3 (Noordelijke Leie) De locatie is gelegen in de Noordelij-ke Leie tussen de watermolen en de Steenweg (figuur 3.7). De oever bestaat uit damwand en is begroeid met riet. In de oeverzone is één elek-trotraject uitgevoerd. Vanwege het ondiepe water en de vele obstakels was het niet mogelijk om een zegen-trek uit te voeren. Ter compensatie is de locatie afgezet met keernetten en is het open water elektrisch bevist. Er zijn 7 vissoorten aangetroffen verdeeld over 8454 vissen. In aantal-

len wordt de vangst gedomineerd door blankvoorn (87%), baars (12%) en brasem (2%), op basis van gewicht door blankvoorn (90%), baars (4%) en zeelt (3%) (tabel 3.4).

De lengtefrequentie verdeling van baars en brasem laat zien dat er enkel 0+ vis is gevangen (figuur 3.8). Van blankvoorn is zowel 0+ als oudere vis gevangen.

figuur 3.7 Karakteristieke foto locatie 5.3.

tabel 3.4 Samenstelling vangst locatie 5.3.

Soort N N % kg kg %

Baars 995 12 4,92 4

Blankvoorn 7320 87 100,62 90

Blauwband 2 0 0,00 0

Brasem 128 2 0,55 0

Giebel 4 0 2,00 2

Snoek 3 0 0,72 1

Zeelt 2 0 3,26 3

totaal 8454 100 112,07 100

0

200

400

600

800

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 995)

0

500

1000

1500

2000

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Blankvoorn (n= 7320)

Page 18: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

18

Locatie 5.4 (Coupure)

De locatie is gelegen in de Coupure tussen de Rozemarijnbrug en de Bargiebrug (figuur 3.9). De oever bestaat uit damwand. Op deze loca-tie is één elektrotraject en één ze-gentrek uitgevoerd. Er zijn 10 vis-soorten aangetroffen verdeeld over 686 vissen. In aantallen wordt de vangst gedomineerd door blankvoorn (42%), baars (29%) en brasem (24%), op basis van gewicht door brasem (55%), snoekbaars (14%) en blankvoorn (12%) (tabel 3.5).

tabel 3.5 Samenstelling vangst locatie 5.4.

Soort N N % kg kg %

Baars 202 29 4,55 5

Blankvoorn 288 42 11,56 12

Brasem 163 24 53,61 55

Giebel 6 1 5,36 6

Hybride 1 0 0,49 1

Karper 1 0 6,87 7

Kolblei 2 0 0,55 1

Paling 1 0 0,20 0

Pos 12 2 0,21 0

Snoekbaars 10 1 13,60 14

totaal 686 100 97,00 100 De lengtefrequentie verdeling van baars, blankvoorn en brasem laat zien dat er zo-wel 0+ als oudere vis is gevangen (figuur 3.10).

0

50

100

150

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)F

requ

entie

Brasem (n= 128)

figuur 3.8 Lengtefrequentie verdeling van baars, blankvoorn en brasem, locatie 5.3.

figuur 3.9 Karakteristieke foto locatie 5.4.

01020304050

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 202)

Page 19: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

19

Locatie 5.5 (kanaal Gent- Oostende)

De locatie is gelegen in het kanaal Gent - Oostende tussen de Jozef Guislainbrug en de Vaartstraat (figuur 3.11). De oever bestaat uit damwand. Op deze locatie is één elektrotraject en één zegentrek uit-gevoerd. Er zijn 8 vissoorten aange-troffen verdeeld over 957 vissen. In aantallen wordt de vangst gedomi-neerd door blankvoorn (40%), bra-sem (37%) en baars (20%), op basis van gewicht door brasem (61%), blankvoorn (24%) en baars (8%) (tabel 3.6).

tabel 3.6 Samenstelling vangst locatie 5.5.

Soort N N % kg kg %

Baars 190 20 4,08 8

Blankvoorn 388 40 12,21 24

Brasem 354 37 31,41 61

Hybride 15 2 1,13 2

Paling 2 0 0,29 1

Pos 4 0 0,06 0

Riviergrondel 1 0 0,00 0

Snoekbaars 4 0 1,93 4

totaal 957 100 51,12 100 De lengtefrequentie verdeling van baars, blankvoorn en brasem laat zien dat er zo-wel 0+ als oudere vis is gevangen (figuur 3.12).

0

20

40

60

80

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Blankvoorn (n= 288)

0

5

10

15

20

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Brasem (n= 163)

figuur 3.10 Lengtefrequentie verdeling van baars, blankvoorn en brasem, locatie 5.4.

figuur 3.11 Karakteristieke foto locatie 5.5.

Page 20: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

20

Locatie 5.6 (Munckschelde)

De locatie is gelegen in de Munck-schelde tussen de Ringvaart en de Stropbrug (figuur 3.13). De oever bestaat uit stortsteen en is begroeid met riet. Op deze locatie is één elek-trotraject en één zegentrek uitge-voerd. Er zijn 8 vissoorten aangetrof-fen verdeeld over 569 vissen. In aantallen wordt de vangst gedomi-neerd door blankvoorn (46%), bra-sem (32%) en baars (19%), op basis van gewicht door brasem (38%), blankvoorn (33%) en baars (18%) (tabel 3.7).

tabel 3.7 Samenstelling vangst locatie 5.6.

Soort N N % kg kg %

Baars 107 19 2,79 18

Blankvoorn 264 46 4,99 33

Brasem 183 32 5,77 38

Giebel 2 0 0,62 4

Hybride 2 0 0,24 2

Paling 1 0 0,12 1

Ruisvoorn 8 1 0,24 2

Snoek 2 0 0,53 3

totaal 569 100 15,30 100

020406080

100

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 190)

020406080

100

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Blankvoorn (n= 388)

0

50

100

150

200

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Brasem (n= 354)

figuur 3.12 Lengtefrequentie verdeling van baars, blankvoorn en brasem, locatie 5.5.

figuur 3.13 Karakteristieke foto locatie 5.6.

Page 21: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

21

De lengtefrequentie verdeling van baars en blankvoorn laat zien dat er zowel 0+ als oudere vis is gevangen (figuur 3.14). Van brasem zijn alleen meerjarige exemplaren gevangen.

Locatie 5.7 (Schelde)

De locatie is gelegen in de Schelde tussen de Brusselse poortsluis en de Gent – Brugge stuw (figuur 3.15). De oever wordt gevormd door een ka-demuur. Op deze locatie is één elek-trotraject en één zegentrek uitge-voerd. Er zijn 6 vissoorten aangetrof-fen verdeeld over 1923 vissen. In aantallen wordt de vangst gedomi-neerd door blankvoorn (98%), paling (1%) en baars (1%), op basis van gewicht door blankvoorn (96%), baars (2%) en paling (2%) (tabel 3.8).

0

10

20

30

40

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 107)

0

20

40

60

80

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Blankvoorn (n= 264)

0

10

20

30

40

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Brasem (n= 183)

figuur 3.14 Lengtefrequentie verdeling van baars, blankvoorn en brasem, locatie 5.6.

figuur 3.15 Karakteristieke foto locatie 5.7.

Page 22: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

22

tabel 3.8 Samenstelling vangst locatie 5.7.

Soort N N % kg kg %

Baars 21 1 0,58 2

Blankvoorn 1876 98 30,36 96

Brasem 6 0 0,06 0

Paling 15 1 0,47 2

Ruisvoorn 4 0 0,05 0

Winde 1 0 0,01 0

totaal 1923 100 31,54 100 De lengtefrequentie verdeling van baars laat zien dat er zowel 0+ als oudere vis is gevangen (figuur 3.16). Van blankvoorn en paling zijn alleen meerjarige exemplaren gevangen.

Locatie 5.8A (Leie)

De locatie is gelegen in de Leie tussen de Ringvaart en de Sneppe-brug (figuur 3.17). De oever bestaat deels uit stortsteen en deels uit damwand en is plaatselijk begroeid. Op deze locatie is één elektrotraject en één zegentrek uitgevoerd. Er zijn 12 vissoorten aangetroffen verdeeld over 728 vissen. In aantallen wordt de vangst gedomineerd door bra-sem (45%), blankvoorn (39%) en baars (9%), op basis van gewicht door brasem (52%), blankvoorn (29%) en snoek (7%) (tabel 3.9).

02468

10

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 21)

0

200

400

600

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Blankvoorn (n= 1876)

0

1

2

3

4

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Paling (n= 15)

figuur 3.16 Lengtefrequentie verdeling van baars, blankvoorn en paling, locatie 5.7.

figuur 3.17 Karakteristieke foto locatie 5.8A.

Page 23: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

23

tabel 3.9 Samenstelling vangst locatie 5.8A.

Soort N N % kg kg %

Alver 2 0 0,04 0

Baars 65 9 0,92 1

Blankvoorn 282 39 18,38 29

Brasem 330 45 33,16 52

Hybride 8 1 1,65 3

Kolblei 4 1 0,31 0

Paling 20 3 2,21 3

Pos 10 1 0,12 0

Ruisvoorn 2 0 0,31 0

Snoek 1 0 4,51 7

Snoekbaars 2 0 0,90 1

Winde 2 0 0,67 1

totaal 728 100 63,18 100 De lengtefrequentie verdeling van baars laat zien dat er zowel 0+ als oudere vis is gevangen. Van blankvoorn, brasem en paling zijn alleen meerjarige exemplaren ge-vangen (figuur 3.18).

0

10

20

30

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 65)

01020304050

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Blankvoorn (n= 282)

0

10

20

30

40

0 10 20 30 40 50 60 70Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Brasem (n= 330)

0

1

2

3

4

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Paling (n= 20)

figuur 3.18 Lengtefrequentie verdeling van baars, blankvoorn, brasem en paling, locatie 5.8A.

Page 24: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

24

Locatie 5.8B (Leie) De locatie is gelegen in de Leie tus-sen de Jan Palfijnbrug en de Verlo-renkostbrug (figuur 3.19). De oever bestaat deels uit stortsteen en deels uit damwand en is plaatselijk be-groeid. Op deze locatie zijn twee elektrotrajecten uitgevoerd. Er is getracht een zegentrek uit te voeren. Ten gevolge van de vele fietsen die in het water lagen is deze echter gestaakt, omdat het net dreigde stukgetrokken te worden. Ter com-pensatie is derhalve een extra elec-

trotraject uitgevoerd. Er zijn 8 vissoorten aangetroffen verdeeld over 206 vissen. In aantallen wordt de vangst gedomineerd door baars (85%), blankvoorn (8%) en paling (4%), op basis van gewicht door baars (39%), snoek (31%) en paling (14%) (tabel 3.10).

tabel 3.10 Samenstelling vangst locatie 5.8B.

Soort N N % kg kg %

Baars 176 85 4,67 39

Blankvoorn 16 8 0,57 5

Giebel 2 1 1,36 11

Paling 8 4 1,69 14

Riviergrondel 1 0 0,01 0

Ruisvoorn 1 0 0,01 0

Snoek 1 0 3,72 31

Zonnebaars 1 0 0,03 0

totaal 206 100 12,05 100 De lengtefrequentie verdeling van baars laat zien dat er zowel 0+ als oudere vis is gevangen. Van blankvoorn en paling zijn alleen meerjarige exemplaren gevangen (figuur 3.20).

figuur 3.19 Karakteristieke foto locatie 5.8B

0

10

20

30

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Baars (n= 176)

0

1

2

3

4

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)

Fre

quen

tie

Blankvoorn (n= 16)

Page 25: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

25

3.2 Bestandschatting

De visbestanden zijn per stuwvak geschat en niet per locatie. Aan het eind van deze paragraaf is een totale bestandinschatting van het gehele kanaal gemaakt. Locatie 5.1A+B (Gentse watersportbaan) De visbiomassa wordt geschat op 1303 kg/ha. Op basis van gewicht wordt het visbe-stand gedomineerd door blankvoorn (95%) en brasem (3%) (figuur 3.21A). In aantal-len wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (96%), baars (1,2%) en bra-sem (1%) (figuur 3.21B). Op basis van gewicht is het aandeel roofvis in het totale ge-vangen bestand 0,9% (baars > 15 cm: 0,9% en snoek 0,02%). Opvallend is het feit dat er geen jongbroed (0+) is aangetroffen van de dominante soorten blankvoorn en brasem.

0

1

2

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Lengte (cm)F

requ

entie

Paling (n= 8)

figuur 3.20 Lengtefrequentie verdeling van baars, blankvoorn en paling, locatie 5.8B.)

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 0,3 0,9 10,8 0,8 12,8 1,0Brasem 0,2 15,6 11 12,1 39 3,0Blankvoorn 164,5 1046,9 29,1 1240,6 95,2Giebel 0,1 0,1 0,0Hybride 0,3 0,3 0,0Karper 4,1 4,1 0,3Aal/Paling 0,1 0,5 1,1 2,3 4,1 0,3Pos 0 0,9 1 0,1Rietvoorn/Ruisvoorn 0,5 0,5 0,0Winde 0,3 0,3 0,0

0 - 15 16 - 35 36 - 44 45 - 54 55 <= Totaal %Snoek 0,2 0,2 0,0

Totaal 1303 100

A

Page 26: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

26

Locatie 5.2 (Belvédère) De visbiomassa wordt geschat op 60 kg/ha. Op basis van gewicht wordt het visbe-stand gedomineerd door paling (30%), blankvoorn (29%) en brasem (20%) (figuur 3.22A). In aantallen wordt het visbestand gedomineerd door baars (67%), blankvoorn (12%) en pos (10%) (figuur 3.22B). Op basis van gewicht is het aandeel roofvis in het totale gevangen visbestand 2,3% (baars > 15cm).

Locatie 5.3 (Noordelijke Leie) De visbiomassa wordt geschat op 291 kg/ha. Op basis van gewicht wordt het visbe-stand gedomineerd door blankvoorn (90%), baars (4,4%) en zeelt (2,9%) (figuur 3.23A). In aantallen wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (87%), baars

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 74 92 78 2 245 1,2Brasem 11 162 32 12 217 1,0Blankvoorn 5637 14317 116 20070 96,3Giebel 2 2 0,0Hybride 3 3 0,0Karper 1 1 0,0Aal/Paling 54 42 31 9 136 0,7Pos 13 140 154 0,7Rietvoorn/Ruisvoorn 2 2 0,0Winde 2 2 0,0

0 - 15 16 - 35 36 - 44 45 - 54 55 <= Totaal %Snoek 1 1 0,0

Totaal 20833 100

B

figuur 3.21 Bestandschatting locatie 5.1A+B (watersportbaan) per lengteklasse in kg/ha (A) en aantal/ha (B).

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 2,3 4 1,4 7,6 12,7Brasem 0,2 0,8 11 12,1 20,2Blankvoorn 1,5 5,8 10,2 17,5 29,2Giebel 0,2 0,4 0,6 1,0Aal/Paling 2,5 15,4 17,9 29,8Pos 0 1 1 1,7Rietvoorn/Ruisvoorn 0 0 0,0Winde 3,3 3,3 5,5Totaal 60 100

A Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 527 277 16 821 67,6Brasem 4 4 10 18 1,5Blankvoorn 52 66 32 150 12,3Giebel 6 2 8 0,7Aal/Paling 48 50 98 8,1Pos 16 100 116 9,5Rietvoorn/Ruisvoorn 2 2 0,2Winde 2 2 0,2Totaal 1215 100

B

figuur 3.22 Bestandschatting locatie 5.2 (Belvédère) per lengteklasse in kg/ha (A) en aantal/ha (B).

Page 27: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

27

(12%) en brasem (1,5%) (figuur 3.23B). Op basis van gewicht is het aandeel roofvis in het totale gevangen visbestand 0,7% (baars > 15 cm: 0,3% en snoek: 0,4%).

Locatie 5.4 (Coupure) De visbiomassa wordt geschat op 242 kg/ha. Op basis van gewicht wordt het visbe-stand gedomineerd door brasem (50%) en snoekbaars (13%) (figuur 3.24A). In aan-tallen wordt het visbestand gedomineerd door baars (50%) en blankvoorn (30%) (figuur 3.24B). Op basis van gewicht is het aandeel roofvis in het totale gevangen vis-bestand 14,2% (baars > 15 cm: 1,7% en snoekbaars 12,5%).

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 10,6 1,5 0,8 12,9 4,4Blauwband 0 0 0,0Brasem 1 0,5 1,4 0,5Blankvoorn 22,5 92,8 146,8 262,1 90,0Giebel 5,2 5,2 1,8Zeelt 8,5 8,5 2,9

0 - 15 16 - 35 36 - 44 45 - 54 55 <=Snoek 0,6 0,6 1,2 0,4

Totaal 291,3 100

A Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 2417 167 8 2591 11,8Blauwband 5 5 0,0Brasem 250 83 333 1,5Blankvoorn 8917 8755 1391 19062 86,6Giebel 10 10 0,0Zeelt 5 5 0,0

0 - 15 16 - 35 36 - 44 45 - 54 55 <=Snoek 3 2 5 0,0

Totaal 22011 100

B

figuur 3.23 Bestandschatting locatie 5.3 (Noordelijke Leie) per lengteklasse in kg/ha (A) en aan-tal/ha (B).

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 1,3 15,3 2,8 1,3 20,7 8,6Brasem 0 1 5,7 80,8 32,2 119,6 49,5Blankvoorn 0 10,6 15,1 0,6 26,4 10,9Giebel 20,7 20,7 8,6Hybride 1,1 1,1 0,5Karper 15,3 15,3 6,3Kolblei 4,3 4,3 1,8Aal/Paling 2,6 2,6 1,1Pos 0,5 0,5 0,2Snoekbaars 0 30,3 30,3 12,5Totaal 241,5 100

A

Page 28: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

28

Locatie 5.5 (kanaal Gent- Oostende) Het visbestand in het gehele kanaal Gent- Oostende wordt geschat op 151 kg/ha. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door brasem (46%), baars (28%) blankvoorn (19%) (figuur 3.25A). In aantallen wordt het visbestand gedomi-neerd door blankvoorn (39%), brasem (29%) en baars (29%) (figuur 3.25B). Op basis van gewicht is het aandeel roofvis in het totale gevangen visbestand 27,5% (baars > 15 cm: 24,7% en snoekbaars: 2,8%).

Locatie 5.6 (Munckschelde) Het visbestand wordt geschat op 77 kg/ha. Op basis van gewicht wordt het visbe-stand gedomineerd door baars (42%), blankvoorn (21%) brasem (16%) (figuur 3.26A). In aantallen wordt het visbestand gedomineerd door baars (51%), blankvoorn

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 269 855 40 4 1168 50,2Brasem 4 54 60 210 36 364 15,6Blankvoorn 13 402 270 2 687 29,5Giebel 25 25 1,1Hybride 2 2 0,1Karper 2 2 0,1Kolblei 16 16 0,7Aal/Paling 13 13 0,6Pos 27 27 1,2Snoekbaars 2 20 22 0,9Totaal 2326 100

B

figuur 3.24 Bestandschatting locatie 5.4 (Coupure) per lengteklasse in kg/ha (A) en aantal/ha (B).

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 1,5 3,5 4,5 32,8 42,3 28,0Brasem 6,2 4 23,1 36,8 70,1 46,3Blankvoorn 0,3 13,3 15 28,5 18,8Hybride 2,6 2,6 1,7Aal/Paling 3,4 3,4 2,2Pos 0,1 0,1 0,1Riviergrondel 0 0 0,0Snoekbaars 0,1 4,2 4,3 2,8Totaal 151,3 100

A Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 471 152 42 119 784 29,0Brasem 641 58 54 38 790 29,2Blankvoorn 71 781 190 1042 38,5Hybride 33 33 1,2Aal/Paling 24 24 0,9Pos 9 9 0,3Riviergrondel 12 12 0,4Snoekbaars 4 4 9 0,3Totaal 2703 100

B

figuur 3.25 Bestandschatting locatie 5.5 (kanaal Gent- Oostende) per lengteklasse in kg/ha (A) en aantal/ha (B).

Page 29: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

29

(27%) en brasem (15%) (figuur 3.26B). Op basis van gewicht is het aandeel roofvis in het totale gevangen visbestand 32,7% (baars > 15 cm:27,1% en snoek 5,6%).

Locatie 5.7 (Schelde) Het visbestand wordt geschat op 82 kg/ha. Op basis van gewicht wordt het visbe-stand gedomineerd door blankvoorn (91%), paling (5,1%), en baars (3,5%) (figuur 3.27A). In aantallen wordt het visbestand eveneens gedomineerd door blankvoorn (95%), paling (2,8%) en baars (2%) (figuur 3.27B). Op basis van gewicht is het aan-deel roofvis in het totale visbestand 2,4% (baars > 15 cm).

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 2,1 9,4 16,6 4,3 32,3 41,9Brasem 3,4 7,1 1,3 11,9 15,5Blankvoorn 0,1 8,6 4,3 3,1 16,1 20,9Giebel 1,8 5,8 7,6 9,9Hybride 0,5 0,5 0,6Aal/Paling 1,4 1,4 1,8Rietvoorn/Ruisvoorn 2,4 0,6 2,9 3,8

0 - 15 16 - 35 36 - 44 45 - 54 55 <= Totaal %Snoek 2 2,4 4,3 5,6

Totaal 77 100

A Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 428 583 234 12 1257 51,3Brasem 267 103 6 375 15,3Blankvoorn 24 568 59 12 664 27,1Giebel 12 12 24 1,0Hybride 4 4 0,2Aal/Paling 12 12 0,5Rietvoorn/Ruisvoorn 86 12 98 4,0

0 - 15 16 - 35 36 - 44 45 - 54 55 <= Totaal %Snoek 8 8 16 0,7

Totaal 2450 100

B

figuur 3.26 Bestandschatting locatie 5.6 (Munckschelde) per lengteklasse in kg/ha (A) en aan-tal/ha (B).

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 0 0,9 2 2,9 3,5Brasem 0,1 0,1 0,1Blankvoorn 71,8 3,3 75,1 91,1Aal/Paling 0,1 0,7 0,6 2,9 4,2 5,1Rietvoorn/Ruisvoorn 0,1 0,1 0,1Winde 0 0 0,0Totaal 82,4 100

A

Page 30: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

30

Locatie 5.8 A+B (Leie) Het visbestand in de Leie wordt geschat op 192 kg/ha. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door brasem (38%), blankvoorn (22%) en baars (13%) (figuur 3.28A). In aantallen wordt het visbestand gedomineerd door baars (38%), bra-sem (27%) en blankvoorn (26%) (figuur 3.28B). Op basis van gewicht is het aandeel roofvis in het totale gevangen visbestand 16,1% (baars > 15 cm: 5,2% en snoek 10,9%).

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Baars 9 67 20 96 2,0Brasem 14 14 0,3Blankvoorn 4515 58 4573 94,7Aal/Paling 53 62 9 9 134 2,8Rietvoorn/Ruisvoorn 10 10 0,2Winde 2 2 0,0Totaal 4829 100

B

figuur 3.27 Bestandschatting locatie 5.7 (Schelde) per lengteklasse in kg/ha (A) en aantal/ha (B).

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Alver 0,1 0,1 0,1Baars 0,6 13,5 8,5 1,4 24,1 12,6Brasem 3,6 18,6 50,2 72,4 37,7Blankvoorn 4,4 34,7 3,6 42,7 22,2Giebel 6,1 6,1 3,2Hybride 0,1 0,2 2,5 2,8 1,5Kolblei 0,1 0,6 0,7 0,4Aal/Paling 0,3 4 13,3 17,5 9,1Pos 0,3 0,3 0,2Riviergrondel 0 0 0,0Rietvoorn/Ruisvoorn 0 0,7 0,7 0,4Snoekbaars 0 1,9 2 1,0Winde 0,4 1,1 1,5 0,8Zonnebaars 0,1 0,1 0,1

0 - 15 16 - 35 36 - 44 45 - 54 55 <= Totaal %Snoek 21 21 10,9

Totaal 192 100

A

Page 31: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

31

Indeling naar ecologische gilde

De geschatte visbiomassa in de Gentse binnenwateren bestaat voor 96-100% uit eu-rytope vissoorten, die geen specifieke eisen stellen aan hun omgeving. Op vijf loca-ties zijn rheofiele vissoorten aangetroffen met een gewichtsaandeel variërend van 0-0,4%. Deze soorten zijn in één of meer levensstadia gebonden aan stromend water. Op zes locaties zijn limnofiele soorten aangetroffen met een gewichtsaandeel varië-rend van 0-0,2%. Deze soorten zijn in alle levensstadia gebonden zijn aan stilstaand water met een rijke begroeiing. Tenslotte zijn op twee locaties exoten aangetroffen met een gewichtsaandeel variërend van 0-0,2%. Op de locaties Watersportbaan, Belvédère, Schelde en Leie zijn zowel eurytope, rhe-ofiele als limnofiele vissoorten aangetroffen. In de Coupure zijn alleen eurytope vis-soorten gevangen.

Naam 0+ >0+-15 16-25 26-40 >=41 Totaal %Alver 4 4 0,2Baars 130 741 123 4 999 38,1Brasem 275 242 203 720 27,4Blankvoorn 237 437 15 690 26,3Giebel 9 9 0,3Hybride 2 4 9 15 0,6Kolblei 4 4 9 0,3Aal/Paling 13 72 40 126 4,8Pos 22 22 0,8Riviergrondel 4 4 0,2Rietvoorn/Ruisvoorn 4 4 9 0,3Snoekbaars 2 2 4 0,2Winde 2 2 4 0,2Zonnebaars 4 4 0,2

0 - 15 16 - 35 36 - 44 45 - 54 55 <= Totaal %Snoek 5 5 0,2

Totaal 2624 100

B

figuur 3.28 Bestandschatting locatie 5.8A+B (Leie) per lengteklasse in kg/ha (A) en aantal/ha (B).

Locatie kg/ha % Eurytoop % Rheofiel % Limnofiel %Exoot5.1 Watersportbaan 1303 100,0 0,0 0,0 -5.2 Belvédère 60 99,7 0,2 0,2 -5.3 Noordelijke Leie 291 99,9 - 0,0 0,05.4 Coupure 241 100,0 - - -5.5 Kanaal Gent- oostende 151 99,6 0,4 - -5.6 Munckschelde 77 96,0 - 4,0 -5.7 Schelde 82 99,8 0,0 0,2 -5.8 Leie 192 99,2 0,3 0,3 0,2

figuur 3.29 Overzicht bestandschatting en indeling naar ecologische gilde. ( -: niet aangetrof-fen).

Page 32: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

32

3.3 Conditie

De conditiefactor van baars, brasem en blankvoorn is normaal (0,9-1,1) tot goed (>1,1, figuur 3.30).

3.4 Bepaling viswatertype

Het viswatertype van de Gentse binnenwateren is niet eenduidig te typeren. Het type dat de situatie op de meeste locaties het meest benaderd, m.u.v. kanaal Gent- Oost-ende en de Coupure, is het blankvoorn-brasem viswatertype . De visgemeenschap komt ook deels overeen met het brasem-snoekbaars viswatertype , maar onder-scheidt zich op basis van het aantal plantminnende soorten. Het blankvoorn- brasem viswatertype wordt gekenmerkt door een matige groei van waterplanten en een geringe zichtdiepte. De visbiomassa in de Gentse binnenwate-ren (m.u.v. de watersportbaan) ligt onder de draagkracht die dit watertype normaal kenmerkt (350-600 kg/ha). Het is goed te bedenken dat de draagkracht geen streef-

0,5

0,75

1

1,25

1,5

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)

Con

ditie

fact

or

Conditie baars N=25

0,5

0,75

1

1,25

1,5

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)

Con

ditie

fact

or

Conditie brasem N=25

0,5

0,75

1

1,25

1,5

0 10 20 30 40 50 60 70

Lengte (cm)

Con

ditie

fact

or

Conditie blankvoorn N=25

figuur 3.30 Conditiefactoren van baars, brasem en blankvoorn.

Page 33: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

33

beeld is, maar een maat voor de maximaal haalbare visbiomassa, die bovendien al-leen kan worden bereikt onder de meest optimale omstandigheden. De omstandig-heden in de Gentse binnenwateren zijn vanwege o.a. het lage aandeel paai en op-groeigebieden, verre van optimaal. De visbiomassa in de watersportbaan is in verge-lijking tot de andere wateren hoog maar desondanks heeft het water de meeste overeenkomsten met het blankvoorn- brasem viswatertype. Het kanaal Gent- Oostende en de Coupure hebben meer overeenkomsten met het brasem-snoekbaars viswatertype . Dit watertype is kenmerkend voor kanalen met veel scheepvaart en steile oevers, waardoor de ontwikkeling van onderwater vegeta-tie wordt beperkt. Op beide locaties is de brasem dominant en zijn er geen planten-minnende vissoorten aangetroffen. Overige vissoorten die met dit type worden geas-socieerd, en op deze locaties zijn vertegenwoordigd, zijn blankvoorn, kolblei (alleen Coupure), paling en pos.

Page 34: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

34

4 Discussie

4.1 Vergelijking en interpretatie vangstgegevens

4.1.1 Eerdere visstandonderzoeken

Alle gegevens van in deze paragraaf besproken eerdere onderzoeken zijn verstrekt door Ir. Kristof Vlietinck (Agentschap voor Natuur en Bos) en aldaar ook opvraag-baar. Over de visstand in de meeste Gentse binnenwateren is over het algemeen weinig informatie beschikbaar. In 2002 is door het Provinciaal Centrum voor Milieuonder-zoek in samenwerking met het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek, de Provinciale Visserij Commisie (PVC) van Oost-Vlaanderen en het agentschap voor natuur en bos een visstandbemonstering uitgevoerd in de Gentse watersportbaan, welke bestond uit elektrovisserij, fuikenvisserij en afsleping met het net (Samsoen, 2003). In het hier beschreven onderzoek uit 2011 is het open water bevist met de zegen en de oever met een 5KW elektroapparaat. In tabel 4.1 is een overzicht gegeven van de aange-troffen vissoorten op de Gentse watersportbaan.

In 2002 zijn in de Gentse Watersportbaan tien locaties bemonsterd, waarbij 12 vissoorten zijn aangetroffen. In het huidige onderzoek zijn twee locaties bemonsterd, waarbij 11 soorten werden aangetroffen (waarvan één hybride). De kolblei en snoekbaars werden in 2002 wel aangetroffen en in het huidige onderzoek niet. In 2002 waren beide soorten talrijk aanwezig en werden vooral met fuiken gevangen. Er zijn geen aanwijzingen die duiden op de totale verdwijning van beide soorten. Aangezien in het huidige onderzoek niet met fuiken is gevist, is het mogelijk dat bei-de soorten daarom niet zijn aangetroffen. Een achteruitgang van beide soorten lijkt daarom waarschijnlijker. In 2002 werden 10 elektrotrajecten van 250 m uitgevoerd, waarbij in totaal 20 kg vis werd ge-vangen. In 2011 werden twee elektrotrajecten van 300m uitgevoerd waarbij in totaal ruim 3kg werd gevangen. Met de afsleping werd in 2002 een onbekende

hoeveelheid water bevist. In totaal werd 15 kg vis gevangen, welke op basis van ge-wicht gedomineerd werd door blankvoorn (36%), brasem (25%) en snoekbaars (25%). In 2011 zijn op de watersportbaan twee zegentrekken van 0.7 ha uitgevoerd waarbij in totaal 1523 kg vis werd gevangen. De vangst werd vrijwel geheel gedomi-neerd door blankvoorn (96%). Op basis van de vangst uit de zegentrekken en de elektrotrajecten wordt de visbiomassa op de Watersportbaan geschat op 1303 kg/ha. Gezien het feit dat bijna alle vis in één zegentrek werd gevangen, is het aannemelijk dat er zich plaatselijk hoge concentraties blankvoorn ophielden ten tijde van de be-

tabel 4.1 Aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten in de Gent-se Watersportbaan. ( x: gevan-gen met elektrovisserij en fuik- en/ of zegenvisserij, * enkel met elektrovisserij, + enkel met fuik- of zegenvisserij . Soort 2002 2011

Baars x xBlankvoorn x +

Brasem + +

Giebel + *

Hybride +

Karper + +

Kolblei x

Paling x *

Pos x x

Ruisvoorn x +

Snoek * +

Snoekbaars x

Winde x +

totaal 12 11

Page 35: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

35

monstering. Het is dan ook niet ondenkbaar dat de geschatte biomassa blankvoorn, en daarmee de totale visbiomassa, enigszins wordt overschat. De karper is in 2011 wel gevangen maar gezien de schuwheid van de vis kan het karperbestand mogelij-ke worden onderschat. Deze mogelijke onderschatting staat naar verwachting niet in verhouding tot de mogelijke overschatting van het blankvoornbestand

4.1.2 Bepotingsgegevens

Alle in deze paragraaf besproken herbepotingsgegevens: zijn verstrekt door de Da-tabank herbepotingen (Agentschap voor Natuur en Bos). In tabel 4.2 zijn de herbepo-tingsgegevens van de Gentse watersportbaan uit de periode 2005-2010 weergege-ven. Sinds 2005 is er vooral veel blankvoorn uitgezet in de Watersportbaan (1203 kg), en in mindere mate winde (180 kg), rietvoorn (160 kg), karper (80 kg) en paling (6 kg). Op basis van de visstandbemonstering in 2011 wordt de visbiomassa dan ook gedomineerd door blankvoorn (96%), de vis lijkt zich hier goed thuis te voelen. Op-vallend is echter dat er geen jongbroed (0+) is aangetroffen. Mogelijk heeft de blank-voorn onvoldoende geschikt paai en opgroeigebieden kunnen vinden in de water-sportbaan, waardoor er geen jongbroed is aangetroffen. Tevens is het mogelijk dat de blankvoornpopulatie in één van de zijwateren paait (bijvoorbeeld de Noordelijke Leie). In de periode 2005-2010 is 6 kg glasaal uitgezet. Tijdens de bemonsteringen op de watersportbaan zijn in totaal 61 alen gevangen, waarvan 57 exemplaren tussen 8 en 35 cm. Het aandeel jonge aal is daarmee opvallend groot en zeer waarschijnlijk een gevolg van de uitzettingen. In het verleden zijn er ook spiegelkarpers uitgezet. Tij-dens de bemonstering is er alleen één schubkarper gevangen. Tenslotte is er 180kg winde en 160 kg rietvoorn uitgezet. Van beide soorten zijn slechts twee exemplaren gevangen.

4.1.3 Hengelvangstgegevens

Alle in deze paragraaf besproken hengelvangstgegevens zijn verstrekt door de Vlaamse Vereniging van hengelsport verbonden (VVHV). Het gemiddelde totaalgewicht vis per man hengeluur (alle gevangen vissoorten in de hele Gentse watersportbaan) van alle hengelvangsten van viswedstrijden uit de peri-ode 2001-2011 zijn weergegeven in figuur 4.1. In deze periode varieerde het gemid-delde gewicht per man hengeluur van 0,31 kg (2004) tot 1,29 kg (2001) per hengel-manuur. Sinds 2008 is er een duidelijke stijging waarneembaar.

tabel 4.2 Herbepotingsgegevens kanaal Gentse watersportbaan in de periode 2005-2010 (Bron gegevens: Databank herbepotingen, ANB).

jaar soort gewicht (kg) lengte (cm) leeftijd

2006 blankvoorn 370 10-17

karper 80

winde 37 10-17

2007 blankvoorn 160 10-17

rietvoorn 160 10-17

winde 43 10-17

2008 paling 1 glasaal

blankvoorn 323 10-17

2009 paling 2 glasaal

2010 blankvoorn 350 10-17

winde 100 10-17

paling 3 glasaal

Page 36: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

36

figuur 4.2 geeft het percentage viswedstrijden aan uit de periode 2001-2011 waarin één van deze vissoortgroepen (‘voornachtigen, brasemachtigen en andere vissoor-ten) domineerde in de aantallen. Voornachtigen (blankvoorn, rietvoorn, winde, alver, etc. ), brasemachtigen (brasem/kolblei) en andere vissoorten (paling, baars, pos, karper, etc). In de gehele periode is de variatie binnen elke groep erg groot. Na 2004 verdwijnt de groep ‘andere‘ soorten plotseling geheel uit de vangst, waarna deze vanaf 2008 weer in geringe mate worden gevangen. De samenstelling van de vangst in de jaren 2009, 2010 en 2011 verschilt nauwelijks.

De vistechnieken van enerzijds hengelwedstrijden en anderzijds visstandbemonste-ringen zijn dermate verschillend dat het niet reëel is om een vergelijking te maken van hoeveelheden gevangen vis. Over het algemeen is het goed mogelijk om trends in hengelvangsten en de resultaten van visstandbemonsteringen te vergelijken. Voorwaarde is dat er een lange reeks van hengelvangsten bekend is. De visstand-bemonsteringen zijn uitgevoerd in 2002 en 2011 waarbij verschillende vistechnieken (fuiken en zegen) zijn gebruikt.

0,0

0,5

1,0

1,5

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011Jaar

Gem

idde

ld g

ewic

ht (

kg)

per

man

heng

eluu

r

figuur 4.1 Reëel gemiddeld totaalgewicht (kg) per man hengeluur (MHU) in de vangsten tij-dens hengelwedstrijden op de Gentse watersportbaan (Bron gegevens: Vlaamse Vereniging van hengelsport verbonden (VVHV).

0%

25%

50%

75%

100%

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

%Brasemachtigen

%Andere

%Voornachtigen

figuur 4.2 Geschatte vangstfrequentie (aantalspercantage) per meest gevangen vissoorten-groep (voornachtigen, brasemachtigen en andere vissoorten) in het kanaal Gentse binnenwateren (bron: Vlaamse Vereniging van Hengelsport Verbonden (VVHV)).

Page 37: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

37

4.1.4 Overige gelijkwaardige wateren

In tabel 4.3 is een overzicht weergegeven van de geschatte visbiomassa in een aan-tal gelijkwaardige kanalen. De geschatte visbiomassa in de Gentse binnenwateren (m.u.v. de watersportbaan) varieert van 60 tot 291 kg/ha, wat normaal is in vergelij-king tot overige kanalen. De visbiomassa in de Watersportbaan wordt geschat op 1303 kg/ha, wat zeer hoog is. De variatie in visbiomassa in de verschillende kanalen is echter vrij groot.

tabel 4.3 Geschatte visbiomassa van kanalen gelijkwaardig aan de Gentse binnenwateren. Water jaar kg/ha rapport

Kanaal Bossuit- Kortrijk 2011 69 Spierts & Vis, (2011a)

Kanaal Leuven- Dijle 2011 73 Spierts & Vis, (2011b)

Albertkanaal 2010 13 Kemper & Vis (2010a)

Netekanaal 2010 33 Kemper & Vis (2010b)

Kanaal Dessel- Turnhout- Schoten 2010 205 Bosveld & Kroes (2011)

Twentekanaal 2006 250 Kemper (2006)

Julianakanaal 1999 25 Kemper (1999)

Amsterdam-Rijnkanaal 1993 15-65 Vriese et al. (1993)

Page 38: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

38

5 Conclusies en aanbevelingen

5.1 Conclusies

• Er zijn vissen gevangen verdeeld over 18 vissoorten (1921 kg). • Op locatie 5.8 a (de Leie) zijn de meeste vissoorten aangetroffen (n=12). De

vangst op locatie 5.7 bestond uit 6 soorten en was daarmee het minst soor-tenrijk.

• De conditie van baars en blankvoorn is normaal. De conditie van brasem is normaal tot goed.

• De geschatte visbiomassa in de Gentse binnenwateren (m.u.v. de water-sportbaan) varieert van 60 tot 291 kg/ha. De visbiomassa in de Gentse Wa-tersportbaan wordt geschat op 1303 kg/ha.

• De geschatte visbiomassa in de verschillende Gentse binnenwateren bestaat voor 96-100% uit eurytope vissoorten. Op 5 locaties zijn rheofiele vissoorten aangetroffen met een gewichtsaandeel variërend van < 0,0 - 0,4 %. Op 6 lo-caties zijn limnofiele soorten aangetroffen met een gewichtsaandeel varië-rend van < 0,0 - 0,2 %. Tenslotte zijn op twee locaties exoten aangetroffen met een gewichtsaandeel variërend van < 0,0 - 0,2%.

• Het viswatertype van de Gentse binnenwateren is niet eenduidig te typeren. Het type dat de situatie op de meeste locaties het meest benaderd (m.u.v. kanaal Gent- Oostende en de Coupure) is het blankvoorn-brasem viswa-tertype . Het kanaal Gent- Oostende en de Coupure hebben meer overeen-komsten met het brasem-snoekbaars viswatertype .

5.2 Aanbevelingen voor visserij en visstandbeheer

5.2.1 Inrichting en beheer van het viswater

De Gentse binnenwateren vormen een open systeem waar vis vrij kan migreren tus-sen de verschillende wateren. Bij het beheer en de inrichting van het viswater is het van belang een systeemgerichte aanpak te hanteren. Voor de ontwikkeling van een meer evenwichtige en soortenrijkere visstand verdient het aanbeveling om het areaal paai en opgroeigebieden in de Gentse binnenwateren te vergroten. Veel vissoorten paaien bij voorkeur in plantrijke stukken van een viswa-ter. Bijvoorbeeld: blankvoorn paait in ondiep water dat rijk is aan ondergedoken wa-terplanten, waar zij hun kleverige eieren aan kunnen afzetten. In kleine paaiplaatsen kunnen ei densiteiten van 10.000-200.000 stuks/m² worden bereikt. Een evenwichti-ge ontwikkeling van de 0+ jaarklasse is echter van een uitgebreide oever afhankelijk. Dus niet alleen een goede paailocatie, maar meer nog een goede opgroeilocatie is cruciaal voor het goede ontwikkeling van broedvis. De bescherming tegen predatoren is voor het jongbroed meestal van groter belang dan de grootte van de paaiplaatsen. Voor de overleefbaarheid van jong broed is het voedselaanbod een belangrijk ele-ment. In ondiepe, vegetatierijke plaatsen is het voedselaanbod hoog. Voor jonge vis-sen belangrijke voedselbronnen als zoöplankton en macrofauna zijn hier sterk aan-wezig.

Page 39: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

39

Praktische uitwerking Een goed visbroed bestand in de Gentse binnenwateren kan worden gerealiseerd door het aanleggen van vooroevers met daarachter ondiep water. Een andere moge-lijkheid is het herprofileren van taluds waardoor er een groter oppervlak met ondiep water ontstaat waar zich waterplanten kunnen ontwikkelen. De Noordelijke Leie (lo-catie 5.3) biedt goede kansen voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en paaiplaatsen op grote delen van het water. Dit kanaal is relatief ondiep, aan een zijde doodlopend, meandert behoorlijk en daarnaast is de scheepvaartintensiteit laag. Ook wordt het kanaal gekenmerkt door overhangende bomen en struiken, welke scha-duwrijke plekken creëren. Onderwater structuren kunnen dienen als paai, foerageer en schuilgebied, dit kunnen bomen of takkenbossen zijn. Het verzwaren van deze objecten is wel nodig. Op de plaatsen waar deze objecten worden geplaatst moet wel rekening worden gehouden met de sportvisserij of er moeten maatregelen hiervoor genomen worden. Het wordt aanbevolen om een gedetailleerd ontwerp te laten opstellen voor de herin-richting van de Gentse viswateren. Ook is het noodzakelijk om meer inzicht te ver-krijgen in de mate van vervuiling (zowel qua objecten alsmede de waterkwaliteit zelf) in alle onderzochte binnenwateren. Alleen dan kan een gericht advies worden gege-ven betreffende de herinrichting van de wateren om de visstand gezond te maken en vooral te houden.

5.2.2 Bepotingen

• Gezien het hoge aandeel gevangen blankvoorn kan het uitzetten van de soort (tijdelijk) worden gestopt. Indien daar aanleiding toe geeft zou er na drie jaar een evaluatie kunnen plaatsvinden.

• Het uitzetten van jonge glasaal lijkt succesvol en het wordt aanbevolen om dit te continueren.

• Er is geen aanleiding om de komende jaren andere vissoorten uit te zetten. Op dit moment is het bepoten van de wateren geen structurele oplossing om een natuurlijkere en soortenrijkere visstand te krijgen. De afgelopen vijf jaar is er veel vis uitgezet. Deze uitzettingen leidden echter weinig of niet tot nieuwe aanwas van vis. De uitgezette vissen worden wel groter, echter ver-meerdering van de soort treedt (te) weinig op. Het wordt dan ook aanbevo-len om eerst te werken aan het verbeteren van paai en opgroeigebieden voor jonge vis, alvorens het bepotingsprogramma te continueren. Op deze wijze zal er een duurzame verbetering van de visstand optreden en zal de natuurlijke mortaliteit worden gecompenseerd door aanwas van jonge vis Vooral dit laatste aspect is een belangrijk kenmerkt van een gezond viswa-ter.

• Na het uitvoeren van inrichtingsmaatregelen wordt aanbevolen om jong-broed van een aantal doelsoorten uit te zetten die op dit moment beperkt in de Gentse binnenwateren voorkomen. Hierbij kan worden gedacht aan soor-ten als snoek en zeelt. Op deze wijze kan er een duurzame impuls worden gegeven aan de visstand. De jonge vis heeft door de genomen maatregelen meer kans op overleving. De uitzettingen kunnen eveneens bijdragen aan de monitoring van de paai en opgroeigebieden.

Page 40: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

40

5.2.3 Visstandonderzoek

• De verwachting is dat de visstand op korte termijn niet snel zal veranderen. Het wordt dan ook aangeraden om de visstandbemonstering elke 5 jaar op een gelijke wijze te herhalen. Door de bemonstering eerder in het jaar uit te voeren (augustus- september) is de kans kleiner dat vis zich in grote con-centraties ophoudt vanwege de koude.

• Om meer inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het jongbroed, nadat het herinrichtings- en bepotingsplan is uitgevoerd, wordt het aanbevolen om in de zomermaanden (juni-augustus) een bemonstering met de broedzegen uit te voeren. De meest geschikte locaties zijn ondiepe plaatsen met een relatief hoge bedekking van waterplanten, bijvoorbeeld de Noordelijke Leie (locatie 5.3). Indien er in de toekomst paai en opgroeigebieden worden aangelegd, is de broedzegen een goede methode voor het monitoren van deze gebieden.

Page 41: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

41

6 Literatuur

Bijkerk R., 2010. Handboek Hydrobiologie. Biologisch onderzoek voor de ecologi-sche beoordeling van Nederlandse zoete en brakke oppervlaktewateren. Rap-port 2010 - 28, Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, Amersfoort.

Bosveld, J & M. Kroes, 2011. Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Najaar 2010. kenmerk R001-4738369QJB-ibs-V03-NL Tauw bv Utrecht, 60pp.

Kemper, J. H., 1999. Sonaronderzoek naar de visdichtheid in het Julianakanaal,

zomer 1998. Nieuwegein, Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij.

OVB-Onderzoeks-rapport Ond00070.

Kemper, J. H., 2006. Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v.

sonar. VisAdvies BV, Utrecht. Projectnummer VA2006_34, 6 pag.

Kemper, J. H. & H. Vis, 2010a. Sonaronderzoek naar het visbestand in het Albert-

kanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010. VisAdvies BV, Nieuwegein. Pro-

jectnummer VA2010_21, 11 pag.

Kemper, J. H. & H. Vis, 2010b . Sonaronderzoek naar het visbestand in het Neteka-

naal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010. VisAdvies BV, Nieuwegein. Project-

num-mer VA2010_22, 7 pag.

Klein Breteler, J.G.P. & G.A.J. de Laak, 2003. Lengte-gewicht relaties Nederlandse vissoorten. Deelrapport 1. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, Nieuwegein. OVB rapportnummer: OND00074, 12 p.

Klinge, M., G. Hensens, A. Brenninkmeijer en L. Nag elkerke, 2003 . Handboek visstandbemonstering. Voorbereiding, bemonstering, beoordeling. STOWA, Utrecht.

Samsoen, L. (2001). Visserijonderzoek in 2000. In: vissen in de Openbare Waters. De werking van de Provinciale Visserijcommissie van Oost-Vlaanderen in 2000-2001. p. 17-26

Samsoen, L. (2003). Visserijonderzoek in 2002. In: vissen in de Openbare Waters. De werking van de Provinciale Visserijcommissie van Oost-Vlaanderen in 2002-2003. p. 17-25

Spierts I. L.Y. & H. Vis, 2011a . Onderzoek naar het visbestand in kanaal Leuven-Dijle, najaar 2011. VisAdvies BV, Nieuwegein. Projectnummer VA2011_17, 30 pag.

Spierts I. L.Y. & H. Vis, 2011b . Onderzoek naar het visbestand in kanaal Bossuit- Kortrijk, najaar 2011. VisAdvies BV, Nieuwegein. Projectnummer VA2011_17, 30 pag.

Vriese, F.T., S. Semmekrot & J.H. Kemper, 1993. De visstand in het Amsterdam-

Rijnkanaal. OVB – onderzoeksrapport 1993-04.

Zoetemeyer, R.B. & B.J. Lucas, 2007. Basisboek visstandbeheer. Sportvisserij

Nederland, Bilthoven.

Page 42: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

42

Bijlage I Vangstgegevens per locatie (elektro+zegen)

Locatie 5.1 a 5.1 b 5.2 5.3lengte ba br bv gi pa po sk ba br bv hy ka pa po rv wi ba br bv gi pa po rv wi ba bd br bv gi sk ze

4 15 5446 5 3 3 2 1 64 1 10247 2 15 21 11 1 248 1 9928 33 12 13 2 4 20 1 616 96 8649 24 2 6 15 2 8 1 32 32 1472

10 1 1 9 1 1 5 4 32 80311 2 1 1 2 2 1 2 1 1 3 1 61712 1 7 3 408 2 1 3 15013 2 5 1 1428 2 3 1 4314 1 10 1 1838 1 2 1 1 27715 1 7 6 6 2926 516 1 7 5 319917 5 8 1 2790 1 2 10718 12 5 3813 1 9919 11 4 13 2450 1 1 2 1 820 1 9 11 19 2790 1 2 6421 10 2 15 13 819 1 122 8 3 19 16 341 1 123 1 6 4 18 29 71 25624 7 9 17 136 1 1 125 8 3 7 408 126 5 2 3 3 1 127 3 136 1 128 1 1 1 1 129 1 2 1 1 230 2 1 131 1 132 4 133 9 1 134 1 1 6 135 236 1 137 238 1 1394041 242 1 3 143 2 244 1 14546 147 3 1 148 1 149 2 2 1505253 15455 15658596163 164 166 1 171748085

Eindtotaal70 ## 28 1 40 41 1 123 166 23553 3 1 21 31 2 2 55 10 15 6 7 11 2 1 995 2 128 7320 4 3 2

Page 43: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

43

Locatie 5.4 5.5 5.6lengte ba br bv gi hy ka kb pa po sb ba br bv hy pa po rg sb ba br bv gi hy pa rv sk

456 897 2 1 48 1 1 48 18 2 22 5 31 29 47 2 1 2 29 8 21 6 1410 13 9 4 2 153 91 3 7 37 7411 30 3 6 1 66 15 1 29 59 212 20 21 3 1 22 22 1 3 32 39 113 42 1 28 2 3 1 95 9 15 3014 10 3 59 7 15 52 2 6 7 21 115 5 8 51 1 1 15 4 4 5 316 1 3 69 3 5 7 12 5 11 1 117 5 3 23 2 15 2 9 318 3 4 18 7 22 1 5 319 2 3 1 22 15 1 520 2 4 1 7 14 121 1 1 1 7 3 322 1 3 1 7 4 123 1 1 1 3 1 324 3 3 1 225 8 2 1 1 126 2 327 1 3 10 1 128 1 3 1 2 229 5 1 130 831 1632 13 133 1 534 11 2 1 135 11 3 536 8 4 137 7 238 3 239 2 1 140 241 3 1 4 142 3 143 4 1 344 3 345 1 146 3 247 4 148 149 1 150 152 1535455 1565859 1616364 16671 174 18085

Eindtotaal202 163 288 6 1 1 2 1 12 10 190 354 388 15 2 4 1 4 107 183 264 2 2 1 8 2

Page 44: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

44

Locatie 5.7 5.8 A 5.8 B tot.lengte ba br bv pa rv wi al ba br bv hy kb pa po rv sb sk wi ba bv gi pa rg rv sk zb

4 15 5446 11927 3 13518 1 12 26 17809 9 28 15 3 23 1 1 1804

10 4 1 429 2 2 8 29 40 6 13 2 1 178711 5 480 3 2 4 38 11 1 10 1 1 140112 2 401 1 1 13 5 2 24 1 119013 2 448 5 11 3 18 219814 80 1 2 10 11 1 1 25 2 244815 19 1 1 10 19 9 2 310916 5 3 3 36 2 7 2 338817 1 8 1 1 18 21 5 3 303418 4 1 1 23 31 7 1 406119 2 2 19 32 3 1 259920 1 5 27 295921 2 9 16 1 1 1 90722 1 4 5 1 41723 22 8 1 1 42724 7 3 1 1 1 19425 1 1 7 1 45026 11 4 3527 13 3 1 1 17528 17 2 1 1 3529 24 2 4030 19 2 3 3631 3 1 2232 3 1 2333 1 2 1 2134 1 1 1 2735 3 2436 1 1637 1 1238 1 839 440 1 341 1142 943 1 1344 1 945 246 647 1 1148 349 750 152 153 1 254 1 155 1 356 1 158 1 159 161 1 163 164 1 366 1 371 174 180 1 185 1 1

Eindtotaal21 6 1876 15 4 1 2 65 330 282 8 4 20 10 2 2 1 2 176 16 2 8 1 1 1 1 37814

Page 45: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

45

Bijlage II Gegevens bemonsterde locaties

GPS coördinaten (WGS84) bemonsterde trajecten elektro traject North East 5.1A N51 02.933 E3 41.668 5.1B N51 03.143 E3 40.559 5.2 N51 02.390 E3 41.475 5.3 N51 03.461 E3 41.221 5.4 N51 03.246 E3 42.553 5.5 N51 04.093 E3 41.814 5.6 N51 03.005 E3 41.657 5.7 N51 02.353 E3 44.315

5.8a N51 02.390 E3 41.475 5.8b(1) N51 02.727 E3 43.248 5.8b(2) N51 02.785 E3 43.242

GPS coördinaten (WGS84) bemonsterde trajecten zegen

Locatie North East 5.1A N51 03.123 E3 40.584 5.1B N51 02.923 E3 41.761 5.2 N51 02.419 E3 41.467 5.4 N51 03.084 E3 42.610 5.5 N51 04.083 E3 41.827 5.6 N51 02.923 E3 41.761 5.7 N51 02.360 E3 44.299

5.8a N51 02.419 E3 41.467

Locatie

nr. Vegetatie Oever-

type pH Temp.

(ºC) Geleidbaar-

heid (ms/cm) Doorzicht

(cm) 5.1A geen damwand 9 15,8 0,76 80 5.1B geen damwand 9 15,8 0,76 80 5.2 flap damwand 9 15,4 0,72 80

5.3 pompelblad/riet/

overhangende bomen en struiken

Natuurlijk

met riet 9 13,3 0,72 50

5.4 pompelblad damwand 9 15,3 1,03 60

5.5 Hier en daar overhangen-

de bomen en struiken damwand 8,5 15,8 1,15 50

5.6 riet stortsteen/riet 8,5 15,9 1,12 40 5.7 hoornblad kademuur 8,5 14,2 1,04 60

5.8a riet Damwand/

stortsteen 8,5 14,9 1,10 80

5.8b overhangende bomen

en struiken

Damwand/

stortsteen 8,5 14,9 1,01 40

Page 46: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

46

Bijlage III Bovengrens 0+ aangetroffen vissoorten

Afkorting SoortnaamBovengrens

0+ (cm)AL Alver 8BA Baars 8BR Brasem 8BV Blankvoorn 8GI Giebel 7HY Hybride 6KB Kolblei 6PA Aal/Paling 4PO Pos 6RG Riviergrondel 4RV Rietvoorn/Ruisvoorn 7SB Snoekbaars 14WI Winde 10ZB Zonnebaars 4

Page 47: Onderzoek naar het visbestand in de …...In oktober 2011 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onder zoek uitgevoerd naar het visbestand in de Gentse binnenwateren

© VisAdvies BV

47

Visserij Service Nederland

Molenkade 3 2964 LB Groot-Ammers

Twentehaven 5 3433 PT Nieuwegein

t. 030 285 10 66

e. [email protected] www.VisAdvies.nl

K.V.K. 30207643; ABN-AMRO: 40.01.19.528

Aansprakelijkheid: VisAdvies BV, noch haar aandeelhouders, vertegenwoordigers of werknemers, zijn aansprakelijk voor enige di-recte, indirecte, incidentele of gevolgschade dan wel boetes of andere vormen van schade en kosten die het gevolg zijn van of voortvloeien uit het gebruik van het advies van VisAdvies BV door opdrachtgever of voortvloei-en uit toepassingen door opdrachtgever of derden van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van VisAdvies BV. Opdrachtgever vrijwaart VisAdvies BV voor alle aanspraken van derden en de door VisAdvies BV daarmee te maken kosten (inclusief juridische bijstand) indien de aanspraken op enigerlei wijze verband houden met de voor de opdrachtgever door VisAdvies BV verrichtte werkzaamheden. Niettegenstaande het voorgaande is elke aansprakelijkheid van VisAdvies BV uit hoofde van de overeenkomst van opdracht tussen VisAdvies BV en opdrachtgever beperkt tot het bedrag dat in het betreffende geval onder de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van VisAdvies BV wordt uitbetaald, vermeerderd met het bedrag van het eigen risico dat volgens de verzekering ten laste komt van VisAdvies BV. Indien geen uitkering mocht plaatsvin-den krachtens genoemde verzekering, om welke reden ook, is de aansprakelijkheid van VisAdvies BV beperkt tot [twee keer] het bedrag dat door VisAdvies BV in verband met de betreffende opdracht in rekening is gebracht [en tijdig is voldaan in de twaalf maanden voorafgaande aan het moment waarop de gebeurtenis die tot de aanspra-kelijkheid aanleiding gaf plaatsvond,] met een maximumaansprakelijkheid van [€50.000].