Onderzoek naar duurzame inzetbaarheid · 2018-03-19 · Wagner Group is een door de Rijksoverheid...

52
W E L B E S C H O U W D V O O R U I T Overheid en data-economie Wat kunnen we leren van Apple en Amazon? Kapitaal van de ambtenaar Investeren in soft skills maakt wendbaarder Ontwikkeling telt, aantal opleidingen niet Onderzoek naar duurzame inzetbaarheid Nepnieuws en online platforms Overheidsingrijpen: ja of nee? thema EIGEN REGIE IN LEREN

Transcript of Onderzoek naar duurzame inzetbaarheid · 2018-03-19 · Wagner Group is een door de Rijksoverheid...

12

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

Overheid en data-economie

Wat kunnen we leren van Apple en Amazon?

Kapitaal van de ambtenaar

Investeren in soft skills maakt wendbaarder

Ontwikkeling telt, aantal

opleidingen nietOnderzoek naar

duurzame inzetbaarheid

Nepnieuws en online platforms

Overheids ingrijpen: ja of nee?

them

a EIGEN REGIE IN LEREN

22ONDERZOEK

Ambtenaren zijn redelijk

honkvast. 70 Procent werkt

al 5 jaar of langer bij dezelfde

werkgever. Hoewel ze zich gesti-

muleerd voelen om zich bij te

scholen, ontbreekt het ambtena-

ren vaak aan tijd en opleidings-

budget. Bovendien vinden ze

‘ontwikkeling’ belangrijker dan

‘opleiding’ en daar kunnen ze zelf

goed zorg voor dragen.

38RADICALE VERNIEUWING

Veranderkracht wordt in

het overheidsdomein steeds

belangrijker. Daarom is een

radicale vernieuwing nodig.

We moeten naar een verhou-

ding van ongeveer 80 procent

werken en 20 procent leren,

aldus programmamanager

A+O fonds Gemeenten Marieke

de Feyter en bijzonder hoog-

leraar Aukje Nauta.

28KAPITAAL VAN DE AMBTENAAR

Er verandert veel op technolo-

gisch vlak, zegt arbeids- en organi-

satiepsycholoog Charissa Freese.

Het is belangrijk dat HR-mensen

daarover nadenken. Wat betekent

dat voor de organisatie? Wat

kunnen we met technologie

en wat niet? Wat moeten onze

mensen kunnen, nu en straks, en

in hoeverre ligt de verantwoorde-

lijkheid bij de medewerkers zelf?

21THEMA EIGEN REGIE IN LEREN

Het werk van ambtenaren verandert. Niet alleen vakinhoudelijke en technologische kennis is belangrijk maar ook competenties als ondernemingszin en innovatieve en communicatieve skills. Met een stevig persoonlijk kapitaal kunnen ambtenaren in veranderende omstandigheden de regie in eigen hand houden. Maar hoe versterken we dat kapitaal?

nr. 12 | 2018

2

INHOUD14FINTECHNederland telt honderden fintech-bedrijven, die hoge ogen gooien met innovatieve financië-le diensten. Toch is fintech voor de Haagse politiek vooral een risico-dossier. De heersende mening is dat een stabiel financieel ecosys-teem is gebaat bij de stabiliteit van de bestaande spelers terwijl je voor echte innovatie dynamiek in de markt nodig hebt.

18OVERHEID ALS PLATFORMData zijn de rode draad voor nieuwe innovaties: door informatie- uitwisseling tussen verschillende spelers kunnen nieuwe en betere producten en diensten worden ontwikkeld. Voor de overheid is het tijd om wakker te worden. Door te leren van platformbedrijven, kan ze efficiënter werken en andere partijen faciliteren om met nieuwe innovaties te komen.

37 Thema eigen regie in lerenOldambt breekt de pensioengolf

41 Thema eigen regie in lerenWe doen het liever zelf

42 Thema eigen regie in lerenWerkt de organisatie mee?

7 In het nieuwsOpvallers en aandachtstrekkers

32 Thema eigen regie in lerenAllemaal een tweede baan

35 Thema eigen regie in lerenTekort ict’ers bedreigt digitale ambities

6 Kees VersteeghOmbudsman voor voorlichting

20 Arwin van BuurenStormtrots

50 Kees JansenGa toch werken!

Van onze kennispartner

30 Kennisprogramma DuurzaamDoorCommunity of Practice

10NEPNIEUWSStrenge wetgeving gericht op digitale platforms kan helpen om nepnieuws tegen te gaan. Maar daarmee wordt de traditionele rolverdeling van media die de overheid controleren omgedraaid en daar is niet iedereen blij mee. ‘Een keurmerk voor betrouwbaar-heid of het filteren van informa-tie is een slecht idee. Iedereen die filtert, heeft iets te verbergen.’

Rubrieken Columns

44 Thema eigen regie in lerenE-learning

47 Thema eigen regie in lerenWork.Boost

48 NotadokterPensioencommunicatie

nr. 12 | 2018

3

Gecertifi ceerd worden als commissaris?

Zorg dat uw kennis op peil is en bouw aan uw netwerk

www.wagnergroup.nl/pd

Governance Opleiding voor Commissarissen & BestuurdersStartdata 2018:

06 april 2018 Amsterdam18 mei 2018 Groningen02 juli 2018 Santpoort14 september 2018 St. Michielsgestel05 oktober 2018 Brummen02 november 2018 Den Haag19 november 2018 Valkenburg07 december 2018 Amsterdam

Op weg naar een wereld die groter is dan onszelfWagner Group is een door de Rijksoverheid erkende instelling voor Hoger Onderwijs

en voldoet aan de voorwaarden die VTW, Aedes, NBA, KNB, NOB en RB stellen aan de toekenning van PE punten.

ISO 9001

“De Governance Opleiding geeft je niet zozeer altijd maar pasklare antwoorden, het zet je enorm aan het denken

over de breedte van je verantwoordelijkheden.

De case studies en de ervaringen van de docenten en mede-cursisten zijn erg waardevol en prikkelen je om je

gezichtsveld te verbreden.”

Job ten Berge, CFO OCI Nitrogen

EDITORIALI, RobotEen golf van nieuwe technologieën overspoelt onze maatschappij. Steeds meer onderzoeken concluderen dat de toenemende robotisering ertoe zal leiden dat in de toekomst steeds minder mensen voldoende inkomen uit arbeid kunnen verwerven. Het beroep op het sociaal zekerheidsstelsel zal zodanig groot worden dat deze hieronder zal bezwijken. De roep richting politieke besluitvormers, bestuurders en onderzoekers om te komen tot een duidelijke toekomstvisie en de moed om meer te doen dan symptoombestrijding wordt steeds luider.Volgens Charissa Freese, senior onderzoeker nieuwe arbeidsrelaties aan de Tilburg University, raast de technologie zo snel voort dat opleidingen voor het leven niet meer kunnen. ‘Maar als je ervoor zorgt dat je over stevig persoonlijk kapitaal beschikt, dan blijf je wendbaar en houd je ook bij veranderende omstan-digheden de regie in eigen hand.’Hoe kunnen we het kapitaal van een ambtenaar zo versterken dat ze met gebruik van technologische middelen de inwoners van Nederland zo goed mogelijk kunnen ondersteunen? Freese constateert dat het misschien niet zo zinvol is om te investeren in technische vakkennis maar meer in soft skills, zoals advies- en onderhandelingsvaardigheden. Raadpleging onder 300 ambtenaren door Publiek Denken en Overheid in Nederland laat zien dat Freese een punt heeft. Uit onze raadpleging blijkt onder andere dat ambtenaren het aantal opleidingen niet relevant vinden. Ze spreken liever in meer algemene zin over ontwikkeling. Ook benadrukken ze het belang van eigen initiatief en een proactieve houding in hun ontwikkeling.Wij vroegen hun over welke opleidingen ‘een ambtenaar van de toekomst’ dient te beschikken. Meningen hierover verschillen, van agile en scrum werken, design denken en werken als ondernemer tot leidinggeven aan je baas, realistisch becij-feren en zelfbewustwording. Maar over wat zij in de toekomst nodig hebben om hun werk goed uit te voeren? Daarover zijn ze eenduidig. ‘Ambtenaren moeten creatief en opleidingsgericht denken en werken en dat combineren met een externe oriëntatie,’ aldus een ambtenaar. Een ander zegt: ‘De werkzaamhe-den van de ambtenaar worden ingehaald door de technologische mogelijkhe-den. Wat overblijft voor de ambtenaar is real time contact van mens tot mens. Ambtenaren met goede intermenselijke vaardigheden, daar is nu al vraag naar. Opleidingen zouden zich moeten concentreren op sociale vaardigheden, geweld-loze communicatie en het ontwikkelen van empathie.’ Hear hear.

Asha Narain is hoofdredacteur van Publiek Denken

nr. 12 | 2018

5

IN HET NIEUWS‘Ombudsman’ voor de voorlichtingIn de tragische sage rond Halbe Zijlstra kreeg de handelwijze van zijn voorlichters en woordvoerders wat minder aandacht. Die deden actief mee, zo bleek uit reconstruc-ties, aan het in stand houden en uitventen van de ‘datsja-leugen’ van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken. Nu zijn media het nodige gewend waar het gaat om afhouden, draaien en ‘spinnen’ door overheidsvoorlichters. Maar domweg meeliegen gaat toch weer een stapje verder, reden om er wat langer bij stil te staan. Zeker nu steeds meer functiona-rissen in de voorlichtingssector zich opmaken om de journalistiek overbodig te maken. ‘Over vijf jaar hebben we nauwelijks nog contact met journalisten,’ profe-teerde Marc Lamers, directeur Corporate communicatie en marketing, van de Wageningse Universiteit onlangs. Even later mocht diezelfde Lamers journalisten uitleggen waarom de universiteit een online college planologie offline had gehaald na bezwaren van een vastgoedfirma.Toen ik departementale voorlichters vroeg naar de handelwijze van hun collega’s op BZ, kreeg ik ontwijkende antwoorden. Bij soortgelijke affaires in het verleden werden - op z’n best - daders stilletjes afgevoerd naar de buitengebieden van het openbaar bestuur. Openlijke, kritische reflectie op het eigen handelen hoort kennelijk niet.En dat is jammer. Full disclosure en bijbehorende verantwoording zijn een bitter smakend, maar verder prima medicijn. Ze bieden inzicht in de dilemma’s waar de betreffende sector voor staat. Kijk naar het werk van Ombudsmannen bij diverse kranten. Die zijn, soms met vallen en opstaan, scherper gaan opereren, veelal tot genoegen van de lezers. Onlangs nog kregen verslaggevers van mijn krant openlijk op hun kop. Zij hadden al langer weet gehad van de datsja-leugen van Zijlstra, zo bleek, maar verzuimd dit verhaal goed uit te zoeken, zo vond de Ombudsman. Ik verzeker u: nu al vrees ik de dag dat mij zo’n oordeel in de weekendkrant treft.Op social media en in de vakbladen zijn diverse pr-mensen actiever geworden in het belichten van allerlei pr-ongelukken in het openbaar bestuur. Hulde! Ook steekt men soms de hand in eigen boezem, zoals voorlichters van de Amsterdamse politie na de ‘pseudo-aanslag’ door een suikerpatiënt op het plein voor Amsterdam CS. Nog meer hulde! Toch zou het goed zijn als dergelijke vormen van reflectie een gestructureer-der en prominenter platform kregen. Publiek en media worden er wijzer van, net als - vermoedelijk - de voorlichters zelf.

Kees Versteegh is journalist bij NRC Handelsblad

nr. 12 | 2018

6

IN HET NIEUWSTekst Maurits van den Toorn

Half januari maakte de Nieuw-Zeelandse premier Ardern bekend dat ze in verwach-ting is en later dit jaar een paar weken met zwangerschapsverlof gaat. Het leidde tot een schokje, want kan dat wel voor iemand op zo’n belangrijke post? Dat politici ook een privéleven hebben wordt in ieder geval nog steeds niet gewoon gevonden. Denk aan de ophef hier toen GroenLinks-fractieleider Jesse Klaver tijdens de formatie op vrijdagen niet beschikbaar was wegens zijn wekelijkse papadag. Sommige lieden vonden dat dat niet kon: onze gekozen en benoemde politici worden immers geacht zich het ganse etmaal drie slagen in de rondte te werken in het landsbelang, om hooguit op zondag thuis het vlees te komen snijden. Of zo’n dag afwezigheid in forma-tietijd politiek handig is, is een andere kwestie.

Toch is het een beetje rare discussie. We worden toch juist vanuit de politiek gesti-muleerd om te streven naar een betere balans tussen werk en privé? Is het dan geen winst als politici daar zelf ook aan doen en tegelijkertijd wat meer meekrij-gen van het leven van de tegenwoor-dig zo populaire ‘gewone Nederlander’. Bovendien is het helemaal niet zo’n nieuw verschijnsel: de staatssecretaris-sen Van Gennip en Schultz van Haegen gingen allebei ten tijde van het tweede kabinet-Balkenende twee keer met zwan-gerschapsverlof zonder dat het land in de afgrond verdween. En nog iets langer geleden streefde de Noorse premier Stoltenberg ernaar om - als het even kon - om zes uur thuis te zijn zodat hij met zijn kleine kinderen tv kon kijken. Zowel Noorwegen als de kinderen zijn er waar-schijnlijk niet slechter van geworden.

Politici met verlof

De Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern gaat met zwangerschapsverlof

De bewindsvrouw van het nieuwbak-ken ministerie van Landbouw heeft het druk. Minister Schouten werd al na een paar dagen na haar aantreden gecon-fronteerd met mestfraude. Inmiddels is er ook kalfjesfraude (eveneens een vorm van mestfraude overigens) en als dringendste probleem een dreigend Europees verbod op pulsvisserij. Dat is vissen op platvis met behulp van stroomstootjes, hoewel het vissen met elektriciteit sinds 1988 in de Europese Unie in principe niet langer mag.Geheel verschillende zaken, maar

wel met overeenkomsten: zowel bij de mest als bij visserij was al veel eerder bekend dat er problemen waren. Over mestfraude was er al in mei 2016 het rapport Mest nader onder de loep genomen, dat pas in januari dit jaar alsnog openbaar werd gemaakt. Over de pulsvisserij waar-schuwde onderzoeksinstituut Imares in Wageningen in 2015 dat Nederland onvoldoende rekening hield ‘met de sociale en politieke dimensie van pulsvisserij op het Europese niveau’. Oftewel in gewone mensentaal: andere

EU-lidstaten waren tegen. Desondanks werden er steeds meer vergunningen verstrekt. Volgens EU-regels mag 5 procent van de visserijvloot pulstech-niek hebben, maar inmiddels vist zo’n 30 procent van de Nederlandse platvisvloot op deze manier. Die extra vergunningen werden verstrekt onder de noemer ‘wetenschappelijk onderzoek’. Curieus: als de Japanse overheid precies hetzelfde argument gebruikt om vergunningen voor de walvisvangst te verlenen, zijn wereld-wijd de rapen gaar.

Mest en vis

Maar liefst 30 procent van de Nederlandse vissers doet aan pulsvisserij

In de rubriek In het nieuws neemt Publiek Denken de actualiteit van de afgelopen drie maanden door. Wat zijn de opvallers en aandachtstrekkers?

nr. 12 | 2018

7

Half januari meldde het ANP dat het afgelopen jaar in Amsterdam 18.000 mensen met een bijstandsuitkering weer aan het werk waren gegaan. Wethouder Arjan Vliegenthart van Sociale Zaken (SP) kon de stad en zichzelf met dat resultaat feliciteren. In Rotterdam stroomden 15.000 mensen uit de bijstand, aanzien-lijk meer dan de 12.000 die de gemeente

als streefaantal had. Daarop kon wethouder Maarten Struijvenberg van Werkgelegenheid en Economie (Leefbaar Rotterdam) het glas heffen. Twee steden, twee successen maar met tegengesteld beleid: Amsterdam gelooft in een zachte aanpak (Vliegenthart: ‘Deze cijfers laten duidelijk zien dat je met vrien-delijk doen minstens zo veel mensen

verder helpt als met streng doen.’), terwijl Rotterdam juist streng optreedt (Struijvenberg: ‘Streng? Ik noem het rechtvaardig.’) en een tegenprestatie eist, soms door mensen verplicht op straat te laten werken. De linkse én de rechtse wethouder worden in elk geval in hun gelijk bevestigd.Toch is het de vraag of ze zich wel terecht op de borst kloppen. Uit onderzoek blijkt dat een groot aantal mensen in de bijstand niet meer hoeft te solliciteren, de activiteiten om mensen aan het werk te krijgen blijven beperkt tot de groep die wél reële kansen op werk heeft. Die poten-tieel succesvollere groep krijgt meer aandacht en stimulansen en is bovendien zeer welkom op de arbeidsmarkt. De economie trekt immers behoorlijk aan, met zo langzamerhand bijna maandelijks hogere groeicijfers en toenemende vrees voor oververhitting. Links beleid of rechts beleid effectief? Och nee: It’s the economy, stupid.

Uit de bijstand

Wethouder Arjan Vliegenthart

Eind vorig jaar werd bekend dat het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk de bouw van een nieuw zieken-huis wil laten financieren door Siemens Healthineers. Het wordt een ‘toekomstgericht ziekenhuis’ met ‘hoogwaardige specialistische patiëntenzorg’, dat zich zal onder-scheiden door ‘een zeer patiënt-vriendelijke logistiek en een hoog serviceniveau’. Aldus het pers-bericht dat uitgebreid de media haalde, waarna het verder stil bleef. Logisch zolang het onderzoek naar de bestuurlijke en financiële (on)mogelijkheden loopt, minder logisch als het gaat om de vraag wat we van zo’n commerciële construc-tie vinden: een nieuwe stap in de marktwerking in de zorg. Helemaal nieuw is de betrokkenheid van commerciële partijen trouwens niet, het Admiraal de Ruyterziekenhuis in Goes heeft de bouw van nieuwe

operatiekamers laten financie-ren door Siemens Healthineers en huurt ze van dit bedrijf. En ruim tien jaar geleden was het Slotervaart Ziekenhuis in Amsterdam het eerste ziekenhuis in de vorm van een BV met een investeringsmaatschappij als eigenaar.Ziekenhuizen die in de rode cijfers belanden gaan failliet, zoals vijf jaar geleden het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in Spijkenisse. Wat dat betreft is er al lang sprake van marktwerking in de sector. Maar als het wel goed gaat, mag een batig saldo dan ten goede komen aan een externe partij c.q. financier? De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen is er voorstander van, minister Schippers en met haar de Tweede Kamer vonden het in 2014 ook in orde. Het wetsvoorstel waarin dit wordt geregeld ligt sindsdien bij de Eerste Kamer, maar omdat de

minister met enkele wijzigingen zou komen (wat nooit is gebeurd), is de behandeling van het voorstel door de senaat aangehouden. Inmiddels lijkt trouwens de Tweede Kamer op haar schreden te zijn teruggekeerd, want in januari 2017 ging de Kamer met grote meerderheid akkoord met

een verbod op winstuitkeringen door zorgverzekeraars. Dat gebeurde met steun van de huidige coalitiepartners D66, CDA en ChristenUnie. Erg veel trek in meer marktwerking in de zorg lijkt er niet te zijn, maar een duidelijk ja of nee is wenselijk, al was het maar voor potentiële investeerders.

Commercieel ziekenhuis

Het nieuwe RKZ

nr. 12 | 2018

8In

het

nie

uw

s

Boze en bezorgde Groningers kunnen zo langzamerhand een busabonnement nemen naar alweer een Kamerdebat met de minister van Aardgas. De voorlopig laatste keer was na de beving rond Zeerijp, met een kracht van 3,4 de een na zwaarste Groningse beving ooit. Ondertussen veroordeelt de rechter de NAM keer op keer tot het direct vergoeden van de waardedaling van woningen als gevolg van aardbevingsschade en niet pas bij verkoop. Het beloofde schadepro-tocol bleef nog uit, maar dat kwam door de langdurige kabinetsformatie, aldus minister Wiebes. Zelfs op de dag eind januari waarop het er écht zou zijn was het er nog niet.Dat nieuwe protocol – het is er inmiddels – was trouwens nodig omdat de NAM uit het vorige was gestapt. Dat het vervol-gens bijna een jaar duurde voordat er een nieuw protocol kwam, wekt de indruk

dat de overheid de hand op de knip probeert te houden. Dat geldt misschien nog wel meer voor NAM-eigenaar Shell, getuige het in juni 2017 intrekken van de ‘403-aansprakelijkheidsverklaring’ voor de NAM. Volgens sommige juristen betekent dit dat Shell er niet meer op aan te spreken is als de NAM te weinig geld zou hebben voor het vergoeden van schade. Anderen bestrijden dat weer, zodat het voorspelbare grondstof is voor nieuwe rechtszaken. Minister Wiebes toont intussen daadkracht: na het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk terug te brengen naar 12 miljard kubieke meter per jaar, kondigde hij aan dat de gaswinputten rond Loppersum ‘op de kortst mogelijke termijn’ dicht gaan. Inmiddels zijn er alweer meerdere aardbevingen geweest, gelukkig niet zulke zware.

Hand op de knip

Groningers protesteren steeds heftiger tegen gaswinning in hun provincie

Regeren is vooruitzien, maar soms ook terug-kijken naar het vaderlands verleden met steeds verder afbladderende helden als Jan Pieterszoon en Witte de With. De nieuwste erflater onder vuur is de relatief onbekende Johan Maurits van Nassau-Siegen, ooit gouverneur van Recife in het huidige Brazilië. Museum het Mauritshuis haalde zijn stand-beeld uit de foyer vanwege de ‘groeiende maatschappelijke discussie’ over het slaver-nijverleden van Nederland en zijn rol daarin. Gek genoeg tillen ze daar in Brazilië veel minder aan, naar het schijnt, en wordt hij daar juist gezien als iemand die veel goeds voor het land heeft gedaan.Het haalde zelfs de politiek, want premier Rutte waarschuwde dat we niet met de bril van nu naar feiten uit het verleden moeten kijken. De directie van het museum voerde vervolgens een mooi staaltje damage control uit en maakte een draai van 180 graden: het beeld was juist vervangen door een mooier exemplaar elders in het museum, mét uitleg erbij. De premier kreeg een standje dat hij ‘beter naar de feiten had moeten kijken’. Rutte reageerde in een tweet dat hij bij zijn standpunt blijft, maar zijn voorbeeld niet goed had gekozen.Voor VVD-fractieleider Dijkhoff was het aanleiding om op zijn Facebook-pagina te reageren. Zijn conclusie: ‘We moeten onze geschiedenis levend houden. Daar hoort discussie bij, zeker. Maar als we met een grote gum een deel van de geschiedenis uit de samenleving wissen, dan heb je die discussie juist niet. Dan gooien we hele hoofdstukken weg, dan verliezen we onze helden en leren we ook niet meer van onze zwarte bladzijden. Als we onze geschiedenis niet kennen, kennen we onszelf niet. Dan blijft er alleen een identiteitsloze leegte over.’Er is iets voor te zeggen, maar vast niet iedereen ziet het zo. Het is wachten op de volgende vaderlandse held waar de zaag in wordt gezet.

Vaderlands verleden

Het Mauritshuis in Den Haag haalde het beeld van Johan Maurits van Nassau-Siegen weg

De affaire rond PvdA-Kamerlid William Moorlag, die als directeur van een sociale werkplaats een ongeoorloofde constructie had gebruikt om mensen in dienst te nemen, heeft laten zien dat de PvdA traditiegetrouw goed is in intern ruzie-maken. Het streven van de nieuwe partijvoor-zitter Nelleke Vedelaar om het binnen de partij weer ‘gezellig’ te maken, heeft nog niet direct tot resultaat geleid. Na veel verwarring en een extern onderzoek mocht Moorlag blijven, omdat hij het met de beste intenties had gedaan (en trouwens niet eens zelf had bedacht): door mensen via een uitzendbureau in te huren, hoefde hij ze minder

te betalen en kon hij met het beschikbare budget meer mensen aan betaald werk helpen.Iets verdergaande introspectie bleef uit. Want de vraag waarom een dergelijke constructie kennelijk nodig is om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen, zou ook het ministerie van SZW niet onberoerd moeten laten. Kennelijk is de Participatiewet, het product van de PvdA-bewindslieden Klijnsma en Asscher, op dit punt toch niet zo succesvol als werd verwacht. Wellicht een taak voor minister Koolmees en staatssecretaris Van Ark om hier verbetering in te brengen?

Ongeoorloofde constructie

nr. 12 | 2018

9In

het n

ieuw

s

nr. 12 | 2018

10W

elbes

chouw

d

Overheidsingrijpen:ja of nee?

Nepnieuws is van alle tijden

Han van der Horst is de auteur van Nepnieuws; een wereld van desin-formatie, dat eind februari bij uitgeverij Scriptum is versche-nen. In dit werk plaatst hij het

fenomeen nepnieuws in een historisch perspectief. ‘Nepnieuws, propaganda en misleiding zijn van alle tijden,’ aldus Van der Horst. ‘En opvallend genoeg worden ze vooral door overheden ingezet om hun doeleinden te bereiken.’In Nepnieuws passeert daarvan een groot aantal voorbeelden de revue. Daarbij zitten een aantal likely suspects, zoals de nazi’s en de Sovjets, maar natuurlijk ontbreken ook Trump en Poetin niet in zijn verhaal. ‘Wat we ons vaak niet realiseren is dat ook de Nederlandse overheid geloof hechtte aan nepnieuws en het daardoor meer geloofwaardigheid verschafte,’ zegt Van der Horst. ‘Bijvoorbeeld dat er

massavernietigingswapens opgeslagen lagen in Irak.’ Ook Nederland heeft zich schuldig gemaakt aan het manipuleren van nieuws, bijvoorbeeld als het gaat om Nederlands-Indië, aldus Van der Horst. ‘Er heerste een grote onwetendheid over wat daar gebeurde en dat was niet misselijk. En de koloniale machthebbers probeerden zoveel mogelijk hun gefilterde beeld van de situatie naar Nederland door te geven. Daar zijn ze in hoge mate in geslaagd.’

DomDoor de opkomst van het internet en de digitalisering is het een stuk gemak-kelijker geworden om nepnieuws te verspreiden. Met welke gevolgen laat bijvoorbeeld de Russische inmenging in de Amerikaanse verkiezingen zien. Van der Horst: ‘Rusland zet zijn oude traditie van propaganda en desinformatie voort.

Dat verbaast me niet en ik heb er ook geen oordeel over. In het westen zijn wij met onze democratische waarden beperkt in onze schurkachtigheid. Dat heeft als positief bijeffect dat we door de rest van de wereld als betrouwbaar worden gezien. De recente ontmanteling van de Wereldomroep is in dat opzicht een van de domste dingen die we hebben kunnen doen. De Wereldomroep - met zijn reputatie van betrouwbaarheid en enorme bereik - verleende ons aanzien in de wereld: Nederlanders belazeren je niet. Dat is belangrijk, zeker als je een handels-natie bent.’Hoe kun je de verspreiding van nepnieuws een halt toe roepen? In Duitsland probeert men het sinds begin 2018 met de Netzwerkdurchsetzungsgezetz, waarmee sociale media een aantal verplichtin-gen krijgen opgelegd, bijvoorbeeld de verplichting om aan te geven hoe burgers

Tekst Marc NotebomerBeeld Aad Goudappel

Begin deze maand riep de Tweede Kamer minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op om zich hard te maken voor het opheffen van EUvsDisinfo, de nepnieuws-waakhond van de Europese Comissie. Immers, media controleren de overheid en niet andersom. Dat geldt wellicht voor traditionele media maar toch kan strenge wet- en regelgeving gericht op digitale platforms helpen om nepnieuws tegen te gaan, aldus Sander van Veldhuizen van het Centraal Planbureau (CPB). Historicus Han van der Horst vindt dat onzin. ‘Een keurmerk voor betrouwbaarheid of het filteren van informatie is een slecht idee. Iedereen die filtert, heeft iets te verbergen.’

‘In het westen zijn we met onze

democratische waarden beperkt in schurkachtig-

heid’

nr. 12 | 2018

11W

elbesch

ouw

d

kunnen klagen over nepnieuws. Ook Frankrijk bereidt volgens Van der Horst wetgeving voor die rechters een rol geeft bij de identificatie en bestraffing van nepnieuws. Toch blijft het in een democra-tische rechtsstaat lastig, zegt hij. ‘Je loopt al snel tegen de vrijheid van meningsui-ting en de universele rechten van de mens aan. Een voornemen zoals begin maart van de Europese Unie, om platforms als YouTube, Facebook en Twitter desnoods met regel- en wetgeving te dwingen hun content te filteren, kan dan ook niet per definitie op zijn steun rekenen. ‘Een keurmerk voor betrouwbaarheid of het filteren van informatie zijn slechte ideeën. Als overheid moet je er verre van blijven om media op deze manier te sturen. Iedereen die filtert, heeft iets te verbergen.’In plaats daarvan moeten burgers worden toegerust om nepnieuws te herkennen. ‘Ze zijn niet dom en hebben een hoop gezond verstand. Een belangrijke taak daarbij is weggelegd voor het onderwijs. Al op school moeten kinderen leren om kritisch met informatie om te gaan. Daarom verdienen tekstinterpretatie en mediawijsheid meer nadruk: wat staat er, wat betekent het en waar komt het vandaan? En verder: niet wegstop-pen bij een vak, maar integreren in het curriculum.’

ZorgenBurgers scholen in het herkennen van nepnieuws is altijd een goed idee, vindt ook Sander van Veldhuizen, programma-manager Publieke financiën van het Centraal Planbureau (CPB). Maar dat betekent niet dat de overheid daarna op haar lauweren kan rusten. ‘Digitale platforms brengen voordelen door op te treden als makelaar voor uiteenlopen-de informatie, producten en diensten,’ aldus Van Veldhuizen. ‘Hun opkomst heeft voor gewone bedrijven toegang tot een markt gecreëerd die veelal groter is dan hun traditionele offline markt. Bovendien kunnen producten gemakkelijk met elkaar worden vergeleken, waardoor prijzen vaak lager zijn. Maar er zijn ook nadelen. Zo zijn er prikkels voor plat- formen om hun eigen diensten voorrang te geven op de diensten die concurren-ten op het platform aanbieden. En steeds vaker worden digitale platforms gebruikt om misleidende informatie te verspreiden

en wordt er (onbewust) verdiend aan advertenties gericht op het verstoren van democratische processen. Daar kun je je zorgen over maken.’In de policy brief Scientia Potentia Est, waarvan Van Veldhuizen medeauteur is, noemt het CPB vier manieren waarop de overheid risico’s rond het ordenen van informatie door platforms kan aanpakken: 1. door beleid gericht op gebruikers; 2. door concurrentie te bevor-deren; 3. door platforms transparanter te maken voor hun gebruikers; 4. door platforms aansprakelijk te maken voor de externe effecten van hun gebruikers. De eerste twee maatregelen zijn volgens het planbureau lastig uitvoerbaar. Van Veldhuizen: ‘Van veel gebruikers weten we niet wie het zijn. Bovendien kunnen ze in het buitenland gevestigd zijn en blijken niet alle buitenlandse overheden coöpera-tief als het gaat om opsporing. Een ander

probleem is: leugens verspreiden is niet strafbaar.’ Ook het bevorderen van concurrentie door toetreding van nieuwe platformen is een lastige. ‘De investering die een nieuw platform zou moeten doen om uit te groeien tot een serieuze concurrent voor een bestaand platform als Facebook, wordt vanwege schaalvoordelen steeds groter: niet alleen moet een nieuw platform snel veel gebruikers aantrekken, ook moeten de kwaliteit en diversiteit van de producten die op het platform worden aangeboden, beter zijn dan op concur-rerende platforms. Verder zijn er voor de gebruikers van de huidige platforms nauwelijks prikkels om over te stappen: de waarde van het platform zit voor hen in het netwerk dat ze hebben opgebouwd en het voordeel dat ze putten uit de gebruikersgeschiedenis.’Het meeste effect wordt volgens het CPB daarom bereikt met maatregelen die gericht zijn op het transparanter

maken van platforms en op die platforms verantwoordelijk maken voor de externe effecten van hun gebruikers. Daartoe doet het planbureau de volgende voorstellen:

• Ontwerp een vergunningenstelsel voor platforms. Met een vergunningenstelsel kunnen toezichthouders grip krijgen op spelers in snel veranderende markten.

• Maak transparant hoe het platform informatie prioriteert. Als gebruikers weten hoe het platform de berichten rangschikt en presenteert, kunnen zij de betrouwbaarheid beter inschatten.

• Markeer en filter schadelijke informatie. Platforms kunnen verplicht worden om berichten met ongewenste of schadelij-ke informatie te markeren of te filteren.

• Faciliteer gebruikersfeedback. Als gebruikers inzicht hebben in de feedback van andere gebruikers, kunnen zij zich een beter oordeel vormen over de betrouwbaarheid van informatie.

• Geef burgers het recht op een verified account. Als iedere gebruiker de moge-lijkheid heeft om zijn identiteit te laten controleren, wordt het makkelijker om de betrouwbaarheid van informatie te bepalen.

• Maak politieke advertenties uniform en herkenbaar. Maak ook op digitale platforms duidelijk wanneer informa-tie afkomstig is van politieke partijen of hun sponsors.

In tegenstelling tot historicus Han van der Horst ziet Van Veldhuizen weinig bezwaren tegen overheidsregulering. ‘In de financiële sector waren we ook niet bang keihard in te grijpen, dus waarom bij grote digitale platforms niet. Sommige mensen zijn om privacyredenen tegen een verified account, maar aan de andere kant: als je niks te verbergen hebt, wat is dan het probleem?’ n

Voor meer informatie: • Van der Horst, H. (2018). Nepnieuws;

een wereld van desinformatie. Schiedam: Scriptum.

• https://www.facebook.com/nepfake/• https://www.cpb.nl/publicatie/scientia-

potentia-est-de-opkomst-van-de-makelaar-voor-alles

‘Leugens verspreiden is niet strafbaar’

nr. 12 | 2018

12W

elbes

chouw

d

Met deze verkiezing wordt

de aandacht gevestigd op een

beroepsgroep die vooral achter

de schermen opereert. We richten

de schijnwerper op ambtenaren

die een excellente prestatie

hebben geleverd. Wie zijn de

succesvolle sleutelfiguren bij de

overheid? En wat maakt hen tot

een voorbeeld voor anderen?

Vanaf 12 juni 2015 kunt u een collega

(of uzelf, dat mag ook!) nomineren voor

de PM Top 100. Wie verdient dit jaar

de titel Beste Ambtenaar? Er wordt

een jury- en publieksprijs uitgereikt.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt

tussen rijksoverheid en decentrale

overheden (gemeenten, provincies en

waterschappen) en tussen management,

beleid en uitvoerend/ondersteunend.

alleen gekeken worden naar de technische opgave maar ook naar de

organisatorische: een andere manier

van werken, organiseren en samenwerken met burgers en bedrijfsleven. Bij digitalisering vormt dat de grootste uitdaging.

Op 22 mei aanstaande verschijnt Publiek Denken met de tweede editie van de special en e-zine 'I-samenleving'. Digitalisering heeft consequenties voor de organisatie van het publieke domein en de overheid. Om de kansen van digitalisering optimaal te benutten moet niet

Wij bieden u de mogelijkheid uw visie, aanpak, experiment of dienstverlening bij onze lezers onder de aandacht te brengen. De special verschijnt in een oplage van 55.000 (print en

online) en wordt verspreid onder leden van de Eerste en Tweede Kamer en lezers bij rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en uitvoeringsorganisaties.

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

i-samen-leving

Adverteren of inhoudelijke aandacht? Neem dan contact op met MediaSales0031, Boyke Rajbalsing, om de mogelijkheden te bespreken:

T 06 10 93 47 77 | E [email protected]

Onder andere de volgende onderwerpen komen aan bod: regie op gegevens, digitale agenda, e-health, AVG, cybersecurity, 3D, identiteitsfraude, inclusie in de informatiesamenleving, etcetera.

13

SPECIAL | E-ZINE

Nederland telt honderden fintech-bedrijven, die hoge ogen gooien met innovatieve financiële diensten. Veel drempels zijn geslecht. Maar de kern van de kritiek blijft. ‘De politiek ziet fintech vooral als een risicodossier.’

Tekst Pieter van den BrandBeeld Shutterstock

Nederland talmt met invoering Europese Payment Service Directive (PSD2)

‘Voer privacy-discussie niet over de rug van fintech’

Ze zijn getooid met klinkende namen als Cashrocket, Otly! of Bux. Ze maken amper kosten maar knabbelen gestaag markt-aandeel af van de gevestigde financiële grootmachten. Intussen introduceren

ze in rap tempo financiële internetdiensten: van betaalmethoden en ‘cloud boekhouden’ tot online kredietaanvragen. Een mooi staaltje Hollands glorie is betaalprovider Adyen, dat met zijn online betaal-diensten voor webwinkeliers de wereld verovert en onlangs zelfs het Amerikaanse PayPal van veilingsite eBay kegelde. En zo zijn er nog honderden, allemaal onder de noemer ‘fintech’ (een samentrekking van ‘finance’ en ‘technologie’). Ook de gevestigde orde probeert een graantje mee te pikken. Zo zijn Apple en Google met nieuwe betaal-methoden gekomen. In eigen land zijn er de apps Peak van de Rabobank en Tikkie van ABN Amro. Met Peak kunnen klanten wisselgeld in een beleggings-potje stoppen. Tikkie stelt hen in staat hun vrienden

betaalverzoekjes via WhatsApp te sturen zonder gedoe met ingewikkelde IBAN-nummers. Naast banken haken verzekeraars en pensioenfondsen in op het innovatieproces. Neem InsureApp, dat verze-keringen op maat aanbiedt via de smartphone. Door de komst van nieuwe technologieën en het groeiend gebruik van smartphones zit de financiële sector middenin een radicaal vernieuwingsproces.Maar de raderen van de fintech-industrie draaien niet vanzelf. In 2015 kwamen in een onderzoek van de Rabobank, ING Nederland, Holland Fintech en advies-bureau Roland Berger veel barrières naar voren: verouderde regelgeving, onvoldoende kennis bij toezichthouders en een uiterst moeizame samenwer-king tussen startups, gevestigde partijen en overheid. Toezichthouders AFM (Autoriteit Financiële Markten) en DNB (De Nederlandsche Bank) zouden weinig oog hebben voor concurrentie en diversiteit in de finan-ciële sector. Een jaar later werden tijdens een hoor-zitting in de Tweede Kamer nog meer hindernissen

nr. 12 | 2018

14Vo

oru

it

gesignaleerd. Fintech-pioniers komen niet makkelijk aan durfkapitaal en moeten hun inves-teerders in het buitenland zoeken. Ook de rol van overheid als launching customer komt nauwelijks van de grond. Dan is er nog een praktisch puntje bij het starten van een fintechbedrijf: de nog experimentele nieuwkomers kunnen niet aan de starre eisen van het huidige vergunningsstel-sel van De Nederlandsche Bank (DNB) voldoen en krijgen geen bankvergunning, nog los van de ellenlange procedures en administratieve rompslomp die ze hierbij moeten tarten.

FrustratiesWillem Vermeend heeft het hele scala van problemen op zijn bordje gehad. De oud- staatssecretaris van Financiën en oud-minister van Sociale Zaken in de kabinetten-Kok werd begin 2016 door de ministers Dijsselbloem (Financiën) en Kamp (EZ) gevraagd als ‘special

fintech envoy’. Juist om alle frustraties die de fintech-industrie moet meemaken uit de weg te ruimen en als brug tussen jonge sector, overheid, toezichthouders en banken. In maart stopt hij met zijn functie, nadat zijn evaluatie in de Tweede Kamer is besproken. Dat rapport verscheen al mei vorig jaar, maar de commis-sie-Financiën van de Kamer besloot te wachten op de komst van het nieuwe kabinet. Vermeend is zeer tevreden over wat er de afgelopen twee jaar is bereikt. De geschetste knelpunten zijn volgens de voormalig PvdA-politicus voor een belangrijk deel opgelost. ‘Ons land heeft beslist een sterkere positie gekregen op fintech-gebied. De grote banken zijn sneller gaan digitaliseren. De sector heeft het vernieu-wingsproces heel snel opgepakt. Kijk ook naar een nieuwkomer als internetbank Bunq. De inzet van nieuwe technologie, zoals robottechnolo-gie en blockchain-systemen, is omarmd. Het

‘De rol van overheid als launching customer komt nauwelijks van de grond’

nr. 12 | 2018

15Vo

oru

it

aantal fintech-bedrijven groeit explosief. Dus dat zegt genoeg.’ Volgens Vermeend is het klimaat voor startups flink verbeterd. ‘Er zijn meer mogelijkhe-den om investeerders aan te trekken. Ik ben ervan overtuigd dat we tot de koplopers in Europa gaan behoren.’ In het regeerakkoord wil kabinet-Rutte III de toe-treding van nieuwe fintech-bedrijven op de finan-ciële markt eenvoudiger maken met de invoering van een bankvergunning light. Nieuw is dat plan niet, er wordt in politiek Den Haag al zo’n drie jaar over gepraat. Met ingang van vorig jaar hebben de toezichthouders AFM en DNB de toegang voor innovatieve bedrijven tot de markt voor financiële dienstverlening al verruimd. De toezichtscontro-le blijft overeind, maar er is ruimte voor maatwerk. Onder voorwaarden krijgen zij dan een tijdelijke vergunning. ‘De toezichthouders worden steeds ontvankelijker voor de wensen van de markt,’ zegt Vermeend. ‘Ook zij zijn gaan vernieuwen. Ze laten bijvoorbeeld expe-rimenten toe. Samen hebben ze een innovation hub gestart, waar fintech-ondernemers met hun toezicht-vragen terecht kunnen. De meningen hierover zijn

dan wel verdeeld, maar een paar jaar geleden was dit er niet. Dat is een goede prestatie. Veel landen hebben zoiets niet.’Blijft er dan niets meer te wensen over? ‘Nou, vergele-ken met de landen om ons heen kennen we hier nog veel bureaucratie. In Engeland is men veel soepeler’, stelt Vermeend. ‘Aan de andere kant heb je regels nodig. Nederland staat internationaal bekend om zijn hoge niveau van bankwezen. Het toezicht in ons land is streng maar kwalitatief erg goed. Dat heeft zijn voordelen. Als je positief bent bevonden als bedrijf, ben je betrouwbaar. En wat nieuw is, is dat ze voortaan ook bereid zijn mee te denken. Om eerlijk te zijn: ik zie alleen eigenlijk alleen maar positieve ontwikkelingen.’

SymbolischTwee jaar geleden zag Don Ginsel, oprichter van Holland FinTech, de komst van Willem Vermeend als Fintech Envoy prima zitten. Holland FinTech is een kennis- en netwerkwerkorganisatie die onderzoek doet en evenementen organiseert voor zo’n 350 lidbedrijven, actief met digitale financiële tech-nologie. ‘Vermeend kan de publieke zaak beter verbinden en heeft veel connecties. We zien hier veel potentie in’, zei Ginsel destijds in een interview met zakenblad Sprout. ‘Partijen zijn beslist nader tot elkaar gekomen. Vermeend heeft daar zeker toe bijgedragen’, oordeelt de Holland FinTech-ceo nu. ‘Al was zijn functie deels symbolisch, want de ambte-lijke ondersteuning was mager. In Den Haag is nog steeds weinig bereidheid om financiële innovatie te steunen, voornamelijk vanwege onvoldoen-de begrip van de digitale wereld. De politiek ziet fintech vooral als een risicodossier. De heersende mening is dat een stabiel financieel ecosysteem is gebaat bij de stabiliteit van de bestaande spelers. Zij innoveren weliswaar, maar voor echte innovatie heb je dynamiek nodig in de markt, met nieuwkomers en vertrekkers.’

‘Voor echte innovatie heb je dynamiek nodig in de markt’

nr. 12 | 2018

16Vo

oru

it

Volgens Ginsel zou de overheid veel meer moeten investeren in digitale kennis, bijvoorbeeld via het onderwijs. ‘Er zit veel potentie in fintech. Digitale mogelijkheden worden steeds toegankelijker voor het publiek. Kijk maar hoe druk iedereen met zijn smartphone is. Daar komen ook steeds meer financiële tools op. Zaak voor de overheid om burgers goed te helpen bij het aanleren van digitale financiële vaardigheden, in plaats van steeds te roepen dat ze deze verantwoordelijkheid niet aankunnen. Consumenten voor moeilijkere digitale keuzes te staan.’ Illustratief voor de weinig proactieve houding van het kabinet, betoogt Ginsel, is het getalm met de invoering van de Europese richtlijn PSD2 (Payment Services Directive). Klanten mogen straks zelf bepalen van wie ze financiële diensten afnemen en wie toegang krijgt tot hun betaal- en rekeninggegevens. Hun bank moet daar verplicht aan meewerken. Deze herziene richtlijn, die medio januari in ons land moest zijn ingevoerd, biedt kansen voor de fintech-markt om nieuwe diensten op aan te bieden. Maar de invoering van PSD2 is vertraagd. Volgens het kabinet is er meer tijd nodig om met het financiële veld af te

stemmen vanwege de grote impact van de nieuwe regelgeving. Ook zou de Europese Commissie op zich laten wachten met het vaststellen van technische beveiligingsstandaarden. Privacy en veiligheid van bankdata zijn de kritiekpun-ten waar tal van partijen op hameren rond de invoering van de PSD2, van AFM en DNB tot aan de Consumentenbond en tv-programma Radar.Het privacy-argument is een drogreden, vindt Ginsel. ‘De consument behoudt de volledige controle over zijn eigen financiële gegevens. Ook moeten we de privacydiscussie niet over de rug van fintech maar in het licht van de gehele digitale wereld voeren, denk aan de data van gebruikers waar Facebook, Google en Apple over beschikken. Banken vrezen het verlies van hun alleenrecht op het doen van betalingen, als andere dienstverleners ook contact hebben met consu-menten hebben over hun data en geld. Maar deze wetgeving is een gepasseerd station en we kunnen in Nederland nog slechts details invullen. Op dit vlak zijn we nu de hekkensluiter in de EU, wat ons diskwalificeert als vestigingsland.’ Vermeend is het eens met Ginsel dat de overheid meer moet investeren in digitale kennis via onder meer het onderwijs. Maar over PSD2 is hij veel minder somber. 'Ik ga ervan uit dat Nederland ook op dat vlak aansluiting kan vinden bij de kopgroep in Europa. Het is veel te voorbarig om deze conclusie nu al te trekken.' n

‘Consumenten komen voor moeilijkere digitale keuzes te staan’

‘Nederland is hekkensluiter in de EU’

nr. 12 | 2018

17Vo

oru

it

Eind januari nam het kabinet een belangrijke beslissing over de gaswinning in Groningen: de overheid pakte de regie terug van het bedrijfsleven om

burgers zo meer rechtszekerheid te geven bij de afhandeling van schade veroor-zaakt door bodemdaling en aardbevingen als gevolg van de gaswinning. De sterke controlerende en initiërende rol van de overheid als het gaat om onze fossiele grondstoffen staat in groot contrast met de afwachtende houding die ze inneemt in onze digitaliserende samenleving en de nieuwe economie. De transitie naar die nieuwe economie is volop gaande. Data zijn daarin de nieuwe grondstof. Dit zien we terug in de top 10 van ’s werelds meest waardevol-le bedrijven op de beurs. Werd deze top twintig jaar geleden nog gedomineerd door olie- en staalbedrijven, momenteel staan de ict-bedrijven bovenaan: Apple, Alphabet (Google), Microsoft, Amazon en Facebook.Deze bedrijven zijn de nieuwe olie: zij hebben een sleutelpositie verworven in de data-economie en zijn inmiddels onmisbare spelers geworden in het dagelijks leven van elke burger: contact met vrienden, het uitzenden van je eigen muziek of film, het lezen van nieuws, het kopen van spullen, het zoeken naar hotels en vervoer via taxi-diensten. Via

de ‘clouds’ en computerservers van deze bedrijven stromen data uit de Nederlandse ‘bodem’, zoals het gas door het Nederlandse gasnet. Platformen zijn de nieuwe economische pijlers.Die platformbedrijven zijn inmiddels zo groot geworden dat het bijna angstaanja-gend is. Niet voor niets worden ze ook wel de ‘Frightful Five’ genoemd. Zij bezitten de digitale infrastructuren van de toekomst, ze integreren, communiceren, zoeken, winkelen, verbinden vermaak en logistiek met elkaar en opereren over de grenzen van sectoren heen. Ze voegen voortdurend nieuwe functies toe: betalen, gezondheid en gaming. Alles draait immers op hetzelfde gas... euh data.

EstlandHoe moet de overheid inspelen op deze nieuwe economie? Door wakker te worden en een actievere rol te spelen. Jarenlang keek ze de ontwikkelingen aan en liet ze de markt haar werk doen. Nu is het moment gekomen om in te grijpen. Niet met miljardenboetes die vaak pas jaren later komen maar met een toekomstgerichte visie op de samenle-ving als geheel en de rol van bedrijven en platformen daarin. Net zoals dit bij het gas is gebeurd.De overheid kan veel leren van de plat-formbedrijven. Hoe ze zelf efficiënter

In vrijwel alle maatschap-pelijke domeinen zijn data de rode draad voor nieuwe innovaties: door uitwisseling van informa-tie tussen verschillende spelers in verschillende domeinen kunnen nieuwe producten en diensten ontwikkeld worden die zorg beter en goedkoper maken, onderwijs verbe-teren en de samenleving veiliger maken. Voor de overheid is het tijd om wakker te worden, betoogt futuroloog en strategisch adviseur Maurits Kreijveld. Door te leren van platform-bedrijven, kan ze efficiënter werken en andere partijen faciliteren om met nieuwe innovaties te komen.

Wat kunnen we leren van Apple en Amazon?

Overheid en data-economie

Tekst Maurits Kreijveld

Maurits Kreijveld is futuroloog en strategisch adviseur en expert op het gebied van platformeconomie,

digitale innovatie en cocreatie

nr. 12 | 2018

18

DE OVERHEID ALS PLATFORM

kan werken, hoe ze meer gebruik kan maken van de inbreng van burgers en hoe ze andere partijen kan faciliteren om met nieuwe innovaties te komen. De zorg, energie en mobiliteit: er zijn talloze domeinen waar innovaties hoognodig zijn. Digitalisering van de dienstverlening en verdere integratie van verschillende regelingen en systemen in een centraal platform. Een omslag die Estland maakte. Estland wordt gezien als het voorbeeld voor de digitale overheid. Of het succesvol is, hangt een beetje af van hoe je het beoordeelt. Wat je wel kunt zeggen: Estland heeft - mede uit financiële noodzaak - een radicale slag gemaakt naar volledige digitalisering. Daarmee kon het ineens efficiënt/goedkoop opereren en moest het ook meteen nadenken over zaken als: hoe regel je een ID-bewijs in het digitale domein met burgers die over de hele wereld kunnen reizen, etcetera. Ook werkt Estland samen met tech-bedrijven om een EPD [elektronisch patiëntendos-sier, red.] vorm te geven op basis van de blockchain. In Nederland praten we daar al decennia over.

NapoleonwetIn vrijwel alle maatschappelijke domeinen zijn data de rode draad voor nieuwe inno-vaties: door informatiewisseling tussen verschillende spelers in verschillende

domeinen kunnen nieuwe producten en diensten ontwikkeld worden die zorg beter en goed koper maken, onderwijs verbeteren en de samenleving veiliger maken. Net als bij het gas kan de overheid hier zorgen voor standaarden en uitwis-selbaarheid zodat iedere burger aangeslo-ten kan worden en alle partijen onderling kunnen samenwerken, gebruikmakend van dezelfde aansluiting en hetzelfde soort gas. Tegelijkertijd kan de overheid doen wat het via de NAM deed, slim samenwerken met bedrijven die kennis en infrastructu-ren hebben, en goed kijken hoe ze ervoor kan zorgen dat alle burgers kunnen profiteren van de opbrengsten. Meer ruimte voor de commons in plaats van voor het grootkapitaal. Dat betekent ook een nieuwe plek geven aan het publieke domein in het digitale, en daarvan de toegang voor elke burger bewaken.Een digitaal equivalent van de Napoleonwet wellicht, waarmee de Nederlandse staat of de burgers zelf eigenaar worden van alle data die ‘uit de Nederlandse grond’ afkomstig zijn? Dit zou burgers en de overheid een sterkere positie geven tegenover de grote commerciële databedrijven. In ieder geval zou het eigenaarschap duidelijker bij de burgers kunnen komen te liggen en de geaggregeerde

en geanonimiseerde data bijvoorbeeld, bij de staat. Vervolgens kan de overheid op zoek naar die partijen die onze data het beste te gelde kunnen maken of dat op de meest verantwoorde of gewenste manier doen. En dat alles democratisch gecontroleerd.

Regulering van platformenEen sterke overheid kan zorgen voor een sterke regulering van de markt en kan duidelijke kaders en grenzen aangeven waarbinnen men mag opereren. Met het vaststellen van een minimumloon voor bezorgers en schoonmakers wordt een van de onderkanten van de platform- economie voorlopig gerepareerd. Amsterdam en enkele andere internati-onale steden leggen Airbnb aan banden. Maar er zal meer nodig zijn om de ontwikkeling van de platformeconomie in goede banen te leiden en te zorgen dat alle burgers hiervan kunnen profite-ren. Waar het de cruciale infrastructuren van de toekomst betreft, zal ook regule-ring nodig zijn zoals we die kennen van het internet en telecom: bijvoorbeeld netneutraliteit. Er is veel te doen. Hopelijk zijn er geen digitale aardbevingen nodig voor de overheid deze transformatie omarmt en toepast wat ze heeft geleerd van het gasavontuur. n

'Hopelijk leert de overheid van haar gasavontuur en is een digitale aard-beving overbodig'

nr. 12 | 2018

19

COLUMNArwin van Buuren

Stormtrots Arwin van Buuren is bijzonder hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

We zaten de afgelopen maanden midden in het stormseizoen. Het jaar was koud drie dagen oud, of de eerste storm raasde over ons land. En 18 januari gold zelfs code rood. Persoonlijk vond ik de nieuwjaarsstorm leuker. Rijkswaterstaat sloot haar waterkeringen. Dijklegers patrouilleerden over onze dijken. Vloedschotten werden gemonteerd. En naarmate er meer keringen dicht gingen, wakkerde de storm van nationale trots over Hollands glorie op. Met een hashtag ervoor werd de kering trending op Twitter. De minister daalde vanuit haar hoge Haagse toren af om hoogstpersoonlijk ooggetuige te zijn van dit staaltje waterbouwvernuft. Voor een paar dagen waren we met z’n allen trots op onze overheid die namens ons de elementen tart.Rijkswaterstaat en de waterschappen wisten niet hoe zij het grootst mogelijke slaatje uit al deze free publicity moesten slaan. De tweets van hun medewer-kers werden gedeeld en ‘geliked’. Met onverholen trots werd uitgebazuind dat mensen een gat in de lucht sprongen toen ze werden opgebeld om hun vakantie te onderbreken. We volgden onze dijkwerkers met stijgende bewondering. En als toetje kwam er - oh wat een bof - ook nog een hoogwatergolf. Dit kunnen we prima aan, zei de waterveiligheidsexpert van Rijkswaterstaat met de kalmte van de kenner die wel voor hetere vuren heeft gestaan. Ja, sterker nog, we kunnen zelfs twee keer zoveel aan. Dat klonk dan wel weer een beetje opschepperig, maar we geloofden het graag. Even hielden we onze adem in, en daar verdween de hoogwatergolf al in de Noordzee. Dat pakketje rivierverruimende maatregelen van twee miljard bleek toch verdraaid goed te werken. Het is me een stelletje, die dijkwerkers. Hun recept? Ze snappen hoe het werkt, staan klaar als het moet, geloven in hun product en zijn trots op hun vak. Daar kan geen boze burger tegenop. En dus was er geen zuurpruim die het feestje durfde bederven en mopperde over de maniakken van Rijkswaterstaat die de scheepvaart lamlegden. Niemand monkelde dat de kleiboeren van de water-schappen hun bevriende aannemers spekken met opdrachten voor veel te dikke dijken. Natuurlijk, een storm is heel wat minder wicked dan de meeste andere issues waar de overheid haar tanden op stuk bijt. Niemand wil immers een overstro-ming. Iedereen ziet het gevaar. Maar dat recept van die dijkwerkers - daar kunnen we toch wat van leren. Al is het maar om de ambachtelijke kant van het over-heidsambt niet te vergeten, als de persoonlijke ontwikkeldoelen van de publieke professional weer eens ter sprake komen.

nr. 12 | 2018

20

EIGEN REGIE IN LEREN

Thema

Duurzame inzetbaarheid

22

Kapitaal van de ambenaar

28

Twee banen32

Nijpend tekort aan ict'ers

35

Oldambt breekt de pensioengolf

37

Maak leren goedkoop!

38

Intern opleiden41

Werkt de organisatie mee?

42

E-learning44

Work.Boost47

Tekst Marc NotebomerBeeld Dimitry de Bruin

Aantal opleidingen telt niet, maar

ontwikkeling wel

Publiek Denken doet onderzoek naar duurzame inzetbaarheid ambtenaren

Ambtenaren zijn redelijk honkvast. Maar liefst 71 procent werkt al 5 jaar of langer bij zijn huidige werkgever. Hoewel ze zich door hun werkgever gesti-

muleerd voelen om zich bij te scholen, ontbreekt ambtenaren vaak aan voldoende tijd en opleidingsbudget om de gewenste opleiding te kunnen doen. Bovendien vinden ze ‘ontwikkeling’ belangrijker dan ‘opleiding’ en

daar kunnen ze zelf goed zorg voor dragen. De naderende inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie heeft op de toekomstplannen van ambtenaren maar weinig invloed. Een en ander blijkt uit onderzoek van

Publiek Denken en Overheid in Nederland.

nr. 12 | 2018

22

thema

EIGEN REGIE IN LEREN

Gemiddeld zijn ambtenaren elke twee jaar betrokken bij een reorganisatie of verande-ring die vrijwel altijd vanuit bezuinigingsoogpunt plaats-

vindt en waarbij banen verloren gaan. Technologische ontwikkelingen verande-ren de omgeving van hun werk, het werk zelf én de ambtenaar. Verder verandert binnenkort de rechtspositie van ambte-naren door de invoering van de Wet normalisering rechtspositie. Een en ander betekent dat ambtenaren zich moeten blijven ontwikkelen om in steeds verande-rende omstandigheden hun werk te doen. Nieuwe competenties en vaardigheden zijn nodig zodat ze hun nieuwe rollen en taken zo goed mogelijk kunnen blijven vervullen. Niet alleen vakinhoudelijke kennis is belangrijk maar ook competen-ties als ondernemingszin en innovatieve en communicatieve skills. Hoe staat het eigenlijk met de opleiding en ontwikkeling van ambtenaren in Nederland? Hoe mobiel en duurzaam inzetbaar zijn ze eigenlijk? Zijn ze bereid om zich bij te scholen als hen dat beter voorbereidt op een toekomst in het openbaar bestuur? En overwegen ze om over te stappen naar het bedrijfsleven als de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking treedt? Om een antwoord te krijgen op deze vragen voerde Publiek Denken in samenwerking met onderzoeksbureau Overheid in Nederland een onderzoek uit onder 300 ambtenaren. Daarvan is 55 procent man en 45 procent vrouw. Wat betreft leeftijd, is 21 procent jonger dan 40; 79 procent tussen de 40 en 65 jaar. En verder werkt 37 procent bij het rijk, 51 procent bij een gemeente, 9 procent bij een ZBO/agentschap, 3 procent bij de provincie en 1 procent bij een waterschap/hoogheemraadschap.

HonkvastAmbtenaren blijken redelijk honkvast te zijn. Maar liefst 71 procent werkt al langer dan 5 jaar bij dezelfde werkgever. Een minderheid van 16 en van 6 procent werkt

tussen de 2 en 5 jaar en de 1 en 2 jaar bij dezelfde werkgever. En slechts 7 procent is korter dan 1 jaar bij zijn werkgever in dienst. Sommige ambtenaren geven aan al decennia bij een organisatie te werken. Dienstverbanden van 25 en 30 jaar zijn geen uitzondering. In die gevallen is er meestal sprake van meerdere functies.Toch laat het arbeidsverleden van de meeste ambtenaren een redelijke mate van mobiliteit zien. Rond de 32 procent heeft meer dan 4 werkgevers gehad, terwijl 18 en 20 procent bij 4 en 3 verschillende werkgevers heeft gewerkt. 19 Procent van de bevraagde ambtenaren heeft 2 werk-gevers gehad en een restcategorie van 12 procent geeft bijzondere omstandigheden aan, zoals detachering, werkzaamheden voor een uitzendbureau of werk in andere branches. Ook wisselen ambtenaren vaak van functie. Maar liefst 89 procent geeft aan

meerdere posities te hebben bekleed. Slechts 11 procent is steeds werkzaam geweest in dezelfde functie. Overigens geeft die groep aan dat onderdelen van het werk wel zijn veranderd, ook al is de functie in grote lijnen hetzelfde gebleven. Als oorzaak hiervan noemen ze reorganisa-ties en andere interne ontwikkelingen.

Losse workshopsAls het gaat om scholing, geeft 38 procent van de deelnemende ambtenaren aan meer opleidingen te hebben gevolgd dan zijn collega’s terwijl 23 procent van mening is evenveel of minder opleidingen te hebben gevolgd. Maar liefst 36 procent van de ambtenaren stelt zich bescheiden op en geeft aan geen oordeel te hebben over dit onderwerp. Van alle antwoorden is dat het meest gekozen. Opvallend genoeg geven sommige ambte-naren aan het aantal opleidingen niet van belang te vinden. Liever spreken ze in meer algemene zin over ontwikkeling. Die ontwikkeling hoeft niet per se of per definitie door middel van een opleiding vorm te krijgen. Zoals een ambtenaar zegt: ‘Ik ben altijd bezig om kennis te vergaren in mijn vakgebied en dat doe ik vooral via het internet.’ Andere ambtenaren bena-drukken het belang van eigen initiatief en een proactieve houding in hun ontwikke-ling. Het zal dan ook niemand verbazen dat een meerderheid van 55 procent zegt

‘Ambtenaren zijn redelijk honkvast

maar wisselen vaak van functie’

Hoe lang bent u werkzaam voor uw huidige werkgever?

Korter dan 1 jaar Tussen 1 en 2 jaar Tussen 2 en 5 jaar Langer dan 5 jaar

7% 6% 16%

71%

nr. 12 | 2018

23

EIGEN REGIE IN LEREN

geen aanvullende opleidingen nodig te hebben gehad om te komen waar het nu is. Daartegenover staat dat 45 procent aangeeft die aanvullende opleidingen wel nodig te hebben gehad. Vaak gaat het dan om losse workshops en trainingen.28 Procent van de deelnemende ambtena-ren geeft aan die aanvullende opleiding langer dan 2 jaar geleden te hebben gevolgd. Nog eens 22 procent zegt dat het maximaal 2 jaar geleden is. Een grote groep van 49 procent heeft zich in het afgelopen jaar nog bijgeschoold. Opnieuw geven ambtenaren aan dat ze opleidingen relatief onbelangrijk vinden. ‘Leren is iets wat je altijd moet doen en hangt niet af van een ooit gevolgde cursus waarbij je alleen de basis leert. Een papiertje is niks waard totdat je het in de praktijk toetst.’De meeste werkgevers blijken geld te reserveren voor de opleiding van hun personeel. Een grote meerderheid van 94 procent van de ambtenaren zegt dat zijn werkgever over een opleidingsbudget beschikt. Bij 6 procent is dat budget er niet. Ambtenaren beklagen zich over de hoogte van het budget dat per persoon beschikbaar is. Bedragen die worden genoemd variëren tussen de 350 en 500 euro per jaar. En dat is in hun ogen onvoldoende. Ook wordt er niet altijd voldoende tijd beschikbaar gesteld om bij te leren. Toch vinden de meeste ambtena-ren dat hun werkgever hen stimuleert om extra opleidingen te volgen. 47 Procent is het (zeer) eens met deze stelling.

23 Procent is het er juist (zeer) mee oneens. Het meest gekozen antwoord is: ‘mee eens’: 37 procent.

ToekomstWat hebben ambtenaren nodig om hun werk in de toekomst goed te kunnen uitvoeren? Daarover blijken de meningen niet al te veel te verschillen. ‘Ambtenaren moeten creatief en oplos-singsgericht denken en werken en dat combineren met een externe oriëntatie, aldus een ambtenaar. Een ander zegt:

‘De werkzaamheden van de ambtenaar worden ingehaald door de technologi-sche mogelijkheden. Wat overblijft voor de ambtenaar is real time contact van mens tot mens. Ambtenaren met goede intermenselijke vaardigheden, daar is nu al vraag naar. Opleidingen zouden zich moeten concentreren op sociale vaardig-heden, geweldloze communicatie en het ontwikkelen van empathie.’Als het gaat om de opleidingen die een’ ambtenaar van de toekomst’ nodig heeft, blijken de meningen meer te verschil-len. De suggesties gaan van agile en scrum werken, design denken en werken als een ondernemer tot leidinggeven aan je baas, realistisch becijferen en zelfbewust worden. De top 10 van suggesties ziet er als volgt uit:

• Communicatie• NLP• Persoonlijk leiderschap• Ynnovate-trainingen• Bestuurlijke besluitvorming• Bestuurskunde/-recht• Digitale vaardigheden• Integriteit• Klantgerichtheid• Netwerken

Wet normaliseringOp 1 januari 2020 is de beoogde datum waarop de Wet normalisering rechts-positie ambtenaren in werking treedt. De belangrijkste gevolgen zijn dat de

‘Leren is iets wat je altijd moet doen’

Meer dan 1

Zeer mee eens

Meer dan 2

Mee eens

Meer dan 3

Neutraal

Meer dan 4

Mee oneens

Anders

Zeer meeoneens Weet niet

Hoeveel werkgevers heeft u voor uw huidige werkgever gehad?

‘Mijn werkgever moedigt me aan om extra opleidingen te volgen’In welke mate bent u het (on)eens met de stelling

31%

37%

18%

10%

30%

15%8%

12%

20%19%

1%

nr. 12 | 2018

24

arbeidsrechtelijke (rechts)positie van ambtenaren gelijk wordt aan die van werknemers in het private bedrijfsle-ven, en dat er een nieuwe (gewijzigde) Ambtenarenwet komt. Voor een meer-derheid van 58 procent is dit geen reden om het openbaar bestuur te verlaten. Een kleine minderheid van 10 procent ziet niks in de nieuwe wet en denkt na over een overstap terwijl 30 procent een neutrale positie inneemt. De ambtenaren die een overstap overwegen, vinden de nieuwe wet onder andere onzinnig en een verspilling van geld. ‘Hij vraagt veel menskracht voor wijzigingen in allerlei wetten terwijl een flink deel van de ambtena-ren straks gewoon ambtenaar blijft (politie, defensie, rechterlijke macht). De kosten-batenanalyse is duidelijk negatief.’ Voor hun collega’s die in het openbaar bestuur werkzaam willen blijven, telt vooral het maatschappelijk

nut en werkplezier. ‘Ik heb een fantasti-sche baan en ga elke dag met plezier naar mijn werk.’Het zal niemand verbazen dat ambtena-ren dus weinig reden zien om aanvul-lende opleidingen te doen die hun kansen buiten het openbaar bestuur in

het bedrijfsleven vergroten. 45 Procent geeft aan daar geen of heel weinig heil van te verwachten. Een klein percen-tage van 15 zou wel overwegen om een opleiding te doen die kansen creëert buiten het openbaar bestuur. 40 Procent is neutraal. n

SEGMENT

Van teamwork en samenwerking wordt iedereen beter.Voor teams die zich op een inspirerende en dynamische wijze willen ontwikkelen, hebben we het Ontwikkellab opgezet: een nieuwe vorm van trainen, van leren met en van elkaar.Je team stelt, uit een veelheid van werkvormen, haar eigen menu samen. Een dag werken met trainingsacteurs en een andere dag een samenwerkingsgame spelen, het kán! Een goede facilitator, die samenwerkingspatronen met het team bespreekt? Of een dag over interactieve werkvormen omdat er grote bijeenkomsten op stapel staan?Segment Inspireert regelt het!

Het ontwikkellab: teamontwikkeling op maat

www.segment.nl

Leidt op, adviseert en inspireert‘Zonder

voortdurende groei en vooruitgang hebben

woorden als verbetering, prestaties en succes geen

enkele betekenis.’•

Benjamin Franklin(1705 - 1790)

Amerikaans politicus en wetenschapper

Advertentie 210 x 130 mm.indd 1 02-03-2018 12:07:06

Zeer mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Zeer mee

oneens

‘Dit is voor mij een reden om buiten het openbaar bestuur een functie te ambiëren’

40%

30%

18%

Ik werk al buiten

het openbaarbestuur

4% 6%2%

25

Je loopbaan voortzetten in het onderwijs? Dat kan bij POSG.

De kennis en ervaring die je als professional in het publieke

domein hebt, zijn van enorme waarde in het onderwijs. Op

middelbare scholen, hogescholen en zeker op universiteiten.

Daarom heeft POSG ‘Werken in het Onderwijs’ ontwikkeld.

Hiermee vergroot je jouw professionele autonomie en inzet-

baarheid, wij noemen dat werkneembaarheid, met als resul-

taat een vast of tijdelijk dienstverband in het onderwijs.

Ontdek hoe we je verder kunnen brengen op posg.nl/ontdek

Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching

Interim | Werving & Selectie

POSG_420x270.indd 1 07-03-18 11:39

Je loopbaan voortzetten in het onderwijs? Dat kan bij POSG.

De kennis en ervaring die je als professional in het publieke

domein hebt, zijn van enorme waarde in het onderwijs. Op

middelbare scholen, hogescholen en zeker op universiteiten.

Daarom heeft POSG ‘Werken in het Onderwijs’ ontwikkeld.

Hiermee vergroot je jouw professionele autonomie en inzet-

baarheid, wij noemen dat werkneembaarheid, met als resul-

taat een vast of tijdelijk dienstverband in het onderwijs.

Ontdek hoe we je verder kunnen brengen op posg.nl/ontdek

Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching

Interim | Werving & Selectie

POSG_420x270.indd 1 07-03-18 11:39

Het zijn lastige vragen, geeft Freese toe. Ze hebben betrek-king op een toekomst die niemand nog kent. Toch zijn er trends zichtbaar, zoals die

van een inclusief HRM-beleid. Freese: ‘Het blijft verbazingwekkend dat veel HRM-afdelingen steeds naar dat kleine groepje toptalenten blijven kijken. Terwijl het meer dan ooit van belang is dat we naar een inclusieve arbeidsmarkt gaan waarin je iedereen meeneemt. Neem

de vergrijzing, robotisering en vooral flexibilisering van arbeid... veel mensen zullen daardoor nooit tot de vaste kern behoren. Voor hen is van belang dat er verschil is tussen vast en flex. In sociale zekerheid, in inspraak, maar ook in de toegang tot leren en ontwikkelen en tot interessant werk.’ ‘Dat geldt vooral voor lager opgelei-den, zoals mensen die administratief werk doen. Werk dat steeds vaker wordt uitbesteed of geautomatiseerd. Als die

Tekst Quita HendrisonBeeld Carla van Iersel

Charissa Freese is senior onderzoeker aan de Tilburg University. Haar onderzoeks-terrein: nieuwe arbeidsre-laties. ‘Er gebeurt veel op technologisch vlak,’ zegt Freese. ‘Het is belangrijk dat HR-mensen daarover nadenken. Wat betekent dat voor de organisatie? Wat kunnen we met technologie en wat niet? Wat moeten onze mensen kunnen, nu en straks, en in hoeverre ligt de verant-woordelijkheid bij de mede-werkers zelf en in hoeverre bij de organisatie?’

Kapitaal van de ambtenaar

Investeren in soft skills maakt wendbaarder

nr. 12 | 2018

28

thema

EIGEN REGIE IN LEREN

verhoudingen zo scheef zijn, moet je op zoek naar een nieuwe balans. Flexwerkers zouden hun werkzekerheid aan hun persoonlijk kapitaal moeten kunnen ontlenen in plaats van aan een arbeids-contract. En dat persoonlijk kapitaal bestaat uit jouw totaal aan vaardigheden. Als een machine mijn werk kan doen, wat is dan mijn meerwaarde ten opzichte van die machine? Als een groot deel van het werk bij de Belastingdienst wordt overge-nomen door computers, welke medewer-kers blijven dan waarde toevoegen? Dat zijn de mensen die iets kunnen bijdragen wat apparaten niet kunnen.’

Toezichthouder‘De vraag is hoe je het kapitaal van een ambtenaar zo kunt versterken dat ze met gebruik van technologische middelen de inwoners van Nederland zo goed mogelijk kunnen ondersteunen. Het is dan misschien niet zinvol om te inves-teren in technische vakkennis. Maar bijvoorbeeld wel in soft skills die je helpen een goede dienstverlener te zijn, zoals adviesvaardigheden, onderhandelings-vaardigheden en meta-vaardigheden. Apparaten kunnen met artificial intelligen-ce goede beslissingen nemen op basis van eindeloos veel data. Bij de Belastingdienst kan de computer sneller dan wij beoorde-len of een aangifte klopt. Maar er blijven mensen nodig die bedenken welke vari-abelen we in het systeem stoppen en die ethische factoren meewegen. Dat bedoel ik met meta-vaardigheden. Wij blijven als mensen als het ware toezichthouder. Het is belangrijk dat HR-mensen goed nadenken over dat soort ontwikkelingen.

Er gebeurt zo veel op technologisch vlak; wat betekent dat voor de organisatie? Wat kunnen we met technologie en wat niet? Wat moeten onze mensen kunnen, nu en straks, in hoeverre ligt de verantwoor-delijkheid bij de medewerkers zelf en in hoeverre bij de organisatie? En de ultieme vraag is breder en reikt verder dan alleen HR: wat voor organisatie ben ik en wil ik zijn?’

Strategische keuzesFreese: ‘In een van mijn onderzoeken onderscheid ik drie typen organisaties. Organisaties die een bepaalde techno-logie inkopen en vervolgens hun mede-werkers daarin opleiden. Zoals bij de Belastingdienst. Dan zijn er organisaties die medewerkers laten meedenken over de technologie die in huis wordt gehaald: technologie en opleiden gaan hand in hand. Het derde type zie je eigenlijk alleen nog maar in de technologiesector zelf. Daar kijkt men helemaal niet naar het nu, maar naar de lange termijn. Wat zijn de gevraagde beroepsprofielen en onderscheidende vaardigheden van de toekomst? Zij zetten al hun scholings-budgetten in op die gewenste profielen. Daarvoor moet je duidelijke strategi-sche keuzes maken. Neem als voorbeeld twee zorgorganisaties. De een kiest voor hoogtechnologische zorg, de ander legt de nadruk op persoonlijke zorg en aandacht. Dat zijn strategische keuzes die gevolgen hebben voor de selectie van je medewerkers. Vertaald naar gemeenten: de ene gemeente kiest voor een hoog-technologische organisatie waarbij de medewerkers vrijwel alleen maar bij de inwoners en ondernemers zijn in plaats van op het gemeentehuis. Een andere gemeente kiest er bewust voor dat het gemeentehuis een gastvrije plek is waar inwoners en burgers altijd terecht kunnen. Niet alleen zullen hun gemeen-tehuizen heel anders zijn ingericht; je hebt ook andere mensen nodig, of in elk geval mensen met andere vaardigheden.

Organisaties die in dat soort scenario’s denken - die nooit in beton gegoten zijn, maar mee moeten kunnen buigen als dat gevraagd is - kunnen hun medewerkers beter ondersteunen richting eigen regie. Medewerkers voelen zich dan minder overvallen als zaken veranderen; ze zijn minder onzeker en switchen makkelijker als dat nodig is. Binnen of buiten de orga-nisatie. Dat is van groot belang voor over-heidsorganisaties die om de zoveel jaar met een nieuw bestuur moeten werken, en dus altijd voorbereid moeten zijn op verandering.’

DroombaanTot slot benadrukt Freese dat de verant-woordelijkheid voor het eigen, persoon-lijke kapitaal vooral bij het individu zelf ligt. ‘Het is schokkend hoe weinig mensen zich permanent ontwikkelen. Dat geldt net zo goed voor hoogopge-leide als voor laagopgeleide mensen. De oude volgorde van school, baan en pensioen voldoet niet meer. De technolo-gie raast zo snel voort dat opleiden voor het leven niet meer kan. Vroeger was het zo dat je je droombaan kon bereiken als je keurig de juiste stappen doorliep; de laatste stap voor de finish was die ultieme droombaan. Nu moet je al veel eerder in een loopbaan een droombaan najagen, en daarna nog één en nog één. Wat er aan de finish ligt, weet je niet. Maar als je ervoor zorgt dat je over stevig persoon-lijk kapitaal beschikt, ben je wendbaar en houd je ook bij veranderende omstandig-heden de regie in eigen hand.’ n

‘Het is schokkend hoe weinig mensen zich permanent ontwikkelen’

‘De technologie raast zo snel voort dat opleiden voor het leven niet meer kan’

nr. 12 | 2018

29

EIGEN REGIE IN LEREN

De weg naar een duurzame samenleving is geplaveid met lastige dossiers. Samen het wiel uitvinden met professionals die voor dezelfde uitdagende vraagstukken staan, blijkt processen aanzienlijk te versnellen. Binnen het kennisprogramma DuurzaamDoor van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is zeer goede ervaring opgedaan met de Community of Practice (CoP). Energieke ambtenaren leerden en experimenteerden samen rond duurzame vraagstukken en wisten zo doorwrochte en geïnspireerde

nieuwe stappen te zetten in eigen gemeente en regio.

Community of Practice als energietransitieversneller

Onderlinge kruisbestuiving

Senior adviseur Irma Straathof van DuurzaamDoor: ‘Een Community of Practice is een uitstekend instrument om oplossingen te vinden of

doorbraken te creëren rond urgente en vooral complexe duurzaamheids- thema’s op gebied van natuur, energie, voedsel en de circulaire economie. In DuurzaamDoor staat een lerende aanpak daarbij centraal. Wij adviseren over de inzet van werkvormen als coali-tievorming, intervisie, thematafelen en sociaallab. We experimenteren al sinds 2011 met de CoP als werkvorm om de ontwikkeling naar een duurzame, groene economie te versnellen. De kracht van de CoP is het groepsgevoel en het vertrouwen dat tussen de deelne-mers ontstaat. Wat de deelnemers bindt is een gemeenschappelijke noodzaak om het vraagstuk op te lossen of een doorbraak te creëren.’De community biedt hun een expe-rimentele leeromgeving en een

ontmoetingsplek, waar ze op een informele manier kennis en ervarin-gen kunnen delen, aldus Straathof. ‘En samen verder kunnen leren en experimenteren. Zo vinden ze nieuwe manieren om met het vraagstuk om te gaan in hun eigen situatie. Omdat de deelnemers elke keer langere tijd samen zijn, vaak 24 tot 36 uur, en trajecten een jaar tot anderhalf jaar kunnen duren, ontstaat een open sfeer van vertrouwen en samen op weg zijn. De gezamenlijke focus vergroot de kans dat nieuwe oplossingen daadwerkelijk in de praktijk worden toegepast.’

MOEDPieter Biemans, senior beleids- medewerker Klimaat en Energie van de gemeente Tilburg, was een van de deelnemers van de eerste CoP die door DuurzaamDoor werd geïnitieerd rond lokale energiebedrijven. ‘Door het hele land ontstonden initiatieven voor lokale energiebedrijven en -coöperaties,

ook in Tilburg. Hoe moest je je daar als gemeente toe verhouden? Niemand had nog een antwoord. Binnen de CoP kon ik me samen met 20 collega’s van andere gemeenten in het onderwerp verdiepen, kennis en inzichten delen en input vragen voor onze eigen situatie, onder deskundige leiding van procesbegeleiders. Het simpele feit dat je ’s avonds begint, overnacht, en elkaar de volgende ochtend weer treft en doorgaat, levert een heel andere sfeer en uitkomst, dan in een work-shopachtige setting van een middag of een dag. Er ontstond een saamho-righeid, een hechte groep, waarin we gezamenlijk eigenaar werden van ieders vraagstukken. Mede door de CoP hebben we in Tilburg geen eigen lokaal energiebedrijf opgezet, maar zijn we met MOED gestart, de Midden-Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij voor Energie en Duurzaamheid. Dit is een publiek-private onderneming die samen met ondernemers, onderwijs en

Kennisprogramma DuurzaamDoor

nr. 12 | 2018

30

VAN ONZE KENNISPARTNER

30Tekst Ellen RölingBeeld Robin Vinck

overheid initiatieven ondersteunt en ontwikkelkracht levert op het gebied van energiebesparing en collectie-ve duurzame energieopwekking in Midden-Brabant.’Complexe duurzame vraagstukken gaan over de grenzen van organisaties en sectoren heen en raken veel partijen. Straathof: ‘Gemeenten kunnen die vraagstukken niet meer alleen oplossen en moeten samenwerken met alle betrokken partijen in de samenleving. Maar hoe doe je dat? En vanuit welke rol? De gemeenteambtenaren die zich bijvoorbeeld met energiebesparing in de gebouwde omgeving of lokale opwek bezig houden, zijn vaak eenlingen in de organisatie. Ze lopen voorop in de materie, maar kunnen daarover binnen de eigen organisatie nauwelijks van gedachten wisselen en lopen tegen weerstanden aan. Om deze ambte-naren beter toe te rusten in hun rol hebben we in 2015 en 2016 samen met de VNG twee CoP’s georganiseerd rond de rol van de gemeente in de energieke samenleving. Dat leverde tien lessen op over hoe je een energieke samen-leving kunt realiseren en zorgde dat

de energieke ambtenaar de kansen en uitdagingen van de energieke samenle-ving binnen de eigen organisatie, maar ook bij de gemeenteraad beter voor het voetlicht kon brengen.’

LerenHoe de route naar een volledig schone energievoorziening in Nederland er precies uitziet is nog onbekend. Toen de VNG in 2016 samen met het rijk, de Unie van Waterschappen en het IPO besloot om de energietransitie regionaal een impuls te geven en pilots opzette voor het maken van een regionale ener-giestrategie in vijf regio’s, was een lerende aanpak de enige zinvolle. De CoP werd als werkvorm ingezet om ambtenaren uit de verschillende regio’s met elkaar te verbinden en samen te leren. Peter Schmeitz, programma-manager Energieke Samenleving bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, was met zijn team bij de CoP’s betrokken: ‘De CoP zorgde voor onderlinge kruisbestuiving. Er bleken geen kant-en-klare oplossingen te zijn die overal kunnen worden toegepast; elke regio heeft z’n eigen uitdaging en

cultuur. Maar door samen op te trekken verbreed je je blik en kun je gezamen-lijk de mogelijke stappen verkennen.’ ‘Leren is cruciaal in de moderne samen-leving. De maatschappelijke thema’s zijn zo complex geworden dat leren het hart wordt van een aanpak. Ook op landelijk niveau. In maart starten we met de onderhandelingen voor het nieuwe Klimaat- en Energieakkoord. De vijf betrokken sectoren elektrici-teit, gebouwde omgeving, industrie, landbouw en mobiliteit werken hun bijdrage aan de doelstellingen van het regeerakkoord uit. Daarna volgt een uitwerking op regionaal niveau, waarbij uiteindelijk groepen uit de volle breedte van de samenleving zullen worden betrokken. We moeten alle bestaande kennis benutten om de ambitieuze doelstelling van 49 procent broeikasgasreductie in 2030 te behalen. Om die kennis te bundelen en verder te ontwikkelen is de Community of Practice een zeer effectieve samenwer-kingsvorm.’ n

Meer informatie? www.duurzaamdoor.nl/cop

‘De gezamenlijke focus vergroot de

kans op nieuwe oplossingen’

nr. 12 | 2018

31

VAN ONZE KENNISPARTNER

Tekst Ellen Röling

Allemaal een tweede baan?De hybride ambtenaar in de praktijk

NEEKE EYSBROEK (44)

‘Door mijn werk in meerdere beroeps-velden houd ik een frisse blik’8 uur: Statenlid VVD, provincie Utrecht24 uur: Stafadviseur gemeente Rotterdam (per 2018), eerder ook als zelfstandige2 uur: Lid RvC woningcorporatie Parteon

Een baan als ambtenaar combineren met zelfstan-dig ondernemerschap of een functie buiten de overheid. Een combina-tie die vele voordelen zou hebben: de kwaliteit en marktwaarde van de ambtenaar gaan omhoog en dat draagt weer bij aan een flexibele en slagvaar-dige overheid. Snijdt het mes inderdaad aan twee kanten?

‘De combinatie van beleidsme-dewerker bij BZK en de Haagse gemeenteraad is bijzonder dynamisch. Maar

het is de moeite waard. Ik ben met voor-keursstemmen in de gemeenteraad gekozen, dus dat maakt de druk extra hoog: naast de vergaderingen probeer ik contact te houden met de mensen die op mij gestemd hebben. Voor het raadswerk is 20 uur ingeschaald, maar dat wordt zo regelmatig meer. Het rijk is een gelukkig een prima werkgever: ik krijg onbezoldigd verlof voor mijn raadswerk en heb flexibiliteit in mijn uren, dat scheelt. Mijn vrije tijd investeer ik zelf. De ervaring is waardevol: ik krijg de kans om beleid vanuit twee verschillende

perspectieven te zien en dat heeft aan beide zijden toegevoegde waarde. Volgens mij ben ik een nóg bewustere ambtenaar geworden. Lokaal komt alles veel heftiger binnen. Ik word aange-sproken op mijn verantwoordelijkheid, ben zichtbaar en sta in direct contact met mensen. Soms lopen emoties hoog op en daar moet je bij stil blijven staan. Dat vormt me als mens en verdiept mijn functioneren.’

BIRGÜL ÖZMEN (34)

‘De combinatie vormt me als mens en verdiept mijn functioneren’28 uur: Beleidsmedewerker BZK20 uur of meer: D66-raadslid Den Haag

‘Sinds mijn afstuderen heb ik vaker meerdere functies tegelijk gehad. Ik begeef me in verschillende werelden

en kan zo een frisse blik houden. En het gaf me de ruimte om in 2012 het boek Haagse hakken, Succesvolle vrouwen in de Nederlandse politiek mede te publiceren. Ik ben nu drie jaar Statenlid en werk sinds 2018 als stafad-viseur bij Clusterondersteuning en

nr. 12 | 2018

32

thema

EIGEN REGIE IN LEREN

ontwikkeling werk & inkomen van de gemeente Rotterdam. Ervoor werkte ik vanuit een ontwikkel-pool bij deze gemeente. Zo deed ik in 2017 praktijkonderzoek naar de preventieve integrale jeugdaanpak in Hillesluis in Rotterdam Zuid: hoe jeugd-, welzijns- en onderwijs-beleid in de praktijk uitwerkt. Ook gaf ik advies. Dankzij mijn brede ervaring kon ik helpen verbin-dingen te maken en oplossingen te bedenken. Als Statenlid zet ik mijn brede ervaring ook in. Ik ben woordvoerder binnenstede-lijke ontwikkeling. Ik merk dat de samenleving op dit moment iets anders vraagt op dit gebied, bijvoorbeeld qua wonen. Ik vind het onder meer nodig om kritische vragen te stellen over de actuali-teit van het beleid en de rol die de provincie daarin heeft.’

Het Zijlstra Center verzorgt (postgraduate) onderwijs voor leidinggevenden, bestuur-ders, controllers, auditors, managers en toezichthouders in de publieke sector die inhoudelijke verdieping of verbreding bin-nen hun vakgebied zoeken.

“Bestuurlijke en bedrijfseconomische princi-pes in de (semi-) publieke sector hebben een heel eigen uitwerking en dynamiek. De op-leidingen van het Zijlstra Center geven daar

het brede kader voor: een kritische geest, een analytische blik, een goed bestuurlijk gevoel en aandacht voor maatschappelijke waardecreatie zijn aspecten die in alle oplei-dingen aan bod komen.

Of u nu bij een (rijks)overheidsorganisatie, in de zorg of in het onderwijs werkt, bij een woningcorporatie, een adviesbureau of een zbo, een opleiding van het Zijlstra Center biedt u perspectief in de publieke sector.”Prof. dr. ir. Gerda van Dijk,

directeur het Zijlstra Center

Perspectief in de publieke sector

het Zijlstra Centerfor Public Control, Governance & Leadership

Bekijk ons gevarieerde aanbod voor Public Professionals op www.hetzijlstracenter.nlInformatiesessie di 24 april, 16.00 uur op de VU. Aanmelden via [email protected]

‘Na mijn studie ben ik in 2007 als trainee bij de gemeente Amsterdam gaan werken. Aansluitend kreeg ik een baan

als organisatieadviseur bij het interne advies-bureau. Vier jaar geleden kreeg ik de behoefte om mijn blik te verruimen. Inmiddels werk ik twee dagen in de week als zelfstandig adviseur voor andere organisaties. De ervaring die ik buiten Amsterdam opdoe, neem ik mee de gemeenteorganisatie in. Dat gaat automa-tisch. Zo werkt het ook andersom. Voor mij persoonlijk betekent deze dubbele baan dat mijn senioriteit is toegenomen. Omdat ik

word uitgedaagd als ondernemer, weet ik nu veel beter wat mijn kracht is. Voor mij is twee dagen zelfstandig en drie dagen gemeente een ideale combinatie. Ik begon met vier dagen gemeente, maar was toen bezig om vijf dagen in vier dagen te proppen en had geen energie over om op de vijfde dag iets voor mezelf neer te zetten. Vanuit het management krijg ik soms een kritische vraag, alsof men bang is dat ik de gemeente tekort zou doen, maar ik ervaar vooral dat beide banen elkaar versterken. Dit zouden veel meer collega’s moeten doen!’ n

ARJAN VAN VEMBDE (36)

‘Ik weet beter wat mijn toegevoegde waarde is’24 uur: Organisatieadviseur gemeente Amsterdam16 uur en meer: Zelfstandig organisatieadviseur

33

EIGEN REGIE IN LEREN

Na de training weet je hoe je jezelf profileert op social media. Ben je op de hoogte van de do’s en don’ts op het gebied van social media (social aware). Kun je een bewustere keuze maken in wat je wel en niet deelt en hoe je social media bewust kunt inzetten, zowel bedrijfsmatig als voor privédoeleinden. Schrijf je nu in via onze website!

29 maart 201817 april 201824 mei 201807 juni 2018

€ 249,- exclusief 21% btw

Training Social awareness Data

Kosten

www.publiekinteractief.nl/social-awareness

PUBLIEKINTERACTIEF.

adviessupporttraining

Publiek Interactief Twitter @P_interactief Publiek Interactief 06-39 22 21 76 [email protected]

Facebook, Instagram, Twitter, wie maakt er geen gebruik van? Maar hoe presenteren wij ons eigenlijk online? In deze training laten we zien hoe smal de grenzen zijn tussen je privé-, social media-, en professionele leven en hoe je hier bewust mee om kunt gaan.

Omarm social media en laat ze voor je werken

Het ROA publiceert elke twee jaar prognoses over de ontwik-kelingen op de arbeidsmarkt. Eind vorig jaar verwachtte het ROA dat in 87 procent van

de beroepen in de ict-sector een tekort ontstaat. ‘De verwachte groei van banen in de ict is kleiner dan de instroom van studenten vanuit opleidingen,’ aldus prof. dr. Didier Fouarge, leider van het ROA-onderzoek. Branchevereniging Nederland ICT bevestigt dit beeld. ‘Dit speelt al langer, het tekort is nijpend in alle

sectoren,’ zegt een woordvoerder. De orga-nisatie kijkt overigens niet zozeer naar het aantal vacatures voor ict’ers, maar meer naar de vraag naar ict-vaardigheden. ‘Die groeit enorm. Ict is overal in de economie belangrijk, zo’n 70 procent van alle ict’ers werkt buiten onze branche.’

OntoereikendDe overheid is dus niet de enige werkgever die ict’ers aan zich wil binden. Fouarge kan daarom moeilijk aangeven hoe groot het probleem voor de overheid precies zal zijn, zijn prognose betreft de gehele arbeids-markt. Maar dat het tekort gevolgen zal hebben voor de huidige en toekomstige digitalisering van de overheid, staat voor hem buiten kijf. Fouarge: ‘Elke werkgever, ook de overheid, concurreert op dezelfde markt. Als ict’ers naar verhouding schaars zijn, zal de prijs van hun arbeid stijgen. Maar budgetten bij de overheid worden vaak voor langere termijn vastgesteld, die kunnen dan ontoereikend blijken te zijn.’Fouarge signaleert ook mogelijke oplos-singen. ‘Jongeren zien deze ontwikke-ling ook, waardoor het aantal studenten kan groeien. Daarnaast kunnen de lonen in deze sector zodanig stijgen, dat de vraag daalt. Bovendien kan dit zij-instro-mers aantrekken of je kunt inzetten op herscholing van oudere ict-werknemers, die nu aan de kant staan. Helaas gaan de

ontwikkelingen in de ict zo hard dat niet iedereen die kan bijbenen.’ Hij wijst op reorganisaties bij grote bedrijven, zoals ING in 2016, waarbij veel ict-ers hun baan verloren: ze beschikten niet over de kennis die het bedrijf voor de toekomst zocht. Nederland ICT zoekt de oplossing voor het tekort ook in scholing. ‘Begin met ict-vaardigheden al in het basis-onderwijs, stem het beroepsonderwijs beter af op de praktijk en bied professionals omscholing aan,’ aldus de woordvoerder. De overheid zou zich als werkgever ook beter kunnen profileren, denkt Fouarge. ‘Ict’ers willen projecten die tot de verbeel-ding spreken. Bij de overheid gaat het vaak om grote, prestigieuze projecten met grote maatschappelijke impact. Dat trekt mensen aan, mits het management ervan op orde is. Verder kun je optimale secundaire arbeids-voorwaarden bieden: goede verlofregelin-gen, kinderopvang, studiemogelijkheden, een uitstekende werkomgeving.’ n

De overheid wil vergaand digitaliseren. Maar zijn er genoeg ict-specialis-ten om die ambitie te realiseren? Volgens het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit van Maastricht zal de komende vijf jaar een groot tekort aan gekwalificeerd personeel ontstaan.

‘Ict-ers willen projecten die tot de verbeelding

spreken’

Tekst Bas NieuwenhuijsenBeeld Didier Fouarge

Tekort ict-ers bedreigt digitale ambities overheid

Didier Fouarge: ‘De overheid moet zich als werkgever beter profileren’

nr. 12 | 2018

35

thema

EIGEN REGIE IN LEREN

VERTROUWEN - VERBINDEN - VERNIEUWEN - VOORUITKIJKENHRM in de Overheid is reeds 6 jaar succesvol als het jaarcongres vóór & dóór HR professionals, directie/bestuur, gemeentesecretarissen en lijnmanagers werkzaam in en voor de overheid. Van rijksoverheid, gemeenten en provincies tot landelijke overheden als waterschappen, politie, brandweer en ZBO’s. U bent in één dag op de hoogte van de actuele transformatie van arbeidsmarkt en overheid, HR-beleid, nieuw organiseren en de toekomst van HR en werk in de overheid en wat dit betekent voor u. We delen visies en ervaringen, met als voornaamste doel aanknopings- punten te bieden om deze Transformatie als HR koers te geven. Deze dag staat in het teken van samenwerken, kennisoverdracht en kennisdeling.

Wij bieden u:

• actuele HR ontwikkelingen in de overheid• inspirerende keynote lezingen• innovatieve praktijkcases en workshops• muzikaal intermezzo ‘bruggen slaan en verbinden’• netwerken en co-creëren met ruim 150 vakgenoten

• interactieve verdiepingssessies die oproepen tot dialoog • uitgebreide informatiemarkt met stands• het baanbrekers canvas• vóór & dóór HR, directie/bestuur, lijn en gemeentesecretarissen • van rijksoverheid, gemeenten en provincies tot landelijke overheden

Inspirerende visies

• Ja, we willen voorwaarts! Dagvoorzitter Simon Douw, Baanbreker@downsideup

• Semco in de polder: vertrouwen, loslaten en durf! Allard Droste, Professioneel dromer, Ondernemer en

Bestseller Auteur van het boek ‘Semco in de Polder’

• HR in de toekomst, met lef, energie en innovatie Yardena Shitrit, Concerndirecteur Personeel & Organisatie-

ontwikkeling, Gemeente Amsterdam en Winnaar 2017 van de HRtop 100 vakjuryprijs

• Ladders & Bananen: survivalkit voor HR professionals in de overheid Cyriel Kortleven, Internationaal spreker en auteur van o.a. ‘Les is beautiful’

KOM VIA PUBLIEKDENKEN MET3 PERSONEN VOORSLECHTS € 245,-*

UW KORTINGSCODE: HVKRT50PBDe toegangsprijs is incl. bezoek congres, informatiemarkt, documentatie, catering en parkeren

OVERHEID IN TRANSFORMATIE. HR ALS GIDS IN DEZE KOERSVERANDERING.

BAANBREKERS CANVAS Het Baanbrekers Canvas daagt je uit om jouw organisatie te zien als voedings-bodem voor mensen die verandering brengen. Je brengt in kaart hoe jullie Baanbrekers in staat stellen hun ver-nieuwingskracht in te zetten én waar het nog beter kan. Een ingevuld canvas biedt overzicht en aanknopingspuntenvoor je volgende stappen.

BRUGGEN SLAAN ENVERBINDENAngeline Schoor laat je in een muzikaal intermezzo kennismaken met muziek van wind en water.

*EXC

L. B

TW. &

NO

N-P

ROFI

T

#hrovnl

7E EDITIE DINSDAG 12 APRIL 2018 - SPANT! TE BUSSUMINITIATIEF EN ORGANISATIE

HOOFDSPONSOR

M E E R I N F O R M AT I E E N A A N M E L D E N W W W.H R M I N D E O V E R H E I D.N L

SPONSOREN EXPOSANTEN SUPPORTER

Centric • Jobsrepublic ADP Nederland • AFAS Software • CNV Academie • De agressietrainers • NIRPA • Zeelenberg Bonte Bij

PARTNER

Tekst Ellen RölingBeeld Shutterstoock

‘Voldoende jongeren aantrekken gaat lastig worden’, zegt wethouder Kees Swagerman. ‘Ook hier in Oost-Groningen trekt

de arbeidsmarkt aan en goed opgeleide jongeren hebben snel een baan. Onze oudste medewerkers gaan gelukkig niet allemaal tegelijk weg. We hebben nog tot 2024, als iedereen ten minste de pensi-oengerechtigde leeftijd van 67 jaar en drie maanden in goede gezondheid haalt. We proberen daarom zoveel mogelijk aan strategische personeelsplanning te doen. We werken aan duurzame inzetbaarheid met een pakket aan maatregelen die moet zorgen dat de oudere ambtenaren zo lang mogelijk gezond en productief blijven. Denk aan voorlichtingsbijeenkomsten van zorgverzekeraars over gezond werken en preventieve gezondheidschecks. We hebben ook geïnvesteerd in nieuw kantoormeubilair.’

Ruim de helft van de vertrekkende groep werkt bij Ruimtelijke Ordening. Een deel daarvan in de buitendienst, waar het werk fysiek zwaarder is en de kans op vervroegd uitval dus groter. ‘Ook hier kijken we naar vormen van werkverlich-ting, zoals minder zwaar tillen en ander materieel.’

Jongeren broodnodigMet de uitstroom van oudere ambtenaren verdwijnt een bak aan ervaring en jarenlan-ge kennis. Swagerman: ‘We willen de kennis zoveel mogelijk behouden onder meer met een meester-gezelregeling waarbij een vertrekkende senior-medewerker een junior-medewerker tijdelijk onder zijn hoede neemt. Met deze regeling willen we jongeren (intern en extern) de kans geven om te onderzoeken of ze de functie interes-sant vinden en we hopen natuurlijk dat ze na het vertrek van hun seniore collega de plek willen overnemen. We hebben twee

ton gereserveerd om dit te faciliteren.’ ‘Uit onderzoek blijkt helaas dat het vak van ambtenaar nog steeds een wat grijs imago heeft,’ aldus Swagerman. ‘Onbekend maakt onbemind. We hebben daarom een overeenkomst gesloten met de Hanzehogeschool in Groningen voor traineeships. Elke twee jaar bieden we vier hbo’ers een fulltime traineeplek aan voor een combinatie van onderzoek en werkervaring, met de mogelijkheid om aansluitend in dienst te komen. De eerste vier trainees ronden deze zomer hun traject af. Wat ons betreft, bevalt het prima. De komende tijd gaan we kijken of we vacatures hebben die matchen bij hun wensen. Na de zomer start een nieuw viertal. Met deze gewogen aanpak van enerzijds de focus op duurzame inzet en de andere kant geleidelijk meer jongeren aantrekken, hopen we de uitstroom van ervaren medewerkers succesvol te managen.’ n

Ruim een op de zes gemeenteambtenaren gaat de komende vijf jaar met pensioen. In een poging daar een mouw aan te passen probeert de gemeente Oldambt nu alvast jongeren te interesseren voor een bestaan als ambtenaar, bijvoorbeeld met meester-gezelregelingen en traineeships.

VERTROUWEN - VERBINDEN - VERNIEUWEN - VOORUITKIJKENHRM in de Overheid is reeds 6 jaar succesvol als het jaarcongres vóór & dóór HR professionals, directie/bestuur, gemeentesecretarissen en lijnmanagers werkzaam in en voor de overheid. Van rijksoverheid, gemeenten en provincies tot landelijke overheden als waterschappen, politie, brandweer en ZBO’s. U bent in één dag op de hoogte van de actuele transformatie van arbeidsmarkt en overheid, HR-beleid, nieuw organiseren en de toekomst van HR en werk in de overheid en wat dit betekent voor u. We delen visies en ervaringen, met als voornaamste doel aanknopings- punten te bieden om deze Transformatie als HR koers te geven. Deze dag staat in het teken van samenwerken, kennisoverdracht en kennisdeling.

Wij bieden u:

• actuele HR ontwikkelingen in de overheid• inspirerende keynote lezingen• innovatieve praktijkcases en workshops• muzikaal intermezzo ‘bruggen slaan en verbinden’• netwerken en co-creëren met ruim 150 vakgenoten

• interactieve verdiepingssessies die oproepen tot dialoog • uitgebreide informatiemarkt met stands• het baanbrekers canvas• vóór & dóór HR, directie/bestuur, lijn en gemeentesecretarissen • van rijksoverheid, gemeenten en provincies tot landelijke overheden

Inspirerende visies

• Ja, we willen voorwaarts! Dagvoorzitter Simon Douw, Baanbreker@downsideup

• Semco in de polder: vertrouwen, loslaten en durf! Allard Droste, Professioneel dromer, Ondernemer en

Bestseller Auteur van het boek ‘Semco in de Polder’

• HR in de toekomst, met lef, energie en innovatie Yardena Shitrit, Concerndirecteur Personeel & Organisatie-

ontwikkeling, Gemeente Amsterdam en Winnaar 2017 van de HRtop 100 vakjuryprijs

• Ladders & Bananen: survivalkit voor HR professionals in de overheid Cyriel Kortleven, Internationaal spreker en auteur van o.a. ‘Les is beautiful’

KOM VIA PUBLIEKDENKEN MET3 PERSONEN VOORSLECHTS € 245,-*

UW KORTINGSCODE: HVKRT50PBDe toegangsprijs is incl. bezoek congres, informatiemarkt, documentatie, catering en parkeren

OVERHEID IN TRANSFORMATIE. HR ALS GIDS IN DEZE KOERSVERANDERING.

BAANBREKERS CANVAS Het Baanbrekers Canvas daagt je uit om jouw organisatie te zien als voedings-bodem voor mensen die verandering brengen. Je brengt in kaart hoe jullie Baanbrekers in staat stellen hun ver-nieuwingskracht in te zetten én waar het nog beter kan. Een ingevuld canvas biedt overzicht en aanknopingspuntenvoor je volgende stappen.

BRUGGEN SLAAN ENVERBINDENAngeline Schoor laat je in een muzikaal intermezzo kennismaken met muziek van wind en water.

*EXC

L. B

TW. &

NO

N-P

ROFI

T

#hrovnl

7E EDITIE DINSDAG 12 APRIL 2018 - SPANT! TE BUSSUMINITIATIEF EN ORGANISATIE

HOOFDSPONSOR

M E E R I N F O R M AT I E E N A A N M E L D E N W W W.H R M I N D E O V E R H E I D.N L

SPONSOREN EXPOSANTEN SUPPORTER

Centric • Jobsrepublic ADP Nederland • AFAS Software • CNV Academie • De agressietrainers • NIRPA • Zeelenberg Bonte Bij

PARTNER

Pensioengolf brekenMinder grijs door strategische personeelsplanning

nr. 12 | 2018

EIGEN REGIE IN LEREN

37

thema

Vakmanschap vraagt maatwerk Overheid, maak leren goedkoop!

Tekst Bas Nieuwenhuijsen

Het werk van ambtenaren verandert snel. Veranderkracht is veel belangrijker dan tien jaar geleden. Daarom is een radicale vernieuwing nodig. We moeten naar een verhouding van ongeveer 80 procent werken en 20 procent leren, zeggen organisatiepsycholoog Aukje Nauta en programmamanager A+O fonds Gemeenten Marieke de Feyter.

Aukje Nauta is bijzonder hoogleraar Enhancing individuals in a dynamic work context aan de Universiteit Leiden en

organisatiepsycholoog bij Factor Vijf. Factor Vijf steekt periodiek een ther-mometer in de HR-afdelingen van bedrijven en instellingen om te zien hoe het staat met de ontwikkelingen op het gebied van duurzame inzet-baarheid. Nauta: ‘Bedrijven doen nog niet genoeg. Ze vragen zich wel af of hun personeel voldoende is opgeleid. Als je het daarbij laat, kom je niet ver met duurzame inzetbaarheid. Je kunt je beter afvragen of het werk zelf leerzaam genoeg is.’Een aantal factoren is volgens Nauta belangrijk voor duurzame inzet-baarheid van mensen. ‘Vitamine A, van Aandacht! Praat met elkaar. Wat beweegt de ander, welke achterliggende belangen hebben mens en organisatie qua werk en ontwikkeling? Digitale platforms rukken op, waardoor her en der

leidinggevenden al vervangen zijn door algoritmes die het werk aansturen. Daardoor voelen mensen zich niet altijd gezien en erkend, zijn ze louter een productiemid-del. Belangrijk zijn autonomie in het werk, je competenties ontwik-kelen en verbinding maken met anderen.’ Aandacht voor de individu-ele werknemer betekent maatwerk leveren, stelt Nauta vast. ‘Dat kan en hoeft niet op elk gebied, maar bijvoorbeeld wel als het gaat om het ontwikkelen van het vakmanschap van de werknemer.’ Ze ziet geen wezenlijk verschil tussen de overheid en andere werkgevers op dit punt. ‘Schaal doet wel iets, er is een verschil tussen bijvoor-beeld het mkb en grote bedrijven of organisaties. In kleine organisa-ties hebben mensen meer een fami-liegevoel. Kleinschalige, flexibele organisaties met aandacht voor hun mensen vormen een goede omgeving voor duurzame inzetbaarheid. Overheden zouden zichzelf meer in

Aukje Nauta: ‘Kleinschalige, flexibele organisaties met aandacht voor hun mensen vormen een goede omgeving voor duurzame inzetbaarheid’Foto: Claudette van de Rakt/ Lighthouse

nr. 12 | 2018

38

thema

EIGEN REGIE IN LEREN

kleinschalige, cohesieve teams kunnen organiseren, zodat mensen voldoende uitdaging en veiligheid ervaren om ondernemend te zijn en af en toe wat nieuws uit te proberen.’

Meester in je WerkEen actieve houding van de werknemer zelf is juist van belang voor zijn eigen duurzame inzetbaarheid, zegt Marieke de Feyter. Zij is een van de drijvende krachten achter Meester in je Werk, een programma dat ambtenaren stimuleert om zelf met hun persoonlijke ontwik-keling en loopbaan aan de slag te gaan. ‘Het programma omvat een aantal activiteiten. Er is het digitale deel, de website Meesterinjewerk.nl, maar gemeenten kunnen ook zelf of samen met elkaar in actie komen. Zo staat de maand november in het teken van de Meester in je Werk-week; een lande-lijke actieweek bij gemeenten over loopbaan, persoonlijke ontwikkeling en vakmanschap. Met in het afgelopen jaar 187 workshops, 197 deelnemende organisaties en bijna 5000 deelnemers. Wij ondersteunen gemeenten tijdens deze week ook met extra communica-tie. Het is allemaal bedoeld om mensen te stimuleren zelf de regie over de eigen loopbaan te pakken, want dat heeft veel meer effect dan wanneer ze het opgelegd krijgen of passief blijven.’De website van het programma is de afgelopen jaren door ongeveer 10.000 ambtenaren bezocht, 3000 van hen maakten gebruik van een of meer mogelijkheden voor online leren. ‘Je begint met het invullen van de

TalentSpiegel, zodat je een beeld krijgt van je eigen talenten, sterke en zwakke kanten. Daarvan krijg je een rapport dat je kunt bespreken met je leidinggeven-de, als basis voor verdere stappen in je ontwikkeling.’ De site biedt tal van mogelijkheden voor vervolgstappen, bijvoorbeeld e-learningmodules op een breed scala van onderwerpen: van werken met Excel tot timemanagement en van foutloos Nederlands schrijven tot brain-stormen en mindmappen. Maar ook buiten de website is genoeg te doen. De Feyter: ‘We hebben bijvoorbeeld samen met gemeenten de training Baas in eigen Loopbaan ontwikkeld. Het begint weer met het invullen van de TalentSpiegel. Een trainingsdag met een groep van 10 andere deelnemers en een individueel gesprek met een trainer monden uit in een plan, dat op de tweede trainingsdag uitkristalli-seert. En de eerste stap wordt gezet. De ervaringen hiermee zijn heel positief. Mensen krijgen een goed beeld van welk werk bij hen past. Dat kan iets anders zijn dan ze deden, maar je kunt ook dezelfde functie houden met andere taken.’‘Het werk van ambtenaren verandert

snel. Het gaat minder om het handhaven van regels, en veel meer om in gesprek gaan met burgers en bedrijven. Daarvoor zijn competenties nodig als communiceren, samenwer-ken, de regie voeren op een proces.’ Voor het A+O fonds Gemeenten is nog veel werk te verzetten, beseft ze. ‘Er zijn ongeveer 150.000 mensen werkzaam bij de gemeenten. Wij zijn steeds bezig het programma te verbeteren en gebruiksvriendelijker te maken. Gemeenten kunnen Meester in je Werk bijvoorbeeld op hun intranet zetten. Loopbaanontwikkeling wordt steeds belangrijker. Veranderkracht is veel belangrijker dan tien jaar geleden.’‘Sommige organisaties denken genereus te zijn als ze hun werkne-mers vijf dagen per jaar bieden om aan leren en ontwikkeling te besteden’, sluit Nauta af. ‘Maar een dag per week zou veel beter zijn! Er is een radicale vernieuwing nodig, we moeten naar een verhouding van 80 procent werken en 20 procent leren. Daartoe zou de overheid leren goedkoop moeten maken. Als werkenden de tijd en ruimte krijgen, kunnen ze ook van en aan elkaar heel veel leren, zonder naar dure opleidingen te hoeven.’ n

Overheid, maak leren goedkoop!

‘Een actieve houding van de werknemer bepaalt de eigen duurzame inzetbaarheid’

Marieke de Feyter: ‘Loop-baanontwikkeling wordt steeds belangrijker’Foto: Kees Winkelman

nr. 12 | 2018

39

EIGEN REGIE IN LEREN

Gezocht: ambtenaren met een mening!Ambtenaren laten meedenken en meepraten over allerlei

onderwerpen, waardoor Nederland - en de ambtelijke functie - nog mooier en aantrekkelijker wordt. Via het

Ambtenarenpanel is het mogelijk.

In het ambtenarenpanel kan elke ambtenaar op een laagdrempelige manier zijn of haar mening geven over interessante en actuele onderwerpen.

Door lid te worden van het ambtenarenpanel geef je als ambtenaar anoniem jouw mening over actuele thema’s. De resultaten worden gepubliceerd in het magazine Publiek Denken en op de website www.publiekdenken.nl. Schrijf je vandaag nog in via de website www.ambtenarenpanel.nl en ontvang een gratis digitaal abonnement op het magazine Publiek Denken!

is een samenwerking van

Hans Wisse is projectsecretaris Implementatie omgevingswet bij de gemeente Den Haag: ‘Er wordt in de markt een waaier aan opleidingen aangeboden,’ vertelt hij. ‘In mijn

zoektocht hoe we onze talenten anders kunnen organiseren kwam ik terecht bij de methodiek van Nelleke Metselaar.’ Metselaar was als organisatiecoach werkzaam bij de gemeente Utrecht en ontwikkelde samen met de gemeen-tesecretaris van de stad het zogeheten ‘Pleinen’. Dat is een werkwijze waarbij werknemers van verschillende afdelingen samenkomen om met elkaar tot oplossingen over allerlei soorten vraagstukken te komen. Wisse: ‘Je zet een groep mensen in een kring die met elkaar een oplossing rond een vraagstuk moeten bedenken. Zonder dat ze zich kunnen verschui-len. Iedereen is zichtbaar, anders dan aan de vergadertafel waar je je achter de smartphone kunt verstoppen. En omdat het zo verankerd is in de groep, kun je daarna niet negeren wat er is besproken, zoals dat bij trainingen op afstand vaak het geval is. Dat wordt versterkt doordat je eigen medewerkers als Plein-coaches opleidt.’

OnderstroomNynke Sönmez is beleidsadviseur Leren en Ontwikkelen van de gemeente Enschede en werkt ook met Pleinen. ‘Hier noemen we de Plein-coaches dialoogcoaches. ‘Dialoog’ omdat het werk van de gemeenteambtenaar steeds meer uit een gesprek bestaat: met de stad, collega’s, externe betrokkenen en bestuurders. We zetten de dialoogcoaches niet alleen in voor

of tijdens een project, maar ook daarna, aan onze leertafels. Die leertafels zijn bedoeld voor reflectie. We zijn hier nogal van het doen en doorgaan. Maar je moet ook stilstaan bij wat je doet en daar lessen uit trekken.’ ‘Het mooie van het ‘Pleinen’ is dat je oog krijgt voor de onderstroom; dat wat niet hardop gezegd wordt. Vaak blijven discussies hangen omdat we geneigd zijn meteen op de inhoud in te gaan. Ik ben zelf ook dialoogcoach en heb geleerd om eerst iedereen zijn beeld neer te laten leggen. Oftewel, iedereen komt aan bod zodat besluiten letterlijk volledig worden genomen. We doen dit bewust met eigen mensen omdat leren en ontwikkelen van binnenuit altijd een olievlekwerking heeft voor de organisatie.’ n

Gemeenten richten een permanent leer-proces in om antwoor-den te vinden op de wervelwind aan veran-deringen. Vaak wordt de nieuwe kennis ‘van buiten’ gehaald. Maar zeker zo vaak pakken gemeenten het zelf op. En niet alleen om te beknibbelen.

We doen het liever zelfIntern opleiden

Tekst Quita HendrisonBeeld Nelleke Metselaar

‘Het werk van de ambtenaar bestaat steeds meer uit een gesprek’

Eigen waardeMiriam Voets, hoofd VNG Academie: ‘Zelf opleiden of opleidingen in huis halen heeft allebei z’n eigen waarde. Ik zie het niet als ‘of of’, maar als ‘en en’. Het voordeel van de VNG Academie is dat we veel open aanbod hebben; meerdere gemeenten - en andere in-terbestuurlijke partners als provincies en waterschap-pen - zitten bij elkaar in een leergroep waardoor ze van elkaar leren. Kleinere gemeenten hebben bovendien niet altijd genoeg mankracht voor het opzetten van interne opleidingstrajecten. Daarnaast zijn wij als VNG van en voor de gemeenten, waardoor we geen ander belang hebben dan dat van die gemeenten.’

Door de kringsetting van ‘het Pleinen’ kan niemand zich verschuilen bij het oplossen van vraagstukken

nr. 12 | 2018

41

thema

EIGEN REGIE IN LEREN

Gezocht: ambtenaren met een mening!

Tekst Quita HendrisonBeeld Rutger Coucke

De ambtenaar wil leren, nu de organisatie nog

MARCO OUWEHAND, bestuurder FNV Overheid

Remmende factoren‘Opleiding en mobiliteit zijn belangrijk voor de ambtenaar van nu. Waar horen we die mantra niet? Maar dan moet het concreet worden en blijken er ineens remmende factoren te zijn. Duidelijk is dat het voor veel dertigers en veer-tigers lastig is om tijd vrij te maken in de spitsuren van het gezinsleven. Ook duidelijk is dat voor veel uitvoeren-de medewerkers op mbo-niveau ‘terug naar de schoolbanken’ weerstand kan oproepen. Dat is allemaal op te lossen als je als organisatie het perspectief kunt schetsen. Maar juist in die organi-satie ligt het grotere, minder zichtbare probleem. En dat is dat we bij het rijk zo’n vijfentwintig jaar geleden het lijnmodel hebben geïntroduceerd. Strak en efficiënt. In dat model is de direct leiding-gevende degene met wie je je gesprek over opleiding aangaat en staat HRM voor de medewerker op afstand.’

Gevolg van organisatiestructuur‘Voor de lijnmanager telt vooral de korte termijn. Haalt hij de afdelingsdoelen? Daar wordt hij op afgerekend en niet op het aantal opleidingen van zijn medewerkers. Natuurlijk zal hij in het halfjaarlijkse func-tioneringsgesprek het blokje ‘opleiden’ bespreken. Maar als het niet in het directe afdelings-belang is, is dat niet meer dan een formaliteit. En medewer-kers aarzelen om aan te geven dat ze iets anders willen, omdat ze weten dat ze het risico lopen dat er een denkbeeldig kruisje

Ambtenaren hebben nieuwe kennis en competenties nodig in een tijd waarin verandering de enige constante is. Bij de opleidingsinstituten kloppen dan ook steeds meer mensen uit de publieke sector aan: jonge ambtena-ren en vijftigers, mbo’ers en topmanagers. Maar dan moet de organisatie wel meewerken. En gaat het alleen om dat papiertje of is er meer nodig?

‘Voor uitvoerende medewerkers stuit ‘terug naar de school-banken’ op weerstand’

nr. 12 | 2018

42

thema

EIGEN REGIE IN LEREN

achter hun naam komt te staan als het om nieuwe projecten gaat. Daar komt bij dat hoger opgeleiden vaak assertiever zijn dan middelhoog opgeleiden. Terwijl die laatste groep op de functies werkt waarvan we denken dat die in de nabije toekomst komen te vervallen. Overigens begrijp ik die leidinggevende wel; het is niet zijn schuld maar het gevolg van de organisatiestructuur.’

Neutrale bypass‘Daarom houd ik een pleidooi om af te

stappen van het lijnmodel. Ik denk dat er bij de departementen onafhankelijke personeelsmensen moeten komen. Een soort neutrale bypass waar je je oplei-dingsbehoeften kunt bespreken. Los van de afdeling, zodat er meteen meer ruimte is om breder te denken. Om de lange termijn mee te nemen voor de organisatie en voor het individu. Dan kom je ook op andere vormen van opleiden dan alleen de geijkte trainingen. Veel uitvoerenden komen bijvoorbeeld zelden buiten de eigen afdeling. Een meeloopstage op een

andere afdeling of zelfs buiten de orga-nisatie kan veel opleveren. Het mooiste zou zijn als zo’n personeelsfunctionaris ook proactief medewerkers benadert. En dan niet alleen om omhoog te bewegen. Het kan ook waardevol zijn om opzij te bewegen, niet iedereen hoeft een hbo- papiertje halen. Om hier ruimte voor te maken is een cultuuromslag nodig, ik weet het. Maar die is noodzakelijk. Al is het maar omdat vernieuwing niet alleen van buiten kan komen. Daar heb je je eigen mensen hard voor nodig.’ n

CARLA KALHORN, strategisch adviseur Leren & Ontwikkelen, coördinator Your Goals, gemeente Breda

Individu en collectief‘Er verandert veel in de publieke sector. Na het sociaal domein staat nu de Omgevingswet voor de deur. En dan is er ook nog de burger die vandaag de dag een andere (digitale) dienstverle-ning verwacht dan een paar jaar geleden. Daar moet je blijvend op inspelen en je continu op ontwikkelen; als individu en als collectief. Ik ken geen gemeente die dat niet onderkent, maar te vaak blijft het bij plannen op papier omdat de waan van de dag je inhaalt. Of, het andere uiterste, de organisatie springt meteen in het doen: hupsakee, een training hier en een bijscholing daar. Maar daarmee bereik je op de langere termijn niet wat je wilt. Je moet eerst helder hebben wat je wilt bereiken en waarom. Zet dat af tegen de huidige situatie en dan wordt duidelijk welke kloof er overbrugd moet worden.’

Vuilnismannen aan de tablet‘Want daar begint het mee: weten waar je naartoe wilt. Wat kunnen we nu en wat moeten we straks kunnen? Wat is de

gap daartussen en wat voor interventies bied je aan om dat op te lossen? In Breda maken we de papieren visie concreet. Onder meer met een huisacademie (YourGoals@Breda), leerlijnen en een breed trainingsaanbod. Van vakkennis tot mindfulness. En niet alleen voor beleidsmedewerkers of administratieve mensen. In Breda verandert er bijvoor-beeld veel bij de inzameling van afval. Vuilnismannen moeten met internet en tablet werken, terwijl de digitale en taalvaardigheid vaak ontoereikend was. Zij doen nu een training Taal en Tablet. Daardoor zijn ze niet alleen weer bij de tijd, maar blijken ze ook betere overleg-vaardigheden te hebben ontwikkeld. Zo’n traject als dit kost tijd.’

Integrale kijk‘En tijd is vaak het probleem. Niet alleen de netto tijd van een opleiding, maar ook tijd om mensen bewust te maken van de noodzaak ervan. Leidinggevenden voelen de druk om roosters rond te krijgen en willen niemand missen in het werkproces. Daarom is het belangrijk om een lerende organisatie in te richten, waarin het belang van leren voor individu en collec-tief duidelijk is. Door tijd in te ruimen en breder te kijken dan ‘losse’ opleidings-vragen. In een lerende organisatie gaat het om een integrale kijk op scholing en ontwikkeling. Doe je dat niet, dan stel je medewerkers niet in staat om hun dienst-verlening aan te passen aan de voortdu-rend veranderende omgeving.’ n

‘Hupsakee, een training hier en een bijscholing daar’

nr. 12 | 2018

43

EIGEN REGIE IN LEREN

Maarten van Zaane, directeur van de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) en Peter Smits, directeur van het

A&O-fonds Provincies, zijn enthousi-ast over e-learning. Van Zaane: ‘Wij zijn ermee gestart omdat jongere ambtenaren gewend zijn antwoorden op hun vragen te zoeken op internet. Als ze iets niet weten of niet snappen hoe het werkt, zoeken ze een filmpje op YouTube waarin het wordt uitgelegd.’ Smits: ‘Toen wij in 2014 in gesprek raakten met de HEMA academie, nu Skills Town, over manieren waarop medewerkers zelf de regie hebben over hun ontwikkeling, hebben we ook goed geluisterd naar interne recties als: veel ambtenaren zijn 50-plus, heeft het wel zin om die e-learning aan te bieden, wat voegt dit toe aan het bestaande aanbod? Dat is geen discussie meer, jongeren en ouderen zijn het echt al gewend.’ In samenwerking met uitgever Publiek Denken en videoproductiebedrijf Public Cinema is de VOM gestart met OMOOC: Overheids Massive Open Online Courses. Op de website www.omooc.nl bieden ze zogeheten moocs aan: reeksen van korte

video’s, waarin (ervarings)deskundigen een ‘inzicht’ aanreiken over een bepaald onderwerp. Van Zaane: ‘We maken drie of vier van die reeksen per jaar over belang-rijke thema’s waarvan je als ambtenaar echt op de hoogte moet zijn. Op vragen als ‘wat is virtual reality’ of ‘wat is blockchain’ vind je op internet wel een antwoord. Wij richten ons op onderwer-pen die specifiek zijn voor het openbaar bestuur in Nederland. Denk aan ‘Werken met maatschappelijk initiatief’ of ‘Anders werken door de Omgevingswet’.

Eigen regieHet A&O-fonds Provincies van Smits heeft via een apart onderdeel, de A&O academie van www.aenoprovincies.nl, ook een breed aanbod op het gebied van e-learning. Van korte cursussen tot mogelijkheden voor verdieping en webinars: live uitzen-dingen van 30 minuten met experts. Het aanbod betreft onder meer manage-mentcursussen, taaltrainingen, social media-gebruik, financiële trainingen, communicatie, veiligheid en gezondheid. Smits: ‘De medewerker is steeds meer zelf verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling en loopbaan. E-learning

Om duurzaam inzetbaar te zijn, moeten werk-nemers zich blijven ontwikkelen. Maar waar we vroeger vooral klas-sikaal leerden, is er nu ook een breed scala aan individuele leeractivi-teiten. Bijvoorbeeld op afstand via e-learning, of in combinatie met meer traditionele manieren: blended learning.

Uitgeleerdben je nooit!

E-learning: laagdrempelig, gebuiksvriendelijk en van hoge kwaliteit

Tekst Bas Nieuwenhuijsen

nr. 12 | 2018

44

thema

EIGEN REGIE IN LEREN

kun je volgen op het moment en de plek van jouw keuze. Je hebt zelf de regie. E-learning is efficiënter en goedkoper dan klassiek onderwijs, zodat we grote groepen ambtenaren kunnen bereiken.’ En dat lukt, ver boven de oorspronkelijke verwachting vertelt hij. ‘Er werken zo’n 10.000 mensen bij de provincies en er was ons voorspeld dat je met e-learning ongeveer 6 procent daarvan zou trekken, dus mikten we op 600 deelnemers in het eerste jaar. Binnen twee uur nadat we waren gestart, zaten we al op 250 aanmeldingen. Inmiddels hebben we zo’n 4300 deelnemers, veel meer dan die zes procent dus.’ Ook de moocs van de VOM worden goed gevolgd. Van Zaane: ‘Het loopt goed, we hebben nu ongeveer 1000 views per week.’Volgens beiden is de gebruiksvriende-lijkheid van e-learning een belangrijke succesfactor. ‘Mensen hebben zelf de regie,’ benadrukt Smits. ‘Het is heel laag-drempelig, ze hebben niets nodig van hun leidinggevende of van de organi-satie. We benadrukken wel dat aanslui-ting kan en moet worden gezocht bij de ontwikkelingen in je organisatie. Je studeert immers vrijwillig maar niet vrijblijvend. Verder doen we veel aan promotie van e-learning en verzorgen we een actueel aanbod, dat deels wisselt per

seizoen. E-learning moet wel van hoge kwaliteit zijn, zowel technisch als inhou-delijk. Als filmpjes bijvoorbeeld haperen, haken mensen af.’ Smits spreekt van de gouden driehoek: medewerker, leveran-cier van opleidingen en het A&O-fonds. ‘Wij krijgen veel positieve reacties omdat mensen het een leuke manier van communiceren vinden,’ zegt Van Zaane. Ook hij vindt hoge kwaliteit van groot belang, niet alleen als het gaat om de technische uitvoering. ‘Het draait om het verhaal en hoe je dat vertelt.’

Blended learningE-learning is uitstekend te combineren met andere, meer traditionele leeractivi-teiten. Dat noemt men blended learning. Van Zaane: ‘Je kunt een mooc bekijken met je managementteam en er dan samen over doorpraten. We organise-ren ook workshops over onderwerpen

waarover mensen eerst een filmpje hebben bekeken. Ze kunnen dan dieper op het thema ingaan met sprekers, die ook in de moocs voorkomen. Zo krijgen workshops veel meer focus.’ Ook Smits ziet mogelijkheden voor combinaties. ‘Denk aan een training ethisch handelen en integriteit, waarover je een workshop volgt en een video bekijkt.’ Beiden verwachten veel van de toekomst en van nieuwe technologie, zoals virtual reality. Smits: ‘Dan kun je met een VR-bril op leren werken met een kettingzaag en virtueel in je been zagen, of zien wat er met een dijk gebeurt als je muskusratten onvoldoende bestrijdt. In onze nieuwe arbocatalogus hebben we e-learning als innovatieve leertool heel nadrukke-lijk een plaats gegeven. Ik verwacht dat dit ook steeds meer wordt toegepast bij training van gedrag en houding, dat je bijvoorbeeld virtueel acteur bent in een rollenspel, waarvan het verloop door jouw opstelling wordt beïnvloed.’ Van Zaane: ‘In een nieuwe mooc zoeken we uit hoe e-democracy werkt, waar loop je tegenaan? Wij willen in de voorhoede van de verhalen zitten, trendsettend zijn.’ n

Meer informatie over e-learning: www. aenoprovincies.nlwww.omooc.nl

‘Het draait om het verhaal

en hoe je dat vertelt’

De mooc Vernieuwing lokale democratie van OMOOC

nr. 12 | 2018

45

EIGEN REGIE IN LEREN

Bel of mail MediaSales0031, Boyke Rajbalsingh, voor een oriënterend gesprek over de mogelijkheden: 06 10 93 47 77 of [email protected]

Publiek Denken, het platform voor de publieke professional, daagt ambtenaren en bestuurders uit hun

bestuurlijke visie verder te ontwikkelen en te reflecteren op het eigen ambtelijk denken en handelen.

Word partner van Publiek Denken!

Adverteer in het kwartaalmagazine, themaspecial, e-zine, e-nieuwsbrief en website.

Afhankelijk van het medium (print of online) bereikt u

maximaal 55.000 ambtenaren.

Profileer uw dienstverlening in een

inhoudelijk artikel. In deze specialpagina’s kunt u

uw visie uiteen zetten en kennis delen.

Word partner en publiceer in iedere

editie. Wij ondersteunen u inhoudelijk met

redactie, fotografie en vormgeving.

321

anderen) en nieuwe contacten leggen. Voorbeelden van opdrachten zijn:

• Waar ben je goed in en waar ben je minder goed in? Bespreek met een collega hoe je deze kwaliteiten het beste kunt inzetten in je werk.

• Welke uitdaging zie je binnenkort ontstaan in je werk? (Bijvoorbeeld start van een nieuw project). Noteer wat je vandaag of morgen al kunt doen om hierop te anticiperen.

• Van welk project van een collega zou je meer willen weten? Plan een gesprek in om dit project te bespreken.

Medewerkers worden gevraagd elke opdracht te evalueren op de speciale site, die bij Work.Boost hoort, voordat ze een volgende opdracht doen. Deelname is vrijwillig en gegarandeerd anoniem. Ambtenaren kunnen onder meer (informeel) hun kennis en kunde ontwikkelen, en hun wendbaarheid en netwerken vergroten en versterken.

Uitdagend en leerzaamNaast de twee interventiegroepen van elk twintig deelnemers waren er ook twee ongeveer even grote controlegroepen. Voor- en achteraf vulden alle deelnemers een enquête in over onder meer werkple-zier, bevlogenheid en energie. Zo werd onderzocht of Work.Boost effect heeft op hun welbevinden op het werk en inzet-baarheidsgedrag. De eerste resultaten zijn volgens EC O&P positief. De opdrach-ten worden ervaren als uitdagend, leuk en leerzaam. Daarnaast geven deelne-mers aan dat de proeftuin inderdaad heeft aangezet tot een nieuwe manier van werken, die bijdraagt aan hun inzet-baarheid. EC O&P gaat daarom deze inter-ventie verder ontwikkelen voor haar afnemers, bijvoorbeeld voor gebruik door teams, binnen grotere trajecten voor inzetbaarheid en veranderprocessen. n

Hoe stimuleer je ambte-naren om hun duurzame inzetbaarheid te vergroten op een laagdrempelige manier, die wetenschap-pelijk onderbouwd is? Om het antwoord te vinden op deze vraag voerden het Expertisecentrum Organisatie en Personeel (EC O&P) en de directie Ambtenaar en Organisatie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in september 2017 de proeftuin Work.Boost uit. De eerste resultaten zijn positief.

Duurzame inzetbaarheid wetenschappelijk onderbouwd

Work.Boost

Tekst Bas Nieuwenhuijsen

Expertisecentrum O&P is een onderdeel van UBR, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van BZK dat werkt voor het publieke domein. Doel is de overheid beter, sterker en slimmer te maken. UBR helpt bij grote organi-satieveranderingen, complexe ict-trajecten en innovaties in de bedrijfsvoering en voert taken uit op het gebied van interim-management, HRM, IT, inkoop en financiën.

Work.Boost is een samen-werking van Workflow van EC O&P met Jason Gawke, promoven-dus aan de Erasmus

Universiteit Rotterdam op het terrein van duurzame inzetbaarheid en tot voor kort werkzaam bij het ministerie van BZK via het A&O fonds Rijk. Het is een weten-schappelijk onderbouwde interventie, waarin medewerkers kleine, motive-rende en speelse opdrachten uitvoeren, die gericht zijn op het stimuleren van proactiviteit, bekwaamheid en adapti-viteit. Bijvoorbeeld leren in je werk (van

‘De opdrachten worden ervaren als uitdagend, leuk en leerzaam’

Welke uitdaging zie je binnenkort ontstaan in je werk (bijv. start van een nieuw project)?

Noteer wat je vandaag of morgen al kunt doen om hierop te anticiperen

Opdracht voltooid? Ga naar:www.workboostaofondsrijk.nl

Kaartnummer 32

Opdracht

Bel of mail MediaSales0031, Boyke Rajbalsingh, voor een oriënterend gesprek over de mogelijkheden: 06 10 93 47 77 of [email protected]

nr. 12 | 2018

47

thema

EIGEN REGIE IN LEREN

Tekst Gert Riphagen

Gehoord aan de koffieauto-maat: ‘Hoe staat jouw naviga-tiemetafoor ervoor?’ ‘Mijn wat?’ ‘Ja, hoe zit het met je scenariobedragen in euro’s van nu?’ Slik. Voorgaande is zoge-noemde pensioen- communicatie 2.0 en gaat over pensioenbedragen die mensen kunnen verwachten na hun pensionering. Over die verwachte uitkering bestaat zoveel onduidelijk-heid dat er sinds 2015 een heuse Wet pensioencommunicatie van kracht is. Die wet gaat niet over het pensioen-beleid maar over hoe we het beleid kunnen uitleggen.

De nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wouter Koolmees doet op 2 februari 2018 in een brief aan de Tweede Kamer de stand van zaken uit de doeken over ‘het communiceren in scenariobedra-gen’. Hij schrijft in die brief onder meer over een mij tot op heden onbekend fenomeen: de navigatiemetafoor.

Wat doet die? Nou dit: ‘De navigatie-metafoor maakt inzichtelijk wat een

deelnemer tot nu toe heeft opgebouwd, wat zijn verwachte eindresultaat is... en wat hij kan

verwachten als het economisch mee- of tegenzit,’ aldus de minister in de brief die ook een verhelderende

grafiek bevat. Een beeld zegt meer dan duizend woorden, luidt een bekend en naar het schijnt Chinees gezegde.Het beeld van de navigatiemetafoor moge door de gebruikte grafiek duidelijk zijn, maar vanwaar die term? En is er wel sprake van een metafoor? Een metafoor is volgens de website van Onze Taal ‘een stijlfiguur; een vorm van overdrachtelijk (figuurlijk) taalgebruik.’ Een heel bekende metafoor is volgens deze vereniging van taalliefhebbers om de kameel te beschrijven als ‘het schip der woestijn’ - vanwege de schommelende gang van de kameel. Voor een metafoor geldt: hoe treffender de over-eenkomst, hoe beter de beeldspraak. Andere voorbeelden van bekende metaforen zijn volgens Onze Taal: ‘Voetbal is oorlog’; ‘Nederland is een land van melk en honing in vergelijking met de meeste andere landen’; ‘Het leven is een pijp kaneel, elk zuigt eraan en krijgt zijn deel’ of ‘Hersentumoren zijn sluipmoordenaars’.

Spoor bijsterHet is maar de vraag of 'navigatiemetafoor' een sterk beeld oproept dat een verband legt met pensioencommu-nicatie. Bij mij in ieder geval niet. De grafiek schetst een beeld van wat je aan pensioen en AOW kunt verwachten als je met pensioen gaat. Met enige fantasie kun je stellen

De navigatie-metafoor

nr. 12 | 2018

48

nr. 12 | 2018

48

NOTADOKTER

dat het overzicht je door de jaren heen naar een eindbedrag navigeert. Maar dat is wel wat vergezocht, je moet het maar net weten. Bovendien is het niet echt een term die goed blijft hangen en dat is toch wel de bedoeling van een metafoor. Voor een rake beschrijving verwacht je toch eerder iets als de ‘het-kan-vrie-zen-kan-dooien-pensioenmeter’. Want dat doet deze navigatiemetafoor: laten zien dat het kan vriezen of dooien met de te verwachten pensioenuitkering. Het beeld van een meter past ook beter bij een rekenmethode.Als eindredacteur bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb ik in het verleden vaak genoeg aan dit soort brieven gesleuteld om te weten dat communiceren over pensioenen geen appeltje-eitje is. De pensioenwereld is nu eenmaal vergeven van vaktaal, van een vaak onnavolgbaar en haast onuitroei-baar boeventaaltje. Minister Koolmees rept in zijn Kamerbrief niet alleen over ‘een navigatiemetafoor’, ‘scenariobe-dragen’ en ‘sleutelvariabelen’, maar

gebruikt ook termen als ‘een duidelijk handelingsperspectief voor deelnemers’, ‘indexatieambitie’, ‘voorwaardelijke indexatie’, ‘uitkeringsovereenkomsten’, ‘herstelplannen’, ‘haalbaarheidstoet-sen’, ‘IORP-richtlijn’ en ‘pensioenproduc-ten’. Gesneden koek wellicht voor wie er dagelijks professioneel mee te maken heeft, maar een matig ingevoerd iemand raakt er al snel het spoor door bijster.

Klare taalToegegeven, minister Koolmees doet ook zijn best begrijpelijke zinnen in de brief op te nemen. Zo schrijft hij bijvoorbeeld:

‘Ik vind het belangrijk dat deelnemers meer dan nu inzicht krijgen in hun te verwachten pensioen en dat helder is dat het meer of minder kan worden.’ Oftewel, de het-kan-vriezen-kan-dooi-en-metafoor. En ook schrijft Koolmees klare taal over de heersende onzeker-heid: ‘Sommigen menen zelfs dat zij helemaal nergens meer op kunnen rekenen. Dat is misschien wel begrijpe-lijk, maar onnodig... er kan wel degelijk een goede indicatie worden gegeven van het pensioen dat zij ongeveer kunnen verwachten.’Kortom, voor schrijven over pensioe-nen geldt hetzelfde als voor veel andere ‘vakgebieden’ op de Haagse departemen-tale burelen: het kan verkeren. Heldere alinea’s wisselen in hoog tempo af met vooral ontoegankelijke vaktaal. Voor de pensioencommunicatie heb ik nog wel een ideetje. De ‘het-kan-vriezen-kan-dooi-en-pensioenmeter’ wordt wat mij betreft voortaan uitgebeeld in een karakteristiek Nederlands beeld, dat van een al dan niet wegsmeltende sneeuwpop. n

‘Ook voor het schrijven over

pensioenen geldt: het kan verkeren’

nr. 12 | 2018

49

COLUMNKees Jansen

Kees Jansen is stadsfilosoof en docent Slimme Circulaire Steden

Op cursus? Ga toch werken! ‘Opleidingsfondsen nodig voor een leven lang leren,’ kopte Het Financieele Dagblad op 28 januari 2018. Het past bij deze tijd: jezelf blijven ontwikkelen staat hoog in het vaandel. Dat is voor veel overheden erg duur; dus daarom maar een fonds. Want waaróm doen we dit eigenlijk? In POP’s zijn het terug-kerende elementen. Je manager vraagt keurig of je wilt bijscholen. Zodat dat vinkje ook op je beoordelingsgesprek kan worden afgestreept. Maar heeft het ook zin?In deze tijd van razendsnelle ontwikkelingen is het essentieel om continu op de hoogte te blijven. Juist daar wringt de schoen: als er cursussen en opleidin-gen voor zijn gemaakt, is die actuele situatie al weer achterhaald. Beter kun je jezelf op de hoogte houden van wat er speelt, via vakbladen, nieuws, internet en opinie. En welke invloed dat heeft op je werk. Want daar gaat het om, dat je je werkt goed kunt (blijven) doen. Zeg nou zelf; hoe vaak heb je iets geleerd op een dure cursus onder werktijd, dat veel tijd opslokte, dit precies een week volge-houden hebt en toen weer door de waan van de dag ingehaald werd? Met als resultaat: terugvallen in je oude gedrag?Kennis vergroot je door je eigen kennis te delen en van anderen te leren. Vaardigheden vergroot je on the job want juist door te doen leer je het meest. En als je je echt wilt blijven ontwikkelen, dan richt je je op allebei. Dus kom van je stoel en ren niet naar een cursus maar naar je collega’s. Ga pas een cursus of opleiding volgen als je erachter komt dat je echt praktische kennis tekort komt. Niet omdat vanuit een POP de mogelijkheid wordt geboden en dan maar in brochures kijken wat wel leuk lijkt. Kijk eerst wat er nodig is en ga dan pas kijken naar een geschikt aanbod.Ga om te beginnen eens kijken op een andere afdeling. Vraag aan een onbekende collega waar hij of zij zich mee bezig houdt. Wees nieuwsgierig, leg verbindingen en werk samen. En ga dan vervolgens ook echt anders handelen in je dagelijks werk. Pas als het niet alleen bij praten of bijwonen van een oplei-dingstraject blijft, pas dan ben je bezig met permanente educatie. Dus kijk om je heen, deel je kennis en ga gewoon doen!

nr. 12 | 2018

50

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

13

In december heeft het SCP de Overall rapportage sociaal domein 2016 gepubliceerd. De transitie is afgerond, maar er is nog veel tijd en aandacht nodig voor verdere ontwikkeling. De mens moet daadwerkelijk centraal komen te staan om te komen tot een betere integrale zorg en ondersteuning voor kwetsbare burgers.

Neem contact op met MediaSales0031, Boyke Rajbalsing, om de mogelijkheden te bespreken:tel. 06 10 93 47 77 | e-mail [email protected]

In de editie van 26 juni 2018 staan we stil bij het thema sociaal domein. Onderwerpen die aan bod komen: armoede en schuldhulpverlening, jeudzorg, participatie, Wmo, etcetera.

Wij bieden u de mogelijkheid uw visie, aanpak, experiment of dienstverlening aan onze lezers bij rijk, provincies, gemeenten, uitvoeringsorgan-isaties en overige publieke pro-fessionals onder de aandacht te brengen.

Op 26 juni 2018 verschijnt Publiek Denken met het themanummer Sociaal domein.

ColofonUitgever Publiek Denken

AdresGebouw M1-47Binckhorstlaan 362516 BE Den HaagT 085 486 85 41

www.publiekdenken.nl [email protected]

Uitgevend hoofdredacteurAsha NarainM 06 549 541 12E [email protected]

Eind- en webredactieMarc NotebomerM 06 168 046 77E [email protected]

ProjectmanagerLars van der LindenM 06 575 825 83 E [email protected]

Art direction en vormgevingDimitry de Bruin

Medewerkers aan dit nummerPieter van den Brand, Arwin van Buuren, Quita Hendrison, Kees Jansen, Maurits Kreijveld, Bas Nieuwenhuijsen, Marc Notebomer, Gert Riphagen, Ellen Röling, Maurits van den Toorn, Kees Versteegh

Fotografie Neeke Eysbroek, Didier Fouar-ge, Carla van Iersel, Nelleke Metselaar, OMOOC, Birgül Özmen, Claudette van der Rakt, Shutterstock, UBR, Arjan van Vembde, Kees Winkelman.

IllustratiesDimitry de Bruin, Rutger Coucke, Aad Goudappel, Robin Vinck

Mediaservices MediaSales0031Boyke RajbalsingE [email protected] 06 109 347 77

Publiek Denken SpecialsAsha NarainM 06 54 954 112E [email protected]

AdreswijzigingenE [email protected]

Abonnementen Een jaarabonnement op Publiek Denken kost € 49,- per jaar, exclusief 6 procent btw. Voor het afsluiten van een abonnement, het aanvragen van een proefexemplaar of het afsluiten van een collectief abonnement, mailt u naar [email protected]

RedactieadviesraadMark Frequin (DG Mobiliteit, ministerie van IenW), Jan van Ginkel (concerndirecteur/loco-secretaris provincie Zuid-Holland), Astrid van de Klift (vicevoorzitter FAMO en gemeentesecretaris Veenendaal), Rob van Lint (inspecteur-generaal NVWA), Sicco Louw (directeur BZK Flex ministerie van BZK), Mariël Middendorp (gemeentesecreta-ris Rijswijk), Alida Oppers (DG PO/VO ministerie van OCW), Henri Rauch (strategisch adviseur VNG), Tom Rodrigues (directeur TR Consult), Jaap Uijlenbroek (DG Belasting-dienst), Albert Vermuë (direc-teur Unie van Waterschappen) en Emke Westra (voorzitter Futur)

Volg ons op Twitter en Facebook en word lid van onze groep op LinkedIn!

DrukkerijSenefelder Misset, Doetinchem

VerschijningPubliek Denken verschijnt eenmaal per kwartaal in een oplage van 5.500 exemplaren

Dit is Carmen. Zij houdt afstand. In het verkeer én in haar rol als toezicht houder bij een zorginstelling. Maar het is altijd gepaste afstand. Carmen rijdt haar Raad van Bestuur niet in de wielen, maar ze bewaaktwel kritisch en nauwgezet de koers. Altijd op de hoogte van alles wat relevant is. Want afstand is bij haar nooit achterstand.

- Bestuurentoezicht

- Strategischepersoneelsplanning

- Selectie-enplaatsingsprocessen

- Reorganiserenenflexibiliseren

- Teamsenleiderschap

- Zelforganisatie

- Rol-entalentgerichtwerken

- Professionaliseren