Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2...

60
Onderzoek met impact Innovatie aan de Vlaamse hogescholen samen met het werkveld.

Transcript of Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2...

Page 1: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

Onderzoekmet impact

Innovatie aan de Vlaamse hogescholensamen met het werkveld.

Page 2: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

2

ARTESIS PLANTIJNHOGESCHOOL ANTWERPEN

Page 3: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

1

VOORWOORD

Hogescholen lossen de innovatie-paradox op.

Vlaanderen streeft naar professionele ex-cellentie, innovatie en productiviteit. Hoge-scholen zijn ingebed in partnerschappen met ondernemingen, socialprofitorganisaties, andere kennisinstellingen én de overheid. Ze werken van nature heel nauw samen met het werkveld en verbinden hun onderwijs-opdracht goed met praktijkgericht weten-schappelijk onderzoek en dienstverlening, zowel lokaal als internationaal.

Voor de toekomst van het werkveld en de hogeschool moeten we deze ontwikkelingen in het oog houden: globalisering, technolo-gische ontwikkelingen zoals digitalisering, robotisering en artificiële intelligentie, demografische en sociaal-culturele ontwikkelingen zoals vergrijzing en de toenemende diversiteit en ten slotte de klimaatverandering met de focus op duurzaamheid.

Empirisch onderzoek van prof. Stijn Viaene leert dat het werkveld deze ontwikkelingen nu al op vier manie-ren tegemoetkomt. Ten eerste leidt de klant of de gebruiker de dans want hij kan gemakkelijk van onderne-ming x naar onderneming y overstappen. Verkennen en vergelijken kan hij als nooit tevoren op het internet. Daarom moet alles ten dienste staan van de klantenervaring. Vervolgens is experimenteren noodzakelijk om oplossingen te testen. We hebben vandaag technologieën en netwerken om nauwkeurig na te gaan wat werkt en wat niet. Ten derde verbinden organisaties zich steeds sterker met elkaar om zich kosteneffici-ent toe te leggen op waar ze echt goed in zijn. Digitale infrastructuur maakt co-creatie mogelijk zonder in te boeten op snelheid. Ten vierde is de toekomst aan digitale platformen. Met het Internet of Everything wordt alles een sensor en producent van data. Met opendata-initiatieven gaan organisaties nog meer en beter kunnen inspelen op klantenervaringen, experimenteerruimtes en samenwerking in realtime-ecosystemen.

Vlaamse hogescholen hebben vandaag een aantal troeven om proactief in te spelen op deze realiteiten in het werkveld. Ze durven over de muren te kijken: tussen de disciplines, tussen de diverse werkvelden, tussen het hoger onderwijs en de veranderende samenleving. Creativiteit wordt essentieel, net als out-of-the-box-denken. De opleidingen in de School of Arts aan de Vlaamse hogescholen excelleren in de ont-wikkeling van deze competenties. Maar ook in de bacheloropleidingen organiseren hogescholen onderwijs waarbij de ‘klant’ mee de dans leidt. Vlaamse hogescholen geven steeds meer projectgebonden onderwijs waarbij ze hun onderwijsopdracht verbinden met praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en internationale netwerken en projecten. Zo experimenteren docenten en studenten samen met medewerkers uit het werkveld en dragen ze bij tot oplossingen die op de werkvloer mee het verschil maken. Via co-creatie voor de toekomst van werk lossen we samen de Vlaamse innovatieparadox op. Dat is innoveren voor de toekomst.

© R

OB

IN J

OR

IS

Page 4: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

2

Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren. Maar de uitdagin-gen worden groter. Hogescholen willen een organisatie zijn waar je kan blijven investeren in je permanente ontwikkeling, je loopbaan en je toekomst. Ze steunen hiervoor op de nexus tussen onderwijs, praktijkge-richt wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening. Deze nexus nog versterken is hun ambitie. Die am-bitie kunnen de hogescholen realiseren door steeds meer te investeren in onderzoek en innovatie. Met dit magazine willen we aan onze stakeholders tonen wat onderzoek en innovatie aan de hogescholen allemaal mogelijk maakt. Aanbevolen lectuur voor iedereen die met de toekomst van onze bedrijven begaan is.

Veel leesplezier.

Pascale De Groote, voorzitterEric Vermeylen, secretaris-generaal

V L A A M S E H O G E S C H O L ENR A A D

VOORWOORD 2

DEEL 1 Praktijkgericht onderzoek aan de professioneel gerichte bacheloropleidingen 3Corporate Video Festival bekroont beste bedrijfsfilms 10Tinkering-pedagogiek leidt tot betere leerresultaten 12Iedereen gelukkig in het pashokje door Smartfit 14Bruggen bouwen tussen leraren en leerlingen 16Virtual & augmented reality helpt mechatronicasector 18Groenere scheepvaart dankzij de Zonneboot 20Zo geef je slib een toegevoegde waarde 22Digitale vormgevers geven participatieve democratie mee vorm 24Hoe presteren ‘vergeten’ gebouwen op energievlak? 26Vlaanderen bouwt sneller en efficiënter dankzij LEAN 28Postrevalidatiecentrum To Walk Again verlegt grenzen 30Mobiele eyetracking 32Insecten als alternatieve eiwitbron 34

DEEL 2 Onderzoek in de kunsten 36Inclusiedans als bron van artistieke inspiratie 40À la recherche d’un son perdu 42Duurzame schoenen dankzij Alice 44Interactieve sprookjes voor gehospitaliseerde kinderen 46Lettertypes met stemmetjes helpen kinderen luidop lezen 48Opleiding traint onderzoekers in de audiovisuele en beeldende kunst in participatie voor publieke ruimte 50

DEEL 3 Nautisch en Maritiem onderzoek 52Preventiedetectie aan boord van chemicaliëntankers 54

INH

OU

D

Page 5: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

3

Docent-onderzoekers innoveren de beroepspraktijk zelf

‘Het op stelselmatige wijze uitvoeren van creatieve werkzaamheden met het doel het kennisbestand, met inbegrip van kennis van mens, cultuur en maatschappij, te vergroten en deze kennis te gebruiken om nieuwe toepassingen te ontwerpen.’ Dat is volgens de zesde editie van de Frascati Manual, ontwikkeld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de brede definitie van onderzoek. Hierin zit een continuüm van fundamenteel onderzoek, vooral verricht aan de universiteiten, tot de implementatie van wetenschappelijke inzichten en de uitwerking van concrete processen, producten en diensten, kenmerkend voor onderzoekers in de professioneel gerichte bacheloropleidingen van de hogescholen.

Hogescholen hebben met hun praktijkgericht onderzoek een unieke plaats in de onderzoekswereld, omdat ze fundamenteel geworteld zijn in de beroepspraktijk. Onderzoekers aan de hogescholen willen in de eerste plaats de beroepspraktijk en het werkveld zelf innoveren, aan de hand van en op basis van hun onderzoek. Onderzoeksresultaten en -inzichten publiceren ze vaak in professionele vaktijdschriften of verspreiden ze via studiedagen, navormingen en congressen voor vertegenwoordigers uit verschillende beroepen.

Co-creatie is de norm bij de start van elk praktijkgericht onderzoeksproject. Complexe 21e-eeuwse problemen in het Vlaamse werkveld (de zogenaamde wicked problems) kennen vaak verschillende dimensies. Om deze op te lossen, moeten verschillende vakgebieden samenwerken. Daarom werken onderzoekers aan de hogescholen multi-, inter- en zelfs transdisciplinair. Onderzoekers uit verschillende disciplines werken evenwaardig samen met experten uit het werkveld.

Het praktijkgericht onderzoek heeft bovendien ook een zeer nauwe relatie met het onderwijs. De kennisvalorisatie en het praktijkgericht onderzoek is vervlochten met de onderwijsactiviteiten door practica, studentenessays, labo’s, projecten, stages, bachelorproeven en werkplekleren. Driekwart van alle hogeschoolstudenten leert de professionele praktijk door maandenlange stages in bedrijven en socialprofitinstellingen, zoals ziekenhuizen, overheden, e.d. Deze professionele insteek tijdens de opleiding maakt de hogeschoolstudent tot een gegeerde werkkracht op de arbeidsmarkt. Gecombineerde opdrachten van docent-onderzoekers zorgen zo voor een natuurlijk proces van kenniscirculatie tussen onderzoek en onderwijs.

Win-win-situatieHogeschoolstudenten kunnen tijdens hun stage praktische onderzoekstaken op zich nemen, gekaderd in innovatieprojecten die docenten zijn overeengekomen met de werkgever. Zo innoveren ze niet alleen het curriculum en syllabi, maar professionaliseren docent-onderzoekers ook voortdurend door hun samenwerking met werkveldactoren. Dit levert zowel voor de hogescholen als voor de werkgever, bedrijf of instelling een kruisbestuiving en een win-win-situatie op. Dit maakt de positie van het onderzoek aan de hogescholen uniek. Vele opleidingen werken ondertussen aan een leerlijn onderzoek binnen het curriculum. Die bereidt hun alumni voor op een complexe en onvoorspelbare toekomst.

Een bijkomende unieke troef is dat Vlaamse hogescholen met hun campussen fijnmazig verspreid zijn in Vlaanderen (zie kaart op pagina 9). Deze nabijheid komt niet enkel de student ten goede, maar ook de dichtgelegen bedrijven en socialprofitorganisaties. Door hun lokale verankering gaat het onderzoek van de hogescholen uit van de nabijgelegen werkveld en beroepspraktijk bij de Vlaamse kmo’s en socialprofitsector.

DEEL 1 Praktijkgericht onderzoek aan de professioneel gerichte bacheloropleidingen

Page 6: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

4

De Vlaamse hogescholen kunnen hierdoor snel en laagdrempelig inspelen op concrete vragen van bedrijven en instituten.

Overheidstoelage blijft echter beperkt voor onderzoekOnderzoek in de professioneel gerichte bacheloropleidingen van de Vlaamse hogescholen is jong. Het decreet op de hogescholen van 13 juni 1994 leidde niet enkel tot een groot aantal fusies tussen hogescholen, maar stelde voortaan duidelijke taken voor de professioneel gerichte bacheloropleidingen: kwalitatief onderwijs, maatschappelijke dienstverlening en projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO) organiseren. Onderzoek verrichten in de professioneel gerichte bacheloropleidingen werd zo decretaal verankerd, maar de overheidstoelage hiervoor bleef beperkt. Ook het personeelsstatuut en de persoonsformatie waren niet afgestemd op onderzoek.

In 2008 lagen de zogenaamde PWO-middelen voor onderzoekers in de professioneel gerichte bacheloropleidingen nog steeds onder de € 10 miljoen voor alle Vlaamse hogescholen samen. Maar vanaf 2013 werd Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek de nieuwe term en voerde men een bescheiden geïndexeerd groeipad in. Recent besliste de Vlaamse minister van Innovatie samen met de minister van Onderwijs om de PWO-middelen in 2017 alvast te verhogen van circa € 17 miljoen naar ruim € 27 miljoen. Onderzoekers aan de hogescholen hopen dat dit de opstap is naar meer capaciteitsopbouw van praktijkgericht onderzoek in de toekomst.

Hogescholen krijgen helaas geen basisfinanciering voor hun onderzoek (eerste geldstroom). De Vlaamse overheid kent wel op niet-competitieve wijze PWO-middelen toe aan de hogescholen (tweede geldstroom). De federale overheid voorziet ook een fiscale gunstmaatregel om innovatie aan de Belgische kennisinstellingen en bedrijven te bevorderen: ze stelt onderzoekers gedeeltelijk vrij van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, op voorwaarde dat deze middelen opnieuw worden geïnvesteerd in onderzoek.

Daarnaast kunnen hogescholen ook competitief overheidsmiddelen voor onderzoek verkrijgen (tweede en de derde geldstroom). Belangrijk zijn het fonds voor Technologie Transfer (TETRA) en een aantal Europese financieringslijnen die beheerd worden op Vlaams niveau, zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), Erasmus+ en Interreg-projecten. Rechtstreeks projectsteun vragen op Europese fondsen is ook mogelijk via H2020 en andere specifieke financieringslijnen van de Europese Commissie.

Gezocht: internationale partners Eén van de grote uitdagingen voor het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek is ongetwijfeld de zoektocht naar Europese onderzoekfinanciering en partners in het buitenland. Hogescholen in Europa, vaak universities of applied sciences (UAS) genoemd, kennen meestal een beperkte financiering door hun overheden. Door deze zwakke overheidsfinanciering is het niet evident om voldoende medewerkers in te zetten om projecten van Europese onderzoekfondsen voor hogescholen in de wacht te slepen. Bovendien hebben de Europese fondsen strikte voorwaarden en een hoge administratieve planlast. Een dossier opbouwen vereist een zware investering en de slaagkans ligt sowieso zeer laag.

Nochtans dienen zich ook twee lichtpunten aan voor de toekomst. De Europese Commissie heeft alvast een omslag gemaakt in haar onderzoeksfinanciering: met het kaderprogramma Horizon 2020 stelt ze dat onderzoek meer toepassingsgericht moet worden en dat kennis beter vermarkt moet worden zodat het de EU de nodige economische boost kan geven. Een visie die hogescholen zeker appreciëren.

V L A A M S E H O G E S C H O L ENR A A D

Page 7: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

5

Ook lijken onderzoekers en projectschrijvers aan Europese hogescholen elkaar de laatste jaren beter te vinden, want grensoverschrijdende samenwerking is een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen solliciteren op deze Europese onderzoeksfondsen. De Vlaamse hogescholen zijn al enkele jaren lid van de Universities of Applied Sciences Network (UASnet), waarin vertegenwoordigers uit de hogescholenkoepels van acht EU-landen zetelen. Het bijbehorende secretariaat verhuisde onlangs van Den Haag naar Brussel, dichtbij de Europese instanties. Ook EURASHE, waarvan de Vlaamse hogescholen al jaren lid zijn, richt zich de laatste paar jaren naast onderwijs ook meer op onderzoek. Samen met de koepels van hogescholen uit Beieren, Oostenrijk, Zwitserland geven UASnet en EURASHE vorm aan het UAS4Europe-platform.

Reeds meer dan 2200 bedrijven en social-profit-organisaties betrokkenDe hogescholen zitten na jaren van succes vol ambitie om hun praktijkgericht onderzoek een volwaardige plaats te geven in het Vlaamse innovatielandschap. Ze zorgen mee voor de concrete innovatie die de Vlaamse economie in deze snel evoluerende kennismaatschappij broodnodig heeft. Ondanks het beperkte onderzoeksbudget hebben de Vlaamse hogescholen in 2016 meer dan 830 samenwerkingsovereenkomsten gesloten met partners uit het werkveld. Dit betekent dat meer dan 2200 bedrijven (vooral kmo’s) en socialprofitorganisaties, zoals ziekenhuizen, overheden, ngo’s e.d., betrokken zijn bij innovatieprojecten aan Vlaamse hogescholen. De uitdaging is daarbij om zoveel mogelijk niet-innovatiegerichte bedrijven en organisaties mee in het innovatiebad aan de hogeschool te trekken en ook in deze doelgroep concrete innovaties op te starten.

Door deze unieke rol in het kennislandschap, de nauwe verwevenheid tussen het werkveld, het praktijkgericht onderzoek en het professioneel gerichte onderwijs, kunnen hogescholen een cruciale bijdrage leveren aan het oplossen van de innovatie-paradox, de kenniskloof die al jaren gaapt. Hogescholen hebben de tools ontwikkeld, maar willen in de toekomst nog wat meer garen om hun innovatieweb met het werkveld kwalitatief en kwantitatief uit te bouwen.

Binnen Europa groeit ook langzaam de aandacht voor het belang van de maatschappelijke impact van het onderzoek. Het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek van de hogescholen biedt concrete oplossingen voor toekomstige maatschappelijke uitdagingen. Ook de evoluties in het werkveld van de 21ste eeuw gaan met rasse schreden vooruit. Om het onderwijsniveau in de hogescholen op een hoog niveau te houden, verdient onderzoek en innovatie aan de hogescholen daarom meer aandacht en middelen van de Vlaamse overheid.

Page 8: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

6

Alle onderstaande cijfers en grafieken geven enkel een beeld van het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek aan de professioneel gerichte bacheloropleidingen (PBA) van de Vlaamse hogescholen in 2016. OnderzoeksoutputMet het praktijkgericht onderzoek willen de hogescholen in de eerste plaats concrete innovatie naar het werkveld brengen en dus zoveel mogelijk bedrijven en non profit instellingen (zoals ziekenhuizen, overheden, etc.) in Vlaanderen betrekken bij het innoveren van hun diensten, producten of bedrijfsprocessen. Dit resulteert in een hoog aantal studiedagen, congressen en lezingen die onderzoekers aan de Vlaamse hogescholen geven aan verschillende werknemers van het werkveld. In 2016 werden door onderzoekers aan de Vlaamse hogescholen meer dan 800 presentaties gegeven om de Vlaamse professionals zodat zij op de hoogte blijven van de meest recente praktijkgerichte onderzoeksresultaten en inzichten. De Vlaamse hogescholen professionaliseren ook structureel het werkveld door werknemers uit te nodigen voor vormingen en studiedagen in de hogescholen (364 in 2016). Het is dan ook niet verwonderlijk dat de onderzoekers aan de Vlaamse hogescholen deze innovatieprojecten nog meer publiceren in professionele vaktijdschriften en magazines (488 publicaties) die door de Vlaamse professionals worden gelezen, dan in de zuiver wetenschappelijke tijdschriften (469 peer reviewed publicaties). Maar ook de contacten met collega-wetenschappers van hogescholen, universiteiten en andere kennisinstellingen zijn uitgebreid: onderzoekers van de Vlaamse hogescholen gaven in 2016 meer dan 500 presentaties binnen de wetenschappelijke wereld.

0

0

100

100

200

200

300

300

400

400

500

500

600

600

700 800

700 800

aantal zelfgeorganiseerde studiedagen of vormingen

aantal lezingen of posterpresentaties op congressen of studiedagen

aantal publicaties in vaktijdschrift of boek of een deel ervan

aantal lezingen of posterpresentaties op wetenschappelijke congressen of studiedagen

364823

Onderzoeksoutput gerichtheid op het werkveld

Onderzoeksoutput gerichtheid op wetenschappelijk netwerk

488

529469aantal publicaties in een wetenschappelijk tijdschrift of wetenschappelijk boek of een deel ervan

V L A A M S E H O G E S C H O L ENR A A D

Page 9: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

7

Interactie met het werkveld en de wetenschappelijke wereldDe tweede grafiek schetst de interactie van de hogescholen met het Vlaamse werkveld, i.e. het wezenskenmerk van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek in de professioneel gerichte bacheloropleidingen. In 2016 betrokken de Vlaamse hogescholen in totaal meer dan 2.200 bedrijven en non-profitorganisaties (zoals ziekenhuizen, NGO’s, overheden, etc.) bij het onderzoek in de professioneel gerichte bacheloropleidingen. Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek in de hogescholen is immers gekenmerkt door interdisciplinariteit en co-creatie wat betekent dat bij vrijwel alle onderzoeksprojecten meerdere actoren uit het werkveld worden betrokken (ook via adviescomités of begeleidingscommissies). In totaal sloten de Vlaamse hogescholen 833 unieke samenwerkingscontracten af met Vlaamse bedrijven en non-profitorganisaties. De hogescholen kennen daarbuiten nog meer onderzoekssamenwerkingen met het werkveld, maar die resulteren niet noodzakelijke in een contract. Onderzoekers aan de Vlaamse hogescholen werken ook goed samen met elkaar en met hun collega’s aan universiteiten en andere onderzoekscentra: bij alle bovenstaande onderzoeksprojecten met het werkveld worden meer dan andere 787 kennisinstellingen betrokken.

Interactie met het werkveld Interactie binnen het wetenschappelijk netwerk

hogescholen

2.202

419833

787

hogescholen

Totaal aantal bedrijven en social profit instellingen betrokken in O&O

LED-cijfers niet mee in rekening genomen

Aantal samenwerkings-overeenkomsten met bedrijven en social profit instellingen

in 2016 werden 419 samenwerkingovereenkomsten afgesloten met andere kenniscentra zoals universiteiten, andere hogescholen en onderzoekscentra.

Totaal aantal samenwerkings- overeenkomsten binnen de

wetenschappelijke wereld

Totaal aantal partners binnen de wetenschappelijke wereld

Page 10: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

8

Aantal onderzoekers (m/v) aan de hogescholen

1500

1000

500

0

1.682

aant

al V

TE-o

nder

zoek

50

6

2016

Financiën: omzet in PBA

PWO-middelen

externe financiering (vb. IWT/Tetra, EU... INCL.contractonderzoek)

fiscaliseringsmiddelen voor onderzoek

werkingsmiddelen (onderwijspunten) voor onderzoek

Omzet in 2016: 47.918.092,80 Euro

16.925.116,11

10.861.781,16

16.758.790,17

3.372.405,36

V L A A M S E H O G E S C H O L ENR A A D

Aantal onderzoekersVaak combineren de meer dan 7.000 docenten en lectoren aan professioneel gerichte bacheloropleidingen van de Vlaamse hogescholen hun onderwijsopdracht met een onderzoeksopdracht of dienstverleningsproject. Onder hen wijden 1.682 docenten en lectoren zich 1 dag per week of meer van hun arbeidstijd aan innovatieprojecten. Dit resulteert in 506 full time onderzoekers aan de Vlaamse hogescholen.

FinancieringDe middelen die door de Vlaamse overheid voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (PWO-middelen) in de professioneel gerichte bacheloropleidingen worden vrijgemaakt, bedroegen in 2016 bijna € 17 miljoen. Daarnaast verwierven de onderzoekers aan de hogescholen in antwoord op Europese en Vlaamse project-calls voor hun grensverleggende innovatieprojecten nog eens bijkomende overheidssteun van bijna € 17 miljoen. Omdat de vraag naar onderzoekssamenwerking door de Vlaamse werkveld-actoren echter nog hoger licht, financieren sommige Vlaamse hogescholen vanuit eigen middelen extra onderzoeksprojecten (voor meer dan € 3,3 miljoen). Naast financiering van de Vlaamse overheid stimuleert ook de Belgische of federale overheid wetenschappelijk onderzoek in alle onderzoekscentra, instituten en het bedrijfsleven in Vlaanderen door een fiscaal gunstregime te handhaven waarbij al deze instellingen een gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing genieten voor de onderzoekers die ze te werk stellen. Voor de Vlaamse hogescholen kwam dit bedrag in 2016 neer op meer dan € 10 miljoen die dankbaar worden geïnvesteerd in nieuwe innovatieprojecten en bijkomende onderzoekscapaciteit.

Page 11: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

9

Regionale inbedding

APHZSKdGTMMAANTWERPEN

TMKGEEL

TMKLIER

TMMAMECHELEN

TMMASINT-KATELIJNE-WAVER

TMKTURNHOUT

TMKVORSELAAR

UC LimburgLUCAPXLGENK

AhsHoGentOdisee

LUCAGENT

HoGentOdiseeAALST

OdiseeSINT-NIKLAAS

UC LeuvenDIEST

UC LeuvenLUCALEUVEN

HowestVIVES NoordBRUGGE

HowestVIVES ZuidKORTRIJK

HowestVIVES Noord

OOSTENDE

VIVES ZuidTORHOUT VIVES Zuid

TIELT

UC LimburgPXLDIEPENBEEK

UC Limburg PXL

HASSELT

EhBOdiseeLUCABRUSSEL HOOFDSTAD

VIVES ZuidROESELARE

OdiseeDILBEEK

Ahs ArteveldehogeschoolAP Artesis Plantijn Hogeschool AntwerpenEhB Erasmushogeschool BrusselHoGent Hogeschool GentHowest Hogeschool West-VlaanderenHZS Hogere ZeevaartschoolKdG Karel de Grote HogeschoolLUCA LUCA School of ArtsOdisee OdiseePXL Hogeschool PXLTMMA Thomas More Mechelen-AntwerpenTMK Thomas More KempenUC Leuven UC LeuvenUC Limburg UC LimburgVIVES Noord Katholieke Hogeschool VIVES NoordVIVES Zuid Katholieke Hogeschool VIVES Zuid

20.000 - 25.000

> 25.000 studenten

5.000 - 10.000

10.000 - 15.000

< 1.000 studenten

1.000 - 5.000

15.000 - 20.000

Page 12: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

10

Corporate Video Festival bekroont beste bedrijfsfilms

Sinds 2000 organiseert het departement Management en Communicatie van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen jaarlijks het Belgian Corporate Video Festival (CV), dat de beste corporate videoproducties of bedrijfsfilms onderzoekt en bekroont. Corporate Video is een business-to-business-communicatiemiddel waarmee bedrijven en vennootschappen met succes trainingen, informatie en promoties kunnen delen.

Hoewel buitenstaanders in de beginjaren voorspelden dat het medium ‘corporate video’ niet zou blijven bestaan, nam het aantal inschrijvingen voor het festival jaar na jaar toe. Toch kregen bedrijfsfilms in de wetenschappelijke wereld nauwelijks aandacht. Daarom besliste de AP Hogeschool om in 2010 systematisch onderzoek op te starten naar de inzet van corporate video als communicatie-instrument door middel van de ‘Corporate Video Monitor’. Gelijktijdig startte de hogeschool een samenwerking met Kanaal Z. Daardoor professionaliseerde het CV-Festival, dat ondertussen uitgroeide tot hét referentie-evenement in België voor corporate video’s.

TrendsElk jaar analyseren de onderzoekers van de AP Hogeschool Antwerpen inhoud en vorm van de corporate video-inzendingen via inhoudsanalyse. Ze brengen in kaart hoe corporate video zich vandaag ontwikkelt en monitoren de laatste trends in de sector, zoals het gebruik van short video’s, het ontlenen van genres eigen aan fictiefilm en de opkomst van animatie in bedrijfsfilms. De resultaten koppelen de onderzoekers terug naar het werkveld via presentaties op het Belgian Corporate Videofestival, op congressen van vakorganisaties en via publicaties gericht op het werkveld.

Special awardsHet wetenschappelijke team van de AP Hogeschool zorgt ervoor dat het CV-Festival bijblijft met de tijdsgeest. Zo wees ons onderzoek uit dat de emotionele boodschapsstijl steeds belangrijker wordt

“Kanaal Z en Canal Z helpen als businesszenders bedrijven om hun audiovisuele bedrijfs-communicatie te verbeteren. Dankzij de samenwerking met AP-Hogeschool rond het Belgian Corporate Video Festival slagen wij erin om bedrijven efficiënter te laten communiceren en zo hun achterliggende doelstellingen te behalen. Door de input van en het continue overleg met de AP-Hogeschool blijven we op de hoogte van de evoluties en trends. Op hun beurt worden de bedrijven die deelnemen er weer beter van. A hot business!”

Alex Coene, netmanager Kanaal Z – Canal Z

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Artesis Plantijn Hogeschool AntwerpenPROJECTLEIDERS Veerle Van Assche en Ilse Van LooverenFINANCIERING PWO-middelenCONTACT Peter Partoens Coördinator Onderzoek, Dienstverlening en Internationalisering Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Lange Nieuwstraat 101, 2000 Antwerpen [email protected] 03 220 56 81

ARTESIS PLANTIJNHOGESCHOOL ANTWERPEN

A R T E SIS P L A N T IJN H O G E S C H O O L A N T W ER P EN

Page 13: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

11

in bedrijfsfilms. De nadruk ligt niet langer op pure kennisoverdracht of het tonen van wat plaatjes bij een praatje. Daarom beloont het festival sinds 2016 corporate video’s die een authentiek en pakkend verhaal vertellen met een Special Award ‘Script’ en ‘Authenticity’. De Special Awards ‘Animation’ en ‘Live Action’ bekronen op hun beurt de technisch sterke corporate video’s. Tenslotte perfectioneerden de onderzoekers van de AP Hogeschool ook het jurerings- en selectieproces van de inzendingen.

http://belgiancorporatevideofestival.be/

ARTESIS PLANTIJNHOGESCHOOL ANTWERPEN

Page 14: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

12

Tinkering-pedagogiek leidt tot betere leerresultaten

Aan de Gentse Arteveldehogeschool loopt tot januari 2019 een praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (PWO) naar de Tinkering-pedagogiek: ‘Make.Think.Tinkering’. Leren met de handen staat er centraal.

“Tinkering is gegroeid uit de makersbeweging en ontwikkeld in het Exploratorium in San Francisco”, zegt onderzoeksprojectleider Bart Huyghe van de Arteveldehogeschool. “Initiatieven zoals Makerspaces, Fablabs, de Techniekacademies en STEM vertrekken van de nood om kinderen essentiële competenties aan te reiken en kijken vaak door een economische bril. Tinkering heeft andere drijfveren. Terwijl binnen de maakbeweging de leerwinst vooral in de verbetering van het product zit en het resultaat dus vooral het doel is, ziet Tinkering die winst vooral in het maakproces. Tinkering wil het leerproces zelf stimuleren.”

Bricoleren“Tinkering wordt vaak breed vertaald als monteren, knutselen en bricoleren”, vult onderzoeker Katrijn Pools van de Arteveldehogeschool in Gent aan. “Het gaat om een leerlinggestuurde constructie en deconstructie van voorwerpen en installaties, zowel met hightech- als lowtechmaterialen. ‘Leren met de handen’ staat bij Tinkering centraal. De aanpak is gebaseerd op het constructivisme, het constructionisme en de impact van de sociale omgeving. Teamwork, motivatie, kennis delen en dingen proberen tijdens hands-on-activiteiten zijn erg belangrijk.” Practische onderwijsinnovatie in zijn puurste vorm.

Informeel experimenteren“In ons Tinkering-labo op campus Kattenberg kunnen bezoekers informeel experimenteren en leren over wetenschappen, kunst en de menselijke interactie”, zegt onderzoeker Tom Demuynck. “De inrichting, materialen en grondstoffen stimuleren geïnteresseerden om dingen uit te proberen, vragen te stellen, ideeën te delen en samen te reflecteren. De producten die ze uiteindelijk maken, hebben niet noodzakelijk een functionele of economische meerwaarde. Ze hoeven niet afgewerkt of perfect te zijn en kunnen zelfs grillig en onnozel zijn. Humor, plezier en speelsheid zijn belangrijk in het Tinkering-verhaal.”

“Humor, plezier en speelsheid zijn belangrijke elementen bij Tinkering. Het is fantastisch om te zien hoe Tinkering jongeren prikkelt en uitdaagt en hen echt leert denken én doen.”

Tinneke Van Kerckhoven, directeur secundaire school LAB – gedreven onderwijs (Sint-Amands)

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL ArteveldehogeschoolPROJECTLEIDERS Bart Huyghe, Katrijn Pools en Tom DemuynckFINANCIERING PWO-middelenCONTACT Kris Thienpont Directeur Onderzoek & Dienstverlening Arteveldehogeschool Hoogpoort 15, 9000 Gent [email protected] 0476 66 15 30

A R T E V EL DEH O G E S C H O O L

Page 15: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

13

21st century skills“Momenteel focussen we ons op een literatuurstudie om zicht te krijgen op de specifieke pedagogiek van de Tinkering-aanpak”, zegt Bart Huyghe. “Na een pilot willen we de pedagogiek implementeren in enkele basis- en secundaire scholen. Daarna willen we via kwalitatief onderzoek de perceptie en ervaringen van de leraren in kaart brengen, om zo een antwoord te vinden op onze onderzoeksvragen. Tijdens de afsluitende fase van het project ligt de nadruk op valorisatie.”

“Volgens het Exploratorium en verschillende onderzoekers kan Tinkering een ontbrekende schakel zijn om leerlingen hun talenten te laten ontdekken en te ontwikkelen, hen enthousiast te maken voor STEM en hun 21st century skills aan te scherpen. Met ons PWO-onderzoek willen we een vertaalslag maken voor Vlaanderen”, besluit Tom Demuynck.

“Henk Rijckaert is peter van het Tinkering-project”.

Page 16: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

14

Iedereen gelukkig in het pashokje door Smartfit

Met de juiste kleding voel je je goed in je vel. Toch knelt daar net het schoentje. Geen enkel lichaam is hetzelfde en kledingmerken hebben allemaal verschillende pasvormen. Dit frustreert heel wat shoppende vrouwen en mannen. De meeste merken kunnen bovendien voor slechts 30 à 40% van hun doelgroep goed passende kledij aanbieden, omdat kledingbedrijven hun pasvorm baseren op matentabellen van 25 jaar geleden. Maar de gemiddelde Belg van toen bestaat niet meer. Daarom ontwikkelden onderzoekers van de Hogeschool Gent in het SMARTFIT-onderzoeksproject nieuwe matentabellen, geknipt op de klanten van nu.

Het SMARTFIT-team van de vakgroep Mode-, Textiel- en Houttechnologie van de Hogeschool Gent scande 2500 Belgen tussen 18 en 70 jaar met een bodyscanner en bracht de lichaamsvormen van de huidige populatie in kaart. Het team selecteerde de deelnemers op basis van een steekproef in de regio’s Gent, Brussel en Luik. Ook vrijwilligers waren welkom.

Grotere buikomtrekNa een uitgebreide data-analyse kwamen de onderzoekers erachter dat de gemiddelde Belgische vrouw ongeveer twee centimeter groter is geworden en vijf à zes centimeter breder op de taille dan 25 jaar geleden. De borst- en heupomtrek zijn minder toegenomen. De meest voorkomende lichaamsvorm bij vrouwen is dan ook geëvolueerd van een zandloperfiguur naar een relatief recht H-model. Bij mannen stelden ze naast een gelijkaardige toename van de lengte (gemiddeld twee centimeter) vooral een grotere buikomtrek vast, waardoor de taille meer naar voor overhelt. Niet te verwonderen dat velen zich ongelukkig voelen in de pashokjes. De pasvormen aanpassen is dan ook meer dan nodig.

3D-mannequinsDe confectiebedrijven tonen veel interesse in de nieuwe matentabellen en de virtuele 3D-mannequins of avatars die de Hogeschool Gent ontwikkelde. Eindelijk kunnen ze hun pasvormen baseren op de reële maten van de Belgische bevolking en rekening houden met de vormen in functie van de verschillende leeftijdscategorieën. Zo bieden ze een antwoord op de verzuchtingen van hun klanten. De avatars zijn dan weer erg nuttig om snellere en duurzamere collecties te ontwikkelen.

“We willen een technologisch platform ontwikkelen dat ons toelaat wielerkledij te maken met een geoptimaliseerde pasvorm op basis van persoonlijke metingen. De dataset van de HoGent heeft ons op weg geholpen.”

Raymond Vanstraelen, Founder & CEO Bioracer

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Hogeschool GentPROJECTLEIDERS Alexandra De Raeve en Joris CoolsFINANCIERING TETRA-middelenCONTACT Els Stuyven Directeur Onderzoek Hogeschool Gent Geraard de Duivelstraat 5, 9000 Gent [email protected] 09 243 32 82

H O G E S C H O O L G EN T

Page 17: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

15

De gigantische dataset waarover het onderzoeksteam aan de Hogeschool Gent nu beschikt, vormt daarnaast een uitstekende basis voor nieuwe onderzoeksprojecten en inspireert nieuwe onderzoeksthema’s. De dataset wordt bijvoorbeeld gebruikt in een onderzoek naar lichaamsvetpercentage (ADEPS). Ook in Europa zijn de nieuwe Belgische matentabellen gegeerd aangezien onderzoekers al langer dromen van één grote Europese dataset. Zo kunnen confectiebedrijven in de toekomst al hun nationale én internationale klanten gelukkig maken met goed passende kledij.

Page 18: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

16

Bruggen bouwen tussen leraren en leerlingen

Uit verschillende interventies blijkt dat veel scholen het lastig vinden om gevoelige thema’s in de klas te bespreken, zoals de verschillen in levensbeschouwing of de oorlog in Syrië. Leraren geven aan dat ze vaak de kennis missen om hierover verdiepende gesprekken te voeren. Hun leerlingen krijgen dan weer het gevoel dat hun stem niet telt. Het project ‘Democratische Dialoog’ van het Kenniscentrum ‘Urban Coaching and Education’ van de Erasmushogeschool reikt ze beiden handvatten aan om met elkaar in dialoog te gaan.

De lerarenopleiding van de Erasmushogeschool zette het project in 2015 op naar aanleiding van een studie van de Koning Boudewijnstichting. Deze studie bracht de moeilijkheden in kaart die leraren in scholen met een cultureel divers publiek ervaren. Sommige thema’s, zoals het verschil in levensbeschouwingen, levensstijlen en opvoedingsstijlen, seksualiteit, de evolutietheorie, de oorlog in Syrië en de situatie in het Midden-Oosten worden naar hun aanvoelen steeds minder bespreekbaar. Vaak geven ze les aan groepen leerlingen met een verschillende levensbeschouwelijke achtergrond, maar hebben ze te weinig tools om hiermee om te gaan. Bovendien argumenteren hun leerlingen vaak zonder de juiste feiten te kennen. Dit zorgt bij beide partijen voor frustraties, misverstanden en soms wantrouwen.

Verbindend lerenHet project Democratische Dialoog wil deze moeilijke thema’s niet onder de mat vegen, maar net constructief aanpakken. Met een open en opbouwende dialoog kan je zulke situaties ombuigen tot een verrijkend en verbindend leermoment. Democratische Dialoog ondersteunt dan ook allerlei scholen en organisaties om deze constructieve dialoog over gevoelige en controversiële thema’s te voeren via workshops, studiedagen en trajecten op maat.

Daarnaast wil Democratische Dialoog de dialoogprincipes ook op een duurzame manier implementeren in ons onderwijscurriculum en alle leraren handvatten aanreiken om een constructieve dialoog te faciliteren. Samen met internationale partnerorganisaties, zoals de filantropische Evens Foundation, werken wij onderzoeksprojecten uit en lanceren we initiatieven.

“Ik zal nu beter luisteren, want ik onderbreek te veel.” Zakaria Courat, 16 jaar, Koninklijk Atheneum, Etterbeek

“Normaal schreeuwt iedereen door elkaar. Dat gaat niet. Nu kunnen we rustig praten en eindelijk eens onze mening zeggen.”

Severine Mascré, 16 jaar, Koninklijk Atheneum Etterbeek

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Erasmushogeschool BrusselPROJECTLEIDERS Arzu Yentur, Eef Cornelissen en Muhammet Safa GoregenFINANCIERING Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel ‘Samenlevingsinitiatieven’, Evens Foundation en PWO-middelenCONTACT Bert De Bisschop Diensthoofd Onderzoek & Dienstverlening Erasmushogeschool Brussel Nijverheidskaai 170, 1070 Brussel [email protected] 02 559 15 69

ER A S M U S H O G E S C H O O L B R U S S EL

Page 19: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

17

Dialoogcoaches

Bij de start besliste de opleiding om een team ‘Dialoogcoaches’ op te richten: negen experten in dialoog, levensbeschouwing en vorming die door hun multidisciplinaire samenwerking een unieke constellatie van maatschappij-opbouw en –verbetering vormen. Zo zit er onder meer een deradicaliseringsexpert, een psycholoog, een filosoof, een moraalwetenschapper en een godsdienstwetenschapper in het team.

DeBeST-ProgrammaMet steun van de Universitaire Associatie Brussel (UAB) en haar partners, de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en Erasmushogeschool Brussel (EhB) werd eind 2016 het “Democratic Empowerment of Brussels Education, Students and Teachers” (DeBeST) opgericht. Dit programma zorgt voor een beter zicht op de polariseringsprocessen in middelbare scholen die leiden tot extremismen. Het onderzoeksprogramma biedt leerkrachten en leerlingen praktijkvoorbeelden en instrumenten om de sociale cohesie en de omgang met diversiteit te bevorderen. Het programma knoopt aan bij twee bestaande praktijkgerichte en evidencebased initiatieven: het project Democratische dialoog van de EhB en Lerende school van de lerarenopleiding van de VUB, die beide de kennis en competenties van de onderwijsteams in de Brusselse scholen willen versterken.

Page 20: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

18

Virtual & augmented reality helpt mechatronicasector

De assemblage van machines trainen zoals op de échte werkplek: dat is het doel van het onderzoeksprogramma rond virtual and augmented reality (VR/AR) van de Hogeschool West-Vlaanderen (Howest). Met behulp van VR of AR kunnen werknemers voortaan in een herkenbare context hun werk oefenen. In deze virtuele leeromgeving liggen alle tools en onderdelen op dezelfde plek als in een échte werkomgeving.

Onderzoekers aan de Hogeschool West-Vlaanderen behaalden het TETRA-project van het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO) in de machinebouw- en mechatronicasector door samen te werken met bedrijven als Picanol, Dana, CNH, TVH, Barco en Cronos. Door middel van virtual en augmented reality (VR/AR) doen ze onderzoek naar context driven design, assembly training, remote support, virtual commissioning en VR/AR-control-room-toepassingen. Dit zette de onderzoekers van de Hogeschool West-Vlaanderen aan tot een zijproject met één van haar bedrijfspartners binnen bovenvermelde samenwerking.

Herkenbare contextHet onderzoeksprogramma laat technici toe om de assemblage van machines in virtual reality te trainen binnen een werkplek die een digitale kopie is van de reële werkplek, door gebruik te maken van de CAD-bestanden van deze machines. Het programma volgt de stappen zoals ze in de werkinstructiefiches worden aangegeven. Het grote voordeel is dat bedrijven hun werknemers in een herkenbare context kunnen trainen. Daarna kunnen zij onmiddellijk de transfer naar de reële werkomgeving maken.

Volledige instructiesDe werknemer voert alle handelingen uit in de volgorde die het programma aangeeft. Hij leert de handelingen correct en met de juiste tools uitvoeren en kan dit zo vaak als nodig trainen. De instructies zijn zeer volledig. Het programma zegt ook wanneer de werknemer bijvoorbeeld lijm of siliconen moet gebruiken. Vergist hij zich of voert hij een handeling niet correct uit, dan wordt hij door het programma verbeterd. Om de herkenbaarheid te verhogen, voegde het onderzoeksteam ook foto’s van de

“Virtual en Augmented Reality zijn zonder meer één van de belangrijkste technologieën om de efficiëntie te verhogen in Learning & Development. Van alle toepassingen in VR/AR die we voor klanten ontwerpen, is training één van de snelst groeiende. We zien Virtual Learning, naast het Industrial Internet of Things en artificiële intelligentie dan ook als een belangrijke pijler in onze Industrie 4.0-strategie.”

Vincent Vanderbeck, managing partner, Comma Group

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Hogeschool West-VlaanderenPROJECTLEIDER Geoffrey HamonFINANCIERING private middelen van de deelnemende bedrijvenCONTACT Bart Leenknegt Directeur Onderzoek, Dienstverlening, Valorisatie en Wetenschapscommunicatie Hogeschool West-Vlaanderen Marksesteenweg 58, 8500 Kortrijk [email protected] 056 24 12 90

H O G E S C H O OL W E S T-V L A A NDER EN

Page 21: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

19

onderdelen aan het programma toe. Bovendien kan de werknemer binnen het programma elke stap op de werkinstructiefiches volgen zodat hij in de werkplaats meteen weet in welke fase van de assemblage hij zich bevindt.

De eerste onderzoeksresultaten zijn uitermate positief en de partner zal het programma weldra testen om werknemers te trainen die de machines moeten leren assembleren. Hogeschool West-Vlaanderen levert verdere input om het programma bruikbaar te maken voor meerdere machines. Dergelijke projecten maken zeer uiteenlopende toepassingen binnen de mechatronica en de machinebouw mogelijk. In een volgende fase kan dit programma gebruikt worden om de ergonomie van de werkplek te verhogen of om de assemblage indien nodig te verbeteren.

Kennispartner maakindustrieHet project kadert binnen de doelstelling van de hogeschool om haar innovatiestrategie en dienstverlening te enten op interdisciplinaire vragen die het werkveld haar voorlegt. Als natuurlijke kennispartner van de maakindustrie streeft Howest ernaar om deze innovatieve toepassingen op een zeer laagdrempelige manier te ontsluiten voor kmo’s. Gap-analyse en co-creatie zijn hierbij cruciaal.

Page 22: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

20

Groenere scheepvaart dankzij de Zonneboot

Al sinds 2008 ontwikkelen studenten en docenten van de afdeling Scheepswerktuigkunde van de Hogere Zeevaartschool Antwerpen samen een boot die via zonne-energie wordt aangedreven. De ‘zonneboot’ is een concreet voorbeeld van innovatief gebruik van hernieuwbare energie in de scheepvaart. Tijdens de lessen optimaliseerden studenten eerst het ontwerp van de zonneboot. Daarna bouwden ze het concept in de werkplaats samen met docent-onderzoekers.

Met de zonneboot neemt de Hogere Zeevaartschool Antwerpen sinds 2010 deel aan zonnebootraces, waaronder twee befaamde in het buitenland: de Dutch Solar Challenge - een tweejaarlijkse Elfstedentocht voor zonneboten in Nederland - en de Solar1 Monte Carlo Cup, een jaarlijkse zonnebootrace in het mondaine Monaco. Het HZS-team keerde in de A-klasse voor boten bestuurd door één piloot altijd terug met goede resultaten. In de Eco Race Challenge in Ieper ging de HZS-zonneboot in 2014 aan de haal met de prijs voor ‘Meest Efficiënte Vaartuig’.

Slimme oplossingenIn deze zonnebootraces komt het erop aan een innovatief en performant vaartuig te ontwikkelen op basis van een alternatieve aandrijving. Bovendien is het - zeker in België - van belang om ook als de zon niet schijnt te kunnen varen. Dat vraagt om slimme oplossingen. Niet alleen om energie te kunnen opwekken, maar ook te kunnen opslaan.

Het team bekeek daarnaast andere aspecten van de boot die een invloed hebben op de snelheid. Zo ontwierp het een nieuwe romp op basis van een carbon-epoxy-laminaat (koolstofvezel). Studenten testten het ontwerp eerst in een sleeptank aan de Universiteit van Luik, waar de onderzoekers van de Hogere Zeevaartschool nauw mee samenwerken. Uiteindelijk slaagden ze er zelf in om de zes meter lange boot met volledige uitrusting slechts 90 kg te laten wegen.

Graduate Research AwardAlumnus Arne Good (promotie Scheepswerktuigkunde 2015-2016) koos als onderwerp voor zijn bachelorthesis ‘Elektronica aan boord van de zonneboot’. Hij won met die thesis in 2016 de Graduate Research Award op de European Marine Engineering Awards.

“ Net als ons vernieuwbouwproject is het zonnebootproject innovatief, dynamisch, duurzaam en multifunctioneel.”

Patrick Blondé, algemeen directeur van de Hogere Zeevaartschool Antwerpen

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Hogere ZeevaartschoolPROJECTLEIDER Jos NoteboomFINANCIERING PWO-middelenCONTACT Marc Vervoort Coördinator Wetenschappelijk Onderzoek Hogere Zeevaartschool Noordkasteel Oost 6, 2030 Antwerpen [email protected] 03 205 64 65

H O G ER E ZE E VA A R T S C H O O L

Page 23: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

21

Page 24: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

22

Zo geef je slib een toegevoegde waarde

Water is een van de belangrijkste grondstoffen op onze planeet. Het wordt in grote hoeveelheden gebruikt, zowel in het huishouden als in de industrie. Dit verontreinigde water kan je niet zomaar terug in de waterkringloop brengen, je moet het eerst zuiveren. De meeste afvalwaterzuiveringsinstallaties gebruiken daarvoor actief slib met bacteriën. En het residu daarvan is geld waard, zo blijkt uit een onderzoek van de Karel De Grote Hogeschool.

De bacteriën in het slib breken organische stoffen in het afvalwater af en zetten ze gedeeltelijk om in nieuw, vers slib. Tijdens dit proces groeit de hoeveelheid slib en daarom moet er soms slib verwijderd worden uit het systeem. Dit slib wordt spuislib genoemd. Spuislib is een modderachtige substantie, een afvalstroom die gedroogd wordt en vervolgens tegen betaling moet worden afgevoerd voor verdere verwerking.

Van ‘modder’ tot verflaagJe kan deze ‘modder’ een toegevoegde waarde geven door er alginaten, een van de waardevolle componenten, uit te onttrekken. Alginaten zijn suikerachtige moleculen, zogenaamde exopolysacchariden. Door hun gelvormende eigenschappen worden ze momenteel onder andere gebruikt om papieroppervlakken te behandelen, als beschermende verflaag of in wondheling (bijvoorbeeld in Flaminal). Als je deze moleculen op een economisch waardevolle manier kan distilleren uit het spuislib, dan kunnen de afvalwaterzuiveringsbedrijven een deel van de kosten van de afvoer van het slib recupereren.

Economisch rendabelIn het onderzoeksproject ‘Alginaten’ voerde het Expertisecentrum Duurzame Chemie (EC DC) van de Karel de Grote Hogeschool een wetenschappelijke analyse uit van het slib. Hierdoor kreeg de onderzoekers zicht op de types en hoeveelheden alginaten in het slib en op de extractiemethode. Maar de extractie van alginaten bleek ook economisch rendabel. Daarom wil het Expertisecentrum Duurzame Chemie in een vervolgproject een pilootinstallatie bouwen om alginaten te onttrekken uit spuislib. Dit zal in eerste instantie de bouwsector ten goede komen, met name om beton na te behandelen en bodems te stabiliseren.

“Met creativiteit innovatieve technologieën ontwikkelen is de toekomst voor onze Vlaamse milieutechnologie en daar zijn we sterk in. Wij willen bewijzen dat waterzuivering niet enkel een kostenpost is, maar ook winstgevend kan worden. Ons milieu zal er dan sterk op vooruit gaan.”

Marc Feyten, CEO van AAQUA NV in Sint-Katelijne-Waver.

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Karel de Grote HogeschoolPROJECTLEIDERS Maarten Bartels, Jeroen Geuens, Hannes Sels en Michel Van GorpFINANCIERING PWO-middelenCONTACT Hatim El Sghiar Diensthoofd Maatschappelijke Dienstverlening en Onderzoek Karel de Grote Hogeschool Brusselstraat 45, 2018 Antwerpen [email protected] 0477 56 02 66

K A R EL DE G R O T E H O G E S C H O O L

Page 25: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

23

Page 26: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

24

Digitale vormgevers geven participatieve democratie mee vorm

Hoe kunnen digital designers bijdragen aan de ontwikkeling van een nieuwe, inclusieve en participatieve democratie? Dat onderzocht het PWO-project ‘Digital designers as democratic innovators’ van Luca School of Arts in de Gentse wijk Muide-Meulestede. Samen met enkele partners probeerden de vormgevers een zo breed mogelijke laag van de buurtbewoners te bereiken.

Hoewel de democratie wereldwijd als een gunstig bestuursmodel wordt gezien, lijkt ze in het slop te zitten. De democratie is terechtgekomen in een legitimiteits- en efficiëntiecrisis. Het draagvlak kalft af, de daadkracht kalft af. Theoretici stellen daarom een nieuw model voor dat de democratie opnieuw participatiever, inclusiever en menselijker moet maken. Tegelijk zijn er steeds meer bottom-up-initiatieven waarbij burgers zich spontaan groeperen om met het beleid mee te denken over kleine en grote maatschappelijke uitdagingen. Overheden beginnen te merken dat zulke initiatieven ‘opbrengen’ en ondersteunen ze ook meer en meer.

Digitale kloofDit project van Luca School of Arts diept de rol van de digitale vormgever binnen het model van de participatieve democratie verder uit door tools en concepten te ontwikkelen als antwoord op de uitdagingen van de e-democratie. Denk maar aan de digitale kloof of het feit dat binnen een participatieve werking vooral burgers participeren die sowieso al geëngageerd zijn. Daarnaast is de expertise van digitale vormgevers cruciaal om de gehele ‘service chain’ van de participatieve democratie mee vorm te geven.

Brede draagvlakHet onderzoeksproject haakt in op een conceptstudie binnen de Gentse wijk Muide-Meulestede. Samen met een kleine groep bewoners onderzocht het team via een one-to-one-designproces hoe je heel verschillende individuen nauwer bij het participatieve proces kan betrekken om zo een groter en vooral breder draagvlak voor het lokaal beleid te krijgen. Het project testte en kaderde verschillende denkpistes en werkwijzen voor digital designers die de democratische participatiegraad bevorderen.

“De voorgestelde ontwerpen hielpen ons als professional om op een andere manier naar de buurt te kijken. Wij kunnen immers nooit alles in de wijk opvangen. Vanuit de stadsdienst Beleidsparticipatie zijn we altijd op zoek naar manieren om de héle wijk te betrekken. Het onderzoek leidde tot nieuwe wegen om bepaalde doelgroepen actiever te laten participeren.”

Karolien Lecoutere, wijkregisseur Muide-Meulestede, dienst Beleidsparticipatie van de Stad Gent

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL LUCA School of ArtsPROJECTLEIDERS Ingwio D’Hespeel en Frank MaetFINANCIERING PWO-middelenCONTACT Veerle Van der Sluys Vice-decaan onderzoek LUCA School of Arts C-Mine 5, 3600 Genk [email protected] 089 30 08 50

L U C A S C H O O L OF A R T S

Page 27: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

25

Tegelijk ontwikkelen studenten van de opleiding Beeldende Vormgeving van LUCA School of Arts onder leiding van de onderzoekers verschillende proof-of-concepts van apps om de digitale kloof te overbruggen en een zo breed mogelijke laag van de bevolking te betrekken. De Sociale Innovatiefabriek, Design Studio

Namahn en burgerbeweging Open Antwerpen volgen het project mee op en geven inhoudelijke input.

RoadmapEen kortfilm en een boekje illustreren zowel het project en de gebruikte methodes als de verschillende concrete app-voorstellen. Daarnaast ontwikkelen de onderzoekers Ingwio D’Hespeel en Frank Maet een roadmap waarin ze de verschillende stappen documenteren die nodig zijn om vanuit een vormgeverscontext mee te werken aan projecten gericht op burgerparticipatie. Ze hebben hierbij vooral aandacht naar de manier waarop (digitale) vormgevers bewoners en doelgroepen kunnen bereiken die normaal niet participeren. In samenwerking met de buurtgroepering Muide Meulestede Morgen en de Stad Gent worden de resultaten van het onderzoek vertaald naar concrete acties op vlak van communicatie en beleid.

Page 28: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

26

Hoe presteren ‘vergeten’ gebouwen op energievlak?

Met de Vlaamse energieprestatieregelgeving (EPB) voor gebouwen, van toepassing sinds 2006, wil de Vlaamse regering de CO2-uitstoot voor het verwarmen en koelen van gebouwen drastisch beperken. Toch besteedt het EPB-decreet al jaren te weinig aandacht aan de energieprestatie van commerciële en industriële gebouwen, ook wel de ‘vergeten gebouwen’ genoemd. Nochtans komt dit type gebouwen vaak voor en dragen ze bij tot de CO2-uitstoot. Hogeschool Odisee onderzocht daarom hoe je dit type gebouwen het best kan verwarmen en koelen.

Het project raamde niet alleen de investeringskost voor courant op de markt beschikbare energiebesparende maatregelen, maar stelde ook een aantal kostenoptimale oplossingen voor om tot een verbeterde energieprestatie te komen. Na een studie van de huidige uitvoeringspraktijken en de marktbeschikbaarheid van technologieën werkte het onderzoeksteam van Odisee twee representatieve simulatiemodellen uit. Het eerste is een vrijstaand commercieel gebouw. Het tweede een industrieel verzamelgebouw met drie units. Voor elk simulatiemodel bedacht het onderzoeksteam meerdere bouwwijzen voor dak, vloer en gevel. Uiteindelijk voerde het voor beide gebouwen circa 15.900 dynamische simulatieberekeningen uit.

EPB-eis vloerisolatie te strengUit de studie blijkt duidelijk dat wat goed is voor de energiebehoefte voor verwarming, niet hetzelfde is voor de energiebehoefte voor koeling, integendeel zelfs. De studie toont aan dat het extra isoleren van het plat dak efficiënter is dan het extra isoleren van de gevels. De merkwaardigste conclusie is dat de vloer beter isoleren een hogere energiebehoefte veroorzaakt doordat het koelend effect van de onderliggende grond in de zomer dan minder kan benut worden. Vertaald naar een kostenoptimale oplossing luidt de conclusie dat de huidige EPB-eis voor de vloerisolatie te streng is om kostenoptimaal te zijn.

KMO-RenoVanaf de voorbereiding van dit project had het projectteam nauw contact met producenten van bouwmaterialen en aannemers. Tijdens de uitvoering van het project toetste het team elke richtingbepalende stap en elk relevant (tussen)resultaat bij de zeer actieve gebruikersgroep af op zijn betekenis voor het werkveld. Zowel het startevent als het slotevent kon rekenen op een brede belangstelling. De interactie met het werkveld en de bijkomende vragen die tijdens dit PWO-project rezen, vormden de basis voor het nu lopende TETRA-project ‘KMO-Reno’. In dit project ligt de focus op de energetische renovatie van bestaande commerciële en industriële gebouwen.

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL OdiseePROJECTLEIDER Marcus PeetersFINANCIERING PWO-middelen gevolgd door een TETRA-projectCONTACT Dirk Smits Directeur Onderzoek & Projectbeheer Odisee Warmoesberg 26, 1000 Brussel [email protected] 02 609 81 32

O DIS E E H O G E S C H O O L

Page 29: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

27

Page 30: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

28

Vlaanderen bouwt sneller en efficiënter dankzij LEAN

Bouwmethodes en bouwmaterialen worden alsmaar geavanceerder. “Toch kan bouwen nog véél efficiënter, door de grote versnippering van het bouwproces, de faalkosten, verspilling en de vele wachttijden tegen te gaan”, zegt Adrien Buteneers, onderzoekshoofd van Expertisecentrum PXL Bouw en Energie. Daarom startte het Expertisecentrum PXL Bouw en Energie in 2015 een tweejarig PWO-project ‘Lean Bouwen – faalkostenbeheersing en value stream verbetering’.

“Verder optimaliseren in de bouwsector kan en is nodig, zeker in tijden van dalende winstmarges en toenemende concurrentie”, weet Buteneers. “Bouwondernemers beschouwen deze verspillingen nog vaak ten onrechte als onvermijdbare of onbeheersbare verlieskosten en geven er bijgevolg geen prioriteit aan. Daardoor blijven veel bouwondernemingen helaas nog te vaak hangen in het vaste stramien, terwijl innoveren de bouwefficiëntie significant vergroot.”

In samenwerking met de Confederatie Bouw Limburg en acht bouwbedrijven onderzocht het team van PXL hoe je bestaande LEAN-manufacturingtechnieken uit de auto-industrie kan toepassen in de bouwsector. LEAN is een operations management techniek die maximale waarde voor de klant wil realiseren met zo min mogelijk verspilling. Door verspillingen te elimineren gaan de operationele kosten omlaag, wat in het algemeen leidt tot een beter bedrijfsresultaat. In virtuele analyses toetste het team verschillende LEAN-

technieken stap voor stap op haalbaarheid en efficiëntie. Ook bracht het team in kaart welke factoren invloed hebben op 80% van de verspillingen in de bouwsector. De onderzoekers selecteerden bestaande LEAN-technieken die tijdens de voorbereiding, de planning en de uitvoering van bouwprojecten bruikbaar zijn.

Meer rendement, minder faalkostenDe toepassing van deze nieuwe inzichten in concrete bouwprojecten toonde aan dat LEAN bouwen de efficiëntie significant verhoogt. Het zorgde voor een beter rendement, minder faalkosten en kortere doorlooptijden. Ook te grote voorraden, onderbenutte capaciteit of onnodig veel

“LEAN is geen doel maar een proces waarbij geldt: wat ik vandaag goed doe, kan morgen beter. Wij worden meer lean-minded op alle afdelingen en dat leidt tot optimalisatie.”

William Vander Bracht, projectmanager bij Democo

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Hogeschool PXLPROJECTLEIDER Adrien ButeneersFINANCIERING PWO-middelen & TETRA-middelenCONTACT Astrid Hannes Directeur Onderzoek & Dienstverlening Hogeschool PXL Elfde Liniestraat 24A, 3500 Hasselt [email protected] 011 77 56 56

H O G E S C H O O L P X L

Page 31: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

29

transportverkeer worden weggewerkt met LEAN. LEAN bespaart dus kosten en betekent vooral slimmer werken, niet harder. Bas van de Kreeke, algemeen directeur van Habenu-van de Kreeke Bouw: “LEAN is simpel, maar je moet het op de juiste manier toepassen. LEAN werken leidt tot een grotere betrokkenheid van alle bouwpartners: opdrachtgever, aannemer, ontwerper, leveranciers en andere ketenpartners werken op een goede manier samen, met minder faalkosten en een snellere oplevering als resultaat. Het ultieme voorbeeld is de verbouwing van een rijwoning tot een energieneutrale woning in amper 10 werkdagen.”

ChecklistLEAN bouwen met Building Information Modeling (BIM) als versterkende factor wordt de toekomst. Het onderzoeksproject wil daarom een implementatie-stappenplan voor bouwteams realiseren met een checklist van voorwaarden om LEAN-technieken succesvol toe te passen én met praktische richtlijnen, sjablonen en werksystemen waarmee aannemers concreet aan de slag kunnen. De veelbelovende nieuwe inzichten van dit onderzoek en het kant-en-klaar-implementatieplan versnellen de omslag naar slimmer bouwen en vergroten het innovatievermogen van de Vlaamse bouwsector. Dat illustreert de groep van niet minder dan 20 toonaangevende Vlaamse bouwbedrijven die deelnemen aan het vervolgproject BIM4LEAN, gefinancierd door TETRA.

“Samen met projectpartners van de Hogeschool West-Vlaanderen en met Confederatie Bouw-Limburg en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) als peter, onderzoeken we hoe de LEAN-filosofie in combinatie met virtuele 3D-modellen toekomstige bouwprocessen kan verbeteren. Dankzij de cruciale kennisopbouw en laagdrempelige technologietransfer uit beide projecten komt innoveren voor de Vlaamse bouwbedrijven binnen handbereik. We bieden bouwondernemers zo heel wat inspiratie, zin en motivatie om te innoveren in efficiëntere bouwmethodologieën”, aldus onderzoekshoofd Adrien Buteneers.

Page 32: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

30

Postrevalidatiecentrum To Walk Again verlegt grenzen

Stappen. Je staat er niet bij stil. Het is evident. Een trede. Een wandeling. Het geeft je niet enkel vrijheid. Het houdt ook je lichaam in vorm. Je hart blijft voldoende sterk. Je beenderen stevig. Spieren krijgen genoeg weerstand. Mensen aan het stappen krijgen die volgens de meesten niet meer kunnen stappen: dat is de missie van het Postrevalidatiecentrum van To Walk Again (TWA). Het kreeg daarvoor de hulp van Thomas More.

Door de technologische vooruitgang en een uiterst gemotiveerd team, heeft TWA een manier gevonden om een grote droom in vervulling te laten gaan: een eerste eigen en innoverend TWA-Postrevalidatiecentrum. Dit centrum is een unieke samenwerking tussen To Walk Again, Orthopedie Van Haesendonck, AZ Herentals en Mobilab@ThomasMore. Het is in staat om meer mensen langer en vooral beter te kunnen helpen en gebruikt daarvoor hoogtechnologische ontwikkelingen, zoals de staprobot voor mensen met een dwarslaesie. Deze ontwikkeling en doorzetting toont hoe je menselijk kapitaal uit de rolstoel kunt halen.

Op maat van de cliëntHet To Walk Again-Postrevalidatiecentrum focust op alle personen met een fysieke beperking die via bewegingsactiviteiten hun lichamelijke mogelijkheden willen blijven onderhouden en/of verbeteren in een multidisciplinaire omgeving. Het aanbod omvat kracht- en uithoudingstraining op aangepaste fitnesstoestellen, individuele stapsessies, groepssessies en meerdaagse intensieve begeleidingsprogramma’s, op maat van de cliënt en vanuit een preventieve invalshoek. Een uitmuntende en weldoordachte infrastructuur waarin nieuwe beschikbare revalidatietechnologieën worden aangeboden is hiervoor onmisbaar. De eigen keuze van cliënten qua assistentie, inhoud, en frequentie van hun postrevalidatie-activiteiten is een sleutelwaarde om op lange termijn winst te boeken voor mens en maatschappij.

Betere levenskwaliteitEen onmiddellijk waar te nemen effect bij personen met een dwarslaesie is een betere levenskwaliteit in alle dimensies. Daarnaast rapporteren ze ook minder spasticiteit. Bij personen met een beroerte nemen we na enkele stapsessies een duidelijk beter stappatroon waar met een betere steunname op de aangedane

“Postrevalidatie is de missing link in het leven van veel mensen met een ernstige fysieke beperking. Rolstoelgebruikers zullen zich van hun vehikel bevrijden en meer voluit kunnen deelnemen aan onze samenleving.”

Lieven De Maeschalck, projectleider

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Thomas MorePROJECTLEIDERS Lieven De Maeschalck, Ingrid KnippelsFINANCIERING EFRO GTI KempenCONTACT Joan De Boeck Directeur Onderzoek & Innovatie Thomas More Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel [email protected] 0479 28 15 39

T H O M A S M O R E

Page 33: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

31

zijde en meer gelijke staplengtes. We verwachten ook positieve resultaten op bloedwaardes, botdensiteit, uithouding en blaas- en darmfunctie. Dit maakt ook deel uit van toekomstig longitudinaal wetenschappelijk onderzoek.

KostenbesparingTot nu toe bestond er geen postrevalidatie-aanbod in Vlaanderen en België. De technologische mogelijkheden die vandaag ter beschikking staan, kunnen we op een betere en efficiëntere manier inzetten. Met de start van het unieke, excellente en innoverende To Walk Again-Postrevalidatiecentrum vullen we een blinde vlek in België. Met deze nieuwe norm worden de grenzen van revalidatie in België verlegd, kunnen gepersonaliseerde behandeldoelstellingen reiken over een langere termijn en komen personen met blijvende fysieke beperkingen tot hogere ‘revalidatie-levels’ op zowel fysisch, psychisch, als sociaal vlak.

Een goede afstemming tussen de klassieke revalidatiecentra en postrevalidatiecentra is een belangrijke voorwaarde. De onderzoekers van de hogeschool Thomas More zullen op termijn een ambitieus verzekeringstechnisch kader opbouwen dat substantieel kosten bespa. Denk maar aan minder secundaire medische complicaties, werkloosheids- en ziekte-uitkeringen, depressies en een betere maatschappelijke re-integratie.

Page 34: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

32

Mobiele eyetracking

De ogen zijn de spiegel van de ziel. Die stelling is niet alleen relevant voor dromerige romantici, maar ook voor moderne marketeers. Onze oogbewegingen verraden immers voor een deel ons gedrag als consument. Hoe vaak, hoe lang en in welke volgorde we ergens naar kijken, bepaalt hoe (on)interessant, hoe (on)aantrekkelijk of hoe (on)duidelijk we iets vinden. Het PWO-project ‘Oog voor consumentengedrag: een methode voor mobiele eyetracking in the wild’ zoekt alvast naar manieren om deze mobiele eyetracking gegevens sneller en dus goedkoper te analyseren.

Op een (computer)scherm is het al langer mogelijk om te meten waar mensen precies naar kijken. Dit type van eyetracking-onderzoek vraagt aan proefpersonen om affiches, verpakkingen, winkelrekken, etc. te bekijken op een scherm. Vervolgens meten onderzoekers wat de meeste aandacht trekt binnen de gebruikte afbeelding of video. Deze manier van werken heeft als nadeel dat de setting erg onnatuurlijk is: de proefpersonen zitten in een lab en kijken naar afbeeldingen op een scherm.

Dankzij mobiele eyetracking, waarbij proefpersonen een bril dragen die hun kijkgedrag meet, kan het effect van een nieuwe verpakking, winkelinrichting, reclameaffiches … bestudeerd worden in een natuurlijke setting. De proefpersonen zitten hier niet meer in een lab, maar lopen rond in de winkel. Ze bekijken ook geen afbeeldingen meer, maar de fysieke producten of reclameboodschappen zelf.

ArbeidsintensiefHelaas is de analyse van deze mobiele eyetracking-gegevens momenteel ontzettend arbeidsintensief: de videobeelden die gemaakt worden met de mobiele eyetracker moeten frame per frame geannoteerd worden. Dit betekent dat een onderzoeker manueel in 25 afbeeldingen per seconde moet aanduiden waar de proefpersoon naar kijkt. Als je weet dat een video van een kwartier ongeveer 22.500 frames telt, wordt het duidelijk dat een onderzoek met mobiele eyetracking nu enorm tijdrovend is.

Automatische objectherkenningHet PWO-project van de UC Leuven-Limburg werkt aan een oplossing voor bovenstaand probleem. Door gebruik te maken van automatische objectherkenning kunnen we de analysetijd drastisch inkorten. In samenwerking met ingenieurs van de KU Leuven en de onderzoeksgroep EAVISE (Campus De Nayer) ontwikkelde het team software die enkel een trainingsfoto nodig heeft van het object waarin je geïnteresseerd bent (bijvoorbeeld een foto van een verpakking of een reclameposter).

“Deze samenwerking biedt heel wat extra inzichten en is een leuke surplus voor onze klanten” Riet Verhaeren van There

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Hogeschool UC Leuven-LimburgPROJECTLEIDER Bert ObenFINANCIERING PWO-middelenCONTACT Ria Bollen Directeur Onderzoek & Dienstverlening UC Leuven-Limburg Wetenschapspark 21, 3590 Diepenbeek [email protected] 011 18 09 00

H O G E S C H O O L U C L EU V EN-L IM B UR G

Page 35: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

33

Vervolgens analyseren de onderzoekers waar in de video dat object voorkomt en of er ook naar dat object wordt gekeken.

Samen met projectpartners Colruyt, Absoluut, Profacts, There, Limburg.net, PLOT (Provincie Limburg Opleiding en Training), Aubel en Oxfam werkt het team aan concrete casestudy’s om software te testen en te verbeteren. Aan het einde van de rit zal het project een bruikbare tool creëren om mobiel eyetracking-onderzoek snel maar betrouwbaar uit te kunnen voeren. De technologie van mobiele eyetracking zal daardoor een haalbare tool worden in het marketingonderzoek van ook kmo’s en de non-profitsector.

Page 36: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

34

Insecten als alternatieve eiwitbron

Heb jij al eens je tanden gezet in een insectenburger? Entomofagie of het eten van insecten is een hype in West-Europa. Ook de interesse voor alternatieve eiwitten op wereldvlak explodeerde. Geen wonder dat de kweek en verwerking van zijderupsen op de VIVES-campus in Roeselare in 2010 uitgroeide tot een waar insectenlabo met een team van vier directe collega’s en een constante samenwerking met het expertisecentrum Proces & Productontwikkeling (VIVES) en INAGRO.

De groeiende wereldbevolking en de aandacht voor het milieu en de klimaatproblematiek zorgt ervoor dat meerdere partijen aandacht hebben voor de kweek van insecten als alternatieve eiwitbron. Huidig voorzitter van de Belgische Mengvoederfabrikanten Federatie (BEMEFA) Frank Decadt, zelf ook diervoederfabrikant, ziet de verwerking van nevenstromen van onze rijke voedingsnijverheid als een uitstekende kans om de insectenkweek in Vlaanderen een duurzame boost te geven. En laat net de valorisatie van reststromen één van de pijlers van het onderzoek aan VIVES zijn. BEMEFA is dan ook lid van verschillende gebruikersgroepen in onze projecten.

AutomatisatieOmdat de afnemers van insecten een constant aanbod verwachten, worden insecten nog niet volop in producten gebruikt. Maar omdat de afname nog niet verzekerd is, wachten ook potentiële kwekers om van start te gaan. Het gekende probleem van de kip en het ei. De Hogeschool VIVES wil hierin een katalysator zijn door zijn onderzoek en netwerk te focussen op de opschaling van de kweek en de automatisatie. Heel veel handenarbeid in de kweek van insecten zorgt er immers voor dat de prijs van de alternatieve eiwitbron stijgt. Om als ingrediënt vlotjes toegang te krijgen tot de diervoederindustrie, moet de prijs sterk dalen of moeten de insecten een toegevoegde waarde hebben. Ook opschaling biedt een oplossing.

Recent promootte de hogeschool VIVES daarom twee grote projecten: Entomospeed via Europsese Interreg-middelen (Vlaanderen & Nederland) en Entomatisation via TETRA-middelen (Vlaams Agentschap voor Ondernemen en Innoveren/VLAJO). Hierop sluit het onderzoeksproject Entomation aan, opgestart met PWO-middelen. Al deze onderzoeksprojecten hebben als eerste doel de kweek van insecten op te schalen door automatisatie. Hiervoor werken de expertisecentra Agro- en biotechnologie en Proces &

“We moeten waakzaam blijven dat de landbouwer die bereid is om de transitie te maken, toch aan een rendabele onderneming begint.”

Geert Vermeulen van Vermeulen Construct NV

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Hogeschool VIVESPROJECTLEIDER Filip WoutersFINANCIERING Entomatisation: TETRA-middelen Entomospeed: Interreg Vlaanderen-Nederland Entomation: PWO-middelenCONTACT Isabel Vanslembrouck Directeur Onderzoek & Dienstverlening Hogeschool VIVES Doorniksesteenweg 145, 8500 Kortrijk [email protected] 0479 53 41 72

H O G E S C H O OL V I V E S

Page 37: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

P R A K T IJK G ER IC H T O NDER ZOEK A A N DE P R O F E S SIO NE EL G ER IC H T E B AC HEL O R O P L EIDIN G EN

35

Entomatisation is een TETRA-project van VLAIO ism Inagro en Sirris

Productontwikkeling binnen de Katholieke Hogeschool VIVES samen met het West-Vlaamse onderzoekscentrum Inagro, een prestigiueze tandem. Wat op campus Roeselare op laboschaal gebeurt in het Insectlabo, wordt op mid-scale niveau uitgewerkt in de kweekcellen van Inagro.

Entomospeed is een Vlaams -Nederlands project met VIVES, KU Leuven, Thomas More en Inagro als

Belgische partners en Fontys, HAS hogeschool en New Generation Nutrition (NGN) als Nederlandse

partners.

Page 38: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

36

Artistiek onderzoek vernieuwt de kunsten zelf

Artistiek onderzoek betekent onderzoek voor en door kunstenaars. Het doel is de kunsten vernieuwen, verdiepen en verbreden. Het is geen onderzoek over de kunsten, zoals bijvoorbeeld kunstwetenschappen, musicologie of theaterwetenschappen. Het is onderzoek in de kunsten dat wordt gevoerd in de eigen artistieke praktijken.

Wezenlijk is er geen fundamenteel verschil met andere onderzoeksdisciplines of wetenschappen. Artistieke onderzoeksprojecten formuleren expliciete onderzoeksvragen en zoeken systematisch naar antwoorden. Het onderzoeksproces wordt gecommuniceerd naar vakgenoten of peers via eigen disseminatiekanalen en op manieren eigen aan de verschillende artistieke disciplines. De verschillen tussen artistiek en ander onderzoek vallen geheel samen met de verschillen tussen de respectieve disciplines en wetenschappen zelf.

Ontstaan & middelenOnderzoek in de kunsten is tegelijk heel oud als gloednieuw. De zoektocht naar de verruiming, de vernieuwing en een beter begrip van de kunstpraktijk is altijd al de motor geweest van de vooruitgang en ontwikkeling van de kunsten. Alleen gebeurde dit artistiek onderzoek veelal impliciet, nauw verweven met de kunstpraktijk. In de kunsten was een bestuderende en onderzoekende houding altijd onlosmakelijk verbonden met de artistieke scheppings- en uitvoeringspraktijk.

Maar als gevolg van de Bolognaverklaring aan het begin van deze eeuw, en de daaruit volgende hervormingen van het hoger onderwijs in Europa, kwam er binnen de kunsten een academiseringsproces op gang. Dit had een drieledig effect op het Vlaamse hoger kunstonderwijs:1. Eerst ging men op een meer expliciete manier aandacht besteden aan het ontwikkelen en onderwijzen

van onderzoeksmethodes binnen de curricula van het hoger kunstonderwijs; 2. Na de creatie van het bachelor- en de masterniveau ontstond de mogelijkheid om een doctoraat in de

kunsten in te richten, in samenwerking met een universiteit;3. Ten slotte maakte aparte onderzoekfinanciering voor de kunsten het mogelijk op een professionele

manier onderzoeksprojecten op te zetten.

De Schools of Arts in Vlaanderen ontvangen voor onderzoek Aanvullende Onderzoeksmiddelen (AOM) van de Vlaamse overheid, voorheen ‘academiseringsmiddelen’ genaamd. Daarnaast kunnen de onderzoekers in het hoger kunstonderwijs ook competitief middelen verwerven, net zoals onderzoekers uit de professioneel gerichte bacheloropleidingen aan de hogescholen (zie boven).

Internationaal fenomeenOnderzoek in de kunsten is een internationaal fenomeen, de ontwikkeling van de nieuwe onderzoeksdiscipline voltrekt zich in heel Europa en ver daarbuiten. In dit opzicht werpen de European League of Institutes of the Arts (ELIA), de Association Européenne des Conservatoires, Académies de Musique et Musikhochschulen (AEC) en de Society for Artistic Research (SAR) zich op als toonaangevende fora waar de recente evoluties in de artistieke onderzoeksdiscipline worden opgevolgd over de landsgrenzen heen.

DEEL 2 Onderzoek in de kunsten

Page 39: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

O NDER ZOEK IN DE K UN S T EN

37

0 100 200 300 400

369 onderzoekers (koppen)

= 125,5 VTE onderzoeksopdracht

114 doctorandi (koppen)

= 49,47 VTE onderzoeksopdracht

147 lopende doctoraten

61 afgeronde doctoraten

0 100 200 300 400

0

0

100

100

200

200

300

300

400

400

Academische onderzoek in de kunsten

Page 40: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

38

V L A A M S E H O G E S C H O L ENR A A D

Met het Integratiedecreet van 2012 gaf de Vlaamse regering definitief vorm aan de Schools of Arts, die sindsdien pleisterplaatsen bij uitstek zijn voor onderzoek in de kunsten. In talrijke gevallen gebeurde er aan de academies en conservatoria voor hoger kunstonderwijs al onderzoek lang vóór de introductie van het artistiek onderzoek in de 21ste eeuw. Er vindt dus niet enkel onderzoek in de kunsten plaats aan de Schools of Arts; je vindt er ook een uiteenlopende verzameling aan onderzoekspraktijken en –tradities terug. Daarnaast zijn ook de Hogere Instituten voor de Kunsten in min of meerdere mate actief op het onderzoeksdomein. Ten slotte gaat er binnen de Vlaamse professionele kunstensector steeds meer aandacht uit naar onderzoekspraktijken, wat recent resulteerde in de opname van “reflectie” in het nieuwe Kunstendecreet van 2013, als een erkende functie waar kunstorganisaties zich op kunnen toespitsen en specialiseren.

Copernicaanse revolutieHet academiseringsproces is na ruim tien jaar grotendeels geïmplementeerd en binnen alle instellingen voor hoger kunstonderwijs in Vlaanderen heeft zich een Copernicaanse revolutie voltrokken naar een sterkere en meer expliciete onderzoeksgerichtheid. Toch moeten we op institutioneel en organisatorisch vlak nog een aantal belangrijke uitdagingen en manco’s overbruggen. Zo beschikt het hoger kunstonderwijs anno 2017 wel over eigen en toenemende onderzoeksmiddelen, maar is de omvang daarvan niet in billijke verhouding met die van de andere academische opleidingen in Vlaanderen.

Bovendien hebben de Schools of Arts vooralsnog geen rechtstreekse toegang tot belangrijke kanalen voor onderzoek zoals het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Het onderzoek in de kunsten heeft zich op enkele decennia tijd internationaal gevestigd als een belangrijke en sterk aan belang winnende onderzoeksdiscipline. Het is hoog tijd dat de Vlaamse academische wereld de onvermijdelijkheid van de discipline onderkent en de grote meerwaarde en buitenkansen die de Vlaamse Schools of Arts in dit opzicht bieden ten volle omarmt.

Page 41: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

O NDER ZOEK IN DE K UN S T EN

39

Page 42: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

40

Inclusiedans als bron van artistieke inspiratie

Inclusief dansen zit in de lift. Internationaal ontstaat er een brede beweging waarbij mensen met en zonder beperking samen dansen, als gelijkwaardige partners. Ook in Vlaanderen groeit de aandacht voor de inclusieve danspraktijk in sociaal-artistiek werk, (buitengewoon) onderwijs, zorg, welzijn, deeltijds kunstonderwijs, vormingswerk en de amateurkunsten. In het project ‘Physically being me’ onderzocht de bacheloropleiding Dans van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen hoe inclusiedans kan bijdragen tot de ontwikkeling en opleiding van hedendaagse dansers.

Inclusieve danspraktijk stelt vanzelfsprekendheden over dans in vraag. De nieuwe, unieke mix van mogelijkheden lokt onmiskenbaar creativiteit uit. Inclusiedansen daagt dansers uit om hun comfortzone te verlaten, om beproefde technieken en patronen achterwege te laten en terug vanuit de essentie van dans te vertrekken. Dans benut zo zijn volledig potentieel om op een eerlijke en directe manier verbinding te maken en te communiceren. Het lichaam liegt niet.

StudieweekIn het kader van dit project organiseerde de dansopleiding van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen in het voorjaar van 2015 een eerste intensieve studieweek onder de titel ‘Rethinking Bodies’. Studenten en docenten uit de verschillende opleidingen, internationale experts en geïnteresseerden ontmoetten en inspireerden elkaar in debat, lezingen en workshops. Tijdens de week werd ook ‘De gedekende’ vertoond, in het kader van het tweejaarlijkse ENTER-festival. Dit is een inclusieve dansvoorstelling met studenten Dans en studenten van De Leerexpert Dullingen, onder leiding van Iris Bouche en Karel Tuytschaever.

Gaandeweg ontpopte in de schoot van het onderzoek ook het leer- en experimenteercentrum ‘LABO’, dat aan de hand van seminaries en workshops - verankerd in de opleiding en in interactie met het veld - een permanente dialoog opzet over de inclusieve danspraktijk. Dankzij dit experiment kreeg de bacheloropleiding Dans bredere inzichten rond diversiteit, creativiteit, gelijkwaardigheid, potentieel en beperking, die naadloos geïntegreerd kunnen worden in het opleidingsprogramma en ook toegepast kunnen worden in een bredere context.

“Yes, I am an artist with a disability, but my interest isn’t in disability, my interest is in dance.” Katie Marsh, één van de zes dansers met een beperking in de documentaire ‘Physically Being Me’

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Artesis Plantijn Hogeschool AntwerpenPROJECTLEIDERS Iris Bouche, Liese Stuer en Nienke ReehorstFINANCIERING ERASMUS+, PWO-middelen, Aanvullende Onderzoeksmiddelen (AOM)CONTACT Kevin Voets Coördinator Onderzoek Koninklijk Conservatorium Antwerpen Desguinlei 25, 2018 Antwerpen [email protected] 03 244 18 27

ARTESIS PLANTIJNHOGESCHOOL ANTWERPEN

A R T E SIS P L A N T IJN H O G E S C H O O L A N T W ER P EN

Page 43: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

O NDER ZOEK IN DE K UN S T EN

41

Diversiteit

De laatste decennia omarmen talrijke hedendaagse dansartiesten diversiteit als bron van artistieke inspiratie. Ook in de begeleiding en de beoordeling van de studenten krijgt de ontwikkeling van ieders potentieel veel aandacht. Binnen de studentengroep is er een grote diversiteit aan afkomst, cultuur, fysieke kenmerken, artistieke oriëntatie en persoonlijkheid. Maar studenten met een ‘officiële’ beperking ontbreken vooralsnog. De onderzoekers van het Koninklijk Conservatorium van de AP Hogeschool Antwerpen hopen dat de collectieve aandacht voor inclusiedans het pad zal effenen voor talentvolle dansartiesten op de podia over de hele wereld.

Dit onderzoek kwam tot stand onder impuls van Iris Bouche, in samenwerking met Demos vzw. Het heeft ook geleid tot een Erasmus+ project met partners Fontys (Tilburg) en Duncan Conservatoire (Praag) rond ‘transferable skills’ van dansartiesten.

ARTESIS PLANTIJNHOGESCHOOL ANTWERPEN

Page 44: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

42

À la recherche d’un son perdu

Het Koninklijk Conservatorium Brussel van de Erasmushogeschool Brussel onderzoekt en reconstrueert al jaren historische instrumenten en vergeten uitvoeringstradities binnen een hedendaagse context. Ook waardevol repertoire haalt het Conservatorium van onder het stof en maakt het opnieuw toegankelijk voor musici en onderzoekers via uitgaves, opnames, lezingen, lecture-recitals en artikels.

Het artistiek onderzoek van de Koninklijk Conservatorium focust in de eerste plaats op de instrumenten van de familie Rothenburgh, die bewaard werden in de muziekkapel van het Oostenrijkse paleis op de Brusselse Kunstberg in Brussel, het paleis van Karel van Lotharingen. Onderzoekers gedisciplineerd in instrumentenbouw, bronnenstudie en muziekpraktijk bereiden een grondige publicatie voor van tekeningen en opmetingen van de instrumenten, een historische beschrijving van het muzikale kader waarin ze zijn ontstaan en waarin ze hebben gefunctioneerd.

Aan de hand van dit wetenschappelijk onderzoek zullen ze ook replica’s bouwen van de instrumenten om ze te bespelen in een aangepast repertoire. Vaststellen welk repertoire het best bij welk type instrument en omgekeerd, is een essentieel artistiek onderdeel van dit project. Het onderzoeksteam zal ook instrumenten van tijdgenoten bestuderen om de positie van de Rothenburgh-instrumenten te situeren tussen Franse, Engelse, Nederlandse en Duitse bouwtradities. Tenslotte zullen de onderzoekers ook eventuele onderlinge stijlverbanden en invloeden analyseren.

Naast dit speerpunt rond de familie Rothenburg bestudeert het Conservatorium ook andere instrumenten zoals de zeventiende-eeuwse blokfluit en de cello, de vroege saxofoon uit de negentiende eeuw en de Spaanse gitaar uit het begin van de twintigste eeuw.

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Erasmushogeschool BrusselPROJECTLEIDERS Jan De Winne en Peter Van HeyghenFINANCIERING Aanvullende Onderzoeksmiddelen (AOM)CONTACT Christine Van den Buys Onderzoekscoördinator Koninklijk Conservatorium Erasmushogeschool Brussel Regentstraat 30, 1000 Brussel [email protected] 02 213 42 45

ER A S M U S H O G E S C H O O L B R U S S EL

Page 45: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

O NDER ZOEK IN DE K UN S T EN

43

Page 46: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

44

Duurzame schoenen dankzij Alice

Elk jaar worden wereldwijd meer dan 20 miljard paar schoenen geproduceerd. Door de snelle opeenvolging van modetrends en collecties in de mode-industrie, zijn schoenen op zich geen duurzaam product. 95% van de schoenen belandt na gebruik op de vuilnisbelt. Voor Europa alleen al betekent dit 1,2 miljoen ton afval per jaar. Het project ‘Rethinking High Fashion Shoes’ van de vakgroep Design en Vormgeving (HoGent, School of Arts KASK), bedacht met ‘Je suis Alice’ een mogelijke oplossing voor dit probleem, door een boeiende multidisciplinaire combinatie van technologie, microbiologie en design.

Schoenen bestaan uit een combinatie van verschillende moeilijk afbreekbare materialen zoals leer. De productie van leer gaat bovendien gepaard met een hoge CO2-uitstoot en een enorm waterverbruik. De combinatie van een groot volume afval, een vervuilend productieproces en het gebruik van schadelijke producten in schoenen heeft een nefaste impact op de mens en zijn milieu.

3D-printingAlice is een modulaire schoen die bestaat uit twee aparte onderdelen: de draagstructuur of de core van de schoen en het bovenwerk, ook wel de upper genoemd. Voor de draagstructuur van deze schoen deed de onderzoeksgroep een beroep op additive manufacturing. De 3D-printing-technologie biedt veel duurzamere mogelijkheden zoals maatwerk en lokale productie. De modulariteit van de schoen zorgt ervoor dat de draagstructuren eenvoudig hersteld én aangepast kunnen worden naargelang de stijl.

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Hogeschool GentPROJECTLEIDERS Kristel Peeters en Dirk Van GoghFINANCIERING Onderzoeksfonds Kunsten HoGent ( Aanvullende Onderzoeksmiddelen)CONTACT Els Stuyven directeur Onderzoek Hogeschool Gent Geraard de Duivelstraat 5, 9000 Gent [email protected] 09 243 32 82

“I like to highlight the fundamental relevance of the “Growing Shoes” concept tackled by Kristel Peters as part of her project Alice and of the work she conducted in collaboration with Officina Corpuscoli and Utrecht Unversiteit (Mycelium Design project). Such research, in line with current bio-technological developments and a consistent market interest, promises to lead to highly innovative outcomes, positively affecting society and its relationship with the ecosystem”.

Maurizio Montalti van Officina Corpuscoli

H O G E S C H O O L G EN T

Page 47: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

O NDER ZOEK IN DE K UN S T EN

45

Voor de upper zocht het team naar mogelijke alternatieven voor leer, dat bijzondere eigenschappen heeft die niet onmiddellijk terug te vinden zijn in andere materialen. Leer is sterk, neemt het vocht van de voet op en ventileert. Het leer vormt zich rond de voet en beschermt de voet tevens in natuurlijke en onnatuurlijke omstandigheden.

Growing shoesPaddenstoelenleer biedt een oplossing. Dit vegetatief ‘leer’ komt van een parasitaire schimmel die in subtropische bossen groeit. Ook het gebruik van mycelium voor de ontwikkeling van ‘leer’ is innovatief. Mycelium is een netwerk van schimmelcellen die vaak voorkomen in de natuur en waarvan je de sterkte, elasticiteit en waterafstotendheid zelf kan bepalen. Zo kan je de specifieke karakteristieken van leer benaderen. De onderzoekster gaf dit concept de naam ‘Growing Shoes’ mee.

Zowel de mode-industrie als de schoenensector tonen veel interesse in Alice. Het inspireert hen om meer ecologisch te denken en in te spelen op nieuwe tendensen als herbruikbare materialen, lokale productie en cradle-to-cradle. Alice toont aan dat high fashion ook anders kan en dat er in de mode-industrie wel degelijk opportuniteiten zijn voor duurzaam design.

Page 48: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

46

Interactieve sprookjes voor gehospitaliseerde kinderen

Hoe ga je stress, verveling en eenzaamheid te lijf bij gehospitaliseerde kinderen? Dat onderzocht Story Table, een interdisciplinair onderzoeksproject van de kunsthogeschool Sint Lucas Antwerpen (Karel de Grote Hogeschool) dat loopt van 2016 tot 2020.

Kinderen in het hospitaal zijn vaak gestresseerd omdat ze weg zijn van hun veilige thuis. Ze vervelen zich bovendien omdat ze niet kunnen spelen met hun schoolkameraadjes. Zorgverleners doen wat ze kunnen en meer, maar hun tijd is beperkt en hun eerste bekommernis is uiteraard de efficiënte behandeling van de aandoening.

Story Table helpt om het ziekenhuisbezoek voor kinderen aangenamer te maken met behulp van interactieve sprookjes die zorgen voor verstrooiing en creativiteit. Hiervoor maken de multidisciplinaire onderzoekers van Sint Lucas (KdG) gebruik van nieuwe technieken uit de artificiële Intelligentie (AI), de mens-computerinteractie (HCI) en de taaltechnologie.

Virtueel aquariumZo wordt de lege muur in de wachtzaal bijvoorbeeld een virtueel aquarium. 3D-camera’s detecteren de bewegingen van kinderen die voor de muur staan. Nieuwsgierige visjes komen kijken wanneer de kinderen met hun armen wuiven. Op het scherm in de ziekenkamer verschijnt een interactief toverbos met sprekende dieren. Samen met deze nieuwe vrienden beleef je avonturen. Elk verhaal is anders.

De Experimental Media Research Group (EMRG) van de kunsthogeschool voert het onderzoek uit in samenwerking met drie ziekenhuizen: het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, het Universitair Ziekenhuis Leuven en Ziekenhuisnetwerk Antwerpen. Er zijn ook drie onderzoeksgroepen in de kinderpsychologie betrokken, drie AI-onderzoekscentra, ouders van zieke kinderen en bedrijven zoals Apple.

Mentaal welzijnHet mentale welzijn van jongeren is een belangrijk speerpunt in de Europese 2020-objectieven. Psychologische trauma (stress) en sociale uitsluiting tegengaan tijdens deze cruciale fase in de ontwikkeling van kinderen draagt bij tot langdurige positieve effecten op vlak van veerkracht, leervaardigheden en interpersoonlijke capaciteiten, met een langdurige impact op de economie en de levenskwaliteit.

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Karel de Grote HogeschoolPROJECTLEIDER Lucas NijsFINANCIERING Aanvullende Onderzoeksmiddelen (AOM)CONTACT Ad Van Rosmalen Departementshoofd Sint Lucas - Karel de Grote Hogeschool Sint-Jozefstraat 35, 2018 Antwerpen [email protected] 03 223 69 70

“Story Table is een quality-of-life-project: met een combinatie nieuwe technologieën en kunst willen we het dagelijkse leven van kinderen in het ziekenhuis aangenamer maken.”

Ludivine Lechat, doctorana EMRG, Sint-Lucas Antwerpen (Karel de Grote Hogeschool).

K A R EL DE G R O T E H O G E S C H O O L

Page 49: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

O NDER ZOEK IN DE K UN S T EN

47

© 2

017

Lud

ivin

e Le

cha

t

Page 50: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

48

Lettertypes met stemmetjes helpen kinderen luidop lezen

Kinderen worstelen met luidop lezen in de klas. Expressief lezen is bovendien een ondergewaardeerd onderdeel van de algemene leesvaardigheid. De focus bij leren lezen ligt vooral op nauwkeurigheid en tempo. Nochtans wordt leesvaardigheid niet enkel door deze twee factoren bepaald. Hoewel kinderen prosodie – dat is de expressie die woorden extra betekenis geeft – gebruiken bij conversaties, ontbreekt hierover info in elke neergeschreven taal. Onderzoekers van READSEARCH hebben daarom drie lettertypes ontwikkeld die deze expressie kunnen weergeven.

De onderzoeksgroep READSEARCH, onder leiding van Ann Bessemans, onderzocht het afgelopen jaar specifiek hoe kinderen een tekst béter luidop kunnen lezen door expressie aan het letterontwerp toe te voegen. Zulke ‘lettertypes met stemmetjes’ zijn belangrijk, want ze kunnen als hulpmiddel fungeren bij expressief lezen. Ze vertrok vanuit drie belangrijke factoren als het om spraak gaat: toonhoogte, intensiteit en duur. Dat leidde tot de lettertypes ‘hoge stem’, ‘trage stem’ en ‘luide stem’.

TestDe onderzoekers zijn de lettertypes vervolgens gaan uittesten bij 118 kinderen van 8 tot 10 jaar in basisschool Sint-Rita, Sint-Truiden. De kinderen werden opgesplitst in twee groepen: 61 kinderen kregen vooraf de juiste sleutels mee om woordjes met de juiste expressie te lezen. De andere groep kreeg de informatie achteraf. Alle kinderen moesten 45 zinnen – waarin woorden werden benadrukt door de nieuwe lettertypes – luidop lezen in een micro. Daarnaast moesten ze nog een vragenlijst invullen waarin de onderzoekers peilden naar de moeilijkheidsgraad en leeservaring/waardering.

De tests toonden dat de ‘geïnformeerde’ kinderen de woorden met de juiste expressie konden lezen. De leerlingen die vooraf géén training hadden gekregen, lazen de zinnen niét met de nodige expressie. Wél deden ze dat zo snel en juist mogelijk, zonder leesfouten dus. “Tijdens ons gesprek met deze groep achteraf bleek dat ze intuïtief wel aanvoelden hoe de benadrukte woorden gelezen worden. Visuele prosodie blijkt dus makkelijk aan te leren en mee te nemen in een leesproces”, zegt Ann Bessemans.

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Hogeschool PXLPROJECTLEIDER Ann BessemansFINANCIERING Microsoft USA Advanced Reading TechnologiesCONTACT Bert Willems Hoofd Onderzoek PXL-MAD School of Arts Elfde-Liniestraat 25 gebouw C, 3500 Hasselt [email protected] 011 77 56 75

“De kinderen waren heel enthousiast. De lettertypes helpen hen om structuur in de zin te zien en om expressief mooier te lezen. Dat vinden de kinderen zelf ook aangenamer.”

Saskia Vorstermans, Leerkracht lager onderwijs (4de leerjaar), Basisschool Sint-Rita, Sint-Truiden.

H O G E S C H O O L P X L

Page 51: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

O NDER ZOEK IN DE K UN S T EN

49

© L

iesb

eth

Drie

sse

ns

Microsoft

Voor deze studie kreeg Bessemans een beurs van Microsoft USA Advanced Reading Technologies. Het bedrijf financiert ook de vervolgstudie(s). “Daarin focussen we onder meer op de vraag of ook het leesbegrip verhoogt als kinderen expressiever kunnen lezen. Daarna volgt nog onderzoek om visuele prosodie uit te breiden naar en te testen bij kinderen met autisme, doven en slechthorenden.”

Page 52: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

50

Opleiding traint onderzoekers in de audiovisuele en beeldende kunst in participatie voor publieke ruimte

Onderzoekers in kunsten en design kunnen burgers, beleidsmakers, particulieren en anderen betrekken om deel te nemen aan de invulling van openbare ruimte. Maar de methoden hiervoor kennen ze nog onvoldoende. Daarom dienden onderzoekers van de LUCA School of Arts een aanvraag in bij de Europese Commissie via het Marie Curie Fonds: ‘TRADERS’, of voluit ‘Training Art and Design Researchers in Participation for Public Space’. In dit project worden zes jonge onderzoekers uit verschillende EU-landen begeleid om te onderzoeken hoe zes verschillende methoden participatie in publieke ruimte kunnen faciliteren.

De methoden zijn spel, multiple performative mapping, datamining en dialoogmodellering, interventie en cureren. De onderzoekers van het project trainden elkaar via interne seminars over elkaars onderzoek. Tegelijk onderzochten ze in een gezamenlijke case hoe ze de verschillende methoden konden vormgeven. Dit gezamenlijke project situeerde zich in De Andere Markt, een Living Lab in Genk dat samen met de Genkse bevolking nieuwe mogelijkheden van ‘werken’ verkent en opstart.

De TRADERS-onderzoekers deelden hun ervaringen met andere participanten en disciplines die participatie in publieke ruimte nastreven. Het is een dus een wederzijds leerproces. Deze uitwisselingen gebeurden via workshops, summer schools, tentoonstelling en conferenties, maar ook via het online webplatform TRADERStalk.org en via het boek Trading Places. Practices of Public Participation in Art and Design Research dat dpr-barcelona binnenkort uitgeeft.

Door ervaringen en mogelijke visies over participatie in publieke ruimte te delen, groeide de inzichten en het TRADERS netwerk verder uit tot een internationaal netwerk dat zowel academici als professionele ontwerpers, kunstenaars, architecten, organisaties en publieke overheden samenbrengt.

TRADERS startte op 1 september 2013 en loopt tot 31 augustus 2017. De resultaten van het project kan je raadplegen op de website, het webplatform en in het boek.

http://tr-aders.euhttp://www.traderstalk.org

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL LUCA School of ArtsPROJECTLEIDER Jessica SchoffelenFINANCIERING Europees Kaderprograma: Marie Curie Multi-ITNCONTACT Veerle Van der Sluys Vice-decaan onderzoek LUCA School of Arts C-Mine 5, 3600 Genk [email protected] 089 30 08 50

TRADERS opent het debat over hoe artistiek en designonderzoek participatie in publieke ruimte en over publieke kwesties kan faciliteren.

https://deanderemarkt.behttp://www.dpr-barcelona.com

L U C A S C H O O L OF A R T S

Page 53: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

O NDER ZOEK IN DE K UN S T EN

51

Page 54: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

52

Gerichte oplossingen voor zeevarenden

Zeevarenden worden met tal van problemen geconfronteerd die enkel via onderzoek kunnen worden opgelost. De Hogere Zeevaartschool Antwerpen biedt in Vlaanderen voor dergelijke problemen oplossingen aan. Het nautisch-maritiem wetenschappelijk onderzoek past in een van volgende domeinen: veiligheid en gezondheid, maritiem transport, mariene milieuproblematiek, maritieme energieproblematiek, maritieme technieken, human resources en communicatie en ten slotte maritiem recht. Het onderzoek van de academische bachelor-, master- en doctoraatstudenten ondersteunt de zoektocht naar zulke oplossingen.

Zeevarenden hebben nood aan concrete tips en tools die ze onmiddellijk in hun beroepsomgeving kunnen inzetten. Voor deze oplossingen zorgen kortlopende onderzoeksprojecten. Toch zijn er ook problemen die algemener en complexer van aard zijn, zoals de aanwezigheid van polluenten rondom een schip, de communicatie binnen een multiculturele bemanning, het falen van de beschermende werking van verflagen etc. Daarop biedt het oplossingsgericht academisch onderzoek aan de Hogere Zeevaartschool Antwerpen een antwoord.

DEEL 3 Nautisch en Maritiem onderzoek

Page 55: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

N AU T IS C H EN M A R I T IE M O NDER ZOEK

53

17 onderzoekers (koppen)

= 3,75 VTE onderwijs- en onderzoeksopdracht

9 doctorandi (koppen)

= 6 VTE onderzoeksopdracht

9 lopende doctoraten

4 afgeronde doctoraten

0 10 20 30 40

0

0

10

10

20

20

30

30

40

40

Academische onderzoek in de mariene sector

0 10 20 30 40

Page 56: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

54

Preventiedetectie aan boord van chemicaliëntankers

Gas- en chemicaliëntankers vervoeren zeer verschillende producten. Gedurende het laden, lossen of schoonmaken van de tanks kunnen ladingsdampen vrijkomen. Sommige dampen zijn toxisch, andere niet. Verschillende studies van rond de eeuwwisseling suggereerden een verband tussen een verhoogd risico op kanker en de aanwezigheid van te hoge concentraties toxische dampen aan dek. Maar recente gegevens over het probleem zijn er niet. Onderzoekers van de Hogere Zeevaartschool stelden zich daarom de vraag of de concentraties daalden na de invoering van nieuwe ladingstechnieken zoals laden en lossen in gesloten circuit.

Deze wetenschappelijke studie wil door middel van metingen aan boord een beeld geven van de aanwezigheid van ladingsdampen in functie van de uitgevoerde ladingsoperatie. Zo kan het team de resultaten vergelijken met de van toepassing zijnde luchtkwaliteitsnormen. In de binnen- en buitenlucht zijn het besluit van de Vlaamse regering van 11 juni 2004 en de Europese norm 2000/69/EG van toepassing.

Maar daar stopt het onderzoek niet. Naast de concentraties vaststellen, moet ook het schip zelf verbeterd worden. Zo zouden de eventuele polluenten beter rond de scheepsbouw kunnen worden afgevoerd rond de scheepsopbouw. Hiervoor bestudeerden wetenschappers de stroomlijnen rond de opbouw en trachtten ze de ophoping van polluenten door recirculatie zoveel mogelijk te vermijden. Deze studie gebeurde aan de hand van windtunnelproeven met rookmetingen en concentratiemetingen, ondersteund door computersimulaties.

Belangrijke besluiten uit het onderzoek moeten zeevarenden ervan bewust maken dat tijdens bepaalde operaties met de lading gevaarlijk hoge concentraties kunnen vrijkomen. Deze kennis laat de bemanning toe zich beter te beschermen. Anderzijds kan de inlaat van de ventilatie van zowel leefruimten als machinekamer beter gepositioneerd worden, zodat ze altijd zuivere zeelucht aanzuigen.

INFO & CONTACTGEGEVENSHOGESCHOOL Hogere ZeevaartschoolPROJECTLEIDER Werner JacobsFINANCIERING Bijzondere Onderzoeksmiddelen (BOF), academiseringsfonds (AUHA) en eigen middelen HZSCONTACT Marc Vervoort Coördinator Wetenschappelijk Onderzoek Hogere Zeevaartschool Noordkasteel Oost 6, 2030 Antwerpen [email protected] 03 205 64 65

Detectie van toxische stoffen tijdens ladingsoperaties van schepen.

H O G ER E ZE E VA A R T S C H O O L

Page 57: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

N AU T IS C H EN M A R I T IE M O NDER ZOEK

55

Page 58: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

56

VLHORA magazine Onderzoek met impact,innovatie aan de Vlaamse hogescholensamen met het werkveld

© 2017, SON Vlaamse HogescholenraadDeze uitgave kwam tot stand in samenwerking tussen het VLHORA-secretariaat en de VLHORA-leden. verantwoordelijke uitgever: Eric Vermeylen, secretaris-generaal (VLHORA)hoofdredactie: Bruno Van Koeckhoven, beleidsadviseur (VLHORA)eindredactie: Kris Vanhemelryckredacteurs:- Olivier Schalm, wetenschappelijk medewerker (Hogere Zeevaartschool)- Bruno Van Koeckhoven (VLHORA)- Eric Vermeylen (VLHORA)- Kevin Voets, coördinator onderzoek & dienstverlening (AP, Koninklijk Conservatorium Antwerpen)met dank aan:- Willem Bruyndonx, coördinator Communication & Internationalisation (Hogere Zeevaartschool)- Els Stuyven, directeur onderzoek (Hogeschool Gent)- Dirk Smits, directeur onderzoek & projectbeheer (Odisee)- Lore Solemé, administratief medewerker (VLHORA)

Ravensteingalerij 27/3, 1e verdieping, B-1000 Brussel+32 (0)2 211 41 [email protected]@VLHORA_nieuws Vormgeving: Erik DesombereFotomateriaal: dank aan de hogescholen voor het aangeleverde materiaal.

Wettelijk depot: D/2017/12.784/5

Page 59: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.
Page 60: Onderzoek met impact - VLHORAvlhora.be/Pageflips/20-03-2018/files/assets/common...2018/03/20  · 2 Hogescholen zijn vandaag kampioenen om met weinig overheidsgeld veel te presteren.

COVER 4