Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom –...

25
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Nederlands 1 lt/w Beroepenveld: Kantoor en verkoop Onderwijsvorm: B-STROOM Graad: eerste graad Leerjaar: tweede leerjaar Leerplannummer: 2011/007 (vervangt 97168) Nummer inspectie: 2011/325/1//D Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

Transcript of Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom –...

Page 1: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Vak: AV Nederlands

1 lt/w

Beroepenveld: Kantoor en verkoop

Onderwijsvorm: B-STROOM

Graad: eerste graad

Leerjaar: tweede leerjaar

Leerplannummer: 2011/007

(vervangt 97168)

Nummer inspectie: 2011/325/1//D

Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

Page 2: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 1 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

INHOUD

Visie ....................................................................................................................................... 2

Beginsituatie ......................................................................................................................... 4

Algemene doelstellingen ..................................................................................................... 5

Leerplandoelstellingen / Leerinhouden / Specifieke pedagogisch-didactische wenken . 6

Algemeen.................................................................................................................................................. 6 Luisteren en kijken .................................................................................................................................... 9 Lezen ......................................................................................................................................................12 Spreken ..................................................................................................................................................13 Schrijven .................................................................................................................................................14 Strategieën .............................................................................................................................................15

Algemene pedagogisch-didactische wenken ................................................................... 16

Nederlands als communicatiemiddel ......................................................................................................16 De vijf vaardigheden (luisteren, kijken, spreken, lezen, schrijven).........................................................16 Het open leercentrum en de ICT-integratie ............................................................................................16 VOET ......................................................................................................................................................19

Minimale materiële vereisten ............................................................................................. 21

EVALUATIE ......................................................................................................................... 22

Bibliografie ......................................................................................................................... 24

Page 3: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 2 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

VISIE

De visie, beginsituatie, algemene didactische wenken etc. van dit leerplan (LP), zijn dezelfde als van het LP Nederlands voor de basisvorming. Het specifieke van het leerplan dat hier voorligt, is te vinden in de aansluiting bij de context van de tewerkstellingssector kantoor en verkoop. Het komt erop neer dat de leerlingen hun kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd inzetten in een welomschreven situatie, aansluitend bij de sector.

Daartoe wordt taakgericht gewerkt, bij voorkeur met situaties die als levensecht kunnen gelden, aan-sluitend bij de tewerkstellingssector kantoor en verkoop. Het is belangrijk dat de situaties voor de be-doelde leerlingen herkenbaar zijn.

Taakgericht werken betekent dat, de leerlingen hun strategische vaardigheden ontwikkelen tijdens het uitvoeren van een taak. Hierbij fungeert de leerstrategie van OVUR als een belangrijk ordenend principe (cf. het onderstaande schema).

Oriënteren

De leerlingen oriënteren zich op de taak en de communicatieve situatie. Ze leren hun voorkennis inzetten om een eerste beeld te verkrijgen van de taak en de situatie. Ze vertrekken daarbij vanuit hun eigen ervaringswereld.

De leerlingen stellen zich relevante vragen zoals:

Wat wordt van mij verwacht?

Wat moet ik doen?

Hoe moet ik het doen?

Wat voor soort opdracht is dit?

Wie zijn mijn partners?

Wie is mijn publiek?

Wat weet ik al over dit onderwerp?

Voorbereiding

Hoe trefzekerder de leerlingen hun taak leren plannen, des te meer kans maken ze om die taak succesvol uit te voeren of er in elk geval zinvolle lessen uit te trekken. De aandachtspunten die de leerlingen bij de voorbereiding afspreken, de plannen die ze maken, de inschatting van de situatie en de opdracht, verhogen hun betrokkenheid en motivatie.

De leerlingen maken plannen door:

gegevens te verzamelen;

een werkplannetje op te stellen;

eventueel een verdeling van de taken af te spreken;

de verschillende stappen op te lijsten;

een checklist op te stellen;

Uitvoering

Bij het uitvoeren van een taak spelen de afgesproken criteria een cruciale rol. Wanneer de leerlin-gen zelf (mee) nadenken over de vereisten waaraan ze willen voldoen, wint de taak aan betekenis voor ze. Diezelfde criteria zijn ook na het volbrengen van de taak een betekenisvol referentiepunt om hun succes en falen aan af te wegen, met de bedoeling hun aanpak in de toekomst te besten-digen dan wel te verbeteren.

De leerlingen stellen zich relevante vragen zoals:

Waarop moet ik vooral mijn aandacht richten?

Welke strategie is geschikt voor de uitvoering van dit of dat onderdeel?

Page 4: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 3 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

Reflecteren

Bij het uitvoeren van een taak is het belangrijk dat de leerlingen voldoende de gelegenheid krijgen en gestimuleerd worden om stil te staan bij de vraag “hoe het uitwerken van de taak is verlopen?”, zeker wanneer het gaat om taken waarbij de leerlingen samenwerken en elkaar feedback geven. De leerlingen hebben de reflectie over wat ze denken, voelen en willen nodig om inzicht te krijgen in zichzelf en in de wereld. Alleen op die manier kunnen ze voldoende zelfvertrouwen opbouwen. Uiteraard is het de bedoeling dat er voldoende succeservaringen worden meegenomen in de re-flectie – al helemaal, wanneer er moeilijke hindernissen werden overwonnen.

De leerlingen stellen zich relevante vragen zoals:

over het proces

wat ging er goed?

hoe heb ik mijn opdracht uitgevoerd?

welke moeilijkheden heb ik ondervonden bij het uitvoeren?

waarop ga ik in de toekomst letten?

over het product

hoe tevreden ben ik over het resultaat?

heeft mijn publiek de boodschap begrepen?

Page 5: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

BEGINSITUATIE

Niet tegenstaande dat in het beroepsvoorbereidende leerjaar (BVL) de verscheidenheid op het gebied van leeftijd, motivatie en studiepeil nog zeer groot is, richt dit leerplan zich tot leerlingen die voorna-melijk interesse vertonen voor de context van kantoor en verkoop.

Door een weloverwogen keuze van leerinhouden, tekstmateriaal en taalgebruik situaties, kan de leer-kracht de interesse van de leerlingen verder stimuleren zodanig dat hun schoolloopbaankeuze gelei-delijk aan doelbewuster wordt. Dit leerplan kan bijdragen tot een goede studieoriëntering.

De leerlingen BVL hebben niet enkel belangstelling voor het concrete en onmiddellijk bruikbare, ze beoordelen vakken nog meer op hun praktische nut. Een wereldvreemde en te theoretische benade-ring van de algemene vakken dooft hun motivatie. Ook in de algemene vakken willen ze actief bezig zijn.

De leerlingengroep is naar taalvaardigheidsniveau eveneens zeer heterogeen. Er zijn leerlingen die van thuis uit voldoende taalaanbod krijgen, maar niet zeer taalvaardig zijn. Een andere, zeer grote, groep mist echter het nodige taalaanbod in het eigen milieu. Die grote kloof tussen de school- en de thuistaal leidt ertoe dat ze doorgaans nog onvoldoende voorbereid zijn op het taalgebruik in het se-cundair onderwijs.

Page 6: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 5 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

ALGEMENE DOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen aansluitend op de tewerkstellingssector kantoor en verkoop:

het Standaardnederlands als communicatiemiddel gebruiken;

de strategieën toepassen die bij communicatie van belang zijn (de leerstrategie OVUR: oriënte-ren, voorbereiden, uitvoeren, reflecteren enerzijds en de relevante lees-, schrijf-, spreek- en luister/kijkstrategieën anderzijds);

reflecteren op het eigen taalgebruik en op dat van anderen;

voldoende assertief zijn om de eigen mening weer te geven en de mening van anderen kritisch te benaderen;

plezier beleven aan het gebruik van taal;

eigen gevoelens, verlangens en meningen op een persoonlijke manier tot expressie brengen.

Page 7: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 6 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Algemeen

NVT= niet van toepassing

LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN / SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

ALGEMEEN

LEERPLANDOELSTELLING 1:

de leerlingen gebruiken het Standaardnederlands als communicatiemedium.

OD NVT*

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

De Nederlandse standaardtaal in functionele situaties van de tewerk-stellingssector kantoor en verkoop.

Leerlingen die kantoor- en verkoopsituaties oefenen, oefenen daarin ook het gebruik van de standaardtaal.

LEERPLANDOELSTELLING 2:

de leerlingen kunnen selectief luisteren naar bepaalde woorden (auditiviteit).

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Kernwoorden in een eenvoudige tekst, aansluitend bij de tewerkstel-lingssector kantoor en verkoop.

De leerlingen kunnen specifieke woorden herkennen naar aanleiding van hun luisterdoel.

Bijvoorbeeld:

de leerlingen krijgen een telefoonbericht dat een levering op een bepaald tijdstip wordt verwacht, de poort van het magazijn moet dan openstaan.

Page 8: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 7 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Algemeen

NVT= niet van toepassing

LEERPLANDOELSTELLING 3:

de leerlingen hebben een duidelijk en goed leesbaar handschrift (schrijfmotoriek).

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Oefeningen in relevante taken van de tewerkstellingssector kantoor en verkoop, die daartoe bijdragen.

Bijvoorbeeld:

de leerlingen toetsen regelmatig of hun medeleerlingen hun notities kunnen lezen;

de leerlingen becommentariëren elkaars handschrift.

LEERPLANDOELSTELLING 4:

de leerlingen schrijven bepaalde woorden foutloos (decoderen).

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Het inoefenen van frequent voorko-mende onveranderlijke woorden behorend tot de tewerkstellingssec-tor kantoor en verkoop.

De leraar selecteert, voor een deel samen met de leerlingen, een aantal woorden die in de les (situaties, rollenspellen, tekstmateriaal …) aan bod zijn gekomen.

LEERPLANDOELSTELLING 5:

de leerlingen breiden hun woordenschat uit.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Het uitbreiden van actieve en pas-sieve basiswoordenschat, aanslui-tend bij de tewerkstellingssector van kantoor en verkoop.

Het gaat hier uiteraard niet om lange lijsten van losstaande woorden. Wel om de woorden die door de taken die de leerlingen (al dan niet in een rollenspel) hebben verricht, voor hen betekenis hebben gekregen.

Page 9: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 8 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Algemeen

NVT= niet van toepassing

LEERPLANDOELSTELLING 6:

de leerlingen lezen en begrijpen zelfstandig bepaalde eenvoudige teksten (technisch lezen).

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Teksten die inhoudelijk aansluiten bij de tewerkstellingssector kantoor en verkoop. De zinnen in de teksten hebben een gemiddelde lengte van 15 woorden.

Teksten zoals:

webpagina‟s van voor de leerlingen vertrouwde bedrijven en winkels,

reclamefolders,

(bestel)formulieren.

Page 10: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 9 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Luisteren en kijken

NVT= niet van toepassing

LUISTEREN EN KIJKEN

LEERPLANDOELSTELLING 7:

de leerlingen kunnen op beschrijvend niveau de informatie achterhalen in voor hen bestemde tekstsoorten.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Tekstsoorten zoals:

instructies,

telefoongesprekken.

De leraar selecteert teksten die qua doelpubliek, tekstsoort en verwerkingsniveau bestemd zijn voor de leerling.

Bijvoorbeeld:

de leerlingen kunnen naar aanleiding van een telefoongesprek, een eenvoudige handeling uitvoeren (denk aan het opzoeken van een artikel in de stock, het oproepen van een collega etc.)

LEERPLANDOELSTELLING 8:

de leerlingen kunnen op beoordelend niveau luisteren en kijken naar interactieve situaties uit de tewerkstellingssector kantoor en verkoop

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Tekstsoorten zoals:

een discussie,

een gesprek,

een rollenspel.

Bijvoorbeeld:

de leerlingen stellen ter voorbereiding van een luister- of kijktaak samen een kijkwijzer op;

de leerlingen houden rekening met elkaars feedback bij het uitvoeren van een taak. Ze spelen bijvoorbeeld een rollenspel van een kantoorsituatie. Daarin formuleren ze feedback op basis van criteria die bij uitstek relevant zijn in de tewerkstellingssector kantoor en verkoop;

de leerlingen luisteren naar een telefoongesprek waarbij één van de partners boos wordt. Ze bespreken met elkaar, hoe het zo ver is gekomen.

Page 11: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 10 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Luisteren en kijken

NVT= niet van toepassing

LEERPLANDOELSTELLING 9:

de leerlingen leven bepaalde conventies na.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Invullen van luistervoorwaarden zoals:

naar elkaar luisteren;

elkaar laten uitspreken;

zich concentreren.

Deze conventies zijn cruciaal voor een veilig en goed gestructureerd lesverloop.

De leraar laat de leerlingen regelmatig vooruit denken en/of terugblikken over relevante criteria bij een taak. Deze criteria moeten in aantal beperkt blijven om hanteerbaar te zijn. De leerlingen kunnen bij de verschillende stappen van OVUR relevante criteria inlassen die samen een vaardigheid opbouwen.

LEERPLANDOELSTELLING 10:

de leerlingen ontwikkelen binnen gepaste communicatiesituaties, aansluitend bij de tewerkstellingssector kantoor en verkoop, de bereidheid om op een efficiënte manier hun talige competenties te ontwikkelen.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Bereidheid houdt in:

een gepaste communicatieve houding;

zich openstellen voor de inter-actie;

reflecteren op het eigen, talige handelen.

De leraar creëert opdrachten, situaties en contexten die de leerlingen uitdagen.

De leerlingen tonen de bereidheid om in de gecreëerde opdrachten, contexten en situaties doeltreffend talig te functioneren.

Page 12: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 11 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Luisteren en kijken

NVT= niet van toepassing

LEERPLANDOELSTELLING 11:

de leerlingen kunnen elementaire vormen van lichaamstaal lezen.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

In voor hen relevante situaties, aan-sluitend bij de tewerkstellingssector kantoor en verkoop zoals:

ongeduld,

dralen,

ongenoegen,

tevredenheid.

De lichaamstaal moet voor de leerlingen herkenbaar zijn. Het gaat bovendien om lichaamstaal waarin de leerlingen zich voldoende kunnen inleven.

Bijvoorbeeld:

de leerlingen stellen een lijstje samen van voor hen vertrouwde gevoelens in bepaalde situaties van de tewerk-stellingssector kantoor en verkoop. Om de beurt beelden ze er één van uit. De andere leerlingen raden het ge-voel erachter. Achteraf proberen ze gepast op elkaars lichaamstaal te reageren.

Page 13: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 12 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Lezen

NVT= niet van toepassing

LEZEN

LEERPLANDOELSTELLING 12:

de leerlingen kunnen op beschrijvend niveau informatie achterhalen in tekstsoorten, aansluitend bij de tewerkstellingssector kantoor en verkoop.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Tekstsoorten zoals:

instructies,

gebruiksaanwijzingen,

tabellen en roosters,

reclamefolders.

De leerlingen kunnen uit tabellen correcte informatie halen.

Bijvoorbeeld:

een werkrooster begrijpen;

het juiste vertrekuur van de bus aflezen;

het openingsuur;

sluitingsdag

telefoonnummers opzoeken

….

Page 14: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 13 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Spreken

NVT= niet van toepassing

SPREKEN

LEERPLANDOELSTELLING 13:

de leerlingen kunnen het gepaste register hanteren in verschillende situaties.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Zinsneden in verschillende ge-sprekssituaties, aansluitend bij de tewerkstellingssector kantoor en verkoop hanteren zoals:

begroeten,

vragen en verzoeken,

aanspreekvormen.

Bijvoorbeeld:

in een gesprek gebruiken de leerlingen de meest gepaste zinsneden die ze hebben geselecteerd uit een lijstje dat ze bijvoorbeeld hebben genoteerd tijdens luister-, kijk- en leestaken.

LEERPLANDOELSTELLING 14:

de leerlingen kunnen elementaire vormen van lichaamstaal gebruiken.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

In voor hen relevante situaties, aan-sluitend bij de tewerkstellingssector kantoor en verkoop zoals:

begroeten,

vragen en verzoeken,

aanspreekvormen,

antwoord geven.

De leerlingen kunnen een onderscheid maken tussen gepast en ongepast non-verbaal gedrag.

Bijvoorbeeld:

de leerlingen zoeken naar, al dan niet verbale, alternatieven voor ongepaste non-verbale reacties.

Page 15: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 14 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Schrijven

NVT= niet van toepassing

SCHRIJVEN

LEERPLANDOELSTELLING 15:

de leerlingen kunnen op structurerend niveau schrijven.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Eenvoudige tekstsoorten aansluitend bij de tewerkstellingssector kantoor en verkoop zoals:

bestelbonnen,

afspraken in de agenda,

aanvraagformulieren.

Op structurerend niveau is het de leerling die de boodschap ordent met het oog op een welbepaald doel. Deze vaar-digheid bouwt hij gaandeweg op, aanvankelijk ondersteund door voor gestructureerde kaders, al dan niet elektronisch: schrijfkaders, registers, formulieren, etc.

Bijvoorbeeld:

de leerlingen noteren gegevens in een formulier;

de leerlingen noteren afspraken in een agenda;

de leerlingen noteren bestellingen in een bestelboek.

Page 16: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 15 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) - Strategieën

NVT= niet van toepassing

STRATEGIEËN

LEERPLANDOELSTELLING 16:

de leerlingen kunnen bij de vijf vaardigheden een aantal gepaste strategieën inzetten.

OD NVT

Leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken

Luister- en kijkstrategieën,

spreekstrategieën,

leesstrategieën,

schrijfstrategieën.

De activiteiten van de leerlingen zullen zich volgens de verschillende OVUR-fasen afspelen (cf. schema p. 2-3). In elk van die fasen zullen de leerlingen enkele relevante strategieën moeten inzetten om hun doel te bereiken.

Bijvoorbeeld:

de leerlingen krijgen de opdracht om voor „klas 4 verkoop‟ de voorwaarden op te lijsten voor deelname aan de rommelmarkt in de gemeente.

Oriënteren

De leerlingen denken na over wat ze mogen verwachten van de dienst die ze gaan contacteren.

Voorbereiden

De leerlingen maken een mind-map van de informatie die ze moeten gaan opvragen.

Uitvoeren

De leerlingen voeren een telefoongesprek op basis van een spreekplannetje om alle belangrijke informa-tie te verzamelen.

Reflecteren

De leerlingen wisselen hun observaties uit over wat goed en minder goed liep in het telefoongesprek, in het licht van de verzamelde informatie.

Page 17: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 16 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

Wat geldt voor de basisvorming, geldt ook voor dit leerplan.

NEDERLANDS ALS COMMUNICATIEMIDDEL

Ook al spreken de leerlingen met en onder elkaar waarschijnlijk hun dialect, ook al is hoogstwaar-schijnlijk de thuistaal van de leerlingen uit de B-stroom niet de standaardtaal, toch weten de leerlingen dat op school het Nederlands wordt gebruikt als communicatiemedium. Ze dienen te leren dat in de context van de sector kantoor en verkoop, er zich situaties zullen voordoen waarin de Standaardtaal moet worden gebruikt. Elke leraar stimuleert de leerlingen telkens opnieuw om tijdens de les Alge-meen Nederlands te spreken. Ook van de andere leraren wordt verwacht dat ze in alle contacten met de leerlingen de standaardtaal gebruiken. Behalve als communicatiemedium speelt het Nederlands eveneens een belangrijke rol in de verwerving van vaktaal en schooltaal. Op die manier is het functio-neel in alle vakken.

TAALNIVEAU

Alle taalgebruik bevindt zich op het niveau van de leerling 2 BVL. Het A-niveau van het Raamwerk Nederlands, Nederlands in (v)mbo-opleiding, beroep en maatschappij kan de richting aangeven: http://cinop.brengtlerentotleven.nl/downloads/publicaties/A00452.pdf .

De onderstaande kenmerken zijn belangrijk voor het taalniveau:

Tekstlengte

Als het gaat om het begrijpen en verwerken van teksten zijn de teksten niet langer dan één à twee pagina‟s. Voor het opzoeken van informatie en oriëntatie op de tekst is de lengte van min-der belang. Bij het lezen van fictie is de tekst langer, maar het aantal pagina‟s en de lengte van de teksteenheden blijft beperkt. De hoeveelheid tekst per pagina is beperkt.

Zinslengte

De gemiddelde zinslengte ligt rond de 15 woorden per zin.

Samenhang

De teksten hebben een zeer eenvoudige structuur en zijn duidelijk geordend. De denkstappen zijn lineair en expliciet gemaakt.

Verwijswoorden, verbindingswoorden en signaalwoorden zijn eenvoudig en duidelijk.

Fictionele teksten hebben een simpele plot, één verhaallijn, een beperkt aantal personages en een duidelijk en afgerond einde.

Uiterlijke tekstkenmerken

De tekst heeft een duidelijke en overzichtelijke lay-out. Belangrijke woorden uit de tekst kunnen vet, cursief gedrukt of aan de andere kant gemarkeerd zijn.

Naast de andere functies die illustraties kunnen hebben, worden ze ook gebruikt om de hoe-veelheid tekst per pagina te beperken.

Nog andere tekstkenmerken spelen een rol. Ze zijn terug te vinden in het Raamwerk.

DE VIJF VAARDIGHEDEN (LUISTEREN, KIJKEN, SPREKEN, LEZEN, SCHRIJVEN)

Het gaat er voor dit leerplan vooral om dat de vaardigheden zoals ze in de basisvorming aan bod ko-men, concreet worden toegepast in taken die aansluiten bij de sector kantoor en verkoop.

HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE

Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te onder-steunen.

Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschap-pij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee om te gaan.

Page 18: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 17 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen be-schikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essen-tieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferen-tieerde leeromgeving.

Het open leercentrum als krachtige leeromgeving

Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen.

Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum

uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,

ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,

uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning.

In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaar-borgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de leemtes in te vullen.

Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter nuttig om over een OLC te beschikken?

Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrij-dend leren, projectmatig werken. Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrij-heid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk.

Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrach-ten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een OLC gebruik kunnen maken.

Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden:

ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes om in groep te werken);

ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …

digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;

materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in een openkastsysteem;

kranten en tijdschriften (digitaal of op papier).

In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden) die zowel kan gebruikt worden als „stille‟ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen pre-sentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid).

Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden:

het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal kunnen gerealiseerd worden;

het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook „van op afstand‟ door middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;

Page 19: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 18 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde pe-riode voor en/of na de lesuren).

Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten.

Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de ICT-integratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken.

ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering

Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter onder-steuning van het leren.

ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:

Zelfstandig oefenen in een leeromgeving

Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze vol-doende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, dif-ferentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.

Zelfstandig leren in een leeromgeving

Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leer-kracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.

Creatief vormgeven

Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en te-kenprogramma‟s bieden.

Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie

Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet.

Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren.

De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aan-gepaste vorm.

Voorstellen van informatie aan anderen

Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-onder-steuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …

Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren

Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of ver-strekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …

Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen

De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma‟s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma‟s, applicaties …). Op basis hiervan kun-nen ze hun keuzes bijsturen.

Page 20: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 19 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

VOET

Wat en waarom?

Vakoverschrijdende eindtermen1 (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden

eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakover-schrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd.

De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen!

Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving.

Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt.

Globaal:

een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden

Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eind-termen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;

zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:

lichamelijke gezondheid en veiligheid,

mentale gezondheid,

sociorelationele ontwikkeling,

omgeving en duurzame ontwikkeling,

politiek-juridische samenleving,

socio-economische samenleving,

socioculturele samenleving.

Per graad:

leren leren,

ICT in de eerste graad,

technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.

Een zaak van het hele team

De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning - vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlin-gen.

Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrij-dende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven.

Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET.

De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg heb-ben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspan-ning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt.

1 In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD).

Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.

Page 21: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 20 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

Doordat de VOET niet louter graad gebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijk-heid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.

Page 22: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 21 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN2

Om dit leerplan in optimale omstandigheden te realiseren dient de school over de noodzakelijke uit-rusting en didactisch materiaal te beschikken. Dit houdt in:

ruimte voor aankleding,

bord, scherm,

een degelijke geluidsinstallatie,

tv en dvd-speler (vast of mobiel),

geluid- en beelddragers,

een aantal referentiewerken: woordenboeken, woordenlijsten …

multimediacomputers met internetaansluiting:

als de leerkracht beschikt over een vaklokaal: beschikken over een voldoende aantal computers, wat de leerlingen toelaat om ten hoogste per twee aan een computer te wer-ken;

in de andere gevallen: een voldoende aantal computers wat de leerlingen toelaat om ten hoogste per twee aan een computer te werken, opgesteld in een speciaal uitgerust mul-timedialokaal dat vlot toegankelijk is voor de leerkracht.

materiële vereisten kantoor

De faciliteiten voor het vak kantoor kunnen net zo nuttig zijn bij dit luik Nederlands.

2 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:

- Codex

- ARAB

- AREI

- Vlarem.

Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:

- de uitrusting en inrichting van de lokalen;

- de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.

Zij schrijven voor dat:

- duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;

- alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen;

- de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;

- de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.

Page 23: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 22 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

EVALUATIE

DOELSTELLING

Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen be-zig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken van de doelstellingen en over het leerproces. Daarenboven is evaluatie – de evaluatie- en rapporteringspraktijk – een belangrijke pijler binnen de kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort de evaluatie met de schoolvisie op leren. Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren heen, is het logisch dat:

de school hierover haar visie ontwikkelt;

de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking.

De leerling en zijn ouders vinden in de rapportering (score, commentaar, remediëring) bruikbare in-formatie over de doelmatigheid van de gevolgde studiemethode.

EVALUEREN

Proces- en productevaluatie

Procesevaluatie

Dit luik van evaluatie heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vorderin-gen in de realisatie van de kennis- en vaardigheidsdoelen van het vak, de vakgebonden attitudes en leerattitudes om op basis hiervan het leertraject bij te sturen. In deze evaluatie staat het leerproces dat de leerlingen doorlopen dus centraal. De evaluatie moet aan de leerkracht de nodige feedback geven over zijn gehanteerde aanpak. De leerkracht beschikt daarvoor over de volgende middelen:

observatie in de klas,

reflectiegesprekken,

zelf-, peer-, co-evaluatie,

oefeningen en opdrachten die in de klas worden uitgevoerd, individueel of in groep,

mondelinge en schriftelijke overhoringen,

huistaken,

Het opvolgen van de attitudes hoort ook onder dit aspect van de evaluatie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vak- en leerattitudes. De vakgebonden attitudes staan ex-pliciet in de leerplannen vermeld. De leerattitudes worden op schoolniveau bepaald en vormen de randvoorwaarden om te leren. Attitudes kunnen nauwelijks in cijfers worden uitgedrukt. Er kan best gewerkt worden met rubrieken (SAM-schalen) die de attitudes omzetten in waarneembaar gedrag. Bij de weging wordt dan niet zo-zeer het gedrag dan wel de evolutie in rekening gebracht.

Productevaluatie

Producten, zoals herhalingstoetsen en examens, gaan na in welke mate de leerling de doelstellingen van het vak beheerst. De verschillende vaardigheden en de onderliggende kenniselementen komen aan bod. De attitudes komen niet aan bod bij de productevaluatie.

Permanente evaluatie

Bij permanente evaluatie ligt de nadruk op procesevaluatie. Deze evaluatie wordt voornamelijk ge-bruikt om het leerproces van de leerling en het aanleerproces van de leraar bij te sturen. Door op deze manier te evalueren, krijgen de leerwinst en het zelfbeeld van de leerling meer aandacht op een posi-tieve manier. Vermist voor de vakken uit de basisvorming de leerplandoelstellingen gebaseerd zijn op ontwikke-lingsdoelen, zijn de doelstellingen na te streven en niet te realiseren bij alle leerlingen. Vanuit deze optiek is het aangewezen dat de productevaluatie niet van doorslaggevend belang is bij de eindbe-oordeling.

Page 24: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 23 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

Kiezen voor een brede en permanente evaluatie sluit dan ook goed aan bij de heterogeniteit van de doelgroep in de B-stroom.

Toch kan er in bepaalde vakken voor gekozen worden om af en toe ook grotere leerstofdelen te toet-sen en de leerlingen zo voor te bereiden op het onder de knie krijgen van ruimere leerstofgehelen.

RAPPORTERING

De geregelde rapportering heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering in het realiseren van de doelstellingen. De rapportering moet ook aandacht schenken aan remediëren. De school bepaalt de vorm en de frequentie van rapporteren.

Page 25: Onderwijsvorm: B-STROOMpro.g-o.be/blog/documents/2011-007.pdf · 1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 4 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week) BEGINSITUATIE

1e graad - B-stroom – Beroepenveld Kantoor en verkoop 24 AV Nederlands (2e leerjaar: 1 lestijd/week)

BIBLIOGRAFIE

De bronnen van de basisvorming kunnen ook verhelderend zijn voor dit specifieke leerplan. Daarnaast schetsen de boeken en tijdschriften in het onderstaande lijstje enkele kenmerkende aspecten van de relevante contexten.

BOEKEN

Adriaensen, W., e.a., “StartSEIn”, uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2009

Coeck, L., e.a., “Optimum – handelseconomie 4 BSO”, uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2009

Goossens, L., e.a., “Topseller online 1”, uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2006

Henderickx, J., e.a., “Kassa 1 – de graad Verkoop”, uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2007

Henderickx, J., e.a., “Kringen 1: module 3 – Kantoortechnieken”, uitgeverij De Boeck, Antwer-pen, 2007

Henderickx, J., e.a., “Kringen 1: module 6 – Kantoortechnieken”, uitgeverij De Boeck, Antwer-pen, 2008

Henderickx, J., e.a., “Kringen 2: module 5 – De kleine onderneming”, uitgeverij De Boeck, Ant-werpen, 2010

Henderickx, J., e.a., “Optimum – handelseconomie & boekhouden 3 BSO”, uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2007

Henderickx, J., e.a., “Optimum – Kantoortechnieken BSO 3”, uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2008

Henderickx, J., e.a., “Optimum – Kantoortechnieken BSO 4”, uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2008

Marroccoli, M., “SEI what?”, uitgeverij Van In, Wommelgem, 2007

Mertens, B., e.a., “Eco go!” uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2007

Snoeck, M., “De h@ndel en wij 1”, uitgeverij Plantyn, Mechelen

Snoeck, M., “De h@ndel en wij 2”, uitgeverij Plantyn, Mechelen

Snoeck, M., “De h@ndel en wij 3.1A”, uitgeverij Plantyn, Mechelen

Snoeck, M., “De h@ndel en wij 3.1B”, uitgeverij Plantyn, Mechelen

Snoeck, M., “De h@ndel en wij 3.3”, uitgeverij Plantyn, Mechelen

Snoeck, M., “De h@ndel en wij 4.1”, uitgeverij Plantyn, Mechelen

Van Caer, F., e.a., “Handelswijs 1”, uitgeverij de Boeck, Antwerpen, 2009

Van Caer, F., e.a., “Handelswijs 2”, uitgeverij de Boeck, Antwerpen, 2008

Van Caer, F., e.a., “Kantoorwijs”, uitgeverij de Boeck, Antwerpen, 2009

Van den Broeck, N., e.a., “Optimum 1”, uitgeverij de Boeck, Antwerpen, 2008

Verberckt, F., e.a., “Optimum – Handelsroute”, uitgeverij de Boeck, Antwerpen, 2008

Vleminckx, C., “Kringen 1: module 1 – Gezinshuishouding”, uitgeverij de Boeck, Antwerpen, 2007

Vleminckx, C., “Kringen 1: module 2 – Bedrijfshuishouding”, uitgeverij de Boeck, Antwerpen, 2009

TIJDSCHRIFTEN

Budget en Recht

Macro-Micro, Tijdschrift van de Vereniging voor leraren in de economische wetenschappen

Metro en andere kranten

Plus magazine

Test Aankoop