Onderwijslogistiek Pilot Protocol

15
Onderwijslogistiek Pilot protocol V. 1.0, 13 december 2010

description

Protocol voor de Onderwijslogistiek pilots in Fase 3 van het project. Het protocol beoogt de eenheid van uitvoering, uitwisselbaarheid en vergelijkbaarheid van gegevens te borgen die uit de pilots voortvloeien. In het protocol zijn de spelregels voor het uitvoeren van de pilot opgenomen. Daarnaast is er een beoordelingskader opgenomen waarmee de ‘compatabiliteit’ van de oplossing wordt getoetst aan het Triple A gedachtegoed. In dit geval gaat het om het functioneel ontwerp Onderwijslogistiek: Roosteren, Beheren Middelen.

Transcript of Onderwijslogistiek Pilot Protocol

Page 1: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

Onderwijslogistiek Pilot protocol V. 1.0, 13 december 2010

Page 2: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................3  2. Spelregels ..........................................................................................................................4  Wat betekent “meedoen”? ........................................................................................................4  Spelregels omtrent deelname aan de pilots.................................................................................4  Spelregels omtrent de opzet van de pilots ..................................................................................5  Spelregels omtrent (publicatie van) de resultaten van de pilots .....................................................5  3. Beoordelingskader ...............................................................................................................7  Arrangeertool .........................................................................................................................7  Roostermachine .................................................................................................................... 10  Middelencatalogus................................................................................................................. 13  

Page 3: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

1. Inleiding Doel van de pilots is door middel van praktijktoetsen het huidige Functioneel Ontwerp voor de onderwijslogistiek te beoordelen en waar nodig aan te scherpen. Het resultaat is een aangepast Functioneel Ontwerp waarvan de maakbaarheid is onderzocht. Om deze doelstelling waar te maken is een combinatie van instellingen en leveranciers nodig. De rol van de instelling is de rol van de eigenaar van het Functioneel Ontwerp die wil onderzoeken of het ontwerp daadwerkelijk gemaakt kan worden. Enerzijds om de kwaliteit van het ontwerp aan te scherpen en anderzijds om vast te stellen in hoeverre de flexibilisering van het onderwijs ondersteund kan worden. De leverancier zorgt voor de “reality check”; wat is er aan oplossingen nu beschikbaar? De pilot levert waardevolle informatie aan zowel de instelling, de leverancier als aan saMBO~ICT.

• De instelling: krijgt een beeld van de realiseerbaarheid van (een deel van) het Functioneel Ontwerp gekoppeld aan een onderwijsontwikkelambitie

• De leverancier: krijgt informatie over de mate waarin zijn product past bij het Functioneel Ontwerp

• saMBO~ICT: krijgt informatie op basis waarvan het Functioneel Ontwerp aangescherpt kan worden

Het is van belang aan te geven dat: saMBO~ICT in het kader van het uitvoeren van het projectplan “Borging Triple A” verwacht dat in 2011 een toets zal worden ontwikkeld op basis waarvan de mate waarin een software systeem “compatible” is met het Triple A gedachtegoed kan worden vastgesteld. De ervaringen die tijdens het uitvoeren en beoordelen van de pilots wordt opgedaan zal door saMBO~ICT worden meegenomen bij het ontwikkelen van deze toets. Hieronder een figuur van de opzet van het pilot-traject.

Page 4: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

2. Spelregels

Wat betekent “meedoen”? • Meedoen aan de pilot betekent dat er aan de kant van de instelling commitment wordt

afgegeven voor: o Het gebruiken van het door saMBO~ICT beschikbaar gestelde protocol voor het

organiseren, uitvoeren en beoordelen van de pilots o Het volledig invullen van het beoordelingskader (inclusief de toelichting ) o het participeren in de kennisdelingsbijeenkomsten (op 1 december 2010, 1 maart

2011 en 21 april 2011) o het participeren in een werksessie waarin de resultaten van de diverse pilots worden

“terugvertaald” naar het Functioneel Ontwerp o en (eventueel) medewerking verlenen aan een gesprek met saMBO~ICT voor

toelichting op het ingevulde beoordelingsformulier.

• Uitgangspunt is dat dit commitment een werkbelasting van 5 a 7 werkdagen per deelnemer/per instelling inhoudt.

• Een pilot moet uiterlijk 1 februari 2011 zijn gestart. Dit is tevens het laatste moment om mee te kunnen doen met dit traject. Inschrijvingen na deze datum worden niet meer toegelaten.

• Voor de kennisdelingssessies worden alleen de bij de pilots betrokken onderwijsinstellingen

uitgenodigd.

• De uitvoering van de pilots (de private activiteit in de figuur op de vorige pagina) wordt niet bekostigd uit door saMBO~ICT verkregen subsidie, maar is voor rekening van de onderwijsinstelling en de leverancier. Het opstellen van het protocol, de begeleiding van de kennisdelingsessies en de aanpassing aan het functioneel ontwerp op basis van de resultaten uit de pilots worden georganiseerd en bekostigd door saMBO~ICT. Voor alle activiteiten geldt dat de door medewerkers van de instelling bestede tijd, niet vanuit de subsidie vergoed wordt.

• Door saMBO~ICT wordt de voortgang van de pilots gemonitord worden, instellingen verlenen

hun medewerking om de daarvoor noodzakelijke gegevens te kunnen presenteren. (Inspanning voor de instellingen zal tot het noodzakelijke minimum worden beperkt)

Spelregels omtrent deelname aan de pilots • Pilots kunnen alleen worden uitgevoerd door een combinatie van een instelling en 1 of

meerdere leveranciers.

• Het protocol wordt overeengekomen tussen instelling en saMBO~ICT. De instelling draagt zorg voor de back-to-back overeenkomst met de leverancier(s)

Page 5: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

• Leveranciers mogen aan meerdere pilots deelnemen. Indien 1 leverancier aan meerdere pilots deelneemt ligt het in de rede dat de betrokken instellingen scope en resultaten van de pilots met elkaar afstemmen.

• saMBO~ICT zal per pilot bekend maken welke combinatie van instelling en leverancier(s)

deelneemt

• De uitvoering van de pilots maakt geen deel uit van een aanbestedingsprocedure. Deelnemers kunnen aan deelname geen rechten ontlenen voor een positie in een eventueel vervolgtraject. Anderzijds beïnvloedt deelname aan de pilots op geen enkele wijze de kansen en mogelijkheden voor private partijen bij deelname aan een eventuele aanbestedingsfase. SaMBO~ICT neemt tijdens de pilot-traject de beginselen van gelijkheid en transparantie in acht.

Spelregels omtrent de opzet van de pilots • Gestreefd wordt naar een zo volledig mogelijke dekking van de functionaliteit van het FO bij

het uitvoeren van iedere pilot. Dit betekent: o Gekoppelde programmatuur waarbij alle functionaliteit daadwerkelijk wordt getest de

allermooiste oplossing is. Koppeling van deelsystemen wordt aangemoedigd, gevolg is dat meerdere leveranciers bij 1 pilot binnen 1 instelling betrokken kunnen zijn

o Bij het testen van deelsystemen (conform de indeling van de systeemgebieden) er gegevenssets opgesteld moeten worden die tenminste de interface tussen de systeemgebieden afdekken. (voorbeeld: bij het testen van een arrangeertool moeten er gegevens uit de catalogus beschikbaar zijn en moet duidelijk worden dat de arrangeertool een set gegevens oplevert op basis waarvan een planningstool aan de slag kan. Deze oplossing is second best maar goed werkbaar)

o De eisen en randvoorwaarden mbt uitwisseling van gegevens zoals gedefinieerd in de Triple A architectuur zijn uitgangspunt voor het definiëren van de (werking van) de gegevenssets

Spelregels omtrent (publicatie van) de resultaten van de pilots • Over de resultaten van de pilots wordt alleen door de betrokken instellingen en leveranciers

gepubliceerd. Deze resultaten zijn geen publieke informatie.

• Het protocol, de resultaten van de kennisdelingssessies en het aangepaste Functioneel Ontwerp is publieke informatie.

• Het door de instelling ingevulde beoordelingskader uit het protocol moet uiterlijk 1 juni 2011

voor saMBO~ICT beschikbaar zijn.

• Input tijdens de kennissessies leidt niet tot tussentijdse aanpassingen van het functioneel ontwerp.

• De door saMBO~ICT gefaciliteerde pilots doen geen uitspraak over de kwaliteit van een

software systeem.

Page 6: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

• De door saMBO~ICT gefaciliteerde pilots doen geen uitspraak over de kwaliteit van een

leverancier van een software systeem.

• De door saMBO~ICT gefaciliteerde pilots doen geen uitspraak over de mate waarin en het succes waarmee binnen instellingen het onderwijs wordt geflexibiliseerd.

Page 7: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

3. Beoordelingskader Van onderstaande vragen komt tevens een digitale vragenlijst beschikbaar. De vragenlijst bestaat per vraag uit drie invulruimtes:

i. Per functionaliteit wordt een omschrijving gegeven en een toelichting gevraagd op de vraag "wat heb je aangetroffen in de pilot"? Dit is een open vraag en biedt een "open invulveld".

ii. Ook kan eventueel functionaliteit worden toegevoegd door middel van een "witte regel" iii. Nadat de toelichting is gegeven wordt doorgegaan met de vragen die bij de functionaliteiten

genoemd staan met daarachter de keuzemogelijkheid ja/nee (door middel van checkboxen)

Arrangeertool  

Samenstellen referentiearrangement

1. Een referentiearrangement is een ‘aanrader’, een voorbeeldarrangement voor een deelnemer. Een referentiearrangement is niet gekoppeld aan een deelnemer, maar is een template dat kan worden gebruikt om op basis daarvan een arrangement voor een deelnemer te maken.

ja/nee antwoord op vragen: ● Klopt het dat een referentiearrangement niet gekoppeld is aan een deelnemer? ● Is er een template voor het samenstellen van een referentiearrangement? ● Is de template gebaseerd op metadatavelden die gebruikt worden om onderwijsproducten te

beschrijven? ● Kan het referentiearrangement op basis van de template worden omgezet naar een

arrangement?

2. Een referentiearrangement is een (groot of klein) leertraject, opgebouwd uit een aantal samenhangende onderwijsproducten. Zo’n referentiearrangement kan onstaan vanuit het ontwerp van het onderwijs, als een soort standaardaanbod, maar ook als arrangement dat past bij een verzameling overeenkomstige leerwensen.

ja/nee antwoord op vraag: ● Is het mogelijk een referentiearrangement op verschillende manieren op te bouwen ?

(bijv. door een arrangeur direct vanuit de onderwijscatalogus wel of niet aangevuld met nieuwe onderwijsproducten of door een begeleider vanuit de leerwens van een (groep) deelnemer(s), een derde mogelijkheid is dat een referentiearrangement wordt opgebouwd door de ontwerper van nieuw onderwijs (onderwijskundige))

3. Een referentiearrangement wordt samengesteld uit producten uit de onderwijscatalogus. Dat

kunnen ook samengestelde onderwijsproducten zijn. Bij het samenstellen van het referentiearrangement kunnen aanvullende voorwaarden rond bijvoorbeeld volgorde en planning in de tijd worden toegevoegd.

ja/nee antwoord op vraag: ● Kan aan een referentiearrangement, naast informatie vanuit onderwijscatalogus

(onderwijsproduct), aanvullende informatie worden toegevoegd die voor het planningsproces relevant zijn?

Page 8: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

4. Wanneer een benodigd onderwijsproduct nog niet in de onderwijscatalogus beschikbaar is, dan kan de behoefte aan een nieuw onderwijsproduct worden geregistreerd.

ja/nee antwoord op vraag: ● Kan de behoefte aan een nieuw onderwijsproduct zowel voor, tijdens, als na het

arrangeerproces worden geregistreerd?

Vastleggen leervraag per deelnemer

5. De leervraag wordt altijd individueel, per deelnemer vastgelegd. Dit is een tekstuele verslaglegging van de leervraag, eventueel aangevuld met een selectie van onderwijsproducten uit de onderwijscatalogus waarop de vraag betrekking heeft.

ja/nee antwoord op vragen: ● Wordt de leervraag van de deelnemer altijd individueel vastgelegd? ● Is er ten behoeve de tekstuele vastlegging een template beschikbaar? ● Kunnen er onderwijsproducten aan de vastgelegde leervraag worden toegevoegd?

6. De leervraag is uitgedrukt in een (bestaand) referentiearrangement, of in de vorm van de

selectie van een aantal onderwijsproducten op een hoger aggregatieniveau in de onderwijscatalogus.

ja/nee antwoord op vragen: ● Is het mogelijk de leervraag uit te drukken in een (bestaand) referentiearrangement ● Is het mogelijk de leervraag uit te drukken in een selectie van onderwijsproducten? ● Is het mogelijk de leervraag uit te drukken in een combinatie van een (bestaand)

referentiearrangement en een selectie van onderwijsproducten?

Arrangement samenstellen

7. Een arrangement is altijd gekoppeld aan één individuele deelnemer. Het arrangement van een deelnemer kan wordt vastgelegd door een (of meerdere) referentiearrangementen te selecteren, of door een verzameling onderwijsproducten te selecteren uit de onderwijscatalogus.

ja/nee antwoord op vragen: ● Is een arrangement altijd gekoppeld aan 1 individuele deelnemer? ● Is het mogelijk een arrangement vast te leggen door selectie van een referentiearrangement? ● Is het mogelijk een arrangement vast te leggen door een selectie van onderwijsproducten? ● Is het mogelijk een arrangement vast te leggen door een combinatie van een

referentiearrangement en een selectie van onderwijsproducten?

8. Vervolgens kan aan het arrangement een aantal specifieke eisen en wensen worden gekoppeld, die betrekking hebben op de leerwens van de deelnemer. Dit kan betrekking hebben op de gewenste volgorde, tijden, locatie etc.

ja/nee antwoord op vraag: ● Kan aan een arrangement, naast informatie vanuit onderwijscatalogus (onderwijsproduct),

aanvullende informatie worden toegevoegd die betrekking heeft op de leerwens van de deelnemer die voor het planningsproces relevant zijn?

Page 9: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

9. Binnen het arrangement van een deelnemer zijn drie lijsten te onderkennen. a. De verlang-lijst: de onderwijsproducten die nog afgenomen moeten worden b. De onderhanden-lijst: de onderwijsproducten die deze of de eerstvolgende

roosterperiode zijn ingepland. c. De afgenomen-lijst: de onderwijsproducten die inmiddels al zijn afgenomen.

ja/nee antwoord op vragen: ● Is er een verlang-lijst binnen het arrangement van een deelnemer? ● Is er een onderhanden-lijst binnen het arrangement van een deelnemer? ● Is er een afgenomen-lijst binnen het arrangement van een deelnemer?

10. Voorafgaand aan elke roosterperiode kan het arrangement worden bijgesteld, en wordt

(binnen het bestaande arrangement) de inhoud bepaald van de drie lijsten zoals bij het vorige punt omschreven. De inhoud van de verlang-lijst is vervolgens het onderwijs dat, geheel of gedeeltelijk, door de roostermachine de eerstvolgende periode wordt ingeroosterd.

ja/nee antwoord op vragen: ● Is aanpassing van het arrangement voorafgaand aan een roosterperiode mogelijk? ● Leidt aanpassing van het arrangement automatisch tot aanpassing van de lijsten? ● Wordt de inhoud van de verlang-lijst gebruikt voor het inroosteren van de eerstvolgende

periode?

11. Er is geen sprake van groepsarrangementen; elk arrangement is gekoppeld aan een individuele deelnemer. Naarmate er binnen een instelling meer sprake is van groepsgewijs onderwijs zullen deelnemers meer gestandaardiseerde (identieke) arrangementen krijgen aangeboden. Hiervoor is wel een ‘bulkfunctie’ gewenst om een arrangement eenvoudig aan een groep deelnemers te koppelen.

ja/nee antwoord op vraag: ● Is een bulkfunctie beschikbaar om een arrangement aan een groep deelnemers te koppelen?

Arrangementen controleren

12. Arrangementen en referentiearrangementen kunnen worden gecontroleerd tegen een (configureerbare) verzameling regels. Deze controle is bedoeld om vast te stellen in welke mate een (referentie)arrangement een zinvolle, consistente, bedrijfsmatig en onderwijskundig verantwoorde hoeveelheid onderwijs bevat.

ja/nee antwoord op vraag: ● Is het mogelijk een door de instelling configureerbare verzameling regels te gebruiken voor de

controle van (referentie)arrangementen?

13. Een controle kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een minimum en maximum hoeveelheid onderwijstijd, het voldoen aan bepaalde diploma-eisen, eisen van samenhang en afhankelijkheid en regels die de instelling specifiek opstelt ten behoeve van een goede bedrijfsvoering en kwaliteitsbewaking van het onderwijs.

geen ja/nee vraag.

Page 10: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

Totaalbeeld arrangementen

14. Ten behoeve van management- en stuurinformatie kan inzicht worden gegeven in het totaal aan arrangementen dat is opgesteld.

ja/nee antwoord op vraag: ● Kan inzicht worden gegeven in het totaal aan arrangementen dat is opgesteld?

Roostermachine

15. De roostermachine beschikt over de volgende informatie: a. De verzameling individuele arrangementen waarin is aangegeven welke

onderwijsproducten nog ingepland moeten worden (de verlanglijst). De onderwijsproducten zijn voorzien van hun bijbehorende metadata.

b. De verzameling beschikbare middelen (lokalen, docenten en overige middelen) voorzien van hun bijbehorende metadata.

c. De relevante kenmerken van de betrokken deelnemers. Dit is een specifieke set van labels (ook op te vatten als metadata) die voor het roosteren relevante informatie over de deelnemer bevat, zoals de regio of een andere indelingscriterium dat de instelling wil gebruiken.

ja/nee antwoord op de vraag: ● Maakt de roostermachine gebruik van de informatie onder a genoemd? ● Maakt de roostermachine gebruik van de informatie onder b genoemd? ● Maakt de roostermachine gebruik van de informatie onder c genoemd? ● Maakt de roostermachine gebruik van de informatie van een combinatie van a en/of b en/of c?

Instelbare regels

16. De roostermachine optimaliseert op basis van een verzameling instelbare regels. In deze regels kan gebruik worden gemaakt van de metadata van de onderwijsproducten, de middelen en de individuele deelnemers (de kenmerken of labels).

ja/nee antwoord op vragen: ● Heeft de roostermachine instelbare regels? ● Is de roostermachine in staat om op basis van de instelbare regels te optimaliseren?

17. Deze regels kunnen over een groot aantal aspecten van het plannen van het onderwijs gaan.

Bijvoorbeeld over de wijze waarop groepen deelnemers worden samengesteld, delen van het onderwijs op één locatie worden geconcentreerd, lokalen een vaste of flexibele bestemming hebben, tussenuren acceptabel zijn, theorie en praktijk in balans zijn, spreiding van studiebelasting in de tijd etc.

geen ja/nee vraag.

18. Er wordt onderscheid gemaakt in drie typen regels. a. Onderwijsregels (onderwijsinhoudelijke regels) b. Bedrijfsvoeringsregels (regels met betrekking tot de efficiënte en effectieve inzet van

middelen) c. Specifieke regels (regels die op een andere manier het planningsproces beïnvloeden)

Page 11: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

ja/nee antwoord op vraag: ● Maakt de roostermachine gebruik van onderwijsregels? ● Maakt de roostermachine gebruik van bedrijfsvoeringsregels? ● Maakt de roostermachine gebruik van specifieke regels?

Simulatie

19. Deze functionaliteit biedt de mogelijkheid om een alternatief (fictief) rooster te maken op basis van gewijzigde middelen, arrangementen en/of regels. Hiermee wordt inzicht verkregen in het effect van eventuele aanpassingen van middelen, arrangementen en/of regels.

ja/nee antwoord op vragen: ● Kan de roostermachine een fictief rooster maken? ● Geeft de roostermachine inzicht in de effecten van aanpassingen?

20. Specifiek met betrekking tot de middelen betekent dit dat moet kunnen worden geroosterd

met fictieve middelen; middelen die nog niet daadwerkelijk beschikbaar zijn. ja/nee antwoord op vraag:

● Kan de roostermachine met fictieve middelen roosteren? Analyse rapporten

21. Naast het maken van een rooster wordt een analyserapport geproduceerd. Het analyserapport geeft inzicht in de mate waarin arrangementen daadwerkelijk konden worden gepland, middelen daadwerkelijk zijn ingezet en regels konden worden gehonoreerd.

ja/nee antwoord op vragen: ● Produceert de roostermachine analyserapporten? ● Geven de analyserapporten inzicht in de mate waarin de arrangementen daadwerkelijk

konden worden gepland? ● Geven de analyserapporten inzicht in de mate waarin de middelen daadwerkelijk zijn ingezet? ● Geven de analyserapporten inzicht in de mate waarin de regels konden gehonoreerd? ● Geven de analyserapporten inzicht in de mate waarin middelen ontbreken?

Aanvullen/aanpassen van rooster

22. Wanneer een rooster vrije ruimte bevat moet het mogelijk zijn om op een later moment (dus nadat het rooster is geëffectueerd) deze vrije ruimte in te plannen met onderwijsproducten zonder dat de rest van het rooster wordt aangepast.

ja/nee antwoord op vragen: ● Is het mogelijk in een geëffectueerd rooster onderwijsproducten in te plannen zonder dat de

rest van het rooster wordt aangepast? ● Wordt de aangepaste informatie verwerkt in lijsten van de arrangementen van de deelnemers

en analyserapporten van de roostermachine?

Page 12: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

23. Dit betekent dat er (kleinere) arrangementen voor een deel van de deelnemers aan de roostermachine worden aangeboden die in de vrije ruimte moeten worden ingepland. Hiermee wijzigt het vigerende rooster.

ja/nee antwoord op vragen: ● Is de roostermachine in staat om alleen voor de nieuw ingevoerde (kleinere) arrangementen

opnieuw te roosteren, waarbij roosteraanpassingen alleen mogelijk zijn op de al ingeroosterde vrije ruimte?

● Wordt de aangepaste informatie verwerkt in de lijsten van de arrangementen van de deelnemers en in analyserapporten van de roostermachine?

Inschrijven op geroosterd onderwijsproduct

24. Wanneer een rooster onderwijsproducten bevat die nog niet, of optioneel, aan deelnemers zijn gekoppeld moet een inschrijfproces kunnen worden ondersteund waarbij achteraf (dus na het effectueren van het rooster) extra deelnemers aan onderwijsactiviteiten kunnen worden gekoppeld. Hiermee wijzigt het vigerende rooster.

ja/nee antwoord op vragen: ● Kunnen na het effectueren van het rooster extra deelnemers aan onderwijsactiviteiten

gekoppeld worden? ● Wordt de aangepaste informatie verwerkt in de lijsten van de arrangementen van de

deelnemers en de analyserapporten van de roostermachine?

Maken rooster

Het maken van het rooster omvat het daadwerkelijk produceren van het rooster op basis van de arrangementen en beschikbare middelen. Hierbij vindt het optimaliseren plaats op basis van de regels, waarbij gebruik wordt gemaakt van de metadata van de onderwijsproducten en de middelen en de kenmerken van de deelnemers.

25. Dit leidt tot een aantal roostervoorstellen met een bijbehorend analyserapport op basis waarvan een besluit kan worden genomen over het effectueren van één van deze roostervoorstellen of het simuleren met aangepaste gegevens.

ja/nee antwoord op vraag: ● Produceert de roostermachine meerdere roostervoorstellen?

Publiceren rooster

26. Het publiceren van het rooster betreft het beschikbaar stellen van het rooster aan elke individuele deelnemer en docent. Docenten en deelnemers krijgen elk een persoonlijk, individueel rooster.

ja/nee antwoord op vraag: ● Worden de roosters beschikbaar gesteld (door middel van digitale publicatie) aan docenten en

deelnemers?

Page 13: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

27. Daarnaast kan vanuit het gepubliceerde rooster inzicht worden gegeven in de bezetting van de lokalen en middelen, zodat bekend is wanneer lokalen en andere middelen bezet of beschikbaar zijn.

ja/nee antwoord op vraag: ● Is het mogelijk om het gepubliceerde rooster via verschillende “views” (docenten, lokalen,

groepen etc.) te presenteren?

28. Het gepubliceerde rooster moet zodanig worden gearchiveerd dat later kan worden achterhaald welk onderwijs per deelnemer is aangeboden.

ja/nee antwoord op de vraag: ● Worden de gepubliceerde roosters gearchiveerd?

Accepteren rooster

29. Nadat het rooster is gepubliceerd kan er, afhankelijk van de keuze van de instelling, de mogelijkheid zijn om het rooster actief of passief door deelnemers te laten accepteren.

ja/nee antwoord op vragen: ● Bestaat er de mogelijkheid om het gepubliceerde rooster actief door de deelnemers te laten

accepteren? ● Bestaat er de mogelijkheid om het gepubliceerde rooster passief door de deelnemers te laten

accepteren?

30. In het geval van actief accepteren moet elke deelnemer het gepubliceerde rooster expliciet accepteren door een akkoord te geven. In het geval van passief accepteren heeft elke deelnemer de mogelijkheid om bezwaar te maken. In beide gevallen moeten reacties op het gepubliceerde rooster kunnen worden gegeven. Deze reactie moeten worden verwerkt, en eventueel gemonitord zodat tijdig actie kan worden ondernomen naar de deelnemer of de organisatie.

ja/nee antwoord op de vragen: ● Bestaat er de mogelijkheid voor de deelnemer bij het niet accepteren van het gepubliceerde

rooster reacties toe te voegen? ● Is de roostermachine in staat de reacties te monitoren?

Middelencatalogus

Metadateren middelen

31. Het registreren van de middelen (lokalen, docenten en andere middelen) heeft al elders plaatsgevonden. Deze functie voorziet in het toekennen van metadata aan de geregistreerde middelen en het beschikbaar stellen van deze gegevens aan het roosterproces.

ja/ nee antwoord op vraag: ● Is de metadatering van de middelen toereikend om de roostermachine zijn werk te laten

doen?

Page 14: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

Wijzigen middelen

32. Wanneer vanuit het roosterproces de behoefte ontstaat aan een bijstelling van middelen (verwerven, afstoten of wijzigen) dan kan dat worden geregistreerd. Op basis van deze informatie kan het daadwerkelijke wijzigen van de middelen worden opgepakt.

ja/ nee antwoord op vraag: ● Is er de mogelijkheid de bijstellingsbehoefte van middelen te registreren?

Onderwijscatalogus

33. Identificatie alle beschikbare onderwijsproducten ten behoeve van vindbaarheid en herkenbaarheid

ja/nee antwoord op vraag: ● Zijn alle onderwijsproducten op basis van de standaard metadata, sectie “Identificatie”

geidentificeerd?

34. Koppeling van producten aan taxonomieën; naast de onderwijsproducten bevat de onderwijscatalogus alle voor de onderwijsinstelling relevante taxonomieen.

ja/nee antwoord op vragen: ● Zijn de voor de onderwijsinstelling relevante taxonomieen opgenomen in de

onderwijscatalogus? ● Zijn de onderwijsproducten gekoppeld aan de relevante taxonomieen? ● Geven de in de onderwijscatalogus opgenomen referentiearrangementen inzicht in de mate

waarin relevante taxonomieen worden afgedekt?

35. Gebruik van standaard metadata; in het functioneel ontwerp Onderwijscatalogus is een lijst van standaard metadata voor onderwijsproducten opgenomen.

ja/ nee antwoord op vraag: ● Wordt er gebruik gemaakt van de metadatavelden zoals in de betreffende lijst opgenomen?

36. Om een arrangement roosterbaar te maken is een minimale hoeveelheid metadata van

onderwijsproducten noodzakelijk. ja/ nee antwoord op vraag:

● Bevat ieder onderwijsproduct voldoende metadata voor het roosteren?

37. 'Omvang' van onderwijsproduct is de keuze van een onderwijsinstelling; ja/ nee antwoord op vragen:

● Werkt de onderwijscatalogus met aggregatieniveaus? ● Is het mogelijk onderwijsproducten samen te voegen tot een nieuw “ondeelbaar”

(samengesteld) onderwijsproduct?

38. Bij het opstellen van het rooster is het wenselijk dat er “vrije ruimte” wordt meegeroosterd die in een later stadium (na effectueren van het rooster) kan worden ingevuld. Op deze wijze wordt een zekere flexibilisering binnen een vastgesteld rooster mogelijk gemaakt.

ja/nee antwoord op vragen: ● Bevat de onderwijscatalogus 'lege envelop' onderwijsproducten (vrije ruimte)? ● Bevat de onderwijscatalogus (samengestelde) onderwijsproducten die in de 'lege envelop'

passen?

Page 15: Onderwijslogistiek Pilot Protocol

39. Beheren van (samengestelde) onderwijsproducten; reeds gedefinieerde beschikbare onderwijsproducten kunnen gewijzigd worden, hieronder valt ook het verwijderen van het onderwijsproduct door de status ervan op niet-actief te zetten. Onderwijsproducten die al zijn opgenomen in een arrangement, kunnen alleen dan gewijzigd worden wanneer dit geen gevolgen heeft voor het arrangement of het roosterproces.

ja/ nee antwoord op vragen: ● Kunnen reeds gedefinieerde onderwijsproducten gewijzigd worden? ● Worden consequenties van een voorgenomen wijziging voor arrangement of roosterproces

inzichtelijk gemaakt?

40. Zoeken en raadplegen van (samengestelde) onderwijsproducten; breed toepasbare functie waarmee de onderwijscatalogus kan worden geraadpleegd om de onderwijsproducten te tonen, zoeken en selecteren. Er zijn drie belangrijke zoekingangen voor het zoeken van onderwijsproducten: plek in de taxonomie, situatie van een deelnemer (voortgang loopbaan/ afgenomen onderwijs), alle gewenste metadatavelden of combinaties daarvan.

ja/nee antwoord op vragen: ● Is een dergelijke breed toepasbare functie voor handen? ● Is zoeken naar de plek van een onderwijsproduct in de taxonomie mogelijk? ● Is het mogelijk om alle voor een deelnemer relevante onderwijsproducten te vinden? ● Is het mogelijk om op metadataveld en combinaties van metadatavelden te zoeken naar

onderwijsproducten?

41. Zoeken en raadplegen van referentiearrangementen; breed toepasbare functie waarmee de onderwijscatalogus kan worden geraadpleegd om referentiearrangementen te tonen, zoeken en selecteren. Er zijn drie belangrijke zoekingangen voor het zoeken van referentiearrangementen; plek in de taxonomie, situatie van een deelnemer, kenmerken van referentiearrangementen of metadatavelden van onderwijsproducten.

ja/nee antwoord op vragen: ● Is een dergelijke breed toepasbare functie voor handen? ● Is zoeken naar de plek van een referentiearrangement in de taxonomie mogelijk? ● Is het mogelijk om alle voor een deelnemer relevante referentiearrangementen te vinden? ● Is het mogelijk om op kenmerk van referentiearrangement of metadatavelden van

onderwijsproducten te zoeken naar referentiearrangementen?