Onderwatersport Noordzeetraining

4

Click here to load reader

Transcript of Onderwatersport Noordzeetraining

Page 1: Onderwatersport Noordzeetraining

50 ONDERWATERSPORT SEPTEMBER 2006

Het is natuurlijk praten achteraf. Maardeze en andere vragen komen bijnaaltijd weer naar boven wanneer zich

een dodelijk duikongeval heeft voorgedaan.Dit keer, op zaterdag de 8ste juli van dit jaar.Als de 50-jarige Leidschendamse sportduikerLoek Verbeek niet terugkeert bij het clubschipvan Sirene, de Zeeschuimer. Ongeveer 25 kilo-meter ten westen van Goeree Overflakkee. Enook de vraag, beter nog de twijfel, over hetdaarna aangewezen zoekgebied, is er weerhoogst actueel door.

RECONSTRUCTIE Een reconstructie. Het is17.25 uur als de opvarenden van het duikclub-schip De Zeeschuimer alarm slaan bij hetkustwachtcentrum in Den Helder met de seri-euze mededeling dat zij een van hun duikersmissen op de Noordzee. Zes minuten latervaart de bemanning van Hoekse KNRM red-dingboot Jeanine Parqui uit. Tegelijk wordende reddingboten Christien van Stellendam en

de Koopmansdank van Burgsluis gealar-meerd. Het douane kustwachtvaartuigZeearend is als eerste ter plaatse en is tevensde 'on scene commander'. Even later arriveerteen Belgische Seaking luchtmacht helikopterdie gelijk start met luchtverkenning in hetgebied van vermissing.

Om 18.30 uur zijn alle varende reddingseen-heden opgelijnd en starten een zoekpatroon.Later komt daar een Lynx helikopter van deKoninklijke Marine bij. Omdat beide helikop-ters tussen 19.30 uur en 20.00 uur moetenstoppen met zoeken i.v.m. de brandstof reser-ve, is inmiddels ook alarm gemaakt voor deOffshore SAR (Search And Rescue) helikopter.Deze lost beide helikopters in het gebied af.Een marineduiker van de Belgische helikop-ter is afgezet op een van de twee inmiddelsaanwezige duikboten om onderwater onder-zoek te doen. Het schip de Blue Whale heefttwee duikers laten zoeken op het wrak. De

weersomstandigheden zijn ideaal; een lichtkabbelende zee maakt dat het zoekgebiedgoed te overzien is.

COMPUTERMODELLEN Terwijl de Zeearendals coördinerend platform fungeert, wordenin het kustwachtcentrum computermodel-len gemaakt van het zoekgebied waarin hetslachtoffer zich zou kunnen bevinden. Dezeschermkaarten geven maar beperkt bruik-bare informatie, want onderstromen, diepin het water liggende duikers of slachtoffersdie onder het wateroppervlak zijn vallenbuiten de te maken berekeningen. HetKLPD, beter nog de afdeling zeediensten vanhet Korps Landelijke Politie Diensten dieook in het centrum gevestigd is, heeft dande coördinatie in handen en start eenonderzoek wat overigens gebruikelijk is bijeen ongeval op zee. De zoekactie wordt rond22.00 uur gestaakt door de invallende duis-ternis. Mede door het relaas van zijn buddy's

Duiker vermist!Vragen. Ze zullen er misschien altijd wel blijven. Als er onverhoopt weer eens eenduiker wordt vermist. Zoals nu. Over de fysieke toestand van de duikers. De paniekaan boord. Het feit of de boot door de kentering misschien wel precies andersom lagwaardoor de duikers wel eens naar de verkeerde kant zijn gestuurd. Het ontbrekenal dan niet van ervaring waar het om reddingsoefeningen gaat. En - om de lijst niette lang te maken - de vraag of de buddy al dan niet in staat was z'n bewustelozemaat naar boven te krijgen.

TEKST: RYAN DERKS E.A.FOTO'S: RYAN DERKS, RON ZEGERS/KNRM EN AVDD

Page 2: Onderwatersport Noordzeetraining

ONDERWATERSPORT SEPTEMBER 2006 51

is de hoop de duiker nog levend aan te tref-fen dan al opgegeven.

Vanaf dinsdag 11 juli is er gezocht met behulpvan vaartuigen van Rijkswaterstaat. Het MSArca, een geavanceerd meet- en oliebestrij-dingsvaartuig, zoekt dan met sonarappara-tuur de zeebodem af. Bij 'oneffenheden' op debodem wordt vanaf het MS Zirfaea, normaalingezet voor onderzoek van de zeebodem enhet zeemilieu, een onderwaterrobot naarbeneden gestuurd om de plek te bekijken. Degevonden oneffenheden, haakpuntengenoemd, worden dan later nader onder-zocht. Op woensdag 12 juli om 11.00 uurwordt het stoffelijke overschot van LoekVerbeek gevonden op 30 meter diepte.Waarna om 17.00 uur het lichaam door dui-kers van de Duik- en Demonteergroep van deKoninklijke Marine geborgen is. De Water-politie neemt de duikuitrusting voor tech-nisch onderzoek in beslag.

OP DE KURSK II Wat is er die zaterdag tij-dens de duik precies gebeurd, toen er vanafde Zeeschuimer op de Noordzee werd gedo-ken? Op het Deense stoomschip Kursk, in dui-kerskringen beter bekend als de Kursk II.Sirene-voorzitter Herman Schoute die als enigwoordvoerder is aangewezen houdt desge-vraagd zijn mond stijfdicht. Vindt het zelfsongehoord dat Onderwatersport aandachtaan het ongeval besteedt en maakt er op voor-hand ook bezwaar tegen. Zegt: 'Sirene schuwtde feiten niet. Maar het is aan ons, in overlegmet de nabestaanden, te bepalen in hoeverrehet zin heeft die feiten naar buiten te bren-gen.' Hij belooft 'na afronding van de stan-daardprocedure bij ongevallen en in overlegmet de nabestaanden, en in zoverre wij datzinnig en van algemeen belang achten, even-tueel meer informatie te verstrekken.' Een opz'n minst verkrampte reactie van een club-voorzitter die niet alleen niet met de volgenshem door de club niet geschuwde feiten voorde dag wil komen, maar eveneens op deplaats van de verantwoordelijke redactieplaats wil nemen. Ook na herhaald aandrin-gen - hoor en wederhoor nietwaar - blijft hetstil van Sirene-kant. Wekt daarmee op zijnminst de idee toch iets te verbergen te heb-ben. Hem is immers vooral naar de standaard-procedures van schip en club gevraagd, decontrole daarop en de mate van geoefendheidin noodgevallen.

Bekend is evenwel dat er die zaterdag in eenclubje van drie wordt gedoken op ongeveer 30meter diepte. Loek Verbeek was er met tweeanderen aan het graven naar het porselein uithet wrak wat al menig Haagse huishoudingopsiert. Door het gewroet in de bodem opslechts enkele meters van het wrak is hetzicht er tot zo'n twee meter beperkt. Contact

met de daallijn is er niet meer. Op een gege-ven ogenblik wordt nog wel gezien datVerbeek nog wel het mondstuk in heeft, maardat de automaat zelf los hangt. Oorzaak?Mogelijk is de slang door een vin geraakt ofop een andere wijze losgeschoten. Verbeekduikt deze zaterdag met zijn bekende dubbeltien. Zonder - zoals altijd - een stabjack. Er ishem al meerdere keren gezegd dat zo'n stab-jack toch niet onverstandig zou zijn. Hij heeftdie mededeling de mededeling gelaten ook alkwam die van goede duikvrienden. Ook deoctopus zou ontbreken. De mogelijke alterna-tieve luchtvoorziening is daarmee afwezig.Feit is dat zijn buddy met zelf nog maar zo'n40 bar over, niet meer in staat is Verkeek tijdigen veilig aan de oppervlakte te brengen. Nietmeer gezien door het vele stof? Of voor hemzonder (op te blazen) stabjack toch een bijnaonmogelijke opgave met die dubbel tien? Inieder geval: aan het los en weggooien van diedubbel tien, een alternatief omdat er tochgeen luchtvoorziening meer was, is in depaniek van het moment niet meer toegeko-men. Het hoe dan ook boven krijgen vanVerbeek zou de enige mogelijke redding heb-ben kunnen betekenen. Het KLPD onderzoektde zaak. Evenals de DOSA, de mede door deNOB in het leven geroepen Duik OngevalenStatistiek en Analyse. Ook het antwoord op devraag of de scheepsbemanning al dan niet opdit soort calamiteiten is voorbereid.

BEREKENINGEN Ben Stiefelhagen van duik-school Get Wet, die elders op de Noordzee diefatale zaterdag een commerciële duik maakt,heeft alle dagen meegedaan aan de zoekactie.In de consternatie van de eerste uren wordthij, naar later blijkt, voor niets naar het wrakgestuurd. Later wijst de kustwacht alle betrok-ken partijen een zoekgebied toe. Ook

Reddingswerkers en helikopters zoeken het gebied af

De reddingboot Jeanine Parqui met

op de achtergrond de Zeearend

Page 3: Onderwatersport Noordzeetraining

Reportage

52 ONDERWATERSPORT SEPTEMBER 2006

Stiefelhagen stelt dit keer weer vast dat dieopgegeven zoeklocaties niet overeen komenmet zijn eigen berekeningen.

'Ik heb de coördinator van de waterpolitiegevraagd om in het vervolg de getuigendirect een tekening van de situatie te latenmaken, onafhankelijk van elkaar, en dezetekeningen zullen dan het latere zoekgebiedaanmerkelijk verkleinen. Aan inzet vanmateriaal en mankracht ontbreekt het nietmaar de overheid moet meer vertrouwen opde deskundigheid en ervaring van duikersdan op computermodellen.' Ook de inzet vanniet-professionele duikers bij bergingsopera-ties levert - hoe goed bedoeld ook - volgensStiefelhagen, een rescue-specialist, nietalleen fysieke maar ook geestelijke gevarenop voor die duikers.

Twijfel dus over het door het kustwachtcen-trum aangewezen zoekgebied. Het doet aaneerdere voorvallen denken. Aan een bijvoor-beeld wel goed afgelopen reddingsactie vaneen vermiste duiker, een aantal jaren geledenalweer bij Texel. Hij miste er letterlijk enfiguurlijk zijn boot. Maar nu door de gebeur-tenissen ten westen van Goeree Overflakkeeweer hoogst actueel.

ALINE WOERMAN Terug dus in de tijd.Naar zondag 9 augustus 1998 om precies tezijn. Aan het eind van die warme zomerdagmaken de nieuwsberichten melding van eenaantal vermissingen op het strand als ook ophet water. Een daarvan betreft een zoekge-

raakte sportduiker op de Noordzee. 'Vijfboten en een helikopter nemen deel aan dezoekactie naar de duiker' en weer later volgthet overigens onjuiste bericht 'dat de zoekac-tie gestaakt is'.

Die dag zijn de 34-jarige Robert Roelfsemaen zijn buddy op zo'n 7 mijl ten noorden vanTexel om 18.00 uur begonnen aan hun duikop het wrak van de 'Aline Woerman'. Dewrakstukken ervan liggen voor een grootgedeelte verborgen onder het zand. Als deduikers door de toenemende strominggedwongen worden om terug te gaan, zwem-men ze in de buurt van de gidslijn over eenstuk zand terug naar hun duikschip deZeester, een voormalige politieboot die nueigendom is van schipper Klaas Koch. Dangebeurt het, Roelfsema, die al zo'n 24 wrak-duiken in zijn logboek heeft, verliest evenzijn buddy en de gidslijn uit het oog. Endaarna ziet hij alleen nog maar zand enzweefvuil. Ondanks zijn pogingen lukt hethem niet meer om zijn duikmaatje of hetwrak terug te vinden.

RUSTIGE OPSTIJGING Hij neemt dan deenig juiste beslissing om vanaf 29 meter eenrustige opstijging te maken. Eenmaal aan deoppervlakte ziet hij de Zeester op zo'n veer-tig meter van hem vandaan liggen. Maarondanks het uit alle macht op zijn fluitjeblazen wordt hij mede door de harde windniet gehoord aan boord. En in de meer danéén meter hoge golven wordt hij ook niet

opgemerkt. Zijn buddy kost het de nodigemoeite om aan boord te komen en in dietussentijd is Roelfsema uit het zicht van deboot verdwenen. Er moet op het schip -helaas - nog gewacht worden met een zoek-actie omdat er nog andere duikers op hetwrak zitten.

Na een tijdje gedreven te hebben komtRoelfsema in de buurt van een boei, maar destroom zet hem weg en dan begint definitiefzijn eenzame drijftocht op zee.

Aan boord is iedereen ervan overtuigd datRobert Roelfsema ergens achter de bootboven gekomen moet zijn. De lange drijflijnligt niet in het water omdat die met deNoord-Oost 5 van die dag rond de boot zoukomen te liggen. En de rubberboot ligt telaag om met zo'n golfslag een duiker nog tekunnen zien. De compressor draait inmid-dels om al de lege flessen weer te vullen.Voor schipper Klaas Koch - die in 24 jaar zo'n600 wrakduiken gemaakt heeft - is de situ-atie meteen duidelijk. Om 19.10 uur waar-schuwt hij via marifoonkanaal 16 de kust-wacht die hem opdracht geeft om eerst nogmaar eens op het wrak naar de vermiste dui-ker te gaan zoeken en te wachten op de red-dingsboten.

GIERENDE STROOM Ondanks beter wetengaan toch nog een paar duikers op onderzoekuit maar gedwongen door de gierende stroomzijn ze al weer snel terug. De reddingsboot

LeerzaamSportduiken en ongevallen. Het gebeurt gelukkig

niet zoveel. Maar iedere keer is er een teveel. Ensteeds zijn er weer die vragen. Van het begin van ditverhaal, maar ook anderen. Zoals ook recent, bij eenernstig ongeval op de Waddenzee waar een kotter uitDen Helder bij betrokken was. De broer van de schip-per is daar verongelukt omdat hij terug ging in de kot-ter om zijn broer te zoeken. Het heeft Ton Pols uitAmersfoort 'nogal geraakt' omdat de schipper en zijnbroer beiden bekenden van hem zijn. 'Maar van deéén hoor ik dit en van de ander dat. En er worden ver-klaringen afgegeven die volgens mij druktechnischniet mogelijk zijn.' Pols zou graag zien dat er meerbekendheid aan die ongevallen wordt gegeven buitende (summiere) publicatie via het jaarverslag van deDOSA, de Duik Ongevallen Statistiek en Analyse. Hijzegt: 'Het is duidelijk dat bij een ongeval fouten wor-den begaan. Ik begrijp wel dat dit soms heel pijnlijkvoor bepaalde personen is. Maar de persoonlijkegegevens hoeven toch niet vermeld te worden. Het isdaarbij juist uitermate leerzaam hoe ongevallen tevoorkomen. Dat er een buddycheck moet zijn voorhet te water gaan, dat weten we allemaal wel, maardesondanks gebeuren er ongelukken!'

Enkele van de zoekschepen op rij

Page 4: Onderwatersport Noordzeetraining

ONDERWATERSPORT SEPTEMBER 2006 53

uiteindelijk weg richting land. 'Overlevenzit tussen je oren,' zal hij later zeggen. Hijheeft al wat liedjes gezongen totdat hij eenhelikopter in grote cirkels dichterbij zietkomen. Hij kan de machine constant vol-gen, totdat deze bij het invallen van de sche-mering uit het zicht verdwijnt. Zijn signaal-flitser heeft constant aangestaan en zijnduiklamp gebruikt hij als seinlamp. Hij weethet zeker. Ze hebben me gezien en sturendadelijk een reddingsboot in mijn richting.Wat hij echter niet weet is dat de heli hemhelemaal niet heeft gezien en alleen maarterugvliegt om te tanken.

KRAMP IN BENEN Het is helder weer opdeze zwoele zomeravond. In de verte kanRoelfsema daardoor zelfs de lichtjes van eenboorplatform zien. Zijn strot is gortdrooggeworden van het schreeuwen en zijn tong isopgezwollen door het zeewater terwijl hijtoch juist zolang mogelijk zijn snorkel heeftingehouden. Verschillende keren heeft hijook al kramp in zijn benen gehad maar dooraan z'n vinnen te trekken is die kramp er tel-kens gelukkig ook weer uitgegaan. Op hetmoment dat hij zich ermee verzoend heeft

dat hij heel de nacht op zee moet blijven ziethij een lichtje. Zijn duiklamp wil alleen nogmaar bij het aangaan een paar seconden bran-den. Hij houdt zijn signaalflitser zo hoogmogelijk en na een paar golven ziet hij weerdezelfde lichtjes. Verblind door een zwaai-licht en een zoeklicht hoort hij alleen maarhet schreeuwen. En dan dringt het ineens tothem door. Hij herkent die stemmen. Het zijnzijn eigen duikmaatjes die hem hebbengevonden. Het is 22.45 uur als hij eindelijkzijn duikpak uit kan trekken.

De wonderbaarlijke redding van RobertRoelfsema zorgt in 1998 voor een enormemedia aandacht. Die is op het laatst zo hevigdat hij moet besluiten zijn mobiele telefoonuit te schakelen. De positieve kant ervan isdat video-opnamen van de redding opge-kocht worden door RTL 5, waardoor eennieuw stukje elektronica voor aan boord vande Zeester kan worden gekocht. De weken nade spectaculaire redding volgt er in Gro-ningen een stormloop op signaalflitsers.Wat voor duikwinkel de Tuimelaar redengenoeg is om Roelfsema een nieuwe loodgor-del cadeau te doen.

Beursplein 5 komt als eerste ter plekke enkrijgt daardoor het bevel over de reddingsope-ratie. Vervolgens gaat een SAR-helikopter ineen bepaald patroon zoeken zoals die isgezegd door de kustwacht. Dit tot verbazingvan de duikers want Roelfsema moet inmid-dels veel verder liggen dan waar de helikop-terbemanning rondcirkelt. Maar de marinemensen laten zich niet bepraten. Als de driereddingsboten een politieboot en een viskot-ter eenmaal aan de zoekactie beginnen, krijgtschipper Koch eindelijk de kans om zich in dekaartenkamer terug te trekken. Daar maakthij zelf een berekening waar Roelfsema op datmoment volgens hem zou moeten ronddrij-ven. In overleg met de KNRM, de KoninklijkeNederlandse Reddingmaatschappij, zet hijkoers naar dat gebied en gaat met grote sla-gen zoeken in het donker.

Robert Roelfsema houdt intussen 'het kop-pie erbij', gooit zijn loodgordel af en blaastzijn stabjack helemaal vol om maar zo hoogmogelijk uit het water te steken. Hij moetdaarbij wel peddelen om rechtop te blijven.Nadat de zon onder is gegaan praat hij nogwat tegen twee zeemeeuwen. Die vliegen

Signaal middelenTot de meest bekende akoestische signaal-

middel behoort het fluitje. Het effect van eenfluit is afhankelijk van de windsterkte en rich-ting, het omgevingslawaai en de zeegang. Inwatersportzaken zijn er speciale modellen (3150Hertz fluiten) te koop die beter hoorbaar zijndan de plasticfluitjes zoals die standaard mee-geleverd worden bij een stabjack. Ook zijn erfluiten die werken op het persluchtdruk van defles (o.a. Dive-Alert). Ze worden aangeslotentussen de middendruk- en inflatorslang en leve-ren een hels lawaai op. Nadeel ervan is hetgevaar van gehoorbeschadiging bij het uitpro-beren zonder doek er omheen. Indirect horenook noodzendertjes tot de groep akoestischesignalen. Ze werken via satellieten en zijninmiddels tot op enkele tientallen meters nauw-keurig te lokaliseren.

Optische signalen Dan de optische signalen. De zichtbaarheid van een duikerop zee is afhankelijk van de afstand, de zeegang en het weer(heiig, mist of regen) maar ook de stand van de zon op hetwater kan het zicht op de duiker te niet doen. Seinspiegeltjeszoals die in reddingsvlotten zitten hebben nauwelijks zinvoor een duiker. Wel bruikbaar zijn de signaalfakkels (hand-stakellichten) en rookmarkeerders. Echter: hier moet zekereen keer mee geoefend zijn en de hoogte boven het water-oppervlak en de brandtijd zijn onvoldoende. Ook de oranjerookmarkeerders werken te kort om effectief te kunnen zijn. Reflectiestrepen op de cap en pak hebben amper effectwant die zijn pas zichtbaar in het donker als een helikop-ter er zijn zoeklicht op zet. Ook chemische staafjes sorte-ren nauwelijks effect. In de praktijk hebben echter signaal-boeien hun nut al vaak bewezen. Sommige van de in dehandel verkrijgbare duikboeien zijn eigenlijk markerings-of driftboeien. Ze liggen ook te laag op het water om goed

gezien te worden. Daarentegen hebben de lange, smalleopblaasbare boeien de afgelopen jaren al voor heel watreddingen gezorgd op de Noordzee. Deze lange kolom-boeien zijn het best zichtbaar als ze rechtop in het waterstaan. Om neerslaan aan de oppervlakte te voorkomen kaneen lus in de lijn worden geknoopt die met de voet omlaagwordt geduwd. De zuil blijft dan rechtop in het waterstaan. In Onderwatersport van maart 1997 heeft de NOBveiligheidscommissie een aantal van deze boeien getest.Advies van commissielid Frank van der Vegte: 'Wacht nietmet opblazen ervan tot je aan de oppervlakte bent.Daardoor bestaat er meer kans dat je opgemerkt wordt.Wel oppassen dat je geen ballonopstijging maakt.'Eenmaal aan de oppervlakte gekomen gebruik dan eventu-eel je vinnen (als die opvallende kleuren hebben). Doe zeaan je handen om te zwaaien. Hoe groter het oppervlak isdat naar de boot gericht is hoe groter de kans om nog

gezien te worden.Een signaalflitser of zelfs een duiklamp kan red-ding betekenen. Probeer dan wel de signaalflitserzo hoog mogelijk te houden.

Buddy-lijn De buddy-lijn is het meest miskende duikmaat-je. Haal bijvoorbeeld bij het te water gaan eenbuddylijn tevoorschijn en wacht vervolgens opde reacties die komen. De meest gehoordeopmerkingen zijn dan: 'Ik dacht dat je kon dui-ken'. Of : 'Ik duik te lang om aan een lijntje temoeten hangen'. Terwijl alles in de duiksportgericht is op veiligheid, wordt het meest simpe-le en goedkoopste veiligheidsattribuut 'debuddy-lijn' als iets minderwaardigs beschouwd.Echter in de praktijk blijkt dat het gebruik vaneen buddylijn minstens 20% effectieve duiktijduitspaart. Immers: altijd is blindelings bekend

waar de buddy uithangt en om iets te laten zien is een rukjeaan de buddy-lijn voldoende zonder dat daarbij eerst eenbuddy achterna gezwommen of gezocht moet worden. Hetzoekraken van een buddy op een wrak of het wegdrijvenvan een buddy kan traumatische gevolgen hebben. Dit allesmaakt dat de buddylijn eigenlijk dringend aan een her-waardering toe is.

BrilTot de categorie onbekende veiligheids attributen behoort debril. Veel duikers gebruiken een optische duikbril. Maar iede-re duiker weet dat eenmaal aan de oppervlakte gekomen deduikbril niet als optische bril meer te gebruiken is (druppelsen beslaan). Dus tot de levensreddende uitrusting kan mis-schien ook de reserve bril gerekend worden.