Ondernemingsrecht Hoorcolleges

5/17/2018 Ondernemingsrecht Hoorcolleges - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/ondernemingsrecht-hoorcolleges 1/44

Hoorcollege 2: 23-02-2011

Er is een verschil tussen rechtspersonen en juridische personen. Rechtspersonen die ontstaan in het

recht en natuurlijke personen door de natuur. Rechtspersonen zijn in het leven geroepen om het

economisch verkeer te versimpelen.

Boek 1 gaat over rechten en plichten van natuurlijke personen en boek 2 geldt voor rechtspersonen.Een rechtspersoon heeft rechtspersoonlijkheid. 3 belangrijke kenmerken van rechtspersonen:

1. Een rechtspersoon is een rechtssubject, dus zelfstandig drager van rechten en plichten. Een

onderneming is dit dus niet! De rechtspersoon is een vondst van het recht. Een

rechtspersoon kan strafbare feiten plegen, zie art. 51 Sr. De rechtspersoon is mannelijk en de

vennootschap is vrouwelijk.

2. Een rechtspersoon moet vertegenwoordigd worden. Er zijn 5 groepen die dit kunnen:

a. De belangrijkste zijn de bestuurders. Voor vereniging in art. 2:45 BW, voor de NV in

art. 2:130 BW, voor de BV in art. 2:240 en voor de stichting in art. 2:92 BW.

b. Anderen dan bestuurders die in de statuten zijn aangewezen.

c. Volmacht

d.

Commissaris, maakt deel uit van de Raad van Commissarissen, zie art. 2:146 en 2:256BW.

e. Curator als er sprake is van een faillissement.

Kleuterschool Babbel , syllabus blz. 97: het dak van de kleuterschool was ingestort en de wethouder

van de gemeente gaf de aannemer de schuld. Hij zei dat de aannemer een constructiefout had

gemaakt. Uiteindelijk bij de raad van arbitrage, deze gaf aan dat het niet de schuld van de aannemer

was. De aannemer had heel veel reputatieschade geleden door de uitspraak van de wethouder, dus

hij sprak de gemeente aan. De vraag is of je de gemeente aan kan spreken op de uitlatingen van de

wethouder. Is de gemeente schadeplichtig? HR: ro. 1: die gedragingen van de wethouder kunnen een

onrechtmatige daad van de gemeente opleveren als zij in het maatschappelijk verkeer gelden als

gedraging van de gemeente. Dit kan je dus hetzelfde zien voor de rechtspersoon. De gedragingen vaneen handelend iemand kunnen worden toegerekend aan een rechtspersoon als deze ook in het

maatschappelijk verkeer hebben te gelden als gedraging van de rechtspersoon.

Vriescelarrest : 25 juni 1999: er waren twee vennootschappen. Vennootschap Y had een hele grote

fabriekshal die hij verhuurde aan vennootschap X. Op een gegeven moment betaald X de

huurpenningen niet meer en daarom gaat de bestuurder van Y langs bij het verhuurde pand. De

bestuurder van X wordt heel boos en stopt de bestuurder van Y in de vriescel.

Op grond van de gedragingen van de bestuurder van X wil vennootschap Y de huurovereenkomst

ontbinden. HR kijkt weer naar het criterium van kleuterschool babbel, hebben de gedragingen van de

bestuurder wel te gelden als gedragingen van de rechtspersoon? HR beslist dat zo’n misdraging van

de bestuurder voor de rekening en het risico van de rechtspersoon komt. Gedragingen werdentoegerekend aan de rechtspersoon, zowel bij X als bij Y.

3. Beperking van de aansprakelijkheid. De personen achter de BV zijn maar beperkt

aansprakelijk. Art. 64 en 175: een aandeelhouder is slechts verplicht zijn aandeel te betalen,

verder niks. De bestuurders en commissarissen zijn ook niet persoonlijk aansprakelijk. Art. 29

Er zijn beperkingen aan wat een rechtspersoon kan en niet kan, dit komt door:

De aard van de rechtspersoonlijkheid. Zie art. 2:5 BW voor de kern, dit geldt voor alle

rechtspersonen. Alles wat natuurlijke personen kunnen, kan een rechtspersoon, tenzij anders

uit de wet voortvloeit. Een rechtspersoon kan niet scheiden, adopteren, vererfen etc., maar

ze kan wel erven. Een rechtspersoon kan wel dingen die wij niet kunnen, ze kan fuseren ensplitsen, zie titel 7 van boek 2 BW. De informele vereniging kan geen registergoederen



vererven, zie art. 31 BW. Een rechtspersoon kan wel bestuurder zijn, art. 11, maar nooit

commissaris, zie art. 140 en art. 250 lid 1 BW.

De doelomschrijving in de statuten. Art. 2:7 BW: als een rechtshandeling wordt verricht

waarin de doelomschrijving wordt overschreden dan bindt dit de rechtspersoon niet.

Een rechtspersoon is te beschouwen als een deelrechtsorde. Een vennootschap is een zelfstandig juridisch systeem, geldt eigenlijk voor alle rechtspersoon. Oftewel een autonoom georganiseerde

eenheid. Er zijn 5 groepen van regels: de besluiten van de organen van de vennootschap, de

statuten, het huishoudelijk reglement en de regels van redelijkheid en billijkheid (art. 2:8 BW). Wie

behoren tot de deelrechtsorde? Dat zijn de bestuurders, de commissaris, de organen en de

rechtspersoon zelf.

Welke rechtspersonen zijn er allemaal? Art. 2:1 t/m 2:3 BW. In art. 1 staan alle publiekrechtelijke

lichamen, provincies en gemeenten. In art. 2 staan de kerkgenootschappen. In art. 3 staan de

stichting en de vereniging, alle privaatrechtelijke lichamen.

Voorbeeld Organon

Aandeelhouders (Merck is beursgenoteerd art 107a)

Belangrijke besluiten dienen te worden goedgekeurd door de aandeelhouders

Merck Concern

1 aandeelhouder Macht van de moeder

Organon - Bestuur

- Raad van Commissarissen

o ondernemingsraad

(De onderneming in Oss)

Er werd opdracht gegeven door Merck 2000 werknemers te ontslaan.

Zomer 2010

1. September 2010, procedure ondernemingsraad

OndernemingskamerWOR procedure. Bij belangrijke bestuursbesluiten heeft de OR

adviesrecht. Art 25 WOR. Stel de OR geeft een negatief advies en Organon is toch van plan

het besluit door te voeren, dan mag je naar de rechter gaan. art 26 WOR geeft hetberoepsrecht. Als de ondernemingskamer zegt dat het kennelijk onredelijk is, dan kan hij het

bevel geven om het besluit in te trekken (lid 5). Marginale toetsing door de

ondernemingskamer!

2. Kort Geding

De RvC en de OR willen een kort geding starten tegen de moederbedrijf Merck.

Heeft Merck te goeder trouw gehandeld? Er is 6 maanden onderhandeld, precontractuele

fase. Er mag worden verwacht dat er wel een deal zou komen. Het onderbreken van de

onderhandelingen mag niet zomaar meer.

Als je een bedrijf wil overnemen, dan koop je de aandelen. Stel dat alle studenten samen in Bor BV

Organon willen kopen. Dan moet je dus de aandelen kopen, daarmee koop je Organon. Als je alleaandelen koopt, wordt je enig eigenaar.



NV structuur

RvC, taak is toezicht houden op het bestuur

Bij belangrijke bestuursbesluiten is er goedkeuring nodig van de RvC art 2:164 BW jo 2:274

BW

OR en evt. extra rechten

Hoorcollege 3 1-3-2011

Organen van de rechtspersoon

Art 2:78a en art 2:189a BW voor de NV en BV

Onder andere:

1. Bestuur

2. Raad van Commissarissen

3. Ava

4. Alv

5. Ondernemingsraad

Het bestuur handelt namens de vennootschap. Het bestuur wordt gecontroleerd door de raad van

commissarissen.

De kapitaalverschaffers zijn de aandeelhouders. Deze komen samen in de Ava, de algemene

vergadering van aandeelhouders. Belangrijke bevoegdheid van de Ava is dat zij het bestuur mag

benoemen en ontslaan. Bij de vereniging is dit de Alv, de algemene ledenvergadering. Daarin wordt

bijvoorbeeld het nieuwe bestuur benoemt. Er is ook een speciale soort Ava, waar speciale

zeggenschapsrechten te vinden zijn. Deze vindt je in de statuten. Voorbeeld van een speciale Ava zijn

prioriteitsaandelen. Er is ook een gezamenlijke vergadering tussen het bestuur en de raad van

commissarissen.

Laatste orgaan van de BV: de ondernemingsraad. Is de ondernemingsraad wel te zien als een orgaan

in de zin van boek 2? Hij staat niet in de wetsartikelen, de artikelen zijn alleen niet uitputtend. Er kan

dus nog een orgaan zijn. Dit is wel eens een tentamenvraag geweest. Her en der wordt de OR wel

gezien in boek 2, hij heeft wat rechten, niet alleen in de onderneming, maar ook bevoegdheden in de

vennootschap. Daarom kan je hem wel als orgaan aanmerken. De OR is alleen gebonden aan de

onderneming en niet aan de vennootschap, daarom zou je hem niet als orgaan kunnen aanmerken.

Deze vraag is van belang vanwege de gedragsnormen. Als het een orgaan is dan zijn deze

gedragsnormen ook van toepassing op de ondernemingsraad.

Boek 2 kent een gesloten stelsel. De wet bepaalt of een samenwerking een rechtspersoon is of niet.De rechtspersoon is een vondst van het recht, niet een afspraak tussen partijen. Het stelsel is

gesloten, want alles staat in de wet.

Art 2:1 BW alle publiekrechtelijke rechtspersonen

Art 2:2 BW kerkgenootschappen

Art 2:3 BW privaatrechtelijke rechtspersonen

Let op: personenvennootschappen. Er kan een overeenkomst worden gesloten die

rechtspersoonlijkheid bezit.

EESV Europees Economisch Samenwerkingsverband. Dit kan worden opgericht, maar wordt eigenlijkniet gebruikt



SE Societas Europea, een Europese NV, is ook mislukt. Overkoepelende Europese rechtspersoon.

Wordt per land aangepast, dus je hebt een SE naar Nederlands recht en één naar Italiaans recht.

Verschilt nog steeds erg veel, dus werkt niet.

SCE Europese Coöperatie, hierbij geldt precies hetzelfde als bij de SE.

Wat is geen rechtspersoon? Club

Actiecomité

Failliete boedel

Een politieke partij is vaak een vereniging. Een partij zelf is geen rechtspersoon, maar de vereniging

wel. Een Kamerfractie is geen rechtspersoon.

De hoofdregels

Art 2:5 BW een rechtspersoon staat gelijk aan een natuurlijk persoon

o Enkele beperkingen art 2:30 BW, art 2:240 en 2:250 BW

Art 2:25 BW Boek 2 is van dwingend recht. Er zijn uitzonderingen mogelijk (als de wet ditbepaalt). Bijvoorbeeld als er staat “tenzij de statuten anders bepalen”.

Art 2:6 BW

Gedragsnormen

Gelden voor alle betrokken personen.

1. De redelijkheid en billijkheid art 2:8 BW

Lid 1: aanvullende werking

Arrest Verenigde bootlieden Art 2:206a BW

De verenigde bootlieden BV maakte boten. Ze hadden 4 miljoen gulden in kas. Ze hadden

één aandeelhouder die had het 19% aandelen. De werknemers hadden tussen de 4 en 8 %

aandelen. De vraag was wat er moest gebeuren met de 4 miljoen. Ze wilde het uitkeren aande aandeelhouders. Over deze inkomsten moet alleen veel belasting betaald worden, dus ze

bedachten een plan. Als ze allemaal minimaal 5% van de aandelen hebben en uitkeren dan

vallen ze in een ander regime waardoor ze minder belasting hoefde te betalen. Er waren

alleen een aantal werknemers die minder dan 4% hadden en die moesten dus nieuwe

aandelen krijgen. Dit heet een emissie van aandelen. Op het moment dat je nieuwe aandelen

gaat uitdelen, moet je alle aandeelhouders gelijk gaan behandelen en dat gebeurde niet

want als werknemers naar 5% zouden gaan, dan zou de rest dalen. Van de Berg met 19%

gaat naar de Hoge Raad, omdat niet iedereen zo gelijk behandeld werd. R.o. 4.3.1. Naast dat

gelijkheidsbeginsel moet je ook de redelijkheid en billijkheid in acht nemen. Art 201 is van

dwingend recht (het gelijkheidsbeginsel), maar r.o. 4.3.2. onder omstandigheden kan de

redelijkheid en billijkheid de ongelijke behandeling rechtvaardigen. Er is een objectieverechtvaardigingsgrond.

Krantenartikel bonus KPN

Art 2:383c BW Opgave van de bezoldiging van iedere bestuurder. Je weet wat iedere bestuurder

verdient. Het individuele salaris van meneer Scheepsbouwers moet worden opgenomen in de

jaarrekening. Ander woord voor bezoldiging is remuneratie.

Beursaandeelhouders

RvC KPN Nv Bestuur



KPN is een structuurvennootschap, dus heeft verplicht een Raad van Commissarissen. Iedereen kan

aandelen in KPN kopen. Het is een beursgenoteerd vennootschap.

Een aantal commissarissen nemen zittin in de remuneratiecommissie. Die zorgen voor het

beloningsbeleid.

President Commissaris is de voorzitter van de Raad van Commissarissen.

Art 2:245 BW De AVA stelt dan het beleid vast. Dit is als KPN een BV was geweest. Bij de NV staat dit

in art 2:135 BW. De wet is aangepast (in vergelijking met het boek). Wie bepaalt wat meneer

Scheepbouwer moet verdienen en nu de nieuwe meneer Blok? Individuele beloning en dat staat in

lid 4. Nieuw is art 2:135 lid 2 en 3 BW.

In amerika: Shareholder, wie betaalt, bepaalt.

Hoorcollege 4 2-3-2011

Gedragsnormen

Vennootschappelijk belang

Definitie van Maeijer, het belang dat de vennootschap heeft bij haar eigen gezonde bestaan, uitgroei

en voortbestaan met het oog op het door haar te bereiken doel.

Het vennootschappelijk belang is een resultante van deelbelangen.

Art 2:140/250 lid 2 laatste zin BV arrest Doetinchemse ijzergieterij . (P.16 syllabus rechter kolom)

Miset (grootaandeelhouder) van Vulcanus. Miset had geen commissarissen meer. De andere

commissarissen besloten tot een onderhandse emissie van de aandelen. Hierbij kijk je niet naar hetvoorkeursrecht of naar het gelijkheidsbeginsel. Onderhandse emissie aan hun zelf. Miset wist van

niets. Miset vordert vernietiging van het emissiebesluit. In cassatie klaagt Miset dat het in strijd is

met zijn belang als meerderheidsaandeelhouder. De HR zegt dat de Raad van Commissarissen heeft

zich te richten naar het belang van de vennootschap en dat belang kan heel goed botsen met het

belang van de meerderheidsaandeelhouder. (noot van dit arrest is minder van belang).

Art 2:9 BW behoorlijke taakvervulling voor bestuurder. Hoe moet de bestuurder zich jegens de BV

moet gedragen. Interne norm.

Code Frijns, alle beursgenoteerde bedrijven moeten hieraan voldoen.

2 belangrijke elementen terug te vinden1. Regels voor de zeggenschapsverhoudingen tussen de verschillende organen.

Art 2:391 lid 4 BW daarin staat dat de minister een code kan aanwijzen. Vroeger was dit de

code tabaksblat.

De code bestaat uit principes en gedragsregels. Principles and best practice bepalingen.

Voorbeeld: Principe III.2

“de raad van commissarissen is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het

bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren”.

Zelfde als vennootschappelijk belang ongeveer!



Doeloverschrijding art 2:7 BW

Externe werking van de doelomschrijving. De vennootschap wordt beperkt in haar handelen

door de doelomschrijving.

Voorheen was dit art 2:6 BW

Het moet gaan om een doel wat in de statuten staat. Dit heeft de HR iets aangepast in

arresten De derde heeft geen onderzoeksplicht. De derde hoeft dus niet de statuten te lezen.

De rechtshandeling is vernietigbaar. Art 2:7 sluit aan bij de gewone vernietigbaarheid van

rechtshandelingen, zie boek 3

Komt in de praktijk weinig voor. Je wil als onderneming natuurlijk zaken doen en daarom

maak je de doelomschrijving zo ruim mogelijk.

2 belangrijke arresten

HR 7 februari 1992, NJ 1992, 438 Astro

MVS

Bank

DVS

Moedervennootschap (Astro Holding) en dochtervennootschap. De bank had geld

geleend aan de dochter. De moedervennootschap stelde zich garant voor de schuld

van de dochter. In de doelomschrijving van de moeder stond “het deelnemen in

andere ondernemingen en vennootschappen”. Dus geen garantstellen. De moeder

zei dus dat het hier ging om een nietige rechtshandeling. R.o. 3.3. Bij het antwoord

op de vraag is het statutaire doel overschreden? Zegt de HR moet je alleomstandigheden in aanmerking nemen en één van die omstandigheden is zeker dat

het een concernverhouding is. De HR oordeelt dat er van een doeloverschrijding

helemaal geen sprake is. Bij een concernverhouding is het gebruikelijk dat de grotere

vennoot garant staat voor de kleinere.

HR 16 oktober 1992, NJ 1993, 98 Westland Utrecht

Er was een levensverzekeringsmaatschappij de wereld NV. Doel was het uitoefenen

van het verzekeringsbedrijf. De wereld NV had ook een grote handel in onroerende

zaken en dat deden ze met geld wat ze leende van de Westland utrecht hypotheek

bank. De wereld NV gaat failliet en de bank is hypotheekhouder dus die wil zijn

rechten uitoefenen. De curator zegt dat dit vernietigbaar is vanwege art 2:7 BW

doeloverschrijding. Ze mochten geen hypotheek vestigen volgens het doel. Is hiersprake van een doelomschrijving? R.o. 3.2! Voor doeloverschrijding moet je alle

omstandigheden in aanmerking nemen, alleen het statutaire doel is niet beslissend!

Lees noot: deze benadering helpt je niet veel verder. Eerst wordt gezegd dat je moet

kijken naar alle omstandigheden van het geval en vervolgens moet je weer naar het

statutaire doel moet kijken.

Er is niet snel sprake van doeloverschrijding. Alleen in extreme gevallen kunnen

rechtshandelingen achteraf vernietigd worden.



Toetsing van besluiten

1. Besluitvormingsproces

Bijv. vergadering KPN waarin wordt gestemd door de aandeelhouders over het nieuwe

beloningsbeleid. Besluitvorming is altijd intern, vindt binnen het orgaan van de vennootschap

plaats. Het uitvoeren is de externe werking.

Art 2:206 BW uitgifte van nieuwe aandelen, emissie. De AVA besluit dat er nieuwe aandelen

worden uitgegeven want er is nieuw kapitaal nodig. Het gaat hier om een emissiebesluit. Zijn

er dan ook meteen nieuwe aandelen uitgegeven? Nee, moet worden uitgevoerd, externe

handeling. Uitgifte geschiedt bij notariële akte art 2:196 BW.

Kenmerken

Besluit is een rechtshandeling van eigen aard, een rechtshandeling sui generis. Deze

rechtshandeling is primair gericht op intern rechtsgevolg. Besluit wordt altijd genomen

door een orgaan van de rechtspersoon.

Een besluit wordt genomen met het uitbrengen van stemmen art 2:13 BW. Een stem is eeneenzijdige rechtshandeling gericht tot de rechtspersoon. Een stem kan nietig of geldig zijn.

Een vernietigbare stem bestaat dus niet.

5 gevallen waarin een stem nietig is

Strijd met art 3:40 BW, in strijd met de wet, openbare orde of goede zeden

Uitgebracht door een handelingsonbekwame, belangrijke uitzondering art 2:13 BW een

minderjarige die lid is van een vereniging

Onbevoegde vertegenwoordiging art 2:117 en 2:127 BW

Wettelijke vormvoorschriften

Strijd met statutaire vormvoorschriften

Waarin zijn besluiten nietig art 2:14 BW . VSW nr. 95

Er worden 5 categorieën onderscheiden. Overlapt soms met art 2:15 BW, waarin staat dat

een besluit geldig is maar vernietigbaar.

In strijd met de wet of statuten

Bijvoorbeeld je benoemt een BV tot Commissaris. Dat kan niet want een commissaris

moet altijd een natuurlijk persoon zijn.

In art 2:14 lid 1 BW staat “tenzij uit de wet anders voortvloeit” hiermee wordt

bedoelt art 2:15 BW, een besluit is dan niet nietig maar vernietigbaar.

In strijd met wettelijke bepaling die de bevoegdheid van organen regelt. In principe

handel je dan ook in strijd met de wet en dat zou ook onder lid 1 vallen.

Voorbeeld: de RVC benoemt de bestuurder, dit kan niet want bij een gewone BVgeldt dat de aandeelhouders het bestuur mogen benoemen.

Arrest: Forumbank

Forumbank had een aantal aandeelhouders, twee daarvan heette van Toorn. Ze

hadden ook een lening bij de bank en ze zeggen tegen de bank dat ze de aandelen

mogen terugkopen. Inkoop van eigen aandelen heet dat. Toen kwam de AVA, daar

zeiden de bestuurders en commissarissen dat ze het niet gingen doen. De AVA neemt

het besluit om een instructie te geven aan het bestuur waarin staat dat ze de

aandelen in moesten kopen. 2 andere kleinere aandeelhouders stemmen tegen,

maar die was niet groot genoeg. Zij zeiden dat zo’n instructiebesluit niet kon, en dat

besluit is nietig volgens hen want het is in strijd met ongeveer alles wat mogelijk is.

De HR zegt (blz. 23 tweede kolom), de inkoopbevoegdheid was een bevoegdheid diealleen toe kwam aan het bestuur en is dus geen bevoegdheid van de

aandeelhouders. Je zin doordrijven met een instructie mag dus niet: de AVA mag de



bij wet en statuten getrokken grenzen niet overschrijden! In dit verband is art 2:107a

interessant. Is art 2:107a BW in strijd met het forumbank arrest? In 107a staat dat

belangrijke bestuursbesluiten de goedkeuring moeten hebben van de

aandeelhouders. Een voorbeeld van een belangrijke bestuursbesluit is de verkoop

van een dochtervennootschap of de koop ervan. Er zijn dan 2 besluiten, het

verkoopbesluit en het goedkeuringsbesluit! Is er nu strijd? Nee, want je moet deregel uit het forumbank letterlijk nemen! De AVA mag niet overschrijden, hier krijgt

de AVA de bevoegdheid om goed te keuren. De goedkeuringsbevoegdheid staat in de

wet, dus art 107a valt heel mooi binnen het regime van het forumbank arrest.

Ontbreken van voorgaande handeling van/mededeling aan ander

In de voorfase is dus iets mis gegaan. Art 2:158 en 2:168 lid 5 BW. Daarin staat dat in

de raad van commissarissen een stoel vrij komt, dan mogen ze niet zomaar ervoor

zorgen dat er iemand benoemt wordt. De AVA en de OR kunnen mensen aanbevelen.

Als er geen mededeling is gedaan, is het besluit nietig. Art 2:14 lid 2 en 3 BW, kan

makkelijk gerepareerd worden.

In strijd met wettelijke meerderheid en quorumvereisten (fundamentele

totstandkomingvoorschriften). Grens met art 2:15 sub a BW is moeilijk te trekken.arrest HR 15 juli 1968, NJ 1969, 101 Wijsmuller. Er was een bestuur, wat bestond uit

5 personen. 3 van de 5 bestuurders besluiten de prioreitsaandeelhouders bij elkaar

te roepen. Er werden besluiten genomen die nadelig waren t.o.v. de andere

bestuurders. Die 2 bestuurders stellen dat het om een nietig besluit ging, omdat ze

er bewust buiten waren gehouden. Het gaat om een besluit van een orgaan van een

rechtspersoon en dat orgaan bestaat uit meerdere personen en dus moet het besluit

een vrucht van onderling overleg zijn.

Strijd met de openbare orde en goede zeden, art 3:40 BW. Bijvoorbeeld een besluit

tot belastingontduiking

Hoorcollege 15 maart 2011

Toetsing van besluiten

(5) Vernietigbaarheid van besluiten art 2:15 BW

Soms is een besluit nietig en soms vernietigbaar en die categorieën overlappen elkaar

soms.

4 categorieën voor vernietigbaarheid

1. Art 2:15 sub a BW. Strijd met wettelijke of statutaire bepaling inzake

totstandkoming. Welke regels gaan over de totstandkoming? Bijv. de

procedureregels voor het oproepen van een aandeelhoudersvergadering. Art 2:113

BW. Gaat dus niet over de inhoud van het besluit. In lid 2 staat dat wat er niet onder

valt de artikelen zijn die onder 2:14 BW vallen. Arrest Janssen Pers. Blz 353 syllabusLees de noot, blz 371. Gaat over een machtsstrijd in de vennootschap. R.o. 3.5.1. Op

het moment dat de aandeelhouders vergaderen dan hebben de bestuurders en de

commissarissen een raadgevende stem. Ze moeten in de gelegenheid worden

gesteld om tegen de aandeelhouders te zeggen dat het om een slecht idee gaat. Zie

ook art 2:117 en 2:227 lid 4 BW. Deze regel van lid 4 is van dwingend recht art

2:25 BW. Art 2:128 en 2:238 BW, hierin staat de buitenvergadering geregeld. Op het

moment dat er in een andere ruimte wordt vergaderd, geldt ook art 2:117 en art

2:227 lid 4 dus ook dan is er een raadgevende stem. De besluiten zijn dan geldig

maar aantastbaar op grond va Op het moment dat er in een andere ruimte wordt

vergaderd, geldt ook art 2:117 en art 2:227 lid 4 dus ook dan is er een raadgevende

stem. De besluiten zijn dan geldig maar aantastbaar op grond van art 2:15 sub a BW.



2. Strijd met redelijkheid en billijkheid art 2:8 BW, zie art 2:15 lid 1 sub b BW

Kan op 2 manieren,

Niet redelijk tot stand gekomen (Mante arrest, niet verplicht)

Of de inhoud is in strijd met de red. en billijkheid (Lampe/Tonnema is wel verplicht)

Arrest Lampe Tonnema (blz 226 syllabus)Meneer Lampe was één van de aandeelhouders van Tonnema BV. Meneer Lampe

had 150 aandelen. De overige 9600 aandelen waren in handen van erven de Vries. Zij

wilden de aandelen van de hand doen aan een derde. In de statuten van Tonnema

stond de aanbiedingsregeling, art 2:195 BW daarin staat dat iedere BV een verplichte

blokkeringsregeling moet hebben. Die blokkeert een eenvoudige overdracht van de

aandelen. Dit is één van de kenmerken van de BV. Je hebt de plicht om ze aan te

bieden aan de andere aandeelhouder. Ze wilden in plaats van de

aanbiedingsregeling, de goedkeuringsregeling. De aandelen hoeven dan niet worden

aangeboden, maar er is wel goedkeuring nodig van de AVA. In dit geval heeft Lampe

dan niet veel te zeggen, omdat ze veel minder aandelen hadden. Lampe was dus

tegen het besluit tot statuten wijziging. De wijziging kwam er natuurlijk (9600 voor en150 tegen). Lampe ging naar de rechter en zei dat het in strijd was met de

redelijkheid en billijkheid. R.o. 3.4. Lampe is inderdaad de

minderheidsaandeelhouder en dan kan het gebeuren dat er voor hem onwelgevallige

besluiten worden genomen. Er wordt wel een belangenafweging gedaan, maar als

minderheidsaandeelhouder dien je het te accepteren en dus is er geen strijd met de

redelijkheid en billijkheid

3. Strijd met reglement art 2:15 lid 1 sub c BW.

4. Wegens wilsgebrek of benadeling van crediteuren

VSW nr. 96 slot sub d.

Verschil nietigheid en vernietigbaarheid

De werking, bij vernietigbaarheid geldt het besluit totdat de rechter het heeft vernietigd.

Door wie ingeroepen? Een nietig besluit kan niet worden ingeroepen, want het is er niet! Je

kan gewoon doorgaan alsof er geen besluit is. Je kan bij de rechter een verklaring voor recht

vragen (declaratoire uitspraak). Je moet naar de rechter van waar de vennootschap haar

zetel heeft, dit staat in de statuten. Art 2:15 lid 3 BW Iemand die een redelijk belang heeft

kan naar de rechter.

Procedure, alleen de rechter kan vernietigen.

Termijnen, bij een nietig besluit zijn er geen termijnen. In art 2:15 lid 5 BW staat over de

termijn dat er binnen een jaar moet worden geageerd.

Werking jegens derden VSW nr. 98

Besluit heeft interne werking.

Soms externe werking

Voorbeeld directe externe werking: benoeming van de bestuurder. Op het moment dat de

aandeelhouders besluiten een nieuwe bestuurder te benoemen. Dan is de persoon nog niet bij de

vennootschap betrokken en dus nog een derden. Benoemingsbesluit heeft direct externe werking.

Het besluit is tevens een rechtshandeling tot een derde gericht. Voor de benoeming van de

commissaris geldt precies hetzelfde. Benoeming accountant ook art 2:393 BW.



Daarnaast is er ook indirecte externe werking, er is nog een uitvoeringshandeling nodig voor het

besluit. Voorbeeld art 2:96 en 2:206 BW de emissie van aandelen. Er moet een daadwerkelijke

emissie plaatsvinden wat niet kan zonder het besluit.

Maak onderscheid tussen vernietigbaarheid en nietigheid. Voor de externe werking naar art 2:16 lid

2 BW. De nietigheid of vernietigbaarheid kan je aan een bestuurder tegenwerpen. Zie schema blackboard

Leven van een rechtspersoon

1. De oprichting

Art 2:4 BW de constitutieve akte

De notariële akte, je moet altijd naar de notaris. Bij een informele vereniging hoeft dat

niet.

Verklaring van Geen Bezwaar (VVGB) nodig, dit vraag je aan bij het ministerie van justitie.

Hier moet je een week of 6 op wachten. Er is een wet aangenomen dat de VVGB komt te

vervallen en in plaats van de toets vooraf komt er een systeem van doorlopend toezicht.

Dit is al aangenomen en heeft al in het staatsblad gestaan. Wanneer hij in werking treedtweten ze niet. Er moet nog een databank gemaakt worden. Gaat dus nog wel even duren

voordat de VVGB echt vervalt.

Sanctie bij niet-naleving oprichtingsvereisten: wordt er niet aan voldaan, dan bestaat er geen

rechtspersoon!

Voorbestaan art 2:17 BW Een rechtspersoon wordt opgericht voor onbepaalde tijd.

2. Tweede fase: doorleven

a. Voortbestaan art 2:17 BW

b. Omzetting art 2:18 BW, hij leeft gewoon door. VSW nr. 125Bij omzetting blijft de rechtspersoon voortbestaan. Art 2:18 lid 8 BW.

vereisten in lid 2

Omzettingsbesluit, dat doet de AVA. Voor de stichting geldt lid 4, de stichting heeft

namelijk geen AVA en ook geen leden.

Wijziging van Statuten, er staat namelijk dat je een NV bent. Er is dus een besluit tot

statuten wijziging nodig.

Notariële omzettingsakte met daarin de nieuwe statuten.

Extra regels voor NV art 2:72 en BV art 2:183. Als je een NV wil worden heb je

bijvoorbeeld weer een VVGB nodig.

3. laatste fase: voortbestaan of richting het einde

o Voortbestaan art 2:17 BW

o Ontbinding, art 2:19 2:21 BW

Terme de grâce

o Vereffening art 2:23 2:23c BW

Concernrechtelijke begrippen (VSW nr. 12)

1. dochtermaatschappij art 2:24a BW

De moeder heeft zodanige zeggenschap dat de dochter moet luisteren. Kan op 2 manieren

Meer dan de helft van de stemrechten, 51% aandeelhouder

Je kan meer dan de helft van de bestuurders en commissarissen benoemen en ontslaan, jekan zorgen dat de leiding naar jou luistert.



2. groepsmaatschappij, art 2:24b BW

Ook wel concern. Economische eenheid, ze zijn organisatorisch met elkaar verbonden, oftewel de

bestuurders van de moeder zijn ook de bestuurders van de dochter. Er is sprake van centrale leiding.

3. deelneming art 2:24c BW

Hoorcollege 23 maart 2011

Voorbeeld tentamenvragen bij casus

In welke rechtsvorm zijn de carnavallers georganiseerd?

Een informele vereniging

Zijn de bestuurders aansprakelijk?

Ja, art 2:30 lid 2 BW.

Voorbeeld studentenverenigingen en harddrugs

Mag een vereniging een drugstest opleggen aan de leden van haar vereniging?

Art 2:34a BW verbintenissen kunnen slechts bij of krachtens de statuten aan hetlidmaatschap worden verbonden. Art 2:27 lid 4 BW de statuten houden in de

verplichtingen die de leden hebben. Deze verplichting kan dus ook zijn dat je een

drugstest mag opleggen. In beginsel kan het dus

Wat kan het bestuur doen in zo’n geval?

Het bestuur moet de statuten wijzigen en dat is mogelijk bij de vereniging

volgens art 2:42 BW. Dit gebeurt door een besluit van de ALV.

Stel dat de meerderheid van de ALV besluit tot statutenwijziging. Wat kun je doen als je

toch geen drugstest wil, ondanks dat je er aan gebonden bent?

Het enige wat je kan doen is dat je je lidmaatschap opzegt. Art 2:36 lid 3 BW.

Voorbeeld schorsing lid studievereniging Wie is er überhaupt bevoegd om te schorsen?

Moet zelf in de statuten worden opgenomen. De wet is hier niet in voorzien.

Vaak zie je dat het bestuur bevoegd is.

Zou het bestuur ook kunnen besluiten tot royement?

Einde lidmaatschap art 2:35 lid 3 en 4 BW. Je kan in beroep gaan bij de

ledenraad.

De NV en de BV: kapitaalgemeenschappen. Er moet altijd een bepaald bedrag aan kapitaal worden

gestort. Er worden aandelen uitgegeven en voor die aandelen moet een bepaald bedrag worden

betaald. Dat wordt kapitaal genoemd.

1. Schets van de BV en de NV

art 2:3 rechtspersoonlijkheid

beperkte aansprakelijkheid aandeelhouders

Er zijn uitzonderingen waarbij de aandeelhouder wel aansprakelijk is. Het gaat dan om als er

een onrechtmatige daad wordt gepleegd.

Oprichting bij notariële akte art 2:175 lid 2 BW. Het is niet mogelijk om zonder tussenkomst

van de notaris een bv of een nv op te richten. Alleen de informele vereniging kan worden

opgericht zonder tussenkomst notaris.

NV’s en BV’s hebben altijd aandelen die worden uitgegeven aan de beleggers.

Aandeelhouder is niet alleen lid, maar heeft ook een aandeel in het vermogen. Gaat dus

verder dan lidmaatschap bij de vereniging of de coöperatie.



Altijd 2 organen, bestuur en aandeelhoudersvergadering (AvA). Daarnaast kan er ook een

RvC zijn op basis van vrijwilligheid tenzij het een structuurvennootschap is, dan moet je een

RvC hebben. Dit is anders bij de overige rechtspersonen.

Samenwerkingsverband dat is gericht op het maken van winst. Winst mag je uitkeren aan de

aandeelhouders (dividend). Coöperatie mag wel uitkeren aan de leden, een vereniging of een

stichting mag dat niet!

Verschillen tussen de BV en de NV

Aard van vennootschap, een NV is een open samenwerkingsverband, een BV is een

besloten samenwerkingsverband.

Aard van de aandeelhouder, bij een NV zijn de aandeelhouders anoniem. Bij de BV zijn de

aandeelhouders meer betrokken bij de vennootschap. Vaak is een grootaandeelhouder

tevens bestuurder.

Aantal aandeelhouders, NV’s hebben vaak heel veel aandeelhouders, soms wel

tienduizenden. BV’s hebben meestal een beperkt aantal aandeelhouders, 1, 2 of 10. Je ziet

zelden BV’s met meer dan 10 of 20 aandeelhouders.

Soorten aandelen, NV kent zowel aandelen op naam als aandelen aan toonder. Een BVheeft alleen aandelen op naam.

Beursnotering, aandelen van de NV kunnen aan de beurs worden genoteerd, dat hangt

samen met de overdraagbaarheid van de aandelen. Toonderaandelen kunnen worden

overgedragen zonder tussenkomst van de notaris. BV kan in beginsel niet aan de beurs

worden genoteerd, omdat ze aandelen op naam kent. Voor overdracht is een notariële

akte vereist.

Overdraagbaarheid van aandelen, een BV moet een blokkeringsregeling in haar statuten

opnemen en een NV heeft die verplichting niet. Ze mogen het wel doen. Zo’n regeling

houdt in dat de aandelen niet vrij overdraagbaar zijn. Een aandeelhouder moet zijn

stukken altijd eerst aanbieden aan de andere aandeelhouders of goedkeuring krijgen van

de andere aandeelhouders. Derden kunnen dus niet zomaar toetreden tot een BV. Minimumkapitaal, bij een BV altijd 18.000 als je begint. Bij NV is dit 45.000 euro.

Aantal BV’s en NV’s. Er zijn veel meer BV’s in Nederland.

Verschillen zullen in de toekomst groter wordt, dat komt doordat de wetgever bezig is met de

flexibilisering van het BV recht. Is al aangenomen door de Tweede Kamer. Op grond daarvan worden

de bestuurders en aandeelhouders van BV’s meer ruimte gegeven om zelf de BV in te richten.

Minder dwingend recht. Er is geen minimumkaptitaal meer en ook geen verplichte

blokkeringsregeling. De aandelen kunnen dan dus vrij overdraagbaar zijn. Verder is het mogelijk

aandelen te creëren zonder stemrecht. Of een aandeel zonder winstrecht.

Motieven voor oprichting BV/NV1. Juridische motieven

Aandeelhouders hebben niet de volledige vrij beschikking over het vermogen van de NV en

de BV. Er moet een minimum kapitaal achterblijven. Dat is er voor de crediteuren.

2. Organisatorische motieven

Duidelijke structuur. Je hebt ook de mogelijkheid tot concernvorming over te gaan.

3. commerciële motieven

een BV ligt beter in de markt dan een v.o.f. een BV heeft een zakelijkere uitstraling.

4. Economische motieven

Je kan risicodragend vermogen aantrekken. Kapitaalverschaffers krijgen een aandeel en

worden daardoor mede-eigenaar en krijgen dus recht op een deel van de winst.

5. Fiscaal motief



Als je een BV of een NV hebt val je onder de vennootschapsbelasting. Als je een v.o.f. hebt

dan val je onder de inkomstenbelasting. Dit is 52% en de vennootschapsbelasting is 25%. Als

je veel winst maakt, dan is het natuurlijk beter om onder de vennootschapsbelasting te

vallen.

De oprichting BV/NV Oprichtingshandeling, verklaring van de oprichter t.o.v. de notaris. Wordt vastgelegd in een

notariële akte. De oprichter is meestal degene die tevens aandeelhouder wordt, maar dat

hoeft niet.

Verklaring van geen bezwaar, het ministerie van justitie moet een verklaring van geen

bezwaar afgeven. Wordt in de praktijk standaard afgegeven tenzij het ministerie weet dat er

een crimineel verleden is of dat het financieel onbetrouwbaar is.

Deelname in het kapitaal

Je moet altijd een aandeelhouder creëren. Er moet iemand zijn die gaat deelnemen in het

kapitaal!

Notariële akte, omschrijving van de gebeurtenis: de oprichting dus van de vennootschap.

Ander onderdeel is de statuten, die bepalen de interne organisatie en de bevoegdheden vande organen. Derde onderdeel gaat over de bij de oprichting geplaatste kapitaal, dus de

aandelen die vergeven zijn en wat daarvoor betaald is. Overige informatie is wie zijn de

bestuurders en de commissarissen en dat er een Verklaring voor geen bezwaar is gegeven.

Externe informatie art 2:69/2:180 BV, art 5 Hrgw

Wie zijn er bevoegd te vertegenwoordigen? Hoe zit het met kapitaal? Kan je vaak online raadplegen.

Oprichtingsgebreken

Wat als er niet wordt voldaan aan de vereisten? 2 categorieën

1. de notariële akte ontbreekt of geen verklaring van geen bezwaar

Dan heb je een probleem. Er is sprake van een nietige vennootschap art 2:4 BW. Er heeft nooit eenvennootschap bestaan. De bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden die zijn

ontstaan (lid 4). In lid 5 staat een uitzondering, als je alsnog een vennootschap rechtsgeldig opricht.

2. art 2:21 BW. De vennootschap kan worden ontbonden door de rechter. Niet van rechtswege, maar

dat kan! Ontbinding heeft ook geen terugwerkende kracht.

Vennootschap in oprichting art 2:93 en 2:203 BW

De ondernemer kan rechtshandelingen verrichten met toevoeging van i.o. (in oprichting). Als de

vennootschap is opgericht, dan is het niet zo dat de vennootschap automatisch gebonden is aan de

rechtshandelingen die zijn aangegaan in de i.o. fase, maar alleen als in de akte van oprichting is

bepaald dat de vennootschap direct zal zijn gebonden (directe binding). Is alleen maar mogelijk bij de

handelingen genoemd in lid 4 van art 2:203 BW. Voor alle andere handelingen geldt dat devennootschap pas gebonden is als er uitdrukkelijk of stilzwijgend wordt bekrachtigd. HR heeft in het

arrest Food processing machinery een belangrijke regel gegeven. Candy arrest. De HR zegt wanneer

bekrachtiging alleen kan plaatsvinden. Hiermee wordt voorkomen dat de wederpartij opeens te

maken krijgt met een hele andere wederpartij. Wat als er niet wordt bekrachtigd? Art 2:203 lid 2 BW.

Kan een vennootschap een onrechtmatige daad bekrachtigen? Kan aansprakelijkheid wegens

onrechtmatige daad die door de oprichters is gepleegd overgaan op de vennootschap? Nee, want er

wordt gesproken van rechtshandelingen. De O.D. is geen rechtshandeling. Pro tempo arrest! Een

enkele werknemer wegging bij zijn werkgever die begon een nieuw bedrijf en ging concurreren tegen

zijn oude bedrijf en die werknemer die probeerde werknemers weg te kopen bij zijn voormalige baas.

Dat was onrechtmatig van de voormalige werknemers en dus de oprichters van die nieuwe BV. Zezeiden dat de BV de handelingen zou bekrachtigen. De HR zei dat dit niet kon, zelfs ook al is het

gedaan voor de uitvoering van het bedrijf



Verder is van belang art 2:203 lid 3 BW. Niet nakoming van de bekrachtiging. In dat geval zijn de

bestuurders hoofdelijk aansprakelijk en daarnaast de personen die namens de vennootschap i.o. de

rechtshandeling zijn aangegaan. Dubbele aansprakelijkheid! Strekking hiervan is het tegengaan van

misbruik.

Art 2:93 BW van toepassing op BV’s en NV’s, maar de HR heeft in de zaak Diva/Nijs bepaald dathoewel de wet daar geen basis voor biedt, art 2:203 en 2:93 ook gelden voor andere rechtspersonen

en in dit geval was dat een stichting.

Statutenwijziging

1. art 2:121 – 237 (231 – 237)

2. Alleen AvA bevoegd

3. beperking is mogelijk, bijv. alleen mogelijk op voorstel prioriteit/toestemming RvC.

4. beperking of uitsluiting van statutenwijziging kan altijd worden overruled in voltallige AvA.

Hoorcollege 29-03-2011

Voorbeeld: AFC Ajax. Cruijff wil dat het bestuur weg wordt gestuurd. Het gaat hier om 2

rechtspersonen, de vereniging en de NV. De vereniging is groot aandeelhouder in de NV. Het bestuur

van de vereniging kan de RvC van de NV naar huis sturen. De RvC is bevoegd om de samenstelling

van het bestuur van de NV te bepalen. Het technisch platform zit er tussen in, adviescommissie

onder voorzitterschap van Cruijff.

Ajax NV is een structuurvennootschap, is een type vennootschap als je een bepaalde omvang hebt

(kapitaal en aantal werknemers). Enkele normale regels van de NV gelden niet, maar bijzondere

regels van de structuurvennootschap. Bijv. verplicht een RvC en die RvC heeft bepaalde

bevoegdheden: het bestuur ontslaan en benoemen en bepaalde vetorechten t.a.v. bepaaldebeslissingen. Opvallend bij Ajax is dat 3 van de commissarissen ook bestuurder zijn bij de vereniging.

AFM heeft registers van beursvennootschappen, waarin je kan zien wie bepaalde grote belangen

heeft in beursvennootschap. Bij Ajax heeft de vereniging 73% van de aandelen. 27% wordt op de

beurs verhandeld.

600 leden

= ALV

Ledenraad

(24 leden)

Vereniging AFC Ajax (euronext)

Bestuur

AFC Ajax NV

RvC Bestuur



Welke stappen moet je nemen om de macht bij Ajax te veroveren?

Eerste stap zou kunnen zijn dat de ledenraad het bestuur van de vereniging naar huis stuurt.

Kijken in de statuten of dit kan. De ledenraad kunnen bestuursleden naar huis sturen, dus deze stap

is mogelijk!

Tweede stap zou kunnen zijn de commissarissen van de NVEr is een bepaling over ontslag van de raad van commissarissen. Zie ook art. 2:161a BW. De algemene

vergadering kan het vertrouwen in de raad opzeggen. Als dit gebeurd, dan betekent dat de

Commissarissen naar huis worden gestuurd. De aandeelhouders mogen niet zelf aandeelhouders

benoemen. De ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam heeft hier de bevoegdheid

toe (lid 3). De nieuwe commissarissen krijgen volgens lid 4 tot taak om een nieuwe RvC te vormen die

steun heeft van de aandeelhouders. Cruijff kan niet direct ingrijpen in de RvC, moet dus via de

ondernemingskamer! Bij het vertrouwen opzeggen is een termijn van 42 dagen.

Derde stap (stel Cruijff verovert de macht bij de RvC). De RvC kan de bestuurders naar huis sturen.

Art. 2:162 BW. De RvC kan dit alleen als de algemene vergadering is gehoord (42 dagen).

Het kan ook zijn dat als Cruijff alle leden achter zich krijgt en dat het bestuur uit zichzelf opstapt.

Vermogen

Onderscheid eigen vermogen en vreemd vermogen

Eigen vermogen = gestort kapitaal + opgevraagd kapitaal + reserves

De wet kent verschillende kapitaal begrippen

- Maatschappelijk kapitaal (art 2:

Wat maximaal kan worden uitgegeven zonder statutaire wijziging. Bijv. maximaal voor 10

miljoen aandelen uitgeven (je moet ten minste 20% plaatsen). Als het maximaal 100 is, danmoet tenminste 20 worden geplaatst.

- Geplaatste kapitaal, de aandelen die daadwerkelijk aan beleggers zijn uitgegeven

- Gestort kapitaal, uitgegeven aandelen worden slecht voor een deel vol gestort. Slechts 25%

van het geplaatste kapitaal moet worden gestort. Vol storten van een aandeel betekent dat

je een bedrag betaald voor de aandelen en dat bedrag betaal je aan de vennootschap.

Art. 2:68/178 lid 3 en art 2:80/191 lid 1 BW.

- Niet opgevraagd kapitaal, deel geplaatst kapitaal wat niet is gestort

- Opgevraagd kapitaal

Minimumkapitaal, bij de BV minstens 18.000 aan kapitaal en bij NV minstens 45.000 kapitaal.

Dit moet omdat aandeelhouders in beginsel niet aansprakelijk zijn voor schulden van de

BV/NV en dat crediteuren zich dus niet kunnen verhalen op de aandeelhouders maar op devennootschap zelf en daarom moet daar een minimumkapitaal zijn.

Syllabus blz. 216 oprichtingsakte BV. Art 2:4 BW, het maatschappelijk kapitaal is 90.000 en aan het

slot zie je dat daarvan 18.000 is geplaatst en 18.000 is gestort dus het is vol gestort. Het is verdeeld

over 900 aandelen met een nominale waarde, dit is de waarde van een aandeel zoals dat in de

statuten staat vermeld.

Voorbeeld tentamenvraag: het maatschappelijk kapitaal is 90.000 euro, de vennootschap heeft

18.000 geplaatst en dan is de vraag wat is de ruimte die deze vennootschap heeft voor uitgifte? 90 –

18 = 72.000 extra kapitaal ophalen. Nominale waarde van 100 en hij kan dus 720 aandelen uitgeven.



Reserves

Wettelijk: bijv. Art. 2:373 lid 4 BW

Statutair: bijna hetzelfde alleen de grondslag is de statuten i.p.v. de wet.

Agioreserve: wordt gevormd als een vennootschap aandelen uitgeeft boven de nominale

waarde. Het extra bedrag wat wordt ontvangen boven de nominale waarde noemt men agio.

Winstreserve: als een vennootschap winst maakt, dan wordt dit voor een deel aan deaandeelhouders uitgekeerd (dividend), voor zover dit niet is uitgekeerd moet het worden

gereserveerd als winstreserve.

Bijeenbrengen van kapitaal: storting en inbreng

1. storting in geld

Art. 2:80a/191a BW

Art. 2:93a/203a BW

203a lid 1 BW aan de akte van oprichting moet een verklaring van een bank worden gehecht waaruit

blijkt dat de aandeelhouders aan hun stortingsplicht hebben voldaan. 2 soorten verklaringen, de a-

en de b-verklaring. In de a-verklaring wordt gevraagd dat de storting er direct is. Een b-verklaringdaarin verklaart een bank dat het gestorte bedrag over een termijn van 5 maanden voor de

oprichting gestort heeft gestaan. Dit heeft te maken met de vennootschap in oprichting. In de i.o.

fase moet het bedrag zijn gestort en zo kunnen er dus ook meteen dingen mee worden gedaan. Het

gestorte bedrag moet daadwerkelijk ter beschikking zijn gesteld.

2. inbreng in natura

Waarom? Dat is onder meer om het mogelijk te maken dat je zonder cash toch een BV kan worden.

Bijv. je onderneming. Het is niet mogelijk om een recht op het verrichten van werkzaamheden in te

brengen. Bij inbrengen in natura stelt de wet een extra eis, een accountant moet de waarde bepalen

van het geen wordt ingebracht (2:80b/191b BW). Dit is er zodat er een daadwerkelijke inbreng

plaatsvindt.

Een vennootschap heeft een gebonden vermogen, wat altijd in de vennootschap moet blijven. Dit

dient als waarborg voor de crediteuren. Dit is het kapitaal + de gebonden reserves. De agioreserves

en winstreserves zijn vrije of uitkeerbare reserves.

5 regels die bewerkstelligen dat het gebonden vermogen daadwerkelijk in de vennootschap blijft

liggen.

1. Algemeen; gebonden vermogen

2. quasi-inbreng, art. 2:94c/204c BW. Een latere transactie kan alleen maar plaatsvinden als de

algemene vergadering het heeft goedgekeurd en er een accountant naar heeft gekeken.

3. Uitkeringen aan aandeelhouders, art. 2:105/216 lid 2 BW. Slechts dividend uitkering voor zover ervrije reserves zijn. Als dit er niet is, dan mag je geen dividend uitkeren ten laste van het gebonden

vermogen.

4. Inkoop van eigen aandelen, vennootschappen vinden het soms wenselijk om een deel van de

uitgegeven aandelen op een later moment terug te kopen, dit is inkoop van aandelen. Art 2:98/207

BW. Dit kan om de beurskoers te ondersteunen. Als je dit onbeperkt toe zou laten, zou het gebonden

vermogen kunnen worden aangetast. De wet zegt daarom dat je slechts mag inkopen als er vrije

reserves zijn en daarnaast zegt de wet voor de BV dat je max. 50% van de aandelen mag inkopen en

bij de NV is het ook 50% als het een beursvennootschap betreft, is dit niet het geval dan mag je alles

inkopen minus 1.

5. verbod van financiële steunverlening, een vennootschap die meer aandelen zouden willen inkopen

dan mag volgens de regels die kunnen de regels ontduiken door aan een derde te vragen om de rolvan inkoper over te nemen. Dan zou de vennootschap zekerheid kunnen stellen voor een lening die



de derde afsluit bij een bank om de inkoop te financieren. De vennootschap kan ook het risico van de

derde verminderd om het mogelijke koersverlies dat diegene leidt voor rekening komt van de

vennootschap. Het gaat dus om steun bij de inkoop. Via de achterdeur kan toch het gebonden

kapitaal worden aangetast (door de risico’s die ze aanvaarden daarbij). De wet zegt daarom dat

financiële steun verlenen aan derde verboden is aan derden die aandelen in haar kapitaal verwerven.

Voorbeeld tentamen vraag:

Er is een vennootschap met aandeelhouders en een bestuur. Het bestuur wil de aandelen

overnemen van de aandeelhouders. Het bestuur heeft vaak geen geld om de participatie te

financieren en dan zou het bestuur geld kunnen lenen van de bank. De bank wil zekerheid en dat

heeft het bestuur niet en dan zegt de vennootschap, wij geven zekerheid. Dit mag dus niet. Het

bestuur mag dus niet rechtstreeks lenen van de bank. De vennootschap kan zelf het geld lenen aan

het bestuur en mag dat bedrag kan het bestuur aandelen kopen. Dat lenen is geoorloofd, staat in lid

2 van art. 2:207 BW. De vennootschap had alleen zelf niet voldoende middelen en moest daarom

lenen van de bank en de vennootschap stelde zekerheid voor de eigen lening.

Mag deze doorleenconstructie? Zaak: Muller/Rabobank . De zekerheidsstelling is geoorloofd,

want het valt niet onder de zinsnede “met het oog op”. Hij kan niet tot gevolg hebben dathet vermogen wordt aangetast, omdat het een lening heeft ontvangen. Er kan alleen sprake

zijn van aantasting als er een lening wordt verstrekt voor de schuld van anderen.

6. kapitaalvermindering

Kan door intrekken van aandelen. Art. 2:99-100/208-209 BW. Intrekken houdt in dat de

vennootschap de door haar zelf verkregen aandelen zorgt dat ze ophouden te bestaan. De nominale

waarde vermindert daardoor. Dit kan met of zonder terugbetaling van het kapitaal.

Niet terugbetalen: vaak als de vennootschap grote verliezen heeft geleden. Er is geen ruimte dan

voor uitkering. Je kan dan het kapitaal verminderen waardoor er in de toekomst weer uitgekeerd kan

worden.Met terugbetalen: vaak als er een relatief hoog geplaatst kapitaal is, bijv. de vennootschap heeft

bepaalde activiteiten beperkt.

Crediteuren kunnen worden benadeeld door kapitaalvermindering. Dus er is een waarborg voor de

crediteuren. Er wordt geen koppeling gemaakt aan het gebonden vermogen, maar de crediteuren

hebben een recht van verzet. Het moet worden gedeponeerd in het handelsregister en moet worden

neergezet in een dagblad. De rechtbank zal oordelen of het verzet gegrond is. Als de

vermogenstoestand voldoende blijft om de vorderingen te voldoen, dan zal het verzet ongegrond

zijn. Syllabus blz. 304. Verzetsregeling stelt niet zoveel voor en bijna niemand maakt daar gebruik

van.

Na de wijziging van de wet zou er geen minimumkapitaal nodig zijn. De bankverklaring en

accountantsverklaring etc. worden afgeschaft. Geldt ook voor quasi-inbreng en verbod op financiële

steunverlening. In de toekomst kan een BV voor weinig geld worden opgericht. Er is dan geen

waarborg voor de crediteuren. Andere manier is dat er gecontroleerd moet worden door de

bestuurders als er geld naar de aandeelhouders gaat of de crediteuren niet benadeeld worden.

Zware taak voor de bestuurders, vooral omdat de sanctie is dat als er teveel is uitgekeerd aan de

aandeelhouders, dat de aandeelhouder het bedrag moet terugbetalen en dat de bestuurders

aansprakelijk zijn voor het bedrag dat teveel is uitgekeerd. Dit geldt niet voor de NV, daar blijft het

oude systeem voor gelden!

KapitaalvermeerderingHet gestorte en geplaatste kapitaal neemt toe. Er moet ruimte voor zijn, anders moeten de statuten

worden gewijzigd. Het kan zijn dat er nieuwe activiteiten ontwikkeld zijn en dat er daardoor mee



kapitaal nodig is, of dat er veel verliezen zijn gedraaid of om meer kapitaal nodig om een andere

onderneming over te nemen. Ander motief is het beïnvloeden van de zeggenschapsverhoudingen in

een vennootschap. Als je een bepaald aantal aandeelhouders plaatst, dan kan de zeggenschap van

andere aandeelhouders vermindert (beschermingsmotief).

Uitgifte kan onderhands plaatsvinden, maar kan ook openbaar plaatsvinden. Onderhands danworden de aandelen geplaatst bij bepaalde aandeelhouders. Openbaar gebeurt vaak bij

beursvennootschappen.

De besluitvorming ligt in beginsel bij de aandeelhoudersvergadering, je gaat namelijk nieuwe

aandeelhouders toelaten en daardoor kan de zeggenschap veranderen. Er kan bijv. een maximum

worden gesteld (delegatie van de emissiebevoegdheid aan het bestuur). Art 2:96/206 BW

Voorkeursrecht Art. 2:96a/206a BW. Preferente aandelen worden vaak gebruikt bij een

beschermingsconstructie. 206a: aandeelhouders doen afstand van hun voorkeursrecht.


Actualiteiten

Wet van financieel toezicht: beursvennootschappen moeten op het moment dat er een belangrijke

gebeurtenis zich voordoet onmiddellijk de markt informeren. De reden voor deze regel is dat

beleggers precies weten wat de stand van zaken is en daarnaast dat je op die manier handel met

voorwetenschap voorkomt (handel met kennis die jij alleen hebt en de markt niet). Met

voorwetenschap mag je niet handelen. AFM zal een bestuursrechtelijke boete opleggen, als je daar

niet mee eens bent kan je naar de rechtbank en vervolgens naar het CBB. Gevaarlijk is dat als je

informatie te laat in de markt brengt, dat aandeelhouders je aansprakelijk kunnen stellen.

Bijv. fraude wordt een maand te laat bekend gemaakt en een aandeel daalt in waarde. Alleaandeelhouders samen dienen dan een claim in voor wat ze teveel ervoor hebben betaald.

Op welke manier kunnen werknemers invloed uitoefenen op het genomen besluit voor het ontslag

van de postbodes? Altijd als eerste de Wet op de ondernemingsraden noemen (WOR). Deze zegt dat

elke onderneming een ondernemingsraad heeft. De OR mag advies geven over het besluit. OR zal

tegen zijn en het bestuur zal toch ontslaan. De wet zegt (art. 16 WOR) dat het bestuur een maand

moet wachten op het doorvoeren van het plan zodat de OR in beroep kan bij de

ondernemingskamer. Deze beslist of er in redelijkheid tot deze beslissing is gekomen.

Rvc heeft 2 bevoegdheden

Besluit goedkeuren (vetorecht)

Mogelijkheid om het bestuur te ontslaan.

Daarnaast: enquêterecht en Medezeggenschap

Aandelen

Kapitaal bestaat uit aandelen.

Kenmerk van een aandeel: participatie waarmee aandeelhouders in het kapitaal van de BV of de NV

deelnemen. Een recht dat ontstaat op het moment wanneer de vennootschap de aandelen uitgeeft.

Dit kan bij de oprichting, maar kan ook later. Een aandeel is een lidmaatschapsrecht, maar het is een

tweeledig recht. Niet een lidmaatschaprecht zoals bij de vereniging, waar je alleenzeggenschapsrecht hebt, maar ook een vermogensrechtelijk recht hebt. Vermogensrechtelijke

rechten zijn onder meer het recht van een aandeelhouder op de winst en daarnaast recht op



liquidatiesaldo. Zeggenschapsrechten van aandeelhouders zijn het recht om op de algemene

vergadering van aandeelhouders te komen (jaarlijkse vergadering). Daar heb je ook een stemrecht.

Verder heb je ook recht op informatie.

Verschillende soorten aandelen

Effecten (nr. 39) verzamelnaam voor alle aandelen, certificaten, obligaties, opties etc. Aandelen op naam: verschil aandelen op naam en aandelen aan toonder. Een aandeel is een

recht en dat kom toe aan een bepaald persoon. Een aandeel is beginsel een recht op naam.

Om te bewijzen dat je een aandeel bezit, kan je een bewijs aanvragen. Het blijft een aandeel

op naam. Een NV kan kiezen tussen aandelen op naam en aandelen aan toonder. Bij de BV is

het op grond van art. 178 verboden om aandelen bewijzen uit te geven. Die regel voor de BV

is destijds ingevoerd omdat de wetgever van oordeel was dat het bestaan van

aandelenbewijzen zou leiden tot een handel in BV aandelen, waardoor het besloten karakter

zou worden doorbroken. (zie ook nr. 33). De BV mag daarom geen aandeelbewijzen

uitgeven. Art. 194 een aandeelhoudersregister. De gedachte is dat een aandeelhouder zo kan

zien wie aandeelhouder is van de BV en hoeveel aandelen iemand heeft. De praktijk laat zien

dat deze niet heel goed worden bijgehouden. Preferente aandeel: wordt ook wel een pref. Genoemd. Deze geven een preferente

aanspraak op dividend, je krijgt dus eerder je winst dan gewone aandeelhouders. Wordt vaak

uitgedrukt in een percentage van de nominale waarde. Bijv. 6%, dat betekent dat een

aandeel met de waarde van 10 euro jaarlijks recht heeft op 60 eurocent. Daarnaast is er nog

een mogelijkheid dat als er geen winst wordt gemaakt, dan wordt het genoteerd en dan

krijgen ze de winst het jaar erop.

Prioriteitsaandelen zijn aandelen waaraan speciale zeggenschap is verbonden. De houders

hiervan komen bijeen in een aparte vergadering (de prioriteit). Deze hebben bijv. het recht

om een bindende voordracht te doen bij de voordracht van een bestuurder of een

commissaris of een vetorecht bij de statutenwijziging. Of vetorecht t.a.v. bepaalde

belangrijke beslissingen die het bestuur neemt.

Certificaten: nr. 39!

Opties: Recht op te verkopen of te kopen

Calloptie: recht op een aandeel te kopen

Putoptie: recht om te verkopen

Obligaties kennen geen lidmaatschapsrecht, maar schuldbewijs. Over de obligaties wordt vast rente

ontvangen en ze ontvangen geen dividend. Obligatiehouders hebben alleen vermogensrechtelijke

rechten. Behoren tot het vreemd vermogen! Bij faillissement wordt er aan obligatiehouders eerder

iets toegekend. Gewone aandeelhouders staan achteraan. De vergoeding voor vreemd vermogen isvaak lager dan voor eigen vermogen. Aandelen zit een hoger risico aan en zijn daarom duurder.

Obligaties kunnen omgezet worden in aandelen. Je bent eerst crediteur en dan ga je van rechtswege

naar aandeelhouder en dan heb je opeens stemrecht en winstrecht.

Toegevoegd kan worden aandelen met stemrecht of aandelen zonder stemrecht. Dwingend recht is

dat er stemrecht is bij een aandeel. Soms is dat onwenselijk en dan wordt er bijvoorbeeld zo’n

certificeringsconstructie opgetuigd. Daarom zal in de toekomst worden opgenomen dat er ook

zonder stemrecht aandelen kunnen worden uitgegeven. Dit geldt ook wat betreft het winstrecht.

Levering van aandelen op naam

Voor overdracht van aandelen geldt allereerst de algemene vereisten van boek 3. Geldige titel enbeschikkingsbevoegdheid. Daarnaast gelden aanvullende voorschriften. Onderscheid tussen



aandelen op naam en aandelen aan toonder. Op naam geschiedt bij notariële akte art 196 BW. Tot

1993 konden aandelen op naam zonder tussenkomst van de notaris worden overgedragen met een

onderhandse akte.

Nr. 34 levering van aandelen op naam van een beursvennootschap

Levering van aandelen aan toonder en beurshandel

Gaat een stuk makkelijker. Zelfde wijze als bij roerende zaken, dit kan door bezitsverschaffing van het

toonderpapier. Art 93. Degene die het papier verzit wordt vermoed rechthebbende te zijn. Als het

toonderpapier aan de beurs is genoteerd ligt het iets ingewikkelder. Als je een aandeel koopt van een

beursvennootschap, deze blijft in een depot (euroclear). Levering geschiedt dus door bijschrijving bij

de bank.

Blokkeringsregeling nr. 35

De wet eist dat statuten een blokkeringsregeling moet bevatten art. 195. De NV mag vrijwillig een

regeling als deze opnemen.

Vrije kring

Goedkeuringsregeling (lid 2), als vennootschap kan je zelf bepalen wie bevoegd is tot

goedkeuring.

Aanbiedingsregeling (lid 2)

Schending van de blokkeringsregeling

Stel er is een overdracht in strijd met de statutaire regelingen. Een overdracht is ongeldig, er heeft

geen overdracht plaatsgevonden. Goederenrechtelijke werking. Je wordt geen eigenaar van de

aandelen. Staat niet met zo veel woorden in een wetsbepaling, maar volgt uit het systeem in de wet.

Nr. 35.


De aandeelhouder

Onderwerpen

1. de algemene vergadering van aandeelhouder (ava)

2. bevoegdheden van de ava

3. de vergadering

4. stemrecht

5. stemovereenkomsten (wordt vaak in tentamen gebruikt)

De wet is gewijzigd! De wet spreekrecht ondernemingsraad en de wet uitvoering

aandeelhoudersrichtlijn zijn ingevoerd bij 1 juli 2010. De volgende artikelen zijn gewijzigd:

art. 2:114 BW gaat over de oproeping van de vergadering.

Art 2:114a, gaat over het recht wat een aandeelhouder heeft om onderwerpen op de agenda

te plaatsen.

Art. 2:115 BW gaat over hoelang de oproepingstermijn is. Het termijn is gewijzigd.

Art. 2:117 BW

Art. 2:117a BW, gaat over elektronisch communicatiemiddel en zo deelnemen aan de

vergadering

Art. 2:117b BW , je kan ook stemmen via internet bijv. Art. 2:119 BW



Art. 2:134 a BW, de ondernemingsraad mag straks zijn standpunt bekendmaken over

bezoldigingsbeleid en als het gaat om de benoeming en het beslag van een bestuurder

Art. 2:135 BW (bezoldigingsbeleid)

Art. 2:158 BW

De NV en de BV hebben een dualistische structuur. Altijd 2 verplichte organen: de Ava en hetbestuur! Het bestuur geeft leiding aan de vennootschap en vertegenwoordigt de vennootschap.

Ava

RvC Bestuur (bestuurt en vertegenwoordigt)

De term Ava wordt op twee manieren gebruikt:

Als orgaan

Als bijeenkomstBijv. Art: 2:101 en 2:110

Hoe maakt de Ava gebruik van de bevoegdheden? Dat doen ze op de bijeenkomst in de vergadering

zelf. Dit gaat door het feitelijk bijeenkomen art 2:113 en 2:123 BW

Is de Ava de hoogste macht in de vennootschap? Wie wint er bij het krachtspel tussen het bestuur en

de aandeelhouders? Bij een simpele vennootschap speelt dit minder, bij de beursvennootschap

speelt dit meer.

Ava: benoeming en ontslag van het bestuur

In de literatuur wordt gezegd dat de Ava niet de hoogste macht heeft. Van schilfegaarde/winter zegt

wel dat de Ava de uiteindelijke macht heeft, maar niet de hoogste macht. Dit volgt tevens uit het

Forumbank arrest. Blz. 19 van de syllabus. De Ava mag de bij wet en statuten getrokken grenzen van

haar bevoegdheid niet overschrijden. Bij forumbank wilden de aandeelhouders de bestuurders

dwingen om de aandelen in te kopen. De HR zei dat kan niet, want dan zouden ze de grenzen

overschrijden. In die tijd had de Ava niet de inkoopbevoegdheid, het bestuur had wel die

bevoegdheid.

De aandeelhouder is nooit de eigenaar van de NV of de BV! De aandeelhouder is eigenaar van de

aandelen! Groot verschil!

De Ava heeft niet de hoogste macht, maar heeft indirect wel het laatste woord. Kijk naar de

benoeming en het ontslag en art 2:19 lid 1 sub a BW, de aandeelhouders besluit tot ontbinding.

Bevoegdheden van de Ava?

1. kernbevoegdheden

Art. 2:107 en 2:117 lid 1 BW. Restbevoegdheid. Als niemand de bevoegdheid heeft, dan heeft

de Ava de bevoegdheid. De wet kent dus niet iets van een limitatieve opsomming.

Kernbevoegdheden:

i.v.m. de leiding en het toezicht: 4 bevoegdheden

1) de benoeming van de bestuurders art 2:132 en 2:242 BW2) de benoeming van de commissarissen art 2:152 jo 2:253, 2:143 jo 2:142

BV/NV



3) Schorsing en ontslag van de bestuurder art 2:134 en 2:244 BW

4) Schorsing en ontslag van de commissarissen art 144 en 254

Wijziging van de statuten art 2:121, 2:231 BW

Wijzigen van het wezen van de BV en de NV

1) Ontbinding art 2:19 lid 1 sub a BW

2) De omzetting (van BV naar NV), omzettingsbesluit wordt genomen door de Ava art2:18 lid 2 sub a BW

3) Fusie art 2:317 lid 1 BW

4) Splitsing art 2:334m lid 1 en lid 3 BW

Recht op informatie: art 2:107 en 2:117 lid 2 BW. Informatie is natuurlijk van belang voor het

uitoefenen van de bevoegdheden van de AVA.

ASMi arrest van belang voor het informatierecht!

Art. 107a BW goedkeuring van een bestuursbesluit, alleen bij de NV en niet bij de BV. Er is

discussie of het wel voor de BV geldt. Je kan verdedigen dat goedkeuring voor de BV kan

staan in de statuten staan of door analoge toepassing. Je moet kijken naar dewetsgeschiedenis van 107a. Die laat zien dat er vroeger wel een soortgelijke bepaling was

voorgesteld voor de BV. Alleen tijdens de behandeling is het geschrapt, omdat de minister

wilde dat bij de BV verminderde regeldruk moest zijn en dat bij de BV een ander karakter

hoorde. (De aandeelhouders kennen elkaar)

Aandeelhouders (beurs) (Royal Bank of Scotland

UK Barclays Consortium Santander Fortis)

RvC (Gonzalez) Abn Amro Bestuur (Rijkman Groenink)

Bank of America

Lasalle Wereld Europa NL

UK barclays was van plan een bod te doen op de aandelen van de aandeelhouders. Het moest gaan

om een vriendelijk bod. Dit is als de target (abn amro) het bod aanbeveelt bij de aandeelhouders. Ze

bieden dus iets boven de koers. Ze hadden interesse in alle delen behalve in Lasalle, USA. En toen

kwam er Bank of America en Rijkman Groenink had een oplossing. Het bestuur besluit om Lasalle te

verkopen aan Bank of America. De aandelen die ABN heeft in Lasalle worden dus verkocht aan Bank

of america. Dan is bank of America niet meer van ons.

Op maandag werd er gezegd dat de dag ervoor Lasalle was verkocht. In één weekend was de bank

verkocht zodat Barclays een vriendelijk bod op de aandelen kon doen. Dat bod was wel redelijk, maar

de aandeelhouders hadden geen keuze. Stel dat iedereen zijn aandelen zou aanbieden en 100

aandeelhouders niet, dan is 99,9 % in handen van barclays en 1 iemand houdt maar 0,01 % over en

daar heb je niets aan. Met de verkoop op zondag heeft het bestuur hun in de handen van barclays

gegooid zeiden de aandeelhouders en ze hoorde dat er een tegenbod was samen met Lasalle

(Consortium). Het bestuur had daarom op zondag verkocht, zodat de enige optie over dus barclays

was.

De aandeelhouders dachten waar 2 streden om 1 bank dan zou de prijs alleen maar hoger worden.

Consortium kreeg alleen geen mogelijkheid. De aandeelhouders zeiden dat er strijd was met 107a.



Een belangrijk bestuursbesluit moet ter goedkeuring worden aangeboden aan de aandeelhouders.

De verkoop van de dochter is een belangrijk bestuursbesluit.

De aandeelhouders zijn naar de ondernemingskamer gestapt. Art 2:349 lid 2 BW. Ze vroegen de

verkoop van lasalle stil te leggen, want daardoor kregen de aandeelhouders geen keuze, consortium

zou niet meer bieden en de aandeelhouders zouden dan moeten verkopen aan Barclays. Deondernemingskamer blokkeerde dat, de verkoop van Lasalle werd verboden! Het consortium kreeg

de tijd om een bod te doen. Het bod is geslaagd van Consortium en het Nederlandse stuk is naar

Fortis gegaan. Rijkman Groenink heeft ook zijn aandelen aan Consortium verkocht.

De ondernemingskamer treft een onmiddellijke voorziening in verband met de toestand van de

rechtspersoon, de toestand van de NV. 349a lid 2 BW. Enorme ingrijpingsbevoegdheid voor de

rechter. Uiteindelijk kwam de zaak bij de HR. (noot belangrijk van arrest).

HR: r.o. 4.3. de strategie van de vennootschap bepalen is een aangelegenheid van het bestuur.

Eventueel wordt hier toezicht op gehouden door de RvC. De ava kan haar mening tot uitdrukking

brengen door uitoefening van de haar toegekende rechten (verhaspeling van forumbankarrest!!!!).Dus zegt de HR, het bestuur moet verantwoording af leggen aan de AVA, maar dit brengt niet mee

dat je de AVA vooraf in de besluitvorming moet betrekken.

De HR zegt dus 4 belangrijke dingen:

1. de strategie is voor het bestuur,

2. de RVC houdt hier toezicht op,

3. de AVA kan haar opvattingen tot uitdrukking brengen door de uitoefening van haar rechten,

4. bestuur moet verantwoording afleggen

Etalagestrategie: vennootschappelijk belang is niet langer van toepassing, maar het

shareholdersvalue geldt. Oftewel het belang van de aandeelhouder komt dan voorop te staan. Deondernemingskamer had gezien dat op het moment dat je een etalagestrategie aanneemt, je wil een

zo hoog mogelijke prijs voor de aandelen. Op dat moment geldt dus het shareholdersvalue! HR vindt

dit onzin!! R.o. 4.5 en 4.6!!! De HR zegt dat het bestuur in NL maar 1 belang heeft te dienen en dat is

het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming (standaardregel). In

Amerika geldt wel de shareholdersvalue.

Art. 2:107a BW Besluiten onderworpen aan goedkeuring algemene vergadering.

3 categorieën (sub a t/m c)

Overdracht van de onderneming aan een derde (bijv. de verkoop van Lasalle, alleen dit was

niet het belangrijkste deel. Lasalle was niet zo belangrijk dat daarmee heel ABN werdovergedragen)

Aangaan of verbreden van een duurzame samenwerking, was hier tevens geen sprake van

Het nemen of afstoten van deelneming in het kapitaal van de vennootschap.

OK zei dat de verkoop van Lasalle sub c raakt. Op grond van de redelijkheid en billijkheid van art. 2:8

BW valt het besluit van Lasalle onder 107a. en had het bestuur de goedkeuring moeten vragen van

de aandeelhouders.

HR ging in spoedcassatie: 13 juli 2007 deed de HR uitspraak.

r.o. 4.4. De wet zegt in ieder geval sub a t/m c als grond voor goedkeuring vooraf. Op grond van deredelijkheid en billijkheid is te weinig rechtszekerheid voor de HR. Je kan niet ineens de AVA allemaal

bevoegdheden geven op grond van de ongeschreven regels van de redelijkheid en billijkheid. Dan



ziet de HR dat het besluit van het bestuur niet onder 107a valt. 107a is niet limitatief, maar het moet

echt duidelijk gaan om de wijziging van de identiteit of het karakter. Je mag 107a dus niet ruim

uitleggen!

Art. 2:107a lid 2 BW geldt als de goedkeuring ontbreekt. Ook al ontbreekt de goedkeuring van de

Ava, dan nog blijft het bestuur vertegenwoordigingsbevoegd. Je ziet het verschil hier tussen intern enextern! Intern: besluit bestuur, besluit AVA om niet goed te keuren. Extern: sluiten

koopovereenkomst (de vertegenwoordiging).

Hoorcollege 6 april 2011

2. bevoegdheden van de ava

Beperking van de bevoegdheden

Wettelijk, de bevoegdheid verschuift naar de RvC, art. 162, 272

“tenzij statuten anders bepalen” oligarchische regelingen (die de bevoegdheid van de

AVA beperkt).

7 soorten Ava’s

1. Art. 2:108 en 2:118 BW de verplichte jaarvergadering

2. De verdaagde vergadering art. 2:120 en 2:130 lid 3 BW, als er bijvoorbeeld te weinig

aandeelhouders aanwezig waren op de eerste vergadering en belangrijke besluiten kunnen niet

worden genomen dan hou je een verdaagde vergadering

3. BAVA (buitengewone), bijv. als je een besluit ter goedkeuring wil leggen in de zin van art. 2: 107a

4. Verliesvergadering, als het vermogen is gedaald onder een bepaalde grens

5. de geautoriseerde vergadering, art 2:110 en 2:120 BW, aandeelhouders die graag willen

vergaderen bijv. omdat ze een bestuurslid willen ontslaan. Het bestuur zal waarschijnlijk zeggen dat

ze de vergadering niet bijeenroepen, dan kunnen de aandeelhouders naar de rechter stappen en derechter is de autoriteit die de vergadering bijeen roept (voorzieningenrechter in kort geding, deze

geeft een machtiging voor een Ava). Alleen op de vergadering kan je namelijk besluiten nemen!

6. uitzondering: de AVA buiten vergadering. Bij hele kleine vennootschappen, bijv. art 2:128 en 2:138

BW. wijsmuller arrest, zo’n besluit moet worden genomen als vrucht van onderling overleg

7. papieren vergadering

In de praktijk roept het bestuur de aandeelhouder op. Art 2:113 en 2:123 BW. Bij de BV krijgen de

aandeelhouders een brief. Bij de NV weet je niet wie de aandeelhouders zijn, dus wordt er een

advertentie geplaatst.

Art. 2:126 en 2:226 BW waar wordt de vergadering gehouden? Meestal in Nederland en de plaatsstaat in de statuten.

Art 2:114 en 2:224 BW de agenda, punten die besproken worden. Onderwerp wat niet op de agenda

staat, kan niet worden besproken. Art. 2:114a en 2:224a BW daarin wordt een aandeelhouder, die

een bepaald aantal aandelen houdt, het recht gegeven op onderwerpen op de agenda te plaatsen.

Art. 2:115 en 2:225 BW termijn voor oproeping. Er moeten 14 dagen tussen de uitnodiging en de

vergadering liggen. Art. 2:115 lid 2 BW Bij een beursvennootschap is dat 42 dagen (is dus net

gewijzigd!)

In de Statuten kan je zetten dat een aandeelhouder zich moet aanmelden voor de vergadering. art.2:117 lid 3 en 2:227 BW. Bij beursvennootschappen staat het vrijwel altijd in de statuten. Art 2:119



BW je kan ook bepalen dat een aandeelhouder van een beursvennootschap zich moet registreren.

Die registratie geldt dan als aanmelding.

Deelnemers

1. aandeelhouders art. 2:113 en 2:223 BW

2. gevolmachtigden3. vruchtgebruikers en pandhouders

4. certificaathouders art. 2:118a BW

5. bestuurders en commissarissen (mogen niet stemmen als ze geen aandelen hebben). Art 2:117 en

2:224 lid 4 BW raadgevende stem! Dwingend recht. Arrest Jansen Pers.

Voorzitter, waakt over de vergaderorde.

Art. 2:13 lid 3 BW.

Besluitenlijst moet je bijhouden art. 2:120 en 2:230 lid 3 BW.

Besluitvorming art 2:120 en 2:230 BW Normale meerderheid van stemmen (lid 1). In de statuten kan worden opgenomen dat voor

bepaalde besluiten meer vereist is.

Quorum, je kan in de statuten vaststellen dat je een minimum aantal aandelen nodig hebt.

Bijv. bij een besluit om de statuten te wijzigen moet er minsten 80% aanwezig zijn om te

stemmen.

ASMI blz 911 -982

ASMI is sinds 1981 een beursvennootschap. Zie sheets Blackboard.

ASMI zit vol met beschermingsconstructies. De eerste is dat het niet de Ava is die de bestuurders benoemt, kan alleen op voordracht van

de RvC. Art. 2:133 BW. Doorbreken op de bindende voordracht mag alleen met een

gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

de Stichting continuïteit, heeft het recht om aandelen te kopen. Ze hebben een optie. Als ze

deze optie gebruiken, kopen ze preferente aandelen en worden ze aandeelhouder zodat ze

kunnen stemmen op de Ava.

(evt. tentamenvraag over de opties van de Stichting!)

Hermes: Idee om Backend te verkopen en de winst uit te keren aan de aandeelhouders.

De dag na de vergadering wordt Jr. voorzitter (Chuck del Prado). Aandeelhouders waren boos.Aandeelhouders hadden nog 1% nodig om onderwerpen op de agenda te zetten. Ze wilden het

ontslag van Chuck op de vergadering zetten. De Stichting oefent de optie uit en kreeg de helft van de

stemmen. Toen werden de aandeelhouders echt boos. Ze wilden alleen hun rechten als

aandeelhouder uitoefenen. Ze gingen naar de ondernemingskamer en de aandeelhouders starten

een enquêteprocedure. Art 2:345 e.v. BW. Ze willen een onmiddellijke voorziening van art. 2:349a lid

2 BW.

Art. 2:107 lid 2 BW

Wie gaat er over de strategie?

r.o. 3.11 Gegronde reden voor twijfel want,- ASMI had gedateerde governance



- defensieve en gesloten opstelling jegens aandeelhouders

- Strategische problemen vooruitgeschoven

- Alles met eigen functionarissen en grootaandeelhouder besloten en opgelost

Dit is onwenselijk: dit is niet fatsoenlijk een bedrijf leiden zegt de ondernemingskamer!

r.o. 4.4.1. Wat zegt de HR over de bepalingen van de ondernemingskamer?

- belang van de vennootschap voorop

- de strategie is een aangelegenheid van het bestuur

- komt uit arrest ABN Amro. Het bestuur beslist zelf of ze wil overleggen met aandeelhouders

Bestuursautonomie!

Zie ook arrest Forum bank

Bestuursautonomie stevig in het zadel

Conclusie: Geen overlegplicht!

Art. 2:129 en 2:239 lid 4 BW in de statuten kan je zeggen dat er bepaalde beleidsterreinen zijnwaarop je het bestuur een algemene aanwijzing mag geven. Een concrete instructie aan het bestuur

is niet toegestaan en is in strijd met de bestuursautonomie zoals dat is vastgelegd in Forumbank, Abn

Amro en bevestigd is in ASMI.

r.o. 4.4.3 onjuist rechtsopvatting van de OK.

Rol van de Raad van Commissarissen r.o. 4.5.1. en 4.5.2.

Art. 2:140 en 2:250 lid 2

Toezicht houden, niet alleen op het bestuur maar ook op de algemene gang van zaken in de

vennootschap (de NV). Kan je hieruit afleiden dat de RvC een bemiddelende rol heeft? De

ondernemingskamer vond dat dit wel moest en dat de RvC ernstig tekort heeft geschoten inhaar taak. De HR antwoord hierop in art. 4.5.1. de wettelijke taakopdracht brengt niet mee

dat de Rvc de verplichting heeft een bemiddelende rol te vervullen. R.o. 4.5.2. De Rvc kan

worden benaderd, maar moet adequaat handelen.

Advies aan het bestuur

HR:

Art. 2:140 lid 2 (taakomschrijving)

Geen plicht om te bemiddelen tussen bestuur en aandeelhouders

CGC leidt niet tot een ander oordeel

Bemiddelende taak zelfs op gespannen voet met beleidsvrijheid van RvC

RvC per geval afweging kunnen maken of bemiddeling wenselijk is.

Informatierechten art. 2:107 en 2:117 lid 2 BW

Enige onderwerp waarover de OK en de HR het eens waren! R.o. 4.6

Wanneer heb je als aandeelhouder het recht op informatie?

Mag de aandeelhouder een brief sturen met de vraag of informatie of mag hij opstaan tijdens de

vergadering voor vragen over onderwerpen die niet op de agenda staan? Van Schilfengaarde winter

zegt dat het niet mag, maar hij heeft ongelijk. R.o. 4.6.! Iedere aandeelhouder heeft op de ava het

zelfstandige recht vragen te stellen. De vennootschap moet die vragen beantwoorden! Daarbuiten

hebben aandeelhouders geen recht op informatie (dus de brief hoeft niet beantwoord te worden).

Zwaarwichtig belang: Bijv. Concurrentie




Onderwerpen

1. stemrecht

2. stemovereenkomsten (komt altijd op tentamen voor)3. Certificering

1. Stemrecht

Iedere aandeelhouder heeft stemrecht one share one vote principe

Aan ieder aandeel zit één stem verbonden.

a. aandeelhouders art. 2:118/228 lid 1 BW

b. certificaathouders, art. 2:118a BW, mag alleen in vredestijd. Deze volmacht is privatief, er staat

met uitzondering van de volmachtgever.

c. volmacht, art. 2:117/227 BW,

moet schriftelijk gebeuren, anders is de volmacht ongeldig. De gewone volmacht werkt nietprivatief.

3 arresten bij Stemovereenkomsten

1. Wennex

2. Melchers

3. Aurora

Mag je je als aandeelhouder verbinden om te stemmen? Mag je stemafspraken maken? Op

tentamen als het over een stemovereenkomst gaat, altijd noemen en dan op de juiste situatie

toepassen.

Wennex, 2 fabrikanten hadden een bleekpoeder fabriek (wennex NV). 2 aandeelhouders waren er.

Meneer van Neck en meneer Wennekes. Er werden afspraken gemaakt voor als de stemmen

conflicteren. Ze hadden daarom afgesproken dat als de stemmen in de Ava zouden ze staken, ze

advies zouden vragen aan een commissie. Op de volgende vergadering zouden ze overeenkomstig

dat advies stemmen.

De contractuele gebondenheid laat het stemrecht vennootschapsrechtelijk volkomen

onaangetast. Je mag afspreken wat je wil, maar op het moment dat je op de Ava tegen die

afspraak stemt, is dat een geldige stem. Een aandeelhouder heeft met stemrecht een eigen

recht om zijn belang in de vennootschap te dienen.

Bij Melchers waren er meerdere aandeelhouders. Een paar aandeelhouders hadden eenvoorvergadering. Een stemovereenkomst is toegestaan. Je mag ook niet naar de vergadering komen

namelijk.

Aurora, blz. 35. Aurora wilde graag de vennootschap Olva NV overnemen. Er was afgesproken dat als

Aurora niet de deuren zou openen voor Olva, dan ontslaan de aandeelhouders het bestuur en de RvC

van Aurora. Mag je stemmen voor een constructie van een buitenstaander? De HR verwijst expliciet

naar Melchers. De aandeelhouder heeft een eigen recht gekregen met het stemrecht om zijn belang

in de vennootschap te dienen. Je mag zo’n constructie dus afspreken!

Stemovereenkomst heeft geen vennootschaprechtelijke werking. Alleen je stem verkopen mag niet!



2. Certificering

Bij een aandeel heb je stemrecht en recht op dividend. Bij certificering wordt dit gescheiden. Er is

een administratiekantoor die de certificaten uitdeelt.

BV/NV Stichting Administratiekantoor (StAK) Certificatenhouders

Stichting Administratiekantoor is de aandeelhouder en beheert ze voor iemand anders. Ze beheren

ten behoeve van de certificaathouders. De aandelen vallen dus in het vermogen van de stichting. De

stichting heeft dus het stemrecht bij de aandeelhouders, dit noem je ook wel de

lidmaatschapsverhouding. De certificaathouders zijn de economisch gerechtigden en dragen het

financiele risico. Ze zijn geen lid van de stichting, dat kan niet!

StAK heeft een beheersovereenkomst met de certificaathouders, waarin staat dat zij de winst van de

BV krijgen. De regels worden afgesproken in de administratievoorwaarden. Heeft geen wettelijke

basis. Maar art. 2:118a BW hoofdregel is dat ze geen stemrecht hebben, want dat zit bij de

aandeelhouders (stichting), maar de certificaathouder kan een volmacht vragen en dan heeft hij welstemrecht. Ze mogen wel naar de Ava komen art. 2:117.

Met medewerking van de vennootschap - > bewilligde certificaten. Art. 2:110 lid 2 BW

Als de vennootschap de kosten draagt voor certificering, bijv. door de oprichting van de stichting te

betalen.

Het Bestuur

One-tier en two-tier. In Nederland geldt het two-tier systeem. In bijvoorbeeld Engeland kennen ze

het one tier systeem. Het bestuur bestaat daar uit uitvoerende bestuurders en niet uitvoerende

bestuurders. Kan je een one tier systeem hebben volgens boek 2?

Art. 2:134 en 2:132 BW schorsen.

Bij de structuurvennooschap is het de commissaris die schorst art. 2:162 BW.

Wanneer is sprake van ontstentenis, als de bestuurder geen bestuurder meer kan zijn. Hij is dus

dood. Belet is dat je tijdelijk je functie niet meer kan uitoefenen.


Charlene Heineken Euronext100%

L ‘Arche

Holding S.A.

50,005%

Heineken Holding

Heineken NV



Amstel en Heineken zitten hieronder

De onderneming kan met een minderheid van het kapitaal toch de meerderheid halen. Heineken NV

is genoteerd aan de beurs. 50% en een beetje is in handen van Heineken holden en 49,9% is

verhandelbaar op euronext. Bij heineken Holding is de meerderheid in handen van een Zwitserse

vennootschap, dat is de persoonlijke vennootschap van de familie heineken. De markt (beurs)

verschaffen in Heineken Holding NV 49% van het kapitaal en op deze manier de helft van de 50% vanHeineken NV. Als derden willen overnemen kunnen ze nooit meer dan 49% verkrijgen. Nadeel is dat

heineken niet in staat is grote overnames te financieren. Stel een overname van 10 miljard, dat

hebben ze niet in kas. Een bedrijf gaat dan meestal aandelen uitbrengen en met die opbrengst

betalen ze de overname. Als heineken dat zal doen, dan zal de familie heineken dalen naar 40%.

Daarom werd de structuur aangepast, zie schema hieronder.

(holding constructie) mogelijkheid om overnames te blijven doen zonder dat ze als familie de

zeggenschap verliezen!

Charlene Heineken Familie Hoijer Euronext

L ‘Arche Greenfree BV

Holding S.A.

86 % 14%

L’Arche Green BV

Heineken Holding

Heineken NV

Amstel en Heineken zitten hieronder

Mogelijkheid om 9% nieuwe aandelen uit te geven = 3 miljard. Daarnaast kunnen ze 4 miljard lenen.

Ze hebben dus 7 miljard capaciteit erbij om overnames te doen! Toen dit was gebeurd, werd de 7

miljard gebruikt voor een overname.

Onderwerpen college:

Enquêterecht, art. 2:344-359 BW

Geschillenregeling, art. 2:335-343 BW

Enquêterecht

Gaat om het beleid en de gang van zaken van de vennootschap. Omdat het beleid wordt bepaald

door organen, gaat het dus eigenlijk om het beleid van vennootschapsorganen. Functie bestuur, RvC

en Ava.

De procedure (sheet staat op blackboard)

2 deelprocedure: ook wel 1e

en 2e

fase

1

e

procedure begint met het verzoek tot het instellen van onderzoek. Art. 344 t/m 354 BW.



5 vereisten voor het instellen van een enquête

Verzoek moet worden gestart bij ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam.

Art. 2:354 lid 1 BW.

Verzoek moet betrekking hebben op een rechtspersoon art. 2:344 BW. Kan bij NV’s en BV’s

en daarnaast kan het ook bij een coöperatie en een onderlinge waarborg maatschappij. Je moet bevoegd zijn om een verzoek te doen art. 345 lid 2, 346, 347

Art. 345 lid 2 BW de advocaat generaal kan ook een enquête starten (reden van algemeen

belang).

Je mag een onderzoek pas vragen als je als verzoeker van te voren je bezwaren kenbaar hebt

gemaakt aan de vennootschap. Dat moet bij het bestuur en de commissarissen. De

vennootschap moet de gelegenheid hebben gekregen om onderzoek te doen en maatregelen

te nemen. Je mag ze dus niet overvallen .

Enquete recht moet gericht zijn op doeleinden van het enquêterecht

Geen twijfel aan juist beleid: dan wordt het verzoek afgewezen. Bij wel twijfel, dan wordt het verzoek

toegewezen. Er wordt een onderzoek ingesteld. Als dit klaar is dan wordt er een verslag neergelegdbij de ondernemingskamer die alle partijen kunnen inkijken. Als het een procedure is wat van belang

is voor heel Nederland, dan kan een ieder hem inkijken.

Uit het onderzoek kan het volgende blijken:

Verslag juist beleid

Verslag onjuist beleid, maar niet heel interessant.

Verslag wanbeleid (graad erger dan onjuist beleid). Als er sprake is van wanbeleid, dan kan

de tweede fase van de enquêteprocedure beginnen. Je kan aan de OK vragen om vast te

stellen dat er wanbeleid is en vragen om eindvoorzieningen te treffen die zijn opgesomd in

art. 356 BW. Bijv. de intern vennootschappelijke besluiten vernietigen, bestuurders ontslaan,

de ondernemingskamer kan zelfs afwijken van de statuten en bijv. het stemrecht i.p.v. deaandeelhouders uitoefenen. Laatste mogelijkheid is de vennootschap ontbinden.

Voorzieningen kunnen alleen worden getroffen als er sprake is van wanbeleid.

Wanneer is er sprake van wanbeleid?

Als een ondernemer heeft gehandeld in strijd met elementaire beginselen van verantwoord

ondernemerschap. In de latere Ogem zaak wordt het verder ingevuld.

Wanbeleid hoeft geen structureel karakter te hebben. Een enkele gedraging kan ook

wanbeleid zijn, zeker als deze ernstige gevolgen heeft.

Voor wanbeleid is niet vereiste dat er schade is.

categorieën wanbeleid Van Schilfenaarde nr. 121 en 122 Bewust in strijd met de wet handelen (bijv. arrest Gucci)

Sprake van belangenverstrengelingen die negatieve gevolgen heeft voor de vennootschap.

Bijv. de situatie dat de vennootschap een lening verstrekt aan één van haar bestuurders

tegen een hele lage rente zonder daarvoor zekerheid te vragen.

Benadelen van minderheidsaandeelhouders

Wanbeleid op bedrijfseconomische gebied, bijv. een hele risicovolle investering doen die

geen enkel goed redenerend econoom zou doen.

Het niet ingrijpen bij een dochter die zich aan het toezicht en de leiding van het concern

onttrekt

Bewust versluieren van resultaten in de jaarrekening



In de Ogem is vastgesteld dat de OK er mee kan volstaan dat er wanbeleid is bewezen. Er wordt

alleen vastgesteld dat er sprake is van wanbeleid zonder dat er voorzieningen worden getroffen. Dat

mag zegt de HR in Ogem, dat enquête recht is er ook om opening van zaken te geven en te bepalen

wie er verantwoordelijk is en een bepaalde preventie werking te hebben. Gelet op die doeleinden

mag je ook enquête vragen als een bedrijf failliet is. Dan nog is het zinvol om een enquête te starten,

want dat kan openheid geven. Een declaratoire uitspraak kan dienen als ondersteuning voor eenlatere aansprakelijkheidsuitspraak. Als bijv. de curator een vordering instelt op grond van

aansprakelijkheid instelt tegen een bestuurder op grond van onbehoorlijk bestuur, kan hij het

declaratoire vonnis gebruiken als bewijs. In Ogem wordt bepaald dat het vaststellen van wanbeleid

ook bindend is in een andere procedure (gezag van gewijsde).

De OK hoeft zich niet te beperken tot vaststellen van wanbeleid maar mag ook bepalen wie er

verantwoordelijk is voor het wanbeleid. Textlite arrest. Toepassing van art. 356 (eindvoorzieningen).

Daar staat bijv. dat de ondernemingskamer kan ontslaan of een besluit kan worden vernietigd. Als de

OK dat doet, dan moet dat gemotiveerd worden. Die onderbouwing van bijv. dat het verwijt juist die

bestuurder treft, kan blijken uit de uitspraak van de ondernemingskamer.

Geschillenregeling

Art. 2:335 t/m 2:243 BW, gaat over aandeelhouders die geschillen met elkaar hebben! Je kan

natuurlijk heel makkelijk de aandelen op de beurs verkopen bij NV’s, maar bij BV’s ligt dat moeilijker.

Je kan bijna nooit een derde vinden die in een vennootschap wil stappen waar een geschil is.

Daarvoor is deze regeling. Art. 2:335 BW alleen gebruikt worden door BV’s.

2 mogelijkheid waaruit je kan kiezen

A. gedwongen overdracht (of uitstoting) art. 2:336 lid 1 BW

Een andere aandeelhouder moet zich dermate slecht gedragen dat hij het belang van de

vennootschap schaadt. Je vordert bij de rechtbank dat de aandelen worden overgenomen. Als de

rechtbank van oordeel is dat iemand zich onredelijk opstelt en de belangen van de vennootschapschaadt dan kan hij de vordering toewijzen en dan zal hij een deskundige benoemen die de waarde

van de aandelen gaat bepalen. Voorbeeld uit de rechtspraak: een aandeelhouder beschuldigt het

bestuur van fraude wat ongegrond bleek te zijn. De aandeelhouder werd verplicht zijn aandelen over

te dragen. Als de prijs bepaald is dan kan de rechtbank bepalen dat de eiser een bepaalde prijs moet

betalen voor de aandelen en dat de ander verplicht is de aandelen te leveren.

B. gedwongen overname (of uittreding) art. 2:343 BW

Omgekeerde situatie. Iedere aandeelhouder die van mening is dat andere aandeelhouders zijn

belangen dermate schaden dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap naar redelijkheid niet

meer kan worden gevergd kan naar de rechtbank en eisen dat zijn aandelen worden overgenomen.

Bijv. situatie bij een vennootschap die jaren lang heel veel winst maakte maar er werd geen dividenduitgekeerd. Een aandeelhouder vorderde daarom dat zijn aandelen moesten worden overgenomen.

Nadelen: Geschillenregeling biedt niet de mogelijkheid om een onmiddellijke voorziening te treffen.

Je kan dus geen noodmogelijkheden treffen. Daarnaast duurt de procedure lang.


Een natuurlijk persoon is alleen verantwoordelijk voor zijn eigen schulden tenzij de wet anders

bepaalt. Zijn de leden van een vereniging hoofdelijk aansprakelijk voor het negatief eigen vermogen?

Zijn er wettelijke uitzonderingen?

2 uitzonderingen

Art. 2:30 lid 2 BW: aansprakelijkheid bestuurder voor schulden van informele vereniging



Art. 2:55 BW aansprakelijkheid leden van coöperatie voor tekort bij ontbinding

Beide uitzonderingen zijn niet van toepassing!

One tier board: orgaan in een vennootschap waar bestuurders en commissarissen samen zitting

hebben. Als dit er is, dan heb je een monistisch stelsel. Kennen we in Nederland niet want hierhebben we dualistisch stelsel.

Nadeel one tier systeem: je kan minder kritisch zijn.

Fusie: stukken worden ter inzage gelegd. Waarom? Op die manier kunnen crediteuren bepalen of

hun verhaalspositie door de fusie wordt geschaad. Waarom zou de verhaalspositie kunnen worden

geschaad? Stel dat de ene vennootschap een schuld heeft en de andere niet. De schuld zal de andere

insluiten wat tot gevolg heeft dat het totale vermogen in de min komt te staan (negatief vermogen).

In dat geval wordt je verhaalspositie geschaad. Wat is dan je recht als crediteur? 2:316 lid 2 BW. Als

crediteur kan je de rechtbank vragen om een waarborg.

Onderwerp college: Medezeggenschap

1. Wet op de Ondernemingsraden (WOR)

2. Wet op de Europese ondernemingsraden (WEOR)

3. SER-besluit Fusiegedragsregels 2000 (SER fusiecode 2000)

4. Structuurregeling (samenstelling RVC) art. 2:158 (268)

5. Enquêterecht art. 2:347 (en 2:346 sub c) BW

Begrippenkader

Andere begrippen in de WOR dan in boek 2.

Bijv. onderneming art 1 lid 1 sub c WOR, de arbeidsorganisatie moet als zelfstandige eenheid

optreden in de maatschappij. Verder is essentieel dat in die organisatie arbeid wordt verricht.Ondernemer: art. 1 lid 1 sub d WOR

Toepassingsgebied WOR

a. 50+ werknemers: OR art. 2 WOR

b. 10-49 werknemers: personeelsvergadering (art. 35b WOR)

tenzij: personeelsvertegenwoordiging art. 35c WOR

c. 0-9 werknemers: niets

tenzij: vrijwillige OR (art 5a lid 2 WOR

vrijwillige personeelsvertegenwoordiger (art. 35d WOR)

leden van de OR worden gekozen door de werknemers.

Medezeggenschapsrechten

Recht van informatie art. 31-31c WOR

Recht van overleg art. 23-24 WOR, de ondernemer (het bedrijf) moet beschikbaar zijn te

overleggen als de ondernemingsraad dat wenselijk acht

Recht van initiatief art. 23 lid 2 en 2 WOR: OR is altijd bevoegd voorstellen te doen aan de

ondernemer en standpunten kenbaar te maken

Recht van advies art. 25 WOR (belangrijkste recht). Tentamenvragen gaan vaak hierover!

Gaat over financieel economische besluiten

Recht van advies art. 30 WOR (minder vergaand dan art. 25). Gaat over besluiten tot

benoeming en ontslag van bestuurders.



Recht van instemming art. 27 WOR, vetorecht over arbeidsorganisatorische besluiten. Gaat

om secundaire arbeidsvoorwaarden, bijv. vaststellen van werktijdenregeling. Geen

instemming op primaire arbeidsvoorwaarden (zoals salaris). Als de OR niet wil instemmen,

dan kan de ondernemer naar de kantonrechter gaan om vervangende toestemming te

vragen art. 27 lid 4 WOR. De kantonrechter geeft dat als de instemming te weigeren

onredelijk is of vanwege zwaarwegende redenen. Een besluit is nietig als de OR geentoestemming heeft gegeven.

NB. Bevoegdheden van OR kunnen worden uitgebreid bij overeenkomst art. 32 WOR

Veel voorkomend besluit art. 25 WOR: besluit dat de onderneming in andere handen komt.

(aandelen overdracht).

Arrest Heuga Interface europe Heuga Holding BV Heuga Nederland BV

Sprake van besluit door Interface Europe Inc. Om de vrijwillige structuurregeling bij de tussenholding

af te schaffen. Door die afschaffing zou de RvC de bevoegdheid verliezen om de bestuurders vanHeuga te benoemen en te ontslaan en deze gaat naar de Amerikaanse aandeelhouders. Daaronder

zat Heuga Nederland nog, hebben die OR op grond van art 25 lid 1 sub e WOR een adviesrecht voor

het besluit wat boven in was genomen. Heuga Nederland zegt dat er geen advies nodig is want het

besluit wordt bovenin genomen. HR zegt dat het besluit tot afschaffing van de structuurregeling dat

dat juridisch gezien wordt genomen door de aandeelhouders vergadering van Heuga Holding. M.a.w.

dat besluit is dus een besluit van Heuga holding BV. In R.o. 3.3.1. dat de herverdeling van de

bevoegdheden binnen Heuga holding doorwerkt in de onderneming van Heuga Nederland, dat houdt

in dat Heuga Nederland vereenzelvigd .

De HR heeft in het arrest provincie zuid holland het begrip mede ondernemer uitgelegd. Een

ondernemer is mede ondernemer als hij t.o.v. een onderneming een positie inneemt die hemstelselmatig zodanig beïnvloed op de besluitvorming binnen de onderneming beschouwt dat gezegd

kan worden dat de onderneming mede door hem in stand wordt gehouden. Als er sprake is van een

dergelijke invloed dan wordt het besluit door de mede-ondernemer genomen.

De OR van de onderneming kan strikt genomen niet adviseren, omdat de ondernemer het besluit

niet heeft genomen, maar o.g.v. de rechtspraak onder omstandigheden dat besluit kan worden

toegerekend aan de ondernemer omdat die ander en de ondernemer kunnen worden vereenzelvigd

dan wel dat die ander als mede ondernemer wordt aangemerkt als gevolg waarvan de ondernemer

toch een besluit heeft genomen en de OR dus toch advies moet geven.

Enka uitspraak: HR: Als ondernemer mag je besluiten nemen waardoor de belangen van bepaalde

personen worden geschaad als daar tegenover staat dat andere belangen worden gediend. Dat

andere belang is dan vaak het belang van de onderneming of het concern als geheel.

Kan er beroep worden ingesteld als er geen advies wordt gevraagd aan de OR? Lingeziekenhuis

uitspraak: De ondernemingskamer bepaalde dat als er ten onrechte geen advies is gevraagd er

beroep open staat bij de kamer en dat het beroep kan worden toegewezen op de enkele grond dat

er geen advies is gevraagd.

De ondernemingskamer kan de ondernemer verplichten het besluit in te trekken en de gevolgen

ongedaan te maken. Er is wel derdenbescherming, een derde die een onderneming heeft gekocht

kan door de ondernemingskamer niet worden gedwongen om weer terug te leveren. Vanwege de

bescherming is van groot belang lid 8 van art. 26 WOR. Daar staat dat de ondernemingskamer

voorlopige voorzieningen treffen.



GOR: groepsondernemingsraad

Art. 35 WOR als het om de meerderheid van de ondernemingen gaat is de GOR bevoegd, deze is dan

exclusief bevoegd.

Hoorcollege 10 mei 2011

Casus over Swets, voorbeeld tentamenvragen

Wie is er bevoegd tot uitgifte van aandelen?

Gaat om een BV dan art. 2:206 BW, of de zittende aandeelhouders of ze hebben een ander orgaan de

bevoegdheid gegeven om daarover te beslissen

Was het geoorloofd dat de 30% extra aandelen in die tijd uitsluitend werden aangeboden aan NPM

en niet aan andere aandeelhouders? Er is een voorkeursrecht, art. 2:206a BW, maar dat

voorkeursrecht kan worden beperkt door een besluit van de aandeelhouders.

In de casus is een man directeur van de groot aandeelhouder en commissaris en hij moet daarvoor

dus toezicht houden op de uitgifte. Had de commissaris geen tegenstrijdig belang? Er is immersuitgegeven aan een vennootschap waar hij betrokken is als directeur? Is dit een grond om de uitgifte

aan te tasten? Bij tegenstrijdig belang kijk je naar art. 2:256 BW, dit artikel is niet van toepassing op

deze situatie.

Is er nog een andere grond waarop de familie kan zeggen dat ze zijn benadeeld?

Je kan zeggen dat destijds de aandelen voor een lager bedrag zijn uitgegeven, daardoor kunnen ze

zijn benadeeld. Het kan om onbehoorlijk bestuur gaan in de zin van artikel 9 van boek 2. Probleem is

alleen dat art. 2:9 geen toegang geeft tot een rechtstreekse actie, maar dat de vennootschap de

bestuurders kan aanspreken!

De jaarrekeningAlleen hoofdlijnen kennen van hoofdstuk 11. Als er vragen over gesteld worden, dan heeft dat

waarschijnlijk betrekking op wat er in de hoorcolleges gezegd wordt.

Functie jaarrekening, waarom moeten bedrijven een jaarrekening publiceren?

Document waarmee het bestuur en de RvC verantwoording afleggen jegens de

aandeelhouders over het financiële beleid van het afgelopen jaar.

Document waarop beleggers hun investeringsbeslissing op kunnen baseren. Ook een rol voor

toekomstige investeerders over wat ze willen investeren

Jaarrekening wordt gebruikt voor toepassing van kapitaalbeschermingsregels. Er moet altijd

een bepaald bedrag achterblijven in het kapitaal. Het vrije deel kan worden berekend op

basis van de jaarrekening. Informatie voor crediteuren, er kan worden ingeschat wat de liquiditeitspositie is en zo kan

er worden gekeken of ze eventueel nog een overeenkomst willen sluiten met hen. De

praktijk wijst alleen wel uit dat het niet heel veel zekerheid geeft aan een crediteur.

Geregeld in titel 9 van boek 2. Art. 2:360 e.v. BW

Art. 2:360 BW de werkingssfeer. Je valt onder titel 9 als je een NV, BV, cooperatie,

waarborgmaatschappij, commerciële vereniging of stichting bent etc.

Terminologie, het verzamelbegrip is financieel verslag voor de jaarrekening, jaarverslag en voor de

overige gegevens. Deze 3 vormen samen het financieel verslag. In de syllabus staat het financieelverslag van Ahold waarin zij hebben gefraudeerd.



Jaarrekening is een verzamelnaam voor de balans, verlies en winstrekening en de toelichting. Art.

2:361 BW. De jaarrekening zijn de cijfers.

Het jaarverslag is het onderdeel van het financieel verslag wat geschreven is door het bestuur en de

rvc over hoe het afgelopen jaar is verlopen en wat de plannen zijn voor de toekomst. Sinds 2004

moet er ook een corporate governance verklaring worden toegevoegd art. 2:391 lid 5 BW

Overige gegevens

- Accountantsverklaring

- Voorstel tot winstbestemming

- Gebeurtenissen na balansdatum

Art. 2:405 samengevoegde jaarrekening

Art. 2:406 de topholding heeft de verplichting om zo’n geconsolideerde jaarrekening op te stellen.

Art. 2:403 de jaarrekening van alle dochters van een groep hoeven niet aan de eisen van titel 9 te

voldoen als er aan 3 vereisten is voldaan

1. de moeder moet de geconsolideerde jaarrekening op stellen met een beeld van het geheel

2. de moeder moet zich hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de schulden van de dochter. Dat doet demoeder door een 403 verklaring. Een verklaring als bedoeld in artikel 403. Als deze wordt afgegeven

dan moet deze bij het handelsregister worden gedeponeerd en worden gepubliceerd in de

jaarrekening. De verklaring kan weer worden ingetrokken op grond van art. 2:404 BW, dit kan bijv.

als het heel slecht gaat met de dochter of als de dochter verkocht wordt.

3. er moet voldaan zijn aan de andere vereisten die genoemd worden in art. 2:403 (zie WVS nr. 106).

Wat had de moeder moeten doen om ook van de bestaande schulden af te komen?

Art. 2:404 BW de overblijvende aansprakelijk beëindigen. Op grond van lid 3 moet er daarvoor

aankondiging worden gedaan in een landelijk dagblad. Als er wel verzet is, dan moet de moeder

zekerheid stellen voor de schulden.

Opmaken jaarrekening: 5 maanden na afloop boekjaar art. 2:101/210 BW

Is uitstel mogelijk: maximaal 6 maanden (art. 2:10 BW). Dan hoeft de jaarrekening pas na 13

maanden te worden gepubliceerd.

Mag het bestuur van de vennootschap daar zelfstandig over beslissen? Nee, dat kan niet zelfstandig,

want het is ook een document waarmee je verantwoording aflegt aan de aandeelhouders en daarom

dient de Ava akkoord te gaan met het uitstel. Het bestuur moet een vergadering bijeenroepen.

Waarom is het voor de bestuurders belangrijk dat de jaarrekening tijdig wordt gepubliceerd? Als een

vennootschap failliet gaat en als het lijkt dat de jaarrekening te laat is gepubliceerd dat er wordt

aangenomen dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur. Als bestuur kan je dan dus aansprakelijkworden gesteld.

Art. 2:396 en 397 BW

Hoe kleiner de onderneming is hoe geringer de eisen zijn van de inrichting van de jaarrekening.




Voorbeeld tentamenvragen

Op welke wijze wordt de jaarwinst van een onderneming vastgesteld?

Art. 3:216 BW voor de BV. In lid 3 staat na vaststelling van de jaarrekening. Door de vaststelling

wordt bepaald hoeveel winst er kan worden uitgekeerd.

Waar gaat de winst in de onderneming naar toe? Wie heeft recht op de winst?

Art. 3:216 lid 1 BW de winst komt in beginsel toe aan de aandeelhouders. Vaak wordt een deel

gereserveerd en een deel uitgekeerd. Lid 2, bepaald bedrag moet naar de crediteuren.

Mag een vennootschap ook besluiten om helemaal geen winst uit te keren?

Ja, bijvoorbeeld ING heeft een aantal jaar geen winst uitgekeerd. Hiervoor moet wel een objectieve

reden zijn, bij ING ging het slecht met de vennootschap en de leningen moesten eerst worden

afgelost. Het is niet toegestaan om een minderheidsaandeelhouder lang niets uit te keren met als

doel dat hij uiteindelijk de vennootschap zal moeten verlaten. (uitspraak Sluis).

Moeten aandeelhouders hetzelfde dividend ontvangen?

Ja in beginsel moeten alle aandeelhouders gelijk worden behandeld (art. 3:201 lid 1 BW). Maar je

mag wel verschil maken tussen verschillende soorten aandelen.

Wie besluit tot intrekken van aandelen? Art. 2:98 BW e.v.

Art. 2:99 lid 1!

Op welke wijze wordt de positie van crediteuren gewaarborgd?

Art. 2:100 BW ze kunnen protest indienen.

Onderwerp college: Aansprakelijkheid en rechtspersoonlijkheid (art. 2:5)Rechtspersonen zijn aansprakelijk en de personen (leden, aandeelhouders, commissarissen) die erbij

betrokken zijn, zijn in beginsel niet aansprakelijk! Zij worden dus als het ware beschermd door de

rechtspersoon.

Art. 2:9 BW inspanningsverbintenis over de taakvervulling. Hoofdelijke aansprakelijkheid van iedere

bestuurder in geval dat één van de bestuurders zijn taak niet naar behoren vervult.

Uitspraak Meijers/Mast Holding

Staleman/van der Ven: HR overweegt over aansprakelijkheid in de zin van art. 2:9 BW, er dient de

bestuurder een ernstig verwijt kunnen worden gemaakt. In deze zaak werden onnodige risico’s

genomen en daardoor kon hen een ernstig verwijt worden gemaakt. Ander voorbeeld, zonder enigevoorkennis het sluiten van een fabriek of het verstrekken van een grote geldlening aan de president

commissaris zonder enige zekerheid.

De art. 2:9 BW procedure moet worden gevolgd door de vennootschap! Dat kan problemen

opleveren, want het bestuur zou dan zichzelf moeten aanspreken. Vaak zijn het nieuwe bestuurders

die oude bestuurders aanspreken. Niet alle bestuurders hoeven worden aangesproken! De

aangesproken bestuurder kan vervolgens regres nemen op zijn mede bestuurders.

Tentamenvraag over Ahold zaak

Zou de voorzitter van het bestuur door Ahold op grond van art. 2:9 kunnen worden aangesproken?

Ja, dat kan als hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt (staleman/van der ven). dit is het geval

als hij bijvoorbeeld wist van de fraude maar geen maatregelen had genomen.



Wie moet die actie instellen?

De vennootschap zelf

De situatie bij Ahold was dat de nieuwe bestuurders niet direct de oude bestuurders konden

aanspreken. De aandeelhouders wilde dat dit wel gebeurde. Kunnen de aandeelhouders het bestuur

instrueren dat zij hen aanspreken en moet het bestuur dit opvolgen?Nee, in beginsel hebben de aandeelhouders geen instructierecht. Het bestuur is autonoom. Dit zou

anders kunnen zijn als de statuten daar een grondslag voor bieden art. 2:129 lid 4 BW. Deze bepaling

was niet in de statuten Ahold opgenomen.

Hoe zit het met de commissarissen? Art. 2:259 BW

Wanneer kan een bestuur of commissaris niet meer worden aangesproken op grond van art 9, ook al

is er een ernstig verwijt? Dat is het geval als de aandeelhouders aan het bestuur de decharge hebben

verleend.

Externe aansprakelijkheid- In faillissement

Geregeld voor de BV in artikel 248. Deze is opgenomen om misbruik van vennootschappen

tegen te gaan.

- Onrechtmatige daad

Beklamel: bestuurder aansprakelijk als hij wist dat de vennootschap niet aan haar

verplichtingen kon voldoen.

Aansprakelijkheid van (groot) aandeelhouders (concernverhoudingen)

Vrijwillige aansprakelijkheid, bijvoorbeeld de 403 verklaring of dat de moeder zich borg stelt

voor de schulden van de dochter.

Onvrijwillige aansprakelijkheid

Poot ABP: NV’s en BV’s zijn rechtssubjecten met eigen van de aandeelhouders afgescheiden

vermogen, daaruit volgt dat alleen de vennootschap vergoeding voor de door haar gelede schade kan

vorderen

Laat de vennootschap na de s.v. te vorderen dan zijn er voldoende mogelijkheden om het bestuur te

dwingen. (de aandeelhouders kunnen dat).

( aandeelhouder kan bestuurder onder dreiging van ontslag de vordering in te stellen)

Uitzondering kip en sloetjes/rabobank

Aandeelhouder heeft wel een eigen vordering jegens de derde indien de gedraging van de derde nietalleen onrechtmatig was jegens de vennootschap maar ook rechtstreeks onrechtmatig jegens de

aandeelhouder.

Heino Krause

Werknemer heeft stelselmatig lactose toegevoegd aan de melk. Het bestuur wist hier niets van. Ging

het om afgeleide schade of rechtstreekse schade? De schade die de leden leiden door het

onrechtmatige gedrag van de werknemer was afgeleide schade. Het Hof oordeelde dat er sprake was

van rechtstreekse schade omdat de nadelige bedrijfsresultaten direct doorgaat naar de leden. HR

zegt daarentegen geen sprake van rechtstreekse schade maar afgeleide schade en daarom hebben

de leden geen recht tot schadevergoeding. HR zit meer in de lijn van ABP Poot.




Art. 2:110 BW

Als je 10% van het aandelenkapitaal hebt, kan je een AVA bijeenroepen (moet wel via de rechter).

Art. 2:114a BWAgenderingsrecht van de aandeelhouders, er kan het punt ontslag RvC op de agenda wordt gezet. Er

kan daarna een nieuwe RvC worden aangesteld.

Art. 2:164 BW

RvC van een structuurvennootschap kan het bestuur vervangen.

Wat kan de vennootschap zelf doen?

Stichting heeft 2 bevoegdheden

1. de stichting heeft het recht om een calloptie uit te oefenen. Gevolg is hiervan dat de stichting

grootaandeelhouder wordt en de macht heeft in de Ava. Zo wordt ontslag voorkomen

2. (niet altijd mogelijk). Het recht om een enquete te starten bij de ondernemingskamer als destichting van oordeel is dat er dingen worden gedaan die in strijd zijn.

Onderwerp college: Personenvennootschappen

In Nederland zijn twee soorten vennootschappen. Kapitaalvennootschappen en

personenvennootschappen. Bij kapitaalvennootschappen moet er een minimum aan kapitaal worden

bijeengebracht. Schuldeisers kunnen zich slechts verhalen op dat kapitaal en niet op de

achterliggende aandeelhouders. Bij personenvennootschappen daarentegen is er geen minimum

kapitaal. Schuldeisers kunnen zich verhalen op het achterliggende vermogen van de vennoten

verhalen. Waarborg is het vermogen van de vennoten. Het verschil in naam bij de beide soorten

vloeit voort uit hetgeen waarop de schuldeisers zich kunnen verhalen (kapitaal en achterliggendepersonen).

Verschillende redenen om voor personenvennootschap te kiezen

Minimumkapitaal, bij personenvennootschap is niet de regel dat er een minimum bedrag

moet worden ingelegd. Dat verschil gaat in de toekomst verdwijnen vanwege het

wetsvoorstel Flex BV. Bij de oprichting van de BV is in de toekomst niet langer een

minimumkapitaal vereist

Notaris, oprichting is eenvoudig, kan zelf door een notaris. Bij de BV en de NV is wel een

notariële akte nodig, dit zijn ook weer extra kosten.

Inrichtingsvrijheid, de regels inzake de kapitaalvennootschap bevatten veel dwingend recht

en het is daarom niet altijd mogelijk om in te richten op een manier die je zelf wenselijk acht.De regels van het personenvennootschap zijn van regelend recht en bieden dus veel ruimte

om naar eigen inzicht in te richten. Het wetsvoorstel Flexbv leidt ook tot dat de inrichting van

de BV ook soepeler wordt

Fiscaliteit, kapitaalvennootschap valt onder de vennootschapsbelasting.

Personenvennootschap is transparant. Er hoeft over de vennootschap zelf geen belasting

worden betaalt, maar over de achterliggende personen. Dit kan een lager tarief zijn

3 soorten

Maatschap

Vennootschap onder firma, v.o.f.

Commanditaire vennootschap, c.v.



Nieuwe regeling in titel 13 van boek 7. Dit wetsvoorstel is in 2005 door de TK aangenomen.

Verwachting is dat het volgend jaar in werking zal treden.

Voor tentamen alleen de toekomstige regeling kennen!!!!

In de syllabus staat een tekst en commentaar over het wetsvoorstel. Op blackboard komen prints te

staan die je wel mee mag nemen. Eerst artikel lezen om de grote lijnen te begrijpen. Daarna pas tekst

en commentaar lezen!

1. de overeenkomst van vennootschap (art. 7:800 lid 1 BW)

2. typten van vennootschappen (art. 7:801 BW)

Lid 1 openbare vennootschap

Lid 2 stille vennootschap

Inhoud van inbreng en wijze van inbreng art. 7:805 BW

a. inhoud van inbreng

juridisch eigendom

economisch eigendominbreng van genot, zowel het juridische eigendom als het economische eigendom blijft bij de

inbrenger. Goed wordt dus eigenlijk ter beschikking gesteld van de vennootschap.

b. wijze van inbreng

in de vennootschappelijke gemeenschap

in het vermogen van de vennootschap

art. 7:806 BW een vennoot, zolang hij vennoot is, kan niet beschikken over zijn aandeel in de

gemeenschap!

Lid 1, vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid

Sprake van zogenaamde gebonden gemeenschap. De gemeenschap blijft in tact voor deactiviteiten van de onderneming

Art. 7:807 BW vennootschap met rechtspersoonlijkheid. Soortgelijke waarborg! (OVR). De

vennootschap zelf is rechthebbende. De goederen komen dus niet aan de vennoten gezamenlijk toe,

maar aan de vennootschap zelf. Een vennoot kan zijn aandeel in een vennootschapsgoed niet

overdragen. Hij is daartoe niet gerechtigd.

Volgens art. 7”806 lid 2 BW kunnen schulden van een vennootschap niet rechtspersoon op de

goederen van de gemeenschap worden verhaald. Komt er op neer dat hierdoor de

vennootschapscrediteuren verhaalsvoorrang hebben op de vennootschapsgemeenschap, d.w.z. dat

vennootschapscrediteuren zich eerder op de gemeenschap mogen verhalen dan de privécrediteurenvan de vennoten. Het vermogen van de vennootschap is dus afgescheiden, aldus dat het niet

bereikbaar is voor de privécrediteuren en als waarborg geldt.

Exclusief verhaal

Bij een vennootschap die rechtspersoon is, kom je niet toe aan het afgescheiden vermogen. Door de

rechtspersoonlijkheid is het gesepareerd van het vermogen van de vennoten.

Afdeling 3: bestuur van de personenvennootschap.

Hoofdregel is dat het bestuur van de vennootschap door de vennoten zelf wordt gevoerd. Degene

die start is dus ook direct bestuurder. In het definitieve wetsvoorstel is het toch mogelijk om een

derde in het bestuur te zetten. In de praktijk doen toch vaak de vennoten het zelf.

Art. 7:809 BW besturende vennoot



Art. 7:810 BW

- Onbeperkt bevoegd inzake normale rechtshandelingen

- Voor andere rechtshandelingen instemming vereist van andere vennoten

Er geldt een interne draagplicht

Vertegenwoordigingsbevoegdheid

Art. 7:811 BW openbare vennootschap

Art. 7:812 BW stille vennootschap

Aansprakelijkheid

Art. 7:813 BW openbare vennootschap

Art. 7:813 lid 3 BW stille vennootschap

Administratie: winst en verlies art. 7:814 – 7:816 BW

Verplicht tot administratie. Stukken dienen te worden vastgesteld. Dit gebeurt elk boekjaar

Iedere vennoot heeft hierna recht op uitkering van een deel van de winst. Bij overeenkomst kananders worden bepaald.


Actualiteiten

Uitrookprocedure uitkoopprocedure

Uitkoopprocedure is belangrijk voor tentamen!

Uitkoopprocedure van Grolsch

Er is een buitenlandse brouwerij gekomen (sabmiller), deze heeft een openbaar bod uitgebracht op

alle aandelen van Grolsch. Bijna iedereen heeft zijn aandelen verkocht toen aan sabmiller. Er warennog enkele aandeelhouders die hun stukken niet hadden verkocht. Dit waren Erik, Rolinda en VEB.

Daarnaast was er nog een administratiekantoor met certificaathouders. Bij een overname wil

sabmiller alle aandelen hebben omdat het lastig is als er minderheidsaandeelhouders zijn.

4 redenen

Als je laat zoals het nu is, dan moet sabmiller als er een algemene vergadering wordt

gehouden, allerlei wettelijke formaliteiten in acht nemen voor de oproeping van de

algemene vergadering.

De jaarrekening moet veel uitgebreider zijn

Lastig om informatie geheim te houden. Als je een 100% relatie hebt, kan je je vertrouwelijke

informatie overdragen. Nu zijn er buitenstaanders bij Grolsch moet bij dividend beleid rekeninghouden met die outside aandeelhouders. Als je er

maar een hebt, dan kan je makkelijk zeggen dat je een aantal jaren geen dividend gaat

uitkeren. Kleine aandeelhouders gaan sneller zeuren dat ze het nodig hebben.

2 manieren om de minderheidsaandeelhouders weg te krijgen

Algemene uitkoop art. 2:359a BW

Bijzondere uitkoop regeling art. 2:92a BW

Bij uitkoopprocedure wordt er op twee manieren gedagvaard. Je hebt altijd aandeelhouders die je

niet kent, en daarvoor wordt een advertentie geplaatst.



Stappen

1 . het bestuur van de stichting gaat over tot besluit tot ontbinding, art. 2:19 lid 1 sub a BW.

Algemene bepalingen, gelden dus voor alle rechtspersonen. Bij de NV of BV neemt de algemene

vergadering zo’n besluit. Een stichting heeft geen algemene vergadering.

2. die ontbinding moet kenbaar gemaakt worden in het handelsregister art. 2:19 lid 3 BW

3. art. 2:19 lid 5 BW. De stichting blijft na ontbinding bestaan voor zover nodig is voor vereffening

van het vermogen.

4. Stichting is ontbinding, vermogen moet vereffend worden, alle schulden moeten worden voldaan.

Art. 2:23b BW.

5. art. 2:23 BW vereffening door bestuurders

6. de vereffenaar legt de rekening en de verantwoording en het plan van verdeling neer bij het

handelsregister. Art. 2:23b lid 4 BW

7. in de twee maanden periode kan volgens elke gerechtigde of elke schuldeiser er verzet worden

ingesteld bij de rechtbank. Verzetrecht is te vinden in art. 2:23b lid 5 BW

8. Als er geen verzet is, dan kan de vereffening worden afgehandeld en pas als de vereffening

helemaal is beëindigd, dan pas houdt de stichting op te bestaan.

( stap 9. Art. 2:23c BW bijzondere bepaling. Het is mogelijk dat de rechtspersoon die niet meer

bestaat om die weer tot leven te brengen en de vereffening te heropenen als het toch niet helemaal

klopt. Is een uitzonderingssituatie!)

Dit was uitkoop met als sluitstuk de liquidatie.

Onderwerp college: personenvennootschappen, titel 13 van boek 7 BW

Afdeling 5: ontbinding en voortzetting

Huidige regeling: Als een van de vennoten uit de vennootschap treedt, volgt ontbinding. Vaak willen

de resterende vennoten wel gewoon verder. In de toekomstige regeling zal de mogelijkheid bestaan

om te kiezen tussen algehele en partiële ontbinding.

Algehele en partiële ontbinding

Art. 7:817 BW algehele ontbinding

Art. 7:818 BW partiële ontbinding

Art. 7:818 BW vernietiging van opzetting

Art. 7:820 BW rechterlijke ontbinding

Bij partiële ontbinding wordt er alleen ontbonden t.a.v. de uittredende vennoot. De rest wordt

gewoon voortgezet.

Ook mogelijk is dat de overeenkomst aan een bepaalde vennoot wordt opgezegd. Dat kan

bijvoorbeeld als je slecht functioneert.

Opzegging moet natuurlijk wel op goede gronden geschieden, anders kan de opzegging wordenvernietigd. Alternatief voor de opzegging is de ontbinding door de rechter. Elke vennoot kan bij de



rechter ontbinding vorderen wegens gewichtige redenen. Dit heeft geen terugwerkende kracht,

omdat je anders alle rechtshandelingen weer terug moet draaien. Je kan tegelijk bij de rechter

vragen om de wan presterende vennoot te veroordelen tot het betalen van schadevergoeding. (zie

art. 7:820 BW).

De goederenrechtelijke en verbintenisrechtelijke gevolgen.Hangen af van of het een rechtspersoon is of niet!

Art. 7:821 lid 1 – 3 BW, aandeel moet worden toegedeeld aan de overgebleven vennoten.

Art. 7:821 lid 2 – 4 BW, Als je rechtspersoonlijkheid hebt, dan zijn de goederenrechtelijke gevolgen

minder ontwikkeld. De uitgevende vennoot verliest zijn aandeel en dan hoeft het aandeel niet te

worden geleverd aan de vennootschap. Wordt automatisch verdeeld over de resterende vennoten.

Stel dat de vennoten gelijk gerechtigd zijn, dan heeft de uittredende vennoot recht op een evenredig

deel. Dat is de situatie er een positief vermogen is. Als er een negatief vermogen is, dan moet je jouw

aandeel vergoeden. Stel het saldo is -100.000 en je bent met 4, dan moet je 25.000 euro aan de

vennootschap betalen.

3. opvolging

Art. 7:8:22 – 7:823 BW

4. Aansprakelijkheid bij uittreden en toetreden

Art. 7:824 lid 1 BW, rechtsvorderingen tegen de uittredende vennoot verjaren na 5 jaar.

Art. 7:824 lid 2 BW, geen gebondenheid van toetreder voor bestaande vennootschapsschulden.

Afdeling. 6 Vereffening en verdeling art. 7:825 – 7:831 BW

De overeenkomst van vennootschap bij ontbinding houdt op de te bestaan. Dat heeft nog geen

goederenrechtelijke consequenties. De gemeenschap blijft gewoon bestaan, die eindigt pas als er isvereffend.

Stel er is een pand ingebracht. Door de inbreng van juridische eigendom, is het pand eigendom

geworden van de vennootschap. Dat betekent dat de opbrengst van het pand naar de vennootschap

gaat. Bij de inbreng wordt vermeldt dat de vennootschap een schuld heeft aan de inbrenger ter

hoogte van de waarde van het pand. Bij vereffening wordt de schuld betaald, dus de waarde van het

pand op het moment van de inbreng. Stel het pand is meer waard geworden, dan ontvangt de

inbrenger niet de extra inkomsten. Het risico ligt bij de vennootschap.

Stel het pand is in economische eigendom ingebracht. Dat betekent dat het juridisch eigendom dus

gebleven is bij de inbrenger en dat wil zeggen dat er met het pand niets hoeft te gebeuren. Het is deeigendom van de inbrenger. Stel het pand is minder waard geworden, in dat geval moet de

vennootschap aan de inbrenger het verschil betalen.

Wat gebeurt er als het genot van het pand is ingebracht? In dat geval is de inbrenger eigenaar

gebleven.

Als de vennoot die een belangrijk goed heeft ingebracht uittreedt, dan gaat het goed in beginsel

weer mee met de uittreder. Dat kan voor de achterblijvers lastig zijn. Vaak worden op voorhand

afspraken gemaakt en de vennoten nemen dan een verblijvingsbeding op in de overeenkomst. Dat

houdt in dat de door de uitreder ingebrachte goederen achterblijven in de vennootschap en dat de

waarde wordt uitgekeerd. Variant daarop is het overnemingsbeding. Het goed blijft niet automatischachter, maar de vennootschap heeft een koopoptie.



Wat is het aantrekkelijkst?

Hangt af van voor wie je zou optreden als advocaat. Voor de vennoot liever een overnemingsbeding.

Er kan per geval worden bepaald of ze de optie uitoefenen. Kan per geval verschillen.

De vereffening eindigt op het moment dat de uitkeringen worden gedaan. Wordt opgenomen in het

handelsregister.

Eisen voor verkrijgen rechtspersoonlijkheid art. 7:812 BW

- Overeenkomst waarin staat dat het rechtspersoonlijkheid heeft

- Notariële akte

- Extra eis: De goederen die behoren tot de vennootschappelijke gemeenschap moeten

worden ingebracht bij de rechtspersoon. Zijn in het verleden ingebracht bij de gemeenschap

(vennootschap niet rechtspersoon). Verschil tussen vennootschap met en zonder

rechtspersoonlijkheid!

Opgeven van rechtspersoonlijkheid art. 7:833 BW.

Dezelfde route als zojuist maar dan omgekeerd.

Afdeling 7 omzetting art. 7:834 – 7:835 BW

Omzetting van OVR (openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid) in BV

Niet vereist is dat de vennootschap wordt ontbonden, alleen de rechtsvorm veranderd! Art. 7:834

BW. Waarom zou je dit doen?

Aan 4 vereisten moet er worden voldaan

Overeenkomst tot omzetting, elke vennoot heeft ook hier een vetorecht.

Notariële omzettingsakte met de statuten van de nieuwe BV

In de akte moet het vermogen van de openbare vennootschap zijn beschreven en bepaaldhoeveel aandelen iedereen krijgt in de BV

Rechterlijke machtiging vereist

Een vennoot die zijn veto uitoefent en de omzetting vindt toch plaats, is niet verplicht mee te gaan

naar de BV. Hij kan dus niet de omzetting tegenhouden. Hij kan uittreden en moet schadeloos

worden gesteld voor het verlies van zijn aandeel.

Is een omzetting gunstiger of ongunstiger voor crediteuren?

Vooral ongunstig want bij de BV kan er slechts worden verhaald op het vermogen van de BV en niet

op het vermogen van de aandeelhouders. Anders kan het ook op het privé vermogen van de

vennoten. Ter compensatie van dat verlies, zegt lid 7 van art. 7:834 dat crediteuren zich nog 5 jaar nade omzetting kunnen verhalen op het privé vermogen van de vennoten. Dus nog 5 jaar hoofdelijk

aansprakelijk!

De nieuwe regeling biedt ook de mogelijkheid om de BV om te zetten in een personenvennootschap.

Zelfde soort vereisten als zo net. Art. 7:834 BW.

Door de omzettingsmogelijkheid is er een brug gecreëerd tussen boek 2 en boek 7. Je kan zo

doorgaan zonder dat er een vereffening of ontbinding plaats vindt.

Stille vennootschap openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid --? OVR BV NV

stichting vereniging cooperatie BV OVR openbare vennootschap zonderrechtspersoonlijkheid stille vennootschap.



Afdeling 8 Commanditaire vennootschap art. 7:836 – 7: 837 BW

Soorten vennoten

o Openbare vennootschap

o Gewone vennoten: volledig aansprakelijke voor de schulden. Wordt bij de cv de beherendevennoot genoemd.

o Commanditaire vennoten: de niet beherende vennoot. Een vennoot die aan drie eisen

voldoet:

1. hij brengt niet uitsluitend arbeid in, in de praktijk vaak geld.

2. hij wordt uitgesloten van de bevoegdheid om de vennootschap de

vertegenwoordigen.

3. Bij verlies van de vennootschap, hoeft hij niet verder te delen dan zijn inbreng. Zijn

aansprakelijkheid is begrenst.

Je kan de commanditaire vennoot vergelijken met de aandeelhouder. Verschil is alleen dat er hier

geen aandelen worden uitgegeven. Wordt vaak gebruikt om extern kapitaal te krijgen voor personendie wel kapitaal willen verschaffen maar niet aansprakelijk willen zijn.

Als hij wel gaat beheren dan overtreedt hij het verbod en zal hij wel hoofdelijk aansprakelijk zijn. In

de zaak Romano is bepaald dat een commanditair die namens de cv een bank opdraagt om de schuld

te betalen dat hij het beheersverbod overtreedt en dus hoofdelijk aansprakelijk is. Een commanditair

moet dus echt op de achtergrond blijven!

Verder kan het beheersverbod worden overtreden als er een goedkeuringsrecht is ingevoerd. De

commanditair is namelijk feitelijk zo beherend vennoot!

Waar kan een cv voor worden gebruikt?Voorbeeld Eredivisie NV.

Ondernemingsrecht Hoorcolleges

Documents

Transcript of Ondernemingsrecht Hoorcolleges