Ondernemen in 2016

90
Ondernemen in 2016 Binnenland sterker, buitenland onzeker ING Economisch Bureau / december 2015

Transcript of Ondernemen in 2016

Page 1: Ondernemen in 2016

Ondernemen in 2016 Binnenland sterker, buitenland onzeker

ING Economisch Bureau / december 2015

Page 2: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 2 Ondernemen in 2016 / december 2015

Annerie Vreugdenhil

Directeur Zakelijk

ING Nederland

Succesvolle ondernemers kijken vooruit en monitoren hun

omgeving. Zo ontdekt u als ondernemer welke ontwikkelin-

gen zich afspelen die voor uw bedrijf van belang kunnen

zijn. Op basis van kennis, ervaring, historische cijfers en

actuele trends geven de ING-economen in deze publicatie

hun visie op de te verwachten economische prestaties in

uw sector voor het komend jaar.

Ik vertrouw erop dat deze informatie u helpt om het onder-

nemen makkelijker te maken en inzicht geeft in de kansen

die zich in 2016 voordoen. Ik wens u een mooi, onderne-

mend en succesvol 2016.

De Nederlandse economie 3

De Nederlandse economie

Sectoren

De wereld 6

Wereldeconomie

Exportmarkten

Zakelijke dienstverlening 13

Accountantskantoren

Flexbranche

Juridische dienstverlening

Organisatieadviesbureaus

Reisbranche

Software en services sector

Industrie 21

Voedingsmiddelenindustrie

Chemie

Rubber en kunststofindustrie

Metaalbewerking

Elektrotechnische industrie

Machinebouw

Transportmiddelenindustrie

Grafische industrie

Bouw 31

Woningbouw

Utiliteitsbouw

Infrasector

Installatiebranche

Onderhoud, herstel en verbouw

Commercieel vastgoed

Transport en logistiek 39

Wegtransport

Binnenvaart

Vervoer door de lucht

Logistieke dienstverlening

Groothandel 45

Agrarische producten

Voedingsmiddelen

Non-food

Kapitaalgoederen

Grondstoffen

Detailhandel 52

Supermarkten

Foodspeciaalzaken

Kleding

Schoenen

Woninginrichting

Doe-het-zelf

Consumentenelectronica

Persoonlijke verzorging

Automotive

Agrarische sector 63

Akkerbouw

Groenten en fruit

Intensieve veehouderij

Sierteelt

Zuivel

Horeca 70

Hotels

Restaurants

Cafetaria's en fastservice

Cafés

Public sector 76

Woningcorporaties

Lagere overheden

Onderwijs

Goede doelen

Kinderopvang

Gezondheidszorg 83

Eerstelijnszorg

Geestelijke gezondheidszorg

Ziekenhuiszorg

Langdurige zorg

Contactpersonen 89

Disclaimer 90

Page 3: Ondernemen in 2016

De Nederlandse economie

De Nederlandse economie

Sectoren

Page 4: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 4 Ondernemen in 2016 / december 2015

Binnenland sterker, buitenland onzeker

Sterkere binnenlandse vraag De inhaalrace zet door. De Nederlandse economie groeit in

2016, net als in 2015, harder dan gemiddeld in het euroge-

bied. Nederland was door een kopschuwe consument ach-

terop geraakt, maar die laat weer vaker zijn geld rollen. Het

consumentenvertrouwen stond sinds 2007 niet zo hoog.

Meer bestedingsruimte Er kán ook meer worden uitgegeven. Vermogens nemen

toe en de lonen stijgen sneller dan de prijzen. Ook komen er

per saldo banen bij in Nederland. Het aantal vacatures stijgt

al twee jaar op rij. De geplande belastingverlaging geeft de

koopkracht in 2016 een extra impuls. Verder helpt de lage

rente de huizenmarkt verder omhoog. Dat leidt ook tot

meer bestedingen. Doordat de verkoopaantallen pre-

crisisniveaus naderen, vlakt de toename wel af.

Investeringen stijgen, maar minder hard Bedrijven zien hun afzet en productieniveaus stijgen en de

winstgevendheid verbeteren. Zij investeren meer in machi-

nes en ICT. De groei van de investeringen in woningen koelt

na een plus van 25% in 2015 volgend jaar af.

Banktegoeden wijzen op meer bestedingsruimte Reële groei ten opzichte van jaar eerder, in procenten

Bron: DNB, Macrobond, berekeningen ING Economisch Bureau

De Nederlandse economie

De Nederlandse economie trekt in 2016 de

opgaande lijn door.

Consumenten en bedrijven dragen het

meeste bij, geholpen door banengroei, be-

lastingverlaging en een sterkere huizen-

markt.

De export groeit ook, maar dan moet de

wereldhandel wel herstellen.

Voorspellingen 2014 2015 2016

Economische groei (bbp) 1,0% 2,0% 2,5%

Consumptie huishoudens 0,0% 1,7% 2,0%

Bedrijfsinvesteringen 4,9% 10,6% 5,1%

Export 4,0% 4,7% 4,8%

Inflatie (CPI) 1,0% 0,7% 1,6%

Werkloosheid (in %) 7,4% 6,9% 6,5%

Huizenverkopen (in dzd) 154 178 190

Bron: Macrobond, voorspellingen ING Economisch Bureau

“Volgend jaar wordt een goed jaar voor

de consument: we verwachten de

hoogste groei van de inkomens en de

consumptie in 15 jaar.”

Marieke Blom,

Hoofdeconoom ING Nederland

Neerwaartse risico’s vooral in buitenland Exporteurs profiteren in 2016 van de goedkopere euro. Ook

trekt de wereldhandel naar verwachting aan, al hangt dat

sterk af van herstel in opkomende markten (zie pagina 10).

Als de groei daar juist verder afkoelt, hebben vooral Neder-

landse exporteurs van eigen makelij daar last van.

-15

-10

-5

0

5

10

2005 2007 2009 2011 2013 2015

Consumptie exclusief gas

Tegoed op betaalrekeningen

Page 5: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 5 Ondernemen in 2016 / december 2015

Derde jaar van groei in alle marktsectoren

Hoogste groei in zakelijke dienstverlening en bouw De omzetten in de zakelijke dienstverlening nemen in 2016

snel toe. De sector profiteert van de breder gedragen eco-

nomische groei, waarbij bedrijven vaker hun diensten in-

schakelen. Door de betere woningmarkt wordt de opleving

in de bouw bijna volledig gedragen door de woningbouw.

Koopkrachtplus positief voor horeca en detailhandel De horeca en detailhandel profiteren in 2016 van het toe-

nemende vertrouwen bij consumenten. Het vooruitzicht is

ook goed door verder herstel van de koopkracht. In de de-

tailhandel stijgt het volume naar verwachting in 2016 met

twee procent.

Binnenlandse vraag laat transport bloeien Door de toenemende consumptie maken wegtransporteurs

een opleving door. De groei in de bouw geeft een extra zet

doordat circa een kwart van het wegtransport hieraan ge-

linkt is. Ook de binnenvaart ziet de vracht toenemen door

de aantrekkende bouwvolumes.

Industrie: last van terugval opkomende economieën Nu de economische groei in de opkomende markten wat

tegenvalt, maakt het productieniveau een meer zijwaartse

beweging. De verwachte groei voor de industriële productie

is voor 2016 1,5%.

Zorg: meevallende bezuinigingen In de zorg wordt minder bezuinigd dan eerder verwacht.

Desondanks groeien de zorgvolumes in 2016 naar verwach-

ting niet.

Alle Nederlandse bedrijfssectoren groeien in

2016.

De hoogste groei is te vinden in de bouw en

de zakelijke dienstverlening.

De detailhandel en horeca profiteren van

toenemende koopkracht en vertrouwen on-

der consumenten.

Door de afkoeling van opkomende econo-

mieën blijft de groei in de industrie gema-

tigd.

De bezuinigingen in de zorg, zorgen in deze

sector nog niet voor groei in 2016.

Alle commerciële sectoren groeien in 2016 Volumemutaties naar bedrijfstak (% j.o.j.)

Bron: Ramingen ING Economisch Bureau

Sectoren

-1%

0%

1%

2%

3%

4%

5%

6%

7%

Agrarische

sector

Bouw Detailhandel Groothandel Horeca Industrie Transport &

logistiek

Zak.

Dienstv.

Onderwijs Overheid Zorg &

welz ijn

2015

2016

0% 0%

Page 6: Ondernemen in 2016

Wereldeconomie

Wereldhandel

De wereld

Page 7: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 7 Ondernemen in 2016 / december 2015

Het jaar van de waarheid

Belangrijke groeibepalende factoren

(rentedaling, daling olieprijs, groei

opkomende economieën) boeten aan kracht

in. Daarmee lijkt 2016 het jaar van de waar-

heid te gaan worden. Volgend jaar zal

blijken hoe sterk de economische groei in de

‘ontwikkelde markten’ onderliggend is

omdat van ‘wind mee’ nauwelijks meer

sprake zal zijn.

De Amerikaanse economie groeit in een re-

delijk tempo en de Fed verhoogt de rente.

De ECB is nog lang niet toe aan het verho-

gen van de rente. In het eurogebied blijft het

groeitempo achter bij dat in de VS en zal de

steun vanuit een waardedaling van de euro

afnemen.

Ondernemers lijken ook in 2016 te kunnen

profiteren van een gunstige prijs voor het

aantrekken van vreemd vermogen.

Bron: Macrobond, ING

Wereldeconomie

Lagere groei in China De Chinese economie koerst af op een lager – zij het inter-

nationaal gezien nog steeds hoog – groeipad. Dit beïnvloedt

niet alleen de groei van de handelspartners in de regio ne-

gatief maar ook die van verder weg gelegen grondstoffen-

exporteurs, zoals bijvoorbeeld Australië en Brazilië. Ook de

maakindustrie in de VS en in het eurogebied (vooral in

Duitsland) zien hun afzet onder druk komen.

Groeimodel van investeringen naar consumptie De Chinese autoriteiten proberen een al te sterke groeiver-

traging te voorkomen door de economische groei te stimu-

leren. Niettemin moet voor de groei van de Chinese econo-

mie zowel voor volgend jaar als voor de wat langere termijn

van een lager tempo worden uitgegaan. Het huidige econo-

mische model dat zwaar leunt op investeringen is op de

langere termijn niet houdbaar en een verschuiving naar

consumptie zal per saldo tot een wat lagere groei leiden.

Rentestijging in de VS Ondanks de wat mindere prestaties van de industrie, is het

groeitempo van de Amerikaanse economie als geheel met

circa 2½% toch nog redelijk, zij het niet spectaculair. De

dienstensector, die erg belangrijk is voor de Amerikaanse

economie, groeit duidelijk harder dan de maakindustrie die

te kampen heeft met een dure dollar en afnemende afzet

in de opkomende markten. Bij een economische groei van

2½% en een inflatie die richting de twee procent gaat is

een situatie ontstaan waarin de centrale bank – de Federal

Reserve – de beleidsrente kan gaan normaliseren. In de-

cember heeft de Federal Reserve al een eerste renteverho-

ging doorgevoerd. De eerste sinds 2006.

Groeimodel China zal (moeten) veranderen Bestedingen China (in % BBP)

Amerikaanse industrie heeft last van ‘China’ Volume productie particuliere sector VS, 1e kw ‘08=100

Bron: Macrobond, ING

30%

35%

40%

45%

50%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014

Investeringen Particuliere consumptie

70

80

90

100

110

120

130

2005 2009 2013

Diensten Maakindustrie

Page 8: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 8 Ondernemen in 2016 / december 2015

Financiële marktpartijen gaan er vanuit dat er in 2016 nog

twee à drie rentestappen van elk 0,25%-punt zullen vol-

gen. De bestuurders van de Fed geven aan dat dit ook wel

eens meer zou kunnen worden.

Lage groei en lage rente in het eurogebied In het eurogebied blijft het groeitempo, met zo’n 1,5%,

achter bij dat in de VS. Daar is de centrale bank nog lang

niet toe aan het verhogen van de rente. De inflatie gaat

namelijk maar mondjesmaat omhoog en blijft ook volgend

jaar met naar raming 1 – 1,5% nog onder de doelstelling

(‘onder maar dichtbij 2%’) van de ECB. Echter, zolang de

inflatie verder blijft oplopen en het groeitempo gehand-

haafd blijft, is het niet waarschijnlijk dat de ECB het mone-

taire beleid nog verder zal gaan verruimen.

Einde aan rentedalingen Daarmee lijkt aan de rentedaling in het eurogebied een

einde te komen. Alleen voor de driemaands geldmarktren-

te – die thans tussen de 10 en 15 basispunten negatief

schommelt – lijkt nog ruimte voor een beperkte verdere

daling tot 15 à 20 basispunten negatief. De rente op de

kapitaalmarkt – afgemeten aan de tienjaarsrente voor

Duitse overheidsleningen – ligt nu iets boven de 0,5% en

zou in 2016 – onder invloed van oplopende rentes in de VS

en inflatieverwachtingen in het eurogebied – licht kunnen

stijgen tot circa 1%. Historisch gezien blijft de rente daar-

mee zeer laag. Ondernemers lijken derhalve ook in 2016

nog te kunnen profiteren van een gunstige prijs voor het

aantrekken van vreemd vermogen.

Bron: Macrobond, ING

Kerninflatie eurogebied loopt op Consumentenprijzen excl. voedsel, energie, alcohol en

tabak (in % ten opzichte van een jaar eerder)

Afnemende stimulans vanuit olie Ook vanuit de olieprijs verwachten we geen verdere stimu-

lans meer voor de economische groei. In 2015 was de olie-

prijs gemiddeld $53 per vat; 46% lager dan het jaar ervoor.

Maar voor 2016 verwachten we ruwweg een stabilisatie van

de olieprijs. Mogelijk stijgt de olieprijs zelfs licht tegen de

achtergrond van een ruwweg gelijkblijvende olieproductie

door de OPEC en andere olieproducenten en een licht groei-

ende vraag. Ook hier geldt dus dat de ‘wind in de rug’ naar

verwachting verdwijnt. Producenten en consumenten profi-

teren volgend jaar weliswaar nog van lage energieprijzen

maar er zal geen sprake zijn van een additionele stimulans.

Wereldeconomie

Het jaar van de waarheid (vervolg)

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2010 2011 2012 2013 2014 2015

ECB start kwantitatieve

verruiming

Page 9: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 9 Ondernemen in 2016 / december 2015

Wereldeconomie

Bron: Macrobond, ING

In de loop van 2016 mogelijk herstel van euro Ditzelfde geldt voor de wisselkoers van de euro. Op korte

termijn kan de euro nog wel wat verder dalen ten opzichte

van de Amerikaanse dollar door de combinatie van een

ruim blijvend monetair beleid in het eurogebied en

(verwachtingen omtrent) hogere rentes in de VS. Maar in

de loop van 2016 zullen beleggers er mogelijk op gaan anti-

ciperen dat de ECB ergens in 2017 wel eens een begin zou

kunnen gaan maken met het terugschroeven van het zeer

ruime monetaire beleid. Dit zou dan al in 2016 kunnen lei-

den tot een waardestijging van de euro. Gemiddeld zou de

eurodollar wisselkoers in 2016 rond 1,05 uit kunnen komen;

slechts 5 dollarcent lager dan het gemiddelde van dit jaar.

Meer groei op eigen kracht Dit betekent dat drie belangrijke groeibevorderende factor-

en van 2015 (rentedaling, dalende olieprijs, waardedaling

euro) zich in 2016 niet meer in dezelfde mate zullen mani-

festeren. Ook de opkomende economieën zijn minder dan

voorheen een stuwende kracht achter de groei van de we-

reldeconomie. De rugwind voor de Europese economie zal

afnemen en de groei zal meer dan voorheen ‘op eigen

kracht’ moeten worden gegenereerd. Gelukkig zien we hier

voortekenen van. De werkgelegenheid groeit en de lonen

nemen toe. Dit is positief voor de ontwikkeling van de con-

sumptieve bestedingen en daarmee de afzetverwachtin-

gen van ondernemers. Het begrotingsbeleid kan – onder

invloed van de vluchtelingencrisis en dreiging van terroristi-

sche aanslagen – mogelijk positief aan de groei gaan bij-

dragen als er door de verschillende overheden meer aan

opvang en veiligheid wordt uitgegeven. Per saldo betekent

dit dat de groei in het eurogebied in 2016 ruwweg hetzelf-

de zal zijn als in 2015.

Risico’s vanuit China, Saoedi-Arabië en Zuid-Europa De belangrijkste neerwaartse risico’s bij deze groeiverwach-

ting zijn een onverwachte harde landing van de Chinese

economie en een plotselinge stijging van de olieprijs, bij-

voorbeeld omdat Saoedi-Arabië besluit te stoppen met de

strategie om marktaandeel te winnen ten koste van de

winstmarge. Een opnieuw oplaaien van de onzekerheid

over de financieel-economische koers van de landen in Zuid

-Europa zou de groeivooruitzichten in het eurogebied ook

negatief kunnen beïnvloeden. Geheel uitgesloten is dit niet.

In Griekenland kan de implementatie van afgesproken her-

vormingsmaatregelen tot een nieuwe politieke crisis leiden,

in Spanje dreigt Catalonië met afscheiding en in Portugal is

er onzekerheid over de mate waarin het hervormingsbeleid

zal worden doorgezet.

Flinke daling olieprijs Prijs per vat Brent olie in dollars

Het jaar van de waarheid (vervolg)

0

20

40

60

80

100

120

140

160

2000 2003 2006 2009 2012 2015

Page 10: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 10 Ondernemen in 2016 / december 2015

Herstel van de wereldhandel in 2016

De wereldhandel veert in 2016 op, nadat

de handelsgroei in 2015 ver achter bleef bij

de groei van de wereldeconomie.

Vooral de wereldwijde vraag naar voedings-

middelen en machines neemt toe.

Het Nederlandse exportpakket sluit hier op

zich goed op aan, waardoor 2016 ook voor

de Nederlandse export een jaar van herstel

kan worden.

Daarbij blijft de Nederlandse export boven-

gemiddeld afhankelijk van specifieke mark-

ten als olie– en gas (aanhoudend moeilijke

markt) en chipindustrie (volatiele markt).

Groei wereldhandel verdubbelt in 2016 Het volume van de wereldhandel in goederen en grond-

stoffen zal in 2016 3,4% toenemen, een ruime verdubbeling

van de groei in 2015. Het groeicijfer voor 2015 komt naar

verwachting niet hoger uit dan 1,5%, fors lager dan onze

raming voor de wereldwijde BBP-groei (2,5%). Het komt

zelden voor dat de toename van de wereldhandel zo sterk

achterblijft bij de groei van de wereldeconomie.

Importen opkomende landen onder druk Gedurende de eerste twee kwartalen van 2015 liet de we-

reldhandel kwartaal op kwartaal een krimp zien. Niet alleen

in geldbedragen maar ook in hoeveelheden. Vooral in de

opkomende markten stond de importvraag onder druk. De

trage groei van de wereldwijde goederenhandel is niet aan

Nederlandse exporteurs voorbij gegaan. Vooral de binnen-

lands geproduceerde uitvoer staat sinds eind 2014 onder

druk, ondanks de goedkopere euro.

Tegenwind neemt af in 2016 Een aantal ontwikkelingen die in 2015 een rem hebben ge-

zet op de groei van de wereldhandel zullen in 2016 minder

zwaar wegen. Ten eerste zal de groei van de industrie in

sommige regio’s aantrekken. Dat is van belang voor de we-

reldhandel omdat de industriële productie en de vraag naar

geïmporteerde grondstoffen en halffabrikaten sterk samen-

hangen. Een regio waarvoor ING verwacht dat de industri-

ële productie zal bijtrekken is de eurozone.

Daling wereldhandel treft export eigen product Ontwikkeling per kwartaal (Index 2013=100)

Wereldhandel

Opkomende landen drukken wereldhandel Ontwikkeling importen per maand (Index 2014=100

Bron: CPB

Bron: CBS

98

100

102

104

106

108

110

2013 2014 2015

Goederenuitvoer NL eigen product

Goederenexport NL wederuitvoer

Wereldhandelsvolume

90

95

100

105

110

jan-14 jul-14 jan-15 jul-15

Opkomende landen Ontwikkelde landen

Wereldimport

Page 11: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 11 Ondernemen in 2016 / december 2015

Europa zorgt voor herstel wereldhandel In 2015 heeft de industrie in de eurozone zich veel zwakker

ontwikkeld dan in deze fase van de conjunctuur verwacht

zou mogen worden. Aangezien de voorraden laag zijn en

het sentiment onder industriële inkoopmanagers nog

steeds positief, voorzien wij voor 2016 een hogere groei van

de industriële productie. Dat zal een meer dan gemiddeld

effect hebben op de wereldhandel omdat Europa de groot-

ste speler is in de wereldhandel en de eurozone het leeu-

wendeel van de Europese productie voor zijn rekening

neemt.

Afzwakken economische tegenwind in opkomende

landen Ten tweede zal de economische tegenwind in enkele opko-

mende markten afzwakken. In Rusland en Brazilië zal de

recessie volgend jaar naar verwachting minder diep zijn

dan dit jaar. Zodoende zullen deze grote handelslanden in

2016 een minder grote rem op de wereldhandel zetten dan

in 2015.

Bron: Oxford Economics

Vier snelste importgroeiers wereldwijd Verwachte procentuele jaarstijging in 2016

Wereldhandel

Licht herstel van grondstoffenprijzen Voor 2016 wordt ook enig herstel van enkele grondstofprij-

zen verwacht wat de inkomsten van grondstofexporteurs

volgend jaar doet toenemen. Dit zal de importvraag vanuit

deze landen volgend jaar ondersteunen.

Nederland goed gepositioneerd Nederland is in principe goed gepositioneerd om te profite-

ren van het herstel van de wereldhandel. Zowel Agrifood als

machines, twee belangrijke Nederlandse exportcategorie-

ën, behoren in 2016 tot de top vier van productcategorieën

die wereldwijd op de grootste toename van de vraag mo-

gen rekenen.

Herstel van de wereldhandel in 2016 (vervolg)

0%

1%

2%

3%

4%

5%

6%

Voedsel Brandstoffen Kleding Machines

Page 12: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 12 Ondernemen in 2016 / december 2015

Vooral risico’s Er lijken vooral neerwaartse risico’s te zijn voor het basis-

scenario waarin de wereldhandel in 2016 met 3,4% groeit.

De ontwikkeling in China is met meer dan de gebruikelijke

onzekerheid omgeven. De groei van de industriële produc-

tie is in 2015 afgenomen en het eerder verwachtte aan-

trekken van de productie in het vierde kwartaal heeft zich

nog niet overtuigend aangediend. Onderdeel van onze

verwachting is de aanname dat er een positief effect van

de ingezette begrotingsstimulansen zal uitgaan. De inves-

teringen in infrastructuur zou de industriële productie moe-

ten aanjagen, maar de eerste twee maanden van het slot-

kwartaal van 2015 hebben zowel een tegen– als een mee-

valler maandscore laten zien voor de industriële productie.

Het is dus te vroeg om van een ommekeer in de ontwikke-

ling van de industrie uit te gaan.

Verkrapping monetair beleid Een ander neerwaarts risico is de wijze waarop het Ameri-

kaanse monetaire beleid verkrapt wordt en de communica-

tie daarover door de monetaire beleidsmakers. Verassingen

kunnen tot abrupte veranderingen van kapitaalstromen

leiden. In 2013 hebben we gezien dat signalen van de Ame-

rikaanse centrale bank, die leken te duiden op een hoger

tempo waarin het kwantitatieve verruimingsbeleid zou

worden teruggedraaid, in opkomende economieën tot gro-

te kapitaaluitstroom leidden. De neerwaartse druk die dit

opleverde voor de wisselkoers van de betreffende landen

zorgde voor economische problemen.

Opkomende landen gevoelig voor kapitaalvlucht Opkomende markten zijn, gezien hun nog steeds omvang-

rijke schulden in dollars, ook nu nog gevoelig voor een plot-

selinge uitstroom van kapitaal. Kapitaalvlucht leidt veelal

tot pogingen om de waarde van de eigen valuta te verdedi-

gen met renteverhogingen. Een dergelijk scenario zou een

herstel van de economie in opkomende landen in de weg

staan, omdat het een rem zet op investeringen en con-

sumptieve uitgaven. Een uitblijvend herstel zal gepaard

gaan met een aanhoudend tegenvallende omvang van de

importen van opkomende markten .

Wereldhandel

Herstel van de wereldhandel in 2016 (vervolg)

Aanhoudende groeivertraging China als stimulans

niet aanslaat... Mochten de overheidsstimulansen niet voldoende aanslaan

en de vertraging van de industriële groei doorzetten dan zal

de Chinese importvraag inzakken en daarmee het herstel

van de wereldhandel in de weg staan.

…wat herstel in Rusland en Brazilië kan verhinderen De inkomsten van grondstofexporteurs krijgen in dit scena-

rio opnieuw een klap te verwerken. Als daardoor het herstel

in landen als Rusland en Brazilië uitblijft, zal dit voor Neder-

land voelbaar zijn bij de export naar deze landen. Vooral

Rusland is van belang met een 12e plek op de ranglijst van

exportbestemmingen. Maar ook Brazilië, dat de afgelopen

jaren een inhaalslag heeft gemaakt, is inmiddels een niet te

verwaarlozen afzetmarkt voor de Nederlandse uitvoer.

Page 13: Ondernemen in 2016

Accountantskantoren

Flexbranche

Juridische dienstverlening

Organisatieadviesbureaus

Zakelijke dienstverlening

Reisbranche

Software en services sector

Page 14: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 14 Ondernemen in 2016 / december 2015

Hoge groei blijft gehandhaafd in 2016

In 2016 groeien de volumes in de zakelijke

dienstverlening met naar verwachting 4%,

iets minder dan in 2015.

De vraag naar zakelijke diensten komt uit

vele bedrijfssectoren, terwijl de vraag vanuit

de publieke sector nog iets achterblijft.

De kennisintensieve diensten hebben nog

altijd te maken met de transformatie naar

digitale dienstverlening. De groep overige

zakelijke dienstverleners groeit het snelst,

vooral omdat uitzenders ook in 2016 flinke

groei laten zien.

Volume softwarebranche groeit harder dan za-

kelijke dienstverlening Ontwikkeling in procenten t. o. v. voorgaande jaar

Positieve lijn in beoordeling winstgevendheid Saldo verbetering - verslechtering winstgevendheid

Bron: CBS

Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau

Zakelijke dienstverlening

“Zakelijke dienstverleners kunnen niet

stil zitten, ondanks de positieve ontwik-

kelingen. Bedrijfs– en verdienmodellen

komen ook onder druk door disruptie en

daarom is actie nodig.”

Sasja Winters,

Sectormanager Zakelijke Dienstverlening

Groei zakelijke diensten blijft op hoog niveau Na een periode van krimp zet de zakelijke dienstverlening

het herstel van 2014 in 2015 voort. De groei is gedurende

het jaar aangetrokken, maar begint vanaf het derde kwar-

taal enigszins af te zwakken. Vooralsnog blijft de volume-

groei op een hoog niveau. Voor 2016 wordt een groei in de

volumes van 4% verwacht, tegen 5% in 2015. De vraag

naar zakelijke diensten komt vooral uit het bedrijfsleven. De

terughoudendheid van overheid en zorg bij de inhuur van

externe dienstverleners blijft in 2016 bestaan. De best pres-

terende subsector binnen de zakelijke diensten is opnieuw

de uitzendbranche. Ook schoonmaak en beveiliging klim-

men verder uit het dal. Binnen de kennisintensieve dienst-

verlening bestaan qua groei flinke verschillen. Een aantal

branches kampt door digitalisering met vraaguitval. Digitale

dienstverleners en organisatieadviseurs profiteren in 2016

volop van de bedrijvigheid. Binnen de digitale technologie-

sector gaat de opmars van clouddiensten verder. Software-

ontwikkelaars profiteren in 2016, naast groei van de cloud,

van de verdere behoefte aan automatisering en digitalise-

ring van alle sectoren.

-36

-26

-16

-6

4

14

2012 2013 2014 2015Specialistische zakelijke dienstverlenersOverige zakelijke dienstverleners

-6

-4

-2

0

2

4

6

8

10

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Zakelijke dienstverlening Software & services

Page 15: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 15 Ondernemen in 2016 / december 2015

Stagnatie in accountancybranche

Omzet en volume stabiliseren in 2016 Dankzij een sterk derde kwartaal is de omzet van de ac-

countancybranche in de eerste negen maanden van 2015

met 0,9% gestegen. In 2016 blijven digitalisering, automa-

tisering en standaardisering zorgen voor omzetdruk. Meer

en meer klanten kiezen voor gebruiksvriendelijke (online)

boekhoudprogramma’s en meer kantoren maken effi-

ciciencyslagen. De groeiende economie en aantrekkende

bedrijvigheid vormen door een grotere potentiële klanten-

basis en via uitbreiding van advisering, een tegenwicht. Ook

de controlepraktijk kan licht groeien door de extra inspan-

ningen van accountantskantoren vanwege roulatie en om

de kwaliteit van controles te vergroten. In 2016 groeit de

brancheomzet naar verwachting per saldo met 1%.

Tarieven accountantscontrole 12% gedaald

sinds 2008 Index 2008=100

Volume stagneert na jarenlange daling Index 2009=100

Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau

Bron: CBS

Accountantskantoren

Tarieven stabiel De prijzen voor het werk van accountants, fiscalisten en

administrateurs nemen dit jaar niet toe. In de eerste zes

maanden van 2015 daalde het gerealiseerde tarief met

gemiddeld 0,2% ten opzicht van een jaar eerder. Binnen de

controlepraktijk staan de tarieven nog altijd sterk onder

druk, met een afname van 4,1% in het eerste halfjaar van

2015. Sinds 2008 zijn de gerealiseerde uurtarieven per

saldo 12% gedaald. De prijs van een gemiddelde wettelijke

controle voor een bedrijf of instelling dat niet als organisa-

tie van openbaar belang is aangemerkt bedroeg in 2014

€ 33.000.

De omzet en volumes van de accountancy-

branche stabiliseren na jaren van krimp. In

2016 stijgt de omzet licht (1%).

Groei in advisering en controle biedt tegen-

wicht aan de krimp in administratie en sa-

menstelwerk.

De tarieven staan onder druk. Voor contro-

les daalt het uurtarief, waardoor het in 2015

nog altijd 12% lager ligt dan in 2008.

85

90

95

100

105

2008 2010 2012 2014 2016*

85

90

95

100

105

2008 2010 2012 2014

Omzet

Volume

Page 16: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 16 Ondernemen in 2016 / december 2015

Opbouw flexschil in lager tempo in 2016

2016 wordt vierde jaar op rij met omzetgroei De flexmarkt gaat een vierde opeenvolgend jaar van om-

zetgroei tegemoet in 2016. De doorgroeiende economie en

het verdere herstel van de arbeidsmarkt blijven de vraag

naar tijdelijk personeel stimuleren. De omzet groeit in 2016

naar verwachting met 8%. Bedrijven hebben vooral in 2015

hun flexibele schil uitgebreid. Dit zal in 2016 in een lager

tempo gebeuren, ook omdat ondernemingen nieuw perso-

neel meer aan zich willen binden, zeker waar schaarste

heerst. De verbeterde (financiële) vooruitzichten van bedrij-

ven maken dit ook mogelijk. In de eerste negen maanden

van 2015 is de omzetgroei van uitzenders en andere flexbe-

drijven uitgekomen op gemiddeld 9,5%. Voor heel 2015

verwacht ING Economisch Bureau een groei van ongeveer

10%, de eerste dubbelcijferige groei in jaren.

Groei technisch personeel vlakt af De flexbranche is nog altijd de drijvende kracht achter de

banengroei. Van de in het derde kwartaal van 2015 per

saldo gecreëerde 33.000 banen, kwamen er 21.000 via uit-

zenders tot stand. Technisch personeel is gewild. Welis-

waar is de groei in uren gedurende het jaar teruggelopen

van 20% of meer tot daar onder, maar het technische seg-

ment heeft nog altijd de sterkste groei ten opzichte van een

jaar eerder. Dat neemt niet weg dat ook voor industriële en

administratieve beroepen de urengroei rond de 10% uit-

komt.

De branche benut steeds meer software. Vendor manage-

ment systemen waren al gemeengoed voor de segmenten

met grotere volumes, maar worden ook steeds relevanter

bij het bemiddelen van professionals.

Omzet uitzenders in technisch segment groeit

het snelst Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten

Omzetgroei flexbranche In procenten ten opzichte van voorgaande jaar

Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau

Bron: ABU

Flexbranche

De flexmarkt gaat het vierde opeenvolgen-

de jaar van omzetgroei tegemoet in 2016.

De omzet stijgt naar verwachting met 8%.

De doorgroeiende economie en het verdere

herstel van de arbeidsmarkt blijven de vraag

naar tijdelijk personeel stimuleren, maar de

uitbreiding van de flexibele schil zal een la-

ger tempo hebben.

-10

-5

0

5

10

15

20

25

30

2012 2013 2014 2015

Technisch personeel

Totaal

-12

-8

-4

0

4

8

12

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 17: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 17 Ondernemen in 2016 / december 2015

Groeitempo neemt licht af in 2016

Overnames en huizenmarkt stuwen groei In 2015 neemt de omzet in de juridische dienstverlening

met 4% toe. De advocatuur, en dan vooral de Amsterdam-

se Zuidaskantoren, profiteren van de in 2015 sterk aange-

trokken markt voor fusies en overnames. Het notariaat

groeide door het herstel op de woningmarkt. In het derde

kwartaal van 2015 steeg het aantal o.g. akten bijvoorbeeld

met een derde ten opzichte van een jaar eerder. De groei in

de familie en ondernemingspraktijk is bescheidener, hoewel

het aantal levenstestamenten in dat kwartaal bijvoorbeeld

met twee derde toenam. Deurwaarderskantoren hebben

het nog altijd lastig, vanwege felle concurrentie op de in-

cassomarkt en de hoge kosten bij het innen van schulden.

In 2016 groeit de juridische dienstverlening opnieuw, zij het

in een lager tempo (3%). Dit komt vooral door een minder

uitbundige groei van de huizenverkoop en het transactie-

werk.

Aantal akten familiepraktijk redelijk stabiel

Omzet juridische diensten aangetrokken Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten

Bron: CBS, ramingen ING Economisch Bureau

Bron: CTR, KNB, * ramingen ING Economisch Bureau

Juridische dienstverlening

Tarief advocaat herstelt, maar blijft voor notaris

onder druk De tarieven in de juridische dienstverlening daalden tussen

2012 en 2014. In 2015 is daar, met een stijging van 2,8% in

de eerste jaarhelft, een einde aan gekomen. In de advoca-

tuur lijkt door de opleving van de transactiepraktijk ook de

prijsdruk verlicht. Toch blijven de prijzen voor standaard-

diensten onder druk staan, ook door concurrentie van niet-

advocaten en de inzet van technologie. Binnen het notari-

aat blijven de tarieven in de o.g. praktijk dalen (-3,6% in de

eerste helft van 2015) ondanks het herstel van de huizen-

markt en in het kielzog het aantal aktes. De prijsstijgingen

in de ondernemings– en familiepraktijk maken die daling

niet goed, waardoor notariële diensten bijna 2% goedkoper

zijn geworden in de eerste zes maanden van 2015.

De omzet in de juridische dienstverlening

groeit in 2016 in een lager tempo dan in

2015. De minder uitbundige groei van wo-

ning– en overnamepraktijk leiden tot een

verwachte omzettoename van 3%.

De advocatuur profiteert in 2015 van meer

transactiewerk, notarissen groeien mee met

de woningmarkt, terwijl deurwaarders het

nog altijd lastig hebben.

Hoewel de tarieven in 2015 stijgen, blijft on-

verminderd prijsdruk bestaan voor stan-

daarddiensten. In het notariaat dalen de

prijzen nog altijd.

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

2012 2013 2014 2015*

0

2

4

6

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 18: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 18 Ondernemen in 2016 / december 2015

Steeds meer spelers op groeiende adviesmarkt

Veel meer advieswerk Na zes jaar van kwakkelen en krimp herstellen organisatie-

adviesbureaus zich krachtig in 2015. In de eerste negen

maanden kwam de groei uit op 7,4%. Nu steeds meer be-

drijven minder door de korte termijn worden geregeerd,

stijgt de vraag naar (strategisch) advies. Verschuivingen in

de economie zoals digitalisering zorgen er tegelijkertijd

voor dat veel organisaties zich moeten aanpassen. Advi-

seurs profiteren hier ook in 2016 van in combinatie met de

verdere aantrekkende bedrijvigheid. Voor 2016 verwacht

ING Economisch Bureau een omzetgroei van 7%.

Het is niet verwonderlijk dat in deze groeiende adviesmarkt

de groei van het aantal organisatieadviesbureaus door-

gaat. Eind 2015 zijn er meer dan 100.000 consultancybe-

drijven, waarvan 91% zzp’er is. De groei in het aantal bedrij-

ven vlakt de laatste jaren wel af. In 2015 was deze 6%,

waar in de jaren voor 2012 sprake was van dubbelcijferige

groei.

Organisatieadviesbureaus profiteren in

2016 van verder toenemende bedrijvigheid

en de aanpassingen waar organisaties voor

staan, gezien verschuivingen in de econo-

mie.

Na jaren van kwakkelen en krimp is 2015

een goed jaar en dit krijgt in 2016 een ver-

volg. De omzet van de branche stijgt naar

verwachting met 7%.

De groeiende adviesmarkt trekt nog altijd

nieuwe spelers, vooral zzp’ers. Het aantal

bedrijven is tussen 2007 en 2015 bijna ver-

dubbeld, al vlakt de groei de laatste jaren

wat af.

Omzet blijft stijgen na jaren van kwakkelen en

krimp Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten

Steeds meer organisatieadviesbureaus Aantal bedrijven in vierde kwartaal

Bron: CBS

Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau

Organisatieadviesbureaus

Redenen voor sterke toename aantal organisa-

tieadviesbureaus

De toetredingsdrempel is laag. Naast een zeer lage

kapitaalintensiteit speelt mee dat iedereen zich

organisatieadviseur kan noemen.

De gestegen werkloosheid in voorgaande jaren

leidde tot veel toetredende ZZP’ers. Bij baanverlies

is organisatieadviseur voor veel hoger opgeleide

40+-ers een eerste alternatief.

De aantrekkende markt voor adviesdiensten heeft

momenteel een aanzuigende werking.

-12

-8

-4

0

4

8

12

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

2007 2009 2011 2013 2015

Overig Zzp'ers

Page 19: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 19 Ondernemen in 2016 / december 2015

FTE

Omzet (€mln)

TUI Nederland 1.938 1.775

BCD Nederland 636 868

Corendon 135 425

Thomas Cook Nederland 218 420

D-reizen 407 815

Groei buitenlandse vakanties stuwt omzet

Meer vakanties, meer omzet Gedreven door meer consumentenvertrouwen en hogere

besteedbare inkomens zit er weer groei in de vakantie-

markt. In 2016 neemt het aantal vakanties van Nederlan-

ders naar verwachting met 2% toe tot 35,8 miljoen. Daar-

mee ligt het aantal vakanties nog onder het niveau van

2008. In 2015 is het aantal buitenlandse vakanties met 1%

toegenomen. In het winterseizoen 2014/2015 werden bo-

vendien 7% meer wintervakanties ondernomen. De totale

bestedingen aan vakanties stegen tot € 16 miljard.

Online travel agencies, reisbureaus en touroperators profi-

teren van de toegenomen (zakelijke) reislust. De branche-

omzet steeg tot en met september 2015 met 19%. Geopoli-

tieke gebeurtenissen gooien voor bepaalde bestemmingen

wel regelmatig roet in het eten. Onrust in Griekenland en

terrorisme in bijvoorbeeld Egypte schaadden in 2015 al dan

niet tijdelijk de omzet, zeker van specialisten. Dergelijke

geopolitieke risico’s blijven ook in 2016 van invloed op het

succes. De zakenreismarkt profiteert van de verdere econo-

mische groei en toenemende handel buiten Europa.

Aantal vakanties groeit naar niveau 2008 Aantal ondernomen vakanties in miljoenen

Pakketreizen duurder, omzet touroperators

weer in de lift Ontwikkeling in procenten t. o. v. voorgaande jaar

Bron: TravMagazine

Bron: NBTC-NIPO, * ramingen ING Economisch Bureau

Reisbranche

TUI veruit grootste reisbedrijf

Grootste reisbedrijven naar omzet en werknemers in 2014

Bron: CBS

In 2016 neemt het aantal vakanties van Ne-

derlanders naar verwachting met 2% toe

tot 35,8 miljoen. Hoger consumentenver-

trouwen en hogere besteedbare inkomens

zorgen voor deze groei.

De omzetten van de reisbranche stijgen

sterk. Online travel agencies, touroperators

en reisbureaus profiteren van het herstelde

consumentenvertrouwen.

De zakenreismarkt trekt aan, door econo-

misch positieve ontwikkelingen waardoor

het zakenreizen weer gestimuleerd wordt.

33

34

35

36

37

-16

-11

-6

-1

4

9

14

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Prijs pakketreis

Omzet touroperators

Page 20: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 20 Ondernemen in 2016 / december 2015

Softwaresector groeit door in 2016

Sterke omzetgroei krijgt vervolg in 2016 De software en services sector is vanaf 2014 in een nieuwe

groeifase terecht gekomen. In 2015 groeit de omzet met

8% opnieuw sterk. Bedrijven investeren in software, ook al

omdat software een steeds groter deel vormt van hun pro-

ducten en diensten. Verschillende ontwikkelingen stuwen

de vraag naar software, waarbij de adoptie van de cloud

een centrale rol speelt. Het is daarom vooral de groei van

software die gebruikt wordt in de (private) cloud (SaaS) die

sterk is. De zogenoemde ‘on premise’ software boet juist

aan belang in. In 2016 gaat deze ontwikkeling verder waar-

door de omzet van de software en services sector in 2016

naar verwachting opnieuw met 8% stijgt.

Er is binnen de sector wel een duidelijk onderscheid tussen

de prestaties van software inclusief nauw hieraan verwante

diensten als ontwikkeling enerzijds en de overige diensten

anderzijds. De vraag naar consultants loopt namelijk steeds

verder terug nu de automatisering zelfs steeds meer geau-

tomatiseerd verloopt. Bovendien wordt in de publieke sec-

tor nog altijd gesneden in advies, inhuur en projecten.

Daarnaast blijft er concurrentie uit lage lonen landen. Zo

verschuift de vraag steeds meer in de richting van techno-

logie (software, platformen, infrastructuur).

De nieuwe groeifase van de software en ser-

vices sector resulteert sinds 2014 in omzet-

groei van minimaal 5%.

Drijvende kracht achter de groei zijn de in-

vesteringen van bedrijven en overheden in

de cloud, waardoor de vraag naar software

as as service (SaaS) bijvoorbeeld toeneemt.

Deze cloud trend zorgt samen met enkele

andere ontwikkelingen in 2016 voor omzet-

groei. Met 8% komt de toename op een met

2015 vergelijkbaar niveau uit.

IT consultancy diensten kampen met vraag-

uitval, met name omdat de automatisering

steeds meer zelf geautomatiseerd wordt.

Omzet blijft hard groeien Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten

Bestedingen aan cloud software groeien sterk Bestedingen in miljarden euro’s en groei

Bron: Marktmonitor ICT

Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau

Software en services sector

Groeidrivers in software &services

Cloud

Mobile

Social

Analytics (Big Data)

Beveiliging

-6

-3

0

3

6

9

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

-

1

2

3

4

5

6

2013 2015

Lokaal Cloud

+ 1%

+ 62%

Page 21: Ondernemen in 2016

Industrie

Voedingsmiddelenindustrie

Chemie

Rubber en kunststofindustrie

Metaalbewerking

Elektrotechnische industrie

Machinebouw

Transportmiddelenindustrie

Grafische industrie

Page 22: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 22 Ondernemen in 2016 / december 2015

2014 2015 2016

Industrie totaal 1,1% 1,0% 1,0%

Voedingsmiddelen 2,1% 1,7% 1,2%

Chemie -0,6% -3,5% 1,0%

Rubber– en kunststof 3,4% 2,5% 0,0%

Metaalbewerking 1,2% 1,5% 1,0%

Elektrotechnisch 1,5% 3,5% 1,0%

Machinebouw 5,3% 0,0% 0,0%

Transportmiddelen 3,3% 6,5% 2,5%

Grafisch 1,7% -2,5% 0,0%

Gematigde groei voor industrie

Na een sterke eerste helft van 2015 staat

de groei van de industrie onder druk. Over

heel 2015 wordt een productietoename van

1% verwacht. Ook voor 2016 wordt een ge-

matigde groei (1%) verwacht.

De export was lange tijd de steun voor de

industrie, maar de ontwikkeling van de ex-

portorders suggereren dat deze steun af-

neemt.

De relatief lage prijzen van onder meer olie

en metalen brengt een belangrijk deel van

de Nederlandse industrie wat meer winst-

marge. Dit biedt enige (extra) ruimte voor

toekomstgerichte investeringen.

Steun export valt weg voor industrie Orders (> 50 = groei)

Bron: CBS, ramingen ING Economisch Bureau

Industrie

“Inzet van technologie is essentieel om

voorop te lopen. Maak tijd vrij om los te

komen van de dagelijkse hectiek en

zoek een antwoord op de vraag: wat

betekent nieuwe technologie voor mijn

bedrijf?” Arnold Koning,

Sectormanager Industrie

Voorlopig beperkte groei voor industrie De stijgende lijn die de Nederlandse industrie tot medio

2015 te pakken had, is in het derde kwartaal gekeerd. Met

name de groeivertraging in China en van de Duitse indu-

strie zorgt voor afzwakking bij de Nederlandse industrie.

De gunstigere omstandigheden op de binnenlandse

markt kunnen dit niet compenseren. De productiegroei

over heel 2015 komt naar verwachting uit op 1%. In 2016

zet dit tempo zich naar verwachting door.

Groei maakindustrie in lagere versnelling De voedingsindustrie is een stabiele groeier, terwijl de

chemische industrie juist in moeilijk vaarwater zit, vanwe-

ge de hoge mate van concurrentie op de wereldmarkt. De

derde belangrijke pijler van de Nederlandse industrie, de

maakindustrie, kende tot medio 2015 een behoorlijke

groei. Vooral de machinebouw doet nu echter een stapje

terug. In het derde kwartaal lag de productie bijna 7%

lager dan in het tweede kwartaal. Omdat daarnaast toe-

leveranciers aan de olie– en gassector de vraag fors heb-

ben zien terugvallen, blijft de groei van de industrie als

geheel beperkt.

Bron: * berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. NEVI, CBS

40

45

50

55

60

65

2014 2015

Exportorders Binnenlandse orders*

Verwachte productieontwikkeling industrie

Page 23: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 23 Ondernemen in 2016 / december 2015

Stabiele groei voedingsmiddelenindustrie

Volumegroei met aanhoudende prijsdruk De Nederlandse voedingsindustrie weet het groeitempo

redelijk vast te houden. De sector is van nature weinig ge-

voelig voor economische schommelingen. Desalniettemin

biedt de verdere koopkrachtverbetering bij consumenten

wel kansen voor omzetgroei in het luxere segment.

Export trekt de kar De binnenlandse omzet staat de laatste jaren door lagere

afzetprijzen onder druk. Aan de exportkant weet de sector

echter beduidend hogere volumes te verkopen, waardoor

de omzet stijgt, ondanks gemiddeld lagere verkoopprijzen.

Zuivel blijft een sterk exportproduct, met in 2015 zelfs zo’n

30% groei richting Noord– en Zuid-Amerika. De zwakkere

euro t.o.v. de dollar heeft hierbij zeker geholpen.

Export stuwt groei voedingsindustrie Index 2010=100

Productie voedingsindustrie groeit gestaag Index 2010=100

Bron: CBS

Bron: CBS

Voedingsmiddelenindustrie

Met een productie-aandeel van bijna 20% is

de voedingsmiddelenindustrie een belang-

rijke pijler van de Nederlandse industrie.

Met een verwachte groei van ruim 1% in

2016 ligt de productie circa 10% boven het

niveau van 2010. De sector groeit hiermee

harder dan de industrie als geheel (+6% ten

opzichte van 2010).

Voor de meeste segmenten, waaronder

vlees, zuivel en aardappelen worden in 2016

stijgende prijzen verwacht. Hogere inkoop-

prijzen kunnen de marges van de industrie

gaan drukken.

95

100

105

110

115

2014 2015

100

105

110

115

120

125

130

2014 2015

Omzet binnenland Omzet buitenland

Page 24: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 24 Ondernemen in 2016 / december 2015

Enig herstel lonkt voor chemie

Export groeit wel De Nederlandse chemiesector bevindt zich nog altijd in

uitdagende omstandigheden. De kostprijsverschillen

(energie) t.o.v. de VS en het Midden-Oosten zijn niet zo-

maar te veranderen en creëren met name op de wereld-

markt een lastige concurrentiepositie. Desalniettemin weet

de sector haar buitenlandse omzet in 2015 wel te laten

groeien ten opzichte van 2014 (+4%).

Voor 2016 wordt beperkt herstel verwacht. De Europese

economie ontwikkelt zich redelijk, maar investeringen en

industriële productie nemen nog weinig toe. Voor de che-

mie, als ‘industrie van de industrie’, betekent dit een klein

herstel (+1%) na een moeilijk jaar (productie –3,5% in

2015).

Nog geen productiegroei in chemie Index 2010=100

Export chemie groeit wel in 2015 Exportwaarde, in miljarden euro’s

Bron: CBS

Chemie

Bron: CBS

Met een krimp van circa 3,5% is ook 2015

een moeilijk jaar voor de chemiesector. De

krimp lijkt echter verleden tijd: in 2016

wordt gerekend op een groei van 1%.

De Nederlandse chemie heeft een sterke

positie binnen Europa, maar investeringen

van de mondiaal opererende chemiecon-

cerns zijn nog altijd veelal gericht op de VS,

Midden-Oosten en Azië.

Hoewel de concurrentiepositie op de we-

reldmarkt nog altijd lastig te noemen is, bie-

den de lagere olieprijs en eurokoers ver-

zachting. 80

90

100

110

120

2014 2015

8

9

10

11

12

13

14

2014 2015

Page 25: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 25 Ondernemen in 2016 / december 2015

Groei ebt weg na sterke periode

Productie stabiliseert in 2016 na 2,5% groei in 2015 De rubber– en kunststofindustrie kende een goede periode

tussen medio 2014 en medio 2015. Zowel de wereldecono-

mie groeide goed, terwijl in het binnenland het herstel in de

bouwsector gestalte kreeg. Op de binnenlandse afzet blijft

de bouw een belangrijke afnemer.

Dit gunstige tij is enigszins gekeerd. Binnenlands gaat het

nog redelijk, maar afzwakking van de economie in opko-

mende markten zorgt direct en indirect (vooral via de Duit-

se industrie) voor minder goede perspectieven. Begin derde

kwartaal gaf bijna een kwart van de bedrijven aan

‘onvoldoende vraag’ als belangrijkste productiebelemme-

ring te zien. Een half jaar eerder was dit nog zo’n elf pro-

cent. Hoewel het jaar 2015 nog circa 2,5% groei zal laten

zien, zwakt dit af tot naar verwachting 0% in 2016.

Buitenland steunpilaar voor omzet Index 2010=100

Productie valt terug in derde kwartaal Index 2010=100

Bron: CBS

Bron: CBS

Rubber– en kunststofindustrie

Van medio 2014 tot medio 2015 ging het

voor de wind in de rubber– en kunststofin-

dustrie. De tweede helft van 2015 toont een

duidelijke verzwakking, maar over het jaar

blijft een productiegroei van 2,5% over.

In belangrijke afzetmarkt Duitsland staat de

industriële groei al enige tijd onder druk.

Mede door de economische afzwakking in

opkomende economieën zal dit voorlopig

niet of nauwelijks herstellen. Dit raakt ook

de Nederlandse rubber– en kunststofindu-

strie. Voor 2016 is de verwachting dat de

productie stabiel blijft.

95

100

105

110

115

2014 2015

80

90

100

110

120

130

140

2014 2015

Omzet binnenland Omzet buitenland

Page 26: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 26 Ondernemen in 2016 / december 2015

2014-2016: drie jaren met lichte groei

Metaalsector groeit beperkt De metaalbewerkende industrie is een gefragmenteerde

markt waarin relatief veel kleine bedrijven actief zijn. Van

de totale industriële productie neemt de branche ongeveer

6% voor haar rekening. Dit terwijl bijna 18% van de industri-

ële bedrijven actief is in de metaalbewerking.

De Nederlandse metaalsector was lange tijd sterk afhanke-

lijk van het binnenland (circa 70% van de omzet). Indirect

gingen producten wel naar het buitenland, maar steeds

meer weet de sector direct buitenlandse klanten te bedie-

nen. Tegelijkertijd betekent dit dat de sector nu de terug-

gang in de Duitse en Aziatische industrie voelt. Juist de

binnenlandse markt, in het bijzonder de bouwsector, zorgt

nu voor enige ondersteuning voor de groei. Per saldo blijft

er een verwachte productiegroei in 2016 over van 1%.

Productiegroei metaalbewerking valt stil Index 2010=100

Binnenlandse afzet blijft op laag niveau Index 2010=100

Bron: CBS

Metaalbewerking

Bron: CBS

De metaalbewerking heeft haar van ouds-

her binnenlandse focus losgelaten en de

afgelopen jaren een flinke exportgroei gere-

aliseerd.

De productie ontwikkelt zich licht positief.

De binnenlandse economie (bouw) biedt

enige steun. Het buitenland, in het bijzonder

de Duitse afzetmarkt, tempert de groeiver-

wachtingen enigszins.

De groei van de sector is te beperkt om de

concurrentie– en prijsdruk te doen vermin-

deren. Wel bieden lage grondstofprijzen van

metalen enige lucht aan inkoopzijde. 95

100

105

110

2014 2015

80

90

100

110

120

130

140

2014 2015

Omzet binnenland Omzet buitenland

Page 27: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 27 Ondernemen in 2016 / december 2015

Lagere groei na goed 2015

Buitenland trekt de kar voor elektro-industrie De elektrotechnische industrie is een belangrijke pijler van

de industrie (productie-aandeel ruim € 33 miljard, 11% van

totale industrie) en de grootste tak binnen de technolo-

gische (maak)industrie. Circa 70% van de productie is be-

stemd voor export, en vooral die afzet gaat goed. Echter,

de afzwakking van de Duitse industrie en van investeringen

in China wordt ook gevoeld door de elektrotechnische indu-

strie. De productie valt daardoor wat terug, waarbij herstel

in de loop van 2016 wordt verwacht. De productiegroei over

heel 2016 wordt op 1% geraamd.

Buitenland steunpilaar voor elektro-industrie Index 2010=100

Productie valt terug na sterke groei Index 2010=100

Bron: CBS

Bron: CBS

Elektrotechnische industrie

Eindfabrikant vraagt meer van elektro-industrie Bedrijven in de elektrotechnische industrie opereren vaak

als toeleveranciers in de high-tech keten. Belangrijke eind-

fabrikanten in de machine– en installatiebouw en trans-

portmiddelenindustrie leggen steeds meer verantwoorde-

lijkheden bij haar toeleveranciers. Dit betekent dat deze

bedrijven meer en meer in staat moeten zijn om product-

vernieuwing te kunnen brengen. Toeleveranciers hebben op

hun specifieke terrein dikwijls meer kennis dan de eindfabri-

kant. Proactief opereren en betrokkenheid vroeg in ontwik-

kelprocessen zorgen voor de echte toegevoegde waarde

naar klanten.

De elektrotechnische industrie kent een

goede periode vanaf het tweede kwartaal

van 2014. Inmiddels valt de groei wat terug

maar voor heel 2015 blijft een groei over

van circa 2,5%.

De sector exporteert veel en is daardoor in

belangrijke mate afhankelijk van ontwikke-

lingen in onder meer de Duitse en Aziati-

sche economie. De groeivertraging hier

zorgt voor een lagere productietoename in

2016, van naar verwachting 1%.

Veel elektrotechnische bedrijven opereren

als toeleverancier en zullen meer verant-

woordelijkheid en investeringen (zoals in

kwaliteit, ketenaansprakelijkheid en innova-

tie) moeten dragen om de juiste partij voor

eindfabrikanten te blijven.

95

100

105

110

115

2014 2015

80

100

120

140

160

2015 1e kw. 2015 2e kw 2015 3e kw

Omzet binnenland Omzet buitenland

Page 28: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 28 Ondernemen in 2016 / december 2015

Machinebouw maakt pas op de plaats

Krimp in derde kwartaal vaagt goede start weg De machinebouw maakt pas op de plaats na een flinke

groei in 2014 van ruim 5%. De verwachting is dat het pro-

ductieniveau in 2015 en 2016 op het niveau van 2014 blijft

hangen. Bedrijven investeren weliswaar, maar prioriteiten

liggen vooral bij ICT. Bovendien groeit de vraag in eind-

markten - zeker in Europa - niet hard, waardoor investerin-

gen in uitbreiding van productiecapaciteit beperkt zijn.

Daarbovenop komt de afzwakking van de wereldeconomie,

mede door een groeivertraging in China, die ook de export

onder druk zet.

Steun export valt weg voor machinebouw Index 2010=100

Productie machinebouw valt flink terug Index 2010=100

Bron: CBS

Bron: CBS

Machinebouw

Diensten naast de machine voor lange termijn groei De perspectieven op langere termijn blijven gunstig voor de

machinebouw. Nederlandse bedrijven onderscheiden zich

met hoogtechnologische producten en zijn vaak wereldwijd

actief. Tal van mondiale uitdagingen, denk aan voedsel– en

energievoorziening, zorg of mobiliteit, bieden kansen ge-

noeg voor deze industrietak. Wel verandert het ‘product’

waarmee geld verdiend kan worden. Naast de machine

zullen diensten aan belang winnen. Onderhoud is hierbij

een vanzelfsprekende, waarbij nieuwe technologieën

(Internet of Things, big data) kunnen zorgen voor een vele

malen efficiëntere inzet van zowel mens als machine. Hier-

bij is het zaak voor fabrikanten primair te denken vanuit de

klantbehoefte. De technisch beste machine hoeft niet de

beste machine voor klanten te zijn.

De tweede helft van 2015 laat een duidelijke

productie-afname zien voor de machine-

bouw, vooral omdat investeringen in opko-

mende economieën onder druk staan.

De verwachte jaargroei valt terug van ruim

5% in 2014 naar 0% in 2015. Ook over 2016

wordt een stabilisatie van de productie ver-

wacht.

De perspectieven op langere termijn voor de

machinebouw blijven gunstig. Met een hoge

complexiteit en lage productievolumes zijn

machines bij uitstek producten waarmee

Nederlandse bedrijven op de wereldmarkt

kunnen concurreren.

100

105

110

115

2014 2015

80

90

100

110

120

130

140

2014 2015

Omzet binnenland Omzet buitenland

Page 29: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 29 Ondernemen in 2016 / december 2015

Buitenland zorgt voor verdere groei

Prille omzetgroei zet vanwege tegenslag niet door De productiegroei bij VDL Nedcar geeft de transportmidde-

lenindustrie een mooie duw in de rug. De start van de pro-

ductie van een tweede model zorgt voor verdere productie–

en banengroei. Tegelijkertijd zorgt deze wederopstanding

van de auto-industrie voor een diverser karakter van de

Nederlandse transportmiddelenindustrie. Andere belangrij-

ke producten zijn vrachtwagens, bussen, fietsen en boten.

Deze laatste productcategorie, goed voor een omzet in

2014 van naar schatting € 5 miljard, krijgt wel een knauw

vanuit olie– en gasgerelateerde activiteiten. Investeringen

in offshore olie– en gasactiviteiten staan op een bijzonder

laag pitje door de lage olieprijs. Het effect van de lage olie-

prijs reikt echter verder, omdat overheidsfinanciën van gro-

te olielanden onder druk staan. Grote investeringen in

transportmiddelen (boten/bussen) komen in die landen

vaak vanuit publieke hoek.

Productie blijft goed na flinke groei in 2014 Index 2010=100

Buitenland brengt sector groei Index 2010=100

Bron: CBS

Transportmiddelenindustrie

Bron: CBS

De productiegroei bij VDL Nedcar geeft een

belangrijke impuls aan de transportmidde-

lenindustrie. In 2015 groeit de sector met

circa 6,5%. Voor 2016 wordt een groei van

2,5% voorzien.

Naast auto– en bussenproductie bij VDL

kent Nederland nog altijd een miljardenpro-

ductie in scheepsbouw en vrachtwagens.

De binnenlandse omzet blijft hangen op een

niveau van 65% t.o.v. 2010. Het geeft aan

dat binnenlandse investeringen in kapitaal-

goederen maar moeilijk herstellen. 100

105

110

115

120

125

2014 2015

50

100

150

200

2014 2015

Omzet binnenland Omzet buitenland

Page 30: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 30 Ondernemen in 2016 / december 2015

Omzetdruk blijft bij sector in transitie

Omzetdruk zet bedrijven in beweging De jarenlange omzetdruk die de sector teistert, is nog niet

ten einde. Sinds 2007 is de omzet ruim 40% afgenomen,

ondanks een positieve ontwikkeling van de buitenlandse

omzet. Dit beeld zal in 2016 niet veel anders zijn en zal de

sector verder veranderen. Lastige factor voor individuele

bedrijven is dat de financiële weerbaarheid vaak beperkt is

en de investeringen die nodig zijn om een nieuwe strategie

uit te voeren direct de juiste moeten zijn. Een andere ont-

wikkeling die voorlopig zal blijven, is het samengaan van

bedrijven. Schaalgrootte is een vereiste voor het reguliere

drukwerk, waarbij backoffices zoveel mogelijk worden sa-

mengevoegd. Voor gezonde groei moet echter de

‘voorkant’ van het bedrijf op orde zijn: klantspecifieke oplos-

singen - steeds vaker in een digitale en online-omgeving -

en flexibiliteit zijn hierbij de belangrijkste succesfactoren.

Productie herstelt licht na terugval in 2014 Index 2010=100

Buitenlandse omzet verzacht de pijn enigszins Index 2010=100

Bron: CBS

Grafische industrie

Bron: CBS

Omzetdruk is nog altijd actueel in de sector.

In 2015 is de omzet met rond de 7% ge-

daald.

Het geeft aan dat overcapaciteit onvermin-

derd aanwezig is en de financiële weerbaar-

heid van de sector gemiddeld niet op peil is.

Tegelijkertijd zijn er bedrijven die juist groei-

en. Dit kan in specifieke segmenten zijn zo-

als verpakkingsdrukwerk of bij ondernemers

die een succesvolle transitie van print naar

digital hebben gemaakt. In de online en di-

gitale markt zijn ook de nodige startups te

zien. 90

95

100

105

110

2014 2015

50

70

90

110

130

150

2014 2015

Omzet binnenland Omzet buitenland

Page 31: Ondernemen in 2016

Bouw

Woningbouw

Utiliteitsbouw

Infrasector

Installatiebranche

Onderhoud, herstel en verbouw

Commercieel vastgoed

Page 32: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 32 Ondernemen in 2016 / december 2015

Bouwproductie groeit voor derde jaar op rij

In 2016 groeit de bouwproductie naar ver-

wachting met vier procent.

In de loop van 2015 is de groei van de ver-

koop van nieuwbouw en het aantal afgege-

ven vergunningen gestagneerd. De lange

doorlooptijden van projecten zorgen er ech-

ter voor dat de woningbouw ook in 2016 de

groeimotor van de bouw is.

Door de beëindiging van het lage btw-tarief

was er halverwege 2015 een tussensprint in

de omzetten. De opgeleefde woningmarkt

blijft echter ook in 2016 zorgen voor veel

verbouwopdrachten.

In de utiliteitsbouw en de infrasector is het

herstel nog beperkt.

Vertrouwensindicator bouw flink gestegen % saldo pos. -/- neg. antwoorden seizoensgecorrigeerd

Bron: Europese Commissie

Bouw

“Technologische vernieuwingen, zoals

BIM, bieden mogelijkheden om efficiënt

samen te werken. Dat is dé manier om

het huidige nog ontoereikende rende-

ment in de bouw structureel te verbete-

ren.”

Jan van der Doelen,

Sectormanager Bouw en Vastgoed

Bouwers weer optimistisch In het derde kwartaal van 2015 kromp de bouwproductie

met twee procent ten opzichte van het vorige kwartaal. De

beëindiging van het lage btw-tarief per juni 2015 was hier

debet aan. Door het sterke begin in 2015 stijgt de bouwpro-

ductie naar verwachting over geheel 2015 wel met zes pro-

cent. Aannemers zijn (per saldo) ook voor het eerst sinds

2008 weer optimistisch gestemd. Het herstel van de infra-

sector en de bouw van nieuwe bedrijfsgebouwen blijft nog

duidelijk achter. Het is dan ook vooral de nieuwbouw van

woningen die door de aangetrokken woningmarkt de kar

trekt. Ook in 2016 leidt dit tot een verdere groei van de

bouwproductie.

2016: Derde jaar van groei bouwproductie Naar verwachting groeit de bouwproductie in 2016 met 4%.

Hierdoor neemt het volume voor het derde jaar op rij toe.

De krimp van de recessie is hierdoor eind 2016 voor circa de

helft goedgemaakt.

-60

-40

-20

0

20

40

2005 2007 2009 2011 2013 2015

Productie afgelopen 3 mnd Vertrouwen Bouw

2016 2014 2015

Totaal bouw 4,0% 3,1% 6,0%

Woningen & bedrijfsgebouwen (B&U) 6,0% 2,2% 9,0%

Aantal nieuwbouwwoningen 53.000 44.040 47.000

Infrasector 2,0% 3,5% 2,5%

Installatie, afwerking & sloop 3,7% 5,0% 2,5%

Gerelateerde sectoren:

Bouwmaterialenindustrie 1,1% 5,0% 2,5%

Architecten & ingenieurs 3,4% 3,0% 2,0%

Ontwikkeling Bouwproductie (% j.o.j.)

Bron: CBS en ramingen ING Economisch Bureau

Page 33: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 33 Ondernemen in 2016 / december 2015

Temporisering verkoop nieuwbouw

Sterke groei afgegeven vergunningen voorbij Het aantal afgegeven vergunningen is door de aantrekken-

de woningmarkt tussen eind 2013 en de zomer van 2015

flink gestegen. Sindsdien stabiliseert echter de afgifte van

de vergunningen. Een gebrek aan nieuwe bouwlocaties

maar ook bouwbedrijven die een gecontroleerde groei wil-

len doormaken lijken hiervoor de belangrijkste oorzaken.

Gemiddeld ligt er anderhalf tot twee jaar tussen de vergun-

ningverlening en voltooiing van een woning. Hierdoor ver-

wacht ING Economisch Bureau dat het aantal gerealiseerde

woningen in 2016 wel nog verder stijgt naar 53.000 van

47.000 in 2015.

Verkopen nieuwbouw en orderboeken stabiliseren

op hoger niveau Door de opgeleefde woningmarkt is ook de verkoop van

nieuwbouwwoningen flink aangetrokken. In de eerste tien

maanden van 2015 werden er ruim 25.000 nieuwbouwwo-

ningen verkocht. Dit aantal ligt op het pré-crisis niveau van

begin 2008. In 2015 is het aantal verkochte nieuwbouwwo-

ningen echter niet meer verder gestegen. Gecorrigeerd

voor seizoensinvloeden liggen de verkopen in het najaar op

ongeveer hetzelfde niveau als begin 2015, terwijl de ver-

koop van bestaande woningen wel bleef toenemen. Een

soortgelijke ontwikkeling maakt de voorraad werk bij wo-

ningbouwers door. Deze steeg van 5,5 maand in de zomer

van 2013 naar 7,9 maand in maart 2015 en stabiliseerde

daarna (oktober 7,9 maand).

Ook in 2016 is de woningnieuwbouw de

groeimotor van de bouw.

De aangetrokken woningmarkt heeft ge-

zorgd voor een toename van verkochte

nieuwbouw. Deze woningen worden

(gedeeltelijk) in 2016 gerealiseerd.

De enorme groei van bouwvergunningen,

orderboeken en verkopen van nieuwbouw

stabiliseerde in de tweede helft van 2015.

De eerdere toename zorgt in ieder geval in

2016 nog voor een flinke stijging van de wo-

ningbouwproductie.

ING Economisch Bureau verwacht 53.000

afgebouwde nieuwbouwwoningen in 2016.

Einde groei verkoop nieuwbouwwoningen Aantal verkopen seizoensgecorr. 3 mnds voortschr.

Afgifte vergunningen woningbouw stabiliseert 12 mnds voortschrijdend gemiddelde in aantallen

Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau

Bron: NVB en CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau

Woningbouw

0

1.000

2.000

3.000

4.000

0

2.500

5.000

7.500

10.000

12.500

15.000

17.500

20.000

2007 2009 2011 2013 2015

Bestaande woningen (l. as) Nieuwbouw (r. as)

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

2005 2007 2009 2011 2013 2015

Vergunningen Afgebouwde nieuwbouwwoningen

Page 34: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 34 Ondernemen in 2016 / december 2015

Nog geen herstel utiliteitsbouw

Utiliteitsbouw: orderboeken herstellen nog niet In de utiliteitsbouw is het herstel nog niet structureel. Inves-

teringen in bedrijfsgebouwen namen in de eerste helft van

2015 licht toe maar daalden weer in het derde kwartaal

2015. Orderboeken van utiliteitsbouwers zijn ook nog niet

beter gevuld. In oktober 2015 was de werkvoorraad 7,2

maanden. Dit is gelijk aan januari 2015. Ook de waarde van

de afgegeven bouwvergunningen neemt bij de bedrijfsge-

bouwen (nog) niet toe. In het derde kwartaal 2015 lag de

waarde van de afgegeven vergunningen voor bedrijfsge-

bouwen zes procent onder het niveau van dezelfde periode

in 2014. De vraag naar logistiek vastgoed op de belangrijk-

ste knooppunten is hierop een uitzondering door de toene-

mende vraag vanuit e-commerce. In zogenaamde built-to-

suit developments worden voor de eindgebruiker logistieke

panden op maat ontwikkeld.

Geen toename vergunningen bedrijfsgebouwen 12 mnds voortschr. gemiddelde in € mln per kwartaal

Lichte daling investeringen in bedrijfsgebouwen Investeringen in bedrijfsgebouwen in € mld per kwar-

taal (seizoensgecorrigeerd)

Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau

Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau

Utiliteitsbouw

Structureel minder vraag naar bedrijfsgebouwen Bedrijven zitten na de crisis nog ruim in hun jas en structu-

rele veranderingen zoals e-commerce en “Het Nieuwe Wer-

ken” zorgen voor een dalende vraag naar nieuwe winkel-

vloeren en kantoren. Investeringen in bedrijfsgebouwen zijn

ook laat cyclisch. Bedrijven investeren vaak eerst in hard-

ware, software, machines en het wagenpark voordat zij het

bedrijfspand uitbreiden of vervangen. Als eenmaal toch een

besluit genomen wordt voor uitbreiding van het bedrijfs-

pand dan duurt het door onder andere vergunningverlening

ook nog enige tijd voordat aan de bouw begonnen wordt.

Hierdoor zal de productie in de utiliteitsbouw in 2016 nau-

welijks boven het niveau van 2015 uitkomen.

Investeringen in bedrijfsgebouwen zijn laat-

cyclisch. Bedrijven zitten na de crisis nog

steeds ruim in hun jas.

Een afnemende waarde van afgegeven

bouwvergunningen voor bedrijfsgebouwen

en stabiliserende orderboeken wijzen voor

2016 nog niet op herstel van het bouwvolu-

me van utiliteitsbouwers.

Uitzondering is de bouw van logistiek vast-

goed. Daar is door onder andere e-

commerce grote vraag naar moderne logis-

tieke panden.

De vraag naar nieuwe winkels neemt struc-

tureel af door e-commerce. “Het Nieuwe

Werken” drukt de vraag naar nieuwe kanto-

ren.

0

200

400

600

800

1.000

1.200

1.400

1.600

2005 2007 2009 2011 2013 2015

0

1

2

3

4

5

6

7

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Page 35: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 35 Ondernemen in 2016 / december 2015

Lichte groei in infrasector

Vooral natte waterbouw laat omzet groeien

In de eerste drie kwartalen van 2015 groeide de omzet van

bedrijven die actief zijn in de infrasector met 1,5%. Deze

groei kwam vooral tot stand bij de natte waterbouw en

overige civieltechnische diensten. Dit komt onder andere

doordat baggeraars het goed deden en grote internationa-

le opdrachten binnenhaalden, zoals de aanleg van het

tweede Suezkanaal. Ook de waterbouwprojecten in Neder-

land uit het Deltafonds namen toe. De omzet van buizen-

en kabelleggers daalde in deze periode, maar zal in 2016

licht stijgen door de aantrekkende nieuwbouw van wonin-

gen. De omzet van wegenbouwers is al enkele jaren stabiel.

Lagere overheden bezuinigen op infrastructuur en vooral

op uitgaven aan wegen wordt bespaard. Al jaren daalt ook

de groei van het wegennet. Zo kwam er in Nederland in

2002 nog meer dan 1.000 kilometer weg bij. In 2014 is dit

gedaald tot 400 kilometer.

Vertrouwen infrabouwers blijft negatief Saldo positieve & negatieve antwoorden

Flinke omzetstijging natte waterbouw Omzetontwikkeling (% j.o.j.)

Bron: CBS

Bron: Europese Commissie

Infrasector

Lichte groei in 2016

Voor het eerst sinds jaren is het vertrouwen van infrabedrij-

ven lager dan dat van B&U-bouwbedrijven. Bezuinigingen

van de overheid zorgen voor een kleinere opdrachten-

stroom. Over het algemeen zijn infrabedrijven echter min-

der getroffen door de recessie dan in de B&U-sector en

hierdoor is het vertrouwen de afgelopen jaren wel redelijk

stabiel gebleven. Een aantrekkende woningbouw in de B&U

sector zorgt ook voor weer meer bouw van (toegangs)

wegen in nieuwe woonwijken. De beperkte omzetgroei bij

ingenieurs duidt als voorlopende indicator ook op lichte

groei. Voor 2016 verwacht ING Economisch Bureau daarom

toch een volumegroei van twee procent voor de infrasector.

De aantrekkende woningbouw in 2015 laat

de vraag naar nieuwe toegangswegen weer

toenemen.

Bouwbedrijven actief in de infrasector zijn

nog steeds niet optimistisch gestemd.

Lagere overheden blijven besparen op on-

derhoud van wegen.

Naar verwachting groeit het volume van de

infrasector in 2016 met twee procent.

-60

-40

-20

0

20

40

2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015Infrasector B&U sector

-20%

0%

20%

40%

60%

(Spoor)wegen &

tunnels

Buizen- &

kabelleggers

Natte waterbouw

& overigecivieltech.

2013 2014 2015 tm q3

Page 36: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 36 Ondernemen in 2016 / december 2015

Omzetgroei installateurs in 2016

Omzetstijging bij installateurs in 2016 De afhankelijkheid van de B&U-sector zorgt er voor dat

installatiebedrijven in 2015 hun omzet flink zagen stijgen.

De omzetstijging was echter wel kleiner dan van de totale

bouw. Dit komt doordat de installatiebranche voor een

groot deel afhankelijk is van de minder conjunctuurgevoeli-

ge onderhoud- en renovatiemarkt. In het derde kwartaal

2015 liet de installatiebranche wel een lagere omzetgroei

zien doordat het lage btw-tarief in juli 2015 werd beëindigd.

Vooral groei door meer nieuwbouw woningen Voor 2016 verwacht ING Economisch Bureau een verdere

stijging van de omzet in de installatiebranche. Het zijn voor-

al installatiebedrijven die afhankelijk zijn van de woning-

bouw die positief zijn. Voor de utiliteitsbouw verwachten

installateurs vooral opdrachten voor onderhoud. De ontwik-

keling van de orderportefeuilles voor de infra is het meest

gematigd. Net als in de rest van de bouw is er in de installa-

tiebranche nog wel steeds overcapaciteit, waardoor de

prijzen onder druk blijven staan.

Belang van de installateur neemt toe Door de toename van installaties en complexiteit in gebou-

wen neemt het belang van de installateur in het bouwpro-

ces de komende jaren toe. Door in te spelen op trends als

domotica, energiebesparing, luxer sanitair en vergrijzing

kunnen installateurs ook de komende jaren verder aan ter-

rein winnen.

Vooral van nieuwbouw woningen verwachten installateurs fors meer opdrachten Marktverwachting orders installateurs

Lichte omzetgroei installateurs Omzetontwikkeling (% j.o.j.)

Bron: Uneto-VNI, bewerkt door ING Economisch Bureau

Installatiebranche

Bron: CBS

Voor 2016 wordt een groei van de omzet

verwacht.

Installateurs ontvangen vooral meer orders

van de nieuwbouw van woningen.

Het belang van installateurs in de bouw

neemt de komende jaren toe door steeds

meer technologie in gebouwen.

Er liggen voor installateurs kansen op het

gebied van het energiezuiniger maken van

gebouwen.

-20%-10% 0% 10% 20% 30% 40%

Nieuwbouw woningen

Onderhoud woningen

Nieuwbouw utiliteit

Onderhoud utiliteit

Nieuwbouw infra

Onderhoud infra

2015 IV2014 IV

-30%

-20%

-10%

0%

10%

20%

2005 2007 2009 2011 2013 2015

B&U Installateurs

Page 37: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 37 Ondernemen in 2016 / december 2015

Aanhoudende lichte groei in onderhoud

Meer verbouwvergunningen bij woningbouw Het aantal afgegeven vergunningen voor herstel en ver-

bouw werkzaamheden aan woningen is in 2015 flink geste-

gen. De aantrekkende woningmarkt en het tijdelijke lage

btw-tarief heeft hierbij voor een stimulans gezorgd. De stij-

ging van het uiteindelijke aantal verbouwopdrachten kan

hoger zijn door het feit dat er per november 2014 minder

snel een vergunning nodig is voor uitbouwwerkzaamheden.

Net als bij de nieuwbouw komt het herstel volledig op het

conto van de woningbouw en blijft het aantal afgegeven

vergunningen in de utiliteitsbouw relatief constant.

Einde van stimulans verlaagd btw-tarief Het verlaagde btw-tarief op arbeid van verbouw en onder-

houd van woningen die ouder zijn dan twee jaar is op 1 juli

2015 beëindigd. Dit heeft voor kleinere bouwbedrijven voor

een duidelijke piek gezorgd in de omzetontwikkeling. Deze

steeg in het tweede kwartaal 2015 met bijna 10% ten op-

zichte van het vorige kwartaal. In het derde kwartaal 2015,

toen de btw weer verhoogd werd, daalde de omzet van

deze bedrijven weer flink naar het niveau van een jaar eer-

der. De aantrekkende woningmarkt zal ondanks de hogere

btw in 2016 zorgen voor meer herstel- en verbouwwerk-

zaamheden doordat nieuwe huiseigenaren vaak hun aan-

gekochte stulpje willen opknappen.

Toename verbouwvergunningen woningen 12 mnds voortschr. gemidd. vergunningen onderhoud

& herstel in € mln

Beëindiging laag btw leidde tot piekomzet klei-

ne bouwers Omzet B&U bouwers per kwartaal sei-

zoensgecorr. naar bedrijfsgrootte (index 2010=100)

Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. NEVI, CBS

Onderhoud, herstel en verbouw

Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau

Naar verwachting groeit het productievolu-

me van de onderhoud, herstel en verbouw

sector in 2016 licht.

De herstel en verbouwmarkt profiteert van

de aantrekkende woningmarkt.

In de utiliteitsbouw neemt het aantal afge-

geven vergunningen voor herstel en ver-

bouw nog niet toe.

Het verlaagde btw-tarief heeft in het twee-

de kwartaal 2015 voor een piek in de om-

zetten gezorgd bij kleine bouwbedrijven.

Verduurzaming van de woningvoorraad en

transformatie van leegstaande kantoorpan-

den biedt de komende jaren kansen.

60

80

100

120

140

2010 2011 2012 2013 2014 2015

10-100 werkzame personen 1-10 werkzame personen

>100 werkzame personen

200

250

300

350

400

400

500

600

700

800

2005 2007 2009 2011 2013 2015

Utiliteitsbouw Woningen (r.as)

Page 38: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 38 Ondernemen in 2016 / december 2015

Vastgoedbeleggingsmarkt naar nieuw record

Aanvangsrendementen dalen De vastgoedbeleggersmarkt wordt gesteund door een posi-

tief sentiment onder beleggers en door een enorme hoe-

veelheid beschikbaar kapitaal. Buitenlandse partijen zien de

markt als relatief aantrekkelijk geprijsd. De rendementen

naderen hiermee die van de top van de markt in 2007. De

verwachting is dat de aanvangsrendementen in 2016 in

sommige gevallen ook onder zullen gaan duiken.

Logistiek vastgoed blijft hot De goede positie van Nederland als logistiek land en struc-

turele ontwikkelingen (zoals e-commerce) in de markt, dra-

gen bij aan de aanhoudende vraag naar modern logistiek

vastgoed op belangrijke knooppunten. De opnamecijfers

blijven naar verwachting ook in 2016 op een hoog niveau.

Lichte stijging opname kantoren De vraag naar kantoormeters blijft gericht op kwalitatief

goede (moderne) panden op multifunctionele en bereikba-

re locaties. De opname van kantoren is in 2015 licht geste-

gen. De leegstand blijft echter onverminderd hoog.

Vraag naar winkels van internationale retailers Winkeliers worden steeds meer geconfronteerd met het

veranderend gedrag van de consument. De groei in online

is vele malen groter dan die in fysieke winkels. Het overall

positieve beeld in de detailhandel vertaalt zich daarom niet

naar de winkelvastgoedmarkt. De vraag naar winkelruimte

wordt ook in 2016 naar verwachting met name gedreven

door internationale retailers die hun winkelketen willen

uitbreiden. Voor 2016 verwachten we, behalve op de toplo-

caties, geen huurgroei voor winkels.

Beleggingsvolume naar nieuw record

Beleggingsvolume commercieel vastgoed in mln € (12 mnds voortschrijdend gemiddelde)

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

2007 2009 2011 2013 2015

Flink opnameherstel bedrijfsruimten Opname x 1.000 m2 per kwartaal seizoensgecorrigeerd

Bron: CBRE, bewerkt door ING Real Estate Finance market research

Commercieel vastgoed

Bron: PropertyNL research, Bewerkt door ING Economisch Bureau

Veel beschikbaar kapitaal bij buitenlandse

beleggers duwt het beleggingsvolume in

Nederlands vastgoed naar een record.

Aanvangsrendementen voor de top van de

markt dalen door de grote interesse van be-

leggers tot onder die van 2007.

De vraag naar moderne logistieke ruimten

neemt toe door structurele ontwikkelingen

zoals e-commerce.

De opname van kantoren en winkels stijgt

nog nauwelijks.

Er is in toenemende mate sprake van een

tweedeling in de markt; met groeiende

(structurele) leegstand op meer secundaire

locaties. Op deze plekken dalen de huren

ook veelal.

0

200

400

600

800

1.000

1.200

2007 2009 2011 2013 2015

Du

ize

nd

en

Kantoren Bedrijfsruimtes Winkels

Page 39: Ondernemen in 2016

Wegtransport

Binnenvaart

Vervoer door de lucht

Logistieke dienstverlening

Transport en logistiek

Page 40: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 40 Ondernemen in 2016 / december 2015

Aanhoudende groei met accentverschuiving

De transport en logistieksector heeft de

vaart er in 2015 ingekregen. In 2016 kan het

groeitempo van 3% naar verwachting wor-

den vastgehouden.

Internationaal is het beeld wisselend posi-

tief. De logistieke vraag vanuit handelshui-

zen groeit sterker dan vanuit de industrie.

Tegelijkertijd ontwikkelt de behandeling en

belevering van consumentengoederen zich

nationaal en in de buurlanden gunstig.

De wegtransportsector profiteert het meest

van de aantrekkende economische groei in

Nederland. Structureel blijft logistieke

dienstverlening dé groeimarkt.

Transport en logistiek procyclisch Volume Transport en Logistiek versus de economie,

index 2008 = 100

Bron: CBS, ING Economisch Bureau

Bron: CBS, ING Economisch Bureau

Transport & Logistiek

“In een aantrekkende markt verbetert

de winstgevendheid niet automatisch,

ook blijft verandering aandacht vragen.

Het is de kunst om dit snel te signaleren

en in de strategie te implementeren.”

Machiel Bode

Sectormanager Transport & Logistiek

Groei transport en logistieksector zet door De transport– en logistieksector heeft de vaart er ingekre-

gen. Door de diversiteit in opdrachtgevers is de sector als

geheel eind 2015 alweer 4% groter dan voor de economi-

sche crisis. Na het internationale herstel heeft terugkeer

van groei in de bouw en detailhandel voor versnelling ge-

zorgd. Volgend jaar zet de groei in transport en logistiek in

het zelfde tempo door (+3%). Door aanhoudend lagere

brandstofkosten en blijvende prijs– en efficiëntiedruk komt

de omzetgroei hier slechts licht bovenuit. Dit toont ook aan

dat tariefdruk in transport en logistiek van alle tijden is.

Voor margeverbetering is een hogere innovatiescore nodig.

Accentverschuiving maar over volle breedte groei Met de aantrekkende Nederlandse economie is het zwaar-

tepunt meer naar de binnenlandse logistieke vraag ver-

schoven. Vooral het wegvervoer plukt hier de vruchten van.

Internationaal is er meer volatiliteit, wat in de overzeese

logistieke relaties is te merken. Vanuit industriële verladers,

die vaak exporteren, zwakt de groei af. Dat de logistieke

dienstverlening ook in 2016 het sterkst naar voren komt, is

te danken aan de structurele groei in deze markt.

Volume 2016 2015 2014

Transport en Logistiek totaal 3,0% 3,0% 2,0%

Wegtransport 2,6% 2,9% 2,1%

Vervoer over water 3,5% 3,3% 2,1%

Vervoer door de lucht 3,2% 2,7% 3,2%

Logistieke dienstverlening 1,7% 3,3% 3,5%

Omzet

Transport en logistiek totaal 2,2% 2,2% 3,5%

Wegtransport 3,7% 2,5% 3,5%

Logistieke dienstverlening 2,7% 3,0% 4,0%

Vooruitzichten Transport & Logistiek Breed gedragen groei in transport en logistiek

90

95

100

105

110

2008 2010 2012 2014 2016F

Volume Transport en Logistiek

BBP (Economische groei)

Page 41: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 41 Ondernemen in 2016 / december 2015

Gemiddelde rendement door het dal Gemiddelde rentabiliteit*, index 2000 = 100

90

95

100

105

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014

Binnenlands vervoer

Internationaal vervoer

Wegtransport laat mineurfase achter zich

Wegtransport goed op gang De wegtransportactiviteiten van logistieke bedrijven groei-

en weer. Veel Nederlandse bedrijven hebben hun vleugels

al geruime tijd geleden uitgeslagen met vestigingen in

Oost-Europa. Vanuit Nederland is de straal nu grotendeels

beperkt tot een cirkel van 300 km. Hiermee is de binnen-

landse markt steeds belangrijker geworden en dat is te

merken. Sinds de consument weer vaker de portemonnee

trekt in de detailhandel en de bouwproductie weer toe-

neemt, groeit de wegtransportsector weer. In 2016 zet dit

door, waarbij het sterk opgeveerde bouwgerelateerde ver-

voer een stapje minder hard zal groeien. Over de hele linie

groeit het vrachtvolume naar verwachting gemiddeld met

2,6% bij een omzetgroei van 3,5%

Vrachttarieven zullen in 2016 moeten stijgen De winstgevendheid van het wegtransport is na een jaren-

lange daling aan de beterende hand. De verschillen zijn

groot, maar 73% van de bedrijven maakt in de herfst van

2015 winst, waar dit begin 2013 nog slechts 40% was. Dit is

te danken aan een combinatie van een aantrekkende

markt (hogere productiviteit), stabiele loonkosten en lagere

brandstofkosten. In 2015 (tot december) is de diesel aan de

pomp per saldo nog slechts 2% goedkoper geworden. De

nieuwe verhoging van de cao-lonen met 2,75% per 1 janu-

ari zal er in combinatie met verwachte stabiele brandstof-

kosten voor zorgen dat de kostprijs met tenminste 1,5%-

2% stijgt. Dit kan slechts deels worden goed gemaakt met

verdere efficiëntieverbetering. Om de winstgevendheid

opnieuw te verhogen zullen bedrijven bij de contractonder-

handelingen voor 2016 wel de tarieven moeten verhogen.

Naar verwachting is dit haalbaar.

De binnenlandse markt blijft in 2016 een

vliegwiel voor het wegtransport. De volume-

groei komt uit op 2,6% bij 3,5% meer omzet.

De dalende rentabiliteit heeft een keerpunt

bereikt en zal naar verwachting ook in 2016

licht verbeteren. Hiervoor zullen de tarieven

wel moeten stijgen.

De wegtransportsector heeft weer perspec-

tief. Internationaal verliest de sector nog

steeds marktaandeel, maar de aantrekken-

de markt in een cirkel van 300 km rondom

de standplaats is nu sterker.

Breedgedragen groei in transport en logistiek Omzet wegtransport per jaar

Bron: NEA, ING Economisch Bureau. *Excl zzp-ers, na gew. Loon DGA

Bron: CBS, ING Economisch Bureau

Wegtransport

Grote verschillen: Bedrijven met

>50 trucks realiseren gemiddeld 3%

-4% marge, voor kleine bedrijven is

dit gemiddeld negatief.

2,7%

4,9%

2,0%

-1,0%

3,7%

2,5%

3,5%

2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

Page 42: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 42 Ondernemen in 2016 / december 2015

Terug in ruimer vaarwater in 2016

Vervoersvraag gaat door, omzet loopt terug Met steun van maandenlang laag water (en daardoor ho-

gere tarieven) heeft de binnenvaart in 2015 toch nog een

flinke omzetgroei gerealiseerd. De gemiddelde omzet be-

vindt zich onder invloed van overcapaciteit desondanks nog

7% onder het niveau van 2008, terwijl het vrachtvolume

alweer flink hoger ligt. In 2016 wordt een volumegroei van

3,5% verwacht. Uitgaande van ‘normale omstandigheden’

blijft de omzet daarbij licht achter (+2,5%).

Steeds intensievere binnenvaart in eigen land De binnenvaart wordt steeds meer ingezet voor vervoer

van en naar de zeehavens. Het aandeel van de binnenvaart

vanuit Rotterdam is van 2011-2014 gestegen van 33,4% -

35,7% en dit zal met de verdere ingebruikname van de con-

tainerterminals op de Tweede Maasvlakte doorstijgen.

Daarbij ontdekken steeds meer verladers de ‘Blue road’

voor nationaal vervoer. Met gebruik van inland terminals

blijkt het in het waterrijke Nederland goed mogelijk om

ladingpakketten gebundeld en in containers naar de bin-

nenvaart te verplaatsen. Van 2010 tot en met 2014 heeft

de binnenvaart hier een groei van 16% gerealiseerd en ook

in 2016 zal hier groei te zien zijn. Gunstig voor individuele

ondernemers is dat droge bulkschepen ook voor container-

vervoer ingezet kunnen worden. Dit biedt compensatie voor

de aanstaande krimp in de kolenstroom.

Tankvaart overgeleverd aan olieprijs De tankvaart fluctueert. Door de beweeglijkheid van de

olieprijs was er in 2015 veel handel, wat te zien was in de

overslag van minerale olie. Bij aanhoudende volatiliteit zal

de tankvaart in 2016 opnieuw profiteren.

De kwakkelende binnenvaartomzet kreeg

medio 2015 een sterke impuls door histo-

risch lang aanhoudend laag water. Hoewel

het vrachtvolume in 2016 groei laat zien,

doet de omzetgroei weer een stap terug

naar 2,5%.

De sector moet het voor groei steeds meer

van de containervaart hebben. Positief is

dat de binnenvaart nationaal in de lift zit en

marktaandeel wint op andere modaliteiten.

De tankvaart kampt structureel met stagne-

rende groei, maar profiteert voorlopig van

de volatiele oliemarkt.

Vooral groei in containers Ontwikkeling vrachtvolume binnenvaart,

index 2000 = 100

Lagere omzetgroei door normalisering in 2016 Omzetontwikkeling per jaar

Bron: CBS, ING Economisch Bureau

Bron: CBS, ING Economisch Bureau

Binnenvaart

90

100

110

120

Tijdelijke terugval in

2015 door laag water

Containers int.

Containers nat.

Binnenlands vervoer

Totaal

7%

-18%

2%

12%

-7%

-1%

1%4% 2,5%

2008 2010 2012 2014 2016F

Ca. 3% door

laag water

Page 43: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 43 Ondernemen in 2016 / december 2015

Passagiers overtreffen vracht in luchtvaart

Luchtvervoer blijft groeien, winstgevendheid niet Het vervoer door de lucht blijft aan passagierszijde groeien.

In 2015 komt de groei op Schiphol uit op 6%. Dit staat in

contrast met de vrachtkant waar de groeivooruitzichten

zijn afgenomen (2015 –1%). Vooral de Europese passagier -

goed voor ruim 70% van het totaal - blijft voor groei zorgen.

Door toetreding en groei van low cost carriers en spelers uit

Azië staat de winstgevendheid in de luchtvaart ondanks

lagere kerosineprijzen (ca. 40% van de kostprijs) nog steeds

sterk onder druk. Lichtpunt is dat deze kerosineprijzen in

2016 naar verwachting niet veel zullen stijgen.

Luchtvracht vanuit met name Azië onder druk Anders dan het passagiersvervoer is het Nederlandse lucht-

vrachtvervoer sterk op Azië gericht, met Shanghai als verre-

weg de belangrijkste counterpart. Op vrachtgebied neemt

Schiphol daarmee de derde positie in Europa in. Totaal is

Azië aan inkomende zijde goed voor 40% en aan uitgaande

zijde voor 38% van het volume. De ontwikkeling van Azië is

daarmee voor vracht veel belangrijker dan voor passagiers-

vervoer. In 2015 daalde de inkomende overslag met 10%

(Chinese export). De Chinese economie ontwikkelt zich min-

der uitbundig dan in het recente verleden door de verslech-

terde concurrentiepositie en structurele veranderingen. In

2016 kan de groei een stapje verder terug doen en dit zorgt

ervoor dat luchtvrachtvervoer onder druk blijft staan. De

uitfasering van ‘full freighters’ van KLM/Martinair is voor

Schiphol ongunstig. Tot voor kort werd hier 60% van de

vracht in deze toestellen vervoerd en nog slechts 40% in de

‘Belly’. Mede doordat het passagiersvervoer belangrijker is,

groeit het totale volume van de sector in 2016 naar ver-

wachting met zo’n 3%.

Azië bepalend voor de luchtvrachtactiviteiten Inkomende en uitgaande vracht en groei 2015

Passagiersvervoer groeit door, vracht kwakkelt Ontwikkeling passagiersvervoer en vracht

Bron: Schiphol, ING Economisch Bureau

Bron: Schiphol, ING Economisch Bureau

Vervoer door de lucht

Het Nederlandse vervoer door de lucht

groeit in 2016 met zo’n 3% in volume.

Terwijl het passagiersvervoer blijft groeien,

kampt het luchtvrachtvervoer met tegen-

druk en afgenomen groeivooruitzichten.

Afkoeling van de Chinese economie blijft de

groeipotentie van luchtvracht ook in 2016

beperken. De goed draaiende Noord-

Amerikaanse markt biedt enige verlichting.

0% -26%

-2% 15%

6% 1%

1% -1%

6%-5%

-10% 3%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Inbound Outbound

Azië

Midden Oosten

Afrika

Latijns Amerika

Noord-Amerika

Europa

-20%

-10%

0%

10%

20%

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F

Aantal passagiers Schiphol

Vrachtoverslag Schiphol

Page 44: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 44 Ondernemen in 2016 / december 2015

Logistieke diensten in volatiele groeimarkt

Structurele groei aanjager logistieke diensten

Logistieke bedrijven als expediteurs, terminals en vooral

opslagbedrijven hebben in de jaren na de crisis een sterke

groei doorgemaakt (zie figuur). Hierbij is de warehouse op-

pervlakte vooral in Zuid-Nederland (Venlo, West Brabant)

sterk gegroeid. Gezien de reeds grote voorraden en gevulde

opslagplaatsen van grondstoffen zoals olieproducten,

groeien expeditie en ‘value added logistics’ (o.a. klantspeci-

fiek maken) in 2016 sneller. Onder invloed van de afzet-

groei in de Nederlandse detailhandel en verder herstel in de

rest van (West) Europa groeit de logistieke dienstverlening

naar verwachting met 3,5% en komt de omzetgroei hier

nog iets bovenuit, al kan de vraag volatiel blijven (zie figuur)

Uitbesteding blijft aanjager logistieke diensten

Een belangrijke bron van vooruitgang in logistieke dienst-

verlening is uitbesteding door verladers. Verladers zijn kriti-

scher geworden op bijvoorbeeld de foutmarge en kiezen

soms weer voor insourcing, maar logistiek is met de digita-

lisering en data-analyse ook steeds meer een specialisme.

Europese distributie van consumentenproducten (o.a. via E

-commerce) blijft nog een groeimarkt.

Logistieke bedrijven succesvol in optimalisatie Logistiek gaat over volumes en hierbij is de druk tot proces–

innovatie continu aanwezig. Niet zelden is de afspraak dat

de tarieven van de verlader gelijk blijven en dat kostenstij-

ging met efficiëntie moet worden goedgemaakt. Dat dit

goed lukt, blijkt uit de toegevoegde waarde. Deze is de af-

gelopen vijf jaar met 4% per jaar twee keer zo hard ge-

groeid is als gemiddeld in transport en logistiek.

Voortdurende groei logistieke dienstverleners Omzetontwikkeling logistieke dienstverleners

Europees beeld: beweeglijk, per saldo positief Vrachtvolumes volgens logistieke dienstverleners

25

50

75

2014 2015

Bron: CBS, ING Economisch Bureau

Logistieke dienstverlening

Bron: Enquête Danske Bank

Logistieke dienstverleners zien ook volgend

jaar het volume groeien.

Structurele groei blijft komen van uitbeste-

ding door onder andere retailers, maar ook

meer specialistische verladers.

De logistieke dienstverlening is succesvol in

vooral procesinnovatie en weet zo bovenge-

middelde waarde te creëren. Innovatie in de

dienstverlening gebeurt nog te weinig en is

uitdaging.

5,6% 5,4%

2,4%

0,7%

2,7%3,0%

4,0%

2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

>50 indiceert groei

Page 45: Ondernemen in 2016

Groothandel

Agrarische producten

Voedingsmiddelen

Non-food

Kapitaalgoederen

Grondstoffen

Page 46: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 46 Ondernemen in 2016 / december 2015

Groei 2016 heeft brede basis

De omzet in de groothandel leeft na vier

jaar omzetkrimp in 2016 naar verwachting

weer op (+4%). De omzetgroei is het sterkst

in de ICT- en bouwmaterialengroothandel

en nihil in de groothandel in grondstoffen.

Het vertrouwen van ondernemers in de

groothandel is momenteel groot en heeft in

het derde kwartaal van 2015 een record-

hoogte bereikt.

Het prijsherstel voor de groothandel als ge-

heel blijft minimaal vanwege de relatief la-

ge olieprijzen en de sterke vertegenwoordi-

ging van deze sector. In 2015 lijdt de groot-

handel in olie en steenkool naar verwach-

ting een omzetverlies van 25%.

Omzetgroei in 2016 eindelijk weer positief % ontwikkeling j.o.j.

Vooral wederuitvoer sinds 2009 hard gegroeid Index 2009 = 100

Bron: CBS en CPB; bewerking ING Economisch Bureau

Bron: CBS en ING Economisch Bureau

Groothandel

“De groothandel heeft een prima uit-

gangspositie om de rol van ketenregis-

seur op te pakken. Een voorwaarde om

de waardecreatie te verhogen is te

investeren in digitale platforms”

Marinus van der Meer

Sectormanager Groothandel

Groothandel in positieve flow Qua volumegroei heeft de groothandel sinds 2008 van alle

sectoren de meeste vooruitgang geboekt. Voor de waar-

deontwikkeling is het beeld pas vanaf volgend jaar weer

positief. In de eerste drie kwartalen van 2015 was er wel

ook al wel omzetgroei in alle sectoren, behalve voor olie

en steenkool en chemische producten. Dit is het gevolg

van de enorme dip in de olieprijzen. Dit beeld zal in 2016

naar verwachting hetzelfde blijven. Dankzij een verbre-

ding van het economisch herstel ligt voor de groothandel

in 2016 na vier krimpjaren weer omzetgroei in het ver-

schiet, tot een omzetniveau van ruim € 450 miljard. De

drie grote drivers van de groothandel groeien dit en vol-

gend jaar: de export met circa 4,5%, de consumptie met

ruim 1,5% (mede dankzij de aangekondigde lastenverlich-

tingen) en de investeringen met 9% in 2015 en 4,5% in

2016. De invoer stijgt met ongeveer 5%, iets hoger dan de

uitvoer. Dit is gunstig voor groothandelaren die zich met

wederuitvoer bezighouden. Ook bij vele Europese handels-

partners is sprake van aantrekkende groei. Dit is gunstig

voor een breed scala aan groothandels, van ICT en kapi-

taalgoederen tot aan non-food consumentenproducten.

-6%

-4%

-2%

0%

2%

4%

2012 2013 2014 2015F 2016F

Omzet Volume Prijs

80

100

120

140

160

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

BBP

Wederuitvoer

Uitvoer binnenlands geproduceerd product

Page 47: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 47 Ondernemen in 2016 / december 2015

Omzetgroei blijft ook in 2016 gematigd

Lagere graanprijzen drukken omzetgroei In de groothandel voor agrarische producten (akkerbouw-

producten en bloemen en planten) ging in 2015 bijna € 45

miljard om. De omzet van de totale agrarische groothan-

del trok na twee krimpjaren weer aan. In 2014 daalde de

omzet met 5,5%, vooral door prijsdalingen van akker-

bouwproducten (70% van het sectortotaal). De gemiddel-

de graanprijsdaling was ook aanzienlijk (-18%) en de

oogstraming voor 2016 is vooralsnog zo gunstig dat nieu-

we prijsdalingen worden voorzien. Dit zal de omzetgroei in

zowel 2015 als 2016 drukken tot circa 3% (zie figuur).

De omzetontwikkeling in de akkerbouw is volatieler dan

die van andere landbouwproducten. Ook uien– en aardap-

pelprijzen zijn afhankelijk van de door weersomstandighe-

den bepaalde opbrengst en kwaliteit. In 2014/15 waren

deze prijzen beneden gemiddeld en in 2015/16 zijn de prij-

zen bij de seizoenstart bovengemiddeld.

Gunstig groeiperspectief sierteeltgroothandel De omzetontwikkeling bij sierteeltproducten wordt in hoge

mate bepaald door de consumentenmarkten in de export-

landen. Twee derde van de bloemen en planten wordt

uitgevoerd, bij akkerbouwproducten bijna een kwart. Voor

deze groothandels zijn de voortekenen voor 2016 gunstig.

De consumptieve bestedingen in veel exportlanden ont-

wikkelen zich positief en de eurokoers blijft gunstig. Vooral

de export naar het VK, Frankrijk en Polen zal in 2015 en

2016 naar verwachting sterk toenemen. Omdat er minder

via de veiling wordt verhandeld, is er enige neerwaartse

prijsdruk in de handel, omdat afnemers in het buitenland

eerder zullen kiezen voor goedkopere alternatieven.

De omzet van de agrarische groothandel is

ondanks de aanhoudende druk op de

graanprijzen in 2015 gestegen, met circa

3%.

Ook in 2016 zal de omzetgroei naar ver-

wachting tot 3% beperkt blijven vanwege

aanhoudend lage graanprijzen.

De prijzen die handelaren voor uien en aard-

appelen betaald krijgen, hebben in het sei-

zoen 2015/16 een prima start gemaakt.

Aanhoudende consumptiegroei en de gun-

stige eurokoers pakken vooral positief uit

voor de omzet van groothandels in bloemen

en planten.

Gematigd omzetherstel vanwege prijsdruk Index 2010 = 100

Omzetontwikkeling akkerbouw meest volatiel Index 2010 = 100

Bron: CBS en ING Economisch Bureau

Bron: CBS; raming ING Economisch Bureau

Agrarische producten

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

90

100

110

120

130

140

150

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Akkerbouwproducten Sierteelt

Groenten en fruit Zuivel, vetten, eieren

Page 48: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 48 Ondernemen in 2016 / december 2015

2015* 2003-13 2014

Voeding en levende dieren 0 6 4

EU 0 6 2

Niet-EU landen 4 6 10

VS 20 2 19

China 26 18 52 Dranken en tabak 2 -11 -11 EU 1 -13 -14 Niet-EU landen 5 -6 -6 VS -3 -5 22 China 24 144 188

Groothandel food profiteert van eurokoers

Exportgroei EU nihil, VS en China groeimarkten Op basis van de groei in de eerste drie kwartalen van 2015

lijkt de omzetgroei in de food groothandel in 2015 uit te

komen op bijna 3%. Bovengemiddeld presteren de groot-

handel in groenten en fruit en dranken. De omzet in de

zuivelgroothandel lijdt onder de slechte prijzen. Ook voor

2016 wordt dankzij de goedkope euro en gunstigere zuivel-

prijzen een exportgroei van minstens 3% voorzien. De uit-

voerwaarde van voeding en levende dieren (€ 56 mrd in

2014) steeg in de eerste negen maanden van 2015 nauwe-

lijks, die van dranken en tabak (€ 6,5 mrd) daalde flink. De

belangrijkste groeimarkten waren de VS en China. Ook de

binnenlandse markt en vooral de foodservicemarkt trok

aan dankzij groei van de consumptieve bestedingen. Het

aandeel van de wederuitvoer bij dranken en tabak is de

laatste jaren snel toegenomen, met name door de sluiting

van Philip Morris.

3% omzetgroei voedingsgroothandel 2016 % ontwikkeling j.o.j.

Wederuitvoer dranken en tabak fors gestegen Aandeel wederuitvoer in % van totale uitvoerwaarde

Bron: CBS en ING Economisch Bureau

Bron: CBS en ING Economisch Bureau

Voedingsmiddelen

De omzetgroei van groothandels in voe-

dingsmiddelen zal naar verwachting in zo-

wel 2015 als 2016 circa 3% bedragen, dank-

zij zowel binnen– als buitenlandse consump-

tiegroei.

De groothandel in groenten en fruit en

dranken behaalde in 2015 betere resultaten

dan de groothandel in zuivel.

De VS is dankzij de laag blijvende eurokoers

zeker nog in 2016 een groeimarkt. Voor de

komende jaren is China echter exportgroei-

markt nr.1 voor de food groothandel.

De ontwikkeling van de afzet naar EU-

landen stagneerde in 2015, maar zal dankzij

de groei van de consumptieve bestedingen

in diverse Europese landen in 2016 opleven.

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

Voeding en levende dieren Dranken en tabak

2002 2015 jan-aug

Exportontwikkeling food naar land / regio (% j.o.j.)

-1%

0%

1%

2%

3%

4%

5%

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

Bron: CBS en ING Economisch Bureau; * januari-september

Page 49: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 49 Ondernemen in 2016 / december 2015

Non-food doet het ook in 2016 goed

Koopkrachtverbetering stimuleert omzet De groothandel in non-food consumentenproducten gene-

reert in 2015 een omzet van ruim € 82 miljard. De omzet

beweegt ongeveer gelijkmatig met die van de conjunctuur.

De omzetgroei in 2015 kwam boven die in 2013 en 2014 uit

dankzij het aantrekken van de consumptieve bestedingen.

Dit blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkeling van de retailomzet

non-food. Deze neemt in 2015 met ongeveer 1,5% toe, na

vier krimpjaren. In 2016 verbetert de koopkracht in Neder-

land en in diverse Europese afzetlanden verder, terwijl de

exportvooruitzichten richting bijvoorbeeld China iets onze-

kerder zijn. Al met al wordt voor 2016 5% omzetgroei ver-

wacht. Qua volumegroei in de afgelopen jaren overtreft de

groothandel de meeste andere sectoren. De ontwikkeling

uitgedrukt in toegevoegde waarde valt echter tegen.

Digitalisering en internationalisering van belang De internetomzet groeit veel sneller dan die in winkels en

zal in 2016 waarschijnlijk ongeveer driekwart hoger zijn dan

in 2010. Deze groei is ook beduidend hoger dan die van de

exportwaarde (zie figuur), die geremd wordt door de aan-

houdende prijzendruk. De uitdaging voor de groothandel

non-food zit naast waardecreatie onder meer in het voor-

komen dat omzet weglekt omdat er vaker rechtstreeks bij

de fabrikant wordt besteld. Behalve het beleveren van web-

winkels worden ook het zelf openen van webwinkels of het

faciliteren van digitale platforms een must voor de groot-

handel. Bovenaan de ‘to do’ lists zou het inzetten van de

modernste IT systemen ten behoeve van internationale

digitale platforms moeten staan, in combinatie met inter-

nationaal zaken doen in vooral niet-Europese afzetlanden.

Omzet groothandel non-food groeit stevig door % ontwikkeling j.o.j.

Internetomzet groeit 3,5x zo snel als export Index 2010 = 100

Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

Non-food

Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

De voorziene verdere verbetering van de

koopkracht in binnen– en buitenland stimu-

leert de afzet van de groothandel non-food

ook in 2016.

De verwachte omzetgroei bedraagt onge-

veer 5%, na een groei van 7,5% in 2015.

De volumeontwikkeling in de groothandel is

prima, het schort nog aan de groei van de

toegevoegde waarde.

De uitdaging voor ondernemers in de groot-

handel ligt in het combineren van de aan-

sluiting op digitale platforms en het berei-

ken van vooral meer niet-Europese afzet-

markten.

80

100

120

140

160

180

2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

Omzet non-food detailhandel (niet-internet)Omzet internetwinkelsExportwaarde

-5%

0%

5%

10%

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

Page 50: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 50 Ondernemen in 2016 / december 2015

Omzetgroei 2016 van ruim 5% verwacht

Verwachte investeringsimpuls 2016 dankzij ICT De groothandel in kapitaalgoederen (ICT, transportmateri-

eel, landbouwmachines en industriële machines) kent een

omzet van ongeveer € 40 miljard. De sector profiteert sinds

2015 van het aangetrokken investeringsklimaat. De binnen-

landse bedrijfsinvesteringen nemen in 2015 met circa 9%

toe. Op basis van de omzetgroei in de eerste drie kwartalen

ligt voor 2015 voor de groothandel in kapitaalgoederen een

omzetgroei van 5% in het verschiet. Door aantrekkende

investeringsgroei in de ICT wordt voor 2016 een investe-

ringsgroei van ruim 5% verwacht.

Neerwaartse risico’s voor machines De investeringsgroei in de ICT is in 2015 afgevlakt, na de

hoge groeipercentages in de jaren ervoor (zie figuur). Voor

2016 wordt verwacht dat de groei ongeveer 6% bedraagt,

iets lager dan het groeigemiddelde sinds 2000. Digitalise-

ring blijft immers core business voor vrijwel alle sectoren.

De investeringen in vervoermiddelen maakten de drie jaren

van krimp van in totaal ruim 20% in 2015 in één klap weer

goed en zullen in 2016 op basis van een positief producen-

tenvertrouwen naar verwachting met circa 5% kunnen

doorgroeien. Ook de investeringen in machines en overige

materiële activa ontwikkelen zich na een flinke groei in

2015 (+7%) in 2016 nog wel positief, maar minder goed

dan die van de ICT investeringen en met bovendien neer-

waartse risico’s. Dit vooral vanwege somberheid omtrent

exportgroei naar China.

Groei investeringen impuls voor omzetgroei

groothandel kapitaalgoederen % ontwikkeling j.o.j.

Investeringsimpuls zet door in 2016 Index 2010 = 100

Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

Kapitaalgoederen

Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

De hoge groei van de bedrijfsinvesteringen

vertaalt zich in een herstel van de omzet in

zowel 2015 als 2016.

In 2016 kan de omzetgroei boven de 5%

uitkomen dankzij herstel van de ICT investe-

ringen na de pas op de plaats in 2015.

De groothandel in vervoermiddelen was

met een omzetherstel van 20% in 2015 de

grote motor achter de groei.

De groothandel in machines zal na een in-

vesteringsgroei van circa 7% in 2015 in het

nieuwe jaar terugvallen vanwege toene-

mende exportonzekerheden naar China. -15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

90

100

110

120

130

140

150

2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

TotaalVervoermiddelenICTMachines en overige materiële activa

Page 51: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 51 Ondernemen in 2016 / december 2015

Omzet oliehandel nog niet uit de put

Lage olieprijzen blijven omzetherstel drukken De handel in olie en steenkool maakt ruim de helft uit

van de omzet in grondstoffen en halffabricaten (metaal,

bouwmaterialen, metaal– en chemische producten). De

lage olieprijzen sinds medio 2014 hebben in 2015 tot een

omzetverlies van ruim 8% geleid voor deze sector. Ook

2016 blijft een turbulent jaar voor groothandelsbedrijven

actief in de grondstoffenbranche. De prijzen zullen naar

verwachting stabiliseren op de huidige lage niveaus. Het

omzetherstel voor deze sector van circa 4% wordt dan

ook gevoed door de omzetgroei in bouwmaterialen, me-

taal en metaalproducten.

Bouwmaterialen en metaalwaren groeipijlers Groothandels in grondstoffen en halffabricaten kennen

een uiteenlopende dynamiek. De omzet in de groothan-

del in bouwmaterialen noteerde vanwege de crisis op de

woningmarkt sinds 2009 vier krimpjaren. In 2014 zette

voorzichtig het herstel in, maar in 2015 is dit segment in

de groothandel met een groei van ruim 7% de sterkste

pijler. De groothandel in metaal herstelde zich na drie

krimpjaren in 2015 met een omzetherstel van ruim 3%.

De groothandel in chemische producten bleek in 2015

ook gevoelig voor de neerwaartse druk op de olieprijzen,

waardoor de omzet ruim 6% daalde. Voor 2016 wordt

een gering herstel van circa 2% voorzien. De oliehandel

spant momenteel echter de kroon met in 2015 alleen al

een omzetdaling van een kwart en sinds 2011 van circa

60%. De omzetgroei in 2016 wordt geraamd op 0%.

Beperkt herstel na vier jaar omzetverlies % ontwikkeling j.o.j.

Fors omzetverlies oliehandel in drie jaar tijd Index 2010 Q4=100; 4-kw. voortschrijdend gemiddelde

Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

Grondstoffen

Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

De handel in olie en steenkool boekt al vier

jaren forse omzetverliezen door grote prijs-

dalingen. Sinds 2011 is ongeveer 60% aan

omzet ingeleverd.

De olieprijzen blijven in 2016 naar verwach-

ting laag en zullen per saldo nauwelijks stij-

gen ten opzichte van 2015.

Ook de groothandel in chemische producten

ondervindt de nadelen van de lage olieprij-

zen en zal na de omzetkrimp in 2016 maar

mondjesmaat herstellen.

De verwachte groei in 2016 is te danken aan

de groei in de segmenten bouwmaterialen

en metaalwaren.

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

20%

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F

50

60

70

80

90

100

110

120

2011 2012 2013 2014 2015

Olie en steenkool Metaal en ertsBouwmaterialen Metaalwaren, verwarmingChemische producten

Page 52: Ondernemen in 2016

Detailhandel

Schoenen

Woninginrichting

Doe-het-zelf

Consumentenelectronica

Persoonlijke verzorging

Automotive

Supermarkten

Foodspeciaalzaken

Kleding

Page 53: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 53 Ondernemen in 2016 / december 2015

Retail met kleine stapjes uit dal

De omzet in de detailhandel heeft de stij-

gende lijn te pakken. Ook in 2016 wordt

weer een stapje omhoog gezet.

Daarmee klimt retail in gestaag tempo uit

een diep dal. Nog steeds is de omzet lager

dan het pre-crisis niveau.

Een hogere versnelling is vooralsnog niet

gevonden. Huishoudens blijken nog voor-

zichtig en in 2015 lag het vertrouwen over

de eigen financiële situatie onder het lang-

jarig gemiddelde.

Retailers die harder willen groeien dan de

markt zullen in hun segment moeten uit-

blinken.

Met kleine stapjes naar hogere omzet Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar

Vertrouwen groeit, maar fin. situatie negatief Ontwikkeling consumentenvertrouwen en oordeel over

financiële situatie laatste 12 maanden

Bron: CBS

Bron: CBS (excl. apotheken, pure webshops en tankstations), *Ramingen ING

Detailhandel

“Local hero’s kunnen kiezen voor een

traditioneel bedrijfsmodel, waarbij au-

thenticiteit en ambacht centraal staan.

Een andere optie is samenwerking en

innovatie Local wil niet altijd zeggen

dat technologie geen rol speelt.”

Dirk Mulder,

Sectormanager Food & Retail

Licht herstel zet door in 2016 De afgelopen jaren was Non-food het zorgenkind van de

retail. Positief is daarom de terugkeer van groei in deze sub-

sector. Naar verwachting stijgt de omzet in 2015 met 1,5%.

Toch zijn daarmee de zorgen niet voorbij. De groei binnen

Non-food is onevenwichtig. Bovendien gaat volume veelal

voor prijs, waardoor de druk op de marge in veel branches

aanwezig blijft. De omzetgroei in Food is in 2016 met 1,8%

iets hoger dan in 2015. Supermarkten blijven de stabiele

factor binnen retail, maar weten nauwelijks te versnellen.

Dit terwijl de consumentenbestedingen het afgelopen jaar

wel toenamen. Die trend zet door in 2016, en ook de non-

food detailhandel kan weer rekenen op groei. De omzet

stijgt naar verwachting met een kleine 2%, en is evenwich-

tiger verdeeld over de verschillende branches. Daarmee

blijft de omzet in de detailhandel nog steeds onder het pre-

crisis niveau. Consumenten zijn, zeker in 2015, voorzichtig

en niet onverdeeld positief over hun financiële positie. Extra

inkomen wordt gespaard, gebruikt om schulden af te lossen

of eindelijk dat huis te kopen. Voor de detailhandel is het

lastig een versnelling hoger te schakelen. Om harder te

gaan zullen retailers in hun segment moeten uitblinken.

-30-25-20-15-10

-505

1015

dec'14 nov'15

consumentenvertrouwen

financiële situatie laatste 12 maanden

0,2%

-1,9% -2,0%

0,7%

1,5%2,0%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 54: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 54 Ondernemen in 2016 / december 2015

Stabiele factor in de detailhandel

Omzetgroei supermarkten 2%, regelmaat troef De omzet in de supermarktbranche neemt in 2016 naar

verwachting met 2% toe. De pieken en dalen die de rest

van de detailhandel doormaakt gaan aan de supermarkt

voorbij. Supermarkten blijken de stabiele factor in de roeri-

ge retailwereld. Dit maakt supermarkten in winkelgebieden

ook gewild als trekker van winkelend publiek. Die stabiliteit

zorgt echter ook dat in periodes waarin de consument de

portemonnee makkelijker trekt supermarkten beperkt pro-

fiteren. Restaurants weten veel sneller te groeien. Wat va-

ker of wat luxer uit eten in een restaurant lijkt de voorkeur

te genieten boven een boodschappenkar gevuld met luxere

en duurdere artikelen.

Supermarkten reageren op nieuwe concurrenten De kracht van servicesupermarkten is dat ze een brede

doelgroep bedienen. In de marge van hun businessmodel

ontstaat nieuwe concurrentie die juist kiest om in niches te

beginnen. Voorbeelden zijn leveranciers van boodschap-

penboxen of specialisten in biologisch assortiment. Wordt

een niche groot genoeg dan stappen supermarkten in om

de markt niet aan zich voorbij te laten gaan. Door die stap

is de biologische markt de afgelopen periode flink in om-

vang toegenomen. Hetzelfde gebeurt met supermarktfor-

mules die een steeds ruimer scala aan online boodschap-

pen opties bieden. Medio 2015 werd volgens GfK 2% van de

supermarktomzet online gerealiseerd. Onze verwachting is

dat online in 2025 goed kan zijn voor een omzetaandeel

van 10%. De winkelvloer blijft dus belangrijk, als plaats van

aankoop maar ook als plek waar veel consumenten inspira-

tie opdoen.

De omzet van supermarkten blijft met 2% in

2016 geleidelijk groeien. De omzetgrens van

35 miljard euro wordt in 2016 doorbroken.

De consument is positief gestemd en heeft

ruimte in de portemonnee om zijn bestedin-

gen op te voeren.

De servicesupermarkt ondervindt concur-

rentie aan de randen van zijn businessmo-

del. Die concurrentie komt met name van

discounters, de speciaalzaak 2.0, foodverko-

pen bij non-food retail, maaltijdboxen en

online boodschappenbezorgers.

Groei bij supermarkten maar restaurants

groeien harder Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar

Supermarkt voor velen inspiratiebron Stelling: als ik alleen online boodschappen zou doen,

zou ik de inspiratie uit de winkel missen.

Bron: ING, enquête onder 1.100 Nederlanders van 18 jaar en ouder

Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau

Supermarkten

73%

13%

13%

1%

Mee eens

Neutraal

Niet mee eens

Geen mening

0%

2%

4%

6%

8%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Supermarkten Restaurants

Page 55: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 55 Ondernemen in 2016 / december 2015

Stilstand in omzetontwikkeling

Weinig beweging in omzet speciaalzaken Er zit weinig beweging in de omzetontwikkeling van speci-

aalzaken. Na twee jaar van stilstand wordt voor 2016 een

lichte plus verwacht. Die plus is het gevolg van hogere prij-

zen voor producten. De daling van de verkopen houdt naar

verwachting aan en het heeft er alle schijn van dat specia-

listen op de dagelijkse boodschappen terrein verliezen.

Steeds grotere supermarkten zetten hun extra winkelme-

ters met name in voor vers en dan vooral AGF, brood en

vlees. Dus zet de verschuiving in het aanbod door. Het aan-

tal slagerijen, groentezaken en bakkers daalt en het aantal

viswinkels, kaaszaken en winkels in overige voeding (o.a.

koffie en thee) stijgt. Onderscheid voor de specialist zit in

productkwaliteit, service, ambacht, productkennis en bij-

zonder assortiment. Dat vraagt ook investeringen in con-

cept, uitstraling, openingstijden en online aanwezigheid.

Meerdere keren week boodschappen is de norm Vraag: hoe vaak doet u boodschappen (in de winkel of

online)

Nauwelijks beweging in omzetgroei Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar

Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau

Bron: ING, enquête onder 1.100 Nederlanders van 18 jaar en ouder

Foodspeciaalzaken

Inspelen op veranderend boodschappenpatroon De boodschappenfrequentie van Nederlanders is hoog,

acht op de tien consumenten maakt iedere week meerdere

boodschappentrips. Speciaalzaken kunnen profiteren van

die consumenten die vaak pas last-minute inkopen doen.

Gewoontes van consumenten veranderen en de zondag

wordt belangrijker terwijl de avond iets aan belang lijkt in te

boeten. Voor speciaalzaken is het van strategisch belang

om openingstijden en doelgroep op elkaar af te stemmen.

Ter indicatie: momenteel realiseren supermarkten 4% van

hun omzet op zondag en 8% in de avond. Die momenten

zijn vooral populair bij jongeren en werkenden. Dit zijn qua

koopkracht en qua toekomstige bestedingen interessante

doelgroepen voor de speciaalzaak.

De omzet bij speciaalzaken vertoont weinig

groei, de verwachte lichte plus in 2016 is het

gevolg van hogere prijzen.

Op dagelijkse boodschappen als AGF, brood

en vlees is de concurrentie met supermark-

ten verder toegenomen. In overige product-

categorieën weten specialisten wel uit te

breiden.

Bijna 80% van de consumenten doet per

week meerdere boodschappentrips, ver-

schuiving van het boodschappenmoment in

de week biedt speciaalzaken mogelijkheden.

15,7%

15,6%

48,5%

16,8%

3,5%

(Bijna) iedere

dag

4-5 keer per

week

2-3 keer per

week

1 keer per

week

< 1 keer per

week

-2,3% -2,5%-2,1%

0,0%

-0,5%

0,8%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 56: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 56 Ondernemen in 2016 / december 2015

Werk aan de winkel

Groei na 7 magere jaren Het waren 7 magere jaren voor winkels in kleding. Van

2008 tot en met 2014 daalde de omzet . In 2015 hebben

winkels in kleding weer enig houvast. De omzet stijgt naar

verwachting met 1%, vooral dankzij een goede tweede

helft van het jaar. Die trend zet door in 2016 met een ver-

wachte omzetgroei van 2%. Economische groei en stijging

van de koopkracht zorgen voor hogere consumentenbeste-

dingen. Daar tegenover staat het feit dat het online kanaal

nog steeds omzet naar zich toetrekt. Deze komt deels bij de

omnichannel retailers uit de sector terecht, maar belandt

ook deels in de handen van pure players (web-only). In

2014 bedroeg het online (omzet)aandeel volgens Thuiswin-

kel.org en GfK 14% en in 2015 groeit dit aandeel door. ING

Economisch Bureau verwacht in 2025 een online aandeel

van 30% in kleding.

Technologie (nog) belangrijker Naast internet speelt ook andere, nieuwe technologie in

fashion retail een steeds belangrijkere rol. Het succes van

internationale fast fashion ketens en grote pure players

hangt nauw samen met hun vermogen te innoveren. Inter-

net of things, big data en slimme computers helpen hen

mee vraag en aanbod real-time in kaart te brengen om de

(aanlever)keten nog efficiënter en effectiever te laten func-

tioneren. Snel en flexibel spelen zij in op de marktvraag.

Voor met name middelgrote winkelketens wordt het steeds

lastiger met deze partijen te concurreren. De keus bestaat

uit doorgroeien of inkrimpen. Voor local hero’s met meer-

waarde richting consument lijkt wel plek. Daarvoor zijn on-

dernemerschap en kennis over en passie voor hun assorti-

ment essentieel.

Omzet groei na jaren van krimp Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar

Ruim 1 op 5 verwacht ander business model

Denkt u in de komende 5 jaar uw business model te

moeten aanpassen door technologische ontwikkeling?

Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau

Kleding

Bron: TNS NIPO in opdracht van ING (enquête 100 non-food retailers)

Economische groei en meer koopkracht zor-

gen voor hogere consumentenbestedingen.

Na 7 jaar onafgebroken krimp, stijgt de om-

zet weer in 2015 en 2016.

De stijging van de omzet blijft echter wel

beperkt. Internet trekt nog altijd omzet naar

zich toe.

Nieuwe technologie is steeds belangrijker.

Dit vereist investeringskracht en innovatief

vermogen van retailers. De dominantie van

grote internationale winkelketens en pure

players zal toenemen.

Local hero’s kunnen tegengas geven, mits in

staat te excelleren.

22%

13%

64%

eens oneens Neutraal /

weet niet

-1,5%

-2,9%-3,6%

-1,2%

1,0%

2,0%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 57: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 57 Ondernemen in 2016 / december 2015

Een maatje kleiner

Wisselend succes Net als winkels in kleding hebben ook winkels in schoenen

moeilijke jaren achter de rug. Cijfers van het CBS geven aan

dat ook in 2015 sprake was van een terugval in omzet.

Maanden van groei en krimp lossen elkaar af, waarbij uit-

eindelijk een neergaande trend overheerst. ING Economisch

Bureau verwacht over het totale jaar een krimp van 1%.

Verdere economische groei en meer vertrouwen onder

consumenten moeten echter in 2016 leiden tot omzetgroei

(1,5%).

Overigens zijn de cijfers niet over de gehele branche nega-

tief. Zo spreekt brancheorganisatie INretail in 2015, in te-

genstelling tot CBS, juist over een stijgende omzet onder

haar leden. Ook pure webshops zien hun omzet voorname-

lijk groeien. In 2014 bedroeg hun omzetaandeel volgens

GfK 16%. In 2015 zal dit aandeel richting de 20% stijgen.

Dalend aantal schoenenwinkels in Nederland Aantal vestigingen winkels in schoenen

Groei omzet in 2016 na lastige jaren Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar

Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau

Bron: CBS

Schoenen

Meer online, minder in winkelstraat De trend naar meer online verkoop van schoenen zal voor-

lopig aanhouden. Zo noteert Zalando, een van de belang-

rijkste partijen in online schoenen, consequent hogere cij-

fers gedurende het jaar. De verwachting is dat het online

aandeel in Nederland de komende 10 jaar verdubbelt tot

40%.Dit heeft uiteraard grote consequenties voor (fysieke)

schoenenwinkels. Sinds 2012 is sprake van een flinke daling

van het aantal vestigingen van schoenenretailers in Neder-

land. In 3 jaar tijd verdween 11,5% van de winkels. Prijzen

en resultaten staan onder druk. Sinds eind 2013 is sprake

van een bijna onafgebroken prijsval. CBS en Panteia wijzen

op een daling van het gemiddelde bedrijfsresultaat van

4,1% in 2012 naar 2,6% in 2014. Net als in kleding is ook

hier de behoefte aan nieuwe business modellen groot.

Winkels in schoenen zullen in 2015 hun om-

zet verder zien krimpen. Voor 2016 wordt

een lichte groei voorzien.

Het online kanaal wint in hoog tempo meer

en meer terrein en lijkt in 2015 op weg naar

1/5 van de markt.

Steeds meer (fysieke) schoenenwinkels heb-

ben moeite de strijd vol te houden. Prijzen

en resultaten staan onder druk. Het aantal

vestigingen daalt.

2.500

2.750

3.000

3.250

3.500

2011 2012 2013 2014 2015

2,0%

-3,8%

-8,8%

-1,8% -1,0%

1,5%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 58: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 58 Ondernemen in 2016 / december 2015

Woninginrichting

Winkels in woninginrichting behoorden tot

de zwaarste verliezers in retail tijdens de

crisis. In 2015 zijn zij één van de snelste

groeiers.

Het herstel van de woningmarkt leidt ook in

2016 tot omzetgroei. Winkels in woningin-

richting krijgen weer wat lucht.

Toch zal de sector rekening moeten houden

met het feit dat deze comeback grenzen

kent. Consumenten zullen noodgedwongen

scherper inkopen in woninginrichting dan in

het verleden.

Herstel woninginrichting in 2015 en 2016 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar

Comeback woninginrichting kent grenzen

Index omzet woninginrichting en woningverkoop

2007 = 100

Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau

Bron: CBS/Kadaster, *raming ING Economisch Bureau

Comeback kent grenzen

Woningverkoop stimulans voor woninginrichting In de periode 2007-2014 moest de sector woninginrichting

een groot verlies aan omzet incasseren. Bijna 30% van de

totale omzet van winkels in woninginrichting verdween.

Dankzij economische groei en een sterk herstel van de wo-

ningmarkt behoorde de sector in 2015 tot de sterkst groei-

ende segmenten in retail. Volgens cijfers van het CBS en

Kadaster groeide het aantal woningverkopen in 2014 met

bijna 40% tot ruim 153.000. Ook in de eerste drie kwartalen

van 2015 steeg het aantal verkopen (+23%). Daarmee is

het niveau van voor de crisis echter nog niet bereikt. In de

periode 2005-2007 kregen jaarlijks ruim 200.000 huizen

een nieuwe eigenaar.

Grenzen aan comeback Voor geheel 2015 verwacht ING Economisch Bureau een

groei in omzet van winkels in woninginrichting van 5,5%.

Ook volgend jaar stijgt de omzet, iets langzamer, met 2,5%.

Ondanks de snelle comeback van de huizenmarkt zal de

sector woninginrichting naar verwachting niet terugkeren

naar de hoge omzetten uit het verleden. Aan het eind van

2015 zal het omzetniveau nog altijd zo’n 23% lager zijn dan

in 2007.

Een restrictiever beleid met betrekking tot hypothecaire

leningen zorgt er voor dat consumenten noodgedwongen

scherper moeten inkopen als het gaat om woningin-

richting. Vaker zal eigen spaargeld worden aangewend

voor grotere aankopen. Ook zal men wellicht langer vast-

houden aan een (oudere) inrichting. Woonaccessoires zul-

len daarentegen juist belangrijker worden om toch een

frisse look te houden. Retailers die op deze nieuwe realiteit

inspelen kunnen kopers naar zich toetrekken.

0

20

40

60

80

100

120

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015*

Omzet winkels in woninginrichting

Woningverkoop

-2,8%

-7,7%-6,3%

-0,1%

5,5%

2,5%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 59: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 59 Ondernemen in 2016 / december 2015

Strijd met ups and downs

Terug in de min Herstel leek aanwezig binnen de doe-het-zelf sector. In

2014 werd een groei in de omzet van 2,1% genoteerd. Dit

positieve cijfer krijgt echter geen vervolg in 2015. De markt

daalt naar verwachting met 2%. Een opvallende daling,

gezien het herstel van de woningmarkt. Vooral professione-

le klussers lijken hiervan te hebben geprofiteerd, mede door

de lagere btw in de eerste helft van het jaar. ING Econo-

misch Bureau denkt overigens dat de omzet in de branche

in 2016 weer enigszins herstelt. De omzet groeit dan naar

verwachting met 2%. Naast de woningmarkt kunnen het

stijgende consumentenvertrouwen en groei in koopkracht

de dhz markt een stimulans bieden. Er zal door retailers fel

worden gestreden om een deel van die extra omzet te be-

machtigen.

Bedrijfsresultaat bouwmarkten onder druk Bedrijfsresultaat = bruto winst- totale bedrijfskosten in

% omzet

Tegenvaller in 2015 na groei 2014 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar

Bron: Panteia o.b.v. CBS (detailhandel.info)

Doe-het-zelf

De doe-het-zelf sector kent na een positief

2014 een tegenvallend 2015. Professionele

klussers lijken meer te profiteren van de op-

geleefde woningmarkt dan dhz winkels.

De verwachting is dat, dankzij een stijgend

consumentenvertrouwen en meer koop-

kracht voor huishoudens, de sector in 2016

weer het groeipad vindt.

De strijd om die extra omzet is echter hevig.

Zowel binnen als buiten de sector is concur-

rentie om de verkoop van dhz en woon ge-

relateerde artikelen. Prijzen en marges

staan onder druk. Schaal en efficiency wor-

den steeds belangrijker.

Felle strijd Zeker op het gebied van woonaccessoires, een belangrijk

segment voor bouwmarkten, is het aantal concurrenten

groot. Niet alleen winkels in woninginrichting, maar ook

tuincentra, winkels in huishoudelijke artikelen, webshops en

zelfs supermarkten binden op dit vlak de strijd met elkaar

aan. Ook binnen de dhz branche is sprake van toenemende

strijd. De Duitse keten Hornbach tracht met grootschalige

nieuwe vestigen zich al geruime tijd een aandeel te verwer-

ven in de Nederlandse dhz markt. Ook Bauhaus probeert nu

voet aan de grond te krijgen. Nederlandse bouwmarkten

expanderen juist weer met stadsvestigingen.

Ook online zal de strijd toenemen. De toenemende concur-

rentie lijkt onder meer te resulteren in prijsdruk. Net als in

woninginrichting shoppen consumenten (nog) prijsgerich-

ter. Schaal en efficiency nemen daardoor in belang toe.

Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau

1,4%

2,1%

2,9%

2014

2013

20120,3%

-6,5%

-8,0%

2,1%

-2,0%

2,0%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 60: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 60 Ondernemen in 2016 / december 2015

Uitputtingsslag vraagt om lange adem Consumentenelektronica

Na een opleving in 2014 is in 2015 weer

sprake van een krimpende omzet in consu-

mentenelektronica.

Voor 2016 zijn de vooruitzichten iets beter

dankzij een stijging in vertrouwen en beste-

dingen van consumenten.

De omstandigheden in de markt blijven ech-

ter uitdagend. De voortdurende prijsdruk zet

marges en resultaten onder druk.

Zowel online als offline vindt consolidatie

plaats. Het aantal winkels daalt.

Onder druk Al jaren staat de sector consumentenelektronica onder

druk. Hoewel het volume overeind blijft kent de omzet een

dalende trend, door steeds lagere prijzen. In 2014 leek die

trend, dankzij economisch herstel, doorbroken te worden.

In 2015 is echter toch weer sprake van krimp. Naar ver-

wachting daalt de omzet met 3%. In 10 jaar tijd is het ge-

middelde prijsniveau in de branche bijna gehalveerd. Be-

paalde producten, zoals tv’s en video apparatuur zijn ra-

zendsnel in prijs gedaald. Volgens het CBS lagen prijzen in

deze productgroep in 2014 zo’n 60% lager dan in 2005.

Opvallend is wel dat de prijsdaling in consumentenelektro-

nica gedurende 2015 in kracht is geminderd. Dit kan duiden

op een aantrekkende vraag richting het einde van het jaar.

Voor 2016 wordt weer enige groei verwacht (+2%). Meer

vertrouwen en koopkracht dienen daarbij als stimulans.

Prijsval tv’s en video apparatuur in 10 jaar tijd Ontwikkeling prijzen Televisietoestellen en video-app.

Index 2006 = 100

Consument moet zorgen voor groei in 2016 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar

Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau

Bron: CBS

Uitputtingsslag Ook nieuwe producten kunnen de omzet in de branche sti-

muleren. Grote doorbraken bleven de afgelopen jaren ech-

ter uit. De markten voor tablets en smartphones zijn verza-

digd geraakt. Voor de verschillende spelers in consumen-

tenelektronica blijven de omstandigheden op de markt

zwaar. Winkeliers moeten in staat zijn tegen zeer geringe

marges te opereren. Deze uitputtingsslag resulteert in een

steeds lager aantal (fysieke) winkels. Het online kanaal is

daarentegen verder gegroeid, maar kent eveneens consoli-

datie. Uiteindelijk zullen alleen de sterkste partijen, online

en offline, de strijd doorstaan. Lage kosten (efficiency),

effectieve marketing, hoge volumes en een lange adem zijn

daarbij essentieel.

0

20

40

60

80

100

120

2005 2008 2011 2014

-2,6% -2,9%

-8,5%

2,2%

-3,0%

2,0%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 61: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 61 Ondernemen in 2016 / december 2015

Persoonlijke verzorging

Na jarenlange stabiele groei stijgt de omzet

van winkels in persoonlijke verzorging fors in

2015. Ook 2016 kent relatief hoge groei.

Deze stijging is enerzijds verklaarbaar door

uitbreiding van de sector (meer winkels), de

groeiende populariteit van gezondheid en

wellness en het herstel van de economie.

Anderzijds is de groei opmerkelijk gezien de

felle concurrentie met supermarkten en dis-

counters.

De prijs voor groei wordt betaald in de vorm

van lagere marges. De prijsdruk is hoog.

Schaal is noodzakelijk in deze felle strijd.

Consolidatie is gaande.

Groeispurt persoonlijke verzorging in 2015 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar

Lagere prijzen in drogisterijbranche

Prijzen drogisterijen per kwartaal vs. zelfde periode in

voorgaande jaar

Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau

Bron: CBS

Groei tegen een prijs

Forse groei De branche persoonlijke verzorging weet na jaren van veel-

al stabiele, lichte groei een versnelling hoger te schakelen

in 2015. Naar verwachting groeit de omzet met 5%.

In 2016 zal deze groei iets afzwakken, maar met 3% nog

steeds op een relatief hoog niveau liggen. De sector weet

haar grip op de consument te vergroten. In een periode

waarbij in veel delen van de retail het aantal winkels

krimpt, is in persoonlijke verzorging juist sprake van groei.

Discounters breidden uit en concurreren ook steeds meer

met het supermarktkanaal. Positief voor de sector is verder

dat de populariteit van gezondheid en wellness eveneens

groei stimuleert.

Prijs wordt betaald Voor die hoge groei binnen persoonlijke bezorging wordt

wel een prijs betaald. De promo druk, omzet uit promoties,

is hoog. Supermarkten stuntten steeds meer, waardoor ook

drogisterijen hun acties opvoeren. Daarnaast leidt de op-

komst van discounters als Action en Big Bazaar tot extra

prijsdruk. Cijfers van het CBS wijzen sinds eind vorig jaar op

een dalend prijsniveau voor winkels in persoonlijke verzor-

ging. Ook het gemiddelde bedrijfsresultaat van drogisterij-

en volgt een negatieve lijn en daalde van 4,8% in 2012 naar

4,2% in 2014 (Panteia o.b.v. CBS)

Binnen de drogisterijbranche is het voor zelfstandige winke-

liers steeds moeilijker deze strijd vol te houden. Schaal lijkt

noodzaak om in deze fel bevochten markt te kunnen con-

curreren. Consolidatie is daarom al enige tijd gaande. Illu-

stratief was de overname van Dirx drogisterijen door A.S.

Watson (Kruidvat, Trekpleister). -2,5%

0,0%

2,5%

5,0%

K1'14 K2'14 K3'14 K4'14 K1'15 K2'15 K3'15

1,2%

3,3%

0,5%

1,7%

5,0%

3,0%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 62: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 62 Ondernemen in 2016 / december 2015

Automotive

In 2015 stijgt het aantal registraties van

nieuwe personenauto’s naar verwachting

tot 435 duizend. De omzet benadert zelfs

het niveau van 2011.

Deze opleving wordt veroorzaakt door de

zakelijke markt. Een hogere vervangings-

vraag en fiscale aanscherping (bijtelling) zijn

de drijfveren achter deze groei.

Grote zorg blijft de particuliere markt, die op

een laag niveau opereert. Financiële horden

verhinderen een snelle wederopstanding.

Vergrijzing kan de komende 10 jaar een be-

langrijke stimulans zijn voor herstel van de

particuliere markt. Onder de sterk groeiende

groep van 65-plussers zal het autobezit na-

melijk toenemen. Voor het eerst sinds 2011 omzetgroei Omzet registraties nieuwe auto’s in miljarden euro’s

Bron: ING o.b.v (VWE) cataloguswaarde, *2015 is schatting

Zakelijke opleving versus particuliere dip

Zakelijke opleving zorgt voor sterke groei omzet Het totaal aantal registraties van nieuwe personenauto’s

stijgt in 2015 naar verwachting tot 435 duizend, dankzij de

zakelijke markt. Naast het feit dat een hogere

vervangingsvraag vanuit deze markt een stimulans vormt,

is het ook de aanscherping van de bijtelling (per 2016) die

2015 extra registraties brengt.

Belangrijk is dat de zakelijke markt zorgt voor de afzet van

relatief dure auto’s. Dit leidt tot een sterke groei van de

omzet, waarbij het niveau van 2011 wordt benaderd. Met

name richting het einde van het jaar zullen veel nieuwe

auto’s worden geregistreerd. Dit betekent echter dat 2016

traag zal starten. Ondanks verder economisch herstel ver-

wacht ING Economisch Bureau daarom in 2016 een daling

van het aantal registraties naar 415 duizend.

Korte opleving 2015 gevolgd door daling 2016 Registraties nieuwe personenauto's x 1.000

Bron: VWE, bewerking en ramingen* ING Economisch Bureau

Terugwinnen particuliere koper is dé uitdaging De invloed van de zakelijke markt op de registraties is de

afgelopen jaren gegroeid. Dit komt niet enkel door de

kracht van de zakelijke markt, maar ook door een dalende

particuliere markt. De kosten die gepaard gaan met

aanschaf en bezit van een nieuwe auto vormen belangrijke

financiële horden, zeker in een tijd waarin huishoudens nog

steeds (financieel) bij moeten komen van de crisis. Er wordt

langer doorgereden in auto’s en /of vaker gekozen voor een

occasion. Het terugwinnen van particulieren op de markt

voor nieuwe auto’s is dan ook één van de belangrijkste

uitdagingen van de sector. De nog relatief kleine, maar wel

snel groeiende markt van private lease speelt daarin een

rol. Ook vergrijzing kan helpen. Het zijn juist ouderen die

een belangrijke rol spelen op de particuliere markt (zie ook

het Vooruitzicht Automotive ‘Vergrijzing stuwt wagenpark’).

483

555502

420392

435 415

2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

11,6

13,4 12,8

11,8 11,1

13,1

0123456789

101112131415

2010 2011 2012 2013 2014 2015*

Page 63: Ondernemen in 2016

Agrarische sector

Akkerbouw

Groenten en fruit

Intensieve veehouderij

Sierteelt

Zuivel

Page 64: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 64 Ondernemen in 2016 / december 2015

Optimisme dankzij goede exportvooruitzichten

In 2016 groeit het productievolume in de

agrarische sector naar verwachting met

1%, conform het langjarig gemiddelde.

De export is de drijvende kracht achter de

groei, maar ook binnenlands zijn er vol-

doende signalen dat de afzet verder groeit.

Door de matige prijsontwikkeling in 2015

daalde de exportwaarde over een breed

front. Groenten en bloemen vormden de

uitzondering. Voor 2016 zal de prijsontwik-

keling in melkvee– en varkenshouderij

waarschijnlijk opwaarts zijn.

Lage eurokoers stimuleert ook in 2016 export

Veelal lagere exportwaardes in 2015

% ontwikkeling j.o.j.

Bron: CBS

Bron: ING Economisch Bureau

Agrarische sector

“De land- en tuinbouw is onmisbaar voor de

Nederlandse economie. De sector vult de

wereldwijd groeiende vraag naar gezonde

en gevarieerde voeding in. Innovatie en

duurzaamheid maakt Nederland tot gids-

land”.

Cor Bruns en Kees van Vliet,

Sectormanagers Agrarisch

Groeivolume agrarische sector 1% Volgens het CBS bedroeg de productiegroei in de laatste

twintig jaar gemiddeld 1% per jaar. In deze periode steeg

het inkomen met 14% en slonk het aantal agrarische be-

drijven met ruim 40% tot 65.000.

De prijsontwikkeling was in 2015 voor diverse agrarische

sectoren negatief. Uitzonderingen vormden groenten, bloe-

men en voor een deel van het jaar eieren. Voor sectoren als

zuivel, akkerbouw en varkenshouderij is het perspectief voor

2016 beter dan in 2015. Voor zuivel wordt een geleidelijke

stijging van de melkprijs voorzien tot 5% boven het gemid-

delde van de laatste jaren. Voor aardappelen en uien begon

het nieuwe productiejaar met goede prijzen. Voor varkens-

houders werkt de varkenscyclus in 2016 in positieve zin, na

de negatieve ontwikkelingen in 2015.

De exportvooruitzichten blijven dankzij een gestaag stijgen-

de vraag en een aanhoudend gunstige eurokoers goed.

Bovendien blijven de olie– en gasprijzen naar verwachting

op de huidige lage niveaus en dat is vooral gunstig voor de

glastuinbouw.

0,65

0,70

0,75

0,80

0,85

0,90

0,95

1,00

0,90

1,00

1,10

1,20

1,30

1,40

1,50

1,60

2008 2010 2012 2014 2016

EUR/USD EUR/GBP (r.as)

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

Vlees Melk Kaas Eieren Graan Groenten Fruit Bloemen Planten

2014 2015 jan-sep

Page 65: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 65 Ondernemen in 2016 / december 2015

Hoge aardappel- en uienprijzen bij seizoenstart

Prima start seizoen 2015/16 aardappelen en uien Akkerbouwers die aardappelen en uien verbouwen, kennen

tot nu toe een prima prijsvorming. De prijzen in de periode

september-november zijn voor aardappelen en uien 1,5

keer zo hoog als gemiddeld. Ten opzichte van vorig seizoen

zijn de aardappelprijzen 4 tot 5 keer zo hoog (zie figuur). De

kwaliteit en de opbrengsten variëren lokaal sterk. Er viel in

sommige regio’s in het groeiseizoen extreem veel regen.

Ook het nieuwe uienseizoen is prima begonnen. De oogst is

10% hoger dan het vorige seizoen en de prijzen liggen voor-

alsnog zowel boven die van vorig seizoen als die van het

langjarig gemiddelde. Bovendien was medio november al

bijna de helft geleverd, ook meer dan de jaren ervoor. De

uitvoer komt wat langzamer op gang. Het exportvolume

was tot en met week 44 3% lager dan een jaar eerder. De

top 4 exportbestemmingen voor uien van het seizoen

2014/15 (Senegal, Brazilië, VK en Ivoorkust) laten allemaal

nog een achterstand zien. Het aantal afzetmarkten groeit

nog altijd, zowel voor aardappelen als uien.

Het productiejaar 2015/2016 is begonnen

met bovengemiddeld hoge prijzen voor zo-

wel consumptieaardappelen als uien.

De kwaliteit en de opbrengsten variëren dit

jaar lokaal sterk.

Het exportseizoen is rustig begonnen. Het

uitvoervolume ligt nog 3% achter bij dat van

2014/2015.

Het aantal uitvoermarkten blijft groeien, zo-

wel bij aardappelen als uien.

Goed begin aardappelseizoen 2015/16 prijs in € per 100 kg.

Bovengemiddelde uienprijs in 2015 prijs in € per 100 kg.

Bron: CBS; * 2014

Bron: LEI en ING Economisch Bureau

Akkerbouw

0

5

10

15

20

25

30

35

sep okt nov dec jan feb mar apr mei jun

Gem.2000/14 2012/13 2013/14

2014/15 2015/16

0

5

10

15

20

25

aug sep okt nov dec jan feb mar apr mei jun

Gem.2000/11 2012/13 2013/142014/15 2015/16

Akkerbouwareaal (in ha) en bruto-opbrengst

(in 1000 kg/ha) in 2015

Snijmaïs 223.900 41,1

Wintertarwe 127.800 10,2

Consumptieaardappelen 21.700 50,9

Suikerbieten 58.500 81,8

Zetmeelaardappelen 43.200 42,2*

Pootaardappelen 42.000 37,0*

Zomergerst 24.900 7,0

Zaaiuien 24.000 56,4

Bron: LEI en ING Economisch Bureau

Page 66: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 66 Ondernemen in 2016 / december 2015

Toekomst sector diffuus ondanks prima 2015

2015 jaar met prima prijzen In de glastuinbouw hebben kwekers van tomaten, kom-

kommers en paprika’s - de top 3 producten - een uitste-

kend jaar achter de rug. Door het te warme zomerweer

bleef Spanje lang van de markt. De prijsvorming was zowel

in het voor- als najaar prima. De prijzen daalden pas medio

november, toen het gros van de Nederlandse oogst binnen

was. Ook de kosten (vnl. gas) waren in 2015 acceptabel.

In de AGF-schappen in de winkels zette deze voor de kwe-

kers gunstige prijstendens door. Er werd dankzij de slechte

Spaanse marktpositie in de eerste tien maanden 45% meer

tomaten naar Spanje uitgevoerd. De totale exportvolumes

daalden als gevolg van de hogere prijzen in de eerste tien

maanden met 7%. Alleen de uitvoer van paprika’s ontwik-

kelde zich wel positief. De fruittelers zagen de appelexport

stijgen, terwijl die van peren fors terugviel. Een groot deel

van de perenoogst 2014/15 werd al vorig jaar verkocht.

Prijzen in AGF-schap detailhandel ook omhoog index 2006 = 100

Lagere groei exportvolumes in 2015 in miljard kg. (x-as); % ontwikkeling j.o.j.

Bron: GroentenFruit Huis en ING Economisch Bureau

Bron: CBS

Groenten en fruit

Coalitie HOT goede stap richting toekomst Een goed 2015 biedt geen enkele garantie voor weer een

goed jaar. De areaalontwikkeling in 2016 is nog onduidelijk

en weersomstandigheden in andere productielanden en

Nederland zelf (lichtintensiteit en –inval in het voorjaar) zijn

onvoorspelbaar. De glastuinbouwsector heeft door een

reeks slechte jaren flink aan financiële en innovatiekracht

ingeboet en krijgt de komende jaren met vele uitdagingen

te maken. De in november gestarte ‘coalitie HOT’ (o.a. te-

lersverenigingen, overheden en de logistieke sector) kijkt

specifiek naar afzetstructuur, infrastructuur, ruimtelijke

herstructurering, agrologistiek en vernieuwing van het Eu-

ropese GMO-beleid. Daarnaast zijn er al stappen gemaakt

op het gebied van nieuwe exportovereenkomsten van Ne-

derland met landen als China, India, Vietnam en Brazilië.

2015 was qua prijsvorming een prima jaar

voor de kwekers van tomaten, komkom-

mers en paprika.

Het succes van de glastuinbouw in 2015 is

te danken aan teeltproblemen buiten Ne-

derland.

De prille samenwerking in de coalitie HOT

komt in 2016 met de eerste uitwerking van

haar plannen voor de toekomst van de glas-

tuinbouw.

De uitbreiding van exportmarkten verloopt

goed. Er zijn door ons land voor diverse pro-

ducten nieuwe handelsovereenkomsten ge-

sloten, onder meer met China, India, Brazilië

en Vietnam.

-7,0%

-5%

+3%

-14%

+3% -22%

100

110

120

130

2011 2012 2013 2014 2015Fruit Groenten en aardappelen

0

300.000

600.000

900.000

1.200.000

1.500.000

1.800.000

2.100.000

Totaal G&F TomaatKomkommerPaprika Peren Appels

2014 (t/m week 45) 2015 (t/m week 45)

Page 67: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 67 Ondernemen in 2016 / december 2015

Varkenshouderij onder druk

Hogere prijzen in 2016 als gevolg varkenscyclus De varkenssector heeft een slecht jaar achter de rug. De

prijzen van zowel vleesvarkens als zeugen zijn in de tweede

helft van 2015 fors gekelderd. Er is overproductie in Europa

en de vraag valt tegen. Nederlandse varkenshouders pro-

duceren weliswaar efficiënt, maar de kostprijs is en blijft

door hoge eisen aan milieu en dierenwelzijn relatief hoog.

Gecombineerd met de lage opbrengstprijs staan de rende-

menten onder druk. In “the survival of the fittest” dreigen

vooral kleinere bedrijven het onderspit te delven. De ruim

30% ondernemers die zich richten op conceptvlees onder-

scheiden zich en hebben bovendien het tij mee. Beleidsma-

kers, consumenten en supermarkten kiezen langzamer-

hand voor sterrenvlees. Voor 2016 worden voor vleesvar-

kens en biggen een lager aanbod en dus hogere prijzen

verwacht, conform het principe van de varkenscyclus.

Vooruitzichten pluimveehouders blijven goed De eierprijzen lagen een groot deel van het jaar ruim boven

het langjarig gemiddelde. In de zomer leidde de uitbraak

van vogelgriep in de VS dankzij een hogere importvraag tot

een extra prijsimpuls. Gemiddeld zijn de prijzen in 2015 8%

hoger dan het langjarige gemiddelde en 14% hoger dan in

2014. In 2016 zullen vraag, prijzen en rendementen naar

verwachting weer tenderen naar gemiddelde niveaus.

Houders van vleeskuikens boekten in 2015 voor het tweede

jaar op rij bovengemiddelde resultaten. De saldi liggen 5%

onder het niveau van 2014, maar 35% boven het langjarig

gemiddelde. Als de tendens tot lagere voerkosten zich

voortzet en de opbrengsten redelijk op peil blijven vanwege

een stabiele consumptievraag, belooft ook 2016 een bo-

vengemiddeld jaar te worden voor vleeskuikenhouders.

2015 prima jaar legpluimvee, slecht jaar zeugen Gemiddeld maandsaldo* in € / bedrijf

14% hogere eierprijzen in 2015 Weekprijzen in €/100 stuks excl. BTW, bruin 62-63 gram

Bron: LEI en ING Economisch Bureau; * rendement (opbrengst minus

kosten) voor gestandaardiseerde bedrijven, exclusief BTW

Intensieve veehouderij

Bron: LEI en ING Economisch Bureau

Houders van vleesvarkens en vooral zeugen

haalden in 2015 slechte rendementen.

In 2016 zal het aanbod afnemen en kunnen

de prijzen weer stijgen, conform het principe

van de varkenscyclus. De hoge mestkosten

blijven een punt van zorg en drukken de

rendementen.

Pluimveehouders hebben een goed jaar

achter de rug. Hun vertrouwen in de toe-

komst van het bedrijf is momenteel een

stuk hoger dan een jaar geleden.

In 2016 zullen zeker voor legpluimveehou-

ders de gemiddelde prijzen en rendementen

lager uitkomen, maar mede dankzij dalende

voerkosten boven het gemiddelde blijven.

0

5000

10000

15000

20000

25000

30000

35000

Vleeskuikens Leghennen Vleesvarkens Zeugen

gem. t/m okt 2006-2013 t/m okt 2014 t/m okt 2015

4

5

6

7

8

1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52

2013 20142015 gem.2005-2013

Page 68: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 68 Ondernemen in 2016 / december 2015

Bloemen doen het beter dan planten

Uitvoer bloemen groeit door, rentabiliteit omhoog De exportwaarde van pot– en tuinplanten daalde in de eer-

ste tien maanden met 3%, die van bloemen steeg met 6%.

Planten worden tegen lagere prijzen verkocht, maar omdat

kwekers in een kleinere potmaat telen stijgt de rentabiliteit

per m2. Volgens het LEI is sinds de crisis de rentabiliteit ver-

beterd. Ook door het lage gasprijsniveau zijn de kosten voor

de kwekers gedaald en is de verwachting voor de resulta-

ten in 2016 evenals in 2015 positief. Overigens ontstaat

door “Kopen Op Afstand” enige neerwaartse prijsdruk in de

handel, omdat buitenlandse importeurs gemakkelijker kun-

nen kiezen voor goedkopere alternatieven, buiten de veiling

om.

Groei exportwaarde bloemen en planten 2016 % joj groei

Totale groei exportomzet sierteelt in 2015 +3% % joj groei januari-oktober (aandeel tussen haakjes)

Bron: VGB en ING Economisch Bureau

Sierteelt

Exportgroei vooral naar VK en Polen Uit de figuur blijkt dat er een samenhang is tussen de eco-

nomische groei in de eurozone - het voornaamste afzet-

gebied van de Nederlandse sierteeltsector - en de uitvoer-

waarde van vooral bloemen. Aangezien de groeivooruit-

zichten voor de eurozone in 2016 (+1,5%) en 2017 (+1,8%)

positief zijn, betekent dat goede vooruitzichten voor de

sierteeltsector. De bloemenexport stijgt naar verwachting

met ongeveer 4%. Voor potplanten kan de terugval in ex-

portwaarde in 2015 weer worden omgebogen. De Britse

exportmarkt zal evenals in 2015 de snelste groeier zijn. De

euro/pond koers blijft zich gunstig ontwikkelen, terwijl de

consumptiegroei hoog blijft. Polen is groeiland nr.2. Rus-

land verliest als exportland aan betekenis. De exportomzet

daalt dit jaar met een kwart. Vooral voor chrysanten, die

voor de Russische markt worden geproduceerd, is er prijs-

druk. Herstel van de Russische economie en de export

ernaartoe wordt pas in 2017 voorzien.

Bron: VGB en ING Economisch Bureau

De sierteeltsector liet in 2015 een gemengd

beeld zien, met flinke exportgroei voor bloe-

men, maar een tegenvallende ontwikkeling

bij potplanten.

Ondanks de lagere prijzen voor potplanten

verbetert het rendement, ook in 2016, door

lagere energiekosten.

Het herstel van de consumptieve bestedin-

gen en de laag blijvende euro zorgen boven-

dien voor goede (internationale) afzetvoor-

uitzichten.

Voor bloemen wordt een exportgroei van

4% voorzien, voor potplanten van 3%.

-30% -20% -10% 0% 10% 20%

Oostenrijk (2,3%)

Zweden (3,0%)

Rusland (3,2%)

Zwitserland (3,3%)

Polen (3,3%)

België (4,0%)

Italië (4,9%)

Frankrijk (12,9%)

V.K. (16,7%)

Duitsland (29,1%)

TOTAAL

-8

-6

-4

-2

0

2

4

6

2006 2008 2010 2012 2014 2016

Snijbloemen Potplanten BBP groei eurozone

Page 69: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 69 Ondernemen in 2016 / december 2015

Zonniger 2016 voor melkveehouders

Hogere prijzen en gemiddelde rendementen voor

melkveehouders in 2016 Na het vervallen van de melkquotering op 1 april 2015 is de

productie vooral in Nederland flink gestegen (circa 7%) en

zijn de prijzen gedaald. In ons land steeg de productie ster-

ker dan in de meeste andere EU-landen. De melkprijzen

inclusief nabetalingen, heffingen en toeslagen komen in

2015 zo’n 7% onder het langjarig gemiddelde (€ 34,50) uit.

De gemiddelde melkprijs van 2015 is 17% lager dan die in

2014, het rendement ruim 20%.

Voor 2016 is de verwachting dat dankzij de toenemende

internationale vraag de melkprijs geleidelijk gaat stijgen en

kan uitkomen op 5% boven het langjarig gemiddelde (de

zogenoemde KWIN-norm) en ruim 10% boven het gemid-

delde prijsniveau van 2015. Voor de rendementen betekent

dit bij hetzelfde kostenniveau als in 2015 dat 2016 een ge-

middeld jaar kan worden. Het gemiddeld maandsaldo is

dan bijna 10% hoger dan in 2015.

Lange termijnperspectief goed Als de nieuwe fosfaatwetgeving op 1-1-2016 volgens plan-

ning ingaat, dan lijkt verdere productiegroei uitgesloten. Er

wordt dan teveel mest geproduceerd. Verder zijn de voor-

uitzichten goed. De vraag naar zuivel blijft stijgen door toe-

name van de wereldbevolking en de welvaart. Het goede

imago van Nederland met steeds meer weidegang en

duurzame productievormen lijkt een garantie voor prima

exportvooruitzichten. De laag blijvende euro komt daar in

2016 als gunstige factor bovenop.

Melkprijs 2015 7% onder gemiddelde* (€ 34,50) in € per kg excl. BTW; 3,7% vet– en 3,35% eiwitgehalte

Gemiddeld rendement 2016 weer ‘normaal’

in € per maand excl. BTW

Bron: LEI en ING Economisch Bureau; * KWIN-norm

Zuivel

Bron: LEI en ING Economisch Bureau

De melkprijzen waren in 2015 circa 7% lager

dan gemiddeld en 17% lager dan in 2014.

Het rendement voor de melkveehouders zal

in 2015 9% lager zijn dan gemiddeld en 20%

lager dan in 2014.

Voor 2016 wordt een geleidelijke stijging

van de melkprijs voorzien, die gemiddeld 5%

boven het langjarig gemiddelde en 10% bo-

ven die van 2015 kan uitkomen.

Lagere voerkosten, een gunstige eurokoers

en een verder stijgende internationale vraag

spelen de melkveehouder in de kaart. De

fosfaatwetgeving zorgt echter voor het uit-

blijven van verdere productiegroei.

28

31

34

37

40

43

46

jan feb mar apr mei jun jul aug sep okt nov dec

2013 2014 2015

0

5000

10000

15000

20000

2006-2014 2014 2015 2016

2006-2014 2014 2015 2016

Page 70: Ondernemen in 2016

Horeca

Hotels

Restaurants

Cafetaria’s en fastservice

Cafés

Page 71: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 71 Ondernemen in 2016 / december 2015

Horeca houdt opgaande lijn vast

De horeca-omzet stijgt. De verkopen nemen

naar verwachting met 2% toe in 2016. De

groei bij hotels, restaurants en cafetaria’s

houdt aan, bij cafés lijkt de volumedaling te

stagneren.

De verkoopvolumes in de horeca liggen ook

eind 2016 nog onder het niveau van 2007.

Voor restaurants ligt dat niveau mogelijk in

2017 al in verschiet, cafés zijn daar nog ver

van verwijderd.

De branchevreemde concurrentie neemt

toe. Voor hotels gaat het om particuliere

verhuur en door horeca-elementen toe te

voegen begeeft de retail zich steeds meer

op de markt voor eet-en drinkgele-

genheden.

De omzet stijgt... Ontwikkeling omzetvolume, jaar-op-jaar

… en het aantal faillissementen daalt 3-maands gemiddelde, langjarig gemiddelde 30,5

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

Horeca

“De consument is positief gestemd en

besteedt meer buiten de deur. Gunstig

voor de horecaondernemer, mits zijn

aanbod past bij de klantwens. Onder-

scheidend vermogen is van levensbe-

lang aangezien het aanbod stijgt.”

Jan van der Doelen,

Sectormanager Horeca

Sterke fase voor omzetgroei in horeca Het samenvallen van het huidige economische herstel in

Nederland en de toestroom van toeristen is een gouden

combinatie voor de horeca. Niet eerder dit millennium na-

men de verkopen van hapjes en drankjes en de boekingen

van hotelkamers zo sterk toe als in 2014 en 2015. Ondanks

dat de verwachte groei in 2016 (2%) wat gas terug neemt,

lijkt de sector wederom op een goed jaar af te stevenen.

Het omzetvolume van restaurants en hotels nadert door

opeenvolgende jaren van groei het niveau van topjaar

2007.

Minder bedrijven in financiële problemen De groei in de horecabestedingen gaat gepaard met een

toename van het aantal hotels, restaurants en cafetaria’s/

lunchrooms. Vooral eigenaren van eet– en drinkgelegenhe-

den signaleren dat het animo onder consumenten om de

horeca te bezoeken de afgelopen 2,5 jaar toeneemt. De

markt is in staat om de extra hotelkamers en eetgelegen-

heden te absorberen. Dat betekent dat het aantal faillisse-

menten in de horeca daalt en in 2015 onder het langjarig

gemiddelde ligt.

0

10

20

30

40

50

2013

januari

juli 2014

januari

juli 2015

januari

juli

2,1%

-0,7% -0,7%

4,0% 4,0%

2,0%

2011 2012 2013 2014 2015* 2016*

Page 72: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 72 Ondernemen in 2016 / december 2015

2016: derde vette jaar op rij

Omzetstijging hotellerie zet door De toestroom van toeristen legt de hotellerie geen windeie-

ren. Met ruim 14 miljoen buitenlandse toeristen, trekt Ne-

derland meer bezoekers dan ooit tevoren. Het belang van

toeristen voor hotels blijft daarmee toenemen. Het positie-

ve sentiment onder Nederlandse consumenten is een

tweede opsteker. Kamerprijzen en bezettingsgraden liggen

op hoge niveaus en 2015 is met een volumegroei van ruim

5% het tweede topjaar op rij. Het groeivooruitzicht voor

2016 (+3%) is positief. Sterke groei in de zakelijke dienstver-

lening is gunstig voor de binnenlandse zakelijke markt en

ook de Nederlandse consument gaat weer vaker op vakan-

tie. In de aanhoudende internationale onrust en terreur-

dreiging schuilt een risico voor de hotellerie. Vooralsnog ligt

een stijging van het aantal buitenlandse gasten echter

meer in de lijn der verwachting.

52% overnachtingen door buitenlandse gasten Aandeel in overnachtingen per regio, eerste helft 2015

Stijging van vertrouwen gunstig voor omzet Ontwikkeling per kwartaal

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

Hotels

Nieuwe hotelconcepten en alternatief aanbod De groei in de hotellerie leidt tot veel nieuwe ontwikkelin-

gen. Buiten de steden en aan de rand van de stad groeien

ketens als Van der Valk. In de grote steden, Amsterdam

voorop, weten (nieuwe) hotels ook passanten en onderne-

mers aan zich te binden. Bijvoorbeeld door het bieden van

kwalitatief hoogwaardige werkplekken en aantrekkelijke

food– en beverage concepten. Wat ook groeit is het alter-

natieve aanbod, zo voert Airbnb actief campagne om meer

Amsterdamse verhuurders te werven. De vatbaarheid van

hotels voor dit alternatieve aanbod verschilt. Zakenhotels,

hotels met een gemiddeld oudere doelgroep en hotels bij

vervoersknooppunten zijn relatief minder gevoelig voor het

nieuwe aanbod.

De vraag naar hotelkamers stijgt al twee

jaar gestaag en die ontwikkeling zet door.

Voor 2016 is de verwachting dat het omzet-

volume met 3% toeneemt.

2015 gaat de boeken in als een toeristisch

topjaar, het aantal buitenlandse gasten is

met ruim 14 miljoen hoger dan ooit tevoren.

De grotere vraag naar kamers stimuleert

nieuwe ontwikkelingen. Vooral in de grote

steden is én wordt nieuw hotelaanbod ont-

wikkeld. Ook het beschikbare alternatieve

aanbod (o.a. Airbnb) groeit sterk.

In de aanhoudende internationale onrust

schuilt een potentiële bedreiging voor de

hotellerie.

-50

-25

0

25

50

-15,0%

-7,5%

0,0%

7,5%

15,0%

2011 Q1 2013 Q1 2015 Q3

Omzet Hotels (volume, in %)

Consumentenvertrouwen (rechter-as)

47,6%

40,0%

6,6%

5,3%

0,6%

Nederland

Europa

Amerika

Azië en Australië

Afrika

Page 73: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 73 Ondernemen in 2016 / december 2015

Restaurants in trek

Omzetgroei houdt aan, tempo iets lager Het positieve sentiment bij consumenten vertaalt zich door

in een sterke groei in het aantal verkochte maaltijden in

restaurants. Het omzetvolume maakt in 2014 en 2015 de

sterkste groeiperiode van het huidige millennium door. De

vooruitzichten zijn gunstig en voor 2016 wordt een groei

van 2% verwacht. De koopkracht verbetert en de consu-

ment is sneller bereid om geld uit te geven. Maar die ont-

wikkeling verschilt wel per doelgroep. Vooral welvarende

ouderen gaan er qua koopkracht slechts beperkt op vooruit,

terwijl zij voor sommige restaurants juist een belangrijke

doelgroep zijn. In het prioriteiten lijstje van de consument

scoort uit eten gaan goed. De keuze voor een avond uit

eten krijgt daarbij vooralsnog de voorkeur van de consu-

ment boven een beter gevulde boodschappenkar of nieuwe

garderobe.

Forse toename van het aantal restaurants Aantal restaurantvestigingen

Extra impuls omzet door positief sentiment Ontwikkeling per kwartaal

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

Restaurants

Aantal restaurants groeit sneller dan omzet Er worden meer maaltijden verkocht maar het aantal res-

taurants blijft ook toenemen. Volgens cijfers van het CBS

steeg het restaurantaanbod in 2014 met bijna tien procent.

Dat was fors meer dan de groei van de verkopen. De sterk-

ste groei vindt plaats in de Randstad en in Noord-Brabant.

Hier nam het aantal restaurants in vijf jaar tijd met 15 tot

20% toe. Daarmee concentreert de groei zich in regio’s met

de sterkste bevolkingsgroei. In de andere provincies steeg

het aanbod met circa tien procent. Ondanks de toename

van de concurrentie neemt het aantal faillissementen on-

der eet– en drinkgelegenheden af.

De omzetontwikkeling van restaurants zit al

vijf jaar in de lift. Voor 2016 is de verwach-

ting dat de verkopen met ruim 2% toene-

men.

De bestedingen bij restaurants stijgen ster-

ker dan die bij supermarkten of bij winkels.

Dit is een teken van de prioriteit die consu-

menten aan een avond uit eten geven.

Er zijn steeds meer restaurants: tijdens 2014

nam het restaurantaanbod sneller toe dan

de omzetgroei.

12.495 12.795 12.940 13.11014.330

2011 2012 2013 2014 2015

-50

-25

0

25

50

-10%

-5%

0%

5%

10%

2011 Q1 2013 Q1 2015 Q3

Omzet Restaurants (volume, in %)

Consumentenvertrouwen (rechter-as)

Page 74: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 74 Ondernemen in 2016 / december 2015

Gezonde concurrentie

Voor ieder wat wils De markt voor een snelle hap is minder ‘booming’ dan die

voor hotels en restaurants maar profiteert wel degelijk van

het herstel van de binnenlandse economie. Consumenten

zijn meer op pad in eigen land en in vakantieperiodes profi-

teren aanbieders in toeristische regio’s van de steeds grote-

re toeristenstroom. Naast enkele grote fastfoodketens zijn

er vooral heel veel kleinere formules en spelers. Nieuwe to

go concepten doen hun intrede waarbij goed en gezond

eten vaak een uitgangspunt is. Traditionele aanbieders van

een snelle hap moeten daarin mee. Een keurmerk als ver-

antwoord frituren en de uitgebreide voedingsinformatie bij

McDonalds zijn daarvan voorbeelden. Naast het ruime aan-

bod van broodjeszaken, snackbars, fastfoodrestaurants en

ijssalons zijn foodtrucks in trek. Veel meer dan andere par-

tijen richten zij zich doorgaans op één specialiteit/signature

dish met een hoge omloopsnelheid.

Omzet groeit in gematigd tempo Ontwikkeling per kwartaal

Minder faillissementen bij eet– en drinkgelegen-

heden Aantal faillissementen per jaar

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

Cafetaria’s en fastservice

Ieder jaar groeit het aantal vestigingen van cafetaria’s

Bron: CBS, *2015 raming ING Economisch

De omzet in cafetaria’s, lunchrooms en fast-

foodrestaurants blijft in 2016 naar verwach-

ting groeien. Het omzetvolume stijgt circa

2%.

Een snelle hap is doorgaans niet heel ge-

zond terwijl het merendeel van de consu-

menten vet, zout en suiker probeert te ver-

mijden. De branche kan dit met bewuste

keuzes faciliteren.

De foodtruck & trailer zijn terug van wegge-

weest. Volgens schattingen zijn er momen-

teel circa 400. De groei van het aantal mo-

biele keukens is een drijfveer voor het aantal

foodfestivals.

Groei Aantal vestigingen

2011 1,8% 11.365

2012 5,5% 11.990

2013 2,1% 12.240

2014 2,7% 12.575

2015 13.295 5,7% Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

0

100

200

300

400

500

2011 2012 2013 2014 2015*

-50

-25

0

25

50

-15,0%

-7,5%

0,0%

7,5%

15,0%

2011 Q1 2013 Q1 2015 Q3

Omzet Cafetaria's (volume, in %)

Consumentenvertrouwen (recher-as)

Page 75: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 75 Ondernemen in 2016 / december 2015

Minder consumpties tegen hogere prijs

Omzet structureel onder druk Sinds geruime tijd lopen de verkoopvolumes in de cafébran-

che terug. In 2015 maakt die ontwikkeling een tijdelijke pas

op de plaats. In het tweede en derde kwartaal stegen de

volumes met 1%. De laatste keer dat dit in twee opeenvol-

gende kwartalen gebeurde, was in 2006. Hogere prijzen

compenseren de dalende verkopen, gemiddeld stegen de

prijzen de afgelopen tien jaar met bijna 3% per jaar. Voor

2016 is de verwachting dat er een beperkte daling plaats-

vindt (-0,5%). Overall zijn de omstandigheden relatief gun-

stig, consumenten zijn positief, de koopkracht stijgt en het

toerisme groeit. Wat het weer gaat doen speelt uiteraard

een rol en het mislopen van het EK-voetbal is ongunstig.

Voor individuele ondernemers kan het interessant zijn om

als plan B de toeristen uit onze buurlanden te bedienen.

De aanhoudende daling in de verkopen van

cafés vlakt af. In 2016 wordt een lichte

krimp van 0,5% voorzien.

Sinds 2007 zijn de omzetvolumes in de cafe-

branche ieder jaar teruggelopen. In het

tweede en derde kwartaal van 2015 wisten

cafés echter meer consumpties te verkopen.

De opkomst van het aantal koffiezaken is

indrukwekkend en lijkt nog niet ten einde.

De cafébranche transformeert en de

‘ouderwetse kroeg’ wordt schaarser.

Omzetvolume van cafés ruim 10% gedaald Index 2010 = 100

Aantal cafés daalt geleidelijk Aantal vestigingen van cafés

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

Cafés

Vijf redenen voor de druk op de omzetvolumes

Koffie in koffiezaak in plaats van bier in de kroeg

betekent gemiddeld lagere besteding en volume.

Vergrijzing: de oudere consument is minder gericht

op het café en meer op het restaurant.

Nederland festivalland: het aantal festivals is sterk

toegenomen en dit trekt bestedingen van elders

weg.

Regelgeving: verhoging van de alcoholleeftijd, het

rookverbod en de verhoging van de accijnzen.

De toegenomen prijsafstand tussen een consump-

tie thuis of in de kroeg.

12.42511.325

0

5.000

10.000

15.000

2010 2011 2012 2013 2014 2015*

80

85

90

95

100

105

2010 Q1 2015 Q3

Page 76: Ondernemen in 2016

Public sector

Woningcorporaties

Lagere overheden

Onderwijs

Goede doelen

Kinderopvang

Page 77: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 77 Ondernemen in 2016 / december 2015

Meer impact met minder middelen

De public sector blijft in 2016 met 1% groei

ruim achter bij de economische groei van

2,5%.

Voor publieke- en non-profitorganisaties

staat het vergroten van de maatschappelij-

ke impact voorop. Financieel scherp aan de

wind zeilen is de andere grote uitdaging.

Woningcorporaties focussen op de herziene

woningwet en woningen voor vluchtelingen.

Gemeenten kunnen door de regie te pakken

hun impact vergroten op het vlak van werk,

inkomen en zorg.

Onderwijsinstellingen gaan zich meer speci-

aliseren in een kleinschaliger opzet.

In de kinderopvang is visie, flexibiliteit en

ondernemerschap nodig om te overleven.

Goede doelen creëren impact door dona-

teurs met vernieuwende acties te binden.

Kloof met marktsectoren in 2016 iets kleiner Ontwikkeling bruto toegevoegde waarde

Bron: ING Economisch Bureau (*raming) o.b.v. CBS

Public sector

“In de Public Sector draait het om het

zichtbaarder maken van uw meerwaar-

de. Zo kunt u het verschil maken en uw

relatie met klant, burger en politiek ver-

sterken: dat is ondernemen in 2016.”

Ceel Elemans,

Sectormanager Public Sector

2016: groei blijft achter bij marktsectoren Hervormingen en bezuinigingen van het kabinet hebben tot

een kleinere public sector geleid. Het afgelopen jaar is de

toegevoegde waarde van de sector met 0,5% licht gekrom-

pen. Door bezuinigingen op ouderenzorg, ontwikkelingssa-

menwerking, cultuursubsidies en maatregelen als de ver-

huurdersheffing hebben publieke- en non-profit-

organisaties hun personeelsbestand moeten inkrimpen.

Ook in 2016 moeten zij de broekriem aanhalen. De aantrek-

kende economie zal wel weer tot lichte groei van de public

sector leiden, maar deze blijft met 1% ruim achter bij de

2,5% van de economie als geheel.

Onderwijs ziet werkgelegenheid weer groeien Het onderwijs profiteert juist van het kabinetsbeleid. Als

belangrijke pijler van de kenniseconomie krijgt het onder-

wijs een kwaliteitsimpuls. Investeringen in kwaliteit van

leraren, vastgoed en digitale toepassingen komen daardoor

eerder van de grond. Door de teruglopende leerling– en

studentenaantallen en de grote onderwijskundige en tech-

nologische uitdagingen zullen echter ook onderwijsinstellin-

gen strak op de financiën moeten sturen.

Minder personeel bij non-profit organisaties Aantal medewerkers, index 2010 = 100

Bron: ING EB o.b.v. CBS, Brancheorganisatie Kinderopvang, AEDES, VFI

70

80

90

100

110

120

2010 2011 2012 2013 2014 2015

Onderwijs

Overheden

Woning-

corporaties

Goede

doelen

Kinder-

opvang

-0,2%-0,4%

1%1,0%

2,0%

2,5%

2014 2015* 2016*

Public

Sector

Economie

Page 78: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 78 Ondernemen in 2016 / december 2015

Woningwet en vluchtelingen top of mind

Woningwet belangrijkste thema in 2016 De invoering van de herziene Woningwet, waarin o.a. de

scheiding van DAEB en niet-DAEB wordt geregeld, zien cor-

poraties als de belangrijkste topic voor 2016. Woningcorpo-

raties moeten uiterlijk 1 januari 2017 een conceptvoorstel

indienen en uiterlijk 1 mei 2017 het definitieve scheidings-

voorstel. Naar verwachting zal de meerderheid, door her-

nieuwde focus op de kerntaak, kiezen voor de administra-

tieve scheiding. Ook de opgelegde marktwaardering van

het bezit vergt veel aandacht. De toegenomen focus op de

kerntaak uit zich in een daling van de beïnvloedbare be-

drijfslasten. In 2014 zijn die met 5% gedaald naar 925 euro

per verhuureenheid. De totale bedrijfslasten stegen echter

fors door niet-beïnvloedbare zaken zoals de verhuurders-

heffing. Het WSW voorziet evenwel een verbetering van de

financiële positie door stijging van de huren en verdere

besparingen op personeel, onderhoud en leefbaarheid van

wijken. Ondanks de bezuinigingen zijn huurders tevredener.

Corporaties verlagen beïnvloedbare lasten Totale bedrijfslasten in sector (€ miljard)

Aantal vluchtelingen neemt toe Totaal aantal asielverzoeken per maand

Bron: CBS

Bron: Aedes

Woningcorporaties

Wachtlijsten zullen toenemen Nederland heeft te maken met een forse toestroom van

vluchtelingen. Momenteel komen er elke maand zo’n

10.000 ons land binnen. Uit onderzoek van Finance Ideas

blijkt dat het merendeel van de corporaties (54%) verwacht

de vluchtelingen in bestaande sociale huurwoningen op te

vangen. De wachtlijsten van reeds ingeschreven woning-

zoekenden zullen hierdoor verder oplopen. Een kwart van

de corporaties verwacht vergunninghouders in tijdelijke

(container)woningen op te vangen. Vluchtelingen worden

ook in leegstaande panden in eigendom van de gemeente

gehuisvest. Sinds 1 december mogen corporaties deze pan-

den in opdracht van gemeenten gaan beheren. Door het

vraagstuk van de vergunninghouders krijgt de verkoop van

woningen in 2016 waarschijnlijk minder prioriteit.

De scheiding van DAEB en niet-DAEB is een

belangrijk thema in 2016. Het merendeel

van de corporaties kiest voor een admini-

stratieve scheiding.

De huisvesting van vluchtelingen bepaalt

ook de agenda in 2016. Momenteel komen

elke maand 10.000 vluchtelingen ons land

binnen die huisvesting nodig hebben.

Corporaties denken de vergunninghouders

vooral in bestaande sociale huurwoningen

te huisvesten. Hierdoor nemen de wachtlijs-

ten verder toe.

De financiële positie verbetert door verdere

kostenbeheersing en huurstijging.

0

2,5

5

2013 2014

Beïnvloedbare lasten

Niet-beïnvloedbare lasten

0

4.000

8.000

12.000

2013 2014 2015

Page 79: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 79 Ondernemen in 2016 / december 2015

Meer regie en innovatie voor meer resultaat

Gemeenten houden hand op de knip De decentralisaties en bezuinigingen blijven de budgetten

van gemeenten fors onder druk zetten. Doordat lokale be-

lastingen slechts 15% van de totale inkomsten uitmaken,

richten gemeenten zich vooral op bezuinigen en het effici-

ënter organiseren van hun taken. Dit gaat steeds vaker ten

koste van uitgaven aan bijvoorbeeld infrastructuur en sub-

sidies voor bibliotheken of zwembaden. De grootste kosten-

besparingen hebben gemeenten op de inkoop en inhuur

van producten en diensten behaald (zie intermediair ver-

bruik in rechter figuur). Daarnaast hebben zij het perso-

neelsbestand in vijf jaar met 12% teruggebracht. Hoewel

de aantrekkende economie geleidelijk voor minder financi-

ële druk en stijgende opbrengsten uit verkoop van bouw-

grond zorgt, moeten veel gemeenten op uitgavenbeheer-

sing blijven focussen.

Productie overheid 5,5% afgenomen in vijf jaar Productiecomponenten, index 2009 = 100

Schuldpositie gemeenten loopt op Ontwikkeling netto schuld per inwoner in euro’s

Bron: Deloitte

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

Lagere overheden

Meer maatschappelijke impact door meer regie De decentralisaties in het sociale domein hebben gemeen-

ten met grotere financiële risico’s opgezadeld. Tegelijkertijd

is op tal van beleidsterreinen meer regie nodig. Een goed

voorbeeld zijn de ‘Retail Deals’ die 31 gemeenten inmiddels

met de minister Kamp hebben gesloten. Hierin ontwikkelen

de lokale belanghebbenden onder regie van de gemeente

een visie en actieplan om winkelleegstand tegen te gaan.

Vaak levert een kruisbestuiving tussen beleidsterreinen en

met private partijen meer maatschappelijke impact op.

Denk aan de omvorming van leegstaande kantoren, verzor-

gingshuizen en winkels tot woningen voor studenten of

asielzoekers. Ook op het gebied van zorg en participatie

kunnen slimme dwarsverbanden zowel maatschappelijk als

financieel resultaat opleveren. Dit vergt wel een regisseren-

de en flexibele opstelling en een heldere gemeentevisie.

Lagere overheden moeten door aanhou-

dende druk op budgetten scherpe keuzes

maken en efficiënter te werk gaan.

Gemeenten kopen veel minder extern in.

Daarnaast hebben zij hun personeelsbe-

stand in vijf jaar met 12% teruggebracht.

Voor veel maatschappelijke uitdagingen zijn

dwarsverbanden tussen verschillende be-

leidsterreinen en samenwerking met private

partijen nodig.

Een regisserende en flexibele opstelling van-

uit een heldere maatschappelijke visie is

vereist om met minder geld meer resultaat

te bereiken.

40

60

80

100

120

'96 '98 '00 '02 '04 '06 '08 '10 '12 '14

Intermediair verbruik

Bruto toegevoegde waarde

-1.000

-500

0

500

1.000

1.500

2.000

Gemeenten Provincies Water-

schappen

Gezamenlijk

20

10

20

11

20

12

20

13

Page 80: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 80 Ondernemen in 2016 / december 2015

Investeren in onderscheidend onderwijs

Erkenning van meerwaarde zorgt voor groei Het Nederlandse onderwijs vormt een stevige basis voor de

kenniseconomie (figuur 1). Het kabinet onderstreept het

belang van nog beter onderwijs met extra investeringen

vanuit het Nationaal Onderwijsakkoord. In 2016 loopt het

bedrag tot bijna 300 miljoen euro op. Door de studiebeur-

zen te vervangen door leningen speelt de minister (op ter-

mijn) geld vrij voor 15% meer docenten in het hoger onder-

wijs. Tegelijkertijd nemen de leerlingaantallen door de ge-

boortedaling af. Terwijl de totale werkgelegenheid in het

onderwijs groeit, krimpt het aantal docenten in het basis–

en voortgezet onderwijs. In krimpgebieden zal concentratie

van scholen noodzakelijk blijven. In het HBO groeien vooral

de inschrijvingen bij tweejarige opleidingen (Associate De-

grees). Universiteiten houden de aanwas op peil door hun

internationale aantrekkingskracht, het toenemende oplei-

dingsniveau van de bevolking en het langer doorleren.

Onderwijsbanen nemen weer toe Aantal banen, seizoengecorrigeerd, index 2010 = 100

Grote innovatiekracht tegen beperkte kosten

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. OESO en Global Innovation Index

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

Onderwijs

ICT, vastgoed en vakschool vergen investeringen,

flexibilisering en profilering Behalve investeringen in meer en kwalitatief betere docen-

ten die het Rijk oppakt, hebben veel scholen zelf nog het

nodige achterstallige onderhoud weg te werken. Neder-

landse leraren worden internationaal gezien relatief vaak in

hun werk gehinderd door een gebrek aan computers en

software. Ook de staat van schoolgebouwen laat vaak te

wensen over. In het MBO ligt de uitdaging vooral in een

betere aansluiting op de arbeidsmarkt met kleinschalige,

flexibele vakscholen met een herkenbaar profiel voor stu-

denten en het bedrijfsleven. In het hoger onderwijs staan

kleinschalige lesvormen en profilering voorop. Universitei-

ten en hogescholen moeten zich meer van elkaar gaan

onderscheiden, bijvoorbeeld via programma’s voor excel-

lente studenten.

Het kabinet onderstreept met extra investe-

ringen de noodzaak van beter onderwijs om

een concurrerende economie te blijven.

De instroom van leerlingen onderaan het

onderwijsgebouw krimpt verder door de ge-

boortedaling. Universiteiten groeien door.

Investeringen zijn behalve voor betere leer-

krachten ook vereist voor het wegwerken

van achterstallig onderhoud aan gebouwen

en digitalisering.

In MBO, HBO en WO staan kleinschalig on-

derwijs en profilering centraal. Instellingen

moeten zich meer specialiseren en studen-

ten intensiever begeleiden.

88

92

96

100

104

108

'10 '11 '12 '13 '14 '15

Onderwijs Zorg Overheid

Por Ita

Spa

NZeKor

AusFra

Ier

FinDui

Jap

VK

Bel

Ned

Zwe

Oos

VS

Noo

Zwi

40

50

60

70

80

90

100

40 50 60 70 80 90 100

Innovatie-

kracht(index)

Onderwijsuitgaven per

leerling/student (index)

Page 81: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 81 Ondernemen in 2016 / december 2015

Meerwaarde vereist vernieuwing

Inkomsten weer in de lift De inkomsten van goede doelen zijn in 2014 met 2% toege-

nomen. Net als het consumentenvertrouwen laat ook het

vertrouwen in goede doelen sinds 2014 een stijgende lijn

zien. Dit biedt perspectief op verdere inkomensgroei. Het

aandeel van mensen dat doneert ligt met ongeveer 90%

van de Nederlanders weer op pre-crisis niveau. Wel blijft

het gemiddelde geefbedrag dalen. Daarentegen groeien de

inkomsten uit nalatenschappen structureel door het toene-

mende aantal welvarende ouderen. Weliswaar doneren

huishoudens steeds minder geld, zij steken wel meer tijd in

goede doelen. Het aantal vrijwilligers neemt met name

door de grote vluchtelingenstroom explosief toe. In de

tweede helft van 2015 hielden de aanmeldingen van nieu-

we asielzoekers en nieuwe vrijwilligers gelijke tred. Een radi-

cale breuk met de langjarige trend van afnemende vrijwil-

ligersinzet. Subsidies vormden in 2014 voor het eerst de

grootste inkomensbron van goede doelen. De aankomende

bezuinigingen op ontwikkelingshulp maken het voor inter-

nationale hulporganisaties echter noodzakelijk om zelf

meer fondsen te gaan werven.

Door een toenemend vertrouwen onder

consumenten en donateurs nemen de in-

komsten van goede doelen weer toe.

Huishoudens doneren minder geld, maar

meer tijd. De vluchtelingenstroom zorgt

voor veel nieuwe vrijwilligers.

Overheidsbezuinigingen en trends in dona-

ties nopen tot herziening van de fondsen-

werving.

Twee zaken staan centraal voor goede doe-

len: 1. creëer een actievere betrokkenheid

van donateurs via vernieuwende acties; 2.

focus niet op kosten, maar op de meer-

waarde van acties op de lange termijn.

-60

-50

-40

-30

-20

-10

3,3

3,5

3,7

3,9

4,1

4,3

2010 2011 2012 2013 2014 2015

IndexInkomsten in miljarden euro's

Meer vertrouwen van donateurs stuwt inkom-

sten goede doelen

Nalatenschappen snelst stijgende inkomensbron

Ontwikkeling bijdragen aan goede doelen, 2005 = 100

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. Geven in Nederland 2015

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBF, VFI en WWAV

Goede doelen

Kansen voor goede doelen in 2016

Geven dicht bij huis en met eigen inzet is in op-

komst. Betrek donateurs bij vernieuwende acties.

Focus op meerwaarde. Zowel bij fondsenwerving

als bij projecten gaat het om het (langjarig) maat-

schappelijk rendement, niet om minimale kosten. Structurele investering in: communities, partner-

ships met bedrijven en focus op nalatenschappen.

-60

-50

-40

-30

-20

-10

3,3

3,5

3,7

3,9

4,1

4,3

2010 2011 2012 2013 2014 2015

IndexInkomsten in miljarden euro's

Inkomsten goede

doelen (l. as)

Inkomsten goede

doelen (l. as)

Donateursvertrou-

wen (r. as)

40

60

80

100

120

140

160

2005 2007 2009 2011 2013

Nalaten-

schappen

Kans-

spelen

Huis-

houdens

Bedrijven

Fondsen

Page 82: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 82 Ondernemen in 2016 / december 2015

Nasleep vraaguitval houdt marges onder druk

Krimp bodemt uit, 2016 brengt lichte groei Na jaren van forse verlaging voert het kabinet sinds 2014

de tegemoetkoming die ouders voor kinderopvangkosten

krijgen weer op. In 2016 trekt zij daar 290 miljoen euro ex-

tra voor uit. Samen met een toenemend aantal werkende

ouders stimuleert dit de vraag naar kinderopvang. Ouders

hebben de afgelopen jaren echter massaal formele voor

informele opvang ingeruild. De gemaakte keuzes worden

niet zomaar teruggedraaid en werken bovendien door in de

keuzes voor kinderen die later geboren worden. Als ‘opa en

oma’ eenmaal opvang voor het eerste kind verzorgen, zul-

len zij dit vaak ook voor de daaropvolgende kinderen doen.

Verder moedigt het onvoorspelbare overheidsbeleid ouders

niet aan om voor formele opvang te kiezen. Ondanks de

vraaguitval van 35% van de opvanguren is de beschikbare

opvangcapaciteit de afgelopen jaren praktisch gelijk geble-

ven. De financiële gezondheid van aanbieders blijft door de

ontstane overcapaciteit veelal zorgelijk.

Visie, flexibiliteit en ondernemerschap essentieel Ouders en overheid worden steeds veeleisender. Kinderop-

vang draait niet alleen om het opvangen, maar ook om

ontwikkelen. Een langetermijnvisie op de rol van de opvang

in de ontwikkeling van het kind is van belang om als aan-

bieder de juiste wegen in te kunnen slaan en ouders te bin-

den. Om tot de gewenste ‘integrale kindvoorzieningen’ te

komen zullen aanbieders samenwerking met scholen,

sportverenigingen, welzijn en gemeenten moeten zoeken.

Daarvoor zijn flexibele wijkgerichte oplossingen nodig. Het

‘ken-uw-klant’-principe is belangrijker dan ooit. Biedt de

klant flexibele oplossingen, maar pas daar wel de prijsstel-

ling op aan.

Omzet kinderopvang groeit weer in 2016 Omzet en rijksuitgaven kinderopvang in miljarden euro

Marges blijven onder druk door lage bezetting Aantal opvanguren per beschikbare kindplaats

Bron: Raming ING Economisch Bureau o.b.v. CBS en Rijksbegroting

Kinderopvang

Bron: ING EB o.b.v. Brancheorganisatie Kinderopvang en Min. van SZW

Dankzij een hogere tegemoetkoming en

meer werkende ouders groeit de kinderop-

vang in 2016 met 2%.

Ouders zullen onder invloed van het incon-

sistente overheidsbeleid niet weer massaal

op formele opvang overstappen.

Het herstel na de vraaguitval zal voorlopig

beperkt zijn, waardoor overcapaciteit en

margedruk aanhouden.

Ouders en overheid eisen meer ontwikkeling

op jonge leeftijd. Visie, flexibiliteit, onderne-

merschap en lokale samenwerking zijn no-

dig om als aanbieder het verschil te maken. 1,5

2

2,5

3

3,5

4

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Brancheomzet kinderopvang

Uitgaven kinderopvangtoeslag

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Bezetting dagopvang

Bezetting buitenschoolse opvang

Page 83: Ondernemen in 2016

Gezondheidszorg

Eerstelijns Zorg

Geestelijke Gezondheidszorg

Langdurige Zorg

Ziekenhuiszorg

Page 84: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 84 Ondernemen in 2016 / december 2015

Transitie naar vraagsturing in volgende fase

Het beeld van gezondheidszorg is voor 2016

gemengd: de eerstelijnszorg zet de sterke

groei in 2016 voort, de GGZ krimpt, de zie-

kenhuiszorg groeit gematigd en de langdu-

rige zorg stabiliseert door extra uitgaven

van het kabinet.

Zorgaanbieders maken een transitie door.

De zorgconsument komt steeds meer cen-

traal te staan. Het aanboddenken verliest

terrein. Dit vergt bij veel partijen een cul-

tuuromslag.

Voor zorgverzekeraars is een belangrijke

regierol weggelegd in het omvormen van

gefragmenteerde zorg naar een geïnte-

greerd zorgaanbod over schotten heen.

Innovatie komt van onderaf: aanbieders die

tijdig de slag van aanbod naar vraaggerich-

te zorg maken hebben succes.

Bron: ING Economisch Bureau (*raming) o.b.v. CBS

Gezondheidszorg

“Ook in 2016 staan bedrijfsvoering en uw

positie centraal. Gemeentes en zorgver-

zekeraars sturen op meer doelmatigheid

in de totale keten. Dit vereist scherpe

keuzes!”

Erwin Winkel,

Sectormanager Gezondheidszorg

Zorg laat gemengd beeld zien in 2016 Het beeld van gezondheidszorg is voor 2016 gemengd: de

eerstelijnszorg zet de sterke groei in 2016 voort, de GGZ

krimpt, de ziekenhuiszorg groeit gematigd en de langdurige

zorg stabiliseert door extra uitgaven van het kabinet. In de

geneeskundige zorg komt de langjarige herinrichting van

de zorg op gang. De zorg komt dichter bij de burger te

staan. Tegelijkertijd stelt de burger als zorgconsument

steeds hogere eisen aan zorgverleners. In de langdurige

zorg ondervinden ouderenzorgaanbieders de grootste ge-

volgen van de stelselwijzigingen. Ook hier is het beeld ge-

mengd: intensieve zorg groeit, terwijl lichte zorg krimpt.

Zorgconsument vraagt meer ondernemerschap Uiteindelijk is een gecoördineerde regionale aanpak over

segmentsgrenzen heen nodig voor betere zorg. Voor zorg-

verzekeraars is een belangrijke regierol weggelegd in het

omvormen van gefragmenteerde zorg naar een geïnte-

greerd zorgaanbod over schotten heen. Zorgverzekeraars

zullen zich vaker langjarig moeten committeren. Maar inno-

vatie komt van onderaf: aanbieders die tijdig de slag van

aanbod naar vraaggerichte zorg maken hebben succes.

Bijna 90.000 zorgwerknemers minder in vier jaar Ontwikkeling aantal zorgwerkers tussen 2011 en 2015

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

-86.000

+19.000

Werknemers Zelfstandigen

0

20

40

60

80

100

120

'00 '02 '04 '06 '08 '10 '12 '14

+7% p.j.

+3% p.j. +1% p.j.

Tempo van uitgavenstijging neemt af

Ontwikkeling zorguitgaven in miljarden euro’s

Page 85: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 85 Ondernemen in 2016 / december 2015

Verbeteren door te verbinden

Eerste lijn groeit in 2016 sterk door In het zorgakkoord is afgesproken dat zorg verleend in de

eerste lijn (o.a. huisartsen, apothekers, fysiotherapeuten en

wijkverpleegkundigen) sneller mag groeien dan zorg in de

tweede lijn (vooral ziekenhuizen en GGZ-instellingen). Huis-

artsen vormen de spil in deze transitie. Zij worden gestimu-

leerd om steeds meer laagcomplexe en chronische zorgta-

ken voor hun rekening te nemen. In 2014 lag de groei van

uitgaven aan huisartsenzorg door dit beleid bijna drie keer

zo hoog als de groei van uitgaven aan ziekenhuiszorg. De

overheveling van zorg vanuit ziekenhuis naar de eerste lijn

en de leegloop van verzorgingshuizen is nog in volle gang.

Voor 2016 betekent dit weer fors meer werk voor huisart-

sen en andere eerstelijnszorgaanbieders. Tegelijkertijd

neemt door deze verschuiving ook de complexiteit van

zorgverlening sterk toe. De vergrijzing, toenemende digitali-

sering (e-health) en opkomst van de kritische zorgconsu-

ment dragen daar ook aan bij.

Huisartsenzorg groeit bovengemiddeld Ontwikkeling zorguitgaven

De eerste lijn krijgt meer steeds taken, met de

huisarts als middelpunt

Bron: ING Economisch Bureau

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

Eerstelijnszorg

Verbreding en verdieping van samenwerking nodig Zorginhoudelijk vormen zorggroepen die gezamenlijk ke-

tenzorg organiseren goede voorbeelden van succesvolle

samenwerking en zorgvernieuwing over verschillende disci-

plines heen. Zij organiseren echter slechts een klein deel

van de totale eerstelijnszorg. De eerste lijn is nog altijd zeer

versnipperd. Het aantal groepspraktijken en gezondheids-

centra groeit al enige jaren niet meer. Samenwerking en

ondersteuning binnen grotere verbanden is vereist om alle

nieuwe taken aan te kunnen, zowel op zorggebied als in

facilitaire zaken. Om de focus van zorgverlening naar ge-

zondheidswinst te kunnen verleggen moet de eerste lijn, de

huisartsen voorop, zelf het initiatief nemen. Een cultuurver-

andering is nodig: van aanbodgericht naar vraaggericht

werken en van solistisch werken naar samenwerken.

De eerstelijnszorg zet de sterke groei in

2016 voort.

Huisartsen verwijzen patiënten minder snel

door. Zij gaan meer taken van het zieken-

huis overnemen. De zorgverlening aan ou-

deren die niet meer in een verzorgingshuis

terecht komen neemt ook toe.

Deze verschuivingen maken, samen met de

vergrijzing, e-health en kritischer zorgconsu-

menten, de praktijkvoering wel complexer.

Samenwerking binnen grotere verbanden is

vereist om alle nieuwe taken aan te kunnen,

zowel zorginhoudelijk als bedrijfsmatig.

5,8%

3,5%

-2,8%

4,4%

0,8%1,5%

2,1%

-0,8%

5,7%

Ziekenhuizen en

specialisten-

praktijken

Geestelijke

gezondheidszorg

Huisartsen-

praktijken

20

12

20

13

20

14

Page 86: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 86 Ondernemen in 2016 / december 2015

Nieuwe verdienmodellen nodig in krimpmarkt

GGZ krimpt verder in 2016 Na een jarenlange onstuimige groei is de GGZ-omzet in

2014 en 2015 voor het eerst gekrompen. Landelijk is afge-

sproken dat in 2020 maximaal tweederde van de intramu-

rale GGZ-capaciteit van 2008 in gebruik is. Patiënten met

lichtere psychische problemen kunnen bijhuisarts of basis-

GGZ terecht. Ook in 2016 zal de GGZ nog krimpen. Hoewel

de afbouw van bedden vooralsnog in een bescheiden tem-

po gaat, hebben deze twee verschuivingen grote gevolgen.

Gevestigde verdienmodellen staan onder druk. Aanbieders

moeten saneren en omscholen om de capaciteit af te bou-

wen en meer ambulante zorg te verlenen. Tegelijkertijd

worden veel minder patiënten doorverwezen door de huis-

arts. In vier jaar tijd is het aantal patiënten dat bij de huis-

arts door een praktijkondersteuner-GGZ wordt behandeld

grofweg vervijfvoudigd. Daarnaast heeft de gespecialiseer-

de GGZ met wachtlijsten te kampen nu de beddenafbouw

in gang is gezet. De behoefte aan intensieve zorg blijft na-

melijk overeind. Het speelveld is tot slot steeds complexer

en administratief meer belastend geworden. De grotere rol

van gemeenten vraagt veel extra afstemming en contrac-

tering.

Tot 2014 zijn de GGZ-uitgaven in 15 jaar bij-

na verdrievoudigd. Sinds dat jaar krimpen

de uitgaven door nieuw beleid. Ook 2016

brengt krimp.

Aanbieders moeten een antwoord vinden

op twee grote verschuivingen: minder GGZ-

opnames en meer behandelingen door de

huisarts.

Gevestigde verdienmodellen staan onder

druk. Kansen liggen in het pakken van de

regie in regionaal overleg en de slimme in-

zet van technologie, formules en standaar-

disatie.

GGZ-uitgaven krimpen na onstuimige groei Ontwikkeling GGZ-uitgaven

Afbouw GGZ-capaciteit gaat in gematigd tempo Aantal opnameplaatsen o.b.v. gerealiseerde productie

Bron: Trimbos Instituut

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

Geestelijke gezondheidszorg

Kansen voor de GGZ in 2016

Regie pakken in regionale afspraken met gemeen-

ten, zorgverzekeraars en huisartsen voor een cohe-

rent aanbod, meer doorverwijzing en innovatiegeld.

Technologie slim inzetten. Zoals: modules voor zelf-

zorg en data-analyse om vraag te voorspellen.

Meer bedrijfsmatige aanpak: efficiënte bedrijfsvoe-

ring, heldere positionering en zorgstandaardisatie.

-2%

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

'99 '01 '03 '05 '07 '09 '11 '13

20

12

20

13

20

14

0

4.000

8.000

12.000

16.000

20.000

Zorgv.w.

(opname tot 1

jaar)

AWBZ-B

(verblijfs-

voorzieningen)

AWBZ-C

(Beschermd

wonen)

Page 87: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 87 Ondernemen in 2016 / december 2015

Specialiseren en allianties om schotten heen

Ziekenhuizen groeien in gematigd tempo Patiënten verblijven minder vaak en korter in het zieken-

huis. Inmiddels kan 50 procent van de patiënten na een

dagbehandeling weer naar huis. Bovendien ligt het aantal

opnames in Nederland relatief laag en neemt de verpleeg-

duur steeds verder af. Uit internationale vergelijkingen blijkt

dat dit een kenmerk van de hoge behandelkwaliteit is. De

andere kant van de medaille is dat er steeds meer bedden

leeg blijven. Ziekenhuizen zullen ook in 2016 hun huisves-

ting op de efficiëntere zorgverlening moeten aanpassen.

Temeer omdat vanuit het zorgakkoord zorg naar de eerste

lijn wordt overgeheveld. De omzetgroei van algemene zie-

kenhuizen kwam in 2014 met 1,3% op het laagste niveau in

25 jaar uit. Ook in 2016 zal de omzetgroei gematigd zijn.

Vooral kleinere ziekenhuizen staan financieel onder druk.

Meerjarencontracten met verzekeraars zijn nodig om zie-

kenhuizen de nodige comfort bij hun omvorming te bieden.

Financieel sterker bij druk op productie Index 2009 = 100

Nog veel ruimte voor efficiëntieverbetering Bezettingsgraad ziekenhuisbedden per land

Bron: NVZ o.b.v. OESO en Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. NVZ en Kiwa Carity

Ziekenhuiszorg

Specialisatie en samenwerking in kinderschoenen Het aantal locaties waarop ziekenhuiszorg wordt geleverd,

neemt toe, terwijl het aantal organisaties als gevolg van

fusies daalt. Ziekenhuizen zullen zich meer moeten profile-

ren op hun kernkwaliteiten en met hun ketenpartners de

basiszorg dichter bij de burger moeten brengen. Complexe

zorg zal juist op steeds minder plekken en in grotere volu-

mes worden aangeboden. Ondertussen werken ziekenhui-

zen ondanks dunne marges aan hun schokbestendigheid.

De bedrijfsmatige wind die door de cure waait zorgt voor

grotere exploitatierisico’s. Dat vrijgevestigde medisch-

specialisten vanuit fiscale overwegingen nieuwe bedrijven

aan het optuigen zijn, vergroot de wendbaarheid van het

ziekenhuis niet. In het verleden is een machtsblok van spe-

cialisten vaker een vloek dan een zegen gebleken.

De ziekenhuiszorg groeit in 2016 in gema-

tigd tempo, in lijn met landelijke afspraken.

Patiënten komen minder vaak naar het zie-

kenhuis en verblijven er korter. De concen-

tratie van hoogcomplexe zorg en spreiding

van chronische, acute en planbare zorg is in

volle gang.

Ziekenhuizen moeten zich meer profileren

op hun kwaliteiten en samenwerken met

ketenpartners om de basiszorg dichter bij

de burger te brengen, over ‘schotten’ heen.

Toenemende exploitatierisico’s vereisen

operationele wendbaarheid. Vrijgevestigde

specialisten belemmeren dit nog te vaak.

62%

64%

75%

76%

78%

78%

79%

83%

83%

84%

Ned.

VS

Fra.

Spa.

Bel.

Ita.

Dui.

Zwi.

Oos.

VK

50

100

150

200

'09 '10 '11 '12 '13 '14

Solvabiliteit

Omzet alg.

ziekenhuizen

Rentabiliteit

Meerdaagse

opnamen

Verpleeg-

dagen

Page 88: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 88 Ondernemen in 2016 / december 2015

Lichtere zorg krimpt, zwaardere zorg groeit

Extra uitgaven aan ouderenzorg in 2016 Met ingang van 2015 is samen met de overgang van de

AWBZ in de Wet langdurige zorg een fors deel van de oude-

renzorg naar gemeenten (Wmo) en zorgverzekeraars (Zvw)

overgeheveld. Tegelijkertijd heeft het kabinet substantieel

gesneden in de budgetten voor thuiszorg. Veel thuiszorg-

aanbieders zijn in de problemen gekomen. De prijsdruk

heeft voor een grote toename van laagbetaalde eenpitters

gezorgd. Doordat opname in een instelling alleen nog voor

zwaardere zorgvormen collectief bekostigd wordt, lopen

verzorgingshuizen in rap tempo leeg. De vraag naar inten-

sievere zorg op hogere leeftijd neemt daarentegen structu-

reel toe door de voortgaande vergrijzing. Voor 2016 heeft

het kabinet 400 miljoen euro extra uitgetrokken voor ver-

pleeghuiszorg en wijkverpleging. De gehandicaptenzorg

bevindt zich in rustiger vaarwater dan de ouderenzorg en

groeit binnen de uitgavenkaders.

Nieuwe markt vergt vraaggerichte aanpak Aanbieders van verpleeghuis– en verzorgingshuiszorg in-

tensiveren veelal hun zorgaanbod. Zij bieden veelal zwaar-

dere zorgvormen aan, maar doen dit wel op minder plek-

ken dan voorheen. Ook omdat zij gedurende de transitie

een toenemend financieel risico lopen over hun vastgoed.

Ouderenzorgaanbieders moeten de slag van een aanbod-

gericht naar een vraaggericht dienstenpakket maken. Ou-

deren zijn steeds welvarender en vitaler op hogere leeftijd.

Zolang zij geen zware zorg nodig hebben, zijn zij op zoek

naar een prettige leefomgeving met de garantie van zorg

op afroep en in de nabijheid van hun woning. Niet de zorg,

maar het wonen staat voor hen centraal. Dit vergt een ver-

nieuwende aanpak van ouderenzorgaanbieders.

Bezuinigingen drukken groei langdurige zorg Ontwikkeling uitgaven aan langdurige zorg

Explosieve groei van eenpitters in thuiszorg Ontwikkeling aantal eenpitters, index 2009 = 100

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

Langdurige Zorg

Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS

De thuiszorg staat door bezuinigingen onder

druk en traditionele verzorgingshuizen lo-

pen leeg.

Voor 2016 heeft het kabinet 400 miljoen

euro extra uitgetrokken voor verpleeghuis-

zorg en wijkverpleging. De vraag naar inten-

sievere zorg op hogere leeftijd neemt struc-

tureel toe door de voortgaande vergrijzing.

Ouderenzorgaanbieders moeten meer

vraaggerichte dienstenpakketten ontwikke-

len. Niet de zorg, maar het wonen staat

voor zelfredzame ouderen centraal.

De gehandicaptenzorg groeit binnen de uit-

gavenkaders.

0%

5%

10%

15%

'00 '02 '04 '06 '08 '10 '12 '14

Ouderenzorg Gehandicaptenzorg

100

250

400

550

700

850

'09 '10 '11 '12 '13 '14 '15

Thuiszorg Medische praktijken

Paramedische praktijken Ambulante jeugdzorg

Page 89: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 89 Ondernemen in 2016 / december 2015

Contactpersonen

ING Sectormanagement

Sasja Winters Zakelijke dienstverlening 06 30 28 41 63

Machiel Bode Transport & logistiek 06 54 22 77 30

Cor Bruns Agrarische sector 06 54 31 33 14

Jan van der Doelen Bouw, onroerend goed & leisure 06 55 81 22 15

Ceel Elemans Public sector 06 54 78 82 83

Arnold Koning Industrie 06 52 31 46 05

Marinus van der Meer Groothandel & automotive 06 50 69 25 95

Dirk Mulder Food & retail 06 11 38 09 71

Kees van Vliet Agrarische sector 06 55 79 88 31

Bert Woltheus Industrie 06 27 00 66 24

Erwin Winkel Gezondheidszorg 06 83 64 24 27

Marieke Blom Hoofdeconoom ING Nederland 06 53 90 45 31

Henk van den Brink Agrarische sector & groothandel 06 19 30 31 53

Regio’s Groningen, Friesland, Drenthe

Edse Dantuma Gezondheidszorg, public & non-profit 06 83 64 83 06

Max Erich Detailhandel & automotive 06 83 63 57 85

Dimitry Fleming Nederlandse economie 06 22 95 48 75

Thijs Geijer Food & leisure 06 13 37 97 43

Regio’s Zeeland, Noord-Brabant, Limburg

Gerben Hieminga Woningcorporaties, duurzaamheid & energie 06 83 64 00 72

Katinka Jongkind MKB, starters en familiebedrijven 06 83 64 98 76

Maarten Leen Hoofd Macro-economie 020 563 4406

Raoul Leering Hoofd internationaal Handelsonderzoek 06 13 30 39 44

Rico Luman Transport & logistiek 06 83 64 89 54

Regio’s Noord-, Zuid-Holland & Flevoland

Ferdinand Nijboer Zakelijke dienstverlening & digitale technologie 06 51 85 29 71

Regio’s Overijssel, Gelderland, Utrecht

Maurice van Sante Bouw & onroerend goed 06 83 63 20 62

Jurjen Witteveen Industrie 06 83 63 57 86

ING Economisch Bureau

Page 90: Ondernemen in 2016

ING Economisch Bureau 90 Ondernemen in 2016 / december 2015

Disclaimer

Disclaimer

De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van

de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen

in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door

hun nationale toezichthouders aan de uit oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V.,

gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep

N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig

financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V.

betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat

ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is.

ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit

rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren

of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik

van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter

bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie

is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De

Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 16 december 2015.

De inhoud van deze publicatie is gedeeltelijk gebaseerd op eerder verschenen Vooruitzichten van verschillende sectoren