Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema...

27

Transcript of Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema...

Page 1: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders
Page 2: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740.Het koopmanshuis op de achtergrond is het huidigepand Diepstraat 79 (tekening van Jan de Beijer).

Foto: Paul Rutten

Page 3: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Uitgave van de Stichting Eijsdens VerledenDECEMBER 1980 - nummer 12

Page 4: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Inhoudsopgave

Van de redactie ........................... 3

Eijsden getekend .......................... 4

Een Capucijnenseminarie in Breust (deel 3)

door Peter Hofhuizen ...................... 6

Rapport betreffende de vondst van eenscheepswrak bij Eijsden

door G. D.v.d. Heide ...................... 9

Varia .................................... 13

Genealogische gevolgen van het handelsverkeerover de Maas tussen Zuid-Limburg(vooral Eijsden) en Holland (vooral Dordrecht)in de 15e, 16e en 17e eeuw

door Drs. Th. G. A. Bos .................... 15

Kent U ze nog? ............................ 23

Page 5: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Van de Redactie

Fantastisch, het aantal reacties op de spelling in hetvorige nummmer van „Uit Eijsdens Verleden".Het geeft de burger moed te merken dat het Eijs-dens menigeen na aan het hart ligt! De ingezondenreacties zijn meteen aan de werkgroep „spelling”doorgebriefd en zullen te zijner tijd in „Uit Eijs-dens Verleden” aan de orde komen. Meer reactiesblijven natuurlijk welkom!

Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen dehandel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor Uuit „Onze Voorouders en hun Werk” een verhan-deling over de „Genealogische gevolgen van hethandelsverkeer over de Maas tussen Zuid-Limburg(vooral Eijsden) en Holland (vooral Dordrecht) inde 15e, 16e en 17e eeuw". De schrijver, drs. Th. G.A. Bos, maakt in zijn artikel gewag van een drukkehandel tussen Eijsden en Dordrecht en toont aandat mede daardoor vele Eijsdense familienamenook nu nog in Holland voorkomen. Ten tweedehebben wij voor U een rapport betreffende devondst van een scheepswrak bij Eijsden in 1958,geschreven door de heer G. D. v.d. Heide, hoofdvan de Archeologische afdeling van de Wieringer-meerdirectie. Het gaat in dit verhaal om de vondstvan een waarschijnlijk XVIe eeuws scheepje dat terhoogte van kasteel Oost is vergaan. Jammer dat deresten niet in totaliteit te redden zijn geweest!

Door een misverstand stond in het vorige nummerniet het komplete tweede deel van „Een Capucij-nenseminarie in Breust”. Hiervoor onze veront-schuldiging. Aangezien we U het voorlopige slotniet willen onthouden, is dit nu in dit nummer af-gedrukt.

Verder zult U in dit nummer de bekende, vaste ru-brieken aantreffen.

Nu het jaar 1980 ten einde loopt willen wij van degelegenheid gebruik maken U er aan te herinnerendat het mogelijk is begunstiger van de stichting teworden. U steunt hiermee het werk financieel enontvangt bovendien gratis en automatisch de num-mers „Uit Eijsdens Verleden”. Een bedrag vanf 25,- is voldoende om verzekerd te zijn van allenummers die in 1981 uitkomen. (zie laatstepagina.)

N.B._ In nummer ll van „Uit Eijsdens Verleden” is

een foutje geslopen bij de namen onder de fotovan de Gemeente School Mesch 1924. De naambij nr 11, R. Cremers, moet zijn R. Kreemers.Weet U nog verdere aanvullingen van denamen?

- Bent U in 1981 ook begunstiger van de„Stichting Eijsdens Verleden”?

- De redactie wenst U namens de „StichtingEijsdens Verleden” een voorspoedig 1981!

Eijsden, december 1980

Page 6: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Eijsden getekend

De tekening op de bladzijde hiernaast laat degraanmolen van de heer J. Rutten aan de Molen-straat in Caestert zien. Het rad heeft een diametervan vier meter en een breedte van een meter. Vroe-ger was er een houten molenrad, dat groter was.Het rad dat op de tekening is afgebeeld, is van ijzeren dateert van omstreeks 1860.De bodem van de Voer is ter plaatse van het molen-rad geplaveid met grote plavuizen van „blauwesteen”, zoals mevrouw Rutten vertelde. De stenenzijn aan elkaar vast gemaakt met ijzeren ankers.Deze stenen vloer werd zichtbaar toen de Voer tij-delijk werd omgeleid in verband met de restauratievan de molen. Deze restauratie van het gebouw- het binnenwerk van de molen is in 1974/1975opgeknapt - startte op 24 september 1979 en nadertnu haar voltooiing.Mevrouw Rutten herinnert zich nog goed dat demolen tot na de Tweede Wereldoorlog in bedrijf is

geweest. In de drukke tijd was het voor de mole-naar, zijn vrouw en de knecht hard en lang werken.Ze hielden dan, elkaar aflossend, de molen in be-drijf van ,s morgens zes uur tot ,s nachts twee uur.Met drie koppels molenstenen werkten ze. Heteerste stel leverde veevoeder; van het tweede paarstenen kwam meestal een mengsel van rogge- entarwemeel, dat geleverd werd aan de bakker en deboeren, die toen nog bijna allemaal zelf broodbakten; het produkt van het derde koppel, de buil-stenen, was bloem, waarvan de boeren witbrood envlaai bakten.Ook nu nog is de molen in bedrijf. Bij hoog watervan de Voer kan per uur wel honderd vijftig kilo-gram koren verwerkt worden, bij lage waterstandmaar de helft. De heer Rutten maalt nog een dag inde week tarwe. Het meel (met zemelen) wordtdoor een plaatselijke bakker verwerkt tot bruin-brood.

Page 7: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

WWW ww Wgß

De graanmolen op de Voer te Laag-Caestert.H. Mertens.Conté-potlood, 1975.(Foto: Paul Rutten).

Page 8: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Een Capucijnenseminariein Breust(deel 3)

Woord vooraf

Door een misverstand tussen de heer P. Hofhuizenen de redactie is het slot van het tweede deel in hetvorige nummer niet afgedrukt. Aangezien we U ditniet willen onthouden, is het hier afgedrukt. In hetkomende jaar zal er aandacht worden besteed aande tweede periode van de Capucijnen in Eijsden.

De redactie

Toen voor de vijde maal een aantal afgestudeerdenhet seminarie zou verlaten en het cursusjaar alweervoor de elfde keer zou beginnen, werd de school alsdoor een bliksemslag bij heldere hemel getroffendoor het volgende bericht: Pater directeur ver-trekt! Hij was benoemd tot vicaris van het oplei-dingsinstituut voor Franciscanen in Kadi-Keuï inAziatisch Turkije en zou daar theologie gaan do-ceren.Het nieuws kwam zelfs zo onverwachts, dat paterMartin er toch maar in toestemde om de opvoeringvan het mysteriespel „Het martelaarschap van SintSebastiaan” bij te wonen, dat de leerlingen immersal een paar weken bezig waren in te studeren en datter gelegenheid van zijn naamdag op de bühne zouworden gebracht. Zijn opvolger, pater Germain deBeynes uit het klooster van Le Mans, die de 30eoktober 1895 in Breust was gearriveerd, nodigdehij delicaat uit om bij de voorstelling aanwezig tezijn.Met pater Martin verloor de school zijn eerste enmeest toegewijde werker. Gedurende zijn tienjarigverblijf in Breust was hij degene geweest die metvolle inzet, iedere partijdigheid vermijdend en zorechtvaardig mogelijk voor zijn leerlingen, de wer-kelijke ziel van de school was geworden. Maardaarbij moet worden gezegd dat hem een voorbeel-dig docentencorps ter zijde stond. De taak van deleraren was echter verre van gemakkelijk. Twintiglesuren en vaak nog meer per week, religieuze ver-plichtingen en bij tijd en wijle optreden als sur-veillant, lieten nauwelijks enige tijd voor rust of

andere bezigheden over. „Het seminarie", zo zeieen oud-leraar, „was een echte werkschool. Ik hebhier actief de handen uit de mouwen leren steken."Al in 1890 had de Provinciale Raad als onderdirec-teur aangewezen de zeereerwaarde pater Jaochimde Mauves, leraar in de retoria. De keus had nietgelukkiger kun zijn. Zijn karakter leek gemodel-leerd op dat van de pater directeur: dezelfde fijn-gevoeligheid, dezelfde goedheid. Zijn specialiteitwas het organiseren van toneelstukjes. Ontroost-baar was hij als hij zich genoodzaakt zag een vanzijn leerlingen een onvoldoende te geven!Pater Victor, als grammaticaleraar, zag er zeernauwgezet op toe dat taalfouten op het instituuttot de uitzonderingen behoorden.Ook Pater Jules was grammaticaleraar en nietmeer weg te denken uit Breust. Bovendien genoothij als organisator van feestelijkheden op het in-stituut een grote reputatie onder leerlingen en col-lega”s.Pater Bruno gaf Frans en had ongeveer eenzelfdeopgewekt karakter als pater Jules, met dit kleineverschil dat hij wat actiever de trekken bezat diepater Jules passief had.Pater Athanase was het manusje van alles in hethuis. Hij was surveillant bij proefwerken, hij in-specteerde voeten, handen, oren, schoenen, broe-ken, overhemden enz. Als koormeester compo-neerde hij.Pater Odon had als kunstschilder de kapel metsmaak van schilderijen voorzien en pater Samuelbespeelde als musicus het harmonium.Zo was ongeveer de samenstelling van het leraren-corps in de tijd dat de school min of meer haardefinitieve aanzien had gekregen. Het was in hetklein wat de school in het groot was: een echtefamilie. En net als in een echte familie werden hiervreugde en leed gedeeld en vormden onschuldigeplagerijtjes hierop geen uitzondering. De voor-naamste bron van vermaak in dit opzicht warenpater Jules en pater Bruno. Op een dag, na eenperiode van droogte, kon men pater Jules luid-ruchtig de tuinslang te voorschijn zien halen uit deschuur en onder het slaken van uitroepen dat hethoognodig eens moest gaan regenen, begon hij demoestuin te besproeien. Op datzelfde moment, on-

Page 9: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

getwijfeld aangemoedigd door zijn kreten, zette dehemel haar sluisdeuren open en kletterde er eenstortbui neer. Na het avondeten die dag, toen hetvoorval al vergeten leek, deed plotseling paterBruno triomfantelijk zijn intrede in de eetzaal metde tuinslang in zijn hand en hief met galmendestem het lied „Les pompiers de Nanterre" aan (debrandweerlieden van Xanterre. een in die dagenbekend Frans lied). Een dergelijk optreden heette„fêter le Pere Jules en grande pompe"! Daverendsucces verzekerd. .\let zulke onschuldige spelletjesvermaakte men zich sorns in Breust. De onderlingesaamhorigheid en genegenheid had hieronder nietste lijden, integendeel, ze werd er des te meer doorversterkt.

Het einde van de eerste ballingschap

Als iets het droeve nieuws van het vertrek van paterMartin kon verzachten, dan was dat wel de aan-komst van pater Germain. Hij was geen onbekendeop het instituut. Vijf jaar eerder, gedurende hetschooljaar 1889-1890, had hij als leraar deelgeno-men aan het schoolleven. Behalve zijn persoonlijkeverdiensten bracht hij dus een zekere ervaring meewaar zijn collega”s het volste vertrouwen in had-

den. Ook al hoefde hij niet als zijn voorganger deschool van de grond te brengen, toch zou op zijnschouders de taak van de repatriëring komen teliggen. Al verscheidene malen was deze kwestievoorgelegd aan de provinciale raad van de orde enin principe geaccepteerd maar met het oog op eenonzekere toekomst steeds weer niet ten uitvoer ge-bracht. Ook geringe financiële draagkracht van depaters Capucijnen speelde hierin een voornamerol. In de week die volgde op de 20e februari 1896echter, brachten pater Francois Xavier en paterGermain een bezoek aan Dinard in Bretagne endaar werd hun gratis een ideale plek aangebodendoor de heer en mevrouw Joyau, die eigenaarswaren van de baronie van Dinard. Dit bod werdmet graagte aangenomen.Lange tijd werd het goede nieuws voor de leerlin-gen verzwegen, maar toen bleek dat pater directeurzo vaak op en neer reisde naar Frankrijk en begon-nen moest worden met de voorbereidingen voorhet vertrek, werd het tijd om het grote bericht uitde doeken te doen. Na de grote vakantie van datjaar verzamelde pater directeur zijn kleine kuddeen vertelde stukje bij beetje de dingen die te gebeu-ren stonden en stelde toen, op een gegeven mo-ment, de vraag die op ieders lippen brandde:„Waar precies in Frankrijk denken jullie dat onzenieuwe school gebouwd wordt?” Door 35 leerlin-gen werden 35 verschillende namen genoemd, ove-

Het klooster in Dinard, waar de Paters Capucijnen na hun vertrek uit Eijsden, hun intrek namen.

Page 10: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

SAINT FRANçOlS\ J\r VU

Franciscus van Assisi (1182-1226), die de PatersCapucijnen als voorbeeld diende.

rigens alle met evenveel succes, want geen enkelevan de leerlingen noemde Dinard.Toch bracht het blijde nieuws een probleem mee:de verhuizing. Drie specialisten, Maurice, Adolpheen Paul werden aangewezen om onder leiding vanpater Jules het meubilair in te pakken. Wat nietmee kon naar Frankrijk, toneeldecors, kostuumsenz., vond gelukkige nieuwe eigenaars in Breust.Niettemin duurde de onzekerheid over het vertrektot 25 januari 1897, toen pater Provinciaal aan-kondigde dat men eind april uit Nederland zouweggaan. Om de verveling van drie maandenwachten wat te breken, werden alle geliefde plekjesin de omgeving nog eens opgezocht. Er werd af-scheid genomen van de paters Dominicanen inRijckholt, de paters in Cadier en Keer, de burge-meester van Argenteau, het kasteel van de Graafde Geloes. Een speciaal afscheid was natuurlijkweggelegd voor de zusters Ursulinen met wie menin al die jaren in zo goede verstandhouding had ge-leefd. De tot tranen toe bewogen zusters gavenzelfs een eiken altaar en een harmonium voor dekapel in Dinard cadeau.Eindelijk was het zover, op 26 april 1897 gingenpaters en jongelui op weg naar het station. De be-volking van Breust was massaal op de been ge-komen voor een laatste afscheid. Op menig ruwboerengezicht zagen de leerlingen de tranen in stiltestromen, maar pater directeur had zijn jongens ophet hart gedrukt zich niet al te uitgelaten te ge-dragen en onder het bidden van het rozenhoedjenamen onze jongens afscheid van het gastvrijedorp, dat hen zo lange tijd geborgen had.

PETER HOFHUIZEN

Page 11: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Rapport betreffende devondst van een scheepswrakbij Eijsden

Bij het artikel over de genealogische gevolgen vanhet handelsverkeer over de Maas sluit goed aan hetverslag uit 1958 van een vondst van een 16e eeuwsscheepswrak, dat wij via de heer Deckers, werk-zaam bij Rijkswaterstaat, mochten ontvangen.Ten behoeve van een beter begrip van het hier-onder volgende rapport zijn enige woorden naderverklaard:

platboomd = met platte bodem, van onderenvlak, met weinig diepgang.

kimplank = het ronde deel van de scheepswandtussen bodemvlak en de ongeveerverticale wanden.

overnadig = dakpansgewijs.breeuwen waterdicht makenspant tegen de binnenkant van de

scheepshuid aangebrachteverstijving van de romp.

buikstuk = stuk dat de buik van een schiphelpt vormen.

berghout = zware, boven de overige uit-stekende planken, welke het schipin de lengte als een hoepelomgeven.

sediment = afzetting.

De redactie

Bij ontgrinden van een langs de Maasoever gelegenweiland onder Eijsden, genaamd Hournay duDossay, eigendom van de Belgische gemeente Ter-naaien, is men gestoten op een scheepswrak. Hetwerk ter plaatse wordt uitgevoerd door de firmaClosset te Maastricht.Door de heer Dorenbosch, waterbouwkundighoofdambtenaar bij de Rijkswaterstaat, arrondis-sement Maastricht, is van deze vondst melding ge-maakt bij het Provinciaal Museum te Maastricht,welke melding door de heer drs. J. Sprenger isdoorgegeven per brief van 4 november aan deRijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonder-

zoek te Amersfoort.Daar het een scheepswrak betrof werd door deR.O.B. aan ondergetekende verzocht nader con-tact op te nemen met genoemde dienst van deRijkswaterstaat. De heer Dorenbosch deelde onstelefonisch mede dat het wrak gelegen was in eengrindlaag op een diepte van ongeveer 3 m. benedenhet maaiveld en met slechts een zeer klein gedeelteboven de waterspiegel. Dit betekent dat bij eensystematisch onderzoek gewerkt zou moeten wor-den met zeer kostbare middelen om het wrakwatervrij te maken en dan nog, gezien de grind-laag, met de mogelijkheid dat het wrak niet water-vrij gemaakt zou kunnen worden ook al ware metdamwand een deel afgeschoten. Hier is dus van af-gezien. De werkzaamheden die in verband met devondst tijdelijk waren onderbroken zijn hervat het-geen betekende dat het vaartuig vrijwel weggebag-gerd moest worden. Een poging die op verzoek vande heer Dorenbosch plaatsvond om het wrak telichten met staaldraden mislukte, zodat men erslechts in kon slagen kleine gedeelten van hetscheepje boven te halen, mede in verband met devrij zware lading.

Naar aanleiding van het een en ander werd doorondergetekende op 14 november 1958 tezamen metde heer Dorenbosch een bezoek gebracht aan devindpaats en aan de opslagplaats van de Rijkswa-terstaat, waar een deel van het afgekomen houtwas ondergebracht.De vindplaats in het weiland ligt ten westen vankasteel Oost, bij km 7.35 in een geheel opgevuldeoude Maasbedding. Er zijn uit het scheepswrakruim 100 haardsteentjes gekomen, die aan hetProvinciaal Museum te Maastricht zijn afgeleverd.Deze steentjes waren nieuw, van een zacht geelrodekleur en met voorstellingen versierd aan één zijde:een relief van een dubbele adelaar of wel een reliefSt.-Joris met een draak en een jonkvrouw. Volgensde heer Sprenger moeten deze haardsteentjes wor-den beschouwd als van XVIIde eeuwse ouderdomen vervaardigd te Luik. Behalve deze haardstenenbevond zich aan boord een hoeveelheid grijs-witteBelgische steen, zogenaamde zetsteen, welke ooknu nog gebruikt wordt bij oevervoorzieningen.

Page 12: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

,v 1903v

LlMBuRGscf77500

x!

.Jr/._b

:LU

Uqmm

M204iš

Topografische kaart uit 1903. De pijl duidt de plek aan waar het wrak gevonden werd.

10

Page 13: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

EHE MAAS.

' v 55.Maasveld

48. 60

11

Page 14: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Daar dat materiaal bij het baggeren was wegge-daan was het mij niet mogelijk de juiste grootte derstenen te noteren.Voor het overige kon aan het nog aanwezige houthet navolgende omtrent het wrak worden ontleend.Daarbij teken ik aan dat uiteraard aan de losse, af-gescheurde onderdelen waarvan het grootste frag-ment (berghoutgedeelte) 4 m lang was, niet hetscheepstype kon worden bepaald.Het vaartuig bleek te zijn gebouwd van eikenhouten gepend met. vermoedelijk overwegend eikenhou-ten pennen. Kegjes in de pennen werden niet aan-getroffen. Deze kunnen echter wel eertijds aan-wezig zijn geweest. Het schip was naar alle waar-schijnlijkheid platboomd, terwijl de bodem dikkergeweest zal zijn (plm. 4 cm) dan de overige huid-planken.De bodemplanken waren breed. Behalve de eiken-houten pennen waren ook ijzeren, handgesmedespijkers aangetroffen met grote platte koppen enhouten pennen van een andere houtsoort, vermoe-

delijk grenen.Dat het schip een platte bodem gehad moet hebbenkon worden afgeleid uit de afgeschuinde zijkantvan een stuk bodemplank, waarin ongeveer om de

10 cm een ijzeren spijker was geplaatst om de kim-plank vast te houden.Het scheepje was vermoedelijk niet overnadig,maar gladboordig gebouwd met een huiddikte vanplm. 21/2 à 3 cm. Bij de aaneenhechting van debodemplanken was gebruik gemaakt van breeuw-sel van veenmos of sphagnum dat tussen de drie-hoekig afgeschuinde plankranden in een dik pakwas aangebracht. Deze breeuwselbanen waren af-gedekt met een halfrondje van hout en deze warenvastgeklemd onder ijzeren plaatjes, die vrijwel aanelkaar sluitend de naden afdekten. De metalenplaatjes waren van ovale vorm met aan elke zijdeeen kleine lip waarmee zij konden worden be-vestigd in de rand van de bodemplanken. Ook uitde spanten was de gladboordigheid af te leiden.Voor het overige waren de spanten erg kort voorzover kon worden waargenomen. Dit kan beteke-nen dat er afzonderlijke buikstukken geweest moe-ten zijn, die ik echter niet heb gezien.Voorts moet het schip voorzien zijn geweest van al-thans een berghout van plm. 12 cm breedte, welkegeplaatst was op een huidplank. Dus niet een berg-hout dat door eigen dikte uitsteekt. Dit kon wor-den afgeleid uit de plaatsing van een aantal houtenpennen in het berghout. De dikte van het berghoutwas plm. 4 cm, welke gehele dikte dus buiten hetgladde boord moet hebben uitgestoken. Voortswas dit onderdeel aan boven- en onderzijde dunnergemaakt waardoor een fraaie, flauwe ronding was

12

ontstaan.Het verloop bij de boegen viel niet meer af teleiden. Ten hoogste mag ik veronderstellen dat hetscheepje scherp geweest zal zijn, getuige een kleinstuk huidplank, welke bij het stevengedeelte moethebben behoord, of het schip kan een scheef ge-werkte, vlakke voorkant zonder steven gehad heb-ben, zoals bij enkele Maas- en Rijnschepen bekendis geweest.Men deelde mij mede dat er geen sprake kon zijngeweest van een compleet schip, maar waarschijn-lijk slechts van een fragment. Uit de mij getoondestukken hout kon niet worden afgeleid of het eenvoor of achtergedeelte van een schip betrof.l-let schip moet dus met een lading van Zuidneder-landse (Belgische) origine op weg geweest zijn toenhet is gezonken.Opmerkelijk is voorts dat van de oude Maasbed-ding, waarin het scheepje verging, in het veld nietsmeer waarneembaar is, hetgeen betekent dat dezeMaasbocht geheel is opgevuld gedurende de plm.300 jaar na het vergaan van het vaartuig. Zelfs is ergeen flauwe geul gebleven. Wel ligt even ten westenvan de vindplaats een diepe geul in het terrein tus-sen de huidige Maasbedding en het ontgrindings-terrein. De opvulling bestaat geheel uit sediment:grind, zand en löss of klei. Van plantenresten is indit materiaal niets waar te nemen. De verlandinggeschiedde dus zonder aanwijsbare organogene in-vloed.l-Iet geconstateerde feit van het transport van Bel-gische steen is in overeenstemming met de gegevensdat reeds in de XVIe eeuw Vilvoordse steen uitBelgië wordt aangevoerd voor dijkonderhoud enoevervoorzieningen langs stromen en rivieren inZeeland, Brabant en Holland, zoals blijkt uit hethandschrift van Andreas Vierlingh.Het scheepje, dat in de XVlle eeuw moet zijn ver-gaan, zal wellicht in de XVIde eeuw zijn gebouwd.Het is een bekend feit dat, in overeenstemming methet tegenwoordige systeem, ook oudtijds voorstenentransporten oude schepen werden gebruikt.Men mag dus aannemen dat wij hier met een restvan een schip te doen hebben, dat in de tweedehelft van de XVIde eeuw van stapel is gelopen.Tenslotte wil ik hierbij nog gaarne de heer Doren-bosch van de Rijkswaterstaat, arrondissementMaastricht, dankzeggen voor de welwillende mede-werking.

De Archeologische Afdeling vande Wieringermeerdirectie.

Het hoofd van de afdeling,G. D. v.d. HEIDE

Page 15: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

m

-u

Varia

Van de heer Boersma uit Valkenburg ontvingen wijdit schrijven:

Geachte Redactie,

Ter aanvulling van het aardige verhaal over deheksenprocessen te Eijsden kan ik U nog nader in-formeren over de familie Ruth. De gegevens zijnontleend aan de Ruttengenealogie van de hand vanAlbert Rutten in het blad Marutgen.

Jan Ruth (=Rut=Rutten) (1537/38-1628) kwamuit een familie die al eeuwen in Eijsden woonde(o.a. in de Kerkstraat). Hij was getrouwd metSophia Meykens, de dochter van BartholomeusMeykens, de koster van Eijsden.

Catharina Klöcker(s)* Maastricht, ged. St.-Jac0b 5-4-1736x 18-4-1757, Nicolaus Rutten (* 9-2-1730,

+ 14-11-1793)

13

Het ligt voor de hand te veronderstellen dat dezakelijke belangen die Jan Ruth had, gevoegd bijhet feit dat hij namens de belastinginners van deschepenbank van Eijsden het pandrecht uitoefen-de, hem nogal eens in conflict bracht met zijnmedeburgers. Of dit ook oorzaak was van het feitdat hij in 1611 door Jan Hallers „op des Heerenstraete” „Verraderlycken” werd overvallen, wetenwij niet!Uit dit huwelijk met Sophia (zij was weduwe) spro-ten twee zonen en twee dochters voort. Het wasoverigens ook reeds het tweede huwelijk van JanRuth. De tweede zoon, Peter Ruth (1589-1665) wasbierbrouwer te Eijsden. Hij trouwde met AnnaFrambach uit welk huwelijk negen kinderen be-kend zijn. Voor ons van belang is het derde kindvan Peter Ruth, de zoon Henricus (1617-1676). Hij

Nicolaus Rutten* Maastricht, ged. St.-Nicolaas 16-3-1775+ Maastricht, 2-12-1842x 13-5-1802, Maria Catharina Agnes Lousberchs

Page 16: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

was evenals zijn vader bierbrouwer van beroep enwoonde met zijn vrouw Aleídis Spauwen in hethuis „de stenen Trappen” te Eijsden.Om een lang verhaal kort te maken geef ik U devolgende afstammingsreeks.

Jan Rutten x Sophia Meykens(1537-1628)

Peter Rutten x Anna Frambach(1589-1665)

Henricus Rutten x Aleidis Spauwen(1617-1676)

Nicolaus Rutten x Aleidis van den Dijck(1664- )

Henricus Rutten x Maria Haenen(1697-1743)

Nicolaus Rutten x Catharina Klöcker(s)(1730-1793)

Nicolaus Rutten x Maria Lousberchs(1775-1842)

Lambertus Rutten x Helene Hermans(1805-1881)

Theophile Rutten x Philomène Rutten(1845-1904)

Noot van de Redactie:

Het verhaal over de heksenprocessen te Eijsden is te vinden in

„Uit Eijsdens Verleden" Jrg. 2, nr. 3.Victor Boersma kunt u terug vinden in „Uit Eijsdens Verleden"

Jrg. 2, nr. 1.

14

Hier breekt de Ruttenlijn en komt de clou van ditverhaal. De dochter Leontine van dit echtpaartrouwde met August Stille en kreeg op haar beurteen dochter Mia.Mia Stille trouwde met Willem Boersma, zoon vande ons uit Eijsden bekende Victor Boersma. Zonenvan Willem Boersma zijn onder anderen RobBoersma en schrijver dezes.De familie Rutten is erg groot geworden. De be-kende monseigneur Rutten, wiens naam onverbre-kelijk verbonden is met de Broeders van de Beyardte Maastricht, gaf zijn naam aan de Ruttensingelaldaar.Welke Zuid-Limburger kent niet het Gulpenbier,dat ook thans nog door een rechte afstammelingvan Jan Ruth gebrouwen wordt?Degenen die liever iets sterker drinken kunnen te-recht bij Hennekens Els, tot voor kort nog vervaar-digd door een afstammeling van Jan Ruth langseen vrouwelijke lijn.Of de neiging tot het maken van dranken overbleefvan de vermeende activiteiten van Sophia Meykens(Mieckens), de vrouw van Jan Ruth?

M. Th. L. W. BOERSMA

Page 17: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Genealogische gevolgen van het Handelsverkeer over de Maastussen Zuid-Limburg (vooral Eijsden) en Holland (vooralDordrecht) in de 15e, 16e en 17e eeuw

Het nu volgende artikel werd eerder gepubliceerdin het boek „Onze voorouders en hun werk”, uit-gegeven door de Nederlandse Genealogische Vere-niging in 1971. Omdat een belangrijk deel overoude Eijsdense families gaat en tevens de betekenisvan Eijsden als handelsplaats wordt aangetoond,hebben we het artikel hier opgenomen.

De redactie

§ 1. Algemeen

Het is bekend, dat er reeds eeuwen geleden eendruk scheepvaart-verkeer heerste tussen de landenvan Overmaas (i.c. vooral de streek tussen Maas-tricht en Visé) enerzijds en de steden aan de mon-den van de Maas (vooral Dordrecht en Rotterdam)anderzijds. Het beroep van Maasschípper is danook zeer oud. Voor de genealogie betekent ditdrukke verkeer over water echter, dat wij de doopvan kinderen van inwoners van Overmaas vaakniet in de plaats van herkomst kunnen vinden. Pasna lang zoeken of dank zij een gelukkige vondstlukt het soms de doopakte te vinden in één der velesteden en dorpen langs de stromen der beneden-Maas, waar de vrouw van de schipper het kindblijkbaar ter wereld had gebracht.Vele Overmazers vestigden zich ook voor goed aande monden van de rivier zodat menig Hollander totzijn verwondering Zuidlimburgse kwartieren blijktte bezitten. Zo kan het begrijpelijk worden dat inde Grote Kerk te Dordrecht in augustus 1659 eenSimon Franse van Eijsden werd begraven' en dat inmei 1588 te Dordrecht een kind werd gedoopt,waarvan de vader was een Aert van Mastrichtz.In de Dordtse Grote Kerk werd eveneens begraven„Hendrick Janssen Coninck van Elsloo, in sinleven Maesschipper, sterft in iaer ons Heere 1649den 26 Meij, out 60 iaeren”.3 Zijn vader was zon-

15

der twijfel de op 10.6.1603l te Eijsden vermelde„Jan Coninx van Elsloe, schipper ende coupmanopter Maesen”, aan wie een zekere Claes van derMaesen, wonende te Oest (bij Eijsden) 925 guldenschuldig blijkt te zijn.4De kerkelijke registers van Dordrecht zijn in ditopzicht een onuitputtelijke bron. Een greep hier-uit: op 24.11.1693 huwde te Dordrecht GillisHuijbertsen, wedr. van Maastricht, met MariaWaelpot, j.d. van Maastricht;5 op 23.5 .1694gingen te Dordrecht in ondertrouw: Gerrit vanTricht, j.m. van Dordrecht, en Marij Hemnerits,j.d. van Sittard, geassisteerd door haar nichtAnneke Driese, huisvrouw van Hendrick Waelpot.6Te Dordrecht waren in juni 1692 gehuwd HendrickWaelpot, jongeman van Maastricht „varentgesel'ien genoemde Anna Driese, jongedochter van Sit-tard.6 In 1693 werd hij burger van Dordrechtfia,zijn nageslacht vindt men verder in de hervormdedoopregisters aldaar. In zijn testament van 29.10.1693 heet hij „Kalckmeter”.6bOok in de notariële archieven van Dordrecht envan plaatsen in de omgeving vindt men vele sporenvan een nauw contact met Zuid-Limburg. Weder-om een losse greep uit onze gegevens: ten overstaanvan Notaris Gillis Mugge te Dordrecht verkocht op8 Maart 1703 Mattijs Tosses (de vóórnaam Tossen,Toussaint of Tossanus vond men véél in Eijsden enomstreken), alias Claessen, kennelijk te Dordrechtwonende, land ín het Breusterveld „boven Maes-triecht” aan Jan Houbiers, gehuwd met AnnaTosses, dochter van Jan Tosses alias Classen,„woenachtich tot Eijsden boven Maestriecht”,voor een som van 400 gulden Maastrichter koers.Dit bedrag was hem voldaan nadat het, eerst be-taald aan Juffr. Anna Blanckaerts te Maastricht,door laatsgenoemde weer was overgemaakt aanSr. Jamains te Dordrecht, gehuwd met Juffr.Jenneken Blankats (sic.), „Maesschippers”.7De Blanckaertsen oefenden dit bedrijf blijkbaarreeds generaties lang uit, want „Peter BlanckaertsMaesschipper” vindt men op 9.11.1632 vermeldals eiser voor het Schepengerecht van Eijsden tegeneen Nelis Wolffsf;11 Jan Blanckaerts woonde 4.12.1629 „op de Bleijckerije van Maastricht".7b

Page 18: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Een van de koopmanshuizen, in bezit geweest vande familie Blanckaerts, is het huidige pand Diep-straat 79.

„Borger ende Maesschipper deser stadt” is de JanBlanckaert, „sieck van lichaem te bedde leggen-de", die op 14.9.1679 samen met zijn vrouw AnnaJans te Maastricht hun mutueel testament maakte,aan de langstlevende nalatende „de huysinghe,genaemt de Clocke, gelegen tot Wijck in de Brugh-straet bij haer beijde ingecocht”. Er blijken 10kinderen in leven te zijn, waarvan de namen even-wel niet worden genoemd.7cThomas Jansen van Eijsden, burger van Dor-drecht, passeerde op 31.12.1678 voor de Dordtse

16

notaris H. van Dijck zijn testament.8 Jan vanEijsden (!), mr. bakker te Dordrecht en zijn vrouwIda Elijas machtigden op 13.12.1707 MartenBonen, wonende te Eijsden, om in hún naam landte verkopen, dat onder Breust gelegen is.9 De warenaam van deze naar het noorden afgezakte Eijsde-naar achterhalen wij, als hij op 8.11.1714 als „JanHouben, alias van Eijsden, meester backer”,wonende te Dordrecht en gehuwd met Yda Elias,aan Jan Wolffs van Breust volmacht geeft om landte verkopen.lo Paulus van der Linden van Dor-drecht verkoopt op 16.7.1682 land onder Cadier(bij Maastricht) aan zijn neef Peter van der Lindenaldaar. Deze familienaam komt men in de gicht-registers van Cadier menigmaal tegen.llEen dergelijk voorbeeld uit Rotterdam: JasparVrancken, burger aldaar, machtigde op 5.7.1710een zekere Gerardt Jans(sen), schepen van Moulin-gen,l2 om aan zijn zwager Mr. Jan Janssen vanMoulingen, wonende te Caestert (bij Eijsden), ge-huwd met Joanna Vrancken, zijn, (Jaspars) aan-deel te verkopen in de nagelaten goederen van hunouders Peter Vrancken en Catharina Jeukens.lsIn Eijsdenls archieven lezen wij óók van contactmet Gorinchem: 20.5.1686 droeg te Eijsden JanJanssen Aerteren, wonende te Gorcum, gehuwdmet Joanna Snoex, 21/2 grote roeden akkerlandonder Breust over aan Jan Gerardts Waalpots teEijsden, verder nog 4 gr. roeden onder Eijsden enzijn helft in de huisplaats, binnen Eijsden ge-legen.M Op St.-Lucijenavond 1567 tekende JanPronckarts, schipper te Eijsden, een schuldbeken-tenis ten gunste van Anneken Wijnendochter teGorcum. Het ging om de betaling van 1830 „pontwitte kees".lsOp 7.7.1609 verkreeg Thijs Bronckarts, optreden-de namens Anneken Wijnendochter te Gorcum,voor Schepenen van Eijsden van zijn vader JanBronckarts voldoening van 2 door dezen getekendeobligaties.lsa Deze Bronckartsen waren eveneenseen echte Maasschippersfamilie: op 11.12.1607wordt gesproken over een „reijse tot Dort” vanThijssen Bronckerts.158 Ook met Delft werd handelgedreven: op 29.5.1563 zwoeren voor het Schepen-gerecht van Eijsden Jan Bronkart en Daniel ThijsDanielssoene „beijde scippers van Causert” dat zijhun schuld van 120 gulden Brabants wegens leve-rantie van rogge betalen zouden aan de korenkoperJan Matheussoene van Delft, Jan Bronkart zouzijn aandeel in de schuld te Delft aan de koren-koper laten uitbetalen. „Daniel sal den voers. JanMatheus.... betalen soe balde als hij nae diesePinxt heilige daghe tot Dordrerecht compdt....”De Maasschipper Daniel kocht, behalve rogge, óók„Kees ende herinck”.

Page 19: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

§ 2. Eijsden-Dordrecht

Van genoemde Hollandse „watersteden”: Delft,Dordrecht, Gorinchem en Rotterdam, wordt Dor-drecht het meest vermeld en wel zó vaak, dat debeschrijving van de plaatselijke geschiedenis envooral een genealogische studie van het Dordrechtuit a'e 17e en vroegere eeuwen onmogelijk weten-schappelijk verantwoord kán zijn, wanneer zij niettevens gebaseerd is op bestudering van het archiefvan Eijsden. Dank zij de gelukkige omstandigheid,dat in de woelige tijden van de 80-jarige oorlog enin de vele andere oorlogen, die nadien deze strekennog teisterden, niet alleen het Huis-archief, maaróók vele registers van de Schepenbank op hetKasteel van Eijsden bewaard bleven, is het archiefvan Eijsden zéér uitgebreid. Uit de vele vermeldin-gen van verkeer met Dordrecht zullen wij nogenkele kiezen: op 22.4.1562 kocht Daniel Thijs Da-nielssoen (van Caustert, reeds eerder genoemd)voor 200 gld. Brabants een partij rogge vanLaurent Quijrijnsen, burger en brouwer te Dor-drecht.17 Op 2.10.1565 diende Wilhelm Andriessenvan Dordrecht bij het Schepengerecht van Eijsdeneen klacht in tegen Jan Vischers van Caustert.l7 Decopie van een op 12.1.1584 door Hendrick Jans,schipper van Eijsden, ten overstaan van NotarisHerman Spiegel (waar7) verleden schuldbekente-nis werd op 18.11.1591 door de Secretaris van Dor-drecht, Berck, gecollationeerd en ondertekend.lsUit de volgende gegevens blijkt, dat er te Eijsdenrond 1600 een combinatie bestond van Maasschip-pers-vennoten, die waren uit Holland verhandel-den tot in Luik toe. In de civiele gedingen van 1609bevindt zich een dossier betreffende zakelijketransacties van de Eijsdense kooplieden TosseLamberts c.s.l9. Uit de overvloed stippen wij aan:„Dijt is alsulke appel, als Tosse Lamberts in Hol-lant vutgelevert heft....” „ao 1603. Tosse Lambertende Jan van Elslo (zie boven bij Jan Coninx vanElsloe). Pouwels Petermans ende Leijn Walpots(ook genoemd Leen W.) hebben eijn reijse creut-peren, daervut heft Jan van Elslo betalt 550 sch.hollans gelt aen Elijas Erdewijns bijnnen Doert (el-ders genoemd de „factoer van Jan Comans”) endedat in name van Jan Coemans”.1604. „....heft Jan van Elsloe, Pouwels Peter-mans, Leijn Walpots, eijn reijse rouwe perengedoen op Doert, die welleke belopt in gelde diehalve reijse 235 gulden bb.”Ongedateerd: „Noch heft Tosse Lamberts ontfan-gen van den salt, hij ende Jan van Elslo hebben vutHolland gebracht ende wederom in Tricht ende totLuijck vercouchdt hebben, belopt ter somen ditselve salt in gelde, dat Tosse ontf. heft, 3128 sch.,

17

4 st.” Eveneens ongedateerd: „noch heft Jan vanElslo buten Hollant gebracht 3 kintgen (kantjes)herinckx”. -

Verder lezen wij bij de Dordtse notaris G. Waltherij ,dat op 7.11.1684 Laurens Waelpot, burger en in-woner te Dordrecht, aan zijn zwager JohannesWijers, schepen te Breust en wonende te Eijsden,volmacht geeft om Laurens, 1/se part te verkopenin een huis en hof binnen Eijsden, hem „weegenszijne hereditaire ende filiale portie competerendein de naargelatene goederen- van zijne overledenouders zaliger....20Johannes Wijers is dus inwoner van Eijsden in1684; een Henricus Wijers huwde aldaar in Mei1623 blijkens het R.K. trouwboek 1623/ 1646. Naal het bovenstaande begrijpen wij de vermeldingop 17.5.1651 van een Willem Wijers als koopmanen burger van Dordrecht. 20aEn tenslotte: op 16.4.1624 machtigde, ten over-staan van de Bestuurderen van Dordrecht, BarbaraJans (Hallebaij), wonende te Dordrecht, dochteren mede-erfgename van Jan Hallebaij en BarbaraPhilips, beiden te Eijsden overleden, haar broederJan Jansz. Hallebaij, mede comparerende, om teEijsden haar aldaar gelegen bezittingen te ver-kopen, „haer aengecomen door doode ende over-lijden van haere voors. ouders ende bij deelinge tebeurt gevallenl'.20h Op 29.2.1616 lezen wij van deweduwe van Jan Hallebaij, „smeet geweest totEijsden".20hHet betreft dus meermalen Overmazers die, na hundefinitieve vestiging in het Noorden, hun rechtenop ouderlijke erfgoederen in hun geboorteplaatsverkopen. De notariële registers van Dordrechtzullen ongetwijfeld nog veel meer dergelijke ge-gevens bevatten.De toevoeging „van Eijsden” is in Dordrecht totfamilienaam geworden, men zie er slechts de fichesen klappers op de retro-acta op na. Het lijkt ons _niet overdreven, te spreken van een Zuidlimburgsekolonie in het 17e-eeuwse Dordrecht.Dat men hierover weinig of niets leest zal wel dáár-aan liggen, dat deze gestage, geruisloze en geleide-lijke immigratie vanuit de gewesten van Overmaasuiteraard niet zo opvallend en indrukwekkend isals de plotseling losgebarsten vluchtelingenstroom,die vanuit de Vlaamse streken vooral in de jaren1580-1600 Holland als het ware overspoelde, metname sinds Parma op 17 augustus 1585 Antwer-pen had ingenomen. Hij stelde de Protestanten inde door hem veroverde steden voor de keuze tussenhet oude geloof en ballingschap. Zeer velen trok-ken naar het Noorden, tot onschatbaar voordeelvan de Hollandse gewesten.21 Zo leest men dan ookin het oudste Hervormde Huwelijks-proclamatie-

Page 20: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

register van Dordrecht rond 1587 vele Antwerpsenamen, waarvan wij er één aanhalen, omdat dienaam merkwaardigerwijze óók in Eijsden voor-kwam en vandaaruit zich óók over Dordrecht ver-spreidde. Van enig verband is evenwel geen sprake.Op 25.1.1587 huwden te Dordrecht voor de predi-kant: „Peter Petersen Waelput, cleermaecker, enAdriana Lodewijcxdr., weduwe van Jan Verman-den, passementwr., beide van Antwerpen".22Om ons in deze belangrijke aangelegenheid niet totDordrecht te beperken: in het Amsterdamse her-vormde ondertrouwregister van 1594 constateer-den wij, dat er van de 1010 ondertrouwenden (505paren) goed 200, dus 20%, uit de Vlaamse ge-westen kwamen, een zéér hoog percentage, waar-van weer de meesten (108) uit Antwerpen.22a Daar-entegen wordt in het oudste huwelijksinteken-register, lopend over de periode aug. 1578 t/m dec.1580, bevattende circa 1060 namen van alle gezind-ten, pas op folio 73, in het najaar van 1580, deeerste Antwerpenaar vermeld, de eerste dus in2 volle jaren, en in 1594 108 in 1 enkel jaar.22b Menzou, door systematisch zo overal deze periode tedoorzoeken, niet alléén ongeveer kunnen vaststel-len, wanneer de lawine der uitgewekenen de diversesteden bereikte en hoelang zij aanhield, maar óókmeer zekerheid kunnen verkrijgen omtrent hettotale aantal. De bekende schrijver over de Zuid-nederlandse uitgewekenen, Prof. Dr. A. A. vanSchelven, critiseert in zijn in noot 21 reeds vermel-de inaugurale rede op blz. 11 de taxatie van 125000-personen en schat zélf het aantal uitgewekenen opblz. 16 en 22 op circa 6000 of minstens 5% dertotale bevolking. Maar op blz. 6, noot 2, deeltDr. van Schelven mede, geen onderzoekingen tehebben gedaan in de archieven van Leiden, Am-sterdam, Zeeland, etc., omdat zulk een onderzoekin de retro-acta, notaris-protocollen e.d. waar-schijnlijk slechts (sic) statistische en genealogischegegevens zou opleveren en te tijdrovend zou zijn.Vergeleken met deze invasie en gezien de glorie derillustere namen, door Prof. Dr. van Schelven op

v blz. 7 vermeld, is de door ons aangeduide immi-gratie van bescheiden aard; bovendien mist zij deheroïek der Vlaamse vluchtelingen die immersleden omwille van hun geloofsovertuiging. In onsgeval is er slechts sprake van hard zwoegende han-delaars.Kunnen wij dus blijkens het bovenstaande sprekenvan een druk handelsverkeer over de Maas in de16e en 17e eeuw tussen Zuid-Limburg en Dor-drecht, in het oudste gedingregister van Eijsdenvonden wij een bewijs, dat er reeds rond 1450 zulkeen contact bestond tussen Eijsden en Dordrecht.23Hieronder volgt de betreffende tekst:

18

„Item opten XXten dach in Sporkille24 (1459) vurden hoeff (Schepengerecht) van eisden, soe hiesch(eiste) Wilhelm van den Driesch van Moulingen(van) den hoegh rentmeijster nu ter tijt des lantzvan Limborch: X hoet25 kalcx dortrexer moeten(maat) ende te Dordrecht gelevert, ende voer elkehoet X stuver, wilge (welke) goet vurss. ichWilhelm vurgt. hoem selver, mont tegen mont,vercocht hebbe torderecht (= te Dordrecht) bin-nen int Schaeck, in present ende tegenwerdicheitsijns wertz Jan int Schaeck mit namen ende sijnrehousvrouwen ende hoeren broeder Jacop, ende oft(indien) nu die rentmeester vurss. dis loichenenwalde oft yemant van Sijnen wegen, soe vermeetich mich des ter konden ende ter woerheit dat bij tebrin-ghen ende wael te bewijsen mit desen vurgs.persoenen ende oft sij hon XV dagen begeren soehoept Wilhelm vurss. nee....”26ln hetzelfde register wordt op folio 35, 4e regel vanonderen, op 6.1.1462 gesproken over de leverantievan bepaalde waren (niet duidelijk, welke) „teDordrecht aende merckt”. In de rolle van Eijsdenwordt Dordrecht in 1485 wederom genoemd.27„Vermit (vermeet) sijch Reijntgen tegen Merten,dat Merten van mich gegangen is tot Dortricht,daer om dat hij vijt (uit) sijnen dijnst geganghen".Daaronder: „Vermit sijch Merten Derich Heijnen-soen teghen Reijntgen Pieren dat hij hem orlof heftgegeven, doen sij in Hollant waren, ende daerom isdenselve ewech geganghen ende des vermit hij sijchter konden.” Daaronder: „Voesen (Servaas) Keu-welens tuijcht den Heilghen(zweert bij de Heiligen)dat Reijntgen Pieren Merten Derick Heijnen heftorlof gegeven.”

De Trichterweg omstreeks 1900.

Page 21: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Deze ongedateerde akte, achter in het register op-getekend, wordt door de beide hier volgende, dievóór in het register te lezen zijn, verduidelijkt:10.5.1485 „heijst Merten Dijerick Heijnensoen(van) Reijntgen Pieren X gulden, als dat hij ten ge-meijt (huur) solde hebben eijn iaer lanck, ende heheft hem orlof gegeven doen (toen) den half iaervijt is, daervan heijst hij hem V gulden, eijn hijmde(hemd) ende eijn half paer schoen, als van verdien-den loen.”Begin oktober 1485 (dinsdag na St. Remeijs, =1-10): „....noch heijst hij (= Reijntgen) hem(= Merten Derick Heijnensoen) IIII gulden, diehee hem scaet dat hij van hem is gegangen doen sijin hollant laghen waren. Item noch VI gulden, diehee mich gescaet heft, dat he mich gelovet michweder te comen ende hij en is niet komen. Itemnoch VIII s., die hee mich gerekent heft, want hijwas om sijn profijt uijt ende niet om Reijntgensprofijt". Het gaat hier om een matroos die, al ofniet tegen de wil van zijn schipper, te Dordrechthet schip heeft verlaten.Een typisch Hollands product als de haring speeltin het volgende een rol: „Anno XVc ende III des

dijnsdachs nae beloeken Poesschen, dat voechtge-dijnghe. Op datum heijst Geren (van) HeijnenCluetgen XXIIII brabans gulden.... van heij-rijnghe die he hem in Hollant vercoft heft ende tor-dricht (= te Dordrecht) gelievert heft ende sijn geltdaer geloeft daertoe betalen. Noch heijst Geren(van) Vrencken 1/2 tonne herrijncks, daervanVI guld".28Dat de in 1459 reeds vermelde kalk voor Dordrechtvan betekenis was blijkt wel uit het feit dat mendaar een „Calkhaven” had .(in ieder geval circa1700, misschien wel veel vroeger).

§ 3. Maasschippers werden vaak protestant

De overgang tot het Protestantisme constateren wijtelkens opnieuw bij Maasschippers. Ongetwijfeldhing dit samen met hun voortdurend contact metHolland, vooral Dordrecht. Wij menen dat dit ver-schijnsel belangrijk genoeg is om ter illustratieenkele Maassschippers-families te vermelden:

äšßšššíš,

Eijsden, gezien vanaf Ternaaien, aan het begin van de 20e eeuw.

Page 22: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

4.7.1659 „belijdenisse gedaen Arent Blanckers,schipper”.29 Deze familie noemden wij reeds in§ 1. Van het Maasschippers-gezin Sr. Jamains/Juffr. Jenneken Blankats dat in 1703 te Dor-drecht bleek te wonen, werd te Eijsden op 14.3.1688 protestant gedoopt: Jan, zoon van BenjaminJamis en Jenneken Blanckertsso. _28.5.1677 „sijn tot Luijck door den predikant vanOon (7) getrout Jan Theut, j.m. van Eijsden, metElisabeth Koninx Maasschippersen, j.dr.”“. DezeJan Theut werd wsch. op 24.4.1696 als „de Hr.Stadthelder Jan Thuijth” tot ouderling der her-vormde gemeente van Eijsden gekozenaz.

25.12.1658 „belijdenisse gedaan Faas Meertens,schipper".29 Uit zijn huwelijk met Madeleen Kem-

~ penaars werd op 4.10.1657 een dochter Cathrijnprotestant gedoopt.33

Zeer bekend is de uit Eijsden stammende Maas-schippers-familie Nolens: „Pieter Nollens, Maes-

schipper ende borger tot Remundt", gehuwd metAgnes, dochter van Jan Vischers den ouden zaligervan Eijsden, verkocht op 27.11.1649 t.o.v. notarisDaniël Eelbo te Dordrecht aan zijn zwager JanVischer de jonge, eveneens Maasschipper te Roer-mond, zijn l/3 aandeel in huis en hof te Eijsden,

van zijn schoonvader stammende.34 Van PieterNollens stamde Jan Nolens, j.m. van Roermond,die op 14.9.1692 te Eijsden voor de predikanttrouwde met Berbera Fornaij, j.d. van Dordrecht,welke laatste in 1683 te Eijsden haar belijdenis hadgedaan.35 De Geurth Nolens, die in 1678 te Eijsdenvermeld wordt als lidmaat van de Hervormde ge-meente, was misschien identiek met de gelijk-namige Maasschipper, door de Dordtse notarisG. Waltherij op 4.5.1682 in een extract uit 1656vermeld als debiteur van (in 1682) wijlen Juffre.Magdalena Vermaese, koopvrouw in zout en bur-geres van Dordrecht.36Een inschrijving in een hervormd (onder)trouw-register zegt in de zuidelijke streken van ons landop zichzelf niets over de religie van de betrokke-nen. Het „Egtreglement” van 18 maart 1656 im-mers 36a verbood op zware straffen aan de niet-hervormde geestelijken in de Generaliteitslanden(dus óók die in de Staatse delen van het gebied datnu de provincie Limburg heet), personen in onder-trouw op te nemen of te trouwen. Paragraaf 4 zegtverder: „....en soodanige ondertrouw sal daaren-boven nul en van geender waarde sijn...”. Katho-lieken huwden dan ook in de 17e en 18e eeuw indeze streken vaak twee maal: eerst voor de predi-kant en dan, in het geheim, voor een katholiekegeestelijke. Meermalen treft men daarom eenzelfdeechtpaar in beide trouwregisters aan. Vermelding

20

in een hervormd doopregister of in een lidmaten-register geeft uiteraard groter zekerheid.Een treffend voorbeeld van de ingewikkelde reli-gieuze situatie bij Maasschippers vinden wij bij hetgezin Jan Walpot-Judith Mol.

Ten overstaan van schepenen van Eijsden leende„Jan Waelpots, Maesschipper van Eijsden, sitten-de in sijnen vollen eestoel (huwelijk) met JudithMoll” op 18.9.1659 van de regenten van het ge-reformeerde weeshuis te Maastricht 800 guldentegen 6%Wo37.

Uit het testament, door hem op 2.3.1666 met zijnvrouw Judith Moll voor schepenen van Eijsdenverleden, blijkt dat zijn moeder Margriet Lebensheette en toen nog leefde.38 Nu was het mogelijk,Jan Waelpotls doopakte op te sporen: hij werd op13.10.1619 te Eijsden katholiek gedoopt als zoonvan de op 11.9.1618 aldaar katholiek gehuwdeMatthias Waelpots en Margareta Lebens.39Uit de kathol. doopregisters van Venlo blijkt40 datonze Maasschipper in de periode 1662-1674 teVenlo zeven kinderen katholiek liet dopen. In dedoopakten van 17.9.1665 en 23.3.1670 worden deouders „haeretíci” d.i. „ketters” genoemd, hoe-wel Jan Waelpot in 1619 katholiek was gedoopt.Tussen 1656 en 1660 had ditzelfde echtpaar echterin Dordrecht reeds drie kinderen protestant latendopenf" Van drie van de zeven te Venlo katholiekgedoopte kinderen kennen wij het huwelijk: alledrie huwden protestant (Aleidis 9.5 .1706 teAmsterdam met Jacob Vion; Jan jr. op 2.10.1691te Amsterdam met Aeltje van Lingen; Judith op21.1.1691 ondertr. te Dordrecht met CornelisDoelder).Gezien het feit, dat in het protestante „Register derLeedematen ende communicanten in de gemeijnteEijsden”42 onder het jaartal 1656 de aantekeningvoorkomt: „Jan Waalpodt schipper ende JudickMol sijn huijsvrouw beijde aangenoomen”, is hetopvallend dat hij toch ná die datum te Venlo zevenkinderen katholiek liet dopen.Weliswaar is Venlo (afgezien van de korte periode1632-”37) tot aan de vrede van Utrecht die in 1713de Spaanse Successieoorlog beëindigde, Spaans be-zit gebleven, zodat daar toen geen protestante kerkwas, maar Jan Waelpot hoefde zijn kinderen nietjuist dáár te laten dopen, als schipper had hijmogelijkheden genoeg.

Hoe dit ook zij, reeds in 1619 wees een bisschop ineen officieel kerkelijk document op het verbandtussen Maashandel en religie. Sinds 1585 moestenalle bisschoppen, bij hun voorgeschreven bezoek inRome, aldaar een schriftelijk verslag („relatiostatus”) indienen betreffende de toestand in hun

Page 23: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

De Maas bij Eijsden.

diocees. Van de 19 te Rome bewaard gebleven ver-slagen van het bisdom Roermond tussen 1599 en1787 zijn er in 1928 twaalf gepubliceerd.43 Wij cite-ren nu uit het verslag van bisschip Jacobus aCastro aan paus Paulus V, gedateerd 5.8.1619:„,...Ruraemundensis civitas notas haereticas per-sonas non habet ultra viginti easque fere mercatu-rae servientes et in haereticis partibus saepetractantes commercia. Velonense oppidum, ubimercatura magis viget, plures habet forte nonminus quam quinquaginta, sed utrobique multumdessimulant et studio pastorum subinde maxime infine vitae revertuntur ad gremium ecclesiae.44De vertaling is ongeveer als volgt: „....De stadRoermond heeft niet meer dan 20 als zodanig be-kende kettersgezinnen en dezen wijden zich prac-tisch allen aan de handel en drijven vaak handel inde streken der ketters (d.i. in de „Hollandsestreken”). De vesting Venlo, waar de handel méér

bloeit, heeft er méér, zeker wel niet minder dan 50,maar aan beide zijden (van de grenzen tussenStaats en Spaans gebied) verbergen zij hun gevoe-lens en dank zij de ijver der zielzorgers keren zijherhaaldelijk, vooral aan het einde van hun leven,

21

terug in de schoot van de kerk.”Nu een citaat uit het verslag van dezelfde bisschopaan paus Urbanus VIII, van augustus 1627:„Plures habet oppidum Venloense, praecipuenautas et mercatores, qui cum inhabitatoribusHollandiae tractant sua commercia, , .45 d.w.z.: „Devestingsstad Venlo heeft er méér (nl. kettersgezin-den), vooal schippers en kooplui, die met de in-woners van Holland handel drijven.”Het vorenstaande is slechts als voorbeeld bedoeld.46Wie dieper hierop wil ingaan, zal in genoemde pro-testantse registers van Eijsden en in aansluitingdaarop in de talloze andere archivalia van dezeoude heerlijkheid telkens de vermelde en veleandere families vinden, in verband gebracht vooralmet Dordrecht. Wij kunnen dan ook als algemeneregel vaststellen: wie met een genealogisch onder-zoek in Dordrecht vastloopt, heeft alle kans, inEijsden het verloren spoor weer terug te vinden.Of men dan in de katholieke of protestantseregisters moet zoeken is nimmer van te voren tezeggen. Waarschijnlijk in beide.

Drs. TH. G. A. BOS

Page 24: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

6a

6b

7a

7b

7c

21

Mr. P. C. Bloijs v. Treslong Prins, „General. en herald.gedenkw..„Zuid-Holland", Deel I, 190, nr. 89.Gem. Archief Dordrecht, Doopboek Ned. Herv. Kerk,nr. 2, fol. 5v.„De Maasgouw", 48, 1928, bl. 16. waar tevens wordtverwezen naar een artikel van J. L. Mulleneers betreffendede scheepvaart op de Maas in de 16e en 17e eeuw in 'Publi-cations', 23, 1886, bl. 88-152.Rijksarchief Maastricht: Eijsden, L.v.O. nr. 175, Rolle1601-1604, fol. 102v.N.B. De nummers van het archief van de Landen van Over-maze in het R.A.L. te Maastricht (L.v.O.) zijn hier steedsdie van de inventaris van vóór 1960.Gem. Arch. Dordrecht, DTB. nr. 96, Schepenhuwelijkenvan niet-Gereformeerden.Ibidem, nr. 87, Schepenhuwelijken voor Gereformeerden1691-1705.Klappers op de Burgerboeken van Dordrecht, deel 1681-1700, folio 89v.Notaris J. van Bijwaert, Dordrecht, nr. 396.

Notar. Archief Dordrecht, nr. 630; Rijksarchief Maastricht:Gichtregister Breust 1701-1712, nr. 90. fol. 40.

Eijsden, L.v.O. nr. 215, Kladrolle, 2e pakket, 1603-1640,gen. 67/119, nr. 105.lbidem nr. 231, civiele gedingen 1629-1634, subdossier1629.Notaris H. van der Stam, Maastricht, nr. 1315, 1677-1680.

Not. Arch. Dordr., Nr. 277. Zie ook Weeskamer nr. 28,fol. 339V.Notaris J. v. Dijck, Dordrecht, nr. 531; GichtregisterBreust 1701-1712, nr. 90, fol. 155/155v. Ida Elijas moet dedochter zijn van Lambert Elijas, koopman wonende op deBatterije te Eijsden, ibidem fol. 149/149v. en fol. 245V.

Notaris G. de Haen, Dordrecht nr. 826; Gichtreg. Breustnr. 91, 1712-1725, fol. 67.R.A. Maastricht, Gichtreg. Cadier 1679/1719, L.v.O.nr. 6554.Moelingen, even over de grens ten z. van Eijsden. Waalsenaam: Mouland.Gem. Arch. Rotterdam, Not. J. v.d. Hoeve; Gichtreg.Breust nr. 90. fol. 241v.R.A. Maastricht, Eijsden L.v.O. nr. 304, Overdrachten1680-1963, fol. 163.lbid., ibid., nr. 225, civiele gedingen 1609-1611, copie insub-dossier 1609.Eijsden, L.v.O. nr. 177, Rolle 1607-1613, resp. fol. 170v. en29v.1bid.,ibid. nr. 219, civ. ged. 1560-1571, 29.5.1563 en enkelevolgende vellen.Idem, subdossier 1565, de beide vermeldingen in 1 akte.

lbidem, nr. 221, civ. ged. 1588-1594, copie in het subdossier1592.lbidem nr. 225, civ. ged. 1609-1611, subdossier 1609.

Gem. Arch. Dordrecht, inv. nr. 310a.Eijsden civ. ged., nr. 235, 1650-1655, Subdossier 1651

Ibidem, nr. 230, 1623-1628, resp. subdossier 1624 en 1626(overdrachtsakte uit Breust).Zie de lnaugurale Rede van Prof. A. A. van Schelven (VrijeUniv. van Amsterdam) „Omvang en invloed der Zuid-Nederlandse Immigratie van het laatste kwart der 16eeeuw", Den Haag, M. Nijhoff, 1919, bl. 7. Hij toont hieraan, hoe vele der grootste namen uit die tijd door Zuid-

22

22

22a

22u'

23

24

25

26

27

28

29

29

30

3l

32

33

34

35

36

36a

37

38

39

4l

42

43

45

46

nederlandse uitgewekenen werden gedragen.Gem. Arch. Dordrecht, DTB. nr. 16, 1573-1603.Gem. Arch. Amsterdam, DTB. nrs. 406 en 407.

Ibidem, DTB. nr. 401.R.A. Maastricht: Voogdgedingen Schepenbank Eijsden1458-1464, nr. 164, fol. 8 (afkomstig uit het familie-archiefde Geloes).Sporkille, Sporkille of Spurkel is de maand februari.Een hoet is een zeer oude inhoudsmaat van 970 liter kalk of1172 liter steenkool. Deze maat kwam een goede 50 jaargeleden hier. en daar nog voor. In de „Handvesten der StadAmstelredam'fl Eerste Stuk, verschenen 1748 bij de Boek-verkopers Hendrik van Waesberge en Salomon en PetrusSchouten, fol. 202, d.d. 1.81617, lezen wij: „Item soo salde Meter hebben van meten en van heffen van 't Hoet Kalcxvoor sijn arbeijtsloon een blanck...."Uit fol. 8v. en fol. 10 blijkt, dat Wilhelm van den Driessche,ook genaamd Wilhelm Pluechmeker, van Moulingen „in-geseten poerter is der vrijheit van Eijsden".R.A. Maastricht, Eijsden L.v.O. nr. 166, Rolle en voogd-gedingen 1485-1494, fol. 140V., fol. 5 en fol. 9.

lbidem, nr. 168, Rolle 1500-1504, fol. 73 v.

ln het archief van de Herv. Gemeente te Eijsden bevindenzich o.a. nr. 1, ondertrouwreg. 1666-1717 en trouwreg.1656-1717; nr. 2, doopregister 1656-1715 en lidmaten-register 1656-1716. ln de voetnoten wordt als volgt naar de-ze registers verwezen:lidmatenreg. fol. 2.doopregister fol. 29v.trouwreg. fol. 9v.fol. 34v.doopreg. fol. 21v.kopie in: Eijsden L.v.O. 299, overdrachten 1626 en 1638-1652, waar deze notariële akte op 18.1.1650 werd gereali-seerd.resp. trouwreg. fol.14v. en lidmatenreg. fol.7v.

Eijsden, L.v.0. 236, civiele gedingen 1656. Wijlen de genea-loog Jan Verzijl te Maastricht werkte aan een genealogievan deze familie Nolens. (zie Limburgse Leeuw V111, 1960,p. 118 e.v.).vgl. Groot-Placaet-Boeck, ll, 2429.Eijsden, L.v.0. 301, overdrachten 1652-63.Eijsden, L.v.0. 302, overdrachten 1663-73, akte 115.Kerkelijke registers Eijsden, resp. nr. 122, kath. doopboekEijsden 1606-20, fol. 29 en nr. 121, idem 1604-18, fol. 51v.,tussen de doopakten in.doopregisters 1615-1680 in het kerkarchief van de St.-Mar-tinus te Venlo.Gem. arch. Dordrecht, fiches Ned. Herv. doopboeken.

zie voetnoot 29.Publications de la Société Hist. et Archeol. dans le Lim-bourg. LXVI, 1928, Dr. J. D. M. Cornelissen „RelationesStatus van het bisdom Roermond", pag. 37-120.l.c. pag. 54.I.c. pag. 63.Bij ons onderzoek naar de familie Wa(e)pot, die juist vooralin de streek tussen Maastricht en Vise voorkwam hebben wijherhaalde malen de in dit hoofdstuk geschetste moeilijk-heden ondervonden.De welwillende lezeres of lezer wordt vriendelijk verzocht,bij het aantreffen van deze naam dan ook dit aan schrijverdezes mede te delen.

Page 25: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Kent U ze nog?

Een kiekje op een zondagmorgen in Mariadorp omstreeks 1923.

1. G. Borremans; 2. J. van Sande; 3. A. Schroen; 4. H. Cruts; 5. J. Sipers; 6. G. van Sande; 7. N. Cruts;

8. M. Cruts; 9. M. Martens; 10. L. Martens; 11. C. Schroen; 12. F. Borremans; 13. J. van der Cruíjs; 14. J. Cruts; _15. L. Cruts; 16. H. Martens; 17. M. van Sande-Aarts.

23

Page 26: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Openbare SChOOl (thans Sint Martinusschool aan de Breusterstraat te Eijsden) ± 1923-1924

1. Theophile Meertens; 2. Lambert Meertens; 3. Clement Warnier; 4. Pierre Wolfs; 5. Pierre Slenter; 6. ZjengKlippert; 7. Marcel Arpotz; 8. Jan Arpotz; 9. onderwijzer Boesten; 10. .................. ? 11. Zjeng Wolfs; 12. HeinKessels; 13. Martin Pachen; 14. Mathieu Wolfs; 15. Guillaume Pinckaers; 16. onderwijzer Colaris; 17. Jean Sipers;18. Victor Spauwen; 19. Zjif Partouns; 20. onderwijzeres Emma Heijnens; 21. Hubert Theunissen; 22. HenriSipers; 23. Gerard Goessen; 24. Zjeng Haenen; 25. Mia Meertens; 26. Roos Meertens; 27. ? van Can; 28. LouisJacobs; 29. Toine Houbiers; 30. Henri Pinckaers; 31. Louis Klinkenberg; 32. Zjif Viseur; 33. Michel Voncken;34. Zjif Voncken; 35. Willy Frijns; 36. Albert Taeymans; 37. Jean Jacobs; 38. Arnold Spauwen.

24

Page 27: Omslag.' Een Maasschipper passeert Eijsden in 1740. Het ... · Voor dit nummer is als hoofdthema gekozen de handel op de Maas. Ten eerste haalden wij voor U uit „Onze Voorouders

Stichting Eijsdens Verleden(opgericht 15 oktober 1975)

Sekretariaat: Kerkstraat 13, Eijsden (tel. 04409-2324)

Bankrelatie: Rabobank - Eijsden, nr. 11.50.96.590Postgiro van de bank 10 455 91

Amrobank - Eijsden, nr. 45.29.76.022postgíro van de bank 10 500 85

Wilt U het werk van de stichting financieel steunen,dan kunt U dit doen door een bedrag te storten ofover te schrijven op een van bovenstaande rekenin-gen, onder vermelding van naam en adres.Bij een minimale bijdrage van f 25,- (voor studeren-den f 12,50) per kalenderjaar ontvangt U de uitgaven„Uit Eijsdens Verleden” gratis.

Overname van foto's of artikelen van deze uitgave istoegestaan na overleg met de stichting.