OMNES - Pelgrimswegenpelgrimswegen.nl/wordpress/wp-content/uploads/Vereniging/...Faust, dat mij op...

11
MAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRIMSWEGEN NAAR ROME OMNES 06 MAART 2013 1 Lopen naar Rome als kunstwerk Ruud Bruggeman 12 Het Ligurische alternatief Arnoud Boerwinkel 16 Twitterende pelgrims Everdiene Geerling FIETS- EN WANDELBEURS

Transcript of OMNES - Pelgrimswegenpelgrimswegen.nl/wordpress/wp-content/uploads/Vereniging/...Faust, dat mij op...

mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmEOMNES

06

mAARt 2013

1 Lopen naar Rome als kunstwerkRuud Bruggeman

12 Het Ligurische alternatiefArnoud Boerwinkel

16 Twitterende pelgrimsEverdiene Geerling

FIETS- EN WANDELBEURS

2Zoekende pelgrims door

Ben Teunissen, eindredactieMet een beetje lood in mijn schoenen trok ik in novem-ber van het afgelopen jaar naar onze ontmoetingsdag. Zeker niet, omdat ik deze dag nu wel eens over wilde slaan, en al helemaal niet omdat ik opzag tegen welke ontmoeting dan ook. Het was juist de angst de juiste mensen die met hun enthousiasme naar Houten trokken, niet te zullen tegenkomen. Want als eindredacteur was ik toch al een behoorlijke tijd op zoek naar uitbreiding van onze redactie. Want met een grotere groep is het vele werk makkelijker te delen en samen kun je proberen er dan een goed resultaat van te maken. Mede dank zij de goede opzet van deze dag in november, die door Patricia, Everdiene, Marinka en Cor in alle opzichten een succes kan worden genoemd. Overigens waren ook de honderdtachtig aanwezige geënquêteerde leden die mening toegedaan. En gelukkig dus ook voor de groep leden die zich bezig houdt met het samenstellen van de Nieuwsbrieven en de magazines Omnes: de redactie is na mijn zoektocht kwalitatief en kwantitatief uitgebreid. Deze Omnes is een magazine geworden, dat - onbe-dacht - achteraf ook aan het thema zoektocht blijkt te voldoen: diverse artikelen laten ons ervaren dat ook voor de pelgrim niets menselijks hem of haar vreemd is. Ruud Bruggeman trok er op uit om in het gesprek met

Gerhard Lentink er achter te komen dat pelgrimeren misschien een vorm van kunst kan zijn. Terwijl Pieter Quelle de raaf op je schouders, de eenzaamheid, onder woorden brengt, laat Everdiene Geerling je met behulp van twitter de voordelen van een digitale ontmoeting op je pelgrimstocht ervaren. Een van onze redactieleden bracht ons op het spoor van Yvonne Bos, die ontdekte dat de pelgrimstocht van graaf Willem IV van Holland, in de archieven talrijke sporen van zijn zoektocht naar Jeruzalem heeft achtergelaten. En onze nieuwe redactie-leden Arnoud Boerwinkel en Arnold Spijker zochten en vonden alternatieven voor de vele bekende routes die ons naar Rome proberen te leiden. Samen met de vaste rubrieken van de Werkgroep Routes, een bespreking van een opvallend vormgegeven boek en een column die op-nieuw tot nadenken stemt, denken wij in onze zoektocht naar een lezenswaardig magazine in alle bescheidenheid te zijn geslaagd. En wanneer jij dat ook vindt, stellen we het erg op prijs dat te vernemen. Voor suggesties staan we altijd open, zeker van zoekende pelgrims, die hun weg hopelijk toch gevonden hebben.

van de redactie [email protected]

in dit nummer

Lopen naar Rome als kunstwerk door Ruud Bruggeman

vrije natuur: overzichtelijk en duidelijk. In zijn gerefor-meerde milieu heeft hij een gevoel van verantwoor-delijkheid voor eigen leven meegekregen: zorg dat je doet wat je vindt dat je moet doen in het leven. In zijn jeugd heeft hij – kind van de 60-er en 70-er jaren – een onversneden optimisme en onbekommerdheid meegekregen, in die tijd van groei, opbouw, avontuur en onbegrensde mogelijkheden. Op school blijken zijn gaven te liggen in talen, met name het Grieks, en wiskunde en tekenen. Hij weet al jong dat hij kunste-naar wil worden.Na zijn eindexamen pakt hij op zijn 17e zijn fiets, en rijdt van huis weg, naar Amsterdam, om zijn leven vorm te gaan geven, wat al direct begint met reizen, trekken, wandelen: beginnend met een grand tour naar Griekenland en Italië, bakermat van onze

1 Lopen naar Rome als kunstwerk Ruud Bruggeman

4 De pelgrimstocht van Willem IV Yvonne Bos-Rops

6 Bespiegelingen Everdiene Geerling en Arnoud Boerwinkel

8 De raaf van de eenzaamheid Pieter Quelle

10 Boekbespreking Ben Teunissen

11 Column Arnold Spijker

12 Het Ligurische alternatief Arnoud Boerwinkel

15 De alternatieve weg… Arnold Spijker

16 Twitterende pelgrims Everdiene Geerling

mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE NUmmER 6 ■ mAARt 2013

OMNES 1

Gerhard Lentink is een bekend kunstenaar die grote beelden en andere objecten maakt uit prachtig gete-kend hout. Die objecten maakt hij als vrij werk of in opdracht van grote bedrijven en instellingen, en ook wel van particulieren. Hij heeft al verschillende grote overzichtstentoonstellingen van zijn werk gehad, en meegedaan aan groepstentoonstellingen.

Maar hij maakt ook andere soorten kunstwerken, bijvoorbeeld vergankelijke landschapsprojecten die hij met vrienden op verschillende locaties in Europa rea-liseerde. Een van zijn andere projecten is: lopen naar Rome als kunstwerk. Dat maakt mij als Romepelgrim nieuwsgierig, en ik zoek hem op in zijn grote atelier in een oud voormalig schoolgebouw in Dordrecht, volgepakt met enkele van zijn monumentale beelden. Grote beelden: ‘ik wil geen kunst maken om boven het bankstel te hangen, het moet in de wereld staan!’Ik zie er ook het beeld staan met de titel ‘Es sind zwei Seele, ach, in meine Brust’, dat ik al eerder zag in publicaties over hem. Dat is een citaat uit Goethe’s Faust, dat mij op mijn pelgrimstochten ook na aan het hart is komen te liggen: je leert jezelf wel kennen in het alleen lopen op die lange wandeltochten!

Als ik hem aan het begin van ons gesprek vraag, hoeveel tijd hij heeft voor dit interview, zegt hij: ik heb altijd tijd! Een zin die me raakt, in deze wereld van mensen met allemaal drukte en haast; een zin die meteen de toon zet van ons gesprek (en van de duur ervan; voor we het weten zijn we vier uur verder).

Hij is opgegroeid in Deventer, en hij houdt van die stad. Een heldere stad: binnen de muren ben je in deze oude stad vol historie, buiten die muren langs de IJssel ben je direcht buiten, in alle weidsheid van de

mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE

OMNES2

NUmmER 6 ■ mAARt 2013

3

beschaving en kunst. Nieuwsgierigheid naar natuur en cultuur, het blijft zijn hele leven doorgaan, zoals met tochten naar landen als Egypte, Iran, door de woestijn (met een Citroën-besteleend!) naar Mali, IJsland.Reizen is voor hem al het vertrouwde achter je laten. In Afrika ben je als blanke raar, word je nage-schreeuwd. Niets is meer vertrouwd, volksaard, leef-wijze, klimaat, huidskleur: je gaat weer met nieuwe ongeprogrammeerde ogen kijken.En hij vertelt er graag over. Ook met zijn kunst wil hij vooral verhalen vertellen. Op de kunstacademie kiest hij voor de combinatie van kunst en taal, narratieve kunst, wat daar bepaald niet in trek is, maar dat deert hem niet.

Wat drijft hem in dat reizen, en ook in het maken van zijn beelden? Het is een verlangen naar een utopia, verlangen naar een ideale wereld, het verlangen van alle mensen naar geluk en vrede. Het is ook de romantiek van een Schubert, ‘das Wandern ist des Müllers Lust’ van de molenaarsgezellen, maar ook de schildersgezellen die om steeds meer te leren door de landen en de natuur van de ene stad naar de andere trokken. Een lopen door Europa, de bakermat van onze cultuur, zonder de huidige strakke landsgrenzen; douanes met slagbomen bestonden in die tijd niet.Natuur en cultuur, voor hem zijn het de inspiratie-bronnen voor zijn beelden. En meer dan wat dan ook krijg je daar met wandelen het volle pond van. Geen wonder dus, dat hij ook kiest voor wandelen als kunstwerk: een wandeling naar Rome, met zo’n overvloed aan natuur en cultuur. Het lopen is de juiste snelheid om je bewust te zijn van de schoonheid op je pad, het is de menselijke maat: het lichaam is je eigen menselijk instrument, een vliegtuig is dat niet.Het scheppen van kunst heeft een element van re-ductie in zich, van een terugbrengen tot de kern. We leven in een gecompliceerde, verwarrende wereld, die onze aandacht alle kanten op trekt. In het atelier onttrek je je daaraan, en concentreer je je op wat je wezenlijk vindt. Als wandelaar doe je dat ook: een so-berheid van leven, de veelheid laten wegvallen, terug naar het meest basale.En het idee van dat lopende pelgrimeren sluit daarin ook aan bij het verlangen naar de goede wereld, naar het utopia. Het vermoeden dat je er een beter mens van wordt, net als de pelgrims in de oude tijden dat

dachten, met hun lopen als boetedoening en het ver-dienen van een aflaat.

Gaan lopen naar Rome is voor hem eenzelfde soort project als het maken van een kunstwerk.Het begint met een verlangen, en dat heeft altijd een duidelijk fysieke kant: het tastbaar, concreet gaan ma-ken van het idee. Het heeft ook met beloftes te maken: de horizon belooft steeds weer nieuwe werelden, waar je nieuwsgierig naar bent: het is een vermoeden van, en een verlangen naar wat daar achter ligt. Elk project begint met de voorpret, dat is zo bij het gaan maken van een beeld, en ook bij dit wandelproject: in de geest is hij er 5 jaar mee bezig geweest voor het zou worden uitgevoerd. Voorbereiden houdt diezelfde belofte in van wat er komen gaat.Hij houdt van kaarten, ook die houden beloftes van nieuwe werelden in. Hij bereidt het nauwkeurig en wiskundig voor, net als het maken van een beeld: lij-nen trekken op de kaart van Europa, en daarin de kaders van zijn route vormen. De route zelf moet geen rechte lijn vormen. Snelwegen lopen laag en recht; zijn weg zal zich kronke-lend zoeken, en dus ook de hoogte ingaan, en dus ook langzamer: de weg van de meerdere weerstand. Het langzame lopen, als een slak, weerspiegelt zich in het op de kaart uitgete-kende tracé, het vormt een grillig kronkelend slakkenspoor. Het langzame is heel belangrijk, en heeft voor hem ook te maken met liefde. Zijn typering voor het maken van zijn beelden: “Ik bezie mijn werk als een gruwelijk traag uitgesproken liefdesverklaring”. Alleen het langzame schept de mogelijkheid tot aandacht, en aandacht is liefde. De tocht naar Rome loopt hij samen met zijn vriendin Marjoleine. Ze zien elkaar in hun dagelijks leven elke dag maar weinig, bezig als ze ieder zijn met hun eigen werk. Hier zijn ze 95 dagen 24 uur per dag samen: “deze tocht was één langgerekte huwelijksvol-trekking”.Alle hoogtelijnen van de route brengt hij in beeld. Het klimmen en dalen wordt wiskundig berekend. Lopend van Dordrecht naar Rome klim je 52.700 meter, en heb je dus meer dan 5 maal de Mount Everest beklommen.

Het kunstwerk van dit lopen naar Rome heeft een concrete neerslag gevonden in een foto-expositie over de tocht, die geëxposeerd is o.a. in Rome en op verschillende plaatsen in Nederland.

Waarom juist naar Rome gaan lopen? Zijn wandel-kunstwerk is meeromvattend: het heet ‘Viaggio Meridi-onale’, een cluster van vier voetreizen langs diagona-len die hij trok op de kaart door Europa; Schotland, Dordrecht, Rome, Syracuse, Istanbul. Maar Rome ligt wel precies in het middelpunt daarvan, het centrum van onze geschiedenis en cultuur.Deze tocht, dit kunstwerk was voor hem ook een soort ‘rite de passage’, een tocht op de helft van zijn leven, zoals Dante die ook in zijn Divina Comedia beschrijft, ondernomen ‘juist midden op de reistocht van ons leven’. Een soort levenswenderitueel, ondernomen precies halverwege het leven tussen het al verleden leven en het nog toekomstige leven (een wat optimis-

tische visie op zijn verwachte levensduur, hij was toen bijna 45 jaar oud, maar dat zal te maken hebben met zijn onbe-kommerd optimistische levens-houding). Zo is deze pelgrimsreis, met zijn letterlijke hoogte- en dieptepunten een afspiegeling van de reistocht van ons leven. De tocht reduceert het leven tot iets symbolisch, tot een tocht van A naar B, wat ons leven natuurlijk ook is. Het is een ritueel naspelen van het leven. En het is goed om die metafoor uit te voeren en concreet gestalte te geven.

Ook nog in een andere zin was het voor hem een soort ‘rite de passage’. Zoals gezegd, hij is gerefor-meerd opgegroeid, de wereld van de beeldenstorm en van het ‘Gij zult u geen gesneden beelden maken’. Zijn ontwikkeling van een door het woord gedomi-neerde doctrine naar één die juist wel door beelden en rites wordt bepaald is te beschouwen als een terugkeer uit het kamp van de ketterse beeldenbestor-mers naar de schoot van de beeldenrijke moederkerk. (Overigens zal het woord, de taal, nooit uit zijn werk verdwijnen. Een van zijn mooiste beelden vind ik een soort kapel, opgebouwd uit de 1576 houten letters van het liefdesgedicht ‘Liberté’ van Paul Éluard.) Hij plaatst er direct achteraan wel de kanttekening bij, dat hij al sinds lang de kerk als dogmatisch instituut definitief de rug heeft toegekeerd. Maar daarmee wil hij zeker niet met het badwater het kind weggooien; de schoonheid, liefde, intensiteit en oprechtheid in de ontelbare kunst-werken die de kerk heeft laten ontstaan, overstijgt elke geloofsdoctrine. Met hun universele zeggingskracht raken ze aan de eeuwigheid. En ook persoonlijk is hij er schatplichtig aan: “Vergeet niet, de katholieke kerk was voor ons kunstenaars de eerste werkgever: plaatjes en beelden maken om het geloof duidelijk te maken voor het ongeletterde volk”.

Na die vier uren verlaat ik zijn atelier, en ga weer verder op mijn eigen levensweg van A naar B, verrijkt met veel beelden in mijn hoofd, zowel in taal als in hout als in ideeën.

Werk van Gerhard Lentink op tentoonstelling ‘taal in Beeld & Gerhard Lentink’ van 7 april tot 22 september, Het Depot in Wageningen.

4

NUmmER 6 ■ mAARt 2013

4 5

door Yvonne Bos-RopsIn 1343 reisde graaf Willem IV van Holland naar het Heilig Land. Na de herovering van Jeruzalem door de heidenen was de animo voor kruistochten sterk verminderd. Willem ging dan ook niet om de onge-lovigen te bestrijden, maar uit ‘vrome devotie’. Zo meldt de acte waarmee paus Clemens VI zijn verzoek om het Heilig Land te bezoeken inwilligde. In de rekeningen van de reis in het Nationaal Archief is de tocht vrijwel van dag tot dag te volgen. En dat geeft ons een beeld van de pelgrimstocht van Willem IV.

Op 8 augustus 1343 vertrok Willem IV met negentien ridders, vier schildknapen en het nodige personeel, waaronder ten minste 38 knechten, te paard naar het zuiden. De reis ging in rap tempo door België via Huy, Bastogne en Arlon. Vervolgens door Frankrijk via Thi-onville en Colmar. Daarna deed het gezelschap Ensis-heim in Duitsland aan en de Zwitserse plaatsen Bazel en Luzern. Overal werden boden vooruitgestuurd om de komst van het gezelschap aan te kondigen en details van de reis te regelen. Zo lagen er in Luzern

mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE

OMNES4

De pelgrimstocht van graaf Willem IV van Holland boten klaar om over het Vierwoudstedenmeer naar Flüelen te varen. Op de tiende reisdag, zondag 17 augustus, trok het gezelschap over de Sint Gotthard-pas naar Italië. Er was onderweg weinig opmerkelijks gebeurd.Op 19 augustus volgde in Bellinzona het eerste korte oponthoud. De stad wilde tol heffen over de paarden en Willem tekende hier protest tegen aan. Willem wachtte met al zijn ridders de uitspraak af van de heer van Milaan, Luciano Visconti. Die zal gunstig zijn geweest, want een dag later al konden zij via Como doorreizen naar Milaan. Daar volgde een tweede oponthoud. Willem IV hield de dochter van Luciano ten doop. Hij gaf het meisje een zilveren schaal gevuld met duizend gouden mun-ten, dat kostte hem een zesde van de goudstukken die hij had meegebracht. De gastvrije ontvangst door de heer van Milaan woog daar niet tegen op. De reis ging verder via Cremona, waar het eten werd aangeboden door de stad. Daarna voldeed de heer van Mantua de rekening in zijn stad. Via de rivier de Mincio, een zijrivier van de Po, kwam het gezelschap op 27 augustus aan in Venetië. De paarden werden naar Padua gebracht om daar te wachten op de terug-komst van de graaf uit het Heilig Land.

Storm op zee

Vanuit Venetië werd al vanaf 1227 controle uitge-oefend op de bedevaarten per schip naar het Heilig Land. Van juni tot september waren er regelmatige afvaarten om te profiteren van de noordwestelijke wind. Willem en zijn gezelschap bleven vijf dagen in Venetië. De tijd werd benut om inkopen te doen. Ze kochten onder meer mutsen, sokken, wanten van bevervel, een leren jas, witrode kousen met zolen, elf paar schoenen, een broekriem, toiletartikelen (waaronder een koperen urinaal), een wapenrusting,

eetgerei, een schaakspel en schijven om de tijd op de boot te doden. Op zondag 31 augustus trok Willem met zijn gezel-schap naar het heiligdom van Sint Nicolaas om te bidden en te offeren voor een goede reis en vandaar naar de galei waarmee ze verder zouden reizen. Op maandag 1 september rond middernacht vertrok de boot. In vijf weken voeren de reizigers langs de kusten van Istrië en Kroatië, de Ionische eilanden, Kreta en Rhodos naar Cyprus. Daarbij kwam tussen het eiland Kefalonia en Gla-renza op het Griekse vasteland het schip in een storm terecht. Ook later bij de plaats Modon (Methoni), onderaan de westelijke ‘vinger’ van de Peleponnesos, gooide het weer roet in het eten. De mast moest worden verstevigd met een ijzeren band. Een Saracijn die met een beer speelde, zorgde voor enig vermaak. Daarna werd het eiland-hoppen naar Kreta en Rhodos, waar de ridders van Sint Jan de graaf uitnodigden voor een maaltijd.

Hans de ‘bonghenaer’

Op vrijdag 3 oktober liet Willem de galei om mid-dernacht dicht langs de kust van Syrië varen. Daar stapte hij, met enkele ridders uit zijn gevolg over in een klein bootje, dat vanaf Rhodos de grote boot was gevolgd. Met de kleine boot voer hij naar de kust. Van de roeiers hadden Willem en zijn gezelschap grauwe klederen geleend voor de tocht naar het Heilig Graf. Veel details over het verblijf van Willem in het Heilig Land zijn niet bekend. Hij bezocht het Heilig Graf in Jeruzalem. In Jeruzalem gaf hij aalmoezen aan een arme pelgrim. Met enkele van zijn ridders dobbelde hij om geld - en verloor. In zijn gezelschap bevonden zich ook Hans de ‘bonghenaer’ of trommelslager, Pie-ter de schilder en de Turk of tolk Nicolo (‘mijns heren turcman’). Op donderdag 16 oktober arriveerden Wil-lem en zijn reisgenoten in Famagusta. Intussen was de rest van het gevolg vanuit Famagusta

ook naar het Heilig Graf gereisd. Alleen de 38 knech-ten bleven de hele tijd in Famagusta, ‘want mijn here niet en woude dat enich knecht ten Heyligen Grave voer’. Waarom hij dat niet wilde, staat niet vermeld. Willem en de ridders die met hem in Jeruzalem waren geweest bleven elf dagen wachten in Famagusta, totdat iedereen weer was teruggekeerd.

Nog niet naar huis

Op zondag 26 oktober werd de terugreis aanvaard. Die verliep voorspoediger dan de heenreis. De tus-senstops waren korter en berichten over slecht weer

ontbreken. Tussen Famagusta en Rhodos kregen de roeiers een extraatje: geld om te verdrinken, zodat zij goed zouden roeien. Bij de terugkeer in Venetië kre-gen ze dat opnieuw.De terugweg ging via Rhodos naar Methoni, waar een voorraad Roemeense wijn werd ingeslagen. Daarna naar Ragusa, waar Willem een pels van

marterbont aanschafte en op 25 november kwam het gezelschap weer terug in Venetië. Daar schreef Willem brieven om zijn goede terugkeer te melden en stuurde hij twee paarden beladen met geschenken naar het thuisfront. Een paard was bepakt met goudbrokaat en andere geschenken aan zijn vrouw. Na een verblijf van zes dagen in Venetië vertrok Willem. Niet, zoals voor de hand zou liggen, naar Henegouwen of Hol-land, maar naar Polen om daar voor de tweede maal deel te nemen aan een veldtocht van de ridders van de Duitse Orde tegen de heidense Litouwers. Pas op donderdag 8 april 1344 kwam Willem IV aan in Den Haag. Hij was acht maanden en twee dagen onder-weg geweest.

Bron: Nationaal Archief, Archief van de graven van Holland, toegangsnummer 3.01.01 inv. nrs. 1370 en 1371

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Lees het na magazine, mei 2012

miniatuur uit het Remissorium Philippi, waarop Willem IV is afgebeeld. Nationaal Archief, Archief van de Graven van Holland, 1189-1581

Hij schonk het kind een zilveren schaal gevuld met duizend

gouden munten

mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE

OMNES6 7

NUmmER 6 ■ mAARt 2013

7

Everdiene Geerling en Arnoud Boerwinkel liepen beiden in hun eentje naar Rome. Een vrouw alleen. Een man alleen. Zij in 2010. Hij in 2012. Wat waren hun motieven om alleen te lopen. En hoe hebben zij het ervaren? En waar zitten verschillen? Bijvoorbeeld tussen het alleen lopen als man of als vrouw? Of hoe is het om zonder tent te pelgrimeren. Een Spiegelinterview.

Bespiegelingen

aantal risico’s is echter voor vrouw en man gelijk, denk ik. Juist omdat anderen het veel dapperder vinden, hebben zich denk ik wel meer mensen (extra) zorgen gemaakt. Elke avond stuurde ik een sms naar het thuisfront en vrienden wilden dat ik af en toe van Skype gebruik maakte. Als ik op mijn weblog een verslag van een wat mindere dag ge-plaatst had, die dag voor mij inmiddels al lang was overgegaan in euforie, dachten familie en vrienden dat ik nog steeds in een dip zat, en hadden ze dus weer voldoende reden om zich zorgen te maken. Ik heb me eigenlijk ook nooit angstig gevoeld; althans niet omdat ik een vrouw was. Ik liep een keer door een bos en wist echt niet meer hoe ik daar uit moest komen. Er werd ook gejaagd en ineens overviel me een unheimisch gevoel. Ik wist niet hoe snel ik, rennend,weer uit dat bos moest komen. Niet slim, want ik gleed uit in de modder, en lag op de grond, helemaal besmeurd. Ik moest een paar kilometer extra omlopen, en al die tijd heb ik lopen balen. En ik heb me een keer onprettig gevoeld in een prachtig pelgrimsonderkomen. De torenklok, recht boven mijn hoofd, zorgde ervoor dat ik elk half uur tegen het plafond aanzat. Volgens mij dwaalden er geesten rond.

Arnoud: Ook ik heb eenzame momenten ervaren. Te-meer omdat ik niet iemand ben die heel makkelijk op anderen afstap. Vele avonden zat ik in mijn eentje aan een tafeltje in een vol restaurant te midden van gezellig keuvelende stelletjes of feestende gezelschappen. Maar zelden leed ik eronder. Meestal zat ik moe en voldaan lekker te schrijven in mijn dagboekje,

aan de hand van mijn foto’s na te genieten van de dag of te lezen in mijn e-book. En vaak gebeurde het dat er juist op het moment dat ik echt weer begon te verlangen naar menselijk contact opeens een mooie ontmoeting uit de lucht kwam vallen. Bijvoorbeeld die ochtend in de Jura, dat ik al enkele dagen “droog” had gestaan en ik opeens aan een picknick-tafel dat leuke Vlaamse stel uit Antwerpen ontmoette. En vervolgens bijna de hele dag in geanimeerd ge-sprek samen met hen optrok. Of die keer in het noor-den van Toscane dat een opa met twee kleinkinderen spontaan tegen me begon te praten over de reizen die hij in zijn leven had gemaakt. Dergelijke ontmoe-tingen geven een enorme energiestoot, waarop het dieseltje weer uren kan pruttelen.

Everdiene: Of ik nou makkelijker onderdak aangeboden kreeg? Ik weet het niet. Ik was daar niet op uit, had daar ook geen behoefte aan. Het is ook een kwestie van persoonlijkheid. Voor mijn doen heb ik me al erg opengesteld voor vreemden. Anderen zullen ongetwijfeld veel meer contacten opdoen. Ik heb wel een keer een aanbod afgeslagen. Ik had bij

een Italiaan koffie gedronken, het was zo gezellig dus ik had er ook geluncht. Maar toen hij vroeg of ik bleef slapen, vond ik het de hoogste tijd om weer op te stappen.En hitsige blikken van het andere geslacht krijg je met name in Italië altijd wel. Ik ben de veertig gepasseerd, maar pubers die aan de overkant van de staat lopen, zien dat niet. Eerst fluiten ze, dan steken ze over, blijven kijken en lopen naar je toe. En dan ineens zien ze dat ik hun moeder had kunnen zijn. Je ziet de schrik in hun ogen, en ik blijf er bijna in; wat heb ik een lol.

Arnoud: Wild kamperen in m’n eentje is ook niet mijn favoriete bezigheid. Maar soms had ik geen keus. Dan bleken alle hotels in het dorp te koop te staan of wegens vakantie gesloten. Maar nooit voelde ik me onveilig of angstig in mijn minitentje. Wel ongemakkelijk. Bijvoorbeeld die keer dat ik mijn tentje opzette in de achtertuin van een onbewoond huis. Of op een open veldje met naderend onweer. Maar toch viel ik ook daar altijd snel in slaap in mijn comfortabele slaapzak. Ik denk dat je als man en vrouw samen makkelijker onderdak aangeboden krijgt. Dan boezem je - lijkt me - minder angst in bij wildvreemden dan als man alleen. Ik mis die onbevangen doelgerichtheid die soms nodig is om op een uitnodiging aan te stu-ren. Veel te bang me op te dringen. Terwijl ik toch ervaren heb dat je mensen een plezier doet door ze een gunst te vragen. Een pastoor in Italië zei tegen mij toen ik hem bedankte voor zijn hulp en gastvrij-heid: een pelgrim is een belichaming van Christus. Hij geeft mij de kans goed te doen. Daarom moet ik ú bedanken!

‘ontmoetingen geven een enorme

energiestoot’

‘ik heb me eigenlijk ook nooit

angstig gevoeld’

Arnoud: Al heel wat jaren ga ik met veel ple-zier samen met mijn vrouw op vakantie: wandelend, fietsend, met de auto of in combinatie. Prachtige herinneringen heb ik eraan. Samen genieten, aan het eind van de dag onder het genot van een smakelijke maaltijd terugblikken op de hoogte- en dieptepunten van de dag. Maar eenmaal wilde ik het allemaal in mijn eentje ervaren. Helemaal op mezelf aangewe-zen drie en halve maand wandelen door Europa met als eindbestemming De Eeuwige Stad. De grenzen opzoeken van mijn fysieke en mentale mogelijkhe-den. Tegelijk de sterkste en zwakste schakel zijn. Zelf het tempo bepalen. De echte stilte opzoeken en geconfronteerd worden met mijn eigen gedach-tes, gevoelens en ervaringen. Alleen de ontmoeting ervaren met de natuur, met andere wandelaars, met de plaatselijke bevolking. En met mezelf. Maar voor een vrouw alleen lijkt het me toch iets anders. Ik vind dat heel dapper. Als man sta ik aan minder risico’s bloot. Voor hitsige blikken van het andere geslacht bijvoorbeeld hoef ik niet bang te zijn. Ik heb me dan ook nooit angstig gevoeld.

Everdiene: Anderen vinden het dapperder dan ikzelf dat ik als vrouw alleen dit avontuur ben aangegaan. Maar ik heb er wel over nagedacht hoe ik eventuele risico’s zou kunnen verkleinen. Zo is slapen in het open veld niet aan mij besteed. Een

mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE

OMNES8

NUmmER 6 ■ mAARt 2013

9

Alleen op reis gaan heeft zo z’n voordelen: je hoeft met niemand rekening te houden; je loopt je eigen tempo, je neemt rust wanneer je wilt; je gaat eten of juist niet wanneer het je belieft en je komt ook gemakkelijker in contact met anderen.‘Het is goed alleen te zijn: de eenzaamheid geeft me vrijheid. Ik vraag me af of dat gelukzalige gevoel in de lange weken die nog voor me liggen zal blijven. Zal ik me niet op een gegeven mo-ment heel alleen en angstig gaan voelen?, schrijft Jan Blokker in zijn reisverslag ‘Alle wegen naar Rome’. Blokker koestert deze eenzaamheid omdat het zijn vrijheid betekent. In dat licht begrijpen we ook waarom hij bij terugkeer niet vrolijk kan

konden worden weggewist. In plaats van te praten begon ik brieven te schrijven aan mijn kleinzoon..’

Wat is het dat het kleinkind de heimwee losmaakt, juist op reis? Herman Post begint zijn boek met een ‘Excuus aan mijn kleinzoon’. Adri van Oosten schrijft in zijn reisverslag ‘De kortste weg is een omweg’ dat hij en zijn vrouw hun geplande reis inkorten vanwege de kleindochter. Is het ‘t jonge onschuldige leven dat ons naar huis doet verlan-gen en het hart week maakt?

Het beeld van de raaf die landt op je schouder is prachtig. De raaf is vanouds het symbool voor het rusteloos zwerven. Noach stuurde er een raaf op uit die na vergeefse omzwervingen terugkeerde naar de ark. De raaf hoort vanouds bij kluizenaars en monniken. De dichter vernieuwt de metafoor.

En de remedie? Een telefoongesprek met thuis. Even uithuilen of stoom afblazen doet wonderen. Wacht de nieuwe dag af en aanzie wereld zoals die zich in al zijn pracht voordoet of zoek de stilte van een koele middeleeuwse kathedraal en onderga de rust van eeuwenoude stenen. Volgens Post helpt het en.. Italië telt vele kathedralen.

zijn. Na de aankomst op het St Pietersplein is er een welkomstcomité en daarna gaan ze naar het appartement: ’Daar deed ik mijn rugzak af en mijn schoenen uit. Het doel bereikt: vrijwel ogenblik-kelijk voelde ik het gemis. Ik verlangde terug naar de eenzaamheid en de stilte in mijn hoofd….Ik had me in de afgelopen maanden niet zo eenzaam gevoeld.’

Toch is er ook nog een andere eenzaamheid: de eenzaamheid der eenzaamheden, zoals Bertus Aafjes die noemt. Een gevoel van heimwee dat sluipend kan komen en onverwacht hard toeslaat, vooral wanneer de omstandigheden tegen zitten.

Regen, kou, verkeerd gelopen, geen slaapplaats. Wat doe ik hier? Waarom ben ik hier? Waarom ben ik niet gewoon thuis en lees een boek of speel met mijn kleinkind?’ Aafjes beschrijft het als volgt in zijn ‘Voetreis naar Rome’:

…en, eenzaamheid der eenzaamheden,als die raaf op uw schouders zit,en u toeroept: keer op uw schreden!dan doet gij maar als ik en bidt.

Ook Herman Post wordt door deze raaf van een-zaamheid overvallen. Hij beschrijft in zijn boek ‘Te voet naar Rome’ dat hij op het piazza Bra in Verona een jongen een ballade hoort zingen zich-zelf begeleidend op een gitaar. ‘Het maakte dat bij mij de stoppen doorsloegen… Even was ik een thuisloze, een zwerver in een vreemd land waarbij niets mij vertrouwd was…Naakt en kwets-baar was ik, ten prooi aan diepe vertwijfeling. Wat deed ik hier, waar was dit goed voor? Wat zocht ik dat ik blijkbaar in het alledaagse bestaan niet kon vinden? De volgende dag was het stiller in mij…de raaf van eenzaamheid had met zijn scherpe klauwen sporen achtergelaten die niet met een kwinkslag

De raaf van eenzaamheid door Pieter Quelle

In de film ‘Stanno tutti bene’ van Giuseppe Tornatore speelt Marcello Mastroianni een Siciliaanse weduwnaar die zijn kinderen gaat bezoeken in het rijke noorden van Italië.Naast hem in de trein zit een vrouw aan wie hij dolgraag wil vertellen wat hij gaat doen maar zij zwijgt totdat hij de stilte verbreekt en haar vraagt: ‘Wilt u mij vragen wat ik ga doen?’ Zij antwoordt: ‘Wat gaat u doen, mijnheer?’ En dan brandt hij los. De scène ontroert mij telkens als ik er weer aan denk. Mensen zitten boordevol met verhalen maar om ze vertellen heeft men de ander nodig.Is er wel altijd een willig oor? Het is de schijnbare tegenstelling van de pelgrim: hij gaat alleen op reis, maakt veel mee maar wie vertelt hij zijn verhalen?

Gebeurtenissen tijdens een voettocht naar Rome

NUmmER 6 ■ mAARt 2013

11

Afwijken elke kant gaan we op?Vanmorgen zijn we vroeg vertrokken. Het is fris en er is geen zon. Ik tuur op de wandelkaart. Volgen we vanaf

hier de pittige Eifelsteig, ons wandelpad, steil de Löwenberg op? Of snijden we af via wandelroute 4, een makkelijke vlakke weg?

Ik heb helemaal geen zin om na al dat klauterwerk vanmorgen opnieuw steil omhoog te moeten. De afgelopen dagen zaten vol met dat geklim. Ik denk trouwens dat je niet als ’n kip zonder kop een gids achterna moet gaan. Heel gemakkelijk soms, al die voorgeprogrammeerde keuzes. Echter, een gids kiest ook voor oplossingen waarvoor ik nooit zelf zou kiezen. Het onverwachte biedt de mogelijkheid tot avontuur. Ik krijg pijn in m’n buik van al die gidsen, zowel boeken als personen. Al dat zogenaam-de moeten. Gidsen die het allemaal zo goed menen te weten. Ergerlijk. Ik wil soepel met kiezen omgaan. Afwijken dus, als wij dat willen.

Op de wandelkaart zien we een klein dorp. Er is daar drinkgelegenheid aangegeven. Ik krijg dorst van al die inspanning en heb trek in een appelsap. Heel vaak drinken we ook een apfelschorle. Heerlijk als die koud is.

Column door Arnold Spijker

Dan hebben we even rust. We hoeven nu niets. We kijken wat om ons heen en genieten van het zonnetje dat is gaan schijnen.We nemen een visi-tekaartje van het café mee. Het lijkt ons de moeite waard hier later nog eens terug te komen.

Het pad dat we kiezen loopt een stuk langs de weg. Dat blijkt eigenlijk toch ook niet alles. We nemen een voetpad. Dat blijkt een slechte beslis-sing. We komen toch weer terecht op die Eifelsteig die we nou juist probeerden te ontlopen. Het enige wat we omzeild hebben is een klim. We zijn daar

blij mee, maar balen ook van de extra kilometers.Verderop proberen we opnieuw een afsnijding. Die lukt gelukkig wel.

Kies je eigen routes, denk ik. Wandelen brengt me aan het filosoferen. De gids is niet de weg. De gids is een mogelij-ke weg. De gids laat alleen zien welke

weg hijzelf gelopen heeft.

Geef mij maar mijn eigen route. Niet steeds natuurlijk. Ik vind het heel aangenaam soms lek-ker de gids achterna te lopen. Even niet teveel

nadenken en puzzelen. Zolang ik maar mag afwijken.

Ik vind het heel aangenaam soms lekker de gids achterna te

lopen

mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE

OMNES10

door Ben TeunissenOnlangs trof de redactie van het magazine Omnes tussen de post een halve kilo zwaar pakket. Dat kan geen gids zijn, was de eerste gedachte. Nieuwsgierig naar de inhoud pakten we het uit en troffen het boek van Jos van Kers-bergen, lid van onze vereniging sinds…

Op de kaft prijkte een fraaie foto van pelgrims op hun pad met een opvallende titel: ‘Met mijn timmermanspotlood op pelgrimage’ en daaronder de niet onbelangrijke subtitel ‘van Santiago de Compostela naar Rome’. De grote verrassing kwam pas toen we door het boek gingen bladeren: alleen op de eerste drie pagina’s waren drukletters te vinden. En desondanks kregen we op meer dan drie-honderd pagina’s een beeld van zijn verslag van zijn bijna acht maanden durende tocht. In 2001 liep hij vanuit zijn woonplaats Gouda naar Santiago de Compostela en ver-volgens naar Cabo Finisterre, het einde van de wereld. Daar werden traditiegetrouw de kleren van de pelgrims verbrand om bij wijze van spreken een nieuwe start te maken. Bij thuiskomst bleek hij nog lang niet uitgewandeld te zijn. Vandaar dat hij in 2010 opnieuw zijn wandelschoenen aantrok en zijn reis ver-volgde vanuit Santiago de Compostela naar Rome. Ge-durende bijna acht maanden legde hij 3730 kilometer af. Met zijn timmermanspotlood tekende hij onderweg allemaal observaties op en illustreerde deze zelf. Ver-luchtigd en verdiept met gedichten, foto’s, persoonlijke ontboezemingen en alledaagse gebeurtenissen bundelt hij zijn belevenissen in dit aansprekende boek. De illustraties bij dit artikel geven een bescheiden indruk van het ‘extraverte’ van deze uitgave: Jos heeft al zijn ervaringen met zijn timmermanspotlood geschreven in bijna twitterachtige berichten. Steeds probeerde hij

daarbij de rustplek te vatten in deze teksten, en wan-neer de plaats onvoldoende inspiratie verschafte, dan besteedde Jos aandacht aan ontmoetingen, specialitei-ten van de omgeving of het verwoorden van die stille gedachten op je weg; jammer dat hij daarbij niet altijd ontkwam aan een soort rijmschema. Pelgrimeren is niet alleen verslavend, maar zeker ook aanstekelijk, zo blijkt uit dit boek. De auteur heeft ‘het heilzame drankje van geheime samenstelling’ dat uitgeverij Elikser hem heeft aanbevolen opgedronken; en met het boek van Jos van Kersbergen heeft deze uit-geverij een wel heel bijzondere uitgave gerealiseerd, waaraan we graag in het magazine Omnes aandacht besteden.

met mijn timmermanspotlood op pelgrimage Van Santiago de Compostela naar Rome Jos van Kersbergen Uitgeverij Elikser, september 2012 Paperback, geïllustreerd, 325 blz., € 22,50

NUmmER 6 ■ mAARt 2013mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE

OMNES12 13

Het Ligurische alternatief voor de Po-vlakte De westelijke variant naar Toscane

door Arnoud Boerwinkel

Het zweet gutst over mijn rug bij een temperatuur van rond de veertig graden. Het is half augustus 2012 en Italië beleeft zijn warmste en droogste zomer sinds vijftig jaar. Het heeft in dit gedeelte van Italië al bijna drie maanden niet geregend. Boven mijn hoofd hoor ik de ronkende motoren van helikopters. Die vliegen heen en weer met duizenden liters zeewater om de bosbranden te blussen die als gevolg van die droogte overal ontstaan. Of het helpt? Het lijkt water naar de zee dragen, al is dat een ongepast beeld in dit verband. maar ik heb andere zorgen. Dat mijn lichaam bestand is tegen hoge temperaturen, had ik al eerder ervaren. Maar verdwalen onder deze omstandigheden is andere koek. En dat is wat mij nu overkomt. Is dit de prijs die ik moet betalen voor mijn eigenwijze beslissing om af te wijken van de keurig bewegwijzerde Via Francigena door de Povlakte? Al lang voor vertrek had ik besloten dat ik de muggenpla-gen boven eindeloze rijstvelden links zou laten liggen. Ook de verhalen over kilometers¬lange schaduwloze asfaltwegen waar het zware vrachtverkeer je de berm in jaagt hadden me afgeschrikt. Nee, dan liever de frisse lucht van het hooggebergte, gevolgd door het prachtige uitzicht over de Mediterrannee vanaf de Li-gurische hoogvlakte. Dat leek me veruit te verkiezen.Ik bevind me op een kilometer of vijf van de be-roemde “Cinque Terre”, de vijf tegen de kust geplakte schilderachtige dorpjes die op de werelderfgoedlijst staan van de Unesco. Maar ik ben het spoor vol-ledig bijster. Snel na mijn vertrek ging het al mis. De bewegwijzering van dit stuk van de route is om te huilen. Dus daar sta ik, in de zinderende hitte onder een meedogenloze zon op een pad dat steeds smaller wordt en op een zeker moment geheel doodloopt in onbegaanbaar dor struikgewas.Twee gidsjes heb ik in mijn rugzak. Nu ik afwijk van de Francigena kan ik kiezen tussen de Via della Costa, die van West naar Oost loopt, grotendeels

de kustlijn volgt en daar alle badplaatsen passeert. Of de Alta Via dei monte Liguri, oftewel de Hoge Weg over de Ligurische bergen, zo’n tien tot twintig kilometer landinwaarts. Ik was gewaarschuwd. De Via della Costa is splinternieuw en onder pelgrims vrijwel onbekend. Het gidsje heeft zeer schematische, handgetekende plattegrondjes en over de kwaliteit van de markering bestaan twijfels. De Alta Via is heel mooi en merendeels goed gemarkeerd, maar gaat door zeer dunbevolkt gebied. Dus overnachting en fouragering kunnen problemen opleveren, als je de euvele moed hebt - zoals ik – dit deel van de tocht zonder tentje te ondernemen.

Via della Costa

De Via della Costa start in Menton (Frankrijk) en komt na 300 kilometer uit in Sarzana, de grens tussen Ligurië en Toscane. Na de doortocht door de Italiaanse Zee-alpen pik ik de draad op in Savona en loop pal langs de kust richting Genua. De route volgt deels een geasfalteerd fiets- en wandelpad over een oud spoorwegtracé en passeert daarbij regelmatig lange, verkoelende tunnels. Variërend van enkele tientallen tot 1500 meter lang en soms wel veertien tunnels op één dag. Maar tot aan Genua loop je ook regelmatig langs de Via Aurelia, een drukke tweebaansweg die alle kustplaatsen met elkaar verbindt. De hectiek en herrie van het drukke massatoerisme krijg je er in de

vakantiemaand augustus gratis bij. Want een beetje Italiaan brengt zijn vakantie door aan de kust. Dat betekent ook dat je in deze tijd ruim tevoren op zoek moet naar een betaalbare overnachtingsplek. Maar het zijn mijn voeten die het hier het zwaarst te verduren hebben. Ondanks stevige berg¬schoenen met dikke zolen zijn ze niet bestand tegen de hitte die van het kokend hete asfalt komt. Of je nou midden op de dag loopt of bij het vallen van de avond: het geeft een brandend gevoel aan de voetzolen, dat ook ’s nachts in bed nog de nachtrust kan verstoren.En zo besluit ik na Genua de trein landinwaarts te nemen en de koelte op te zoeken van de Alta Via. En dat is een verademing. Goed gemarkeerde paden door schaduwrijke bossen, met een fris windje vanaf de zee. Later begreep ik dat de Via della Costa na Genua ook de bergen in duikt, maar de wandelaar regelmatig in figuurlijke zin het bos in stuurt. Met hopeloos ver-dwalen tot gevolg. Dus afwijken van deze route bleek een verstandige beslissing.

Alta Via

De Alta Via is een prachtige wandelroute van 442 kilometer die Ventimiglia aan de Franse grens verbindt met Ceparana, ten noorden van La Spezia. In fysieke zin is de route veel minder zwaar dan die door de Alpen. Maar je moet als solo-wandelaar goed tegen de eenzaamheid kunnen. “Een Italiaan die wandelt is

zijn autosleutels kwijt”, is een veelgehoorde uit-drukking. En inderdaad: ook op deze route vormen mede¬wandelaars een zeldzaamheid. Het kleine peloton Italianen dat wel de stoute bergschoenen aantrekt blijkt een voorkeur te hebben voor het voor- en naseizoen. Daar is alles voor te zeggen, weet ik inmiddels uit ervaring met het hoogseizoen. Het voorzieningenaanbod in dit dunbevolkte deel van de laars is beperkt, zij het niet zo dramatisch als in Noordoost Frankrijk. In Italië heeft elk dorp - hoe klein ook – minimaal een bar en een bakker. En op het stuk van de Alta Via dat ik liep waren er op veel plaatsen onbemande berghutten. Goede planning van de route met altijd voldoende water en voeding in de rugzak is wel een voorwaarde. Maar de belangrijkste voorwaarde is: vertrouwen. Dan gebeuren er prachtige dingen. Bijvoorbeeld de ont-moeting met Zitta. Zij is een alleenstaande vrouw met een zoon van midden dertig met het syndroom van Down. Ik ontmoet hen als ik het dorp met de prachtige naam Barbagelata (“IJsbaard”) binnenwandel. Het is het hoogst gelegen dorpje van Ligurië (op 1350 meter boven zeeniveau) en heeft sinds een paar jaar de wan-delaar geen enkele voorziening te bieden, zelfs geen bar. Toch ben ik er in goed vertrouwen heen gelopen.

NUmmER 6 ■ mAARt 2013mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE

OMNES14 15

Zitta is degene die dat vertrouwen beloont. Ze nodigt me spontaan uit in haar huis een bord pasta te ko-men eten. Dat aanbod neem ik graag aan. Het bord pasta met eigengemaakte pesto wordt gevolgd door gehaktballetjes in tomatensaus, boontjes met buffel-mozzarella, sla en chocoladepudding met limoncello toe. Later schuiven ook nog enkele vrienden en buren aan. En zo is het opeens een drukte van jewelste in het verstilde dorpje en nemen we enkele uren later als goede vrienden afscheid.

Sentiero delle Cinque terre

Na een kleine week over de Alta Via te hebben gelo-pen wil ik weer terug naar de Via della Costa. Vooral om de wereldberoemde “Cinque Terre” te kunnen passeren. Op de kaart staat een wandelroute ingete-kend, “il sentiero delle cinque terre”. Deze loopt in zuid-oostelijke richting en zou bij de Via della Costa moeten uitkomen, westelijk van de Cinque Terre. Maar ik heb geen enkele beschrijving van dit pad. Ik besluit maar weer eens los te laten: en dan vooral de plicht elke kilometer wandelend te moeten afleggen. Dat betekent de duim heffen, liften naar het dorpje Velva. Daar hoop ik op dat sentiero te komen en zo naar de kust te lopen. Vanaf Velva is er inderdaad een pad, zij het spaarzaam gemarkeerd. Van het “sentiero delle cinque terre” is geen spoor te beken-nen. De paden die ik wel zie ontberen elke vorm van

signalering. Dus daar waag ik me niet aan. Ik voel me door de kaartmakers misleid en zie me gedwongen urenlang in de brandende zon over gloeiend heet asfalt de provinciale weg te volgen naar de kust. Dit is het moment waarop ook ik aan de grenzen kom van mijn hitte¬bestendigheid. Mijn voeten staan in brand! Onder deze omstandigheden blijven lopen is pure zelfkwelling.

Zo leg ik ook de laatste tien kilometers van deze dag liftend af. De eerste automobilist die passeert toont direct mededogen. Krap twintig minuten later kom ik aan in Bonassola, op de Via della Costa, een tiental kilometers van de Cinque Terre. En daar lig ik even later tussen de bruingebrande lijven van luilekkerende Italianen te poedelen in het verkoelende water van de glasheldere baai. Mijn bezwete rugzak met nog nagloeiende bergschuiten vormen een vreemde eend in de bijt van opblaaseendjes, teen¬slippers, King Size badhanddoeken en zwemvliezen….Moraal van het verhaal: in je eentje zonder tent lopen door Ligurië stelt hoge eisen aan de fysieke en men-tale weerbaarheid van de Rome-pelgrim. Ik heb het volbracht, maar het hoogseizoen lijkt daarvoor niet de ideale periode. En dat is een fors understatement….

Gidsen:Ligurischer Höhenweg. Alta Via dei Monti Liguri. Sebastian Thomas. Uitg. Conrad Stein

La Via della Costa. L’itinerario ligure per la Via Francigena. Monica D’Atti, Franco Cinti. Uitg. Terre di Mezzo

Op pelgrimswegen.nl bij wandelroutes/ andere routes vind je een informatieblad over de Alta via dei Monti Liguri.

De alternatieve wegdoor Arnold Spijker

Al die mensen die afscheid nemen. Daarmee begint onze pel-grimage. Indrukwekkend is een medaille van Sint Christoffel die we krijgen van Ria en Gert. Sint Christoffel is de bescherm-heilige voor reizigers. Onze pelgrimage staat nu onder zijn bescherming. We nemen afscheid van de buren die ons daarna uitzwaaien. Nooit eerder ging ik zo weg. Iedereen leeft mee.

naast de auto staan. Er ligt een dekentje op de grond. Met z’n tweeën blijken ze te bidden.

Frappant. Wij zijn bezig met pelgrimeren waarvan we denken dat dit vooral een christelijke traditie is. Terwijl hier ergens middenin de bossen zomaar twee moslims bezig zijn te bid-den. Een van de moslims heeft een zwarte pet op. Hij draagt die pet omgekeerd op z’n hoofd. Dat lijkt wat vreemd.Raar, hoe je aan sommige ideeën komt. Hoezo zou heilig-heid een bepaalde vorm moeten hebben? Hoe kom je daarbij? Wie heeft dat bedacht? Waarom zou het niet met een omgekeer-de pet kunnen?Heiligheid en pelgrimeren beleef je op vele manieren. Moet iemand perse naar Rome of Santiago lopen om te pelgri-meren?

Ik denk van niet. Elke weg kan een pelgrimsweg zijn.

Mijn vrouw en ik namen de beslissing niet naar Santiago te wandelen. Al die drukte in die refugio’s, al dat file lopen, nee, dat trekt ons niet aan. Al met dit afscheid voelt onze keuze goed. We kiezen voor onze eigen pelgrimsweg. We willen vanuit huis vertrekken. Ons plan is een ronde door Duitsland. Eerst naar Aken. Dan via de Eifelsteig en Ausoniusweg naar Bingen aan de Rijn. Terug via de Rheinsteig en Krönungsweg weer naar huis.

Pelgrimeren heeft interessante overeenkomsten met het leven. De blokkades die je tegenkomt, bijvoorbeeld diepe plassen. Je kunt er doorheen gaan. Dan krijg je misschien natte voeten. Het kan ook zo diep lijken dat je maar liever even een omweg-getje maakt. Dat doe je in het leven ook zo.

Op onze route zie ik naar be-neden lopend twee mannen bij een grijze auto staan. De deur en de achterklep van de auto staan open. Als ik wat dichterbij kom zie ik ook groene laarzen

mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE

OMNES16

NUmmER 6 ■ mAARt 2013

17

Afbeeldingen Voorpagina tekening Ben Teunissen foto Cor Kuijvenhoven

6, 13 en 14 Arnoud Boerwinkel

11 en 15 Arnold Spijker

Achterzijde foto: Arnold Spijker gedicht: Geoffrey Chaucer (1343-1400)

De redactie heeft er naar gestreefd gebruik te maken van foto’s en illustraties van onze leden. Dank aan Judith en Riens Weijenberg voor hun assistentie bij de verzending van deze Omnes!

PelgrimsartikelenOp onze website pelgrimswegen.nl vind je de mogelijkheid diverse arti-kelen zoals speld, wimpel of badge te bestellen. Ook kun je daar alle informatie vinden met betrekking tot het lidmaatschap.

De Vereniging Pelgrimswegen naar Rome wil de be-langstelling voor pelgrims- en bezinningstochten naar Rome, te voet of op de fiets, vergroten en verdiepen.Zij doet dit door:- het beschikbaar stellen van informatie;- het uitwisselen van ervaringen;- het onderhouden van contacten met organisaties

met vergelijkbare doelstellingen in binnen- en buitenland;

- het verbreiden van kennis over tochten naar Rome en andere soortgelijke bestemmingen.

De Vereniging is op 27 oktober 2007 opgericht te Houten. Op onze website pelgrimswegen.nl staat informatie voor wandelaars en fietsers over alle aspecten van het pelgrimeren naar Rome.Tenminste vier maal per jaar ontvang je een digitale Nieuwsbrief en twee maal per jaar ontvang je dit blad Omnes. In de maand november hopen we alle leden te verwelkomen op de jaarlijkse ontmoetingsdag.

Bestuur van de VerenigingGert Wich, voorzitter, Pieter Quelle, secretaris, Ton Seijsener, penningmeester, Saskia Gischler, Cor Kuijvenhoven en Ben Teunissen, leden bestuur.

WerkgroepenEvenementen o.l.v. Cor Kuijvenhoven, Publicaties o.l.v. Ben Teunissen, Routes o.l.v. Pieter Quelle, Website o.l.v. Pieter Quelle

Redactie OmnesLeo Baeten, Arnoud Boerwinkel, Fokko Bos (medewerker boeken), Ruud Bruggeman, Cees Moens, Hans Reitsma, Arnold Spijker en Ben Teunissen (eindredactie)

RedactieadresBrouwersmolenweg 404a, 7339 EC Ugchelen, [email protected]

Opmaak en DrukAW media consultancy, Venlo

© Vereniging Pelgrimswegen naar Rome

Colofon

Nieuwe editie Franciscaanse voetreis! van de werkgroep Routes

De Franciscaanse voetreis van Florence via Assisi naar Rome is 563 kilometer Een deel van de route slingert zich over uitlopers van de Apennijnen met mooie uitzichten over Toscane, Umbrië en Latium en leid je door middel-eeuwse stadjes en langs eeuwenoude kloosters. Meestal over gemarkeerde stille paden en rustige landwegen. Soms is daarbij een stuk asfalt onvermijdelijk. De tocht voert je zo veel mogelijk over paden en wegen die Franciscus van Assisi, volgens de kenners, moet hebben belopen. Hij hield van de natuur en liep bij voorkeur door fraaie landschappen. Kerken, kloosters, kapel-letjes en grotten markeren onderweg de plekken waar hij 800 jaren geleden is geweest. Dé auteur die al vele pelgrims op hun tocht heeft begeleid is Kees Rooden-burg. Onvermoeid blijft hij ‘Een Franciscaanse voetreis’ actueel houden. In een felrode kleur is onlangs versie 2013 verschenen. In deze geheel herziene editie met 35 dagetappes op 168 pagina`s zijn veel verbeteringen in de tekst aangebracht. Van de 77 recente kaarten zijn er

enkele gecorrigeerd en er zijn een aantal prijsgun-stige overnachtingadressen toegevoegd. Ook heeft Rooden-burg ter vervanging van de trein-reis naar San Ellero een eerste dagetappe: Van Florence naar San Ellero, toegevoegd. Samen met enkele nieuwe foto`s ligt er , samen met deze gids, een uitdaging in de tocht voor ervaren lange afstandlopers door hoofdzakelijk bergachtig terrein. Op pelgrimswegen.nl vind je updates, hoogteprofielen en gps-gegevens bij deze uitgave!

staat bij de kassa van de plaatselijke supermarkt vind ik persoonlijk wat minder interessant, maar dat bepaal je helemaal zelf. Pelgrimswegen naar Rome twittert om op een eenvoudige manier direct contact te onder-houden met leden en andere geïnteresseerden. Het is een laagdrempelig medium om in contact te komen met mensen die om wat voor reden dan ook interes-sant zijn en die je daarvoor niet kende. Twitter is een kennisbron; de parate kennis van anderen op wat voor gebied ook is groot. En Twitter brengt nieuws; als in de wijk de stroom uitvalt, weet je dat eerder via Twitter dan via reguliere nieuwsbronnen.

Je moet je er een paar weken in storten om de kracht te ervaren. Want als je je eerste bericht plaatst, is er nog niemand die je volgt. En een beetje in het lucht-ledige roepen is raar en heeft niet erg veel nut. Twitter wordt pas leuk als jij andere mensen/organisaties volgt en als anderen jou volgen. Die volgers krijg je vanzelf als je interessante tweets samenstelt. Met weinig vol-gers en weinig volgenden is het in het begin saai.

Je eerste tweet is natuurlijk even span-nend. Maak het jezelf daarom niet te moeilijk. Iets simpels als: ‘Net een Twit-teraccount, nu op zoek naar interessante twitteraars. Tips zijn welkom!’, is prima.

Er is nog zoveel meer over Twitter te vertellen. Voor het aanmaken van een Twitteraccount en uitleg over retweeten, hashtags, trending topics en tinyurl’s verwijs ik naar http://www.twitter.com en http://www.twitterinfo.nl.

tjielp, tjielp, tjielp

door Everdiene Geerling

Het Twitteraccount van de Vereniging Pelgrims-wegen naar Rome is @PelgrimswegRome. Volg ons en wij volgen misschien wel jou.

twitteren. Is dat niet met die blauwe vogel? Klopt, en dan niet die grote, Pino, maar dat kleine blauwe vogeltje. Het Engelse werkwoord to twitter betekent namelijk kwetteren en tweet betekent gekwetter. modern gedoe? Helemaal niet. Zelfs de paus twittert. maar ook André Kuipers en Barack Obama. En dus ook Pelgrimswegen naar Rome.

Maar wat is het dan precies? Twitter behoort net als Facebook, LinkedIn, Hyves, Wikipedia en YouTube tot de sociale media. Dit zijn platforms waar de gebruikers de inhoud verzorgen, (vrijwel) zonder tussenkomst van een professionele redactie. Het gaat om interactie en dialoog tussen de gebruikers. Twit-ter heeft 170 miljoen actieve leden en 1,3 miljoen Nederlandse leden. Per dag komen 6,4 miljoen tweets uit Nederland.De kunst is om in maximaal 140 tekens (dat is niet veel) je bericht samen te stellen. Wat laat je dan we-ten? Het is maar net hoe je Twitter gebruikt, zakelijk of privé, en wat je ermee wilt bereiken. Dat je in de rij

Een franciscaanse voetreis, editie 2013Van Florence via Assisi naar RomeKees RoodenburgISBN: 978-90-805913-0-1 / NUR 502Den Haag, 2013

mAGAZINE VAN DE VERENIGING PELGRImSWEGEN NAAR ROmE

OMNES

Pelgrimswegen naar Rome

mezekouw 5

3823 Bt Amersfoort

[email protected]

www.pelgrimswegen.nl

www.pelgrimswegen.nl

When in April the sweet showers fallAnd pierce the drought of March to the root, and all

The veins are bathed in liquor of such powerAs brings about the engendering of the flower

[…]And the small fowl are making melody

That sleep away the night with open eye(so nature pricks them and their heart engages)

Then people long to go on pilgrimages

Agenda 2013

• Informatiedagen 16 maart medio september

• Bestuursvergaderingen 21 mei, 18 september

• Meeractueleinformatie bij agenda op pelgrimswegen.nl

• DigitaleNieuwsbrief april en augustus

• MagazineOmnes07 oktober 2013