Omgaan met verschillen Fase 1: Oriëntatie - osr.nu · • Uit jezelf komt vanuit je visie op...

16
OSR / Thema-brochure Omgaan met verschillen Fase 1: Oriëntatie Omgaan met verschillen Fase 1: Oriëntatie Training rond diversiteit in het onderwijs

Transcript of Omgaan met verschillen Fase 1: Oriëntatie - osr.nu · • Uit jezelf komt vanuit je visie op...

OSR / Thema-brochure Omgaan met verschillen Fase 1: Oriëntatie

Omgaan met verschillen Fase 1: Oriëntatie

Training rond diversiteit in het onderwijs

Omgaan met verschillen Fase 1: Oriëntatie

Training rond diversiteit in het onderwijs

Inhoudsopgave

Inleiding 6

1A. Waarom differentiëren? 8

1B. Begripsbepaling 9

1C. Definities en kenmerken 11

1D. Convergente en divergente differentiatie 12

5

6

Inleiding

Het thema ‘omgaan met verschillen’ is onderdeel van het project Versterking Samenwerking ((2013-2016) van de Opleidingsschool Rotterdam, waarin diverse Rotterdamse besturen voor vo samen werken met de Hogeschool Rotterdam, Sec (TU Delft) en Iclon (Universiteit Leiden). De themawerkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Rotterdamse schoolbesturen en het deelnemende hoger onderwijs.

‘Omgaan met verschillen’ lijkt een gemakkelijk thema maar is het zeker niet. Het laat zich namelijk niet reduceren tot een set simpele instructies en een stapel goede voorbeelden waardoor iemand een volleerd ‘beoefenaar’ van de differentiatie in de klas wordt. Omgaan met verschillen of differentiëren in de klas is iets wat verinnerlijkt en doorleefd moet worden: er is een mindshift bij de docent voor nodig. Pas wanneer deze heeft plaatsgevonden - waarbij niet alleen wordt gevoeld wat het onderwijs met leerlingen doet maar ook wordt opgepikt waaraan bij leerlingen behoefte bestaat en wat leerlingen recht doet - komt de docent echt toe aan het omgaan met verschillen.

Gevoed door persoonlijke ervaringen en ondersteund door maatschappelijke en wetenschappelijke inzichten heeft de werkgroep een mindmap gemaakt met aspecten die onderdeel uitmaken van het effectief omgaan met verschillen tussen leerlingen. Met de mindmap als leidraad heeft de werkgroep vervolgens een training ontwikkeld bestaande uit drie fasen. In deze fasen nemen we de deelnemers mee in een serie opdrachten en vragen.

Het is een bewustwordingsproces dat individueel maar ook in groepen kan worden doorlopen. Omgaan met verschillen in een school is immers iets wat groter is dan de individuele docent. Je maakt deel uit van een team en verzorgt samen onderwijs voor de leerlingen. Als team kun je beter omgaan met verschillen en onderwijs op maat bieden. Tussen de fasen in presenteren we diverse inzichten en bieden we allerlei bronnen ter verdere studie aan.

Themawerkgroep ‘Omgaan met verschillen’ - VSLS

7

1A. Waarom differentiëren?

Voordat we gaan kijken wat ‘omgaan met verschillen’ nu precies inhoudt en wat er voor nodig is om daaraan invulling te geven, gaan we eerst nader in op ‘het waarom’.

VerdiepingHet volgende filmpje geeft een goede verantwoording voor het beginnen met de vraag ‘waarom?’https://www.youtube.com/watch?v=u4ZoJKF_VuA

Doelstellingen opdrachten 1 t/m 4• Deelnemers worden zich bewust van hun eigen motivatie: de intrinsieke redenen waarom ze aan de training deelnemen.• Deelnemers worden zich bewust van mogelijke van buiten opgelegde redenen: extrinsieke redenen.

Opdracht 1Schrijf spontaan alle redenen op die je zou kunnen bedenken voor het (goed) omgaan met verschillen tussen leerlingen in de klas. Schrijf er minstens drie op, liefst meer.

Opdracht 2Wissel de redenen die je hebt opgeschreven uit met je buurman/buurvrouw. Bekijk of hij/zij dingen genoemd heeft waaraan jij niet gedacht hebt.

Opdracht 3Rangschik met je buurman/buurvrouw de redenen in volgorde van belangrijkheid: een lijstje waarbij de belangrijkste reden bovenaan staat en de minst belangrijke onderaan.

Opdracht 4Bepaal nu of de reden die jullie bovenaan gezet hebben, dus de belangrijkste reden om (goed) om te gaan met de verschillen tussen leerlingen:• Van buiten de school komt (A)• Van buiten jezelf komt (B)• Uit jezelf komt vanuit je visie op onderwijs (C)

Doelstellingen opdracht 5• Deelnemers worden zich bewust van persoonlijke, intrinsieke redenen om verschillen tussen leerlingen te honoreren.• Deelnemers worden zich bewust van redenen om te differentiëren vanuit een visie op onderwijs.

Opdracht 5Dit is een plenaire opdracht. De vragen worden door de begeleider of door een deelnemer aan de groep gesteld.• Wie van jullie heeft twee kinderen of meer? (Als er niemand in de groep is voor wie dat geldt: wie van jullie heeft twee of meer

neefjes of nichtjes in een gezin dat je goed kent?)• Als je naar die (twee) kinderen kijkt, lijken ze dan qua karakter op elkaar (bijvoorbeeld hoe ze met tegenslagen omgaan, of ze

gauw boos worden of uit het veld geslagen zijn)?• Hebben die kinderen ook dezelfde hobby’s en interesses?• Doen ze allebei evengoed hun best om, als ze iets willen, hun doel te bereiken?• Zijn er nog andere verschillen die je opvallen tussen die kinderen?• Denk je dat de kinderen ongeveer dezelfde schoolcarrière gaan doorlopen, of juist een heel andere? Waarom denk je dat?

Doelstellingen opdracht 6 en 7• Deelnemers worden zich bewust van het feit dat door veranderende onderwijsbehoeften de verschillen tussen leerlingen

zullen toenemen;• Deelnemers worden zich bewust van het feit dat door de veranderende samenstelling van onze bevolking de verschillen

tussen leerlingen verder zullen toenemen.

8

Opdracht 6• Zijn volgens jou de verschillen tussen leerlingen de afgelopen jaren toegenomen of kleiner geworden?• Waardoor zou dat komen?• Zie je in de toekomst de verschillen tussen leerlingen groter of kleiner worden?• Waardoor zou dat komen?• Denk je dat Passend Onderwijs bij die verschillen een rol speelt?• Denk je dat ‘superdiversiteit’ (zie hieronder) bij die verschillen een rol speelt?

VerdiepingDe 21ste eeuw wordt een eeuw van superdiversiteit. De etnisch-culturele diversiteit in Europa neemt verder toe, ook al proberen regeringen verdere migratie krampachtig af te remmen. In steden als Brussel of Rotterdam vormen mensen met wortels in migratie al de meerderheid van de stadsbewoners.

AchtergrondinformatieCrul, M., J. Schneider en F. Lelie (2013), Superdiversiteit. VU University Press.Geldof, D. (2015), Superdiversiteit: Hoe migratie onze samenleving verandert. Uitgeverij Acco.

Opdracht 7Hoe kijk je nu, als (aanstaand) docent naar de redenen om (beter) om te leren gaan met verschillen?

1B. Begripsbepaling

Er bestaan diverse aanduidingen voor het onderwerp van deze training. Ze overlappen elkaar voor een groot deel, maar benadrukken telkens een ander facet. Laten we de zes meest voorkomende eens nader onder de loep nemen.

1. Omgaan met verschillen2. De leerling centraal3. Personaliseren4. Individualiseren5. Interne differentiatie6. Inclusief onderwijs

Doelstellingen opdrachten 8 t/m 10• Deelnemers worden zich bewust van de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende begrippen die voor omgaan

met verschillen tussen leerlingen gebruikt worden;• Deelnemers worden zich bewust van het feit dat het belangrijker is om met het herkennen en honoreren van en het

inspelen op verschillen tussen leerlingen te beginnen dan precies de verschillen tussen allerlei verwante en overlappende begrippen te kennen: differentiëren is doen.

Opdracht 8Bepaal, eerst voor jezelf en dan in groepjes van twee of drie personen, óf er verschillen tussen de aanduidingen zijn en welke verschillen dat dan zijn.

Opdracht 9Bepaal, eerst voor jezelf en dan in groepjes van twee of drie personen, wat deze aanduidingen volgens jou benadrukken en wat ze met elkaar gemeen hebben.

Opdracht 10Kijk vanuit wat jullie gesprek heeft opgeleverd eens naar dit schema:

9

Uit: Personaliseren in het Leren, een Internationale Schets – Kennisnet, februari 2015

• Klopt het met wat jullie bedacht hadden? • Wat zijn de elementen die dit schema toevoegt aan wat jullie bedacht hadden? • Welke elementen missen jullie in het schema?• Maakt het veel uit of je in de klas start met omgaan met verschillen vanuit de kenmerken van de driedeling ‘Personalisatie’,

’Differentiatie’ en ‘Individualisatie’?

Personalisatie Differentiatie Individualisatie

De leerling stuurt zijn of haar eigen leerproces

De leraar geeft les aan groepen leerlingen

De leraar geeft les aan individuele leerlingen

• Verbindt het leren aan eigen interesses, passies en ambities

• Ontwikkelt de vaardigheden om zelf de juiste technologie en hulpmiddelen te kiezen en te gebruiken

• Bewijst dat hij/zij stof beheerst in een competentiegericht model

• Gebruikt toetsing om te leren

• Wordt zelfsturende leerling die eigen voortgang bijhoudt en reflecteert op basis van beheersing van stof en vaardigheden

• Stemt onderwijs af op de leerbehoeften van groepen leerlingen

• Selecteert technologie en hulpmiddelen gericht op de leerbehoeften van groepen leerlingen

• Houdt voortgang bij op basis van Carnegie units (contacturen) en niveau

• Gebruikt toetsing voor het leren

• Gebruikt data en toetsen om groepen en individuele leerlingen voortdurend feedback te geven ter bevordering van het leren

• Voortziet in leerbehoeften van de individuele leerling

• Selecteert technologie en hulpmiddelen gericht op de leerbehoeften van de individuele leerling

• Houdt voortgang bij op basis van Carnegie units (contacturen) en niveau

• Gebruikt toetsing van het leren

• Gebruikt data en toetsen om voortgang te bevestigen en te rapporteren wat de individuele leerling heeft geleerd

10

1C. Definities en kenmerken

Het zal je niet verbazen dat er voor het onderwerp van onze training veel verschillende definities zijn te vinden. We geven hier vier gangbare definities en kenmerken. Van 1 naar 4 worden ze steeds nauwkeuriger en meer beschrijvend. Ook zitten in sommige definities al pedagogisch-didactische keuzes verstopt.

1. Differentiatie is de onderwijskundige oplossing voor het omgaan met verschillen in het onderwijs (Bosker, 2005).2. Differentiëren is het bewust, doelgericht aanbrengen van verschillen in instructie, leertijd of leerstof binnen een (heterogene)

groep of klas leerlingen, op basis van onder andere hun prestaties (Berben en Tesseling, 2014).3. In een klas waarin wordt gedifferentieerd, doet de docent aan planning, voorbereiding en uitvoering van verschillende manieren

van aanpak ten aanzien van de leerstof, het onderwijsleerproces en het leerproduct anticiperend én reagerend op verschillen bij leerlingen voor wat betreft vereiste voorkennis en uitdaging, interesse en leerbehoeften. (Origineel: In a differentiated classroom, the teacher proactively plans and carries out varied approaches to content, process and product in anticipation of and response to student differences in readiness, interest and learning needs. (Tomlinson, 2005).

4. Leraren moet juist verschillen [tussen leerlingen] benadrukken, omdat ze de eigenheid, talenten, leerstijl en behoeftes van leerlingen respecteren (Simons, 1995).

Doelstellingen opdracht 11 en 12• Deelnemers worden zich bewust van de reikwijdte en nauwkeurigheid van verschillende definities.• Bij kenmerk 4: de deelnemers zien het verschil tussen 1 tot en met 3 aan de ene kant en 4 aan de andere kant. • De deelnemers zien dat het kenmerk van omgaan met verschillen dat Prof. Simons noemt, veel meer raakt aan het waarom

dan aan het hoe en teruggrijpt op Fase 1a. Het raakt tevens de grondhouding van de docent.

Opdracht 11Kies de definitie/set kenmerken die jou het meest aanspreekt. Bepaal voor jezelf tot in detail waarop je je keuze baseert en neem daarin de overeenkomsten en verschillen tussen de vier uitspraken mee. Reflecteer ook op de eerdere discussies over begripsbepaling (zie opdracht 2).

Opdracht 12Wissel de uitkomsten van Opdracht 1 uit in groepjes van twee of drie personen.

Doelstelling opdracht 13• Het zo concreet mogelijk benoemen van wat je in de klas aan handelingen en gedrag van docent en leerlingen ziet en het zo

letterlijk mogelijk citeren van wat je de docent en de leerlingen hoort zeggen dat getuigt van respect.

Opdracht 13‘Leerlingen respecteren’, ‘de verschillen tussen leerlingen respecteren’, het is zo gemakkelijk gezegd. Maar waarin uit zich dat? Bespreek deze vraag in het groepje en geef voorbeelden van zaken die je ziet en hoort: als een docent respect heeft voor de leerlingen, welk gedrag zie je dan voor je en wat voor opmerkingen hoor je dan? Maak dit zo concreet mogelijk.

Respect wordt tastbaar in de klas

Je ziet .… (handelingen van leerlingen en docent, zo concreet mogelijk omschrijven)• • • • •

Je hoort ... (uitspraken van leerlingen en docent, zo letterlijk mogelijk citeren)• • • • •

11

Doelstellingen opdracht 14• Het in kaart brengen van het continuüm tussen docent-/vakgericht enerzijds en leerlinggericht anderzijds waarop

docenten zich kunnen bevinden. • Nadenken over de plaats die de bij Opdracht 13 genoemde handelingen en uitspraken innemen op dat continuüm.

Opdracht 14• Geef eens voor jezelf aan waar jij op het onderstaande continuüm staat.• Waar op het continuüm wordt respect zichtbaar? Gebruik voorbeelden uit de vorige opdracht.• Welke ontwikkeling moet je doormaken, als je écht wilt kunnen differentiëren?

Multiple-level categorisatiemodel van concepties van lesgeven (Kember, 1997)

1D. Convergente en divergente differentiatie

Convergente differentiatieBij convergente differentiatie zijn er minimumdoelen die gelden voor de hele groep. Het eindpunt is dus voor alle leerlingen gelijk. Waarin gedifferentieerd wordt, is in de route naar die minimumdoelen toe. Verschillende leerlingen (of groepen leerlingen) kunnen verschillende soorten instructie krijgen, verschillende niveauopdrachten, meer tijd om de doelen te bereiken, verschillende werkvormen gericht op leervoorkeuren, meer of minder verdiepingsopdrachten die over verschillende leerstof gaat, verschillende toetsen (mits ze in ieder geval de minimumdoelen toetsen) die ze op verschillende momenten afleggen, etc. Maar alle wegen leiden uiteindelijk naar een en hetzelfde doel: ze convergeren.

Divergente differentiatieBij divergente differentiatie zijn er individuele doelen voor individuele leerlingen, afhankelijk van interesse en niveau. Dit impliceert individueel verschillende startmomenten, verschillende routes en verschillende eindresultaten: ze lopen uiteen, oftewel: divergeren.

Doelstellingen opdracht 15 en 16• De deelnemers laten nadenken over voordelen en nadelen van zowel convergente als divergente differentiatie;• De deelnemers met elkaar tot een zo volledig mogelijk overzicht laten komen.

Informatie doorgeven

Overbrengen van gestructureerde kennis

Begrip ontsluiten /doen ontslaan

Conceptueel inzicht / intellectuele ontwikkeling

Interactie tussendocent en leerling

Docentgericht / vakgericht

Leerlinggericht / gericht op leren

12

Opdracht 15Hieronder zie je drie kolommen. Zet in de linker kolom de voordelen van convergente differentiatie (plus), in de middelste kolom de nadelen (min) en in de rechterkolom zaken waar je bij convergente differentiatie aan denkt die niet zonder meer een plus of een min zijn maar er wel mee te maken hebben (voorwaarden, bijverschijnselen, etc.)

Convergente differentiatie

Doe nu hetzelfde met divergente differentiatie. Zet in de linkerkolom de voordelen van divergente differentiatie (plus), in de middelste kolom de nadelen (min) en in de rechterkolom zaken waar je bij divergente differentiatie aan denkt die niet zonder meer een plus of een min zijn maar er wel mee te maken hebben (voorwaarden, bijverschijnselen, etc.)

Divergente differentiatie

Opdracht 16Bespreek de uitkomsten in een groepje van twee of drie.

Doelstelling opdracht 17• De deelnemers denken na over het bij elkaar brengen van zo veel mogelijk voordelen van convergente en divergente

differentiatie.

Opdracht 17Bedenk een manier van differentiëren waarbij de voordelen van zowel convergente als divergente differentiatie worden gecombineerd. Neem daarbij ook de mate van respect voor de leerlingen en hun onderlinge verschillen mee.

Plus Min Interessant

Plus Min Interessant

13

Behaalde resultaten Fase 1. OriëntatieGewenste resultaat van deze fase:• De deelnemers hebben nagedacht over zowel extrinsieke als intrinsieke redenen waarom differentiatie een noodzakelijk

onderdeel van het docentenrepertoire is. • De deelnemers hebben nagedacht over verschillende begrippen die in de onderwijswereld de afgelopen jaren in verband

zijn gebracht met differentiatie.• De deelnemers hebben definities van differentiatie geanalyseerd en hebben zich een mening gevormd over de

grondhouding waarmee docenten überhaupt zinvol kunnen differentiëren.• De deelnemers beseffen dat de keuze tussen convergente en divergente differentiatie geen zwart-wit keuze is en dat

respect voor de leerling bij deze keuze altijd leidend is.

14

Training Omgaan met verschillenHoe geef je les aan leerlingen die zo van elkaar kunnen verschillen? One size doesn’t fit all ... Om iedereen recht te doen, wil je maatwerk leveren. De training ‘Omgaan met verschillen’ helpt je daarbij. Een training van docenten voor docenten in drie fases: oriëntatie, opheffen van blokkades en verdieping. Een training op maat.De training is te vinden op de website van Opleidingsschool Rotterdam: www.osr.nu.

Versterking SamenwerkingIn het project Versterking Samenwerking (2013-2016) heeft Opleidingsschool Rotterdam de volgende activiteiten uitgevoerd:• Professionalisering van beginnende leraren (verder) integreren in de opleidingsschool.• Versterking van de samenwerking op het gebied van de thema’s ‘omgaan met

verschillen’, ‘opbrengstgericht werken’, ‘ouderbetrokkenheid’ en ‘pesten’.• Ontwikkeling van producten rond deze thema’s die lerarenopleidingen

en scholen kunnen inzetten in het leerproces van studenten (op weg naar startbekwaam) en beginnende leraren (op weg naar bekwaam).

De activiteiten zijn uitgevoerd met subsidie van de Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen.

Opleidingsschool RotterdamOpleidingsschool Rotterdam, kortweg OSR, is een samenwerkingsverband van scholen voor voortgezet onderwijs van drie schoolbesturen in de regio Rotterdam en drie opleidingsinstituten. De OSR biedt ambitieuze, gemotiveerde eerste- en tweedegraads studenten en docenten goed begeleide opleidingsplaatsen in de aangesloten scholen. Door regionale samenwerking speelt de OSR een belangrijke rol bij de aanpak van problemen op de arbeidsmarkt in het onderwijs.

| www.osr.nu