Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te · PDF fileopneembaar prestart voer aan te...

3
Een goede darmgezondheid is de basis van goede prestaties in de varkenshou- derij. Vooral in overgangssituaties ver- dient de voeding van het dier extra aan- dacht; dit geldt dus ook bij het speen- proces. Het wegvallen van de moeder(melk), de verandering in huis- vesting en voeding en het mengen van tomen leveren stress op voor de jonge big. De darmgezondheid komt daardoor onder druk te staan. In de zoogperiode wordt de zuurbarrière in de maag in stand gehouden door de fermentatie van lactose tot melkzuur. De lage maag- pH bevordert de vertering van eiwit, via de omzetting van pepsinogeen in pepsi- ne. Een lage maag-pH voorkomt dat (potentieel pathogene) bacteriën de dunne darm bereiken. Voeding in de zoogperiode Door in de zoogperiode smakelijk, goed verteerbaar, vers en gemakkelijk opneembaar prestart voer aan te bie- den, went de big aan het opnemen van vast voer. Ook dient in de zoogperiode schoon drinkwater ter beschikking van de jonge big te staan. Het risico op maagdarmproblemen neemt hiermee af. Als de wateropname onvoldoende is, blijft ook de voeropname achter. De nip- pels moeten regelmatig worden gecon- troleerd. Ook bij brijvoedering zijn apar- te drinkgelegenheden nodig voor de gespeende biggen. Voldoende vreetplaatsen Na spenen moet elke big de gelegen- heid hebben om voer op te nemen. Als elke big een vreetplaats heeft, kunnen alle dieren tegelijk vreten. Daardoor kunnen de ranglage biggen voldoende voer opnemen en wordt voorkomen dat de dominante biggen zich overvreten. Door het voer vochtig-kruimelig aan te bieden, wordt de voeropname verder gestimuleerd. Een gelijkmatige voerop- name na spenen geeft minder risico op verteringsproblemen en diarree. Voervorm Voer in meelvorm bevordert de men- ging van de spijsbrok met vocht en maagzuur. Het kan bij ad lib voedering bovendien een meer geleidelijke voer- opname opleveren dan gepelleteerde voeders. Het voersysteem op het bedrijf moet natuurlijk wel geschikt zijn voor Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te voorkómen, moet aandacht worden besteed aan voeding van de big voor en na spenen. Bijvoeding in de zoogperiode, voldoende vreetruimte voor elke big na spenen, bevorderen van de wateropname, ondersteunen van de maagbarrière, (organische) zuren en andere toevoegmiddelen in het speenvoer, dragen bij aan een probleemloze overgang bij spenen. ‘Oplosbaarheid voer v Diervoeding [Heinrich Kleine Klausing *] Invloed van het gehalte aan drukhydrother- misch ontsloten (gekookte) gra- nen op het oplosgedrag van gepelleteerd voer in water (tijdsbestek: 10 minuten). 34-36_Voedingsmaatregelen:34-36 31-05-10 12:44 Pagina 34

Transcript of Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te · PDF fileopneembaar prestart voer aan te...

Page 1: Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te · PDF fileopneembaar prestart voer aan te bie-den, went de big aan het opnemen van vast voer. Ook dient in de zoogperiode ... maag daalt

Een goede darmgezondheid is de basis

van goede prestaties in de varkenshou-

derij. Vooral in overgangssituaties ver-

dient de voeding van het dier extra aan-

dacht; dit geldt dus ook bij het speen-

proces. Het wegvallen van de

moeder(melk), de verandering in huis-

vesting en voeding en het mengen van

tomen leveren stress op voor de jonge

big. De darmgezondheid komt daardoor

onder druk te staan. In de zoogperiode

wordt de zuurbarrière in de maag in

stand gehouden door de fermentatie

van lactose tot melkzuur. De lage maag-

pH bevordert de vertering van eiwit, via

de omzetting van pepsinogeen in pepsi-

ne. Een lage maag-pH voorkomt dat

(potentieel pathogene) bacteriën de

dunne darm bereiken.

Voeding in de zoogperiode

Door in de zoogperiode smakelijk, goed

verteerbaar, vers en gemakkelijk

opneembaar prestart voer aan te bie-

den, went de big aan het opnemen van

vast voer. Ook dient in de zoogperiode

schoon drinkwater ter beschikking van

de jonge big te staan. Het risico op

maagdarmproblemen neemt hiermee af.

Als de wateropname onvoldoende is,

blijft ook de voeropname achter. De nip-

pels moeten regelmatig worden gecon-

troleerd. Ook bij brijvoedering zijn apar-

te drinkgelegenheden nodig voor de

gespeende biggen.

Voldoende vreetplaatsen

Na spenen moet elke big de gelegen-

heid hebben om voer op te nemen. Als

elke big een vreetplaats heeft, kunnen

alle dieren tegelijk vreten. Daardoor

kunnen de ranglage biggen voldoende

voer opnemen en wordt voorkomen dat

de dominante biggen zich overvreten.

Door het voer vochtig-kruimelig aan te

bieden, wordt de voeropname verder

gestimuleerd. Een gelijkmatige voerop-

name na spenen geeft minder risico op

verteringsproblemen en diarree.

Voervorm

Voer in meelvorm bevordert de men-

ging van de spijsbrok met vocht en

maagzuur. Het kan bij ad lib voedering

bovendien een meer geleidelijke voer-

opname opleveren dan gepelleteerde

voeders. Het voersysteem op het bedrijf

moet natuurlijk wel geschikt zijn voor

Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te voorkómen, moet aandacht worden

besteed aan voeding van de big voor en na spenen. Bijvoeding in de zoogperiode, voldoende

vreetruimte voor elke big na spenen, bevorderen van de wateropname, ondersteunen van de

maagbarrière, (organische) zuren en andere toevoegmiddelen in het speenvoer, dragen bij

aan een probleemloze overgang bij spenen.

‘Oplosbaarheid voer vDiervoeding [Heinrich Kleine Klausing *]

Invloed van het

gehalte aan

drukhydrother-

misch ontsloten

(gekookte) gra-

nen op het

oplosgedrag van

gepelleteerd

voer in water

(tijdsbestek:

10 minuten).

34-36_Voedingsmaatregelen:34-36 31-05-10 12:44 Pagina 34

Page 2: Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te · PDF fileopneembaar prestart voer aan te bie-den, went de big aan het opnemen van vast voer. Ook dient in de zoogperiode ... maag daalt

D e M o l e n a a r n r . 8 1 1 j u n i 2 0 1 034 35

r van groot belang’

meelvoedering zonder verliezen.

In Duitsland wordt meelvoeding voor

biggen veel toegepast; het voermanage-

mentsysteem is hiervoor goed toegerust.

In Nederland wordt 99 procent van het

biggenvoer gepelleteerd (al dan niet

verkruimeld) verstrekt in droogvoerbak-

ken.

Voeder in meelvorm mengt zich gemak-

kelijker met water (in brijvoer, maar ook

in de maag), wat de voeropname en

gezondheid van de biggen verbetert. Bij

gepelleteerde voeders is het daarom van

belang om aandacht te besteden aan de

‘oplosbaarheid’ van de pellets. Elke

voeraanpassing of –toevoeging die het

uiteenvallen van de korreltjes in een

vochtige omgeving bevordert, is gun-

stig.

Gekookte granen

Het gebruik van gekookte granen met

een hoge zetmeel-hydrolyse-graad is

een belangrijke technische toepassing

om het uiteenvallen van gepelleteerde

voeders in water te bevorderen. In de

maag daalt de pH van de spijsbrok daar-

door snel. Het percentage gekookte gra-

nen in de voerformulering heeft een

directe invloed op deze ‘oplosbaarheid’

(zie foto). De gekookte zetmeelkorrels

nemen veel sneller water op en zwellen

daardoor sneller, waardoor de pellets

snel uiteenvallen.

Maagbarr ière

De maag heeft een belangrijke functie

als barrière tegen de instroom van bacte-

riën in de darm. Om de maagfunctie van

de pasgespeende big te ondersteunen,

moet het voer snel uiteenvallen in de

maag, zodat het maagzuur zich goed

kan mengen met de spijsbrok. De viscosi-

teit van het voer kan hierbij een rol spe-

len, zoals blijkt uit onderzoek van

Fledderus et al. Zij verhoogden de viscosi-

teit door toevoeging van carboxymethyl-

cellulose (CMC) en vonden dat dit leidde

tot een langere verblijftijd in de maag,

een verhoogde aminopeptidase-activiteit

en een verbeterde eiwitvertering (zie

tabel 1). Voor de praktijk is toevoeging

van CMC aan biggenvoeders niet

geschikt. Wel kan de viscositeit worden

bevorderd via technologische hittebehan-

deling van voercomponenten. Vooral

ontsloten granen zijn gunstig, omdat die

de viscositeit in de maag verhogen. De

viscositeit in de darm wordt niet beïn-

vloed, omdat het ontsloten zetmeel daar

snel wordt afgebroken door amylase.

Als de spijsbrok vanuit de maag de

dunne darm bereikt, zorgt de pancreas

voor verhoging van de pH, zodat de

enzymen in de darm hun werk goed kun-

nen doen. De secretie van de pancreas

wordt gestuurd door de hormonen secre-

tine en cholecystokinine (CCK) en door

de nervus vagus. Als de pH van de bin-

nenstromende chymus te veel varieert,

reageert de bicarbonaatsecretie door de

pancreas niet snel genoeg. Dit kan leiden

tot een te hoge pH in het begin van de

dunne darm, waardoor pathogene bacte-

riën (E. coli bijvoorbeeld) zich kunnen

Voedingsmaatregelen verbeteren darmgezondheid biggen

Tabel 1. Effect van verhoogde viscositeit (via CMC-toevoeging) op fysiologische parameters bij biggen

(Fleddereus et al., 2007).

Controle CMC p

Viscositeit (mPa s) 3,6 21,8

Verblijftijd in de maag 21,4 25,7 0,18

(% marker-recovery)

Eiwithydrolyse in de maag (%) 26 34 0,13

Activiteit aminopeptidase 359 516 <0,01

(U/g eiwit)

Ileale N-vertering (%) 75,2 79,8 0,22

Fecale N-vertering (%) 80,3 84,2 0,04

34-36_Voedingsmaatregelen:34-36 31-05-10 12:44 Pagina 35

Page 3: Om maagdarmstoornissen bij gespeende biggen te · PDF fileopneembaar prestart voer aan te bie-den, went de big aan het opnemen van vast voer. Ook dient in de zoogperiode ... maag daalt

D e M o l e n a a r n r . 8 1 1 j u n i 2 0 1 036 37

>> ‘Oplosbaarheid voer van groot belang’

vermeerderen. Om diarree te voorko-

men, is het dus van belang dat de pH van

de maaginhoud laag en constant is bij

het verlaten van de maag.

Zuurtoevoeging

Anorganische zuren (zoals fosforzuur)

hebben alleen een pH-verlagend effect.

Organische zuren (mierenzuur, melk-

zuur, fumaarzuur, citroenzuur, bezoë-

zuur, propionzuur) kunnen in ongedisso-

cieerde toestand de celmembraan van

micro-organismen passeren. In de bacte-

riecel dissociëren ze vervolgens en de H+

ionen en de anionen verstoren het me -

tabolisme van de cel, zodat die sterft.

Tabel 2 geeft de werking van verschil-

lende organische zuren weer. De beste

resultaten worden bereikt door een

combinatie van zuren met verschillende

eigenschappen toe te passen.

Andere addit ieven

De darmgezondheid kan ook worden

ondersteund door andere toevoegmid-

delen. NSP-afbrekende enzymen (xyla-

nase, glucanase) zorgen ervoor dat de

viscositeit in de darm niet te hoog

wordt. De NSP-afbraakproducten leve-

ren energie voor de big. Door de

afbraak van NSP komen meer eiwitten,

mineralen en spoorelementen beschik-

baar.

Probiotica ondersteunen de kolonisatie-

resistentie in de darm en toevoeging

van prebiotica kunnen de gunstige bac-

teriën bevoordelen en de aanhechting

van potentieel schadelijke bacteriën

(E.coli, Salmonella) aan de darmwand

voorkómen.

Diverse kruiden en specerijen worden

ook toegepast in de biggenvoeding.

Deze fytogene producten worden

gerangschikt bij de aroma’s en eetlust-

stimulerende stoffen. Bekende voorbeel-

den zijn oregano, kaneel, tijm, knoflook

en anijs. Componenten van deze pro-

ducten kunnen ook specifieke effecten

in het maagdarmkanaal hebben, zoals

het bevorderen van de secretie van

speeksel, maagsap, galzuren en verte-

ringsenzymen. Saponinen reguleren de

gasvorming in de dikke darm en kunnen

zo ammoniakconcentratie in de stallucht

verminderen.

Middenlangketenige vetzuren (MCFA)

en triglyceriden (MCT) remmen de groei

van gram-negatieve en gram-positieve

bacteriën. De combinatie van MCFA of

MCT met organische zuren biedt per-

spectieven die momenteel worden

onderzocht.

Conclusie

Via voedingsmaatregelen kan de

(darm)gezondheid van gespeende big-

gen worden verbeterd. Zowel in het

voermanagement als in de voersamen-

stelling zijn er mogelijkheden om de

biggen een probleemloze overgang bij

het spenen te bieden. -* Heinrich Kleine Klausing is werkzaam bij

Deutsche Tiernahrung. Het artikel is vertaald

door Carolien Makkink.

Het wegvallen van

de moeder(melk),

de verandering in

huisvesting en

voeding leveren

stress op voor

jonge biggen.

Citroen- Mieren- Melk- Benzoë- Propion-

zuur zuur zuur zuur zuur

Biologische acti-

viteit (pH 4,5) 3,7% 15% 19% 32% 71%

Deeltjes als %

van mierenzuur 24 100 51 38 62

Actief tegen: bacteriën bacteriën bacteriën bacteriën gisten

gisten gisten schimmels

schimmels

Locatie van

activiteit bek + maag maag bek + maag darm maag

Tabel 2. Werking van verschillende organische zuren (Matthies en Rimbach, 2007).

34-36_Voedingsmaatregelen:34-36 31-05-10 12:45 Pagina 36