Ogh Visie 2010 zomer

32
Oracle Gebruikersclub Holland Oracle en de cloud APEX helaas gratis BPEL in een BPM-wereld Verslag tweede OGh DBA-dag APEX helaas gratis BPEL in een BPM-wereld Verslag tweede OGh DBA-dag t * from a, b a.c1 = b.c1 .c1 = ‘x’ VISIE Najaar 2010 • Jaargang 15 • Nummer 2 h 7,50

description

OGh Visie van de zomer van 2010. Hierin een verslag van Philip Brand van Quobell over een presentatie welke ik voor de OGh heb gehouden met betrekking tot mijn eerste ervaringen op het gebied van Oracle BI 11g.

Transcript of Ogh Visie 2010 zomer

Page 1: Ogh Visie 2010 zomer

Oracle GebruikersclubHolland

Oracleen de cloud

APEX helaas gratis

BPEL in een BPM-wereld

Verslag tweede OGh DBA-dag

APEX helaas gratis

BPEL in een BPM-wereld

Verslag tweede OGh DBA-dag

select * from a, bwhere a.c1 = b.c1and a.c1 = ‘x’

VISIENajaar 2010 • Jaargang 15 • Nummer 2 • h 7,50

Page 2: Ogh Visie 2010 zomer

Programma OGh 2010-2011In elk kalenderjaar ontplooit de OGh de volgende activiteiten*:• Hetorganiserenvaneenviertal SpecialInterestGroupdagen• Hethoudenvanelfthemabijeenkomsten• HetdriemaaluitbrengenvandeOGhVisie• HethoudenvanSIG-bijeenkomsten

Special Interest Group dagenMiniseminarsvoor100-150deelnemersIn2010zijndevolgendeSIG-dagengehouden:• APEX-dag,30maart• FusionMiddleware/SOA-dag,19mei• DBA-dag,14septemberDeSpatial-dagwordtop25novembera.s.gehouden,insamenwerkingmetOracleNederland.

Tijdens een SIG-dag geven externe experts en leden vande OGh in een miniseminar presentaties over hun ervar-ingen en dragen ze kennis over aan de toehoorders. Hetdoelvandedagiskennisuitwisselingennetwerken.DeditjaargehoudenAPEX-dag,deFusionMiddleware/SOA-dagenrecentdetweedeDBA-dagbewijzenmethunhogeop-komsteneengoedewaarderingdathieraanveelbehoeftebestaatbijde leden,Vandaardatervoor2011weervier-

maaleenSpecial InterestGroupdag (miniseminar) opdeagendastaat.DeAPEX-dagwordtinmaartgehouden,deFusionMiddle-ware-dagisgeplandinmeiendederdeDBA-dagzaleindseptember/begin oktober plaatsvinden. De Spatial-dagwordtevenalsditjaarinnovembergehouden.

ThemabijeenkomstenVoor 2010 zijn staan nog de themabijeenkomsten op deagendaop12oktober,17novemberen23december.Deagendavoor2011wordtlaterditjaarvastgesteldengepub-liceerdopdeOGhwebsiteeninOGhVisie.

De themabijeenkomsten worden gehouden in de MorsezaalbijOracleinDeMeern.Deverdelingvandethema’sisalsvolgt:• 4maaleendatabase-gerelateerdonderwerp• 3maaleenFusionMiddleware-gerelateerdonderwerp• 2maaleenBusinessIntelligence-gerelateerdonderwerp• 2maaleenalgemeenOracle-gerelateerdonderwerp

HetprogrammaeninformatieoverdeOGhbijeenkomstenistevindenopwww.ogh.nl.

*dataondervoorbehoud

ORDINAZOEKT ERVAREN ORACLE SPECIALISTEN

Ordina heeft de grootste Oracle practice in Nederlanden is partner van Oracle. Om voorop te blijven lopen in ontwikkelingen binnen verschillende markten zoals Finance, Public, Zorg en Industrie worden de vaardig-heden van onze specialisten voortdurend aangescherpt. Bijvoorbeeld door actief deel te nemen aan Masterclasses of participatie in Special Interest Groups. Professionele samenwerking met onze klanten vinden webelangrijk. Niet alleen bij implementaties van applicationsuites zoals eBS, Siebel en JDEdwards. Maar ook bij deontwikkeling van maatwerk met behulp van Jdeveloper,Designer en Forms. Bij Ordina krijg je de ruimte om je te ontwikkelen. Door praktijkervaring, coaching en certificering. Of je nou Consultant, Developer of DBA bent. Wil jij onderdeel uitmaken van een team professionals op het gebied van Oracle? Kijk dan direct op www.werkenbijordina.nl.

Page 3: Ogh Visie 2010 zomer

ColofonRedactieHans Gerritse (hoofdredacteur)Learco Brizzi (Itium BV)Frits Hoogland (VX Company)Michiel Jonkers (USG People)Milan Uitentuis (Atlis Informatiesystemen)E [email protected]

Redactieadres/ secretariaatOGh/ advertentie-exploitatieOracle Gebruikersclub HollandPostbus 7013700 AS ZeistT + 3130 69 97 065F + 3130 69 62 378E [email protected]

RealisatieDrukkerij Donath B.V., ZeistE [email protected]

Organisatie/ OGh Secretariaat/advertentie-exploitatieGuusje van der WeijdenBMO b.v, ZeistT +313069097070F +31 30 6962378E [email protected]

Gebruikersbijeenkomsten/ congressenOnderwerpen/ Werving sprekers Theo KosterConclusion Communiation, UtrechtE [email protected]

Bestuur OGhRobin Buitenhuis (voorzitter)Ciber Nederland BVE [email protected] Ise Douwes (penningmeester)Quobell bvE [email protected]

Milan Uitentuis (secretaris)Atlis InformatiesystemenE [email protected]

Learco BrizziItium B.V.E [email protected]

Yung FuItude TechnologyE [email protected]

Erik HogervorstAxis Into ICTE [email protected]

Jaime Conejo VerheijdenCreetionE [email protected]

Oplage 6.500

OGh Visie is een uitgave van Oracle Gebruikersclub Hollanden wordt verzonden aan al haar leden en Oracle geïnteresseerden. U kunt zich aanmelden voor een gratisabonnement via de website www.ogh.nl © 2010 OGh

Geachte lezer,

De tweede OGh DBA-dag was opnieuw een zeer suc-cesvol evenement. Met 110 aanwezige DBA’s en 11 ses-sies (2 plenair en 3 x 3 parallel) was het een drukte van belang. Tevens hadden we 2 sponsors waarvan 1 met een stand. Het volgende event is een Spatial dag. Zodra daar meer over bekend is, zullen we u langs de gebruikelijke weg daarover informeren.

VISIE

Voorwoord

Inhoud

Een vooraankondiging vindt u elders in dit nummer. Het doet het bestuur goed dat onze mini events naast de thema-bijeenkomsten goed bezocht en goed ge-waardeerd worden. We hebben dan ook besloten om de ingeslagen weg voort te zetten en zullen ook in 2011 weer 4 mini events organiseren.In het vorige nummer heb ik al de aankondiging van de algemene ledenver-gadering mede langs elektronische weg gedaan. Inmiddels zijn de statuten door de notaris aangepast en is dit nu formeel mogelijk. Mocht u de statuten willen lezen, dan kunt u deze vinden op www.ogh.nl. Leden die niet in de gelegenheid zijn de vergadering bij te wonen, kunnen vooraf via elektronische weg stemmen over de voorstellen tot besluitvorming. In de ALV zullen dan vervolgens, op basis van de ontvangen reacties en stemming van de wel aanwezige leden, rechtsgeldige

besluiten kunnen worden genomen. De uitnodiging om deel te nemen aan de ALV zullen alle contactpersonen digitaal ontvangen en de stukken zullen op het besloten gedeelte van de site worden op-genomen.

Het nieuwe toehoorderlidmaatschap voor studenten en ZZP’ers begint nu ook uit de verf te komen. Op dit moment zijn het er al 22. Voor wie het nog niet gedaan heeft: Sluit je aan bij de OGh-group op LinkedIn. De OGh is er voor de leden. Dus heeft u ideeën, suggesties, wensen, vragen of wilt u een steentje bijdragen? Laat het ons weten! Als u uw stem laat horen, zullen wij luisteren.

Tot ziens op een van de OGh-bijeenkom-sten.

Robin BuitenhuisVoorzitter OGh

Voorwoord door Robin Buitenhuis 3

Ook Oracle omarmt nu de cloud 4

Samenwerking OGh en Oracle Business Club 5

Cloud computing en Oracle door Frits Hoogland 6

Oracle introduceert Exalogic Elastic Cloud 7

Column – APEX helaas gratis door Learco Brizzi 8

Geslaagde OGh Fusion Middleware-dagkrijgt volgend jaar zeker een vervolg 9

BPEL in een BPM-wereld door Martien van den Akker 11

Proactief monitoring en beheer van Oracle Fusion Middleware door Denis Joanides 14

WebLogic vs Oracle AS (OC4J) door Edwin Biemond 17

Database performance tuning en troubleshooting door Gerard Uiterwaal 18

Oracle Locator and Oracle Spatial 11gBest Practices door Han Wammes 23

Oracle Spatial dag 25 november: ‘Spatial and IT aligned’ 25

Verslag tweede DBA-dag 26

Eerste ervaringen met Oracle BI 11g R1 door Philip Brand 30

Page 4: Ogh Visie 2010 zomer

In kort bestek komen de cloudplannen er op neer dat Oracle zowel Software-as-a-Service (SaaS, of On Demand in Ora-cle-terminologie), Platform-as-a-Service (PaaS) en Infrastructure-as-a-Service (IaaS) levert voor publieke clouds en private clouds. Oracle verwacht dat ondernemingen zich ontwikkelen naar cloud computing, waarbij een mix ontstaat van private clouds met een gedeelde infrastructuur of gedeelde services. Oracle levert hier-voor een uitgebreide set van bouwstenen op basis van grid computing in alle la-gen van dit platform, met value-added componenten zoals SOA, BPM, Identity Management en gebruikersinteractie.Door de overname van Sun kan Oracle een complete stack van producten lever-en voor een open en geïntegreerd Cloud Platform, van opslagmedia en servers, besturingssysteem en virtualisatielaag tot aan databases, middleware en appli-caties, met Oracle Enterprise Manager als overkoepelende beheerlaag.Overigens is in de Oracle cloudplannen geen plaats meer voor de Sun Cloud. Sun’s alternatief voor de succesvolle Amazon EC2 clouddienst is na de over-name stopgezet, maar Oracle gaat wel investeren in Sun hardware en de inte-gratie van hardware en software.

Publieke cloudsKlanten kunnen Oracle producten te-genwoordig ook inzetten voor publieke clouds als Amazon en andere service providers, vertelde Chris Baker, Senior Vice President bij Oracle EMEA tijdens de roadshow. Verder biedt Oracle On Demand een verzameling enterprise

applicaties, waaronder Siebel CRM, in de vorm van services met flexibele gebruiksmodellen. Voor ISV’s (Inde-pendant Software Vendors) en service providers die SaaS, PaaS en IaaS service leveren, biedt Oracle volgens Baker een compleet, open en geïntegreerd cloud platform met de hoogste niveaus van performance, schaalbaarheid, betrouw-baarheid, beschikbaarheid en beveilig-ing.

Ondernemingen die publieke clouds inzetten beschikken met Oracle Fusion Middleware over integratiefaciliteiten waarmee het eenvoudig is een schei-ding te maken tussen voorwaardelijk en openbaar gebruik van cloud services.

Definitie“A style of computing where scalable and elastic IT-enabled capabilities are delivered as a service to customers us-ing Internet Technologies”. Zo luidt de definitie van cloud computing die markt-onderzoekbureau Gartner hanteert. Vol-gens Philip Dawson van Gartner zal de cloud SOA services laten integreren in algemene IT. Private cloud computing is daarbij de eerste stap naar cloud com-puting. De service-ownership en service-toegang bepalen daarbij of een service publiek of privaat is, maar veel services zullen daar een mengvorm van zijn.Dawson gaf CIO’s en operationele IT-medewerkers het advies mee om nu te gaan experimenteren met de cloud

Oracle en cloud computing

4 OGh Visie

Ook Oracle omarmt nu de cloudEind vorig jaar nog veegde Oracle topman Larry Ellison tijdens een aandeelhoudersvergadering de vloer aan met Salesforce.com en met name het cloud computing bedrijfsmodel dat de Oracle concurrent hanteert. “Salesforce.com is nergens zonder Oracle-power onder de motorkap”. Ook bij andere gelegenheden liet de Oracle CEO regelmatig zijn afkeer blijken van cloud computing en de waarde die het begrip cloud inmiddels heeft gekregen.Bij Oracle zelf werd dan ook alleen binnens-kamers over de cloud gerept, temeer omdat Ellison zelf hardnekkig bleef vasthouden aan de term grid computing – de ‘g’ in de laatste versienamen. In dat licht is het op z’n minst opmerkelijk dat Oracle vrij plotseling een flinke ommezwaai lijkt te hebben gemaakt en de eerder zo gewraakte cloud nu stevig omarmt. Er is zelfs een grootscheepse roadshow opgetuigd om de klanten wereldwijd te informeren over de cloudplannen en strategie van Oracle.

Ondanks afkeer CEO Larry Ellison van ‘cloud computing-hype’

Nu Oracle een forse ommezwaai heeft gemaakt richting de cloud rijst de vraag of de vol-gende release van de database nu ook Oracle 12c zal gaan heten.

Page 5: Ogh Visie 2010 zomer

(en daarbij te ontdekken waar het al plaatsvindt binnen de organisatie). Hij adviseert organisaties in de eerste drie maanden virtualisatie te gebruiken als katalysator voor modernisatie van de IT (technologie, proces, mens) en hun services in kaart te brengen (inventari-satie, SLA’s, kosten). Ook zouden organisaties een strategie moeten ontwikkelen voor private clouds en services, en moeten ontdekken welke nieuwe mogelijkheden voor de onderneming ontstaan door cloud com-puting. De volgende twaalf maanden zouden organisaties in de visie van Gartner moeten besteden aan het ont-wikkelen van een algehele cloud com-puting-strategie en het opbouwen van een dynamische sourcing-organisatie.Gartner-onderzoeker Chris Dawson kon nog niet direct synergievoordelen

ontdekken van de overname van Sun (of fusie, zoals beide partijen het noemen).

Martin de Jong van Sun Microsystems ziet die synergievoordelen al wel, zo gaf hij in zijn keynote aan. Sun voegt vol-gens hem naast opslagmedia en servers ook cloudtechnologie toe aan Oracle, in de vorm van de geïntegreerde beveili-gingstechnologie van Solaris (‘The Cloud Operating System)’en virtualisa-tie (desktop, server en storage). Binnen de cloud is nog steeds infrastructuur nodig en die bood Sun al aan in samen-werking met Oracle. Volgens Sun is die samenwerking door de fusie ‘alleen wat intensiever geworden’.

VirtualisatieOracle Technology Sales Consultant John Abrahams legde tijdens de road-

show uit hoe virtualisatie cloud com-puting ondersteunt. Virtualisatie maakt cloud computing beter beheersbaar en economischer, doordat IT resources niet meer gebonden zijn aan een vast ge-bruiksdoel. De software draait dus onaf-hankelijk van de fysieke hardware.

Server virtualisatie en clustering zijn de belangrijkste technologieën voor de cloud, want die maken naast resource pooling ook flexibele schaalbaarheid en snelle deployment mogelijk. De Oracle VM Server Virtualization software is daarbij de virtualisatie-oplossing voor zowel Oracle- als niet-Oracle applica-ties, aldus Abrahams. Ook hij benadruk-te dat (alleen) Oracle – samen met Sun -complete, geïntegreerde oplossingen biedt, die fysieke, virtuele en cloud om-gevingen ondersteunen.

Deze zomer hebben vertegenwoordi-gers van de besturen van de OBC en OGh gesproken over het bundelen van de krachten.

De Oracle Gebruikersclub Holland (OGh) is een vereniging van in Neder-land gevestigde Oracle gebruikers, part-ners en ZZP’ers. De OGh is onafhan-kelijk van softwareleverancier Oracle en heeft als doelstelling het bevorderen van een effectief en efficiënt gebruik van de Oracle technologieproducten. Dit onder andere door de uitwisseling van informa-tie tussen de leden middels themasessies, minicongressen, het faciliteren van Spe-cial interest Groups en het uitgeven van een eigen lijfblad OGh Visie. Op dit moment heeft OGh ongeveer 300 leden.

De Oracle Business Club (OBC) is een netwerkorganisatie voor ICT bedrijven met een focus op Oracle. Het doel is kleine en grote bedrijven een gelegen-heid te bieden een gericht maar zeer ef-ficiënt netwerk op te bouwen om geza-

menlijk de markt verder te ontwikkelen en kansen te creëren. Hiertoe organi-seert de OBC regelmatig business mee-tings. Bij de OBC zijn ongeveer 45 leden aangesloten.Beide verenigingen werken uiteraard nauw samen met Oracle en hechten daarbij tegelijkertijd een groot belang aan onafhankelijkheid van Oracle. Beide verenigingen hebben vorig jaar besloten niet op te gaan in de Oracle Benelux User Group.De besturen van beide verenigingen zien voordelen in een verdergaande samen-werking en mogelijk samengaan van OGh en OBC:• Synergievoordelendoorhetdelen van de back-office• Doorsamengaanontstaateen grotere en krachtigere vereniging met een onafhankelijke positie ten opzichte van Oracle• Eengroterpotentieelpubliekvoorde technische sessies en congressen van de OGh en een groter bereik voor de business meetings van OBC.

Het plan is het komende jaar te benut-ten om intensief nog als twee aparte verenigingen te gaan samenwerken o.a. door het deelnemen in elkaars besturen en een mogelijke fusie per 1 jaar 2012 voor te bereiden.

Beide besturen zullen op korte termijn hiertoe voorstellen aan hun leden voor-leggen en toestemming daarvoor vragen. Via OGh Visie zult u uiteraard op de hoogte gehouden worden van de uitkomst en voortgang.

Leden die nu van de ene vereniging lid zijn en ook willen participeren aan de bijeenkomsten van de andere verenig-ing kunnen uiteraard nu al lid worden van beide verenigingen en volgens de nu opgestelde plannen profiteren zij voor 2011 dan van een korting van 50 euro op de gezamenlijke contributies.

5 OGh Visie

Samenwerking Oracle Gebruikersclub Holland en Oracle Business Club

Oracle en cloud computing

Page 6: Ogh Visie 2010 zomer

Wat is Cloud computing nu eigenlijk?Een duidelijke definitie is belangrijk, want daarmee praat iedereen over hetzelfde. En dat is ook waar de verwarring begint: er is geen officiële, eenduidige definitie van cloud computing. Natuurlijk bestaan er legio definities:• Wikipedia:‘CloudComputingis Internet-based computing, whereby shared resources, software, and information are provided to computers and other devices on demand, like the electricity grid.’• Gartner:‘Astyleofcomputingin which massively scalable IT-related capabilities are provided ‘as a service’ using Internet technologies to multiple external customers.’Maar zoals duidelijk wordt zijn deze definities niet gelijk. Dat betekent dat elke zichzelf respecterende IT-leverancier de definitie dusdanig kan ombuigen en oprekken dat een gedeelte van zijn eigen portfolio daar binnen valt, om zo te kun-nen profiteren van de ‘cloud hype’.Hiermee is alleen de verwarring aange-geven en niet wat cloud computing nu feitelijk is. Door het ontbreken van een of-ficiële definitie kan ik alleen aangeven wat de belangrijkste eigenschappen van cloud computing zijn:• Mogelijkheidtot‘on-demand computing’, wat betekent dat ‘computing resources’ snel toegevoegd of verwijderd kunnen worden. Veelal via een API.• Gebruikvan‘computingresources’ via een netwerk.• Degebruikervandecomputing resources kan deze inzetten zonder specifieke kennis van de onderliggende technische implementatie van het aanleveren van de computing resource.• Beheervancomputingresourcesvia

HTTP/HTTPS.Een aantal eigenschappen die doelbewust niet in het bovenstaande rijtje zijn gezet:- Snel en eenvoudig de beschikking hebben over computing resources.- Efficiency: veel ‘computing resources’ gebruiken maar een klein deel van de aan hen toegewezen CPU’s. Door deze te delen wordt efficiënter ge-bruik gemaakt van de onderliggende hard-ware.Dit zijn namelijk eigenschappen van vir-tualisatie, niet van cloud computing. Natuurlijk maakt (voor zover mij bekend) iedere cloud-leverancier gebruik van vir-tualisatie, maar het is theoretisch prima mogelijk cloud-faciliteiten te bieden zonder virtualisatie.

Computing resourceIn dit artikel wordt consequent de term ‘computing resource’ gebruikt. Cloud computing kent een aantal ‘lagen’ waarin het cloud-aanbod verschilt. Dit betekent dat per laag de gebruiker iets anders ge-leverd krijgt:

IaaS: Infrastucture-as-a-Service. Hierbij wordt een besturings- systeem beschikbaar gesteld. Voorbeeld: Amazon EC2PaaS: Platform-as-a-Service. Hierbij wordt een webapplicatie-stack beschikbaar gesteld. Dit kan ook nog afgeleide diensten bevatten zoals onder andere versiebeheer. Voorbeeld: Google App engine.SaaS: Software-as-a-Service. Hierbij wordt een webapplicatie beschikbaar gesteld. Voorbeeld: Google Mail.Gelukkig wordt deze terminologie wel eendrachtig gehanteerd door de bekende cloud-leveranciers.

Cloud computing en OracleOracle heeft in 2008 tijdens Oracle Open-World cloud computing geïntroduceerd

voor haar producten. Dit heeft geresult-eerd in:• EenCloudComputingCenterop Oracle’s TechNet.• AmazonEC2als(enige) ondersteunde cloud-provider.• ImagesvanOraclemetOracle producten beschikbaar in EC2.• EenuitbreidingopdeRecovery Manager om van Amazon’s Cloud Storage (S3) gebruik te maken als back-upmedium.

Het gebruik van Amazon is gehouden aan de karakteristieken van Amazon EC2. Dit betekent dat bij het opstarten van een virtual machine de disk image van een opgeslagen virtual machine-template worden gekopieerd (vanuit Amazon S3, Amazon’s virtual storage). Wijzigingen op de disk tijdens het gebruik van de vir-tual machine worden niet opgeslagen in de template. Als de virtual machine wordt afgesloten (door middel van de Amazon tools) en daarna een nieuwe virtual ma-chine wordt opgestart met dezelfde tem-plate, wordt de disk image wederom geko-pieerd.De Amazon virtual machine van Oracle met de Oracle database werkt dan ook doordat de database wordt gecreëerd aan de hand van de specificaties die worden gevraagd bij de eerste maal dat er aangelogd wordt na het opstarten. Als de virtual ma-chine wordt afgesloten, is de database verdwenen. Dit geldt ook voor de andere virtual machines die Oracle beschikbaar heeft gemaakt voor andere producten: op-starten, configureren na aanloggen en alle gegevens zijn verdwenen na het afsluiten.Op basis van de hierboven beschreven za-ken zou het nutteloos zijn een database in Amazon’s cloud te gebruiken. Zodra een machine afgesloten wordt is alles weg, ter-wijl je met een database toch dingen wilt opslaan, in de meeste gevallen permanent of in ieder geval tot je zelf besluit de boel weg te gooien, niet totdat de machine uit-

Cloud computing en Oracle

6 OGh Visie

Cloud computing en OracleVerwarrend. Dat is in mijn optiek de stellingname van Oracle tegenover ‘Cloud Computing’, en met name de mening van Oracle’s CEO Larry Ellison. “We doen geen cloud computing” en “als dat cloud computing is, dan doen we het al minstens 10 jaar.” Maar Oracle’s cloud computing strategie (die als PDF op het internet te vinden is) impliceert toch duidelijk dat Oracle zich wel degelijk met cloud computing bezighoudt.

Officiële definitie ontbreekt nog, belangrijkste eigenschappen op een rij gezet

Door Frits Hoogland

Page 7: Ogh Visie 2010 zomer

gezet wordt. Is dan de conclusie dat het niet nuttig is wanneer je data permanent wilt opslaan?

Elastic Block StorageHet antwoord is neen. Een andere uitbrei-ding van het Amazon cloud computing-portfolio is EBS, Elastic Block Storage. Dit is storage die de opgeslagen data perma-nent bewaart, totdat de gebruiker er van er voor kiest de data weg te gooien, of om de EBS middels de Amazon tools te verwijder-en. Deze storage kan aangeboden worden aan één systeem, dus niet als gedeelde disk voor Oracle Real Application Clusters) en wordt zichtbaar als een blockdevice.

Een EBS blockdevice kan echter pas aange-koppeld worden nadat een virtual machine gestart is, het blockdevice moet namelijk met het unieke nummer van de virtual machine instance opgegeven krijgen. Dit betekent dus dat (handmatig) na het op-starten van een virtual machine de perma-nente of ‘EBS’ storage aangekoppeld moet worden, of, zoals in het cloud computing forum van Oracle geadviseerd wordt, door middel van een Amazon virtual machine die als functie heeft de uiteindelijke in-stance in de gaten te houden en in voorko-mend geval de EBS storage te koppelen. (een zogenaamde ‘marshalling instance’).

ConclusieCloud computing werkt. In mijn optiek is cloud computing op dit moment nog niet ‘af’ voor het gebruik van producten die permanente opslag vereisen, of waarvan wij zelf willen dat er zaken permanent opgeslagen worden. Immers, niemand zal voor een systeem met een Oracle database waarmee je klanten wilt bedienen de niet permanente opslag willen gebruiken. Het

gebruik van Amazon’s permanente stor-age (‘EBS’) vereist interactie tijdens het starten. Is cloud computing dan nutteloos? Dat nu ook weer niet. Cloud computing werkt natuurlijk nu al prima voor het proberen van de database of andere producten van Oracle die aangeboden worden. Ook kan ik mij voorstellen dat voor testen waar-bij de database deel uitmaakt van het te testen geheel cloud computing voordelen kan bieden.Daarnaast zou je gebruik kunnen maken van software op de virtual machine om zichzelf te laten configureren na het op-starten. Dit zal voor sommigen wat bij-zonder klinken, maar het is goed mogelijk een systeem zichzelf te laten configureren door middel van configuratie software als ‘cfengine’ of ‘puppet’. Dit biedt dan (onder andere) weer de mogelijkheid zelf de permanente storage te koppelen, en/of om andere public key’s te kopiëren voor andere accounts dan root... en dit zijn slechts enkele voorbeelden.

Frits Hoogland is principal consultant bij VX Company en lid van de redactie van OGh Visie. Hij is onlangs benoemd tot Oracle ACE Director en is toegetreden tot The OaktableNetwork, een wereldwijd netwerk van Oracle-specialisten.

Oracle CEO Larry Ellison heeft tijdens Oracle OpenWorld 2010 ‘s werelds eerste geïntegreerde middleware machine aangekondigd. De Oracle Exalogic Elastic Cloud is een geïntegreerd hardware- en softwaresysteem geoptimaliseerd om de beste prestaties uit Java en non-Java ap-plicaties te halen. De machine heeft een complete cloud applicatie-infrastructuur die de grootste range aan Java en non-Java applicaties overkoepelt.

Voortbouwend op het platform van de Exadata Database Machine beschikt de Oracle Exalogic Elastic Cloud over 64-bit x86 processors, een op InfiniBand geba-seerde I/O structuur en solid state storage met de Oracle WebLogic Server, verschil-lende enterprise Java Oracle middleware-producten en een keuze uit Oracle Solaris en Oracle Linux besturingssysteemsoft-ware. De software is geoptimaliseerd om de I/O structuur in de Oracle Exalogic

Elastic Cloud machine ten volle te benut-ten om 10x betere prestaties te leveren dan een standaard applicatieserver-con-figuratie, aldus Oracle.

Grootschalige toepassingenDe Oracle Exalogic Elastic Cloud is gericht op grootschalige, bedrijfskritische toepassingen. De machine biedt de fun-dering voor enterprise class multi-tenan-cy of cloud-toepassingen. De middleware machine ondersteunt duizenden appli-caties met verschillende eisen voor bev-eiliging, betrouwbaarheid en prestaties, waardoor het geschikt is als platform om bedrijfsbrede datacenterconsolidatie door te voeren.Oracle Exalogic Elastic Cloud versnelt de prestaties van het volledige Oracle Fusion Middleware portfolio en vergroot de slag-kracht van applicaties die draaien op Or-acle WebLogic Server met Oracle Linux dan wel Oracle Solaris 11. Daarnaast is

de machine geoptimaliseerd voor de in-tegratie met Oracle Database 11g, Oracle Real Application Clusters en de Oracle Exadata Database Machine.

Java prestatiesIn interne testen van Oracle bood Oracle Exalogic Elastic Cloud een twaalfvoudige versnelling van internetapplicaties, met meer dan een miljoen HTTP-requests per seconde. Voor Java-gebaseerde communi-catietoepassingen betekende het een 4,5 keer snellere verwerking, tot 1,8 miljoen berichten per seconde.“Oracle Exalogic Elastic Cloud is een compleet systeem van servers, netwerk-technologie, storage, VM, besturingssys-teem en middleware volledig op elkaar afgestemd”, aldus Oracle CEO Larry Ellison. “Dit levert indrukwekkende re-sultaten op, waaronder de snelste Java prestatie, flexibele capaciteit on demand en een volledig fouttolerant systeem.”

7 OGh Visie

Oracle introduceert Exalogic Elastic CloudEerste geïntegreerde middleware machine

Cloud computing en Oracle

Oracle CEO Larry Ellison

Page 8: Ogh Visie 2010 zomer

De technieken die de basis vormden voor de APEX-produc-ten waren de OWA packages en MOD PL/SQL voor Apa-che. De kern van deze technieken lag in het feit dat via een URL in de browser een procedure in de database kan worden aangeroepen. Deze procedure kan dan weer een tekst string (HTML) ‘terugprinten’ naar de browser. Diverse Oracle producten hebben de afgelopen jaren gebruik gemaakt van deze technieken: • Designer,waarmeewebmodules(packages)konden worden gegenereerd.• WebDBdatookpackagesgenereerdeenwaarmee rudimentaire schermen en rapporten konden worden gemaakt.• PortaldatdeWebDBfunctionaliteitinzichopnam.• HTMLDBwasdeeersteserieuzetooldieveelmeer mogelijkheden bood dan de voorgaande tools op het gebied van het genereren van schermen, rapporten, autorisatie en authenticatie, deployment, herbruikbare objecten etc. HTMLDB genereert geen packages, maar is een repository van waaruit runtime de HTML gegenereerd wordt. • ApplicationExpress(APEX)isdenieuwenaamvan HTMLDB.

Versie 4.0Met versie 4.0 geeft Oracle duidelijk aan dat het ze menens is met de (door-)ontwikkeling van APEX. Dat blijkt uit de veelvuldig geüpdate ‘statements of direction’. Door de vele features (zowel voor programmeurs als eindgebruikers) is APEX volwassen geworden en sluit de tool helemaal aan op het huidige Web 2.0 en AJAX tijdperk door gebruikmaking van zogenaamde Dynamic Actions. Omdat PL/SQL door Oracle ook verder wordt doorontwikkeld, worden de moge-lijkheden van APEX impliciet uitgebreider. Ook een belang-rijke vernieuwing is de plug-in structuur. Het is nu mogelijk om herbruikbare componenten te bouwen en deze te delen met de ontwikkelaargemeenschap (zie bijvoorbeeld www.apex-plugin.com).APEX is zeer laagdrempelig. Het is een declaratieve tool en werkt hoofdzakelijk met wizards. Op redelijk eenvoudige wij-ze kunnen programmeurs met voor velen reeds vertrouwde technieken, zoals PL/SQL, snel gelikte internettoepassingen maken, zonder direct met Java of iets dergelijks aan de gang te moeten gaan.

Organisaties die al met Oracle werken, denken bij het star-ten van een internetproject vaak in eerste instantie aan Java. Het is altijd weer een mooi moment als ze inzien dat APEX voor hen een veel aantrekkelijker alternatief vormt. Dat APEX steeds meer mensen weet te bekoren, blijkt ook uit de opkomst op evenementen (ODTUG, OGh APEX-dag), trainingen en op internetfora. Steeds vaker wordt APEX toe-gepast in bedrijfkritische projecten bij grote bedrijven. Ban-ken, verzekeringsmaatschappijen, Philips, RIVM et cetera, eigenlijk overal waar van oudsher Oracle werd gebruikt. APEX kan ook gemakkelijk worden ingezet bij het MKB en leent zich daarnaast prima om te worden gehost of om als SaaS-oplossing te worden ingezet. Ook binnen Oracle zelf wordt APEX veel gebruikt. Zie o.a. shop.oracle.com en www.asktom.com.

Gratis?Ik heb dan ook de overtuiging dat APEX een steeds belang-rijker alternatief zal zijn tussen de huidige tools. Oracle zou de aandacht best wel wat beter kunnen verdelen tussen Java en APEX. Wellicht druist dat in tegen het ingeslagen pad en strategie van Oracle, maar APEX is een zeer aantrekkelijk alternatief voor Java. Het wordt daarom tijd dat APEX een betaald product wordt, om op die manier de sales (en mar-keting) van Oracle meer in beweging te krijgen voor APEX. Een gevolg zou dan kunnen zijn dat er met meer mankracht aan de ontwikkeling van APEX zal worden gewerkt. Dat zou het allemaal nog mooier kunnen maken.

Colu

mnOGh Visie verwelkomt Learco Brizzi als columnist. Learco is oprichter van Itium BV, dat zich inmiddels hoofdzakelijk toelegt op APEX. Zijn enthousiasme voor APEX uit Learco in zijn presentaties, trainingen, artikelen en bijdragen aan de Oracle community. Als bestuurs-lid van de OGh heeft hij in maart de goed bezochte Oracle APEX-dag georganiseerd. Learco is recent benoemd tot Oracle ACE en maakt sinds begin dit jaar deel uit van de redactie van OGh Visie.

Met versie 4.0 geeft Oracle aan APEX serieus te nemen, maar er is nog veel meer mogelijk. Oracle zou daarom best nog wat meer tijd en aandacht aan APEX kunnen besteden als aantrekkelijk – en gratis – alternatief voor Java.

APEX helaas gratis

Column

8 OGh Visie

Page 9: Ogh Visie 2010 zomer

9 OGh Visie

OGh Fusion Middleware/SOA dag

Geslaagde OGh Fusion Middleware/SOA-dag krijgt volgend jaar zeker een vervolgNa de eerdere succesvolle OGh DBA-dag en APEX-dag organiseerde de OGh in mei voor de eerste maal de Fusion Middleware/SOA-dag. Gezien de verheugende opkomst en de hoge waardering van de deelnemers zal ook deze OGh Special Interest Group dag zeker een vervolg krijgen in het komende jaar.

De OGh Fusion Middleware/SOA-dag werd gehouden in de sfeervolle loca-tie het Oude Tolhuys in Utrecht. De bijeenkomst werd bezocht door ruim 100 OGh-leden, die het interessante en afwisselende programma en de sprek-ers bijzonder positief beoordeelden. Na het welkomstwoord van OGh-voorzitter Robin Buitenhuis gaf Evelyn Gerritsen van Oracle een overzicht van de com-ponenten in de Oracle Fusion Mid-dleware stack en de samenhang daar-tussen. Aansluitend werd de keynote verzorgd door Frits Bussemaker, voor-zitter en oprichter van het BPM-Forum Nederland. Bussemaker stond voor de lastige taak om de bekende analist en BPM-goeroe Bruce Silver te vervangen, die zijn optreden als gastspreker op het laatste moment moest afzeggen wegens familieomstandigheden.

BPM – an inconvenient truthVerslag Jaime Conejo VerheijdenBussemaker werkt als zelfstandig advi-seur en coacht organisaties op het gebied van samenwerking. Hij werkt al meer dan twintig jaar in de ICT-industrie, onder meer bij Logica, Cambridge Technology Partners en Ordina, met verantwoorde-lijkheid voor marketing en allianties. Vanuit de visie “laten we waarde organi-seren” heeft hij aan de basis gestaan van diverse succesvolle communities. In 2003 was hij de oprichter van het BPM-Forum, waarvan hij nu voorzitter is. Op de OGh Fusion Middleware-dag mocht Bussemaker het spits afbijten met een goed onderbouwde en interactieve pre-sentatie met de prikkelende titel: ‘BPM – an inconvenient truth’. Zit de markt wel op BPM te wachten? Welke opvattingen hebben bedrijven/mensen bij de term BPM? En wordt Business Process Man-agement wel juist toegepast en heeft het de gewenste uitwerking?

Uitstekende opmaatOp voorhand had Bussemaker geen ge-makkelijke start: Hoewel hij zelf ook bepaald geen nieuwkomer is op het gebied van BPM blijft het lastig om als niet-technische spreker een BPM-expert van het kaliber Bruce Silver te vervan-gen. Hoe dan ook is het Bussemaker uit-stekend gelukt om zijn gehoor te boeien en te verwonderen over de opstanding, de mogelijke gevaren of wellicht toe-komstige ondergang van BPM.In een betoog over de zoveelste afkorting die ons ICT-wereldje kent wist Busse-maker precies aan te geven waar het in Business Process Management nu om gaat: “Efficiënte communicatie en be-wustwording van de geïmplementeerde processen“. Met gevatte voorbeelden over niet nader te omschrijven telecom-giganten of kabelmaatschappijen wist hij meerdere malen een discussie te ont-lokken met de deelnemers, waardoor zijn (interactieve) presentatie een uit-

stekende opmaat vormde van een ges-laagde BPM/SOA-dag. Kunnen we het ons permitteren om de klant op te zade-len met slecht ingeklede en afgestemde communicatiepunten? Verliezen we hierdoor marktaandeel?

Stap vooruitEen van de zwaktes volgens Bussemaker is dat automatiseringsprogramma’s als ERP en CRM zich te veel richten op één onderdeel van een bedrijf of organisatie. Hierdoor gaan deze programma’s voor-bij aan het feit dat de waardeketen, het end-to-end proces binnen organisaties, over meerdere afdelingen en disciplines heen gaat.Vanuit dit perspectief is de aandacht voor processen en BPM zeker een stap vooruit. ”De tweede zwakte is dat au-tomatiseringstools, waaronder nu ook nog BPM, te weinig inspelen op het menselijke aspect in een organisa-tie. En dat terwijl 85 procent van alle

Frits Bussemaker: “BPM – an inconvenient truth”.

Page 10: Ogh Visie 2010 zomer

OGh Fusion Middleware/SOA dag

10 OGh Visie

bedrijfsprocessen gebaseerd is op mensel-ijk handelen. Het is echt nodig dat dit gegeven in de aangeboden advies- en ICT-oplossingen meer aandacht krijgt.” Een combinatie van deze twee zwaktes is dat er onvoldoende afstemming en samenwerking is tussen mensen van verschillende afdelingen. Bussemaker benadrukt dat dit niet alleen de schuld is van de automatiseerders. “Bij veel or-ganisatiedivisies en -afdelingen is een-voudigweg geen bewustzijn aanwezig dat ze onderdeel zijn van een proces dat door het hele bedrijf heen gaat. Het is belangrijk dat dit bewustzijn wordt bij-gebracht en dat je inzet op het organi-seren van samenwerking.”

Niet meer de hoofdrolBusiness Process Management gaat over alle disciplines van een bedrijf heen en kan niet succesvol worden toegepast als we niet een enorm draagvlak creëren om echt kritisch te kijken naar de huidige processen en het nut van deze proces-sen, stelde Bussemaker. “Daarnaast ver-anderen processen met de tijd, daar kan niemand omheen. Neem het voorbeeld van het huiswerk maken door onze kin-deren. Daar waar we eerst ons huiswerk alleen op onze kamer maakten en daarna in groepjes toetsten, zien we nu onze kinderen via Skype/MSN/etc. meetings plannen en gelijk in groepsverband alle taken verdelen en opsplitsen. Het proces van huiswerk maken is compleet veran-derd en de techniek is meegegaan. Niet andersom! Waar het in BPM eerst ging over tech-nische oplossingen, gaat het in de toe-komst over disciplines, waarin uiteraard de software een rol speelt maar niet meer de hoofdrol. Een van de kernvragen die we onszelf na het beluisteren van deze presentatie moeten stellen: Zijn we ons bewust van de processen die we in ons dagelijks werk hebben geïmplementeerd en beoefenen we deze efficiënt? Volgens onderzoek is 80% van de organisa-ties zich bewust van de processen,waarbij van die 80% er slechts 10% is geïmple-menteerd. Bussemaker stelde daarente-gen dat 80% van de organisaties zich in-derdaad bewust is van de processen, maar dat deze 100% geïmplementeerd zijn! Al met al gaf deze keynote voldoende stof tot bezinning en discussie.

Paralleltrack - SOAHet programma van de OGh Fusion Mid-dleware/SOA-dag na de openingskeynote

was onderverdeeld in drie paralleltracks, met als thema’s SOA, BPM en Technology. In de SOA-track werd uitgebreid ingegaan op de Oracle Service Bus en werd getoond hoe SOA in de praktijk is in te zetten bij organisaties. In de sessie Oracle Service Bus meets Database lichtte Peter Ebell van Amis toe dat de voornaamste taak van een Enterprise Service Bus (ESB) het samenbrengen van alle individuele webservices binnen (en buiten) het ICT landschap achter één loket is. Met de Or-acle Service Bus (OSB) biedt Oracle een krachtige en flexibele oplossing op dit ge-bied. Enige tijd geleden is OSB uitgebreid met de SOA Suite Adapters - generieke ’wrappers’ die allerlei IT resources zoals ftp servers, queues en natuurlijk ook databases, kunnen ontsluiten als web-service. Hiermee wordt een nieuw soort toepassing van de OSB mogelijk: het op-zetten van een webservicelaag bovenop bijvoorbeeld een Oracle database.Oracle ACE Lonneke Dikmans van Ap-proach Alliance liet in haar presentatie zien hoe de gemeente Rotterdam, net als veel andere gemeenten, haar dienstver-lening heeft ingericht conform de NORA (Nederlandse Overheid Referentie Archi-tectuur) en de GEMMA (GEMeentelijke Model Architectuur). Eén van de basis-principes van de NORA is serviceoriënta-tie. Rotterdam hanteert het principe ‘just in time, just enough architecture’ en is gestart met serviceoriëntatie in twee grote programma’s: WABO en het programma Dienstverlening. Hierbij zijn verschil-lende technieken gebruikt, waaronder de Oracle SOA Suite10g. In de presentatie werden de ervaringen met serviceoriën-tatie en de SOA Suite van de gemeente Rotterdam belicht vanuit het perspectief van architectuur, projecten en beheer.

BPM In de BPM-track werd ingegaan op de toepassing van BPM in de praktijk en op de positie die BPEL inneemt in het BPM-spectrum. In de sessie BPEL in een BPM-wereld ging Martien van den Akker van Darwin-IT na een inleiding over de theorie en de geschiedenis in op de prak-tijk van BPEL. In een artikel elders in dit nummer wordt dit onderwerp uitgebreid belicht.

TechnologyIn de technology track werd onder meer ingegaan op de beheeraspecten van Fu-sion Middleware en op Oracle Weblogic in relatie tot Oracle Application Server.

Elders in dit nummer zijn deze onder-werpen nader uitgewerkt. In het artikel Proactief monitoring en beheer van Or-acle Fusion Middleware belicht Denis Joannides van Truston Fusion de be-heerkant van Oracle Fusion Middleware. Oracle ACE Edwin Biemond van White-horses behandelt in zijn artikel de belan-grijkste Weblogic onderwerpen en geeft aan hoe deze zich verhouden ten opzichte van Oracle Application Server.

De Fusion Middleware/SOA-dag werd af-gesloten met een plenaire sessie, waarin Sandor Nieuwenhuis van Oracle een toelichting gaf op de strategie rondom de overname van Sun door Oracle. Hij ging daarbij met name in op de vraag wat deze overname betekent voor Oracle Fusion Middleware, nu en in de toekomst.

De presentaties van de OGh Fusion Mid-dleware/SOA-dag zijn te downloaden van de OGh website: www.ogh.nl.

Page 11: Ogh Visie 2010 zomer

11 OGh Visie

BPEL in een BPM-wereld

BPEL in een BPM-wereldBPEL in de Oracle-historie op het gebied van process management. Wat is BPEL en waarom of wanneer wordt het gebruikt ten opzichte van de andere Oracle process management/modeling tools? Dat zijn de twee hoofdthema’s in dit artikel, dat een weerslag vormt van de presentatie van Integration Architect Martien van den Akker tijdens de OGh Fusion Middleware/SOA-dag.

Process management bij OracleOracle heeft al een lange historie van process management. Voor zover mij bekend is Oracle Workflow (OWF) de eerste proces engine van Oracle. Ontstaan in de E-Business Suite is OWF vanaf pa-kweg versie 2.5 ook in een stand-alone versie beschikbaar, die werd meegeleverd bij Oracle 8i, 9i en10g database en 9i en 10g Application Server. Spijtig genoeg is Oracle Workflow 2.6.4 de laatste versie die stand-alone te verkrijgen is. Vanaf 11g wordt OWF helaas niet meer meege-leverd en eindigt de ondersteuning met de 10g producten.Eigenlijk is dat wel jammer, want OWF is echt een ideale Process Management tool voor databasecentrische applicaties, bijvoorbeeld Oracle Forms. Omdat OWF volledig in de database draait garandeert het commit-mechanisme van de data-base dat de status van het workflow-proc-es altijd consistent is met de data in de applicatie. De embedded versie blijft in Oracle E-Business Suite bestaan zolang deze daar niet vervangen wordt door de beoogde opvolger (BPEL PM).De OWF processen worden ontworpen en gebouwd met de Oracle Workflow Builder. Vanaf versie 2.6.2 bevat Oracle Workflow ook een zogenaamd Business Event System (BES). Het BES biedt een HTML-interface om gebeurtenissen met abonnementen te definiëren. Een abon-nement kan een Workflow proces, een Java method of een PL/SQL rule functie aanroepen. PL/SQL API’s stellen je in staat om een event vanuit een trigger af te vuren.Abonnementen zijn daarnaast te priori-teren. Bij een mutatie krijgt de eindge-bruiker dan zijn controle meteen terug en Oracle Workflow voert op de achter-grond, onafhankelijk van het bronsys-teem, de abonnementen uit. Wanneer dit fout loopt, bijvoorbeeld bij niet-be-schikbaarheid van de applicatie of invalid objects, dan start OWF gewoon een error

proces dat een notificatie aan de System Administrator tot gevolg heeft. Die kan dan het probleem oplossen en de functie eventueel opnieuw laten uitvoeren.Overigens zou OWF ook een ideale tool kunnen zijn om ingewikkelde batchproc-essen aan te sturen. Je kunt namelijk per-fect aangeven welke activiteiten parallel en met welke prioriteit kunnen draaien (zware processen met een lagere prior-iteit bijvoorbeeld) en welke sequentieel. Fouten in gelopen activiteiten kunnen automatisch een error proces tot gevolg

hebben. Misschien zou Oracle moeten overwegen om OWF als Open Source vrij te geven...

InterConnectInterConnect is geen proces-tool. Het is een applicatie-integratieproduct. De reden dat ik het hier noem is dat Inter-Connect bestond in het OWF tijdperk en via het Business Event System koppelin-gen had met OWF. Eigenlijk is het een prehistorische EBS. Ik zou zelfs het state-ment aandurven dat InterConnect in

Figuur 1: Workflow HTML Interface

Figuur 2: Workflow Builder

Door Martien van den Akker

Page 12: Ogh Visie 2010 zomer

BPEL in een BPM-wereld

12 OGh Visie

combinatie met OWF een prehistorische SOA Suite is. De meeste zaken waar we nu SOA Suite voor gebruiken kun je daar ook mee doen. Weliswaar zijn de SOA Suite modellers gebruiksvriendelijker en is het mogelijk om Webservice gebase-erde services aan te sturen. Alhoewel in de meeste omgevingen toch voornamelijk de technologieadapters worden gebruikt. ProcessConnectOracle zag in pakweg 2002-2003 in dat de volgende stap op de integratieladder procesintegratie was. Daarom begon men helemaal van de bodem af een ei-gen integratieproduct te bouwen. Dit werd ProcessConnect. Maar het bleek al wel snel dat Oracle heel handig was met het verzinnen van mooie repositories et cetera, maar niet zo handig was met het bouwen van User Interfaces. Het bleek gewoon niet bruikbaar. Een onderdeel van ProcessConnect dat overigens wel slim was, was het Trading Partner Management. Via de naam Part-nerConnect werd dit wat we nu kennen als Integration B2B. Hier kun je Enter-prise overstijgende integraties mee im-plementeren via op industrie standaard gebaseerde protocollen.

OWF4JavaIn dezelfde periode had Oracle ook nog een initiatief voor de ‘next generation of Oracle Workflow’. Het idee was om een engine te bouwen die zowel in de data-base als op de middle tier (J2EE, OC4J) kon draaien. Hiermee heb je dus de voordelen van een database centrische engine en een engine op de middle tier, voor het aansturen van J2EE middle tier componenten. De modeller was geïnteg-reerd in JDeveloper.

Een interface die verdacht veel op Work-flow Builder lijkt, maar dan in een JDeveloper (9) jasje.OW4J zou in staat moeten zijn om op industriestandaarden gebaseerde XML-BPM-modellen te importeren en expor-teren.

‘Future’- OW4J Self Service ModellerDiezelfde OW4J zou een Self Service Modeller moeten krijgen. Een browser based tool waarmee je on-line Use-Cases zou moeten kunnen uitwerken. Het was bedoeld voor businessanalisten en zou geoptimaliseerd zijn voor scenario’s als Notification messages editing en her-schikken van simpele activiteitvolgordes. De oplossing zou ideaal zijn voor ‘hosted’ (lees: SaaS) omgevingen.

Deze plannen stammen uit 2003-2004. Mooi is dat we dit straks voor het eerst terugzien bij BPM Suite 11g, terwijl de ideeën inmiddels al ruim 6 jaar oud zijn.

BPEL Process ManagerIn 2004 kocht Oracle het bedrijf Collaxa, dat een process manager maakte onder de naam ‘Collaxa BPEL4WS Orchestra-tion Server’. Een heel goede keuze omdat de BPEL Process Manager van Collaxa al een heel goed product was en Oracle daarmee meteen de SOA-arena kon be-treden.

BPEL staat voor Business Process Ex-ecution Language. Het is een XML-geba-seerde taal om de uitvoer van bedrijfs-processen te beschrijven. In beginsel was BPEL Process Manager vooral bedoeld om Webservices te orkestreren. Het mooie is dat elk BPEL Process door BPEL PM als

Webservice beschikbaar wordt gesteld. Je kunt zo Webservices combineren tot een complexere Service.Oracle heeft er een sterke set van op JCA (J2EE Connector Architecture) geba-seerde adapters aan toegevoegd. En ver-der een hele handige op XSLT (EXtensible Stylesheet Language Transformations) gebaseerde transformatietool. Hiermee is het mogelijk mappings tussen input- en outputdocumenten te maken door ge-woon de elementen via drag-and-drop met lijnen met elkaar te verbinden. Voor Oracle was dat samen met de JMS (Java Messaging Service) en Advanced Queu-ing oplossingen de ESB-propositie.

BPEL is vooral gericht op ontwikkelaars, door het toch wel technische karakter. En ook nu gezien het huidige aanbod van process managers van Oracle vooral bedoeld voor technische integratietoe-passingen. Bijvoorbeeld wanneer er vol-gens technische logica meerdere API’s moeten worden aangeroepen om een Order in een doelapplicatie op te voeren.

BPA SuiteBPEL PM was de beoogde opvolger van OWF en Oracle’s primaire Process Model-ler en Process Management Engine. Maar Oracle zag ook het belang van Process Architectuur en Business Proc-ess Modelling. Een gevestigde naam in dat marktsegment is IDS Scheer met het pakket ARIS. Oracle is er niet in geslaagd IDS Scheer over te nemen, maar kreeg wel een OEM-overeenkomst voor elkaar. Dat resulteerde in Oracle BPA Suite.

BPA Suite biedt feitelijk dezelfde mogelijk-heden als ARIS. Maar nadat in BPMN (Business Process Modeling Notation) het proces is uitgemodelleerd is het mogelijk om er een BPEL (of vanaf 11g BPM Suite) Blueprint van te genereren. Dat Blueprint is het ‘skelet’ van het proces dat een ontwikkelaar vanuit de Figuur 3: OW4J Modeller

Figuur 4: OW4J Self Service Modeller

Page 13: Ogh Visie 2010 zomer

13 OGh Visie

BPEL in een BPM-wereld

BPA Suite repository kan importeren in JDeveloper. Nadat het project technisch is gedetailleerd kan het vanuit JDevel-oper weer terug aangeboden worden aan BPA Suite. Daar kan de Business Analist de wijzigingen al dan niet accepteren en daarna het proces verder aanpassen en verbeteren. De eerder gemaakte aanpas-singen blijven intact bij het genereren van een blueprint van een gewijzigd BPMN-proces. Zo is dus een complete round-trip mogelijk.Belangrijk is het om op te merken dat BPA Suite geen process engine is. Het kan dus geen processen uitvoeren, wel simu-leren. Het is daarmee vooral bedoeld voor het uitwerken van de architectuur van een organisatie. En daarmee de gevolgen voor de IT. Met BPA suite is het dan ook mogelijk een koppeling te maken tussen de IT-architectuur en daadwerkelijk geau-tomatiseerde processen.

BPM SuiteDe nieuwste Process Management telg

van Oracle is meegekomen met de ac-quisitie van BEA Systems in 2008, en zelf eigenlijk al eerder door BEA aange-kocht: BPM Suite. Voorheen BEA Aqua-logic BPM en oorspronkelijk van Fuego. Het is een krachtige, flexibele Process Engine gebaseerd op BPMN. Daarmee is het gericht op zowel businessanalisten als ontwikkelaars. De scheiding daartus-sen is te vinden in een menuoptie die de presentatie van het proces in de tool aan-past. Als ontwikkelaar zie je meer details. Er is echter geen scheiding in werkwijze/verantwoordelijkheid binnen de tool, zoals je die hebt in de combinatie BPA Suite vs. BPEL PM/BPM Suite.

Er zal dus zelf in werkwijze moeten worden gezorgd voor een goede verdeling tussen wat de businessanalist uitwerkt en wat een ontwikkelaar. Bijvoorbeeld in hoofd- en detail- (sub-) processen. Want in principe kunnen beiden alles aanpassen. De scheidingslijn is vaag, de verantwoordelijkheden overlappen. Maar daardoor kunnen ze wel werken aan een proces dat dan ook als zodanig kan worden uitgevoerd. En dat maakt het ont-wikkelen wel heel snel en flexibel. Maar wanneer nu BPEL, BPA Suite en/of BPM Suite?

BPA Suite is vooral de ‘thuisbasis’ van de Process Expert/Architect. Het is sterk methodologie-gedreven en hiërarchisch. Het dwingt daarmee een sterke archi-tectuur, ontwerp en ontwikkelwerkwijze af. Mede omdat het ook repository geba-seerd is, is het een sterk documentatie-gereedschap, waar ook een Publisher inzit om de processen publiek raadpleegbaar te maken. Vanaf BPA Suite 11g kunnen naast BPEL ook BPM Suite blueprints worden gegenereerd.

BPM Suite is een proces modeling omge-ving, die ‘business gebruikersvriendelijk’ is. Het is vooral bedoeld voor processen waar binnen meerdere bedrijfsprocespar-ticipanten met verschillende rollen of verantwoordelijkheden activiteiten moetenuitvoeren. BPM Suite is erg sterk in het in-zichtelijk maken van die verantwoordeli-jkheden en de activiteiten die daar binnen vallen. Dit door de BPMN notatie binnen ‘swimming lanes’. Daarbij is het een col-laboratieve omgeving: businessanalisten en ontwikkelaars werken er in samen. BPEL PM daarentegen is vooral bedoeld voor technische orkestratie. ‘Human Workflow’ is zeker wel mogelijk, in de

SOA Suite 11g versie is daar uitgebreid aandacht voor. Maar Human Workflow binnen BPEL PM blijft ook in SOA Suite-11g een aparte service.

Toekomstige ontwikkelingenIn SOA Suite 11gR3 wordt BPM Suite Binding/Service Engine in SOA Suite. Dat houdt in dat BPM Suite in de Service Component Architecture (SCA) van SOA Suite wordt opgenomen. En dat maakt de integratie met de andere SOA Suite onderdelen eenvoudiger.

Bij de acquisitie van BEA Systems heeft Oracle al aangekondigd dat het in de na-bije toekomst BPM Suite en BPEL PM wil samenvoegen in een engine. Het opne-men van BPM Suite in SCA is daarin al een belangrijke stap, denk ik. Veel zaken kun je zowel in BPMN als in BPEL doen en het zal maar net zijn waar je het han-digst mee bent. Toch is er wel wat voor te zeggen om de businessproces- en eind-gebruikergeoriënteerde processen vooral in BPM te doen en de technische zaken vooral in BPEL.

TenslotteAan het eind van mijn presentatie heb ik nog aandacht besteed aan het starten met BPEL. Wat is BPEL, hoe zit BPEL ei-genlijk in elkaar en hoe ga je snel met BPEL aan de slag? In dit artikel wordt daar niet verder op ingegaan. Wel kan ik wijzen op een heel interessant boek door uitgever Pack-it uitgegeven onder de titel: ‘Getting started with SOA Suite 11gR1’. Dit boek is gebaseerd op workshops die Oracle heeft gehouden mensen snel ken-nis te laten maken om met de verschil-lende SOA Suite onderdelen.Oracle Partner Network geeft OPN Boot-camps om in 2 á 3 dagen aan de slag te gaan met BPM Suite 10.3 of SOA Suite 11g.

Martien van den Akker is IntegrationArchitect bij Darwin-IT Professionals.

Figuur 5: BPEL

Figuur 6: Oracle Business Process Architect

Figuur 7: BPM Studio

Page 14: Ogh Visie 2010 zomer

Tijdens een aantal grootschalige Java EE / BEA projecten is mij tijdens het in-richten van de middleware infrastruc-tuur keer op keer gebleken dat binnen organisaties onvoldoende beseft wordt wat de implementatie van middleware betekent. Met als gevolg onnodig veel kosten en instabiliteit van applicaties. Inmiddels erkennen deze organisaties dat middleware een vakgebied is dat een integrale, applicatieoverstijgende aanpak vereist, van silo naar service.

Oracle meets JavaDe afgelopen jaren was Oracle ondui-delijk over haar strategie en met name de adoptie van Java. Sinds de over-name van BEA is hier gelukkig veran-dering in gekomen. Oracle heeft een goede keuze gemaakt om alle applica-tieontwikkelingen te baseren op Java technologie. Het fundament hiervoor is Oracle Fusion Middleware inclusief de WebLogic Application Server.

Oracle Fusion Middleware (OFM) is de enabler voor het snel en flexibel

ontwikkelen van software. Wanneer organisaties OFM goed embedden in haar organisatie is men in staat om zeer wendbaar en kosteneffectief te opereren. Door het standaardiseren van de OFM (software-infrastructuur) kunnen softwareontwikkelaars en leve-ranciers van standaardapplicaties zich volledig richten op de functionaliteit (functionals) en worden met name de technische aspecten afgedekt door de middleware (non-functionals).Ondanks de complexiteit van middle-ware technologie is het indrukwek-kend hoe Oracle dit momenteel aan-

pakt. Oracle probeert zoveel mogelijk complexiteit te ‘verbergen’ in de tools waardoor het voor de gebruiker zo een-voudig mogelijk wordt gemaakt. Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor de huidige Oracle gebruikers. Er be-staat een groot ‘gat’ tussen organisa-ties die strategisch kiezen of gekozen hebben voor Java, zeg maar de oude BEA klanten, en de huidige Oracle klanten, die nu met Java aan de slag gaan. Bij de laatstgenoemde categorie moet het besef van middleware nog ontstaan. Zodra mensen ‘niet volledig op de hoogte zijn wat wordt bedoeld met de term middleware’ en aangeven dat ze dit ‘er wel even bijdoen’ word ik nerveus. Hier is veel werk te doen.

(H)erken middleware en ga aan de slag!Organisaties kunnen maar één ding doen, namelijk middleware erkennen en hier naar acteren. De ervaring leert dat wanneer organisaties inzien dat middleware een apart vakgebied is, men veel betere resultaten behaalt:

Wat betekent dit allemaal voor beheer van OFM?Oracle Fusion Middleware stimuleert het ontwikkelen van kleinere softwa-

Door Denis Joannides

Proactief monitoring en beheervan Oracle Fusion MiddlewareOracle Fusion Middleware is een van de strategische productlijnen binnen Oracle. Sinds de overname van BEA door Oracle zijn er veel nieuwe producten aan toegevoegd, zoals WebLogic Server. Dit heeft de nodige consequenties voor de wijze van beheer. In dit artikel wordt een aantal handvatten gegeven hoe het beheer van Oracle Fusion Middleware ingericht kan worden met behulp van de Oracle Enterprise Manager. Hierdoor is het mogelijk grip te houden op het voortdurend veranderende IT landschap.

- Lagere beheerkosten doordat generieke zaken eenmalig worden ingericht en onderhouden- Hogere beschikbaarheid van applicaties door inrichting van een stabiel middleware platform- Kortere doorlooptijd van projecten doordat softwareont- wikkelaars en beheerders met elkaar samenwerken en elkaar begrijpen!

Monitoring en beheer OFM

14 OGh Visie

Page 15: Ogh Visie 2010 zomer

recomponenten die met elkaar samen-werken. In een middleware landschap is het aantal softwarecomponenten beduidend groter dan in een traditio-nele Oracle applicatie met behulp van bijvoorbeeld Oracle Forms. Tel hierbij de sterke groei van Agile softwareont-wikkeling zoals Scrum, waarbij wer-kende software in iteraties van 2–3 weken wordt opgeleverd, dan heeft dit tot gevolg dat het aantal softwarecom-ponenten exponentieel zal groeien. Beheerorganisaties kunnen niet om deze trend heen. De software ontwik-kelafdeling en de beheerorganisatie zullen goed op elkaar moeten aanslui-ten om de software snel in productie te krijgen. De traditionele aanpak van automatisering , denken in silo’s en 1 maal per 3 maanden een installatie, past hier niet bij. Het gaat juist om een vloeiend proces waarbij applica-ties geruisloos over kunnen gaan van Ontwikkel, Test, Acceptatie naar Pro-ductie.

NOTE: na inventarisatie van de pro-jecten gedurende de afgelopen 10 jaar is mijn’ conclusie dat projectkosten mini-maal 30% gereduceerd kunnen worden wanneer het OFM platform goed wordt ingericht. Daarnaast kunnen ook de operationele beheerkosten met minimaal 25% omlaag.

De beheerorganisatie heeft een grote invloed op dit proces. Door het beheer meer te laten aansluiten op de nieuwe werkwijze kan men proactief bijdragen aan het resultaat. Beheer wordt dus veel meer de spin in het web die ervoor zorgt dat straks alles gaat werken. Ge-volg is dat er meer afstemming moet zijn tussen de verschillende experts om problemen op te lossen. De oplos-sing ligt namelijk altijd in het midden: hardware, OS, netwerk, middleware en software. Een totaaloverzicht en con-trole over het ICT platform is dus es-sentieel.

Oracle Enterprise Manager Grid Control biedt uitkomstDe afgelopen jaren heb ik me bezig gehouden met de vraag op welke wijze men Oracle Fusion Middleware het best kan beheren. Heel veel produc-ten bieden wel mogelijkheden voor het operationeel monitoren van individu-ele componenten, zoals Applications

Manager van ManageEngine of Na-gios, maar het wordt pas echt interes-sant wanneer men direct vanuit een business services kunt down-drillen naar de onderliggende onderdelen, tot op Java en SQL niveau.

NOTE: producten moeten in staat zijn business services te monitoren en inzicht te geven wanneer er ergens iets in de ke-ten misgaat.

Daarnaast moeten de tools ook in staat zijn om optimaal te ondersteunen bij het installeren van de ontwikkelde software en de Oracle producten op de verschillende OTAP omgevingen. Dit is cruciaal omdat men er zeker van moet zijn dat omgevingen gelijk aan elkaar

zijn, zodat problemen direct getraceerd kunnen worden. Er zijn klanten die meer dan 20 OTAP straten moeten onderhouden. Zonder de juiste tools is dit vrijwel onmogelijk.Oracle Enterprise Manager Grid Con-trol biedt hiervoor de uitkomst. Dit product is vooral bekend bij de Oracle database DBA’ers. En dat is jammer, want het is een zeer volwassen product waarmee je end-to end monitoring en

beheer van de totale Oracle-omgeving kunt uitvoeren inclusief Oracle Fusion Middleware. Overigens kan OEM ook non-Oracle producten beheren door middel van de juiste plug-ins (Tomcat, BizTalk, IIS, SQL Server et cetera).

Een aantal highlight van OEM:

• TotaaloverzichtOEM biedt één geïntegreerd overzicht van het IT-landschap waardoor een be-heerder overzicht heeft van alle appli-caties, servers, databases, netwerk-componenten et cetera, aangevuld met performance- en configuratiedata. Hierdoor is het mogelijk om proble-men veel sneller te lokaliseren. Oracle

Gartnerhanteertdevolgendedefinitievoormiddleware:Middlewarekenmerktzichdoordesoftwareinfrastructuurdieeenruntimeomgevingvoorapplicatie logicabevat (JavaEE) inclusiefdemogelijkhedenomapplicatiesopeengestandaardiseerdema-niermetelkaartelatencommuniceren(ESB).Daarnaastbevathetmoderne tools om businessprocessen te automatiseren (BPM).Hettotalemiddlewareplatformbepaaltdewijzevansoftwareont-wikkeling en mogelijkheden van de applicaties die hiervoor ont-wikkeldworden.

15 OGh Visie

Monitoring en beheer OFM

Page 16: Ogh Visie 2010 zomer

Fusion Middleware is een van de on-derdelen binnen de gehele keten.

• OperationeelMonitoringAllerlei informatie van diverse ‘targets’ zoals hardware, database, Applicatie Server, Service Bus kunnen via een alerting mechanisme gefilterd worden aan de hand van ingestelde grens-waarden. In geval van overschrijding van een grenswaarde kan de beheerder gealarmeerd worden of waar mogelijk kan OEM zelf een ‘corrective action’ uitvoeren om een crisissituatie te voor-komenDoor alerts goed in te richten kunnen die beschamende situaties voorkomen worden, waarin een eindgebruiker de beheerafdeling moet attenderen dat de applicatie niet werkt, zoals nu in 70% van de gevallen nog gebeurt.

• ApplicatiePerformanceOEM biedt de mogelijkheid om de gehele keten van Service tot aan SQL statement te analyseren voor bijvoor-beeld het verbeteren van de perfor-mance. Met behulp van de jvm diag-nose tool AD4J kan bijvoorbeeld al in een heel vroeg stadium worden gezocht naar beruchte veroorzakers van pro-blemen zoals memory leaks. Het snel achterhalen van dit soort problemen voorkomt verder tijdverlies tijdens het testen. Onlangs heeft Oracle Amber-point overgenomen, nu Oracle BTM, waardoor de gehele keten van webser-vices gemonitord kan worden, zowel qua performance als qua beschikbaar-heid. Hierbij merk je dat medewerkers van IT Operations veel meer kennis nodig zullen hebben van OFM om de producten goed te kunnen beheren.

• ProvisioningOEM kent ook een zeer uitgebreid pro-visioning mechanisme, waarmee snel nieuwe omgevingen of onderdelen van omgevingen uitgerold en onder-houden kunnen worden, zogenaamde ‘Gold Images’. Het inrichten van een complete OTAP omgeving, inclusief Oracle Weblogic Server, Service Bus et cetera kan daardoor worden terug-gebracht van weken naar een paar uur. Daarnaast kunnen ook geautomati-seerd patches worden uitgevoerd van bijvoorbeeld WebLogic Server over alle OTAP omgevingen. Eenzelfde mechanisme kan gebruikt

worden om ontwikkelde software zoals Java applicaties, integratiecomponen-ten en BPEL-processen automatisch te installeren waardoor projecten snel de software in de OTAP omgeving kun-nen installeren en de kans op fouten geminimaliseerd is.

Een stapsgewijze aanpakDe beheerder van Oracle Fusion Middle-ware krijgt dus niet alleen te maken met de producten zoals WebLogic Ser-ver, Oracle Service Bus en natuurlijk Java maar ook met Oracle Enterprise Manager en het hele software deploy-ment proces. Het is belangrijk om gaandeweg kennis op te bouwen over de diverse producten om zodoende controle te krijgen over de OFM en proactief projecten te ondersteunen. Mijn advies is stapsgewijs onderdelen te implementeren en te leren zodat je snel successen kunt boeken. Dit biedt een goede basis om verder te groeien.

Best practices voor het beheren van een Oracle Fusion Middleware om-geving:

1. Gebruik Oracle Enterpise Manager Grid ControlRicht op een aparte machine OEM in en gebruik deze voor het beheer van al je omgevingen. Gebruik dus niet meer de diverse consoles van de verschillen-de producten zoals voor de Database, WebLogic Server, OSB et cetera 2. Maak een referentie implementatie (‘Gold Image’)Ervaring leert dat wanneer men een gold image gaat gebruiken men vele malen sneller kan werken en veel pro-blemen voorkomt zoals verschillende configuraties en typefouten.

3. Richt een deployment proces inProbeer zoveel mogelijk gebruik te ma-ken van het deployment proces zoals dit is meegeleverd door Oracle. Lukt dit niet, maak dan aanvullende scripts via WLST. Investeer tijd om dit proces goed op te zetten en ga deployments niet handmatig uitvoeren. Dit gaat onherroepelijk tot fouten in de OTAP omgeving leiden.

4. Richt basis monitoring- functionaliteit inGa vanuit OEM nu alle targets moni-

toren en definieer indicatoren inclusief de bijbehorende limieten. In een aan-tal gevallen zal men diepgaande ken-nis van de applicatie of java moeten hebben. Vraag hiervoor advies van het software ontwikkelteam. Daarnaast adviseer ik om een aantal grafische overzichten te maken en deze te pre-senteren aan de business owner. Hier-door krijgt hij inzicht in zijn applicatie en dit geeft vertrouwen.

5. Richt Lifecycle Management in voor het onderhouden/patchenvan je Oracle productenIn het verleden moest de software al-tijd handmatig gepatcht worden, maar nu kan OEM hierover adviseren en au-tomatisch patches doorvoeren. Besteed voldoende tijd om dit mechanisme goed in te richten.

6. Proactief projecten ondersteunen bij o.a. performance troubleshootingRicht de diverse performance tools zo-als AD4J en Application Dependency and Performance (ADP) in ter onder-steuning van de projecten. Hierdoor is het mogelijk om de ontwikkelde soft-warecomponenten te analyseren en performanceproblemen te lokaliseren. Dit is zeker de investering waard want zodra men dit aanbiedt aan projecten, zal men dit zeker gaan gebruiken.

Nog een laatste adviesStart klein en ga niet direct alle tools inzetten. Aangezien het veel nieuwe technologie betreft is het niet mogelijk om alles in één keer te gaan installeren en inrichten. Laat je desgewenst advi-seren door een expert op gebied van Oracle Fusion Midldeware.

Denis Joannides is verantwoordelijk voor Truston Fusion, een organisatie die zich volledig richt op het inrichten en beheer van Oracle Fusion Middleware gebruik-makend van o.a. OEM Grid Control – www.truston-fusion.com.

Monitoring en beheer OFM

16 OGh Visie

Page 17: Ogh Visie 2010 zomer

Installatie & OmgevingTijdens de Oracle AS 10.1.3 installatie kan men een Applicatie Server omgeving opzetten met daarbij een Oracle HTTP Server, een of meerdere OC4J containers met daarop SOA Suite 10.1.3. Voor Fusion Middleware 11g begint men altijd met de WebLogic installatie. Deze installatie is te vinden op de Oracle download pagina. Al-lereerst ziet men op deze pagina meerdere versies van WebLogic namelijk 10.3.3 , 10.3.2. Deze versies maken allemaal on-derdeel uit van WebLogic FMW 11g. Pas dus op welke versie van WebLogic je ge-bruikt, dit is namelijk afhankelijk van het product dat je er bovenop wilt installeren. Als WebLogic alleen maar wordt gebruikt als J2EE applicatie server dan kan de laatste versie worden gebruikt. Naast een hogere versie kan ook WebLogic met de OEPE en de Coherence optie worden gedownload. OEPE of Oracle Enterprise Pack for Eclipse is een Java ontwikkelomgeving geoptima-liseerd voor het werken met de WebLogic applicatieserver. Als je bijvoorbeeld wilt werken met Oracle Service Bus Workshop dan is OEPE noodzakelijk. De tweede op-tie is Coherence, Coherence is een Java Cache en is noodzakelijk voor SOA Suite Clustering of het willen cachen van Ser-vice resultaten in Oracle Service Bus 11g.De Oracle AS omgeving heeft maar één Oracle Home waarin Apache en de OC4J Containers hun eigen submap hebben. Fusion Middleware WebLogic heeft een andere omgevingstructuur. De WebLogic installatie zorgt ervoor dat er een Middle-Ware Home (MW_HOME in afbeelding 1 ) wordt gecreëerd en met daarin binnen meerdere Oracle Homes zoals een WebLo-gic Home ( WL_HOME ), OEPE Home en een Oracle Common Home. Daarnaast kunnen er andere producten bij worden

geïnstalleerd, zoals Oracle Service Bus 11g of SOA Suite 11g.Na de installatie van WebLogic en even-tueel andere Oracle FMW 11g producten kan men een WebLogic domein aanma-ken. Bij Oracle AS moet men bij de instal-latie al aangeven wat voor configuratie men wil. Bij WebLogic kan men meerdere domeinen aanmaken waarbij men kan kiezen voor een WebLogic domein zon-der specifieke Oracle-onderdelen , een domein met daarin SOA Suite en Oracle Service Bus of alleen een ADF domein.

Een domein in WebLogic is een verzame-ling van scripts en directories en default staan deze domeinen in user_projects (zie afbeelding 1).Het is met WebLogic eenvoudig om een ontwikkel-, test- en acceptatieomgeving op één server naast elkaar te draaien. Het enige nadeel (of voordeel) is dat een patch automatisch op elke omgeving is doorge-voerd. In de domein wizard van WebLogic kan ook eenvoudig een cluster gedefinieerd worden.

Dit vereist wel dat de FMW software op alle servers op dezelfde manier is geïnstal-leerd. Je hoeft daarna alleen de domein directory te kopiëren naar alle servers. Bij Oracle AS kan je via OPMN de servers aan elkaar bekend maken.

Beheer & MonitoringDe WebLogic Server beschikt over MBeans (MBeans zijn Java classes die het manage-ment en monitoring werk kunnen uitvoe-ren waarmee men WebLogic onderdelen kan configureren, monitoren of sturen.

Een MBean kan één of meerdere attribu-ten hebben die gelezen of veranderd kun-nen worden. Daarnaast kan een MBean ook operaties bevatten. Elk onderdeel van de WebLogic Server heeft zijn eigen MBean waarmee vanuit Java, WebLogic Console, Oracle Enterprise Manager of via scripting mee kan worden gecommu-niceerd. De WebLogic Console of de do-mein wizard communiceren allemaal met deze MBeans. Alles wat je via de WebLogic console kan doen kan dus ook via scrip-ting gedaan worden. De WebLogic Con-

17 OGh Visie

WebLogic vs Oracle AS

WebLogic vs Oracle AS (OC4J)Allereerst is dit artikel niet bedoeld als een strijd tussen twee J2EE applicatieservers. Beide zijn uitstekende Java Applicatie Servers en doen hun werk voor de volle honderd procent. Het artikel is meer bedoeld om te laten zien waarin WebLogic 10.3 zich onderscheidt ten opzichte van de Oracle Applicatie Server 10.1.3. Vaak heeft men geen keus welke Java Applicatie Server te gebruiken, zoals bij Oracle E-Business Suite (EBS). EBS vereist Oracle Applicatie Server 10.1.3, maar de 11g releases van de Oracle producten zoals Forms, SOA Suite, Business Intelligence, Enterprise Grid en straks Fusion Apps hebben WebLogic als applicatieserver. Met dit artikel wil ik aantonen dat het upgraden naar 11g, alleen al op applicatieserver-gebied veel voordelen en mogelijkheden biedt.

Door Edwin Biemond

Afbeelding 1. Een Fusion Middleware Omgeving

Page 18: Ogh Visie 2010 zomer

sole biedt zelfs een optie om de gebruikers-acties te loggen, zodat deze ook op andere WebLogic omgevingen kunnen worden uitgevoerd. Met WebLogic kan je dus voor continuous integration, test, acceptatie of productie een domein laten configureren zonder dat er verschillen zijn tussen deze omgevingen. Helaas is dit niet mogelijk in Oracle Applicatie Server.Met een Diagnostic System Module kun-nen onderdelen van de WebLogic Server worden gemonitord. In een Diagnostic Sy-stem Module kan de beheerder aangeven welke MBeans attributen gebruikt moeten worden voor de monitoring en hoe vaak deze attributen gesampled moeten wor-den. Vervolgens kan de beheerder regels opstellen bij welke waarde er een waar-schuwing gestuurd moet worden. De be-heerder wordt dan gewaarschuwd via een e-mail, JMS of via een SNMP trap.Bij de Oracle Applicatie Server heeft men voor monitoring Oracle Enterprise Grid nodig. Uiteraard werkt Oracle Enterprise Grid ook met WebLogic.

SecurityDe WebLogic Server kent verschillende vormen van Security namelijk:• AuthenticatieenAutorisatie,zoals een databasetabel, SAML, LDAP waaronder Active Directory, Open- LDAP of OID, PKI etc. De authenticatie- en autorisatie- mogelijkheden zijn zeer uitgebreid en kunnen eventueel uitgebreid worden met een eigen Security Module. • WebLogicWS-Securityprofielen voor Webservices• FMWOracleWebServiceManager profielen voor Web Services. In 11g is WSM geïntegreerd in de WebLogic server.De Oracle Applicatie Server security gaat niet zo ver als die van WebLogic en dus moest er een eigen login module gemaakt worden. Het beveiligingen van Webservi-ces kan alleen met OWSM.

TuningMet de overname van BEA kreeg Oracle naast WebLogic ook de beschikking over de JRocket producten. De belangrijkste is de JRocket Java Virtual Machine, deze JVM kan de standaard JVM van Sun vervangen. Deze JRocket JVM kan op bepaalde mo-menten trager zijn dan die van Sun maar levert wel altijd een constante perfor-mance ( responstijden), wat weer belang-

rijk is voor SLA’s en PKI’s. Een ander JRoc-ket product is JRocket Mission Control. Hiermee kan verbinding worden gemaakt met de WebLogic Servers die draaien op de JRocket JVM. De beheerder of ontwik-kelaar kan met deze tool de performance monitoren of geheugenproblemen de-tecteren en eventueel de JVM bijsturen. Daarnaast heeft WebLogic de beschikking over Work Managers, waarmee applica-ties beter kunnen worden gecontroleerd door meer of minder resources aan deze applicaties toe te kennen. Men kan er bij-voorbeeld voor zorgen dat een applicatie altijd een bepaalde responstijd heeft door andere intensieve applicaties af te knellen. Ook Denial of Service (DOS) aanvallen zijn met behulp van een Work Manager af te wenden door de requests te droppen als het aantal requests boven een bepaalde waarde komt.Beschikbaarheid & SchaalbaarheidMet de Oracle AS 10.1.3 kan men een cluster configureren. Helaas werkt dit al-leen maar goed met webapplicaties en gaat

het niet zo ver en gemakkelijk als in We-bLogic. WebLogic kan daarnaast ook nog Enterprise Java Beans (EJB) en Java Mes-saging Service (JMS ) clusteren. Zo heeft SOA Suite 10.1.3 op Oracle Applicatie Ser-ver AQ nodig om te kunnen schalen. SOA Suite 10.1.3 en 11g kunnen hiervoor ge-bruik maken van de WebLogic JMS. SOA Suite 11g kan naast de JMS clustering ook nog eens gebruik maken van de Coherence optie in WebLogic. Samen zorgen ze voor een flinke performance boost. Met Oracle AS en WebLogic kan men schalen door een cluster te configureren. Dit betekent

niet dat ze beiden hoog beschikbaar zijn. Een server kan falen en dit betekent in het ergste geval dat het cluster de helft min-der belasting aan kan en de openstaande transacties afgebroken worden. In WebLogic kan men dit voorkomen door een (automatische ) Server migratie uit te voeren. Dit houdt in dat de WebLo-gic Server automatisch opstart op een an-dere server. Hiervoor moeten wel virtueel IP adressen worden gebruikt (deze verhui-zen mee) en er moet een Shared Storage zijn voor de JMS en transactie logs zodat er geen data verloren kan gaan.

ConclusieAls je WebLogic vergelijkt met Oracle Ap-plicatie Server dan kan je stellen dat beide hun kerntaak als J2EE server goed uit-voeren, maar dat WebLogic duidelijk de betere en complete Java Applicatie Server is. Dat heeft WebLogic vooral te danken aan de volgende eigenschappen en cri-teria: JRocket JVM, domeinconfiguratie, scripting, hoge beschikbaarheid en de zeer

uitgebreide security mogelijkheden.Dit betekent niet dat WebLogic af is. De afgelopen twee jaar is WebLogic dooront-wikkeld waardoor WebLogic nu ook AQ, RAC en TopLink ondersteunt. Bovendien is WebLogic uitgebreid met nieuwe on-derdelen zoals Resource Adapters, OWSM en Coherence. Kortom, WebLogic is een perfecte Applicatie Server die Oracle Ap-plicatie Server snel kan doen vergeten.

Edwin Biemond is Architect bij Whitehorses en Oracle ACE op het gebied van Middleware & SOA

WebLogic vs Oracle AS

18 OGh Visie

Afbeelding 2. De JRocket Mission Control Applicatie

Page 19: Ogh Visie 2010 zomer

19 OGh Visie

Performance tuning en troubleshooting

De presentatie werd deze avond verzorgd door Toine van Beckhoven, geen onbe-kende in de Oracle wereld van Nederland en België. In het verleden was hij voor-namelijk bekend om PL/SQL. Hij heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat Steven Feuerstein een aantal presentaties voor de OGH heeft gehouden. De laatste jaren heeft hij zich meer begeven op het gebied van performance tuning.

De presentatie ging voornamelijk over zijn ervaringen in een omgeving met een Siebel OLTP database en een bijbehorend datawarehouse. Dit datawarehouse wordt een keer per dag bijgewerkt (ETL).De betreffende databases hebben de vol-gende kenmerken:• Datauit18Europeselanden• Meerdan600ingelogdegebruikers• EenTerabytedatavoorzowelde OLTP Als de DWH database • HPsharedunixserver(clustered) met 16 CPU’s toegekend aan de OLTP database en 16 CPU’s toegekend aan het datawarehouse• Buffercachevan60Gbyte,PGA van 2 Gbyte en een shared pool van 2 Gbyte

In zijn algemeenheid traden daarin de volgende problemen op:In de OLTP-omgeving bleek een aantal queries zeer inefficiënt, terwijl andere dan snel en dan weer traag waren. De ETL queries bleken regelmatig zeer traag. In een Siebel omgeving worden de queries grotendeels gegenereerd, waarmee weinig controle over de queries voorhanden is. Ook wordt er geen informatie meegege-ven over de omgeving waarin de query draait (DBMS_APPLICATION_INFO wordt niet gebruikt). En tenslotte zijn queries met joins over 20 à 30 tabellen

en zelfs meer geen uitzondering. In de DWH omgeving waren er veel trage rapporten. Daarnaast duurden veel van de ETL-workflows zeer lang. Ook bleek dat de verwachtingen van de gebruikers niet altijd realistisch waren. In de presen-tatie kwamen de volgende onderwerpen aan bod:• Lokaliserenvanperformance problemen• Monitoringtools• Tuningentroubleshooting vuistregels• DeCost-BasedOptimizer• Wetenswaardighedenoverindexen• Clustering,ofhoezorgikervoor dat de data die je wilt raadplegen of verwerken zo dicht mogelijk bij elkaar is opgeslagen om I/O te minimaliseren.

Lokaliseren vanperformance problemenOpmerkingen van gebruikers en IT-me-dewerkers over performance zijn nogal eens ongestructureerd en gebaseerd op te weinig kennis van het werkelijke pro-bleem. Ook in de ervaring van Toine in zijn projecten bleek het in beginsel lastig om de gevoelde problemen te vertalen naar problemen zoals die optreden in de database. De voor de hand liggende tech-nische aanpak om naar de algemene ge-zondheid van de database te kijken mid-dels ratio’s, system statistics en ‘Top sql’s’ gaven geen goed beeld van wat er van wat er aan de hand was. Op basis van die ra-tio’s en systeem statistieken deed de data-base het over het algemeen prima, maar toch meldden gebruikers problemen. Een aanpak die (naar voorbeeld van de Amerikaan Cary Millsap) uiteindelijk succes had, was om eerst uit te zoeken welke problemen de business had en deze te prioriteren. De eerste fase bestond uit het bepalen van wat de applicaties nu eigenlijk doen en welke functies daar-

van problemen opleverden. Hierbij is de business leidend. Vooral die belangrijkste functies, die in de ogen van de business te traag zijn moeten worden verbeterd. De informatie nodig om deze gebruikers problemen te kunnen vertalen naar de hierin gebruikte sql’s bleek in de Siebel logging te staan. Om hier slagvaardig mee te kunnen werken is er een ‘custom applicatie monitor’ gemaakt waarin de gegevens over draaiende queries per ge-bruikersfunctie en ‘scherm’ gegroepeerd wordt en waarop tot op detailniveau kan worden ingezoomd. Deze monitor zorgt er enerzijds voor dat er statistische per-formance informatie beschikbaar is per gebruikersfunctie. Anderzijds geeft deze ook aan hoeveel tijd er in zo’n gebrui-kersfunctie waaraan besteed word, hoe-veel records er verwerkt worden en hoe vaak en waar elders een query gebruikt wordt. Alleen een gedetailleerde monitoring zo-als deze kan een basis vormen om SLA´s af te spreken. En tevens vormt deze een perfecte brug tussen het databasedomein

Door Gerard Uiterwaal

Uit de grote opkomst voor de OGh themabijeenkomst Database performance en troubleshooting bleek duidelijk dat dit onderwerp sterk leeft onder DBA’s en altijd zorgt voor een (meer dan) volle zaal . De bijeenkomst was ruim overschreven en wordt wellicht op een later tijdstip herhaald.

Database performance tuning en troubleshooting

Drukbezochte OGh themabijeenkomst

Toine van Beckhoven

Page 20: Ogh Visie 2010 zomer

van de DBA en het applicatiedomein van de gebruikers. Een brug die essentieel is om te slaan voor een Tuning specialist, omdat anders de prioriteiten van beide groepen niet op elkaar kunnen worden afgestemd en tijd verloren gaat aan min-der belangrijke (maar op het eerste oog meest trage) functies.

Tuning en troubleshooting vuistregelsVooraleer aan detail werk te beginnen is het goed om wat algemene uitgangspun-ten te definiëren. Toine noemde hier de volgende vuistregels die hij hanteert voor een applicatie:

Minimaliseer het aantal logical i/o’s (LIO’s)De achtergrond hiervan is eigenlijk heel logisch. Elke I/O die je niet hoeft te doen kost ook niets. LIO’s zijn makkelijk meet-baar en geven een redelijk betrouwbare indicatie van de schaalbaarheid van een applicatie. Structureer eerst en ga dan pas tunen.

Elimineer onnodige workload en ga dan pas de overblijvende workload optimaliserenEen goed voorbeeld hiervan is het dage-lijks bijwerken van het datawarehouse (ETL). Om elke dag alles opnieuw te la-den betekent een gigantische workload. Hier kon veel gewonnen worden door daar waar nuttig alleen de wijzigingen door te voeren: hiermee wordt dezelfde activiteit met minder workload gereali-seerd en doorlooptijden verkort.

Minimaliseer uitzonderingenDit is niet een performance issue, maar een beheer issue. Alle uitzonderingen moeten beheerd worden. Tevens moet er gekeken worden wat de invloed van deze uitzonderingen op elkaar zijn. Na elke wijziging is het eigenlijk nodig om te kijken of de andere uitzonderingen nog wel nodig zijn. Toine benoemde het als volgt: ‘Als je voortdurend bezig bent om met hints queries sneller te maken, dan is er iets fout in de alge-mene zin (bijvoorbeeld in de wijze van statistieken vergaren).’Uitzonderingen die Toine noemde zijn:• Hintsinsql-statements• GebruikvanOutlines• Zettenvanhiddenparameters (de zogenaamde ‘_’ parameters)• Afwijkingeninhetverzamelenvan

statistieken (maar Toine benadrukte dat het wel heel goed is om de flexibiliteit in te bouwen om uitzonderingen te maken, want door optimizer tekortkomingen is het soms nodig de optimizer van andere informatie te voorzien dan standaard statistieken verzamelen doet).

Een probleem opgelost met een uitzondering uit de praktijkToine gaf aan dat een ‘simpele’ upgrade van 9i naar 10g al voor hoofdbrekens kan zorgen door (niet zo’n zichtbare) aanpassingen in de optimizer. Zo ble-ken na upgrade problemen op te treden met iets dat bekend staat als ‘transitive closure’.Een sql-statement van de algemene vorm:

wordt in 10g door de optimizer her-schreven als:

maar in 9i werd dit herschreven als:

In 10g verwijdert de optimizer de join conditie niet. Dit leverde in de betref-fende Siebel OLTP applicatie af en toe hele slechte executieplannen op, vaak in specifieke constructies. Dit kon ver-volgens worden opgelost door het zet-ten van de hidden parameter ‘_optimi-zer_transitive_closure = FALSE’ (wat in 10g de 9i functionaliteit simuleert).

Let op: Een aantal toehoorders merkte op dat zij helemaal geen problemen hadden met de overgang van 9i naar 10g. Hidden parameters moeten alleen

worden gezet nadat expliciet is getest dat dit in deze omgeving zin heeft.

De Cost Based OptimizerIn zijn algemeenheid werkt de Cost Based Optimizer goed. De kinderziek-tes lijken er echt wel uit te zijn. Toch heeft elke optimizer zijn beperkingen, ook in 10g nog. Dit treedt vooral op als de aannames die de optimizer doet niet overeenkomen met de werkelijkheid. Enkele van deze aannames zijn :• UniformiteitBij gebrek aan informatie gaat de opti-mizer altijd uit van een uniforme ver-deling over de mogelijke / toegestane waarden. Histogrammen en user de-fined statistics kunnen deze beperking deels ondervangen• JoinuniformityOok bij join gaat de optimizer ervan uit dat alle waarden uniform verdeeld zijn.• PredicaatonafhankelijkheidEen standaard probleem met perfor-mance in een OLTP omgeving is dat veel gebruikte SQL-statements niet elke keer geparsed kunnen worden. Dit zou teveel performance kosten. Oracle parset daarom deze statements maar één keer met de dan geldende bind vari-abelen (bind variable peeking). Zolang als het statement gebruikt blijft wor-den blijft dit in de shared pool staan. Soms komt het echter voor dat met een bepaalde waarde van een variabele er een heel specifiek executiepad gekozen wordt dat voor bijna alle andere waar-den slecht is. Een voorbeeld hiervan is een query over inwoners van een aan-tal steden, waarbij er in de database 2 mensen in een dorp wonen. Indien als variabele dit dorp gebruikt wordt is het beste executiepad waarschijnlijk heel anders. Als deze waarde toevallig gebruikt wordt als ‘peek variable’ bij het parsen, zal deze query traag zijn, net zolang totdat hij opnieuw geparsed wordt. Dynamic sampling (statistieken verzamelen tijdens een executie van een sql-statement en hiermee eventueel het executieplan aanpassen) kan dit gaan oplossen.

PraktijkoplossingHistogrammen en bind variabelen blijkt een slechte combinatie. Het ver-wijderen van histogrammen leverden een veel stabielere performance. Een bijkomend voordeel was dat het verga-ren van de statistics veel minder tijd en

Performance tuning en troubleshooting

20 OGh Visie

select * from a, bwhere a.c1 = b.c1and a.c1 = ‘x’

select * from a, bwhere a.c1 = b.c1and a.c1 = ‘x’and b.c1 = ‘x’

select * from a, bwhere a.c1 = ‘x’and b.c1 = ‘x’

Page 21: Ogh Visie 2010 zomer

21 OGh Visie

Performance tuning en troubleshooting

resources kost. (Teruggebracht van 13 naar 4 uur doorlooptijd). De Adaptive cursor sharing functionaliteit van Ora-cle 11g komt tegemoet aan dit probleem van bind variable peeking en ongun-stige executieplannen. Histogrammen kunnen daarmee sneller weer overwo-gen worden in een OLTP omgeving met bind variabelen.

Wetenswaardigheden over indexen

Index strategieënDe meeste applicatie performance problemen komen voort uit onjuiste statistieken en onjuiste of onbreken-de indexen. Oracle kent globaal twee hoofdvormen van indexen (B*tree en bitmap) met beide hun sterke en zwak-ke punten:B*tree: Snelste ingang in een tabel als alle gebruikte predikaten (vooraan) in de index voorkomen. Beste voorbeeld een index op de primary key kolommen en toegang tot de tabel via de primary key. Er kan praktisch gesproken altijd in maar één B*tree index tegelijk gebruikt worden voor de toegang tot een tabel.Bitmap: meerdere Bitmap indexen op een tabel kunnen tegelijkertijd gebruikt wor-den. Een groot nadeel van een bitmap index is wel dat bij updates een ‘ROWID’ range van rijen gelocked worden, dus een ruimere locking dan in het geval van B*Tree, row-level locking. Daarom wordt de Bitmap index meestal in een DWH omgeving gebruikt (alhoewel een relatief statische OLTP tabel ook een kandidaat kan zijn). Een veel gehoord misverstand is dat een bitmap index alleen bij een lage cardinaliteit gebruikt kan worden. Velden met een bitmap index kunnen wel dege-lijk honderden of duizenden verschillende waarden hebben. De kracht zit in het ge-lijktijdig gebruik van meerdere single ko-lom bitmap indexen. Ze zijn noodzakelijk voor star transformation optimalisatie in een DWH.

Tapio Lahdenmäki’s 3-sterren indexTapio Lahdenmäki heeft drie criteria ge-noemd om het nut van een index te kun-nen bepalen. Voor elk criterium waar in-dex aan voldoet geeft hij deze index één ster. De beste indexen zijn dus 3-sterren indexen, maar die zijn niet altijd te rea-liseren:• Detescannenindexsliceiszo

klein mogelijk• Deindexzorgtervoordatde resultaatset meteen op de goede manier is gesorteerd en verhindert een extra sorteer operatie• Deindexbevatallegeselecteerde kolommen uit de query. Hij noemt dit soort index een ‘fat index’. Naast alle kolommen nodig voor de where clauses bevatten deze indexen extra kolommen (het vet), namelijk de geselecteerde kolommen. Hierdoor hoeft alleen de index bekeken te worden. Het duurste deel van indexgebruik, namelijk erop volgende single block Table access, is dan niet meer nodigIn OGH Visie Voorjaar 2008 (http://www.ogh.nl/downloads/OGH_VISIE_VOOR-JAAR_2008.pdf) staat een volledige artikel van Toine over Tapio Tapio Lahdenmäki ‘s 3-sterren indexen. 1. Alle informatie uit de where-clause zit op de juiste wijze in de index (equality predicaat kolommen eerst, daarna range predicaat kolommen) 2. De index is gesorteerd op hire_date binnen department_id en vermijdt een dure sorteeroperatie 3. De geselecteerde velden (last_name, first_name, job_id) zitten ook in de index en table access is niet nodig

Index valkuilenIn een B*Tree index worden entries met kolommen met alleen NULL values niet opgenomen. Voor een query die wel reke-

ning moet houden met NULL values kan zo’n index dan niet gebruikt worden, met als een mogelijk gevolg een full table scan op een potentieel grote tabel. Een oplos-sing is om aan de index een fixed value toe te voegen:

In plaats van de fixed value kan natuur-lijk ook een not null kolom worden toe-gevoegd.

OLTP praktijkgevallenIn de Siebel database was de top sql-query een select op S_LST_OF_VAL (code tabel). Deze werd ruim 200.000 keer per dag uit-gevoerd. Dit is een relatief statische tabel, zodat het toevoegen van indexen of het vergroten ervan weinig tot geen nade-lige gevolgen heeft. Door de voor deze query gebruikte index ‘FAT te maken’, dat wil zeggen, alle kolommen (14 in totaal) uit de select-clause toe te voe-gen, kon table access worden voorko-men en werd deze query twee keer zo snel. Dit loste weliswaar niet een direct knelpunt op maar gaf wel lucht aan de rest van de queries.In een tweede query werd gezocht naar de eerste rijen van een tabel met 14 miljoen rijen op een bepaalde manier gesorteerd. Een query zonder predica-ten. Hier vermeed een index op de sort-kolom(men) de sortering. Het resul-taat was dat de query vele honderden malen sneller was.

DWH praktijk gevallenIn het DWH hadden waren voorna-

create index idx_employees_1_fat on employees (department_id, hire_date, email, last_name, first_name, job_id);

create index x on y (kol1, 0);

select first_name, last_name, job_idfrom hr.employeeswhere department_id = :v_dept_id and hire_date > TO_DATE (:v_hiredate, ‘dd-mm-yyyy’ and email like :v_emailorder by hire_date

Een voorbeeld van zo’n 3-sterren index is de volgende query:

De volgende index is dan zo’n 3-sterren index

Page 22: Ogh Visie 2010 zomer

melijk B*Tree indexen aanwezig en al-leen bitmap indexen op de kolommen met een lage kardinaliteit. Dit ontnam de optimizer de mogelijkheid om star transformation toe te passen.

Oplossing:• Zeteenbitmapindexopelke dimension ‘foreign’ key van de fact tabel• Zeteenbitmapindexopelke‘flag’ kolom van de fact tabel• Gebruikalleensinglecolumn bitmap indexen• GebruikB*Treeindexenalleennog maar voor ‘unique constraints’ en de ‘primary key constraint’ in de dimensie tabellen en fact tabel

ClusteringOnder clustering verstaat Toine het er voor zorgen, dat de benodigde data dicht bij elkaar staat en zo met zo min mogelijk I/O’s gelezen kan worden. De effecten hiervan zijn:• HetminimaliserenvanlogischeI/O’s• Heteffectievermakenvan belangrijke indexen• Kortomeenlagereworkloadbij een gelijke hoeveelheid activiteitenClustering heeft altijd te maken met de fysieke plaats van data. Alhowel dit er logisch gezien niet toe doet, heeft het wel degelijk invloed op de snelheid van bepaalde queries. Ontwikkelaars heb-ben hier per definitie geen invloed op (in SQL geef je alleen aan wat je wilt doen, niet hoe, of waar). Dit is dus typisch een DBA activiteit (eventueel samen met de systeem beheerder). Een positieve consequentie hiervan is dat er in principe ook geen aanpassingen in de applicatie nodig zijn. Technieken binnen Oracle die je voor clustering kunt gebruiken zijn:• Partitioning• Racapplicationpartitioning• Sortedhashclusters• Clusters• Indexen• Indexorganizedtables• Racservices• Dataclustering(Indepresentatie slides te downloaden van de OGH site staat een volledig uitgewerkt voorbeeld van gebruik van DBMS_ REDEFINITION om volledig online een gebruikte tabel toe sorteren)• Oplossenmigratedrows

ReferentiesDe blogs van Jonathan Lewis, Tanel Põ-der, Cary Millsap, Tom Kyte, Richard Foote en Harald van Breederode horen tot de beste referenties op het gebied van performance tuning. En als laatste een selectie van de boeken die Toine kan aanbevelen en die zijn blik op tuning en Oracle systemen het meest hebbenbeïnvloed:

• Cost-BasedOracleFundamentals (Jonathan Lewis)• TroubleshootingOracle Performance by (Christian Antognini)• OraclePerformanceby (Gary Millsap)• RelationalDatabaseIndexDesign and the Optimizers (Tapio Lahdenmäki en Mike Leach).

Performance tuning en troubleshooting

22 OGh Visie

www.sennac.com

PeopleSoft-experts

Oracle-experts

Vitalizing your organisation with knowledge

T 00 31 (0)10 477 76 95

Advertentie

Gerard Uiterwaal is werkzaam bij Motiv IT Masters

Page 23: Ogh Visie 2010 zomer

23 OGh Visie

Oracle Locator & Oracle Spatial 11g

INTRODUCTIONThis technical white paper descri-bes best practices for Oracle Loca-tor and Oracle Spatial with SDO_GEOMETRY, the Oracle Database native data type for storing vector data. Oracle Spatial extends the core location features included in every Oracle database with Oracle Locator. Therefore, this document refers to Oracle Locator when des-cribing best practices that apply to both Oracle Locator and Oracle Spatial. It refers to Oracle Spatial when practices are specific to Ora-cle Spatial. This paper highlights some best practices and tips to help design and develop applications that use Oracle spatial technology. Many of the recommendations in this paper are not specific to Ora-cle Locator, allowing customers to capitalize on existing Oracle know-ledge within their enterprise.

Part 2

Spatial index creationThe following parameters are recom-mended when creating spatial in-dexes.• WORK_TABLESPACE-During spatial index creation, the process creates intermediate tables that get dropped when the index is complete. The intermediate tables can take up to 2 times the size of the final index. If WORK_TABLESPACE is not specified, the intermediate tables are created in the same table space as the final index, causing fragmentation, and possible performance degradation. You can use SDO_TUNE.ESTIMATE_

RTREE_INDEX_SIZE, and multiply the result by 2 to provide guidance on sizing the work table space. The work table space can be re-used to create other spatial indexes.• LAYER_GTYPE–Thisparameteris needed especially when working with point-only layers. If a point- only layer stores its points in the SDO_ORDINATE_ARRAY, you can still specify LAYER_GTYPE=POINT on spatial index creation. This can help query performance when performing spatial analysis.• SDO_NON_LEAF_TBL–This parameter is useful for very large spatial indexes (not necessary for smaller spatial indexes). This generates two spatial index tables instead of one. The smaller spatial index table is the non-leaf table, which is traversed most often during spatial analysis. It can be beneficial to pin the non-leaf table into the buffer pool, since it is accessed most often. See the example below.

Partitioned local spatial indexesThe following approach is recommen-ded to use for parallel creation of local partitioned spatial indexes on parti-tioned tables. With this approach, if any ALTER INDEX commands fail, you do not have to rebuild any local parti-tioned indexes that have already suc-cessfully completed.• CreatetheLOCALspatialindex with the UNUSABLE keyword. This runs very quickly and only creates metadata associated with the index:

Door Han Wammes, Business Development Manager Oracle Spatial bij Oracle Nederland

Oracle Locator and Oracle Spatial 11g Best Practices

Dit is het tweede en laatste deel van een serie over Oracle Locator en Oracle Spatial Best Practices. Omdat we op termijn deze serie wellicht beschikbaar willen maken voor een in-ternationale doelgroep, is de tekst in het Engels gesteld. Deel 1 is verschenen in het vorige nummer van OGh Visie, Voorjaar 2010.

-- Create the indexCREATE INDEX geod_counties_sidx ON geod_counties(geom)INDEXTYPE IS MDSYS.SPATIAL_INDEXPARAMETERS (‘sdo_non_leaf_tbl=TRUE’);-- Find the non leaf index table nameSELECT sdo_nl_index_tableFROM user_sdo_index_metadataWHERE sdo_index_name=’GEOD_COUNTIES_SIDX’;----------MDNT_A930$-- Pin the table in memoryALTER TABLE MDNT_A930$ STORAGE(BUFFER_POOL KEEP);

CREATE INDEX sp_idx ON my_

table (location)

INDEXTYPE IS mdsys.spati-

al_index PARAMETERS

(‘table space=tb_name

work_tablespace=work_tb_

name’)

LOCAL UNUSABLE;

Page 24: Ogh Visie 2010 zomer

• Buildindividualscripts. Hypothetically, if you have 100 partitions and 10 processors, build 10 scripts, each with 10 ALTER INDEX REBUILD statements… but do not use the PARALLEL parameter. For example:

• Runall10scriptsatthesametime. Each processor will be working on a single partition’s local index, but all the processors will still be busy working on their own set of ALTER INDEX statements.

Note: It is no longer recommended to use the PARALLEL keyword for parallel crea-tion of spatial indexes on partitioned ta-bles, the reason being that when creating a partitioned LOCAL spatial index, if any partitions index fails (for example, table space full or for some other reason), you must start at the beginning again (no way to continue where you left off).

Spatial QueriesOracle Locator and Oracle Spatial in-clude a set of spatial operators and functions. Spatial operators and func-tions both perform spatial analysis, the difference being operators leverage spatial indexes and functions do not.

Operators include the following:• SDO_FILTER(search_column, window)• SDO_RELATE(search_column, window, ‘operator specific parameters’)• SDO_ANYINTERACT(search_ colunn, window)• SDO_INSIDE(search_column, window)• SDO_WITHIN_DISTANCE (search_column, window,‘operator

specific parameters’)• SDO_NN(search_column, window, ‘operator specific parameters’)See the documentation for many ad-ditional operators.Functions include the following:

• SDO_GEOM.SDO_AREA• SDO_GEOM.SDO_LENGTH• SDO_CS.TRANSFORM• SDO_LRS.PROJECT_PTSee the documentation for many ad-ditional functions. Notice that all spa-tial operators have a similar parameter signature:

• Thefirstargumentofaspatial operator is always the column being searched, and must be s patially indexed.• Thesecondargumentisalwaysthe query window, or area of interest.• Thethirdargument,ifitexists,is a string that includes a list of parameters specific to that operator.

When you are writing SQL statements that include spatial operators, Ora-cle hints can help the Oracle optimizer choose a better execution plan. Oracle hints are not Oracle Locator specific, but just as they can improve execution plans for SQL statements that do not include spatial operators, they can also help exe-cution plans for SQL statements that do. For an optimal execution plan, always specify the /*+ ordered */ hint when the query window (second argument of a spatial operator) comes from a table. For example, the following query finds all the chemical plants within 5 miles of conta-minated wells with ID values 1 and 2.

In the example, well locations (well IDs 1 and 2) passed into the second argument of the operator come from the well_table. This is a classic example where the /*+ ordered */ hint should be specified. When you specify the or-dered hint, list the tables in the FROM clause in driving table order. The ta-ble that feeds the second argument of the spatial operator should be listed in the FROM clause before the table that contains the search column. In this example, well_table is listed before chemical_plants in the FROM clause.Spatial operators narrow the result candidates by excluding rows from the table associated with the first ar-gument of the operator (the search column). When the results of a query are narrowed by a spatial operator, and when other indexed columns from the same table that feeds argument 1 of the spatial operator appear in the WHERE clause, it may be helpful to use a no_index hint. This is especially true if those other indexed columns are not very selective. For example, assume the chemical plant query was modified to return all the chemical plants “that process chromium”, within 5 miles of contaminated wells with ID values 1 and 2. Assume that the chemical_plants table has a column called pro-cesses_chromium, with possible values of ‘T’ or ‘F’ (true or false). Even if the processes_chromium column has a bitmap index on it, it probably would not be very selective index to use in the query. Providing a no_index hint on processes_chromium index can help the Oracle optimizer avoid a merge of the selective spatial index and the non-selective, non-spatial index.

Oracle Locator & Oracle Spatial 11g

24 OGh Visie

ALTER INDEX sp_idx REBUILD PARITION ip1;ALTER INDEX sp_idx REBUILD PARITION ip2;etc...

SELECT /*+ ORDERED */b.chemical_plant_nameFROM well_table a,chemical_plants bWHERE sdo_within_distance (b.geom, a.geom, ‘distance=5unit=mile’) =‘TRUE’AND a.id in (1,2);

SELECT /*+ ORDEREDNO_INDEX (b processes_chromium_index_name) */b.chemical_plant_nameFROM well_table a,chemical_plants bWHERE sdo_within_distance (b.geom, a.geom, ‘distan-ce=5unit=mile’) =‘TRUE’AND a.id in (1,2)AND processes_chromium = ‘T’;

Page 25: Ogh Visie 2010 zomer

25 OGh Visie

Oracle Locator & Oracle Spatial 11g

Oracle recommends cost based opti-mization, and gathering statistics on tables and indexes. This can be accom-plished with the following procedures:

• DBMS_STATS.GATHER_TABLE_ STATISTICS• DBMS_STATS.GATHER_SCHEMA_ STATISTICSThe table that contains the SDO_GE-OMETRY data type can benefit by ga-thering statistics on it, but it is not necessary to gather statistics on the spatial index table implicitly created by the CREATE INDEX command.

Application considerationsIf visualization is a key component of your application, this section may be very relevant. When the display is zoomed out very far, it is not good prac-

tice to turn on very detailed layers. For example, if the display is zoomed out to show the entire United States, tur-ning on detailed streets does not add value to the display. Detailed streets at that zoom level would appear as a solid blob on the screen. It is much more re-alistic to turn on detailed streets when the display is zoomed in to a one kilo-meter area east to west. The following is another example. Assume that you have a layer with very detailed polygon regions (about 3000 vertices in each polygon). When you are zoomed out very far, it does not make sense to dis-play these very detailed polygons. The detail of the polygons is lost because the many coordinates in these poly-gons are being forced to render onto just a few pixels. A more realistic sce-nario would be to use zoom control

to only turn on the detailed polygons when you are reasonably zoomed in. Another realistic approach is to create a generalized layer (generalized version of the detailed polygons). The genera-lized layer is displayed when you are zoomed out very far, and the detailed layer is displayed when you are zoomed closer in. Zoom control and the use of generalized layers are very well known concepts for display applications. Cor-rect usage of zoom control and gene-ralized layers will provide much better performance. Unnecessary fetches of detailed geometries from the server can be avoided, especially since most of the coordinates for each of these de-tailed geometries would render on just a few pixels.

Opdonderdag25novembera.s.organiserenOracleNederlandendeOracleGebruikersclubHolland(OGh)hetevenementSpatialandITaligned.DezeOracleSpatialdagstaatinhettekenvanontwikkelin-geninOracleSpatialentoepass-ingen van geo-informatie waarbijintegratiemetITarchitectuurvancruciaalbelangis.

Naast een update van OracleSpatial ontwikkelingen zoals 3Den naadloze integratie met Ora-cle Business Inteligence, wordtaandacht gegeven aan praktijk-

cases. Hierbij komen organisa-ties uit zowel het geo-werkveldals uit bedrijfstakken die net demeerwaarde van Spatial ontdekthebbenmetinteressantenieuwevisies.Ookiseraandachtvoordecultuurveranderingdienoodzakel-ijkisvoordeintegratievangeoindeIT-architectuur.

Erwordtopditmomenthardgew-erktaandedefinitievesamenstel-lingvanhetprogramma.SprekerszullenonderanderekomenvanuitRijkswaterstaat, Productmanage-ment van Oracle Spatial en TU

Delft(OracleSpatialCentreofEx-cellence).

Aanmelden en meer informatieDe Oracle Spatial dag wordt ge-houden in het Oude Tolhuys,Weg naar Rhijnauwen 13-15 inUtrecht.Meer informatie en de laatstestand van zaken m.b.t. het pro-grammavoordehetevenementSpatialandITalignedistevindenopwww.ogh.nl.Ookdeaanmeld-ingvindtplaatsviadeOGhweb-site.

Spatial and IT alignedOracle Spatial dag op donderdag 25 november in Utrecht

Page 26: Ogh Visie 2010 zomer

Verslag DBA-dag

26 OGh Visie

Het programma van de DBA-dag ver-meldde twee plenaire sessies, gevolgd door negen parallelle sessies parallelses-sies die waren opgesplitst in drie tracks, met als thema’s Administration, Perfor-mance & Tuning en Integration. Een uit-gebreid verslag van een succesvolle dag, met dank aan de deelnemers die als ver-slaggever een bijdrage hebben geleverd.

Oracle Exadata V2Database MachineNa een welkomstwoord van OGh-voorzitter Robin Buitenhuis kwam in de eerste plenaire eerste plenaire sessie de Oracle Exadata V2 Database Machine uitvoerig aan bod. Oracle afficheert de Exadata V2 Database Machine als “ideaal databaseplatform en beste machine voor datawarehousing, OLTP en databasecon-solidatie”. De unieke architectuur maakt de Exadata, alweer volgens Oracle, tot de snelste en voordeligste databaseoplossing die beschikbaar is. In zijn presentatie tij-dens de OGh DBA-dag droeg Robert Pas-tijn van Oracle de bewijzen aan voor deze superlatieve kwalificatie van de nieuwste spruit uit het Oracle/Sun-huwelijk.

Ook commercieel aantrekkelijkEnkele dagen na de DBA-dag bleek na de bekendmaking van de Oracle jaarcijfers - het gebroken boekjaar van Oracle ein-digt op 31 mei – dat er inmiddels voor 1,5 miljard dollar aan orders voor Exadata V2 databasemachines in de pijplijn zit. Een duidelijk teken dat de Exadata ken-nelijk ook commercieel een aantrekke-lijk product is. Oracle-CEO Larry Ellison benadrukte dan ook tijdens de afgelopen Open World dat “Oracle’s hardwarebusi-ness kan verdubbelen door de combinatie van Sun hardware en Oracle software.”

De Exadata hardwarearchitectuur is opgebouwd uit een database grid van 8 servers met in totaal 64 Intel cores, een storage grid met 14 storage servers, 112 cores in storage en schijfcapaciteit van 100 TB SAS disk of 336 TB SATA disk, 5 TB aan PCI Flash geheugen, data mirro-red over de storage servers en InfiniBand netwerktechnologie met redundant 40 Gb/s switches. De Exadata machines zijn field upgradable, van een quarter rack machine tot aan 8 gekoppelde full racks met volledige bandbreedte en redundan-tie. Alle databasemachines zijn identiek aan de config die wordt gebruikt door Oracle Engineering en draaien bestaande OLTP en Datawarehousing applicaties.

5 TB aan flashgeheugenDe belangrijkste technologieën die in de Exadata machines zijn toegepast om de beoogde snelheid en kostenvoordeel te behalen zijn: Exadata Storage Grid -voor het draaien van data-intensieve applicaties - Hybrid Columnar Compres-sion waarmee data wordt georganiseerd en gecomprimeerd per kolom en Smart Flash Cache, die zorgt voor extreme OLTP performance. De Exadata heeft 5TB aan flashgeheugen, dat zorgt voor vijf maal hogere I/O per seconde dan 1.000 disks in een Enterprise Storage Array, aldus Oracle. Exadata levert daarmee “de snel-heid van flash tegen de kosten van disk”. De Exadata levert daarmee een query throughput van 50 GB/sec aan uncom-pressed data, met compressed data kan een throughput van zelfs honderden GB/s worden bereikt. Robert liet met een aan-tal voorbeelden en vergelijkende cijfers zien dat Exadata Flash Datawarehousing beduidend sneller en meer schaalbaar is in vergelijking met storage arrays. Exadata is ook de beste machine voor

database- en storage consolidatie, stelde hij, met name vanwege de buitenge-woon hoge performance bij complexe workloads die een mix vormen van OLTP en datawarehousing. Resource Manager biedt de mogelijkheid te prioriteren naar dynamische attributen – workload, job, user – waardoor de performance wordt beschermd tegen dalingen bij mixed workload in OLTP TPS toepassingen. Oracle biedt verder uitgebreide failure protection voorzieningen, zoals redun-dant hardware, real-time active replica en Active Data Guard.

Migratie Onder het motto ‘Migratie is heel simpel’ ging Robert vervolgens uitvoerig in op de migratieaspecten van zowel Oracle- als niet-Oracle systemen naar een Exadata machine. Met als doelstelling een stan-daard Oracle 11gR2 database draaiend op

De tweede DBA-dag die de OGh op 14 september heeft gehouden droeg ditmaal als thema ‘Oracle 11g in de praktijk’. Net als de succesvolle eerste editie vorig jaar kende dit OGh miniseminar een hoge opkomst. Ruim honderd OGh-leden waren naar de sfeervolle locatie het Oude Tolhuys in Utrecht getogen om het interes-sante en afwisselende programma bij te wonen. Het is misschien nog iets te vroeg om al van een traditie te spreken, maar gezien de grote belangstelling en positieve beoordeling van beide zal de OGh DBA-dag ook komend jaar zeker weer een ver-volg krijgen.

Oracle positioneert Exadata Database Machine als ‘ideaal databaseplatform’

Thema OGh DBA-dag dit jaar ‘Oracle 11g in de praktijk’

Robert Pastijn van Oracle Nederland

Page 27: Ogh Visie 2010 zomer

27 OGh Visie

Verslag DBA-dag

64bit Linux en op ASM gebaseerde stora-ge. Belangrijk daarbij is dat alle DBA’s up-to-date (11gR2) kennis hebben en dat alle best practices voor 11gR2 valid zijn voor DBM.Voor migratie van een niet-Oracle bron-systeem naar Exadata adviseerde hij eerst de default opties voor migratie naar Ora-cle te raadplegen op OTN en daar ook te kijken naar Oracle partners, waarvan een aantal sterk gespecialiseerd in migratie-trajecten.

Bij Oracle naar Oracle migraties is het bron over het algemeen geen 11gR2 da-tabase. De applicatie moet daarom ge-valideerd worden voor 11g Release 2 en gecertificeerd voor het gebruik van ASM en de database moet geüpgrade worden. Ook zal het bronsysteem in de meeste ge-vallen niet op het Linux OS draaien, maar op Big Endian (Risc, Itanium). Belangrijk aandachtspunt is ook dat de databases van het bronsysteem niet gebouwd zijn met de nieuwste features en opties (Block size, Result Cache, Active Data Guard, Real Application Clusters etc.)

Twee migratieopties

Een goede voorbereiding van de migratie is cruciaal, stelde Robert, die de aanwe-zigen ook een aantal tips meegaf. Up-grade je testdatabase naar 11gR2, test je applicatie unit totdat je tevreden bent en beschouw Oracle VM als je vriend wan-neer je geen testomgeving hebt, geen RAC-enabled testomgeving en er geen sprake is eenvoudig te herhalen stappen. Ook is het zaak om verder te denken dan de applicatie. Hoe staat het met de back-up & recovery, hoe wordt de database geladen met informatie na de migratie (batchjobs, rapportagetools). Een goede capaciteitsplanning, waarbij ook de capa-citeit van de huidige omgeving duidelijk in beeld wordt gebracht, is eveneens een belangrijk aandachtspunt bij migratie.Er zijn twee migratieopties: een fysieke migratie, waarbij volledige table spaces en data files worden verplaatst zonder dat naar de onderliggende data wordt ge-keken, en een logical migratie waarbij de data uit de database wordt gehaald, naar files gedumpt en gesynchroniseerd met Oracle Streams/Golden Gate. Logical migratie - indien mogelijk – is de eenvoudigste manier om te migreren. Een fysieke migratie is lastiger qua set-up maar geeft wel meer flexibiliteit. De

tijd die een migratie in beslag neemt, is vooral afhankelijk van het netwerk waar-over de data wordt verplaatst. Het advies van Robert is om de oude omgeving te voorzien van InfiniBand met een snel-heid tussen de 1,5 en 2,5/s GB per link (5 TB per uur).

Geen rocket scienceDe downtime is afhankelijk van tal van factoren, met als algemene stelregel dat hoe lager de downtime, des te beter de voorbereiding moet zijn. ”Neem de tijd om te beslissen welke benadering je kiest, bekijk alle opties zorgvuldig, kies wat het beste geschikt voor jouw omgeving en implementeer zoveel mogelijk van de aanbevolen opties.” Migratie naar het Exadata V2 databaseplatform is bepaald geen ‘rocket science’, concludeerde Ro-bert Pastijn dan ook. Hij sloot zijn betoog af met een overzicht van een aantal prak-tische aspecten van Exadata, van beheer, back-up en testen, de bestelprocedure (‘Oracle sales is happy to assist you!’) en levering en installatie tot het eerste ge-bruik, in productie nemen, het dagelijks gebruik en performance en tuning.

Ervaringen als klant/gebruikerAansluitend op de presentatie van Ro-bert Pastijn schetste Frits Hoogland van VX Company zijn ervaringen als gebrui-ker/klant en technisch beheerder van een Oracle Exadata database machine. Hij ging allereerst in op de naamgeving:

Exadata blijkt in eerste instantie de naam van de Oracle storage in de DatabaseMachine te zijn, en Database Machine de naam van het geheel. Oracle heeft echter recent de naamgeving van de database aangepast naar ‘Oracle Exadata Database Machine’.

Frits vertelde daarna over zijn praktijk-ervaringen met de installatie van de databasemachine. Doordat de Exadata al helemaal geïnstalleerd is, kan het ver-plaatsen van de zwaargewicht – maar liefst 600 kilo - databasemachine naar de serverruimte de nodige moeilijkheden opleveren. Drempels, zachte vloerbedek-king, liften, deze kunnen allemaal tot problemen leiden tijdens het transport naar de computerruimte. De databasemachine is voor de applicatie een normale 11gR2 database. Veel tech-nieken die moderne databases gebruiken maken deel uit van Exadata, zoals ASM, RAC, Parallel Query, partitionering. Sommige Exadata-specifieke functies werken helemaal automatisch en hoeven niet door een DBA ingesteld te worden (Smart Scans, Storage Indexen), voor an-dere is instelling vereist.

Als laatste meldde Frits dat zijn bedrijf VX Company Proof Of Concept partner is van Oracle, waarmee het voor geïnteres-seerde bedrijven mogelijk is geworden om de Exadata in Nederland te testen. Testen was daarvoor al mogelijk, maar dan bij Oracle in Engeland.

Ordina, hoofdsponsor van deze tweede OGh DBA-dag, was met een stand aanwezig in het atrium van het Oude Tolhuys.

Page 28: Ogh Visie 2010 zomer

Right Availability voor Provincie Zeeland metActive Data Guard 11gDe tweede plenaire sessie Right Availa-bility voor Provincie Zeeland met Ac-tive Data Guard 11g werd verzorgd door Frank Dorst van Whitehorses. Om de beschikbaarheid van het Oracle platform te vergroten heeft de Provincie Zeeland gekozen voor een oplossing met Active Data Guard 11g. Frank ging in op de af-wegingen die de provincie heeft gemaakt om deze oplossing te kiezen behandelde uitgebreid de mogelijkheden van Data Guard en Active Data Guard. Daarnaast werden de implementatie en de imple-mentatiekeuzes van de Provincie Zee-land toegelicht en het bereikte resultaat en de toekomstplannen van de Provincie Zeeland besproken. Oracle Active Data Guard wordt de standaard voor nieuwe omgevingen en zal worden uitgerold naar alle Oracle databases.

Oracle ASM ClusterFile System (ACFS)Rob den Braber van GRID-IT ging in zijn presentatie in op Automatic Storage Ma-nagement (ASM) dat sinds de Oracle 10g release is toegevoegd als storage systeem voor Oracle databases. Sinds 11g R2 is het ook mogelijk om ASM te gebruiken als ‘normaal’ (clustered) filesysteem. Voorheen was het alleen mogelijk om ASM te gebruiken als storage systeem voor databasefiles. In de presentatie kwa-men onder meer de nieuwe features van ASM, de infrastructuur van ASM, Oracle ACFS en ASMCMD-verbeteringen aan bod en werd een korte demo van ACFS gegeven.

Performance Management Grid Control in een Oracle SOA landschapIn deze presentatie beschreef Yuri van Buren van Logica op beeldende wijze de ervaringen die hij heeft opgedaan tijdens een performance management opdracht voor de website www.werk.nl van het UWV. De omgeving maakte gebruik van 12-instances op een 2-node 11.1 RAC omgeving, de OEM Grid Control versie was 10.2.0.5.

Tijdens het project paste Yuri technieken

toe zoals de Buffer Breakdown Methodo-logie en Forecasting Oracle Performance. Hij heeft tijdens dit project zijn perfor-mance data voornamelijk uit Grid Con-trol gehaald en liet tijdens de presentatie dan ook diverse bruikbare schermen uit Grid Control zien.

Real Application TestingVerslag Fred van Deelen, Ordina

In zijn presentatie legde Patrick Munne van Transfer Solutions uit wat Real Ap-plication Testing (RAT) inhoudt en waar-voor het kan worden gebruikt. De duide-lijke demonstratie van de tool met behulp van filmpjes gaf een extra dimensie aan de presentatie. Voordeel van deze vorm van presenteren is dat de spreker vooraf precies weet wat er op het beeldscherm te zien zal zijn en niet gehinderd wordt door plotseling slecht performende databases of haperende verbindingen. Wachttijden worden voorkomen doordat langdurende operaties niet worden opgenomen.Real Application Testing bestaat feitelijk uit twee producten, Database Replay en SQL Performance Analyzer. Met de eerste tool wordt een regressietest uitgevoerd waarbij niet alleen kan worden bewezen dat de resultaten vóór en na een data-basewijziging hetzelfde zijn, maar er kan ook een uitspraak worden gedaan over de performanceverschillen na een wijziging. In een demo werd een capture uitgevoerd van sql-statements op een Oracle 9.2.0.6 database en vervolgens werd een replay uitgevoerd op dezelfde database, na up-grade naar 11.2.0.1. Hoewel Database Replay heel goed vanuit Enterprise Ma-

nager is te bedienen, werd in de demo ge-werkt vanaf de SQL-prompt, hetgeen een goed inzicht gaf in de eenvoud waarmee de tool is te bedienen.Voor een demonstratie van SQL Perfor-mance Analyzer gebruikte Patrick wèl OEM. Hij simuleerde het aanmaken van een SQL tuning set op een productieda-tabase, om deze tweemaal uit te voeren op een testdatabase om zo het gevolg op de performance van het aanmaken van extra indexen in een database te kun-nen analyseren. In een rapport konden de beide uitvoeringen met elkaar worden vergeleken, zowel qua doorlooptijd als de gebruikte executieplans. Een geslaagde presentatie, waarin werd getoond wat de toegevoegde waarde is van Real Applica-tion Testing.

Patching met OEM Provisioning PackVerslag Pierre van der Ven, CIBER

Ron van der Post, werkzaam bij CIBER Nederland, hield een presentatie over Patching met OEM Provisioning Pack. Na de introductie van Ron stelde hij vra-gen aan de toehoorders om zo een beeld te krijgen van de toehoorders. Het zal nie-mand verbazen dat slechts enkelen altijd de laatste patchsets en/of CPU-patches installeren. Vervolgens werd er verder gegaan met een uitleg over deployment procedures, hiermee definieer je per stap hoe je via OEM patches kunt installeren. Deze stappen worden vervolgens via een job uitgevoerd. Voordat je daadwerkelijk kunt gaan patchen, moet je nog bepaalde zaken controleren. Denk hierbij aan de

Verslag DBA-dag

28 OGh Visie

PARALLEL TRACKS

Page 29: Ogh Visie 2010 zomer

29 OGh Visie

Verslag DBA-dag

software library, de update-opatch-job, refresh van de MOS-job (My Oracle Sup-port) en het maken van een eigen de-ployment procedure. Ron ging hierna verder in op de daadwer-kelijk patch procedure. Stap-voor-stap werd uitgelegd wat er op de achtergrond gebeurt, waarbij ook diverse aandachts-punten werden toegelicht. Ook werd uit-gelegd waar de patch procedure je juist niet mee kan helpen, hierbij moet vooral aan grotere zaken zoals een upgrade wor-den gedacht. Voorts werd getoond hoe je zelf de deployment procedure verder aan kunt passen, denk hierbij bijvoorbeeld aan het toevoegen van extra controles (voor en na het uitvoeren van de patch). Na een overzicht van de voor- en nadelen werd de presentatie afgesloten met een zeer uitgebreide demo en een levendige Q&A sessie.

Performance, Tuning & StorageErik Swinkels van AXIS into ICT ging in zijn presentatie in op het onderwerp storage in relatie tot performance & tu-ning. Storage heeft een grote invloed op de performance van de database. Deson-danks is het voor veel DBA’s onbekend terrein. De DBA heeft regelmatig weinig in te brengen wanneer het om storage gaat en krijgt wat de storage afdeling denkt dat goed is. In deze sessie gaf Erik de DBA wat muni-tie richting de storage-organisatie. Wat is een harddisk eigenlijk, en wat voor pres-taties kun je er van verwachten? Hoe zit dat precies met RAID, SSD’s en Flash? En wat voor effecten hebben moderne SAN/NAS omgevingen op de prestaties van mijn database? Wat kan ik met al deze kennis doen om mijn Oracle omgeving zo ideaal mogelijk in te richten en welke opties zijn hiervoor binnen Oracle 11g beschikbaar? Onderwerpen die daar-bij aan bod kwamen waren onder meer compressie, partitioning, cache, RAID en ASM.

dbfs/ secure filesRonald Rood van CIBER ging in zijn presentatie in op de mogelijkheden en onmogelijkheden van dbfs. Waar zitten de problemen, uitdagingen en kansen? Met voorbeelden liet hij zien wat de do-cumentatie ons probeert te vertellen. De installatie en configuratie ontbraken niet in het verhaal, evenals de bugs die Ronald is tegengekomen werden bekeken

en waar mogelijk opgelost of omzeild. Ook zaken als de befaamde compressie en deduplicatie kwamen aan de orde. Een uitgebreid artikel van Ronald Rood over dit onderwerp is te vinden op de website van de OGh.

Oracle BIVerslag Pierre van der Ven, CIBER

Nasierkhan Jahangier, werkzaam bij Ra-bobank, begon zijn presentatie met het beschrijven van wat Oracle BI nu eigenlijk is. Hierbij werd ingegaan op de front-end maar uiteraard ook op de back-end. Een opvallende mededeling was dat onder-zoek heeft aangetoond dat je met Oracle BI binnen hooguit een paar maanden iets werkbaars in handen kunt hebben. Met traditionele tools zijn daar vaak enkele kwartalen tot soms zelfs jaren voor no-dig. Voorts werd getoond hoe Oracle BI binnen een organisatie past, waarna de sessie meer de diepte in ging. Een interessante feature is ‘Cache See-ding’, het is vergelijkbaar met materiali-zed views maar dan geavanceerder omdat de gegevens vooraf worden gecached. Over het algemeen valt op dat de nadruk bij de 11g-versie op performance ligt, daarnaast is de Fusion Middleware ui-teraard ook ter sprake gekomen. Na een overzicht van de belangrijkste bestanden en directories werd verder ingegaan op beheer via de Administration Console en de Fusion Middleware Control (die laat-ste komt neer op de BI-versie van Enter-prise Manager). Met de Enterprise Manager kan de ke-ten vanaf hardware tot aan de Oracle WebLogic server worden beheerd. Na kort stil te hebben gestaan bij de security, kwam clustering ter sprake. Vanaf 11g is het mogelijk om horizontaal te clusteren. Na diverse vragen en de tip “misbruik je BI-server niet als databaseserver” werd deze interessante sessie afgesloten.

Identity ManagementIn Identity- en Access Management projecten wordt vaak gekeken naar wat technisch mogelijk is zonder rekening te houden met wat vanuit de organisatie verstandig, wenselijk en haalbaar is. An-dersom is er binnen de organisatie vaak weinig aandacht voor Identity- en Access Management. Zonder een goede samen-hang tussen organisatie en IT zal Identity en Access Management nooit succesvol worden ingevoerd.

Bert Dondertman en David Kalff van FuseLogic gingen tijdens hun presentatie in op een aanpak die daarbij kan helpen: Meer Business met Identity Management (MBI). De aanpak helpt om snel, met concrete aanbevelingen en een stappen-plan, tot de juiste oplossingen voor uw organisatie te komen. Niet alleen voor het aspect technologie, maar in samen-hang met andere belangrijke factoren als organisatie, cultuur, verantwoordelijkhe-den, toezichthouders en delivery capaci-teit.Na een toelichting op de MBI aanpak, werd in het tweede deel van de presenta-tie een voorbeeld uit de praktijk getoond. In de case is Identity management, met SSO, voor een klantenportaal succes-vol gerealiseerd door inzet van Oracle IDM componenten.. Het betreft een van de grotere Oracle IAM implementaties met meer dan 4 miljoen gebruikers en meer dan 40.000 authenticaties per dag, waarbij veel eisen werden gesteld aan de performance. De toegepaste Oracle componenten: Oracle Internet Directory (OID), Oracle Access Manager (OAM), Oracle Identity Manager (OIM), Oracle J2EE Webservice framework (AS10g), Oracle 10g Databases.

HTTP Server SecurityDe Oracle Applicatie Server en Oracle Fu-sion Middleware zijn langzamerhand tot de werkzaamheden van de Oracle DBA gaan behoren. De meeste DBA’s heb-ben weinig ervaring en kennis van HTTP servers/Apache. Toch dienen zij deze te installeren en te configureren. Frits Hoogland van VX Company vertelde in zijn presentatie hoe het onderdeel (HTTP servers/ apache) van de applicatieserver, de HTTP server werkt. De HTTP server van Fusion Middleware raakt TCP/IP & firewalling en richt zich op risico’s. Hoe zijn deze risico’s te identi-ficeren? Hoe te hardenen (het reduceren of modificeren van functionaliteit om het gevaar van aanvallen te verminderen)? En hoe kunnen risico’s verder vermin-derd worden met de mod_security? Tot slot liet hij enkele tools zien om risico’s te kunnen identificeren op verschillende levels.

De OGh DBA-dag werd mede mogelijk ge-maakt door Ordina en Planboard. De pre-sentaties van dit OGh miniseminar zijn te downloaden van de OGh website:www.ogh.nl

Page 30: Ogh Visie 2010 zomer

Ervaringen met Oracle BI 11g R1

30 OGh Visie

Als ‘nitwit’ op het Oracle BI vlak besluit ik samen met drie collega’s de bijeen-komst bij te wonen, gewoon om eens te kijken wat het is en hoe men er over denkt. Als Oracle ontwikkelaar, met name aan het werk binnen de eBusiness suite, beperkt mijn kennis van Oracle BI zich tot het gebruik van Oracle Dis-coverer, een in mijn ogen overzichtelijk product. Maar ja, inmiddels is Discover-er enigszins achterhaald en wordt steeds minder gebruikt. Bij Oracle hebben ze niet stilgezeten en in de grote overname race is uiteindelijk het BI product van Siebel de de facto standaard geworden voor Business Intelligence. De bron van dit product ligt in nQuire, dat eind jaren 90 op de markt kwam. In 2001 werd dit Siebel Analytics, om begin 2006 omge-doopt te worden tot Oracle BI EE.

Eerste grote releaseNu in 2010 dus de eerste grote release van dit product, genaamd Oracle BI 11g R1. De eerste vraag die Daan behandelde in zijn presentatie is waarom het zo lang heeft moeten duren voordat deze release beschikbaar is gekomen. De Oracle BI Suite maakt nu volledig deel uit van Oracle Fusion Middleware, en die inte-gratie heeft natuurlijk de nodige voeten in aarde gehad - de WebLogic Applica-tion Server, integratie met Oracle’s En-terprise Manager die een eigen BI com-ponent heeft. Waar je in de BI EE versie nog users registreerde in de applicatie zelf, gaat dit nu via de Identity Manager op de WebLogic Server, Diagnostics, Tu-ning etc., via Enterprise Manager. Maar ook binnen de BI Suite zelf is veel veranderd. Daan noemde:• desterkverbeterdeuserinterface,

met interactieve dashboards, zeer veel mogelijkheden voor grafieken en andere animaties.• geïntegreerdelocationintelligence die het veel eenvoudiger maakt om geografische data te presenteren in de vorm van kaarten. • deintegratiemetdeEnterprise manager biedt grote voordelen op het gebied van schaalbaarheid, security, configuratie en optimalisatie van queries.• HetActionIntelligenceframework, die het mogelijk maakt om ‘acties’ te definiëren, zodat je bijvoorbeeld op basis van specifieke situaties in je BI omgeving acties kunt initiëren in het bedrijfsproces, of omgekeerd.• DenieuweTemplateDesiginerinBI Publisher, die de mogelijkheid biedt om de meest complexe rapportages en lay-outs te ontwerpen.• ScorecardsenStrategyMapsbieden mogelijkheden KPI’s te definiëren en te visualiseren.

De reacties in de markt zijn positief. Kreten als ‘A brilliant child has grown up’, ‘Oracle BI 11g industry’s most com-plete’ BI solution’ doen de ronde. De verwachtingen zijn dan ook hoog. Zijn deze gerechtvaardigd?

KanttekeningenDaan is positief, maar plaatste ook enke-le kanttekeningen, in die zin dat er voor hem nog een hoop te ontdekken en te leren valt. Niet alles is er eenvoudiger op geworden. Mij bekruipt dan het gevoel dat ik had toen ik voor eerst als redelijke ervaren Microsoft Office gebruiker met Office 2007 geconfronteerd werd. Na-tuurlijk , het ziet er mooi uit, maar hoe vind ik alle opties die ik gewend was te gebruiken weer terug? Wanneer iemand

met zeer veel ervaring in de voorgaande release aangeeft dat er met de introduc-tie van een nieuwe release voor hem nog een hoop te leren en uit te zoeken valt, dan is dat natuurlijk niet per definitie negatief, maar het geeft wel te denken. Daan heeft inmiddels zes installaties uitgevoerd op verschillende platforms, waarvan de eerste vijf succesvol waren, en de zesde nog niet. Hij adviseert in ie-der geval goed de installatiehandleidin-gen te bestuderen. De requirements voor installatie op Linux of 32-bits Window platform zijn :• DiskSpace:20GBofmeer• AvailableMemory:4GBofmeer• TempSpace:950MBofmeer• SwapSpace:3GBofmeer• CPU:dual-corePentium, 1,5GHz of hoger

Op zich niet zo spectaculair, maar voor een goede performance heb je eigen-lijk wel meer power nodig. Met andere woorden, even bij een klant een demo geven op je laptop is niet meer zo van-zelfsprekend.

Nieuws onder de zonIn een real-time demo liet Daan eerst de nieuwe administration tool zien. Met name de mogelijkheid om naast data uit relationele databases ook bronnen als Oracle OLAP en Oracle Essbase te bevragen bieden veel nieuwe mogelijk-heden. Verder valt in de administration tool op dat je de user-administratie niet meer tegenkomt omdat dat nu via We-bLogic gebeurt.Aan de voorkant is er veel meer nieuws onder de zon. Vanaf de homepage doen we een korte rondgang langs een aantal nieuwe opties. Het performance ma-nagement, de scorecards, de mapvie-wer, het action intelligence framework.

Door Philip Brand

Op 15 september sprak Daan Bakboord, Oracle BI Consultant bij Scamander Solutions, op een OGh themabijeenkomst bij Oracle in De Meern over zijn eerste ervaringen met de nieuwe release van de Oracle BI Suite. Oracle BI 11g R1 werd op 7 juli door Oracle gelanceerd en is sinds begin augustus beschikbaar. Na een goede maand ‘stoeien’ met de nieuwe release maakt Daan Bakboord de eerste balans op.

Eerste ervaringen met nieuwe release Oracle BI

Oracle BI 11g R1 belicht in OGh themabijeenkomst

Page 31: Ogh Visie 2010 zomer

31 OGh Visie

Ervaringen met Oracle BI 11g R1

Daan wijst op de vele standaard demo’s die via Oracle te downloaden zijn.Positief om te melden is ook dat er een migratietool beschikbaar is die het mo-gelijk maakt 10g BI-applicaties om te zetten naar 11g. Behoudens enkele lay-outtechnische beperkingen die achteraf nagelopen moeten worden, is het resul-taat toch heel behoorlijk.Wat is nu de eind conclusie? We lezen even het commentaar dat Daan zelf de volgende dag schreef op zijn blog:In een sessie van een kleine 2 uur heb ik mijn eerste ervaringen op het gebied van de nieuwe Oracle BI R1 release gedeeld met de aanwezigen. Het is géén marke-tingshow geworden, maar een eerlijke kijk van iemand die aan de slag gaat met een product, dat in een volledig nieuw

jasje is gegoten. Uiteraard bekijk ik alles wel door een rode bril.Aan de ene kant ben ik erg enthousiast over de vernieuwde en extra mogelijkhe-den van Oracle BI 11g. Tegelijkertijd kun je je ook afvragen of er een business case is voor alle nieuwe functionaliteiten. De tijd zal het leren.

Als toehoorder heb ik een behoorlijke indruk gekregen van de mogelijkheden van het nieuwe BI product van Oracle. De grote vraag voor mij nu is of het in de praktijk ook makkelijk toepasbaar en bruikbaar is, zonder ooit een echte BI specialist te willen worden.Bij het maken van toepassingen voor klanten is er altijd een aanzienlijk deel van het op te leveren product, dat je zou

willen invullen met zo’n BI product: rap-portage, bepaalde informatieschermen etc. Kan ik voor dat soort zaken straks gemakkelijk zo’n BI tool inzetten, en is het goed integreerbaar met de rest? En rechtvaardigt de prijs die Oracle voor het product vraagt, de functionaliteit die ik ermee realiseer voor de klant? Dat zijn voor mij een beetje de kernvra-gen die overblijven. De mogelijkheden zijn er, daar ben ik van overtuigd, maar of dat ook gaat lukken zonder zelf de rest van mijn leven BI-specialist te worden? Om met de woorden van Daan te spre-ken: de tijd zal het leren …..

Philip Brand is Senior Technical Consultant Oracle eBusiness Suite bij Quobell B.V.

OGh Visie word mede mogelijk gemaakt door

Page 32: Ogh Visie 2010 zomer

Transistorstraat 71 j, 1322 CK Almere • (036) 538 72 92 • [email protected] • www.conspect.nl

Conspect ICT diensten... de experts in Oracle & Java technology: • Oracle Fusion Middleware • Oracle SOA Suite • Oracle Service Bus • Oracle Forms • Oracle Portal • Oracle ADF • Oracle Application Server • Oracle Spatial • Oracle WEB Center • Oracle databases • APEX

ONS TEAM VAN ORACLE SOA INTEGRATIE SPECIALISTEN

ZOEKT EXTRA BEMANNING!

CONSPECT ICT diensten

‘Wisdom never fails’

Adv-def 07-09-2010 10:55 Pagina 1