Of,hetgaandoen!0 · 4"van"xx" Visie0op0dans0stuurt0de0lesprakjk,0maar0ook...
Transcript of Of,hetgaandoen!0 · 4"van"xx" Visie0op0dans0stuurt0de0lesprakjk,0maar0ook...
1 van xx
Ontwikkelingspsychologie van dans
Want wie veel over dans wil weten, moet in de eerste plaats toch dat laatste doen:
gaan kijken. Johan Reyniers, 1994:15
Of, het gaan doen! Met Tante Trijn, de tante van Nijntje
2 van xx
Visies op dans en consequen@es voor het ontwerpen van een
ontwikkelingspsychologie van dans.
Het menselijk zich bewegen als basis voor de ontwikkelingspsychologische beschouwing over
dansontwikkeling bij kinderen in ons boek D AN S!
Drs. Mar@n Valenkamp Nieuw-‐Vennep, 2014
Bijeenkomst 4
3 van xx
Waarom aandacht voor ontwikkelingspsychologie in DANS?
Ontwikkelingspsychologie is nodig omdat 1. er leerlijnen worden geformuleerd, leerdoelen,
ontwikkelingsdoelen, enz. gekozen worden. En, die dienen 1. leeAijdsadequaat te zijn (zowel motorisch, cogniDef, emoDoneel en zelEeeld) 2. Uit te gaan van de beginsituaDe van dit kind 3. Te passen bij de kinderlijke leef-‐ en belevingswereld 4. zicht te bieden op de mogelijkheden van de naaste ontwikkelingsmogelijkheden,
op grond waarvan er leerlijnen zijn uit te zeLen door de leerjaren van de basisschool heen.
2. Docenten willen leerlingen graag kennen als de persoon die ze zijn en kunnen zijn.
3. Er is geen (vak)didacDek zonder ontwikkelingspsychologische kennis en uitgangspunten mogelijk!
4 van xx
Visie op dans stuurt de lesprak@jk, maar ook weer de opbouw van ontwikkelingspsychologie.
Naast het belang van ontwikkelingspsychologie voor de didacDek en de lesprakDjk is er nog een belang! Te weten:
• de visie van de leerkracht dans op dans voor de aanpak van de les, de lessenserie, het leerplan, enz., dus voor diens concrete lesprakDjk dans.
• de visie op dans stuurt de opbouw van de ontwikkelingspsychologie van dans.
• In ons boek Dans! hebben we een keus gemaakt voor een bepaalde visie op dans. Met implicaDes voor onze kijk op ontwikkelingspsychologie
Daarover gaat het in bijeenkomst 4.
5 van xx
Is ontwikkelingspsychologie neutraal? Ontwikkelingspsychologie kan niet neutraal kijken naar ontwikkeling, want ze is • bepaald door de beschouwingswijze(n) van haar
“object”. Bijv. de controverse Locke-‐Rousseau = cogniDef versus exploraDe drang.
• Beschrijving versus verklaring (of combinaDes). Vanuit welke hypothe@sch concept beschrijf of verklaar je iets? • Discussies over ontwikkelingsverlopen en
ontwikkelingsdeterminanten worden vaak gekleurd door achterliggende mens-‐ en wereldbeelden.
6 van xx
Welk object bestudeert ontwikkelingspsychologie eigenlijk?
L. Verhofstadt-‐Deneve, P. van Geert, A. Vyt schrijven: (Handboek ontwikkelingspsychologie. Grondlagen en theorieën, 2003, blz. 11)
“Ontwikkelingspsychologie bestudeert meer specifiek de ontwikkeling van
het menselijk gedrag” “Gedrag” in ruimste betekenis: motorisch, cogniDe, percepDe, het sociale, het emoDonele. Alle niveaus van bewustzijn, alle bewuste en onbewuste gedragingen.
Maar
7 van xx
Maar! “Maar de bestaande theorieën zijn echter beperkt in de domeinen die ze doorgronden (bijv. alleen de cogniDeve ontwikkeling) of in de leeAijdsperiode die ze beschouwen (bijv. alleen de kinderDjd)” (blz. 19).
Ontwikkelingspsychologie van dans is ook zo een domein en wordt
in opleidingen vaak niet dans-‐visie-‐gestuurd gedoceerd.
VRAAG: bestudeert men dan ook de samenhangen tussen die domeinen én doet men dat dan vanuit een visie op te ontwikkelen vaardigheden, of specifieke vormen van gedrag, bijv. die van en voor dans?
8 van xx
Een drietal visies op dans in beeld gebracht.
1. Klassieke visie? 2. Post-‐human visie? 3. Technologisch post-‐modern dansparadigma?
Ø De visie van ons boek D AN S!, of wel de meer geesteswetenschappelijke visie?
9 van xx
De visie op het object stuurt
• Is dit dans? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
10 van xx
Zijn dit kenmerken van wat dans is?
1. Dans is beweging, maar is niet louter een funcDoneel bewegen; a) (1) Extern en (2) intern gericht bewegen. b) (1) Extern en (2) intern gerichte taal.
2. Is niet louter geperfecDoneerde beheersing van het musculair en motorisch vermogen van de mens;
3. Niet louter een in ruimte en Djd geordende beweging. 4. Is veelal erg estheDsch van aard. 5. Is antropocentrisch van aard. 6. StreeA naar het schoon-‐goede
(Gr. “kalakagathon”).
Welk doel dient de beweging?
11 van xx
Zijn dit kenmerken van wat dans is?
Is dans bij uitstek een “most embodied form of art” zeer geschikt om iets mee te delen, om emoKes te delen, om een verhaal te vertellen? Gaat het in ballet / dans meestal om en over relaDes? De doelgerichtheid van de dansbeweging is intern. Die bewegingen zijn niet langer funcDoneel maar komen op zichzelf te staan. Het zijn die bewegingen ‘an sich’ die
plots de moeite worden om bij sDl te staan, om naar te kijken als ze worden uitgevoerd op een podium voor publiek.
12 van xx
Aristoteles’ invloed goed of kwaad?
Het begrip Mimesis dat door Aristoteles in zijn Ars PoeKca geïntroduceerde is wil zeggen dat de dans – alle kunstvormen eigenlijk -‐ steeds uitbeeldend en nabootsend is. In zijn bespreking van de kunstvormen leLe Aristoteles op:
1. het middel (dans is een audiDeve kunst). Dans is ritmisch zonder harmonie. Dansers beelden met ritmische vormen karakters, emoDes en handelingen uit (I:1447a8).
2. het ob-‐ject. Object is de mens met een respectabel of niet respectabel karakter (II:1448a2).
3. de wijze van uitbeelding. Over dit punt zegt Aristoteles m.b.t. dans niets. (II:1448a9, tenzij vergelijkender wijs)
13 van xx
De wijze van uitbeelden
Een paar vragen: 1. Als voor dans ritme het middel is (Aristoteles) is
het lichaam dan per se de uitvoerder van of het medium voor dat middel?
2. Moet dans per definiDe “the most embodied form of art” zijn?
3. Is dans in essenDe steeds “mimesis”, nabootsing? Waarvan dan?
Laten we ons eens laten verrassen!
14 van xx
Pas de deux van Daniel Wurtzel
15 van xx
Dans: the most embodied form of art?
• Wat zag u in deze Pas de Deux van de kunstenaar Daniel Wurtzel?
• Was wat u zag ook dat wat Wurtzel u wilde laten zien? • Is Wurtzel wel de choreograaf, of bent u dat? • Wat is het verschil tussen de vorige dans en deze? Of, is dit geen dans? Zo ja, waarom wel? / Zo nee, waarom niet?
» Moet dans alDjd “embodied” zijn? » Welk idee zou er in deze Pas de Deux schuil gaan? Of zit
er geen idee in? » Was dit mimesis? Zo ja, waarvan dan? » Waar is hier de mens met een respectabel of niet
respectabel karakter (Aristoteles) gebleven?
16 van xx
Kinesthe@sche empathie & Digital dance & technologie
Dr. Zeynep Gündüz schreef Digital Dance: (dis)entangling human and technology (DissertaDe Amsterdam -‐ UvA, 2012).
De gangbare visie op dans plaatst de menselijke danser in het centrum van de aandacht en verplaatst technologie naar de zijlijn. Dit proefschriA stelt dat digitale dans de verschuiving naar een “post-‐human” en “non-‐human” dansparadigma laat zien: een z.g. technologisch post-‐modern dansparadigma dus. . Gevolgen:
1. Nadruk op “inter-‐performance”. 2. Destabilisering van antropocentrische conven@es in denken over
dans. 3. Destabilisa@e van de hiërarchie van het perceptueel belang.
17 van xx
Performance als inter-‐performance
Chunky Move – Glow door Frieder Weiss "Glow" is een spectaculair duet van 27-‐minuten voor lichaam en technologie, een essay over de relaDe van dans en cuung-‐edge soAware technologie. In deze producDe van de Duitse soAware arDest Frieder Weiss en de Australische choreograaf Gideon Obarzanek, reageren projecDes op het bewegende lichaam van de danser die grafisch belicht en verbreed lijkt. "Glow" onderzoekt op subDele wijze de machtsstructuren tussen mens en machine en volgt de levenscyclus van een nieuw soort cyborg* van de schoonheid van een spartelende foetus en de adolescent, van de logica van lijnen, en van een lichaam dat wordt opgejaagd in een bedreigende wereld van schaduwen.
* Cyberne@sche mens
18 van xx
19 van xx
Conclusies Ik liet drie visies op dans zien: 1. Handboek Dans! gaat uit van een meer klassiek, dus
een “embodied” en antropocentrische opvaung over dans. Het kind als performer staat in dit boek centraal.
2. De digitale dans opvaung van Zeynep Gündüz plaatst naast de danser ook de technologie. Beide zijn performers van gelijk belang en waarde (inter-‐perfomance). Komt een basisschool leerling hier wel aan toe?
3. De opvaung van Daniel Wurtzel lijkt het verst te gaan in de “post-‐human” of “non-‐human” dansopvaung.
20 van xx
De drie visies en hun consequen@es voor ontwikkelingspsychologie van dans.
I: Een defini@e van dans volgens Luuk Utrecht: Dans is een in Kjd en ruimte geordende beweging, die op zichzelf staat; deze beweging is een realisering van een lichamelijke dansimpuls, die wordt aangezet door een psychische dansimpuls. Om deze beweging te kunnen maken moet er energie worden gemobiliseerd die berust op een lichamelijk gevoel van maat, ritme en tempo. [Luuk Utrechts boek Van HoXallet tot postmoderne-‐dans, Zutphen, 1988, blz.
15]. M.i. hebben we hier met een lijfelijke definiDe te maken, maar wel met de toevoeging dat dans in
essenDe een emo@onele zaak is. Dans is een geheel van “gevoelens, kogniDes en intenDes.” (Utrecht, L., 1988:20).
21 van xx
Lijfelijke en esthe@serende benadering
De benadering van Luuk Utrecht geeA aanleiding tot een opbouw van een meer klassieke ontwikkelings-‐psychologie. Te weten: 1. Nadruk op motorische, cogniDeve, emoDonele en
estheDsche ontwikkeling. 2. Maar de rol van de zelfexpressie ligt vooral in de
hand van de kunstenaar/choreograaf.
3. De danser is vooral de beheerser van het lichaam in technische zin.
22 van xx
Deze “post-‐human” ontwikkeling leidt tot vragen over:
1. de “inter-‐performance”: over de choreografie voortkomend uit de relaDe tussen menselijke en de technologische vormen van choreografie.
2. de destabilisering van antropocentrische convenKes in denken over dans: Het klassieke maar algemeen geaccepteerd dansbegrip plaatst de menselijke danser in het centrum van de aandacht en plaatst de technologie aan de zijlijn. Moderne technologische ontwikkelingen lijken te veroorzaken dat de centrale posiDe van het humane verminderd of zelfs gereduceerd wordt.
3. de destabilisaKe van de hiërarchie van het perceptueel belang: Kündüz stelt dat het klassieke begrip van technologie in een ondergeschikte rol ook voortleeA in actuele culturele dans-‐prakDjken, met name gedurende de ontwikkeling en percepDe van de choreografie.
23 van xx
II: Gevolgen voor de ontwikkelings-‐psychologie van dans
1. Nadruk op motorische, cogniDeve, emoDonele en estheDsche ontwikkeling en mogelijkheden.
2. Nadruk op de creaDeve toepassingen van diverse vormen van technologie + samenwerking van mens en techniek.
3. Nadruk op conceptuele dans en daarom op conceptueel denken (bijv. Nicole Beutler).
4. Maar de rol van de zelfexpressie ligt in de hand van de kunstenaar/choreograaf.
24 van xx
En nu ons boek Dans! Een geesteswetenschappelijke benadering.
III: In ons boek is gekozen voor een meer geestes-‐wetenschappelijke / fenomenologische benadering van dans. Deze keuze voor deze en gelijk ook klassiekere benadering van dans heeA consequenDes. Ze is:
• Antropocentrisch – “brede lichamelijkheid” • Niet zo technologisch • EstheDserend van aard (hoeA niet per se, bijv. niet in gemeenschapsdans)
• Expressie van ideeën, gevoelens, relaDes • Zelfexpressie (al dan niet voor publiek).
Dans is mededelend
Het zich bewegen
25 van xx
Ons boek, biedt een geesteswetenschappelijke benadering.
Dans is mededelend 1. Bij dans zit de mededeling in de beweging. 2. Beweging en mededeling zijn één. 3. Als de dansbeweging voorbij is, dan is ook de
vertelling, de boodschap of de essenDe van wat wilde worden uitgedrukt voorbij, máár ze blijA toch achter! (Dans heeA dit gemeen met muziek).
26 van xx
Implica@es voor het onderwijs in ontwikkelingspsychologie m.b.t. dans.
Uitgangspunt van de bestudering van de dansontwikkeling bij kinderen is het
M E D E L E N D Z I C H B E W E G E N
D.w.z. dat het mededelend zich bewegen het ordenende principe is voor alle deelontwikkelingen binnen de totale
ontwikkeling van het ontwikkelingspsychologisch domein
dans. Dus moet ook vanuit dit idee worden
onderwezen.
27 van xx
Wat delen deze 3 benaderingen? • Dans als mededelend bewegen • Dans als (zelf)expressie, als expressie van ideeën, van relaDes, van concepten en gevoelens
• Dans als narraDef • Dans als estheDsch ritmisch bewegen Implica@e hiervan voor ons boek DANS! :
In alle lessen van dit boek en op de website bij dit boek is met deze ontwikkelingspsychologische inzichten m.b.t. lessen dans op basisscholen, pabo’s en dansacademies met bovengenoemde punten in dat onderwijs rekening gehouden. Alleen kozen wij voor het zich bewegen.
28 van xx
DIT SCHEMA KAN GOED ALS UITGANGSPUNT
VOOR DE FORMULERING
VAN LEERDOELEN
DANS DIENEN!
Ontwikkeling van het mededelend zich bewegen
29 van xx
De ontwikkelings-‐spiraal van dans, afgezet tegen leeAijd en ontwikkelings-‐fasen & in relaDe met ontwikkeling van lichaamsbewustzijn:
1. Lichaamsplan 2. Lichaamsbesef 3. Lichaamsidee
Ontwikkelingsspiraal
30 van xx
Ontwikkelingsspiraal
DIT ONTWIKKELINGSSPIRAAL
KAN GOED ALS UITGANGSPUNT VOOR DE FORMULERING
VAN ONTWIKKELINGSDOELEN
DIENEN!
31 van xx
Consequen@es van dit alles voor didac@ek en leerplan dans
1. De opzet van een ontwikkelingspsychologie dans hangt af van de visie op dans;
2. De ontwikkelingspsychologie m.b.t. dans zal de ontwikkelingspsychologische domeinen en elementen daarvan, tezamen met dat wat volgens de visie op dans dans tot dans maakt, moeten beschrijven en verklaren;
3. De ontwikkelingspsychologie m.b.t. dans reikt het onderwijs leer-‐ en ontwikkelingsdoelen, leer-‐ en ontwikkelingsmogelijkheden aan.
4. De visie op dans van de leerkracht dans bepaalt ook dat wat die leerkracht in zijn of haar klas en school in het leer-‐ en lesplan zet. En is de onderbouwing van diens (vak)didacDsche inzichten en aanpak.
32 van xx
Dank u