Oerknal - Lecture 3

53
Van de Oerknal naar het leven (natuurkundedeel) Derde college Marcel Vonk 6 februari 2014

Transcript of Oerknal - Lecture 3

Page 1: Oerknal - Lecture 3

Van de Oerknal naar het leven(natuurkundedeel)

Derde collegeMarcel Vonk

6 februari 2014

Page 2: Oerknal - Lecture 3

2/53

Praktische mededelingen

•Filmopdracht: maak groepjes van 4 of 5 studenten. Deadline: 11 februari.•Kies drie onderwerpen.•Geen groep te vinden? Mail Sigrid ([email protected])•Groep aanmeldenvia formulier, link opblackboard. (Kopje“Filmopdracht” links.)

Page 3: Oerknal - Lecture 3

3/53

Praktische mededelingen

•Vrijdag: practicum groep A en B.•Andere indeling dan werkcolleges!•Indeling op blackboard.•A: 9u practicum, 13u rondleiding•B: andersom•Beide groepen verzamelen: G1.18.•Wees op tijd!!!

Page 4: Oerknal - Lecture 3

4/53

Praktische mededelingen

•Met name demonstratieproeven.•Om die reden: geen “gewoon” practicumverslag, maar een inleveropdracht van 2-4 pagina’s.•Alleen of samen; inleveren uiterlijk 24 februari.•Details in de beschrijving op blackboard.

Page 5: Oerknal - Lecture 3

The story so far…

Page 6: Oerknal - Lecture 3

6/53

The story so far…

22

2

22

/1

/'

'

'/1

'

cu

cxutt

zz

yycu

tuxx

tt

zz

yy

tuxx

'

'

'

'

Page 7: Oerknal - Lecture 3

7/53

The story so far…

Wat verandert er?

•Ruimte en tijd worden één geheel•Punten worden events (t,x,y,z)•Geen gelijktijdigheid meer•Ruimte: lengtecontractie•Tijd: tijdsdilatatie

Page 8: Oerknal - Lecture 3

8/53

Intermezzo: de ladderparadox

Page 9: Oerknal - Lecture 3

9/53

Intermezzo: de ladderparadox

• Vanuit de rennende waarnemer gezien wordt de schuur korter, en past de ladder dus niet.

• Vanuit de stilstaande waarnemer gezien wordt de ladder korter, en past de ladder dus ruim.

Hoe kan dit?

Page 10: Oerknal - Lecture 3

10/53

Intermezzo: de ladderparadox

Dat er geen tegenspraak is, zien we als we het ruimtetijddiagram bekijken.

Page 11: Oerknal - Lecture 3

11/53

The story so far…

Invariante eigentijd:

•(Δτ)2 > 0: tijdachtig•(Δτ)2 = 0: lichtachtig•(Δτ)2 < 0: ruimte-achtig

Ruimte-achtig verbonden events hebben geen causaal verband.

22222 )()()( xtcc

Page 12: Oerknal - Lecture 3

12/53

The story so far…

We kunnen de eigentijd met behulp van een metriek η ook schrijven als

22222 )()()()()( zyxtcc

3

0,

2)(

xxc

1000

0100

0010

0001

Page 13: Oerknal - Lecture 3

13/53

The story so far…

was niet relativistisch, en werd dus

td

pdF

ii

d

pdF

Page 14: Oerknal - Lecture 3

14/53

The story so far…

Om dezelfde reden voerden we de relativistische impuls in:

Dit blijkt een behouden grootheid te zijn, maar wat berekenen we nu eigenlijk?

d

xdmp

Page 15: Oerknal - Lecture 3

15/53

The story so far…

De ruimtecomponenten zijn bijna de “ouderwetse” impuls. Dat die behouden zijn is dus niet verbazend.

Maar wat is de betekenis van de tijdcomponent?

22 /1 cv

vmp

ii

22

0

/1 cv

cmp

Page 16: Oerknal - Lecture 3

16/53

Vragen?

Page 17: Oerknal - Lecture 3

Relativiteit, impuls en energie

Page 18: Oerknal - Lecture 3

18/53

Relativiteit, impuls en energie

Een Taylor-expansie geeft dat

cp0 is de relativistische energie! We vinden ook de rustenergie:

2422120

cvOvmcmpc

2cmE BORD

Page 19: Oerknal - Lecture 3

19/53

Relativiteit, impuls en energie

De energie-impuls-4-vector is dus

Net als bij de positie-4-vector kunnen we een invariante combinatie maken:

ipcEp ,/

42222 cmcpE BORD

Page 20: Oerknal - Lecture 3

20/53

Relativiteit, impuls en energie

Voor massaloze deeltjes (bijvoorbeeld fotonen) vinden we

Dit resultaat speelt een belangrijke rol in de kosmologie.

42222 cmcpE

cpE ||

Page 21: Oerknal - Lecture 3

Algemene relativiteitstheorie

Page 22: Oerknal - Lecture 3

22/53

Algemene relativiteitstheorie

Ook de zwaartekrachtswet is niet relativistisch:

Het kostte Einstein bijna 10jaar om de relativistischeversie te vinden!

2r

MmGFG

Page 23: Oerknal - Lecture 3

23/53

Algemene relativiteitstheorie

Een belangrijke hint was hetequivalentieprincipe: trage en zware massa zijn hetzelfde!

Gevolg: alle massa’s reageren hetzelfde op de zwaartekracht.

2r

MmGFG amF

Page 24: Oerknal - Lecture 3

24/53

Algemene relativiteitstheorie

De zwaartekrachtsversnelling hangt alleen af van de plaats en het moment, maar niet van het object.

Gevolg: we kunnen zwaartekracht zien als een eigenschap van de ruimte en de tijd!

Page 25: Oerknal - Lecture 3

25/53

Algemene relativiteitstheorie

We kunnen het equivalentieprincipe ook iets anders formuleren.

In vrije val ervaren we geen zwaartekracht.

a

Page 26: Oerknal - Lecture 3

26/53

Algemene relativiteitstheorie

Zwaartekracht kunnen we dus zien als een “pseudo-kracht” die we pas voelen als iets ons tegenhoudt.

a

Page 27: Oerknal - Lecture 3

27/53

Algemene relativiteitstheorie

Hetzelfde gebeurt als de astronaut niet beweegt maar de grond versnelt.

a

Page 28: Oerknal - Lecture 3

28/53

Algemene relativiteitstheorie

Equivalentieprincipe (revisited): in een zwaartekrachtsveld ervaren we hetzelfde als in een versneld systeem zónder zwaartekracht.

Page 29: Oerknal - Lecture 3

29/53

Algemene relativiteitstheorie

Een eerste gevolg kunnen we direct al afleiden: ook (massaloos) licht wordt door de zwaartekracht afgebogen! (Werkcollege 2, opgave 1.)

Page 30: Oerknal - Lecture 3

30/53

Algemene relativiteitstheorie

Page 31: Oerknal - Lecture 3

31/53

Algemene relativiteitstheorie

Einstein zag in dat er naast het equivalentieprincipe nog een tweede ingrediënt nodig is: kromming van de ruimte-tijd.

Page 32: Oerknal - Lecture 3

32/53

Algemene relativiteitstheorie

Als er geen krachten zijn, volgen objecten een “zo recht mogelijke weg” (geodeet) door de gekromde ruimtetijd.

Page 33: Oerknal - Lecture 3

33/53

Algemene relativiteitstheorie

We kunnen de kromming van de ruimte meten, en er zijn zelfs technologische toepassingen!

Page 34: Oerknal - Lecture 3

34/53

Algemene relativiteitstheorie

Wiskundig wordt de kromming weergegeven in de metriek:

De wiskunde kan flink ingewikkeld worden!

1000

0100

0010

0001

****

****

****

****

g

Page 35: Oerknal - Lecture 3

35/53

Algemene relativiteitstheorie

Speciale relativiteit:

Algemene relativiteit:

td

pdF

ii

d

pdF

2r

MmGFG

T

c

GgRgR

421 8

Page 36: Oerknal - Lecture 3

36/53

Algemene relativiteitstheorie

In de rest van dit college hebben we de wiskundige details gelukkig niet nodig, en volstaat een grof beeld van de algemene relativiteitstheorie.

Page 37: Oerknal - Lecture 3

Kosmologie en de oerknal

Page 38: Oerknal - Lecture 3

38/53

Kosmologie en de oerknal

In de kosmologie kunnen we een aantal vereenvoudigende aannames maken: het heelal is

•Homogeen (op elke plaats hetzelfde)•Isotroop (in elke richting hetzelfde)

Page 39: Oerknal - Lecture 3

39/53

Kosmologie en de oerknal

Let op: iets kan homogeen zijn en niet isotroop, of omgekeerd!

Page 40: Oerknal - Lecture 3

40/53

Kosmologie en de oerknal

De aanname dat het heelal homogeen en isotroop is, heet het cosmologisch principe.

Voor zover we kunnen zien is op schalen tussen de 100 miljoen lichtjaar en 13,8 miljard lichtjaar hieraan voldaan.

Page 41: Oerknal - Lecture 3

41/53

Kosmologie en de oerknal

Er zijn maar drie ruimtelijke heelalvormen die aan dit principe voldoen:

k = 1

k = -1

k = 0

Page 42: Oerknal - Lecture 3

42/53

Kosmologie en de oerknal

Op elk van deze oppervlakken bestaat een invariante afstandsmaat (vergelijk (Δτ)2 in de speciale relativiteit).

Het zou helaas te ver gaan om de precieze metriek gij hier te beschrijven...

jiijk xxg 2

Page 43: Oerknal - Lecture 3

43/53

Kosmologie en de oerknal

Wel belangrijk: we hebben het nu alleen gehad over de ruimtelijke vorm van het heelal. Die kan natuurlijk nog in de tijd van schaal veranderen!

De invariante “afstand” in de ruimte-tijd wordt daarmee

222 )( ktal

222222 )()()( ktatcc

Page 44: Oerknal - Lecture 3

44/53

Kosmologie en de oerknal

Dit is de “kosmologische variant” op de Minkowski-metriek.

Het cruciale ingrediënt isde schaalfactor a(t). (De rest mag je vergeten…)

222222 )()()( ktatcc

Page 45: Oerknal - Lecture 3

De schaalfactor van het heelal

Page 46: Oerknal - Lecture 3

46/53

De schaalfactor van het heelal

We kiezen de basisruimte vast en tijds-onafhankelijk.

Alle dynamica isbevat in a(t).

De coördinaten opde basisruimte hetenmeebewegende coördinaten.

k = 1

k = -1

k = 0

Page 47: Oerknal - Lecture 3

47/53

De schaalfactor van het heelal

In meebewegende coördinaten hebben twee sterrenstelsels een vaste afstand:

Δx

In het fysische, uitdijende heelal hebben ze een veranderlijke afstand r = a(t) Δx.

Page 48: Oerknal - Lecture 3

48/53

De schaalfactor van het heelal

De fysische snelheid waarmee de stelsels uit elkaar bewegen is

H is de Hubble-parameter.

(“Hubble-constante”)

rHtd

rdv

td

ad

aH

1met

BORD

Page 49: Oerknal - Lecture 3

49/53

De schaalfactor van het heelal

Centrale vraag in de kosmologie: hoe verandert a(t) als functie van de tijd?

Het antwoord hangt ervan af waaruit het heelal bestaat!

stof straling

Page 50: Oerknal - Lecture 3

50/53

De schaalfactor van het heelal

Eerst moeten we ons afvragen: wat is het verband tussen a(t) en de energiedichtheid ρ(t)?

stof

3)(

1)(

tat BORD

Page 51: Oerknal - Lecture 3

51/53

De schaalfactor van het heelal

Eerst moeten we ons afvragen: wat is het verband tussen a(t) en de energiedichtheid ρ(t)?

straling

4)(

1)(

tat

Page 52: Oerknal - Lecture 3

52/53

De schaalfactor van het heelal

•Fotonen: E = |p|c.•Forse impuls, dus forse druk.•Druk neemt af als volume toeneemt.•Hierdoor gaat meer energie verloren•Drukdichtheid: P=ρ/3 (3 dimensies)•Werkcollege: daaruit volgt

4)(

1)(

tat

Page 53: Oerknal - Lecture 3

53/53

Van de oerknal naar het leven

Vierde college:Maandag 11:00-13:00

Turingzaal